OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE
BEROEPSTAAK D, DEEL 2
Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: juni 2013 Fase: Beginner Naam deelnemer:………………….
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
2
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Inhoudsopgave Beroepsopdracht D
Blz. 5
Activiteiten school
Blz. 7
Activiteiten praktijk
Blz. 35
Toets beroepsopdracht D/DEEL 2
Blz. 45
Onderstaande vaardigheden horen bij DEEL 2 Medicijnen checken, registreren en distribueren, zo nodig controle op inname Oraal medicijnen toedienen: Rectaal medicijnen toedienen: Vaginaal medicijnen toedienen: Via de huid medicijnen toedienen: Via de luchtwegen medicijnen toedienen Via de slijmvliezen medicijnen toedienen Subcutaan injecteren* Intramusculair injecteren* Toedienen van zuurstof Onderstaande vaardigheden die kunnen worden getoetst in DEEL 2 Deze vaardigheden zijn onder deze titels terug te vinden op Vilans. Reanimeren staat nog niet op Vilans, is wel op practicumsite te vinden Injecteren subcutaan huidplooitechniek Injecteren subcutaan loodrechttechniek Injecteren intramusculair loodrechttechniek Injecteren intramusculair rangeertechniek
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
3
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
4
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
Beroepsopdracht
MBO-Verpleegkundige
Beroepstaak D
Startbekwaam
Kun jij de verpleegtechnische handelingen zelfstandig uitvoeren? In de afgelopen periode heb je op school alle verpleegtechnische handelingen uitgevoerd. Je hebt deze verpleegtechnische handelingen getoetst op school en/of in de BPV en de verpleegtechnische handelingen zijn afgetekend op de aftekenlijst. Voor het behalen van je diploma moet je alle verplichte verpleegtechnische handelingen en de voor de setting bepaalde verpleegtechnische handelingen met keuze hebben afgetekend. Misschien heb je in de BPV niet alle verpleegtechnische handelingen kunnen aftoetsen en kunnen aftekenen, omdat het niet voorkwam. De verpleegtechnische handelingen die je niet hebt kunnen aftekenen in de praktijk kun je op school in een simulatie in het skillslab alsnog aftoetsen. De startbekwame beroepsopdracht luidt:
Laat in de BPV zien dat je de verpleegtechnische handelingen zelfstandig kunt uitvoeren Mocht dit niet mogelijk zijn dan luidt de startbekwame opdracht: Laat je SLB zien dat je verpleegtechnische handelingen in een simulatie in het skillslab kunt uitvoeren Je SLB mag hierbij het volgende van je verwachten aan bewijslast:
Alle verplichte verpleegtechnische vaardigheden zijn afgetekend door de docent op school op de overzichtslijst Alle verpleegtechnische vaardigheden naar keuze zijn afgetekend door de docent op school op de overzichtslijst. De getoetste vaardigheden in de praktijk zijn afgetekend op de overzichtslijst door je begeleider in de praktijk. Je hebt alle beoordelingsformulieren van de getoetste vaardigheden in de praktijk verzameld.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
5
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
6
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
ACTIVITEITEN SCHOOL Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak D School Verpleegtechnische handelingen, waaronder voorbehouden handelingen (functionele zelfstandigheid*)
Verplicht
Medicatie toedienen Activiteiten Medicijnen toedienen: Inleiding Medicijnen toedienen: Discussie over medicatie toedienen Medicijnen toedienen, vaardigheid PAAF PAAF Medicijnen toedienen: Begrippen in de farmacologie Rekentaken Medicatie per os Oplossen Verdunnen Medicatie toedienen, druppelen, per os, oplossen en verdunnen
Datum Paraaf
Medicatie toedienen per injectie Activiteiten Subcutaan en intramusculair injecteren: veilig werken bij injecteren Subcutaan en intramusculair injecteren Subcutaan en intramusculair injecteren, vaardigheid: Rekentaak Medicatie per injectie
datum
paraaf
datum
paraaf
Toedienen van zuurstof Activiteiten Toedienen van zuurstof Rekentaak Zuurstof toedienen
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
7
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Toedienen van medicijnen: Inleiding Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Verplicht/keuze
Je hebt kennis opgedaan over relevante begrippen m.b.t. toedienen van medicijnen. Zorg dat je beschikking hebt over de achtergrondinformatie over het hoofdstuk ‘Toedienen van medicijnen’ uit Vilans Achtergrondinformatie over het hoofdstuk ‘Toedienen van medicijnen’ uit Vilans School Nabespreken in de klas met de docent. 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten Verplicht
Activiteit 1: Ga via Portaal naar de Vilansprotocollen op GEZ practicum, - onderwerp ‘Toedienen van medicijnen’ – ‘ achtergrond informatie en materialen’ Lees de bladzijden 1 t/m 35 door en beantwoordt de volgende vragen: Welke toedieningsvormen zijn er per os? Welke andere toedieningsvormen kun je benoemen? Mag je op eigen initiatief medicijnen malen? Kijk of je de theorie begrijpt, stel eventuele vragen aan de docent. Activiteit 2 : Lees het artikel ‘DC 45 Medicijnleer’ en beantwoord de volgende vragen: Wat houdt de ‘Opiumwet’ in? Welke kleurcodes van etiketten zijn er en wat betekenen ze? Welke functies van medicatie zijn er? Wat betekenen de begrippen therapeutische_ sub therapeutische_ en toxische werking? Welke soorten medicatie zijn er? Wat is de onderverdeling in de psychofarmaca?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
8
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Medicijnen toedienen: Discussie over medicatie toedienen Verpleegtechnische handeling Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze
Je hebt standpunten uitgewisseld t.a.v. medicatie toediening door het voeren van een discussie aan de hand van stellingen Gebruik zo nodig de achtergrondinformatie van het Vilans protocol medicijnen toedienen per os en het malen van medicatie Formeer een groepje van minimaal 3 studenten Vilansprotocollen ‘Toedienen van medicijnen’ de onderdelen‘ medicijnen klaarzetten/uitzetten (m.b.v. een medicijnuitzetsysteem)’ ‘malen van medicijnen en ‘aanreiken van medicijnen’ de inleiding, achtergrondinformatie en materialen. School Vergelijk de uitkomsten met andere groepjes en neem dit mee in je nabespreking 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten verplicht
Activiteit 1: Korte discussie in je groepje over de volgende stellingen, noteer de uitkomst. 'De verpleegkundige moet bij elke zorgvrager controleren of de medicijnen ook echt worden ingenomen'. 'Wanneer een zorgvrager de medicijnen niet goed kan slikken, moeten deze fijngemalen worden'. 'De verpleegkundige is verantwoordelijk voor elk medicijn wat de zorgvrager krijgt'
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
9
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Medicijnen toedienen-toedieningsvormen-vaardigheid Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Verplicht/keuze
Je hebt kennis opgedaan van de toedieningsvormen en het toedienen van medicijnen. Zorg dat je beschikking hebt over een computer. Vilans protocol toedienen van medicijnen School Nabespreken in de klas met de docent. 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten Verplicht
Activiteit 1: Zoek enkele instructiefilmpjes m.b.t. het toedienen van medicijnen. Kijk bijvoorbeeld op www.apotheek.nl Activiteit 2: Bekijk in het praktijklokaal de diversiteit aan medicijnen en de toedieningsmogelijkheden.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
10
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
PAAF Medicijnen toedienen: Begrippen in de farmacologie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze
Je hebt kennis opgedaan over enkele begrippen in de farmacologie. Zorg dat je beschikking hebt over het Farmacotherapeutisch kompas. Dit kan per boek of internet. Farmacotherapeutisch kompas School Nabespreken in de klas met de docent. 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten verplicht
Activiteit: Lees het hoofdstuk ‘Inleiding Farmacotherapie’ het gedeelte ‘Farmacokinetiek’ Zoek bij een medicijn, dat je bekend is, in het kompas wat de volgende begrippen betekenen voor een zorgvrager die dat medicijn voorgeschreven krijgt: Stofnaam en merknaam Toedieningsvormen Eigenschappen Indicatie Contra-indicatie Zwangerschap/lactatie Bijwerkingen Interacties Waarschuwingen en voorzorgen Dosering
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
11
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Rekentaak medicatie per os Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie Verplicht/keuze
Toets jezelf doormiddel van de rekentaak Zorg dat je een rekenmachine en het formuleblad bij de hand hebt. Op school Aan de hand van het antwoord model en eventueel met de docent in de klas 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit K Vakdeskundigheid toepassen Verplicht
Activiteit:
Maak de vragen van deze rekentaak Werk rustig Lees de opgaven goed door Maak eerst de opgaven die je zeker weet Verbeter alleen als je zeker weet dat het fout is Je mag gebruik maken van het formuleblad Je mag gebruik maken van je rekenmachine Werk netjes en schrijf de uitwerking op Bepaal je score aan de hand van de antwoordmodel. Bespreek de fouten met een mede student.
