Ouderen in Culemborg
Onderzoek onder 65-plussers in Culemborg, Terweijde en Rivierenland naar gezondheid, wonen en welzijn
GGD Rivierenland Oktober 2011
Colofon: Auteurs: Meta Moerman, GGD Rivierenland Esther Poort en Annemarie Venemans, De Onderzoekerij
Uitgave: GGD Rivierenland Postbus 6062 4000 HB Tiel
[email protected] www.ggdrivierenland.nl Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Culemborg
Overname van gegevens is toegestaan mits voorzien van bronvermelding. GGD Rivierenland: de gezondheidsdienst van de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Maasdriel, Neder-Betuwe, Neerijnen, Tiel en Zaltbommel.
Samenvatting De monitorcyclus en lokaal gezondheidsbeleid gemeenten Elk jaar onderzoekt de GGD, in opdracht van de gemeenten, de gezondheidssituatie van een leeftijdsgroep, zodat na vier jaar de totale bevolking in beeld is. Door het herhalen van de onderzoeken volgt de GGD de gezondheid van de bevolking en worden trends zichtbaar. Gemeenten zijn verplicht iedere vier jaar een nota gezondheidsbeleid te schrijven, gebaseerd op de gezondheidssituatie van de eigen inwoners. De gezondheidsmonitorcyclus helpt hen hierbij. Binnen de monitorcyclus is eind 2010 het ouderenonderzoek voor de tweede keer uitgevoerd. Deze rapportage beschrijft de resultaten van gemeente Culemborg. Op verzoek van de gemeente zijn in de wijk Terweijde extra vragenlijsten verspreid. Hierdoor is het mogelijk om voor deze wijk afzonderlijk resultaten te presenteren. Daarnaast bevat de rapportage de resultaten voor de gehele regio Rivierenland. Onderzoeksmethode Het onderzoek is in het najaar van 2010 uitgevoerd onder een willekeurig geselecteerde groep zelfstandig wonende 65-plussers in regio Rivierenland. Van de 2620 verstuurde vragenlijsten in de regio Rivierenland waren er 1555 bruikbaar voor analyse, waardoor de bruikbare respons voor de regio uitkomt op 59%. Voor de wijk Terweijde is de respons 51%, voor de rest van Culemborg 66% en voor totaal Culemborg 59%. De resultaten zijn representatief (naar leeftijd en geslacht) voor zelfstandig wonende ouderen, maar iets gunstiger dan in werkelijkheid: lager opgeleiden en ongezondere mensen doen minder vaak mee aan onderzoek. Wie zijn de ouderen? De groep van ongeveer 3700 zelfstandig wonende 65-plussers in Culemborg bestaat voor 57% uit vrouwen. Bijna één op de tien ouderen (9%) is van niet-Nederlandse herkomst. Een op de drie woont alleen. Zeventig procent van de ouderen is laag opgeleid (lager onderwijs, LBO of MAVO). Dertien procent van de ouderen heeft het voorgaande jaar moeite gehad met rondkomen en voor bijna een kwart van de 65-plussers in Culemborg is de AOW de enige inkomstenbron. Lichamelijke gezondheid Bij de beoordeling van de eigen gezondheid spelen naast lichamelijke gezondheid ook het sociaal en psychisch functioneren een rol. Hoe slechter iemand zijn of haar eigen gezondheid ervaart, hoe hoger de kans op overlijden. In Culemborg vindt 72% de eigen gezondheid (zeer) goed of uitstekend en 28% vindt de eigen gezondheid matig of slecht. In de gemeente Culemborg geeft 87% van de ouderen aan minstens één chronische aandoening te hebben. De drie meest voorkomende aandoeningen zijn: hoge bloeddruk, gewrichtsslijtage van heup/knie en suikerziekte. Van de ouderen in Culemborg wordt 57% door een chronische aandoening belemmerd bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden thuis, in werk of in vrije tijd. Eén op de drie ouderen heeft één of meer lichamelijke beperkingen: 27% in mobiliteit (bukken, dragen, lopen), 11% in het horen en 9% in het zien. Mede daardoor geeft 31% van de 65-plussers aan dat het uitvoeren van één of meer huishoudelijke werkzaamheden niet meer lukt. Het vaakst hebben ouderen moeite met zware huishoudelijke bezigheden (zoals ramen zemen) en met bedden verschonen.
1
In Culemborg heeft 17% van de ouderen in de afgelopen drie maanden een valongeval gehad. De meesten vallen in en om het huis. Van alle 65-plussers in Culemborg heeft 12% belangstelling voor een cursus valpreventie. Eén op de vijf ouderen (21%) gebruikte slaap- of kalmeringsmiddelen in de voorgaande twee weken. Veertien procent van alle ouderen slikt al langer dan 2 jaar deze middelen. Psychische gezondheid Geestelijke gezondheid wordt vaak gezien als de mate waarin psychische klachten afwezig zijn. Van de 65-plussers in Culemborg is 21% psychisch ongezond. Ook bij ouderen is er een groot verlies aan kwaliteit van leven door het risico op een angststoornis of depressie: 36% heeft een matig risico op een angststoornis of depressie en 4% een hoog risico. Een uiting van psychische ongezondheid is het hebben van een probleem dat dag en nacht bezighoudt: 23% heeft dit. Problemen die het vaakst genoemd worden, zijn problemen met de lichamelijke gezondheid (10%), zorg om (klein)kinderen (10%) en het overlijden van een naaste (6%). Leefstijl Een verandering in leefstijl kan ook op oudere leeftijd nog gezondheidswinst opleveren. De meeste ouderen beginnen de dag met een ontbijt (93%). Driekwart gebruikt dagelijks een warme maaltijd, 72% eet dagelijks fruit, 67% eet dagelijks groente en 79% eet minimaal een keer per week vis. Een op de vijf ouderen gebruikt vitamine D supplementen. Ruim 40% voldoet niet aan de vochtnorm; ze drinken te weinig. Bijna zes op de tien ouderen in Culemborg (59%) voldoen aan de beweegnorm: minimaal vijf dagen per week een half uur matig intensief bewegen. Een lichamelijke beperking is de belangrijkste reden om niet méér te bewegen dan men al doet. Overgewicht is vaak het gevolg van een verkeerde leefstijl. Van de ouderen in Culemborg heeft 63% overgewicht (46% overgewicht en 17% ernstig overgewicht). Tien procent van de ouderen rookt en ongeveer een vijfde (21%) van de 65-plussers drinkt meer dan de Gezondheidsraad adviseert (maximaal veertien glazen alcohol per week voor mannen en maximaal zeven glazen alcohol per week voor vrouwen). Twee procent van de 65-plussers in Culemborg heeft weleens vragen over seksualiteit, 16% vindt dat er meer aandacht moet zijn voor seksualiteit bij ouderen. Omgeving Bijna acht op de tien ouderen in Culemborg (79%) woont in een eengezinswoning of flat, 19% woont in woning voor ouderen (zelfstandige seniorenwoning, woongemeenschap voor ouderen, serviceflat, etc.) en 2% woont in een ander type woning. De helft van de ouderen (49%) woont in een koopwoning. Van de ouderen in Culemborg wil 19% verhuizen. Ook voor ouderen is een gezond binnenmilieu van belang. Echter, bijna de helft van de ouderen ventileert de woonkamer onvoldoende. Met het stijgen van de leeftijd wordt vervoer moeilijker. Negen procent van de ouderen heeft (bijna) altijd problemen met vervoer waardoor ze niet komen waar ze wel zouden willen zijn; 21% heeft soms te maken met deze vervoersproblemen.
2
Veiligheid is meer dan de afwezigheid van criminaliteit, het heeft ook te maken met het gevoel van veiligheid. Elf procent van de ouderen in Culemborg voelt zich overdag soms of vaak onveilig en 23% ´s avonds of ´s nachts. Blootstelling aan geluid vormt een belangrijk probleem voor de volksgezondheid in Nederland. In de vragenlijst is gevraagd in hoeverre men hinder ondervindt van verschillende geluidsbronnen. Ouderen ervaren vooral ernstige geluidshinder door brommers en scooters (9% van de ouderen in Culemborg). Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring wordt gepleegd. Hierbij kan het gaan om psychisch of emotioneel geweld, lichamelijk geweld, ongewenste seksuele toenadering en seksueel misbruik. In Culemborg geeft 4% van de 65-plussers aan (ooit) slachtoffer te zijn (geweest) van huiselijk geweld. Eenzaamheid komt voor onder alle leeftijden. In Culemborg is 7% van de zelfstandig wonende ouderen (zeer) ernstig eenzaam en 38% is matig eenzaam. Binnen het geheel van zorg neemt informele zorg of mantelzorg een belangrijke plaats in. Zestien procent van de ouderen ontvangt momenteel mantelzorg. De mantelzorg bestaat vooral uit hulp in huishouding, financiële administratie en begeleiding en vervoer. Twaalf procent van de ouderen geeft momenteel zelf mantelzorg. Voorzieningen Een goed functionerend en adequaat aanbod van welzijnsvoorzieningen stelt oudere mensen niet alleen in staat om deel te blijven nemen aan maatschappelijke activiteiten, maar stelt ouderen ook in staat om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Ouderen in Culemborg maken vooral gebruik van hulp bij administratieve en financiële activiteiten, recreatieve/culturele en sportactiviteiten voor ouderen en van vervoersvoorzieningen. Voor een aantal voorzieningen geldt dat er relatief veel ouderen zijn die aangeven de voorziening niet te gebruiken, terwijl men er wel behoefte aan heeft. Het gaat hierbij om bewegingsactiviteiten voor ouderen, hulp van een vrijwilliger, vervoer naar voorzieningen en personenalarmering. Over het algemeen zijn de meeste ouderen wel bekend met de diensten waarnaar is gevraagd. Het minst bekend zijn de ouderenadviseur en de mogelijkheid om ondersteuning te krijgen bij mantelzorg. Om gebruik te kunnen maken van dit aanbod, moeten ouderen weten waar ze terecht kunnen voor een bepaalde voorziening. Van de Thuiszorg en activiteiten voor ouderen is dit het meest bekend bij de ouderen, bij schuldhulpverlening en de ouderenadviseur of -voorlichter is dit het minst bekend. Dat voorzieningen op een acceptabele afstand van het woonadres beschikbaar zijn, kan helpen om ouderen zelfstandig naar deze voorzieningen toe te laten gaan. Veel voorzieningen zijn echter volgens ouderen te ver weg: gemeenteloket (25%), bank (23%), zorgloket (21%) en de bibliotheek (21%). Gezondheidsverschillen Bij de analyses van de resultaten is bekeken of er verschillen bestaan tussen: a) ouderen uit de wijk Terweijde en ouderen uit de gemeente Culemborg; b) ouderen uit de gemeente Culemborg en ouderen uit de hele regio Rivierenland. In het algemeen zullen gevonden percentages van de groepen altijd wel iets van elkaar verschillen. In deze rapportage is alleen over verschillen gesproken als de percentages minstens 5% van elkaar verschillen.
3
Verschillen tussen ouderen in de wijk Terweijde en Culemborg Ouderen in de wijk Terweijde wijken op twee achtergrondkenmerken af van ouderen in Culemborg: ze zijn vaker gescheiden (11% vs. 6%) en hebben vaker een niet-Nederlandse herkomst (14% vs. 9%). Ook verschilt de woonsituatie van ouderen in Terweijde op twee punten met ouderen in Culemborg: ze wonen vaker in een huurwoning (80% vs. 51%) en wonen minder vaak in een woning voor ouderen (12% vs. 19%). Onderstaande tabel geeft de overige opvallende verschillen weer. Opvallende verschillen tussen Culemborg en Terweijde
Ervaren gezondheid matig/slecht Belemmerd door langdurige aandoening(en) Beperkt in mobiliteit Slaap-/kalmeringsmiddelen in afgelopen twee weken Matig/hoog risico op angststoornis en/of depressie Ventileert woonkamer voldoende Ventileert badkamer voldoende Voelt zich overdag wel eens onveilig Voelt zich ’s avonds/’s nachts wel eens onveilig Ernstige geluidshinder van verkeer < 50 km/u Weet waar men personenalarmering kan aanvragen Postkantoor te ver weg Bank te ver weg Bibliotheek te ver weg ** gunstig verschil • ongunstig verschil
Culemborg (%) 28 57 27 21 40 48 45 11 23 4 50 19 23 21
Terweijde (%) 36 • 63 • 32 • 15 ** 46 • 54 ** 34 • 18 • 30 • 9• 45 • 28 • 28 • 30 •
Verschillen tussen ouderen in Culemborg en Rivierenland Ouderen in Culemborg zijn vaker van niet-Nederlandse herkomst dan ouderen in Rivierenland (9% vs. 4%). Ook verschilt de woonsituatie van ouderen in Culemborg met die van ouderen in Rivierenland: zij wonen vaker in een huurwoning (51% vs. 42%). Onderstaande tabel geeft de overige opvallende verschillen weer. Opvallende verschillen tussen Rivierenland en Culemborg
Eén of meer langdurige aandoeningen Heeft soms/altijd problemen met vervoer Heeft verhuiswens Weet waar men personenalarmering kan aanvragen Weet waar men activiteiten voor ouderen kan aanvragen Eet minimaal één keer per week vis Polikliniek te ver weg Winkels te ver weg Gemeenteloket te ver weg Zorgloket te ver weg Bank te ver weg Geldautomaat te ver weg ** gunstig verschil • ongunstig verschil 4
Rivierenland (%) 82 24 24 44 62 74 29 10 38 31 32 12
Culemborg (%) 87 • 29 • 19 ** 50 ** 67 ** 79 ** 11 ** 3 ** 25 ** 21 ** 23 ** 7 **
Inhoudsopgave Samenvatting
1
Inhoudsopgave
5
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Gemeentelijke verantwoordelijkheid 1.2 Doelstelling ouderenmonitor 2010-2011
7 7 7
Hoofdstuk 2 Methode en respons 2.1 Onderzoekspopulatie 2.2 Onderzoeksopzet 2.3 Vragenlijst 2.4 Respons 2.5 Weging 2.6 Gegevensverwerking en analyse 2.7 Leeswijzer
9 9 9 10 10 10 10 11
Hoofdstuk 3 Achtergrondkenmerken 3.1 Inleiding 3.2 Geslacht en leeftijd 3.3 Burgerlijke staat en samenstelling huishouden 3.4 Opleiding 3.5 Etniciteit 3.6 Financiële situatie
12 12 12 13 14 14 15
Hoofdstuk 4 Lichamelijke gezondheid 4.1 Ervaren gezondheid 4.2 Ziekten en aandoeningen 4.3 Beperkingen 4.4 Valongevallen 4.5 Slaap- en kalmeringsmiddelen
17 17 18 19 21 22
Hoofdstuk 5 Psychische gezondheid 5.1 Psychische gezondheid op basis van de MHI-5 5.2 Risico op angststoornissen en depressie 5.3 Ervaren problemen 5.4 Regie over eigen leven
23 23 24 24 25
Hoofdstuk 6 Leefstijl 6.1 Voeding 6.2 Bewegen 6.3 Overgewicht 6.4 Roken 6.5 Alcoholgebruik 6.6 Seksualiteit
26 26 28 30 30 31 31
Hoofdstuk 7 Omgeving 7.1 Woonsituatie en verhuiswens
33 33
5
7.2 Binnenmilieu 7.3 Vervoer 7.4 Ervaren veiligheid 7.5 Geluidshinder 7.6 Huiselijk geweld 7.7 Eenzaamheid 7.8 Mantelzorg ontvangen en geven
34 34 35 36 37 37 38
Hoofdstuk 8 Voorzieningen 8.1 Gebruik en behoefte voorzieningen 8.2 Bekendheid voorzieningen 8.3 Bereikbaarheid voorzieningen
40 40 41 42
Hoofdstuk 9 Trends en verschillen in gezondheid 9.1 Vergelijking gezondheid ouderen in de regio nu en in 2005 9.2 Gezondheidsverschillen hoog- en laagopgeleiden
44 44 44
Hoofdstuk 10 Conclusie en aanbevelingen
47
Overzichtstabel met de belangrijkste resultaten
49
Referenties
51
Bijlagen: Tabellenboek Vragenlijst
6
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Gemeentelijke verantwoordelijkheid De Wet publieke gezondheid (Wpg) verplicht gemeenten actief te zijn op het gebied van de volksgezondheid. Aan de Wpg is een specifiek artikel over de ouderengezondheidszorg toegevoegd, dat per 1 juli 2010 in werking is getreden. In artikel 5a is de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor preventief gezondheidsbeleid voor ouderen vastgelegd. In de woorden van de toenmalige minister van Volksgezondheid (de heer Klink) draagt de gemeente daarmee zorg voor het monitoren, signaleren en voorkomen van gezondheidsproblemen bij ouderen boven de 65 jaar. Op grond van de Wpg dient elke gemeenteraad elke 4 jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid vast te stellen. De nota moet gebaseerd zijn op inzicht in de gezondheidssituatie van de lokale bevolking die op gestandaardiseerde wijze en middels epidemiologische analyses verkregen wordt. De uitvoering van epidemiologisch onderzoek is door gemeenten weggezet bij hun GGD. De GGD’en in Gelderland en Overijssel geven gezamenlijk vorm aan deze taak in de vorm van een monitorcyclus (tabel 1). Door deze samenwerking kan efficiënter gewerkt worden, zijn de uitkomsten onderling vergelijkbaar en is er een referentiecijfer beschikbaar. Omdat de problematiek in de verschillende leeftijdsgroepen (kinderen, jeugd, volwassenen en ouderen) verschilt, worden er vier verschillende monitors uitgevoerd. Door de monitors te herhalen kunnen veranderingen in de gezondheid van de bevolking worden gesignaleerd en worden trends zichtbaar. In dit kader werd in het najaar van 2010 de ouderenmonitor onder 65-plussers voor de tweede keer uitgevoerd. In 2005 werd de eerste ouderenmonitor uitgevoerd. Tabel 1: Monitorcyclus Jaar Monitor 2003 E-MOVO, jeugdmonitor 2005 Ouderenmonitor 2007 E-MOVO, jeugdmonitor 2008 Volwassenenmonitor 2009 Kindermonitor 2010 Ouderenmonitor 2011 E-MOVO, jeugdmonitor
Doelgroep klas 2 en 4 van het VO zelfstandig wonende 65-plussers klas 2 en 4 van het VO 19 t/m 64 jaar 0 t/m 11 jaar zelfstandig wonende 65-plussers klas 2 en 4 van het VO
1.2 Doelstelling ouderenmonitor 2010-2011 Het doel van het onderzoek is het bieden van inzicht in de gezondheid van zelfstandig wonende ouderen in de leeftijd van 65 jaar en ouder in Rivierenland en in factoren die de gezondheid beïnvloeden. Hiermee wil de GGD een constructieve bijdrage leveren aan het regionale, lokale én integrale gezondheidsbeleid. Ouderen die in instellingen wonen vallen buiten het bereik van dit onderzoek, omdat de preventieve gezondheidszorg voor ouderen zoals beschreven in de Wpg zich in eerste instantie niet richt op deze groep ouderen.
7
De term ‘gezond ouder worden’ (‘healthy ageing’) staat centraal in de preventieve gezondheidszorg voor ouderen. ‘Gezond ouder worden’ staat voor het proces waarin de kansen op lichamelijke, sociale en geestelijke gezondheid worden geoptimaliseerd zodat ouderen actief aan de samenleving kunnen deelnemen en een onafhankelijk leven kunnen leiden met een goede levenskwaliteit. Het gaat bij gezond ouder worden niet alleen om het voorkomen en uitstellen van ziekten en sterfte, maar vooral ook om het voorkómen en terugdringen van beperkingen in het functioneren en het bevorderen van de zelfredzaamheid, participatie en een goede kwaliteit van leven (Zantinge et al., 2011).
8
Hoofdstuk 2 Methode en respons 2.1 Onderzoekspopulatie De ouderenmonitor is uitgevoerd in alle 9 gemeenten in regio Rivierenland. Onder ouderen in de leeftijd van 65 jaar of ouder is een gezondheidsvragenlijst verspreid. Met behulp van de gemeentelijke basisadministratie is hiervoor een aselecte steekproef getrokken. Tabel 2 geeft het aantal 65-plussers in de gemeente Culemborg, Terweijde en de regio Rivierenland weer. Tabel 2: Aantal 65-plussers in Culemborg, Terweijde en Rivierenland Man Vrouw
Totaal
Culemborg Terweijde Rivierenland
3883 999 29316
1687 433 13003
2196 566 16313
Uit elke gemeente zijn naar rato 65-plussers in de steekproef opgenomen, zodat betrouwbare uitspraken op regioniveau kunnen worden gedaan. Voor de gemeente Culemborg is de steekproef extra opgehoogd om ook op wijkniveau voor Terweijde betrouwbare uitspraken te kunnen doen. In de gemeente Culemborg zijn in totaal 1120 vragenlijsten verspreid (520 in de Terweijde en 600 in de rest van Culemborg). In totaal zijn in regio Rivierenland 2620 vragenlijsten uitgezet.
2.2 Onderzoeksopzet Voor het versturen van de uitnodiging om deel te nemen aan deze monitor, is een bestand met naam en adres van de personen in de steekproef aan een extern bedrijf toevertrouwd dat zorg droeg voor de verzending. Aan alle personen uit dit aanschrijfbestand is op 29 september 2010 de eerste uitnodiging verzonden om deel te nemen aan het onderzoek. Iedereen ontving een uitnodigingskaart met daarop een inlogcode om via internet de vragenlijst in te vullen. Na het invullen van de digitale vragenlijst kregen de respondenten een persoonlijk leefstijladvies gericht op gezond ouder worden en vitaal blijven. Aan de hand van de inlogcode, die de deelnemers invoerden bij het invullen van de vragenlijst, kon worden bijgehouden welke personen hadden deelgenomen aan het onderzoek. Deze personen werden vervolgens verwijderd uit het aanschrijfbestand. Tevens werden de personen die (telefonisch) te kennen gaven niet te willen deelnemen aan het onderzoek en de personen waarvan het adres onjuist bleek te zijn uit het aanschrijfbestand verwijderd. Aan de resterende personen in het aanschrijfbestand werd half oktober een herinneringsbrief gestuurd, waarbij een schriftelijke vragenlijst werd toegevoegd, zodat men naast de digitale mogelijkheid ook de mogelijkheid kreeg de vragenlijst op schrift in te vullen. Tot slot is half november een tweede herinnering verstuurd om nogmaals te vragen of men bereid was deel te nemen aan het onderzoek. De teruggestuurde vragenlijsten zijn door het externe bedrijf ingescand. Door de GGD zijn deze ingescande vragenlijsten samen met de ingevulde digitale vragenlijsten verwerkt tot een databestand, waarin alleen de antwoorden van de respondenten op de vragenlijsten zijn opgenomen, dus geen naam en adresgegevens, zodat de privacy van de deelnemers is gewaarborgd.
9
2.3 Vragenlijst De vragenlijst bestond uit een basis en een keuzegedeelte. Het basisgedeelte bestond uit vragen waarover een hoge mate van consensus bestond tussen de GGD’en onderling en waarvan ook een sterke relevantie voor toekomstig beleid uitgaat. Daarnaast werden ook indicatoren van de inspectie Openbare Gezondheidszorg opgenomen. Het keuzegedeelte werd bepaald door de wensen van de 81 gemeenten in Oost-Nederland. Dit resulteerde in één vragenlijst voor GGD IJsselland en één vragenlijst voor de overige GGD’en, waaronder GGD Rivierenland. Indien aanwezig is gebruik gemaakt van standaardvraagstellingen van de Lokale en Nationale Monitor. De vragenlijst bestond uit vragen over de volgende onderwerpen: achtergrondkenmerken, lichamelijke gezondheid, zelfredzaamheid en zorg, vervoer, welzijn, mantelzorg ontvangen, mantelzorg geven, welzijnsvoorzieningen, sociale omgeving en vrije tijd, gedrag en leefstijl, negatieve ervaringen in huiselijke kring, woonsituatie en financiële situatie.
