Onderwijskundig jaarverslag 2007
Voortgezet onderwijs Best-Oirschot Postbus 184 5680 AD BEST Telefoon : 0499 336231 Fax : 0499 336236 E-mail :
[email protected] Website : www.voboscholen.nl
Onderwijskundig jaarverslag Voortgezet Onderwijs Best-Oirschot staat midden in de regionale samenleving. Als vormings- en kennisinstituut worden nauwe relaties met diverse partners in de regio onderhouden. Zonder volledig te zijn kunnen ouders, basisscholen, vervolgopleidingen, gemeentes, culturele instellingen, (stage)bedrijven en bibliotheken worden genoemd. Met al deze partners wil VOBO op een open manier communiceren en samenwerken om gezamenlijke doelstellingen te behalen. Het opstellen van een onderwijskundig jaarverslag met een weergave van belangrijke ontwikkelingen en resultaten past binnen deze visie. 1. Structuur In VOBO zijn het Heerbeeck College in Best en het Kempenhorst College in Oirschot verenigd. VOBO telde in 2007 circa 2865 leerlingen en is daarmee een grote scholengemeenschap in Zuidoost-Brabant. VOBO verzorgt bijna alle vormen van voortgezet onderwijs voor leerlingen in de regio Best-Oirschot/ De Beerzen. De vestiging Heerbeeck College biedt: vmbo t havo vwo vwo+ De vestiging Kempenhorst biedt: vmbo basis beroepsgerichte leerweg vmbo kaderberoepsgerichte leerweg vmbo-t onderbouw havo1 leerweg ondersteunend onderwijs Vobo hecht grote waarde aan een prettige en inspirerende leeromgeving voor de leerlingen. De menselijke maat staat centraal en dit betekent onder meer dat in het grotere organisatorische verband kleinschaligheid door middel van afdelingen is georganiseerd. Voor het Heerbeeck College zijn dit de afdelingen brugklas, vmbo-t, havo en vwo. Voor het Kempenhorst College zijn dit de afdelingen onderbouw en bovenbouw waarbinnen kernteams zijn geformeerd.2 In een relatief kleinschalige werk- en leeromgeving voelen leerlingen zich geborgen en is de sociale controle en samenhang groot. Dit vormt een belangrijke voorwaarde voor een goed verloop van het leerproces van leerlingen. 2. Onderwijsvisie De missie van VOBO: Voortgezet Onderwijs Best-Oirschot geeft zin aan leren, levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen en bereidt hen voor op een waardevolle plaats in de samenleving. VOBO geeft invulling aan deze missie door het nastreven van een aantal doelen; VOBO… 1 2
Biedt iedere leerling in de regio Best-Oirschot het beste bij haar of hem passende voortgezet onderwijs, Bereidt alle leerlingen doelgericht voor op een vervolgopleiding in beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs, Biedt alle leerlingen de kans om hun talenten te ontwikkelen;
De afdeling onderbouw havo is in schooljaar 2007-2008 op het Kempenhorst College van start gegaan. Zie organogram VOBO in bijlage 1.
1
Ondersteunt alle leerlingen bij hun persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling, Streeft na dat iedere leerling graag naar school gaat.
De missie van VOBO is opgenomen in documenten als het schoolplan die richting geven aan het onderwijs. Geïnspireerd door deze missie is ook in 2007 in beide vestigingen aandacht besteed aan het ontwerpen, implementeren, bijstellen en verfijnen van onderwijsleerprocessen. In de volgende paragrafen wordt hier nader op ingegaan. 3. Samenwerking Het Heerbeeck College en Kempenhorst College werken intensief met elkaar samen op het gebied van financiën en personeelsbeleid. Ook op onderwijskundig gebied is er in 2007 samengewerkt bijvoorbeeld in het traject zelfevaluatie & visitatie dat in Orion-verband wordt georganiseerd (zie paragraaf 6). Een ander voorbeeld betreft de kennisdeling tussen beide scholen voor het vormgeven van de onderbouw havo op het Kempenhorst College en projectonderwijs op het Heerbeeck College. Het intensiveren van kennisdeling – en creatie met betrekking tot het vernieuwen en verbeteren van onderwijsprocessen is een ontwikkelpunt voor de komende jaren. Behalve met elkaar werken het Heerbeeck College en het Kempenhorst College samen met veel organisaties binnen de regio en daarbuiten. Enkele doelstellingen hierbij zijn de aansluiting in de onderwijsketen te bevorderen, betekenisvol leren te realiseren en de begeleiding van leerlingen te optimaliseren. De belangrijkste samenwerkingsverbanden zijn: samenwerking met basisscholen in de regio. Hierbij gaat het om toelatingscriteria, aansluiting van reken- en taalonderwijs en een goede begeleiding van leerlingen bij de overstap van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs; samenwerking