Dossier 335/FDC
AD V I E S VL AAM S E CO M M IS SI E VO O R R UIM T ELI JK E O R D EN ING Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan VTN-leiding Voeren - Opwijk
A. Samenvatting van het dossier A. 1 . Sit u e ri ng De vraag naar aardgas in België blijft aanzienlijk stijgen omdat steeds meer huishoudens en bedrijven kiezen voor aardgas als verwarmingsenergie en in het licht van de Kyotoovereenkomsten. Elektriciteitsproducenten schakelen in toenemende mate over op aardgas met zijn beduidend lagere uitstoot van broeikasgassen. Op basis van die elementen wordt tussen vandaag en 2015 een vraaggroei van circa 40% verwacht. Aangezien België geen aardgas in de ondergrond heeft, moet het naar ons land worden gebracht vanuit bronnen in onder meer Nederland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk. De Britse reserves nemen vandaag echter af en Fluxys moet daarom het net verder ontwikkelen om de vraaggroei te kunnen opvangen met grotere stromen uit andere bronnen (onder andere Rusland) en zo de bevoorradingszekerheid van ons land te bestendigen. Anderzijds kijkt ook het Verenigd Koninkrijk uit naar nieuwe aanvoer, want het ziet zijn reserves afnemen. Daarmee heeft België een ideale hefboom om schaalvoordelen te laten spelen voor de eindverbruikers in ons land: zo wordt gebruik gemaakt van de vraag naar doorvoercapaciteit voor het Verenigd Koninkrijk om capaciteit ten behoeve van de Belgische markt uit te bouwen. De Vlaamse Regering heeft op 18 juli principieel beslist om het VTN-II-project te ondersteunen en voor dit project een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken. De ruimtelijke impact van het VTN-II-project wordt in dat kader kwalitatief voldoende omschreven in functie van de onderbouwing van het dossier ten opzichte van de beslissing van de Vlaamse Regering van 9 december 1997. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de resultaten van onderzoek naar de milieu-effecten. De realisatie van een aardgasproject behoort wat het economisch aspect betreft tot de bevoegdheid van de federale overheid (Economische zaken). De federale bevoegdheid wordt onder meer uitgeoefend door het afleveren van “vervoersvergunningen”. Bij de economische afweging gaat ook aandacht gaan naar het “concurrentievoordeel” voor België en Vlaanderen. Voor dit project worden immers ook alternatieven onderzocht in Nederland. Het VTN-II-project is opgenomen in de meerjarenplanning (indicatief plan 2004-2014) van de CREG die verantwoordelijk is voor de bevoorradingszekerheid van België. De opname van het project door de CREG in het indicatief plan houdt in dat de federale overheid overtuigd is van de noodzaak van de realisatie van het project. Dit betekent dat de CREG van oordeel is dat de verbindingscapaciteit op de relatie Eynatten-Zeebrugge verhoogd dient te worden. Uiteraard doet de CREG geen uitspraak over het te volgen tracé vermits zowel de ruimtelijke ordening als het milieu tot de bevoegdheden van het Vlaams gewest behoren. De Europese Commissie pleit in haar richtlijn van 2004 over bevoorradingszekerheid voor volgehouden investeringen in aardgasbevoorradingsinfrastructuur. Het VTN-II-project is als voorstel opgenomen in de lijst van de prioritaire TEN-E projecten die door de Europese Commissie en de Europese Raad ter goedkeuring is voorgelegd aan het Europees Parlement. Het VTN-II-project heeft volgende belangrijke voordelen voor de Belgische markt: Versterking van de bevoorradingsszekerheid. De aanleg van transportcapaciteit is een hefboom voor aanvullende capaciteit voor levering in België.
--------------------advies RUP VTN-leiding Voeren 27-1-09
1/6
Dossier 335/FDC
Oplossing voor toenemende verzadiging van transport voor levering in België op de oost/west-as. Nieuwe capaciteit voor levering in België aan relatief lage kostprijs. Flexibiliteit aan shippers voor de Belgische markt neemt toe. Versterking van de hub Zeebrugge. Ontwikkeling van de concurrentiepositie voor nieuwe marktspelers met Russisch of Noors gas.