2.4 Respons Van de 2620 verstuurde vragenlijsten in de regio Rivierenland waren er 1555 bruikbaar voor analyse, waardoor de bruikbare respons voor de regio uitkomt op 59%. Hiervan heeft een kwart de vragenlijst digitaal ingevuld en driekwart schriftelijk. Voor de wijk Terweijde is de respons 51%, voor de rest van Culemborg 66% en voor totaal Culemborg 59%.
2.5 Weging Om de uitkomsten van de respondenten representatief te maken voor de gehele onderzoekspopulatie worden de gegevens gecorrigeerd. De gegevens van de respondenten worden daarvoor gewogen naar de werkelijke geslachts- en leeftijdsverdeling van de bevolking van 65 jaar en ouder in de gemeente. De responspopulatie is zo in overeenstemming met de daadwerkelijke populatie in de gemeente Culemborg en de wijk Terweijde. Daarnaast is door de ophoging van de steekproef in de wijk Terweijde de gemeente Culemborg oververtegenwoordigd in de steekproef voor de gehele regio Rivierenland. Om van de regio een representatief beeld te geven moeten de gegevens ook gecorrigeerd worden door weging. Alle analyses zijn dan ook uitgevoerd op een ‘gewogen’ bestand. In dit rapport en in het tabellenboek worden gewogen prevalenties gepresenteerd.
2.6 Gegevensverwerking en analyse De resultaten in deze rapportage worden weergegeven in percentages. Het kan door afronding voorkomen dat de percentages in de figuren en tabellen niet precies optellen tot 100%. De resultaten in het tabellenboek zijn weergegeven naar leeftijd en geslacht en opleiding. Deze rapportage beschrijft de resultaten van gemeente Culemborg. Op verzoek van de gemeente zijn in de wijk Terweijde extra vragenlijsten verspreid. Hierdoor is het mogelijk om voor deze wijk afzonderlijk resultaten te presenteren. Daarnaast bevat deze rapportage de resultaten voor de gehele regio Rivierenland. Bij de beschrijving van de resultaten wordt telkens bekeken of er verschillen bestaan tussen: a) de wijk Terweijde en de gemeente Culemborg b) de gemeente Culemborg en de hele regio Rivierenland. Daarnaast maken we in deze rapportage waar mogelijk en relevant onderscheid naar leeftijd (65-75, 75+) en geslacht. 10
In het algemeen zullen gevonden percentages van de groepen altijd wel iets van elkaar verschillen. In deze rapportage wordt alleen over verschillen gesproken als de percentages minstens 5% van elkaar verschillen. De analyses zijn gedaan met het statistische pakket SPSS voor Windows versie 17.0 en 18.0.
2.7 Leeswijzer Deze rapportage beschrijft de resultaten van de ouderenmonitor 2010-2011 voor de gemeente Culemborg en specifiek voor de wijk Terweijde. Het rapport begint met een samenvatting, voor de snelle lezer biedt deze een volledig (kort) overzicht van de resultaten. De eerste hoofdstukken beschrijven de doelstelling, opzet en methode van de ouderenmonitor. Vanaf hoofdstuk 3 volgen achtereenvolgens de hoofdstukken met resultaten, te beginnen met de achtergrondkenmerken. In hoofdstuk 9 ‘Trends en verschillen’ wordt de gezondheid van ouderen nu vergeleken met die in 2005. Ook worden verschillen samenhangend met sociaaleconomische positie beschreven. Hoofdstuk 10 beschrijft de conclusies. Een overzichtstabel en een tabellenboek sluiten dit rapport af.
11
Hoofdstuk 3 Achtergrondkenmerken 3.1 Inleiding Gezondheid is gerelateerd aan verschillende achtergrondkenmerken. Het gaat hierbij om: • Leeftijd: de (ervaren) gezondheid neemt af met de leeftijd. • Geslacht: sommige aandoeningen komen bij vrouwen meer voor dan bij mannen en omgekeerd. • Samenstelling huishouden: alleenstaanden hebben vaker een minder goede gezondheid dan ouderen die samenwonen met een partner. • Sociaaleconomische positie: laag opgeleide ouderen en ouderen met een laag inkomen hebben vaker een minder goede gezondheid dan hoog opgeleide ouderen en ouderen met een hoog inkomen. • Etniciteit: allochtone ouderen hebben vaker een slechtere gezondheid dan autochtone ouderen. Demografische kenmerken spelen een belangrijke rol bij het verklaren van verschillen in gezondheid, welzijn, zorgconsumptie en -behoefte. Met het stijgen van de leeftijd verandert de samenstelling van de bevolking. Het aandeel vrouwen en het aantal alleenstaanden neemt toe naarmate de groep ouder wordt. Het opleidingsniveau is gemiddeld genomen lager dan dat van jongere leeftijdsgroepen en een aanzienlijke groep ouderen heeft een laag inkomen. In dit hoofdstuk worden de achtergrondkenmerken geslacht, leeftijd, burgerlijke staat, samenstelling huishouden, opleiding, etniciteit en financiële situatie beschreven.
3.2 Geslacht en leeftijd Het onderzoek is uitgevoerd onder zelfstandig wonende ouderen van 65 jaar en ouder. Door weging is de onderzoeksgroep representatief gemaakt voor de samenstelling van de ouderenpopulatie wat betreft leeftijd en geslacht. Geschat wordt dat in Culemborg bijna 3700 65-plussers zelfstandig wonen.
Op 1 januari 2010 telde Nederland bijna 2,6 miljoen 65-plussers. Bijna 16% van de bevolking was op dat moment ouder dan 65 jaar. Van alle 65-plussers is meer dan een kwart 80 jaar of ouder, wat neerkomt op 4% van de bevolking. Van alle ouderen is 43% man en 57% vrouw. Hoe hoger de leeftijd, hoe groter het aandeel vrouwen in de bevolking. Ongeveer 95% van de ouderen in Nederland woont zelfstandig (Zantinge et al., 2011). Volgens de prognose van het CBS zullen er in 2020 3,4 miljoen 65-plussers zijn, waarvan 0,8 miljoen 80-plussers (een kwart van de ouderen). Het CBS voorspelt verder dat in 2050 een kwart van de Nederlandse bevolking ouder dan 65 jaar is. Niet alleen worden we gemiddeld ouder, ook de groep oudste ouderen groeit gestaag. Het aandeel 80-plussers binnen de groep ouderen zal stijgen van 26% in 2009 tot 40% in 2050. Onderstaande tabel geeft de samenstelling weer van de onderzoeksgroep naar leeftijd en geslacht. Omdat dit gewogen percentages zijn, komen de cijfers voor de groep respondenten overeen met de daadwerkelijke verdeling van leeftijd en geslacht in Culemborg, Terweijde en Rivierenland.
12
Tabel 3: Samenstelling 65-plussers naar geslacht en leeftijd (%) Culemborg (%) Geslacht Man 43 Vrouw 57 Leeftijd 65-75 jaar 75-80 jaar
57 44
Terweijde (%)
Rivierenland (%)
43 57
44 56
60 40
58 42
3.3 Burgerlijke staat en samenstelling huishouden Om een beeld te krijgen van de leefsituatie van ouderen is gekeken naar de burgerlijke staat en het aantal personen waaruit een huishouden bestaat. Ouderen (50-79 jarigen) die gescheiden, verweduwd of nooit gehuwd zijn, hebben een slechtere gezondheid dan gehuwde ouderen. Dit geldt voor zowel de fysieke als psychische gezondheid. Een verklaring voor de slechtere gezondheid is dat gescheiden ouderen en ouderen zonder partner geen steun en toeverlaat hebben bij hun (gezondheid)problemen, wat een negatieve invloed heeft op de gezondheid (Wingen & Otten, 2009). Relatief veel ouderen zijn alleenstaand. Binnen de groep 65-plussers in Nederland was op 1 januari 2009 het merendeel van de mannen (75%) gehuwd. Het aandeel gehuwden onder vrouwen was een stuk kleiner (45%). Bij ouderen is de sterfte van de partner de belangrijkste oorzaak van het alleen staan. Voor vrouwen speelt dit aanzienlijk meer dan voor mannen, omdat mannen op jongere leeftijd overlijden dan vrouwen en omdat mannen bovendien meestal een paar jaar ouder zijn dan hun partner. Er zijn bijna drie keer zoveel alleenstaande vrouwen als mannen van 65 jaar en ouder. Tabel 4: Samenstelling onderzoeksgroep naar burgerlijke staat en huishoudsamenstelling (%) Culemborg Terweijde Rivierenland (%) (%) (%) Burgerlijke staat gehuwd / geregistreerd partnerschap 65 59 63 Samenwonend 2 2 2 ongehuwd, nooit gehuwd geweest 2 4 3 gescheiden, gescheiden levend 6 11 5 weduwe, weduwnaar 25 25 28 Huishoudsamenstelling Eén persoons huishouden (=alleenwonend)
32
36
34
Uit de tabel blijkt dat ouderen in Terweijde in vergelijking met Culemborg minder vaak gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben. Ouderen in Terweijde zijn daarentegen vaker gescheiden. Hiermee samenhangend lijkt ook het percentage eenpersoonshuishoudens in Terweijde wat hoger te liggen dan gemiddeld in Culemborg. Zoals kan worden verwacht, zijn er aanzienlijke verschillen tussen mannen en vrouwen. Vrouwen zijn veel vaker weduwe dan mannen (37% van de vrouwen is weduwe en 9% van de mannen is weduwnaar) en wonen ook veel vaker alleen dan mannen 13
(46% vs. 14%). Ook wat betreft leeftijd zijn er aanzienlijke verschillen. Van de 65-74 jarigen is 12% weduwe/weduwnaar en woont 20% alleen, bij de 75-plussers zijn deze percentages opgelopen tot 42% (weduwe/weduwnaar) en 47% (alleen wonend).
3.4 Opleiding Opleiding geeft een indicatie voor de sociaaleconomische positie van de ouderen. Verschillen in opleidingsniveau hangen samen met verschillen in gezondheid, zowel wat betreft levensverwachting als gezonde levensjaren. De levensverwachting van mannen met alleen lagere school is 74,1 jaar en mannen met een hbo- of wetenschappelijke opleiding leven gemiddeld 81,4 jaar. Laagopgeleide vrouwen hebben een levensverwachting van 78,9 jaar, terwijl hoger opgeleide vrouwen gemiddeld 85,3 jaar leven (Verweij & van der Lucht). Het opleidingsniveau neemt af met het stijgen van de leeftijd. Gemiddeld hebben mannen een hoger opleidingsniveau dan vrouwen. Het verschil in opleidingsniveau wordt groter met het toenemen van de leeftijd. In het onderzoek is gevraagd naar de hoogst genoten opleiding van de ouderen. Het opleidingsniveau is vervolgens ingedeeld in drie categorieën: laag (geen opleiding, alleen lager onderwijs, LBO of MAVO), midden (MBO/HAVO/VWO) en hoog (HBO en WO).
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% Figuur 1: Hoogst genoten opleiding van de ouderen (%) Uit de figuur is af te lezen dat 70% van de ouderen in Culemborg laag opgeleid is. Vijftien procent van de ouderen is hoog opgeleid. Dit percentage lijkt in de wijk Terweijde iets lager te liggen, daar is 11% van de ouderen hoog opgeleid. Vrouwen zijn vaker laag opgeleid dan mannen (81% vs. 55%). De groep 65-75 jarigen is vaker hoog opgeleid dan de 75-plussers (18% vs. 12%).
3.5 Etniciteit Om inzicht te krijgen in de etniciteit van de doelgroep is gevraagd naar het geboorteland van de respondent zelf en naar het geboorteland van diens ouders.
14
De gezondheidstoestand van allochtonen is over het algemeen minder goed dan die van autochtone Nederlanders. Er blijken echter wel enkele uitzonderingen te bestaan, zowel wat betreft gezondheidsprobleem als herkomstgroep. Ook het zorggebruik van allochtonen wijkt af van dat van autochtone Nederlanders, maar niet altijd ten nadele van allochtonen. Verschillen in het zorggebruik tussen allochtone en autochtone Nederlanders variëren sterk tussen het soort zorgvoorziening en tussen herkomstgroepen (Verweij et al., 2010). In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de definitie van het CBS om iemand als allochtoon of autochtoon te classificeren. Volgens die definitie wordt iemand tot de allochtone bevolkingsgroep gerekend wanneer ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Een persoon wordt gerekend tot de autochtone bevolkingsgroep als beide ouders in Nederland zijn geboren ongeacht het geboorteland van de persoon zelf. In 2010 waren er op het totaal van ruim 2,5 miljoen 65-plussers: 313 743 allochtone ouderen (178 328 eerste generatie allochtoon) en 2 224 585 autochtone ouderen. Dit betekent dat van de ouderen in Nederland 12,4% allochtoon is (CBS, 2010). Tabel 5 geeft de samenstelling weer van de onderzoeksgroep naar etnische afkomst. Tabel 5: Samenstelling onderzoeksgroep naar etnische afkomst (%) Culemborg Terweijde (%) (%) Nederlands 91 87 Antilliaans/Arubaans 0 0 Marokkaans 1 2 Anders 3 2 Nederlands-Indië 5 9
Rivierenland (%) 96 0 1 2 2
Bijna één op de tien ouderen (9%) in Culemborg is van niet-Nederlandse afkomst. Dit percentage lijkt in de wijk Terweijde iets hoger te liggen (14%). Ouderen in de wijk Terweijde zijn vooral vaker van Nederlands-Indische herkomst. In de gehele regio Rivierenland ligt het percentage ouderen van nietNederlandse afkomst lager dan in Culemborg.
3.6 Financiële situatie In de vragenlijst is niet het precieze inkomen van de respondenten nagevraagd, omdat deze vraag vaak niet wordt ingevuld en leidt tot een lagere respons. In plaats daarvan is gevraagd naar de moeite die men heeft om rond te komen met het eigen inkomen en of het (gezamenlijk) inkomen bestaat uit alleen een AOW-uitkering. Tabel 6: Percentage ouderen dat moeite heeft met rondkomen en percentage ouderen dat alleen AOW krijgt Culemborg Terweijde Rivierenland (%) (%) (%) AOW als enige inkomstenbron 22 26 24 Heeft moeite met rondkomen 13 15 11 Voor 22% van de ouderen in Culemborg is de AOW de enige inkomstenbron. Dit percentage lijkt in de wijk Terweijde iets hoger te liggen, daar dient 26% van de ouderen rond te komen van de AOW. 15
Er is geen opvallend verschil tussen Culemborg en Terweijde wat betreft het percentage ouderen dat aangeeft moeite heeft om rond te komen. Ook ligt dit percentage voor Culemborg en Rivierenland dicht bij elkaar. Vrouwen hebben duidelijk een slechtere inkomenspositie: 27% van de vrouwen dient rond te komen van alleen AOW vs. 15% van de mannen.
16
Hoofdstuk 4 Lichamelijke gezondheid Met het toenemen van de leeftijd neemt de kans op het krijgen van ziekten en beperkingen toe. Vaak hangt het optreden van een ziekte samen met één of meer beperkingen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de lichamelijke gezondheid van ouderen in Culemborg. Allereerst is gekeken naar het oordeel van de oudere over de eigen gezondheid (4.1). Vervolgens wordt dit oordeel in perspectief gezet door te kijken naar chronische ziekten en aandoeningen (4.2) en beperkingen (4.3) die ouderen hebben. Paragraaf 4.4 beschrijft het voorkomen van valongevallen bij ouderen en het hoofdstuk wordt afgesloten met een beschrijving van het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen (4.5).
4.1 Ervaren gezondheid Ervaren gezondheid, ook wel subjectieve gezondheid of gezondheidsbeleving genoemd, weerspiegelt het oordeel over de eigen gezondheid van de oudere. Vragen naar de ervaren gezondheid van volwassenen is eigenlijk een vraag naar de gezondheidsbeleving van een persoon. Wie positief oordeelt over de eigen gezondheid heeft vaak ook een ‘gezonde’ houding ten aanzien van het eigen welbevinden. Hoewel de lichamelijke gezondheid voor veel mensen zwaarwegend is, spelen sociaal en psychisch functioneren veelal ook een rol in het oordeel over de eigen gezondheid. Dat totale oordeel geeft een indicatie over hoe men wat gezondheid betreft in het leven staat. Hoe slechter iemand zijn of haar eigen gezondheid ervaart, hoe hoger de kans op overlijden (Deeg, 2009). Uit landelijke cijfers van het CBS blijkt dat ongeveer de helft van de Nederlanders boven de 75 jaar zich (zeer) gezond voelt. Dit geldt zowel voor mannen als voor vrouwen. In de leeftijdsgroep 65-75 jaar ligt dit percentage nog iets hoger: rond de 60%. Hoewel veel ouderen gezondheidsproblemen hebben, beoordelen zij hun eigen situatie niet als ongezond. Men accepteert dat een verslechtering van de gezondheid bij de leeftijd hoort. De ervaren gezondheid lijkt niet zozeer samen te hangen met de aan- of afwezigheid van ziekten, maar meer met factoren die te maken hebben met welbevinden, zingeving, sociale contacten, veerkracht en de mate waarin men in staat is zelf problemen op te lossen.
Figuur 2: Percentage ouderen dat de eigen gezondheid als zeer goed/uitstekend, goed of matig/slecht ervaart
17
Uit de figuur blijkt dat de ervaren gezondheid in Terweijde slechter is dan in de rest van de gemeente Culemborg (36% vs. 28% ervaart de eigen gezondheid als matig tot slecht). De groep 75-plussers ervaart de eigen gezondheid vaker als matig tot slecht dan de groep 65-74 jarigen (37% vs. 22%).
4.2 Ziekten en aandoeningen Het vóórkomen van ziekten en aandoeningen in een bevolking is een maat voor de gezondheidstoestand van die bevolking. Landelijk heeft van alle 65-plussers ongeveer de helft een chronische ziekte. Vrouwen hebben vaker een chronische aandoening dan mannen. Het geschatte percentage ouderen met één of meerdere chronische ziekten (inclusief hoge bloeddruk en een hoge cholesterolwaarde) ligt rond de 60%. Op basis van huisartsenregistraties zijn schattingen gemaakt van het aantal mensen met een bepaalde chronische ziekte of aandoening. Hieruit bleek dat gezichtsstoornissen het meest voorkomen bij ouderen. In 2007 hadden ongeveer 450.000 ouderen een gezichtsstoornis; in driekwart van de gevallen betrof dit staar. Vooral vrouwen lijden aan gezichtsstoornissen. Andere veelvoorkomende ziekten bij ouderen zijn coronaire hartziekten, artrose, diabetes en slechthorendheid. Ruim de helft van alle ouderen met een coronaire hartziekten is man. Artrose en diabetes daarentegen komen meer bij vrouwen voor. Slechthorendheid komt ongeveer even vaak bij mannen, als bij vrouwen voor. Van de chronische ziekten zijn artrose en gewrichtsontstekingen veruit de belangrijkste oorzaken voor ADL-beperkingen, gevolgd door rugaandoeningen. Ook het grootste deel van de mobiliteitsbeperkingen is aan deze chronische aandoeningen toe te schrijven. Artrose, nek- en rugklachten, osteoporose en heupfracturen komen veel vaker voor bij vrouwen, dan bij mannen. Vanaf het eind van de jaren negentig is het aantal mensen van 65 jaar en ouder met diabetes sterk toegenomen. De stijging was het grootst onder mannen. Het gaat hierbij niet alleen om een absolute stijging als gevolg van de vergrijzing, maar ook om een relatieve stijging als gevolg van een toename van overgewicht, toename van de levensverwachting en een eerdere diagnose (Zantinge et al., 2011) Bij de ouderenmonitor is aan de 65-plussers gevraagd te rapporteren welke chronische ziekten of aandoeningen ze in de twaalf maanden voorafgaand aan het onderzoek hebben (gehad). In de gemeente Culemborg geeft 87% van de ouderen aan minstens één chronische aandoening te hebben. Dit percentage ligt hoger dan gemiddeld in de regio Rivierenland (82%). In de wijk Terweijde betreft dit 89% van de ouderen. Zoals verwacht heeft de groep 75-plussers vaker minstens één aandoening dan de groep 65-74 jarigen (90% vs. 84%). In de gemeente Culemborg komen hoge bloeddruk (40%), gewrichtsslijtage van heupen of knieën (36%) en suikerziekte (20%) het meeste voor. Dit geldt ook voor de wijk Terweijde. Voor de meeste aandoeningen geldt dat zij meer voorkomen bij vrouwen dan bij mannen. Alleen hartaandoeningen komen meer voor bij mannen. Van de mannen in Culemborg heeft 9% een hartinfarct gehad en heeft 17% een andere ernstige hartaandoening. Voor de vrouwen betreft dit 2% (hartinfarct) en 6% (andere ernstige hartaandoening). Opvallend is dat ouderen in Terweijde in vergelijking met ouderen in Culemborg vaker aangeven een ernstige aandoening aan de pols of hand te hebben. Daarnaast lijken luchtwegaandoeningen (astma, chronische bronchitis, longemfyseem en CARA/COPD) en chronische gewrichtsontsteking vaker voor te komen bij ouderen in de wijk Terweijde. Tabel 7 geeft weer welke aandoeningen de ouderen hebben.
18
Tabel 7: Vóórkomen van chronische ziekten en aandoeningen (%) Chronische ziekte/aandoening Culemborg (%) Suikerziekte, diabetes 20 Beroerte, hersenbloeding, herseninfarct, TIA 5 Hartinfarct 5 Andere ernstige hartaandoening 11 Een vorm van kanker 11 Migraine, ernstige hoofdpijn 8 Hoge bloeddruk 40 Vernauwing bloedvaten in buik of benen 9 Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of 15 CARA/COPD Ernstige darmstoornissen langer dan 3 maanden 8 Psoriasis 3 Chronisch eczeem 4 Onvrijwillig urine verlies 17 Ernstige aandoening van de rug 14 Gewrichtsslijtage van heupen of knieën 36 Chronische gewrichtsontsteking 11 Andere ernstige aandoening van nek of schouder 13 Andere ernstige aandoening van elleboog, pols of hand 9 Botontkalking (osteoporose) 17 Ziekten van het zenuwstelsel (Parkinson, MS, epilepsie) 2 Duizeligheid met vallen 7 Prostaatklachten (niet prostaatkanker of 9 prostaatontsteking)
Terweijde (%) 19 6 8 12 13 8 42 12 19
Rivierenland (%) 18 7 6 10 8 7 37 10 12
10 2 1 19 17 38 15 14 14 17 3 7 10
6 3 4 13 17 38 11 14 10 17 3 7 9
Aan de ouderen is ook gevraagd of ze door hun langdurige ziekten of aandoeningen worden belemmerd bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden thuis, op het werk of bij vrijetijdsbesteding. In Culemborg blijkt dit bij 57% van de 65-plussers het geval te zijn, in Terweijde is dit 63% en in de regio Rivierenland 53%. Meer vrouwen dan mannen geven aan belemmerd te zijn door een chronische ziekte (68% vs. 43%). Ook is er een aanzienlijk verschil tussen de leeftijdsgroepen: 69% van de 75-plussers wordt belemmerd door een chronische aandoening in vergelijking met 48% van de 65-74 jarigen.
