OPLEIDING tot MBO-VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn Gevorderd 1 BEROEPSTAAK B EN C VERSTANDELIJK GEHANDICAPTE ZORGVRAGER
Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: 19 September 2013 Fase: Gevorderd 1 Naam Student:………………….
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Beroepstaak B Verstandelijk gehandicapte zorgvrager 01 Oriëntatie op zorgvrager met verstandelijke beperkingen Test je beeldvorming Beeldvorming verstandelijk beperkten Timmer-Huijgens Belangenbehartiging
Blz. 4
02 Visie op zorg VGZ Normalisatie integratie en omgekeerde integratie Wonen, werken en dagbesteding
Blz. 10
03. Zorgvrager met genetische afwijkingen Verpleegkunde Casus syndroom van down met vragen (Taaltaak schrijven) Prader willi-syndroom DVD met vragen Verslag fragiele-X Syndroom Verslag Rett syndroom Zelftest1 genetische afwijkingen Zelftest2 genetische afwijkingen down epilepsie PAAF Opdracht verstandelijk beperking Opdracht erfelijkheidsleer Syndromen PowerPoint
Blz. 12
04. Zorgvrager met ernstig meervoudige beperkingen Verpleegkunde Mensen met ernstig meervoudige beperkingen Zelftest mensen met ernstig meervoudige beperkingen Voedingsleer VDL Voedingsproblemen
Blz. 30
05. Zorgvrager met epilepsie Epilepsie meerdere leeractiviteiten Casus epilepsie met vragen Epilepsie quiz Zelftest epilepsie
Blz. 36
06. Ondersteuningsbehoefte vaststellen Ondersteuningsbehoefte vaststellen (Taaltaak schrijven) Het ondersteuningsplan opstellen (Taaltaak schrijven)
Blz. 45
07. Coördinatie van zorg Opname in het ziekenhuis; continuïteit en coördinatie van zorg
Blz. 49
08. Crisissituaties en onvoorziene situatie Omgaan met grensoverschrijdend gedrag
Blz. 50
Albeda College Branche Gezondheidszorg 2
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Beroepstaak C Verstandelijke gehandicaptenzorg
Blz. 51
C1 Voorlichting, advies en instructie Activiteiten Patiëntenvoorlichting (Taaltaak spreken)
Blz. 52
C2 Psychosociale begeleiding Activiteiten Dagprogramma Seksualiteit en intimiteit Verschillende begeleidingsmethoden Omgaan met probleemgedrag
Blz. 53 Blz. 56 Blz. 57 Blz. 58
C3 Groepsbegeleiding Activiteiten Omgaan met conflicten in de leefgroep
Blz. 61
Albeda College Branche Gezondheidszorg 3
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
01
Niveau gevorderd 1
Test je beeldvorming
Oriëntatie op zorgvragers met verstandelijke beperkingen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces, competentie Verplicht of keuze
De student heeft de test gemaakt en bepaalt hoe hij/zij tegenover mensen met een verstandelijke beperking staat. Geen Geen Thuis Nadat je de test hebt gemaakt bepaal je het aantal punten aan de hand van het antwoordformulier en bespreek je de uitkomst met groepsgenoten en je docent. Geen Keuze
Activiteit Maak de test en bepaal hoe jij tegenover mensen met een verstandelijke beperking staat Hoe sta jij tegenover mensen met een verstandelijke beperking. En hoe ga jij met ze om? Vul deze test in en leer jezelf kennen. In deze test leggen we je een aantal situaties voor. Hoe zou jij reageren of handelen? Kies telkens het antwoord dat het beste bij jou past. Vraag 1 Jouw sportvereniging richt een team voor mensen met een verstandelijk beperking op en vraagt jou als coach/trainer. Wat doe je? a. Natuurlijk, meteen aan de slag. Wat een leuk idee, trouwens. b. Je vindt het een leuk idee, maar je wilt graag weten wat er bij komt kijken. c. Je doet het niet, je vindt jezelf daar niet geschikt voor. Vraag 2 Je nieuwe buren blijken een verstandelijke beperking te hebben. Wat vind jij hier van? a. Je vindt het best, maar het maakt je wel wat onzeker. b. Prima. Je maakt snel kennis met ze zoals je dat met alle nieuwe buren doet. c. Niet jouw keuze. Je houdt afstand. Vraag 3 Het bedrijf waar je werkt start een nieuw beleid: mensen met een verstandelijke beperking worden nadrukkelijk gevraagd te solliciteren. Jij: a. Bent er trots op dat je bij een bedrijf werkt dat mensen met een beperking een mogelijkheid biedt, maar denkt dat het op jouw afdeling niet past. b. Staat sceptisch tegenover het nieuwe beleid. Je denkt dat de samenwerking moeilijk is. c. Gaat gelijk in je omgeving op zoek naar geschikte kandidaten. Genoeg mensen in je kennissenkring met een beperking. Vraag 4 Je zoon/dochter krijgt een klasgenootje met een verstandelijke beperking. Hoe reageer je? a. Je bent bang dat jouw kind onvoldoende aandacht krijgt. b. Geweldig initiatief, dat zouden meer scholen moeten doen. c. Je vindt het goed als de ontwikkeling van je eigen kind niet in gevaar komt. Albeda College Branche Gezondheidszorg 4
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Vraag 5 Jij en je vriend(in) gaan gezellig naar de bioscoop. Naast jullie komen twee mensen met een verstandelijke beperking zitten die een gesprekje proberen aan te knopen. Wat doe je? a. Je ontwijkt ze en gaat een gesprek met je vriend(in) aan. b. Je knikt een keer en murmelt wat, maar daar blijft het bij. c. Jullie raken gezellig aan de praat.
Vraag 6 Je staat met je vriendenclub in de kroeg. Plots zoekt een meisje met een zichtbare verstandelijke beperking contact met je. Hoe reageer je? a. Je draait snel om en doet net of je druk aan het kletsen bent met je vrienden. b. Je staat altijd open voor nieuwe contacten, dus nu ook. c. Je luistert naar wat zij te zeggen heeft en wimpelt haar dan af. Vraag 7 Je wordt uitgenodigd voor een toneelvoorstelling. Als de voorstelling begint, zie je dat het om een gezelschap met grotendeels verstandelijk beperkte mensen gaat. Wat doe je? a. Je bent aangenaam verrast en verheugt je enorm op de voorstelling. b. Je bent teleurgesteld. c. Dit had je niet verwacht, maar je bent toch benieuwd wat er komen gaat.
Vraag 8 Een nieuwe buurtgenoot met een verstandelijke beperking spreekt je aan en nodigt je uit voor een kopje koffie. Wat doe je? a. Je wilt je buurtgenoot niet teleurstellen. Je zegt ‘ja’, maar gaat met tegenzin. b. Je reageert enthousiast, maakt meteen een afspraak en neemt een bosje bloemen mee. c. Je zegt dat je het veel te druk hebt om op de koffie te komen. Vraag 9 Je zit in de bus als iemand met een verstandelijke beperking instapt en naast je komt zitten. Hij of zij knoopt een gesprekje aan. Jij: a. Bent nog niet op je bestemming, maar stapt toch bij de eerstvolgende halte uit. b. Je staart uit het raam en denkt na waarover je het met hem of haar zou kunnen hebben. c. Wat leuk! Jullie raken in gesprek. Vraag 10 In de supermarkt waar je al jaren komt, werkt sinds kort een meisje met een verstandelijke beperking. Wat vind je daarvan? a. Ach, het duurt iets langer, maar verder doet ze het prima, dus het maakt niks uit. b. Tja, moet dat nu? c. Je bent enthousiast dat jouw supermarkt dat doet en vindt het hartstikke leuk om door haar geholpen worden
Albeda College Branche Gezondheidszorg 5
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
01.
Niveau gevorderd 1
Beeldvorming verstandelijk beperkten
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces Competentie Verplicht/keuze
De student heeft zich een beeld gevormd van mensen met een verstandelijke beperking op verschillende ontwikkelingsniveaus. Bestudeer theorie over mensen met een verstandelijke beperking op verschillende ontwikkelingsniveaus Stem af met welke studiegenoten jij deze activiteit gaat uitvoeren Boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking/ Hoofdstuk: Verstandelijk beperking Vakblad KLIK Thuis, nabespreking activiteiten en presentatie op school Presenteer en bespreek je krantenartikel of poster aan/- met studiegenoten. Kijk activiteit 2 na met behulp van het antwoordmodel. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, K, R) Verplicht
Activiteit 1 Vorm je een beeld van mensen met een verstandelijke beperking op verschillende ontwikkelingsniveaus. Joke is een vrouw van vijfentwintig jaar met lichte verstandelijke beperkingen. Ze woont al een aantal jaren in een kleinschalige woonvoorziening voor zes personen. Overdag gaat Joke naar het dagcentrum, waar ze zich bezighoudt met het vouwen en verspreiden van folders, en 's avonds zit ze op de bank. Jij bent haar begeleider en komt elke ochtend langs om ervoor te zorgen dat Joke netjes gewassen, gekleed en gekamd de deur uitgaat Oriënterende vragen: Wat is de definitie van verstandelijke beperkingen en welke benamingen worden er ook wel aan gegeven? Wanneer wordt gesproken van een verstandelijke beperking? Welke indeling wordt vaak gebruikt om de indeling of ernst van de verstandelijke beperking weer te geven. Wat zegt deze indeling over hun mogelijkheden en beperkingen? Maak een krantenartikel of poster over mensen met een verstandelijke beperking op verschillende ontwikkelingsniveaus. Geef per niveau duidelijk aan: op welk ontwikkelingsniveau de zorgvrager functioneert wat de zorgvrager kan op cognitief, communicatief, sociaal-emotioneel en lichamelijk/motorisch gebied. welke zorg en/of ondersteuning de zorgvrager nodig heeft van de verpleegkundige begeleider Activiteit 2 Maak de vragen bij de praktijksituaties uit het hoofdstuk verstandelijke beperkingen Praktijk 1 Vakantieplannen Praktijk 2 Henry voelt zich een mislukkeling Praktijk 3 Vanessa leert haar shirt aantrekken Praktijk 4 Activiteiten met Jos Albeda College Branche Gezondheidszorg 6
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
01
Niveau gevorderd 1
Timmer-Huigens
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces Competentie Verplicht of keuze
De student heeft a.d.h.v. casussen de ervaringsordening van de zorgvrager met een verstandelijke beperking vastgesteld en kan dit motiveren met behulp van theorie Bestudeer theorie over het ervarings-ordeningsmodel van Timmer Huigens Boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Ervarings-ordeningsmodel Timmer Huigens Thuis, evaluatie op school Bespreek en evalueer deze activiteit met behulp van een studiegenoot en het antwoordmodel. Reflecteer: Wat vond je moeilijk of makkelijk bij het indelen van deze zorgvragers? Heb je nog leervragen met betrekking tot de classificatie van Timmers-Huigens? 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, K, R) verplicht
Activiteit 1 Lees de casussen en geef aan wie er volgens jou een lichaamsgebonden -, associatieve -, structurerende of een vormgevende ervaringsordening heeft. Motiveer je antwoorden met behulp van de theorie
Jan is een man van 42. Hij gaat over 3 weken samenwonen met zijn vriendin. Jan koopt zelf zijn kleding en gaat af en toe een dagje uit naar een stad die hij interessant vindt
Stella is 10 jaar oud. Ze heeft een open rug en is vanaf haar middel verlamd. Ze zit in een rolstoel. Als ze s ‘ochtends verzorgd is weet ze dat ze gaat eten en dat dan de fysiotherapeut komt. Ze wacht tot de fysiotherapeut er is, maar is wat van slag als deze bijv. een vrijde dag heeft. Ze eet haar maaltijd altijd in dezelfde volgorde; eerst haar vlees, dan aardappelen en dan groenten. Afwijkingen van de dagelijkse patronen vallen bij Stella niet altijd in goede aarde.
Petra is 19 jaar oud. Ze kan lezen en schrijven en werkt op een sociale werkplaats, waar ze steeds ander werk doet. Ze vindt het fijn om met de mensen in haar woning op vakantie te gaan, zolang ze zelf niets hoeft te regelen.
Els is 20 jaar oud. Zij woont in een instelling voor mensen met verstandelijke beperkingen. Ze loopt vaak heen en weer op de gang en kan slecht stil zitten. Ze maakt geen contact met anderen, ook geen oogcontact. Als haar een bord met eten wordt voorgezet, dan eet ze dat zelf op. Verandering van omgeving vindt ze niet prettig en aan de laatste vakantie heeft ze dan ook niet zoveel plezier beleefd als de andere bewoners.
