Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen Jaarverslag 2010
Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 GB Zwolle Bezoekadres: Campus 2-6, Zwolle Telefoon (088) 469 99 11 Telefax (088) 465 92 68
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Voorwoord Windesheim heeft de ambitie om misschien wel de beste hogeschool van Nederland te worden. De titel van dit jaarverslag verwijst naar de manier waarop we deze ambitie willen realiseren: sterk inzetten op de integratie van de primaire processen onderwijs, onderzoek en ondernemen. Als ‘partner in professionele ontwikkeling’ neemt Windesheim de wensen van studenten en de ambitie van organisaties als uitgangspunt. In dat licht werkt Windesheim aan de transformatie van onderwijsinstelling naar kennisinstelling en aan het verstevigen van de kwaliteit van de primaire processen. Daarmee geven we een positieve impuls aan hoger onderwijs en kenniscirculatie in de regio. In 2010 stonden de kwaliteit van het onderwijs, de verandering van de organisatie en het financieel beleid op de agenda. Daarin hebben we belangrijke stappen gezet die tot mooie resultaten hebben geleid. Het versterken van de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en ondernemen. De kwaliteitszorgcyclus is aange-
scherpt om beter zicht te krijgen in de kwaliteit van de opleidingen. Professionalisering van de studieloopbaanbegeleiding en differentiatie in het aanbod van opleidingen dragen daaraan bij. Om het onderzoek te versterken en de verbinding met het onderwijs te verstevigen zijn meer middelen vrijgemaakt in de begrotingen van komend jaar. Het verhogen van het kwalificatieniveau van de medewerkers. Specifiek HRM-beleid is ontwikkeld om de
talenten van medewerkers zo optimaal mogelijk te benutten. Daarnaast wil Windesheim het kwalificatieniveau van docenten verhogen door toename van het aantal docenten met een mastergraad of een doctorstitel. Professionaliseren van de organisatiecultuur. Windesheim zet in op een meer multidisciplinaire en teamge-
richte manier van resultaatgericht werken met verantwoordelijkheden laag in de organisatie. De in 2009 ingezette lijn rond leiderschapsontwikkeling is in 2010 voortgezet en uitgebouwd. Ook is er een debat gestart over het versterken van de kwaliteit van de professionele ruimte. De komende jaren zal vooral de verantwoordelijkheid van de docenten voor de opleidingen en hun participatie in opleidings- en examencommissies centraal staan. Herinrichting van de organisatie. Het versterken van de kwaliteit en een optimale samenwerking in de
bedrijfsvoering vragen om een schaalgrootte die met de bestaande indeling in Schools en diensten niet voorhanden is. Daarom is besloten tot een herinrichting van de interne organisatie. De tien Schools zijn geclusterd in vier domeinen. Ook de kenniscentra en marketing- en salesactiviteiten zijn daarbinnen samengebracht. Om de beoogde kwaliteitsslag te maken worden de centrale diensten zo georganiseerd dat én de strategische doelen én de organisatie goed worden ondersteund.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Het realiseren van een nevenvestiging in Flevoland. Na jaren van intensieve voorbereiding heeft Windesheim
Flevoland in september 2010 zijn deuren officieel geopend. In 2010 nam Windesheim Flevoland in Almere vier bestaande opleidingen over van de Hogeschool van Amsterdam. Het streven is om het opleidingenaanbod in september 2011 uit te breiden naar zestien opleidingen in Almere en vier in Lelystad. Het onderwijs wordt in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven opgezet en biedt daarmee mogelijkheden tot kennisuitwisseling en ondernemerschap. Het financieel ‘in control’ zijn en het versterken van de solvabiliteit. Het is gelukt de inkomsten en uitgaven in
2010 in balans te brengen. Om het tekort terug te dringen is een samenhangend pakket van maatregelen genomen, waaronder een selectieve vacaturestop en een voorziene reductie van de personeelsformatie. Het nieuwe financieel beleid heeft ertoe geleid dat 2010 positief is afgesloten. De ontwikkelingen in het hoger onderwijs en in de samenleving laten zien dat Windesheim de juiste koers vaart. Onze toekomst ligt in het verlengde van onze pijlers onderwijs, onderzoek en ondernemen. Als kennisinstelling nemen we onze verantwoordelijkheid om deze op een kwalitatief hoogstaande wijze met elkaar te verbinden, nu en in de komende jaren.
Prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen Voorzitter College van Bestuur
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Inhoudsopgave 1. Windesheim in 2010................................................................................................................................................ 1 Missie............................................................................................................................................................................................. 1 Stragegische agenda........................................................................................................................................................................ 1 Resultaten....................................................................................................................................................................................... 2 Kerngegevens.................................................................................................................................................................................. 8
2. Onderwijs................................................................................................................................................................. 10 Creëren van uitdagende leeromgevingen en –trajecten.................................................................................................................. 10 Kwaliteitszorg................................................................................................................................................................................. 11 Internationalisering........................................................................................................................................................................ 14 Ontwikkeling studentaantallen....................................................................................................................................................... 15 Studierendementen........................................................................................................................................................................ 17 Maatregelen ter verbetering van de studierendementen................................................................................................................. 18 Studentbegeleiding......................................................................................................................................................................... 18 Studenttevredenheid...................................................................................................................................................................... 19 Samenwerkingsverbanden.............................................................................................................................................................. 20
3. Onderzoek................................................................................................................................................................ 22 Lectoren en lectoraten.................................................................................................................................................................... 22 Kenniscentra................................................................................................................................................................................... 22 Ontwikkelingen in 2010................................................................................................................................................................. 23 Onderzoeksinstituten Windesheim................................................................................................................................................ 24 Promotieregeling............................................................................................................................................................................ 24
