Overzicht Woord vooraf ................................................................................................. 23 Roger BLANPAIN, Voorzitter Robbie TAS, Secretaris Arbeidsrecht................................................................................................... 25 Herstructureren na het Generatiepact Bruno BLANPAIN, advocaat-vennoot Marx Van Ranst Vermeersch & Partners Europees Recht .............................................................................................. 39 De Europese Richtlijn van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt: Een overzicht Wouter GEKIERE, Juridisch medewerker Europees Parlement Familiaal Vermogensrecht ............................................................................ 61 De vrijstelling van de successierechten op de gezinswoning Ann MAELFAIT, Assistent K.U.Leuven Advocaat Greenille Fiscaal Recht .................................................................................................. 71 De weerslag van recente arresten van het Europees Hof van Justitie op het belgisch belastingrecht Frans VANISTENDAEL, gewoon hoogleraar K.U. Leuven Gerechtelijk Recht, IT................................................................................... 87 Phenix: een toekomst voor de rechterlijke orde Ivan VEROUGSTRAETE, Voorzitter van het Hof van Cassatie Grondwettelijk Recht ...................................................................................111 De belangrijkste evoluties in de rechtspraak van het Arbitragehof sedert de bijzondere wet van 9 maart 2003 André ALEN, Buitengewoon hoogleraar K.U.Leuven en Rechter in het Arbitragehof Evelyne MAES, Assistente K.U.Leuven Willem VERRIJDT, Assistent K.U.Leuven Intellectuele Rechten ................................................................................... 131 Recente ontwikkelingen in het octrooirecht Geertrui VAN OVERWALLE, Deeltijds Hoofddocent K.U.Leuven, K.U.Brussel en Université de Liège Internationaal Privaatrecht ........................................................................ 153 Recente ontwikkelingen Internationaal Privaatrecht Kristof COX, Assistent Instituut voor Internationaal Privaatrecht. Medisch Recht.............................................................................................. 179 De ontwikkelingen in het Medisch Recht in 2006 Herman NYS, Gewoon hoogleraar K.U.Leuven Socialezekerheidsrecht ................................................................................ 197 De vrijwilliger voortaan (ook) sociaal beschermd
5
Dries SIMOENS, gewoon hoogleraar Faculteit Rechtsgeleerdheid K.U.Leuven Vennootschapsrecht ..................................................................................... 221 De nieuwe vereffeningsprocedure – nieuwe ontwikkelingen inzake aansprakelijkheid van bestuurders Koen GEENS, Buitengewoon Hoogleraar K.U. Leuven Advocaat te Brussel (Eubelius) Robbie TAS, Docent K.U. Brussel Advocaat te Leuven (Curia) Zakenrecht ................................................................................................... 249 Zakenrechtelijke nieuwigheden. Iets over mede-eigendom, erfdienstbaarheden, vruchtgebruik, erfpacht en opstal Mathieu MUYLLE, Assistent Instituut voor Goederen- en Aansprakelijkheidsrecht K.U.Leuven, meester in het notariaat Arbeidsrecht................................................................................................. 277 Schijnzelfstandigheid Frank HENDRICKX, docent K.U. Leuven en hoofddocent Uv. Tilburg Gerechtelijk Recht ....................................................................................... 291 Tussen “gelijk hebben” en “gelijk krijgen” Enkele recente ontwikkelingen in het burgerlijk procesrecht Benoit ALLEMEERSCH, Instituut voor Gerechtelijk Recht, K.U. Leuven Paul VAN ORSHOVEN, decaan faculteit Rechtsgeleerdheid K.U. Leuven Kris WAGNER, Instituut voor Gerechtelijk Recht, K.U. Leuven Human Resources ........................................................................................ 321 Georges Anthoon - talent in actie Bart MEULEMANS Iris VAN TILBORGH Internationaal Recht.................................................................................... 327 De Benelux: betekenis voor de rechtspraktizijn Jan WOUTERS, Gewoon hoogleraar, K.U.Leuven; Directeur, Instituut voor Internationaal Recht, K.U.Leuven; Of Counsel, Linklaters De Bandt, Brussel. Maarten VIDAL, Wetenschappelijk medewerker, Instituut voor Internationaal Recht, K.U.Leuven Maatschappelijke filosofie........................................................................... 355 Globalistan Mark EYSKENS, Minister van Staat Mededingingsrecht ...................................................................................... 361 Systematiek en actualia Wouter DEVROE, Hoogleraar rechtsvergelijking en marktrecht en vicedecaan onderzoek, Rechtsfaculteit K.U.Leuven m.m.v. Eva MATTIOLI, Doctorandus K.U.Leuven, onderzoekseenheid economisch recht Medisch Recht.............................................................................................. 407 Kostenbesparende richtlijnen en medische aansprakelijkheid
6
Stefaan CALLENS, professor gezondheidsrecht aan de K.U.Leuven (Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht) en advocaat te Brussel Ilse VOLBRAGT, vrij wetenschappelijk medewerkster aan het Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht (K.U.Leuven) en jurist bij de Vlaamse Overheid - Departement Economie, Wetenschap en Innovatie. Notarieel Recht ............................................................................................ 429 Voor meer genietbare notariële koopakten: Werken met een bijsluiter bij de akte Luc WEYTS, Erenotaris Mechelen Buitengewoon Hoogleraar K.U.Leuven Rechtstheorie en Rechtsfilosofie ................................................................. 437 Het Vel van de Rechter en het Recht van de Filosoof Frank FLEERACKERS, Decaan van de rechtenfaculteit aan de KU Brussel en visiting scholar aan Harvard Law School en MIT, Cambridge, MA. Strafrecht...................................................................................................... 449 Stalking: strafrechtelijke en criminologische aspecten Anne GROENEN, assistent K.U. Leuven Geert VERVAEKE, hoogleraar K.U. Leuven Frank HUTSEBAUT, gewoon hoogleraar K.U. Leuven Verzekeringsrecht ........................................................................................ 467 De tien geboden van de rechtsbijstandsverzekering Hans SMEYERS, advocaat maxius lid van de Gemengde Commissie Rechtsbijstandsverzekering