Raymond is 16 jaar. Hij woont 10 jaar in een instelling voor mensen met verstandelijke beperkingen. Raymond geniet van lekkere luchtjes en ontspant zich als de groepsleiding met hem gaat snoezelen. Hij herkent geen gezichten en is niet in staat om te praten. Raymond wordt volledig geholpen met de ADL. Albeda College Branche Gezondheidszorg 7
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
01.
Niveau gevorderd 1
Belangenbehartiging
Oriëntatie op zorgvragers met verstandelijke beperkingen Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie Verplicht of keuze
De student heeft de vragen bij de praktijksituaties over belangenbehartiging gemaakt Zorg dat je beschikt over het boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Hoofdstuk belangenbehartiging Kijk ook eens op de website van http://www.mee.nl/ Thuis Kijk deze activiteit na met behulp van het antwoordmodel . Stel zonodig leervragen aan de docent 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, K, R) verplicht
Activiteit 1 Maak de vragen bij de praktijksituaties uit het hoofdstuk belangenbehartiging Praktijk 1 Onder curatele gesteld Praktijk 2 Kunstenaar
Albeda College Branche Gezondheidszorg 8
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
01
Niveau gevorderd 1
Voorlichting door zorgvrager met een verstandelijk beperking
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Keuze/verplicht
Je hebt een voorlichtingsbijeenkomst door een verstandelijk beperkte zorgvrager bijgewoond Bedenk welke vragen je wilt stellen tijdens de voorlichting
School Keuze aan de groep 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, K, R) Keuze
Activiteit: Woon de voorlichtingsbijeenkomst door een ervaringsdeskundige bij de stichting MEE bij
Werkwijze: Bekijk de website van MEE en onderzoek wat MEE allemaal doet voor de gehandicapte zorgvrager. Bedenk welke vragen je wilt stellen tijdens de voorlichtingsbijeenkomst
Albeda College Branche Gezondheidszorg 9
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
02
Niveau gevorderd 1
Normalisatie en integratie
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie
Werkproces competentie Verplicht/keuze
De student heeft de begrippen normalisatie, integratie en omgekeerde integratie + de gevolgen ervan voor mensen met verstandelijke beperkingen in eigen woorden weergeven Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over visie op zorg, integratie, normalisatie en omgekeerde integratie Visie op zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Naar keuze Activiteit 1: Kijk je verslag na met behulp met het antwoordmodel Activiteit 2: Uit het product van deze opdracht blijkt dat je in staat bent om op basis van kennis in een discussie over normalisatie en integratie steekhoudende argumenten aan te dragen. Je staat open voor de argumenten van anderen. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, K, R) Verplicht
Activiteit 1 (verplicht) Onderzoek de begrippen normalisatie, integratie en omgekeerde integratie + de gevolgen ervan voor mensen met verstandelijke beperkingen Werkwijze: - Onderzoek de begrippen normalisatie, integratie en omgekeerde integratie - Welke gevolgen heeft normalisatie en integratie voor mensen met verstandelijke beperkingen - Welke voor – en nadelen heef normalisatie en integratie voor mensen met verstandelijke beperkingen. Activiteit 2 (keuze) Voer aan de hand van een stelling een discussie over normalisatie en integratie Werkwijze: Voer een tweepartijendiscussie naar aanleiding van stelling. De ene partij verdedigt stelling 1, de andere stelling 2. Bedenk met jou partij steekhoudende argumenten Voer de discussie op basis van verworven kennis. Stelling 1 Alle instelling voor mensen met een verstandelijke beperking moeten dicht. Stelling 2 Mensen met een verstandelijke beperking zijn gelukkiger als ze kunnen wonen in de wijk en kunnen deelnemen aan de samenleving Kom tot gezamenlijke conclusies.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 10
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
02
Niveau gevorderd 1
Wonen, werken en dagbesteding
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces competentie Verplicht/keuze
De student heeft een onderzocht welke mogelijkheden voor wonen, werken en dagbesteding er zijn voor mensen met verstandelijke beperkingen en verschillende ondersteuningsniveaus Zorg dat je beschikking hebt over theorie uit het boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking. Op www.gemiva-svg.nl kun je informatie vinden wonen en dagbesteding voor mensen met een verstandelijke handicap. Op http://www.meezhn.nl kun je met behulp van zoekopdracht informatie vinden over dagcentra Bezoek aan dagbesteding of zorgboerderij Vakblad KLIK uit mediatheek Thuis, nabespreking op school Uit het product van deze activiteit moet blijken dat je in staat bent na te gaan welke vormen van wonen, werken en dagbesteding er zijn voor verschillende ondersteuningsniveaus en wat de vooren nadelen daarvan zijn. 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (E, F, K, R) Verplicht
Activiteit 1 Onderzoek de mogelijkheden tot wonen, werken en dagbesteding voor mensen met een verstandelijke beperking op verschillende ondersteuningsniveaus in Nederland Onderzoek en rapporteer; 1. Welke mogelijkheden tot wonen, werken en dagbesteding er zijn er voor mensen met verstandelijke beperkingen en verschillende ondersteuningsniveaus 2. Het nut van aparte vormen van wonen, werken en dagbesteding voor mensen met verschillende ondersteuningsniveaus 3. De voor –en nadelen van aparte vormen van wonen, werken en dagbesteding voor mensen met verschillende ondersteuningsniveaus Josien is een 35 jarige vrouw met verstandelijke beperkingen. Zij is vanaf haar geboorte verlamd aan haar benen, daarom is zij rolstoelgebonden. Zij heeft tot haar 30ste thuis gewoond. Zij is niet naar school geweest, maar bezoekt vanaf haar kindertijd een dagbesteding. Zij woont sinds kort in een gezinsvervangend tehuis (GVT) midden in een woonwijk. Zij kan gelukkig nog wel steeds naar hetzelfde dagcentrum. Activiteit: 2 Maak de onderstaande vragen en bespreek deze in je subgroep 1. Lees de casus 2. In de casus wordt er gesproken over een GVT en een dagcentrum. Leg uit wat hier onder wordt verstaan en wat men daar doet. 3. Ga na waar mensen met een verstandelijke beperking nog meer allemaal kunnen wonen en werken. Maak hiervoor gebruik van dvd, boek en internet. Leg uit waarom men kiest voor deze woon en werkvorm Albeda College Branche Gezondheidszorg 11
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
03
Niveau gevorderd 1
Casus syndroom van Down met vragen (taaltaak schrijven)
Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie
Evaluatie Werkproces Competentie
Verplicht of keuze
De student toont door het beantwoorden van de vragen, het verpleegplan en het voorlichtingsplan aan over inzicht en kennis te beschikken in de zorg aan mensen met het syndroom van Down Zorg dat je beschikt over het boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking + verpleegplan opstellen + voorlichting, advies en instructie + de gezondheidspatronen van Gordon Zorg dat je theorie hebt over mensen met het syndroom van down + je kennis over het opstellen van een verpleegplan hebt opgefrist Syndroom van Down www.downsyndroom.nl Verpleegplan opstellen Opstellen voorlichtingsplan Kijk deze activiteit na met behulp van het antwoordmodel Stel zonodig leervragen aan de docent 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op (J, K, M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, K, R) verplicht
Activiteit 1 Lees onderstaande casus door. Maak daarna de vragen.
Lees de casus Dave is een 47-jarige man met een matig verstandelijke beperking en het syndroom van Down. Dave had problemen met zijn hart, voeding en ontlasting na zijn geboorte. Als hij zich inspande werd hij blauw. Na zijn hartoperatie ging het beter met Dave. Dave is 4 jaar naar de kleuterschool geweest en ging daarna nog enkele jaren naar de lagere school. Hij heeft leren lezen, schrijven en rekenen. Hij woont samen met 7 andere mensen in een woonvoorziening in een gewone woonwijk (vroeger heette dat GVT). Hij heeft een eigen kamer en is fan van de plaatselijke voetbalclub. Hij speelt accordeon met behulp van gekleurde stippen. Hij werkt op een dagactiviteitencentrum en vindt dit heel leuk werk. Dave heeft gezondheidsproblemen. Hij zegt 1 x in de week te moeten ’poepen’ en dat de ontlasting hard is. Hij heeft daardoor buikpijn en zit lang op de wc. Verder is hij de laatste maanden zwaarder geworden. Regelmatig ziet de begeleiding hem met chips en snoep op de bank. Hij heeft nu overgewicht. Door zijn overgewicht is hij minder actief geworden en hij zit veel thuis. Vragen 1. Benoem minstens 6 uiterlijke kenmerken die je verwacht te zien bij Dave die wijzen op het syndroom van Down. 2. In welke ervaringsfase zit Dave? Beargumenteer je antwoord,
Albeda College Branche Gezondheidszorg 12
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
3. Dave heeft enkele klassen van de lagere school/basisschool met enige moeite doorlopen. Op welk soort school was hij misschien beter af geweest als je kijkt naar ondersteuning om zijn mogelijkheden te stimuleren en te ontwikkelen? Noem een aantal kenmerken van deze school. Noem er 3. 4. Benoem 7 gezondheidsproblemen op lichamelijk gebied die veel voorkomen bij mensen met het syndroom van Down. 5. Maak 3 verpleegplannen voor Dave. Maak hierbij gebruik van de gezondheidspatronen van Gordon
Criteria verpleegplan De student heeft: - de gezondheidspatronen van Gordon gebruikt - een verpleegkundige diagnose geformuleerd die voldoen aan de PES - een verpleegdoel geformuleerd die voldoen aan de RUMBA eisen - minimaal 3 verpleegkundige interventies geformuleerd, die nodig zijn om het verpleegdoel te behalen - een product en proces evaluatie geformuleerd
Albeda College Branche Gezondheidszorg 13
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
03
Niveau gevorderd 1
Prader-Willi-syndroom DVD met vragen
Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie Evaluatie Werkproces Competentie
Verplicht of keuze
De student heeft belangrijke aspecten beschreven over het verplegen en begeleiden van een zorgvrager met Prader-Willisyndroom Zorg dat je beschikt over het boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking en de DVD ‘syndroom van Prader-Willi (nr.326, 25 minuten) uit de mediatheek Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over het Prader-Willi-syndroom Prader-Willi-syndroom Internet: www.praderwillisyndroom.nl Kijk deze activiteit na met behulp van het antwoordmodel Stel zonodig leervragen aan de docent 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op (J, K, M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, K, R) Verplicht
Activiteit 1 Kijk naar de DVD met behulp van de kijkopdracht en beantwoord de vragen.. Werkwijze Lees eerst de onderstaande vragen, zodat je gerichter naar de DVD kijkt. Bekijk de DVD over een zorgvrager met het Prader-Willi-Syndroom. Maak daarna de onderstaande vragen Anke 1a) Benoem een aantal uiterlijke verschijnselen die je ziet bij Anke en die zij over zichzelf vertelt (die samenhangen met het syndroom). 1b) Wat is de oorzaak van het syndroom? 2)
In welke ervaringsfase zit Anke?
3)
Welke problemen zegt Anke te ervaren door haar syndroom?
4a) 4b)
Wat deed Anke toen ze bij een rol koekjes kon? Wat is de reden dat ze de leiding om controle vraagt?
5)
Maak een verpleegplan voor Anke over haar eetprobleem
Albeda College Branche Gezondheidszorg 14
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Max 6)
Niveau gevorderd 1
Welke lichamelijke verschijnselen vertoonde Max na de geboorte die duiden op het syndroom?
7)
De ouders van Max vrezen in de toekomst vooral 1 probleem. Welke probleem is dat?
8a) 8b)
Hoe gaan ze nu om met het eetprobleem? Waarvoor heeft Max fysiotherapie?
Activiteit 2 Zoek op internet verder informatie over PWS (Prader –Willi-syndroom) met behulp van de volgende vragen. Bezoek de website www.praderwillisyndroom.nl . 9)
Zoek op de site naar het stippendieet. Vertel in het kort wat het dieet inhoudt.
10)
Wat zijn de gevolgen van het overgewicht op langere termijn?
11a) 11b)
Sommige mensen met PWS worden behandeld met een medicijn. Welk middel is dat? Wat is de werking van dit medicijn?
12)
Welke problemen hebben mensen met PWS met leren?
