DEELNEMERSBIJEENKOMST 16 en 23 april 2015 Presentatie Henk Meijerink
toelichting op de
OWASE pensioenregeling
Programma De bedoeling van deze voorlichtingsbijeenkomst:
A.
u informeren over de landelijke veranderingen op pensioengebied, over de OWASE CAO-
afspraken ten aanzien van pensioen en over de keuzes die het pensioenfonds zelf heeft gemaakt
B.
u informeren over risico’s en zekerheid, over risicobereidheid en over risicohouding
C.
u informeren over de huidige financiële situatie van het pensioenfonds, over de ontwikkeling van de premie en over de verwachte pensioenopbouw in de komende jaren
D.
uw eventuele vragen en opmerkingen bespreken
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
2
Wijziging pensioenwet- en regelgeving www.owase.nl
PFO20150416/20150423
3
Pensioenland moet anders… …volgens de regering:
•
langer doorwerken: nu tot 67 jaar, straks nog langer?
•
minder pensioen opbouwen: of doorwerken, of geen fiscale faciliteiten
•
hogere risicoreserves: risico’s uitsluiten door nu alvast buffers te vormen, voordat geïndexeerd kan worden
•
minder zekerheid: geen garanties, deelnemers dienen regelmatig te checken of hun pensioen voldoende is
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
4
Pensioenland moet anders… …dat komt door:
•
vergrijzing: steeds minder mensen aan het werk, meer mensen met pensioen
•
stijging levensverwachting: te weinig premie betaald voor de extra pensioenjaren
•
crisismaatregelen te laat: opeens waren forse kortingen in 1x noodzakelijk
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
5
Naar een nieuw pensioenstelsel Wijziging Pensioenstelsel
•
overheid wil pensioenstelsel wijzigen: stelsel onvoldoende toekomstbestendig
•
maar overheid wil met wijzigingen ook bezuinigingen realiseren
Fiscaal kader - Witteveen •
forse versobering fiscale facilitering
•
invoering deels per 1 januari 2014, deels per 1 januari 2015
Nieuw Financieel Toetsingskader - nFTK •
beleidsregels voor pensioenfondsen: forse aanscherping eisen
•
invoering deels per 1 januari 2015, deels per 1 juli 2015, deels op later moment
•
NB. één type pensioencontract -> geen keuze meer tussen nominaal en reëel waarvan eerder sprake was (de aanleiding voor ons OWASE Pensioenforum in 2013) www.owase.nl
PFO20150416/20150423
6
nieuw Financieel Toetsingskader •
nominaal kader met spreidingsmethodiek voor financiële schokken
•
nieuw beleidsdekkingsgraad: dekkingsgraad o.b.v. voortschrijdend 12 maands-gemiddelde actuele dekkingsgraden, uitgangspunt bij pensioenfondsbeleid –
rekenrente o.b.v. DNB-rentetermijnstructuur met UFR-correctie
•
herstelmaatregelen van tevoren al vastleggen in crisisplan
•
nieuwe haalbaarheidstoets: fonds moet aantonen dat verwacht pensioenresultaat aansluit bij gewekte verwachtingen (t.a.v. dat pensioenresultaat): basisscenario en slechtweerscenario
•
als fonds dit niet kan aantonen dan zal financiële opzet moeten worden aangepast
•
direct herstelmaatregelen nemen, maar spreiden over maximaal 10 jaar
•
herstelplan zodra fonds een reservetekort heeft (niet beschikt over vereist eigen vermogen)
•
oude herstelplannen zijn allemaal per 1 januari 2015 vervallen
•
reservetekort op 1 januari 2015 betekent: herstelplan nieuwe stijl -> uiterlijk vóór 1 juli 2015 indienen bij DNB -> geldt ook voor ons pensioenfonds www.owase.nl
PFO20150416/20150423
7
Naar een nieuw pensioenstelsel Toekomstige aanpassingen Witteveen en nFTK •
pensioenrichtleeftijd op termijn mogelijk verder omhoog naar 68 jaar
•
huidige aanpassingen pensioenwetgeving enkel een ‘tussenstap’
•
nieuw Pensioenstelsel zal worden ingericht o.b.v. uitkomst brede maatschappelijke pensioendialoog
•
hoofdlijnennotitie o.b.v. dialooguitkomsten zal binnenkort aan Tweede Kamer worden gestuurd
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
8
De nieuwe OWASE pensioenregeling www.owase.nl
PFO20150416/20150423
9
OWASE pensioenregeling Vastgesteld door CAO-partijen overeenkomstig het advies van de CAO Werkgroep Pensioen Eerst even de hoofdlijnen •
middelloon-pensioenregeling
•
o.b.v. uitkeringsovereenkomst
•
pensioenleeftijd 67 jaar
•
opbouwpercentage 1,875% per jaar
•
franchise € 14.808
•
plafond € 100.000
•
premie 30% pensioengrondslag: 22,5% werkgever, 7,5% werknemer
•
voorwaardelijke na-indexatie: OWASE loonindex, CPI alle huishouden afgeleid
•
ouderdomspensioen
•
nabestaandenpensioen op opbouwbasis
•
tijdelijk nabestaandenpensioen op risicobasis
•
wezenpensioen op risicobasis
•
arbeidsongeschiktheidspensioen (met excedentregeling) op risicobasis …hierna zullen we de regeling nader toelichten -> www.owase.nl
PFO20150416/20150423
10
AOW en ouderdomspensioen •
de OWASE-pensioenregeling is een aanvulling op de AOW-uitkering
•
de AOW-datum verschuift stapsgewijs
•
in stappen van 3 en 4 maanden
•
van 65 jaar in 2012 naar 66 jaar in 2018 en naar 67 jaar in 2021 (wetsvoorstel VAP)
•
wordt in de toekomst waarschijnlijk verder verhoogd
