Overwegingen van de Commissie Cultuur Totaal Eindhoven Eindadvies 15 juli 2010 inzake kunst- en cultuurbeleid Eindhoven
Inhoudsopgave - Considerance
3
- Eindhoven
6
- De waarde van kunst en cultuur
8
- Overwegingen van de commissie inzake cultuurbeleid
10
- Aandachtpunten van de commissie
15
- Vastgoed
15
- Samenwerking
16
- Bedrijfsvoering
17
- Nieuwe generaties
17
- Positionering/aanbod
18
- Citymarketing en cultuurbeleid
19
- Subsidiesystematiek en beoordelingskader
20
- Samenvatting
22
- Bijlage: Leeswijzer Scan van het culturele veld van de gemeente Eindhoven
25
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
2
Considerance De Stad Eindhoven Eindhoven is de vijfde stad van het land. Bij die status, het industriële karakter, Brainport en de herinrichting van de binnenstad, hoort een expliciet geformuleerd kunst- en cultuurbeleid. Een heldere subsidiesystematiek draagt daaraan bij, met een adviesorgaan dat het College en de Gemeenteraad adviseert over beleid en uitvoering. Cultuur Totaal Cultuur Totaal is het cultuurbeleid van de gemeente Eindhoven dat in 2008 door de Raad is vastgesteld. Kunst en cultuur dienen in Cultuur Totaal een verbinding aan te gaan met het sociale, economische en ruimtelijke domein. Cultuur Totaal stimuleert de bijdrage van cultuur aan de toppositie van de stad, biedt ruimte aan talent en brengt brede groepen in de samenleving in aanraking met kunst en cultuur. Commissie Cultuur Totaal In september 2009 is de externe adviescommissie Commissie Cultuur Totaal benoemd door het College met een tweeledige opdracht, in twee fasen uit te voeren: 1.
De subsidieaanvragen 2010 van de zelfstandige kunstinstellingen (ingediend voor 1 oktober 2009) te beoordelen en te voorzien van een advies. Eind oktober 2009 is dat advies aan het College is aangeboden.
2.
Een advies te geven over het veld van de kunstinstellingen, voorzien van een scan van cultuur in Eindhoven. De overwegingen staan in het licht van de toekomst van cultuur in Eindhoven. Op 15 juli 2010 is dit eindadvies aan het College aangeboden.
Samenstelling Commissie Cultuur Totaal Voorzitter: Jan Post Leden: Annet Dekker, Fianne Konings, Ted Langenbach, Claudia Linders, Macha Roesink, Arnold Smeulders, Jacques van Veen en Paul Zeegers Scan Ter onderbouwing en uitwerking van de toekomstvisie heeft de commissie een scan laten maken van het cultuuraanbod in Eindhoven. Daarvoor is een selectie gemaakt van onderwerpen en gegevens die aansluit bij de onderwerpen die de commissie in haar visie bijzondere aandacht geeft. Medewerkers van de gemeente, afdeling Kunst en Cultuur hebben op aanwijzing van de commissie gegevens verzameld en grafisch bureau Edhv heeft de data gevisualiseerd. De scan is online beschikbaar. CultureEindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
3
le instellingen en andere betrokkenen in Eindhoven worden door de gemeente in de gelegenheid gesteld de scan aan te vullen en in de toekomst blijvend te actualiseren. Werkwijze In de eerste fase, in september en oktober 2009, heeft de commissie zich met een aantal werkbezoeken en gesprekken met de wethouder, raadsleden en andere betrokkenen georiënteerd op het culturele aanbod en het beleid van de gemeente Eindhoven. De commissie heeft vervolgens een aantal instellingen kunnen bezoeken. Alle 61 instellingen die een aanvraag hebben ingediend zijn in oktober 2009 uitgenodigd voor een gesprek. In de tweede fase zijn op 28 en 29 april en op 9 juli 2010 opnieuw gesprekken gevoerd met de culturele instellingen en actieve personen uit het kunst- en cultuurnetwerk in Eindhoven, waarbij ook vertegenwoordigers uit de amateursector aanwezig waren. De gesprekken waren levendig, constructief en informatief, en hebben een belangrijke rol gespeeld in de nadere uitwerking en op de visie van de commissie. Disciplines De kunst- en cultuurinstellingen zijn ingedeeld volgens de disciplines die de gemeente Eindhoven binnen Cultuur Totaal hanteert. De commissie heeft die indeling in haar advies grotendeels overgenomen. De aparte categorie Festivals is in dit verband vervallen. Festivals zijn meegenomen bij verschillende disciplines. ‘Audiovisueel en Nieuwe Media’ is ondergebracht bij Nieuwe Media. De commissie werkt met de volgende disciplines: -
Muziek
-
Beeldende kunst
-
Design
-
Urban
-
Theater
-
Nieuwe Media
-
Literatuur
-
Cultuureducatie
-
Cultuurhistorie
-
Overig
Het gemeentebestuur heeft beeldende kunst, muziek, design en urbanactiviteiten als speerpunten van het cultuurbeleid aangewezen. Dat neemt niet weg dat de andere disciplines ook van groot belang zijn voor een actief en gevarieerd cultuurleven in de stad. De commissie heeft, met de onderverdeling van de gemeente in gedachten, naar het gehele culturele veld gekeken en wil een aantal zaken als aandachtspunten duiden.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
4
Aandachtspunten De commissie heeft zich in de eerste fase van haar onderzoek (oktober 2009) gericht op de gemeentelijke subsidieaanvragen van kunstinstellingen. Uit die aanvragen is een aantal aandachtspunten gekozen: de rol van vastgoed in de sector, samenwerking tussen de instellingen, bedrijfsvoering van de instellingen, de gemengde herkomst van subsidies, citymarketing in relatie tot cultuurbeleid, hoe het culturele veld omgaat met nieuwe generaties, de positionering van de instellingen en het lokale, regionale, landelijke en internationale aanbod. Op die onderwerpen wordt in dit eindadvies de nadruk gelegd. Subsidieaanvragen van amateurkunst zijn in oktober 2009 niet door de commissie beoordeeld. De aanvragen en beoordeling hebben in mei 2009 ambtelijk plaatsgevonden. De commissie richt zich in de eerste plaats op de professionele kunst- en cultuursector. De commissie acht de amateursector echter wel van wezenlijk belang in het cultuurbeleid. De participatie van de bevolking in de amateurkunst is groot in Eindhoven. De commissie heeft zich, zoals bij de advisering over de subsidieaanvragen 2010 van de professionele kunstinstellingen in oktober 2009, helaas niet kunnen verdiepen in de kwaliteit van de amateursector. Zonder de pretentie te hebben een volledig beeld te schetsen van de amateurkunst in Eindhoven heeft de commissie deze sector in zijn overwegingen meegenomen, met name waar het gaat over de verbinding tussen amateurs en de professionele sector. Verder besteedt de commissie expliciet aandacht aan de subsidiesystematiek en het bijbehorende beoordelingskader. De Commissie Cultuur Totaal bedankt de gesprekspartners bij de bijeenkomsten van 28 en 29 april, en 9 juli 2010, de sector Kunst, Cultuur & Design en Taco de Neef.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
5
Eindhoven Halverwege de 19e eeuw kende Eindhoven een overwegend rooms-katholieke bevolking. Met de industrialisatie en het aantrekken van arbeidskrachten uit andere delen van het land groeide de diversiteit aan religies. Het socialisme kwam op en kreeg ook in de katholieke kerk meer aandacht. Deze ontwikkelingen leidden in de stad tot kerkelijke en seculiere bouwprojecten, een grote variëteit aan maatschappelijke activiteiten en een bloeiend verenigingsleven. De doorgaande industriële groei zorgde voor een verdere aanwas van arbeiders. Er ontstonden textielfabrieken, tabaksverwerking, luciferfabricage, leerverwerking en andere productiefaciliteiten in Eindhoven. In deze context begon in 1891 de gloeilampenfabriek Philips. In 1920 werd de huidige gemeente Eindhoven gevormd uit een samengaan van de stad (het huidige centrum) met omliggende kerkdorpen. In 1932 werd Van Doorne’s Aanhangwagenfabriek (DAF) opgericht. De aanwezigheid van goedkope arbeidskrachten en huisnijverheid in Eindhoven zorgden voor een stimulans van die industriële ontwikkeling. Na de Tweede Wereldoorlog werd Philips een wereldconcern op het gebied van consumentenelektronica en vormde het met de lokale toeleveranciers een sterk industrieel productiecomplex in de stad en de regio. Ondanks het verdwijnen van grote delen van de productie naar lage lonenlanden en het verhuizen van Philips’ hoofdvestiging naar Amsterdam blijft Eindhoven fungeren als het centrum van technologie in het Zuidoosten van Nederland. Technologische ontwikkeling en onderzoek zijn in Eindhoven gebleven en breiden zich gestaag uit. Brainport, een samenwerkingsverband tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de regio, en de labs van met name Philips, TNO en TU Eindhoven hebben bijgedragen aan Eindhoven als een belangrijke plek voor technologische innovatie. Met de herinrichting van de binnenstad en de renovatie en het hergebruik van de voormalige fabrieksgebouwen van Philips heeft Eindhoven kansen in handen om zich verder te ontwikkelen als aantrekkelijke stad om te wonen en te werken, en te participeren in een rijk cultureel leven. Dat zet Eindhoven in de regio, landelijk en internationaal op de kaart, trekt kunstenaars en bezoekers aan en creëert een gunstig vestigingsklimaat voor bedrijven en instellingen. Veel kunstinstellingen in de stad zijn in de eerste plaats van belang voor de bewoners van Eindhoven en de regio. Op een aantal fronten heeft de sector landelijk en zelfs internationaal aanzien. Het Van Abbemuseum, MU, het Muziekgebouw Frits Philips, de Dutch Design Week en Area 51 zijn voorbeelden van in het oog springende fenomenen die met een internationale programmering bijdragen aan een (inter)nationaal imago.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
