Ontwikkelingskansen voor ieder kind!
Kiki en de bosdieren
Kiki en de bosdieren
Kansen in kinderen
Inhoud
Voorwoord .................................................................................................................................................................................................. 3 Waar werk je aan bij het thema Kiki en de bosdieren? ................................................. 4 Woordenlijst en woordkaarten................................................................................................................................ 6 Thematafel, de dieren in het bos ......................................................................................................................... 7 Activiteit 1, de dieren in het bos............................................................................................................................. 8 Activiteit 2, bouwen als een bever................................................................................................................... 10 Activiteit 3, de boswandeling................................................................................................................................... 12 Activiteit 4, een lekker muizenhapje.......................................................................................................... 14 Activiteit 5, interactief voorlezen, Mama kwijt......................................................................... 16 Activiteit 6, noten verzamelen als de eekhoorn...................................................................... 18 Activiteit 7, kijken als bosuilen in licht en donker.............................................................. 20 Activiteit 8, graven als een mol............................................................................................................................. 22 Maandonderwerp, drie waarneemposities..................................................................................... 24 Dagverslag van een gastouder............................................................................................................................... 26
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Voorwoord Deze maand duiken we in de wereld van de bosdieren. Welke dieren leven in het bos en hoe zien ze eruit? In het thema Kiki en de bosdieren maken de kinderen kennis met de verschillende dieren en hun kenmerken, en ook met de mooie natuur waarin de bosdieren leven. De herfst is hét seizoen om met kinderen eropuit te trekken naar het bos. Daar spelen we op in. En natuurlijk komen jullie niet met lege handen terug van de boswandeling. De verzamelde natuurschatten krijgen een plekje op de thematafel die deze maand een echte ‘groeitafel’ is. Wat overblijft kun je goed gebruiken voor de kijkdoos met bosmaterialen die we gaan maken. Kinderen mogen de doos bekijken in een donkere ruimte, met een zaklamp. Zo leren de wat oudere kinderen het verschil tussen kijken in het licht en kijken in het donker, net als de bosuil. Ook binnen is er veel te beleven in de herfst. Wat dacht je van voorlezen tijdens een herfstige middag. Het is niet toevallig dat bijna alle prentenboeken voor peuters over dieren gaan. Kinderen vinden het leuk, het prikkelt hun fantasie en stimuleert hun zintuigen. Belevenissen van dieren zijn voor hen herkenbaar omdat de dieren in veel prentenboeken zich als mensen gedragen. Ook daar spelen we op in met het thema Kiki en de bosdieren. Kinderen mogen in de huid van dieren kruipen via interactief voorlezen. Ook de baby’s en dreumesen komen aan hun trekken. Hun liefde voor sensorisch spel en voor verstopspelletjes komt volop aan bod. Meedoen met de oudere kinderen vinden ze prachtig en ook kijken naar de oudere kinderen levert veel vermaak op in de vorm van ‘levende en leerzame televisie’. Copyright © 2014, Kiki-s, Bunschoten-Spakenburg. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.
2
Kinderboekenauteurs gebruiken vaak een dier met menseneigenschappen als hoofdpersoon om op een indirecte manier in te spelen op ‘de binnenwereld’ van kinderen. Kinderen identificeren zich met de hoofdpersoon zonder dat het onderwerp voor hen te dichtbij komt. Zo speelt het boek Mama kwijt van Chris Haughton in op een bekende kinderemotie. Het gaat over een uiltje dat uit het nest valt, zijn moeder kwijtraakt en hulp krijgt van een eekhoorn. Dit boek is een van de titels die we adviseren bij dit thema. Er valt weer veel te leren en te ontdekken, en toch gaat het thema ook deze maand vooral over plezier voor kinderen. Blije kinderen die plezier hebben in wat ze doen, leren beter. Laat ze heerlijk spelen, voelen en zich inleven in de wereld van de bosdieren. Laat ze bouwen als ijverige bevers, noten verzamelen als eekhoorns en in het zand graven als echte mollen! Ouders kunnen je helpen met lege schoenendozen en wc-rollen. Ook is het verstandig om een setje ‘zand- en modderkleren’ te vragen voor motorisch en sensorisch spel met bosmaterialen. Er zijn overigens ook leuke liedjes over bosdieren. Ken je de melodieën nog niet? Je vindt ze op het KIKI YouTube- kanaal via www.kiki-s.nl. Veel plezier met dit nieuwe thema! Met vriendelijke groet en een dikke berenknuffel,
Kiki
NB. Waar we in dit programma spreken over ‘hij’ of ‘zijn’, kan ook ‘zij’ of ‘haar’ worden gelezen. Waar we in dit programma spreken over ouder(s), kan ook verzorger(s) worden gelezen.
Kiki en de bosdieren
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
3
Waar werk je aan bij het thema Kiki en de bosdieren? Spraak- en taalontwikkeling 0 tot 2,5 jaar De baby en dreumes leert de namen van de verschillende dieren die in het bos voorkomen kennen en koppelen aan het beeld. Dat gebeurt door het lezen van boekjes en door het gebruik van woordkaarten. De baby en dreumes hoort de klanken van dieren van de pedagogisch werker. Hij zal proberen de geluiden en mimiek na te bootsen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het geluid van een uil: ‘oehoe’. 2,5 tot 4 jaar De kinderen maken kennis met de verschillende bosdieren en met materialen uit het bos. Het kind leert de dieren koppelen aan woorden door gebruik van woordkaarten en tijdens het lezen van boekjes. Het kind gaat de verschillende beelden in zijn omgeving herkennen en leert te benoemen wat hij ziet.
Sociaal- emotionele ontwikkeling 0 tot 2,5 jaar De baby en dreumes wordt betrokken bij de activiteit van de grotere kinderen. Zo ervaart het kind wat het is om samen te spelen en samen te werken. De baby doet één op één spelletjes met de pedagogisch werker zoals ‘kiekeboe’ en spelen in het zand met de handjes en voetjes. De baby ervaart zo warmte en veiligheid bij de pedagogisch werker in een vertrouwde situatie.
Motorische en zintuiglijke ontwikkeling 0 tot 2,5 jaar De zintuiglijke ontwikkeling wordt gestimuleerd door het voelen en het onderzoeken van de materialen uit het bos en de voorwerpen die op de thematafel liggen.
2,5 tot 4 jaar Bij veel activiteiten voeren we activiteiten samen en omstebeurt uit. Kinderen leren zo op hun beurt wachten.
De motoriek wordt gestimuleerd door het liedje ‘Handjes voor je ogen te zingen’ met de bijbehorende gebaren en bewegingen.
We werken samen aan één doel, bijvoorbeeld wanneer we gaan bouwen als bevers. Samen zoeken we de beste manier om een stevig bouwwerk te maken. Ook leert het kind omgaan met teleurstellingen als de toren helaas een keer omvalt.
De zintuigen worden geprikkeld tijdens het voelen van zand en modder. Het kind ervaart verschillende smaken tijdens het proeven van muizenhapjes.
Rekenprikkels 0 tot 2,5 jaar De baby ervaart dat iets wat weg gaat ook weer terug kan komen doordat we kiekeboe spelen in het donker onder een kleed. Het kind is bezig met rekenprikkels bij het stapelen van gekleurde stapelblokken. 2,5 tot 4 jaar We tellen de verschillende natuurlijke materialen die we hebben verzameld tijdens de boswandeling.
2,5 tot 4 jaar De zintuigen worden geprikkeld tijdens het spelen met zand en modder. Het kind ervaart verschillende smaken en texturen tijdens het proeven van muizenhapjes, zonder te zien. Het verhaal in het boek prikkelt de zintuigen, waarna het kind motorisch actief wordt tijdens het uitspelen van het verhaal. De fijne motoriek wordt gestimuleerd door het spelen, voelen en aanraken van de verschillende materialen uit het bos en tijdens het maken van een kijkdoos. De grove motoriek word gestimuleerd tijdens het afleggen van het parcours van de eekhoorn die op zoek is naar noten en tijdens het bouwen als een bever. De kinderen ervaren dat je met behulp van een lichtbron meer kunt zien in het donker. We zingen een versje waarbij het kind het verschil met donker en licht ervaart.