4. Ondernemen............................................................................................................................................................ 26 Positionering.................................................................................................................................................................................. 26 Contractactiviteiten........................................................................................................................................................................ 26 Een greep uit de activiteiten........................................................................................................................................................... 27 Maatschappelijke betrokkenheid.................................................................................................................................................... 28
5. Windesheim Flevoland............................................................................................................................................. 30 Wat vooraf ging.............................................................................................................................................................................. 30 Onderwijs....................................................................................................................................................................................... 30 Onderzoek...................................................................................................................................................................................... 32 Ondernemen.................................................................................................................................................................................. 32 Bedrijfsvoering................................................................................................................................................................................ 33 Horizontale dialoog........................................................................................................................................................................ 33
6. Bedrijfsvoering.......................................................................................................................................................... 35 Ontwikkeling van de organisatiestructuur...................................................................................................................................... 35 Financiën en control...................................................................................................................................................................... 36 Strategisch informatiebeleid en ICT.............................................................................................................................................. 38 Huisvesting..................................................................................................................................................................................... 38 Interne communicatie.................................................................................................................................................................... 40
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
7. Sociaal jaarverslag..................................................................................................................................................... 42 Ontwikkelingen in de personeelsformatie....................................................................................................................................... 42 Taakstelling.................................................................................................................................................................................... 43 Domeinvorming.............................................................................................................................................................................. 43 Professionele ruimte....................................................................................................................................................................... 44 Leiderschapsontwikkeling............................................................................................................................................................... 44 Recruitment en Employability........................................................................................................................................................ 45 Corporate Leren en Corporate Academy........................................................................................................................................ 45 Personeelsevaluatie......................................................................................................................................................................... 46 Functie/salarismix.......................................................................................................................................................................... 47 Verzuim, Gezondheid en Arbo....................................................................................................................................................... 47 Arbeidsvoorwaarden....................................................................................................................................................................... 48 Nevenwerkzaamheden.................................................................................................................................................................... 49 Gevoerd beleid inzake beheersing uitkeringen na ontslag.............................................................................................................. 50 Afhandeling van klachten, bezwaar en beroep................................................................................................................................ 50
8. Corporate governance............................................................................................................................................... 53 Bestuur en toezicht........................................................................................................................................................................ 53 Horizontale dialoog en verantwoording.......................................................................................................................................... 57
9. Verslag Raad van Toezicht 2010.............................................................................................................................. 60
BIJLAGEN.................................................................................................................................................................... 70 Onderwijsaanbod............................................................................................................................................................................ 71 Instroom en populatie.................................................................................................................................................................... 73 Toelating en selectie bij opleidingen met een numerus fixus......................................................................................................... 75 Uitbesteding van onderwijsactiviteiten........................................................................................................................................... 75 Studierendementen........................................................................................................................................................................ 76 HBO-monitor................................................................................................................................................................................. 81 Studentbegeleiding en voorzieningen............................................................................................................................................. 82 Sociaal jaarverslag 2010: kwantitatieve gegevens............................................................................................................................ 83 Internationalisering: studentenmobiliteit....................................................................................................................................... 91 Financiële verslaglegging................................................................................................................................................................ 97 Toekomstparagraaf......................................................................................................................................................................... 108 Huisvestingsprojecten en kengetallen............................................................................................................................................. 111 Nevenfuncties leden College van Bestuur...................................................................................................................................... 114 Hoofd- en nevenfuncties leden Raad van Toezicht........................................................................................................................ 115