6
Naast de professionele kunstinstellingen zijn er veel amateurkunstorganisaties en -activiteiten die voor een belangrijk deel voortkomen uit het verenigingsleven rond de voormalige fabrieken, de wijken buurtcentra, de verschillende religies en de politiek. Er is een rijk palet van lager onderwijs, middelbaar (beroeps)onderwijs, hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs gehuisvest in de stad,. Eindhoven, als vijfde stad en de tweede economische regio van het land, besteedt in absolute en relatieve zin per hoofd van de bevolking een laag bedrag aan kunst en cultuur vergeleken met de andere grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Eindhoven heeft een ruim en gevarieerd aanbod aan onderwijs, bedrijfsleven en cultuur. Eindhoven dient dat aanbod maximaal te benutten om haar positie in de regio en landelijk verder te versterken. Dat vraagt ook op het gebied van cultuur om visie, financiële ondersteuning, focus en daadkracht.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
7
De waarde van kunst en cultuur Kunst en cultuur zijn belangrijk Kunst en cultuur zijn belangrijk, in elke tijd en in elke samenleving. Cultuur geeft richting aan een stad en geeft identiteit aan haar inwoners. Eindhovenaren, jong en oud, zijn trots op bijvoorbeeld het Van Abbemuseum, Area51, de Dutch Design Week en verschillende smaakmakende personen uit het culturele netwerk van Eindhoven. Een stad waarin kunst en cultuur door het bestuur en inwoners wordt gekoesterd is aantrekkelijk om in te wonen en te werken. Hoezeer de ontwikkeling van Eindhoven ook is bepaald door de industrie, een concentratie op alleen het economische belang voor een stad is uiteindelijk niet goed voor het vestigingsklimaat en de sfeer in de stad. Voor design bijvoorbeeld, dat zich bevindt op het scheidsvlak van kunst en commercie, is inhoudelijke ontwikkeling los van commerciële overwegingen op korte termijn van groot belang voor de kwaliteit op lange termijn. En die kwaliteit is weer van belang voor de economie van straks. Kunst broeit Kunst volgt geen vooraf gestructureerde paden, maar komt op onvoorziene wijze en door de inzet van individuen tot stand. In die zin is kunst niet maakbaar, in ieder geval niet tot op het niveau van de individuele maker die uiteindelijk zelf zijn autonome werk maakt. Dat betekent niet dat er geen beleid kan worden gevoerd om autonome kunst te stimuleren. Broedplaatsen (met inbegrip van urban en design) spelen in de ontwikkeling van nieuw talent een essentiële rol. Voor Eindhoven ligt er een kans als artistieke labstad. Er is ruim voldoende betaalbare woon- en werkruimte voor kunstenaars, mits die ruimte daarvoor wordt bestemd en betaalbaar wordt gemaakt. Goedkope ruimte heeft een blijvend aantrekkelijke waarde, zoals dat bijvoorbeeld in Berlijn van grote waarde is gebleken. De aanwezigheid van talent in de beeldende kunst, design en muziek is in algemene zin van cruciaal belang voor de toekomst van Eindhoven. Artistiek talent is daar wezenlijk onderdeel van. Cultuurinstellingen kunnen daaraan bijdragen door artistiek talent te ondersteunen en aan te trekken. Kunst overschrijdt Goede kunst overschrijdt grenzen. Kunst bevraagt de heersende orde. Vaak doet de autonome kunst dat als eerste. Ook de verbinding tussen maatschappelijke sectoren wordt in de kunst goed en op constructieve wijze geëxploreerd. Innovatie is een essentiële component van kunst, op alle terreinen, inclusief de grensoverschrijdende innovatie van communicatiemogelijkheden via nieuwe kanalen en platforms, internet, sociale media, nieuwe producten, etc. Waar nieuwe mogelijkheden door het bedrijfsleven vaak voortvarend worden opgepakt, blijven veel culturele instellingen in Eindhoven achter in de innovatie van hun organisatie en activiteiten, publieksbereik en -participatie. Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
8
Kunst & technologische innovatie Nieuwe media zijn een nieuwe stroming die aansluit bij de oude culturele wortels van Eindhoven. Zij doorbreken de grens tussen techniekontwikkeling en kunst, wat past bij Eindhoven. Nieuwe media kijken uit boven de grenzen van disciplines en sectoren; een unieke positie om ontwikkelingen te signaleren. Nieuwe media hebben een technologische en culturele kant die bijdragen aan het proces van innovatie van de cultuursector en van de verschillende lagen in de maatschappij in het algemeen. Digitalisering heeft geleid tot een informatiesamenleving waarin een nieuwe manier van denken en handelen zich voordoet. Dit geeft inzicht in de snelle ontwikkelingen die onze maatschappij doormaken. De nieuwe media zijn tot alle kunstdisciplines doorgedrongen en hebben geleid tot nieuwe samenwerkingsverbanden en uitdagingen, met name op het gebied van communicatie, verkoop en marketing. De transformatie naar een digitale maatschappij is op het niveau van digitaliseren van oude en traditionele media doorgedrongen, maar in een veranderende context is daar nog een wereld te winnen met aandacht voor continuïteit, reflectie, contextualisering en zin- en betekenisgeving. Samenvattend De commissie neemt in dit rapport het grensoverschrijdende karakter van kunst als uitgangspunt. In het volgende hoofdstuk worden aandachtspunten benoemd, die soms sectorspecifiek zijn, maar over het algemeen het hele kunst- en cultuurveld (en aangrenzende domeinen) bestrijken. Dat sluit aan bij de gedachte van Cultuur Totaal, dat kunst en cultuur niet als geïsoleerd gebied beschouwt, maar als iets dat als vanzelfsprekend integreert in alle maatschappelijke ontwikkelingen, samenwerkingsverbanden aangaat binnen en buiten de kunst en haar betekenis op zoveel mogelijk manieren laat gelden.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
9
Overwegingen van de commissie inzake cultuurbeleid Goed cultuurbeleid is geworteld Eindhoven is een stad in ontwikkeling, is een stad die transformeert. Om de ambities van de stad kracht bij te zetten is een cultuurbeleid van niveau nodig. Kunst en cultuur dienen een verbinding aan te gaan met belangrijke thema’s uit het sociale, economische en ruimtelijke domein. Cultuur Totaal stimuleert bijdragen van kunst en cultuur aan de toppositie van de stad, biedt ruimte aan talent en bevordert de deelname aan kunst en cultuur van brede groepen in de samenleving. Er zijn artistieke ontwikkelingen in Eindhoven die intrinsiek zijn aan de lokale cultuur. De uitvoering van muziek ligt bijvoorbeeld al jaren in Brabant besloten. Een goed beleid in de kunsten sluit aan bij die wortels, want dan is de kans op bloei het grootst. Naast muziekbeoefening zijn de keuze voor design, beeldende kunst, urban en ‘labstad Eindhoven’ goed gekozen grondslagen van het cultuurbeleid. De commissie onderschrijft deze keuze. Een belangrijk en onvervreemdbaar element van Eindhoven is de reputatie ‘lichtstad’. Voor de lichtstad is niet het verleden het belangrijkst, maar een visionaire toekomst. Wanneer Eindhoven het imago van lichtstad voert als baken van herkenning moeten de iconen daarvan op straat zichtbaar zijn en niet alleen in het museum of op internet. Zoals Rotterdam de Erasmusbrug heeft en Amsterdam de Dam, zo kan Eindhoven het imago van lichtstad versterken. Voorwaarden zijn een radicaal innovatieve aanpak en een grootschalig publiek. Wil de stad de ambitie waarmaken om de lichtstad van Nederland en zelfs internationaal te zijn, dan moet een verbinding worden gelegd tussen citymarketing en het cultuurbeleid. Zonder een sterke inhoudelijke basis zal dit onderdeel van de citymarketing op de lange termijn minder succesvol zijn. Het belang van keuzes Een van de kenmerken van een gezond cultuurklimaat is dat er grotere culturele ambities zijn dan het beschikbare budget. Individuele instellingen moeten in het kader van overheidsfinanciering hun eigen visie en het algemeen belang van kunst en cultuur in Eindhoven met elkaar in harmonie brengen. Gevestigd en nieuw, groot en klein, alle dragen bij aan de cultuur van de stad. Als Eindhoven zijn ambities op het gebied van kunst en cultuur duidelijk omschrijft en uitdraagt, dan kan de sector zijn ambities toetsen aan het beleid van de stad als geheel. Nieuwe organisaties zijn logischerwijze gericht op nieuwe activiteiten. Maar ook van geïnstitutionaliseerde organisaties is het redelijk te verwachten dat ze oog hebben voor veranderende omstandigheden, een heldere afweging maken in de activiteiten die zij uitvoeren en soms bepaalde activiteiten staken. Het is goed minder relevante activiteiten terug te snoeien om ruimte te creëren voor andere. Als dit geschiedt in een werkelijke toetsing aan de duidelijke ambities van de stad dan is het ook be-