UITLEG VAN MEDICATIE PER OS Toedienen: Bij alle toedieningsvormen waaronder voornamelijk injecteren en oraal toedienen, wordt een van tevoren berekend deel van de voorraadoplossing aan de patiënt gegeven.
Je moet daarbij 2 gegevens kennen om uit te rekenen: 1. Het gevraagde aantal grammen, milligrammen, liters, milliliters of internationale eenheden voor toediening. 2. De concentratie van de voorraadoplossing. Deze moet altijd vermeld staan op ampul, flacon of fles en wordt uitgedrukt in de reeds eerder genoemde begrippen als: %, mg/ml, g/ml, IE/ml enz. Voor het rekenwerk bij het geven van injecties is het zinvol het verband te kennen tussen % en milligrammen: 1% = 1 g/100 ml, dus ook 1% = 1000mg/100 ml 1% = 1g/100 ml
of
1% = 10 mg/ml
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
12
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Op dezelfde manier kunnen andere percentages “vertaald” worden: 2 % = 20 mg/ml
5 % = 50 mg/ml
0,5% = 5 mg/ml
Voorbeeld 1: Voorraad Magnesiumsulfaat 15% in een flacon van 10 ml. De zorgvrager moet 1,5 gram Magnesiumsulfaat toegediend krijgen. Hoeveel ml moet je de zorgvrager geven. 15% = 150 mg/ml Zorgvrager moet 1,5 gram (= 1500 mg) hebben Aanwezige voorraad 150 mg
x 1ml = 10ml
Gevraagde hoeveelheid x volume voorraad Voorraad
Voorbeeld 2: Voorraad Amoxycilline drank 250 mg/5ml. Je moet de zorgvrager 350 mg Amoxycilline geven. Hoeveel ml geef je? Gevraagde hoeveelheid = 350 mg x volume voorraad Voorraad 250 mg Volume voorraad = 5 ml
dus
350 mg x 5ml = 7 ml 250 mg
Voorbeeld 3: Voorraad Lasix 40 mg. Je moet de zorgvrager 60 mg geven. Hoeveel tabletten geef je? Gevraagde hoeveelheid = 60 mg = 1,5 tablet Voorraad 40 mg Voorbeeld 4: Voorraad Selokeen Zoc 50 mg. Je moet een zorgvrager 200 mg Selokeen Zoc geven. Hoeveel tabletten? Gevraagde hoeveelheid = 200 mg = 4 tabletten Voorraad 50 mg
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
13
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Opgaven medicijnen toedienen per os 1.
In voorraad Lanoxin tabletten van 0,25 mg Je moet aan een zorgvrager 1/8 mg Lanoxin geven. Hoeveel tabletten geef je?
2.
In voorraad Digoxine tabletten van 0,125 mg Je moet aan een zorgvrager 1/16 mg Digoxine geven. Hoeveel tabletten geef je?
3.
In voorraad Lasix tabletten van 20 mg. Je moet een zorgvrager 70 mg Lasix geven. Hoeveel tabletten geef je?
4.
In voorraad Depakine Chrono tabletten van 500 mg. Je moet de zorgvrager 1,5 gram Depakine Chrono geven. Hoeveel tabletten geef je?
5.
In voorraad Amaryl tabletten van 1 mg en 4 mg. Je moet de zorgvrager 6 mg Amaryl geven. Hoeveel tabletten geef je?
6.
In voorraad Thyrax tabletten van 0,1 mg en 0,025mg Je moet de zorgvrager 175 microgram (mcg) Thyrax geven. Hoeveel tabletten geef je?
7.
In voorraad Zantac drank 150 mg/10 ml Je moet de zorgvrager 60 mg Zantac geven. Hoeveel ml geef je?
8.
In voorraad KCL drank 100 mg/ml. Je moet de zorgvrager 1 gram KCL geven. Hoeveel ml geef je?
9.
In voorraad Depakine drank 250mg/ml. Je moet de zorgvrager 750 mg Depakine geven. Hoeveel ml geef je?
10.
In voorraad Trisporal drank 10mg/ml. Je moet de zorgvrager 150 mg Trisporal geven. Hoeveel ml geef je? Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
14
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Rekentaak oplossen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie Verplicht/keuze
Toets jezelf doormiddel van de rekentaak oplossen Zorg dat je een rekenmachine en het formuleblad bij de hand hebt. Op school Aan de hand van het antwoord model en eventueel met de docent in de klas 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit K Vakdeskundigheid toepassen Verplicht
Activiteit:
Maak de vragen van deze rekentaak Werk rustig Lees de opgaven goed door Maak eerst de opgaven die je zeker weet Verbeter alleen als je zeker weet dat het fout is Je mag gebruik maken van het formuleblad Je mag gebruik maken van je rekenmachine Werk netjes en schrijf de uitwerking op Bepaal je score aan de hand van de antwoordmodel. Bespreek de fouten met een mede student of schrijf je in voor remediering.
UITLEG OPLOSSEN Oplossen: De verhouding tussen opgeloste stof en oplosmiddel bepaalt de sterkte of concentratie van een oplossing. Men maakt vaak gebruik van het begrip procent (%) of promille ( o/oo) De opgeloste stof is meestal vast zoals suiker, zout, maar kan ook een vloeistof zijn zoals chloor. Vaste stoffen worden in grammen en milligrammen aangegeven en vloeistoffen in liters en milliliters. Het oplosmiddel, zo heet de vloeistof waarin een bepaalde stof kan oplossen of vermengen, is b.v. water. Voorbeelden: Sorbitoloplossing 5% Zoutoplossing 0,9% Sodaoplossing 4% chlooroplossing 2% Suikeroplossing 5% Procent betekent: Per honderd, dus 1% suikeroplossing betekent dat 1 deel suiker opgelost is in 100 delen totaal, dus 99 delen oplosmiddel (water). Je kan dus zeggen 1 staat tot 100 (1:100) Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
15
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Promille betekent: Per duizend, dus 1 o/oo suikeroplossing betekent dat 1 deel suiker opgelost is in 1000 delen totaal, dus 999 delen oplosmiddel (water). Je kan dus zeggen 1 staat tot duizend (1:1000) Gangbaar is het volgende: 1% suikeroplossing is de verhouding van 1 gram suiker in 100 ml totaalvolume dus: 1% = 1 gram van een stof per 100 ml. zo ook: 2 % = 2 g/100 ml 25 % = 25 g/100 ml 0,1 % = 0,1 g/100 ml Voorbeeld: Hoeveel gram sorbitol wordt er opgelost om een 5%-sorbitoloplossing van 500 ml te bereiden? Uitwerking: 5% betekent, dat in elke 100 ml van die oplossing 5 gram sorbitol moet zijn opgelost. 5% = 5 gram per 100 ml We hebben te maken met 500 ml. Dat is 5 x zoveel als 100 ml, dus moet er ook 5 x 5 gram = 25 gram sorbitol opgelost worden om 500 ml met een sterkte van 5% te krijgen. Wanneer aan een oplossing de eis van een grote mate van nauwkeurigheid moet worden gesteld, is een verpleegkundige niet in staat deze te bereiken. Dit wordt gedaan door (ziekenhuis) apotheker, deze is in staat om een grote mate van nauwkeurigheid te bereiken. In de praktijk moeten we nu, ondanks dat we weten dat we een onzorgvuldigheid is, aannemen dat het S.G. (soortelijke gewicht) van suiker 1 gram per milliliter is, zodat 30 ml suiker 30 gram weegt. Van de liter 3%-suikeroplossing is dus 30 gram suiker. We vullen dan tot 1 liter aan met water. 1 gram = 1 ml.