13)
Naar wat voor scholen kunnen mensen met PWS?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 15
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
03
Niveau gevorderd 1
Verslag fragiele X Syndroom
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
Verplicht/keuze
De student heeft zijn kennis over het fragiele-X-syndroom beschreven in een verslag Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over het fragiele-X-syndroom Boek: verplegen van mensen met verstandelijke beperkingen, hoofdstuk genetische afwijkingen-grote gevolgen Internet: http://www.fragielex.nl/ Naar keuze Zelf controle door vergelijken van verslag met een medestudent. Stel zonodig leervragen aan de docent 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op (J, K, M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, K, R) Keuze
Activiteit 1 Maak een verslag over het fragiele-X-syndroom van minimaal 2A4 Werkwijze Het fragiele-X-syndroom is een erfelijke afwijking met een afwijking op het X-chromosoom. Jij gaat onderzoeken wat de gevolgen zijn van deze erfelijke aandoening voor de zorgvrager. In je verslag verwerk je de informatie over: De erfelijkheid; verklaar met behulp van de chromosomen deling en overerving hoe het komt dat mannelijke zorgvragers vaak ernstiger verstandelijke beperkingen hebben dan vrouwen met het fragiele-X-syndroom. De verschijnselen/ kenmerken; De gevolgen voor de zorgvrager; denk hierbij aan gevolgen op verstandelijk gebied en de gedragsstoornissen; Verwerk verder plaatjes of foto’s of informatie welke jij gevonden hebt op internet en die jij interessant vindt om te vermelden in je verslag.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 16
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
03
Niveau gevorderd 1
Verslag Rett syndroom
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Ondersteunend voor de competentie
Verplicht/keuze
De student heeft zijn kennis over het RETT-syndroom beschreven in een verslag Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over het RETT-syndroom Boek: verplegen van mensen met verstandelijke beperkingen, hoofdstuk genetische afwijkingen-grote gevolgen Internet; http://www.rett.nl/
Naar keuze Zelf controle door vergelijken van verslag met een medestudent. Stel zonodig leervragen aan de docent 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op (J, K, M 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, K, R) Keuze
Activiteit 1 Maak een verslag over het RETT-syndroom van minimaal 2A4 Werkwijze Het RETT-syndroom is een erfelijke afwijking met een typisch verloop. Het opvallende is dat de meisjes zonder afwijkingen worden geboren. Na een half jaar (of wat langer) ontstaan de problemen. Jij gaat onderzoeken wat de gevolgen zijn van deze erfelijke aandoening voor de zorgvrager. In je verslag verwerk je de informatie over: De oorzaak van het RETT-syndroom; De verschijnselen/ kenmerken; Het verloop met daarin duidelijk verwoord dat er meerdere fasen zijn (o.a. de zogenaamde ‘knik’ in de ontwikkeling); De gevolgen voor de zorgvrager; denk hierbij aan gevolgen op somatisch gebied en de veranderingen in gedrag; Verwerk verder plaatjes of foto’s of informatie welke jij gevonden hebt op internet en die jij interessant vindt om te vermelden in je verslag.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 17
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
03 Zelftest 1: genetische afwijkingen-grote gevolgen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Verplicht/keuze
De student heeft door het maken van de zelftest zijn kennis vastgesteld over genetische afwijkingen en de gevolgen ervan bij mensen met een verstandelijke beperking Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over genetische afwijkingen-grote gevolgen Theorieboek verplegen van zorgvragers met verstandelijke beperkingen Thuis Kijk deze zelftest na met behulp van het antwoordmodel 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op ( K) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K) keuze
Activiteit 1 Maak individueel de zelftest over genetische afwijkingen-grote gevolgen Geef aan of de volgende uitspraken juist of onjuist zijn 1. Mensen met een ernstige verstandelijke beperking hebben ook lichaamsbeleving 2. Mensen met een ernstige verstandelijke beperking hebben doorgaans beperkingen in de verbale communicatie 3. De benaming ‘patiënt’ is geen juiste benaming voor mensen met een verstandelijke beperking, omdat dit verwijst naar ‘ziek’ zijn 4. Een verstandelijke beperking wordt in de meeste gevallen veroorzaakt door een genetische afwijking 5. Het geheel van bij een cliënt waarneembare symptomen wordt het ziektebeeld genoemd 6. De ontwikkeling van een kind met het syndroom van Down verloopt voor iedereen ongeveer gelijk, er zijn geen grote verschillen 7. Bij de fragiele X-syndroom valt een ontwikkelingsachterstand op vanaf ongeveer de leeftijd van 1 jaar 8. Kinderen met het syndroom van Prader-Willi ontwikkelen zich van slechte eters tot kinderen met een enorme eetlust 9. Meisjes met het syndroom van Rett ontwikkelen zich in de eerste zeven jaar in een normaal tempo. Pas op latere leeftijd komt daar verandering in 10. Om de normalisatie en integratie beter te laten verlopen, is inzicht nodig in het totale psychische leven van mensen met een verstandelijke beperking 11. Als verpleegkundige belicht je de cliënt met een verstandelijke beperking voornamelijk vanuit zijn cognitieve kant van het mens zijn 12. Emancipatie van mensen met een verstandelijke beperking heeft niets te maken met integratie 13. Bij volwassen mensen met een verstandelijke beperking vindt ontwikkeling vooral plaats in het kader van sociale redzaamheid 14. Gebrek aan hechting kan leiden tot gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking 15. Basale stimulatie is bedoeld om mensen met een zeer ernstige verstandelijke beperking prikkels aan te bieden die leiden tot verkennen en ontdekken Albeda College Branche Gezondheidszorg 18
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Casus Pieter Pieter is een jongetje van 12 jaar. Hij heeft het Downsyndroom en is matig verstandelijk beperkt. Pieter woont sinds kort in een gezinsvervangend tehuis. Hij gaat elke naar een speciale basisschool en krijgt daar extra begeleiding. Pieter is van huis uit niet erg gestimuleerd om activiteiten te ontwikkelen. Hij was meestal thuis en keek veel tv. Als hem naar zijn hobby’s gevraagd wordt, geeft hij aan dat hij graag sport kijkt op tv. Wat betreft ADL kan Pieter veel niet, wat hij gezien zijn leeftijd en mate van beperking wel zou moeten kunnen (bijv. Zich wassen, veters strikken, ritsen dichtmaken). Hij kan niet fietsen, zijn vader bracht hem met de auto weg als hij ergens naartoe moest en haalde hem weer op. Hij kan ook niet zelfstandig met het openbaar vervoer reizen. Verder vindt Pieter het leuk om spelletjes op de computer te doen 1) Wat is de oorzaak van het syndroom van Down? 2) Noem vijf karakteristieke uiterlijke kenmerken van het syndroom van Down. 3) Noem vier specifieke gezondheidsproblemen, die vaker voorkomen bij mensen met het Downsyndroom? 4)
Beschrijf over welke mogelijkheden mensen met een matig verstandelijke beperking beschikken t.a.v.: o Cognitief functioneren: o Communicatief functioneren: o Sociaal emotioneel functioneren o Lichamelijk/motorisch functioneren
5)
Pieter woont in een gezinsvervangend tehuis in een woonwijk. Waarom wonen mensen met een verstandelijke beperking tegenwoordig vaker in een woonwijk dan vroeger (toen ze vooral in grote instellingen woonden)
6)
Je gaat Pieter begeleiden met het wassen en aankleden. Deze vaardigheden moet hij nog leren. Hij wordt door jou begeleidt in plaats van verzorgd. Beschrijf twee voordelen die deze aanpak voor hem heeft.
7)
Welke dingen zijn belangrijk als je iemand als Pieter een vaardigheid wilt leren? Kruis de juiste antwoorden aan o o o o o o
Veel herhalen Af en toe boos worden Handelingen voordoen Zeggen dat hij nu maar eens op moet schieten Een video laten zien van de handeling Werken met pictogrammen
Pieter is van huis uit niet erg gestimuleerd om activiteiten te ontwikkelen. Wat betreft ADL kan Pieter veel niet, wat hij gezien zijn leeftijd en mate van beperking wel zou moeten kunnen (bijv. zich wassen, veters strikken, ritsen dichtmaken).
8)
Formuleer aan de hand van de casus voor Pieter een verpleegkundige diagnose die voldoet aan de PES
Albeda College Branche Gezondheidszorg 19
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
9)
Welk zorgresultaat wil je bereiken bij het probleem uit vraag 8? (Het zorgresultaat moet voldoen aan de Rumba-eisen)
10)
Beschrijf welke interventies je inzet om het zorgresultaat (zie vorige vraag) te bereiken)
11)
Je krijgt de opdracht om het verpleegplan te bespreken en evalueren met de belangenbehartigers van Pieter. Wat is de juiste actie. Motiveer je antwoord.
12)
Je begeleidt Pieter dagelijks bij het aanleren van ADL. Hij stelt zich hierbij afhankelijk op, hij lijkt het allemaal niet zo te weten en het duurt erg lang voor hij zichzelf gewassen heeft. Je hebt moeite om het wassen van Yashar niet over te nemen. Wat vind je van de volgende uitspraak: “Je mag best wel het wassen van Pieter overnemen” Motiveer je antwoord met behulp van de theorie
Albeda College Branche Gezondheidszorg 20
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
03
Niveau gevorderd 1
Zelftest 2 genetische afwijkingen_downsyndroom_epilepsie
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces
Verplicht/keuze
Met deze test laat de student zien dat hij/zij naar aanleiding van praktijksituaties verpleegkundige zorg kan verlenen in situaties bij zorgvragers met verstandelijke beperkingen Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over genetische afwijkingen, downsyndroom en epilepsie Theorieboek verplegen van zorgvragers met verstandelijke beperkingen Thuis Kijk deze zelftest na met behulp van het antwoordmodel. Je kunt 76 punten halen. Bij 46 punten heb je een voldoende 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op ( K) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K) keuze
Activiteit Maak individueel de zelftest en kijk deze na je met het antwoordmodel 1) 2) 3)
Wat is de oorzaak van het syndroom van Down Noem vijf specifieke uiterlijke kenmerken van het syndroom van Down Noem zeven specifieke gezondheidsproblemen, die vaak voorkomen bij mensen met het Downsyndroom?
Bas kan urenlang naar de klok kijken in de woning. Hij staat dan voor de klok heen en weer te bewegen en kijkt onafgebroken naar de secondewijzer. Bas heeft een ansichtkaarten verzameling die hij op een bepaalde manier ordent en vervolgens weer opruimt. Dit herhaalt zich enige malen. Ook puzzelt hij vaak. Bas kan niet tegen rommel. Alles heeft een vaste plek. Als de fruitmand verkeerd op de tafel staat wordt deze door Bas weer op de goede plek gezet. Ook als er iets binnen de woning verplaatst is, zoals een stoel of een bank, kan Bas helemaal uit zijn ‘dak gaan’. Ook kan hij er niet tegen wanneer er onverwachte dingen gebeuren of wanneer iets op een andere tijd plaatsvindt dan gewoonlijk, bijvoorbeeld koffiedrinken. Hij loopt dan onrustig heen en weer. Als iemand hem dan in de weg zit kan hij plots diegene een klap geven. Door de week gaat Bas naar het dagactiviteitencentrum. In het weekend mogen de bewoners in het huis uitslapen. Dit houdt wel in dat er een uur later ontbeten wordt op de groep. Bas is redelijk ADL zelfstandig. Hij heeft begeleiding nodig bij het wassen. Als Janneke, een nieuwe leerling die de BBL-route volgt, hem ’s morgens helpt bij het wassen wordt Bas boos. ’s Morgens na het koffiedrinken, gaan de bewoners boodschappen doen met de groepsleiding in het dorp. Ook komt er vaak familie van de bewoners op visite. Het kan dan soms best druk zijn op de woning. ’s Avonds wordt er in het weekend vaak wel eens makkelijk gegeten en wordt er patat bij de snackbar gehaald en zitten de bewoners uit plastic bakjes te eten. Bas heeft het er maar moeilijk mee. Tussen alle activiteiten door is Bas erg onrustig. Hij loopt handenwrijvend in het rond en kijkt angstig uit zijn ogen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 21
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
4) Maak een plan voor Bas voor een dag in het weekend, waarbij je rekening houdt met zijn behoeften en beperkingen. Noem minimaal 5 verpleegkundige interventies
5)
Geef bij de volgende uitspraken aan of ze juist of onjuist zijn.
a) Mensen met het syndroom van Down hebben een sterk verhoogde kans op latere leeftijd de ziekte van Alzheimer te krijgen. b) Volgens de indeling van Noorda hebben mensen met een licht verstandelijke handicap een IQ dat boven de 50 en onder de 70 ligt. c) Bij meervoudige handicap is er sprake van een verstandelijke en een lichamelijke handicap.
d) Een voorbeeld van een meervoudige handicap in de verstandelijk gehandicapten zorg is dat een zorgvrager doof en blind is.
Sjon Sjon is een man van 35 jaar, met een matig verstandelijke beperking en zit in een rolstoel. Sjon houdt van vaste rituelen, hij wil met zes verschillende soorten zeep gewassen worden. Voor elke ledemaat, hoofd en romp moet een ander zeepje gebruikt worden. Als het lichaamsdeel niet met het juiste zeepje gewassen wordt of als de zeep op is, wordt hij erg onrustig. Soms kan het dan gebeuren dat hij op zijn polsen gaat bijten. Dit gedrag van op zijn polsen bijten vertoont hij ook als “vreemden” hem wassen, zoals uitzendkrachten of stagiaires.