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
10
grijpelijk en acceptabel dat er in voorkomende situaties gesnoeid wordt. De commissie wil voor dit aspect aandacht vragen. De commissie ziet bij culturele organisaties weinig zelfreflectie. In deze tijd van slinkende budgetten en een kritische kijk op subsidies is dat juist van belang, voor de instelling zelf en voor de financiers. Wat heeft een instelling in het recente verleden gepresteerd? Passen de activiteiten nog voldoende in de behoefte van de stad? Is de kunstinstelling voldoende alert op de veranderende omstandigheden? Op welke wijze is men omgegaan met kansen en bedreigingen? In hoeverre is de organisatie op basis van de behaalde resultaten naar verwachting in staat om subsidiegelden te bestendigen of extra gelden aan te trekken? De commissie vindt het redelijk dat aan de instellingen van Eindhoven gevraagd wordt zich zakelijk en inhoudelijk duidelijk te positioneren. En verwacht mag worden dat de instellingen aangeven waar zij nu staan ten opzichte van hun verleden en vergelijkbare instellingen en samenwerkingspartners. Eindhoven heeft naar het oordeel van de commissie een kleine groep topinstellingen, vooral op het gebied van presentatie en minder op het gebied van productie. Zij constateert ook dat de basis van de culturele sector breed is, wat van belang is voor de voeding van de sector. Veel nieuwe ontwikkelingen komen uit die basis voort en dat is ook het segment waar samenwerking met andere, bijvoorbeeld sociale, domeinen goed zichtbaar is. Een stevig middenveld, van bijvoorbeeld eigen ensembles, gezelschappen, etc. met een landelijke uitstraling, ontbreekt in Eindhoven. De verbinding tussen de top en de basis vraagt daarom extra aandacht. Het subsidiebeleid van de gemeente gericht op het middenveld kan impulsen te geven en de kwaliteit van deze instellingen te belonen op grond van hun niveau en minder op bezoekersaantallen. ‘Breedte’ kan worden opgevat als het palet van onderdelen van cultuur die in een ambitieuze stad met een groot verzorgingsgebied niet mogen ontbreken. De impact van een breed en divers aanbod is niet te onderschatten. De aanwezigheid van vele disciplines creëert een voedingsbodem voor de ontwikkeling van het bestaande en het ontstaan van nieuwe initiatieven. Eindhoven dient zich in de totale breedte te positioneren en tevens goed te letten op de infrastructuur die nodig is om de cultuur goed te laten gedijen. Daarbij moet niet alleen worden gekeken naar de ontwikkeling van het al aanwezige talent, maar ook worden ingezet op het aantrekken en behouden van talent van buiten de stad. Je blijft nu eenmaal langer op een plek als je geïnspireerd wordt. Verder heeft de stad zoveel ruimte door de herbestemming en renovatie van oude fabrieksterreinen, dat het absorptievermogen van de stad voor nieuwe initiatieven groot is. De keuze voor concentratie of voor spreiding is een belangrijke. Het is een gegeven dat de artistieke top zich geografisch concentreert. Echter, dat talent en breedte zich op dezelfde plaats vestigen als de top is nergens in de wereld vanzelfsprekend. Talent in ontwikkeling gedijt daar waar er goede en goedkope faciliteiten aanwezig zijn. Strijp-S, Strijp-R en Strijp-T voldoen aan dat criterium. Die plekken kunnen vanuit talent en breedte uitgroeien tot het middenveld en vervolgens tot de top van de
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
11
toekomst. Een heldere visie over spreiding dan wel concentratie van culturele voorzieningen kan bijdragen aan een verankering van Cultuur Totaal in de geografie van de stad Eindhoven. Overigens geldt dat elke instelling aan de basis samenwerking zoekt met de eigen, specifieke achterban en dus incidenteel of met een zekere regelmaat een relatie onderhoudt met een of meer wijken. Tegelijkertijd kan worden geconstateerd dat de keuze voor locaties door culturele instellingen ook een autonome kant heeft en niet geheel kan worden gestuurd. De gemeente en de gemeenteraad moeten faciliteren en niet inhoudelijk bepalen wat er in de sector moet gebeuren. Dat houdt ook in – meer dan in de huidige praktijk – dat de gemeenteraad bij elk besluit toetst wat de blijvende faciliterende waarde van het besluit is. De aansturing van de culturele sector heeft in de loop van de tijd een autonoom karakter gekregen. De gemeente heeft een aanzienlijk, maar niet al te hoog budget voor de kunst dat door velen wordt ervaren als vanzelfsprekend. Er zijn voor de financiering van cultuur procedures ontstaan die de neiging hebben zaken te laten voor wat ze zijn. Bovendien is ambtenarenapparaat weinig ruimte gegeven om veranderingen door te voeren; de speelsheid en scherpte is ergens verloren gegaan. Eindhoven doet er goed aan dat weer te herstellen. Niet alleen de overheid, maar ook de instellingen handelen in hoge mate voorspelbaar. Samenhang in geldstromen Sommige geldstromen voor cultuursubsidie lopen buiten Cultuur Totaal om. Het is de commissie opgevallen dat er verschillende geldbronnen zijn binnen de gemeente. Design heeft bijvoorbeeld eigen middelen maar zat tot 2009 ook voor een deel in het cultuur budget (DDW). De commissie is van mening dat skating vanuit Sport gesubsidieerd zou moeten worden en theater met daklozen vanuit Welzijn. De commissie ondersteunt het baanbrekende werk dat de gemeente Eindhoven doet voor de vorming van een totaalvisie op cultuur van harte. Juist voor een stad als Eindhoven kan een totaalvisie goed uitpakken. De totaalvisie wint aan samenhang en kracht als ook binnen de andere domeinen Cultuur Totaal een eigen hoofdstuk krijgt. Aansluiting bij de bevolking Cultuur Totaal moet bewerkstelligen dat de cultuur van Eindhoven aansluiting vindt bij verschillende groepen in de samenleving. De Eindhovense bevolking is zeer divers in opleiding, achtergrond, culturele betrokkenheid en leeftijd. Cultuur draagt bij aan de samenhang in de stad en beoogt dat Eindhovenaren het culturele profiel van de stad herkennen en erkennen. Diversiteit van het publiek is en blijft een belangrijk onderwerp. Dat element moet in elk nieuw beleid in stand worden gehouden. Participatie van jongeren is een noodzakelijk streven en tegelijk biedt de vergrijzing nieuwe mogelijkheden. Daar moeten instellingen op inspelen.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
12
Geschiedenis speelt in elke stad van betekenis een rol. Zo ook in Eindhoven, met een rijk historisch industrieel erfgoed. De stad dient in te spelen op de gevoelens die er onder de bevolking leven en levend gehouden worden. Het culturele erfgoed op de juiste wijze koesteren is essentieel. Cultuureducatie is een belangrijk instrument voor het betrekken van de inwoners van Eindhoven bij cultuur. Cultuur en onderwijs streven een gezamenlijke taal na die de deelnemers en de ontwikkeling van zijn of haar individuele en collectieve culturele zelfbewustzijn centraal stelt. Het onderwijs heeft een ruim educatief aanbod waaruit zij kan kiezen, maar het vervoer van scholieren blijft in veel gevallen moeilijk te financieren. Bij de selectie van het educatieve aanbod kan het onderwijs zich laten adviseren door Cultuurstation en de afzonderlijke topinstellingen als bijvoorbeeld het Van Abbemuseum en MU. De commissie signaleert daarnaast dat het wenselijk is om aansluiting te creëren met de amateurkunst en cultuureducatie. In dit verband maakt de commissie ook melding van de Code Culturele Diversiteit, die op initiatief van het ministerie van OCW wordt ontwikkeld en, in tweede instantie, ook kan gaan gelden voor culturele instellingen die door gemeenten worden ondersteund. Diversiteit gaat over alle aspecten waarin mensen van elkaar kunnen verschillen. Dat is niet alleen etniciteit, maar ook sekse, leeftijd, opleiding, religie, inkomen en seksuele oriëntatie. In de programmering van diverse instellingen is hier zichtbaar een begin gemaakt. Het blijft van belang dat de culturele sector dit opneemt in de programmering (zelf of in samenwerking met anderen) en tevens in beleid omzet, zoals in de samenstelling van personeel en bestuur en in de doelgroepenbenadering van het publiek.1 Vrijheid Eindhoven is in de afgelopen jaren op de kaart gezet door kunstenaars, (culturele) professionals, ondernemers, wetenschappers en pioniers. De culturele infrastructuur van Eindhoven is voor een belangrijk deel nog tot die individuen te herleiden. Het is belangrijk dat Eindhoven zijn visionairs en entrepreneurs koestert. Hen vrijheid geven, stimuleert de ontwikkeling van de sector. De potentiële groei van Eindhoven als cultuurstad is gebonden aan het vertrouwen van de overheid in de kracht van de sector en haar mensen, en terughoudendheid ten opzicht van institutionalisering en sturing. Jonge mensen streven doorgaans niet naar institutionalisering in dure panden, maar hebben juist behoefte aan middelen voor activiteiten. Juist aan de rafelranden van de stad groeit het creatieve en vindt de onverwachte ontmoeting tussen generaties plaats. De afgelopen vijf jaar hebben op dit gebied bijzondere ontwikkelingen plaatsgevonden. Dat gevoel staat nu onder druk2 en moet worden hersteld. Labstad Eindhoven biedt met ruimte en vrijheid kansen aan talent. Voor de internationale profilering van Eindhoven als aantrekkelijke vestigingsplaats voor creatief talent is het van belang zich te concentreren op een beperkt aantal aspecten. Daarbij acht de commis1