met andere scholen voor voortgezet onderwijs op het gebied van facilitaire zaken, onderwijskundige zaken en personeelsbeleid;.3 samenwerking met verscheidene instellingen voor mbo, hbo en universiteiten om de aansluiting van vmbo, havo en vwo op vervolgopleidingen te verbeteren; samenwerking met de gemeentes over jeugdbeleid, huisvesting, maatschappelijke stage en culturele zaken;4 samenwerking met culturele instellingen in met name Tilburg en Eindhoven; samenwerking met de Technische Universiteit Eindhoven en bedrijven (o.a. Natlab Philips en Philips Medical Systems) in het kader van verbinding tussen binnenschools en buitenschools leren voor de Bètavakken;5 samenwerking met het regionale bedrijfsleven. Voor elke beroepsvoorbereidende afdeling van het Kempenhorst Colleg is er een samenwerkingsgroep waarin directieleden, vakdocenten en vertegenwoordigers van de betreffende bedrijfstak zitting hebben. In deze groepen wordt o.a. overlegd over vakleerplannen, gastlessen en stages. 4. Heerbeeck College Het Heerbeeck College wil dat leerlingen een goede opleiding krijgen zodat de aansluiting naar het vervolgonderwijs optimaal verloopt en de basis wordt gelegd om een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij waar zij deel van uitmaken. Naast kennis wordt het accent gelegd op vaardigheden als zelfstandig werken, samenwerken, plannen, problemen oplossen, onderzoeken, presenteren en reflecteren. Dit krijgt onder meer gestalte in vakoverstijgende projecten en modules zowel in de onderbouw als in de bovenbouw.
3
VOBO maakt deel uit van de Orion-scholengroep waarbij zich 11 onafhankelijke scholen hebben aangesloten. Samenwerking vindt o.a. plaats in Kernpartners jeugdbeleid, Jeugd in beeld, Veiligheid naastenbest, overleggroep culturele zaken: marktplaats Best, Steunpunt Vrijwilligerswerk voor Best en Oirschot. 5 Samenwerking vindt o.a. plaats in Jetnet (Jongeren en Techonologie Netwerk Nederland); bovendien is het Heerbeeck College met ingang van 2006-2007 een universumschool. 4
2
Om ervoor te zorgen dat kennis betekenis krijgt en daardoor beklijft doen leerlingen binnen en buiten de lessen ervaringen op. Zo zijn er in 2007 diverse excursies en culturele activiteiten voor alle leerjaren georganiseerd, zijn er in de vierde klas havo en vierde klas vwo maatschappelijke stages, zijn er oriënterende stages in bedrijven voor vmbo 3-leerlingen en is er een uitgebreid internationaliseringsprogramma. Universumschool Vanaf het schooljaar 2005-2006 is het Heerbeeck College een Universumschool. Scholen werken in het Universumprogramma aan verschillende aspecten om hun bètatechnisch onderwijs te vernieuwen en delen hun kennis en ervaring met elkaar en andere scholen. Een belangrijk doel daarbij is om 15% meer jongeren te laten kiezen voor een bètatechnische vervolgopleiding. Concreet betekent dit dat geprobeerd wordt het aantal leerlingen in de natuurprofielen (N&G en N&T) te verhogen op havo en vwo en de belangstelling voor de sector techniek in het vmbo te vergroten. Dit streven wordt op het Heerbeeck College grotendeels gerealiseerd (zie bijlage 2). Naast het continueren van activiteiten als workshops in Jetnet-verband6, excursies naar Naturalis en TU Delft (kerncentrale) en vakoverstijgende bètaprojecten in de onderbouw zoals het project ‘De Fabriek’ in de brugklas, is er in 2007 een aantal nieuwe initiatieven ontplooid. Een voorbeeld daarvan is het vak bèta-informatica dat in schooljaar 2006-2007 is ingevoerd in vwo 2 om vakoverstijgende projecten te kunnen aanbieden. Verder zijn er N&Tmodules ontwikkeld voor de bovenbouw havo en vwo, die in schooljaar 2007-2008 opgenomen zijn in het geheel vrije deel. De praktische toepassing van bètagerichte kennis in deze modules zorgt niet alleen voor een betere transfer van kennis en vaardigheden, maar bij de meeste leerlingen ook voor meer plezier in bètavakken, zoals is gebleken uit een interne evaluatie. Tot slot is het Heerbeeck College een pilotschool voor een nieuwe invulling van het vak scheikunde. Wiskunde A-lympiade Een speciale vermelding verdient de eerste prijs die het Heerbeeck College in maart 2007 heeft gewonnen op de Wiskunde A-lympiade. De A-lympiade wordt georganiseerd door het Freundenthal Institute for Science and Mathematics dat zich ten doel stelt de kwaliteit van het onderwijs in rekenen, wiskunde en natuurwetenschappen te verbeteren. De wedstrijd is bedoeld voor leerlingen uit 5-havo of 5/6-vwo met Wiskunde A in hun