6)
Maak voor Sjon een verpleegplan Gezondheidspatroon van Gordon: Stress-verwerkingspatroon Label: verminderd aanpassingsvermogen
Verpleegkundige Diagnose (PES)
Verpleegkundig doel (RUMBA)
Interventies
Evaluatie
Koos is een verstandelijk gehandicapte van 29 jaar met een matig verstandelijke handicap. Koos is verstandelijk gehandicapt als gevolg van een geboortetrauma. Koos is bekend met epilepsie en gebruikt hiervoor Fenytoine voor. Eergisteren heeft Koos een epileptische aanval gehad, type tonisch-clonisch. Al eerder is de afgelopen tijd door de begeleiding geconstateerd dat het aantal epileptische aanvallen is toegenomen. 7.
Noem drie verschijnselen tijdens/na een tonische-clonische aanval.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 22
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Vervolg Koos Koos is bekend met epilepsie en gebruikt hier Fenytoine voor. In de bijsluiter van dit medicijn lees je onder andere de volgende bijwerking: obstipatie. 8. Noem drie verpleegkundige interventies die je kunt toepassen bij obstipatie Vervolg Koos De familie van Koos is erg bezorgd. Ze vinden het er erg eng uitzien als Koos een aanval krijgt. Ze weten dan niet wat ze in zo’n situatie moeten doen. Om deze reden is Koos al enkele maanden niet thuis geweest. Koos mist zijn huis erg. De familie wil graag dat Koos een dagje naar huis komt, maar hoe te handelen in als Koos een clonisch-tonische aanval krijgt? 9. Welke voorlichting geef jij de ouders van Koos over hoe zij in de thuissituatie moeten handelen tijdens en na een clonische tonische aanval? Handelen tijdens een tonisch-clonische aanval: (noem vijf acties)
Handelen na een tonisch-clonische aanval: (noem drie acties) .
Albeda College Branche Gezondheidszorg 23
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
03
Niveau gevorderd 1
PAAF opdracht verstandelijk beperkt
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Verplicht/keuze
De student toont zijn kennis over de basisprincipes van syndromen en symptomen Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek verplegen van mensen met verstandelijke beperkingen Theorielokaal/ studieruimte Kijk de vragen na m.b.v. antwoordmodel en bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op ( K) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K) Verplicht
Activiteit 1 Maak onderstaande opdracht 1. Wat er wordt verstaan onder een verstandelijke beperking? 2. De oorzaken voor een verstandelijke beperking kunnen uitgesplitst worden in verschillende tijdstippen waarin de verstandelijke beperking is ontstaan - beschrijf wat de volgende begrippen inhouden: erfelijkheid als oorzaak aangeboren stoornis of aanlegstoornis prenataal perinataal postnataal - geef bij elke periode voorbeeld(en) 3. Welke oorzaken zijn er die op latere leeftijd de hersenen blijvend beschadigen (bv na 30ste levensjaar) 4. Spreken we dan ook over een mens met een verstandelijke beperking? 5. Welke 3 vormen van prenatale diagnostiek bestaan er en beschrijf wat deze vorm inhoudt? 6. Wat is een symptoom? 7. Wat is een syndroom? Syndroom van Down 8. Wat is de oorzaak van het syndroom van Down? 9. Geef minimaal 8 kenmerken van het syndroom van Down. 10. Geef minimaal 6 aandoeningen die bij het syndroom van Down veel voorkomen. 11. Geef aan wat de invloed van de leeftijd van de moeder is op het voorkomen van het syndroom van Down Fragiele –X- syndroom 12. Beschrijf de oorzaak en verschijnselen van het fragiele – X – syndroom
Albeda College Branche Gezondheidszorg 24
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Meervoudige verstandelijke beperkt 13. Wat is een meervoudige handicap? 14. Welke lichamelijke handicaps komen veel voor bij mensen met een verstandelijke handicap? 15. Wat zijn de gevolgen in het algemeen van deze handicaps?
Automutileren 16. Wat is automutileren? 17. Geef voorbeelden van automutileren. 18. Waarom doet men dat? 19. Wat kan een zorgverlener er aan doen?
Motorische stoornissen 20. Hoe verloopt de psychomotorische ontwikkeling van een pasgeborene? (welke bewegingen, handelingen kan hij volgens de normale ontwikkeling op welke leeftijd ongeveer maken?) 21. Noem enkele zichtbare stoornissen in de motoriek van een baby die kunnen duiden op een blijvende motorische stoornis 22. Noem 5 vormen van motorische stoornissen 23. Geef een beschrijving van de genoemde vormen van motorische stoornissen. 24. Beschrijf 5 complicaties van spasticiteit. 25. Waaruit bestaat de behandeling van spasticiteit?
Epilepsie 26. Geef een definitie van epilepsie. 27. Wat is de oorzaak voor het ontstaan van epilepsie? 28. Wat kan een epileptische aanval uitlokken? 29. Is een epilepsie aanval meetbaar? 30. Geef een andere benaming voor een epilepsieaanval. 31. Hoe heet de plaats waar de epilepsieaanval begint? 32. Welke soorten epilepsieaanvallen zijn er en geef een korte omschrijving van de verschijnselen. 33. Wat is het gevaar van een epilepsie aanval die te lang duurt (ong. 12 minuten), en wat kan men eraan doen? 34. Noem enkele bijwerkingen van medicijnen tegen epilepsie.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 25
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
03
Niveau gevorderd 1
PAAF opdracht erfelijkheidsleer
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Verplicht/keuze
De student kent de basisprincipes van de celdeling en de erfelijkheid Neem je boek mee en zorg voor een computer. Boek anatomie/fysiologie www.bioplek.org Theorielokaal/ studieruimte Kijk de vragen na m.b.v. antwoordmodel en bespreek vragen en onduidelijkheden met de inhoudsdeskundige 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op ( K) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K) verplicht
Activiteit Maak onderstaande opdracht Beantwoord de volgende vragen: 1. Waar in het lichaam bevindt zich DNA? 2. Hoeveel chromosomen heeft de mens in een celkern? 3. Wat is een gen? 4. Wat zijn geslachtschromosomen en welke soorten zijn er? 5. Geef voorbeelden van informatie die op een chromosoom kan liggen. 6. Beschrijf een gewone celdeling (mitose) bekijk hiervoor www.bioplek.org ga naar inhoudsoverzicht en mitose en meiose. 7. Zijn de 2 nieuw ontstane celkernen gelijk aan elkaar? 8. Beschrijf een geslachtsceldeling (meiose). Ga hiervoor weer naar www.bioplek.org
9. Wat betekenen de begrippen dominant en recessief in de erfelijkheidsleer?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 26
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
10. Leg uit dat een vader en een moeder met bruine ogen, toch een kind met blauwe ogen kunnen krijgen.
11.
Kunnen ziekten of afwijkingen via chromosomen aan kinderen worden doorgegeven?
12.
Krijgen kinderen altijd een erfelijke aandoening als 1 van de ouders deze aandoening heeft?
13.
Als men een aandoening op zijn chromosomen heeft, maar deze komt niet tot uiting, hoe noemt men dat?
14.
Kan iemand die voldoet aan vraag 13 een erfelijke ziekte doorgeven aan zijn kinderen?
15.
Kunnen erfelijke aandoeningen ook op geslachtschromosomen liggen?
16.
Leg uit dat in sommige gezinnen alleen de jongens een spierziekte hebben en de meisjes niet.
een voorbeeld van genmutatie
Albeda College Branche Gezondheidszorg 27
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
03
Niveau gevorderd 1
PAAF syndromen PowerPoint
Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces, competentie Verplicht/keuze
De student presenteert in een PowerPoint de oorzaken, symptomen, verloop, behandeling en veel voorkomende gezondheidsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking (genetische afwijkingen) Zorg dat je beschikt over het boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Stem af met welke studiegenoten jij deze activiteit gaat uitvoeren Zorg dat je beschikt over een computer en usb-stick Maak afspraken met de docent over dag en tijdstip van de PowerPointpresentatie Hoofdstuk: Genetische afwijkingen-grote gevolgen Animatie over Downsyndroom kun je vinden op http://www.gezondheidsnet.nl/medisch/videos/69/downsyndro om Stichting Down Syndroom, site met informatie over het syndroom en alles wat daarmee samenhangt www.downsyndroom.nl Tip: Trajectboek 408 Naar keuze Bespreek en vergelijk activiteit 1 met studiegenoten Stel leervragen op over theorie die niet duidelijk is Evalueer de inhoud en uitvoer van de PowerPoint presentatie met de lesgroep 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op ( K) Verplicht
Activiteit 1 Onderzoek a.d.h.v. het schema de theorie bij de syndromen Het Downsyndroom Het RETT-syndroom Het fragiele X-syndroom Het prader-willi-syndroom Het cri du chat syndroom
Albeda College Branche Gezondheidszorg 28
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Werkwijze Vul per syndroom het schema in Definitie Oorzaken Kenmerken of symptomen Verloop Behandeling Veel voorkomende gezondheidsproblemen
Activiteit 2: Maak een PowerPoint van een syndroom naar keuze en presenteer deze aan de lesgroep in max. 15 minuten. Criteria, die gesteld wordt aan de PowerPointpresentatie De presentatie bevat: Een inleiding met: een opening, onderwerp doel aanpak van de presentatie tijd Een middenstuk waarin de items van het schema besproken wordt Een afronding met samenvatting gelegenheid stellen tot vragen
Albeda College Branche Gezondheidszorg 29
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
04
Niveau gevorderd 1
Mensen met ernstig meervoudige beperkingen
Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Verplicht/keuze
De student heeft de specifieke zorg en begeleidingsbehoefte voor mensen met ernstige meervoudige beperkingen beschreven Zorg dat je beschikt over het boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over mensen met ernstig meervoudige beperkingen Hoofdstuk mensen met ernstig meervoudige beperkingen Tip: Trajectboek 408 hoofdstuk bijzondere zorg en begeleidingsvragen Naar keuze Vergelijk je uitwerking met het antwoordmodel 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op ( K) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K) Verplicht
Activiteit 1 Breng de specifieke zorg en begeleidingsbehoefte voor mensen met ernstige meervoudige beperkingen schematische in kaart: Slechtziendheid Slechthorendheid Motorische stoornissen Spasticiteit Automutilatie Activiteit 2 Benoem minimaal vijf verpleegkundige interventies die passen in de begeleiding van een meervoudige verstandelijke beperkte zorgvrager met een visuele handicap
Albeda College Branche Gezondheidszorg 30
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Activiteit 3 Formuleer naar aanleiding van de casus een advies voor verpleegkundige begeleiders om de communicatie met de zorgvrager te verbeteren Peter is een man van 26 jaar. Hij is meervoudig verstandelijk beperkt. Door zijn verstandelijke beperking functioneert hij op de leeftijd die past bij een 11 jarig kind. Hij is bovendien erg spastisch. Hij kan inmiddels goed overweg met zijn elektrische rolstoel. Hij ondervindt beperkingen met betrekking tot het verbaal communiceren. Als het hem niet lukt om iets uit te leggen kan hij driftig worden en dan het nog moeilijker voor hem. Hij kan daardoor gefrustreerd raken Ondersteunende vragen: In welke opzichten levert spasticiteit beperkingen op, op het gebied van communicatie? Welke discipline zou je kunnen raadplegen en met welk doel? Welke tips en adviezen kun je verpleegkundige begeleiders geven om de communicatie met Peter te verbeteren
Albeda College Branche Gezondheidszorg 31
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
04 Zelftest mensen met ernstige meervoudige beperkingen Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Verplicht/keuze
De student heeft door het maken van de zelftest zijn kennis vastgesteld over genetische afwijkingen en de gevolgen ervan bij mensen met een verstandelijke beperking Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over genetische afwijkingen-grote gevolgen Theorieboek verplegen van zorgvragers met verstandelijke beperkingen Naar keuze Kijk deze zelftest na met behulp van het antwoordmodel. 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op ( K) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (K) 1.9 Evalueert zorgverlening. keuze
Activiteit 1 Maak individueel de zelftest over mensen met ernstige meervoudige beperkingen Lees de praktijksituatie aandachtig Jij werkt als (leerling) verpleegkundige in een instelling voor verstandelijk beperkte mensen. De afdeling waar je werkt heet “Zeeland”. Het is een leuke afdeling waar alles vooral blauw is van kleur, gecombineerd met wit. De leef groep bestaat uit 6 mensen met een ernstige meervoudige beperking. De gemiddelde leeftijd is 18 jaar. Jij hebt vandaag vroege dienst en krijgt de opdracht om Marijke te verzorgen. Marijke (18 jaar) is ernstig meervoudig beperkt en wordt lichamelijk geheel verzorgd door de verpleegkundige. De huid in haar gezicht is vaak schraal; dit wordt behandeld met crèmes. Ook heeft zij last van rood omrande ogen. Deze worden 2 maal per dag schoongemaakt met aqua purifitcata. Als de oogranden erg rood zijn, wordt blepharitis-oogzalf gebruikt. Marijke is erg kwetsbaar. Gezien haar lichamelijke toestand (hydrocefalus, dunne en waarschijnlijk broze botten), moet ervoor gezorgd worden, dat ze in haar rolstoel een veilige plaats heeft binnen de groep. En dat de stoelpoot uitstaat om te voorkomen dat andere bewoners tegen haar aanrijden. Marijke heeft een rolstoel met een aquariuskuip, waarin ze bijna horizontaal ligt. Marijke is afhankelijk van haar omgeving. Ze kan uit zichzelf niets ondernemen of aangeven dat ze iets wil doen. Ze vindt veel dingen leuk(zo wordt het althans door de verpleegkundige ervaren), zoals snoezelen, voorlezen, muziek, met haar praten, erbij zijn als anderen in de groep iets aan het doen zijn. Zij reageert daar vaak positief op, bijvoorbeeld door te lachen of door tevreden geluiden te maken. Wordt ze met rust gelaten of afgezonderd van de groep, dan is ze stil of slaapt ze.’s Morgens is Marijke graag vroeg op ( half acht). Wanneer het te laat wordt, weigert zij haar medicijnen in te nemen. Marijke kan niet praten, maar hoort wel goed. Als ze aangesproken wordt, geeft ze door middel van mimiek aan dat ze begrijpt dat het woord tot haar is gericht. Ze lacht als er in haar omgeving iets gezegd of gedaan wordt wat ze lachwekkend vindt, zoals mopperen of (bijna) iets laten vallen. Albeda College Branche Gezondheidszorg 32
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Marijke kan niet met anderen in contact treden, maar is wel omgevingsgericht, ze volgt wat er in haar omgeving gebeurt en reageert daarop. Marijke heeft geen controle over haar hoofdbewegingen, ze volgt alleen met haar ogen en ziet dus alleen wat er op ooghoogte gebeurt en in beperkte mate wat er voor en achter haar gebeurt. Er is geprobeerd haar gezichtsveld te vergroten door het aanbrengen van een spiegel op haar stoel, maar ze maakte daar nooit gebruik van. Omdat de spiegel ook een deel van haar direct gezichtsveld wegnam, is die weer weggehaald. Marijke kan alleen haar rechterarm gebruiken. Ze kan haar arm omhoog brengen, maar het al dan niet bewegen of gebruiken van haar arm heeft geen duidelijke communicatieve betekenis. Marijke krijgt medicijnen tegen haar hoge spierspanning. In verband daarmee zwemt ze ook (hydrotherapie). Ze kan zich daarbij helemaal ontspannen. Marijke kan epileptische activiteit vertonen, maar dat komt maar zelden voor en ze krijgt er geen medicijnen voor. Bij een toeval schudt ze met haar hele lichaam en draaien haar ogen weg. In dien deze aanvallen verergeren moeten haar medicijnen worden aangepast, vindt de arts. Ze krijgt elke morgen gedurende een uur een handspalk aan haar linkerhand omdat ze de hand strak dichtklemt. De hand wordt van te voren doorbewogen. Gedurende de nacht heeft ze een abductieklos tussen haar benen omdat haar benen vaak scharen. Als ze hoest, kruist het rechterbeen zich over het linkerbeen. 1.