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Windesheim in 2010
1. Windesheim in 2010 Met ruim 21.500 studenten, duizenden cursisten en 1.769 medewerkers in de vestigingsplaatsen Zwolle, Lelystad en Almere is Windesheim kwantitatief een van de grotere hbo-instellingen in Nederland. Kwalitatief staat Windesheim hoog aangeschreven bij deskundigen, het afnemend beroepenveld en niet in de laatste plaats bij studenten. In diverse onderwijsrankings scoort de hogeschool de laatste jaren goed. Missie Windesheim is als brede instelling voor hoger onderwijs een maatschappelijke onderneming. De hogeschool vormt een gemeenschap waarin actieve en deskundige mensen elkaar ontmoeten. Windesheim is een innovatief kennis- en expertisecentrum dat individuen en mensen in organisaties uitdaagt zich te ontwikkelen tot verantwoordelijke, waarde(n)volle en zelfbewuste professionals die: • over maatschappelijk relevante kennis en competenties beschikken, • willen functioneren op hoger professioneel niveau • daaraan gerelateerde persoonlijke groei realiseren en • bijdragen aan de ontwikkeling, verbetering en vernieuwing van bedrijven, maatschappelijke instellingen en overheden. Windesheim kiest en handelt vanuit zijn identiteit. Deze vindt haar oorsprong in de christelijke godsdienst en cultuur en de daarin wortelende levensbeschouwelijke overtuigingen en inspiraties. Windesheim is er voor alle mensen die zich willen voorbereiden op een beroep, aanwezige beroepscompetenties individueel of in teamverband verder willen ontwikkelen en zich persoonlijk willen vormen en ontplooien. Identiteitsontwikkeling
In 2010 is door het College van Bestuur en de domeindirecteuren gesproken over de identiteitsontwikkeling van Windesheim. Tijdens deze bijeenkomst hebben de deelnemers aan de hand van persoonlijke verhalen gereflecteerd en gezocht naar het verhaal van Windesheim. De eerste opbrengst van dit proces is een set voorlopige waarden die recht doet aan een organisatie als Windesheim, die zich richt op kwaliteit, diversiteit en een betekenisvolle positie in de samenleving. Deze set waarden zal verder worden verkend in gesprekken met medewerkers en studenten en met behulp van identiteitsbijeenkomsten per domein. Strategische agenda Windesheim heeft naam in het hoger onderwijs. Naam hebben in een sterk veranderende omgeving is echter niet genoeg. Windesheim gaat voor kwaliteit. Dat vergt een transitie van een instelling die vooral gericht was op hoger onderwijs naar een kennisinstelling. Kennisinstellingen hebben niet slechts één taak in de kennisketen (bijvoorbeeld kennisoverdracht), maar brengen systematisch de integratie tot stand tussen de
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
1
verschillende aspecten van de kenniscirculatie (ontwikkelen van kennis, distribueren van kennis, opleiden van kenniswerkers, toepassen van kennis, innoveren etc.). Dat gebeurt vanuit een besef dat in de moderne, snel veranderende samenleving die integratie een noodzakelijke voorwaarde is om ook deeltaken naar behoren uit te voeren. Het integreren van de drie processen onderwijs, onderzoek en ondernemen en de onderlinge kenniscirculatie is een voorwaarde om de ambitie van Windesheim waar te maken. De ambitie om ‘misschien wel de beste hogeschool van Nederland’ te worden. In het instellingsplan 2007-2012 ‘Verrijkt en verrijkend’ heeft Windesheim de contouren van deze transitie aangegeven. In 2008 en 2009 zijn de eerste stappen gezet een daadwerkelijke partner te worden in de (regionale) kennisinfrastructuur en onderzoeksmatige activiteiten te ontplooien en deze te integreren met het onderwijs en de beroepspraktijk. De koers die is ingezet sluit aan bij de strategische agenda’s van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de HBO-raad. Halverwege de looptijd van het Instellingsplan is voor het jaar 2010 een verdere focus aangebracht in de beleidsprioriteiten. Dit gebeurde mede met het oog op de draagkracht van de organisatie - met name de beschikbare financiële middelen - en mede in het licht van de opdracht om een adequaat aanbod van hoger onderwijs in Flevoland te ontwikkelen. Dat heeft geleid tot een strategische agenda voor 2010 die is gericht op: 1) het versterken van de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en ondernemen door de integratie daarvan te bevorderen en door het verbeteren van de kwaliteitszorgcyclus in de hogeschool. 2) het verhogen van het kwalificatieniveau van het personeel. 3) het professionaliseren van de organisatiecultuur. 4) een zodanige inrichting van de organisatie dat de beoogde kwaliteitsslag wordt gefaciliteerd en meer middelen kunnen worden besteed voor de primaire processen onderwijs, onderzoek en ondernemen. 5) het financieel ‘in control’ zijn en het versterken van de solvabiliteit. 6) het realiseren van de nevenvestiging in Flevoland. Resultaten De strategische agenda leidde in 2010 tot de volgende resultaten: 1) Het versterken van de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en ondernemen De kwaliteitszorgcyclus in het onderwijs is aangescherpt. • In 2010 zijn interne inventarisaties uitgevoerd naar de kwaliteitszorg(systemen) van de opleidingen en het programma van eisen gericht op een instellingsbreed Kwaliteit Management Systeem. Voor een duidelijke sturing en borging van de kwaliteitscyclus is in het verslagjaar een model ontwikkeld om beter zicht te krijgen op de onderwijskwaliteit van de opleidingen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
2
• Thematisch worden onderwerpen opgepakt (zoals het functioneren van de examen- en opleidingscommissies en de borging van het eindniveau van de afgestudeerden). Deze worden op instellingsniveau, domeinniveau of opleidingsniveau geëvalueerd en in verbetermaatregelen omgezet. Monitoring vindt plaats via de managementgesprekken tussen het College van Bestuur en de directeuren van de domeinen. De inspanningen leidden ertoe dat Windesheim besloot zich begin 2011 aan te melden voor de in het Nederlandse accreditatiestelsel nieuw ingevoerde Instellingstoets Kwaliteitszorg. Maatregelen zijn genomen om de in- en doorstroom van studenten te verbeteren. • Om de kwaliteit van de instroom en de aansluiting daarvan met de opleidingen te vergroten werkt Windesheim, binnen de wettelijke mogelijkheden, onder meer met matching- en selectiegesprekken, met het organiseren van ‘bijspijkercursussen’ in de vorm van summer courses (met name op het gebied van rekenen en taal). Ook worden gesprekken gevoerd met het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs om aansluitingsmogelijkheden te vergroten. • Om de kwaliteit van de doorstroom te vergroten zijn stappen gezet in het verder professionaliseren van de studieloopbaanbegeleiding. Uitgangspunt is dat de begeleiding zodanig wordt vormgegeven dat deze bijdraagt aan het studiesucces. Belangrijk daarin is dat de student een juiste verwachting heeft van de studie en dat een foute keuze snel kan worden gesignaleerd. Hierdoor kan ongewenste uitval worden vermeden. In het verslagjaar is het aantal studieloopbaangesprekken met elke student in de eerste maanden van de propedeuse opgevoerd. Binnen vijf maanden na inschrijving wordt een onderbouwd voorlopig studieadvies verstrekt. Daarnaast is bij een aantal opleidingen het minimum aantal studiepunten verhoogd dat behaald moet zijn om geen bindend negatief studieadvies te krijgen. Vanuit de gedachte dat iedere student herkend en erkend dient te worden bij de opleidingen en de centrale dienstverlening aanvullend is op de basisvoorziening bij de opleiding, is in het verslagjaar een model ontwikkeld dat de eerstelijnsbegeleiding positioneert in de domeinen en de tweedelijnsbegeleiding op centraal niveau. En dat voorziet in gedeeltelijk of volledig betaalde derdelijnsbegeleiding binnen of buiten Windesheim. De implementatie van deze wijzigingen in de studentbegeleiding is voorzien in 2011. • Ter versterking van de kwaliteit van de doorstroom is ook meer aandacht geschonken aan differentiatie in het aanbod van de opleidingen en het ontwikkelen van ‘honours tracks’. In dat kader is het Windesheim Honours College gestimuleerd en gefaciliteerd een katalysatorfunctie te vervullen voor internationaliserings- en honourstrajecten.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
3