4.3 Beperkingen Beperkingen kunnen zowel lichamelijk als cognitief van aard zijn. In het ouderenonderzoek is uitsluitend gevraagd naar lichamelijke beperkingen. Lichamelijke beperkingen zijn beperkingen in horen, zien, mobiliteit en beperkingen in het dagelijks leven. Met dit laatste worden ADL-activiteiten (=Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen) bedoeld, zoals traplopen, gaan zitten en opstaan uit een stoel, in en uit bed stappen, zichzelf volledig wassen en zich binnens- en buitenshuis verplaatsen. Onder ADL-beperkingen vallen onder andere problemen met traplopen, met gaan zitten en opstaan uit een stoel en met in en uit bed stappen. Wanneer iemand ADL-beperkingen krijgt, wordt het steeds lastiger om nog thuis te blijven wonen, omdat dit de zelfredzaamheid ernstig beperkt. De ouderenmonitor is een onderzoek onder zelfstandig wonende ouderen en daarom is gekozen om alleen beperkingen in horen, zien en mobiliteit na te vragen. 19
Uit CBS gegevens blijkt dat in 2008 34% van de 65-plussers één of meer beperkingen ervaart in horen, zien, mobiliteit en/of ADL-activiteiten. Dit geldt voor 26% van de mannen en 46% van de vrouwen. Voor vrijwel elke lichamelijke beperking geldt dat een groter percentage vrouwen dan mannen deze beperking ervaart. Een uitzondering vormen beperkingen op het gebied van horen. Het grootste verschil tussen mannen en vrouwen doet zich voor op het vlak van mobiliteit. Van de mannen ervaart 14% beperkingen in mobiliteit; bij de vrouwen is dit ruim 32%. Het aandeel van ouderen met een beperking neemt toe met de leeftijd. Vanaf de leeftijd van ongeveer 80 jaar zijn er meer ouderen met, dan zonder een lichamelijke beperking. Beperkingen hangen niet alleen samen met leeftijd en geslacht, maar ook met opleidingsniveau. Voor vrijwel elke lichamelijke beperking geldt dat deze bij een hoger opleidingsniveau minder vaak voorkomt, dan bij een lager opleidingsniveau. Voor de meeste lichamelijke beperkingen geldt dat het de prevalentie in de afgelopen 20 jaar gelijk is gebleven. Gecombineerd met een toenemende levensverwachting en een groter aandeel van ouderen in de samenleving betekent dat een toename van het absolute aantal van mensen met een lichamelijke beperking (Zantinge, 2011). Lichamelijke beperkingen zijn onderzocht door aan respondenten te vragen of zij meer of minder moeite of helemaal geen moeite hebben met de volgende activiteiten: een gesprek volgen in een groep; een gesprek voeren met 1 persoon; lezen van kleine lettertjes in de krant; herkennen van een gezicht op 4 meter afstand; een voorwerp van 5 kg dragen over een afstand van 10 meter; buigen en iets van de grond pakken; 400 meter aan één stuk lopen. Het percentage ouderen met één of meer beperkingen in Culemborg is 34%, in de wijk Terweijde is dit percentage 38% en in de gehele regio Rivierenland 33%. Meer vrouwen dan mannen hebben één of meer lichamelijke beperkingen (40% vs. 26%). Lichamelijke beperkingen nemen ook toe met de leeftijd (49% van de 75-plussers heeft één of meer beperkingen vs. 21% van de 65-74 jarigen). In figuur 3 is het percentage ouderen dat één of meer gehoorbeperkingen, één of meer gezichtsbeperkingen of één of meer mobiliteitsbeperkingen heeft, weergegeven.
Figuur 3: Percentage ouderen dat één of meer beperkingen in horen, zien of mobiliteit heeft Uit de figuur blijkt dat beperkingen in de mobiliteit het meeste voorkomen. Ouderen hebben hierbij vooral moeite met het dragen van voorwerpen. Ouderen in de wijk Terweijde hebben vaker één of meer beperkingen in de mobiliteit dan ouderen in de hele gemeente Culemborg (32% vs. 27%). 20
Om na te gaan of ouderen zich redden in het huishouden is gevraagd in hoeverre de respondenten in staat zijn een aantal huishoudelijke activiteiten uit te voeren. Het gaat hierbij om activiteiten als boodschappen doen, maaltijdbereiding, licht en zwaar huishoudelijk werk en gebruik maken van vervoer. Bijna één op de drie ouderen in Culemborg (31%) kan één of meer huishoudelijke activiteiten niet geheel zelfstandig uitvoeren. In Terweijde betreft dit 34% van de ouderen en in de gehele regio Rivierenland 31%. Het niet geheel zelfstandig kunnen uitvoeren van taken neemt fors toe met de leeftijd: van de 75-plussers kan 51% één of meer huishoudelijke taken niet geheel zelfstandig uitvoeren vs. 15% van de 65-74 jarigen. In tabel 8 staat per huishoudelijke activiteit weergegeven hoeveel procent van de 65-plussers deze taken niet geheel zelfstandig kan uitvoeren. De taken die de 65-plussers in de gemeente Culemborg het vaakst niet meer geheel zelfstandig kunnen uitvoeren, zijn het verrichten van zware huishoudelijke werkzaamheden en bedden verschonen en/of opmaken. Tabel 8: Percentage ouderen dat huishoudelijke taken niet zelfstandig kan uitvoeren Kan niet geheel zelfstandig: Culemborg Terweijde Rivierenland (%) (%) (%) Ontbijt of lunch klaarmaken 2 2 2 Warm eten klaarmaken 6 8 8 Lichte huishoudelijke werkzaamheden 4 6 5 verrichten (bijv. stoffen) Zware huishoudelijke werkzaamheden 23 24 21 verrichten (bijv. stofzuigen, ramen zemen) Kleren wassen en strijken 16 16 15 Bedden verschonen en/of opmaken 17 20 18 Boodschappen doen 11 13 13 Gebruik maken van eigen of openbaar 16 14 14 vervoer
4.4 Valongevallen Vallen is een veel voorkomend ongeval bij ouderen. In de ouderenmonitor is gevraagd of men de afgelopen 3 maanden is gevallen, waar dit is gebeurd en hoe groot het letsel was als gevolg van de val. De ernst van het probleem rond vallen bij ouderen blijkt uit het grote aantal spoedeisende hulpbehandelingen, het hoge opname percentage na een dergelijke behandeling, de hoge kosten en het grote aantal doden. Jaarlijks worden in Nederland 130.000 ouderen (55-plussers) medisch behandeld voor de gevolgen van een privé-ongeval (Consument en Veiligheid, 2010). Driekwart van deze ongevallen (95.000) is veroorzaakt door een val. Bij 37.000 ouderen is het letsel zo ernstig dat zij in het ziekenhuis opgenomen moeten worden. Van deze ouderen overlijden er jaarlijks 1.900. De kans op overlijden is vooral groot bij ouderen vanaf 75 jaar. In meer dan de helft van de valongelukken gaat het om botbreuken, vaak aan heup of bekken. Ook polsbreuken komen regelmatig voor. Valongelukken zijn pijnlijk, leiden vaak tot functionele beperkingen en verminderde kwaliteit van leven. Bij ouderen verloopt het genezingsproces langzamer en ontstaan vaak klachten van blijvende aard. Ouderen worden als gevolg van een val vaak onzekerder en angstiger, hetgeen de kans op een volgende val vergroot. Ook blijkt dat ouderen langere tijd na een valongeval beduidend minder actief zijn dan daarvoor.
21
Dit betekent een directe bedreiging voor het behoud van mobiliteit, sociale netwerk en uiteindelijk de zelfstandigheid. Vaak zal na een ernstig valongeluk voor langere tijd een beroep op mantelzorg worden gedaan. Tabel 9 geeft de resultaten weer. Tabel 9: Valongevallen (%)
Is gevallen in afgelopen 3 maanden Is gevallen in of om het huis Lichamelijke letsel door valongeval
Culemborg (%) 17 9 5
Terweijde (%) 18 12 4
Rivierenland (%) 18 11 5
In Culemborg heeft 17% van de ouderen in de afgelopen drie maanden een valongeval gehad (11% een keer, 6% twee of meer keer). In Terweijde is dit percentage 18%. Meer vrouwen dan mannen zijn in de afgelopen drie maanden gevallen (20% vs. 14%). Ouderen van 75 jaar of ouder zijn vaker gevallen dan de groep 65-74 jarigen (22% vs. 14%). De meeste ouderen vallen in en om het huis. Van de ouderen in Culemborg heeft 5% een letsel opgelopen bij de laatste val in de afgelopen drie maanden, in Terweijde betreft dit 4% van de ouderen. Van een aantal interventies is bewezen dat ze de kans op valongevallen verkleint. Voorbeelden van effectieve interventies zijn ‘Zicht op evenwicht’, ‘Halt! U valt’, ‘In Balans’, ‘Bewegen valt goed’, ‘Vallen verleden tijd’ en ‘Gezond en Vitaal’. Deze interventies richten zich niet alleen op de fysieke omgeving, maar ook op gedrag, vaardigheden en de aanpassing van medicatie om de kans op valongevallen te verkleinen. In de ouderenmonitor is gevraagd of de 65-plussers wel eens cursus valpreventie hebben gedaan en zo niet, of ze er belangstelling voor hebben. Het percentage ouderen dat wel eens geparticipeerd heeft in een cursus valpreventie is 1% in Culemborg en 3% in Terweijde. Van de ouderen in Culemborg geeft 12% aan belangstelling te hebben voor een dergelijke cursus. In Terweijde is dit percentage 13%.
4.5 Slaap- en kalmeringsmiddelen Slaap- en kalmeringsmiddelen zijn veel gebruikte medicijnen door ouderen. Angst, depressieve gevoelens en slapeloosheid zijn de meest voorkomende indicaties om slaap- en kalmeringsmiddelen voor te schrijven. De bijwerkingen (sufheid, slappe spieren, verminderde concentratie en reactievermogen) beïnvloeden echter het lichamelijk en geestelijk welbevinden en kunnen de kans op een valongeval vergroten. Bovendien zijn slaap- en kalmeringsmiddelen verslavend. In Culemborg heeft 21% van de inwoners in de twee weken voorafgaand aan het onderzoek slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt. Deze middelen zijn meer door vrouwen dan door mannen gebruikt (29% vs. 10%) en 75-plussers gebruiken deze middelen vaker dan de 65-74 jarigen (31% vs. 13%). In Terweijde worden minder slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt dan in heel Culemborg (15% vs. 21%). Het percentage voor de gehele regio Rivierenland (19%) is vergelijkbaar met het percentage voor Culemborg. Vanwege de verslavende werking is ook gevraagd naar de duur van het gebruik. Van alle ouderen in Culemborg gebruikt 14% al langer dan 2 jaar slaap- of kalmeringsmiddelen.
22
Hoofdstuk 5 Psychische gezondheid In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de psychische gezondheid van ouderen in Culemborg. Er worden gegevens gepresenteerd met betrekking tot de psychische gezondheid van ouderen gemeten met de MHI-5 (5.1), het risico op een angststoornis of depressie (5.2) en ervaren problemen van ouderen (5.3). Paragraaf 5.4 beschrijft in hoeverre ouderen het gevoel hebben de regie over het eigen leven te hebben.
5.1 Psychische gezondheid op basis van de MHI-5 Bij een optimale psychische gezondheid is er sprake van succesvol functioneren wat leidt tot productieve activiteiten, bevredigende relaties met anderen en de mogelijkheid tot aanpassen en omgaan met tegenslagen. Psychisch ongezonde mensen hebben last van psychische klachten of zelfs psychische stoornissen. Psychische klachten omvatten gevoelens van psychische verstoring, zoals gevoelens van angst, depressie, slaapverstoring en stress. Dit kan leiden tot zichtbaar leed, een (gedeeltelijk) onvermogen tot functioneren en een verhoogd risico op sterfte, pijn en beperkingen. Psychische stoornissen zijn onder andere dementie, schizofrenie, depressie, angststoornissen, stoornissen in het middelengebruik en verstandelijke handicap (Schoemaker, 2010). Om een beeld te krijgen van de psychische gezondheid van de 65-plussers wordt de Mental Health Inventory (MHI-5) gebruikt. De MHI-5 is een set van vijf vragen die betrekking heeft op hoe men zich in de afgelopen vier weken voelde. Iedere vraag heeft zes antwoordcategorieën. De MHI-5 is nadrukkelijk niet bedoeld om psychische stoornissen mee op te sporen. Onderwerpen die aan bod komen zijn zenuwachtigheid, gevoelens van somberheid, gelukkig zijn, in de put zitten en zich rustig voelen. In figuur 4 is het percentage ouderen in Culemborg, Terweijde en Rivierenland dat op basis van de MHI-5 psychisch ongezond is, weergegeven.
Figuur 4: Percentage ouderen dat psychisch ongezond is In Culemborg is, evenals in Terweijde, 21% van de ouderen psychisch ongezond. Vrouwen zijn vaker psychisch ongezond dan mannen (28% vs. 13%). Ook de leeftijd van de ouderen in Culemborg is gerelateerd aan de psychische gezondheid: 26% van de 75-plussers is psychisch ongezond vs. 18% van de 65-74 jarigen.
23
5.2 Risico op angststoornissen en depressie Angststoornissen en depressie ontstaan niet door één factor of gebeurtenis, ze worden veroorzaakt door verschillenende factoren of gebeurtenissen die samen leiden tot een angststoornis of depressie. Bij een angststoornis is er sprake van heftige, aanhoudende angstklachten zonder dat er sprake is van een reële bedreiging. Een angststoornis heeft effect op het sociaal functioneren en het uitvoeren van de dagelijkse bezigheden. Angststoornissen gaan vaak gepaard met een depressie. Ongeveer de helft van de mensen met een angststoornis ontwikkelt na verloop van enkele jaren ook een depressie (van Balkom & Schoemaker, 2010). Bij een depressie is sprake van een aanhoudende neerslachtige stemming en een ernstig verlies aan interesses in (bijna) alle dagelijkse activiteiten. Daarnaast komen symptomen voor als eet-, slaap- en concentratieproblemen, rusteloosheid, vermoeidheid en terugkerende gedachten aan de dood of zelfdoding (Spijker & Schoemaker, 2010). Het risico op angststoornissen en/of depressie is bij de ouderenmonitor gemeten met de Kessler Psychological Distress Scale (K10). Deze vragenset brengt het risico op angststoornissen en/of depressie in kaart. De K10 bestaat uit vragen naar gevoelens in de afgelopen maand, zoals zenuwachtigheid, rusteloosheid, hopeloosheid, somberheid en depressiviteit. In de gemeente Culemborg heeft 4% van de ouderen een hoog risico op een angststoornis of een depressie en 36% heeft een matig risico (zie figuur 5). In de gemeente Culemborg hebben mannen minder risico op een angststoornis of depressie dan vrouwen (29% vs. 49% heeft een hoog of matig risico) en 65-74 jarigen hebben hier minder risico op dan 75-plussers (35% vs. 48%). In Terweijde is het percentage ouderen met een risico op een angststoornis of depressie hoger dan in Culemborg (3% heeft een hoog risico en 43% een matig risico). In Rivierenland is het risico respectievelijk 3% en 34%.
Figuur 5: Percentage ouderen met matig en hoog risico op angststoornis of depressie
5.3 Ervaren problemen Bijna een kwart (23%) van de 65-plussers in Culemborg geeft aan één of meerdere problemen te hebben dat hem of haar dag en nacht bezighoudt. In Terweijde is dit percentage 24% en in de regio Rivierenland 21%. Problemen die het vaakst genoemd worden zijn problemen met de lichamelijke gezondheid (10%), zorg om (klein)kinderen (10%) en het overlijden van een naaste (6%).
24
5.4 Regie over eigen leven Mensen die het gevoel hebben controle te hebben over hun leven, kunnen beter omgaan met problemen, waaronder gezondheidsproblemen. Het is een beschermende factor tegen achteruitgang in lichamelijk functioneren bij mensen met chronische ziekten. Bovendien heeft het een direct beschermend effect tegen depressieve symptomen, onafhankelijk van de aanwezigheid van één of meer chronische ziekten (Bisschop, 2004). In dit onderzoek wordt regie over eigen leven gemeten met de originele versie van de Pearlin & Schooler Mastery Scale. In Culemborg heeft 13% van de ouderen niet voldoende regie over het eigen leven, in Terweijde is dit percentage 17% en in de regio Rivieren betreft dit 13% van de ouderen. Meer vrouwen dan mannen hebben onvoldoende regie over het eigen leven (16% vs. 11%). Het percentage ouderen met onvoldoende regie is ook hoger bij een stijgende leeftijd (9% bij 65-74 jaar en 21% bij 75-plussers).
25
Hoofdstuk 6 Leefstijl Een groot deel van ziekte, verminderd welzijn en functioneren, kan voorkomen worden door een gezonde leefstijl. Er valt hier nog veel winst te behalen. Veel Nederlanders zijn te zwaar, eten ongezond, bewegen te weinig, roken en drinken teveel. Ook op oudere leeftijd heeft gedragsverandering zin. Bekend is dat aanpassingen in beweging, voeding, alcoholgebruik en roken de kans op sterfte aan verschillende aandoeningen verkleinen en de kwaliteit van leven verhogen. In dit hoofdstuk wordt per paragraaf aandacht besteed aan enkele leefstijlfactoren, namelijk voeding, beweging, alcohol en drugs. Ook gaat dit hoofdstuk in op overgewicht. Overgewicht is een belangrijk gezondheidsprobleem en is vaak het gevolg van een ongezonde leefstijl. Het hoofdstuk sluit af met een paragraaf over hoe ouderen over seksualiteit denken.
6.1 Voeding Een juiste en evenwichtige voeding is voor ouderen van groot belang. Gezond eten bevordert de algehele fitheid, vergroot de weerstand en verkleint het risico op chronische ziekten, zoals obesitas (ernstig overgewicht), hart- en vaatziekten, diabetes, osteoporose en een aantal vormen van kanker. Een gezonde voeding kan positief bijdragen aan het genezingsproces als iemand ziek is. Bij ouderen is gezonde voeding extra relevant, omdat zij relatief vaak ziekten of aandoeningen hebben. Bovendien zijn zij vatbaarder voor tekorten aan voedingsstoffen en voedselinfecties. De ‘Richtlijnen goede voeding 2006 van de Gezondheidsraad’ (Gezondheidsraad, 2006) geven de gemiddeld wenselijke voeding weer, die qua samenstelling en hoeveelheid optimaal is voor de Nederlandse bevolking. Een gezonde voeding betekent volgens deze richtlijnen gevarieerd en regelmatig eten (inclusief ontbijt en warme maaltijd) en voldoende groente en fruit (minimaal twee stuks fruit of vruchtensap en 200 gram groenten of rauwkost per dag). Ook wordt aanbevolen om minimaal één keer per week vis te eten. Vis is gezond vanwege de omega 3-vetzuren. Bij ouderen verschillen de richtlijnen niet van die voor volwassenen, behalve dat aan ouderen een extra inname van vitamine D wordt aanbevolen. Vitamine D is van belang om botontkalking (osteoporose) zoveel mogelijk te beperken. In Nederland heeft gemiddeld de helft van de zelfstandig wonende ouderen een vitamine D tekort. Aan het eind van de zomer ligt het percentage ouderen met een vitamine D tekort (35%) wel iets lager dan aan het einde van de winter (50%) (Gezondheidsraad, 2008). Het lichaam heeft vitamine D nodig voor stevige botten en tanden. Vitamine D is een van de weinige vitamines die het lichaam zelf kan maken. Onder invloed van zonlicht wordt in de huid vitamine D gevormd. Daarnaast wordt ook via de voeding vitamine D opgenomen. Naarmate men ouder wordt, is de huid minder goed in staat om zonlicht om te zetten in vitamine D waardoor een tekort kan ontstaan. Voor vrouwen vanaf 50 jaar en mannen vanaf 70 jaar, geldt daarom een suppletieadvies van 10 microgram vitamine D per dag, of van 20 microgram per dag in geval van onvoldoende buitenkomen, of bij een donkere (negroïde) huid (Stichting voedingscentrum Nederland, 2008). Voor een regelmatig eetpatroon is het van belang dat men dagelijks ontbijt en dagelijks een warme maaltijd eet. Bijna alle ouderen ontbijten dagelijks en ruim driekwart van de ouderen eet dagelijks een warme maaltijd (zie figuur 6). Zoals uit de figuur blijkt liggen de percentages voor Culemborg, de wijk Terweijde en de regio Rivierenland dicht bij elkaar. Er zijn in Culemborg wat dit betreft geen verschillen naar leeftijd of geslacht.
26
Figuur 6: Percentage ouderen dat dagelijks ontbijt en percentage ouderen dat dagelijks een warme maaltijd eet Aan de ouderen is ook gevraagd hoeveel dagen zij groente en fruit eten. Uit de figuur blijkt dat circa tweederde van de ouderen in Culemborg dagelijks groente eet en ruim zeven op de tien ouderen eten dagelijks fruit. Vrouwen hebben wat dit betreft gezondere eetgewoonten dan mannen: vrouwen eten vaker dagelijks groente (70% van de vrouwen vs. 63% van de mannen) en vrouwen eten ook vaker dagelijks fruit (81% van de vrouwen vs. 60% van de mannen). Er zijn wat betreft de groente en fruitconsumptie geen opvallende verschillen tussen Culemborg en de wijk Terweijde. Ook komen de cijfers voor Culemborg sterk overeen met de resultaten voor de gehele regio Rivierenland. Bijna acht op de tien ouderen eten minstens één keer per week vis. Dit percentage ligt in Culemborg hoger dan gemiddeld in de hele regio Rivierenland (79% Culemborg vs. 74% Rivierenland).
Figuur 7: Percentage ouderen dat dagelijks groente eet, dagelijks fruit eet en minstens één keer per week vis eet Aan ouderen wordt aanbevolen om vitamine D supplementen te nemen (voor vrouwen vanaf 50 jaar en voor mannen vanaf 70 jaar). In het ouderenonderzoek is gevraagd of ouderen vitamine D in tablet of druppelvorm innemen en of ze dit dagelijks of af en toe innemen.
27
Figuur 8: Percentage ouderen dat geen vitamine D supplement gebruikt, dit af en toe doet en dit dagelijks doet Uit de figuur blijkt dat in Culemborg 75% van de 65-plussers nooit een vitamine D supplement gebruikt, 5% dat af en toe doet en 21% dit dagelijks doet. Vrouwen gebruiken vaker dan mannen dagelijks een vitamine D supplement (25% van de vrouwen vs. 15% van de mannen). Dit verschil kan verklaard worden doordat vrouwen wordt aanbevolen dit vanaf 50 jaar te doen, terwijl dit voor mannen pas vanaf 70 jarige leeftijd wordt aanbevolen. Er zijn geen grote verschillen waarneembaar tussen Culemborg en Terweijde of tussen Culemborg en Rivierenland. Ruim 40% van de ouderen in Culemborg voldoet niet aan de vochtnorm; ze drinken minder dan acht glazen of kopjes per dag.
