Griffie
Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Datum commissievergadering
: 22 februari 2008
DIS-stuknummer
: 1366648 : S. Uijlenbroek : SCO/Programma Jeugd : ZWC-0641 : 22 januari 2008 : 4
Behandelend ambtenaar Directie/afdeling Nummer commissiestuk Datum Bijlagen
Onderwerp:
Maatschappelijke stages
Voorstel van GS aan PS:
X
Ter bespreking in het kader van uw
vertegenwoordigende rol X kaderstellende rol controlerende rol
Opmerkingen van het Presidium/Griffie:
Startnotitie bespreken vanuit de vraagstelling of ingestemd kan worden met de inzet op 2 manieren vanuit de provincie: 1. Het genereren van maatschappelijke stageplaatsen. 2. Het ondersteunen van scholen bij de invoering van maatschappelijke stages (pagina 8).
Griffier van Provinciale Staten, namens deze,
ing. J.W.H.M. Dankers
Bijlage: 1. Nulmeting maatschappelijke stages 2. Provinciaal beleid tot 2008 3. Rijksbeleid tot 2008 4. Rijksbeleid 2008-2011 1/11
2/11
Notitie ten behoeve van de Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur Maatschappelijke stages
Vooraf Wat is een maatschappelijke stage? Hoewel er verschillende definities gehanteerd worden voor het begrip maatschappelijke stage, staat steeds centraal dat een leerling geheel belangeloos een bijdrage levert aan de samenleving. Het ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de doelstelling van de maatschappelijke stage als volgt omschreven in haar plan van aanpak: “Doel van de maatschappelijke stage is dat alle jongeren tijdens hun schooltijd kennis maken met én een onbetaalde bijdrage leveren aan de samenleving.” De maatschappelijke stage geeft leerlingen de mogelijkheid om buiten de school te leren en daarbij op een andere manier kennis te maken met de samenleving en met bepaalde groepen in deze samenleving, waar ze anders misschien niet zo snel mee in contact komen. Het stelt de leerlingen in staat om zich meer betrokken te voelen bij de maatschappij, op een praktische manier te leren welke normen en waarden belangrijk zijn in onze samenleving en zich verantwoordelijk te voelen voor een stukje van de samenleving. De maatschappelijke stage onderscheidt zich dan ook nadrukkelijk van een beroepsgerichte stage die een andere doelstelling heeft: het verwerven van vaardigheden en competenties in het kader van een toekomstig beroep.
“Een beroepsgerichte stage doe je voor jezelf, een maatschappelijke stage doe je voor een ander.” (Leerling Voortgezet Onderwijs)
Inleiding Doel notitie Op 20 april 2007 is door Provinciale Staten het Bestuursakkoord 2007-2011 ‘Vertrouwen in Brabant’ vastgesteld. De vertaling van de ambities uit het bestuursakkoord wordt gedragen door zes programmalijnen , waaronder de programmalijn ‘Perspectiefrijk Brabant’. Voor ‘Perspectiefrijk Brabant’ wordt ingezet op een aantal thema’s waaronder ‘maatschappelijke stages’. Voorliggende notitie dient als startpunt om te bepalen welke rol de provincie kan en wil spelen op het terrein van de maatschappelijke stages. Vervolgproces Wanneer uw commissie op basis van deze startnotitie een keuze heeft gemaakt voor de provinciale inzet op het terrein van maatschappelijke stages, wordt op basis hiervan een kaderstellende notitie uitgewerkt.