•
de AOW-datum verschilt per deelnemer
•
afhankelijk van zijn/haar geboortedatum
•
eigenlijk zouden we de pensioendatum gelijk willen trekken met de AOW-datum
•
maar doordat de AOW-datum per deelnemer verschilt
•
zou dat tot hoge uitvoeringskosten leiden
•
daarom hebben we besloten om dat niet te doen
•
en de pensioenrichtdatum voor iedereen op 67 jaar vastgesteld
•
met de mogelijkheid om eerder/later met pensioen te gaan www.owase.nl
PFO20150416/20150423
11
Ouderdomspensioen (OP) Pensioenrichtdatum en opbouwpercentage •
•
•
tot 1 januari 2014: –
fiscaal maximum 2,25% bij pensioenleeftijd 65 jaar
–
OWASE pensioenregeling: 2,15% bij pensioenleeftijd 65 jaar (fiscale ruimte niet geheel benut)
–
maar: in 2013 nieuwe opbouw 2013 verlaagd naar 1,65%
van 1 januari 2014 tot 1 januari 2015: –
fiscaal maximum 2,15% bij pensioenleeftijd 67 jaar
–
dat kwam volgens de fiscus overeen met 1,84% bij pensioenleeftijd 65 jaar
–
OWASE pensioenregeling: 1,84% bij pensioenleeftijd 65 jaar
–
maar: in 2014 nieuwe opbouw 2014 verlaagd naar 1,75%
met ingang van 1 januari 2015 (huidig): –
fiscaal maximum 1,875% bij pensioenleeftijd 67 jaar
–
OWASE pensioenregeling: 1,875% bij pensioenleeftijd 67 jaar; met handhaving van het voorbehoud dat de nieuwe opbouw uit de pensioenpremie over dat jaar betaald kan worden
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
12
Ouderdomspensioen Opbouwdrempel en opbouwplafond tot 1 januari 2015 (oud) •
fiscale opbouwdrempel (franchise): –
10/7 AOW gehuwde (met AOW gerechtigde partner)
–
dat was voor 2014: € 13.449
•
over loon tot opbouwdrempel mag geen - fiscaal onbelast - pensioen worden opgebouwd
•
reden: AOW wordt geacht te voorzien in pensioen beneden opbouwdrempel
•
in 2014 gold nog geen opbouwplafond
•
OWASE-pensioenregeling: opbouwdrempel € 14.808 (fiscale ruimte niet geheel benut)
•
alleen over loon boven drempel wordt pensioen opgebouwd en pensioenpremie betaald
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
13
Ouderdomspensioen Opbouwdrempel en opbouwplafond met ingang van 1 januari 2015 (nieuw) •
•
fiscale opbouwdrempel: –
10/7,5 AOW gehuwde (met AOW gerechtigde partner)
–
voor 2015 is dat € 12.642
tevens geldt een opbouwplafond (nieuw): –
•
plafond ligt in 2015 bij een brutoloon van € 100.000
uitsluitend over loon tussen drempel en plafond mag - fiscaal onbelast - pensioen worden opgebouwd
•
OWASE pensioenregeling: –
opbouwdrempel van € 14.808 is gehandhaafd
–
verlaging drempel zou stijging premie-uitgaven betekenen (koopkrachtverlies/stijging loonkosten)
–
opbouwplafond van € 100.000 is ingevoerd
–
ten behoeve van mensen met een loondeel boven € 100.000 zijn alternatieve afspraken gemaakt (gaat om ca. 70 personen OWASE-breed; de afspraken vallen niet binnen het pensioenfonds)
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
14
Ouderdomspensioen Eerder met pensioen? •
de pensioenrichtdatum is 67 jaar
•
de pensioeningangsdatum is nog steeds flexibel
•
eerder dan 67 jaar betekent actuariële verlaging pensioenuitkering –
•
NB. de pensioenopbouw stopt - uiteraard - op de pensioendatum
later dan 67 jaar betekent actuariële verhoging pensioenuitkering –
NB. de pensioenopbouw stopt bij 67 jaar (daarna dus geen nieuwe opbouw meer)
•
actuariële berekening: ca. 6,5% levenslang verlagen/verhogen per volledig jaar vervroegen/uitstellen
•
in de OWASE CAO: op de AOW-datum wordt ontslag verleend wegens bereiken pensioengerechtigde leeftijd (ongewijzigd) -> deelnemers worden aldus gestimuleerd om pensioen gelijk met AOW te
laten ingaan •
NB. de pensioenaanspraken die vóór 1 januari 2015 werden opgebouwd met een pensioenrichtdatum 65 jaar zijn per 1 januari 2015 omgezet in pensioenaanspraken met een pensioenrichtdatum 67 jaar www.owase.nl
PFO20150416/20150423
15
Indexaties Indexeren oftewel toeslag verlenen •
aanpassen pensioenen aan loon/prijsstijgingen (inflatie)
•
strikt voorwaardelijk: wordt geen premie voor betaald en geen geld voor gereserveerd
•
wel/niet toekennen beoordelen o.b.v. financiële positie fonds
•
financiële positie beoordelen op ijkdatum
•
bestuur beslist en kan zelfstandig afwijken van beleidskader
•
actieven: maatstaf loonindex -> collectieve OWASE CAO-loonsverhoging
•
niet-actieven: maatstaf prijsindex -> CPI alle huishoudens, afgeleid (geen correctie belastingen/accijnzen)
•
prijsstijging beoordelen over referteperiode
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
16
Indexaties Per 1 januari 2015 •
uitgangspunten voorwaardelijk indexatiebeleid gehandhaafd
•
maar: 1x per jaar gaan beoordelen/toekennen: per 1/1 o.b.v. referteperiode van een jaar
•
voor actieven: stijging loonindex in voorafgaand kalenderjaar - CAO afspraken per 1/1 kunnen nog wel meegenomen worden, mits de afspraken vóór 1/1 zijn bekrachtigd (geen ‘wachttijd’ van een jaar)
•
voor niet-actieven: stijging prijsindex in voorliggende periode van oktober tot oktober (i.v.m.
