p c
r i
e
o
v
in
Limburg Ruimte
Directie
Dienst
M i l i euv er gunni ngen
De deputatie van de provincie Limburg
Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Executieve, houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning en zijn latere wijzigingen (hierna afgekort als Vlarem I); Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse regering, houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II) en zijn latere wijzigingen; Gelet op de op 2011-05-03 ingediende aanvraag van NV DUCATT, Balendijk 161, 3920 Lommel (ondernemingsnr. 0830.949.807) voor het verkrijgen van een milieuvergunning voor het veranderen door uitbreiding en wijziging van de vergunde inrichting, waarvoor volgende ingedeelde rubrieken van toepassing zijn: - (rubriek 12.2.2.) : transformatoren 2 transformatoren met een individueel nominaal vermogen van respectievelijk 3.500 en 1.250 kVA (klasse 2 – nieuwe rubriek) - (rubriek 16.8.3.) : opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in vaste reservoirs, uitgezonderd deze van drukvaten deeluitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten vergund: opslag van 9.900 liter CO2 in een bovengrondse tank verandering: uitbreiding met opslag van 125.000 liter zuurstof toestand na verandering: de opslag van 9.900 liter CO2 in een bovengrondse tank en de opslag van 125.000 liter zuurstof in 3 bovengrondse tanks (2x 50.000 liter en 1x 25.000 liter) – totale opslag: 134.900 liter (klasse 1 – uitbreiding) - (rubriek 17.3.6.3°) : opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 55°C, maar dat 100°C niet overtreft rubriek mag worden geschrapt (voorheen vergund voor opslag van 1.210.000 liter dergelijke vloeistoffen) - (rubriek 24.4.) : laboratoria andere dan bedoeld in rubriek 24.1. rubriek mag worden geschrapt (voorheen vergund voor een labo voor kwaliteitscontrole) op de kadastrale percelen van en te Lommel, Afdeling 1, Sectie C, perceel 1417f, ter plaatse Balendijk 161;
Kenmerk 124.04.20/V2011N018509 Dossier 750.71/A/11.124 Bijlagen ...
1/9
Gelet op de volgende vergunningen en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de bovenvermelde inrichting reeds werden getroffen en op datum van indiening van de bovenvermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing zijn: - besluit d.d. 1996-10-24 van de deputatie waarbij aan NV EMGO vergunning werd verleend voor het verder exploiteren van een inrichting voor de fabricage van gloeilamponderdelen, voor een termijn eindigend op 201610-24; - besluit d.d. 1998-02-12 van de deputatie waarbij vergunning werd verleend voor het veranderen van de vergunde inrichting; - besluit d.d. 2005-06-30 van de deputatie waarbij vergunning werd verleend voor het verder exploiteren van de vergunde grondwaterwinning, voor een termijn eindigend op 2016-10-24; - besluit d.d. 2005-12-08 van de deputatie houdende aktename van de ingediende mededeling van verandering; - besluit d.d. 2006-03-09 van de deputatie houdende aktename van de ingediende mededeling van verandering (BKG-inrichting); - besluit d.d. 2007-11-29 van de deputatie houdende aktename van de ingediende mededeling van verandering; - besluit d.d. 2010-12-15 van de deputatie houdende aktename van de ingediende mededeling van verandering; - besluit d.d. 2011-03-16 van de deputatie houdende aktename van de melding van overname door NV DUCATT van de bovenstaande milieuvergunningen; Gelet op het schrijven d.d. 2011-05-05, waarbij de aanvrager in kennis werd gesteld dat zijn aanvraag volledig en ontvankelijk werd verklaard; Gelet op de brief d.d. 2011-05-05, waarbij aan de burgemeester van de gemeente Lommel, werd gevraagd over te gaan tot het organiseren van een openbaar onderzoek i.v.m. de ingediende milieuvergunningsaanvraag; Gelet op de brieven, d.d. 2011-05-05, waarbij conform artikel 35, 3° van Vlarem I, door de gemachtigde ambtenaar advies werd gevraagd aan: a) de Provinciale Milieuvergunningscommissie; b) het college van burgemeester en schepenen van en te Lommel; Gelet op de brieven d.d. 2011-05-05, waarbij door de secretaris van de Provinciale Milieuvergunningscommissie advies werd gevraagd aan de belanghebbende adviserende besturen; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van Vlarem I; Gelet op het P.V. d.d. 2011-05-28, van sluiting van het openbaar onderzoek, waaruit blijkt dat 1 schriftelijk bezwaar werd ingediend, in verband met: - verkeersafwikkeling; Gelet op het gunstig advies, d.d. 2011-06-29, van het college van burgemeester en schepenen van Lommel, omwille van volgende overwegingen: - Gelet op het P.V. d.d. 28-05-2011, van sluiting van het openbaar onderzoek waaruit blijkt dat één schriftelijk bezwaar werd ingediend; - Overwegende dat het bezwaar betrekking heeft op de verkeersafwikkelling; - Gelet op het gunstig advies van de stedenbouwkundig ambtenaar omwille van volgende overwegingen: Zonering Het perceel is op het gewestplan Neerpelt-Bree dd. 1978-03-22 aangeduid als “industriegebied”. Kenmerk 124.04.20/V2011N018509 Dossier 750.71/A/11.124 Bijlagen ...