brief Ronald Plasterk aan de Tweede kamer 24 april 2009 (114057)
2
zie: afscheidsbrief Li Edelkoort, januari 2010 Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
13
sie toegankelijke broedplaatsen van belang. Mensen moeten zich in de stad welkom voelen. Het maken van de keuze een bepaalde branding brengt ook consequenties met zich mee voor gastvrijheid. Een labstad biedt bijvoorbeeld gratis toegankelijk draadloos internet. Een lichtstad biedt radicaal vernieuwend licht ook voor een breed publiek.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
14
Aandachtspunten Vastgoed Kunstinstellingen streven er over het algemeen naar een eigen huis te hebben. Slechts enkele kiezen ervoor om hun kantoor bij derden onder te brengen en de activiteiten op een of meer locaties uit te voeren. De wens voor een zelfstandige huisvesting is veelal inhoudelijk van aard. Zakelijk is een eigen dak boven het hoofd niet immer verstandig. De financiële lasten kunnen hoog zijn (met name huur of rentelasten en energiekosten). De betreffende instelling is door de huisvesting niet flexibel vanwege langdurende zakelijke afspraken en hoge, specifieke investeringen. Er is geen ideaal beeld van een goed en betaalbaar pand voor kunstinstellingen. Men is gebaat bij lage kosten en hoge flexibiliteit. Verder speelt wetgeving een rol als het gebruik gevoelig is voor bijvoorbeeld veiligheid, brandpreventie, klimaatbeheersing en fysieke belasting tijdens het werk e.d. Theaters, concertzalen en musea hebben op een of meer punten gevoelige huisvesting. Bij de kunstinstellingen is rond huisvesting een historisch gegroeide situatie ontstaan. Ondanks het feit dat veel onroerend goed van kunstinstellingen eigendom van de gemeente is, is er over het algemeen weinig financiële ruimte en fysieke flexibiliteit om de huisvestinglasten laag te houden. Eindhoven kent door de stadsontwikkeling op Strijp een ruim aanbod van locaties die nieuw ontwikkeld zijn of nog ontwikkeld moeten worden. Een aantal instellingen heeft de stap naar dit stadsdeel al gemaakt, een aantal overweegt nog over te stappen of heeft verhuizing in de planning staan. Voor nieuwe initiatieven en instellingen die sterk in ontwikkeling zijn, is het goed als er voor een zekere periode geschikte en betaalbare huisvesting door de gemeente wordt aangeboden. Wil Eindhoven talent ruimte geven en de vestiging van nieuwe initiatieven stimuleren dan is het zaak om een aanbod te hebben dat aansluit bij de vraag naar informele, tijdelijke en goedkope huisvesting die flexibel ingevuld kan worden en waar geen hoge milieueisen of andere wettelijke restricties worden gesteld. Dat kan door broedplaatsen te creëren en vervangende werk- en presentatieruimte beschikbaar te stellen als bestaande ruimte wegvalt. De gemeente is geen actieve speler op het terrein van vastgoed en kan hooguit voorwaardenscheppend een rol spelen. Actief zijn de projectontwikkelaars en woningbouwcoöperaties. Bij hen bestaat bereidheid om met kunstinstellingen in gesprek te gaan, maar uiteindelijk zullen de huisvestingskosten marktconform zijn. Dat is voor broedplaatsen en de brede onderlaag van instellingen en initiatieven vaak geen optie. Een gemeentelijke visie op het gebruik van vastgoed door de kunstinstellingen kan wellicht richtinggevend zijn en stimulerend werken voor de instellingen en de marktpartijen in het vastgoed.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
15
De betekenis van vastgoed voor de verschillende disciplines in de kunst & cultuur Muziek: aandacht voor meer repetitie- en speelruimtes voor amateurkunst in bestaande accommodaties Beeldende kunst: flexibele en tijdelijke ateliervoorzieningen Design: decentrale presentatielocaties gewenst, de stad als designnetwerk Theater: behoud podiumfunctie voor aanbod kleine zaalproducties
Samenwerking Er zijn verschillende samenwerkingsverbanden voor activiteiten tussen de diverse instellingen in Eindhoven. De commissie is echter benieuwd of er nog meer inhoudelijke en zakelijke voordelen te behalen zijn. En daar waar de samenwerking zo op het eerste gezicht niet voor de hand ligt. Zo zijn de publieksgroepen van de kunstinstellingen veelal gescheiden van elkaar. Van de eigen doelgroepen weet men over het algemeen voldoende. Het gaat om het zoeken naar mogelijkheden om nieuw publiek aan te trekken. Ongetwijfeld hebben collega-instellingen die in een geheel ander segment opereren bruikbare informatie over nieuwe doelgroepen. Winst uit samenwerking is waarschijnlijk ook te behalen bij huisvesting, bureauondersteuning e.d. Marketing en communicatie lenen zich bijvoorbeeld goed voor samenwerking, mits niet van bovenaf opgelegd. Zowel inhoudelijk als financieel kan dat voordelen opleveren. Breed communiceren legt de juiste contacten met de beoogde doelgroepen. Ook educatieve activiteiten kunnen nog meer dan nu het geval is gezamenlijk opgezet en uitgewerkt worden. De huidige informele uitwisseling van kennis en ervaring tussen de instellingen heeft ook toegevoegde waarde, maar kan met een meer formele samenwerkingsstructuur misschien nog meer synergie opleveren. Behalve de inhoudelijke en zakelijke toegevoegde waarde van samenwerking wapent een formele samenwerking tussen de instellingen onderling tegen bedreigingen als bezuinigingen, grotere concurrentie in de vrijetijdsmarkt en de opkomst van nieuwe concurrerende platforms voor cultuur. De betekenis van samenwerking voor de disciplines Muziek: samenwerking amateur en professioneel stimuleren; samenwerking orkest en standplaats versterken Beeldende kunst: blijvend investeren in langdurige samenwerking (niet alleen projectmatig) onder meer met andere disciplines, design, stedelijke ontwikkeling en het sociale domein Design: samenwerking tussen onderwijs, productie en kunst en cultuur is essentieel voor deze discipline. Design leidt nu een eigen leven als strategisch speerpunt voor de stad. De wortels liggen meer bij de gemeentelijke sector Economie, Kunst & Cultuur. Deze sector kan samenwerking tussen, met en uitwisseling van verschillende activiteiten en initiatieven bevorderen
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
16
Theater: samenwerking amateur en professioneel stimuleren Nieuwe Media: kennis van de mogelijkheden van nieuwe media wordt onvoldoende uitgewisseld en gebruikt door traditionele instituten Cultuureducatie: Samenhang in deze sector stimuleren. Bij cultuureducatie meer gebruik maken van het aanbod van professionele en amateurkunstinstellingen Cultuurhistorie: samenvoegen verschillende erfgoedinitiatieven tot nieuwe erfgoedinstelling conform eerder advies van de Commissie Cultuur Totaal3
Bedrijfsvoering Welke gegevens dienen er voorhanden te zijn om een goed oordeel te kunnen vellen over de bedrijfsvoering en verplichtingen van de kunstinstellingen in Eindhoven? Het rijk hanteert voor de kunstinstellingen een model met inrichtingseisen voor de exploitatierekening en de balans. Een aantal gemeenten heeft een vergelijkbaar model. Het geeft te denken dat er tot nu toe geen enkele inrichtingseis wordt gesteld aan de gesubsidieerde zelfstandige instellingen. De gemeentelijke kunstinstellingen functioneren conform de interne gemeentelijke richtlijnen. Het is van belang dat er zicht is op de activa en passiva met de langlopende verplichtingen. In de exploitatie is het van belang dat de kwetsbaarheid en afhankelijkheid van de eigen inkomsten versus de structurele en incidentele subsidies zichtbaar worden. De vaste verplichtingen versus de beïnvloedbare kosten vormen een belangrijk vertrekpunt voor de beoordeling van de sterke of zwakke zakelijk positie van de instelling. Het gaat dus om de feiten en de cijfers ter verkrijging van een helder beeld over de zakelijke toestand bij een kunstinstelling. Bijvoorbeeld de looptijd van het huurcontract, normatieve bedragen voor energiekosten, verplichtingen voor het personeel (vaste dienst/contract/oproepkrachten/vrijwilligers), activiteitenkosten (en de mate waarin personeel en huisvesting in deze kosten versleuteld zijn). Om de kunstinstellingen met elkaar te kunnen vergelijken stelt de commissie voor dat er kerngetallen vastgesteld worden. De outputbeoordeling kent naast de vanzelfsprekende kwalitatieve aspecten ook kwantitatieve aspecten (bijvoorbeeld het aantal voorstellingen, tentoonstellingen, aantallen bezoekers).