Opgaven medicijnen oplossen 1. Je hebt een steriele schaar gebruikt bij de wondverzorging. De schaar moet hierna gedesinfecteerd worden in een chlooroplossing van 2,5%. Hoeveel ml zuivere chloor heb je nodig als je 250 ml chlooroplossing van 2,5% moet maken.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
16
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
2. Een zorgvrager met brandwonden moet dagelijks voor de wondverzorging in het vlinderbad met een zoutoplossing van 0,45%. In het vlinderbad gaat 1000 liter. Hoeveel kg zout heb je nodig om deze zoutoplossing te kunnen maken.
3. Er is een zorgvrager opgenomen met een zeer besmettelijke infectie, die geïsoleerd verpleegd wordt. Dagelijks moet de po, die op de kamer moet blijven, gedesinfecteerd worden met een chlooroplossing van 2,5%. Je hebt in voorraad chloortabletten van 10 gram. In de po gaat 2 liter. Hoeveel chloortabletten van 10 gram heb je nodig om deze oplossing te kunnen maken.
4.
400 ml chocolademelk bestaat voor 6% uit cacao en voor 5,5% uit suiker. Hoeveel gram cacao en suiker is dat?
5. Hoeveel gram suiker heb je nodig om 350 ml suikeroplossing 6% te maken?
6. Hoeveel liter zoutoplossing van 7 o/oo kun je maken van 28 gram zout?
7. Je hebt in voorraad 2 liter chlooroplossing van 7,5 o/oo. Hoeveel ml chloor bevat deze vloeistof?
8. Een zorgvrager krijgt 300 ml bitterwater van 5% voorgeschreven. Hoeveel maatlepeltjes bitterzout moet je oplossen? Een maatlepeltje is 5 g bitterzout.
9. Er staat in de voorraadkast een flesje van 750 ml oplossing, waarin 5% waterstofperoxide zit. Hoeveel ml pure waterstofperoxide zit hierin?
10. Je moet voor een zorgvrager die opgenomen is met brandwonden aan zijn arm een zoutbad klaarmaken van 0,45%. In het armbad gaat 50 liter. Hoeveel gram zout heb je nodig voor deze oplossing?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
17
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Rekentaak verdunnen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze
Oefen jezelf doormiddel van het maken van rekensommen over medicijnen toedienen, druppelen, per os, oplossen en verdunnen Zorg dat je een rekenmachine en het formuleblad bij de hand hebt. Op school of thuis Aan de hand van het antwoordmodel en met de docent in de klas 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit K Vakdeskundigheid toepassen Verplicht
Activiteit:
Maak de vragen van deze rekentaak Werk rustig Lees de opgaven goed door Maak eerst de opgaven die je zeker weet Verbeter alleen als je zeker weet dat het fout is Je mag gebruik maken van het formuleblad Je mag gebruik maken van je rekenmachine Werk netjes en schrijf de uitwerking op Bepaal je score aan de hand van de antwoordmodel Bespreek de fouten met een mede student.
UITLEG VERDUNNEN: Verdunnen moet nog wel eens gebeuren in het ziekenhuis om voornamelijk twee redenen: 1. Het volume van geconcentreerde voorraad oplossingen is kleiner dan verdunde oplossingen. Dit geeft voordelen bij het transporteren, het opbergen en verpakken. 2. De standaardsterkte moet voor specifiek gebruik op een bepaalde afdeling wel eens aangepast worden door verdunnen. Stel, de voorraadoplossing is: 5 g glucose/50 ml = 10% glucoseoplossing, Aangevuld tot 100 ml: 5 g glucose / 100 ml Aangevuld tot 250 ml: 5 g glucose / 250 ml Aangevuld tot 500 ml: 5 g glucose / 500 ml Aangevuld tot 1000 ml: 5 g glucose / 1000 ml
= = = =
5 % glucoseoplossing, 2 % glucoseoplossing, 1 % glucoseoplossing, 0,5% glucoseoplossing.
Wanneer men de bovenstaande rij bekijkt, kan het volgende aan elkaar gelijk gesteld worden: % verdunning % voorraadoplossing
( in ml. of liters) x volume verdunning = volume ( in ml. of liters)
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
18
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Voorbeeld: Hoeveel ml wordt van de voorradige 3%-waterstofperoxideoplossing genomen om te verdunnen tot 750 ml van 0,5%? Toepassing formule: 0,5 (%) 3 (%) Dus:
x 750 ml = 125 ml
Men neemt een maatcilinder waarin 125 ml waterstofperoxide van 3% wordt afgepast. Wanneer deze hoeveelheid tot 750 ml aangevuld wordt, verkrijgt men behalve de gewenste hoeveelheid verdunning ook de gewenste sterkte, namelijk 0,5% .
Opgaven medicijnen verdunnen 1. Ten behoeve van een gorgeldrank moet 20% Halamied oplossing verdund worden tot 500ml van 1% sterkte. Hoeveel ml wordt van de voorradige 20% oplossing genomen? 2. Voorradig is een babyvoeding met 25% glucoseoplossing. Er is op de afdeling 225ml babyvoeding met 10% glucose nodig. Hoeveel ml wordt van de voorraad genomen? 3. Hoeveel ml van de voorradige 30% formaldehydeoplossing moet verdund worden om 2 liter van 1,5% sterkte te bereiken? 4. Aanwezig is pure (100%) Lyorthol. Hoeveel ml neem je hiervan om een oplossing 5 liter met een concentratie van 0,5% te bereiden? 5. Je hebt in voorraad 1000 ml fysiologische zoutoplossing 4,5 o/oo. Je moet maken 100 ml van 0,45 o/oo. a. Hoeveel ml neem je van de voorraad? b. Hoeveel ml water voeg je aan deze oplossing toe?
6. Je hebt limonade met 50% siroop in voorraad. Je moet maken een glas (= 200 ml) limonade á 10% siroop. a. Hoeveel ml neem je van de voorraad? b. Hoeveel ml water voeg je daaraan toe?
7. Je hebt in voorraad een citroenzuuroplossing van 0,5%. Je moet maken 100 ml met 0,4% citroenzuur. a. Hoeveel ml neem je van de voorraad? b. Met hoeveel ml water verdun je dat?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
19
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
8. Voor een voetbad moet je maken 500 ml zoutoplossing van 0,6%. Je hebt in voorraad een zoutoplossing van 0,8% a. Hoeveel ml neem je van de voorraad? b. Hoeveel ml water voeg je daaraan toe?
9. Je hebt in voorraad 500 ml suikeroplossing 20%. Je moet maken 10 ml á 0,5% suiker. a. Hoeveel ml neem je van de voorraad? b. Hoeveel ml water voeg je daaraan toe?
10. Je hebt in voorraad een suikeroplossing van 35%. Van deze oplossing moet gemaakt worden 100 ml á 17,5%. a. Hoeveel ml gebruik je van de voorraad? b. Hoeveel ml water voeg je daaraan toe?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
20
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Rekentaak medicatie toedienen, druppelen, per os, oplossen en verdunnen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze
Oefen jezelf doormiddel van het maken van rekenen sommen over medicijnen toedienen, druppelen, per os, oplossen en verdunnen Zorg dat je een rekenmachine en het formuleblad bij de hand hebt. Op school of thuis Met de docent in de klas 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit K Vakdeskundigheid toepassen Verplicht
Activiteit:
Maak de vragen van deze rekentaak Werk rustig Lees de opgaven goed door Maak eerst de opgaven die je zeker weet Verbeter alleen als je zeker weet dat het fout is Je mag gebruik maken van het formuleblad Je mag gebruik maken van je rekenmachine Werk netjes en schrijf de uitwerking op Bepaal je score aan de hand van de antwoordmodel Bespreek de fouten met een mede student.