4
Kiki en de bosdieren
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
5
Woordenlijst en woordkaarten
Thematafel, de dieren in het bos
Woorden die bij het thema Kiki en de bosdieren centraal staan:
Introductie De thematafel sluit aan bij het thema de dieren in het bos. Het zou geweldig zijn als zoveel mogelijk speelgoed exemplaren van de dieren die staan afgebeeld op de woordkaarten een plekje krijgen op de thematafel. De kinderen kunnen er heerlijk mee spelen. Misschien kun je bosdieren als handpop bemachtigen of eenvoudig maken van een sok. Dat maakt het voor kinderen nog makkelijker om in de huid van dieren te kruipen. Een mooie tak of speelgoed bomen maken het bos compleet. Schilder je op een grote kartonnen doos een bos met bomen en maak je er een paar gaten in, dan kunnen de kinderen nog meer hun fantasie uitleven met de handpoppen. Natuurlijk mogen boeken niet ontbreken op de thematafel. De thematafel kan worden aangevuld met materialen uit de natuur zoals mos, takjes en bladeren. In de loop van de periode waarin we werken met dit thema wordt de tafel steeds voller. Verzamel samen met de kinderen eikels, kastanjes en andere materialen uit het bos. Geef ruim baan aan de verwondering van kinderen. Ze kunnen dolgelukkig zijn met natuurschatten zoals een mooi stukje schors, een steeltje met twee eikendopjes of een glimmende kastanje. Zo wordt het echt een tafel die door de kinderen is gemaakt en zullen ze een goed beeld krijgen van de verschillende materialen uit het bos.
0 tot 2,5 jaar
2,5 tot 4 jaar
Extra woorden
de haas
de haas
de snuit
de muis
de muis
de regen
de mol
de mol
de herfst
de vos
de vos
de wind
de wolf
de wolf
het holletje
de egel
de egel
tekenen
de bever
rollen
de eekhoorn
kruipen
het hert
zoeken
de uil
de beer
de boom
het konijn
het bos Woordkaarten in de bijlage:
Kansen in kinderen
de haas 6
Kansen in kinderen
de egel
Kansen in kinderen
het bos
praat ze de ruimte geeft met de (speelgoed) dieren te spelen. Nodig: ͳͳ Kiki ͳͳ speelgoed bosdieren ͳͳ bosdieren als knuffel ͳͳ materialen uit de natuur zoals mos, gras, bladeren, eikels, dennenappels, takjes, etc. ͳͳ Boeken passend bij het thema: ͳͳ ‘Dierenboek’ van Dick Bruna ͳͳ ‘In het rond Roodkapje 3d’, auteur onbekend ͳͳ ‘Kleine Muis ontdekt de wereld’ van Gillian Lobel en Daniël Howard ͳͳ ‘Ik hou van mijn mama’ van David Bedford ͳͳ ‘Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft’ van Werner Holswartz en Wolf Erlbruch Inrichting De losse takjes, eikels en blaadjes zijn wat minder geschikt om vrij mee te spelen. Je kunt de natuurschatten wat hoger leggen en aan de kinderen uitleggen dat de dingen die zij hebben gevonden wel heel bijzonder zijn en dus een mooi plaatsje verdienen waar je ze goed kunt zien en waar ze niet kunnen beschadigen.
Doel Het doel van de thematafel is dat kinderen op een speelse manier kennismaken met de dieren die leven in het bos. Hoe groot zijn de dieren, hoe zien ze eruit en wat eten ze in het bos? Door de kinderen de ruimte te geven met de dieren op de thematafel te spelen, zullen ze de namen van de dieren benoemen en de naam en het dier makkelijker koppelen. De informatie over dieren leren ze doordat je samen boeken leest, erover
Kiki en de bosdieren
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
7
Activiteit 1, de dieren in het bos Doel De kinderen gaan samen met Kiki kennismaken met de bosdieren. Welke bosdieren zijn er allemaal? Hoe zien ze eruit en wat eten ze? Voorbereiding Leg de benodigde spullen bij Kiki op de thematafel. Nodig: - woordkaarten - voorleesboeken. Suggestie: ‘Bosdieren’ van July Zaglia en ‘De grote junior dierenencyclopedie’ van Hans Peter Thiel. - materialen uit de natuur zoals mos, gras, bladeren, eikels, dennenappels, takjes, etc. - knuffels van bosdieren - speelgoed bosdieren - foto’s en plaatjes van bosdieren - bakjes en doosjes - knutselsjabloon muis en vos - bruine elastiekjes - scharen - kleurpotloden of verf en kwasten - materiaal om te versieren zoals draadjes wol, crêpepapier - lijm Introductie “Kom eens kijken, jongens! Kiki heeft bosdieren meegenomen. Welke dieren zijn het?” Misschien weten sommige kinderen een aantal dieren te
8
kinderen de vrije loop. Ondersteun ze tijdens het knutselen. “Wat een mooie kleuren heeft jouw vos, Esmee!”
benoemen, voor andere kinderen zijn bepaalde dieren nog onbekend. Geef een ouder kind de kans om te vertellen welk dier het is. “Thijmen, kun jij aan Kiki vertellen welk dier dit is?” Geef het kind even de tijd om na te denken. Kern Kinderen van 0 tot 2,5 jaar Geef de kinderen om de beurt een bosdier om te bekijken. Benoem wat het kind ziet en wat het vastpakt. Gebruik hier ook de woordkaarten voor. “Dat is de neus van de vos, daarmee kan de vos heel goed ruiken. Waar zit jouw neus?” Wijs zelf je neus aan. Het kind kijkt jou aan en zal zijn eigen neus aanwijzen. Is dat nog moeilijk? Pak dan de hand van het kind vast en wijs samen de neus aan bij het kind. Bekijk samen ook de materialen uit de natuur en benoem ze. “Dit is een blad, welke kleur heeft het blad?” Lees samen boekjes over bosdieren en gebruik bij het voorlezen de knuffels en de voorwerpen van de thematafel. Geef de kinderen zelf de kans om te benoemen wat ze zien en ondersteun ze hier emotioneel in. “Ja, dat is de mol. Dat vindt Kiki heel goed van jou, Bart.” Kinderen van 2,5 tot 4 jaar De kinderen gaan kennismaken met de bosdieren. Ieder kind krijgt de kans om de bosdieren te begroeten, te bekijken en te benoemen. “Weet iemand welk dier dit is? Wie weet waar de dieren wonen?” De dieren wonen in het bos en heel soms ook in de tuin, zoals bijvoorbeeld de mol. “Wie heeft al eens een bosdier gezien, en welke?” Kinderen kunnen een aantal dieren hebben gezien in het bos of in een boek. Sommige dieren leven ’s nachts en slapen overdag. Benoem nog een keer samen de bosdieren en bekijk hoe ze eruitzien, of ze groot of klein zijn, veren hebben of een harige vacht. “De bever heeft een platte staart, waar zit die?” Laat de
kinderen om de beurt de staart aanwijzen en ondersteun ze hierbij. “Heel goed van jou, Lisa. Dat is de staart van de bever.” En de wolf kan heel goed ruiken met zijn neus, zo ruikt hij bijvoorbeeld eten. “Daar zit de neus van de wolf, waar zit jouw neus? Inderdaad Tom, dat is jouw neus. Daarmee kun je ruiken.” De uil heeft hele goede ogen en kan ook in het donker goed zien. “Waar zitten jouw ogen?” De haas slaapt in een holletje, deze graaft hij met zijn poten. “Waar slapen jullie?” Het hert heeft een groot gewei. “Wie weet wat dit is?” Pak de woordkaart erbij en laat het aan de kinderen zien. Zo kun je alle dieren langsgaan en erover praten met de kinderen. Misschien hebben zij wel iets over een bosdier te vertellen? Bekijk samen met de kinderen ook de materialen uit het bos en laat de kinderen ze benoemen. “Dat is een nootje, heel goed van jou, Daan.” Geef zo ieder kind een kans om de verschillende materialen te bekijken.