7
Inhoud Overzicht .......................................................................................................... 5 Woord vooraf ................................................................................................. 23 Roger BLANPAIN en Robbie TAS Herstructureren na het Generatiepact......................................................... 25 Bruno BLANPAIN I. II.
Inleiding................................................................................................. 27 Toepassingsgebied ................................................................................. 28 §1. Werkgevers....................................................................................... 28 §2. De werknemers ................................................................................ 29 §3. Het collectief ontslag ....................................................................... 29 §4. Ratione Temporis ............................................................................. 30 III. De Intentieverklaring Collectief Ontslag............................................... 30 IV. Informatie en Consultatie ...................................................................... 31 V. Het Sociaal Plan .................................................................................... 31 VI. Het Attest van de Regionale Minister .................................................... 33 VII. De Tewerkstellingscel............................................................................ 33 §1. De oprichting, samenstelling en leiding........................................... 33 §2. De overkoepelende tewerkstellingscel ............................................. 34 §3. De taak van de tewerkstellingcel ..................................................... 35 §4. De inschrijving bij de tewerkstellingscel ......................................... 35 VIII.Conclusie ............................................................................................... 36 De Europese Richtlijn van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt: Een overzicht.............................................................. 39 Wouter GEKIERE I. Inleiding................................................................................................. 41 II. Totstandkoming ..................................................................................... 41 III. Overzicht en bespreking van de belangrijkste elementen...................... 43 §1. Werkingssfeer ................................................................................... 43 §2. Administratieve vereenvoudiging..................................................... 47 §3. Vrijheid van vestiging ...................................................................... 47 §4. Vrij verkeer van diensten.................................................................. 50 §5. Verhouding met andere bepalingen van Gemeenschapsrecht .......... 53 §6. Terbeschikkingstelling van werknemers........................................... 54 §7. Rechten van afnemers, kwalitatieve dienstverlening en flankerende maatregelen .................................................................. 55 IV. Besluit.................................................................................................... 57 Bibliografie.................................................................................................... 58 De vrijstelling van de successierechten op de gezinswoning ...................... 61 Ann MAELFAIT I. II.
Inleiding................................................................................................. 63 Voorwaarden voor de vrijstelling........................................................... 63 §1. Genieters van de vrijstelling ............................................................ 64
9
INHOUD
§2. Gezinswoning................................................................................... 64 III. Gevolgen voor de aanrekening van het passief ..................................... 65 IV. Gevolgen voor de aangifte..................................................................... 65 V. Vrijstelling en vermogensplanning? ...................................................... 66 VI. Een aantal kritische bedenkingen .......................................................... 67 Bibliografie.................................................................................................... 69 De weerslag van recente arresten van het Europees Hof van Justitie op het belgisch belastingrecht....................................................................... 71 Frans VANISTENDAEL Inleiding ........................................................................................................ 73 I. Misbruik van fiscale constructies .......................................................... 73 §1. Halifax en misbruik in de BTW ........................................................ 73 §2. Cadbury Schweppes en misbruik in directe belastingen .................. 75 §3. De conclusies uit deze twee arresten................................................ 77 II. Regionalisering van de vennootschapsbelasting.................................... 78 III. Dubbele economische of juridische belasting of interesten en dividenden ............................................................................................. 82 Phenix: een toekomst voor de rechterlijke orde.......................................... 87 Ivan VEROUGSTRAETE I. II.