3/11
Vragen aan de commissie 1. Kunt u instemmen met de in deze startnotitie voorgestelde invulling van de provinciale rol op het terrein van maatschappelijke stages die gericht is op: I. Het genereren van maatschappelijke stageplaatsen II. Het ondersteunen van scholen bij de invoering van maatschappelijke stages 2. Heeft u vanuit uw kaderstellende rol aanvullingen, opvattingen en suggesties? 3. Kunt u ermee instemmen dat deze startnotitie (en de later volgende kaderstellende notitie) over maatschappelijke stages, niet verder wordt doorgeleid naar Provinciale Staten? Achtergrond/aanleiding Het bestuursakkoord 2007-2011 benadrukt dat de sociale kwaliteit van Brabant aandacht verdient. De maatschappelijke betrokkenheid van burgers is in onze huidige samenleving geen vanzelfsprekendheid. Maar juist de betrokkenheid van burgers bij elkaar en bij de samenleving bepaalt in belangrijke mate of we in staat zullen zijn antwoorden te formuleren op de uitdagingen van deze tijd. Dit maakt dan ook dat wij als provincie willen investeren in het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid. De maatschappelijke betrokkenheid van jongeren is hierbij een bijzonder aandachtspunt, zij zijn én maken immers onze toekomst. De huidige generatie jongeren groeit op in een tijd waarin het individualisme hoogtij viert; Sociale (familie)verbanden en bijvoorbeeld de deelname aan het verenigingsleven zijn niet meer vanzelfsprekend. Veel jongeren zijn zich niet of nauwelijks bewust van het belang van vrijwilligerswerk; van de aandacht en zorg voor anderen. In de publicatie ‘Bouwstenen voor een betrokken jeugdbeleid’ van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid wordt dit als volgt beschreven: ‘Hernieuwde aandacht voor dat algemeen belang (…) als richtsnoer voor publieke én private socialisatie, is dringend noodzakelijk, juist in een tijd van groeiende nadruk op het eigenbelang, van desinteresse in de publieke zaak, van toenemende 1 pluriformiteit, afnemende sociale cohesie en oprukkend fundamentalisme.” In het programma ‘Perspectiefrijk Brabant’ geeft de provincie aan te willen investeren in een samenleving waarin iedereen uitgedaagd wordt om mee te doen. Het ‘verbinden’ van jongeren met Brabant en de Brabantse samenleving is opgenomen in de provinciale ambitie binnen het programma ‘Perspectiefrijk Brabant’. Bij het ‘verbinden’ van jongeren gaat het om maatschappelijke betrokkenheid: voelen jongeren zich betrokken bij de Brabantse samenleving en voelt de Brabantse samenleving zich betrokken bij haar jongeren? De maatschappelijke stage is bij uitstek een instrument om een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke betrokkenheid van en met jongeren: de jongere maakt kennis met (een bepaald aspect van) de samenleving, de samenleving komt in contact met de jongeren. In deze bestuursperiode willen wij de brede invoering van de maatschappelijke stages voor alle leerlingen van het voortgezet onderwijs dan ook graag ondersteunen en stimuleren.
1
‘Bouwstenen voor een betrokken jeugdbeleid’, Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, p.225
4/11
1.
Beleid
De provincie wil ook deze bestuursperiode nadrukkelijk investeren in de maatschappelijke betrokkenheid van haar burgers. Dit gebeurt onder andere door middel van het provinciaal vrijwilligersbeleid (zie ook bijlage 2). Om de maatschappelijke betrokkenheid van jongeren te vergroten ondersteunt en stimuleert de provincie de maatschappelijke stage. De maatschappelijke stage is actueel want ook op rijksniveau wordt de komende periode geïnvesteerd op dit terrein. Het rijk heeft besloten dat vanaf 2010/2011 de maatschappelijke stage een verplicht onderdeel binnen het voortgezet onderwijs vormt. Het ministerie voor OCW heeft haar plannen op het terrein van de maatschappelijke stage beschreven in een plan van aanpak met als titel ‘Samen leven kun je leren’. In de bijlagen is een overzicht opgenomen van de kernpunten van het rijksbeleid (rijksbeleid 2008-2011). Tevens is in de bijlagen een overzicht opgenomen van de wijze waarop de provincie en het rijk de afgelopen paar jaar al een eerste start hebben gemaakt met de ondersteuning van de maatschappelijke stage. Uitdaging Om te komen tot