Nieuwe generaties Nieuwe generaties hebben telkens een nieuwe relatie met kunst en cultuur. Jongeren kijken minder televisie en meer op internet, ontmoetingen komen spontaan en digitaal tot stand, communicatie en omgangsvormen zijn informeel, globalisering en een hernieuwde aandacht voor de lokale wortels
3
Cultuur Totaal, naar een nieuwe culturele ecologie in Eindhoven. Advies subsidieaanvragen Cultuur Totaal 2010
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
17
gaan hand in hand, de autoriteit van experts wringt met de democratisering als gevolg van sociale media, en de nieuwe generatie vraagt om een grotere openheid van culturele instellingen. De nieuwe generatie stelt andere eisen aan het culturele aanbod. De sector moet alert zijn op deze ontwikkelingen en er op inspelen. Bijvoorbeeld urban culture is voor een nieuwe generatie een belangrijke factor. Er is vanuit de gemeente vooral een regie op grootschalige, vaak commerciële evenementen. Kleinschalige activiteiten komen versnipperd voor en er is nauwelijks enige coördinatie te bespeuren. Regelgeving vanwege calamiteiten en overlast (milieuwetgeving) is aangescherpt. De spontaniteit en creativiteit die nieuwe generaties zoeken worden helaas door dit fenomeen afgevlakt. Dan eens hier, dan weer daar optreden in een informele sfeer is niet meer of zeer beperkt mogelijk. Bij een goede regie op het fenomeen urban culture kan een beweging tot stand gebracht worden. De infrastructuur, die geboden wordt, dient aan te sluiten op de urban lifestyle culture. Er zijn groepen die er elke week op uit gaan om bijzondere evenementen op te zoeken, meestal kleinschalig van aard. Er zijn ook groepen die gericht moeten worden gevangen of die aanhaken bij bestaande grotere evenementen in de stad, mits de programmering voldoende verrassende urban-aspecten te bieden heeft. Naast de jongeren die in Eindhoven opgroeien zijn er ook andere nieuwe cultuurdeelnemers. Tijdelijke bewoners zoals ex-pats, jongeren die tijdelijk neerstrijken in de stad en studenten zijn in dit opzicht van belang. De betekenis van nieuwe generaties voor de disciplines Muziek: Gebruik de kennis van de entrepreneurs/pioniers uit de urban lifestyle culture van Eindhoven en geef ze een regisseursrol voor gerelateerde projecten. De gemeente heeft altijd een faciliterende rol. Urban culture bij voorkeur niet institutionaliseren. Sociale cohesie kan worden versterkt door iconen uit de sport, muziek- en designwereld te laten samenwerken met urban-talent uit de stad Beeldende kunst: jonge beeldende kunstenaars dienen gefaciliteerd met betaalbare woon- en werkruimte te worden zodat zij zich blijvend in de stad vestigen Design: het vasthouden in de stad van afgestudeerden en het aantrekken van jong talent van buiten. De gemeente laat zich te veel dringen in de regierol. Uiteindelijk moet de focus liggen op faciliteren. Het veld dient zelf zich met de inhoud bezig te houden
Positionering/aanbod Het aanbod in Eindhoven is over het algemeen lokaal en regionaal gericht; veel instellingen bedienen de lokale markt. Daarnaast zijn er enkele instellingen met een zichtbaar bovenregionaal, landelijk en/of internationaal werkveld. Een internationale positie wordt gekenmerkt door het aantrekken van bovenregionale, landelijke en internationale bezoekers, internationale artiesten die graag in Eindhoven komen, de potentie om internationale kunstwerken aan te trekken voor tentoonstellingen, internatioEindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
18
nale samenwerkingsverbanden met gereputeerde partnerorganisaties en professionals, en internationale media-aandacht. Eindhoven levert een bescheiden aantal internationale producties en internationale samenwerkingsprojecten op productioneel gebied. De internationale makers die wonen in Eindhoven komen vooral voort uit de hoek van design en nieuwe media. Een ander kenmerk van een internationale positie is de mogelijkheid om (internationale) sponsors aan te trekken en gelden uit nationale fondsen, maar ook uit Brussel te verkrijgen. De betekenis van positionering voor de disciplines Muziek: Het Muziekcentrum, Tromp en het Storioni Festival richten hun blik ook internationaal. Beeldende kunst: Vanwege de combinatie van de lokale en internationale blik zijn met name MU en Van Abbemuseum van belang voor de internationale positie van Eindhoven Urban: Area 51 heeft een groot internationaal netwerk dat nog verder kan worden uitgebouwd Theater: De kern van het podiumkunstenaanbod is presenterend en niet producerend in Eindhoven. Meer aandacht voor de productie van nieuw werk met internationaal potentieel Nieuwe Media: biedt uitstekende mogelijkheden voor internationale samenwerking en zichtbaarheid Design: Een bundeling van alle initiatieven op het gebied van design in Eindhoven, inclusief de presentatie van design, vraagt om een visie en consistente uitvoering van de activiteiten. Design behoort vanzelfsprekend bij Eindhoven, maar dat wil niet zeggen dat de positie als designstad voor lange tijd gewaarborgd is. Er wordt in Nederland en vooral ook daarbuiten voldoende tegenwicht geboden om de positie als design zonder slag of stoot de komende jaren te behouden voor Eindhoven. Daar ligt een grote uitdaging Cultuurhistorie: in de ontwikkeling van een nieuwe erfgoedinstelling aandacht voor internationale samenwerking en uitwisseling van expertise Festivals: doorgaande opkomst van festivals als laagdrempelige cultuurvorm, waarbij de term festival breed wordt toegepast. Het hebben van goede culturele festivals heeft een meerwaarde voor positionering van de stad
Citymarketing en Cultuurbeleid Het cultuurbeleid van de gemeente Eindhoven is onvoldoende richtinggevend voor de kunst- en cultuurinstellingen, die momenteel vooral vanuit een eigen visie opereren en op basis daarvan financiële steun vragen aan de gemeente. De commissie geeft in haar overwegingen en aandachtspunten aan dat er voor de gemeente veel te winnen is door in haar cultuurbeleid concreet en expliciet aan te haken op de sterke punten van de stad. De bouwstenen daartoe reikt de commissie aan in dit advies. Citymarketing dient niet verward te worden met cultuurbeleid. Helaas gebeurt dit al te vaak. Het imago van de stad bepaalt de aantrekkingskracht. Bij imago gaat het om hardnekkige beelden die niet zomaar uit te wissen of te veranderen zijn. Dat geldt ook voor Eindhoven. Eindhoven is onze nationale Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
19
lichtstad. De gloeilamp was de basis van de opkomst van het elektronicaconcern Philips. Dat beeld bepaalt nog steeds het imago van de stad. De hedendaagse lichtprojecten in de stad dragen helaas minder bij tot Eindhoven-lichtstad dan wenselijk is. Design als speerpunt in het cultuurbeleid van de stad draagt bij aan het industrieel en artistiek imago van de stad. Nu is design ondergebracht bij de sector Strategie. De commissie wil een lans breken voor het onderbrengen van design bij de sector Economie, Cultuur en Kunst & Cultuur zodat er een betere samenhang is met de kunst en cultuursector, en een balans ontstaat tussen de artistieke en economische componenten van design.