Portaal voor de rechterlijke macht......................................................... 89 Documentatie......................................................................................... 90 §1. Toegang tot Juridat .......................................................................... 90 §2. Juridische database ......................................................................... 91 §3. Belgiëlex .......................................................................................... 95 III. Phenix zelf ............................................................................................. 96 §1. Doelstellingen .................................................................................. 96 A. Wettelijk kader............................................................................. 96 B. Doelstellingen in concreto ........................................................... 96 C. Doelstellingen van Phenix........................................................... 97 D. Bijkomende doelstellingen .......................................................... 97 §2. Basisprincipes op technisch vlak ..................................................... 98 A. Gecentraliseerd ............................................................................ 98 B. Open standaarden ........................................................................ 99 C. Geharmoniseerd........................................................................... 99 D. Globale architectuur .................................................................. 100 §4. Gecentraliseerde verzending.......................................................... 100 A. Beginsel..................................................................................... 100 B. Dienstverlener inzake communicatie......................................... 100 C. Gerechtelijke elektronische adressen......................................... 101 IV. Elektronisch dossier: concept .............................................................. 102 §1. Basisbeginselen.............................................................................. 102 A. Beginsel van gelijkstelling en aanvaarding; bijzondere plaats van advocatuur ................................................................ 102 B. Behoud van het bestaande recht in de mate van het mogelijke ................................................................................... 103 C. Principiële uniciteit van het dossier........................................... 104 §2. Opening naar derden ..................................................................... 104
10
INHOUD
V.
D. principiële opening, maar geleidelijk ........................................ 104 E. Gebruik van de eid-kaart, authenticatie, toegang trusted third parties................................................................................ 105 F. Hoe ziet de toegang er uit.......................................................... 106 Elektronisch dossier: praktische gevolgen voor het proces in civiele zaken ........................................................................................ 106 §1. Elektronisch dossier: gerechtelijk recht ......................................... 106 A. Rol ............................................................................................. 106 B. Registers .................................................................................... 107 C. Dossier van de rechtspleging..................................................... 107 D. Vonnis........................................................................................ 109 E. Kennisgeving en betekening...................................................... 109 §2. Openstaande problemen en latere evoluties................................... 110
De belangrijkste evoluties in de rechtspraak van het Arbitragehof sedert de bijzondere wet van 9 maart 2003 ............................................... 111 André ALEN, Evelyne MAES en Willem VERRIJDT I. Inleiding............................................................................................... 113 II. De bijzondere wet van 9 maart 2003 ................................................... 113 III. De samenlezing van Titel II van de Grondwet met analoge verdragsbepalingen.............................................................................. 115 IV. De door de Grondwet aan de wetgever voorbehouden aangelegenheden.................................................................................. 117 V. Het strafrechtelijk wettigheidsbeginsel................................................ 118 VI. De standstill-verplichting uit artikel 23 G.W. ...................................... 119 VII. Interpretatieve wetten .......................................................................... 121 VIII.De Antidiscriminatiewet ...................................................................... 124 IX. Addendum: overheidsaansprakelijkheid voor ongrondwettig verklaarde wetgevende normen? ......................................................... 127 Beknopte bibliografie .................................................................................. 128 Recente ontwikkelingen in het octrooirecht .............................................. 131 Geertrui VAN OVERWALLE I.
II.
Recente ontwikkelingen op Belgisch vlak........................................... 133 §1. Octrooieerbaarheid van bio-uitvindingen...................................... 134 §2. Octrooieerbaarheidsvoorwaarden voor bio-uitvindingen.............. 138 §3. Reikwijdte van bio-octrooien ......................................................... 138 §4. Dwanglicenties............................................................................... 139 Recente ontwikkelingen op Europees vlak.......................................... 140 §1. Herziening van het Europees Octrooiverdrag................................ 141 A. Krachtlijnen ............................................................................... 141 Software en bio-octrooien ......................................................... 141 Procedure................................................................................... 141 Vertalingen ................................................................................ 142 B. London Protocol ........................................................................ 142 C. European Patent Litigation Agreement (EPLA) ........................ 143 §2. Voorstel van EU-verordening voor de invoering van een Gemeenschapsoctrooi .................................................................... 144 A. Krachtlijnen ............................................................................... 145
11
INHOUD
Verhouding Gemeenschapsoctrooi en andere octrooistelsels........................................................................ 145 Vertaling .................................................................................... 146 Geschillenbeslechting tussen particulieren................................ 146 Beroep tegen de beslissingen van het Europees Octrooibureau ....................................................................... 147 B. Alternatieven ............................................................................. 147 §3. Verordening van het Europese Parlement en de Raad betreffende de verlening van dwanglicenties ................................. 149 III. Mondiale ontwikkelingen .................................................................... 149 §1. Patent Law Treaty (PLT) en Substantive Patent Law Treaty (SPLT)............................................................................................ 149 §2. Toegang tot geneesmiddelen, biodiversiteit en traditionele kennis, mensenrechten ................................................................... 150 Recente ontwikkelingen Internationaal Privaatrecht............................... 153 Kristof COX I.