Opgaven medicijnen per os, oplossen en verdunnen 1. Een flesje oogdruppels bevat 20 ml chloramphenicol 2,5%. Hoeveel mg chloramphenicol bevat dit flesje? 2. Een flacon bevat 10 ml KCL 15%. Hoeveel gram KCL bevat deze flacon? 3. Een ampul bevat 10 ml Magnesium Sulfaat 25%. Hoeveel gram Magnesium Sulfaat bevat deze ampul? 4. Een flesje bevat 150 ml Magnesium Sulfaat 4%. Hoeveel gram Magnesium Sulfaat bevat dit flesje? 5. Een flesje oordruppels bevat 10 ml zoutoplossing 3,5%. Hoeveel mg zout bevat dat flesje? 6. Je gaat 5 liter lyortholoplossing maken van 2%. Hoeveel ml Lyorthol heb je nodig voor deze oplossing? 7. Je gaat 10 liter zoutoplossing maken van 5%. Hoeveel gram zout heb je nodig om deze oplossing te maken? Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
21
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
8. Op de afdeling heb je een fles lyortholoplossing van 2%. De inhoud van de fles is 2 liter. Hoeveel ml zuivere Lyorthol bevat deze fles? 9. Je moet bij een zorgvrager mondspoelen met 300 ml waterstofperoxydeoplossing van 1,5%. Je hebt in voorraad een waterstofperoxydeoplossing van 9%. Hoeveel ml neem je van de bestaande oplossing en hoeveel ml water voeg je toe? 10. Je moet een pincet dat je net hebt gebruikt bij de wondverzorging desinfecteren in 300 ml Lyortholoplossing van 5%. Je hebt in voorraad een Lyortholoplossing van 30%. Hoeveel ml neem je van de bestaande oplossing en hoeveel ml water voeg je toe? 11. Je moet een po desinfecteren met een chlooroplossing van 4,5%. In de po gaat 2,5 liter. Je hebt in voorraad een chlooroplossing van 9%. Hoeveel ml neem je van de bestaande oplossing en hoeveel ml water voeg je toe? 12. Je moet een po desinfecteren met een chloorexidine oplossing van 2%. In de po gaat 1,5 liter. Je hebt in voorraad een chloorexidine oplossing van 10%. Hoeveel ml neem je van de bestaande oplossing en hoeveel ml water voeg je toe?
13. Voor de wondverzorging heb je een alcoholoplossing van 100 ml 1,5% nodig. Je hebt in voorraad een alcoholoplossing van 6%. Hoeveel ml neem je van de bestaande oplossing en hoeveel ml water voeg je toe?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
22
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Subcutaan en intramusculair injecteren: veilig werken bij injecteren Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces competentie Verplicht/keuze
Je hebt in kaart gebracht welke aan veiligheidsvoorschriften je, je moet houden bij het injecteren Zorg dat je een PC of DVD speler tot je beschikking hebt. Zorg dat je de beschikking hebt over de Vilansprotocollen onderdeel ‘Injecteren’ Raadpleeg: http://www.rivm.nl/cib/themas/hygiene-enveiligheid/#index_17 Zoek een filmpje op internet waarin een demonstatie wordt gegeven van injecteren of een prikaccident aan de orde komt. Zoek de DVD, “nu niet meteen in paniek raken”. Bestudeer het artikel ‘ Dat prikt’ School Aan de hand van zelf opgestelde criteria t.a.v. veiligheid; in het praktijk lokaal, beroepspraktijk en crisis situatie. Aan de hand van een evaluatie formulier presenteren. 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen (K) Verplicht
Activiteit 1 Bereid een presentatie voor waarin je de veiligheidseisen t.a.v. injecteren in kaart brengt. 1. Bekijk de DVD ‘Nu niet meteen in paniek raken’. 2. Ga na welke veiligheidseisen er zijn t.a.v. injecteren. 3. Ga na welke protocollen er zijn/ worden gebruikt t.a.v. injecteren in de instelling waar jij stage loopt. 4. Geef aan welke gevaren het injecteren met zich mee kan brengen voor zowel de zorgvrager als de zorgverlener. 5. Geef een voorbeeld van een prikaccident vanuit je praktijk ervaring of zoek een casus op in een boek of op internet. 6. Ga op zoek welk protocol er is in de instelling waar jij stage loopt, gebruikt wordt na een prikaccident. 7. Stel criteria op t.a.v. veiligheid; in het praktijk lokaal, BPV situatie en crisis situatie.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
23
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Subcutaan en intramusculair injecteren (kennis) Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Verplicht/keuze
Je hebt kennis opgedaan die je nodig hebt om medicatie toe te dienen per s.c. en i.m. injectie. Zorg dat je de achtergrondinformatie van Vilans, onderdeel ‘Injecteren’ tot je beschikking hebt. Zorg dat je een p.c. tot je beschikking hebt. Achtergrond informatie Vilans onderdeel Ínjecteren’ School Bespreek je bevindingen met mededeelnemers en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten verplicht
Activiteit 1 Lees de achtergrondinformatie door van de Vilansprotocollen injecteren incl. gereedmaken van een injectiespuit. Activiteit 2: Bespreek of je medicijnen kent van je stage/werkplek die volgens een eigen protocol moeten worden toegediend en kijk of het protocol overeenkomt met het protocol met het protocol van je stage/werkplek.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
24
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Vaardigheid: Subcutaan en intramusculair injecteren Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces competentie
Verplicht/keuze
Je kunt medicatie toedienen per s.c. en i.m. injectie volgens protocol in een oefen situatie. Zorg dat je de beschikking hebt over een p.c. Zoek een DVD of een filmpje op internet over s.c. en i.m. injecteren Stem af met welke klasgenoten je de vaardigheid gaat oefenen in het praktijklokaal (maximaal 3 personen). Achtergrondinformatie van de Vilansprotocollen injecteren incl. gereedmaken van een injectiespuit School Beoordeel de vaardigheden met behulp van het protocol. Evalueer met je klasgenoten hoe de uitvoering van de vaardigheid is gegaan. Vraag aan de docent of het resultaat voldoende is. Nabespreken in de klas 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten T: Instructies en procedures opvolgen verplicht
Activiteit 1 Bekijk de DVD of filmpjes op internet over dit onderwerp. Activiteit 2 Ga in het praktijklokaal en oefen de vaardigheden volgens de protocollen.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
25
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Rekentaak medicatie per injectie Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Verplicht/keuze
Test jezelf doormiddel van de rekentaak Zorg dat je een rekenmachine en het formuleblad bij de hand hebt. Op school Aan de hand van het antwoordmodel en met de docent in de klas 1.3 Voor verpleegtechnische handelingen uit (K) Verplicht
Activiteit:
Werk rustig Lees de opgaven goed door Maak eerst de opgaven die je zeker weet Verbeter alleen als je zeker weet dat het fout is Je mag gebruik maken van het formuleblad Je mag gebruik maken van je rekenmachine Werk netjes en schrijf de uitwerking op Bespreek de fouten met een mede student
Uitleg Toedienen: Bij alle toedieningsvormen, waaronder voornamelijk injecteren en oraal toedienen, wordt een van tevoren berekend deel van de voorraadoplossing aan de patiënt gegeven. Je moet daarbij twee gegevens kennen om uit te rekenen, hoeveel milliliter of liter vloeistof wordt toegediend: 1. Het gevraagde aantal grammen, milligrammen of internationale eenheden voor toediening. 2.
De concentratie van de voorraadoplossing. Deze moet altijd vermeld staan op ampul, flacon of fles en wordt uitgedrukt in de reeds eerder genoemde begrippen als: - %, - mg/ml, - g/ml, - IE/ml, enzovoort.
Rekenen met procenten. Soms wordt niet aangegeven hoeveel milligram geneesmiddel er per milliliter in de vloeistof zit maar hoeveel procent geneesmiddel er in de vloeistof zit. Gelukkig hebben ze daar internationaal wel afspraken over gemaakt. Het is dan ook zinvol het verband te kennen tussen % en milligrammen. Procent (%) betekent: het honderdste deel
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
26
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Eerder werd het verband met grammen beschreven: 1% = 1 g/100 ml, dus ook: 1% = 1000 mg/100 ml 1% = 10 mg/ml. (= internationale afspraak) Op dezelfde manier kunnen andere percentages "vertaald" worden: 2 % = 20 mg/ml 5 % = 50 mg/ml 0,5 % = 5 mg/ml, enzovoort. Berekenen Je deelt “wat je wilt hebben ‘ door “ wat je hebt per milliliter’ Gevraagde hoeveelheid (in mg, g, IE) Voorraad (in mg, g, IE)
x volume voorraad = aantal toe te dienen hoeveelheid (in ml of liters)
Voorbeeld 1: Aanwezig: Magnesium sulfaat 15% in een flacon van 10 ml. De patiënt moet 1,5 gr Magnesium sulfaat toegediend krijgen. Hoeveel ml moet je de patiënt geven? 15% = 150 mg/ml. Patiënt moet 1,5 gr(=1500 mg) hebben aanwezige voorraad 150mg
x 1ml = 10 ml.
