Dossier 195
AD V I E S V L A AM S E C O M M I S S I E V O O R R U I M T E L I J K E O R D E N I N G
Ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Park & Ride Gemeente Melsele
A.
Samenvatting van het dossier
A .1
Situ er ing
In het kader van de uitbouw van het openbaar voorstadsvervoer rond Antwerpen voorzag De Lijn de aanleg van een overstapplaats van auto op openbaar vervoer op de N70 ter hoogte van Melsele. Hiertoe werd een wijziging aan het gewestplan Lokeren-Sint-Niklaas aangebracht waarbij een zone voor landbouw werd omgezet in een zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut, evenals voorzien werd in een bufferzone. Hetzelfde gebeurde op Antwerps grondgebied met een Besluit van de Vlaamse Regering. In uitvoering van deze beslissing diende de Lijn een bouwaanvraag in voor de aanleg van de eerste fase van 375 parkeerplaatsen. Deze werden in 2002 in gebruik genomen. De gewestplanwijziging werd echter door de Raad van State geschorst, waardoor de Park & Ride (P&R) grotendeels in agrarisch gebied ligt. Genomen de werken aan de Ring, Singel en Leien wenst de Lijn versneld over te gaan tot de aanleg van fasen twee en drie van de P&R. Door de ligging in agrarisch gebied kan de aanleg niet vergund worden. De opmaak van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan tracht een oplossing te bieden voor deze problematiek. De op (middel)lange termijn geplande verlenging van de tramlijn tot Beveren centrum en de verhoging van de frequentie op de goederenspoorlijn aan de westzijde vormen belangrijke randvoorwaarden voor het uitvoeringsplan. Dit ruimtelijk uitvoeringsplan heeft tevens tot doel een reservatiestrook op te heffen die werd ingetekend met de intentie de N70 recht te trekken aan de knik met de Vossestraat. De rechttrekking van de N70 is echter achterhaald en wordt met dit gewestelijk RUP gecorrigeerd. A.2. Ontwerp A.2.1. Deelplan 1: Park & Ride
A.2.1.1.Bestaande ruimtelijke structuur Op macro schaal is het plangebied te situeren in een open ruimtegebied tussen de kernen van Melsele en Zwijndrecht dat de Scheldeoevers met elkaar verbindt. Het open karakter is een gevolg van het feit dat het gebied deel uitmaakte van de tweede fortengordel dan eeuwen lang gekenmerkt werd door non-aedificandi zones. Later werd dit open gebied ingevuld met lijninfrastructuren, woonlinten, serres en bedrijfsgebouwen aan de afrit van de E17. Op meso niveau ligt het plangebied in een versnipperd landbouwgebied en is het omringd door lijninfrastructuur zoals de N70, de Krijgsbaan en de goederenspoorlijn die de Waaslandhaven ontsluit. De Vendoornstraat werd hier recentelijk doorgeknipt en verbonden met het rond punt aan de kruising met de N70. De spoorovergang van de N70 wordt geregeld met lichten. De ingebruikname van het Deurganckdok zal echter leiden tot een hogere vervoersfrequentie wat vertragingen voor het wegvervoer mogelijk zal maken. Het plangebied is vlak en open, gedeeltelijk ingevuld door de P&R, en is nog gedeeltelijk in gebruik door landbouw. Het plangebied kan opgedeeld worden in vier deelgebieden: halte, parking, buffer en landbouwgebied. De halte ligt parallel aan de N70. Centraal wordt een vlakte ingenomen door zes perrons die drie
1
Dossier 195
trambanen en vier busbanen bedient. De bebouwing van de Park & Ride bevindt zich eveneens in deze zone. Een vrijliggend fietspad scheidt dit gebied van de zuidelijker gelegen parkeerlob. In de eerste parkeerlob zijn reeds 382 parkeerplaatsen gerealiseerd. Deze parkeerlob wordt afgescheiden van de achterliggende bebouwing door een groene buffer van 50 meter. Het overblijvende landbouwgebied is nog gedeeltelijk in gebruik. Parallel met de spoorlijn bevindt zich een rij hoogstammige bomen.