2/9
Artikel 7 van het KB van 1972-12-28 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen stelt voor deze gebieden:
“De industriegebieden zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens zijn in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.” Het perceel is niet gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd BPA en/of ruimtelijk uitvoeringsplan en maakt geen deel uit van een goedgekeurde niet vervallen verkaveling. Beoordeling De aanvraag betreft een wijziging van de huidige milieuvergunning door de overschakeling naar een andere fabricagemethode nl. de productie van vlak glas (voor zonnepanelen). De omschakeling vereist oa. een nieuwe oven en een aanpassing van de transformatoren en de opslag van zuurstof. Overwegende dat het goed gelegen is in een groot, aaneengesloten industrieterrein Balendijk,- Balim – Umicore afgezonderd van de woonbuurten en gelegen langsheen de bovenlokale lijninfrastructuur, de N71, aan de Ijzeren Rijn en aan het kanaal van Beverlo. In het zuiden wordt het terrein begrensd door de vallei van de Molse Nete. Het betreffende perceel is gelegen op de oude Philipssite. Overwegende dat gezien de bestaande ruimtelijke configuratie en de reeds aanwezige bebouwing het bestaande straatbeeld niet wordt aangetast; Overwegende dat de voorgestelde wijziging past binnen de bestaande en te voorziene ruimtelijke aanleg aldaar en dat geen afbreuk wordt gedaan aan het normaal gebruik van de ruimte in deze omgeving; Gelet op de vergunde nieuw mengtoren en de lopende stedenbouwkundige aanvraag voor de opslag van zuurstof; De aanvraag is in overeenstemming met de wettelijke bepalingen inzake ruimtelijke ordening, alsook is het gevraagde bestaanbaar met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. De aanvraag wordt daarom gunstig geadviseerd. - Overwegende dat Ducatt NV volgende activiteit heeft: productie van vlak glas voor zonnepanelen; - Overwegende dat de opslag van zuurstof gebeurt in bovengrondse tanks (2 x 50.000 liter en 1 x 25.000 liter); - Overwegende dat de huidige vergunning van het bedrijf loopt tot 24/10/2016; - Gelet op het gunstig advies van de stedelijke dienst milieu en natuur;
Gelet op het gunstig advies, d.d. 2011-07-05, van de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, omwille van volgende overwegingen: - De exploitatie is volgens het gewestplan gelegen in een industriegebied; - Er bevinden zich binnen een straal van 100 m naar schatting 45 percelen met woningen en 3 percelen met gebouwen andere dan woningen. - De exploitatie is gelegen op 560 m van het VEN-gebied 345, en op meer dan 700 m van een Vogelrichtlijngebied of een Habitatrichtlijngebied. Aspect bescherming van de oppervlaktewateren - Het voorwerp van de huidige aanvraag houdt geen wijzigingen in met betrekking tot afvalwaterlozingen naar het oppervlaktewater ten opzichte van de vergunde situatie. Aspect bescherming bodem en grondwater
Kenmerk 124.04.20/V2011N018509 Dossier 750.71/A/11.124 Bijlagen ...