profiel, die in teamverband (drie of vier leerlingen) een uitdagend probleem aanpakken. Na de voorrondes, waaraan ongeveer 170 scholen deelnamen, bereikten tien teams de tweedaagse finale. De finaleopdracht bestond uit het ontwerpen van een model om de uitslag van de top-2000 te voorspellen. Na rijp beraad riep de jury het Heerbeeck College uit tot winnaar 2007. Een prestatie om trots op te zijn! Cultuurprofielschool Als cultuurprofielschool besteedt het Heerbeeck College extra aandacht aan verschillende cultuurgebonden vakken en kunstdisciplines, door middel van faciliteiten die normaliter niet in het gewone rooster voorkomen. Genoemd hierbij kunnen worden: orkest en koorklas, de toneelvereniging en de diverse buitenschoolse activiteiten zoals internationale uitwisselingsprojecten. Ook worden leerlingen voorbereid en begeleid in hun beleving van kunst en cultuur door middel van workshops, lezingen en speciale samenwerkingsprojecten met culturele instellingen. Daarnaast zijn er in 2007 speciale cultuurmodules ontwikkeld voor de tweede en vierde klassen van havo en vwo. Deze modules zijn gericht op talentontwikkeling en op een praktische beleving en creatieve expressie op het gebied van cultuur. De meeste hebben een uitgesproken ‘doe-karakter’. Leerlingen volgden bijvoorbeeld een module stamboomonderzoek, photoshop, beeldhouwen, mime en documentaire maken. Nagenoeg alle
6
Jetnet (Jongeren en Technologie Netwerk Nederland) is een samenwerkingsverband tussen bedrijfsleven en scholen
3
modules zijn ontwikkeld in nauwe samenwerking met ZinniC, een marktplaats voor cultuureducatie in Best. Met ingang van schooljaar 2007/2008 is er een cultuurcoördinator benoemd die het cultuurbeleid op school in kaart brengt en deel uitmaakt van de gemeentelijke overleggroep culturele zaken. Vakoverstijgende projecten In schooljaar 2006/2007 is in twee vmbo-t-brugklassen het vakoverstijgende project ‘De Reis’ gestart. In de daaropvolgende schooljaren is het project geprolongeerd en geïmplementeerd in meerdere vmbo-brugklassen. Docenten die deelnamen aan dit project werden in deze periode gecoacht door het APS in het begeleiden en beoordelen van vakoverstijgende projecten. In het schooljaar 2007-2008 heeft het project een succesvol vervolg gekregen in de tweede klas vmbo met als titel ‘Jeugdcultuur’. Aangezien het in dit leerjaar een pilot betreft, is het project gestart in twee klassen. Niet alleen is er veel feitenkennis en wijsheid vergaard, maar werkend in groepen komt het ook op andere zaken aan. Men moet: plannen, afspraken maken, informatie verzamelen en verwerken, workshops reserveren, vergaderen, werk verdelen, overleggen met groepsgenoten, conflicten uitvechten (ook met groepsgenoten) enz. Daarbij bouwden leerlingen voort op opgedane vaardigheden in de brugklas. De eindpresentatie van de groepjes vond plaats in jeugdcentrum Todo in aanwezigheid van klasgenoten, vele ouders en docenten. Haco Leerlingen in de derde en vierde klassen houden zich sinds schooljaar 2006-2007 twee uur per week bezig met het Haco-programma. Haco betekent Havisten Competent. Het is de bedoeling dat door middel van dit project de doorlopende leerweg van havo naar hbo verbetert en onze leerlingen beter worden voorbereid op de Tweede Fase en de daaropvolgende (hbo-)opleiding. Binnen Haco werken leerlingen aan webquests. Daarbij wordt ook veel aandacht besteed aan zelfkennis, het systematisch leren samenwerken en het leren reflecteren op eigen sterke punten en ontwikkelpunten. Zo hebben leerlingen diverse evenementen georganiseerd en verbetervoorstellen gedaan. Er is nog geen vaststaand systeem om de kwaliteit van deze opdrachten te meten omdat voor Haco geen beoordeling gegeven wordt. Resultaten op het vlak van affiniteit zijn ook moeilijk te meten. Er lijkt een verband te zijn tussen het enthousiasme van de docent en dat van zijn/haar leerlingen. Docenten die Haco moeilijk vinden, hebben moeite om hun leerlingen enthousiast te maken. Het Heerbeeck College wil daar verandering in brengen door het invoeren van een cijfermatige beoordeling. Verder zal er een kwaliteitsbewaking opgezet worden in de vorm van visitatie: de Haco- scholen zullen elkaar onderling visiteren. Vernieuwde Tweede Fase Met ingang van schooljaar 2007-2008 is de Herziene Tweede Fase ingevoerd. Deze geldt alleen voor leerlingen van atheneum en havo vanaf genoemd schooljaar. Grote wijzigingen voor havo en vwo zijn: geen deelvakken en nieuwe vakken zoals Informatica en BSM (Bewegen, Sport en Maatschappij). Het Heerbeeck College biedt deze vakken aan omdat ze van belang zijn voor leerlingen die een ict-opleiding of studies als bewegingswetenschappen, sportmanagement en fysiotherapie overwegen. Daarnaast zijn er in de herziene Tweede Fase nieuwe overgangs- en herkansingsregels van kracht. In het officiële examenreglement, uitgereikt aan de leerlingen en te vinden op www.heerbeeck.nl, is dit uitgewerkt. 