A.2.1.2.Ruimtelijke concepten inzake inrichting en ontwikkeling -
Overstapmachine aan de poort van het grootstedelijk gebied Vlot en veilig van park naar ride Multimodaal knooppunt Beperkte draagkracht afgewogen tegen meervoudig ruimtegebruik
A.2.1.3. Begrenzing van de zones Het uitvoeringsplan bestaat uit volgende zones : - Het Gebied voor Park & Ride betreft zowel de reeds aangelegde parkeerplaatsen en de halte, als de nog aan te leggen tweede en derde parkeerlob. Het plangebied wordt afgebakend door de ruimtelijke grenzen van de omgevende infrastructuur, nl. N70, Krijgsbaan en spoorlijn. - Het Gebied voor groene buffer is voorzien tussen de parkeerlobben en de woningen. Het wordt afgebakend op basis van de reeds aangelegde buffer; de buffer achter de Vuurdoornstraat krijgt dezelfde diepte en dient op dezelfde wijze te worden aangelegd. - Het Gebied voor knooppunt van primaire en secundaire weg werd afgebakend op basis van een plan van De Lijn dat de reeds aangelegde toestand van de rotonde weergeeft. A.2.2. Deelplan 2: Opheffing reservatiestrook
Het schrappen van de reservatiestrook en het tracé voor de aan te leggen hoofdverkeersweg N70 leidt tot de vrijwaring van het open ruimte gebied tussen Antwerpen en Beveren. Verdere versnippering van de natuurlijke en agrarische structuur wordt hierdoor tegengegaan.
A.3. Ruimteboekhouding De totale herbestemde oppervlakte bedraagt 13 ha voor deelplan 1 en 1.67 ha voor deelplan 2.
A.4. Overeenstemming met het RSV In de doelstellingen voor het stedelijk gebied stelt het RSV onder andere dat de stedelijke gebieden leefbaar en bereikbaar moeten blijven door andere vormen van stedelijke mobiliteit aan te bieden. Het gaat hiermee om zachte verkeersvormen, betaalbaar openbaar vervoer en een gericht parkeerbeleid. Uitwisseling tussen verschillende modi kan gestimuleerd worden door de diverse vervoerswijzen in knooppunten samen te brengen. Het RSV stelt alternatief vervoer, beperkt natransport en de aanwezigheid van de noodzakelijke infrastructuur als voorwaarden voor deze strategie. In Melsele is aan deze voorwaarden voldaan: er is een beperkt natransport (23 min tot Astridplein) en de infrastructuur is aanwezig (tramlijn en halteplaats zijn reeds aangelegd). Het RSV stelt dat in de afbakening van de stedelijke gebieden er een visie dient uitgewerkt te worden op mobiliteit en infrastructuur van stedelijk belang. Deze visie werd voor Antwerpen al uitgewerkt in een Masterplan Antwerpen dat resulteerde in een aantal projecten, waaronder de doortrekking van tramlijn 3 Linkeroever-Zwijndrecht. De aanleg van de Park&Ride zijn daar in de investeringskosten inbegrepen.
2
Dossier 195
A.5.
Openbaar onderzoek
Het ontwerp van gewestelijk RUP werd conform art. 42 van het decreet op de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999 onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60 dagen, m.n. van 1/06/04 tot 30/07/04. Dit openbaar onderzoek resulteerde in 2 tijdige bezwaarschriften. Een bezwaar werd door 93 mensen ondertekend. Beide bezwaren werden opgenomen in een databank waarvan uittreksel in bijlage. A .6 .
A d vie z en
Er werden geen adviezen ingediend.
B.