3/9
- Naar de bodem en het grondwater ontstaan volgens de aanvraag normaliter geen emissies. De gevaarlijke producten worden steeds op lekbakken opgeslagen en de opslag in tanks gebeurt in dubbelwandige houders, voorzien van de nodige beveiligingen en dewelke de nodige keuringen hebben ondergaan. De aanvraag bevat echter geen specifieke informatie met betrekking tot maatregelen voor het voorkomen van bodem- en grondwaterverontreiniging ten gevolge van de 2 bijkomende transformatoren. Conform art. 5.12.0.2. §1. 4° van titel II van het VLAREM dienen de nodige maatregelen te zijn getroffen om bodem- en grondwaterverontreiniging te voorkomen. Daartoe dient inzonderheid onder de transformator een vloeistofdichte inkuiping voorzien die bij lek de diëlektrische vloeistof opvangt. Op 16.06.2011 en bij herhaling d.d. 5.07.2011 werd aan het bedrijf bijkomende informatie gevraagd. Volgens de bijkomende informatie (email 5.07.2011 17:12 van Herwig Teughels, Arcadis Belgium) zijn de transformatoren van het olie-gekoelde type. Een inkuiping wordt voorzien in de ruimte waar ze worden geplaatst. De gebruikte diëlektrische olie bevat geen PCB‘s. Een regelmatige (jaarlijkse) keuring wordt voorzien op de hoogspanningsinstallaties, uit te voeren door een erkend keuringsorganisme waarmee een jaarprogramma-contract is afgesloten. Bijgevolg worden geen schadelijke effecten voor de bodem of het grondwater verwacht ten gevolge van deze exploitatie. Aspect afvalstoffen - Het voorwerp van de huidige aanvraag houdt geen wijzigingen in met betrekking tot de hoeveelheid en bestemming van de voortgebrachte afvalstoffen ten opzichte van de vergunde situatie. Aspect externe veiligheid - De nieuwe beoogde oven is een oxyfuel oven, waarbij de verbrandingslucht wordt vervangen door zuurstof (>90% zuiverheidsgraad). Samenhangend hiermee voorziet het bedrijf in een totale opslag van 125.000 l vloeibare zuurstof in 1 tank van 25.000 l en 2 tanks van 50.000 l. Het voornaamste gevaaraspect bij het gebruik en het bewaren van zuurstof is het verhoogde brand- en explosiegevaar, dat kan optreden bij een verhoogde zuurstofconcentratie in de lucht, (reeds bij 22 à 24% in plaats van de normale zuurstofconcentratie in de lucht van 21%), alsmede het contact van vloeibare zuurstof met brandbare stoffen. - De zuurstoftanks zullen volgens de aanvraag gekeurd worden door een erkend deskundige. De nodige brandbestrijdingsmiddelen werden aangebracht en worden jaarlijks gekeurd. Een interne brandweerploeg bestaande uit 20 personen is aanwezig. Tevens is een intern noodplan voorzien dat regelmatig wordt getest. - Bij de aanvraag werd een uitvoeringsplan schaal 1/2500 gevoegd, waarbij de opslag van zuurstof aangeduid wordt met een punt, hoewel in de aanvraagformulieren specifiek gevraagd een uitvoeringsplan van tenminste schaal 1/200 bij te voegen. De opslag van zuurstof is voorzien aan de oostzijde van het bedrijf. Op 15 m van de perceelsgrenzen van het bedrijf is in oostelijke richting een woongebied gelegen. Op de exploitatie zal 142,5 ton vloeibare zuurstof opgeslagen worden. De lage Seveso-drempel voor zuurstof is 200 ton. Op basis van het weinig gedocumenteerde en weinig gedetailleerde uitvoeringplan kon bijgevolg geen beoordeling gemaakt worden van de externe veiligheidsrisico’s voor de omgeving die gepaard gaan met deze opslag. Afstanden van de houders voor zuurstof tot brandbare producten en stoffen, gebouwen, woningen e.d. konden niet worden bepaald, en voorts wordt in de aanvraag ook geen verdere verduidelijking gegeven. - Op 16.06.2011 en bij herhaling d.d. 5.07.2011 en d.d. 6.07.2011 werd aan het bedrijf bijkomende informatie gevraagd. Volgens de bijkomende informatie (email 5.07.2011 17:12 en email 6.07.2011 11:17 van Herwig Teughels, Arcadis Belgium) worden de afstandregels en de voorwaarden die van toepassing zijn op de zuurstoftanks gerespecteerd. Meer specifiek gaat het hier over 2 vaste houders van elk 50.000 l voor de opslag van zuurstof, en bijkomend de opslag van 25.000 l zuurstof in de vorm van een oplegger die ter plaatse op de laad/loszone kan staan. Deze “extra” opslag van 25.000 l zou enkel gebruikt worden in het uitzonderlijke geval van een storing in de bevoorrading via de nog aan te leggen pijpleiding die voor de rechtstreekse zuurstofbevoorrading van het proces zal moeten instaan. Het is namelijk zo dat de beide zuurstof tanks van 50m³ elk, een tussenoplossing zijn, in afwachting van de aansluiting op deze toekomstige pijpleiding. De aanleg van deze pijpleiding kan nog een aanzienlijke tijd in beslag nemen.