12
Europese IPR- verdragen en -verordeningen....................................... 155 §1. EEX-Verdrag .................................................................................. 155 A. Toepassingsgebied - Forum non conveniens ............................. 155 Hof van Justitie C-281/02 (Owusu), 1 maart 2005.................... 155 B. Borg........................................................................................... 155 Hof van Justitie C-265/02 (Frahuil), 5 februari 2004 ................ 155 C. Onderhoudsverplichtingen ........................................................ 156 Hof van Justitie C-433/01 (Freistaat Bayern), 15 januari 2004 ...................................................................................... 156 D. Onrechtmatige daad................................................................... 156 Hof van Justitie C-168/02 (Kronhofer), 10 juni 2004 ............... 156 Hof van Justitie C-18/02 (Danmarks Rederiforening), 5 februari 2004......................................................................... 156 E. Consumentenovereenkomsten ................................................... 157 Hof van Justitie C-464/01 (Gruber), 20 januari 2005................ 157 Hof van Justitie C-27/02 (Engler), 20 januari 2005................... 157 F. Arbeidsovereenkomsten ............................................................ 158 Hof van Justitie C-437/00 (Pugliese), 10 april 2003 ................. 158 G. Verzekeringsovereenkomsten .................................................... 158 Hof van Justitie C-77/04 (GIE Réunion européenne), 26 mei 2005 ............................................................................... 158 Hof van Justitie C-112/03 (Peloux), 12 mei 2005 ..................... 158 H. Vervoersovereenkomsten........................................................... 159 Hof van Justitie C-148/03 (Nürnberger Allgemeine Versicherungs AG) 28 oktober 2004..................................... 159 I. Zakelijke rechten op onroerend goed ........................................ 159 Hof van Justitie C-343/03 (Cez), 18 mei 2006 .......................... 159 J. Aanhangigheid........................................................................... 159 Hof van Justitie C-39/02 (Maersk Olie & Gas), 14 oktober 2004 ...................................................................................... 159 Hof van Justitie C-159/02 (Turner), 27 april 2004 .................... 160
INHOUD
Hof van Justitie C-116/02 (Erich Gasser GmbH), 9 december 2003...................................................................... 160 Hof van Justitie C-111/01 (Gantner Electronic GmbH), 8 mei 2003 ............................................................................... 160 K. Voorlopige en bewarende maatregelen ...................................... 160 Hof van Justitie C-104/03 (St. Paul Dairy), 28 april 2005......... 160 L. Erkenning .................................................................................. 161 Hof van Justitie C-522/03 (Scania Finance), 13 oktober 2005 ...................................................................................... 161 §2. Betekeningsverordening................................................................. 161 Hof van Justitie C-473/04 (Plumex), 9 februari 2006 ............... 161 Hof van Justitie C-443/03 (Leffler) 8 november 2005 .............. 161 §3. EG-Verdrag – Vrijheid van vestiging ............................................. 162 Hof van Justitie C-411/03 (Sevic Systems), 13 december 2005 ...................................................................................... 162 §4. Insolventie-Verordening ................................................................. 162 Hof van Justitie C-1/04 (Staubitz-Schreiber), 17 januari 2006 ...................................................................................... 162 II. Het Wetboek Internationaal Privaatrecht ............................................. 163 §1. Toepassingsgebied ratione temporis .............................................. 163 Rb. Mechelen 12 januari 2006................................................... 163 §2. Meerdere verweerders.................................................................... 163 Voorzitter Kh. Dendermonde 11 mei 2005 ................................ 163 §3. Huwelijk ......................................................................................... 163 Gent 20 april 2006..................................................................... 163 §4. Echtscheiding................................................................................. 164 Rb. Mechelen 12 januari 2006................................................... 164 §5. Afstamming – gezag over minderjarigen ....................................... 164 Rb. Nijvel 25 oktober 2005 ....................................................... 164 Rb. Luik 21 januari 2005........................................................... 165 Jeugdrb. Brussel 29 juni 2005 ................................................... 165 III. Relevante regels................................................................................... 166 Verdrag van Brussel van 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken ....................................................................................... 166 Verordening (EG) Nr. 1348/2000 van de raad van 29 mei 2000 inzake de betekening en de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke of in handelszaken ....................................................................................... 170 Verordening (EG) Nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures ....................................................... 173 Het Wetboek van internationaal privaatrecht............................................... 174 De ontwikkelingen in het Medisch Recht in 2006 ..................................... 179 Herman NYS Inleiding ...................................................................................................... 181 I. Euthanasie ........................................................................................... 181 II. De rechten van de patiënt .................................................................... 181