A.2. Ontwerp Fluxys N.V. plant de aanleg van een nieuwe ondergrondse aardgasvervoerleiding tussen Opwijk (Vlaams-Brabant) en Eynatten (Duitse grens), met een nominale diameter van 1000 mm. Deze verbinding is een onderdeel van het VTN-II-project. VTN-II is een nieuwe aardgasvervoerleiding parallel met de bestaande VTN-leiding tussen Zeebrugge en Eynatten. In een eerste fase wordt een leiding voorzien tussen Opwijk en Eynatten. In een latere fase volgt de verbinding tussen Opwijk en Zeebrugge, via Destelbergen, Gent en Zomergem. Het tracé tussen Opwijk en Eynatten heeft een totale lengte van ongeveer 134 kilometer, 90 kilometer in de provincie Vlaams-Brabant en 44 kilometer in de provincie Limburg. Het tracé is in de provincie Vlaams-Brabant gesitueerd in de gemeenten Opwijk (beginpunt in Vlaanderen), Merchtem, Londerzeel, Meise, Kapelle-op-den-Bos, Zemst, Grimbergen, Vilvoorde, Steenokkerzeel, Kampenhout, Haacht, Herent, Leuven, Rotselaar, Holsbeek, Lubbeek, Boutersem, Tienen, Glabbeek, Linter, Zoutleeuw en Landen. In de provincie Limburg is het tracé gesitueerd in Sint-Truiden, Gingelom, Heers, Tongeren en Voeren (eindpunt in Vlaanderen). Op geregelde tussenafstanden worden afsluiterknooppunten geïnstalleerd. De afsluiterknooppunten worden gebouwd op dezelfde locatie als bij VTN-I. In de provincie VlaamsBrabant gaat het om de afsluiterknooppunten in Opwijk, Zemst, Herent (Winksele), Lubbeek en Landen. In de provincie Limburg om een knooppunt in Heers. De afsluiterknooppunten worden maximaal geïntegreerd binnen de omheining van de bestaande knooppunten. In Opwijk en Herent (Winksele) zal er een bijkomende terreininname plaatsvinden van respectievelijk 5.400 m² in noordoostelijke richting en ongeveer 2500 m² in westelijke richting van het bestaande knooppunt. In het open veld wordt de leiding "in lijn" aangelegd in open sleuf. De gronddekking van de Leiding nadien bedraagt 1,10 m. Bij kruisingen in open sleuf van wegen, waterlopen en andere infrastructuren, de zogenaamde "Speciale Punten" en "Bijzondere Punten" (= belangrijke en omvangrijke kruisingen die bijzondere uitvoeringstechnieken vereisen) in open sleuf wordt de leiding dieper (120 cm of meer) aangelegd. In voorkomend geval wordt boven de leiding een mechanische bescherming aangebracht d.m.v. betonplaten.
A. 3 . O v e r ee nst em mi n g m et het R ui mt e li j k St ru ct uu rp la n V la and er en 1
Het richtinggevend gedeelte van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen bepaalt dat hoofdtransportleidingen op Vlaams niveau worden geselecteerd en in ruimtelijke uitvoeringsplannen vastgelegd. Tot de hoofdtransportleidingen behoren:
de internationale transitleidingen op het grondgebied van het Vlaams Gewest; de transportleidingen op het grondgebied van het Vlaams gewest die een rechtstreekse aansluiting vormen met de internationale transitleidingen;
1
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Gewenste Ruimtelijke Structuur, Pijpleidingen en elektriciteitsleidingen, p. 514.
--------------------advies RUP VTN-leiding Voeren 27-1-09
2/6
Dossier 335/FDC
de transportleidingen die de poorten, de economische knooppunten en de economische netwerken onderling verbinden. De nieuwe leidingstraat VTN-II maakt deel uit van het internationale transportnetwerk omdat het een versterking is van de verbinding tussen het Belgische, Duitse, Franse, Engelse en Nederlandse netwerk. De verbinding Opwijk-Voeren wordt als onderdeel van de VTN-II leiding beschouwd als een hoofdtransportleiding. Bundelingsprincipe In functie van een efficiënt ruimtegebruik en om te verhinderen dat de toename van leidingen de onbebouwde ruimte verder versnippert, de ruimtelijke kwaliteit vermindert en tot aantasting van het fysisch systeem en het ecologisch functioneren leidt, worden hoofdtransportleidingen maximaal gebundeld met lijninfrastructuur van Vlaams niveau. Het voorgestelde tracé volgt over de volledige lengte de bestaande VTN-leiding van Fluxys en vormt aldus een toepassing van het bundelingsprincipe. Op een beperkt aantal plaatsen kan lokaal het parallellisme met de bestaande VTN-leiding niet aangehouden worden. Dit is het geval op volgende locaties:
Haacht, over een afstand van en 1.287 m, kruising Leuvense vaart. De kruising van de Leuvense vaart wordt voorzien door middel van een horizontaal gestuurde boring. Om deze techniek te kunnen toepassen moet van het parallellisme worden afgeweken, dit omwille van de aanwezigheid van verschillende vijvers en van nieuwe infrastructuren. Door het toepassen van deze techniek worden alle vijvers op het domein de Spoelbergh samen met de Leuvense vaart onderboord.