Kenmerk 124.04.20/V2011N018509 Dossier 750.71/A/11.124 Bijlagen ...
4/9
- Diverse uitvoeringsplannen (o.a. schaal 1/200), een luchtfoto en een foto van de onmiddellijke omgeving zijn toegevoegd. Op basis hiervan wordt de afstand van de 2 vaste houders voor elk 50.000 l zuurstof tot het woongebied geschat op 137 m. De afstand van de tankwagen van 25.000 l zuurstof tot het woongebied wordt geschat op 132 m. De vaste zuurstoftanks bevinden zich eveneens op 8,6 m van het dichtstbij gelegen bedrijfsgebouw, waar onder meer de opslag van 11 ton karton voorzien is. - De toegang tot de gasopslag is verboden voor onbevoegden. Dit is aangegeven via de nodige signalisatie, samen met het van toepassing zijnde vuur/rookverbod. Duidelijke instructies voor de vuloperaties van de tanks zijn aanwezig. De gasopslagtanks worden uitgerust met alle noodzakelijk veiligheidstoestellen, o.a. een overvulbeveiliging die de vulling beperkt tot een max van 95%. De houders worden gebouwd volgens de code van goede praktijk en worden voor ingebruikname gekeurd. De resultaten zullen in een attest/verslag worden samengevat. Er wordt een identificatieplaat aangebracht op de houders met vermelding van de naam van de constructeur, het volgnummer, de inhoud, de max. dienstdruk, de beproevingsdruk en de stempel van de erkend deskundige. In de operationele fase, zullen de periodieke onderzoeken worden uitgevoerd. De tankwagen bevindt zich tijdens de los-activiteiten op een specifieke, verharde betonzone, geschikt om een veilige losactiviteit te laten plaatsvinden. Aarding is voorzien. - Op basis van de beschikbare informatie d.d. 6.07.2011, blijkt echter nog steeds het gebrek aan maatregelen om de vaste houders te beschermen tegen aanrijdingen. Gezien de ligging van de houders in de onmiddellijke omgeving van de losplaats van de tankwagen en een parking, is het o.i. aangeraden als bijzondere voorwaarde op te nemen in de vergunning dat de vaste reservoirs, de leidingen en de vulpunten voor vloeibare zuurstof voldoende tegen aanrijding beschermd moeten zijn. De uitvoering hiervan gebeurt in overleg met een erkende milieudeskundige. Aspect luchtemissies - Het voorwerp van de huidige aanvraag houdt geen wijzigingen in met betrekking tot luchtemissies naar de omgeving ten opzichte van de vergunde situatie. Aspect geluidshinder - Het voorwerp van de huidige aanvraag houdt geen wijzigingen in met betrekking tot geluidshinder naar de omgeving ten opzichte van de vergunde situatie. Aspect BKG-inrichting (emissies aan CO2) - Het voorwerp van de huidige aanvraag heeft geen betrekking op rubrieken waarvoor in de 4de kolom van de indelingslijst een “Y” vermeld staat. Aspect Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreiniging (GPBV) - Het voorwerp van de huidige aanvraag heeft geen betrekking op rubrieken waarvoor in de 4 de kolom van de indelingslijst een “X” vermeld staat Aspect EG-beschermingszones: Habitatrichtlijngebied of Vogelrichtlijngebied - De exploitatie is gelegen op meer dan 700 meter van een habitatrichtlijngebied of een vogelrichtlijngebied. Gezien de ruime afstand tot mogelijke speciale beschermingsgebieden, worden geen schadelijke effecten verwacht vanwege de exploitatie.