13
INHOUD
§1. De wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt ............................................................................................ 181 A. Toepassingsgebied..................................................................... 181 B. De vertrouwenspersoon van de patiënt...................................... 182 C. Het inzagerecht in het patiëntendossier via een vertrouwenspersoon................................................................... 183 D. Kosteloos afschrift van het patiëntendossier ............................. 183 E. Het klachtrecht van meerderjarige wilsonkwame patiënten ...... 183 §2. De Ziekenhuiswet ........................................................................... 184 §3. Het Vlaams decreet van 16 juni 2006 betreffende het gezondheidsinformatiesysteem....................................................... 185 A. Korte situering........................................................................... 185 B. Het individueel gezondheidsdossier .......................................... 185 1. Verplichting tot bijhouden van een individueel gezondheidsdossier ............................................................... 185 2. Minimale inhoud................................................................... 186 3. Persoonlijke notities.............................................................. 186 4. Uitwisseling van gegevens onder zorgverstrekkers .............. 187 5. Kennisgeving, inzage en verzet ............................................ 188 III. Medische experimenten op de menselijke persoon ............................. 189 §1. Richtlijn 2005/28/EG inzake goede klinische praktijken ............... 189 §2. De wet betreffende medische experimenten op de menselijke persoon .......................................................................................... 189 A. Het toepassingsgebied ............................................................... 189 B. Commissies voor medische ethiek ............................................ 189 IV. Wegneming van organen ..................................................................... 190 V. De uitoefening van de gezondheidszorgberoepen ............................... 190 §1. De uitoefening van de geneeskunde ............................................... 190 §2. De uitoefening van de artsenijbereidkunde.................................... 191 §3. Uitoefening van het beroep van vroedvrouw.................................. 191 §4. Uitoefening van de verpleegkunde................................................. 192 §5. Uitoefening van de zorgkunde........................................................ 193 VI Varia juridica ....................................................................................... 193 §1. Wijzigingen in de Bloedwet............................................................ 194 §2. Kankerregister ............................................................................... 194 §3. Sectoraal Comité voor de Gezondheidsgegevens........................... 194 §4. Gezondheidsbedreigende situaties ................................................. 194 Geselecteerde bibliografie ........................................................................... 194 De vrijwilliger voortaan (ook) sociaal beschermd..................................... 197 Dries SIMOENS I. II.
Situering .............................................................................................. 199 Toepassingsgebied van de vrijwilligerswet ......................................... 200 §1. Een onbezoldigde en onverplichte activiteit .................................. 200 §2. Een drievoudige “exterioriteitstoets” ............................................ 201 §3. Ingericht zijn door een organisatie ................................................ 202 III. Arbeidsrecht ........................................................................................ 203 §1. Probleemstelling ............................................................................ 203
14
INHOUD
§2. Geen vrijwilligersovereenkomst naar analogie met een arbeidsovereenkomst...................................................................... 203 §3. Vrijwilligerswerk mag op elke vorm van arbeid betrekking hebben............................................................................................ 204 §4. Aansprakelijkheidsregel conform artikel 18 Arbeidsovereenkomstenwet ............................................................ 205 §5. Al dan niet toepassing van beschermende arbeidswetten .............. 207 §6. Organisaties zowel werkend met vrijwilligers als met nietvrijwilligers.................................................................................... 209 IV. Socialezekerheidsrecht ........................................................................ 209 §1. Probleemstelling ............................................................................ 209 §2. Uitkeringsverzekering werknemers (ziekteverzekering)................. 210 §3. Uitkeringsverzekering zelfstandigen (ziekteverzekering)............... 212 §4. Werkloosheid.................................................................................. 212 §5. Brugpensioen ................................................................................. 216 §6. Gewaarborgd inkomen voor bejaarden/inkomensgarantie voor ouderen .................................................................................. 216 §7. Gezinsbijslag.................................................................................. 217 §8. Leefloon ......................................................................................... 218 §9. Eventuele kostenvergoeding: al dan niet RSZ-bijdrageplichtig ..... 219 De nieuwe vereffeningsprocedure – nieuwe ontwikkelingen inzake aansprakelijkheid van bestuurders ............................................................ 221 Koen GEENS en Robbie TAS I.
II.