6.2 Bewegen Beweging is een belangrijke leefstijlfactor die ook voor ouderen van belang is. Lichamelijk actieve mensen hebben een betere levensverwachting en een hogere kwaliteit van leven dan inactieve mensen. Regelmatig bewegen beschermt tegen veel ziekten en bevordert de gezondheid. Inactiviteit verhoogt het risico op coronaire hartziekten en diabetes mellitus en mogelijk ook de kans op astma, COPD (chronische longziekten), osteoporose, beroerte, depressie en chronische gewrichtsreuma. Voldoende lichamelijke beweging zorgt behalve voor behoud van gezondheid ook voor een gunstiger verloop van ziekten en een spoediger herstel. Lichamelijke fitheid heeft een positieve invloed op de zelfredzaamheid van ouderen en vermindert de kans op valongelukken. Deelname aan sport- en bewegingsactiviteiten buitenshuis vergroot bovendien de maatschappelijke participatie en kan gevoelens van eenzaamheid verminderen. Inactiviteit neemt sterk toe met leeftijd en hangt vaak samen met andere risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals roken, cholesterol, bloeddruk en overgewicht. Schattingen over het aantal niet-actieve ouderen lopen uiteen van 40 tot 80%, afhankelijk van de maat waarmee gemeten is. Voor mensen van 55 jaar en ouder is de Nederlandse Norm Gezond Bewegen vastgesteld op minimaal een half uur matig intensieve lichamelijke activiteit op tenminste vijf dagen, maar bij voorkeur alle dagen van de week. Het half uur mag eventueel verdeeld worden in een aantal kortere periodes. Matig intensieve lichamelijke activiteiten voor ouderen zijn bijvoorbeeld wandelen, fietsen en tuinieren.
28
Om te bepalen of ouderen voldoen aan de beweegnorm zijn in de vragenlijst vragen opgenomen over hoeveel men beweegt. Het gaat hierbij niet alleen om bewegen door middel van sporten maar ook om vragen hoeveel men beweegt bij alledaagse activiteiten als fietsen, wandelen, tuinieren, klussen en huishoudelijk werk.
Figuur 9: Percentage ouderen dat aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen voldoet Uit de figuur blijkt dat 59% van de ouderen in Culemborg aan de beweegnorm voldoet. Er zijn wat dit betreft geen opvallende verschillen tussen de wijk Terweijde en Culemborg of tussen Culemborg en Rivierenland. Mannen voldoen in Culemborg vaker aan de beweegnorm dan vrouwen (64% vs. 55%) en 65-74 jarigen voldoen vaker aan de beweegnorm dan 75-plussers (63% vs. 54%). Welke redenen geven respondenten om niet meer te bewegen dan zij (al) doen? In tabel 10 zijn de redenen weergegeven, die men noemt om al dan niet méér te bewegen. Tabel 10: Redenen om niet méér te bewegen (%) Chronische ziekte/aandoening Culemborg (%) Beweeg al voldoende 69 Lichamelijke beperking 22 Te druk 4 Bewegen niet zo belangrijk/niet leuk 3 Geen geld voor sportvereniging 2 Kan er niet komen 1 Niemand om samen mee te gaan 2
Terweijde (%) 72 20 3 4 2 1 3
Rivierenland (%) 70 21 4 3 2 1 2
Uit de tabel blijkt dat de voornaamste reden om niet méér te gaan bewegen is, dat men vindt dat men al genoeg beweegt. Circa één op de vijf ouderen noemt een lichamelijke beperking als reden om niet méér te bewegen. Gebrek aan geld is slechts voor 2% van de ouderen in Culemborg een belemmering om (meer) te bewegen. Uit de antwoorden op de vraag naar wekelijkse of dagelijkse activiteiten in hun vrije tijd, blijkt dat ouderen in Culemborg vaker dan ouderen in de regio wandelen (63% vs. 55%) en fietsen (66% vs. 51%) en vaker meedoen aan (ouderen)sport.
29
6.3 Overgewicht Overgewicht is vaak een gevolg van een ongezonde leefstijl en wordt daarom in dit hoofdstuk besproken. Op basis van de Body Mass Index (BMI) kan bepaald worden of men een gezond gewicht heeft. De BMI wordt berekend door het lichaamsgewicht (in kilo’s) te delen door het kwadraat van de lengte (in meters). Op basis van de BMI worden voor gewicht vier klassen onderscheiden: • ondergewicht: BMI < 18,5 • gezond gewicht: BMI 18,5–25 • licht tot matig overgewicht: BMI 25–30 • ernstig overgewicht (obesitas): BMI > 30 In de Nederlandse bevolking is overgewicht een groeiend probleem, zowel bij kinderen, als bij volwassenen en ouderen. Volgens het CBS had 57% van de Nederlandse 65-plussers in 2009 overgewicht: 42% had matig overgewicht en 15% ernstig overgewicht (CBS statline, 2011). In de monitor is overgewicht bepaald op basis van zelfgerapporteerde gegevens over lengte en gewicht. Over het algemeen zijn mensen geneigd om het eigen gewicht te laag en de lengte te hoog in te schatten. Het percentage ouderen met overgewicht dat op grond van dit onderzoek is vastgesteld, is daarom waarschijnlijk een onderschatting van de werkelijkheid.
Figuur 10: Percentage ouderen met overgewicht en ernstig overgewicht (obesitas) Uit de figuur is af te lezen dat 63% van de ouderen in Culemborg overgewicht heeft (46% overgewicht en 17% ernstig overgewicht). Er zijn wat dit betreft nauwelijks verschillen tussen Culemborg en Terweijde en tussen Culemborg en Rivierenland. In Culemborg is er wel een verschil tussen de leeftijdsgroepen: van de 65-74 jarigen heeft 69% overgewicht in vergelijking met 56% van de 75-plussers.
6.4 Roken Een andere belangrijke leefstijlfactor waar in dit onderzoek naar gevraagd is, is roken. Rokers hebben een verhoogde kans op allerlei ziektes en aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten, longkanker, oog- en mondziekten en astma of COPD. Roken gaat gepaard met een lagere kwaliteit van leven en levert vergeleken met andere risicofactoren een hoge bijdrage aan de ziektelast. De sterftekans van rokers is aanzienlijk hoger, dan van niet-rokers. 30
Stoppen met roken is van groot belang voor een gezonde leefstijl. Wie stopt met roken ademt geen schadelijke stoffen meer in. Dit heeft een direct effect op de hartslag en bloeddruk. Op termijn zal onder andere de bloedcirculatie verbeteren, evenals smaak- en reukzin en de algehele fitheid. De kans op een hartinfarct neemt aanzienlijk af. Over een langere periode bezien, is er in Nederland sprake van een dalende trend in het aantal volwassen rokers. In 1958 rookte 60% van de volwassenen; in 2008 is dit percentage gedaald naar 27. Uit onderzoek van Stivoro blijkt dat in 2008 ruim een kwart (27%) van de Nederlanders van 15 jaar en ouder rookt. Het percentage rokers is het laagst onder de 65-plussers: 15% van de mannen rookt en 12% van de vrouwen (Feenstra & Zantinge, 2009). Van de ouderen in Culemborg rookt 10% en in wijk Terweijde betreft dit eveneens 10% van de ouderen. In de gehele regio Rivierenland rookt 12% van de ouderen. Mannen roken vaker dan vrouwen (14% vs. 8%) en de groep 65-74 jarigen rookt vaker dan de groep 75-plussers (13% vs. 6%).
Figuur 11: Percentage ouderen dat rookt
6.5 Alcoholgebruik De Gezondheidsraad adviseert volwassen mannen om niet meer dan twee standaard glazen alcohol per dag te drinken; voor volwassen vrouwen is het advies niet meer dan één standaard glas alcohol per dag (Gezondheidsraad, 2006). Voor ouderen zijn er geen aparte richtlijnen, al is bekend dat ouderen alcohol slechter verdragen dan jongere leeftijdsgroepen. Dit komt door veranderingen in het lichaam als gevolg van het ouder worden, zoals een verminderde werking van lever en nieren en een vermindering van het lichaamsvocht, waardoor de alcoholconcentratie in het bloed sneller omhoog gaat. In Culemborg drinkt ongeveer een vijfde (21%) van de 65-plussers meer dan de Gezondheidsraad adviseert (maximaal 14 glazen alcohol per week voor mannen en maximaal 7 glazen alcohol per week voor vrouwen). Dit percentage lijkt in de wijk Terweijde iets lager te liggen (17%) dan gemiddeld in Culemborg. In de gehele regio Rivierenland drinkt 23% van de ouderen meer dan de Gezondheidsraad adviseert. De groep 65-74 jarigen drinkt vaker te veel dan 75-plussers (25% vs. 15%).
6.6 Seksualiteit In het onderzoek is gevraagd of ouderen vinden of er meer aandacht aan de seksualiteit bij ouderen zou moeten worden gegeven en of er vragen zijn op dit terrein. 31
Seksualiteit is niet alleen voorbehouden aan jonge mensen. De meeste ouderen hebben een min of meer actief seksueel leven, waarbij het accent ligt op intimiteit en contact, en zijn tevreden over hun seksuele relatie. Met het klimmen der jaren hebben ouderen wel vaker seksuele klachten. Gemiddeld heeft één op de vijf mannen en iets minder vrouwen last van seksuele problemen. Seksuele problemen kunnen vaak goed worden aangepakt. Door de partners zelf, door erover te praten, door op zoek te gaan naar informatie en zo nodig hulp te zoeken via een huisarts, psycholoog of seksuoloog. Ruim de helft van de ouderen vindt seksualiteit belangrijk (Rutgers Nisso groep, 2009). Tabel 11 geeft de resultaten weer voor de vragen over seksualiteit. Tabel 11: Percentage ouderen dat vindt dat er meer aandacht aan seksualiteit besteed moet worden en percentage ouderen met vragen op dit terrein Culemborg Terweijde Rivierenland (%) (%) (%) Vindt dat er meer aandacht aan seksualiteit 16 17 13 bij ouderen besteed moet worden Heeft vragen op dit terrein 2 3 3 Mannen geven ruim twee keer zo vaak als vrouwen aan dat er meer aandacht besteed zou moeten worden aan seksualiteit bij ouderen (23% vs. 10%). Mannen hebben ook vaker vragen op dit terrein dan vrouwen (4% vs. 0,4%).
32
Hoofdstuk 7 Omgeving Het beleid van de overheid is erop gericht dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig wonen. De vraag naar zorg voor ouderen zonder dat daaraan een verblijf is gekoppeld, is de laatste jaren duidelijk toegenomen. Hiervoor is het belangrijk dat de informele zorgverlening van ouderen, maar ook de formele zorgverlening goed is georganiseerd. Ook de omgeving waarin men woont, is van belang. Dit hoofdstuk gaat in op verschillende factoren die betrekking hebben op de woonsituatie en de omgeving waarin men woont.
7.1 Woonsituatie en verhuiswens In het onderzoek is niet alleen gevraagd naar de huidige woonsituatie, maar ook of men verhuiswensen heeft. Er is een duidelijke kentering in de woonvormen en de hieraan gekoppelde zorg voor ouderen. Ouderen kiezen steeds vaker voor nieuwe kleinschalige woonvormen. Deze kleinschalige woonvormen zijn veelal gekoppeld aan kleinschalige zorg. Al deze ontwikkelingen hebben invloed op de wens van ouderen om te verhuizen en de woonvorm of het type woning waar zij naar toe willen verhuizen. In dit onderzoek is niet alleen gevraagd naar de huidige woonsituatie van de ouderen, maar ook naar woonwensen voor in de toekomst. In Culemborg woont 49% van de ouderen in een koopwoning. Dit percentage ligt in de wijk Terweijde aanzienlijk lager: in Terweijde woont 20% van de ouderen in een koopwoning. In de gehele regio Rivierenland woont 58% van de ouderen in een koopwoning. Ook is gevraagd in wat voor soort woning men woont.
Figuur 12: Percentage ouderen dat woont in een eengezinswoning of flat, een woning voor ouderen, een boerderij of in een ander woontype. Uit de figuur blijkt dat bijna acht op de tien ouderen in Culemborg (79%) in een eengezinswoning of flat woont, 19% woont in woning voor ouderen (zelfstandige seniorenwoning, woongemeenschap voor ouderen, serviceflat, etc.) en 2% woont in een ander type woning. Zoals uit de figuur is af te lezen, wonen ouderen in de wijk Terweijde minder vaak in een woning voor ouderen (12%) dan gemiddeld in Culemborg. De groep 75-plussers woont ruim drie keer vaker in een woning voor ouderen dan de groep 65-74 jarigen (33% vs. 9%) en vrouwen wonen bijna twee keer vaker dan mannen in een woning voor ouderen (23% vs. 13%). 33
Van de ouderen in Culemborg geeft 19% aan te willen verhuizen, in de wijk Terweijde is dat 18%. Het percentage ouderen met een verhuiswens voor de gehele regio Rivierenland ligt hoger: 24% van de ouderen in de regio wil verhuizen). In Culemborg is er een duidelijk verschil tussen de leeftijdsgroepen: van de groep 65-74 jarigen geeft 26% aan te willen verhuizen en van de groep 75-plussers wil 6% verhuizen.
7.2 Binnenmilieu Ouderen brengen meer tijd binnenshuis door en hebben een minder goed afweersysteem dan jongeren. Hierdoor zijn ouderen een kwetsbare groep als het binnenmilieu ongezond is. Ventilatie is belangrijk voor de luchtkwaliteit binnenshuis. Allerlei stoffen die in het binnenmilieu vrijkomen, zoals vocht bij koken en wassen, tabaksrook en vluchtige stoffen uit meubels, kunnen zich bij onvoldoende ventilatie ophopen. De concentraties stoffen zijn binnen vaak hoger dan buiten en kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken, zoals vermoeidheid, hoofdpijn, luchtwegklachten en hart- en vaatziekten (Zantinge et al., 2011). Er is weinig bekend over de kwaliteit van het binnenmilieu in seniorenwoningen. Tot nu toe is vooral ingezet op het verbeteren van het binnenmilieu op scholen en kinderdagverblijven. Het verbeteren van het binnenmilieu van woningen, scholen en kindercentra is één van de speerpunten uit de Nationale aanpak Milieu en Gezondheid van de overheid (Zantinge et al., 2011). Om de kwaliteit van binnenmilieu in kaart te brengen is gevraagd hoe vaak men bepaalde vertrekken in het huis ventileert. Onderstaande tabel geeft dit weer. Tabel 12: Percentage ouderen dat vertrekken in de woning voldoende ventileert Culemborg Terweijde (%) (%) Ventileert woonkamer voldoende 48 54 Ventileert slaapkamer voldoende 70 68 Ventileert badkamer voldoende 45 34 Ventileert keuken voldoende 63 59
Rivierenland (%) 48 66 42 53
Uit de tabel is onder andere af te lezen dat er vooral veel te verbeteren valt wat betreft de ventilatie van de badkamer. Van de ouderen in Culemborg ventileert 45% deze ruimte voldoende, in de wijk Terweijde ligt dit percentage zelfs nog lager, daar ventileert 34% van de ouderen de badkamer voldoende.
7.3 Vervoer De provincies zijn verantwoordelijk voor de regionale bereikbaarheid en het regionaal openbaar vervoer. Voor veel ouderen is de beschikbaarheid van openbaar vervoer (bus/trein/tram) van groot belang voor het onderhouden van sociale contacten en voor maatschappelijke participatie. Toch ervaren ouderen nogal eens knelpunten bij het gebruik van openbaar vervoer. Aan de ouderen is gevraagd of men wel eens problemen heeft met vervoer.
34
Figuur 13: Percentage ouderen dat soms of bijna altijd problemen heeft met het vervoer Uit de figuur is af te lezen dat 30% van de ouderen in Culemborg wel eens problemen heeft met vervoer. Dit percentage ligt in Culemborg hoger dan gemiddeld in de regio Rivierenland (24% van de ouderen in de regio heeft soms of bijna altijd problemen met vervoer). De resultaten voor de wijk Terweijde komen sterk overeen met die van geheel Culemborg. In Culemborg hebben vrouwen vaker problemen met vervoer dan mannen (37% vs. 19%) en hebben 75-plussers vaker problemen dan 65-74 jarigen (43% vs.19%). Redenen die ouderen noemen voor hun vervoersproblemen: ik vind een gewone taxi te duur, ik vind het openbaar vervoer te ingewikkeld en ik durf niet meer te fietsen.
7.4 Ervaren veiligheid Veiligheid is meer dan de afwezigheid van criminaliteit, het heeft ook te maken met het gevoel van veiligheid. Objectieve en subjectieve veiligheid hangen samen met de sociale kwaliteit in een buurt. Die wordt gevormd door formele en informele sociale contacten, gevoel van verantwoordelijkheid en gevoelens van gehechtheid. De subjectieve veiligheid is van invloed op het welbevinden, het kan een oorzaak zijn van stress, slaapstoornissen, maar ook tot hart- en vaatziekten en afnemende mobiliteit. Het is belangrijk om te weten of mensen zich wel eens onveilig voelen en of mensen hun gedrag op basis van deze (vermeende) onveiligheid aanpassen. Mensen die zich onveilig voelen kunnen vermijdingsgedrag gaan vertonen. Iemand die zich onveilig voelt, durft de straat niet op. Dit kan leiden tot sociale uitsluiting en afhankelijkheid. In dit onderzoek is gevraagd of ouderen zich overdag of ’s avonds wel eens onveilig voelen. In Culemborg voelt 11% van de ouderen zich overdag wel eens onveilig. In de wijk Terweijde ligt dit percentage nog hoger, daar voelt 18% van de ouderen zich overdag wel eens onveilig. Ouderen in Terweijde voelen zich ook vaker ’s avonds of ’s nachts onveilig dan gemiddeld in Culemborg (30% vs. 23%). In vergelijking met de regio Rivierenland voelen ouderen zich in Culemborg zich zowel overdag als ’s avonds/’s nachts wat vaker onveilig. Vrouwen voelen zich vaker overdag onveilig dan mannen (27% vs. 18%). Er is nauwelijks verschil in ervaren veiligheid tussen de twee leeftijdsgroepen.
35
Figuur 14: Percentage ouderen dat zich overdag of ’s avonds/’s nachts wel eens onveilig voelt
7.5 Geluidshinder Blootstelling aan geluid vormt een belangrijk probleem voor de volksgezondheid in Nederland. In de vragenlijst is gevraagd in hoeverre men hinder ondervindt van verschillende geluidsbronnen. De huidige geluidniveaus in onze woonomgeving veroorzaken vooral hinder en slaapverstoring. Ook kan blootstelling aan geluid via lichamelijke stressreacties leiden tot een verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten (Passchier-Vermeer, 2005a). Naast de blootstelling aan geluid spelen ook individuele eigenschappen een rol, zoals geluid gevoeligheid, angst voor en houding ten opzichte van de geluidbron en de verwachtingen die mensen hebben over de toekomstige geluidsituatie. De ervaren hinder kan daarom verschillen van de te verwachten hinder op basis van gemeten of berekende geluidbelasting in decibellen. Senioren die slechthorend zijn, hebben moeite met het verstaan van spraak bij een achtergrondruis, bijvoorbeeld door verkeer. Senioren zijn niet gevoeliger voor omgevingsgeluid, maar de gevolgen zijn voor hen vervelender en kunnen belemmerend zijn in het sociaal functioneren. Feitelijk zullen senioren bij hetzelfde geluidniveau meer hinder ondervinden doordat zij meer moeite zullen hebben met het volgen van gesprekken. Over heel Nederland bekeken, is wegverkeer de belangrijkste bron van geluidshinder, gevolgd door buren. Binnen de groep van wegverkeer veroorzaken brommers de meest ernstige hinder (PasschierVermeer, 2005b). Tabel 13 geeft weer hoeveel ouderen ernstige hinder ervaren van een aantal geluidsbronnen. Tabel 13: Percentage ouderen dat ernstige geluidshinder ervaart per geluidsbron Culemborg Terweijde (%) (%) Bromfietsen/scooters 9 10 Verkeer < 50 km/u 4 9 Buren 3 6 Verkeer > 50 km/u 3 6 Treinen 2 2 Vliegtuigen 2 2 Bedrijven/industrie 1 2 Overig 4 6
36
Rivierenland (%) 8 5 3 4 3 4 1 3
Uit de tabel is af te lezen dat ouderen de meeste geluidshinder ervaren door bromfietsers/scooters. Op de tweede plaats komt verkeer in straten waar men 50 km of minder per uur mag rijden. Ouderen in de wijk Terweijde ervaren hier vaker ernstige hinder door dan gemiddeld in Culemborg.
7.6 Huiselijk geweld Aan de ouderen is gevraagd of men ooit wel eens slachtoffer is geweest van huiselijk geweld. Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring wordt gepleegd. Hierbij kan het gaan om psychisch of emotioneel geweld, lichamelijk geweld, ongewenste seksuele toenadering en seksueel misbruik. Onderzoek wijst uit dat in Nederland 6% van de zelfstandig wonende ouderen boven de 65 jaar te maken heeft met dit probleem (Movisie, 2010). In Culemborg geeft 4% van de 65-plussers aan (ooit) slachtoffer te zijn (geweest) van huiselijk geweld. In de wijk Terweijde betreft dit 6% van de ouderen en in de gehele regio Rivierenland is 5% van de ouderen ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld. Vrouwen zijn vaker het slachtoffer geweest van huiselijk geweld dan mannen (7% vs. 2%). Voor de meesten vond het huiselijk geweld langer dan 5 jaar geleden plaats. De (ex-)partner was vaak de dader.
7.7 Eenzaamheid Eenzaamheid komt onder alle leeftijden voor. Er is sprake van eenzaamheid als er een discrepantie ontstaat tussen gewenste en gerealiseerde sociale relaties. Het aantal sociale contacten en de ervaren kwaliteit van de sociale contacten kunnen beiden bepalend zijn voor gevoelens van eenzaamheid. Mensen kunnen zich bijvoorbeeld eenzaam voelen met veel mensen om zich heen, of helemaal niet eenzaam zijn met een klein sociaal netwerk. Dit hangt af van hun eigen beoordeling van de kwaliteit van de contacten. De meest bekende Nederlandse vragenlijst om eenzaamheid te meten is de eenzaamheidsschaal (De Jong Gierveld & van Tilburg, 2007). Deze bestaat uit elf uitspraken over emotionele eenzaamheid. Enkele voorbeelden van uitspraken zijn: ‘Ik mis een echte goede vriend of vriendin’ of ‘Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht’. Van de ouderen in Nederland is 30% eenzaam (Van Tilburg & De Jong-Gierveld, 2007). Om eenzaamheid onder ouderen in kaart te brengen is de eenzaamheidsschaal in de vragenlijst opgenomen.
Figuur 15: Percentage ouderen dat zich matig eenzaam, ernstig eenzaam en zeer ernstig eenzaam voelt 37
Uit de figuur is af te lezen dat 38% van de ouderen in Culemborg zich matig eenzaam voelt, 5% voelt zich ernstig eenzaam en 2% voelt zich zeer ernstig eenzaam. In totaal voelt 45% van de ouderen in Culemborg zich eenzaam. Er zijn wat dit betreft nauwelijks verschillen tussen Culemborg en Terweijde. Ook komen de percentages van Culemborg sterk overeen met de percentages voor de regio Rivierenland. Vrouwen zijn vaker eenzaam dan mannen (50% van de vrouwen voelt zich eenzaam vs. 39% van de mannen). Daarnaast komt eenzaamheid vaker voor bij de groep 75-plussers dan bij de groep 65-74 jarigen (58% vs. 37%).