Het aantal contacturen in het onderwijs is geïnventariseerd. • Voor een beperkt aantal opleidingen leidde dat tot een verhoging van het minimum aantal contacturen, met name in de eerste twee jaar van de opleiding. Met de analyse van het portfolio is een begin gemaakt om te bezien of het palet aan aangeboden opleidingen zich nog verhoudt tot de maatschappelijke vraag. • De opleidingen Toegepaste Gerontologie en Pedagogisch Management Kinderopvang zijn aan het portfolio toegevoegd. Daarnaast is ingezet op het doorontwikkelen van de opleidingen Small Business and Retail Management, HBO - Rechten, het Windesheim Honours College en Pedagogiek. Voor wat betreft de opleidingen Theologie en Levensbeschouwing is ingezet op een beweging die in samenspraak met andere hogescholen leidt tot meer efficiency in het aanbod. Voor wat betreft het afstandsleren zijn – in het licht van het aflopende contract met de LOI – scenario’s ontwikkeld om te komen tot een kostengunstiger aanbod. • De start van Windesheim Flevoland is mede aanleiding geweest af te zien van een hbo innovatie- en servicecentrum in Harderwijk. De activiteiten in Apeldoorn onder de naam Kenloo zijn afgebouwd. De integratie van het onderwijs met onderzoek en ondernemen is versterkt. • Het onderzoek en de lectoraten zijn ingebed in vijf kenniscentra. Door de vorming van de kenniscentra en het plaatsen daarvan binnen de onderwijsafdelingen (domeinen) komt er meer regie op de inhoudelijke ontwikkeling van de onderzoeksactiviteiten en op de verbinding van het onderzoek met het onderwijs en ondernemerschap in de domeinen. De lectoren worden structureel en systematisch betrokken bij het onderwijs. Het onderzoek wordt in het curriculum geïntegreerd. Daarnaast worden programmalijnen onderzoek ontwikkeld die aansluiten bij kennis en expertise in de domeinen en die de wisselwerking van de hogeschool met de bedrijven, maatschappelijke instellingen en overheden in de regio bevorderen. • Waar onderzoek en de marketing- en salesactiviteiten vooral centraal werden aangestuurd, is de wisselwerking tussen onderwijs, onderzoek en ondernemen in 2010 versterkt door het plaatsen van de lectoraten en marketing- en salesactiviteiten in de onderwijsafdelingen (domeinen). Voor wat betreft het ondernemen is het hierdoor mogelijk meer regie te voeren op de aansluiting met het onderwijs en onderzoek, wat positief zal uitwerken op de kwaliteit van de dienstverlening c.q. de ondernemende activiteiten binnen de domeinen. Nadere implementatie zal in het komende jaar gestalte krijgen. De kwaliteitszorgcyclus van het onderzoek is aangescherpt en de middelen voor onderzoek zijn verbreed. • Naast de integratie met onderwijs en ondernemen is in 2010 een kwaliteitsprotocol ontwikkeld voor
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
4
het onderzoek. Dit protocol en de bijbehorende uitwerkingsdocumenten spelen een rol in de interne cyclus van managementgesprekken en worden gebruikt ter voorbereiding op de externe validatie, die in de tweede helft van 2011 zal plaatsvinden. De uitkomsten van deze externe evaluatie worden aangegrepen om het interne kwaliteitszorgsysteem voor het onderzoek op Windesheim verder te ontwikkelen. • De middelen die voor het onderzoek ter beschikking worden gesteld zijn verbreed. In de verdeelsystematiek wordt vooralsnog uitgegaan van een vast bedrag per kenniscentrum / lectoraat om in de loop van de tijd over te gaan op een allocatie per kenniscentrum. Naast een vaste voet is deze gebaseerd op het aantal studenten. Ten aanzien van onderzoek is het beleid erop gericht om vanuit de rijksbijdrage meer middelen naar onderzoek te geleiden. Daarmee wordt meer massa gecreëerd om zodoende meer externe middelen binnen te kunnen halen. 2) Het verhogen van het kwalificatieniveau van het personeel In 2010 zijn de inspanningen gecontinueerd om op het vlak van het personeel het kwalificatieniveau te verhogen. Kwaliteitsverbetering van personeel heeft direct invloed op de kwaliteit van de primaire processen. • Windesheim heeft specifiek HRM-beleid ontwikkeld om de professionele ruimte van alle medewerkers zo optimaal mogelijk te benutten. De domeinen geven daar via de PE-cyclus invulling aan. • Daarnaast is specifiek beleid ontwikkeld ten aanzien van het kwalificatieniveau van docenten voor het doen van onderzoek en het verzorgen van onderzoekgerelateerde opleidingsonderdelen (in de bachelor- én in de masterfase; om les te geven in een masteropleiding moet een docent zelf ook minimaal op dat niveau zijn opgeleid). Het verhogen van het aantal docenten met een (WO)mastergraad of een doctorstitel is voor de komende jaren uitgewerkt in het master- en promovendibeleid van de hogeschool (juni 2010). • Op deze wijze wordt voldaan aan de implementatie van de maatregelen in het kader van het Actieplan Leerkracht. Per 31 december 2010 waren 1.029 docenten in dienst waarvan 617 (60%) met een masterdegree. Van de totaal 1.029 docenten hadden 140 docenten de opleidingsregistratie nog niet ingevuld. De registratie wordt in 2011 versneld op orde gebracht. Voor wat betreft de functie-/ salarismix laat de tussenrapportage uit 2010 zien dat Windesheim nog niet volledig op koers ligt in de richting van de gekozen salarismix. De functies op het niveau schaal 11 en 12 zijn de kernfuncties voor het onderwijsgevend personeel. Met gebruik van de middelen uit het Actieplan Leerkracht ontwikkelt Windesheim de docentfunctie op het niveau van schaal 14 en schaal 15 en voert deze in.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
5
3) Het professionaliseren van de organisatiecultuur Het versterken en professionaliseren van de organisatiecultuur wil Windesheim onder meer bereiken door het bevorderen van een meer multidisciplinaire en teamgerichte manier van werken, het intensiveren van de aanspreekcultuur in de hogeschool, het versterken van de kwaliteit van het leiderschap en de dialoog over de professionele ruimte. • De professionalisering van de organisatie vraagt om een meer multidisciplinaire en teamgerichte manier van werken en de daarbij behorende resultaatverantwoordelijkheden. In het kader van de herinrichting van de organisatie is in de opgestelde implementatieplannen van de domeinen en diensten aangegeven hoe invulling wordt gegeven aan het gewenste werken in teams en het leggen van verantwoordelijkheden laag in de organisatie. • Bij het verder professionaliseren van de organisatie hoort ook een cultuur waarbij men elkaar aanspreekt op resultaten en afwijkingen. In dat kader wordt gewerkt aan het intensiveren van de aanspreekcultuur, onder meer door het versterken van de personeelsevaluatiecyclus en het stimuleren van de dialoog tussen medewerker en leidinggevende. • De leidinggevenden van Windesheim vervullen een kritische rol bij de transitie van onderwijs- naar kennisinstelling. In het in 2009 vastgestelde beleidsplan ‘Ondernemend Verbinden’ is de visie op strategisch leiderschap beschreven. Deze visie is vertrekpunt voor de programma’s voor leiderschapsontwikkeling voor zittend leidinggevenden en voor potentials. In 2010 is de in 2009 ingezette lijn rond leiderschapsontwikkeling voortgezet en uitgebouwd. Voor verschillende doelgroepen zijn programma’s en activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd. • In 2010 is binnen Windesheim de dialoog over de professionele ruimte gevoerd. Dit leidde tot een gezamenlijke Verklaring Professionele Ruimte die richting geeft aan de manier waarop Windesheim werkt aan het versterken van de kwaliteit van de professionele ruimte. 4) Herinrichting van de organisatie De transformatie van onderwijsinstelling naar kennisinstelling en de verdere integratie van onderwijs, onderzoek en ondernemen vragen om een versterking en optimalisering van de ondersteunende en bedrijfsvoeringprocessen en het meer benutten van mogelijkheden tot samenwerking. Geconcludeerd is dat hiervoor een schaalgrootte nodig is die met de vigerende indeling in Schools en diensten niet voorhanden was. • In 2010 zijn de tien Schools in vier domeinen geclusterd. De kenniscentra zijn in deze domeinen geplaatst, evenals de marketing- en salesactiviteiten. Ten behoeve van de transitie zijn implementatieplannen per domein opgesteld. De implementatie dient uiterlijk op 1 september 2012 te zijn afgerond.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
6
