Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden De organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden wordt vandaag geregeld met het decreet van 8 maart 2013 betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Met dit decreet is een praktijk gereguleerd die reeds vele jaren loopt in de verschillende gevangenissen in Vlaanderen en Brussel. De globale idee, het tot stand komen en implementeren van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden, de bovenlokale en lokale organisatiestructuren, … worden in dit document beknopt uiteen gezet. 1. Missie decreet hulp- en dienstverlening aan gedetineerden De missie van de Vlaamse Regering met betrekking tot de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden luidt als volgt:
“De Vlaamse gemeenschap waarborgt het recht van alle gedetineerden en hun directe sociale omgeving op een integrale en kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening zodat ze zich kunnen ontplooien in de samenleving.” -
Alle gedetineerden: beklaagden, veroordeelden, geïnterneerden. Directe sociale omgeving: familieleden, andere naastbestaanden enz. Recht: enkel recht op vrijheid is ontnomen, hun andere rechten blijven zij behouden zo ook het recht op de hulp- en dienstverlening. Gedetineerden zijn volwaardige burgers! Integraal: hulp- en dienstverlening over verschillende levensdomeinen heen bv. niet enkel onderwijs, maar ook sport, cultuur, tewerkstelling, gezondheid en welzijn. Kwaliteitsvol: hulp- en dienstverlening wordt binnen door dezelfde professionele organisaties aangeboden als buiten bv. door CVO, CBE, VDAB, DRA, CAW, … . Ontplooien in de samenleving: niet enkel gericht op re-integratie, maar ook op zelfontplooiing/ontwikkeling (tijdens detentie)
2. Geschiedenis van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Het ontstaan van de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden kent een lange geschiedenis. Hieronder wordt deze puntsgewijs weergegeven: -
Door de staatshervorming van 1980 werd de Vlaamse Gemeenschap bevoegd voor de bijstand aan personen. Deze bijstand omvatte ook de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en hun sociale omgeving.
-
In 1994 werd een samenwerkingsakkoord afgesloten tussen de FOD Justitie en de Vlaamse Gemeenschap omtrent de sociale hulpverlening aan gedetineerden met oog op hun sociale re-integratie. Dit akkoord zorgde o.a. voor de oprichting van de welzijnsteams, de voorlopers van het huidige PMD.
-
In 1993 en 1998 boog een interdepartementale commissie zich over de vraag hoe de hulpen dienstverlening aan gedetineerden door de Vlaamse Gemeenschap vorm zou kunnen 1
krijgen. De commissie uit 1998 kwam tot de conclusie dat de opmaak van een strategisch plan omtrent deze materie onontbeerlijk was. -
In 2000 werd dan ook het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
-
Om praktische uitvoering te geven aan het strategisch plan werd gewerkt met pilootregio’s. Vanaf 2002 werd het strategisch plan geïmplementeerd in de gevangenissen in de Noorderkempen en Antwerpen. Geleidelijk aan werd de pilootregio uitgebreid met Brugge, Hasselt en Gent.
-
In 2008 besliste de toenmalige minister bevoegd voor bijstand aan personen om het strategisch plan te implementeren in alle gevangenissen in Vlaanderen en Brussel.
-
De huidige minister nam het engagement om de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden decretaal te verankeren. De verschillende verantwoordelijke beleidsdomeinen, alsook de partners uit het middenveld, hebben zich gebogen over hoe de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden eruit zou kunnen zien. Dit resulteerde in een decreet van 8 maart 2013 betreffende de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden waarin de structuren waarbinnen de hulp- en dienstverlening ontwikkeld en geïmplementeerd wordt, dit op zowel bovenlokaal als lokaal niveau, uitgetekend werden. Bovendien werd in dit decreet ook een basis voorzien om gegevens te verwerken en uit te wisselen. Het algemene, achterliggende idee van het decreet is om meer geïntegreerd en planmatig te werken zodat de samenwerking tussen de Vlaamse partners zowel op lokaal als bovenlokaal niveau versterkt en verankerd wordt.
3. Betrokken partners? Gezien de verantwoordelijkheid van de verschillende beleidsdomeinen in de Vlaamse Regering zijn er diverse partners en organisaties betrokken bij de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. In onderstaand schema wordt een beknopt overzicht weergegeven.
2
ONDERWIJS Consortia
TEWERKSTELLING SPORT CULTUUR GEZONDHEID WELZIJN Afdeling Welzijn en Samenleving VDAB Centraal DRA Zorgnet Steunpunt Vlaanderen Algemeen Welzijnswerk
CVO CBE
VDAB VOKANS
DRA VLABUS
DRA Vorming Plus
CGG
CAW/JWW OBRA, ’t Zwart Goor, OLO
Suggnomè
= lokaal = ondersteuningsstructuur
= bovenlokaal
! Uiteraard zijn er nog veel meer organisaties betrokken op de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden bv. Group intro, lokale sportorganisaties, seniorennet, … , maar de vernoemde organisaties zijn bijna in alle gevangenissen aanwezig. !! Afdeling Welzijn en Samenleving wordt apart vermeld op bovenlokaal niveau omdat zij een coördinerende rol hebben naar de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden toe (lokaal in de gevangenis is dit de Vlaamse beleidscoördinator die ook voor de afdeling Welzijn en Samenleving werkt). 4. Organisatiestructuur hulp- en dienstverlening aan gedetineerden a. Lokaal Het overzicht aan betrokken organisaties maakt duidelijk dat er een enorme veelheid aan organisaties betrokken is bij de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Die veelheid aan organisaties en daaruit voorvloeiende functies werken niet zomaar samen. Om te komen tot een afgestemde en gecoördineerde hulp- en dienstverlening dient lokaal een hulp- en dienstverleningsbeleid op maat van de inrichting (afgestemd op de populatie, infrastructuur, betrokken hulp- en dienstverlenende organisaties) uitgetekend te worden. Dit gebeurt in het beleidsteam dat getrokken wordt door de lokale beleidscoördinator van de afdeling Welzijn en Samenleving en waarin een vertegenwoordiging van alle betrokken organisaties zit. De samenstelling van het beleidsteam verschilt van gevangenis tot gevangenis en wordt bepaald door de lokale actoren. In het schema hieronder vind je een organogram van hoe een lokale organisatie- en overlegstructuur eruit kan zien (deze verschilt ook weer van gevangenis tot gevangenis). Het beleidsteam is verantwoordelijk voor het opmaken van een actieplan dat uitvoering geeft aan het strategisch plan dat opgesteld is door de Vlaamse Regering. Zij krijgen input van verschillende werkgroepen.