Afsluiting Als iedereen klaar is met het knutselsjabloon, knippen we dieren uit. Aan beide kanten van het masker komen twee elastiekjes, die kunnen de kinderen om hun oren doen zodat het masker blijft zitten. Bekijk samen hoe mooi de maskers zijn geworden. Het is leuk om de kinderen zichzelf in de spiegel te laten bekijken, zodat zij zien hoe het masker hen staat. Als ieder kind de tijd heeft gekregen om zijn masker te laten zien, ruimen jullie samen alle knutselspullen op. Extra ideeën Pak de woordkaarten erbij en leg deze verspreid op tafel. Doe verschillende materialen uit de natuur in verschillende bakjes of doosjes en zet die ook op tafel. Nu kun je een spelletje doen. Pak bijvoorbeeld een nootje en vraag. “Welk dier eet nootjes?” Als een kind het goede antwoord geeft mag hij het bakje met nootjes bij de woordkaart zetten. “Heel goed, zet het bakje maar bij de woordkaart van de eekhoorn.”
Ga gezellig op een kleed zitten, met Kiki erbij, en lees de boekjes over de bosdieren. Tijdens het voorlezen kunnen de kinderen het verhaal misschien wel uitbeelden met de knuffels, de handpoppen of speelgoed bosdieren? Uitbreiding Op het knutselsjabloon staan twee bosdieren afgebeeld, de vos en de muis. Die kunnen jullie samen mooi versieren. Laat de fantasie van de
Kiki en de bosdieren
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
9
Activiteit 2, bouwen als een bever Doel De kinderen gaan bouwen als bevers. Ze proberen bouwwerken te maken met zoveel mogelijk blokken van verschillend formaat en in verschillende vormen. De kans is groot dat de toren tijdens het bouwen een keer omvalt. Dat geeft niks, het kind leert dan omgaan met zijn teleurstelling. En zo wordt het kind gestimuleerd om een steviger constructie te bouwen, die niet omvalt. Daar wil Kiki vast wel bij helpen.
Voorbereiding
kunnen bouwen door te stapelen en dat de kinderen ook kunnen bouwen, een toren bijvoorbeeld. Doe het een keertje voor. Stapel een voor een de blokken op elkaar. Vertel dat het kind verschillende vormen kan bouwen: een smalle toren, een hoge toren, of bijvoorbeeld een breed bouwwerk. Doe samen met Kiki de verschillende bouwmanieren voor. Als de toren omvalt mag het kind gewoon overnieuw beginnen, maak duidelijk dat dit helemaal niet erg is. Zorg ervoor dat het kind je uitleg goed kan verstaan. Begrijpt het kind wat de bedoeling is?
Bekijk het filmpje op YouTube waarop goed is te zien hoe een bever eruitziet, hoe hij materialen versleept en stapelt. Bepaal wat je er zelf bij wilt vertellen en of je het filmpje eventueel wat eerder wilt afbreken. Je vindt het filmpje op YouTube onder de zoekterm ‘De bever Natuurhistorisch Museum Rotterdam’. Zorg voor genoeg bouwmaterialen. Maak de omgeving vrij van obstakels zodat de kinderen de ruimte hebben om hun bouwwerken te maken. Nodig: Voor kinderen 0 tot 2,5 jaar: ͳͳ stapeltoren ͳͳ stapelringen ͳͳ stapel bekers ͳͳ wc-rollen
Kinderen van 2,5 tot 4 jaar Laat het kind een toren bouwen. Complimenteer het kind met zijn bouwwerk: “Jij kan net zo goed bouwen als een bever, Melle!” Stort het bouwwerk in? Stimuleer het kind dan om het bouwwerk anders aan te pakken en laat Kiki hierbij helpen. Misschien lukt het dan wel om samen een hogere toren te bouwen. Niet alle kinderen kunnen er goed tegen als hun toren omvalt. Toch kan dat gebeuren bij deze activiteit. Zo leert het kind omgaan met teleurstellingen. Troost het kind zonodig, en stimuleer hem daarna om het nog een keer te proberen.
Uitbreiding Is de toren af? Dan kun je kunt het kind een bal geven en de toren op afstand om laten gooien. De kinderen kunnen ook gezamenlijk een toren bouwen en dan om de beurt een blok toevoegen aan de toren. Afsluiting We bekijken samen alle bouwwerken. Laat de kinderen vertellen over hun eigen bouwwerk. “Wat heb je gemaakt Thomas?” Het is leuk om er een foto van te maken zodat de kinderen de toren trots aan hun ouders kunnen laten zien.
Kern Kinderen van 0 tot 2,5 jaar Laat het kind zien wat je allemaal met blokken kunt doen. Het kind kan zelf in elke hand een blok vasthouden, hij kan ze verwisselen, tegen elkaar slaan of doelbewust uit zijn handen laten vallen. Het kind kan zelf een toren bouwen met de blokken, en natuurlijk ook gezellig samen met Kiki. Als de toren omvalt en je doet alsof je heel erg schrikt, dan heeft het kind dikke pret.
Voor kinderen 2,5 tot 4 jaar: ͳͳ bouwblokken ͳͳ bouwstenen ͳͳ wc-rollen ͳͳ houtstronken Introductie Ga met de kinderen en Kiki aan tafel zitten. Bekijk eerst samen het filmpje. Dan laat Kiki de blokken zien. Vertel dat bevers heel goed
10
Voor de wat oudere kinderen kun je misschien al wel naar de kleuren vragen. “Wil jij een geel blok pakken?”
Een stapeltoren voor jonge kinderen heeft vaak vrolijke kleuren. Benoem de kleuren tijdens deze activiteit. “Kijk Bart, dit is een rood blok.”
Kiki en de bosdieren
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
11
Activiteit 3, de boswandeling Doel Boswandelingen doen het goed bij veel kinderen. Donkere bospaden stimuleren de fantasie, er zijn genoeg bomen om in te klimmen en er zijn altijd wel takken, dennenappels en andere natuurlijke voorwerpen die kinderen boeien. We ontdekken waar de bosdieren leven en misschien komen we tijdens onze boswandeling wel een bosdier tegen.
Nodig: ͳͳ Kiki ͳͳ laarzen of oude schoenen voor de kinderen ͳͳ plastic tassen
heerlijk vrij spelen. Voor kinderen is het bos een avontuurlijke speelplek, vooral slingerende struinpaadjes bezorgen kinderen het echte ‘bosgevoel’.
Introductie Vandaag gaan we met z’n allen op stap, naar het bos. We gaan kijken waar de bosdieren leven. In het bos gaan we op zoek naar bosdieren en we zoeken kastanjes, eikels en mooie bladeren om mee te nemen. Gaan jullie gezellig met Kiki mee?
Uitbreiding Kiki heeft een goed idee! Om nog beter naar bosdieren te kunnen speuren kunnen we mooie verrekijkers maken.