Advies van Vlacoro
B. 1
Bespreking van de bezwaren en opmerkingen
1. Het schepencollege Beveren [B1] heeft de volgende bezwaren: a. Het schepencollege dringt er bij alle actoren op aan om de beloofde medewerking inzake financiering en timing voor de realisatie van de ongelijkvloerse kruising van het industriespoor met de N70 op korte termijn effectief te concretiseren. Het is omwille van dit engagement dat de gemeente haar verzet tegen de realisatie van de tweede spoorontsluiting heeft gemilderd. Bij ingebruikname van het Deurganckdok zal de intensiteit van de goederenspoorlijn toenemen. De gemeente zal niet toelaten dat met de huidige inrichting van het kruispunt (gewone spoorovergang) ellenlange files in Zwijndrecht en Melsele ontstaan. b. Het schepencollege vraagt om voor de derde verkeerslob te werken met de nabestemming ‘landbouw’. Dit genomen de lange termijnoptie van het doortrekken van de tram naar Beveren en de actuele bezetting van de parking tijdens de werken aan de ring. De voorgestelde uitbreiding is zeker op termijn overgedimensioneerd. De nabestemming landbouw dient ook onderzocht te worden voor de tweede parkeerlob en alleen niet weerhouden indien de absolute toekomstige noodzaak ervan kan aangetoond worden. a. Genomen het feit dat de verkeersintensiteit op de goederenspoorlijn zal toenemen bij de ingebruikname van het Deurganckdok, vermeerderd met het feit dat de volledige realisatie van de P&R hogere verkeersstromen op de N70 als resultante kan hebben, kan dit tot gevolg hebben dat het bestaande kruispunt met de huidige inrichting vertragingen voor en conflicten met het wegverkeer op de N70 genereert. In de toelichtingsnota van het ontwerp RUP wordt er melding gemaakt van deze mogelijke conflictsituatie. De herinrichting van het kruispunt hangt echter samen met het doortrekken van de tramlijn tot Beveren. In de plenaire vergadering dd. 20/11/2003 werd door ARP gesteld dat de detailplannen voor de aanleg van een tramlijn, die noodzakelijk zijn voor een RUP, nog niet voorhanden waren. Gezien de urgentie van de realisatie van de P&R werd reeds gestart met de opmaak van het gewestelijk RUP. ARP stelde wel voor om in de besluitvorming aan de Vlaamse Regering het voorstel te doen om een engagement op te nemen voor de verlenging van de tramlijn en de herinrichting van het kruispunt. De Lijn stelde tevens op deze plenaire vergadering dat zij een koppeling wil maken tussen beide dossiers in de startnota voor de werken aan de N70. Vlacoro heeft begrip voor het feit dat de herinrichting van het kruispunt niet in dit RUP werd opgenomen, gelet op de hiervoor aangehaalde argumentatie. Vlacoro adviseert wel dat indien de herinrichting van het kruispunt noodzakelijk blijkt deze er komt vooraleer Deurganckdok in werking treedt. De verschillende planprocessen moeten op elkaar worden afgestemd, om de effectiviteit van de P&R en de daarmee beoogde modal shift te garanderen.