De nieuwe vereffeningsprocedure (W. 2 juni 2006, B.S. 26 juni 2006).................................................................................................... 223 Inleiding – achtergrond van de nieuwe regeling ................................. 223 §1. Verplichte “bevestiging” van de benoeming van de vereffenaar(s) door de rechtbank van koophandel......................... 226 §2. Verplichte verslaggeving over het verloop en de afsluiting van de vereffening................................................................................. 229 §3. Vereffeningsdossier ........................................................................ 230 §4. Inwerkingtreding en overgangsregeling......................................... 231 Besluit.................................................................................................. 233 Nieuwe ontwikkelingen inzake aansprakelijkheid van bestuurders: aansprakelijkheid bij niet-betaling van bedrijfsvoorheffing, BTW en RSZ-schulden ....................................... 233 Inleiding............................................................................................... 233 §1. Aansprakelijkheid voor onbetaalde bedrijfsvoorheffing en BTW ............................................................................................... 235 A. Ratio legis.................................................................................. 235 B. Toepassingsgebied..................................................................... 236 1. Vennootschappen en grote verenigingen............................... 236 2. Dagelijks bestuurders, bestuurders en feitelijke bestuurders ............................................................................ 237 3. Fout in de zin van artikel 1382 B.W. – wettelijk vermoeden............................................................................. 238 C. Procedure................................................................................... 239 D. Inwerkingtreding ....................................................................... 240
15
INHOUD
§2. Aansprakelijkheid voor niet-betaling sociale zekerheidsbijdragen ....................................................................... 241 A. Aansprakelijkheid voor sociale zekerheidsbijdragen in geval van faillissement .............................................................. 241 1. Algemeen – verruiming bestaande faillissementsaansprakelijkheid ............................................ 241 2. Ratio legis ............................................................................. 243 3. Toepassingsgebied ................................................................ 243 a. Bestuurders van bepaalde vennootschappen .................... 243 b. Toepassingsvoorwaarden.................................................. 244 4. Procedure .............................................................................. 246 5. Inwerkingtreding ....................................................................... 246 B. Communicatieplicht betreffende sociale zekerheidsbijdragen................................................................... 246 Besluit.................................................................................................. 247 Zakenrechtelijke nieuwigheden. Iets over mede-eigendom, erfdienstbaarheden, vruchtgebruik, erfpacht en opstal ........................... 249 Mathieu MUYLLE Inleiding ...................................................................................................... 251 I. Iets over mede-eigendom..................................................................... 251 §1. Probleemstelling ............................................................................ 252 §2. Draagwijdte van de waarborg ....................................................... 253 §3. Bevoegdheid................................................................................... 255 A. Belang........................................................................................ 256 B. Exclusieve bevoegdheid van de vereniging van medeeigenaars.................................................................................... 256 C. Besluit........................................................................................ 259 II. Iets over erfdienstbaarheden ................................................................ 259 §1. Toepassingsvoorwaarden ............................................................... 260 A. Natuurlijk water......................................................................... 260 B. Water, dat door toedoen van mensen afloopt............................. 261 a) Kunstmatig water .................................................................. 261 b) Water dat door menselijk toedoen afvloeit sensu stricto. ...... 262 c) Verzwaring van de erfdienstbaarheid .................................... 264 §2. Conclusie ....................................................................................... 265 III. Iets over vruchtgebruik........................................................................ 266 §1. De uitspraak van het Hof van Cassatie.......................................... 267 §2. Beoordeling van dit arrest.............................................................. 268 A. Er is een strafprocedure ............................................................. 269 B. Er is geen strafprocedure ........................................................... 270 C. Preventieve rol van de notaris ................................................... 272 §3. Draagwijdte van de herstelverplichting......................................... 272 §4. Conclusie ....................................................................................... 273 IV. Iets over erfpacht en opstal.................................................................. 273 §1. Cassatie 30 maart 2006 ................................................................. 274 §2. Cassatie 15 december 2006 ........................................................... 275 V. Besluit.................................................................................................. 276
16
INHOUD
Schijnzelfstandigheid................................................................................... 277 Frank HENDRICKX I. II. III. IV. V.
Inleiding............................................................................................... 279 Gezag in de Cassatierechtspraak ......................................................... 279 De UNIZO-formule ............................................................................. 281 Wetgevende intiatieven Onkelinx en Vandenbroucke ......................... 282 Programmawet 27 december 2006: de regeling van de arbeidsrelaties ...................................................................................... 282 §1. Doelstellingen en beginselen van de regeling arbeidsrelaties ....... 283 §2. De regeling arbeidsrelaties............................................................ 284 A. Principe van de wilsautonomie.................................................. 284 B. Algemene criteria ...................................................................... 285 C. Bijzondere criteria ..................................................................... 286 D. Commissie ter regeling van de arbeidsrelatie............................ 287 1. Normatieve afdeling.............................................................. 288 2. Administratieve afdeling....................................................... 289 E. Inwerkingtreding ....................................................................... 290 Slotbeschouwing ......................................................................................... 290 Tussen “gelijk hebben” en “gelijk krijgen” Enkele recente ontwikkelingen in het burgerlijk procesrecht ........................................... 291 Benoit ALLEMEERSCH, Paul VAN ORSHOVEN EN Kris WAGNER I.