• De centrale dienstverlening zal in een drietal diensten zo worden ingericht dat het primaire proces optimaal wordt ondersteund en beschikbare middelen maximaal kunnen worden ingezet ten behoeve van het primaire proces. Implementatieplannen voor de diensten zijn voorzien voor 2011. Ook de implementatie van de herinrichting van de diensten dient uiterlijk op 1 september 2012 te zijn afgerond. 5) Het financieel ‘in control’ zijn en het versterken van de solvabiliteit In 2010 is nieuw financieel beleid ingezet. Doel hiervan is de negatieve kostenontwikkeling van de voorgaande jaren om te buigen en de solvabiliteit te versterken. • Per saldo heeft Windesheim 2010 positief afgesloten. Ook is er een begroting voor de komende jaren uitgewerkt (een zogeheten ‘nul-plus’begroting) waarmee Windesheim meer ‘in control’ blijft ten aanzien van de kostenontwikkeling en op de langere termijn de solvabiliteit versterkt. • Onderdelen van het financiële beleid zijn dat op instellingsniveau wordt gewerkt met een risicomarge ten aanzien van de toekomstige inkomstenstromen (in verband met de huidige kabinetsplannen tot bezuinigingen in het hoger onderwijs), de domeinen koersen op een sluitende begroting en investeringen in het onderzoek meer op eigen kracht moeten gebeuren. • Deze wijze van begroten ondersteunt de transitie van Windesheim in de richting van een kennisinstelling. Doordat er meer transparantie is in de begrotingssystematiek is er ook meer ruimte voor regie op de onderlinge wisselwerking en de integratie van onderwijs, onderzoek en ondernemen. • Van belang voor de financiële gezondheid van de hogeschool is de solvabiliteit. De solvabiliteit op geconsolideerd niveau dient zich over een reeks van jaren gemiddeld op of boven de 20% te bevinden. Het eigen vermogen is naar stand einde 2010 toegenomen tot € 30,2 miljoen en de solvabiliteit is uitgekomen op 20,8%. Dit is een daling ten opzichte van 2009 met 0,5%. Deze daling wordt grotendeels verklaard door de balansverlenging per einde 2010 ten opzichte van einde 2009 met € 28 mln. Een groot deel van dit bedrag heeft betrekking op vooruit ontvangen financiële middelen voor 2011. Zouden deze middelen einde 2010 niet ontvangen zijn, dan was de solvabiliteit 22,5% geweest, een verbetering van 1,2% ten opzichte van 2009. 6) Het realiseren van de nevenvestiging in Flevoland • Per september 2010 is Windesheim gestart met het aanbieden van vijf opleidingen in Flevoland. Dit aanbod wordt de komende jaren uitgebreid. Dit resultaat van de samenwerking tussen de hogeschool, Rijksoverheid, de provincie en betrokken gemeenten is een unieke kans om het hoger
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
7
onderwijs in Flevoland (één van de snelst groeiende regio’s in Nederland) verder te ontwikkelen en geeft Windesheim de mogelijkheid zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid waar te maken om het kennisniveau in de regio van de hogeschool te versterken. • Het onderwijs wordt in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven in de regio opgezet en biedt daarmee mogelijkheden tot kennisuitwisseling en ondernemerschap. Daarmee draagt het onderwijs in Flevoland direct bij aan de ambitie van Windesheim om verder te groeien als kennisinstelling. Daarnaast biedt dit initiatief aantrekkelijke marktkansen door het vergroten van de potentiële studenteninstroom. De initiatieven in Flevoland bieden ook nieuwe kansen voor de professionaliseringsdoelstelling van medewerkers van Windesheim. Het opzetten van het nieuwe onderwijs in Flevoland gaat gepaard met nieuwe manieren van leren en werken, die een meerwaarde hebben voor andere opleidingen van de hogeschool en die ontplooiingskansen bieden voor de medewerkers van Windesheim. Kerngegevens
2010
2009
Studenten Instroom
7.790
7.406
Populatie
21.529
19.550
Instroom
5,2%
5%
Ingeschrevenen
5,1%
4,8%
aantal uitvallers
4.004
3.593
aantal afgestudeerden
2.893
2.988
fte
1.396
1.377
aantal
1.769
1.754
1.029 (793 fte)
998 (770 fte)
740 (603 fte)
756 (607 fte)
19
18
Financieel resultaat
€3.639.000
€-3.912.000
Baten werk voor derden
€7.433.000
€ 9.120.000
Marktaandeel
Studiesucces
Medewerkers
Onderwijsgevend Ondersteunend en beheerspersoneel
Onderzoek aantal lectoraten
Financiën
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
8
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Onderwijs
2. Onderwijs Windesheim heeft zich ten doel gesteld de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en ondernemen te versterken door uitdagende leeromgevingen en –trajecten te creëren, de kwaliteitszorgcyclus te verbeteren, het kwalificatieniveau van de docenten te verhogen en een effectieve en efficiënte studentbegeleiding te realiseren. Creëren van uitdagende leeromgevingen en –trajecten Naast een gevarieerd aanbod aan opleidingen (zie voor een overzicht de bijlagen) biedt Windesheim onderwijsprogramma’s aan die inspelen op de verschillen in kenmerken en ontwikkelbehoeften van studenten. Programma’s die Windesheim in dit kader aanbiedt zijn Associate degree (AD) programma’s, EVC-trajecten (Erkennen van Verworven Competenties), afstandsleren (in samenwerking met de LOI) en premastertrajecten, in samenwerking met verschillende universiteiten. Een unieke mogelijkheid om te excelleren biedt Windesheim via het Windesheim Honours College (WHC): een Engelstalige hbo-plus opleiding voor getalenteerde en gemotiveerde studenten die intensiteit en uitdaging combineert in een brede bachelor of Business Administration met specialisaties in Public Health en Communication & Media. Het WHC is gevestigd in een aantal historische panden in de binnenstad van Zwolle. Alle studenten wonen in de bij het WHC behorende huisvesting. De studentenpopulatie is internationaal en vertegenwoordigt momenteel vijf nationaliteiten. Als relatief opzichzelfstaande opleiding die op afstand van de Campus opereert, is het WHC te klein om bij te dragen aan de wisselwerking tussen onderwijs, onderzoek en ondernemen. In 2011 zal gezocht worden naar manieren om het WHC in te bedden in het domein Economie, Management, Media en Communicatie om van daaruit aansluiting te vinden bij de bedoelde wisselwerking. Vanwege tegenvallende studentaantallen ligt de prioriteit ook op het vergroten van de instroom. In het verslagjaar is besloten om in 2011 een honoursprogramma aan te bieden. Dit is een onderwijsprogramma voor studenten die meer willen en kunnen dan het reguliere programma hen biedt. Het honoursprogramma komt bovenop de reguliere studie en is verdiepend of verbredend. Het is een programma waarvoor de student wordt geselecteerd en waarvoor ec’s zijn te verdienen die bij zijn diploma in een honours testimonium worden opgenomen. Bij de ontwikkeling van het honoursprogramma zijn naast de opleidingen ook lectoren en het WHC betrokken.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
10
Deelname in cijfers
2010
2009
AD-programma’s
140
108
EVC-trajecten
119
120
Afstandsleren
1.862
1.853
Premastertrajecten
96
86
Windesheim Honours College
22
16
Aansluiting mbo/vo - Windesheim Met regionale instellingen voor voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs creëert Windesheim programma’s die de aansluiting met de opleidingen van Windesheim bevorderen. Te denken valt aan brugmodules, doorlopende leerlijnen, deficiëntieprogramma’s en pre-bachelortrajecten. Voor studenten met een ‘verwante’ mbo-opleiding, vwo’ers en excellente studenten worden verkorte c.q. turbotrajecten uitgevoerd. Toename keuzemogelijkheden
Windesheim werkt met het major- en minormodel en stimuleert zijn studenten een minor buiten hun eigen opleiding /domein te volgen. Het alleen maar aanbieden van onderwijs vanuit de eigen opleiding geeft studenten te weinig keuzevrijheid en betekent een beperking in de toekomstige maatschappelijke impact. In het studiejaar 2009-2010 volgden 210 studenten een minor buiten de eigen School. Met ingang van september 2010 neemt Windesheim deel aan ‘Kies op Maat’, een landelijk online platform met als doel de mobiliteit van studenten over de grenzen van de eigen instelling te bevorderen. In 2010 namen 57 Windesheimstudenten hieraan deel. Leven Lang Leren
Windesheim wil mensen stimuleren tot blijvende ontwikkeling en heeft dan ook Leven Lang Leren vastgesteld als een van haar kernactiviteiten. Met het gesubsidieerde project ‘Leven Lang Leren met Windesheim’, streeft Windesheim naar een toename van het aantal studenten van 25 jaar en ouder dat een hbo-diploma haalt. In het kader van dit project ontwikkelen de Schools opleidingstrajecten die meer op maat en flexibeler zijn opgezet zodat de doelgroep werk, leren en privé beter kan combineren. Daarnaast is in 2010 gestart met de ontwikkeling van een specifieke website en communicatiecampagne. Op 1 oktober 2010 telde Windesheim 6.078 studenten van 25 jaar of ouder. Kwaliteitszorg Voor het Nederlandse hbo wordt de agenda gedomineerd door het thema kwaliteit. In 2009 heeft Windesheim aangegeven het thema van de HBO-raad ‘kwaliteit als opdracht’ ambitieuzer te willen invullen: ‘kwaliteit als resultaat’. Windesheim heeft ervoor gekozen de kwaliteit van het onderwijs te versterken en richt zich de komende periode op de kritische succesfactoren die daarvoor bepalend zijn:
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
11