Deze berekening kan ook in een algemene formule uitgedrukt worden, waarmee het aantal ml of liters voor toediening zich vlot laten berekenen.
Voorbeeld 2: In voorraad is fenobarbital 25 mg/ml. Gevraagd wordt om 10 mg in totaal te injecteren. Hoeveel ml dien je de zorgvrager toe?
Gevraagde hoeveelheid = 10 mg x volume voorraad voorraad 25 mg volume voorraad = 1 ml 10 mg x 1 ml= 0,4 ml 25 mg
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
27
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Voorbeeld 3: In voorraad Gentamycine 80 mg/2 ml. Er moet een injectie worden gegeven van 120 mg. Hoeveel ml dien je toe? Gevraagde hoeveelheid = 120 mg x volume voorraad voorraad 80 mg volume voorraad = 2 ml 120 x 2 = 3 ml 80 Voorbeeld 4: In voorraad Heparine 2500 EH/ml. Je moet een zorgvrager 1750 EH toedienen per injectie. Hoeveel ml dien je toe? Gevraagde hoeveelheid = 1750EH Voorraad 2500EH Volume voorraad = 1 ml
x volume voorraad
1750EH x 1 = 0,7 ml 2500EH
Opgaven: medicatie per injectie: 1.
Je moet een onrustige zorgvrager 2 mg Haldol i.m. (intramusculair) geven. Je hebt in voorraad Haldol 5mg/ml. Hoeveel dien je deze zorgvrager toe?
2.
Je moet een zorgvrager s’-morgens 56IE insuline en ‘s-avonds 28IE insuline s.c. (subcutaan) toedienen. In voorraad insuline 100IE/ml. a. Hoeveel ml dien je deze zorgvrager ’s-morgens toe b. Hoeveel ml geef je ’s-Avonds?
3.
Je moet een zorgvrager 600.000 IE Penicilline i.m. toedienen. In voorraad Penicilline 1.000.000 IE opgelost in 4 ml aquadest. Hoeveel ml dien je deze zorgvrager toe?
4.
Je moet een zorgvrager ter voorbereiding op de narcose 3 mg Dormicum i.m. toedienen. In voorraad Dormicum 15 mg/3ml. Hoeveel ml dien je deze zorgvrager toe?
5.
In voorraad een ampul Fenobarbital waarop staat: 2 ml=100 mg. Je moet de zorgvrager een inectie geven van 80 mg Fenobarbital geven. Hoeveel ml. Geef je?
6.
In voorraad een ampul morfine 10 mg/ml. Je moet de zorgvrager 7,5 mg morfine geven Hoeveel ml maak je klaar in de spuit?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
28
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
7.
Je hebt in voorraad een flesje insuline waarop staat Insuline 100EH/2ml Je moet de zorgvrager 10 EH Insuline geven. Hoeveel ml geef je?
8.
Je hebt in de kast een flesje Heparine 7500EH/10ml. Je moet de zorgvrager 600EH Heparine geven. Hoeveel ml. trek je op?
9.
Een zorgvrager die teveel vocht vasthoudt krijgt 25 mg Lasix toegediend. In voorraad een ampul Lasix 20 mg/2ml. Hoeveel ml. dien je deze zorgvrager toe?
10.
Je moet een zorgvrager 3 mg Temesta i.m. geven. In de voorraadkast ligt Temesta 6 mg/2ml Hoeveel ml. dien je deze zorgvrager toe?
11.
Je moet een zorgvrager 10 mg Losec toedienen. Je hebt in voorraad 40 mg Losec per flacon. Deze flacon wordt opgelost met het bij de verpakking ingesloten oplosmiddel van 10 ml. Hoeveel ml. dien je deze zorgvrager toe?
12.
Je heb een penicilline-oplossing van 8000IE/5ml. De zorgvrager moet per keer 4000IE hebben. a. Hoeveel ml. trek je op? b. Hoeveel ml. krijgt de zorgvrager per 24 uur als hij 4 giften krijgt?
13.
Een zorgvrager moet 300 mg Clamoxyl i.m. hebben. Je hebt in voorraad een flacon van 1,5 gram in 10 ml opgelost. Hoeveel ml. trek je op?
Opgave 15 In voorraad heb je Actrapid 100 EH / Ml Bereken in het onderstaande schema hoeveel ml je moet geven. De zorgvrager moet hebben: 2 EH 7.5 EH 14 EH 20 EH 28 EH 32 EH 64 EH 16.
We geven:
actrapid actrapid actrapid actrapid actrapid actrapid actrapid
... ml ... ml ... ml ... ml ... ml ... ml ... ml
In voorraad Heparine van 5000EH/ml Bereken in het onderstaande schema hoeveel ml je moet geven
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
29
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
De zorgvrager moet hebben:
We geven:
1000 EH 1250 EH
…ml ml
1500 EH
ml
1750 EH
ml
2000 EH
ml
3000 EH
ml
3750 EH
…ml
6250 EH
…ml
17. Je hebt in voorraad KCL 20 mmol/10 ml. De zorgvrager moet 120 mmol/24 uur krijgen, verdeeld over 4 zakken NaCl 0,9% van 500 ml. Hoeveel ml KCL voeg je per zak toe? 18.
Je hebt in voorraad magnesiumoxide van 12,5%. Je moet geven aan de zorgvrager 200 mg magnesiumoxide. Hoeveel ml dien je toe?
19.
Je hebt in voorraad Magnesiumsulfaat 20%. Je moet de zorgvrager 350 mg Magnesiumsulfaat geven. Hoeveel ml dien je toe?
20.
Je hebt in voorraad Pethidine 5%. Je moet de zorgvrager 50 mg Pethidine geven. Hoeveel ml dien je toe?
21.
Je hebt in voorraad KCL 15 mmol/10 ml. Je moet de zorgvrager 180 mmol/24 uur geven, verdeeld over 4 zakken van 500 ml. Hoeveel ml KCL voeg je per zak toe.
22.
Je hebt in voorraad een flacon van 10 ml Magnesium Sulfaat 15%. Hoeveel gram Magnesium Sulfaat zit er in deze flacon.
23.
Je hebt in voorraad een ampul van 5 ml Magnesiumsulfaat 20%. Hoeveel gram Magnesiumsulfaat zit er in deze ampul?
24.
In voorraad: ampullen atropine van 0,5%. Je moet de zorgvrager 10 mg atropine i.m. toedienen. Hoeveel ml dien je de zorgvrager toe? Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
30
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Toedienen van zuurstof Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Verplicht/keuze
De student heeft kennis opgedaan die je nodig hebt om zuurstof toe te kunnen dienen. Zorg dat de beschikking hebt over de achtergrondinformatie van Vilans, onderdeel ‘Zuurstof toedienen’ Zorg dat je een P.C. tot je beschikking hebt Achtergrondinformatie Vilansprotocollen onderdeel ‘Zuurstof toedienen. School Kijk deze activiteit na met klasgenoten en vraag zo nodig verduidelijking aan de docent. 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit K. Vakdeskundigheid toepassen L. De juiste materialen en middelen gebruiken T. Instructies en procedure opvolgen verplicht
Activiteit 1: Lees de achtergrondinformatie en richtlijnen van de Vilansprotocollen onderdeel ‘Zuurstof toedienen’. Activiteit 2: Beantwoord de volgende vragen: Wat betekent het begrip ‘zuurstofsaturatie’? Wat betekent ‘Hypoxie’ en hoe kan dit ontstaan? Zoek op wat een ‘bloedgasanalyse’ inhoud.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
31
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Rekentaak Zuurstof toedienen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Verplicht/keuze
Test jezelf doormiddel van de rekentaak Zorg dat je een rekenmachine en het formuleblad bij de hand hebt. Op school Aan de hand van het antwoordmodel en met de docent in de klas 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit (K) Verplicht
Activiteit:
Werk rustig Lees de opgaven goed door Maak eerst de opgaven die je zeker weet Je mag gebruik maken van het formuleblad Je mag gebruik maken van je rekenmachine Werk netjes en schrijf de uitwerking op Bespreek de fouten met een mede student of schrijf je in voor remediering.