Gelet op de bespreking van dit dossier in de Provinciale Milieuvergunningscommissie d.d. 2011-07-12, waarbij het volgende werd gesteld: - Het betreft een verandering door uitbreiding met transfo’s en gasopslag. - Tijdens het openbaar onderzoek werd er 1 bezwaar ingediend i.v.m de verkeersafwikkeling ter plaatse - Het advies van het college van burgemeester en schepenen was gunstig; - Het advies van de afdeling Milieuvergunningen was gunstig mits een bijzondere voorwaarde ivm de beveiliging van de opslag van vloeibare zuurstof; - De exploitant heeft na inzage van de adviezen afgezien van de hoorzitting Kenmerk 124.04.20/V2011N018509 Dossier 750.71/A/11.124 Bijlagen ...
5/9
- Het advies van de PMVC is UNANIEM GUNSTIG mits opname van de voorgestelde bijzondere voorwaarde
Gelet op de ligging van de inrichting in een industriegebied van het gewestplan Neerpelt-Bree; Overwegende dat, vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelijke aspecten, gesteld kan worden dat de activiteiten, voorwerp van de milieuvergunningsaanvraag verenigbaar zijn met de van toepassing zijnde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat met voorliggende aanvraag de NV DUCATT de actualisatie van de milieuvergunning beoogt en dit in het kader van de omschakeling van de productie van vlak glas en de nieuwe oven; dat er 2 transformatoren worden bijgeplaatst en de opslag van gassen wordt uitgebreid met de opslag van zuurstof; Overwegende dat de transformatoren van het olie-gekoelde type zijn en dat ze boven een inkuiping worden geplaatst; dat een regelmatige keuring van de installaties wordt voorzien; dat er derhalve geen schadelijke effecten voor de bodem of het grondwater worden verwacht; Overwegende dat de opslag van 125.000 liter zuurstof in 3 tanks wordt aangevraagd als tijdelijke oplossing, ni afwachting van aansluiting op de nog aan te leggen pijpleiding; dat de toegang voor onbevoegden verboden is; dat er een periodieke keuring van de tanks wordt voorzien; Overwegende dat op basis van de informatie in het dossier niet kan worden opgemaakt of er voldoende maatregelen zijn genomen om de vaste houders voor de opslag van zuurstof te beschermen tegen aanrijdingen; dat gezien de ligging in de nabijheid van losplaats van de tankwagen en een parking het aangewezen is om de nodige bijzondere voorwaarde terzake op te leggen; Overwegende dat de tijdens het openbaar onderzoek ingediende bezwaren en opmerkingen als volgt kunnen worden geëvalueerd: - het bezwaar betreft een algemeen bezwaar tegen de verkeerssituatie op en rond het betrokken industrieterrein en is niet direct gelinkt aan voorliggende aanvraag. De globale verkeersproblematiek is geen deel van de milieutechnische beoordeling van een individuele inrichting; Overwegende dat, vanuit oogpunt van milieuaspecten, gesteld kan worden dat de risico’s voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens, buiten de inrichting veroorzaakt door de aangevraagde activiteiten, mits naleving van de in dit besluit opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden, tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Gehoord het verslag van Frank Smeets, lid van het college;
BESLUIT Artikel 1 §1. Aan NV DUCATT wordt, onder de voorwaarden bepaald in dit besluit, de aangevraagde vergunning VERLEEND voor het veranderen door uitbreiding en wijziging van de vergunde inrichting, waarvoor volgende ingedeelde rubrieken van toepassing zijn: - (rubriek 12.2.2.) : transformatoren 2 transformatoren met een individueel nominaal vermogen van respectievelijk 3.500 en 1.250 kVA (klasse 2 – nieuwe rubriek) Kenmerk 6/9 124.04.20/V2011N018509 Dossier 750.71/A/11.124 Bijlagen ...