1. Docenten Windesheim investeert in het verhogen van het kwaliteitsniveau van zijn docenten. Een hoog opleidingsniveau van docenten vertaalt zich door in het niveau van de opleidingen. Per 31 december 2010 waren 1.029 docenten in dienst waarvan 617 (60%) met een masterdegree. Van de totaal 1.029 docenten hadden 140 docenten de opleidingsregistratie nog niet ingevuld. De registratie wordt in 2011 versneld op orde gebracht. Van deze 60% is 6% gepromoveerd c.q. zit in een promotietraject. Streven is dat in 2012 70% van de docenten een masterdegree heeft, waarvan 10% tevens gepromoveerd is. Daarnaast moeten de docenten beschikken over actuele kennis van de beroepspraktijk en in staat zijn ontwikkelingen vanuit het onderzoek te benutten om de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Tijdens de opening van het hogeschooljaar is René Cornelissen, docent bij de School of Social Work, tot ‘docent van het jaar’ gekozen en Johannes Hakvoort, docent bij de School of Engineering & Design, tot ‘talent van het jaar’. Met het instellen van deze jaarlijkse prijs wil Windesheim benadrukken hoe belangrijk de inzet van docenten is voor de kwaliteit van het onderwijs. De winnaars ontvingen een geldbedrag dat bestemd is voor innovatie of verbetering van het onderwijs binnen hun Schools. 2. Studenten Er is hernieuwde aandacht voor de centrale positie van de studenten. Om de individuele aandacht voor iedere student te borgen, wordt een extra kwaliteitsimpuls aan de studieloopbaanbegeleiding gegeven. In 2010 is een plan ontwikkeld voor de herinrichting van de studentbegeleiding. Daarnaast richt de aandacht zich op studenten die zich onvoldoende uitgedaagd voelen. Voor deze groep studenten biedt Windesheim extra mogelijkheden. 3. Kwaliteitscyclus Windesheim wil de kwaliteitszorg op alle aspecten versterken. In 2010 zijn interne inventarisaties uitgevoerd naar de kwaliteitszorg(systemen) van de Schools en is het programma van eisen gericht op een instellingsbreed Kwaliteit Management Systeem. Deze inventarisaties hebben een aantal aandachtspunten opgeleverd, dat momenteel ter hand wordt genomen. Voor een duidelijke sturing en borging van de kwaliteitscyclus is in het verslagjaar een model ontwikkeld om beter zicht te krijgen op de onderwijskwaliteit van de opleidingen, het zogenaamde Dashboard per opleiding. Hierbinnen worden kwantitatieve en kwalitatieve gegevens verzameld over de kwaliteit van de docent, kwaliteit van het onderwijs, kwaliteit van de begeleiding, kwaliteit van de voorzieningen, de rendementen en de verbeterfunctie binnen de opleiding. Interne audits In 2010 is de tweede fase van interne audits afgerond bij alle opleidingen en diensten. Dit heeft geresulteerd in een samenvattende rapportage met dominante thema’s. Monitoren van de interne kwaliteit krijgt daarmee vorm in het uitvoeren van audits op specifieke thema’s.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
12
Intern onderzoek examen- en opleidingscommissies De borging van diploma’s en het eindniveau van de opleidingen is de afgelopen twee jaar nadrukkelijk op de agenda van het hoger onderwijs komen te staan. Windesheim volgt deze ontwikkelingen op de voet. Mede naar aanleiding van de publiciteit rondom alternatieve afstudeertrajecten, de aangescherpte wetgeving (Wet Versterking Besturing) en het nieuwe accreditatiekader, is een intern onderzoek gestart om het functioneren van de examen- en opleidingscommissies op Windesheim in kaart te brengen en daar waar nodig met verbeterplannen te komen. Visitaties en accreditaties Naast de interne kwaliteitszorg wordt de kwaliteit van het onderwijs geborgd door een macrostelsel van visitaties en accreditaties. In 2010 heeft de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) accreditatie verleend voor de onderstaande bacheloropleidingen: • Management, Economie en Recht • Pedagogiek • Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs tweedegraads in Nederlands, Engels, algemene economie, bedrijfseconomie, aardrijkskunde, geschiedenis, wiskunde, biologie, godsdienst en levensbeschouwing, natuurkunde en scheikunde • Godsdienst en Pastoraal Werk • PTH technische lerarenopleidingen: Bouwkunde I en II, Bouwtechniek I en II, Installatietechniek I en II, Werktuigbouwkunde I en II, Mechanische Techniek I en II, Elektrotechniek I en II, Motorvoertuigentechniek I en II, Techniek, Wiskunde, Natuurkunde, docent ICT Voor de opleiding International Business and Languages laat het accreditatiebesluit nog op zich wachten. Eerst moet er landelijk nog helderheid komen op het gemeenschappelijke domeinspecifieke referentiekader met betrekking tot inhoud en niveau van de talen. Er is een traject uitgezet voor een aanvullende landelijke panelbeoordeling op dit punt. Naast accreditatie voor bovengenoemde opleidingen heeft Windesheim groen licht gekregen voor de start van de voltijd, vierjarige hbo-bacheloropleiding Pedagogisch Management Kinderopvang. Voor de volgende opleidingen zijn er visitaties uitgevoerd in 2010 ter voorbereiding op de accreditatie in 2011: • Personeel en Arbeid • Sociaal Pedagogische Hulpverlening • Informatica, Bedrijfskundige Informatica, Technische Informatica • Bouwkunde en Civiele Techniek • Communicatie
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
13
De visitaties van deze opleidingen resulteerden in een positieve beoordeling door de Visiterende en Beoordelende Instantie. Instellingsaccreditatie De NVAO stelde een nieuw beoordelingskader vast dat per 1 januari 2011 van kracht werd. Tot nu toe beoordeelde de NVAO per opleiding, maar dat kan nu ook op instellingsniveau. De opleidingen moeten dan nog wel steeds geaccrediteerd worden, maar dat gebeurt bij een positieve beoordeling op instellingsniveau, in een lichtere toets. Een van de elementen van het nieuwe beoordelingskader is een overgangsregeling die hogescholen de gelegenheid biedt zich aan te melden voor de Instellingstoets Kwaliteitszorg. Kort na het verstrijken van het verslagjaar heeft Windesheim besloten zich aan te melden voor deze toets. Internationalisering De activiteiten op het terrein van internationalisering richtten zich in 2010 vooral op mobiliteit en onderwijsinhoud. De mobiliteit krijgt vorm door internationale stages en studiepuntenmobiliteit in het kader van het Erasmusprogramma1. In de bijlagen is een overzicht opgenomen van de studentenmobiliteit per School en buitenlandse instelling. Onderwijsinhoudelijk wordt door het aanbod van minors met een sterke internationale component onderwijs verzorgd voor eigen en buitenlandse studenten. Een voorbeeld is de verbredende minor International Sustainable Development. Het Windesheim Honours College biedt een volledig curriculum in de Engelse taal aan. Een belangrijke samenwerkingspartner van Windesheim is de Chonqing Technology & Business University. De relatie met een Chinese partner en de betekenis van China als economische wereldmacht heeft tot gevolg dat er gewerkt wordt aan de inbedding van de Chinese taal en cultuur in de onderwijsorganisatie. In 2010 is met de Linnaeus University uit Zweden een samenwerking aangegaan waardoor studenten Werktuigbouwkunde een double degree kunnen halen. De in gang gezette herinrichting van de interne organisatie heeft ook op het terrein van internationalisering een nieuwe dynamiek ingezet. Nagedacht wordt over relevante kaders voor internationalisering en hoe hieraan vorm en inhoud kan worden gegeven. Uitgangspunt hierbij is tot een helder internationaal profiel te komen.
1. Het Erasmusprogramma is onderdeel van het Europese Leven Lang Leren Programma en heeft tot doel om activiteiten binnen de Europese Onderwijs Ruimte te ondersteunen en studenten en docentenmobiliteit te bevorderen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
14
Ontwikkeling studentaantallen 2010
2009
2008
Mutatie 2010 ten opzichte van 2009
Mutatie 2009 ten opzichte van 2008
Instroom Zwolle Flevoland
7.409 381
7.406 n.v.t.
6.355 n.v.t.
0,04% n.v.t.
16,54% n.v.t.
Totaal
7.790
7.406
6.355
5,18%
16,54%
20.541 988 21.529
19.550 n.v.t. 19.550
17.918 n.v.t. 17.918
5,07% n.v.t. 10,12%
9,11% n.v.t. 9,11%
Populatie Zwolle Flevoland Totaal
In de bijlagen is de ontwikkeling van de studentaantallen nader gespecificeerd. In 2010 werd voor enkele opleidingen gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheid om een inschrijvingsbeperking (numerus fixus) vast te stellen op grond van beschikbare onderwijscapaciteit. Daarnaast werkt een aantal opleidingen met een toelatingstoets. De resultaten hiervan staan vermeld in de bijlagen. Ontwikkeling studentaantallen naar vooropleidingsniveau 2010 Instroom mbo havo vwo Overig (o.a. 21+ toets, eindgetuigschrift of propedeuse hbo / wo, buitenlandse vooropleiding) Populatie mbo havo vwo Overig (o.a. 21+ toets, eindgetuigschrift of propedeuse hbo / wo, buitenlandse vooropleiding)
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
2009
2008
2.662 3.765 529
2.477 3.317 487
1.897 2.821 401
834
1.125
1.236
6.594 9.674 1.539
5.970 8.446 1.342
5.393 7.537 1.160
3.722
3.792
3.828
15