Zuurstof cilinders. In ziekenhuizen en sommigen verpleeghuizen vind je in de muur, naast of boven het bed van de zorgvrager, een soort zilverkleurig boxje met een bordje “zuurstof” er boven. Via allerlei buizen komt uit een grote tank, die bij het ziekenhuis staat, zuurstof. Dat is wel zo makkelijk. De technische dienst zorgt er voor dat er genoeg zuurstof in de tank zit. In verpleeghuizen, verzorgingshuizen of thuis maakt men vaak gebruik van zuurstof cilinders. Voor zuurstof geldt dat het in een grijze fles zit met een zwarte band om de witte hals. Op die band staat met witte letters “ZUURSTOF” Zuurstof bevindt zich in cilinders van 2 liter maar er zijn ook flessen van 5, 10 en 40 liter inhoud. Dit is echter niet de hoeveelheid zuurstof die erin zit, want de zuurstof is er in hoge druk samengeperst. Dit noemt men de overdruk van het gas. Deze overdruk of atmosferische druk wordt aangegeven door een drukmeter of manometer die op de cilinder is gemonteerd. Internationaal wordt de atmosferische druk in BAR aangeduid. Voor het bepalen van het aantal liters zuurstof, dat zich nog in de cilinder bevindt, ga je uit van de volgende regel:
DE DRUK X DE INHOUD VAN DE CILINDER = DE HOEVEELHEID ZUURSTOF Druk wordt door de manometer aan gegeven in bar of atmosfeer, in mmHg of kg/cm2 inhoud is de aan gegeven inhoud van de cilinder. De kleine (nood)flesje hebben een inhoud van 2 liter maar er zijn ook flessen van 5, 10 en 40 liter
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
32
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Wetenswaardigheden Als de manometer nog 1 BAR aangeeft dan is de druk gelijk aan de buitenlucht en zal er geen zuurstof meer uit de cilinder komen. Linde Gas Benelux geeft aan zelfs 2 bar in de fles te houden. Dit om vervuiling in de fles / systeem te voorkomen. Dit betekent dus dat je als je precies wilt rekenen 1 of 2 bar van de fles moet afhalen. Je komt dan zuurstof tekort als je het precies berekend. Het is dan ook belangrijk om dit in de praktijk in je achterhoofd te houden. In de sommen hebben we per 2012 afgesproken dat we hier geen rekening mee houden. In de meeste leerboeken / verpleegkundig rekenen wordt hier ook geen rekening mee gehouden.
Voorbeelden De cilinderinhoud is 10 liter. De manometer staat op 75 BAR. Hoelang kan men deze cilinder gebruiken als de zorgvrager 2 liter per minuut krijgt? Berekening Aantal liter zuurstof: 75 x 10 = 750 liter. De tijdsduur is 750 liter = 375 minuten = 6 uur en 15 minuten 2 l/min Vraag Je hebt een cilinder met een inhoud van 10 liter. De zorgvrager moet hebben 2 liter per minuut, gedurende 2 uur. De manometer staat op 130 BAR. a. Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder? b.
Hoeveel liter moet de zorgvrager in totaal krijgen?
c.
Hoeveel BAR geeft de manometer na 2 uur aan?
Berekening a.
130 x 10 = 1300 liter.
b.
2 uur = 120 min. (2 X 60 min.) De zorgvrager krijgt: 120 x 2 liter = 240 liter In de cilinder bevindt zich na afloop: 1060 liter (1300 – 240). De manometerdruk is 106 BAR (1060 : 10)
c.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
33
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Opgaven zuurstof toedienen 1.
Hoeveel liter zuurstof zit er in een cilinder met een cilinderinhoud van 10 liter als de manometer staan op 20 BAR?
2.
Hoeveel liter zuurstof zit er in een cilinder met een cilinderinhoud van 40 liter als de manometer staat op 65,2 BAR?
3.
Je hebt een cilinder met een cilinderinhoud van 10 liter. De zorgvrager krijgt 2 l/min. gedurende 2 uur. De manometer staat op 160,5 BAR. a. Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder? b. Hoeveel liter zuurstof krijgt de zorgvrager in 2 uur toegediend? c. Hoeveel uur kun je toekomen met deze cilinder?
4.
Hoeveel liter zuurstof krijgt een zorgvrager die gedurende 4 uur 2 liter zuurstof per minuut krijgt toegediend?
5.
Hoeveel liter zuurstof zit er in een cilinder met een cilinderinhoud van 10 liter als de manometer staat op 101,25 BAR?
6.
De manometer van een 10 liter cilinder staat op 65 BAR. a. Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder? b. Hoeveel uur kun je toekomen als de zorgvrager 2 l/min. krijgt?
7.
Hoeveel liter zuurstof krijgt een zorgvrager die gedurende 2 uur 1 liter zuurstof per minuut krijgt toegediend?
8.
Hoeveel liter zuurstof zit er in een cilinder met een cilinderinhoud van 40 liter als de manometer staat op 87,4 BAR?
9.
U hebt een cilinder met een cilinderinhoud van 40 liter. De zorgvrager krijgt 2 l/min. gedurende 4 uur. De manometer staat op 140 BAR. a. Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder? b. Hoeveel liter moet de zorgvrager in totaal krijgen? c. Hoeveel BAR geeft de manometer na 2 uur aan? Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
34
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
10.
De manometer van een cilinder met een cilinderinhoud van 40 liter staan op 95 BAR. Hoeveel BAR geeft de manometer aan als een zorgvrager gedurende 5 uur 1 liter zuurstof per minuut heeft gekregen?
11.
De manometer van een 40 liter cilinder staat op 85 BAR. a. Hoeveel liter zuurstof zit er in de cilinder? b. Hoeveel uur kunt u toekomen als de zorgvrager 5 l/min toegediend krijgt?
12.
U moet een zorgvrager gedurende 2,5 uur 1 liter zuurstof per minuut geven. a. Op hoeveel BAR moet de manometer van een cilinder met een cilinderinhoud van 10 liter minstens staan opdat er voldoende zuurstof aanwezig is? b. Op hoeveel BAR moet de manometer van een cilinder met een cilinderinhoud van 40 liter minstens staan opdat er voldoende zuurstof aanwezig is?