7.8 Mantelzorg ontvangen en geven Binnen het geheel van zorg neemt informele zorg of mantelzorg een belangrijke plaats in. Door het ontvangen van mantelzorg kunnen ouderen vaak langer zelfstandig blijven functioneren zonder dat zij direct een beroep hoeven te doen op professionele zorg. Mantelzorg is in dit onderzoek omschreven als de onbetaalde zorg die iemand geeft aan een bekende uit zijn/haar omgeving, zoals een partner, ouders, kind, buren of vrienden, als deze persoon voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is. Deze zorg kan bijvoorbeeld bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer en geldzaken regelen. Zestien procent van de ouderen in Culemborg ontvangt momenteel mantelzorg. In de wijk Terweijde betreft dit 18% van de ouderen en in de gehele regio Rivierenland ontvangt 14% van de ouderen mantelzorg. Vrouwen krijgen vaker mantelzorg dan mannen (19% vs. 14%) en 75-plussers krijgen veel vaker mantelzorg dan 65-74 jarigen (32% vs. 6%). Tabel 14 geeft weer bij welke activiteiten de ouderen mantelzorg ontvangen. Tabel 14: Percentage ouderen dat diverse vormen van mantelzorg ontvangt Culemborg Terweijde (%) (%) Hulp in de huishouding 14 14 Begeleiding, vervoer 11 12 Geldzaken, administratie 10 11 Gezelschap, troost, afleiding 6 9 Warme maaltijden bereiden 5 5 Medische verzorging 4 5 Persoonlijke verzorging 3 5 Andere mantelzorg 1 2
Rivierenland (%) 11 8 8 6 4 4 4 1
Uit de tabel blijkt dat ouderen vooral hulp ontvangen in de huishouding, gevolgd door begeleiding bij vervoer. Ook hulp bij geldzaken en administratie is een veel genoemde vorm van mantelzorg. Mantelzorg ontvangen de ouderen vooral van de kinderen of de partner. Behalve dat is gevraagd naar het ontvangen van mantelzorg, is ook gevraagd naar het geven hiervan. Dertig procent van de ouderen in Nederland verleende in 2008 informele hulp aan vrienden, kennissen of buren (CBS StatLine, 2011). Het percentage ouderen dat hulp verleent, ligt hiermee iets onder dat van de 18-64 jarigen. Ook hier geven de jongste ouderen vaker informele hulp dan de oudste ouderen. Twaalf procent van de ouderen in Culemborg geeft momenteel mantelzorg en in de wijk Terweijde geeft 15% momenteel mantelzorg. In de gehele regio Rivierenland betreft dit 12%. 38
Er zijn nauwelijks verschillen tussen mannen en vrouwen en tussen de twee leeftijdsgroepen wat betreft het percentage ouderen dat mantelzorg geeft. Van alle ouderen in Culemborg voelt 2% zich momenteel (tamelijk) zwaar belast door het geven van mantelzorg. In Terweijde betreft dit 3% van de ouderen en in de regio Rivierenland betreft dit 2% van de ouderen.
39
Hoofdstuk 8 Voorzieningen Gemeenten zijn steeds vaker verantwoordelijk voor de financiering en de organisatie van de welzijnsvoorzieningen in een gemeente. Deze trend zal in de komende jaren waarschijnlijk doorzetten. Een goed functionerend en adequaat aanbod van welzijnsvoorzieningen stelt oudere mensen niet alleen in staat om deel te blijven nemen aan maatschappelijke activiteiten, maar stelt ouderen ook in staat om zo lang mogelijk zo zelfstandig mogelijk te blijven wonen. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het gebruik, de behoefte, de bekendheid en de bereikbaarheid van de zorg- en welzijnsvoorzieningen waar 65-plussers gebruik van kunnen maken.
8.1 Gebruik en behoefte voorzieningen In de enquête is voor elf diensten gevraagd aan te kruisen welke situatie van toepassing is: • maakt gebruik van de dienst; • maakt geen gebruik van de dienst maar heeft hier wel behoefte aan; • maakt geen gebruik van de dienst en heeft hier ook geen behoefte aan; • is onbekend met de dienst. Tabel 15 geeft de resultaten weer voor de ouderen in de gemeente Culemborg. De ouderen maken vooral gebruik van hulp bij administratieve en financiële activiteiten, recreatieve/culturele en sport activiteiten voor ouderen en van vervoersvoorzieningen. Voor een aantal voorzieningen geldt dat er relatief veel ouderen zijn die aangeven de voorziening niet te gebruiken terwijl men er wel behoefte aan heeft. Het gaat hierbij om bewegingsactiviteiten voor ouderen, hulp van een vrijwilliger, vervoer naar voorzieningen en personenalarmering. Over het algemeen zijn de meeste ouderen wel bekend met de diensten waarnaar is gevraagd. Het minst bekend zijn de ouderenadviseur en ‘ondersteuning bij mantelzorg’. De tabel bevat cijfers voor ouderen in de gemeente Culemborg. Deze komen in sterke mate overeen met de cijfers voor Terweijde en voor de regio Rivierenland. Vrouwen maken in vergelijking met mannen vooral meer gebruik van sport en recreatieve activiteiten vanuit een activiteiten- of dienstencentrum, van vervoer naar voorzieningen en van personenalarmering. Voor de meeste voorzieningen geldt dat ouderen uit de oudste leeftijdsgroep hier vaker gebruik van maken dan de 65-74 jarigen. De tabel gaat uit van percentages. Omgerekend naar aantallen (waarbij 1% overeenkomt met 35 á 40 ouderen), komen we tot de volgende aantallen gebruikers: - maaltijdvoorziening 140 - 160 personen - Eettafel 140 - 160 personen - ouderenadviseur 105 - 120 personen - hulp bij administratie 1050 - 1200 personen - meer bewegen voor ouderen activiteiten 560 - 640 personen - recreatieve activiteiten 665 - 760 personen - hulp van vrijwilliger 175 - 200 personen - hulp bij het geven van mantelzorg 70 - 80 personen - hulp bij het leggen van sociale contacten 70 - 80 personen - vervoer naar voorzieningen 560 - 640 personen - personenalarmering 315 - 360 personen
40
Tabel 15: Gebruik, behoefte en bekendheid voorzieningen (%) Gebruikt niet, wel Gebruikt behoefte (%) (%) Maaltijdverstrekking/maaltijdendienst 4 2 Eettafel 4 1 Advies of voorlichting door ouderenadviseur 3 5 Hulp bij administratieve of financiële activiteiten 30 4 Sport- of bewegingsactiviteiten voor ouderen vanuit activiteiten- of dienstencentrum 16 7 Recreatieve/culturele activiteiten voor ouderen vanuit activiteiten- of dienstencentrum 19 3 Hulp in en om huis van vrijwilliger via vrijwilligersorganisatie 5 7 Ondersteuning bij het geven van mantelzorg 2 2 Hulp bij (het uitbreiden van) sociale contacten 2 3 Vervoer naar voorzieningen 16 8 Personenalarmering 9 7
Gebruikt niet, geen behoefte (%) 93 89
Dienst onbekend (%) 2 6
83
10
66
1
76
2
77
1
85
3
90
7
92 75 81
3 1 4
8.2 Bekendheid voorzieningen Om gebruik te kunnen maken van dit aanbod, moet het aanbod allereerst bekend zijn bij ouderen. In de ouderenmonitor is daarom voor een aantal voorzieningen gevraagd of men weet waar men deze aan moet vragen. Tabel 16 geeft de beantwoording weer. Hieruit blijkt dat de Thuiszorg en activiteiten voor ouderen de voorzieningen/diensten zijn, die het best bekend zijn bij de ouderen. Schuldhulpverlening en de ouderenadviseur of -voorlichter zijn het minst bekend. Voor de meeste voorzieningen geldt dat mannen en vrouwen ongeveer even vaak weten waar men deze kan aanvragen. Ook liggen de percentages voor de twee onderscheiden leeftijdsgroepen over het algemeen dicht bij elkaar. De percentages voor ouderen uit de wijk Terweijde zijn over het algemeen goed vergelijkbaar met de percentages voor Culemborg. Ouderen in Culemborg weten wel wat vaker waar men personenalarmering kan aanvragen dan ouderen in Terweijde en ook vaker dan de ouderen in de regio Rivierenland. Daarnaast weten ouderen in Culemborg in vergelijking met ouderen in de gehele regio vaker waar men terecht kan voor activiteiten voor ouderen. Van belang is of de ouderen die behoefte hebben aan een bepaalde voorziening weten hoe ze deze moeten aanvragen. Wanneer we tabel 15 combineren met tabel 16 blijkt dat 43% van de ouderen in Culemborg die nog geen gebruik maken van de maaltijdverstrekking, maar daar wel behoefte aan heeft (2% van alle 65-plussers) niet weet waar men terecht kan voor deze voorziening. Zo’n 5% van de ouderen in Culemborg heeft behoefte aan een ouderenadviseur, maar ‘gebruikt’ deze nog niet. Tweederde van hen weet niet waar men terecht kan voor deze voorziening. Vier procent van alle 65-plussers krijgt geen hulp bij administratieve/financiële activiteiten, maar wil dat wel. Bijna allemaal weten ze niet hoe deze hulp aan te vragen. 41
Tabel 16: Percentage ouderen dat weet waar men terecht kan voor een bepaalde voorziening Culemborg Terweijde Rivierenland (%) (%) (%) Thuiszorg 76 76 73 PGB 52 50 49 Schuldhulpverlening 43 40 39 Gehandicaptenparkeerkaart 56 54 58 Woningaanpassing 63 61 62 Rolstoelvoorziening 59 56 59 Vervoersvoorziening 63 59 62 Maaltijdverstrekking/maaltijdendienst 59 55 60 Ouderenadviseur of –voorlichter 46 43 47 Ouderengym/-zwemmen 58 54 56 Activiteiten voor ouderen 67 65 62 Personenalarmering 50 45 44 Financiële/administratieve ondersteuning 53 50 50 Zeven procent van de Culemborgse ouderen heeft behoefte aan sport- /bewegingsactiviteiten vanuit dienstencentrum en gebruikt deze nog niet: tweederde van hen weet niet hoe ze hieraan mee kunnen doen. Ook 7% van de Culemborgse 65-plussers heeft behoefte aan personen alarmering, maar gebruikt deze nog niet; driekwart weet niet hoe dit aan te vragen. Een procent van alle ouderen wil meedoen met activiteiten voor ouderen, maar weet niet hoe dit te regelen. 8.3 Bereikbaarheid voorzieningen Ook de bereikbaarheid van voorzieningen is van belang. Als voorzieningen te ver weg zijn voor ouderen, zal er minder gebruik van worden gemaakt. Tabel 17: Percentage ouderen dat voorziening te ver weg vindt, of de voorziening niet kent Vindt voorziening te ver weg Voorziening niet bekend Culemborg Terweijde Rivierenland Culemborg (%) (%) (%) (%) Huisarts 13 13 10 Tandarts 15 18 18 8 Polikliniek 11 8 29 Apotheek 4 3 8 Fysiotherapeut 3 3 7 5 Verpleeghuis/verzorgingshuis 10 4 14 13 Eettafel 5 2 8 45 Activiteiten-/dienstencentrum/ buurthuis voor ouderen 6 3 8 22 Winkels voor dagelijkse boodschappen 3 3 10 Postkantoor 19 28 20 Gemeenteloket 25 26 38 2 Zorgloket/Wmo-loket 21 21 31 26 Bank 23 28 32 Geldautomaat 7 5 12 Bibliotheek 21 30 21 11 42
Tabel 17 geeft voor een aantal voorzieningen het percentage ouderen weer dat de voorziening te ver weg vindt. Ouderen in Culemborg vinden vooral het gemeenteloket, de bank, de bibliotheek en het zorgloket te ver weg. Voor ouderen in Terweijde betreft dit vooral de bibliotheek, het postkantoor, de bank en het gemeenteloket. Voor verschillende voorzieningen geldt dat ouderen in Rivierenland vaker aangeven dat deze te ver weg is dan ouderen in Culemborg (vooral polikliniek, winkels dagelijkse boodschappen, gemeenteloket, zorgloket, de bank en een geldautomaat). In tabel 17 is ook aangegeven hoeveel ouderen in Culemborg de voorziening niet kennen. De Eettafel is weinig bekend, gevolgd door het zorgloket/Wmo-loket en een activiteiten-/dienstencentrum.
43
Hoofdstuk 9 Trends en verschillen in gezondheid Paragraaf 9.1 geeft een overzicht van enkele opvallende verschillen ten opzichte van de resultaten van 2005. Deze vergelijking wordt gemaakt voor de totale groep ouderen in de regio en niet voor Culemborg, omdat er in 2005 geen Culemborgs ouderenrapport is gemaakt. Paragraaf 9.2 gaat in op enkele sociaaleconomische gezondheidsverschillen voor ouderen in de Culemborg.
9.1 Vergelijking gezondheid ouderen in de regio nu en in 2005 De ouderen nu zijn gezonder dan vijf jaar geleden. Iets meer ouderen voelen zich gezond, minder ouderen zijn eenzaam, er worden minder slaap- en kalmeringsmiddelen gebruikt en meer ouderen zijn geestelijk gezond. Verder valt op dat meer ouderen weten hoe voorzieningen aan te vragen zijn en ouderen zijn ook beter bekend met het zorgloket. Ook geven meer ouderen mantelzorg, wellicht omdat er minder professionele zorg is. Het dagelijks gebruik van een warme maaltijd is toegenomen. Het opleidingsniveau is hoger en iets minder ouderen hebben moeite met rondkomen. Meer ouderen wonen in een koopwoning. Het aantal mensen dat wil verhuizen is gelijk gebleven.
9.2 Gezondheidsverschillen hoog- en laagopgeleiden Opleiding geeft een indicatie voor iemands sociaaleconomische positie. Verschillen in opleidingsniveau hangen samen met verschillen in gezondheid, zowel wat betreft levensverwachting als gezonde levensjaren. Onderstaande tabel geeft voor enkele indicatoren de verschillen weer. De cijfers hebben betrekking op ouderen in Culemborg. Zoals kan worden verwacht, hebben laag opgeleide ouderen vaker moeite om rond te komen en moeten ze vaker alleen van een AOW uitkering rondkomen. Ook blijkt uit de tabel dat hoe lager men is opgeleid, hoe slechter de ervaren gezondheid en hoe meer chronische aandoeningen men heeft. De tabel bevat gegevens over aandoeningen waarvoor de verschillen het grootst zijn, maar ook voor de meeste andere aandoeningen geldt dat deze vaker voorkomen bij laag opgeleide ouderen. Alleen prostaatklachten komen vaker voor bij hoogopgeleide ouderen. Laag opgeleide ouderen hebben vaker lichamelijke beperkingen en hebben vaker problemen bij het uitvoeren van huishoudelijke activiteiten. Ook hebben laag opgeleide ouderen vaker problemen met de psychische gezondheid. De leefstijl van laag opgeleide ouderen is ongezonder dan die van hoog opgeleide ouderen. Dit geldt voor zowel voeding als beweging en blijkt ook uit de bevinding dat laag opgeleide ouderen vaker overgewicht hebben. Alleen overmatig drankgebruik komt juist meer voor bij hoog opgeleide ouderen. Ook op de meeste omgevingsfactoren scoren laag opgeleide ouderen vaker ongunstig. Opvallend is dat laag opgeleide ouderen vaker mantelzorg ontvangen, maar zelf minder vaak mantelzorg geven.
44
Tabel 18: Verschillen naar opleidingsniveau voor ouderen in Culemborg Laag opgeleid
Midden
Hoog opgeleid
(t/m MAVO)
(HAVO/VWO/ MBO)
16 28
10 8
1 4
32 22 43 17 62 25 38
23 19 40 12 45 13 27
18 8 24 8 50 7 20
35
22
15
27 47
9 27
9 27
74 66 71 19 58 68
76 62 66 25 52 56
81 72 82 28 72 54
19
20
31
Omgeving Woont in koopwoning Voelt zich wel eens onveilig overdag Voelt zich wel eens onveilig in avond/nacht Ventileert woonkamer voldoende Heeft wel eens problemen met vervoer Is eenzaam Ontvangt nu mantelzorg Geeft nu mantelzorg
38 13 25 48 33 49 21 10
58 12 25 38 17 38 5 16
83 4 13 58 22 36 6 18
Voorzieningen en diensten (gebruik van) Sport- of bewegingsactiviteiten vanuit dienstencentrum Recreatieve/culturele activiteiten vanuit dienstencentrum Vervoer naar voorzieningen Hulp bij administratieve of financiële activiteiten Personenalarmering
18 21 20 36 11
10 19 8 21 8
13 13 7 12 2
Financiële situatie Heeft moeite met rondkomen inkomen Heeft alleen AOW Lichamelijke gezondheid Ervaren gezondheid matig tot slecht Suikerziekte, diabetes Hoge bloeddruk Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA/COPD Belemmerd agv chronische aandoening(en) Gebruikte slaap- of kalmeringsmiddelen in afgelopen 2 wkn Heeft één of meer lichamelijke beperkingen Kan één of meer huishoudelijke activiteiten niet geheel zelfstandig uitvoeren Psychische gezondheid Psychisch ongezond Risico op angststoornis of depressie Leefstijl Gebruikt dagelijks een warme maaltijd Eet dagelijks groente Eet dagelijks fruit Dagelijks vitamine D Voldoet aan beweegnorm Heeft (ernstig) overgewicht Ongezond alcoholgebruik (>14 glazen/week (mannen) of > 7 glazen/week (vrouwen))
45
(HBO/WO)
Als het gaat om gebruik van voorzieningen blijkt dat laag opgeleide ouderen vaker gebruik maken van verschillende voorzieningen. Hoog opgeleiden weten echter beter waar men voorzieningen kan aanvragen, het verschil is het grootst voor de gehandicaptenparkeerkaart (73% vs. 50%), de ouderenadviseur (64% vs. 41%) en schuldhulpverlening (59% vs. 37%).
46
Hoofdstuk 10 Conclusie en aanbevelingen Hoewel een groot deel van de ouderen een chronische aandoening heeft, is de meerderheid van de ouderen zeer tevreden over de eigen gezondheid: bijna driekwart van de ouderen vindt de eigen gezondheid goed of zelfs uitstekend. Met het ouder worden is er een duidelijke toename in ongezondheid. Vanaf 75-jarige leeftijd nemen de gezondheidsproblemen en daarmee gepaard gaande beperkingen fors toe. Ook blijkt dat vrij veel ouderen met psychische problemen kampen: één op de vijf ouderen is psychisch ongezond en 40% van de ouderen heeft een verhoogd risico op een angststoornis of depressie. Dit heeft gevolgen voor het sociaal functioneren en het uitvoeren van de dagelijkse bezigheden. Uit het onderzoek blijkt dat de leefstijl bij ouderen een blijvend punt van aandacht is. Zo valt er met name nog veel gezondheidswinst te behalen op het gebied van beweging: vier op de tien ouderen bewegen onvoldoende. Ook het alcoholgebruik is hoog. Bijna tweederde van de ouderen is te dik en een op de vijf ouderen heeft suikerziekte. In Culemborg heeft 17% van de ouderen in de afgelopen drie maanden een valongeval gehad, veelal in en om huis. Ruim een op de acht ouderen heeft belangstelling voor een cursus valpreventie. Verder blijkt uit het onderzoek dat bijna één op de drie ouderen wel eens problemen heeft met vervoer en dat sommige voorzieningen voor ouderen te ver weg zijn. Lang niet alle ouderen weten waar men bepaalde voorzieningen of diensten kan aanvragen. Zo weet ruim de helft van de ouderen niet waar ze terecht kunnen voor een ouderenadviseur. In totaal maakt 16% gebruik van vervoer naar voorzieningen zoals regiotaxi, dit zijn ruim 600 Culemborgse ouderen. De meeste welzijnsvoorzieningen en diensten worden vaker door laagopgeleide ouderen gebruikt. Hoewel ouderen in Culemborg in vergelijking met ouderen in de gehele regio Rivierenland vaker een chronische aandoening hebben, komt de gezondheidssituatie van ouderen in Culemborg verder in grote lijnen overeen met die van ouderen in de gehele regio Rivierenland. De resultaten zijn representatief (naar leeftijd en geslacht) voor zelfstandig wonende ouderen, maar iets gunstiger dan in werkelijkheid: lager opgeleiden en ongezondere mensen doen minder vaak mee aan onderzoek. Risicogroepen Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen een kwetsbare groep zijn. Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen en hebben mede door hun hogere leeftijd vaker gezondheidsproblemen. Ze zijn relatief laag opgeleid. Vrouwen zijn doordat hun partner vaak eerder overlijdt, ook vaker alleenstaand dan mannen. Uit het onderzoek blijkt dat vrouwen vooral kwetsbaar zijn op het gebied van psychische problemen: ze zijn vaker psychisch ongezond, hebben vaker een hoger risico op een angststoornis of depressie, voelen zich vaker eenzaam en gebruiken meer slaap- en kalmeringsmiddelen dan mannen. Vrouwen hebben veel vaker ernstig overgewicht. Mede hierdoor hebben ze allerlei gewrichtsaandoeningen, die hen belemmeren in hun activiteiten en mobiliteit. Daarnaast zijn laag opgeleide ouderen een risicogroep voor problemen op het gebied van de lichamelijke en psychische gezondheid. Ook hebben ze vaker een ongezonde leefstijl (met uitzondering van overmatig alcoholgebruik). Hun financiële situatie is vaak slechter, ze wonen vaker in een huurwoning en in een buurt waar ze zich minder veilig voelen.
47
Ouderen in de wijk Terweijde wijken op verschillende punten in ongunstige zin af van ouderen in de rest van Culemborg. Ouderen hebben een slechtere gezondheid, ze worden meer belemmerd door hun aandoeningen, meer ouderen lopen risico op een angststoornis of depressie en meer ouderen voelen zich onveilig. Ook is er meer geluidsoverlast. Aanbevelingen Gezien de stijgende lijn in de gezondheid van ouderen in Rivierenland ten opzichte van het onderzoek in 2005, wil de GGD in overleg met gemeenten aanbevelen om het beleid en de activiteiten die ingezet zijn na de vorige ouderenmonitor de komende 4 jaar te continueren. De resultaten van het regionale onderzoek worden onder de aandacht van gemeenten, provincie en organisaties en instellingen die betrokken zijn bij ouderengezondheid(beleid) gebracht. De GGD vraagt om in ieder geval extra aandacht te besteden aan het verkleinen van gezondheidsverschillen, aan het meer bekendheid geven aan voorzieningen, aan het bevorderen van een gezonde leefstijl en aan het verminderen van psychosociale problematiek. Specifiek voor Culemborg vraagt de GGD aandacht voor:
48
-
Ouderen in de wijk Terweijde. Ze hebben een slechtere gezondheid, meer last van onveiligheidsgevoelens en meer geluidsoverlast (van verkeer < 50 km pu). De ouderen zijn gemiddeld lager opgeleid en vaker van niet-Nederlandse herkomst.
-
Het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen door extra aandacht te besteden aan de kwetsbare groep laag opgeleide ouderen.
-
Het continueren van activerend huisbezoek. In dit bezoek kan de bekendheid met voorzieningen worden vergroot, zoals met de Eettafel of met hulp bij (het reizen met openbaar) vervoer (Klaartje, Treintje etc.). Ook kan er over een gezonde leefstijl gesproken worden (bijv. vochtnorm) en kunnen mensen met elkaar in contact gebracht worden (ter voorkoming van eenzaamheid).
-
Het in stand houden van bestaande welzijnsvoorzieningen en hier (nog meer) bekendheid aan geven. Vooral de kwetsbare ouderen (laagopgeleide ouderen, 75-plussers en vrouwen) maken (al) veel gebruik van voorzieningen.
-
Het bevorderen van een gezonde leefstijl, vooral het stimuleren van beweging. Een beweegtuin beidt de mogelijkheid om in de buitenlucht te bewegen. Voldoende beweging zorgt niet alleen voor een gezond lichaamsgewicht, maar heeft ook een beschermende werking op ziekten als hart- en vaatziekten, diabetes, osteoporose en depressiviteit.