De macht van de rechter ...................................................................... 293 §1. Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden: mogelijkheid of verplichting? .................................................................................. 293 §2. Substitutie van motieven: beperking door “de oorzaak van de vordering”...................................................................................... 294 II. Nietigheden in het burgerlijk procesrecht............................................ 299 §1. Nietigheid, ultimum remedium of standaardsanctie? .................... 299 §2. De rechtspraak: restrictieve toepassing van de verzachtingsregels.......................................................................... 300 §3. Vervolg. Regels van rechterlijke organisatie.................................. 304 III. Hoger beroep ....................................................................................... 308 §1. De bevoegde appelrechter. Hoger beroep tegen commerciële vonnissen van de vrederechter ....................................................... 308 §2. Ontvankelijkheid ratione summae. Samenvoeging van hoofden tegenvorderingen....................................................................... 309 §3. Ontvankelijkheid ratione personae. Belang................................... 311 §4. Ontvankelijkheid ratione personae. Incidenteel hoger beroep ...... 312 §5. Ontvankelijkheid ratione temporis”. Hoger beroep tegen een vonnis “inzake bevoegdheid” ........................................................ 314 §6. Ontvankelijkheid ratione temporis. Incidenteel hoger beroep ....... 318 §7. De devolutieve werking van het hoger beroep ............................... 318
17
INHOUD
Georges Anthoon - talent in actie ............................................................... 321 Bart MEULEMANS, Iris VAN TILBORGH De Benelux: betekenis voor de rechtspraktizijn........................................ 327 Jan WOUTERS, Maarten VIDAL I. II.
III. IV.
V. VI. VII.
Inleiding............................................................................................... 329 De Benelux: welke toekomst voor een grote onbekende? ................... 329 §1. Huidig institutioneel en inhoudelijk kader van de Benelux............ 329 §2. Sleutelen aan de werking van de Benelux Economische Unie ....... 331 §3. Tijd voor een herijking van de bevoegdheden................................ 334 Verhouding van het Benelux-recht met het Europees gemeenschapsrecht .............................................................................. 336 Het juridisch instrumentarium van de Benelux ................................... 338 §1. Besluitvorming en betrokken actoren............................................. 338 §2. Benelux-overeenkomsten................................................................ 339 §3. Benelux-beschikkingen................................................................... 343 §4. Benelux-aanbevelingen .................................................................. 344 §5. Richtlijnen...................................................................................... 344 §6. Normen van de Benelux-Organisatie voor de intellectuele eigendom........................................................................................ 344 §7. De aanbevelingen van het Benelux-Parlement .............................. 345 Enkele juridische knelpunten rond het Benelux-recht ......................... 345 §1. De problematische bekendmaking van de normen......................... 345 §2. De bevoegdheid van het Benelux-Gerechtshof............................... 347 Enkele recente nieuwigheden .............................................................. 350 §1. De Benelux-Organisatie voor Intellectuele Eigendom................... 351 §2. Het Benelux-verdrag inzake politiële samenwerking ..................... 352 Conclusie ............................................................................................. 353
Globalistan ................................................................................................... 355 Mark EYSKENS I. II. III. IV. V. VI.
De verandering van de verandering ..................................................... 357 Gevolgen van de technologsiche vloedgolf ......................................... 357 De paradoxen van de kennismaatschappij ........................................... 358 Kantelende waardeschalen .................................................................. 358 Globalisering en markteconomie......................................................... 359 Uitdagingen ......................................................................................... 359
Systematiek en actualia ............................................................................... 361 Wouter DEVROE, m.m.v. Eva MATTIOLI I.
18
Restrictieve praktijken......................................................................... 363 §1. Algemeen........................................................................................ 363 A. Verdragstekst en systematiek..................................................... 363 B. Toepassingsvoorwaarden........................................................... 363 C. Voorbeelden van verboden kartels............................................. 365 §2. De “modernisering” in werking .................................................... 366 A. Context, belang.......................................................................... 366 B. Rechtstreeks toepasselijke uitzondering, afschaffing van notificaties ................................................................................. 367
INHOUD
II.
III.
IV.
V. VI.
VII.