tijdverloop vaststelling indexcijfers door CBS) •
indexaties uitsluitend toekennen per toekomende datum (i.v.m. hoge uitvoeringskosten van correcties met terugwerkende kracht), ook eventuele inhaalindexaties uitsluitend per toekomende datum
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
17
Indexatiekader Oude staffels tot 1 januari 2015 •
dekkingsgraad op ijkdatum boven dekkingstekortgrens (104,25%),
maar onder reservetekortgrens (ca. 118%, afhankelijk van hoeveel risicoreserves het fonds moet aanhouden): gedeeltelijke indexatie mogelijk naar rato, mits dekkingsgraad door toekennen indexatie niet onder dekkingstekortgrens zakt •
dekkingsgraad boven reservetekortgrens: volledige indexatie mogelijk en eventueel ook inhaalindexatie, mits dekkingsgraad door toekennen niet onder reservetekortgrens zakt
•
maar: bestuur beslist, kan - binnen de wet - afwijken van het indexatiekader
Met ingang van 1 januari 2015 nieuwe wet Financieel Toetsingskader (nFTK) •
beoordelen indexatiemogelijkheid o.b.v. beleidsdekkingsgraad -> gemiddelde van de actuele dekkingsgraad in een bepaalde maand en de beleidsdekkingsgraden van de voorliggende 11 maanden
•
indexeren alleen voor zover de beoogde indexatie ook in de toekomst toegekend kan worden
•
wettelijke staffelgrenzen fors verhoogd -> indexatieverwachting daardoor fors lager
•
indicatieve vuistregel: voor elke 10%-punt dekkingsgraad boven de ondergrens van 110% kan o.b.v. het nFTK slechts 1% indexatie toegekend worden www.owase.nl
PFO20150416/20150423
18
Indexatiekader •
grens voor volledig indexeren: beleidsdekkingsgraad waarbij de middelen van het pensioenfonds toereikend zijn om daaruit de beoogde indexaties niet alleen
maar ook in de toekomst volledig
toe te kennen -> PFO hanteert één grens voor zowel actieven als niet-actieven (momenteel ca. 128%) Nieuwe staffels per 1 januari 2015 •
beleidsdekkingsgraad op ijkdatum boven 110%, maar onder grens voor volledig indexeren: gedeeltelijke indexatie mogelijk naar rato, mits en voor zover die indexatie ook voor gehele toekomst mogelijk is en noch beleidsdekkingsgraad, noch actuele dekkingsgraad, door die indexatie onder de 110%-grens komt
•
beleidsdekkingsgraad boven grens voor volledig indexeren: volledige indexatie mogelijk, mits en voor zover die indexatie ook voor gehele toekomst mogelijk is en noch de beleidsdekkingsgraad, noch de actuele dekkingsgraad, door die indexatie onder de grens voor volledig indexeren komt
•
dan tevens inhaalindexaties mogelijk, maar in een bepaald jaar mag maximaal 1/5e deel van de ruimte die er is voor het inhalen van een indexatieachterstand worden benut
•
algemeen voorbehoud: bestuur beslist, kan - binnen de wet - afwijken van het indexatiekader www.owase.nl
PFO20150416/20150423
19
Nabestaandenpensioen (NP) •
nabestaandenpensioen oftewel partnerpensioen
•
per 1 januari 2015 in essentie gehandhaafd
•
levenslange uitkering aan partner na overlijden (gewezen) deelnemer/pensioengerechtigde
•
partner actieve deelnemer: uitkering o.b.v. 70% bereikbaar ouderdomspensioen (voor overlijden) –
bereikbaar: tot aan reglementaire pensioenrichtdatum -> per 1 januari 2015: 67 jaar
–
voorheen: bij overlijden actieve deelnemer fictie ten minste 30 deelnemersjaren
–
per 1 januari 2015: fictie vervallen, want erfenis uit verleden, fiscale houdbaarheid zeer twijfelachtig (risico voor zowel fonds als deelnemer/partner)
•
partner gewezen deelnemer: uitkering o.b.v. 70% opgebouwd ouderdomspensioen
•
partner pensioengerechtigde: uitkering o.b.v. 70% ingegaan ouderdomspensioen
•
tot ingangsdatum pensioen onbepaald partnersysteem, na ingangsdatum bepaald partnerpensioen
•
op ingangsdatum pensioen geen partner, dan automatische uitruil naar ouderdomspensioen
•
wel partner, dan uitruil mogelijk, mits toestemming partner
•
uitruil eenmalig, onomkeerbaar www.owase.nl
PFO20150416/20150423
20
tijdelijk Nabestaandenpensioen (tNP) •
per 1 januari 2015 in essentie gehandhaafd
•
tijdelijke uitkering aan partner na overlijden actieve deelnemer/pensioengerechtigde