Wanneer wordt er gesproken over een ernstig meervoudige beperking? Noem 3 specifieke kenmerken
2.
Noem 6 oorzaken waardoor een ernstige meervoudige beperking kan ontstaan
3.
Jij hebt de opdracht gekregen om voor Marijke te zorgen. Na het lezen van haar dossier maak je een planning van de interventies met de hoogste prioriteit die aan de orde moeten komen die dag. Benoem er minstens 7 en zet ze in de juiste volgorde Als Marijke gewassen en aangekleed aan tafel zit ga je haar helpen met het ontbijt. Noem 4 aandachtspunten welke hier van belang zijn en waarom?
4.
5.
Een daginvulling is voor Marijke erg belangrijk. Er moet gezorgd worden voor een zo normaal mogelijk levensritme. Naast de diverse therapieën waar zij heen gaat heeft Marijke toch nog veel vrije tijd. Een daginvulling is voor haar erg belangrijk. Er moet gezorgd worden voor een zo normaal mogelijk levensritme. Naast de diverse therapieën waar zij heen gaat heeft zij toch nog veel vrije tijd, en het is bekend dat als zij niets heeft te doen of geprikkeld wordt, zij gaat zitten slapen. Beschrijf zo concreet mogelijk welke drie activiteiten je met haar zou gaan ondernemen en je motivatie daarbij)
6.
Marijke moet bij heel veel aspecten ondersteund worden. Want zoals het al in de casus beschreven staat kan zij weinig tot niets zelfstandig. Zelfs de communicatie verloopt op een zeer basaal niveau. Ga met behulp van de casus haar verpleegkundige ondersteuningsbehoeften eens inventariseren en noteer deze. Benoem er 10.
7.
De zorg van Marijke vraagt van jouw rekening te houden met een grote hoeveelheid actuele zorgproblemen. Maar ook zijn er potentiële zorgproblemen waar je aan moet denken. ( Voorkomen is beter dan…) Albeda College Branche Gezondheidszorg 33
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
7a)
Benoem 4 actuele verpleegproblemen bij Marijke en het bijbehorend patroon van Gordon.
7b)
Benoem 4 potentiële verpleegproblemen bij Marijke en het daarbij behorende patroon van Gordon.
8.
Neem van vraag 7a een actueel verpleegprobleem, naar eigen keuze en het daarbij horend patroon van Gordon. Werkt dit probleem uit in een compleet verpleegplan voor Marijke
9.
Marijke is niet zielig, maar heeft alleen heel veel ondersteuning en begeleiding nodig van zorgverleners en haar familie. Wanneer er aandacht gegeven wordt aan haar laat zij dit merken door geluiden en lachen. Welke 2 begeleidingsmethodieken zou jij nu inzetten om het voor Marijke zo comfortabel mogelijk te maken, maar ook dat zij zintuiglijk geprikkeld wordt en niet de gehele dag zit te slapen. Dus die het beste pas(sen) bij haar. Motiveer je keuze.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 34
190913
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Bijlage 1: Uitwerking verpleegplan voor Marijke Gezondheidspatroon van GORDON: Label: Verpleegkundige diagnose volgens PES
Verpleegkundig doel (RUMBA)
Albeda College Branche Gezondheidszorg 35
Verpleegkundige interventies
190913
Evaluatie op product en proces
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
04
Niveau gevorderd 1
Voedingsproblemen
Voedingsleer Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competenties Verplicht/keuze
Met deze activiteit laat de student zien dat hij/zij naar aanleiding van praktijksituaties verpleegkundige zorg kan verlenen in situaties bij verstandelijk beperkte zorgvragers met voedingsproblemen Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over voedingsproblemen In de mediatheek kun je een boek het vinden over voeding bij gezondheid en ziekte (Stegeman). Eén hoofdstuk gaat volledig over voeding en verstandelijke gehandicapten Thuis Bespreek de activiteit met de docent voedingsleer 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, K, R) Verplicht
Activiteit 1 Beantwoord de vragen over voedingsproblemen bij mensen met ernstige meervoudige beperkingen Werkwijze: Lees de casus Beantwoord de vragen Frans is een verstandelijk gehandicapte jongen (10 jaar) van zeer laag niveau. Hij ligt overdag in een aangepaste rolstoel die hem enigszins uit de foetushouding haalt. Hij ligt voornamelijk stil en kijkt wat rond of slaapt. Het eten geeft de nodige problemen, omdat de zoekreflex en zuigreflex bij hem in stand zijn gebleven. Iedere keer als je eten aan biedt, wendt hij zijn hoofd af en duwt het eten met zijn tong naar buiten. Eigenlijk lukt het alleen maar om hem wat vloeibaar eten te geven met veel geknoei en verzet van Frans’ zijde. Frans valt in 6 weken bijna 7 kg af en blijkt zeer veel moeite met de ontlasting te hebben gekregen. 1. Welke disciplines kun je om advies vragen bij de voedingsproblematiek van Frans? Noem, er 3 en motiveer wat zij kunnen betekenen voor Frans of zijn begeleiders Discipline 1: Motivatie: Discipline 2: Motivatie Discipline: Motivatie:
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 36
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
2a. Frans moet een volwaardige vloeibare dagvoeding krijgen die hem laten aansterken. Op welke wijze zal je de vloeibare maaltijd aanbieden rekening houdend met de beperkingen van Frans? Noem drie hulpmiddelen 1. 2. 3.
2b. Geef een goed voorbeeld van een ontbijt: wees concreet …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………….
2c. Geef een goed voorbeeld van een warme maaltijd: wees concreet …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
3a Op welke manieren kun je het obstipatieprobleem bij Frans aanpakken? Noem drie verpleegkundige interventies Interventie 1
Interventie 2
Interventie 3
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 37
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
05
Niveau gevorderd 1
Epilepsie meerdere leeractiviteiten
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie
Werkproces Competenties
Verplicht of keuze
De student: toont aan over vakdeskundigheid te beschikken t.a.v. zorgvragers met een verstandelijke beperking en epilepsie - heeft de vragen beantwoord over het verzorgen van een zorgvrager met epilepsie en een lichte verstandelijke handicap naar aanleiding van een DVD. Bestudeer theorie over mensen met een verstandelijke beperking in epilepsie Boek: Verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Epilepsie http://www.epilepsie.nl/informatie/ http://www.epilepsie.nl/ http://www.epilepsie.nl/leven_met_epilepsie/verstandelijk_beperkten Theorielokaal, nabespreking op school Activiteit 1. Vergelijk en bespreek je poster met die van één of meerdere studiegenoten Activiteit 2. Lever je verslag in bij de docent en vraag om feedback. Formuleer zelf feedbackvragen Activiteit 3. Vergelijk en bespreek je resultaat met die van één of meerdere studiegenoten 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op (J, K, M) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, K, R) 1.7 Hanteert crisissituatie (K, L, T) Verplicht
Activiteit 1 verplicht Maak met behulp van een poster het verschil duidelijk tussen partiële en gegeneraliseerde aanvallen in soorten, oorzaken, kenmerken en verpleegkundige zorg Activiteit 2 verplicht Maak een verslag van max. 2A4 over een volwassen zorgvrager met een lichte verstandelijke beperking met epilepsie, type tonisch-clonische aanvallen met flitsgevoeligheid. Beschrijf heel kort de oorzaak van de epilepsie, de verschijnselen van de tonisch-clonische aanval en de persoonlijke zorg tijdens en na de aanval. Beschrijf uitgebreider de ondersteunende begeleiding bij de flitsgevoeligheid en de gevolgen van de epilepsie voor het dagelijkse leven van deze zorgvrager
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 38
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Activiteit 3 [keuze] Bekijk 1 van de volgende dvd’s en beantwoord de vragen Zij doen er niet moeilijk over (nr. 606.1 30 min.), Epilepsie verstandelijk beperkt (nr. 606.1 25 min.), Epilepsie een elektrische storm (nr. 606.1, 25 min.). Bekijk een dvd naar keuze Maak van de DVD een kijkverslag. Wat was de oorzaak van de epilepsie? Welke type aanval heb je gezien? Beschrijf de verschijnselen van de aanval. Benoem de aandachtspunten die je geobserveerd hebt tijdens de aanval. Beschrijf hoe de epilepsie het leven van de zorgvrager beïnvloedt. Bespreek je resultaat met een studiegenoot die dezelfde of andere DVD zag
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 39
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
05
Niveau gevorderd 1
Casus epilepsie met vragen
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Evaluatie Werkproces Competentie
Verplicht of keuze
De student toont met dit product aan over kennis en vaardigheid te beschikken in de zorg aan mensen met een verstandelijke beperking en epilepsie Zorg dat je beschikt over het boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over epilepsie Epilepsie http://www.epilepsie.nl/ http://www.epilepsie.nl/leven_met_epilepsie/verstandelijk_beperkten Kijk deze activiteit na met behulp van het antwoordmodel. 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op (J, K, M) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, K, R) Verplicht
Leeractiviteit 1 Lees onderstaande casus door. Maak daarna de vragen Werkwijze Fransje is een meisje van 18 jaar met een lichte verstandelijke beperking. Zij heeft het syndroom van Lennox-Gastaut. Dit betekent dat zij regelmatig zware aanvallen van epilepsie heeft. Zij krijgt medicijnen om het optreden van de aanvallen te verminderen. Fransje woont met vijf andere jongeren met een verstandelijke beperking in een gezinsvervangend tehuis. ’s Morgens en ’s avonds is er een begeleider aanwezig, omdat de jongeren ondersteuning nodig hebben. Overdag gaan ze allemaal met een taxibus naar een activiteitencentrum. Fransje draagt een bril. Sinds twee dagen heeft Fransje een longontsteking. Zij blijft thuis, want ze voelt zich niet lekker. Zij heeft hoge koorts. Vlak na het middageten krijgt Fransje een zware epileptische aanval typ grand-mal. De begeleider houdt het verloop van de aanval in de gaten. Fransje blijft buiten bewustzijn. Na dertig minuten is ze nog niet bijgekomen. Beantwoord de vragen: 1. Wat is een andere naam voor de grand-mal? 2. Fransje blijft buiten bewustzijn. Welke complicatie is opgetreden bij Fransje? 3. De grand mal verloopt in 4 fasen. Noem deze in chronologische volgorde. 4. De begeleider blijft bij Fransje. Beschrijf de verpleegkundige aandachtspunten die hij moet toepassen tijdens de aanval. Noem er 5. 5. Welke actie moet de begeleider van Fransje ondernemen nu ze nog niet bijgekomen is? 6. Stel dat Fransje weer bij is. Ze blijkt incontinent van urine te zijn. Beschrijf de verpleegkundige aandachtspunten die de begeleider moet toepassen na de aanval. Noem er 5. 7. Fransje ondervindt in haar dagelijkse leven hinder van de epilepsie. Noem 3 gevolgen waarmee zij te maken heeft 8. Noem 3 factoren waarop de begeleiding moet letten om aanvallen te voorkomen of te beperken. 9. Welke factor heeft waarschijnlijk in dit geval de aanval opgeroepen? 10. Fransje gebruikt de volgende medicijnen: carbamazepine en keppra. Zoek van beide de belangrijkste nadelen (op lange termijn) op die relevant zijn voor Fransje. Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 40
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
05.