(rubriek 16.8.3.) : opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen in vaste reservoirs, uitgezonderd deze van drukvaten deeluitmakend van compressoren en uitgezonderd buffervaten vergund: opslag van 9.900 liter CO2 in een bovengrondse tank verandering: uitbreiding met opslag van 125.000 liter zuurstof toestand na verandering: de opslag van 9.900 liter CO2 in een bovengrondse tank en de opslag van 125.000 liter zuurstof in 3 bovengrondse tanks (2x 50.000 liter en 1x 25.000 liter) – totale opslag: 134.900 liter (klasse 1 – uitbreiding) - (rubriek 17.3.6.3°) : opslagplaatsen voor vloeistoffen met een ontvlammingspunt hoger dan 55°C, maar dat 100°C niet overtreft rubriek mag worden geschrapt (voorheen vergund voor opslag van 1.210.000 liter dergelijke vloeistoffen) - (rubriek 24.4.) : laboratoria andere dan bedoeld in rubriek 24.1. rubriek mag worden geschrapt (voorheen vergund voor een labo voor kwaliteitscontrole) op de kadastrale percelen van en te Lommel, Afdeling 1, Sectie C, perceel 1417f, ter plaatse Balendijk 161 -
§2. De plannen gehecht aan dit besluit maken er integraal deel van uit. Artikel 2 §1. De in artikel 1 bedoelde vergunde inrichting moet in gebruik worden genomen binnen een termijn van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van dit besluit. De in deze beslissing vermelde exploitatievoorwaarden zijn onmiddellijk van toepassing vanaf het ogenblik dat een inrichting wordt geëxploiteerd (dus in gebruik is genomen) tenzij in de voorwaarden zelf anders wordt bepaald. §2. In de mate dat voor de inrichting die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een vergunning nodig is, wordt deze milieuvergunning geschorst zolang deze stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend, in de zin van artikel 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. In afwijking van het bepaalde in §1 gaat de termijn van ingebruikname van de milieuvergunning slechts in op de dag dat de vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening definitief is verleend. §3. Wordt de vergunning voor handelingen, bedoeld in artikel 4.2.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening evenwel definitief geweigerd, in de zin van artikel 4.5.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege. Artikel 3 De in artikel 1 bedoelde vergunning wordt verleend voor een termijn die eindigt op 2016-1024 (samenvallend met de einddatum van de vergunningstermijn van de vergunning verleend op 1996-1024). Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde vergunning is afhankelijk van de strikte naleving van: §1. de algemene en sectoriële voorwaarden van Vlarem II. Ter informatie volgt hierna een niet-limitatieve opsomming van toepasselijke algemene en sectoriële bepalingen uit Vlarem II, en dit voor de tot op heden nog niet vergunde rubrieken: - V.01: algemene milieuvoorwaarden – algemeen - V.02: algemene milieuvoorwaarden – geluid - V.03: algemene milieuvoorwaarden – oppervlaktewater - V.05: algemene milieuvoorwaarden – lucht - V.109: algemene milieuvoorwaarden – licht - V.35: elektriciteit - V.38: gassen – gemeenschappelijke bepalingen Kenmerk 7/9 124.04.20/V2011N018509 Dossier 750.71/A/11.124 Bijlagen ...