5. Kempenhorst College Het Kempenhorst College zet zich in om leerlingen op een moderne en bij deze maatschappij passende wijze het beoogde niveau te laten bereiken, waarbij er grote zorg is voor het scheppen van een veilige en uitdagende leergemeenschap. De school heeft 1 augustus 2007 een nieuw gebouw betrokken waarin een nieuw onderwijsconcept gestalte
4
heeft gekregen. Zo wordt er in de onderbouw naast de traditionele vakken ook gewerkt in leergebieden. Daarbij zijn verwante vakken geclusterd zodat leerlingen de interne samenhang beter leren doorzien. Daarnaast wordt er gewerkt met projectonderwijs. Dit betreft een vorm van probleemgestuurd en competentiegericht onderwijs waarbij leerlingen veel meer actief betrokken worden bij de verwerking van de lesstof. Dit past naadloos in het streven van de school om contextrijk en betekenisvol onderwijs te verzorgen. Naast cognitieve ontwikkeling is er op het Kempenhorst College structureel aandacht voor leren leren, sociaal-communicatieve vaardigheden, leren kiezen, persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijk functioneren in een democratie. Projectonderwijs Projectonderwijs vormt een belangrijk element van het vernieuwde onderwijs van het Kempenhorst College. Sinds schooljaar 2006/2007 werken brugklassers zes uur per week aan projecten, maar ook in de andere leerjaren worden er steeds vaker projecten aangeboden. Tijdens projectonderwijs werken leerlingen zelfstandig in groepjes aan betekenisvolle en realistische taken. Daarbij volgen de begeleidende docenten de ontwikkeling van de individuele leerlingen gedurende het gehele proces. Met projectonderwijs wil het Kempenhorst College competenties als samenwerken en zelfstandig leren en werken ontwikkelen en de motivatie van leerlingen verhogen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat deze vorm van onderwijs aansluit bij de voorkeur van vmbo-leerlingen voor leren door te doen.7 Bovendien sluit deze vorm aan bij de manier van werken op de basisschool én in het MBO en HBO. In 2007 is wetenschappelijk onderzoek gedaan, begeleid door de universiteit van Utrecht, naar projectonderwijs op de school. Uit dit onderzoek blijkt dat volgens docenten de voordelen vooral liggen op het gebied van het verwerven van vaardigheden als zelfstandig werken en planmatig werken, en minder op het verwerven van (vak)kennis. Leerlingen vinden het met name prettig om in groepjes en met ict te werken. De aansluiting tussen sommige vakken en projecten kan volgens beide groepen als ontwikkelpunt genoemd worden.Verder bleken de coachende rol van docenten en het zelfvertrouwen van leerlingen sterk samen te hangen met de motivatie van leerlingen voor projectonderwijs. Op grond van dit onderzoek heeft Kempenhorst minicursussen voor leerlingen ingevoerd. Deze zijn met name gericht op het aanvullen van hiaten in (vak)kennis. SBC Mede door de lessen Sport, Bewegen en Cultuur speelt de school in op de persoonlijke interesses en talenten van leerlingen. In deze lessen maken leerlingen een keuze uit een breed aanbod van activiteiten op het gebied van sport en cultuur. Zo’n activiteit kan echt van alles zijn: van (zaal)voetbal tot streetdance en van schilderen tot schaken. Voor elk wat wils dus en dat alles in het kader van zowel het ontwikkelen van plezier in wat je doet als het ontwikkelen van allerlei vaardigheden. Er wordt immers een beroep gedaan op steeds verschillende sociale en motorische vaardigheden (taken verdelen, regels afspreken, op veiligheid letten, samenwerken etc.). Bovendien wordt met dit vak tegemoet gekomen aan de maatschappelijke wens van meer bewegen. SBC kan een succes worden genoemd. Uit diverse evaluaties, o.a. uitgevoerd door onderzoeksbureau BCO in 2006 en 2007, is gebleken dat de meeste leerlingen SBC beoordelen als een leuk en waardevol vak. Ook de meeste docenten zijn positief over dit vak. SBC en zijn uitgangspunten blijkt bovendien een uitstekende aanzet te zijn voor het uitvoeren van een maatschappelijke stage, zoals is omschreven in een nieuw beleidsplan.