de gewenste situatie in 2010/2011 waarbij alle leerlingen in het voortgezet onderwijs een maatschappelijke stage lopen moet er het nodige werk verzet worden: er moeten voldoende stageplaatsen zijn, de begeleiding van leerlingen moet goed geregeld zijn, leerlingen moeten voorbereid worden op hun stage, stagebieders en scholen moeten elkaar weten te vinden. Vanuit haar rol als middenbestuur kan de provincie een informerende, ondersteunende en/of stimulerende rol spelen om de maatschappelijke stages in Brabant tot een succes te maken. Doorgaans zijn er vier partijen die betrokken zijn bij de realisatie van de maatschappelijke stages: de school, de stagebieder, (eventueel) een stagemakelaar (die vraag en aanbod bij elkaar brengt) en de gemeente. Bij punt 4 volgt een korte toelichting op de rol van ieder van deze spelers. Daarna volgt een overzicht van de manier waarop de provinciale rol concreet vorm kan krijgen. 3. Probleemstelling Op welke manier kan de provincie Noord-Brabant een bijdrage leveren aan de Maatschappelijke Stages in het voortgezet onderwijs om de maatschappelijke betrokkenheid van jongeren te vergroten? 4. Betrokken partijen De school Alle scholen voor voortgezet onderwijs krijgen de (wettelijke) verantwoordelijkheid om al hun leerlingen een maatschappelijke stage van in totaal 72 uur te laten lopen. In de provincie NoordBrabant gaat het om 206 scholen voor voortgezet onderwijs en om jaarlijks (indicatief) 40.000 leerlingen die een maatschappelijke stage gaan lopen. Van de scholen die reeds bezig zijn met maatschappelijke stages, is er slechts een enkele school die haar leerlingen al een maatschappelijke stage van 72 uur laat lopen. Vanaf het schooljaar 2010/2011 moeten alle scholen over een invoeringsplan maatschappelijke stage beschikken (rijksbeleid). Dit betekent dat scholen moeten beslissen welke plaats zij de maatschappelijke stage geven binnen hun onderwijsprogramma en hoe zij de maatschappelijke stage willen gaan organiseren.
5/11
De stagebieder Zowel vrijwilligersorganisaties als instellingen en bedrijven kunnen stageplaatsen aanbieden. Bij bedrijven gaat het om maatschappelijke projecten van deze bedrijven. Een goede voorbereiding en begeleiding van leerlingen is van groot belang om de maatschappelijke stages tot een succes te maken. Om alle leerlingen in Brabant een stageplaats te kunnen bieden is het nodig om zoveel mogelijk partijen uit te dagen stageplaatsen aan te bieden. Daarnaast is het van belang dat er voldoende diversiteit aan stageplaatsen is. Voldoende stageplaatsen in alle mogelijke sectoren zijn nodig om het effect in de hele samenleving voelbaar te maken. Op landelijk niveau zijn er door het ministerie van OCW reeds convenanten afgesloten met verschillende partijen over het organiseren van stageplaatsen (o.a. met Scouting Nederland, IBM, Fortis, Rabobank, landbouw- en 2 1 natuurorganisaties, International Award for Young People ).
“Wij zijn erg blij met de inzet van de leerlingen. Over het algemeen zijn ze erg gemotiveerd. Het is fijn om jeugd te kunnen laten zien hoe veel je kunt bereiken door dieren goed te behandelen. De mishandelde paarden bloeien weer op. Vaak blijven de leerlingen ook na de maatschappelijke stage vrijwilligerswerk doen op de manege . Daar zijn we natuurlijk blij mee, want extra handen zijn meer dan welkom.” ( stagebieder Manege S-hoeve, Boxtel)
Stagemakelaar Van de 68 gemeenten in Brabant hebben er 51 een vrijwilligersteunpunt. Deze steunpunten hebben contacten met een groot aantal maatschappelijke organisaties. De steunpunten zien de maatschappelijke stage als een mogelijkheid om jongeren bekend te maken met vrijwilligerswerk en hopen dat jongeren na hun maatschappelijke stage of op latere leeftijd opnieuw zullen kiezen voor het doen van vrijwilligerswerk. De vrijwilligersteunpunten kunnen aan scholen aanbieden om te bemiddelen bij het vinden van stageplaatsen, maar kunnen eventueel ook de voorbereiding en begeleiding van leerlingen op zich nemen. Naast de vrijwilligersteunpunten zijn er ook andere (commerciële) instellingen die aanbieden om te bemiddelen. Het is aan de scholen om te bepalen óf en zo ja wie ze willen inschakelen om maatschappelijke stageplaatsen te zoeken.