-
Preventie en vroegsignalering van psychische problemen (o.a. depressie) en eenzaamheid. Bijvoorbeeld door het creëren en in stand houden van laagdrempelige ontmoetingsplaatsen voor ouderen of actief toe leiden naar bijv. de Eettafel.
Overzichtstabel met de belangrijkste resultaten
Achtergrondkenmerken Woont alleen Laag opgeleid (lager onderwijs/LBO/MAVO) Hoog opgeleid (HBO/WO) Etniciteit: niet-Nederlandse herkomst Alleen AOW Moeite met rondkomen (enige/grote) Lichamelijke gezondheid Ervaren gezondheid matig/slecht Eén of meer langdurige aandoeningen Belemmerd door langdurige aandoening(en) Eén of meer lichamelijke beperkingen Kan één of meer huishoudelijke activiteiten niet zelfstandig uitvoeren Slaap/kalmeringsmiddelen in afgelopen 2 weken Valongeval in afgelopen 3 maanden Psychische gezondheid Psychisch ongezond Matig/hoog risico op angststoornis en/of depressie Ervaart probleem dat hem/haar dag en nacht bezighoudt Geen regie over eigen leven Leefstijlfactoren Ontbijt iedere dag Eet iedere dag warme maaltijd Eet iedere dag fruit Eet iedere dag groente Eet minstens 1 keer per week vis Gebruikt dagelijks Vitamine D Voldoet aan de beweegnorm Heeft overgewicht Rookt Ongezond alcoholgebruik (>14 glazen/week (mannen) of > 7 glazen/week (vrouwen)) Wil meer aandacht voor seksualiteit ouderen Omgeving Woont in woning voor ouderen Woont in huurwoning Wil verhuizen Ventileert woonkamer onvoldoende 49
Culemborg (N=3883) %
Terweijde (N=999) %
Regio Rivierenland (N=29316) %
32 70 15 9 22 13
36 74 11 14 26 15
34 73 12 4 24 11
28 87 57 34 31
36 89 63 38 34
30 82 53 33 31
21 17
15 18
19 18
21 40 23
21 46 24
20 37 21
13
17
13
93 76 72 67 79 21 59 63 10 21
94 78 74 68 78 18 55 64 10 17
93 76 71 66 74 21 56 62 12 23
16
17
13
19 51 19 52
12 80 18 46
16 42 24 52
Culemborg (N=3883) %
Terweijde (N=999) %
Regio Rivierenland (N=29316) %
29 11 23 4 4 45 16 12
30 18 30 9 6 45 18 15
24 8 19 5 5 44 14 12
4 4 3 30
5 4 4 34
5 5 3 26
16
16
14
19
19
15
5 2 2 16 9
6 3 2 18 10
5 2 2 15 6
Vervolg Omgeving
Problemen met vervoer Voelt zich overdag wel eens onveilig Voelt zich ’s avonds/’s nachts wel eens onveilig Ernstige geluidshinder van verkeer < 50 km/u Ooit slachtoffer huiselijk geweld Is eenzaam Krijgt mantelzorg Geeft mantelzorg Gebruik van voorzieningen/diensten Maaltijdverstrekking/maaltijdendienst Eettafel Advies of voorlichting door ouderenadviseur Hulp bij administratieve of financiële activiteiten Sport- of bewegingsactiviteiten voor ouderen vanuit activiteiten- of dienstencentrum Recreatieve/culturele activiteiten voor ouderen vanuit activiteiten- of dienstencentrum Hulp in en om huis van vrijwilliger via vrijwilligersorganisatie Ondersteuning bij het geven van mantelzorg Hulp bij (het uitbreiden van) sociale contacten Vervoer naar voorzieningen Personenalarmering
50
Referenties Balkom AJLM van, Schoemaker C. Wat zijn angststoornissen en wat zijn de gevolgen? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM,
Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid en ziekte\Ziekten en aandoeningen\Psychische stoornissen\Angststoornissen, 20 september 2010. Bisschop I. Psychosocial resources and the consequences of specific chronic diseases in older age; The longitudinal Aging Study Amsterdam. Leiden, 2004. CBS, statline, http://statline.cbs.nl/statweb/ 2011. Consument en Veiligheid. Vallen 55+. Amsterdam: Consument en Veiligheid, 2010. Deeg DJH (VUmc). Wat is ervaren gezondheid en hoe wordt het gemeten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM www.nationaalkompas.nl> Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid en ziekte\Functioneren en kwaliteit van leven\Ervaren gezondheid, 31 maart 2009. Feenstra D, Zantinge EM. Hoeveel mensen roken? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning,Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. www.nationaalkompas.nl > Gezondheidsdeterminanten > Leefstijl > Roken, 8 december 2009. Gezondheidsraad, Richtlijnen voor goede voeding 2006, Gezondheidsraad, Den Haag, 2006, publicatienummer 2006/21. Gezondheidsraad. Naar een toereikende inname van vitamine D. Gezondheidsraad, Den Haag. 2008. Publicatienummer 2008/15. Isken, L.D.,Harbers, M.M. Gedragsverandering levert ook bij ouderen gezondheidswinst op. VTV, Bilthoven, RIVM, 2009. Jong Gierveld J de, Tilburg T van. Het vaststellen van eenzaamheid. In: Tilburg T van, Jong Gierveld J de (redactie) Zicht op eenzaamheid: achtergronden, oorzaken en aanpak. Assen: Van Gorcum, 2007. Movisie. Registratie ouderenmishandeling 2009. Utrecht: Movisie 2010. Oude Groeniger, I. ea. Ouderenmonitor 2010. Resultaten van de regio Noord-Veluwe. Apeldoorn, GGD Gelre-IJssel, mei 2011 Passchier-Vermeer W. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van geluid? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. www.nationaalkompas.nl > Gezondheidsdeterminanten > Omgeving > Milieu >Geluid, 17 mei 2005a. Passchier-Vermeer W. Hoeveel mensen ondervinden hinder of andere gevolgen van geluid en neemt dit toe of af? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. www.nationaalkompas.nl >Gezondheidsdeterminanten > Omgeving > Milieu > Geluid, 17 mei 2005b. Rutgers Nisso Groep. Seks als je ouder wordt. Utrecht: Rutgers Nisso Groep, 2009. 51
Schoemaker C. Wat is psychische gezondheid en hoe wordt het gemeten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. www.nationaalkompas.nl/Gezondheid en ziekte/Functioneren en kwaliteit van leven/Psychisch functioneren/Psychische gezondheid volwassenen, 22 maart 2010. Spijker J (Trimbos-instituut), Schoemaker C (RIVM). Wat is depressie en wat zijn de gevolgen? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM www.nationaalkompas.nl> Nationaal Kompas Volksgezondheid\Gezondheid en ziekte\Ziekten en aandoeningen\Psychische stoornissen\Depressie, 22 maart 2010. Stichting voedingscentrum Nederland. Vitamine D. 2008. Te verkrijgen via: www.voedingscentrum.nl \ eten en gezondheid \ voedingsstoffen \ vitamines en mineralen \ vitamine D. Van Tilburg T, De Jong Gierveld J (redactie). Zicht op eenzaamheid. Achtergronden, oorzaken en aanpak. Assen: Van Gorcum, 2007. Verweij A, Lucht F van der. Wat is de omvang van sociaaleconomische gezondheidsverschillen? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. www.nationaalkompas.nl\Thema's\Gezondheidsachterstanden\Sociaaleconomische status, 7 december 2010. Verweij A, Sanderse C , (Beer J de . Etniciteit samengevat . In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. www.nationaalkompas.nl> Nationaal Kompas Volksgezondheid\Bevolking\Etniciteit, 20 september 2010. Nationaal Kompas Volksgezondheid, 6 april 2011. Wingen M, Otten F. Burgerlijke staat, recente verweduwing en gezondheidsindicatoren van ouderen. Den Haag/ Heerlen: CBS, 2009. Zantinge EM, van der Wilk EA, van Wieren S, Schoemaker CG. Gezond ouder worden in Nederland. Bilthoven: RIVM, 2011.
52
Tabellenboek onderzoek onder 65-plussers in Culemborg, Terweijde en Rivierenland GGD Rivierenland, 2011 Toelichting: In kolom 2 t/m 5 staan de resultaten voor Culemborg, per geslacht en per leeftijdsgroep en het totaalcijfer. In kolom 6 staat het totaalcijfer van Terweijde. In kolom 7 staat het totaalcijfer van regio Rivierenland Het betreft in alle gevallen percentages van de totale (sub)groep. De percentages zijn gewogen naar geslacht, leeftijd en gemeentegrootte. De percentages tellen niet altijd op tot 100% vanwege afronding of doordat meerder antwoorden mogelijk waren.
Aantal inwoners in betreffende subgroep
man
vrouw
Culemborg 65 - 74
75+
Totaal
Terweijde Totaal
Rivierenland Totaal
1687
2196
2194
1689
3883
999
29316
man % 63 29 8
vrouw % 51 35 13
Culemborg 65 - 74 % 100 0 0
75+ % 0 75 25
Totaal % 57 33 11
Terweijde Totaal % 60 34 7
Rivierenland Totaal % 58 32 10
man % 84 2 1 4 9
vrouw % 50 2 3 7 37
Culemborg 65 - 74 % 76 3 2 7 12
75+ % 50 2 3 4 42
Totaal % 65 2 2 6 25
Terweijde Totaal % 59 2 4 11 25
Rivierenland Totaal % 63 2 3 5 28
Achtergrond gegevens respondenten
Leeftijd in 3 groepen 65 - 74 75 - 84 85+
Burgerlijke staat gehuwd / geregistreerd partnerschap samenwonend ongehuwd, nooit gehuwd geweest gescheiden, gescheiden levend weduwe, weduwnaar
Culemborg
Type huishouden Woont alleen Woont met partner/echtgeno(o)t(e) Woont met zijn/haar kind(eren) Woont met ander(e) familielid/-leden
Opleidingsniveau lager onderwijs of geen opleiding MAVO, LBO HAVO, VWO, MBO HBO, WO
man % 14 84 6 1
man % 17 38 23 22
vrouw % 46 51 3
65 - 74 % 20 78 4
75+ % 47 49 4
Totaal % 32 65 4
Terweijde Totaal % 36 60 7
Rivierenland Totaal % 34 63 4
1
0
2
1
1
0
vrouw % 25 56 9 10
Culemborg 65 - 74 % 14 52 17 18
75+ % 32 44 12 12
Totaal % 22 48 15 15
Terweijde Totaal % 22 51 16 11
Rivierenland Totaal % 25 48 15 12
Etniciteit (CBS) Nederlands Surinaams Antilliaans/Arubaans Turks Marokkaans anders Nederlands Indie
man % 92 0 0 0 2 2 4
vrouw % 91 0 0 0 0 4 5
Culemborg 65 - 74 % 91 0 0 0 1 4 4
75+ % 91 0 1 0 1 2 5
Totaal % 91 0 0 0 1 3 5
Terweijde Totaal % 86 0 0 0 2 2 9
Rivierenland Totaal % 96 0 0 0 1 2 2
man % 6 18 51 22 4
vrouw % 2 11 57 27 3
Culemborg 65 - 74 % 5 16 57 20 3
75+ % 2 12 50 32 4
Totaal % 4 14 54 25 3
Terweijde Totaal % 5 10 49 32 4
Rivierenland Totaal % 6 12 52 27 3
2 36 53 10
3 33 41 23
1 30 50 19
4 40 41 16
3 34 46 17
3 33 46 18
2 35 45 18
Lichamelijke gezondheid
Ervaren gezondheid uitstekend zeer goed goed matig slecht
Gewicht ondergewicht normaal gewicht matig overgewicht ernstig overgewicht
Culemborg
Chronische ziekten voorgaande jaar Suikerziekte, diabetes Beroerte, hersenbloeding, herseninfarct, TIA Hartinfarct Andere ernstige hartaandoening Een vorm van kanker Migraine, ernstige hoofdpijn Hoge bloeddruk Vernauwing bloedvaten in buik of benen Astma, chronische bronchitis, longemfyseem of CARA/COPD Ernstige darmstoornissen langer dan 3 maanden Psoriasis Chronisch eczeem Onvrijwillig urine verlies Ernstige aandoening van de rug
Terweijde
Rivierenland
man
vrouw
65 - 74
75+
Totaal
Totaal
Totaal
% 20
% 19
% 19
% 20
% 20
% 19
% 18
6 9 17 12 6 34
4 2 6 10 10 44
3 5 9 11 8 38
8 6 13 12 8 41
5 5 11 11 8 40
6 8 12 13 8 42
7 6 10 8 7 37
11
8
7
12
9
12
10
16
14
14
15
15
19
12
8 4 4 7 11
9 2 3 25 17
7 4 3 12 11
10 2 4 23 18
8 3 4 17 14
10 2 1 19 17
6 3 4 13 17
18 6
50 15
31 10
43 13
36 11
38 15
38 11
10
16
12
15
13
14
14
4 4
13 28
8 12
9 24
9 17
14 17
10 17
Gewrichtsslijtage van heupen of knieen Chronische gewrichtsontsteking Andere ernstige aandoening van nek of schouder Andere ernstige aandoening van elleboog, pols of hand Botontkalking (osteoporose) Ziekten van het zenuwstelsel (Parkinson, MS, epilepsie) Duizeligheid met vallen Prostaatklachten (niet prostaatkanker of prostaatontsteking)
3 7
1 7
1 4
2 11
2 7
3 7
3 7
18
0
10
8
9
10
9
Heeft 1 of meer chron. aandoeningen
84
88
84
90
87
89
82
man %
vrouw %
Culemborg 65 - 74 %
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
43
68
48
69
57
63
53
man %
vrouw %
Culemborg 65 - 74 %
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
10
29
13
31
21
15
19
2 2 1 7 88
3 2 3 20 73
2 2 1 8 87
3 2 3 22 71
3 2 2 14 80
4 0 1 13 83
5 1 3 12 81
Belemmerd agv chronische aandoening(en) % van totale groep
Slaap- of kalmeringsmiddelengebruik
Gebruikte deze middelen de voorgaande 2 weken
Duur v.h. gebruik 0-3 maanden 3 maanden tot 1 jaar 1-2 jaar 2 jaar of langer niet gebruikt
Valongelukken man %
Culemborg vrouw 65 - 74 % %
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
Is gevallen in de afgelopen 3 mnd
14
20
14
22
17
18
18
Gevallen in/om huis (laatste val)
7
11
7
14
9
12
11
ja nee niet gevallen in afgelopen 3 mnd
4 8 88
6 10 84
4 8 88
7 11 82
5 9 86
4 13 84
5 12 84
Cursus valpreventie gedaan
2
1
2
0
1
3
1
Belangstelling voor cursus valpreventie
11
13
12
12
12
13
11
man %
vrouw %
Culemborg 65 - 74 %
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
25 10
40 8
21 6
49 12
34 9
38 9
33 11
7
14
6
17
11
11
9
15
36
14
43
27
32
26
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
Lichamelijk letsel agv laatste val?
Zelfredzaamheid en zorg
Heeft 1 of meer lichamelijke beperkingen (totaal) Heeft 1 of meer gehoorbeperkingen Heeft 1 of meer gezichtsbeperkingen Heeft 1 of meer mobiliteitsbeperkingen
Beperkingen in huishoudelijke activiteiten en mobiliteit
man % Kan 1 of meer huishoudelijke activiteiten niet geheel zelfstandig uitvoeren
Culemborg vrouw 65 - 74 % %
31
30
15
51
31
34
31
2 11
1 3
0 3
3 10
2 6
2 8
2 8
5
3
2
7
4
6
5
15 25 17 7
29 8 16 15
8 10 8 3
42 23 28 22
23 16 17 11
24 16 20 13
21 15 18 13
8
23
5
31
16
14
14
Kan niet geheel zelfstandig: Ontbijt of lunch klaarmaken Warm eten klaarmaken Lichte huishoudelijke werkzaamheden verrichten Zware huishoudelijke werkzaamheden verrichten Kleren wassen en strijken Bedden verschonen en/of opmaken Boodschappen doen Gebruik maken van eigen of openbaar vervoer
Vervoer
Wel eens problemen met vervoer ja, soms ja, (bijna) altijd nee
man
vrouw
Culemborg 65 - 74
75+
Totaal
Terweijde Totaal
Rivierenland Totaal
% 14 5 81
% 26 10 64
% 16 3 82
% 28 15 57
% 21 8 71
% 21 9 70
% 19 5 76
4
6
3
8
5
8
4
6 4 5 3 2
6 14 7 6 4
3 3 4 3 2
9 19 8 8 6
6 10 6 5 3
5 10 9 7 5
6 8 3 3 2
1 2
3 4
1 1
4 6
2 3
3 3
2 2
7
14
5
19
11
11
10
4
12
3
16
8
8
6
2
7
2
9
5
5
3
1 6 4
3 16 5
1 7 5
3 18 4
2 11 4
3 13 4
2 7 3
man % 87 10 2 1
vrouw % 72 20 6 2
Culemborg 65 - 74 % 82 14 3 1
75+ % 74 18 6 2
Totaal % 79 15 4 2
Terweijde Totaal % 79 17 3 1
Rivierenland Totaal % 81 13 5 2
17
28
19
29
23
24
21
8 3 1 6 6 3 1 2 4 2 2
12 4 2 5 13 8 6 2 4 3 2
8 2 1 4 8 4 2 2 3 2 1
12 5 4 7 12 7 6 3 5 4 3
10 4 2 5 10 6 4 2 4 3 2
12 4 2 4 6 8 4 2 3 3 2
10 4 2 6 8 5 5 2 4 3 2
Reden(en): Anderen hebben geen tijd om mij te brengen Ik durf niet meer zo goed auto te rijden Ik durf niet meer te fietsen De bus rijdt te weinig De bushalte ligt te ver van mijn huis De bus stopt te ver van het reisdoel De bushalte biedt te weinig bescherming als ik moet wachten Ik vind het openbaar vervoer onveilig Ik vind het te ingewikkeld om met het openbaar vervoer (bus/trein) te reizen Ik ben lichamelijk niet in staat om met het openbaar vervoer te reizen Het gebruik van mijn rolstoel of rollator levert problemen op bij het vervoer Ik moet te lang wachten op de belbus of regiotaxi Ik vind de gewone taxi te duur Anders
Welzijn
Psychische gezondheid (MHI-5) gezond licht ongezond matig ongezond ernstig ongezond
Ervaren problemen Heeft een probleem dat hem/haar dag en nacht bezighoudt
Probleem heeft te maken met: Lichamelijke gezondheid Geestelijke gezondheid Zichzelf niet meer kunnen redden Zorg om partner Zorg om (klein)kind(eren) Overlijden van naaste Eenzaamheid Financiele zorgen Angst voor de toekomst Onveilig voelen Anders
Angst en Depressie
Risico op angststoornis of depressie laag of geen matig hoog
man
vrouw
Culemborg 65 - 74
75+
Totaal
Terweijde Totaal
Rivierenland Totaal
% 71 26 3
% 51 44 5
% 65 32 3
% 53 41 7
% 60 36 4
% 54 43 3
% 63 34 3
man % 14 7
vrouw % 19 6
Culemborg 65 - 74 % 6 4
75+ % 32 10
Totaal % 16 6
Terweijde Totaal % 18 8
Rivierenland Totaal % 14 6
man % 11 8 4 4 6 9 7 1
vrouw % 16 3 3 4 7 13 11 1
Culemborg 65 - 74 % 5 3 2 1 2 3 2 0
75+ % 26 9 5 8 12 22 20 2
Totaal % 14 5 3 4 6 11 10 1
Terweijde Totaal % 14 5 5 5 9 12 11 2
Rivierenland Totaal % 11 4 4 4 6 8 8 1
man % 6
vrouw % 7
Culemborg 65 - 74 % 4
75+ % 11
Totaal % 6
Terweijde Totaal % 6
Rivierenland Totaal % 5
6 1 2
12 2 2
2 0 1
19 3 4
9 1 2
10 3 3
9 2 3
man % 13
vrouw % 11
Culemborg 65 - 74 % 13
75+ % 11
Totaal % 12
Terweijde Totaal % 15
Rivierenland Totaal % 12
3
1
2
3
2
3
2
8 2 3 0 2
3 2 1 3 5
4 2 2 2 5
7 1 0 1 2
5 2 2 1 4
6 4 3 2 3
5 2 2 1 3
Mantelzorg ontvangen
Ontvangt nu mantelzorg Ontvangt dagelijks mantelzorg
Waaruit bestaat de mantelzorg Hulp in de huishouding Warme maaltijden bereiden Persoonlijke verzorging Medische verzorging Gezelschap, troost, afleiding Begeleiding, vervoer Geldzaken, administratie Andere mantelzorg
Van wie krijgt men mantelzorg Echtgenoot, echtgenote of partner Kinderen, schoondochter of schoonzoon Andere familieleden Buren, vrienden, kennissen
Mantelzorg geven
Geeft nu mantelzorg Voelt zich(tamelijk) zwaar belast door geven mantelzorg
Aan wie geeft men mantelzorg: Echtgeno(o)t(te) of partner Kinderen (Schoon)ouders Andere familieleden Buren/vrienden/kennissen
Welzijnsvoorzieningen en diensten man
Gebruik, behoefte en bekendheid
Culemborg vrouw 65 - 74
75+
Totaal
Terweijde Totaal %
%
%
%
%
%
%
4 1 92 3
3 2 93 2
2 1 95 2
6 2 90 2
4 2 93 2
3 2 89 7
5 1 89 5
3 2 90 6
6 1 86 7
4 1 89 6
4 2 87 7
5 2 87 7
1 5 85 9
4 5 81 11
1 5 86 8
5 6 77 12
3 5 83 10
4 4 81 11
3 5 85 8
27 4 68 2
32 4 64 1
23 5 71 1
38 2 58 2
30 4 66 1
34 5 58 3
26 4 69 1
9 6 84 2
21 8 69 2
15 7 76 2
17 7 74 2
16 7 76 2
16 10 71 4
14 6 77 2
10 3 86 1
26 4 70 1
13 2 83 1
27 5 68 1
19 3 77 1
19 5 75 1
15 4 79 1
3 4 90 3
6 10 81 3
2 8 88 3
9 7 81 4
5 7 85 3
6 8 82 4
5 8 84 3
3 2 90 5
1 2 89 8
2 2 92 5
2 3 86 10
2 2 90 7
3 3 85 9
2 2 90 6
Maaltijdverstrekking/maaltijdendienst ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
Rivierenland Totaal
5 3 86 6
5 2 92 2
Eettafel ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
Advies of voorlichting door ouderenadviseur ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
Hulp bij administratieve of financiële activiteiten ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
Sport- of bewegingsactiviteiten voor ouderen vanuit activiteiten- of dienstencentrum ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
Recreatieve/culturele activiteiten voor ouderen vanuit activiteiten- of dienstencentrum ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
Hulp in en om huis van vrijwilliger via vrijwiligersorganisatie ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
Ondersteuning bij het geven van mantelzorg ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
man %
Culemborg vrouw 65 - 74 % %
75+ %
Totaal %
Totaal %
Rivierenland Totaal %
Hulp bij (het uitbreiden van) sociale contacten ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
1 2 95 2
3 4 89 4
1 2 94 3
4 4 89 3
2 3 92 3
3 3 89 6
2 3 92 3
8 6 84 1
22 10 67 1
6 7 86 1
31 10 58 2
16 8 75 1
18 11 70 2
15 6 78 1
5 7 85 4
12 7 77 4
2 6 88 4
19 9 69 3
9 7 81 4
10 6 79 5
6 6 84 5
1 0 91 8
3 0 86 11
1 0 91 8
4 1 83 12
2 0 88 9
1 1 89 9
1 1 90 9
Vervoer naar voorzieningen ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