7
Van der Neut, Teurlings en Kools (2005) concluderen op basis van hun onderzoek naar leergedrag in het vmbo dat vmboleerlingen een voorkeur hebben voor didactische werkvormen waarbij een concrete manier van verwerken van de leerstof centraal staat. Bovendien blijkt uit onderzoek van de Dienst Stedelijk Onderwijs van de gemeente Rotterdam (2005) dat onder andere zelfstandig werken en samenwerkend leren een positief effect hebben op de motivatie van leerlingen in het vmbo.
5
Leertuin In de basisberoepsgericht leerweg met leerwegondersteuning (LWOO) kunnen leerlingen in de leertuin de lesstof van de theorievakken op hun eigen manier verwerken. Leerlingen werken aan een weektaak waarbij ze zelf hun leerroute en tempo kunnen bepalen. Deze manier van werken heeft zijn waarde in het verleden al bewezen, maar wordt voortdurend gemonitord. In 2007 stond de leertuin bijvoorbeeld centraal in het zelfevaluatie & visitatietraject waaraan Kempenhorst heeft deelgenomen (zie paragraaf 6). Uit dit onderzoek bleek dat de leertuin van grote waarde is: leerlingen voelen zich prettig, krijgen meer zelfvertrouwen door succeservaringen en blijken in de derde klas zelfs beter te presteren dan leerlingen die uit klassen komen die niet volgens dit systeem hebben gewerkt. Werkplekleren Al enkele jaren krijgen leerlingen in de bovenbouw naast traditionele lessen onderwijs in de vorm van werkplekleren. Bij werkplekleren verwerven leerlingen competenties die nodig zijn om taken en problemen in de toekomstige beroepspraktijk adequaat op te lossen. Werkplekleren krijgt in alle jaren gestalte op de diverse pleinen waarbij leerlingen werken en leren in een nagebootste praktijkomgeving. De praktijk (het kantoor, het kinderdagverblijf) wordt als het ware de school in gehaald zodat leerlingen dus ‘levensecht, praktijkgericht’ kunnen werken. Zowel leerlingen als docenten waarderen deze onderwijsvorm. Uit eerder genoemde BCOonderzoeken blijkt bijvoorbeeld dat leerlingen uit het derde leerjaar meer zelfvertrouwen hebben wat betreft de beroepsgerichte vakken, aangeboden in werkpleksimulaties, en deze vakken ook leuker vinden dan ‘traditionele’ vakken als Nederlands en Engels. Vandaar het streven van de school om de komende jaren de algemeen vormende en beroepsgerichte vakken deels te integreren in de vorm van projecten op de diverse pleinen. 8 Techniek Vanaf september 2007 zijn alle afdelingen (metaal, metalectro, installatie, instalectro en bouw) te vinden op het techniekplein. Leerlingen die deze sector hebben gekozen krijgen een techniekbreed programma (polytechniek) aangeboden. Na een half jaar propedeuse kunnen zij daarna kiezen voor een van de techniekrichtingen; ook kunnen ze kiezen om een techniek-breed programma te blijven volgen. Deze vormgeving is mede ingegeven door het streven meer leerlingen te interesseren voor techniek. Dat de school glansrijk slaagt in deze doelstelling blijkt uit het volgende: honderdvijftig scholen in het land beoordeelden het Kempenhorst College in 2007 als de beste vmbo-school van Nederland. In tegenstelling tot andere scholen is het Kempenhorst College er de afgelopen jaren in geslaagd meer leerlingen te interesseren voor een technische opleiding. Studieloopbaanoriëntatie Binnen het proces van Loopbaan Oriëntatie en Begeleiding (LOB) is door het Kempenhorst College sterk ingezet op de zogenaamde doorlopende leerlijnen. Dat wil zeggen dat er sprake moet zijn van een proces dat is ingezet op de basisschool, wordt doorgezet in het Voortgezet Onderwijs en later in het vervolgonderwijs. Op het Kempenhorst College is de dialoog met de leerling als centraal speerpunt neergezet. Daarbij wordt gebruik gemaakt van diverse middelen. Eén ervan is een digitaal LOB- portfolio, waarin verslag wordt gedaan van elke activiteit die heeft plaatsgevonden binnen LOB. Een ander middel is een digitaal