•
ratio: tNP beoogt NP aan te vullen tot AOW ingaat
•
op risicobasis: dus niet aan partner gewezen deelnemer
•
duur uitkering tot 1 januari 2015: tot 1e van de maand waarin partner 65 jaar wordt
•
duur uitkering per 1 januari 2015: tot 1e van de maand waarin de AOW van de partner ingaat, maar uiterlijk tot aan de 1e van de maand waarin de partner 67 jaar wordt
•
hoogte uitkering: € 7.000,- per jaar
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
21
Wezenpensioen (WzP) •
per 1 januari 2015 in essentie gehandhaafd
•
tijdelijke uitkering aan kind/kinderen na overlijden deelnemer/pensioengerechtigde
•
op risicobasis: dus niet aan kind gewezen deelnemer
•
duur uitkering: –
basis: tot 1e van de maand waarin kind 18 jaar wordt
–
verlenging: voor kind dat aantoont voltijd te studeren aan erkende onderwijsinstelling
–
dan: tot eerste dag waarin kind 27 jaar wordt of tot studie is afgerond/beëindigd als dat eerder is dan 27 jaar
•
hoogte uitkering: 14% bereikbaar ouderdomspensioen (vlak voor overlijden)
•
bereikbaar: tot aan reglementaire pensioenrichtdatum -> per 1 januari 2015: 67 jaar
•
voorheen: bij overlijden actieve deelnemer fictie ten minste 30 deelnemersjaren
•
per 1 januari 2015: fictie vervallen, want erfenis uit verleden, fiscale houdbaarheid zeer twijfelachtig (risico voor zowel fonds als deelnemer/partner) www.owase.nl
PFO20150416/20150423
22
Arbeidsongeschiktheidspensioen (AoP) •
per 1 januari 2015 in essentie gehandhaafd
•
tijdelijke uitkering aan actieve deelnemer: aanvulling op WAO/WIA-uitkering
•
op risicobasis: dus niet aan gewezen deelnemer (tenzij ontslag i.v.m. arbeidsongeschiktheid)
•
duur uitkering:
•
–
zolang deelnemer WAO/WIA-uitkering ontvangt
–
maar uiterlijk tot 1e van de maand waarin deelnemer 67 jaar wordt (voorheen 65 jaar)
–
eerder AOW dan eindigt WAO/WIA-uitkering en dus ook de AoP-aanvulling
hoogte uitkering: afhankelijk van salaris, afhankelijk van mate arbeidsongeschiktheid –
tot maxdagloongrens (€ 51,8k per jaar ) aanvulling van maximaal 6,5%
–
boven maxdagloongrens aanvulling van maximaal 70%
–
bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid alleen dekking boven maxdagloongrens
•
per 1 januari 2015 : premie gesplitst in 0,3% over salaris tot maxdagloongrens en 1,5% over salaris boven maxdagloongrens (voorheen overall 0,4%)
•
NB. voor het AoP geldt niet het plafond van € 100.000,-
•
NB. zolang het dienstverband nog niet is geëindigd vult de werkgever o.g.v. de
OWASE CAO eventueel ook nog een deel van de AoP-WAO/WIA-uitkering aan. www.owase.nl
PFO20150416/20150423
23
Premievrijstelling bij invaliditeit (PVI) •
per 1 januari 2015 in essentie gehandhaafd
•
bij arbeidsongeschiktheid voorziet de pensioenregeling in premievrije voortzetting van de opbouw van ouderdomspensioen (naar rato van de mate van arbeidsongeschiktheid
•
duur: tot uiterlijk de pensioenrichtdatum of tot uiterlijk de AOW-datum als de AOW-datum vóór de pensioenrichtdatum ligt
•
hoogte tot 1 januari 2015: voortzetting opbouw voor 70%
•
hoogte per 1 januari 2015: voortzetting opbouw voor 100%
•
ratio: was 70% aangezien in het verleden tevens vanuit TOP-regeling in een aanvulling van het OP kon worden voorzien, TOP is in 2006 reeds vervallen,
tevens is reguliere pensioenopbouw inmiddels fors versoberd •
NB. ook voor PVI geldt met ingang van 2015 een plafond van € 100.000,(ook voor bestaande gevallen)
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
24
Effecten nieuwe regeling Indicatieve berekening bij 100% (!) indexatierealisatie
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
25
Effecten nieuwe regeling Indicatieve berekening bij 50% (!) indexatierealisatie
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
26
Risicobereidheid en risicohouding www.owase.nl
PFO20150416/20150423
27
Nog even over risico’s en zekerheid •
spaarrekening: veel zekerheid, weinig rendement, laag pensioen
•
dus beleggen: pieken en dalen, maar gemiddeld over lange termijn hoger rendement
•
bij beleggen: voortdurend zorgvuldig afwegen risico en rendement