“Maatschappelijke stage geeft jongeren de kans een belangrijke kant van onze samenleving te ontdekken en daarvan te leren. En zo de toekomst van het vrijwilligerswerk te verjongen.” (projectmedewerker Steunpunt Vrijwilligerswerk)
Gemeente Alle gemeenten met een school voor voortgezet onderwijs krijgen van het rijk een extra bijdrage om scholieren te helpen bij het vinden van een maatschappelijke stageplek. Dit geld moet de gemeente inzetten voor de verdere ontwikkeling van een makelaarsfunctie voor maatschappelijke stage. De verwachting is dat veel gemeenten dit geld zullen inzetten om hun vrijwilligerssteunpunt te ondersteunen om deze coördinerende taak op zich te nemen.
De provincie ondersteunt de International Award for Young People reeds een aantal jaar bij haar activiteiten in de provincie Noord-Brabant. 2
6/11
5. Mogelijkheden voor een rol van de provincie Mogelijkheden voor een provinciale rol Op basis van vele gesprekken met mensen uit het veld en verschillende informatiebronnen ontstaat een breed palet aan mogelijkheden voor een provinciale rol op het terrein van maatschappelijke stages. In het schema dat hierna volgt wordt een breed overzicht gegeven van de verschillende manieren waarop de provincie een rol op zich zou kunnen nemen op het terrein van maatschappelijke stages. Het schema is opgesteld aan de hand van de vier hiervoor beschreven partijen: scholen, stagebieders, stagemakelaars en gemeenten. Per partij is aangegeven op welke manier de provincie een informerende, ondersteunende of stimulerende rol kan spelen (waarbij informeren een meer passieve en stimuleren een meer actieve houding veronderstelt). In paragraaf 6 wordt vervolgens een voorstel gedaan voor een concrete invulling van de provinciale rol.
7/11
Scholen Informerende rol 1. De provincie organiseert een provinciale startbijeenkomst over MaS3 in 2008. Doel: Kennisuitwisseling over de MaS, aanreiken van informatie om er mee aan de slag te gaan.
Ondersteunende rol 1. De provincie stelt voor 3 jaar 5 consulenten aan om scholen te ondersteunen bij de invoering van de MaS. 2. De provincie geeft opdracht aan een adviesbureau om scholen te ondersteunen bij het maken van een invoeringsplan MaS (verplicht vanaf 2010/2011).
Stimulerende rol 1. De provincie organiseert regionale ‘marktplaats bijeenkomsten’, waarbij op regionaal niveau stagebieders en scholen elkaar ontmoeten. 2. De provincie laat een ‘provinciaal introductiepakket MaS maken dat iedere Brabantse scholier ontvangt als voorbereiding op de MaS.
Stagebieders Informerende rol 1. De provincie informeert maatschappelijke organisaties op het terrein van sport, zorg, cultuur, milieu en ouderen waar de provincie mee samenwerkt over de MaS.
Informerende rol 1. In opdracht van de provincie informeert Stichting Zet4 de Brabantse steunpunten voor vrijwilligerswerk over de MaS en de rol die zij daarbij kunnen spelen.
Informerende rol 1. De provincie informeert gemeenten schriftelijk over de inzet van de provincie op het terrein van MaS.
3 4
Ondersteunende rol 1. De provincie biedt zélf maatschappelijke stageplaatsen aan, bijvoorbeeld door leerlingen mee te laten lopen met een statenlid.
Stagemakelaars Ondersteunende rol 1. De provincie heeft aan Stichting Zet voor 2008 reeds de opdracht gegeven om de Brabantse steunpunten voor vrijwilligerswerk te adviseren en ondersteunen bij het oppakken van een coördinerende rol voor MaS. Gemeenten Ondersteunende rol
Stimulerende rol 1. De provincie vraagt de provinciale steunfuncties om binnen hun netwerk organisaties te stimuleren tot het aanbieden van maatschappelijke stageplaatsen. 2. De provincie stimuleert bedrijven in Brabant om stageplaatsen aan te bieden en sluit hier convenanten over af. Stimulerende rol
Stimulerende rol 1. De provincie wijst gemeenten op de rol die de vrijwilligersteunpunten kunnen spelen op het terrein van MaS.
MaS: afkorting van Maatschappelijke Stages Zet is de provinciale steunfunctie op het terrein van Maatschappelijke Ontwikkeling.