3
Dossier 195
b. In de toelichtingsnota wordt vanuit het RSV een positionering van de P&R gemaakt: “In de doelstellingen voor het stedelijk gebied stelt het RSV onder andere dat de stedelijke gebieden leefbaar en bereikbaar moeten blijven door andere vormen van stedelijke mobiliteit aan te bieden. Het gaat hiermee om zachte verkeersvormen, betaalbaar openbaar vervoer en een gericht parkeerbeleid. Uitwisseling tussen verschillende modi kan gestimuleerd worden door de diverse vervoerswijzen in knooppunten samen te brengen. Het RSV stelt alternatief vervoer, beperkt natransport en de aanwezigheid van de noodzakelijke infrastructuur als voorwaarden voor deze strategie. In Melsele is aan deze voorwaarden voldaan: er is een beperkt natransport (23 min tot Astridplein) en de infrastructuur is aanwezig (tramlijn en halteplaats zijn reeds aangelegd). Het RSV stelt dat in de afbakening van de stedelijke gebieden er een visie dient uitgewerkt te worden op mobiliteit en infrastructuur van stedelijk belang. Deze visie werd voor Antwerpen al uitgewerkt in een Masterplan Antwerpen dat resulteerde in een aantal projecten, waaronder de doortrekking van tramlijn 3 LinkeroeverZwijndrecht. De aanleg van de Park&Ride zijn daar in de investeringskosten inbegrepen.” De locatiekeuze wordt in de toelichtingsnota eveneens verantwoord: Openbaar vervoerslijnen doorsnijden de regio van de Antwerpse metropool radiaal. De N70 wordt uitgebouwd als stamas van openbaar vervoer en langzaam verkeer. Het snijpunt met de tangent Krijgsbaan is de locatie om een P&R uit te bouwen die fungeert als overstapmachine: bestemmingsverkeer voor Antwerpen wordt van de E17 en de Ring gehaald en overgezet op openbaar vervoer over de N70. De aanleg van de P&R is bijgevolg het invullen van de doelstellingen die in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) zijn voorzien en beoogt het creëren van een aanbod inzake duurzame mobiliteit. Op de plenaire vergadering werd gediscussieerd over de omvang van deze parking. De Lijn stelde dat uit een kosten-batenanalyse bleek dat een dergelijke oppervlakte verantwoord was. De auditcommissie Oost-Vlaanderen verklaarde zich hier eveneens mee akkoord, op voorwaarde dat er gefaseerd zou gewerkt worden. Beide studies worden eveneens kort omschreven in de toelichtingsnota. Vlacoro is met het RSV van mening dat stedelijke gebieden leefbaar en bereikbaar moeten blijven en dat er een aanbod moet gecreëerd worden van andere vormen van stedelijke mobiliteit. De overheid kan momenteel geen modal shift afdwingen maar kan wel het aanbod creëren zodoende deze mogelijk wordt. Vlacoro deelt bijgevolg de mening van overdimensionering niet. De commissie wenst ten slotte op te merken dat met dit gewestelijk RUP dezelfde oppervlakte wordt gerealiseerd als dat de oorspronkelijke gewestplanwijziging tot doel had. Vlacoro kan ermee akkoord gaan dat bij niet realisatie van onderhavige infrastructuren terug een adequate bestemming dient vastgelegd te worden, dit kan mogelijks landbouw zijn. Vlacoro is evenwel van oordeel dat dit het resultaat van een nieuw planningsproces dient te zijn. Vlacoro kan zich vinden in een nabestemming landbouw aangezien deze P&R ligt in een open ruimte corridor tussen Beveren en Antwerpen, welke men in het PRS Oost-Vlaanderen ook als open ruimte corridor wenst behouden te worden.
2. De omwonenden [B2] tekenen bezwaar aan tegen het ontwerp RUP Zij betwijfelen niet het nut van het openbaar vervoer, evenmin van de bijbehorende parking. Zij hebben echter wel bemerkingen bij de uitbreiding van de parking fase twee en drie. a. Volgens de bezwaarindiener worden de werken aan de ring, singel en leien aangehaald om de uitbreiding fase twee en drie te realiseren. Tegen dat de gewestplanwijziging er is, zullen de werken reeds zo ver gevorderd zijn dat het nut ervan in vraag kan gesteld worden. Wanneer de tramlijn naar Beveren wordt doorgetrokken is deze uitbreiding totaal overbodig.