Kern Kinderen in de leeftijd van 0 tot 2,5 jaar Een goede wandelwagen is prima voor een fijne wandeling met de allerjongsten. Met een buggy is het wat minder prettig wandelen door de rulle bosgrond. Hou er rekening mee dat de baby stilzit of ligt en het dus eerder koud heeft in het koudere seizoen. Neem daarom ook als het zonnetje lekker schijnt een extra dekentje, een mutsje en iets warms voor de voetjes mee. Als het kind graag zelf loopt, is het toch handig om de wandelwagen mee te nemen, zodat het kind kan uitrusten als het hier behoefte aan heeft. De wandelwagen is tegelijkertijd een handig vervoermiddel voor spullen. Neem voldoende rustpauzes en blijf dan eens
Voorbereiding Voor deze activiteit is het handig als de ouders de kinderen wat extra kleding mee geven die vies mag worden. Bij nat weer is het slim om de kinderen laarzen aan te (laten) trekken.
12
wat langer op dezelfde plek, ook als de kinderen weer opstaan en uit zichzelf de omgeving gaan verkennen. Ze rusten zo toch een beetje uit en blijven actief bezig. Als je op tijd wat rust neemt kun je daarna weer energierijk verder met de boswandeling. Benoem tijdens de boswandeling waar de kinderen mee spelen en wat zij graag mee willen nemen in de tas. “Goed zo Martijn, dat is een mooie tak!” Kinderen van 2,5 tot 4 jaar Als we in het bos aankomen kijken we eerst goed om ons heen. Wat zien de kinderen allemaal? Waar zullen de bosdieren wonen? Ga met de kinderen op onderzoek uit. Misschien kunnen jullie een konijnenhol vinden? Kiki speurt de bosranden af! Voor kinderen is het een hele ervaring om op hun buik tussen de bladeren te liggen en alles van heel dichtbij te bekijken. Als ze iets moois vinden wat ze mee naar huis kunnen nemen stop het dan in de plastic tas. Je kunt ook ieder kind een eigen tas geven, waar ze hun gezochte spulletjes in kunnen bewaren. En wees geïnteresseerd in het moois dat het kind heeft gevonden. “Hoeveel takken heb jij al gevonden, Lars?” Laat de kinderen tijdens het zoeken naar bosmaterialen en het speuren naar dieren ook
Kiki en de bosdieren
Nodig: ͳͳ Kiki ͳͳ wc-rollen ͳͳ verf ͳͳ papier ͳͳ touw of lint ͳͳ lijm of nietmachine Laat de kinderen de twee wc-rollen mooi versieren. Zodra dit klaar is kunnen de twee rollen aan elkaar worden bevestigd door middel van lijm of met twee nietjes. Om de verrekijker om de nek te kunnen hangen maken we er nog een mooi gekleurd touw of lint aan. Afsluiting De kinderen mogen hun vondsten uit de tas halen en op de thematafel leggen. “Kiki vraagt zich af wat dit is? Wie weet het? Heel goed Sofie, dat is een nootje.” Je zult merken dat de kinderen het geweldig vinden om hun bijdrage te leveren aan de thematafel. Ook leuk als ze de tafel en hun aandeel bij de inrichting mogen laten zien aan de ouders als zij worden opgehaald. Bewaar de natuurlijke materialen die overblijven, we hebben ze nog nodig verderop in het thema.
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
13
Activiteit 4, een lekker muizenhapje Doel Het is goed om kinderen al op jonge leeftijd te laten wennen aan verschillende smaken. Kinderen die al op jonge leeftijd verschillende smaken proeven, lusten over het algemeen meer bij het ouder worden. In deze activiteit gaan we door middel van (kleine) muizenhapjes allerlei smaken ontdekken. Voorbereiding Zet diverse kleine hapjes in bakjes op tafel en scherm het eten af, bijvoorbeeld met de knapzak. Nodig: ͳͳ Kiki ͳͳ knapzak ͳͳ bakjes ͳͳ lepels
ͳͳ ͳͳ ͳͳ ͳͳ
kleine hapjes om te proeven snoetenpoetsers of washandjes woordkaart van de bosmuis theedoek
Introductie Nodig de kinderen uit om gezellig bij je aan tafel te komen zitten. Vertel dat een muis in het bos allemaal lekkere hapjes opzoekt zoals zaadjes en nootjes en deze eerst even proeft. Heb je gezien hoe groot de mond is van een muisje? Veel kleiner dan onze mond. Daarom proeft een muis met kleine muizenhapjes. Nu heeft Kiki ook allemaal lekkere hapjes meegenomen voor de kinderen, zo klein als muizenhapjes. De kinderen zijn vast nieuwsgierig welke lekkere kleine muizenhapjes onder de knapzak liggen. Iedereen mag proeven, zullen we eens gaan kijken?
Kinderen van 2,5 tot 4 jaar Spelletjes aan tafel kunnen leerzaam zijn. Met dit spel leert het kind vooral goed smaken herkennen en niet bang te zijn om iets te proeven dat hem wordt aangeboden. Vouw een theedoek tot een blinddoek en doe deze om het hoofd van het kind. Vindt de peuter dit een beetje eng, dan kan hij ook zijn handjes voor de ogen houden. Daarna geef je het kind iets te proeven op een lepeltje. Deze activiteit gaat over een muizenhapje, het is dus het is ook echt de bedoeling dat hetgeen wat wordt geproefd in kleine hoeveelheden wordt aangeboden. Het kan zijn dat een kind iets echt niet lust, dit hoeft dan niet opgegeten te worden, het gaat immers om het proeven. Maar blijf het kind wel gevarieerd eten aanbieden, dus ook dingen die het kind niet graag lust.
Kern Kinderen in de leeftijd van 0 tot 2,5 jaar Baby’s hebben meer smaakpapillen dan volwassenen. Toch is vaak maar één smaak favoriet: zoet. In het begin zal alles wat anders smaakt dan borstvoeding of flesvoeding, zoals bittere of zure smaken, als niet zo lekker worden ervaren. Geef ze de mogelijkheid om zoveel mogelijk verschillende smaken te proeven en hun smaakpupillen te prikkelen. Je kunt het kind laten kennismaken met nieuwe smaken door kleine muizenhapjes te laten proeven. Als het kind het eten uitspuugt hoeft dit niet te betekenen dat het kind het niet lust. Het kind kan ook moeite hebben het eten door te slikken of moeten wennen aan de substantie.
Voorbeelden van geschikte hapjes: ͳͳ stukje kiwi, appel, aardbei, banaan, sinaasappel, ananas, schepje appelmoes, schijfje wortel ͳͳ stukje brood, toast, biscuit, rijstwafel, een crouton ͳͳ hapje vla, pudding, vruchtenyoghurt ͳͳ hapje stroop, honing, vruchtenjam ͳͳ stukje kaas, worst, groene olijf, kappertje Stimuleer de kinderen een hapje te proeven. “Zou het lekker smaken? Is het lekker? Waar smaakt het naar?” Herhaal de activiteit met de verschillende hapjes zolang de kinderen betrokken en enthousiast blijven. Afsluiting Vertel dat Kiki het fijn vindt dat iedereen zo goed zijn best gedaan heeft om te proeven. Bespreek met de kinderen wat ze hebben geproefd. Wat vonden ze lekker en wat niet?
Voorbeelden van geschikte hapjes: ͳͳ stukje appel, peer, banaan, mango, kerstomaat, paprika, geraspte kokos, rozijn ͳͳ stukje brood, crouton, biscuit, toast
14
Kiki en de bosdieren
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
15
Activiteit 5, interactief voorlezen, Mama kwijt Doel Kinderen vinden het heerlijk om samen een boek te lezen. Interactief voorlezen zorgt voor nog meer beleving. Spontane reacties van de kinderen kunnen ook een leuke aanleiding zijn voor een gesprekje. Door het inlassen van interactieve momenten tijdens het voorlezen worden de taalontwikkeling, het verhaalbegrip en de woordenschat van kinderen nog actiever gestimuleerd. Voorbereiding Het is handig om het verhaal eerst een keer voor jezelf te lezen zonder de kinderen erbij, zodat je alvast wat bekender wordt met wat je wilt uitbeelden, hoe je intonatie moet zijn en waar je een kleine pauze wilt nemen. En als je weet waar het verhaal over gaat, kunt je vooraf bedenken wat je wilt uitleggen en vragen tijdens het voorlezen.
allemaal in het verhaal voorkomen, misschien kunnen de kinderen de personages al herkennen en benoemen. Dreumesen kun je al wat vragen stellen, bijvoorbeeld om iets aan te wijzen of een vraag stellen waar ze met ‘ja’ of met ‘nee’ op kunnen antwoorden. Kinderen in deze leeftijdsgroep die zelf al mee kunnen doen met het naspelen van het verhaal, laat je een personage uitkiezen. Ondersteun ze tijdens het verhaal bij hun optreden. Zo weet het kind wat je wanneer van hem verwacht. Als in het boek verschillende dieren voorkomen kun je deze samen met de kinderen nadoen. “Welk geluid maakt dit dier, kun je dit aan Kiki laten horen?”