3
Beleidsteam
Coördinatieteam
Werkgroep onderwijs
Werkgroep welzijn
Werkgroep cultuur
...
In de verschillende werkgroepen zitten de relevante, lokale betrokken actoren. Indien er een lokale coördinator aanwezig is, zal deze persoon de werkgroep hoogstwaarschijnlijk voorzitten. Om dit te concretiseren, wordt een voorbeeld uitgewerkt: zo zal de onderwijscoördinator de werkgroep onderwijs voorzitten. Daarnaast zullen ook vertegenwoordigers van de betrokken scholen, de beleidscoördinator, de organisatieondersteuner, … en vertegenwoordigers van de gevangenis hierin zetelen. De werkgroep baseert zich op de onderwijsnoden van de gedetineerden en de mogelijkheden van onderwijsinstanties in de regio om het aanbod voor een bepaald schooljaar uit te bouwen. Eventueel kan ook een partner van een ander domein aansluiten bv. werk om de linken tussen beide domeinen te leggen (zie: meer en meer werken aan kruisbestuiving tussen de domeinen). Het coördinatieteam, waarvan de samenstelling ook lokaal bepaald wordt, staat in voor de opvolging en uitvoering van het actieplan in de dagelijkse praktijk. b. Bovenlokaal Ook op bovenlokaal niveau is er een samenwerkings- en overlegstructuur geïnstalleerd, die erg gelijkt op de lokale werking van het beleidsteam en de daaraan gekoppelde werkgroepen die input leveren voor het beleid. In het organogram hieronder wordt de bovenlokale structuur weergegeven:
4
5
Justitie
Gemengde commissie
BLWG
WEVO
Onderwijs
Werk
Voorbereidende werkgroep
Sport en Cultuur
Welzijn en Gezondheid
VDAB
DRA Departement Onderwijs
Onderwijskoepels en stuurgroep volwassenonderwijs oa onderwijs aan gedetineerden
Werkveld Consortia, en CVO, CBE, ...
Departement WSE
Werkveld VDAB, VOKANS, ...
Department CJSM
Werkveld DRA, VLABUS, Vorming Plus, ...
Departement WVG, Agentschap Zorg en Gezondheid, VAPH
SAW, Koepels CGG,
Werkveld CAW/JWW, CGG, OBRA, ...
6
Binnen de Gemengde Commissie zetelen vertegenwoordigers van de administraties en partners uit het middenveld van de verschillende betrokken beleidsdomeinen. Zij hebben de opdracht om het hulp- en dienstverleningsbeleid aan gedetineerden op bovenlokaal niveau vorm te geven in een strategisch plan dat per legislatuur goedgekeurd wordt door de Vlaamse Regering. Hiertoe baseren zij zich op input van de lokale gevangenissen, die signalen en concrete aanbevelingen geven. De Gemengde Commissie komt minimaal drie keer per jaar samen. De voorbereidende werkgroep komt op regelmatige basis samen om de uitvoering van het strategisch plan op te volgen, of om te reageren op acute situaties die een interventie op bovenlokaal niveau vragen bv. langdurige staking in Vorst. De WEVO (Werkgroep Vorming en Ondersteuning) is een vaste werkgroep die in opdracht van de Gemengde Commissie in staat voor de vorming en ondersteuning van de hulp- en dienstverlenende organisaties en actoren. Dit doet ze o.a. door de organisatie van een jaarlijkse introductiecursus voor nieuwe medewerkers en via thematische vormingsdagen. Daarnaast worden er soms, vanuit de schoot van de voorbereidende werkgroep, multidisciplinaire (ad hoc) werkgroepen opgestart die een bepaald thema kunnen opvolgen. Vanuit deze werkgroepen kan input gegeven worden voor het uitstippelen van het bovenlokale beleid. Behalve afstemming tussen de Vlaamse partners is er ook afstemming met Justitie. Dit gebeurt op lokaal niveau door een vertegenwoordiging in het beleidsteam, en de lokale werkgroepen. Op bovenlokaal niveau heeft de coördinerende administratie, afdeling Welzijn en Samenleving, op regelmatige basis overleg met het hoofdbestuur van DG EPI in de BLWG (bovenlokale werkgroep). Daarnaast zijn er ook een aantal werkgroepen opgestart waarin verschillende Vlaamse partners samen met Justitie een thema behandelen bv. stuurgroep geïnterneerden, stuurgroep herstelfonds, stuurgroep e-leren, … .
7
8