Subsidiesystematiek en beoordelingskader In oktober 2009 is voor het eerst door een adviescommissie, Commissie Cultuur Totaal, het professionele gesubsidieerde veld van kunstinstellingen beoordeeld aan de hand van de subsidieaanvragen voor 2010. Het advies beoogde een samenhangend adviesoordeel over de kunstinstellingen te geven en tevens een individueel advies over de toe te kennen gemeentelijke subsidie. Het ligt voor de hand deze lijn door te trekken en voor de komende jaren zowel voor de amateurkunst als de professionele kunstsector een subsidiesystematiek en beoordelingskader vast te stellen. Om tot een afgewogen besluit te kunnen komen zijn duidelijke richtlijnen nodig over de inrichting van de subsidieaanvraag en de procedure rond het advies en de toekenning of afwijzing. Er dient bestuurlijk en politiek een keuze gemaakt te worden over een adviesraad voor de kunst en cultuur in Eindhoven. Adviesraad Kunst en Cultuur De Gemeenteraad van Eindhoven heeft zich uitgesproken voor een adviesorgaan op het gebied van 4
kunst en cultuur in Eindhoven . Tot het moment van de introductie van Cultuur Totaal en het instellen van een zelfstandige adviescommissie van externe deskundigen werden incidentele en structurele subsidies aan particuliere instellingen door de gemeente zelf beoordeeld en toegekend. De commissie Cultuur Totaal bevestigt de voordelen van het instellen van een systematiek van beoordelen en toekennen. Bij de uitwerking van een dergelijke proces met een duidelijke adviesstructuur en eindbeoordeling door het Gemeentebestuur en de Raad kan worden gekeken naar de resultaten die zijn behaald met de algemene besluitvorming- en adviesstructuur van het gemeentelijk cultuurbeleid in Nederland. De besluitvorming over subsidies blijft voorbehouden aan de Raad. Het duidelijk afbakenen van de taken en bevoegdheden van een Adviesraad is in het belang van politiek en bestuur van de stad. Deze Adviesraad dient afstand te houden van de toekenning van subsidies en het toezicht houden op de juiste uitvoering van het beleid.
4
Als onderdeel van het Raadsbesluit op 21 juli 2009 (met kenmerk 09.R3180.001 en 09.R3180.003) van Cultuur Totaal. Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
20
Een Adviesraad kan een bijdrage leveren aan het versterken en vernieuwen van het kunst- en cultuuraanbod en de culturele infrastructuur in de gemeente Eindhoven. Bovendien kan een Adviesraad de cultuurparticipatie van Eindhovenaren en de bezoekers van de stad vergroten. De Adviesraad kan een bijdrage leveren aan de positie van de stad waarin de cultuur een duidelijke plaats inneemt. De Adviesraad kan dit doen door middel van advisering over subsidieaanvragen, het visiteren en evalueren van instellingen en het uitbrengen van gevraagde en ongevraagde adviezen over algemene cultuurtaken, mede gebaseerd op debatten over kunst en cultuur. De basis van het bestaansrecht van een Adviesraad is dat er in Eindhoven kunst is en dat er een overheid is die er geld voor over heeft om die kunst te ondersteunen. Over de inhoud van die kunst, de (toegevoegde) waarde en de kwaliteit wil de overheid niet zelf oordelen; zij laat dat oordeel over aan deskundigen.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
21
Samenvatting 1.
De Commissie Cultuur Totaal is in het leven geroepen als adviescommissie om het stadsbestuur van Eindhoven een advies te geven over het beleid voor de kunst- en cultuursector in de stad voor de komende jaren. Het is aan het stadsbestuur, de politiek en het culturele veld in Eindhoven om het advies te implementeren tot daadwerkelijk beleid.
2.
Eindhoven is er bij gebaat een adviesraad in te stellen die gemeente en instellingen adviseert over het kunst- en cultuurbeleid in de stad. Er dient bestuurlijk en politiek een keuze te worden gemaakt over een adviesraad voor de kunst en cultuur in Eindhoven. Een adviesraad kan een bijdrage leveren aan het versterken en vernieuwen van het kunst- en cultuuraanbod en de culturele infrastructuur in de gemeente Eindhoven. Bovendien kan een adviesraad de cultuurparticipatie van Eindhovenaren en de bezoekers van de stad vergroten. Een vaste adviesraad van Eindhoven kan een bijdrage leveren aan de positie van de stad waarin de cultuur een duidelijke plaats inneemt.
3.
Voor een goed kunst- en cultuurbeleid is het noodzakelijk dat er een gevarieerd professioneel kunstaanbod (top, midden en brede basis) aanwezig is in de stad en de amateurkunst kan gedijen. Productie in de stad is van groot belang. Onderwijsinstellingen kunnen faciliteren en zijn van belang als bron voor jong talent en aanwas uit de eigen stad. Cultuur Totaal bereikt resultaten als de kansen worden benut die Eindhoven biedt. De vernieuwing van het centrum en de renovatie en hergebruik van voormalige fabrieksgebouwen maken de stad aantrekkelijk als vestigingsplaats voor vooral kleine bedrijven op deze locaties en tevens om er te wonen. Dat geldt ook voor de stad als totaal. Daardoor blijven culturele initiatieven in de stad. Er dient een balans te zijn tussen het zelf produceren en het van buiten de stad aantrekken van kunst- en cultuuraanbod. Eindhoven heeft een ruim aanbod aan onderwijs, bedrijfsleven en cultuur. Eindhoven dient deze potentie maximaal te benutten om haar positie verder te versterken. Dat vraagt ook op het gebied van cultuur om visie, financiële ondersteuning, focus en daadkracht.
4.
Een concentratie op het economische belang voor een stad is uiteindelijk funest voor de aantrekkelijkheid van de stad op lange termijn. Voor design, dat zich bevindt op het scheidsvlak van kunst en commercie, is de inhoudelijke ontwikkeling los van commerciële overwegingen op korte termijn van groot belang voor de kwaliteit op lange termijn. En die kwaliteit is weer van belang voor de economie van straks.
5.
De aanwezigheid van talent is in algemene zin van cruciaal belang voor de toekomst van Eindhoven. Artistiek talent is daar een wezenlijk onderdeel van. Cultuurinstellingen kunnen bijdragen door talent te ondersteunen en aan te trekken.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
22
6.
Wil de stad de ambitie waarmaken om de lichtstad van Nederland en zelfs internationaal te zijn, dan moet een verbinding worden gelegd tussen citymarketing en cultuurbeleid. Zonder een sterke inhoudelijke basis zal dit onderdeel van de citymarketing op de lange termijn minder succesvol zijn. Datzelfde geldt voor design. Het ontbreken van een duidelijke visie met een heldere focus en een autonome aanpak zal ertoe kunnen leiden dat Eindhoven zijn goede naam op dit terrein verliest aan andere steden in Nederland of Europa. Dat proces is al in werking gezet. Hier ligt een uitdaging voor Eindhoven. Citymarketing en cultuurbeleid worden wel eens met elkaar verward. Als het cultuurbeleid niet helder is kan citymarketing niet effectief zijn. Kunst en cultuur zijn dus gebaat bij een helder gemeentelijk beleid dat concreet vertaald kan worden naar citymarketing.
7.
Als Eindhoven zijn ambities op het gebied van kunst en cultuur concreet omschrijft en uitdraagt, dan kan de sector zijn ambities toetsen aan het beleid van de stad als geheel. Nieuwe organisaties zijn logischerwijze gericht op nieuwe activiteiten. Maar ook van geïnstitutionaliseerde organisaties wordt verwacht dat ze oog blijven hebben voor veranderende omstandigheden, een heldere afweging maken in de activiteiten die zij uitvoeren en soms bepaalde activiteiten staken en vervangen door nieuwe activiteiten. Dat vraagt van de instellingen om een balans te vinden tussen het eigen belang en het belang van de stad en de gehele sector.
8.
De commissie vindt het van belang dat de instellingen van Eindhoven zich zakelijk en inhoudelijk duidelijk positioneren. Verwacht wordt dat instellingen aangeven waar zij nu staan ten opzichte van hun verleden, vergelijkbare instellingen en samenwerkingspartners en hun toekomst in relatie tot Cultuur Totaal.
9.
Een heldere visie op spreiding dan wel concentratie van culturele voorzieningen kan bijdragen aan een verankering van Cultuur Totaal in de geografie van de stad Eindhoven.
10.
De totaalvisie van Cultuur Totaal wint aan samenhang en kracht als ook binnen de andere domeinen van het gemeentelijk beleid Cultuur Totaal een eigen hoofdstuk krijgt.
11.
Cultuureducatie is een belangrijk instrument voor het betrekken van de inwoners van Eindhoven bij cultuur. Cultuur en onderwijs moeten een gezamenlijke taal nastreven die de deelnemers en de ontwikkeling van zijn of haar individuele en collectieve culturele zelfbewustzijn centraal stelt. Als Cultuur Totaal een verregaande impact wil hebben dan is het wenselijk om meer aansluiting te creëren met de amateurkunst en cultuureducatie en daar meer middelen voor vervoer voor vrij te maken.
12.
Het is belangrijk dat Eindhoven zijn visionairs en entrepreneurs koestert. Hen vrijheid geven, stimuleert de ontwikkeling van de sector. De potentiële groei van Eindhoven als cultuurstad, met name op het gebied van urban en design, is gebonden aan het vertrouwen van de overheid in de kracht van de sector en haar mensen, en terughoudendheid ten opzichte van institutionalisering en sturing.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
23
13.