Nodig: ͳͳ Kiki met knapzak ͳͳ een boek om interactief voor te lezen, bijvoorbeeld het verhaal ‘Mama kwijt’ ͳͳ materialen om het verhaal uit te spelen zoals knuffels, handpoppen, speelgoedpoppetjes, eventueel verkleedkleding voor Kiki Introductie Bekijk samen het boek voordat je begint met lezen. Wat staat er op de kaft? Wat zien we daar allemaal? Geef ieder kind de kans om te benoemen wat hij of zij ziet. Kern Kinderen van 0 tot 2,5 jaar Bekijk samen met de kinderen het boek voordat je gaat voorlezen. Vertel de kinderen wie er
16
Kiki bij het verhaal want Kiki wilt ook graag naar het verhaal luisteren en kijken. Misschien mag Kiki wel bij iemand op schoot? Tijdens het verhaal kun je de kinderen een handje helpen door te vragen of zij iets willen uitbeelden. De kinderen kunnen de bijvoorbeeld de uiltjes vasthouden. Als een kind uit zichzelf al gaat uitbeelden is dit fantastisch, en moedig dit dan ook aan. “Wat knap van jou Barbara!” Kinderen leren er veel van als je samen met hen over allerlei gebeurtenissen in het verhaal nadenkt en erover praat. Stel aan de kinderen geen vragen waar ze met ‘ja’ of ‘nee’ op moeten antwoorden, stel liever open vragen. Een voorbeeld van een open vraag is: “Wat zou jij doen als...?” Interactief voorlezen is dus geen eenrichtingsverkeer, maar echte communicatie met de kinderen. Want kinderen hebben veel te vertellen. Het is leuker om mee te gaan met de verhalen van de kinderen, in plaats van strak vast te houden aan het boek. Afsluiting Laat de kinderen die dit willen hun eigen spel nog verder spelen met het verhaal.
Extra ideeën Nog twee boeken die passen bij het thema Kiki en de bosdieren en die leuk zijn om interactief voor te lezen:
0 t/m 4 jaar: Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft Als de kleine mol op een dag zijn kop boven de grond steekt, gebeurt het: het is rond en bruin en ziet er een beetje uit als een worst en het komt precies op zijn kop terecht. Mol gaat op zoek naar de dader. Het is leuk om de kinderen zelf de verschillende soorten ontlasting te laten maken met klei zoals bijvoorbeeld te zien is op de foto 4 jaar en ouder: Roodkapje Het wereld beroemde sprookje Roodkapje, is een leuk verhaal voor de kinderen. Het boek roodkapje 3D is aangepast voor de kinderen van jongere leeftijd. Open het boek helemaal in het rond en lees het verhaal en geniet van de 3D taferelen.
Kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar Kiki heeft een leuk boek gevonden en wil deze graag samen met de kinderen gaan lezen. Bekijk eerst samen de kaft van het boek. Wat is er allemaal te zien? Waar zal het boek over gaan? Geef elk kind de kans om iets te vertellen. Verzamel samen met de kinderen de spullen die nodig zijn om het verhaal te kunnen uitspelen. Kiki heeft vast spulletjes meegenomen in de knapzak. “Zullen we een kijkje nemen?” Betrek
In dit verhaal kan Kiki de hoofdrol krijgen en worden verkleed als Roodkapje. Dit kan simpelweg al door Kiki een rode sjaal om het hoofd te doen. .
Kiki en de bosdieren
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
17
Activiteit 6, noten verzamelen als de eekhoorn Doel Kinderen hebben een groot inlevingsvermogen en hoe mooi is het voor de kinderen om zich te kunnen inleven in een eekhoorn! Door het creëren van hindernissen waar de kinderen overheen, onderdoor en achterlangs kunnen, zijn we bezig met ruimtelijke oriëntatie. De motorische ontwikkeling van het kind wordt bevorderd als we, net als een eekhoorn, noten verzamelen. We kozen voor deze activiteit walnoten omdat die gemakkelijk zijn te verkrijgen en omdat ze door hun afmeting veiliger zijn.
Introductie Kiki zit al klaar om een leuk spelletje te gaan doen. Begin met een vraag. “De eekhoorn verzamelt allemaal nootjes, kunnen jullie dit ook?” Geef de kinderen even de tijd om hierover na te denken. “Er liggen overal nootjes, er zijn er ook een paar verstopt!” Vertel de kinderen wat we gaan doen. “We gaan net zoals de eekhoorn allemaal nootjes verzamelen, als je een nootje hebt gevonden mag je die in het mandje doen.”
walnoot. Eekhoorns eten ook noten, iets kleiner dan een walnoot. Wil jij mij helpen zoeken naar nog een walnoot?” Leg de walnoten op plekken waar de kinderen ze kunnen zien. Leg er ook een paar onder het kleed. Is het toch nog een beetje moeilijk? Dan kan Kiki een paar hints geven. Ondersteun het kind elke keer weer emotioneel als het iets gevonden heeft en stop de noten samen in het mandje. “Goed zo Jorik, heel knap van jou”.
Kern Kinderen van 0 tot 2,5 jaar We gaan samen gezellig op het kleed zitten. En leg uit wat we gaan doen. Pak zelf een walnoot van de grond en benoem deze. “Dit is een
Kinderen van 2,5 tot 4 jaar Samen gaan jullie het parcours volgen. Laat eerst de walnoot een keer zien zodat de kinderen weten waarnaar ze gaan zoeken. De kinderen mogen om de beurt de noten verzamelen. Vertel het kind hoeveel noten je hebt verstopt, zodat hij ook weet naar hoeveel noten kan worden gezocht. Als het kind een walnoot gevonden heeft, complimenteer je het kind. “Wat goed van jou, Desi! Stop de walnoot maar in de mand. Hoeveel walnoten heb je al gevonden?” Wordt de laatste walnoot niet zo gemakkelijk gevonden, dan wil een ander kind vast helpen zoeken. Ook Kiki kan heel goed helpen zoeken.
Voorbereiding Zet in de kamer een parcours uit waarbij de kinderen ergens overheen kunnen klimmen of onderdoor kunnen kruipen. Dit spel kan ook buiten; dan kun je een lekker groot parcours uitzetten. Je kunt buiten ook speeltoestellen in het parcours betrekken.
Eekhoorn, eekhoorn Eekhoorn, eekhoorn met je lange staartje Eekhoorn, eekhoorn vlieg maar met een vaartje, Tikke takke tonen, roetsj …… in de bomen. De melodie vind je op YouTube onder de zoekterm ‘Eekhoorn met je lange staartje’ Afsluiting Belangrijk bij het opruimen van deze activiteit is dat alle walnoten zijn verzameld en goed worden opgeborgen, zodat de kinderen ze niet in hun mond kunnen stoppen.