•
zonder risico: geen rendement, geen goed pensioen
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
28
Nog even over risico’s en zekerheid •
veel zekerheid betekent automatisch een lager pensioen
•
veel risico betekent niet automatisch een hoger pensioen
•
maar wel káns op een hoger pensioen
•
maar ook kans op een láger pensioen
•
lager dan wanneer u voor zekerheid had gekozen
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
29
Pensioenforum 2013 • Op 26 juni en 3 juli 2013 hebben we het OWASE Pensioenforum georganiseerd, een bijeenkomst om de risicobereidheid van de (oud-) deelnemers aan de OWASE-pensioenregeling te peilen. • Ca. 230 personen zijn naar het forum gekomen. • Aangezien de pensioenfondspopulatie uit ruim 4.300 (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden bestaat, geven de uitkomsten van het forum slechts een indicatie van de risicobereidheid van de deelnemers aan de pensioenregeling.
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
30
Pensioenforum / risicohouding deelnemers Uitkomsten Pensioenforum 2013 • groot vertrouwen in pensioenfonds: komt op voor belangen deelnemers • door: zorgvuldige communicatie, betrokkenheid werkgevers, loyaliteit werknemers • solidariteit groot: plussen en minnen eerlijk verdelen • maar: geen solidariteitscorrectie met terugwerkende kracht • beperkte risicobereidheid: zekerheid gaat vóór rendement • beperkte incasseerbereidheid: kleine klap kan nog in één keer, maar grote klap spreiden • beperkte incasseermogelijkheid: of langer doorwerken of lager pensioen accepteren (weinig mogelijkheid tot bijsparen) • pensioenfonds kan aanvaardbaarheid risico’s beter inschatten dan deelnemers
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
31
Forumvraag 6 Stel uw salaris is € 1.750,- netto per maand (uitgaande van een bruto modaal inkomen van € 37.000 euro er jaar). U bepaalt zelf de mate van zekerheid van uw pensioen. De pensioenleeftijd is bij elke keuze hetzelfde. Alleen de hoogte van het inkomen verschilt. De eerste keuze kent geen onzekerheid en de vierde de meeste onzekerheid. Wat zou u kiezen? Keuze A
Keuze B
Keuze C
Keuze D
Uitkering als het tegenzit
€ 1.300
€ 1.150
€ 1.000
€
Verwachte uitkering
€ 1.300
€ 1.400
€ 1.475
€ 1.575
Uitkering als het meezit
€ 1.300
€ 1.625
€ 1.900
€ 2.175
825
NB. de kans dat u ongeveer de middelste van deze drie pensioenuitkeringen ontvangt (“verwachte uitkering”) is het grootst, nl. 95%. Er is een kleine kans van 2,5% dat u het laagste pensioeninkomen ontvangt ("als het tegenzit"). De kans dat u het hoogste pensioeninkomen ontvangt ("als het meezit") is ook 2,5%. www.owase.nl
PFO20150416/20150423
32
Forumvraag 6: beantwoording deelnemers 19,7%
0,7%
18,4%
61,2%
Keuze A
Keuze B
Keuze C
Keuze 4
Keuze A
Keuze B
Keuze C
Uitkering als het tegenzit
€ 1.300
€ 1.150
€ 1.000
€
Verwachte uitkering
€ 1.300
€ 1.400
€ 1.475
€ 1.575
Uitkering als het meezit
€ 1.300
€ 1.625
€ 1.900
€ 2.175
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
Keuze D 825
33
Forumvraag 9 eindstelling… A
Voor mijn pensioen liever zo beperkt mogelijke risico’s: een min of meer vast eindbedrag.
Hierbij blijft de indexatie wel een onzekere factor.
B
Voor mijn pensioen liever wat meer risico’s: geen vast eindbedrag. Hierbij heb ik de kans om een hoger pensioen te ontvangen. Maar ook de kans op een lager pensioen dan het vaste bedrag van stelling A.
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
34
Forumvraag 9: beantwoording deelnemers 46,3% 53,7%
A. Voor mijn pensioen liever zo beperkt mogelijke risico’s: een min of meer vast eindbedrag. Hierbij blijft de indexatie wel een onzekere factor. lees: vrijwel geen indexatie
B. Voor mijn pensioen liever wat meer risico’s: geen vast eindbedrag. Hierbij heb ik de kans om een hoger pensioen te ontvangen. Maar ook de kans op een lager pensioen dan het vaste bedrag van stelling A. OPMERKING: in verhouding waren wat meer (gewezen) deelnemers (49%) dan pensioengerechtigden (41%) bereid om een wat hoger risico te accepteren.