Ontwikkeling studentaantallen specifieke opleidingen Techniek Om te zorgen voor voldoende en kwalitatief goed opgeleide technici nam Windesheim deel aan het Sprint Programma van het Platform Bèta Techniek. Daarnaast richtte Windesheim in 2007 het Junior College op met als doel scholieren, in het bijzonder leerlingen uit het voortgezet onderwijs, te boeien en te binden aan een technische of ICT hbo-opleiding. Techniek Jaar Aantallen
2010 1.013
Instroom 2009 869
2008 837
Populatie 2009 2.417
2010 2.878
2008 2.368
Lerarenopleidingen Door het vergroten van de professionele ruimte wil Windesheim de kwaliteit van de lerarenopleidingen vergroten, meer hoogopgeleide leraren voor de klas krijgen en het beroep van leraar aantrekkelijker maken Windesheim doet dit onder meer door: • samen te werken met de lerarenopleidingen van Inholland en het Onderwijscentrum van de Vrije Universiteit in het samenwerkingsverband ‘Hoe Beter Hoe Meer’. Een concreet resultaat van de samenwerking is de Universitaire Pabo; een combinatie van de universitaire opleiding Pedagogiek en de Lerarenopleiding Basisonderwijs. • In samenwerking met LOI afstandsleren bij de lerarenopleidingen aan te bieden. • Samen met scholen uit Meppel, Hoogeveen, Coevorden, Steenwijk en Wolvega leraren in de praktijk van hun eigen school op te leiden. Onder het motto ‘Samen beter, beter samen’, willen Windesheim en de IPABO hun onderlinge samenwerking en hun samenwerking met de Vrije Universiteit verdiepen. Door schaalvergroting en bundeling van reeds aanwezige expertise, menskracht en faciliteiten ontstaat meer ruimte voor innovatie en kwaliteitsverbetering. Pabo Jaar Aantallen
Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs Jaar Aantallen
2010 525
Instroom 2009 313
2008 368
2010 1.436
Instroom 2010 1.040
2009 1.057
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Populatie 2009 931
2008 988
Populatie 2008 941
2010 3.030
2009 3.045
2008 2.984
16
Resultaten taal- en rekenvaardigheidstoetsen studiejaar 2009-2010
Van de studenten Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs die aan de verplichte taaltoets hebben deelgenomen, behaalde 68% een voldoende. Van de overige studenten kreeg niemand, uitsluitend op basis van een onvoldoende taaltoets een negatief Bindend StudieAdvies. Van de pabo-studenten die aan de taaltoets deelnamen, behaalde 74,4% deze toets aan het eind van het eerste jaar. 2,3% heeft de taaltoets na drie keer niet behaald en moest daarom de opleiding verlaten. Van de studenten die aan de rekentoets deelnamen, behaalde 79,2% deze toets aan het eind van het eerste jaar. 3,6 % heeft de rekentoets na drie keer niet behaald en moest daarom de opleiding verlaten. De overige studenten verlieten om diverse redenen de opleiding voordat ze hun drie kansen voor de toetsen hadden benut. In totaal moesten vijftien studenten met de opleiding stoppen omdat ze voor een of beide toetsen zakten. In de zomervakantie van 2010 is aan aankomende studenten een summercourse aangeboden. Ruim 100 deelnemers hebben gedurende een week taal- en/of rekenworkshops bijgewoond. De kwaliteit van het reken- en taalonderwijs staat landelijk hoog op de agenda van de onderwijsinspectie en de overheid. Ook Windesheim levert daaraan zijn bijdrage, onder meer door deelname aan kenniskringen. Ter versterking van de taalkennis en -vaardigheid van onderwijsdeelnemers is vanuit de Lerarenopleiding Voortgezet Onderwijs het initiatief genomen een Windesheimbrede aanpak van taalbeleid te ontwikkelen. Studierendementen De ontwikkeling van de studierendementen is een voortdurend aandachtspunt in het beleid. Belangrijke indicatoren voor het meten hiervan zijn het aantal uitvallers, het propedeuserendement en het afstudeerrendement. Uitval 2009-2010 4.004
Aantal uitvallers (exclusief omzwaaiers)
2008-2009 3.593
2007-2008 3.217
2006-2007 3.623
Van de 4.004 uitvallers in 2009-2010 waren 3.444 studenten ingestroomd in de propedeutische fase (waarvan er 595 vertrokken zijn met propedeuse) en 560 studenten in de hoofdfase. Propedeuse- en afstudeerrendement Propedeuserendement Cohort 2009 Na 1 jaar 18,18% Na 2 jaar (cumulatief) Afstudeerrendement Na 4 jaar Na 5 jaar
Cohort 2006 33,30%
(cumulatief) Na 7 jaar (cumulatief)
Cohort 2008 18,54% 45,91%
Cohort 2007 21,02% 45,80%
Cohort 2006 22,03% 47,41%
Cohort 2005 32,35%
Cohort 2004 36,51%
Cohort 2003 37,03%
Cohort 2002 38,74%
39,05%
43,85%
43,68%
46,14%
47,18%
49,46%
De onderwijsresultaten per School zijn opgenomen in de bijlagen. Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
17
Maatregelen ter verbetering van de studierendementen Ter verhoging van de studierendementen investeert Windesheim in het verbeteren van de kwaliteit in de instroom, een adequate studielast, voldoende contact- en begeleidingstijd, goede verwijzing en selectie en studentbegeleiding: • Door blijvend te investeren in goede voorlichting geeft Windesheim zijn aankomende studenten een zo goed mogelijk beeld van de studie en het beroepenveld. De samenwerking met het vo-platvorm Zwolle resulteerde in een nieuwe opzet van de open dagen en de profielkeuzedagen. • Hogeschoolbreed zijn normen vastgelegd voor de studielast en contact- en begeleidingstijd. • Diverse maatregelen zijn genomen om onnodige uitval te voorkomen, zoals kennismakingsdagen, extra bijspijkerlessen en extra ingeroosterde contactmomenten. Om inzicht te krijgen in de reden van uitval zijn exitgesprekken gevoerd met studenten die tussentijds uitstromen. Doel hiervan is toekomstige uitval te beperken c.q. te voorkomen. • Belangrijk voor het studiesucces van de student is een juiste studiekeuze. Windesheim onderzoekt of studiekeuzegesprekken de match tussen student en opleiding verbetert en daarmee bijdraagt aan het studiesucces. Twee Schools participeerden in 2010 in het landelijke project ‘Studiekeuzege sprekken: wat werkt?’. • In 2010 is de procedure ‘onderbouwd voorlopig studieadvies’ ontwikkeld. Iedere student die een studie is gestart, krijgt binnen vijf maanden na inschrijving een onderbouwd voorlopig studieadvies. Doel is om eerder op te sporen of een student al dan niet op de juiste plek zit. Daarnaast is bij een aantal opleidingen het minimum aantal studiepunten verhoogd dat behaald moet zijn om geen Bindend StudieAdvies te krijgen. • Met de voorgenomen wijze van studentbegeleiding verwacht Windesheim de koers te versterken in de richting van een gerichte aandacht op het studiesucces van de (potentiële) student en een verbetering van het gemiddeld studierendement op Windesheim. Studentbegeleiding Windesheim hecht grote waarde aan de begeleiding van zijn studenten. Voor hulp en begeleiding kunnen studenten terecht bij docenten en studieloopbaanbegeleiders. Voor specialistische begeleiding kunnen ze een beroep doen op decanen, psychologen en andere deskundigen. Een overzicht van (het gebruik van) de voorzieningen op het vlak van studentbegeleiding is opgenomen in de bijlagen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
18
Ontwikkelingen Windesheim wil zijn begeleiding zodanig vormgeven dat het leidt tot studiesucces en daarmee tot een verbetering van het gemiddeld studierendement. Studentbegeleiding werpt de meeste vruchten af wanneer deze zo dicht mogelijk bij het primaire proces, het onderwijs, wordt gepositioneerd en wel in de relatie tussen student en docent. De centrale dienstverlening dient aanvullend te zijn op de basisvoorziening bij de opleidingen. Vanuit deze gedachte is besloten het gehele pakket aan studentbegeleiding te herzien. Er komt een heldere taakverdeling zodat de ontwikkeling van de eerste lijn primair valt onder de verantwoordelijkheid van de School/domein en er een doorontwikkeling van de tweede lijn (centrale dienstverlening) mogelijk wordt gemaakt. Daarnaast wordt onderzocht of een deel van de huidige dienstverlening elders (binnen of buiten Windesheim) ondergebracht kan worden omdat deze dienstverlening mogelijk niet tot het basispakket studentbegeleiding behoort. Implementatie van deze wijze van studentbegeleiding is voorzien in 2011. Studenttevredenheid Een goede onderwijskwaliteit vertaalt zich door in een hoge studenttevredenheid. Ook in 2010 scoorde Windesheim goed in diverse onderwijsrankings en onderzoeken naar studenttevredenheid: • Windesheim behaalde een tweede plaats in het jaarlijkse Elsevier-studentenonderzoek. Sterke punten van Windesheim zijn vooral de faciliteiten, de keuzemogelijkheden binnen de opleiding, de spreiding van de studielast en de duidelijkheid van beoordelingscriteria. • In de Keuzegids HBO Voltijd 2011 behaalde Windesheim de derde plaats. Een aparte vermelding is er in de gids voor de goede begeleiding en ondersteuning die Windesheim biedt aan studenten met een beperking. De voormalige Azusa-opleiding Godsdienst en Pastoraal Werk en de opleiding van het Windesheim Honours College kregen met een score van 92 punten het predicaat excellente hbo-opleiding. • Windesheim komt als beste grote/middelgrote deeltijdhogeschool uit de bus in de Keuzegids Deeltijdstudies 2010. • Uit de Nationale Studentenenquête 2010 blijkt dat de algemene tevredenheid bij Windesheim 59% bedraagt, dit is hoger dan het landelijk hbo gemiddelde. Bij elf van de vijftien onderzochte thema’s scoorde Windesheim significant hoger dan het landelijk gemiddelde.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