Nodig: ͳͳ Kiki ͳͳ kleed ͳͳ stoeltjes, staptegels, tafel, kruiptunnel ͳͳ mandjes ͳͳ walnoten om te verzamelen
18
Een leuk liedje tijdens jullie zoektocht:
Het is leuk om de noten elke keer op verschillende plekken neer te leggen, op de kast, onder een stoel, in een kruiptunnel, achter een bloempot etc.
Kiki en de bosdieren
Extra ideeën Deze activiteit hoeft niet alleen te worden uitgevoerd met walnoten. De kinderen mogen natuurlijk ook andere materialen verstoppen.
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
19
Activiteit 7, kijken als bosuilen in licht en donker Doel Uilen leven in het donker, en kunnen ook in het donker goed kijken. Samen met de kinderen ervaren we het verschil tussen kijken in het licht en in het donker. In het donker is het moeilijk om voorwerpen te zien. De kinderen leren dat je met behulp van een lichtbron meer kunt zien.
ook interesse krijgt in het ‘verstoppen’. Doe dit samen, Kiki doet ook gezellig mee. Het kind ervaart dat het onder het kleed donker is, en dat het weer licht wordt zodra je onder het kleed vandaan komt. Het is verstandig om er zelf bij te blijven zitten. Dan kun je hen stimuleren in het spel en het is veiliger.
Voorbereiding Voor deze activiteiten heb je een aantal schoenendozen nodig. Misschien kun je de ouders erom vragen. Maak een gat in één van de korte zijden van de schoendoos (= kijkgat). En maak een gat in de deksel van de schoendoos. (foto voorbeeld invoegen voor de duidelijkheid) Nodig: - Kiki - schoenendozen - schaar - doorschijnend gekleurd papier - bosmaterialen: zand, mos, bladeren, takjes etc. - zaklampen - kleed - donkere ruimte bijv. slaapkamer ͳͳ Introductie “Kiki heeft weer allemaal spulletjes meegenomen, zullen we samen eens gaan kijken wat er in de knapzak zit?” Kern Kinderen van 0 tot 2,5 jaar Jonge kinderen gaan graag op onderzoek uit en willen zelf ervaren. Met deze activiteit geef je het kind de mogelijkheid om licht en donker te ontdekken. Pak een groot laken, en ga bij de baby’s op de grond zitten. Doe samen een kiekeboe spelletje. Verstop eerst jezelf onder het kleed. Je zult merken dat het kind misschien zelf
20
Een leuk opzegversje: Oogjes open oogjes dicht (handen voor de ogen) nu is het donker en nu is het licht (handen weer weg) Kinderen van 2,5 tot 4 jaar De kinderen mogen de sjabloon met bosdieren mooi inkleuren. Wie kan de dieren benoemen die ze aan het inkleuren zijn? “Heel goed, dat is inderdaad een uil, knap van jou!” Kiki kijkt gezellig mee hoe mooi de bosdieren worden ingekleurd. Als de bosdieren een kleurtje hebben gekregen kunnen ze worden uitgeknipt. Misschien kunnen de oudere kinderen het zelf proberen?
Nu de bosdieren mooi zijn ingekleurd gaan we beginnen met het maken van een kijkdoos waarin alle dieren een plekje krijgen. Pak de schoenendozen met de uitgeknipte gaten erbij. Elk kind krijgt een eigen schoendoos. Het kind mag zelf het doorschijnend gekleurd papier op de deksel van de schoendoos plakken, zodat het gat bedekt is. Daarna krijgen de bosdieren allemaal een plekje in de doos. Deze kunnen worden vastgeplakt. Kiki kijkt mee en ze vindt dat de kinderen goed hun best doen. Als alle dieren een plekje hebben gekregen in de doos, mag het kind bosmaterialen uitkiezen en rond de dieren schikken, zodat de dieren in een echt bos verblijven. De mol wordt omringd met zand, bij de bever liggen takken en het hert krijgt een plek tussen de bladeren... Als de kinderen tevreden zijn mag de deksel op de doos en is de kijkdoos klaar. Voordat we verder gaan met de volgende stap, ruimen we eerst samen alle knutselmaterialen op. Ga samen met de kinderen naar een donkere ruimte, bijvoorbeeld de slaapkamer. Maak de kamer niet meteen helemaal donker. Laat de kinderen eerst wennen. Hoe meer de deur dicht gaat hoe donkerder het wordt. De uil kan in het donker goed zien, maar wij mensen niet. Hoe kunnen we nu kijken in het donker? Kiki heeft een goed idee, ze heeft iets meegebracht in de knapzak, vertel je de kinderen en dan doe je de zaklamp aan en uit… Wat zal het zijn? “Goed zo Pelle, het is een zaklamp! Wat kun je met een zaklamp? Gebruik je die als het licht is, of in het donker?”
de zaklamp op de bovenkant van de schoendoos, door het doorschijnend gekleurde papier. Geef het kind de gelegenheid om te onderzoeken wat er gebeurt als je met de zaklamp in de schoendoos schijnt. De bosdieren lichten op, een bijzondere ervaring! Geef het kind de tijd om te kijken en ondersteun de andere kinderen ook in het wachten op hun beurt. “Ik vind het heel erg knap van jou Jesse, dat jij zo goed kunt wachten. Jij mag na Teun kijken.” Uitbreiding Je kunt deze activiteit uitbreiden met een schaduwspel. Daarvoor heb je een witte doek, zaklamp, handen of handpoppen en bosmaterialen nodig. Stap 1: Hang het witte doek op. Stap 2: Laat het licht op het doek schijnen. Stap 3: Probeer nu uit welke figuurtjes jij kunt maken met je handen. Stap 4: Maak een schaduwspel met je eigen handfiguurtjes, met bosmaterialen of met handpoppen. Stap 5: Laat de kinderen genieten van het spektakel of laat ze zelf een schaduwspel spelen. Afsluiting Bespreek samen met de kinderen wat we hebben gedaan. “We hebben een mooi bos met dieren gemaakt!” Laat de kinderen ook elkaars bos met bosdieren bewonderen.
Leg uit dat we nu met de zaklamp in de dozen gaan schijnen, en dat we daarom in een donkere kamer zijn. Want een zaklamp gebruik je immers in het donker. De kinderen mogen om de beurt met Kiki in hun ‘bos’ kijken. Schijn met
Kiki en de bosdieren
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
21
Activiteit 8, graven als een mol Kern Kinderen van 0 tot 2,5 jaar Let er tijdens deze activiteit goed op dat de baby geen zand in zijn mond stopt.
Doel Tijdens deze activiteit kruipen we in de huid van de mol, en we gaan aan de slag met zand. Het spelen met zand biedt zintuiglijke ervaringen, het nodigt uit tot ontdekken, tot sociaal contact tussen de kinderen. Kinderen breiden hun woordenschat uit door te benoemen wat ze doen, en natuurlijk biedt deze activiteit veel plezier.
De meeste kinderen spelen graag met zand. Als ze er voor het eerst mee in aanraking komen, vinden ze het misschien nog wel een beetje raar of zelfs onprettig. Dit is niet gek, het is een totaal nieuwe ervaring! Het is goed om de baby te laten spelen met het water en het zand. Het is niet erg als het een rommeltje wordt. De baby vindt het heerlijk om te spelen, dus laat dit ook gewoon gebeuren en geef de baby de kans om te ontdekken. Laat het kind het zand ervaren, hoe voelt het? Vertel wat je doet. “We doen jouw handje in het zand” Als de baby het leuk vindt kun je het ook proberen met de voetjes. “Goed zo Gijs, je voelt met je tenen het zand.” Voeg ook wat water toe en laat de baby de veranderde structuur ontdekken.