LOBprogramma, waarmee de leerlingen ook thuis aan de slag kunnen. Ouders en bekenden kunnen ook hieraan deelnemen en meningen uitwisselen met de leerling over zijn beroepenoriëntatie. Bovendien zijn er een drietal ontwikkelingslijnen samengesteld, waarmee de competenties van de leerling worden gemeten. Ook deze lijnen worden gevolgd gedurende de gehele 4 – jarige schoolperiode. De resultaten worden meegenomen naar het vervolgonderwijs. Alles wat hierboven genoemd wordt, is nog volop in ontwikkeling. Dat betekent dat er nog aanpassingen zullen plaatsvinden als dat nodig blijkt te zijn. 8
Verdere evaluatiegegevens over vernieuwingen op het Kempenhorst College zijn beschreven in ‘Evaluatie Koersboek’.
6
6. Kwaliteitszorg In 2007 is er werk gemaakt van kwaliteitszorg binnen VOBO. Kwaliteitszorg is in de visie van VOBO met name gericht op het primaire proces. Daarbij gaat het om vragen als ‘Doen we de goede dingen? Doen we die dingen goed? Vinden anderen dat ook? En hoe weten we dat?’ Zoals vermeld in het ‘Plan van aanpak kwaliteitszorg VOBO (2006-2007)’ is gekozen voor een pragmatische aanpak die aansluit bij het waarderingskader van de inspectie. Daartoe zijn een aantal activiteiten uitgevoerd met name op het gebied van waarderingsonderzoeken. Binnen het Kempenhorst College zijn er bijvoorbeeld evaluatieonderzoeken naar het nieuwe onderwijsconcept uitgevoerd en beide scholen hebben deelgenomen aan het traject Zelfevaluatie en collegiale visitatie dat in Orion-verband jaarlijks wordt georganiseerd. De evaluatiegegevens die uit deze projecten voortkomen, vormen input voor acties die moeten leiden tot verbetering van het dagelijks werk in en buiten de klas. Een oordeel of we met kwaliteitszorg op de goede weg zijn, vormt naast de interne evaluatie, het oordeel van de inspectie. In het voorjaar van 2007 heeft de inspectie VOBO bezocht in het kader van het periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Een belangrijk aspect in dit onderzoek vormt het domein kwaliteitszorg. De inspectie constateert dat kwaliteitszorg zich op beide vestigingen positief ontwikkelt. Uit het rapport blijkt verder dat kwaliteitszorg op acht van de tien aspecten voldoende scoort. Als verbeterpunten worden voor het Heerbeeck College genoemd: waarborging van de kwaliteit van het schoolexamen en andere toetsinstrumenten systematische evaluatie van de kwaliteit van het leren en onderwijzen. Voor het Kempenhorst College worden de volgende punten genoemd: waarborgen van de kwaliteit van leren en onderwijzen inzichtelijk rapporteren aan belanghebbenden over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs De inspectie heeft haar waardering geuit voor de insteek van kwaliteitszorg op VOBOniveau. Een traject als zelfevaluatie en visitatie wordt eveneens positief gewaardeerd. Naast aandacht voor de systematische ontwikkeling van kwaliteitszorg geeft de inspectie het advies verzamelde gegevens te analyseren in relatie tot de gegevens van andere scholen, het zogenaamde benchmarken. Bovengenoemde adviezen vormen ontwikkelpunten voor de komende jaren en een vertaling daarvan in concrete acties is onder meer te vinden in het ‘Plan van aanpak kwaliteitszorg (2007-2008)’.9 7. Onderwijsgegevens en -resultaten De gegevens die in deze paragraaf worden gepresenteerd, zijn gebaseerd op gegevensbestanden van de onderwijsinspectie en van onze administratie. Om betrouwbare en meer gedetailleerde managementinformatie te kunnen leveren, wordt vanaf volgend schooljaar gebruik gemaakt van het systeem Magister. De ervaring van andere scholen met dit pakket leert dat hiermee onder andere gewenste informatie als sector- en profielkeuze per leerjaar eenvoudig kan worden gegenereerd. Leerlingaantallen
Leerlingen per school Kempenhorst College Heerbeeck College Totaal
9
aantal 943 1922 2865
Zie www.voboscholen.nl onder de knop kwaliteitszorg.