Niveau gevorderd 1
Epilepsie quiz
Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Verplicht/keuze
De student heeft door het spelen van de quiz zijn kennis en vaardigheid vastgesteld over het onderwerp epilepsie Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over mensen met een verstandelijke beperking en epilepsie Stem af met welke medestudenten (max. 5) jij deze quiz gaat spelen Spreek af wie de spelleider is Theorieboek verplegen van zorgvragers met verstandelijke beperkingen Naar keuze De spelleider stelt vast of de vragen correct beantwoord zijn met behulp van het antwoordmodel. 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op (J, K, M) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, K, R) keuze
Activiteit 1: Speel met medestudenten de quiz over mensen met een verstandelijke beperking en epilepsie Werkwijze: Vorm een subgroep van max. 5 studenten Lees het doel en de instructies door Doel spel: Vaststellen kennis en vaardigheid t.a.v. epilepsie bij mensen met verstandelijke beperking -
Instructie studenten Luisteren naar de vragen Luisteren naar elkaar en naar het antwoord Niet door elkaar heen praten Geen discussie met de spelleider
Instructie spelleider 1. Lees de vraag voor en vertel hoeveel punten een student met het antwoord of kan verdienen 2. Een student krijgt maximaal 60 seconden bedenktijd om een vraag te beantwoorden. 3. Bewaak de tijd en stop de tijd bij overschrijden 4. Bijhouden van de punten, degene met de meeste punten heeft de quiz gewonnen 5. De voorzitters stellen vast hoeveel punten het antwoord waard is op basis van het antwoordmodel. Een foutief of onvolledige vraag mag 1x doorgespeeld worden naar een andere medestudent. Zij/hij kan dan de punten van de student die ervoor aan de beurt was winnen
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 41
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
DE VRAGEN Vraag 1.
Wat is epilepsie?
Vraag 2.
Wat is het synoniem voor zenuwcellen?
Vraag 3.
Epilepsie kan verschillende oorzaken hebben. Noem er vier.
Vraag 4.
Wat wordt bedoeld met symptomatische epilepsie?
Vraag 5.
Hoe komt het dat bij kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking meestal sprake is van symptomatische epilepsie?
Vraag 6.
De tienjarige Marijke is matig verstandelijk beperkt en heeft regelmatig last van korte absences. De moeder van Marijke willen graag weten wat een absence is. Leg dit aan haar uit.
Vraag 7.
De twaalfjarige Ali is licht verstandelijke beperkt en dol op fietsen. Hij heeft echter veel last van korte absences. Het gebeurt dan ook regelmatig dat hij met zijn fiets valt, als gevolg van deze absences. De moeder van Ali wil hem zoveel mogelijk zelfstandig naar school laten fietsen, maar vraagt zich af welke maatregelen ze kan nemen om te voorkomen dat er ongelukken gebeuren. Geef de moeder hierover voorlichting.
Vraag 8.
Er zijn twee categorieën epileptische aanvallen. Noem ze.
Vraag 9.
Je bent de persoonlijke begeleider van Joshua (34 jaar). Hij is bekend met epilepsie, type complexe partiële aanval. Je werkt vandaag samen met een leerling-verpleegkundige in de beginnersfase. Zij vraagt welke eerste hulp zij moet verlenen als Joshua een complex partiële aanval heeft. Vertel hoe ze moet handelen.
Vraag 10
Necibe gaat over twee weken voor het eerst in lange tijd een weekend naar huis. Necibe en haar ouders verheugen zich hier erg op. Maar de ouders hebben ook zorgen. Hun dochter is bekend met epilepsie, type tonisch-clonisch. Zij informeren bij jouw welke voorzorgsmaatregelen genomen kunnen worden om het risico op een tonische clonische aanval te beperken. Geef hierover informatie aan de ouders.
Vraag 11
Pieter gaat over twee weken voor het eerst in lange tijd een weekend naar huis. Pieter en zijn ouders verheugen zich hier erg op. Maar de ouders hebben ook zorgen. Hun zoon is bekend met epilepsie, type tonisch-clonisch. Zij vragen aan jou hoe ze moeten handelen als Pieter thuis zo’n aanval krijgt. Geef hierover informatie.
Vraag 12
Hoe moet je handelen als een aanval langer dan 5 minuten duurt?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 42
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
05
Niveau gevorderd 1
Zelftest epilepsie
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces Competentie
Verplicht/keuze
De student heeft door het maken van de zelftest zijn kennis vastgesteld over het onderwerp epilepsie Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over mensen met een verstandelijke beperking en epilepsie Theorieboek verplegen van zorgvragers met verstandelijke beperkingen Naar keuze Kijk deze zelftest na met behulp van het antwoordmodel uit het ondersteunend materiaal 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op (J, K, M) 1.2 Biedt persoonlijke verzorging, observeert en monitort gezondheid en welbevinden (F, K, R) 1.7 Hanteert crisissituatie (K, L, T) keuze
Activiteit 1 Maak individueel de zelftest over mensen met een verstandelijke beperking en epilepsie Joost (24) is een vrolijke en sportieve jongeman met een licht verstandelijke beperking. Hij woont begeleid zelfstandig met Karin, Alex en Adri. Joost is bekend met epilepsie, type tonisch clonisch. Door het gebruik van medicatie en het zich houden aan leefregels is de epilepsie goed onder controle te houden. Joost houdt van sporten als zwemmen en fietsen. Zijn grootste wens is om ooit de Mont Ventoux in Frankrijk te beklimmen op zijn racefiets. Vraag 1 Wat wordt er verstaan onder het begrip epilepsie? Vraag 2 Benoem 4 verschillende oorzaken van epilepsie. Vraag 3 Wat is het verschil tussen symptomatische epilepsie en idiopathische epilepsie? Vraag 4 Beschrijf het verschil tussen partiële aanvallen en gegeneraliseerde aanvallen? Vraag 5 Wat betekent de afkorting E.E.G? Vraag 6 Voor welke twee doeleinden wordt een E.E.G gebruikt? Vraag 7A Partiële aanvallen kan je onderverdelen in 2 typen. Welke?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 43
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Vraag 7B. Beschrijf bij elke type de belangrijkste kenmerken. Soms kunnen partiële insulten overgaan in gegeneraliseerde aanvallen Vraag 8 Noem 3 verschillende typen van gegeneraliseerde aanvallen. Vraag 9 Wat is een status epilepticus en hoe herken je deze? Vraag 10 ( Wat zij de grootste gevaren van een Status Epilepticus? Noem er minstens 2. Vraag 11A Je bent de persoonlijke begeleider van Joost. Je werkt vandaag samen met een leerlingverpleegkundige in de beginnersfase. Zij vraagt welke eerste hulp zij moet verlenen als Joost een tonisch clonisch aanval krijgt. Vertel in logische volgorde hoe ze moet handelen. Vraag 11B Vertel aan de leerling-verpleegkundige in de beginnersfase welke observatiepunten gerapporteerd moeten worden in het dossier van Joost na een tonisch clonische aanval. Noem minimaal belangrijke 5 punten Vraag 12 Joost houdt van sporten zoals zwemmen en fietsen. Joost vraagt zich af welke maatregelen hij kan nemen om te voorkomen dat er ongelukken gebeuren tijdens het zwemmen. Welke specifieke tips geef je aan Joost?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 44
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
06
Niveau gevorderd 1
Ondersteuningsbehoefte vaststellen (taaltaak schrijven)
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces Competenties Verplicht/keuze
De student heeft aan de hand van casussen de ondersteuningsbehoefte en mate van ondersteuning vastgesteld Zorg dat je beschikt over het boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Hoofdstuk methodiek Ervarings-ordeningsmodel Timmer Huigens Naar keuze Kijk deze activiteit na met behulp van het antwoordmodel 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op (J, K, M) Verplicht
Activiteit: Stel aan de hand van een casus de ondersteuningsbehoefte en mate van ondersteuning vast voor mensen met een verstandelijke beperking Vincent Vincent gaat over een paar maanden met drie andere zorgvragers met een verstandelijke beperking in een woning in het dorp wonen. Hij verheugt zich daar erg op, maar hij ziet er ook tegenop. Zal het lukken om veel dingen zelf te doen? In het gezinsvervangend huis wordt hij voorbereidt op het zelfstandig wonen. Eén van de doelen is dat hij leert om zelf de boodschappen te gaan doen. Tot nog toe doet hij dat altijd samen met een verpleegkundige begeleider en heeft hij laten blijken bij een proefneming dat hij het nog niet zelfstandig kan. Jij gaat Vincent begeleiden bij het zelfstandig leren doen van boodschappen. Hoe kun jij Vincent leren om zelfstandig zijn boodschappen te doen
Marieke Marieke heeft een ernstige verstandelijke beperking. Ze woont sinds kort in een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Jij bent haar persoonlijke begeleider Jij vindt dat Marieke een erg vermoeide indruk maakt. Ze hangt in haar rolstoel en zit vaak te geeuwen. Ze heeft ook last van obstipatie. Haar huid vertoont soms smetplekken. Jij vindt dat Marieke te weinig prikkels aanboden krijgt en meer aan activiteiten deel moet nemen. Wat is er volgens jou aan de hand? Wat kun jij doen om het probleem te verminderen?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 45
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Sabine Je werkt als verpleegkundige bij de thuiszorg. Je komt al een aantal maanden bij de familie Thijssen. De familie Thijssen heeft een dochter van vijftien, Sabine, die een zeer ernstige verstandelijke beperking heeft. Sabine woont nog thuis, haar ouders zijn op zoek naar een geschikte woonvorm voor Sabine. De laatste tijd heb je gemerkt dat Sabine vaak onrustig is. Je gaat erop letten, en komt erachter dat dit vooral het geval is als er bezoek is. Of als er muziek gedraaid wordt of de tv hard aan staat. Maar ook als ze in haar slaapkamer is wordt Sabine vaak onrustig. De slaapkamer is heel kleurig en druk, de muren zijn rood. Wat is er volgens jou aan de hand? Welke interventies kunnen jij en de ouders van Sabine nemen om dit probleem te verminderen? Bart Bart heeft een lichte verstandelijke beperking en woont in een sociowoning. Hij is sinds kort gepensioneerd. Hij heeft altijd in een lunchroom gewerkt en had het daar erg naar zijn zin. Hij vond het heerlijk om het de klanten naar de zin te maken. Hij genoot van de complimentjes die hij kreeg. Sinds zijn pensionering is Bart lusteloos en inactief. Daarnaast is hij de laatste tijd soms agressief tegenover zijn medebewoners. Hij heeft pas ruzie gehad met Carel. Die ruzie liep vreselijk uit de hand. Bart heeft Carel geslagen. Carel moest naar de dokter om zijn gezicht te laten hechten. Ook drinkt Bart meer dan goed voor hem is. Hij slaapt slecht en heeft maagklachten. Jij maakt je zorgen om Bart. Wat zou er volgens jou aan de hand kunnen zijn? Hoe kan jij Bart helpen met zijn probleem?