Voorbereiding Als je deze activiteit binnen doet is het handig om de vloer af te dekken met zeil, papier of met oude kranten. Nodig: ͳͳ Kiki ͳͳ zandbak of een bak met droog zand en nat zand ͳͳ zeep ͳͳ handdoek
Kinderen van 2,5 tot 4 jaar De mol is een hele goede graver. Kiki wil ook graag gaan graven, als een echte mol. Wie doet er mee? Het kind mag zijn armen gebruiken, maar probeer het kind ook te laten ervaren hoe het is om te graven met de voeten. “Wat kunnen jullie goed graven, net zoals de mol dat doet.” Laat de kinderen hun voetjes ingraven in het zand. Waar zijn de voeten nu? Kunnen ze met hun tenen wiebelen? Tijdens het graven kunnen we ook water gebruiken, zo verandert de structuur van het zand, en zullen de kinderen iets heel anders ervaren. Het is belangrijk om kinderen de ruimte te geven om te knoeien en vies te worden, zodat ze de materialen leren ervaren en daarmee hun tastzin goed ontwikkelen. Het proces waarin droog zand verandert in vloeibare modder is niet alleen leuk maar ook leerzaam. Stimuleer de kinderen om veel te voelen, aan de droge grond, aan de stevige modder en de natte modder. Geef tijdens het spelen niet te snel materialen zoals schepjes en emmertjes, laat ze eerst maar met hun handen bezig zijn en het zand ervaren! Uitbreiding Kinderen vinden het leuk als je iets verstopt in het zand waar ze gravend naar op zoek kunnen gaan. Dit mag natuurlijk ook met de voeten. “Wat knap van jou Mila, je hebt met graven het balletje gevonden.”
Introductie Laat Kiki met haar pootjes graven in het zand. Kiki is molletje en graaft door het zand. “Kijk, Kiki lijkt wel een mol. Zullen we eens kijken hoe een mol dat doet?” Kijk samen naar het filmpje over de mol op het KIKI YouTube-kanaal. Nodig nu de kinderen uit om lekker te gaan graven.
22
Een baby kan zich nog niet lang concentreren. Voor deze activiteit is 10 minuten lang genoeg. Wanneer de baby al eerder uitgespeeld is, is het verstandig om te stoppen. Spoel na afloop het zand af en was de handjes en de voetjes.
Afsluiting De kinderen mogen zichzelf weer schoonmaken.
Kiki en de bosdieren
Zet een bak met sop neer en laat de kinderen hun handen en voeten schoonmaken. Laat de kinderen aan Kiki vertellen wat zij zojuist hebben gedaan. Wat voelden ze? Extra ideeën: Leer de kinderen een leuk liedje over de mol. De melodie en de gebaren vind je op www. kinderliedjes.nu onder de zoekterm ‘Onder de grond woont een mol’. Onder de grond Onder de grond onder de grond daar woont een mol met zijn jasje van bont. Graaft hij een gang tien meter lang zand op zijn neusje en zand op zijn wang. Molletje kan bijna niet zien is dat niet gevaarlijk misschien ? Molletje, straks stoot je je kop! Au! Zet dan toch voortaan je brilletje op. Een leuk filmpje over de mol is te vinden op ons KIKI YouTube kanaal.
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
23
Maandonderwerp, drie waarneemposities Wanneer je in een situatie terecht komt waarin de communicatie niet zo makkelijk verloopt, kun je gebruik maken van de verschillende waarneemposities. Het geeft je meer inzicht, informatie en perspectief. Ik gebruik deze aanpak regelmatig tijdens trainingen en meetings met collega’s. Het is een aanpak die je makkelijk voor jezelf kunt toepassen. Ik leg de aanpak uit met het voorbeeld van Laura uit dit hoofdstuk dat ik tijdens de training KIKI Kansen in kinderen vaak gebruik. Tijdens een trainingsdag bij een middelgroot kinderdagverblijf legde de leidinggevende mij deze situatie voor. Pedagogisch medewerker Laura is geïrriteerd omdat de moeder van Tim 20 minuten te laat komt, zonder te bellen dat ze later komt. Laura staat te popelen om te gaan sporten, ze heeft haar sportkleding meegenomen naar het kinderdagverblijf om geen tijd te verliezen en op tijd te kunnen zijn. Laura reageert beledigd en geïrriteerd als moeder arriveert. Ik besprak op de trainingsdag de situatie van Laura met de collega’s. Zij konden zich gemakkelijk verplaatsen in de situatie van Laura omdat ze dit soort situaties ook wel eens meemaken. Ik heb 3 kranten op grond gelegd en ze genummerd met positie 1 ,2 en 3. Ik liet Laura plaatsnemen op positie 1 (Laura) en vroeg haar hoe ze zich voelde op dat moment. Het was voor Laura makkelijk om zich in zichzelf te verplaatsen en ze kon duidelijk vertellen wat ze ervan vond, met haar emoties erbij. Vervolgens vroeg ik haar naar positie 2 (moeder van Tim) te stappen. Ik vertelde haar dat ze nu op de plek van de ouder stond die te laat kwam. Ik vertelde haar ook dat zij eigenlijk om 6 uur weg wilde van haar werk, werd opgehouden door haar leidinggevende die echt iets belangrijks
24
moest bespreken en vervolgens vast kwam te zitten in de file. Tot overmaat van ramp was haar mobiele telefoon ook nog eens leeg en kon ze niemand bellen dat ze was vertraagd. Ze vond het allemaal heel vervelend en in de auto maakt ze zich druk om haar kind en de leidster in het kinderdagverblijf. Ook had ze zorg over haar oudste dochter thuis bij oma en over haar vriendin waarmee ze om 19.00 uur zou gaan sporten en die ze nu ook niet kon afbellen… Oh, wat voelde ze zich vervelend en schuldig. Toen ze uiteindelijk ruim een kwartier te laat arriveerde bij het kinderdagverblijf rende ze naar de deur. Haar kind was al zowat buiten gezet met jas aan, alle lichten waren al uit in het kinderdagverblijf. De leidster stapte meteen naar buiten en liet haar ook nog weten dat ze er niet blij mee was, ze miste nu de bus en kwam te laat bij haar afspraak. Dat allemaal omdat zij zo laat haar kind kwam ophalen. Laura kon zich op dat moment ook erg goed inleven op positie 2, in de rol van ouder. Ik zag Laura nadenken over de situatie. Vervolgens vroeg ik Laura om te stappen naar positie 3 (observator met een helikopterblik). Ik stelde haar een vraag: “stel dat je nu vanuit een helikopter kijkt naar positie 1 en positie 2, wat zou je advies zijn, wat zou helpend zijn en wat zou je vanaf positie 3 ervaren?” Ik zag Laura nadenken en ik gaf haar hiervoor een compliment.
sities heeft gestaan. Je kunt je voorstellen dat ze veel nieuwe inzichten hebben gekregen. Zelf maak ik vaak gebruik van deze posities. In het begin door echt vellen papier op de grond te leggen. Nu kan ik de stappen ook in mijn hoofd maken. Ik doe dat vaak voordat ik ergens op reageer. Een week na de training evalueerde ik de training telefonisch met de leidinggevende. Ze vertelde dat Laura op eigen initiatief de moeder excuses had gemaakt voor haar niet zo vriendelijke gedrag. Moeder toonde begrip voor de irritatie van Laura en beloofde voortaan echt moeite te doen om op tijd te komen en anders in ieder geval te bellen.
Mijn advies: kom je in een nog niet zo makkelijke situatie terecht of een conflict rond communicatie, leg dan 3 vellen papier op de grond en bekijk de situatie vanuit de 3 verschillende posities. Het kan erg verhelderend zijn! Bron: Boek KIKI, Ontwikkelingskansen voor elk kind! Vanaf heden verkrijgbaar via de website www.kanseninkinderen.nl
3 Meta positie
1
Kort daarna vroeg ik Laura weer op positie 1 te gaan staan en te vertellen hoe ze in vervolg zou reageren.