C. Samenwerking tussen mededingingsautoriteiten....................... 369 D. Samenwerking met en tussen rechters....................................... 370 E. Andere wijzigingen ................................................................... 371 §3. Publieke afdwinging, clementie ..................................................... 371 A. Publieke afdwinging.................................................................. 372 B. Clementie .................................................................................. 373 §4. Private afdwinging: Groenboek over schadevorderingen wegens schending van de communautaire antitrustregels ............. 374 §5. Arresten.......................................................................................... 376 Misbruik van machtspositie................................................................. 377 §1. Algemeen........................................................................................ 377 A. Verdragstekst en systematiek..................................................... 377 B. Toepassingsvoorwaarden........................................................... 377 C. Voorbeelden van verboden misbruik ......................................... 379 §2. “Discussion paper” over de herziening van artikel 82.................. 379 §3. Toepassing: Microsoft .................................................................... 380 Concentratiecontrole............................................................................ 383 §1. Algemeen........................................................................................ 383 A. Historiek .................................................................................... 383 B. Het begrip “concentratie” .......................................................... 383 C. Het begrip “concentratie van communautaire dimensie” .......... 384 D. Criteria voor toetsing................................................................. 384 E. Procedure................................................................................... 385 §2. Hervorming van concentratiecontrole ........................................... 385 A. Context ...................................................................................... 385 B. Wat is gebleven?........................................................................ 386 C. Wat is veranderd? ...................................................................... 386 D. Eerste toepassingen ................................................................... 388 §3. Richtsnoeren voor de beoordeling van horizontale fusies. Efficiëntieverweer (“efficiency defense”) ...................................... 388 §4. Arresten.......................................................................................... 389 Staatssteun ........................................................................................... 391 §1. Algemeen........................................................................................ 391 A. Verdragstekst en systematiek..................................................... 391 B. Toepassingsvoorwaarden........................................................... 392 C. Uitzonderingen op het verbod ................................................... 394 D. Procedure................................................................................... 394 §2. Hervorming.................................................................................... 394 §3. Toerekenbaarheid van steun aan een Lid-Staat.............................. 395 §4. Steun aan diensten van algemeen belang....................................... 396 §5. Arrest ............................................................................................. 397 Publieke ondernemingen en diensten van algemeen belang................ 398 §1. Algemeen........................................................................................ 398 §2. Framework directive? .................................................................... 400 Enkele sectoren die bijzonder in de belangstelling staan..................... 401 §1. Vrije beroepen ................................................................................ 401 §2. Financiële diensten ........................................................................ 402 §3. Energie........................................................................................... 403 Voor wie meer wil weten ..................................................................... 405
19
INHOUD
Kostenbesparende richtlijnen en medische aansprakelijkheid................ 407 Stefaan CALLENS en Ilse VOLBRAGT I.
Klassieke richtlijnen voor kwaliteitsvolle zorg.................................... 409 §1. Inleiding......................................................................................... 409 §2. Definitie van richtlijnen voor kwaliteitsvolle zorg of zorgrichtlijnen................................................................................ 410 §3. Afbakening van zorgrichtlijnen ten aanzien van andere normen ........................................................................................... 411 II. Kostenbesparende richtlijnen en de kwaliteit van zorg: context en probleemstelling .................................................................................. 414 III. Het gebruik van kostenbesparende richtlijnen in België ..................... 415 §1. Expliciete opname in bindende wetgeving ..................................... 416 §2. Verwijzing naar nog op te stellen richtlijnen en aanbevelingen .... 418 §3. Contractuele afspraken.................................................................. 420 IV. Juridisch statuut van de kostenbesparende richtlijnen ......................... 420 §1. Kostenbesparende richtlijnen en de zorgvuldigheidsnorm............. 420 §2. Economische overwegingen en hun impact op de zorgvuldigheidsnorm...................................................................... 422 A. Nieuwe en dure behandelingen ................................................. 422 B. Economische situatie van de patiënt.......................................... 422 C. Kostenefficiënt handelen ........................................................... 423 §3. Kostenbesparende richtlijnen en de informatieplicht..................... 423 V. Aanbevelingen voor het gebruik van kostenbesparende richtlijnen .... 424 Voor meer genietbare notariële koopakten: Werken met een bijsluiter bij de akte..................................................................................... 429 Luc WEYTS Het Vel van de Rechter en het Recht van de Filosoof ............................... 437 Frank FLEERACKERS Stalking: strafrechtelijke en criminologische aspecten............................. 449 Anne GROENEN, Geert VERVAEKE en Frank HUTSEBAUT Inleiding ...................................................................................................... 451 I. Strafrechtelijke aspecten...................................................................... 451 §1. Een nieuwe wet: geen toeval.......................................................... 451 §2. Op zoek naar een juridische begripsinvulling ............................... 452 §3. De Belgische belagingswet onder de loep ..................................... 453 II.. Gedragswetenschappelijke aspecten.................................................... 456 §1. Op zoek naar een gedragswetenschappelijke definitie van stalking........................................................................................... 456 §2. Verhoogd risico op stalking en typische stalkinggedragingen ....... 457 §3. Verhoogd risico op geweld............................................................. 458 §4. Voorspellers van geweld bij de onvoorspelbare stalker ................. 459 §5. Belgisch onderzoek naar risicofactoren van fysiek geweld bij stalking........................................................................................... 460 Besluit.......................................................................................................... 462 Bibliografie.................................................................................................. 463
20
INHOUD
De tien geboden van de rechtsbijstandsverzekering ................................. 467 Hans SMEYERS I. Bovenal is ’t contract je god ................................................................ 470 II. Met eigen beheer wordt niet gespot..................................................... 472 III. In één richting alle neuzen................................................................... 473 IV. Heilig is de vrije keuze ........................................................................ 474 V. Objectiviteit is aan de orde .................................................................. 476 VI. Laat het gerecht geen goktent worden ................................................. 478 VII. Met communicatie kom je ver ............................................................. 479 VIII.En anders is er de G.C.R. ..................................................................... 481 IX. De R.B.V. is geen “geldmachien”........................................................ 483 X. De R.B.V. is win-win-win ................................................................... 486 Beknopte bibliografie. ................................................................................. 486
21