Wil Eindhoven talent de ruimte geven en de vestiging van nieuwe initiatieven stimuleren dan is het zaak een aanbod te hebben dat aansluit bij de vraag naar informele, tijdelijke en goedkope huisvesting die flexibel ingevuld kan worden en waar geen hoge milieueisen of andere wettelijke restricties worden gesteld. Dat kan door broedplaatsen te creëren en vervangende werk- en presentatieruimte beschikbaar te stellen als bestaande ruimte wegvalt. Aangezien de gemeente zelf geen actief huisvestingsbeleid voert voor de kunst & cultuursector is men aangewezen op het aanbod van de particuliere sector. De gemeente dient erop toe te zien dat er meer structureel een aantrekkelijk aanbod is van de particuliere sector (corporaties, projectontwikkelaars).
14.
Behalve de inhoudelijke en zakelijke toegevoegde waarde van samenwerking wapent samenwerking de instellingen tegen bedreigingen als bezuinigingen, grotere concurrentie in de vrijetijdsmarkt en de opkomst van nieuwe concurrerende platforms voor cultuur.
15.
Om de kunstinstellingen met elkaar te kunnen vergelijken stelt de commissie voor dat er kerngetallen vastgesteld worden (Dit gaat bijvoorbeeld om het aantal personeelsleden, van de totale inkomsten de verhouding tussen subsidies, entreegelden, sponsoring en overige inkomsten, aantal voorstellingen per jaar, etc.)
16.
De nieuwe generatie stelt andere eisen aan het culturele aanbod. De sector moet alert zijn op deze ontwikkelingen en er op inspelen. Urban culture is voor de nieuwe generatie een belangrijke factor. Instellingen dienen niet zelf urban-activiteiten te ontwikkelen maar contact te zoeken met de bestaande urban-activiteiten en nieuwe activiteiten stimuleren.
17.
Het aanbod in Eindhoven is over het algemeen lokaal en regionaal gericht; de meeste instellingen bedienen de lokale markt. Daarnaast zijn er enkele instellingen met een zichtbaar bovenregionaal, landelijk en/of internationaal werkveld.
18.
Voor de komende jaren dient zowel voor de amateurkunst als de professionele kunstsector een subsidiesystematiek en beoordelingskader te worden vastgesteld. Om tot een afgewogen besluit te kunnen komen zijn duidelijke richtlijnen nodig over de inrichting van de subsidieaanvraag en de procedure rond het advies en de toekenning of afwijzing. Dat vergroot bovendien de aansluiting bij andere subsidiënten als de provincie en het rijk
19.
Eindhoven is er bij gebaat om een adviescollege in te stellen dat de gemeente en de instellingen adviseert over het kunst- en cultuurbeleid in de stad. Er dient bestuurlijk en politiek een keuze gemaakt te worden over een adviesraad voor de kunst en cultuur in Eindhoven
20.
Een adviesraad kan een bijdrage leveren aan het versterken en vernieuwen van het kunsten cultuuraanbod en de culturele infrastructuur in de gemeente Eindhoven. Bovendien kan een adviesraad de cultuurparticipatie van Eindhovenaren en de bezoekers van de stad vergroten. Een vaste adviesraad van Eindhoven kan een bijdrage leveren aan de positie van de stad waarin de cultuur een duidelijke plaats inneemt.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
24
Bijlage: Scan van het culturele veld van de gemeente Eindhoven Voor u ligt de scan van het culturele veld van de Gemeente Eindhoven. Op basis van deze inventarisatie van de bestaande situatie wil de Commissie Cultuur Totaal naar een schets van de ideale situatie toewerken: een nieuwe culturele ecologie. De scan streeft niet naar een volledige inventarisatie van cultuur in Eindhoven in al haar facetten, maar neemt een aantal thema’s als uitgangspunt die de Commissie Cultuur Totaal in haar toekomstvisie een centrale plaats geeft. De scan is een visualisatie van de samenhang van kunst en cultuur in de stad. De scan creëert een gevoel van trots op wat er aan instellingen en initiatieven actief is. Het is een moderne spiegel die regelmatig moet worden opgepoetst door gegevens te actualiseren. Uitgangspunt is dat cultuur niet op zichzelf staat, maar verbindingen aangaat met het sociale, economische en ruimtelijke domein. Naast de intrinsieke waarde die kunst bezit, kan ze tegelijkertijd een maatschappelijke (sociale, economische of ruimtelijke) functie vervullen. Om deze ideale situatie te kunnen bewerkstelligen is het noodzakelijk om inzicht te krijgen in de huidige culturele infrastructuur van Eindhoven. Er is geprobeerd een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van waar de instellingen zich in de stad bevinden en hoe zij ten opzichte van andere instellingen hun positie in de stad innemen. Naast de verschillende instellingen en verenigingen is ook gekeken naar zaken als demografische gegevens, buurthuizen en het cultuurbudget in verhouding tot andere uitgaven. De volgende onderwerpen zijn opgenomen in deze scan: Gesubsidieerde instellingen (33 + 24) Amateurkunstorganisaties (95) en Gilden (10) Niet cultuurgesubsidieerde instellingen/ niet door de gemeente Eindhoven gesubsidieerde instellingen (regio) Inwoners Eindhoven Ontwikkelingsgebieden De iconen van Eindhoven Creatieve makers Buurthuizen Spilcentra Bibliotheek en CKE Decentrale instellingen Gemeentelijke budgetten Culturele activiteiten op scholen Bezoekerscijfers Urban activiteiten Positionering Van Abbe, MU, Area51 en Muziekcentrum Het onderzoek voor de scan is uitgevoerd door de afdeling Kunst en Cultuur van de Gemeente Eindhoven. De vormgeving van de gegevens is verzorgd door grafisch bureau Edhv. Zoals hierboven is aangegeven, is de scan een eerste stap naar een samenhangende visualisatie van de kunst en cultuur in Eindhoven. Uiteraard zullen er vanuit het veld reacties komen die om bijstelling vragen van de scan en uiteindelijk zullen leiden tot een verrijking van de scan. Het is aan de gemeente dit proces zorgvuldig te begeleiden, zodat de scan van blijvende waarde is.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
25
Leeswijzer Gesubsidieerde instellingen Alle gesubsidieerde instellingen zijn ingedeeld volgens de 10 disciplines zoals gehanteerd binnen Gemeente Eindhoven: 1. Muziek 2. Beeldende Kunst 3. Design 4. Urban 5. Theater 6. Nieuwe Media 7. Literatuur 8. Cultuureducatie 9. Cultuurhistorie 10. Overig 33 gesubsidieerde instellingen op basis van gegevens uit 2008 Er is uitgegaan van de bij de Gemeente Eindhoven beschikbare en bekende gegevens over 2008, aangezien deze het meest compleet zijn en de subsidiebedragen over deze periode inmiddels zijn vastgesteld. Van 33 gesubsidieerde instellingen was er informatie uit 2008 beschikbaar. De volgende informatie is opgenomen. Locatie (thuisbasis/repetitieruimte) Gerealiseerde uitvoeringen in Eindhoven Uitvoering/Expositie buiten Eindhoven Financiën: subsidie gemeente Eindhoven overige subsidie inkomsten eigen inkomsten omzet/totale inkomsten huisvestingskosten totale kosten • Huisvestingssituatie (Gemeentelijk eigendom/ Gemeentelijk huur/ Eigendom/ Particulier/ Corporatie) Indien beschikbaar: • Personeel (aantal FTE of op andere wijze aangegeven) • Bezoekersaantallen totaal Bij drie presenterende instellingen uitgesplitst in: o Bezoek in Eindhoven o Bezoek in Brabant o Bezoek in de rest van Nederland • Aantal gebruikers (bij 6 productie instellingen) • Herkomst gebruikers (lokaal, regionaal, nationaal of internationaal) • • • •
Bronnen: bij de gemeente Eindhoven beschikbare jaarverslagen van instellingen, gemeentelijk Sagem systeem.
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
26
24 gesubsidieerde instellingen op basis van gegevens uit 2010 Van 24 instellingen waren er geen gegevens uit 2008 aangezien dit ‘nieuwe’ instellingen zijn. Hiervoor zijn gegevens uit 2010 gebruikt. Dit betekent automatisch dat er minder uitgebreide data beschikbaar is. In de scan zijn van deze instellingen de volgende gegevens opgenomen. • • • •
Locatie (thuisbasis/repetitieruimte) Uitvoering/Expositie in Eindhoven Uitvoering/Expositie buiten Eindhoven Huisvestingssituatie
Bronnen:bij de gemeente beschikbare subsidieaanvragen 2010 van instellingen. Notitie: Het is moeilijk om de instellingen 1 op 1 te vergelijken. Dit heeft te maken met het feit dat een aantal instellingen tweejarige subsidies ontvangt en andere eenjarige. Daarnaast heeft een aantal instellingen eenmalig subsidie t.b.v. nieuwbouw ontvangen. Deze zijn niet meegenomen in de scan.