Rieneke Rieneke heeft een matige verstandelijke beperking en woont in een sociowoning. Ze wil graag gaan zwemmen, niet zelfstandig maar in een zwemclub. Ze is vroeger, toen ze nog bij haar ouders woonde, ook een poosje lid geweest van een zwemclub, maar ze is daarmee gestopt omdat ze soms gepest werd. Ze is bang dat dat nu weer gebeurt. Ze was wel heel goed in zwemmen en ze vond het ook heel leuk om te doen. Jij bent haar persoonlijke begeleider. Ze praat er met jou over en zegt wel weer te willen gaan zwemmen, maar ze durft niet. Hoe kun jij Rieneke stimuleren om toch weer te gaan zwemmen?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 46
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
06
Niveau gevorderd 1
Het ondersteuningsplan opstellen (taaltaak schrijven)
Resultaat Praktische voorbereiding
Theorie
Evaluatie Werkproces Competentie Verplicht of keuze
De student heeft a.d.h.v. casussen een individueel ondersteuningsplan opgesteld Zorg dat je beschikt over het boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Zorg dat je theorie hebt bestudeerd over de te hanteren methodiek om de mogelijkheden van mensen met een verstandelijk beperking in kaart te brengen, vast te stellen waar zij ondersteuning in nodig hebben en het opstellen van een ondersteuningsplan Boek verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Hoofdstuk: Methodiek Ervarings-ordeningsmodel Timmer Huigens Bespreek en vergelijk je ondersteuningsplannen met behulp van een studiegenoot. Stel zo nodig leervragen aan de docent 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en het verpleegplan op (J, K, M) Verplicht
Activiteit 1 Stel aan de hand van casuïstiek een individueel ondersteuningsplan op Criteria Het geheel geeft een beschrijving van de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt en van de wijze waarop hij ondersteund wordt Werkwijze Lees de casussen en geef aan wie er volgens jou een lichaamsgebonden -, associatieve -, structurerende of een vormgevende ervaringsordening heeft. Motiveer je antwoorden met behulp van de theorie Stel per casus de individuele ondersteuningsbehoefte en mate van ondersteuning vast Casus 1 Jan is een man van 42. Hij gaat over 3 weken samenwonen met zijn vriendin. Jan koopt zelf zijn kleding en gaat af en toe een dagje uit naar een stad die hij interessant vindt. Casus 2 Stella is 10 jaar oud. Ze heeft een open rug en is vanaf haar middel verlamd. Ze zit in een rolstoel. Als ze ‘s ochtends verzorgd is weet ze dat ze gaat eten en dat dan de fysiotherapeut komt. Ze wacht tot de fysiotherapeut er is, maar is wat van slag als deze bijv. een vrijde dag heeft. Ze eet haar maaltijd altijd in dezelfde volgorde; eerst haar vlees, dan aardappelen en dan groenten. Afwijkingen van de dagelijkse patronen vallen bij Stella niet altijd in goede aarde. Casus 3 Petra is 19 jaar oud. Ze kan lezen en schrijven en werkt op een sociale werkplaats, waar ze steeds ander werk doet. Ze vindt het fijn om met de mensen in haar woning op vakantie te gaan, zolang ze zelf niets hoeft te regelen.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 47
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Casus 4 Els is 20 jaar oud. Zij woont in een instelling voor mensen met verstandelijke beperkingen. Ze loopt vaak heen en weer op de gang en kan slecht stil zitten. Ze maakt geen contact met anderen, ook geen oogcontact. Als haar een bord met eten wordt voorgezet, dan eet ze dat zelf op. Verandering van omgeving vindt ze niet prettig en aan de laatste vakantie heeft ze dan ook niet zoveel plezier beleefd als de andere bewoners. Casus 5 Raymond is 16 jaar. Hij woont 10 jaar in een instelling voor mensen met verstandelijke beperkingen. Raymond geniet van lekkere luchtjes en ontspant zich als de groepsleiding met hem gaat snoezelen. Hij herkent geen gezichten en is niet in staat om te praten. Raymond wordt volledig geholpen met de ADL.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 48
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
07.
Niveau gevorderd 1
Opname in het ziekenhuis
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Werkproces Competentie Verplicht of keuze
De student kan: - de gevolgen van een ziekenhuisopname observeren en signaleren bij een zorgvrager met een verstandelijke beperking; - de aandachtspunten voor de verpleegkundige zorg ten aanzien ziekenhuisopname aangeven; - zorgen voor een goede continuïteit en coördinatie van zorg bij een ziekenhuisopname Zoek informatie over de begeleiding van zorgvragers met een verstandelijke handicap bij een onderzoek in het ziekenhuis en/of een ziekenhuisopname Spreek deze activiteit na met klasgenoten a.d.h.v. de resultaten 1.8 Coördineert de zorgverlening (A, F, Q) verplicht
Toelichting Net als ieder ander worden mensen met een verstandelijke beperking geconfronteerd met situaties die van invloed zijn op hun ontwikkeling. In deze activiteit wordt er gekeken wat het betekent voor een zorgvrager met een verstandelijke beperking om opgenomen te worden in het ziekenhuis en welke verpleegkundige zorg dit vraagt . Je kunt hierbij denken aan de begeleiding, maar ook het belang van een goede continuïteit van zorg door middel van goede rapportage en een overdracht. Activiteit 1. Wat voor impact kan een ziekenhuisopname of een onderzoek in het ziekenhuis hebben op een zorgvrager met een verstandelijke beperking 2. Hoe kun je als verpleegkundige een ziekenhuisopname of onderzoek in het ziekenhuis zo goed mogelijk begeleiden, noem specifieke aandachtspunten. 3. Stel dat jij de persoonlijke begeleider bent van een zorgvrager met een verstandelijk beperking. Welke informatie schrijf je in een verpleegkundige overdracht over jouw zorgvrager voor de verpleegkundigen van het ziekenhuis om de continuïteit en coördinatie van zorg te waarborgen
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 49
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
08.
Niveau gevorderd 1
Omgaan met grensoverschrijdend gedrag
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie Evaluatie Werkproces Competentie Verplicht of keuze
De student stelt grenzen en handelt respectvol m.b.t. grensoverschrijdend gedrag bij zorgvragers met een matige tot licht verstandelijke beperking. Zoek informatie over grensoverschrijdend gedrag. Stel vast wat hiermee wordt bedoeld. Geen Bespreek deze activiteit met klasgenoten 1.7 Hanteert crisissituaties (K, L, T) verplicht
Activiteit Ga voor jezelf na, welke onderstaande gedragingen voor jou grensoverschrijdend zijn en welke niet? Geef een toelichting en benoem hoe je in gegeven situaties handelt. .
Gedrag
Grensoverschrijdend Toelichting gedrag JA/NEE
1
De zorgvrager pakt je hand vast. 2 De zorgvrager geeft je een handkus” 3 De zorgvrager geeft je een “aai” over je bol. 4. De zorgvrager gaat op je schoot zitten 5 De zorgvrager zegt dat je er leuk uitziet. 6 De zorgvrager “streelt” je in het gezicht. 8 Een zorgvrager vraagt jou de nieuwste playboy te kopen. 9. De zorgvrager knijpt je in je bil. 10. De zorgvrager geeft je een kus op de wang. 11. De zorgvrager vraagt: “wat ga je vanavond doen”? 12 De zorgvrager merkt op, “dat je zo lekker ruikt”. 13 De zorgvrager vertelt een schuine mop. 14 De zorgvrager ligt tijdens het bezoekuur samen met partner in bed. 15 De zorgvrager masturbeert op zijn/haar kamer.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 50
Hoe handel je?
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Beroepstaak C
Niveau gevorderd 1
Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
C1 Voorlichting, advies en instructie Activiteiten Patiëntenvoorlichting C2 Psychosociale begeleiding Activiteiten Dagprogramma Begeleiden van gedragsproblemen Verschillende begeleidingmethodieken Seksualiteit en relatievorming Informatie over begeleidingsmethodieken Methode Heijkoop http://www.emgplatform.nl/communicatiemethodenemb/Home/Methoden/heijkoop.php C3 Groepsbegeleiding Activiteiten Begeleiden van groepsprocessen
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 51
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
C1 Patiëntenvoorlichting (taaltaak spreken) Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze
Je kunt een voorlichting en instructie geven aan zorgvragers met een verstandelijke beperking, Nadenken over doelgroep en onderwerp. Aandachtspunten bij het geven van voorlichting Opstellen van voorlichtingsplan of instructieplan Boek voorlichting, advies en instructie Boek zorgvragers met een verstandelijke beperking School/thuis Feedback op de voorlichting/instructie door groepsgenoten en docent 1.6 Geeft voorlichting, advies en instructie aan een zorgvrager (I, L) Verplicht
Activiteit Bereid een voorlichtingsgesprek of een instructie voor een zorgvrager met een verstandelijke beperking Werkwijze: 1. Brainstorm over een casus en een geschikt onderwerp. Schrijf je casus uit, zodat duidelijk wordt aan welke zorgvrager jij voorlichting/instructie gaat geven 2. Maak een voorlichtingsplan of instructieplan, deze moet passen bij je casusbeschrijving. 3. Met welke aandachtspunten moet jij rekening houden bij het geven van voorlichting aan mensen met een lichte tot matig verstandelijke beperking. 4. Voer in een gesimuleerde situatie een voorlichtingsgesprek a.d.h.v. je voorlichtingsplan of instructieplan Een greep uit de vele onderwerpen die je kunt kiezen: Voorlichting Voorbereiding bij een ziekenhuis opname Naar de tandarts Ik ga op reis… Seksualiteit en intimiteit Op komen voor je zelf Zorgen voor je zelf. Instructie Veters strikken Tanden poetsen Kleding aantrekken De was doen Medicatie innemen
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 52
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
C2
Niveau gevorderd 1
Dagprogramma opstellen
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Verplicht/keuze
De student kan een dagprogramma opstellen voor een zorgvrager met een verstandelijke beperking; rekening houden met het verstandelijk functioneren van de zorgvrager bij het opstellen van een dagprogramma; rekening houden met lichamelijke beperkingen bij het opstellen van een dagprogramma. Lees informatie over het belang van dagstructuur voor mensen met verstandelijke beperkingen. Boek : Verplegen van mensen met een verstandelijke beperking School Uitgewerkt dagprogramma 1.4 Begeleidt een zorgvrager C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op de behoefte van de “klant” richten Verplicht
Activiteit: Maak een dagprogramma voor een zorgvrager met verstandelijke beperkingen. Werkwijze - de groep wordt in meerdere subgroepen verdeeld - ieder groep kiest een casus en maakt voor deze zorgvrager een dagprogramma - het dagprogramma wordt gepresenteerd en uitgelegd aan de plenaire groep - het dagprogramma wordt beoordeeld aan de hand van de criteria Criteria dagprogramma Het dagprogramma - houdt rekening met het ontwikkelingsniveau van de zorgvrager - houdt rekening met de interesses van de zorgvrager - houdt rekening met de lichamelijke beperkingen van de zorgvrager - is duidelijk voor de zorgvrager en de zorgverleners/ouders Casus 1 Tom is 48 jaar, heeft een ernstige verstandelijke handicap en woont al jaren op een woongroep met 5 andere mannen. Hij kan lopen, fietsen op zijn driewieler en voorheen genoot hij van dingen als snoezelen, zwemmen en wandelen. Op dit moment zit het liefst de hele dag in zijn favoriete stoel voor het raam met zijn knuffelbeer en kijkt naar buiten. Zijn moeder maakt zich hier zorgen over en vindt het niet fijn dat hij zich zo weinig beweegt en bijna niet buiten komt. Een wens van moeder is dat hij een actiever bestaan gaan leiden en dus niet meer hele dagen op zijn stoel zit. Hoe zou zijn dagprogramma er uit komen te zien om hem te mobiliseren?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 53
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Voorbeeld van een dagprogramma
Casus 2 Elise is 6 jaar en heeft een meervoudige handicap (zeer ernstige verstandelijke handicap en o.a. diverse spasmen en vergroeiingen ). Zij is volledig afhankelijk van haar zorgverleners. De ouders van Elise komen vaak langs en ook haar 2 oudere broers en een jonger zusje zijn geregeld op de woning te vinden. Het lijkt of Elise hier plezier aan beleeft; ze maakt meer geluidjes en oogt helderder als ze bezoek van hen heeft. Ze gaan met haar wandelen, snoezelen, masseren haar, helpen met eten/drinken geven en met haar lichamelijke verzorging, luisteren met haar muziek en proberen haar uit te lokken om dingetjes te volgen. Een van de doelen in het zorgplan van Elise is ontdekken wat er voor zorgt dat Elise zich kan ontspannen, zodat haar spasmen (tijdelijk) minder zijn. Het is echter zo dat het bezoek van Elise de dagelijkse gang van zaken op de woning soms wat verstoort omdat ze op verschillende tijden op de dag langskomen. Hoe kun je er nu voor zorgen dat het dagprogramma van Elise er zo uitziet dat dit voor iedereen helder is en duidelijkheid verschaft aan haar bezoek wanneer ze het best langs kunnen komen? Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 54
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Casus 3 John is een vrolijke jongen van 33 jaar met een matig verstandelijke handicap. Hij kan veel en wil ook veel. Als het aan John ligt vertrekt hij na het opstaan met zijn fiets en voetbal en komt hij pas terug tegen de tijd dat het avondeten op tafel staat. Hij gaat vaker niet dan wel naar zijn dagbestedingsgroep, simpelweg omdat hij gewoon ‘vergeet’ te gaan, terwijl in zijn zorgplan wel het belang van zijn dagbestedingsgroep beschreven staat. Hoe kun je het dagprogramma van John er uit laten zien en hoe draag je er zorg voor dat hij op zijn dagbestedingsgroep aanwezig is?