Personenalarmering ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
Andere voorzieningen en diensten ja, gebruik ik weleens nee, maar zou ik wel willen nee, geen behoefte aan nooit van gehoord
Weet waar voorzieningen kunnen worden aangevraagd
man % 72 52 46 59 65 60 63
vrouw % 78 52 40 53 61 57 63
Culemborg 65 - 74 % 71 52 46 60 66 60 61
75+ % 82 52 37 49 57 56 67
Totaal % 76 52 43 56 63 59 63
Terweijde Totaal % 76 50 40 54 61 56 59
Rivierenland Totaal % 73 49 39 58 62 59 62
Maaltijdverstrekking/maaltijdendienst Ouderenadviseur of -voorlichter Ouderengym/-zwemmen Activiteiten voor ouderen Personenalarmering
56 47 57 64 47
62 46 58 69 53
61 47 59 66 47
56 45 56 68 55
59 46 58 67 50
55 43 54 65 45
60 47 56 62 44
Financiële/administratieve ondersteuning
56
50
53
52
53
50
50
man % 61 35 4 1
vrouw % 50 40 7 3
Culemborg 65 - 74 % 64 31 5 1
75+ % 42 48 7 4
Totaal % 55 38 5 2
Terweijde Totaal % 55 36 6 2
Rivierenland Totaal % 56 36 5 3
Thuiszorg PGB Schuldhulpverlening Gehandicaptenparkeerkaart Woningaanpassing Rolstoelvoorziening Vervoersvoorziening
Sociale omgeving en vrije tijd Eenzaamheid
Eenzaam niet matig ernstig zeer ernstig
Regie over eigen leven
Heeft geen regie over eigen leven
man %
vrouw %
Culemborg 65 - 74 %
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
11
16
9
21
13
17
13
man %
vrouw %
Culemborg 65 - 74 %
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
Tijdsbesteding
Doet dagelijks of wekelijks de volgende activiteiten: Op bezoek gaan Bezoek ontvangen Wandelen Fietsen Meedoen met ouderensport Overige sporten Verenigingsactiviteiten doen Vrijwilligers- /kerkwerk doen Betaald werk doen Hobby uitvoeren/cursus doen Op kleinkinderen passen Klusjes doen bij anderen Bibliotheek bezoeken Internetten/e-mailen Uitgaan
48 54 67 74 8 19 25 17 10 47 27 7 8 62 3
58 63 60 59 23 17 24 20 5 33 23 6 9 37 2
57 59 67 78 16 25 26 23 10 46 36 9 7 60 3
49 59 58 48 17 8 22 13 2 29 9 3 10 31 1
54 59 63 66 16 18 24 19 7 39 25 6 8 48 2
52 55 60 66 17 18 22 19 7 40 28 5 7 45 1
53 61 55 51 14 13 22 16 7 35 20 7 5 43 2
man % 91
vrouw % 94
Culemborg 65 - 74 % 92
75+ % 93
Totaal % 93
Terweijde Totaal % 94
Rivierenland Totaal % 93
Gebruikt dagelijks een warme maaltijd
77
75
75
77
76
78
76
Eet dagelijks groente
63
70
66
68
67
68
66
Eet dagelijks fruit
60
81
71
73
72
74
71
Eet minimaal 1x per week vis
79
79
78
80
79
78
74
man % 15 5 80
vrouw % 25 5 70
Culemborg 65 - 74 % 20 6 73
75+ % 21 3 76
Totaal % 21 5 75
Terweijde Totaal % 18 9 74
Rivierenland Totaal % 21 6 73
28
31
34
24
29
26
27
Gedrag en Leefstijl Eetgewoonten
Ontbijt dagelijks
Vitamine D
Frequentie gebruik vitamine D dagelijks af en toe ik gebruik geen vitamine D Voldoet aan norm vochtgebruik
Lichamelijke activiteit vrouw % 55
Culemborg 65 - 74 % 63
75+ % 54
Totaal % 59
Terweijde Totaal % 56
Rivierenland Totaal % 56
74 19 4 3 2 1 1 2
65 25 4 4 2 1 3 3
76 15 5 3 1 1 2 2
60 32 2 4 2 2 2 4
69 22 4 3 2 1 2 3
72 20 3 4 2 1 3 3
70 21 4 3 2 1 2 2
man % 14 69 17
vrouw % 8 37 55
Culemborg 65 - 74 % 13 54 33
75+ % 6 47 47
Totaal % 10 51 39
Terweijde Totaal % 10 52 38
Rivierenland Totaal % 12 49 38
man %
vrouw %
Culemborg 65 - 74 %
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
ja nee, niet meer nooit gedronken
86 7 7
74 6 20
82 6 11
75 7 18
79 7 14
71 10 20
75 8 17
Ongezond alcoholgebruik (>14 glazen/week (mannen) of > 7 glazen/week (vrouwen))
21
21
25
15
21
17
23
man
vrouw
Culemborg 65 - 74
75+
Totaal
Terweijde Totaal
Rivierenland Totaal
ja nee geen mening
% 23 25 52
% 10 28 62
% 17 25 59
% 15 30 56
% 16 27 58
% 17 23 60
% 13 28 59
Heeft vragen over seksualiteit
4
0
2
2
2
3
3
Voldoet aan beweegnorm
man % 64
Het lukt niet om meer te bewegen, omdat: Beweeg al voldoende Lichamelijke beperking Te druk Bewegen niet zo belangrijk/niet leuk Geen geld voor sportvereniging Kan er niet komen Niemand om samen mee te gaan Andere reden
Roken
Rookt ja nee, vroeger wel nee, nooit gerookt
Alcoholgebruik
Gebruikt alcohol
Seksualiteit
Wil meer aandacht voor seksualiteit bij ouderen
Negatieve ervaringen in huiselijke kring
Ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld
man %
vrouw %
Culemborg 65 - 74 %
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
2
7
5
4
4
6
5
1 0 0 0
3 2 1 1
3 2 0 1
2 1 1 0
2 1 1 0
4 2 1 1
3 3 1 0
1 1 0
2 2 1
1 2 1
2 0 1
1 1 1
0 3 0
2 2 1
0 1 1 99
0 0 6 94
0 0 4 96
0 0 3 96
0 0 4 96
0 1 5 95
1 1 3 96
man % 53 47
vrouw % 46 54
Culemborg 65 - 74 % 58 42
75+ % 37 63
Totaal % 49 51
Terweijde Totaal % 20 80
Rivierenland Totaal % 58 42
66 19 1
51 24 0
69 20 0
41 25 0
57 22 0
53 34 0
64 13 5
9 2 1 1
17 2 3 1
6 2 0 0
23 3 5 1
13 2 2 1
10 0 0 1
13 0 1 1
1 1
1 2
1 2
1 2
1 2
1 2
0 3
79 2 6 1
83 0 7 0
75 2 9 0
90 0 3 0
81 1 7 0
82 1 3 0
76 1 8 0
10 2 4 1
9 2 4 1
13 3 3 1
4 1 4 1
9 2 4 1
12 3 4 3
12 3 5 2
1 2
2 1
2 2
1 0
2 1
3 1
3 2
Vorm huiselijk geweld: Psychisch en/of emotioneel geweld Lichamelijk geweld Ongewenste seksuele toenadering Seksueel misbruik
Dader(s) Partner Ex-partner (Stief)ouder(s)
Hoe lang geleden 1 jaar geleden of korter tussen 1 en 5 jaar geleden langer dan 5 jaar geleden niet van toepassing
Woonsituatie
Soort woning koopwoning huurwoning
Type woning eengezinswoning flat, etagewoning, appartement boerderij zelfstandige ouderenwoning, bejaardenwoning, seniorenwoning woongemeenschap voor ouderen aanleunwoning bij verzorgingshuis serviceflat woning bij een zorgpunt, woonzorgcomplex, clusterwoning anders
Naar welke type woning verhuizen? Wil niet verhuizen Eengezinswoning Flat, etagewoning, appartement Boerderij Zelfstandige ouderenwoning, bejaardenwoning, seniorenwoning Woongemeenschap voor ouderen Aanleunwoning bij verzorgingshuis Serviceflat Woning bij een zorgpunt, woonzorgcomplex, clusterwoning Overig
Bekendheid met en bereikbaarheid van voorzieningen
man %
vrouw %
Culemborg 65 - 74 %
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
90 10 0
84 16 1
91 9 0
80 19 1
86 13 0
87 13 0
89 10 0
81 11 8
74 19 7
82 13 5
70 19 11
77 15 7
73 18 9
78 18 4
91 8 0
87 12 0
93 7 0
84 16 0
89 11 0
92 8 0
69 29 2
96 4 0
97 3 0
98 2 0
95 5 0
97 4 0
98 3 0
91 8 0
92 3 5
91 4 5
93 3 4
89 4 7
92 3 5
90 3 7
87 7 6
80 8 12
74 11 15
84 6 10
66 16 19
77 10 13
80 4 16
73 14 13
50 4 46
52 6 43
50 3 47
53 7 40
51 5 44
51 2 47
49 8 43
74 5 21
72 7 22
74 5 21
70 8 23
72 6 22
80 3 17
60 8 32
98 2 0
97 3 0
98 2 0
96 4 0
97 3 0
97 3 0
90 10 0
83 16 1
77 22 2
86 13 1
71 28 2
80 19 1
69 28 3
78 20 1
Huisarts op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Tandarts op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Polikliniek op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Apotheek op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Fysiotherapeut op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Verpleeghuis/verzorgingshuis op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Eettafel op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Activiteiten/dienstencentrum/buurthuis voor ouderen op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Winkels voor dagelijkse boodschappen op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Postkantoor op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
man %
Culemborg vrouw 65 - 74 % %
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
Gemeenteloket op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
80 17 2
67 31 2
83 16 1
58 38 4
73 25 2
71 26 4
61 38 1
59 12 29
49 27 24
59 12 29
45 34 22
53 21 26
55 21 24
43 31 25
84 16 0
71 29 0
85 15 0
65 35 1
77 23 0
72 28 1
68 32 1
94 5 1
91 9 1
96 4 0
87 12 2
92 7 1
94 5 1
87 12 1
72 18 10
64 25 12
78 15 7
52 31 17
68 21 11
58 30 12
67 21 12
75+
Totaal
Terweijde Totaal
Rivierenland Totaal
Zorgloket/Wmo-loket op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Bank op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Geldautomaat op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Bibliotheek op acceptabele afstand? op goede afstand te ver weg ken de voorziening niet
Veiligheid
man
Voelt zich wel eens onveilig overdag ja vaak ja, soms zelden nee
Culemborg vrouw 65 - 74
% 1 10 18 71
% 2 9 22 66
% 1 9 22 68
% 2 10 18 70
% 2 9 21 68
% 3 15 19 63
% 1 7 20 72
4 15 28 54
6 22 23 50
4 18 28 50
6 19 21 55
5 18 25 52
6 23 23 48
3 16 26 55
man % 49 70 45 68
vrouw % 48 70 45 58
Culemborg 65 - 74 % 45 70 48 66
75+ % 53 69 41 58
Totaal % 48 70 45 63
Terweijde Totaal % 54 68 34 59
Rivierenland Totaal % 48 66 42 53
Voelt zich wel eens onveilig in avond/nacht ja vaak ja, soms zelden nee
Ventilatie
Ventileert woonkamer voldoende Ventileert slaapkamer voldoende Ventileert badkamer voldoende Ventileert keuken voldoende
Ernstige geluidshinder door:
Verkeer > 50 km/u Verkeer < 50 km/u Treinen Vliegtuigen Bedrijven/industrie Buren Bromfietsen/scooters Overig
man % 3 3 5 3 1 4 8 5
vrouw % 2 4 0 1 1 2 10 4
Culemborg 65 - 74 % 3 4 3 2 2 3 10 5
75+ % 3 3 1 2 0 2 7 4
Totaal % 3 4 2 2 1 3 9 4
Terweijde Totaal % 6 9 2 2 2 6 10 6
Rivierenland Totaal % 4 5 3 4 1 3 8 3
man %
vrouw %
Culemborg 65 - 74 %
75+ %
Totaal %
Terweijde Totaal %
Rivierenland Totaal %
15
27
21
23
22
26
24
12
14
14
12
13
15
11
Financiele situatie
(Gezamenlijk) inkomen bestaat alleen uit AOW Heeft moeite met rondkomen inkomen
Wat is uw geboortejaar?
Wat zijn de vier cijfers van uw postcode?
Wat is uw burgerlijke staat?
Met welke personen woont u momenteel samen? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
2
3
4
5
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
6 Wat is uw hoogst voltooide opleiding? Een opleiding afgerond met diploma of voldoende getuigschrift
Wat is uw geslacht?
1
algemene vragen
o Vrouw
o o
o
o
o
o
o
o o
1
Geen opleiding (lager onderwijs niet afgemaakt) Lager onderwijs (lagere school, speciaal basisonderwijs) Lager of voorbereidend beroepsonderwijs (zoals LTS, LEAO, huishoudschool) Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (zoals (M)ULO, MAVO, MBO-kort) Middelbaar beroepsonderwijs en beroepsbegeleidend onderwijs (zoals MBO-lang, MTS, MEAO, BOL, BBL, INAS) Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (zoals Gymnasium, HBS, MMS) Hoger beroepsonderwijs (zoals HBO, HTS, HEAO, kandidaats wetenschappelijk onderwijs) Wetenschappelijk onderwijs (universiteit) Anders, namelijk:
o Ik woon alleen o Met een partner / echtgenoot of echtgenote o Met mijn kind(eren) o Met een ander familielid / andere familieleden o Met een andere persoon / andere personen
o Gehuwd / geregistreerd partnerschap o Samenwonend o Ongehuwd, nooit gehuwd geweest o Gescheiden, gescheiden levend o Weduwe, weduwnaar
1 9
Man
Wat is het geboorteland van uzelf, uw moeder en uw vader?
a. b. c. d. e. f. g.
11
10
9
8
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
Wilt u bij de volgende ziekten en aandoeningen aangeven of u die heeft of in de afgelopen 12 maanden heeft gehad. Geef op iedere regel uw antwoord. Diabetes mellitus/ suikerziekte Beroerte, hersenbloeding, herseninfarct of TIA Hartinfarct Een andere ernstige hartaandoening (zoals hartfalen of angina pectoris) Een vorm van kanker (kwaadaardige aandoening) Migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn Hoge bloeddruk
Hoe lang bent u (zonder schoenen)?
Hoeveel kilo weegt u zonder kleren? (afronden op hele kilo’s)
Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen?
lichamelijke gezondheid
7
g
f
e
c d
a b
2
Nee
Ja, NIET door arts vastgesteld
Centimeter
Kilogram
o Uitstekend o Zeer goed o Goed o Matig o Slecht
Overig, namelijk:
Marokko
Turkije
Nederlands Indië
Aruba
Nederlandse Antillen
Suriname
Nederland
Uzelf
Uw vader
Ja, WEL door arts vastgesteld
Uw moeder
Hoe vaak heeft u de afgelopen 2 weken slaap- of kalmeringsmiddelen gebruikt op doktersvoorschrift, zoals oxazepam (Seresta), temazepam (Normison) diazepam (Stesolid), zopiclon (Imovane) of zolpidem (Stilnoct)?
13
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
In welke mate wordt u hierdoor belemmerd bij het uitvoeren van dagelijkse bezigheden thuis, in uw werk of in uw vrijetijdsbesteding?
Ja, NIET door Ja, WEL door arts vastgesteld arts vastgesteld
geen van bovenstaande aandoeningen gehad
3
kalmeringsmiddelen ga naar vraag 15
o 5 à 7 keer per week o 3 à 4 keer per week o 1 à 2 keer per week o 1 keer in de afgelopen 2 weken o 0 keer o Ik gebruik geen slaap- en
o Sterk belemmerd o Licht belemmerd o Niet belemmerd o N.v.t. Ik heb in de afgelopen 12 maanden
Vernauwing van de bloedvaten in de h buik of benen (geen spataderen) Astma, chronische bronchitis, i longemfyseem of CARA/COPD Ernstige of hardnekkige darm- j stoornissen langer dan 3 maanden Psoriasis k Chronisch eczeem l Onvrijwillig urineverlies (incontinentie) m Ernstige of hardnekkige aandoening n van de rug (incl. hernia) Gewrichtsslijtage (artrose, o slijtagereuma) van heupen of knieën Chronische gewrichtsontsteking p (ontstekingsreuma, chronische reuma, reumatoïde artritis) Andere ernstige of hardnekkige q aandoening van de nek of schouder Andere ernstige of hardnekkige r aandoening van elleboog, pols of hand Botontkalking (osteoporose) s Ziekten van het zenuwstelsel t (Parkinson, MS, epilepsie) Duizeligheid met vallen u Prostaatklachten (niet prostaatkanker v of prostaatontsteking) Andere langdurige ziekte of w aandoening, namelijk:
12
h. i. j. k. l. m. n. o. p. q. r. s. t. u. v. w.
Nee Hoe lang gebruikt u al slaap- of kalmeringsmiddelen op doktersvoorschrift?
Bent u in de afgelopen 3 maanden wel eens gevallen?
Als u in de laatste 3 maanden meerdere keren bent gevallen, dan gaan onderstaande vragen over de laatste val. Waar bent u gevallen?
Heeft u lichamelijk letsel opgelopen door deze val? Heeft u weleens een cursus valpreventie gedaan? (Hierin leert u hoe u kunt zorgen dat u niet valt) Heeft u belangstelling voor een cursus valpreventie?
15
16
17
18
19
Ja ga naar vraag 20 Nee
o Ja o Nee
o o
o Ja o Nee
In huis Om het huis Elders
Ja, 1 keer Ja, 2 keer Ja, meer dan 2 keer Nee ga naar vraag 18
o o o o
o o o
0 tot 3 maanden 3 maanden tot 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 jaar of langer
o o o o
a. b. c.
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
Geef op iedere regel uw antwoord. Kunt u een gesprek volgen in een groep van 3 of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)? Kunt u met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)? Zijn uw ogen goed genoeg om de kleine letters in de krant te kunnen lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)?
4
tijdelijke problemen van voorbijgaande aard.
c
b
a
Ja, zonder moeite
Ja, met enige moeite
Ja, met grote moeite
Nee, dat kan ik niet
ZELFREDZAAMHEID en ZORG 20 Bij de volgende vragen gaat het erom wat u normaal kunt doen. Het gaat NIET om
14
g
f
e
d
Ja, met grote moeite
Nee, dat kan ik niet
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
5
h
g
f
e
d
c
b
a
Ja, zonder enige moeite
Ja, maar Ja, maar Nee, wel met met veel alleen met enige moeite hulp van moeite anderen
De volgende vragen gaan erover of u op dit moment een aantal werkzaamheden, die regelmatig gedaan moeten worden, zelfstandig kunt uitvoeren. Als u bepaalde werk- zaamheden wel zelf kunt doen, dient u daarbij ook aan te geven of u deze werkzaamheden met of zonder moeite kunt doen. Het gaat er niet om of u bepaalde werkzaamheden ook werkelijk doet, maar of u ze zou kunnen verrichten (indien dat nodig is of nodig mocht zijn).
Geef op iedere regel uw antwoord a. Kunt u, geheel zelfstandig, ontbijt of lunch klaarmaken? b. Kunt u, geheel zelfstandig, warm eten klaarmaken? c. Kunt u, geheel zelfstandig, “lichte” huishoudelijke werkzaamheden verrichten (bijv. stof afnemen of prullen opruimen)? d. Kunt u, geheel zelfstandig, “zware” huishoudelijke werkzaamheden verrichten (bijv. dweilen, ramen lappen of stofzuigen)? e. Kunt u, geheel zelfstandig, uw kleren wassen en strijken? f. Kunt u, geheel zelfstandig, de bedden verschonen en/of opmaken? g. Kunt u, geheel zelfstandig, de boodschappen doen? h. Kunt u, geheel zelfstandig, gebruik maken van eigen of openbaar vervoer?
21
d. Kunt u op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen)? e. Kunt u een voorwerp van 5 kg (bijvoorbeeld een volle boodschappentas)10 meter dragen? f. Kunt u als u staat, buigen en iets van de grond oppakken? g. Kunt u 400 meter aan een stuk lopen, zonder stil te staan (zo nodig met stok)?
Ja, zonder Ja, met moeite enige moeite vervoer waardoor u ergens niet naartoe gaat, waar u wel naar toe had willen gaan?
veroorzaken uw problemen met vervoer? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
Ja, soms Ja, (bijna) altijd Nee ga naar vraag 24
Anderen hebben geen tijd om mij te brengen Ik durf niet meer zo goed auto te rijden Ik durf niet meer te fietsen De bus rijdt te weinig De bushalte ligt te ver van mijn huis De bus stopt te ver van het reisdoel De bushalte biedt te weinig bescherming als ik moet wachten o Ik vind het openbaar vervoer onveilig o Ik vind het te ingewikkeld om met het openbaar vervoer (bus/trein) te reizen o Ik ben lichamelijk niet in staat om met het openbaar vervoer te reizen o Het gebruik van mijn rolstoel of rollator levert problemen op bij het vervoer o Ik moet te lang wachten op de belbus of regiotaxi o Ik vind de gewone taxi te duur o Anders, namelijk
o o o o o o o
o o o
e
e. was u een gelukkig mens? Vragenlijst ouderenmonitor 2010
c d
d. voelde u zich somber en neerslachtig?
b
a
c. voelde u zich kalm en rustig?
Hoe vaak in de afgelopen vier weken: Let u er a.u.b. op dat u bij elke regel (a, b, c, enz.) een hokje aankruist a. was u erg zenuwachtig? b. zat u zo in de put, dat niets u kon opvrolijken?
6
Altijd Meestal Vaak
Soms Zelden Nooit
weken. Wilt u bij elke vraag het antwoord geven dat het best benadert hoe vaak u zich zo voelde.
24 De volgende vragen gaan over hoe u zich voelt en hoe het met u ging in de afgelopen 4
Welzijn
Welke van de onderstaande redenen 23
22 Heeft u wel eens problemen met
vervoer
Heeft u een probleem dat u dag en nacht bezighoudt?
Zo ja, wilt u hiernaast aangeven waar dit probleem mee te maken heeft? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
26
Ja Nee ga naar vraag 27
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
7
j
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
mantelzorg?
32 Hoe vaak krijgt u momenteel
i
personen) van wie u momenteel deze hulp krijgt een huisgenoot?