8/11
6. Voorstel provinciale rol Hiervoor is een overzicht gegeven van de verschillende wijzen waarop de provincie een rol kan spelen op het terrein van maatschappelijke stages. Om versnippering tegen te gaan en de provinciale inzet herkenbaar te laten zijn, stellen wij voor een keuze te maken uit de hiervoor genoemde mogelijkheden. Ter onderbouwing van de te maken keuze wordt hierna eerst kort ingegaan op de uitkomsten van de uitgevoerde nulmeting naar maatschappelijke stages in het voortgezet onderwijs. Uitkomsten nulmeting maatschappelijke stages Om een beeld te krijgen van de huidige stand van zaken rondom maatschappelijke stages heeft de provincie een nulmeting laten uitvoeren bij het voortgezet onderwijs.5 (Een samenvatting van de nulmeting treft u aan in de bijlagen). Uit deze nulmeting blijkt dat ongeveer tweederde van de in totaal 206 scholen voor voortgezet onderwijs in Brabant ervaring heeft met het organiseren van stages (het gaat hierbij niet uitsluitend om maatschappelijke stages). Van de scholen die reeds bezig zijn met maatschappelijke stages, is er slechts een enkele school die haar leerlingen al een maatschappelijke stage van 72 uur laat lopen. Kortom: nagenoeg alle voorgezet onderwijs scholen in Brabant moeten nog toewerken naar een situatie waarin vanaf schooljaar 2010/2011 alle leerlingen een maatschappelijke stage van minimaal 72 uur kunnen lopen. 95% van de scholen geeft aan knelpunten te ervaren of te voorzien rondom het realiseren van de maatschappelijke stages. De top drie van knelpunten die het meest aangegeven worden is: a. Gebrek aan aanbod maatschappelijke stageplaatsen (60%) b. Tijdgebrek docenten (54%) c. Overlap met beroepsoriënterende stages (44%) Voorstel Op basis van de nulmeting en gesprekken met medewerkers van scholen en vrijwilligerscentrales, lijkt het realiseren van voldoende maatschappelijke stageplaatsen van (in totaal) minimaal 72 uur een probleem te vormen. Daarbij is het van belang stageplaatsen te creëren die uitdagend en inspirerend zijn voor de scholieren, alleen dan zal er een ervaring ontstaan die ‘beklijft’. Een bijbehorend probleem is de inzet van docenten: scholen geven aan dat het lastig is om docenten vrij te maken voor de organisatie en begeleiding van maatschappelijke stages (zeker gezien de verplichte onderwijstijd van 1040 uur). Op basis van bovenstaande stellen wij voor om als provincie te kiezen voor een inzet op twee manieren: I. Het genereren van maatschappelijke stageplaatsen II. Het ondersteunen van scholen bij de invoering van maatschappelijke stages I. Het genereren van maatschappelijke stageplaatsen Vanuit haar rol als middenbestuur heeft de provincie contacten met vele instellingen en bedrijven in de hele provincie. Op bestuurlijk niveau kan de provincie deze contacten gebruiken om zoveel mogelijk instellingen en bedrijven te enthousiasmeren en stimuleren om maatschappelijke stageplaatsen aan te bieden. Deze bestuurlijke oproep wordt vergezeld van een campagne waarmee aan instellingen en bedrijven duidelijk wordt gemaakt welke voordelen de maatschappelijke stage hen biedt. Over het aantal te realiseren maatschappelijke stageplaatsen kan de provincie afspraken maken die worden vastgelegd in een convenant. De provincie kan bij deze inzet samenwerken met gemeenten. De gemeenten kunnen hierbij gebruik maken van de provinciale campagne. Deze inzet moet leiden tot de realisatie van nieuwe stageplaatsen, zonder dat er sprake is van verdringing van de huidige (beroepsoriënterende) stages.