Amateurkunstorganisaties Binnen de Gemeente Eindhoven zijn de Amateurkunstorganisaties ingedeeld in 8 eigen disciplines. Om de indeling van disciplines consistent te houden zijn deze opgenomen volgens de eerder beschreven elfledige verdeling. De Gilden staan los van de Amateurkunst en vallen onder de discipline Cultuurhistorie. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Vocale Ensembles Theater Dans Audiovisueel Muziektheater Beeldende Kunst Instrumentale Ensembles Muziekkorpsen
-> -> -> -> -> -> -> ->
Muziek Theater Theater Nieuwe Media Theater Beeldende Kunst Muziek Muziek
Gilden
->
Cultuurhistorie
95 gesubsidieerde Amateurkunstorganisaties en 10 Gilden op basis van gegevens uit 2008 Voor deze organisaties zijn de gegevens over 2008 gebruikt. De jaarrekeningen van deze organisaties tonen de inkomsten en uitgaven in grote lijnen. • • • • • •
Locatie (thuisbasis/repetitieruimte) Uitvoering/Expositie in Eindhoven Uitvoering/Expositie buiten Eindhoven Totale Inkomsten Totale Uitgaven Ledenaantal o Totaal aantal leden o Waarvan aantal leden uit Eindhoven
Bronnen: bij de gemeente beschikbare jaarverslagen van instellingen, gemeentelijk Sagem systeem
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
27
Niet-gesubsidieerde instellingen Voor de niet-gesubsidieerde culturele instellingen is dezelfde discipline-indeling gehanteerd als bij de gesubsidieerde instellingen. Van de niet-gesubsidieerden wordt alleen de locatie (thuis-basis/repetitieruimte) weergegeven. Het gaat hierbij om instellingen zoals galeries, bioscopen en dansscholen. Naast de niet-gesubsidieerde instellingen in Eindhoven zijn ook de instellingen in de regio aangegeven, deze ontvangen geen subsidie van de gemeente Eindhoven, wellicht wel van de plaatselijke gemeente. De locaties van de belangrijkste instellingen uit de volgende gemeenten zijn opgenomen: • Nuenen • Waalre • Geldrop • Best • Son en Breugel • Valkenswaard • Veldhoven Bronnen: o.a. diverse publicaties, onder meer: Uit in Brabant.nl
Inwoners Eindhoven Hier worden de inwoners van Eindhoven beschreven per leeftijdscategorie, herkomst en stadsdeel. • Leeftijd inwoners van de Gemeente Eindhoven per stadsdeel (gegevens uit 2010) o 0-14 jaar o 15-64 jaar o 65 jaar en ouder o Totaal • Herkomst inwoners van de Gemeente Eindhoven per stadsdeel (gegevens uit 2010) o Nederland o Polen o Overige EU-landen o Indonesië/voormalig Nederlands-Indië en Nieuw Guinea o Overig westers allochtoon o Turkije o Marokko o Suriname o Nederlandse Antillen en Aruba o China o Overig niet-westers allochtoon o Onbekend o Totaal • De Gemeente Eindhoven hanteert de volgend stadsdeelindeling: o Centrum o Stratum o Tongelre o Woensel-Zuid o Woensel-Noord o Strijp o Gestel Bron: gegevens BIO Eindhoven (gemeentelijke afdeling) Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
28
Ontwikkelingsgebieden Er is gekozen voor het weergeven van de belangrijkste ontwikkelingsgebieden waarbij de gemeente een grote betrokkenheid heeft, zoals StrijpS/T/R en het Van der Meulen Ansmesterrein (de luciferfabriek) en de Kanaalstraat. Er zijn meer gebieden/ panden die ontwikkeld worden, maar deze zijn in handen van corporaties of vastgoedontwikkelaars. Te denken valt aan: het Schellensterrein, Vestdijk 133. Op deze kaart zijn ook de grotere ateliercomplexen weergegeven.
De iconen van Eindhoven Er is gekozen voor het weergeven van enkele ‘landmarks’ in de stad. Deze zijn divers van aard, van een beeldbepalend kunstwerk tot winkelcentrum Woensel.
Creatieve makers De omvang van de verschillende (relevante) disciplines wordt aangegeven, zodat inzichtelijk wordt hoe de verschillende disciplines zich tot elkaar verhouden. Dit is een schatting, het gaat niet om exacte gegevens. Die zijn namelijk niet voor handen en een onderzoek naar de exacte omvang per discipline is te veel omvattend voor de beperkte tijd van de opdracht. Er wordt momenteel wel een onderzoek uitgevoerd waarvan de resultaten later in de scan kunnen worden opgenomen. Op basis van inschrijvingen in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, kan dan via de zogenaamde SBI-coderingen worden aangegeven hoeveel creatieven er in Eindhoven en de regio werkzaam zijn.
Buurthuizen Locaties Vrijetijdsaccommodaties en Jongerencentra. Bron: GEOGIDS
Spilcentra SPIL staat voor Spelen, Integreren, Leren. In de praktijk betekent het dat er een hechte samenwerking wordt ontwikkeld tussen onderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang, en dat je dus optimale ontwikkelingskansen creëert voor kinderen van 0 tot 12 jaar (definitie bredeschool.nl). De locaties van de verschillende spilcentra wordt hier in beeld gebracht. Daarbij wordt aangegeven of ze al dan niet gerealiseerd zijn, de soort (smal/complex), of er ook buurtontmoeting plaatsvindt en welke vrijetijdsaccommodatie (VTA) zich nabij het spilcentrum bevindt. Bovendien wordt aangegeven welke scholen zich meer dan gemiddeld bezig houden met kunst en cultuur. Bron: GEOGIDS, informatie van GBO & CKE
Bibliotheek en CKE Aangegeven wordt op welke locaties de verschillende bibliotheekvestigingen zich bevinden. Bron: http://www.bibliotheekeindhoven.nl/www/Vestigingen/obe_vestigingen.html Daarnaast worden de vestigingen en nevenvestigingen van het CKE en hun aanbod in beeld gebracht. Voor de indeling van categorieën is vastgehouden aan hun eigen indeling op de website. Bron: www.cke.nl
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
29
Instellingen niet in het centrum Van de gesubsidieerde instellingen, de Amateurkunstorganisaties en de culturele instellingen die geen cultuursubsidie ontvangen, wordt aangegeven welke instellingen zich buiten het centrum bevinden.
Gemeentelijke budgetten De gemeentelijke uitgaven over 2010 worden hier inzichtelijk gemaakt. Hierbij is het interessant om te zien hoe het Kunst en Cultuurbudget zich verhoudt tot budgetten van andere sectoren. De Gemeente Eindhoven bestaat uit de volgende sectoren: • Inkomen • Zorg en welzijn • Onderwijs en jeugd • Kunst en cultuur • Sport • Openbare orde en veiligheid • Burger en bestuur • Bedrijfsvoering en organisatie • Ruimtelijk • Economische ontwikkeling Bron: Gemeentelijke programmabegroting 2010
Culturele activiteiten op scholen Het gaat hier om data over 58 scholen uit het primair onderwijs in Eindhoven. 62% neemt aanbod op het gebied van kunst en cultuur af van Cultuur Station (onderdeel van het Centrum voor de Kunsten), 26% wendt zich met een vraag tot een culturele instelling of kunstenaar, 12% ontwikkelt samen met cultuuraanbieder activiteiten. Op 27 scholen (40%) wordt met een Kunstmenu gewerkt. De waardering is hoog: er wordt gemiddeld een 7,7 voor gegeven. Bron: Rapport Monitor Cultuureducatie Primair Onderwijs 2010 – CultuurStation
Bezoekerscijfers De inwoners van Eindhoven en hun bezoek aan culturele activiteiten. Hierbij wordt zowel op culturele activiteit als kenmerk van de bezoeker gesegmenteerd. Bron: Monitor Cultuurbereik – gegevens over 2008
Urban activiteiten Urban Culture is een van de door de raad benoemde speerpunten (naast beeldende kunst, design en muziek). Urban Culture is op een hele andere manier georganiseerd dan de meer traditionele kunstdisciplines. Dynamo organiseert bijvoorbeeld op verschillende plaatsen in de stad Urban Cultureactiviteiten. Maar ook andere instellingen organiseren activiteiten op dit gebied. De volgende indeling is gehanteerd:
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
30
• Locatie • Aantal bezoekers (indien beschikbaar) • Soort activiteiten Naast de georganiseerde Urban Culture-activiteiten zijn er ook activiteiten in de openbare ruimte. Hierbij wordt, waar mogelijk, aangegeven welke soort activiteiten dit zijn en waar ze plaatsvinden. Bron: bij de afdeling Kunst en Cultuur zijn de informatie en extra aangeleverde informatie door enkele organisaties voorhanden.
Positionering Van Abbe, MU, Area51 en Muziekcentrum Hier gaat het om wat voor netwerk deze instellingen hebben (nationaal/internationaal) en wat voor invloed dit heeft op de herkomst van het publiek. Er is voor gekozen dit weer te geven van de instellingen die als Top en internationaal benoemd zijn in de door de raad vastgestelde notitie Cultuur Totaal van theorie naar praktijk. Bron: jaarstukken instellingen
Eindadvies Commissie Cultuur Totaal, Eindhoven, 15 juli 2010
31