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
35
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Reanimatie resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkprocessen/ competenties Verplicht/keuze
De student kan in een oefensituatie reanimeren volgens protocol. Zorg voor het protocol: reanimatie en AED via internet of boek Ondersteunen bij persoonlijke basiszorg Thema: Adequaat reageren bij ongevallen www.ehbo.nl , hartstichting. Reanimatie app. Praktijklokaal Evaluatie met behulp van protocol Laat docent beoordelen of je de vaardigheid voldoende beheerst. 1.3 Voert verpleegtechnische handelingen uit (K, L, T) 1.7 Hanteert crisissituatie (E.T.V.) Verplicht
Activiteit 1: Bestreek met de docent en klasgenoten je ervaringen m.b.t. reanimeren. Wat zijn bijvoorbeeld de richtlijnen en afspraken op je stage. Activiteit 2: Bekijk filmpjes op internet m.b.t. reanimatie en bespreek deze met docent en klasgenoten. Activiteit 3: Oefen de vaardigheid volgens protocol in het praktijklokaal. Maak zo nodig gebruik van de ‘reanimatie app.’ 1. Ga naar het praktijklokaal en vraag om een demonstratie door een deskundige(practicumassistent, docent) 2. Reanimeer en maak gebruik van de AED volgens protocol, dit doe je met behulp van een reanimatiepop. 3. Benader het slachtoffer steeds vanaf het allereerste begin dus: vanaf het punt dat je merkt dat het “niet pluis” is met het slachtoffer. Op deze manier leer je het beste hulpverlenen. 4. Oefen een aantal keer totdat je het idee hebt dat je het onder de knie hebt. Leg daarna het protocol weg en reanimeer zonder schema. Vraag vooraf of omstanders geen commentaar of aanwijzingen geven. 5. Evalueer de vaardigheid met behulp van protocollen en eventueel observanten. Herhaal de vaardigheid indien nodig. 6. Laat de begeleidend docent beoordelen of je de vaardigheid reanimeren voldoende beheerst.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
36
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
PRAKTIJKACTIVITEITEN Ondersteuningsmagazijn Praktijk
Beroepstaak D
Activiteiten Verpleegtechnische handelingen Medicijnlogboek aanleggen Medicatie checken, registreren en distribueren Medicatie toedienen oraal rectaal - microclysma - suppositorium vaginaal via de huid via de slijmvliezen - oogzalf, ooggel, oogdruppels - neusdruppels, neusspray - oordruppels via de luchtwegen - inhalatie, - inhaleren, - verstuiver Toedienen van zuurstof Voorbehouden handelingen Injecteren: subcutaan Injecteren: intramuscular
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
37
Gevorderd 1 Verplicht datum
paraaf
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Een medicijnlogboek aanleggen Verpleegtechnische handeling Resultaat
Theorie Werkproces(sen) Competentie(s)
Voorbereiding activiteit Uitvoering activiteit Evaluatie activiteit Verplicht/keuze
Je kunt de werking en bijwerkingen benoemen van medicatie die regelmatig op je afdeling voorkomt Je hebt dit vastgelegd in een individueel logboek Farmacotherapeutisch Kompas 1.3 Verpleegtechnische handelingen uitvoeren K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten Start een logboek Maak je eigen logboek met werking/bijwerkingen van medicatie en overige aandachtspunten Evalueer met je begeleider aan de hand van het beoordelingsformulier Verplicht
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
38
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Het medicijngebruik checken, registreren en distribueren Resultaat
Theorie
Werkproces(sen) Competentie(s)
Voorbereiding activiteit
Uitvoering activiteit Evaluatie activiteit Verplicht/keuze
Je kunt de aandachtspunten bij checken van het medicijngebruik benoemen Je kunt de aandachtspunten bij het registreren van het medicijngebruik benoemen Je kunt de aandachtspunten bij het uitzetten en delen van medicijnen benoemen Vilansprotocollen ‘Toedienen van medicijnen’ de onderdelen‘ medicijnen klaarzetten/uitzetten (m.b.v. een medicijnuitzetsysteem)’ ‘malen van medicijnen en ‘aanreiken van medicijnen’ de inleiding, achtergrondinformatie en materialen. 1.3 Verpleegtechnische handelingen uitvoeren D: Aandacht en begrip tonen K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten Onderzoek op je afdeling/instelling - hoe het voorschrijven van medicatie plaatsvindt - hoe de distributie van medicatie plaatsvindt - wat het controleren van medicatie inhoudt en hoe dit wordt uitgevoerd - waar registratie van medicijnen uit bestaat en hoe dit wordt uitgevoerd Voer de vaardigheid onder begeleiding uit Reflecteer op de uitgevoerde vaardigheid Evalueer met je begeleider aan de hand van het beoordelingsformulier Verplicht
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
39
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Medicijnen toedienen Verpleegtechnische handeling Resultaat Theorie
Werkproces competentie Competenties
Voorbereiding activiteit
Uitvoering activiteit Evaluatie activiteit Vaardigheden
Verplicht/keuze
Je kunt medicijnen toedienen volgens protocol Vilansprotocollen ‘Toedienen van medicijnen’ de onderdelen‘ medicijnen klaarzetten/uitzetten (m.b.v. een medicijnuitzetsysteem)’ ‘malen van medicijnen en ‘aanreiken van medicijnen’ de inleiding, achtergrondinformatie en materialen. www.apotheek.nl 1.3 Verpleegtechnische handelingen uitvoeren K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten D: Aandacht en begrip tonen K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten Onderzoek de redenen waarom voor een bepaalde wijze van toediening gekozen wordt. Zorg dat je de beschikking hebt over de nodige kennis en over de juiste protocollen en materialen Voer de vaardigheid onder begeleiding uit Reflecteer op de uitgevoerde vaardigheid Evalueer met je begeleider aan de hand van het beoordelingsformulier Medicijnen toedienen oraal Medicijnen toedienen rectaal: - microclysma - suppositorium Medicijnen toedienen vaginaal Medicijnen toedienen via de huid Medicijnen toedienen via de slijmvliezen - oogzalf, ooggel, oogdruppels - neusdruppels, neusspray - oordruppels Het toedienen van medicijnen via de luchtwegen - inhalatie, - inhaleren, - verstuiver Verplicht
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
40
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Injecteren subcutaan Resultaat Theorie Werkproces Competenties
Voorbereiding activiteit Uitvoering activiteit Evaluatie activiteit Verplicht/keuze
Je kunt een subcutane injectie geven volgens protocol Achtergrondinformatie Vilansprotocollen injecteren incl. gereedmaken van een injectiespuit. 1.3 Verpleeg technische handelingen uitvoeren K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten T: Instructies en procedures opvolgen Zorg dat je de beschikking hebt over de nodige kennis en over de juiste protocollen en materialen Voer de vaardigheid uit Reflecteer op de uitgevoerde vaardigheid Evalueer met je begeleider aan de hand van het beoordelingsformulier Verplicht
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
41
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Injecteren intramusculair Resultaat Theorie Werkproces Competenties
Voorbereiding activiteit Uitvoering activiteit Evaluatie activiteit Verplicht/keuze
Je kunt een intramusculaire injectie geven volgens protocol Achtergrondinformatie Vilansprotocollen injecteren incl. gereedmaken van een injectiespuit. 1.3 Verpleeg technische handelingen uitvoeren K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten T: Instructies en procedures opvolgen Zorg dat je de beschikking hebt over de nodige kennis en over de juiste protocollen en materialen Voer de vaardigheid uit Reflecteer op de uitgevoerde vaardigheid Evalueer met je begeleider aan de hand van het beoordelingsformulier Verplicht
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
42
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Toedienen van zuurstof Resultaat Theorie Werkproces Competenties
Voorbereiding activiteit Uitvoering activiteit Evaluatie activiteit Verplicht/keuze
Je kunt zuurstof toedienen volgens protocol door middel van een fles, een concentrator of een centraal systeem Achtergrondinformatie Vilansprotocollen onderdeel ‘Zuurstof toedienen. 1.3 Verpleeg technische handelingen uitvoeren D: Aandacht en begrip tonen K: Vakdeskundigheid toepassen L: Materialen en middelen inzetten T: Instructies en procedures opvolgen Zorg dat je de beschikking hebt over de nodige kennis en over de juiste protocollen en materialen Voer de vaardigheid uit Reflecteer op de uitgevoerde vaardigheid Evalueer met je begeleider aan de hand van het beoordelingsformulier Verplicht
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
43
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
44
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
BEOORDELINGSFORMULIER BEROEPSOPDRACHT D, DEEL 2 Naam student:
Datum:
Opleiding: MBOverpleegkundige
Niveau: Startbekwaam
Werkprocessen Beroepstaak D Startbekwaam Niveau 1.1 De verpleegkundige verzamelt systematisch gegevens vanuit het verpleegplan van de zorgvrager (de casus in het zorgdossier) (A, D, H, J, K, M) 1.2 De verpleegkundige biedt persoonlijke verzorging op professionele wijze. Zij heeft hierbij rekening gehouden met de omstandigheden van de zorgvrager en betrokkenen De verpleegkundige observeert en monitort voortdurend veranderingen in de gezondheidstoestand en welbevinden van de zorgvrager. (E-F-J-K-R-V) 1.3 De verpleegkundige voert de verpleegtechnische handelingen uit op een professionele manier volgens geldende protocollen, en wet- en regelgeving (K-L-T) 1.4 De verpleegkundige begeleidt de zorgvrager op passende wijze (C, D) 1.6 De verpleegkundige geeft duidelijke en correcte voorlichting, advies en instructie aan de zorgvrager over de verpleegtechnische handelingen (I – L) 1.8 De verpleegkundige heeft de zorgverlening gecoördineerd, besproken en afgestemd met de betrokkenen. (B-E-Q) 1.9. De verpleegkundige evalueert regelmatig en zorgvuldig de uitgevoerde verpleegtechnische handelingen met de zorgvrager, rapporteert haar bevindingen in het zorgdossier. (D, J, M)
O
Totaal Oordeel Beroepsopdracht D
Onvoldoende
Voldoende
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
45
V
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
BEOORDELINGSFORMULIER Beroepsopdracht D, DEEL 2 Naam student:
Datum:
Opleiding: MBOverpleegkundige
Niveau: Startbekwaam
Argumentatie beoordeling (verplicht invullen) (maak bij de argumentaties van de beoordeling gebruik van de competenties en prestatie indicatoren)
Afspraak:
Naam beoordelaar:
Paraaf beoordelaar:
Paraaf student:
Stempel praktijkorganisatie* *paraaf door stempel
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
46
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
MBO-Verpleegkundige
OVERZICHT BEROEPSTAAK D Overzicht : beroepstaak, beroepsproducten, werkprocessen, competenties met prestatie-indicatoren Beroepstaak D Beroepsproducten Werkprocessen Voert Verpleegtechnische handelingen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.6, 1.8 verpleegtechnische en 1,9 handelingen uit Voorbehouden handelingen 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.6, 1.8 en 1,9 Verpleegtechnische handelingen met 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.6, 1.8 keuze en 1,9 Competenties: A, B, C,D,E, F, H, I, J, K, L, M, R, T, V, Q Competenties in de werkprocessen A Beslissingen en activiteiten initiëren.