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
35
Pensioenforum / risicohouding deelnemers Conclusies o.b.v. uitkomsten • nominale aanspraken zo goed mogelijk garanderen • terughoudend zijn met beleggingsrisico’s • maar wel streven naar volledige indexatie • liever wat lager pensioen dan kans op hoger pensioen met kans op nog lager pensioen • 2013: voorkeur PFO-deelnemers nominaal kader met mogelijkheid spreiden schokken (‘tussenvorm’) • deze voorkeur kwam overeen met het landelijke beeld • 2015: nieuw Financieel Toetsingskader ingericht o.b.v. nominaal kader met spreiden schokken
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
36
Risicohouding pensioenfondsbestuur Blind tasting, de doorgerekende risicoprofielen
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
37
Beleidsvarianten ALM-studie In de tabel staan de uitkomsten van
de ALM-studie voor de risicoprofielen B en C en van een tussenvariant
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
38
Beleidsvarianten ALM-studie De tabel toont de resultaten bij een
start met de actuele dekkingsgraad en bij twee alternatieve startdekkings-
graden van 95% en 105%. Bij het huidige risicoprofiel blijkt ook voldoende
herstelkracht vanuit een 95% dekkingsgraad.
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
39
Scores bestuur Blind tasting, de scores van de risicoprofielen door het bestuur (en verantwoordingsorgaan)
-> eventueel wat ‘derisken’ maar verschillen in risico tussen profiel B en huidig profiel C zijn klein, huidig beleid zou ook voortgezet kunnen worden
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
40
Pensioenuitkomst Indicatieve berekening om het belang van indexatie inzichtelijk te maken
• stel uw laatstverdiende salaris bij 67 jaar is € 37.000 bruto • elk jaar heeft u pensioen opgebouwd en elk jaar is uw pensioen met 3% geïndexeerd o.b.v. de loonindex • bij volledige indexatie zijn uw AOW en uw pensioen bij 67 jaar samen ca. 65% van uw laatstverdiende salaris = € 24.050 • deze € 24.050 bestaat voor € 9.925,- uit AOW en voor € 14.125 uit aanvullend pensioen van PFO • zonder indexatie door PFO zou uw AOW en aanvullend pensioen bij 67 jaar samen ca. 50% van uw laatstverdiende salaris zijn = € 18.500 • deze € 18.500 bestaat uit € 9.925,- AOW en voor € 8.575 uit aanvullend pensioen van PFO • bij volledige indexatie hebben de indexaties uw pensioen met (14.125 - 8.575 =) € 5.550 verhoogd, de
indexaties hebben op uw pensioendatum al voor bijna (5.550/14.125 x 100% =) 40% de hoogte van uw pensioen bepaald • stel u geniet 20 jaar pensioen, dus tot 87 jaar (daarna komt u te overlijden) -> (vervolgsheet)
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
41
Pensioenuitkomst • …vervolg: stel u geniet 20 jaar pensioen, dus tot 87 jaar (daarna komt u te overlijden)
• zowel uw AOW als uw pensioen worden elk jaar met 2% geïndexeerd o.b.v. de prijsindex (NB. dat betekent dus dat ook de prijzen elk jaar met 2% stijgen) • bij volledige indexatie zijn uw AOW en uw pensioen bij 87 jaar samen ca. € 35.740 (volgens de tabellen dient voor deze berekening een factor 1,486 te worden gehanteerd: 24.050 x 1,486) • deze € 35.740 bestaat voor € 14.750 uit AOW en voor € 20.990 uit aanvullend pensioen van PFO • zonder indexatie door PFO zou uw AOW en aanvullend pensioen bij 87 jaar samen ca. (14.750 + 8.575 =) € 23.315 bedragen • bij volledige indexatie hebben de indexaties uw pensioen met (35.740 - 23.315 =) € 12.425 verhoogd, de indexaties bepalen uiteindelijk voor bijna (12.425/20.990 x 100% =) 60% de hoogte van uw
pensioen • conclusie: indexaties zijn noodzakelijk om tot een adequate pensioenopbouw te komen om dat adequate pensioen te waarborgen, maar niet vanzelfsprekend -> voor indexaties worden geen premies betaald, wordt niet gereserveerd; de indexaties moeten uit beleggingsopbrengsten gefinancierd worden -> zonder beleggingsrisico -> geen rendement -> geen indexatie -> geen adequaat pensioen www.owase.nl
PFO20150416/20150423
42
Risicohouding pensioenfondsbestuur -> zonder beleggingsrisico -> geen rendement -> geen indexatie -> geen adequaat pensioen • het pensioenfondsbestuur is zich terdege bewust van de afweging die voortdurend gemaakt moet worden tussen risico en rendement • door de nieuwe wetgeving en de lage rekenrente is de indexatieverwachting voor de komende jaren in relevante mate afgenomen