31 Is de persoon (of één van de
h
g
f
d e
deze hulp? Er zijn meer antwoorden mogelijk
30 Van wie krijgt u momenteel
c
Altijd Meestal Soms Af en toe Nooit
b
a
Kruis op iedere regel het antwoord aan dat het beste omschrijft hoe vaak u dit gevoel hebt.
aankleden)
8
o Meer dan één keer per dag o Eén keer per dag o Meer dan één keer per week o Eén keer per week o Minder dan één keer per week
o Ja o Nee
o Echtgenoot, echtgenote, partner o Kinderen, schoondochter of schoonzoon o (Schoon)ouders o Andere familieleden o Buren / vrienden / kennissen
kapper, enz.)
o Regeling geldzaken en/of andere administratie o Andere zaken, namelijk:
o Hulp bij medische verzorging o Gezelschap, troost, afleiding, enz. o Begeleiding en/of vervoer (bij bezoek aan arts,
De volgende vragen gaan over hoe u zich voelde in de afgelopen 4 weken. a. Hoe vaak voelde u zich erg vermoeid zonder duidelijke reden? b. Hoe vaak voelde u zich zenuwachtig? c. Hoe vaak was u zo zenuwachtig dat u niet tot rust kon komen? d. Hoe vaak voelde u zich hopeloos? e. Hoe vaak voelde u zich rusteloos of ongedurig? f. Hoe vaak voelde u zich zo rusteloos dat u niet meer stil kon zitten? g. Hoe vaak voelde u zich somber of depressief? h. Hoe vaak had u het gevoel dat alles veel moeite kostte? i. Hoe vaak voelde u zich zo somber dat niets hielp om u op te vrolijken? j. Hoe vaak vond u zichzelf afkeurens- waardig, minderwaardig of waardeloos?
schoonmaken)
o Klaarmaken van de warme maaltijden o Hulp bij persoonlijke verzorging (wassen,
27
mantelzorg? Er zijn meer antwoorden mogelijk
o Hulp in de huishouding (boodschappen,
Ja, en ik krijg die mantelzorg nu nog Ja, maar ik krijg die mantelzorg nu niet meer hGa naar vraag 33 Nee hGa naar vraag 33
o
o o
maanden vanwege uw gezondheid mantelzorg gekregen?
29 Waaruit bestaat deze
28 Heeft u de afgelopen 12
De volgende vragen gaan over mantelzorg. Mantelzorg is de zorg die u ontvangt van een bekende uit uw omgeving, zoals uw echtgenoot, echtgenote, partner, huisgenoot, kind, buren of vrienden, als u voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt bent. Deze zorg kan bestaan uit het huishouden doen, wassen en aankleden, gezelschap houden, vervoer, geldzaken regelen, enz. Mantelzorg wordt niet betaald (NB: een vrijwilliger die werkt vanuit een vrijwilligerscentrale, is geen mantelzorger).
MANTELZORG ONTVANGEN
Mijn lichamelijke gezondheid (onzekerheid over ziekte, pijn) o Mijn geestelijke gezondheid (bijvoorbeeld (angst voor) dementie en depressie) o Gebrek aan zorg (ik kan mezelf niet meer goed redden) o Zorg om mijn partner o Zorg om mijn (klein)kind(eren) o Overlijden van naaste o Alleen zijn, eenzaamheid o Financiële zorgen o Angst voor de toekomst o Onveilig voelen o Anders, namelijk
o
o o
25
Geeft u momenteel mantelzorg of heeft u de afgelopen 12 maanden mantelzorg gegeven?
momenteel gemiddeld per week?
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
Aan wie geeft u mantelzorg? 37 Er zijn meer antwoorden mogelijk
mantelzorg voornamelijk? Er zijn meer antwoorden mogelijk
o o o o o
9
Echtgeno(o)t(e) of partner Kinderen (Schoon)ouders Andere familieleden Buren / vrienden / kennissen
aankleden) o Hulp bij medische verzorging o Gezelschap, troost, afleiding, enz. o Begeleiding en/of vervoer (bij bezoek aan arts, kapper, enz.) o Regeling geldzaken en/of andere administratie o Andere zaken, namelijk:
o Klaarmaken van de warme maaltijden o Hulp bij persoonlijke verzorging (wassen,
schoonmaken)
volhouden)
o Niet of nauwelijks belast o Enigszins belast o Tamelijk zwaar belast o Zeer zwaar belast o Overbelast (kan de zorg eigenlijk niet meer
o Hulp in de huishouding (boodschappen,
belast door de verzorging van een ander. Zij vinden de zorg zwaar en moeilijk vol te houden. Voor andere mensen geldt dat minder. Alles bij elkaar genomen, hoe belast voelt u zich momenteel?
toe een vrije dag kan nemen of met vakantie kan gaan o Ja, aan emotionele ondersteuning o Ja, aan ontspannende activiteiten o Ja, aan belangenbehartiging
o Nee o Ja, aan informatie en advies o Ja, aan een vervanger, zodat ik ook af en
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
10
g
f
e
d
c
b
a
Ja, Nee, maar Nee, geen Nooit gebruik ik zou ik wel behoefte van wel eens willen aan gehoord
Kunt u voor elk van onderstaande diensten en voorzieningen aangeven of u er wel eens gebruik van maakt óf u dat niet doet) er op dit moment wel gebruik van zou willen maken?
Let u er a.u.b. op dat u bij elke regel (a, b, c, enz.) een hokje aankruist. a. Maaltijdverstrekking/maaltijdendienst (bijv. tafeltje-dek-je/thuisbezorging van diepvries- of magnetron- maaltijden) b. Eettafel (waar u naar toe kunt gaan om warm te eten) c. Advies of voorlichting van een ouderenadviseur of ouderenvoorlichter d. Hulp bij administratieve of financiële activiteiten (bijv. belastingaangifte, aanvragen van voorzieningen) e. Sport- of bewegingsactiviteiten voor ouderen vanuit een activiteiten- of dienstencentrum (bijv. ouderengym/-zwemmen, Meer Bewegen Voor Ouderen) f. Recreatieve / culturele activiteiten voor ouderen vanuit een activiteiten- of dienstencentrum (bijv. kaarten, volksdansen, zingen, soos, cursus/ studiekring, winkelen) g. Hulp in en om huis van een vrijwilliger via een vrijwilligers- organisatie (bijv. klussendienst, boodschappendienst)
39
(inclusief reistijd)
Heeft u, naast eventuele hulp die u al ontvangt, behoefte aan hulp in verband met uw werkzaamheden als mantelzorger? Er zijn meer antwoorden mogelijk
Welzijnsvoorzieningen
38
o Incidenteel (niet elke week) o Gemiddeld uren per week
36 Uit welke activiteiten bestaat deze
Sommige mensen voelen zich erg 35
Ga naar vraag 39
o Nee Ga naar vraag 39
o Ja, ik geef die mantelzorg nu nog o Ja, maar ik geef die mantelzorg nu niet meer
volgende vragen gaan over mantelzorg geven.
Hoeveel uur mantelzorg geeft u 34
De 33
MANTELZORG geven
Ondersteuning bij het geven van mantelzorg (bijv. respijtzorg, gesprek met hulpverleners en of andere mantelzorgers, enz.) Hulp bij (het uitbreiden van) mijn sociale contacten (bijv. bezoekdienst) Vervoer naar voorzieningen (bijv. regiotaxi, vervoersdienst, boodschappentaxi) Personenalarmering
c
d
c. Schuldhulpverlening
d. Gehandicaptenparkeerkaart
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
h. Maaltijdverstrekking / maaltijdendienst (bijv. tafeltje- dek-je / thuisbezorging van diepvries- of magnetronmaaltijden) i. Ouderenadviseur of -voorlichter j. Ouderengym/-zwemmen, Meer Bewegen Voor Ouderen k. Activiteiten voor ouderen (bijv. kaarten, biljarten, volksdansen, soos) l. Personenalarmering m. Financiële / administratieve ondersteuning
g. Vervoersvoorziening
f. Rolstoelvoorziening
11
m
l
k
i j
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
l. uw sterke punten naar voren haalt?
j. u in vertrouwen neemt?
i. u goede raad geeft?
h. u geruststelt?
g. u hulp biedt in bijzondere gevallen zoals bij ziekte en verhuizing?
f. interesse in u toont?
k. u om hulp of advies vraagt?
Nee
e. u complimenten geeft?
d. u troost?
c. genegenheid voor u toont?
b. gezellig bij u op bezoek komt?
f
Ja
Hoe tevreden bent u over de contacten die u heeft?
o Zeer tevreden o Tevreden o Niet ontevreden/tevreden o Ontevreden o Zeer ontevreden
12
l
i j k
h
f g
e
d
c
b
42 De volgende vragen gaan over uw omgang met andere mensen. Wilt u steeds aangeven of u de omschreven situatie weleens ervaart. Wilt u op iedere regel het antwoord dat het meest op u van toepassing is aankruisen? Zelden of Af en toe Regelmatig Erg vaak Gebeurt het wel eens dat men… nooit a. u uitnodigt voor een feestje of etentje? a
41
Sociale omgeving en vrije tijd
g h
e
b
b. Persoonsgebonden Budget (PGB)
e. Woningaanpassing
a
k l
j
i
h
a. Thuiszorg / hulp bij het huishouden
40 Weet u waar u terecht kunt voor: Let u er a.u.b. op dat u bij elke regel (a, b, c, enz) een hokje aankruist.
l. Anders, namelijk
h. i. j. k.
Ja, Nee, maar Nee, geen Nooit van gebruik ik zou ik wel behoefte gehoord wel eens willen aan
a. b. c. d. e. f. g.
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
13
Geef op iedere regel uw antwoord Ik heb weinig controle over de dingen die me overkomen Sommige van mijn problemen kan ik met geen mogelijkheid oplossen Er is weinig dat ik kan doen om belangrijke dingen in mijn leven te veranderen Ik voel me vaak hulpeloos bij het omgaan met de problemen van het leven Soms voel ik dat ik een speelbal van het leven ben Wat er in de toekomst met me gebeurt hangt voor het grootste deel van mezelf af Ik kan ongeveer alles als ik m’n zinnen erop gezet heb
g
f
e
d
c
b
a
Kunt u voor elk van onderstaande stellingen aangeven in hoeverre u het ermee eens bent?
Nee
Helemaal Mee Niet mee Niet Helemaal mee eens eens, mee niet mee eens niet mee eens eens oneens
Min of meer
44
i j k
h
g
e f
c d
b
Ja
Geef op iedere regel uw antwoord. Er is altijd wel iemand in mijn omgeving bij wie ik met mijn dagelijkse probleempjes terecht kan. Ik mis een echt goede vriend of vriendin. Ik ervaar een leegte om mij heen. Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen. Ik mis gezelligheid om mij heen. Ik vind mijn kring van kennissen te beperkt. Ik heb veel mensen op wie ik volledig kan vertrouwen. Er zijn voldoende mensen met wie ik me nauw verbonden voel. Ik mis mensen om mij heen. Vaak voel ik me in de steek gelaten. Wanneer ik daar behoefte aan heb, kan ik altijd bij mijn vrienden terecht.
a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k.
a
hoeverre die op u, zoals u de laatste tijd bent, van toepassing is?
43 Er volgen nu enkele uitspraken. Wilt u van elk van de volgende uitspraken aangeven in
(volks)dans) Overige sporten (zoals bv: tennis, zwemmen, dansen) Verenigingsactiviteiten doen (anders dan sport)
Groente Fruit Vis
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
Warme maaltijd
Ontbijt
gewoonlijk: Geef op iedere regel uw antwoord
Hoeveel dagen in de week gebruikt u 46
GEDRAG en LEEFSTIJL
o. Uitgaan (theater, bioscoop)
n. Internetten/e-mailen
m. Bibliotheek bezoeken
l. Bij anderen klusjes doen
k. Passen op de kleinkinderen
j. Hobby uitvoeren, cursus doen
i. Betaald werk doen
h. Vrijwilligerswerk / werk voor de kerk doen
f. g.
d. Fietsen e. Meedoen met ouderensport (zoals ouderengym, ouderenzwemmen,
14
1
2
3
4
5
6
7
Aantal dagen per week
Een Eén paar keer per keer maand per of (Vrijwel) (Vrijwel) dagelijks Wekelijks maand minder nooit
Minder dan 1
m n o
j k l
i
h
g
f
e
c d
b
c. Wandelen
a
b. Bezoek ontvangen
Let u er a.u.b. op dat u bij elke regel (a, b, c, enz.) een hokje aankruist.
Wilt u aangeven hoe vaak u deze activiteiten doet?
a. Op bezoek gaan
Hieronder staat een aantal activiteiten. 45
51
50
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
Rookt u (wel eens)?
Het lukt me niet om meer te bewegen, omdat: Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
30 minuten bewegen
Minder 1 2 3 4 5 6 7 dan 1
Aantal dagen per week
Minder dan 5 glazen/kopjes per dag 5 – 8 glazen/kopjes per dag Meer dan 8 glazen/kopjes per dag
15
o Ja o Nee, maar vroeger wel Ga naar vraag 53 o Nee, ik heb nooit gerookt Ga naar vraag 53
o Ik beweeg al voldoende o Ik een lichamelijke beperking heb o Ik het te druk heb o Ik bewegen niet zo belangrijk / niet leuk vind o Ik geen geld voor een sportvereniging heb o Ik er niet kan komen o Ik niemand heb om mee samen te gaan o Andere reden, namelijk
Hoeveel glazen/kopjes vocht o (water, vruchtensap, koffie, thee, o melk, wijn, bier etc.) drinkt u per o dag?
Hoeveel dagen per week beweegt u gewoonlijk tenminste 30 minuten per dag? • tel alléén lichamelijke actviteiten mee die tenminste even zwaar zijn als stevig doorwandelen of fietsen • alle activiteiten mag u optellen, maar…. • activiteiten die korter duren dan 5 minuten tellen niet mee!
49
48
Nee, nooit ga naar vraag 48 Ja, alleen in de winter (of wanneer de r in de maand is) Ja, het hele jaar door
o Dagelijks o Af en toe
o
Gebruikt u vitamine D tabletten o of druppels of multivitamine- o tabletten met vitamine D?
b. Hoe vaak gebruikt u vitamine D?
47
55
54
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
Als u op zo’n door-de-weekse dag alcoholhoudende drank gebruikt, hoeveel glazen drinkt u dan gemiddeld? (het gaat hierbij nog steeds om maandag t/m donderdag).
Op hoeveel van de 4 door-de- weekse dagen (hiermee wordt bedoeld maandag t/m donderdag) drinkt u gemiddeld genomen alcoholhoudende drank?
53 Wilt u aangeven welke soorten alcoholhoudende drank u in de afgelopen 12 maanden wel eens heeft gedronken? Er zijn meer antwoorden mogelijk.
Wat rookt u en hoeveel? 52
Pakje(s) pijptabak (van 50 gram) per week
Sigaren per week
Sigaretten (uit een pakje of zelf gerold) per dag
Ik drink op zo’n door-de-weekse dag gemiddeld glas/glazen
16
Met een glas wordt bedoeld een glas dat voor die drank gebruikelijk is. Reken voor een blikje of flesje bier 1,5 glas. Dus twee flesjes bier is 3 glazen. (halve glazen naar boven afronden).
naar vraag 56
o 4 dagen o 3 dagen o 2 dagen o 1 dag o Minder dan 1 dag o Ik drink nooit op door-de-weekse dagen Ga
bier) Wijn, sherry, port, vermout Likeur, advocaat, bessenjenever, citroenjenever o Jenever, brandewijn, vieux, rum, cognac, whisky, wodka of ander gedestilleerd o Alcoholhoudende drank gemengd met frisdrank of met vruchtensap (b.v. breezers, shooters) o Ik dronk vroeger wel, maar ik heb de afgelopen 12 maanden geen alcoholhoudende dranken gedronken Ga naar vraag 60 o Ik heb nooit alcoholhoudende dranken gedronken Ga naar vraag 60
o o
o Bier (geen alcoholarm of alcoholvrij/malt
±
±
±
dagen(hiermee wordt bedoeld vrijdag t/m zondag) drinkt u gemiddeld genomen alcoholhoudende drank?
alcoholhoudende drank gebruikt, hoeveel glazen drinkt u dan gemiddeld? (het gaat hierbij nog steeds om vrijdag t/m zondag)
maanden 4 of meer glazen alcohol- houdende drank op één dag gedronken?
maanden 6 of meer glazen alcohol- houdende drank op één dag gedronken?
o Elke dag o 5 - 6 keer per week o 3 - 4 keer per week o 1 - 2 keer per week o 1 - 3 keer per maand o 3 - 5 keer per half jaar o 1 - 2 keer per half jaar o Nooit
o Elke dag o 5 - 6 keer per week o 3 - 4 keer per week o 1 - 2 keer per week o 1 - 3 keer per maand o 3 - 5 keer per zes maanden o 1 - 2 keer per zes maanden o Nooit
Ik drink op zo’n weekenddag gemiddeld glas/glazen
Met een glas wordt bedoeld een glas dat voor die drank gebruikelijk is. Reken voor een blikje of flesje bier 1,5 glas. Dus twee flesjes bier is 3 glazen. (halve glazen naar boven afronden).
vraag 58
o 3 dagen o 2 dagen o 1 dag o Minder dan 1 dag o Ik drink nooit in het weekend Ga naar
Ja Nee
o o
61 Heeft u vragen over seksualiteit?
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
17
Ja Nee Geen mening
moet worden aan seksualiteit bij ouderen?
o o o
60 Vindt u dat er meer aandacht besteed
Met het ouder worden kunnen gevoelens van genegenheid, verlangen en intimiteit veranderen. De beleving van seksualiteit wordt anders. Ook kan ziekte, een medische ingreep, incontinentie of ander ongemak een rol spelen. Hierover gaan de volgende vragen.
Hoe vaak heeft u de afgelopen zes 59
58 Hoe vaak heeft u de afgelopen zes
Als u op zo’n dag in het weekend 57
Op hoeveel van de 3 weekend- 56
Wie was of waren de dader(s)? Er zijn meer antwoorden mogelijk
64
65
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
Hoe lang is het geleden dat u slachtoffer was van huiselijk geweld?
Om welke vorm van huiselijk geweld ging het? Er zijn meer antwoorden mogelijk
63
62
60 Bent u ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld?
18
o 1 jaar geleden of korter o Tussen 1 en 5 jaar geleden o Langer dan 5 jaar geleden
o Mijn partner o Mijn ex-partner o Mijn (stief)kind o Mijn (stief)ouder(s) o Mijn (stief)broer(s)/ zus(sen) o Een ander familielid o Een huisvriend o Anders:
o Psychisch en/of emotioneel geweld o Lichamelijk geweld o Ongewenste seksuele toenadering o Seksueel misbruik
o Ja o Nee ga naar vraag 66
Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring wordt gepleegd (gezinsleden, familieleden, (ex)partners, huisvrienden). Slachtoffers en daders van geweld kunnen zowel vrouwen, kinderen als mannen zijn. Het kan gaan om: • Psychisch of emotioneel geweld (getreiterd, gekleineerd of uitgescholden worden, etc.); • Lichamelijk geweld (mishandeld, geschopt en geslagen, etc.); • Ongewenste seksuele toenadering (seksueel getinte opmerkingen, ongewenst aangeraakt, etc.); • Seksueel misbruik (aangerand of verkracht).
NEGATIEVE ERVARINGEN IN HUISELIJKE KRING
a b
l m n o
l. Zorgloket / WMO-loket m. Bank
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
Welk ventilatiesysteem is in uw woning aanwezig? Eventuele afzuigkap in de keuken buiten beschouwing laten.
71
Geef op iedere regel uw antwoord.
Voelt u zich wel eens onveilig? 70
o. Bibliotheek
o
o
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
voorzieningen aangeven of deze op een acceptabele afstand van uw huis beschikbaar is? Let u er a.u.b. op dat u bij elke regel (a, b, c, enz.) een hokje aankruist Huisarts Tandarts
19
o
20
o
bijvoorbeeld klapraampjes/bovenlicht/open deur) Natuurlijke ventilatie in combinatie met ventilator in raam of muur Mechanische ventilatie (met keuze uit standen en/of aan-uit stand) in combinatie met ventilatieroosters of klapraampjes Mechanische ventilatie (altijd aan) in combinatie met ventilatieroosters of klapraampjes Mechanische ventilatie met recirculatie en/ of balansventilatie (meestal samen met luchtverwarming) Anders, namelijk:
o Uitsluitend natuurlijke ventilatie (met
Ja, Ja, Zelden Nee vaak soms
Nee, Ik ken de te ver weg voorziening niet
‘s Avonds / ‘s Nachts
o
Ik ken de voorziening niet
k
k. Gemeenteloket
Ja, op goede afstand
Overdag
j
j. Postkantoor
n. Geldautomaat
i
i. Winkels voor dagelijkse boodschappen
Ja, op goede Nee, afstand te ver weg
kap, vrijstaande woning) o Flat, etagewoning, appartement of maisonnette o Boerderij o Zelfstandige ouderenwoning, bejaardenwoning, seniorenwoning o Woongemeenschap voor ouderen o Aanleunwoning bij een verzorgingshuis o Serviceflat o Woning bij een zorgpunt, woonzorgcomplex, clusterwoning o Anders, namelijk:
o Geen, ik wil niet verhuizen o Eengezinswoning (rijtjeshuis, twee-onder-een
f. g. h.
a. b.
willen verhuizen? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
f g
e. Fysiotherapeut
h
e
d. Apotheek Verpleeghuis / verzorgingshuis Eettafel (waar u naar toe kunt gaan om warm te eten) Activiteitencentrum, dienstencentrum of buurthuis voor ouderen
c d
c. Polikliniek
69 Wilt u voor elk van de volgende
68 Naar welk type woning zou u
kap, vrijstaande woning) o Flat, etagewoning, appartement of maisonnette o Boerderij o Zelfstandige ouderenwoning, bejaardenwoning, seniorenwoning o Woongemeenschap voor ouderen o Aanleunwoning bij een verzorgingshuis o Serviceflat o Woning bij een zorgpunt, woonzorgcomplex, clusterwoning o Anders, namelijk:
o Eengezinswoning (rijtjeshuis, twee-onder- een
67 In welk type woning woont u?
huurwoning?
o Koopwoning o Huurwoning
66 Woont u in een koop- of
Woonsituatie
Badkamer Keuken
Nooit Minder dan 1-8 uur 1 uur per per etmaal etmaal
0
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
Buren Bromfietsen / bromscooters Overig
Bedrijven/industrie
Treinen Vliegtuigen
Verkeer op wegen waar je niet harder mag dan 50 km/uur
Verkeer op wegen waar je harder mag dan 50 km/uur
1
2
3
21
4
5
Helemaal niet gehinderd
6
7
8
9
10 Niet hoorbaar
Extreem gehinderd
Geef op iedere regel uw antwoord
Hinder door geluid van:
Continu
Hieronder staat een schaal van 0 t/m 10 waarop u kunt aangeven in welke mate geluid u hindert, stoort of ergert als u thuis bent. Als u helemaal niet gehinderd wordt kiest u de 0, als u extreem gehinderd wordt kiest u de 10. Als u daar ergens tussenin zit, kiest u een getal tussen 0 en 10. Als een geluid bij u thuis niet hoorbaar is, kunt u dit in de laatste kolom aangeven. Als u denkt aan de afgelopen 12 maanden, welk getal van 0 tot 10 geeft het beste aan in welke mate u gehinderd, gestoord of geërgerd wordt door geluid van de onderstaande bronnen als u thuis bent?
Meer dan 8 uur per etmaal
In welke mate heeft u last van geluidshinder? 73
Woonkamer Slaapkamer
Kunt u aangeven hoe lang er in de winter in de volgende ruimten van uw woning wordt geventileerd (raam op een kier, ventilatieschuiven open, mechanische ventilatie aan)? Geef op iedere regel uw antwoord
72
Heeft u het afgelopen jaar moeite gehad om van het inkomen van uw huishouden rond te komen? mijn uitgaven o Ja, enige moeite o Ja, grote moeite
o Nee, geen enkele moeite o Nee, geen moeite, maar ik moet wel opletten op
o Ja o Nee
Vragenlijst ouderenmonitor 2010
22
HARTELIJK DANK VOOR UW MEDEWERKING!
Heeft u nog opmerkingen over deze vragenlijst, dan kunt u deze hieronder kwijt.
tot slot
75
Bestaat uw (gezamenlijk) inkomen alleen uit AOW?
74
FINANCIËLE SITUATIE