7
Onderwijstype leerjaar 1
algemeen
aantal 649
leerjaar 2 leerjaar 3
algemeen vmbo bb+ bk vmbo gl +tl havo vwo
631 200 179 141 138
leerjaar 4
vmbo bb+ bk vmbo gl +tl havo vwo havo
172 185 150 108 123
leerjaar 5 leerjaar 6 Totaal
vwo vwo
100 89 2865
Bevordering De onderstaande gegevens zijn gebaseerd op het zogenaamde ‘Hinkelpad’ verstrekt door de inspectie. VOBO hanteert de volgende definitie van bevorderen: een leerling gaat over naar een hogere klas van dezelfde studierichting of een hogere studierichting.
Bevorderen 2006 klas Leerjaar 1
Kempenhorst College Percentage school landelijk 99 98
Leerjaar 2 Vmbo b+k 3 Vmbo b+k 4 Vmbo gl + t 3
100 99 97 100
97 95 95 92
Vmbo gl +t 4
92
95
Bevorderen 2007
Kempenhorst College Percentage
klas Leerjaar 1 Leerjaar 2 Vmbo b+k 3 Vmbo b+k 4
school landelijk 100 98 99 97 99 95 99 95
Vmbo gl + t 3 Vmbo gl +t 4
95 91
92 94
8
Bevorderen 2006 klas
Heerbeeck College Percentage school landelijk
leerjaar 1 leerjaar 2 vmbo-t 3 vmbo-t 4
100 100 90 94
98 97 92 95
havo 3 havo 4 havo 5 vwo 3 vwo 4
78 80 93 88 91
83 84 87 88 87
vwo 5 vwo 6
92 95
91 92
Bevorderen 2007
Heerbeeck College
klas leerjaar 1 leerjaar 2 vmbo-t 3
Percentage school landelijk 100 98 98 97 92 92
vmbo-t 4 havo 3 havo 4 havo 5 vwo 3
97 88 82 95 91
94 85 84 89 90
vwo 4 vwo 5 vwo 6
96 91 97
87 92 91
NB: voor een gedetailleerd overzicht van instroom-, door- en uitstroomgegevens zie de matrices in bijlage 3.
Examens De gegevens over deelname gesorteerd naar sectoren en profielen zijn afkomstig uit de opbrengstenkaart 2008 van de onderwijsinspectie. Helaas ontbreken op deze kaarten gegevens over de vmbo t- afdelingen van onze vestigingen. In onderstaande tabellen en grafieken worden deze gegevens weergegeven.
9
Deelname examen 2007per sector Kempenhorst College economie
vmbo b
landbouw techniek zorg en welzijn
vmbo k 23%
14% 34% 52%
8% 26% 44%
Deelname examen 2007 per profiel Heerbeeck College cultuur en maatschappij economie en maatschappij natuur en gezondheid natuur en techniek
havo
vwo 40% 30% 20% 11%
18% 27% 41% 14%
Examenresultaten De volgende tabellen betreffen de resultaten van leerlingen die hebben deelgenomen aan het examen. De percentages kunnen verschillen van de percentages in de doorstoomtabellen: leerlingen kunnen zich om diverse redenen teruggetrokken hebben van het examen. Kempenhorst College
Examenresultaten 2007 Vmbo T/GL
VMBO KBL
VMBO BBL
totaal
totaal
45
100,00%
77
100,00%
95
100,00%
217
100,00%
geslaagd
41
91,1%
76
98,7%
95
100,00%
212
97,7%
4
8,9%
1
1,3%
5
2,3%
definitief gezakt
Examenresultaten 2006 Vmbo T/GL
VMBO KBL
VMBO BBL
totaal
totaal
35
100,00%
76
100,00% 115
100,00%
226
100,00%
geslaagd
32
91,4%
75
98,7% 107
93,0%
214
94,7%
3
8,6%
1
7,0%
12
5,3%
definitief gezakt
1,3%
8
10
Examenresultaten 2005 VMBO T/GL
VMBO KBL
VMBO BBL
totaal
totaal
50
100,00%
65
100,00%
99
100,00%
214
100,00%
geslaagd
48
96,0%
62
95,4%
98
99,0%