Vilvoorde, van zone Platte Steenbeek te Vilvoorde-Steenokkerzeel, over een afstand van 180 m. In deze zone is de aanleg van de nieuwe leiding voorzien aan de noordelijke kant van de bestaande leiding. Bij de aanleg van de nieuwe leiding zou in deze zone een groot gedeelte van het ruig bos moeten worden gekapt. Een alternatief tracé werd gezocht in zuidelijke richting waar de oevers en de begroeiing minder waardevol zijn. Het ruig bos wordt bij dit alternatief ook volledig gevrijwaard.
Zemst, over een afstand van 1.170 m, Zenne en Brusselsesteenweg. Door de aanwezigheid van nieuwe industriegebouwen binnen de KMO zone is het niet meer mogelijk om de bestaande leidingen te volgen. Een alternatief tracé is gezocht in de onmiddellijke omgeving om maximaal het bundelingsprincipe te behouden. De kruising van de Zenne en de Brusselsesteenweg is voorzien door middel van een horizontaal gestuurde boring. Door deze uitvoeringswijze wordt het natuurgebied van de Zenne minder geraakt en blijven de oevers van de Zenne onbeschadigd. De Brusselsesteenweg wordt gekruist t.h.v. de bestaande leidingen.
Zemst. Bos van Aa. Er wordt een tracé gekozen tussen de Willebroekse Vaart en de Aabeek om de milieueffecten te beperken.
In toepassing van het bundelingsprincipe wordt het tracé van de aan te leggen leiding voorzien als een leidingstraat. Daardoor kan het tracé in de toekomst eventueel gebruikt worden voor bijkomende leidingen. Een leidingstraat is een symbolische aanduiding in overdruk die geldt als juridische basis voor de beoordeling van stedenbouwkundige vergunningen voor leidingen in parallellisme met de bestaande leiding(en). De aanduiding in overdruk houdt in dat de bestemmingen van de plannen van aanleg (de gewestplannen) van toepassing blijven. Een leidingstraat heeft geen specifiek bepaalde breedte en bepaalt ook niet het aantal leidingen dat gerealiseerd kan worden, of de tussenafstand tussen leidingen. Wel is bepaald dat de beschikbare ruimte optimaal gebruikt moet worden. Onnodige ruimteconsumptie moet dus vermeden worden. Bij de beoordeling van concrete aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen moet dus beoordeeld worden of de aanvraag verenigbaar is met deze bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan en eventuele andere juridische regels. Het aanduiden van een leidingstraat heft uiteraard ook geen andere juridische bepalingen op, zoals bijvoorbeeld uit de milieuwetgeving.
--------------------advies RUP VTN-leiding Voeren 27-1-09
3/6
Dossier 335/FDC
Waar het tracé woonstraten kruist wordt het aangeduid als een leidingstrook. Het gaat om de kruising met woonstraten. Ter hoogte van deze kruisingen wordt de breedte van de strook waarin leidingen mogelijk zijn precies bepaald door het aanduiden van de betrokken percelen. Aangezien het om een bouwvrij gebied gaat wordt de grondkleur bestemd als agrarisch gebied. Landbouw is er wel mogelijk, bebouwing niet. Deze aanduiding legt evenwel niet de toegelaten werkstrook vast, in sommige gevallen kan die breder zijn. Dit wordt bepaald bij de vergunningverlening. Op volgende locaties wordt een leidingstrook aangeduid: In Vlaams-Brabant: Kruising met Aarschotsebaan in Lubbeek Kruising met de Dutselstraat in Holsbeek Kruising met de Aarschotbaan in Kampenhout Waar het tracé bedrijventerreinen kruist wordt het aangeduid als een leidingstraat. De inplanting is afgestemd op de bestaande of voorziene inrichting van de bedrijventerreinen, hetzij tussen bestaande bedrijven, hetzij in wegenis of in de bufferzone. De onderliggende bestemming (bedrijvigheid) wijzigt dus niet. Op volgende locaties wordt een leidingstraat over de bestemming industriegebied aangebracht: In Limburg In Voeren bij de kruising van het bedrijventerrein aansluitend bij de A2 In Vlaams-Brabant: Haacht (Wespelaar) Rotselaar (site Danone) Meise (Westrode) In Opwijk wordt een zone voor gemeenschapsvoorzieningen ingetekend om de realisatie van het knooppunt toe te laten. De bestaande aanduiding op het gewestplan in Herent volstaat voor de voorziene uitbreiding. Ook voor de andere knooppunten volstaat de aanduiding gemeenschapsvoorzieningen op het gewestplan. In Tongeren (aan de Tapstraat) wordt een zone voor gemeenschapsvoorzieningen ingetekend om de realisatie van een drukreduceerstation toe te laten. Dit station was reeds voorzien in het gewestelijk RUP ‘Leidingstraat Heers-Tongeren’, definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 6 juni 2008, waarin ook de ruimtelijk afweging voor de locatie van dit nieuwe station onderzocht en verantwoord is. Dit heeft het tot gevolg dat het RUP ‘Heers-Tongeren’ volledig binnen de contouren van voorliggend RUP ‘Leidingstraat VTN (Voeren-Opwijk)’ komt te liggen, waardoor het mogelijk wordt om het eerste op termijn op te heffen. Vermits het tracé van de leidingstraat voorzien wordt op de plaats waar nu een enkelvoudige leiding is aangeduid op het gewestplan, wordt deze aanduiding opgeheven met uitzondering van enkele plaatsen waar het parallellisme niet kan aangehouden worden.