B Aansturen
Prestatie-indicatoren
C Begeleiden
D Aandacht en begrip tonen.
Vraagt advies bij het nemen van een beslissing. Houdt rekening met de veiligheid van de zorgvrager en anderen. Observeert (acute) veranderingen in de gezondheidstoestand van de zorgvrager en benoemt de genomen interventies Roept gerichte hulp in Handelt in opdracht van begeleider Zorgt voor duidelijk informatie/instructies voor collega’s, zodat zij concreet weten wat er van hen verwacht wordt Informeert [onder begeleiding] collega’s over de prioriteiten van de zorgverlening Gaat in gesprek met de zorgvrager over het belang van eigen zelfredzaamheid. Stimuleert de zorgvrager om handelingen en activiteiten zoveel mogelijk zelf uit te voeren Biedt de zorgvrager steun bij het ontwikkelen van zelfredzaamheid en de regie voeren over het eigen leven in een leefsituatie en bespreekt dit met collega Maakt de draagkracht en draaglast met de mantelzorger en naasten bespreekbaar Luistert en kijkt aandachtig naar de gezondheidsproblemen, de zorgbehoeften en de leefomstandigheden van de zorgvrager en naasten Observeert de gezondheidstoestand en het welbevinden van de zorgvrager, en bespreekt dit met de zorgvrager en begeleider. Stelt vragen om zoveel mogelijk informatie te verkrijgen Luistert actief en toont respect en bespreekt dit. Leeft zich in de gevoelens van de zorgvrager en naasten Behandelt de zorgvrager met respect en geduld Biedt de nodige ondersteuning aan naasten bij het uitvoeren van de zorgtaken en bespreekt dit met collega. Toont betrokkenheid bij het fysieke en mentale welzijn van de zorgvrager Behandelt zorgvrager en naasten met respect en geduld Vraagt de zorgvrager en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding Vraagt tijdens het evalueren van de zorgverlening zonodig door Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
47
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
Competenties in de werkprocessen E. Samenwerken
Prestatie-indicatoren
F Ethisch en integer handelen
H. Overtuigen en beïnvloeden I. Presenteren
J Formuleren en rapporteren K. Vakdeskundigheidheid toepassen
L. Materialen en middelen inzetten
MBO-Verpleegkundige
Bespreekt met begeleider welke andere zorgverlener zonodig ingeschakeld kan worden en waarom Informeert en overlegt met alle betrokkenen [onder begeleiding] Schat in en benoemt belangrijke zaken aan begeleider. Roept bij calamiteiten tijdig hulp in van ander deskundigen Raadpleegt in het kader van coördinatie van zorgverlening indien nodig collega’s Herkent en gebruikt expertise van betrokkenen Stelt de belangen van zorgvragers centraal. Houdt rekening met de leefregels en gewoonten die voor de zorgvrager belangrijk zijn. Handelt volgens ethische maatstaven van de beroepsgroep [beroepscode] en de organisatie Toont zich eerlijk en betrouwbaar Respecteert vertrouwelijkheid Accepteert en respecteert verschillen tussen zorgvragers Behandeld de zorgvrager respectvol bij de persoonlijke verzorging en in voorkomende gevallen bij terminale zorg Past op doelgerichte wijze gesprekstechnieken toe. Signaleert de verschillende belangen en mogelijkheden m.b.t. de verpleegkundige zorg en bespreekt deze. Legt onderwerpen duidelijk en correct uit Instrueert en informeert de zorgvrager en evt. diens naasten over de verpleegtechnische handeling Houdt in haar stijl van communiceren rekening met de doelgroep Controleert regelmatig of de informatie goed overgekomen is. Verwerkt verkregen gegevens correct en accuraat Rapporteert haar bevindingen zelfstandig volgens standaarden Schrijft verslaglegging van de zorgverlening in begrijpelijke taal voor alle betrokkenen. Past haar kennis toe over stoornissen, beperkingen, functioneringsproblemen en ziektebeelden in de zorgverlening en bespreekt dit met collega’s. Kent vaktermen Weet vragen te beantwoorden Maakt informatie op basis van observaties bespreekbaar met collega’s Voert handelingen op juiste wijze uit onder begeleiding, werkt precies en bekwaam Kan vlot en accuraat rekenen Kiest gericht de voorlichtingsmaterialen, hulpmiddelen of Instructiematerialen, die aansluiten bij het onderwerp Signaleert en bespreekt de mogelijkheden, beschikbaarheid en bijbehorende kosten.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
48
Beroepstaak D, deel 2/ juni 2013
Competenties in de werkprocessen M. Analyseren
Prestatie-indicatoren
R. Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten
T. Instructies en procedures opvolgen
Q Plannen en organiseren
V. Met druk en tegenslag omgaan
MBO-Verpleegkundige
Verzamelt met de juiste methodiek gegevens Raadpleegt anderen over de verkregen informatie en benoemt eigen bevindingen Legt verbanden tussen de verzamelde gegevens en bespreekt dit met collega’s Benoemt de hoofd- en bijzaken uit de verkregen evaluatie gegevens en bespreekt dit met de begeleider Herkent in zorgsituaties de verwachtingen en wensen van de zorgvrager en bespreekt dit met hem/haar. Bespreekt de mogelijkheden en beperkingen van de zorgverlening met de zorgvrager. Gaat na of de zorgvrager tevreden is over de verleende zorg. Komt afspraken na. Verdiept zich in de wettelijke richtlijnen en procedures die gelden voor onvoorziene -/ crisissituaties en vertelt hoe zij deze gaat toepassen Houdt zich bij het uitvoeren van verpleegtechnische handelingen aan het voorgeschreven protocol en (werk) procedures Volgt veiligheidsregels en voorschriften op, werkt volgens de bekwaamheidseisen (wet BIG) en wettelijke richtlijnen, zodat de verpleegtechnische handelingen op juiste wijze worden uitgevoerd en risico’s worden vermeden c.q. worden geminimaliseerd Plant in logische volgorde haar werkzaamheden voor de zorgverlening en benoemt de prioriteiten van de zorgverlening Maakt een planning voor de zorgverleningen en bespreekt deze met haar begeleider Heeft overzicht van de te verrichte werkzaamheden. Voert de werkzaamheden binnen de gestelde tijd uit. Herkent eigen gevoelens en oefent in het effectief en professioneel blijven handelen in stressvolle zorgsituaties, ook in acute of onder emotionele omstandigheden. Dit onder begeleiding. Maakt op correcte wijze haar grenzen kenbaar tijdens de uitvoering van de zorg. Bespreekt en reflecteert met collega’s emoties en gevoelens.
Albeda College branche Gezondheidszorg Opleiding tot Verpleegkundige
49