- V.45: gassen – opslag in vaste reservoirs voor samengeperste vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen §2. de hierna vermelde bijzondere voorwaarden: 1. De vaste reservoirs, de leidingen en de vulpunten voor vloeibare zuurstof moeten voldoende tegen aanrijding beschermd zijn. De uitvoering hiervan gebeurt in overleg met een erkende milieudeskundige. Artikel 5 Deze vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Artikel 6 §1. Voor elke verandering van de vergunde inrichting gelden de bepalingen van artikel 5, §2 en van hoofdstuk III bis van Vlarem I. Een nieuwe vergunning is nodig voor de inrichting of gedeelte van de inrichting die niet binnen de bij dit besluit vastgestelde termijn (zie art. 2) in gebruik is genomen, of die ten minste gedurende twee opeenvolgende jaren niet werd geëxploiteerd, of die vernield werd door brand of ontploffing veroorzaakt door de exploitatie van de inrichting. §2. Elke overname van de vergunde inrichting door een andere exploitant moet vóór de datum van inwerkingtreding van de overname, worden gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van Vlarem I. §3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd tussen de 18 de en 12de maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn. Artikel 7 Een afschrift van dit besluit zal AANGETEKEND worden gezonden aan: 1. voor BEKENDMAKING (aanplakking) aan de burgemeester van en te LOMMEL. De burgemeester is belast met de bekendmaking (aanplakking) van de beslissing overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IX van Vlarem I. 2. voor KENNISNEMING aan: a) de aanvrager, met name NV DUCATT, Balendijk 161 te 3920 LOMMEL, samen met een exemplaar van de aangehechte plannen b) de Afdeling Milieu-inspectie - Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT, samen met een exemplaar van de aangehechte plannen c) het college van burgemeester en schepenen van en te LOMMEL d) de Provinciale Milieuvergunningscommissie e) de Afdeling Milieuvergunningen - Dienst Limburg, Koningin Astridlaan 50/5 te 3500 HASSELT f) het agentschap Ruimte en Erfgoed, Ruimtelijke Ordening, Koningin Astridlaan 50/1 te 3500 HASSELT g) de OVAM, Stationsstraat 110 te 2800 MECHELEN h) de VMM, A. Van de Maelestraat 96 te 9320 EREMBODEGEM i) de NV AQUAFIN, Dijkstraat 8 te 2630 AARTSELAAR j) de FOD WASO, Toezicht op het Welzijn op het Werk – Directie Limburg, Koning Albertstraat 16B te 3290 DIEST k) de Directie van de Directe Belastingen, Voorstraat 41 te 3500 HASSELT l) het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk van NV DUCATT, Balendijk 161 te 3920 LOMMEL m) de Directie Financiën – Dienst Belastingen – van het provinciebestuur n) ARCADIS BELGIUM NV, Eurostraat 1 bus 1 te 3500 HASSELT
Kenmerk 124.04.20/V2011N018509 Dossier 750.71/A/11.124 Bijlagen ...
8/9
Artikel 8 Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig artikel 51 van Vlarem I, een beroep worden ingediend bij de Vlaamse regering, gericht aan de Vlaamse minister van Leefmilieu, p.a. Afdeling Milieuvergunningen, Koning Albert II-laan, 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL. Het beroep moet worden ingediend met een aangetekend schrijven binnen een termijn van dertig kalenderdagen na de dag van verzending (betekening) van een voor eensluidend verklaard afschrift van de beslissing aan de aanvrager en aan de belanghebbende overheidsorganen en diensten, bedoeld in artikel 49, §1, 1°, 2° en 3° van Vlarem I, of na de dag van aanplakking (openbare bekendmaking) van de beslissing als het beroep uitgaat vanwege andere personen of instellingen. Het beroepschrift moet, op straffe van niet-ontvankelijkheid, vergezeld zijn van een kopie van het attest van bekendmaking (betekening of aanplakking) van de omstreden beslissing, alsook van een bewijs van storting van het voorgeschreven bedrag aan onderzoekskosten voor het beroepsdossier. Aanwezig: Herman Reynders, gouverneur-voorzitter; Marc Vandeput, Walter Cremers, Gilbert Van Baelen, Frank Smeets, Jean-Paul Peuskens, leden; Liliane Vansummeren, provinciegriffier wd.
Hasselt d.d. 2011-08-11
De verslaggever, get. Frank Smeets
De provinciegriffier wd., get. Liliane Vansummeren
De gouverneur-voorzitter, get. Herman Reynders
Voor eensluidend afschrift namens de provinciegriffier
Frank Vranken bestuursdirecteur
Kenmerk 124.04.20/V2011N018509 Dossier 750.71/A/11.124 Bijlagen ...
9/9