208
97,2%
2
4,0%
3
4,6%
1
1,0%
6
2,8%
definitief gezakt
Heerbeeck College
Examenresultaten 2007 vmbo
havo
vwo
totaal
totaal
140
100,00%
120
100,00%
86
100,00%
346
100,00%
geslaagd
137
97,9%
116
96,7%
85
98,8%
338
97,7%
3
2,1%
4
3,3%
1
1,2%
8
2,3%
definitief gezakt
Examenresultaten 2006 vmbo
havo
vwo
totaal
totaal
151
100,00%
111
100,00%
79
100,00%
341
100,00%
geslaagd
143
94,7%
104
93,7%
76
96,2%
323
94,7%
8
5,3%
7
6,3%
3
3,8%
18
5,3%
definitief gezakt
11
Examenresultaten 2005 vmbo
havo
vwo
totaal
totaal
111
100,00%
84
100,00%
63
100,00%
258
100,00%
geslaagd
108
97,3%
79
94,0%
60
95,2%
247
95,7%
3
2,7%
5
6,0%
3
4,8%
11
4,3%
definitief gezakt
12
Bijlage 1 Organogram VOBO
ORGANOGRAM Stichtingsbestuur Voortgezet Onderwijs Best-Oirschot
Algemeen Directeur Voortgezet Onderwijs Best-Oirschot
Concerncontroller Voortgezet Onderwijs Best-Oirschot
Directeur Kempenhorst
Directeur Heerbeeck
Directeur Bedrijfsvoering Voortgezet Onderwijs Best-Oirschot
Plaatsvervangend Directeur
Adjunctdirecteur Brugklas
Adjunctdirecteur VMBO
Adjunctdirecteur Brugklas
Adjunctdirecteur VMBO
Adjunctdirecteur HAVO
Adjunctdirecteur VWO
13
Bijlage 2 Onderstaand schema met profielkeuzecijfers is gebaseerd op de instroom vanuit klas 3 en is representatief voor de gehele bovenbouw. Tabel 1 profielkeuzecijfers Havo
Heerbeeck Universumscholen tranche 2 Landelijk gemiddelde
2005 N-profiel 39% 29%
VWO 2006 N-profiel 37% 31% 30%
2007 N-profiel 32% 33% 33%
2005 N-profiel 55% 52%
2006 N-profiel 51% 53% 52%
2007 N-profiel 53% 55% 54%
14
Bijlage 3 Doorstroomgegevens Kempenhorst College Aantal Tijdens Uitstr.Bevorderd Uitstr.Diploma som leerlingen de per cursus 01/10/2006 Bij Af
Ja
Nee
Ja
Nee
Interne verplaatsingen tot 01/10/2007 Vmbo Lj.1 Lj.2 Lj.3
(b) 3
Vmbo
Havo
Vwo
(k) (g) (t) (b) (k) (g) (t) 3 4 5 3 4 5 6 3 3 3 4 4 4 4
e
1 leerjaar
236
1
4
8
225
225
2e leerjaar
247
1
1
7
240
3
3 vmbo(b)
108
3 vmbo(k)
92
3 vmbo(g)
43
4 vmbo(b)
94
94
4 vmbo(k)
78
76
4 vmbo(g)
5
5
4 vmbo(t)
40
33
1
6
totaal
943
208
1
713
2 1
6
15
2
47
106
106
91
1
43
2
103 87
2
41
2
Aantal leerlingen per 01/10/2007
90
2
228
971 237 230
103 89
3
3 3
47
107 92
44
106 107 47
107 92
45
15
Doorstroomgegevens Heerbeeck College Aantal Tijdens Uitstr.Bevorderd Uitstr.Diploma som leerlingen de per cursus 01/10/2006 Bij Af
Ja
Nee
Ja
Nee
Interne verplaatsingen tot 01/10/2007 Vmbo Lj.1 Lj.2 Lj.3
Vmbo
(b) (k) (g) (t) (b) (k) (g) 3 3 3 3 4 4 4
Havo (t) 4
3
4
Vwo 5
3
4
5
6
e
1 leerjaar
413
2
2e leerjaar
384
2
3 vmbo(t)
136
4 vmbo(t)
140
3 havo
141
1
2
4 havo
150
1
15
5 havo
123
3 vwo
138
4 vwo
108
1
107
5 vwo
100
1
99
6 vwo
89
totaal
1922
3
3 6
3
409
409
2
378
2
3
130 121
1
1
1
5
18 1
132
113
3
1
2
16
14
2
10
6
320
121
1
25 111
5
3
137
86
117
123
136
1
27
115
139
2
6
12
2
2
10
125
3
1 4
5
3 4
1561
103 90 3
411
Aantal leerlingen per 01/10/2007 1924 354 416
13
121
139 136 176 118 117 127 110 93
126
138 139 183 118 117 129 111 93
16