Casus 4 Leonie is een jonge meid van 17 jaar met een licht verstandelijke handicap en zit nog op school. Leonie is behoorlijk zelfstandig, maar functioneert sociaal-emotioneel op peuterniveau. Hierdoor is het voor haar o.a. moeilijk met tegenslag en teleurstelling om te gaan. De droom van Leonie is op zichzelf te wonen met een vriend en een baan, liefst in een kledingwinkel. Bij zowel de ouders van Leonie als het multidisciplinair begeleidingsteam bestaan twijfels bij deze toekomstdroom. Hoe kun je het dagprogramma zo vormgeven dat er een duidelijker beeld ontstaat betreffende haar mogelijkheden in de toekomst?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 55
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
C2
Niveau gevorderd 1
Relatievorming en seksualiteit
Resultaat
Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Verplicht/keuze
De deelnemer kan: - de eigen visie op seksualiteit en relatievorming van mensen met een verstandelijke beperking weergeven; - aandacht voor seksualiteit en relatievorming integreren in de zorgverlening aan mensen met een verstandelijke beperking; - aandachtspunten geven bij seksuele voorlichting aan zorgvragers met een verstandelijke beperking en hun naasten; Boek : Verplegen van mensen met een verstandelijke beperking School Bespreek deze activiteit na met klasgenoten en docent met behulp van het antwoordmodel 1.4 Begeleidt een zorgvrager C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op de behoefte van de “klant” richten Verplicht
Toelichting Verliefd zijn en vriendschap horen bij het leven en nemen in het leven van veel mensen met een verstandelijke beperking een belangrijke plaats in. Verliefd op medebewoners, begeleiding en natuurlijk popsterren. Het wordt geuit in knuffelen en strelen of gewoon hand in hand op de bank zitten om genegenheid uit te drukken. Natuurlijk ontstaan er ook relaties waarbij bewoners met elkaar naar bed willen, seks. De laatste jaren wordt er steeds meer aandacht besteed aan de seksuele gevoelens van mensen met een verstandelijke beperking en hoe je dit kunt integreren in de zorgverlening. Activiteit 1 Ga naar http://www.handicap.info en zoek op seksualiteit. Lees de verschillende informatie door. Kijk ook op http://www.rutgersnissogroep.nl/html/zh.html Activiteit 2 Mening vormen over relatievorming en seksualiteit bij zorgvragers met een verstandelijke handicap Ga in gesprek met elkaar over de volgende vragen: - Wat is je idee bij seksualiteit en relatievorming bij zorgvragers met een verstandelijke handicap? - Kun je het je voorstellen dat ook zij seksuele behoeften hebben? - Hoe zou dat er uit kunnen zien? - Wat zou jou rol kunnen zijn? - Welke vragen zou een zorgvrager met een verstandelijke beperking kunnen hebben over seksualiteit en relatievorming - Stel dat je voorlichting gaat geven over seksualiteit en relatievorming: Waar zou je rekening mee houden in de voorlichting?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 56
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
C2
Niveau gevorderd 1
Verschillende begeleidingsmethodieken
Resultaat
Praktische voorbereiding
Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Verplicht/keuze
De student kan - verschillende begeleidingsmethoden binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg weergeven - de essentie van verschillende specifieke begeleidingsmethoden weergeven die aansluiten op het ontwikkelingsniveau Zoek op internet naar literatuur over verschillende begeleidingsmethoden voor mensen met een verstandelijke beperking Bestudeer uit je boek theorie over verschillende begeleidingsmethoden Boek : Verplegen van mensen met een verstandelijke beperking School Verslag methodiek . 1.4 Begeleidt een zorgvrager C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op de behoefte van de “klant” richten Keuze
Activiteit: Je gaat je oriënteren op een begeleidingsmethodiek en geeft een presentatie aan medestudenten. Werkwijze: In een groepje : Zoek informatie uit de literatuur of internet over de onderstaande begeleidingsmethodieken. Gentle teaching Timmers Huigens Vlaskamp Heykoop Naar keuze Geef een korte beschrijving van twee verschillende methodieken en leg uit voor welke doelgroepen deze geschikt zijn. Maak hierover een verslag, en geef een korte presentatie aan medestudenten.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 57
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
C2
Niveau gevorderd 1
Begeleiden van probleemgedrag
Resultaat Praktische voorbereiding Theorie Locatie Evaluatie Werkproces competentie
Verplicht/keuze
De student heeft zich georiënteerd op de verschillende soorten probleemgedrag Bestudeer theorie over Probleemgedrag en psychopathologie en maakt de activiteiten Boek : Verplegen van mensen met een verstandelijke beperking Thuis, nabespreking op school Bespreek de uitgewerkte activiteiten met klasgenoten en docent. Kijk activiteit 3 na met behulp van het antwoordmodel 1.4 Begeleidt een zorgvrager C. Begeleiden D. Aandacht en begrip tonen R. Op de behoefte van de “klant” richten Verplicht
Activiteit: Je gaat je oriënteren op het probleemgedrag dat je tegen kunt komen bij de zorgvrager met een verstandelijke beperking. Werkwijze: 1. Lees je in je boek de theorie over Normaal gedrag en probleemgedrag Schrijf thuis op wat jij verstaat onder ‘normaal gedrag’. Schrijf thuis op wat jij verstaat onder ‘probleemgedrag’, doe dit met behulp van een woordspin
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 58
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
2. Maak je een lijstje van welk gedrag jij zou betitelen als probleemgedrag. Noem er minimaal 5. Motiveer waarom jij dit probleemgedrag vindt. Probleemgedrag 1.
Motivatie >
2.
>
3.
>
4.
>
5.
>
Beantwoord de volgende vragen : -
wanneer wordt er gesproken over probleemgedrag? hoe ontstaat probleemgedrag? welke redenen kunnen er zijn dat mensen met een verstandelijke beperking meer risico lopen op het ontwikkelen van probleemgedrag? welke vormen van probleemgedrag komen het meest voor in de VG? hoe wordt omgegaan met dit probleemgedrag? Geef ook verpleegkundige interventies.
Activiteit 2 Bestudeer theorie over automutilatie en beantwoord de vragen Bestudeer theorie over automutilatie (boek) en ga naar http://www.automutilatie-site.nl. Beantwoord de volgende vragen: - Wat versta je onder automutilatie? - Wat zijn oorzaken voor automutilatie bij mensen met een verstandelijke beperking? - Wat kan je doen om automutilatie te voorkomen? - Stel een bewoner van jou heeft de drang om toch weer te gaan automutileren. Wat kan jij dan doen? - Wat kan jij doen als je bewoner heeft geautomutileerd? Denk daarbij aan de bewoner en de - eventuele groep.
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 59
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Activiteit 3 Lees de casus en beantwoord de vragen Leo weet wel hoe het moet maar hij kan het niet Leo kan zichzelf prima aankleden, maar hij doet dit alleen als een begeleider in de buurt is. Hij vraagt voortdurend of hij zich goed aankleedt en wat hij moet aantrekken. In feite weet hij het wel, maar hij is blijkbaar zo onzeker dat hij steeds controle en bevestiging wil ervaren. Als de begeleider even wegloopt, wordt Leo zeer gespannen, begint te schreeuwen en slaat zich vervolgens met de rechterhand tegen zijn rechterjukbeen. Wanneer de begeleider terugkomt, moet Leo eerst helemaal gekalmeerd worden alvorens hij weer verder kan met aankleden. 1. 2. 3. 4. 5.
Waarom wordt Leo gespannen en gaat hij zichzelf slaan? Hoe reageert de begeleider als Leo zichzelf slaat? Kun je stellen dat het zichzelf slaan van Leo aangeleerd gedrag is? Is dit gedrag aangeleerd door positieve of negatieve bekrachtiging? Hoe voorkom je het slaan, met andere woorden hoe los je het probleem op?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 60
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
C3
Niveau gevorderd 1
Begeleiden van een leefgroep bij conflicten
Resultaat
Praktische voorbereiding Theorie
Locatie Evaluatie Werkproces competentie Verplicht/keuze
De student kan - aandachtspunten weergeven bij de begeleiding van conflicten in een leefgroep ; - verpleegkundige interventies benoemen met betrekking tot het omgaan met conflicten in een leefgroep; Bestudeer theorie over conflicthantering Boek : Verplegen van mensen met een verstandelijke beperking School Bespreek de uitgewerkte situaties met klasgenoten en docent 1.5 Begeleiden van een groep (C, D Verplicht
Toelichting In deze activiteit ga je kijken naar een leefgroep die bestaat uit zorgvragers met gedragsproblemen. Hoe ga je hiermee om? Activiteit 1 Lees onderstaande situatie goed door en beantwoord de bijbehorende vragen. Situatie 1 Achim (23 jaar) en Samantha (32 jaar) wonen op de Klaverweide 22, een woning voor mensen met een matig verstandelijke beperking. Achim en Samantha hebben samen corvee. Samantha heeft geen zin om de planten water te geven, ze geeft liever de kat eten. Achim wil ook de planten niet verzorgen, want dat vindt hij meidenwerk. -
Hoe kun je als verpleegkundige begeleider het beste op deze situatie reageren? Wat kun je als verpleegkundige doen in deze situatie? Welk doel wil je bereiken? Motiveer dit ook. Hoe kom je erachter wat er aan de hand is, welke informatie heb je nodig?
Situatie 2 Anita (40 jaar) en Josje (34 jaar) wonen op de Merel 14, een woning voor mensen met een matig verstandelijke beperking binnen een instelling voor verstandelijk gehandicaptenzorg. Anita gaat aan de ontbijttafel op de stoel van Josje zitten. Josje loopt onrustig heen en weer en begint te huilen. Ze weigert aan de ontbijttafel te zitten. -
Hoe kun je als verpleegkundige begeleider het beste op deze situatie reageren? Wat kun je als verpleegkundige doen in deze situatie? Welk doel wil je bereiken? Motiveer dit ook. Hoe kom je erachter wat er aan de hand is, welke informatie heb je nodig?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 61
G1OMBC Verstandelijk gehandicapte zorgvrager
Niveau gevorderd 1
Situatie 3 Karel (43 jaar) en Johan (48 jaar) zijn ernstig verstandelijk beperkt en functioneren op het niveau van een 5 jarige. Zij wonen in een gezinsvervangend tehuis. Karel en Jan gaan elke werkdag naar dagbesteding; ze worden om 9.30 uur met de bus gehaald en om 16.00 weer thuisgebracht. Ze zijn dan moe en prikkelbaar gestemd. Beiden willen elke keer tegelijk uit de bus te stappen en als eerste door de voordeur naar binnen. Dit geeft elke keer problemen en ze beginnen in de bus al aan elkaar te duwen en trekken. -
Hoe kun je als verpleegkundige begeleider het beste op deze situatie reageren? Wat kun je als verpleegkundige doen in deze situatie? Welk doel wil je bereiken? Motiveer dit ook Hoe kom je erachter wat er aan de hand is, welke informatie heb je nodig?
Situatie 4 Hanane en Julia delen samen een kamer in een gezinsvervangend tehuis, een voorziening voor mensen met ernstig tot matig verstandelijke beperking. Hanane (21 jaar), een zorgvrager met een ernstig verstandelijke beperking wordt geholpen bij het douchen, waardoor Julia (25 jaar, ernstig verstandelijk beperkt) even op hulp moest wachten. Dat duurt Julia te lang. Ze gaat terug naar haar kamer waar ze de kledingskast en de stereo-installatie van Hanane vernielt. -
Hoe kun je als verpleegkundige begeleider het beste op deze situatie reageren? Wat kun je als verpleegkundige doen in deze situatie? Welk doel wil je bereiken? Motiveer dit ook. Hoe kom je erachter wat er aan de hand is, welke informatie heb je nodig?
Albeda College Branche Gezondheidszorg 190913 62