• waarschijnlijk kan het pensioenfonds de huidige indexatieambitie van 80%-100% in redelijkheid niet meer handhaven voor de komende jaren • waarschijnlijk zal het pensioenfondsbestuur de indexatieambitie naar beneden bij moeten stellen naar 60%-80% (in overleg met de sociale partners) • het huidige beleggingsbeleid biedt naar het oordeel van het bestuur reeds een goede balans tussen risico en rendement • het bestuur zou het risicoprofiel daarom voorlopig niet willen verlagen • dat betekent wel dat iedereen zich bewust dient te zijn van de risico’s die aan het huidige risicoprofiel verbonden zijn • het bestuur zou alle aanwezigen graag willen uitnodigen om uw eigen risicohouding aan het bestuur
kenbaar te maken door de korte enquête in te vullen die u bij binnenkomst heeft ontvangen www.owase.nl
PFO20150416/20150423
43
Financiële situatie Pensioenfonds OWASE www.owase.nl
PFO20150416/20150423
44
Hoe staat ons fonds er voor? Eind maart 2015 •
vermogen: € 842,1 mln. verplichtingen: € 755,3 mln. dekkingsgraad: 111,5%
•
geen dekkingstekort, wel reservetekort: -
•
nieuw herstelplan opstellen uiterlijk 1 juli 2015 bij DNB indienen
uitvoeringskosten: ca. 0,60% van verplichtingen (gemiddeld t.o.v. andere fondsen) -> waarvan ca. 0,38% kosten vermogensbeheer en ca. 0,22% overige uitvoeringskosten (o.a. de administratiekosten)
•
rendement beleggingen ca. 7,6% per jaar (ruim boven rendement spaarrente)
•
maar verplichtingen ook hard gestegen: daling rente en stijging levensverwachting
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
45
Hoe staat ons fonds er voor? Eind maart 2015 •
indexaties uit beleggingsrendement: strikt voorwaardelijk, geen recht!
•
indexatieachterstand: actieven totaal 2,67%, pensioengerechtigden totaal 3,66% -
•
cumulatief over meerdere jaren
premie: 30% was in 2013 en 2014 niet voldoende (niet kostendekkend) -
nieuwe opbouw 2013 met 0,5%-punt verlaagd van 2,15% naar 1,65% en
-
nieuwe opbouw 2014 met 0,09%-punt verlaagd van 1,84% naar 1,75%
•
streven naar inhalen indexatieachterstand en ongedaan maken opbouwverlaging
•
maar toekomst nog erg onzeker: nieuwe maatregelen zijn niet uit te sluiten
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
46
Financiële situatie ultimo Q1-2015
ultimo 2014
ultimo 2013
Fondsvermogen
842,1
765,6
652,5
Voorziening pensioenverplichtingen
755,3
665,6
560,1
Dekkingsgraad o.b.v. officiële DNB-rekenrente (met correctie)
111,5%
115,1%
116,5%
Dekkingsgraad o.b.v. ongecorrigeerde RTS (markrente)
102,9%
105,1%
114,8%
Beleidsdekkingsgraad (gemiddelde over 12 maanden)
115,7%
116,8%
111,6%
Gemiddelde FTK rekenrente
1,18%
1,84%
2,75%
Dekkingspositie (2015 t.o.v. beleidsdekkingsgraad)
87,2
71,7
68,6
Reservepositie (2015 t.o.v. beleidsdekkingsgraad)
-49,8
-39,8
-11,8
bedragen x € 1000
-
Per 1 januari 2015 werd aan de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers een gedeeltelijke indexatie van 0,34% toegekend
-
Eind maart was er o.b.v. de officiële rente en de beleidsdekkingsgraad sprake een reservetekort.
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
47
Het grote renteprobleem Hoe lager de rente hoe hoger de verplichtingen van het pensioenfonds (maar ook: hoe hoger de waarde van de obligaties van het fonds)
NB. tot 2007 werd een klassieke rekenrente van maximaal 4% gehanteerd; het zal duidelijk zijn dat een berekening o.b.v. een rente van 4% al geruime tijd geen realistisch beeld meer zou geven van de verplichtingen van het fonds
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
48
Financiële situatie PFO 2015 maart Vermogen € 842,1 mln.
Verplichtingen € 755,3 mln.
Hoe lager de rente hoe hoger de verplichtingen van het pensioenfonds; maar welke rente geeft een correct beeld van de verplichtingen?
NB. er wordt met twee verschillende maten gemeten: het vermogen wordt berekend o.b.v. de marktrente (die rente is extreem laag); de verplichtingen worden berekend o.b.v. een door DNB voorgeschreven gecorrigeerde rekenrente (die rente is wat hoger).
‘Verplichtingen’ o.b.v. marktrente € 818,5 mln. www.owase.nl
PFO20150416/20150423
49
Financiële situatie PFO 2015 maart Marktrente ‘dekkingsgraad’ 102,9%
geen tekort
reservetekort
reservetekort
reservetekort
dekkingstekort
Officiële DNBdekkingsgraad 111,5% Beleidsdekkingsgraad (gemiddelde over 12 mnd.) 115,7%
-
Eind februari was er o.b.v. de officiële rente en de beleidsdekkingsgraad sprake een reservetekort (onder de groene lijn)
-
Het pensioenfonds moet uiterlijk vóór 1 juli 2015 een (nieuw) herstelplan indienen bij De Nederlandsche Bank: uiterlijk binnen 12 jaar moet de beleidsdekkingsgraad boven de groene lijn liggen.