4
Dossier 195
b. Zij verwijzen naar een besluit van de Vlaamse Regering van 1.6.1999 tot wijziging van het gewestplan Sint-Niklaas-Lokeren waarin de intentie staat voor de gewestplanwijziging: - voorzien in een duurzaam mobiliteitsbeleid, waarbij alternatieven voor het autoverkeer naar Antwerpen worden geboden: - vrijwaring van de woonkwaliteit ter hoogte van de nabijgelegen woningen In de huidige situatie is hieraan voldaan, in de toekomstige situatie niet. Zij wensen in dit kader ook bezwaar aan te tekenen tegen de mogelijkheid van het organiseren van evenementen, wat de woonkwaliteit niet ten goede komt. c. Zij stellen ook vast dat men deze wijziging probeert door te voeren zonder openbaar onderzoek, waaronder zij verstaan dat de buurtbewoners niet de mogelijkheid hebben gekregen bezwaar aan te tekenen. Zij wijzen tevens op een gebrek aan bekendmaking van deze gewestplanwijziging, de informatie is hen eerder toevallig ter ore gekomen. a. Op de plenaire vergadering werd de discussie over de omvang van deze parking gevoerd. De Lijn stelde dat uit een kosten-batenanalyse bleek dat een dergelijke oppervlakte verantwoord was. De auditcommissie Oost-Vlaanderen verklaarde zich hier eveneens mee akkoord, op voorwaarde dat er gefaseerd zou gewerkt worden. Vlacoro is met het RSV van mening dat stedelijke gebieden leefbaar en bereikbaar moeten blijven en dat er een aanbod moet gecreëerd worden van andere vormen van stedelijke mobiliteit. De overheid kan momenteel geen modal shift afdwingen maar kan wel het aanbod creëren zodoende deze mogelijk wordt. Vlacoro deelt bijgevolg de vraag naar het nut van deze ingreep niet. De commissie wenst ten slotte op te merken dat met dit gewestelijk RUP dezelfde oppervlakte wordt gerealiseerd als dat de oorspronkelijke gewestplanwijziging tot doel had. b. De uitbreiding van een P&R is net een versterking van een duurzaam mobiliteitsbeleid waarbij geanticipeerd wordt op de steeds moeilijkere bereikbaarheid en leefbaarheid van de stedelijke gebieden. Het vrijwaren van de woonkwaliteit wordt ten dele gegarandeerd door bij de aangrenzende woningen een gelijkaardige aan de bestaande bufferzone te voorzien van 50 meter. De toelichtingsnota benadrukt dat de plek omwille van haar multimodale ontsluiting geschikt kan zijn voor bepaalde evenementen die geen onaanvaardbare hinder creëren voor de omwonenden. In de stedenbouwkundige voorschriften wordt dit echter niet opgenomen. Vlacoro adviseert daarom dat dit aan art.1, §2 wordt toegevoegd. c.
B. 2
Vlacoro verwijst naar de procedure van openbaar onderzoek en het communicatieproces dat daaraan is verbonden. De voorlopige vaststelling van het ontwerp van RUP werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 mei 2004. De aankondiging van het openbaar onderzoek gebeurde op 8 mei in het Laatste Nieuws, de Gazet van Antwerpen en de Standaard. Het werd op 5, 7 en 10 mei omgeroepen op Radio 2 evenals op de regionale omroep. De VRT plaatste de integrale tekst op teletekst pagina 734.
Bespreking van de adviezen.
Er werden geen adviezen ingediend.
B.3.
Eigen opmerkingen van Vlacoro
De toelichtingsnota dient de motivatie van de schorsing van de gewestplanwijziging te verduidelijken. Hieruit moet blijken dat de reden van schorsing geen betrekking had op de site voor P&R.
5
Dossier 195
B .4 .
B e s lu it
VLACORO geeft gunstig advies over het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Park & Ride” te Melsele mits, -
de verschillende planprocessen op elkaar worden afgestemd zoals vermeld onder kader 1, a.,
-
het stedenbouwkundig voorschrift “Art. 1 Gebied voor Park & Ride” wordt aangevuld zoals aangegeven onder kader 2., punt b.
Verleend te Brussel op 5 oktober 2004,
Lieve Reenaers, vaste secretaris
Roel Vanhaeren, ondervoorzitter
Bijlage: overzicht bezwaarschriften
6