2
Zelf
Ander
Daarna praatten we met de collega’s na over deze ervaring waarbij iedereen op alle drie po-
Kiki en de bosdieren
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
25
Dagverslag van een gastouder Donderdag 12 juni 2014 Ik zal me eerst even voorstellen. Ik ben Ilona van den Boom en ben gastouder op locatie voor 2 dagen per week en de overige 3 dagen werk ik samen met Marijke Willemen uit Hoogland. Vandaag ga ik naar Marijke. We hebben afgesproken dat ik kom wanneer de laatste twee kindjes gebracht worden die ochtend. Dat is om 9.00 uur. Op dat moment zijn er vijf kinderen. Het thema op dit moment is Onder water. Kiki heeft bij ons een zwempak aan, zodat zij ook lekker onder water kan zwemmen. De kinderen vinden het altijd leuk om even langs de woordkaartjes van Kiki te lopen en de plaatjes te noemen die ze kennen. Samen oefenen we dan ook de onbekende plaa tjes en dan is het al weer tijd om iets anders te gaan doen. Dus gewoon even lekker spelen.
Daarna vinden we het tijd om lekker te gaan kleuren. Vandaag hebben we namelijk een vader en een moeder die jarig zijn en natuurlijk is het bijna Vaderdag! Marijke zou ‘even’ naar boven gaan om tekeningen te gaan printen, maar dat wordt een beetje uitgerekt doordat één van de kinderen een beetje moe was en even rustig in het bedje wilde liggen. Beneden hebben we daarom nog even gewacht met tekenen. Wat gaan we dan doen tussendoor? Lekker zingen? Jaaa! We zetten peuterdeunen op en gaan gezellig in een kringetje op de grond zitten. Ook Kiki mag erbij zitten, op schoot bij één van de kinderen, en ze mag dus ook lekker mee doen. De liedjes worden enthousiast meegezongen door de kinderen en natuurlijk wordt er ook gedanst. Alle knuffels en de andere dieren van de boerderij mogen ook meedoen, vooral bij de liedjes ‘Olifantje in het bos’ en ‘Een koetje en een kalfje, die liepen in de wei’. Natuurlijk zingen we ook ‘Visje, visje, in het water’, dat sluit mooi aan bij het thema.
Er worden hoge torens gebouwd van Duplo en alle speelgoedauto’s worden weer netjes in de garage gezet.
Dan is het tijd om te kleuren. De oudste van bijna 4 gaat lekker aan de gang met waskrijtjes, andere kinderen gaan liever met potloodjes aan de gang of soms ook met de krijtjes. Er komen hele mooie creaties uit, dus mooie cadeautjes voor de papa’s (en 1 mama ). Marijke doet er nog een mooi hoesje en een strik omheen, terwijl ik met de kinderen naar buiten ga. We hebben vandaag prachtig weer, daar moeten we zeker even van genieten. We gaan lekker van de glijbaan en 3 meisjes gaan zandtaartjes maken in de zandbak. Of gewoon lekker zand overscheppen van het ene bakje naar de andere, want dat kunnen ze een hele poos volhouden. Ondertussen wordt alweer het fruit klaargemaakt. We maken mixjes van stukjes banaan, druiven en appel. Het lijkt vandaag bijna wel een wedstrijdje, wie het als eerste op heeft. Want de meesten willen toch graag weer naar buiten en de kinderen weten dat ze dan eerst even hun fruit op moeten eten. Natuurlijk ook voldoende drinken, zeker met dit warme weer. Als ze dan eenmaal weer buiten zijn, leggen we twee kussens op de grond. We doen alsof dit een bruggetje is en dat we naar de overkant moeten lopen. Op een gegeven moment
Al gauw merken we dat een aantal kinderen nog een beetje trek in hun buikjes heeft en we besluiten om een schaal met stukjes ontbijtkoek te maken. Alles wordt door de kinderen heerlijk opgepeuzeld. Daarna gaan we een eindje wandelen. Kiki gaat mee in de wagen en we lopen naar het winkelcentrum bij ons in de buurt. Daar is ook een vijver, waar we kijken naar de eendjes en naar
26
zwemmen er zogenaamd ook vissen onder ons en later zelfs dolfijnen! Later gaan we gewoon lekker zitten, op het ‘bruggetje’. Met z’n allen naast elkaar, erg gezellig. Nu kunnen ze even uitrusten, lekker in de schaduw.
de fontein. Vissen zien we natuurlijk niet vanaf de kant, maar we vertellen er wel over.
Kiki en de bosdieren
Rond 12.00 uur gaan we lunchen. Eerst allemaal een broodje met ‘gezond’ erop, daarna wordt er van alles gekozen wat ze lekker vinden: hagelslag, chocoladepasta en appelstroop. De jongste kinderen zijn al zichtbaar moe en ze vinden het dan ook helemaal niet erg om zo vanuit hun kinderstoel naar bed te gaan. We kleden ze beneden even om, zodat we ze boven meteen in hun bedje kunnen leggen. De oudste jongen kan al helemaal opblijven, dus die kan nu even zelf kiezen wat hij wil spelen.
Zijn voorkeur gaat uit naar even “Tomas de trein” kijken. Dat vinden we prima. Ook wij kunnen dan namelijk even een broodje eten. Ondertussen wordt er nog een baby van 11 maanden gebracht. Die vindt het heerlijk om in de box te zitten spelen en geniet er zichtbaar van dat de box nu vlakbij de deur staat. Zo heeft hij ook een beetje het buitengevoel! Wel laat hij
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kansen in kinderen
27
wie weet speelt hij op het WK van 2040 misschien wel voor Nederland . Dan worden de jongste kinderen om de beurt alweer wakker. We gaan nog even heerlijk spelen in de tuin, maar we merken dat de kinderen het best warm hebben. Hoe kunnen we ze nou iets laten afkoelen? Heel simpel, we geven ze een gietertje en zetten er een bak met water neer en ja hoor, dat werkt. De plantjes hoeven dan deze avond ook geen water meer te krijgen, hihi. merken dat hij ook moe is en na een half uurtje spelen in de box gaat hij ook lekker boven in zijn bedje slapen. Dan moeten ook de boekjes van de kinderen geschreven worden. Er zijn zes kinderen dus ook zes verhaaltjes. Ondertussen vermaakt de oudste zich prima met het keukentje, waarmee hij allerlei ‘eten’ en ‘drinken’ maakt voor ons. Als hij een poos gespeeld heeft, zou hij toch ook wel graag iets actiefs doen. En met het WK voor de deur, was de volgende vraag gemakkelijk beantwoord: “Zullen we lekker gaan voetballen?” “Jaa!!”
Ook hebben we nog een primeur vandaag. De baby ging vandaag voor het eerst staan!! Hij is er erg trots op en lacht vrolijk over de rand van de box mee! ‘Tring’, daar gaat de deurbel, de eerste mama staat alweer voor de deur. We hebben een erg drukke en gezellige dag gehad. Op naar morgen. Groetjes Ilona van den Boom
Hij is dan al onderweg naar de bal in de tuin en ik ga samen met hem even naar het trapveldje. We rennen achter de bal aan en schieten op het doel. Hij is echt al heel goed in voetballen, dus
28
Kiki en de bosdieren Kansen in kinderen
Kiki en de bosdieren
Kiki en de bosdieren In het thema Kiki en de bosdieren maken de kinderen kennis met verschillende dieren en hun kenmerken, en ook met de mooie natuur waarin de bosdieren leven. Dit is hét seizoen om met kinderen eropuit te trekken naar het bos. Daar spelen we op in in dit thema.
Copyright © 2014, Kiki-s, Bunschoten-Spakenburg
Kansen in kinderen
Kiki Training en Coaching
T: 033 - 711 06 95
Hoekstraat 21
E:
[email protected]
3751 AL Spakenburg
www.kiki-s.nl
Volg ons op Twitter: @vvekiki FaceBook: gastouderprogramma Kiki