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
50
Financiële situatie PFO
Voor de huidige pensioenuitkeringen is in het verleden pensioenpremie betaald; met de huidige pensioenpremies worden de toekomstige pensioenuitkeringen gefinancierd
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
51
Financiële situatie PFO Alleen de actieven betalen momenteel premie; de niet-actieven hebben in het verleden reeds premie betaald. Dat gaat prima zolang de premie vroeger maar correct werd berekend; als mensen bijv. toch ouder blijken te worden dan destijds verwacht, dan klopt de vroegere premieberekening niet meer en ontbreekt er een stukje financiering.
4
2 3 1
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
52
Pensioenpremies •
voor OP en NP/WzP en PVI: premie 30% pensioengrondslag(som) –
•
voor tNP: premie € 15,- per maand –
•
verdeling 7,5% werknemer - 22,5% werkgever
volledig door werknemer
voor AoP: premie gesplitst in –
0,3% over het loondeel tot max-dagloongrens (€ 51,8k per jaar) en
–
1,5% over het loondeel boven de max-dagloongrens
–
volledig door werknemer
•
totale pensioenpremie uitgaven OWASE-breed € 15 mln. per jaar
•
de aanpassing van de pensioenregeling moest binnen bestaande budget van € 15 mln. passen
•
in CAO-verband wordt afgesproken welke loonbestanddelen wel/niet pensioengevend zijn: groter deel loon pensioengevend maken -> hogere premie-uitgaven ondanks handhaven premie 30% (gaat ten koste van koopkracht en van loonruimte)
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
53
Premieruimte •
door de versobering van de pensioenregeling kan - sterk afhankelijk van de rekenrente en van de dempingsperiode die voor de rekenrente wordt gehanteerd - enige ruimte in de
premie ontstaan •
op basis van de uitkomsten van de ALM-studie is bekeken of het wenselijk is om de dempingsperiode te verlengen (moet realistisch zijn: stabieler beeld financiële positie van het fonds)
•
ook bij hanteren dempingsperiode van 120-maanden zal de rekenrente steeds verder dalen: –
bij een daling zal de premieruimte gestaag zal afnemen
–
na een kentering - een stijging van de rente - zal de lage rente-periode nog geruime tijd doorwerken
•
eventuele premieruimte benutten voor: –
reparatie van de verlagingen van de opbouw over 2013 en 2014
–
ophogen voortgezette pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid (PVI) van 70% naar 100%
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
54
Premie-uitkomsten •
ALM-studie
het lagere renteniveau leidt tot beduidend hogere kostendekkende premie (KDP), bij de huidige rentestand loopt de KDP op naar 40%
•
deze niveaus leiden bij huidige beleid onherroepelijk tot vaak en ook relatief hoge mate van korten van opbouwpercentage
•
invoeren van een 120-maands dempingsperiode biedt op korte termijn enige ruimte omdat hogere rentes uit verleden dan langer meewegen
•
maar: een langere dempingsperiode leidt tot lagere premie-inkomsten op kortere termijn, dit beïnvloedt dekkingsgraadontwikkeling en heeft beperkte invloed op toeslagverlening (terug te zien in de pensioenresultaten van actieven en inactieven)
•
als voor actieven vervolgens hogere verwachte pensioenopbouw (bij 120-maands demping) wordt betrokken in nominaal pensioenresultaat, dan resulteert hogere uitkomst (alleen voor actieve en niet voor inactieve deelnemers)
•
koopkrachtverlies voor inactieven naar verwachting 0,5% á 1,0% (op een termijn van 15 jaren)
www.owase.nl
PFO20150416/20150423
55
Premieruimte: 30% vs. KDP
Bij een 120-maands dempingsperiode zal de kostendekkende premie naar verwachting pas in 2017 boven de 30% liggen. Maar rond 2020 ligt de KDP juist hoger bij een 120-maands dempingsperiode, doordat de lage rentestanden van de
PFO-WGP20140912
afgelopen jaren nog mee blijven tellen.
56
Kostendekkende premie
2015
•
bij de huidige maximale feitelijke premie van 30%
•
en bij een dempingssytematiek voor de rekenrente van 12 maanden
•
en uitgaande van de nieuwe pensioenregeling
•
zou in 2015 de gewenste (fiscaal maximale) opbouw van 1,875% niet gefinancierd kunnen worden -> de premie zou dus niet kostendekkend zijn
Bestuursbesluit verlengen dempingsperiode naar 120 maanden •
op basis van de uitkomsten van de ALM-studie
•
overwegende dat de premieruimte in het verleden niet is benut
•
er van uit gaande dat de rente in de toekomst weer zal stijgen
•
en dat de pensioenleeftijd in de toekomst verder verhoogd zal worden
•
heeft het bestuur besloten om de dempingsperiode van de rekenrente voor de kostendekkende premie te verlengen van 12 naar 120 maanden en om de premieruimte die daardoor ontstaat te benutten voor reparatie van de opbouwverlaging in 2013 (en 2014) www.owase.nl
PFO20150416/20150423
57
Vragen of opmerkingen…?
… bedankt voor de aandacht! www.owase.nl
PFO20150416/20150423
58