A. 4 . O p enb a ar on de r z oe k Het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan werd onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60 dagen van 05/09/08 tot 03/11/08. Conform het DRO art. 42 kunnen bezwaren worden bezorgd aan VLACORO of aan de betrokken gemeenten uiterlijk op de laatste dag van het openbaar onderzoek. De gemeente bezorgt de bij haar ingediende bezwaren aan VLACORO binnen de drie werkdagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek, in casu ten laatste op 06/11/08. Bij het openbaar onderzoek werden 7 bezwaarschriften ingediend.
--------------------advies RUP VTN-leiding Voeren 27-1-09
4/6
Dossier 335/FDC
Bezwaarschriften die niet tijdig aan VLACORO werden bezorgd, worden conform art. 42 §4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening niet behandeld door VLACORO. VLACORO dient over dit ontwerp van RUP advies uit te brengen binnen de 90 dagen na het afsluiten van het openbaar onderzoek, i.c. voor 02/02/2009.
A. 5 . Adv iez en Er werden 5 adviezen aan VLACORO overgemaakt.
B. Advies van VL ACORO B. 1. Be sp r ek ing v an de bez w a r en en op m er k ing en De nummers tussen [] verwijzen naar de bezwaarschriften zoals zij opgenomen zijn in de databank. 1. De schepencolleges van Holsbeek [B1],Herent [B2] ,Londerzeel [B3], Zemst [B4] en Meise [B5] geven een gunstig advies voor dit ontwerp RUP. VLACORO neemt akte van dit ondersteunend bezwaar. 2. Het schepencollege van Steenokkerzeel [B6] geeft een voorwaardelijk gunstig advies voor dit ontwerp RUP: - de noodzaak van een vierde lijn moet bepaald worden ahv de huidige benutte capaciteit - bij de aanleg moeten afspraken gemaakt worden met Wateringen en met Infrabel - alle betrokken eigenaars-huurders moeten hun schriftelijke toestemming geven - kruisingen met openbare wegenis moet geboord worden - rekening houden met geplande rioleringen en met de voorschriften van het GRUP “Noordelijke ontsluiting van de luchthaven Zaventem” VLACORO neemt akte van dit bezwaar. 3. Elia [B7] heeft geen bezwaar tegen bovenvermelde leidingstraat mits de voorziene vergunningen en veiligheidsvoorschriften worden nageleefd, specifiek met betrekking tot de nabije bovengrondse hoogspanningslijnen en mastvoeten. VLACORO neemt akte van dit bezwaar.
B. 2. Be sp r ek ing v an de adv iez en
1. De provincieraad Vlaams-Brabant [A1] en de gemeenteraden van Tienen [A2], Grimbergen [A3] en Leuven [A4] geven een gunstig advies voor dit ontwerp RUP. VLACORO neemt akte van deze adviezen.
--------------------advies RUP VTN-leiding Voeren 27-1-09
5/6
Dossier 335/FDC
2. De gemeenteraad van Lubbeek [A5] geeft een gunstig advies voor dit ontwerp RUP op voorwaarde dat voor en na de uitvoering van de werken een plaatsbeschrijving wordt opgesteld voor de locaties waar de leiding het openbaar domein doorkruist. VLACORO neemt akte van dit advies.
B. 3. O p me r kin ge n VL AC O RO Geen opmerkingen
B. 4. B e slu it
VLACORO geeft gunstig advies over het ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de VTN- leiding Voeren – Opwijk, mits - rekening wordt gehouden met de hierboven vermelde bemerkingen.
Verleend te Brussel op 27 januari 2009,
Lieve Reenaers, vaste secretaris
Filiep Loosveldt, voorzitter
Bijlage: bundel van de ingediende bezwaarschriften en adviezen
--------------------advies RUP VTN-leiding Voeren 27-1-09
6/6