Deze nulmeting is uitgevoerd door stichting Zet, in samenwerking met K2 (beide provinciale steunfuncties). 5
9/11
Voordelen van deze inzet: het genereren van stageplaatsen door het afsluiten van convenanten leidt tot een concreet en zichtbaar resultaat deze rol past bij de functie van de provincie als middenbestuur gemeenten kunnen gebruik maken van de provinciale inzet (samen ontstaat er een grotere slagkracht) II. Het ondersteunen van scholen bij de invoering van maatschappelijke stages 95% van de voortgezet onderwijs scholen geeft aan knelpunten te ervaren of te voorzien rondom de maatschappelijke stages. Het organiseren, voorbereiden en begeleiden van een maatschappelijke stage voor alle leerlingen brengt een flinke hoeveelheid werk met zich mee, zeker in de opstartfase. Om concrete ondersteuning te kunnen bieden en te voorkomen dat iedere school voor zich het wiel uit moet vinden, stellen wij voor om voor een periode van 3 jaar 5 provinciale consulenten maatschappelijke stage aan te stellen(waarbij iedere consulent werkzaam is voor een bepaalde regio). De consulenten kunnen, voor een periode van drie jaar, in dienst komen bij de provinciale steunfunctie Stichting Zet. Stichting Zet ondersteunt, in opdracht van de provincie, de vrijwilligersteunpunten bij het oppakken van een coördinerende rol voor maatschappelijke stages. Op deze manier kunnen de consulenten bij hun werk gebruik maken van de contacten met de vrijwilligersteunpunten die Zet al heeft en van hun bredere netwerk en kennis op het terrein van vrijwilligerswerk. Deze vijf consulenten kunnen concrete ondersteuning bieden aan scholen, contacten leggen en onderhouden met vrijwilligersteunpunten en stagebieders en zorgdragen voor het uitwisselen van best practices in de provincie. Voordelen van deze inzet: De provinciale inzet is concreet en zichtbaar voor de scholen De consulenten bieden scholen vraaggerichte ondersteuning De consulenten beschikken over informatie, lespakketten en best practices Ervaringen die op een bepaalde plek worden opgebouwd kunnen snel worden uitgewisseld door de samenwerking van de vijf consulenten NB: De inzet van de consulenten voor 3 jaar is erop gericht om scholen te ondersteunen tijdens de invoering van de maatschappelijke stage van 72 uur. De inzet moet erop gericht zijn dat de scholen na drie jaar zelfstandig verder kunnen.
Het Nederlandse Rode Kruis en Campina hebben samen een maatschappelijke stageproject opgezet: het Klus Contact-project. Via dit project gaan leerlingen klusjes verrichten bij aan huis gebonden (oudere) mensen. Deze ouderen kunnen geen beroep doen op familie of kennissen en hebben bovendien vaak weinig aanspraak. Het Klus Contact-project slaat op deze manier een brug tussen ouderen en jongeren.
10/11
7. Financiële en personele aspecten Voor het speerpunt Voortijdig schoolverlaten en maatschappelijke stages is in totaal € 3 miljoen beschikbaar voor de periode 2008-2010, waarvan € 1 miljoen in 2008. Uitgaande van de keuze voor de bij punt 6 voorgestelde inzet is er voor de uitvoering van het onderdeel maatschappelijke stage een bedrag van € 100.000 nodig in 2008 en een bedrag van € 200.000 in 2009 en 2010. Voor de uitvoering van het speerpunt maatschappelijke stages is een formatie van 0,5 fte. bij de directie SCO beschikbaar. 8. Vervolg Op basis van de keuzes die u als commissie maakt aan de hand van deze startnotitie, kunnen wij de rol van de provincie op het terrein van maatschappelijke stages nader invullen. Deze nadere invulling krijgt vorm in een kaderstellende notitie die aan u zal worden voorgelegd. De provinciale inzet op het terrein van maatschappelijke stages wordt tevens opgenomen in het ‘Beleidskader Jeugd’ en de ‘Koepelnotitie samenleving, participatie en maatschappelijke ontwikkeling’, die in 2008 aan u worden voorgelegd. Bij de verdere uitwerking van uw keuzes zal Team Brabant betrokken worden. Wij zullen hen bijvoorbeeld vragen in welke sectoren de provincie vooral maatschappelijke stageplaatsen moet zien te genereren en op welke wijze de consulenten volgens hen de scholen het beste kunnen ondersteunen. Door in 2009 en 2011 een vervolg op de nulmeting maatschappelijke stages uit te laten voeren kan de voortgang in beeld worden gebracht.
's-Hertogenbosch, 22 januari 2008 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
11/11