19
Samenwerkingsverbanden Windesheim kent een groot aantal samenwerkingsverbanden. Diverse bedrijven en instellingen functioneren als opdrachtgever of klant met betrekking tot onderwijs, onderzoek en ondernemen. Binnen de onderwijskolom wordt samengewerkt met een veelheid aan onderwijsinstellingen. Belangrijke samenwerkingspartner van Windesheim is de Vrije Universiteit (VU). In februari 2010 bracht de bestuurlijke taakgroep, die voor de uitvoering van de samenwerkingsagenda was ingesteld, haar eindverslag uit. De taakgroep is in 2010 voortgezet als bestuurlijk overleg tussen beide Colleges van Bestuur. In 2010 is verder gewerkt aan de samenwerking op het gebied van obesitas tussen het Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle binnen Windesheim en het EMGO plus (Institute for Health and Care Research) van VU en VU medisch centrum, aan de samenwerking tussen het Kenniscentrum Educatie van Windesheim en het onderzoeksinstituut LEARN van de VU en aan de samenwerking op het gebied van de lerarenopleidingen binnen het project ‘Hoe Beter Hoe Meer’. Van de 33 Windesheimmedewerkers die in een promotietraject zitten, hebben acht medewerkers een hoogleraar van de VU als promotor. Daarnaast lopen er twee duale promotietrajecten in samenwerking met de VU. Sinds september 2006 wordt in Amsterdam de in gezamenlijkheid ontwikkelde universitaire master Journalistiek aangeboden. Windesheimstudenten kunnen tijdens hun hbo-opleiding Journalistiek zich op de master Journalistiek voorbereiden door het volgen van een premaster.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
20
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Onderzoek
3. Onderzoek De overgang van onderwijsinstelling naar kennisinstelling vereist in het bijzonder aandacht voor onderzoek. Uitgangspunt is dat het onderzoek een praktische meerwaarde heeft voor het onderwijs en het werkveld. Daarbij worden onderzoekscompetenties in toenemende mate belangrijk gevonden voor de afgestudeerde hbo’er. Onderzoek is dan ook een noodzakelijk onderdeel van het curriculum van de opleidingen. Windesheim heeft zich ten doel gesteld de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en ondernemen te verhogen door de versterking van de wisselwerking tussen onderwijs, onderzoek en ondernemen met behulp van het positioneren van de kenniscentra en de lectoren in de onderwijsafdelingen (domeinen) en het betrekken van de lectoren in het onderwijs in de majors, minors en honourstrajecten. Lectoren en lectoraten Door stelselmatig onderzoek, dat aansluit bij de behoeften in de markt en het beroepenveld, ontwikkelen de lectoren samen met onderzoekers nieuwe kennis in de lectoraten. Daarnaast is de invloed van lectoraten op de onderwijsvernieuwing en het verhogen van het kennisniveau en de professionaliteit van docenten essentieel. Dit versterkt de kenniscirculatie en draagt bij aan innovaties. Elk lectoraat wordt gevormd door een of twee lectoren en een kenniskring. Windesheim telde in 2010 negentien lectoraten en tweeëntwintig lectoren. Ter versterking van de wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek worden de lectoren ook ingezet in het onderwijs en bij onderwijsontwikkelingen. Zo zijn in 2010 de lectoren onder meer betrokken geweest bij de ontwikkeling van minors, opleidingen en het te starten honoursprogramma Sociale Innovatie. Verder hebben zij colleges gegeven, docenten en studenten begeleid en opdrachten en projectplannen beoordeeld. Kenniscentra Om meer focus en kritische massa te krijgen in de onderzoeksfunctie en de binding met het onderwijs en het werkveld te vergroten, zijn de lectoraten en kenniskringen geclusterd in vijf kenniscentra. In 2010 is besloten de Schools onder te brengen in vier domeinen. Om de verbinding tussen onderwijs, onderzoek en ondernemen beter te kunnen faciliteren worden de kenniscentra hierin ondergebracht. Ook de promovendi zijn ondergebracht in de kenniscentra. Voor het promotieonderzoek is het een belangrijke voorwaarde dat de onderwerpen van het onderzoek direct aansluiten bij het onderwijs dat binnen het betreffende domein wordt verzorgd. Ook moeten de promovendi een sterke verbinding hebben met andere onderzoeksactiviteiten en – netwerken binnen het domein.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
22
Kenniscentra en lectoraten
Kenniscentra Educatie
Gezondheid en Welzijn
Ondernemerschap
Technologie
Media
Lectoraat Bewegen, School en Sport ICT en Onderwijsinnovatie Onderwijszorg en Samenwerking binnen de Keten Pedagogische Kwaliteit van het Onderwijs Theologie en Levensbeschouwing De Gezonde Stad Innoveren in de Ouderenzorg Verslavingspreventie Veiligheid en Sociale Cohesie Bewegen, Gezondheid en Welzijn Palliatieve Zorg, Ethiek en Communicatie Duurzaam Ondernemen Familiebedrijven Supply Management Area Development ICT-innovaties in de zorg Kunststoftechnologie Media & Civil Society
Door de overname van de opleiding Leraar Basisonderwijs van de Hogeschool van Amsterdam beschikt Windesheim Flevoland over het lectoraat Maatwerk Primair. Ontwikkelingen in 2010 Met ingang van 1 januari 2010 is er een nieuw stelsel van kwaliteitszorg ingevoerd voor het onderzoek op hogescholen. Windesheim wordt in 2013 gevisiteerd door de Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek. In de voorbereidingen daar naartoe is in 2010 een Protocol Kwaliteitszorg Onderzoek vastgesteld dat als uitgangspunt dient voor het kwaliteitszorgsysteem van het onderzoek. Edith Roefs, docente aan de School of Management & Law, werd winnaar van het Kennisproduct 2010. Zij kreeg deze prijs voor haar onderzoek naar de kwaliteiten en drijfveren van inspirerende hogeschooldocenten. De prijs Kennisproduct is ingesteld door het Forum voor Praktijkgericht Onderzoek. Twee van de drie ingediende aanvragen in het kader van het onderzoeksubsidieprogramma RAAK Pro zijn goedgekeurd: • Shared Decision Making in Zorgnetwerken van Ouderen met Dementie; lectoraat Innoveren in de Ouderenzorg • Burgerschap en Schoolontwikkeling; lectoraat Pedagogische Kwaliteit van het Onderwijs In het kader van het RAAK Publiek programma is er in 2010 ook een aanvraag goedgekeurd vanuit het lectoraat Onderwijszorg en Samenwerking binnen de Keten, onder de titel Gedragsproblemen in het onderwijs. Naast deze projecten in het kader van het RAAK programma, zijn meer lectoraten actief in het verwerven van middelen uit de 2e en 3e geldstroom.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
23
Sinds november 2010 is het PolyPlasticum op Windesheim gehuisvest, een kennis- en informatiecentrum over kunststof. Dit centrum maakt sinds kort deel uit van het lectoraat Kunststoftechnologie. In 2010 is het ‘master- en promovendibeleid’ vastgesteld. Dit beleid ondersteunt de ambities van Windesheim om de capaciteit van de medewerkers te vergroten en de integratie tussen onderwijs, onderzoek en ondernemen te versterken. Onderzoeksinstituten Windesheim Binnen het Economisch en Sociaal Instituut (ESI) Zwolle werken lectoren, onderzoekers, hogeschoolhoofddocenten en deskundige docenten aan onderzoeksopdrachten van ondernemers uit de regio Zwolle. In 2010 heeft het ESI circa 150 ondernemers voorzien van onderzoeksresultaten en concrete adviezen. Veel van deze ondernemers hebben gebruik gemaakt van een innovatievoucher. Het ESI heeft zestig vouchers uitgevoerd en uitbetaald gekregen. In het najaar van 2010 startte het ESI met het nadrukkelijk samenbrengen van ondernemers en docenten om een goede match te bewerkstelligen tussen kennis en onderzoeksvraagstukken. Het Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle (OPOZ) is een initiatief van Windesheim, de Vrije Universiteit en het VU medisch centrum. In 2010 is in samenwerking met GGD IJsselland CheckTeen gestart: een onderzoek onder leerlingen van het Zwolse voortgezet onderwijs naar hun eet- en beweeggedrag. Daarnaast participeert OPOZ in de Academische Thuiszorgwerkplaats Overgewicht. Samen met het lectoraat Innoveren in de Ouderenzorg en Icare is financiering verkregen voor de doorontwikkeling en evaluatie van een thuiszorgaanpak die vorm geeft aan leefstijlgerichte preventie in de zorg. OPOZ biedt hbo-docenten en professionals de mogelijkheid te promoveren. In het verslagjaar liepen vier promotietrajecten. Promotieregeling Sinds 2006 voert Windesheim actief promotiebeleid waarbij medewerkers met de ambitie te promoveren financieel voor maximaal 0,4 fte kunnen worden vrijgesteld. Daarin kan de promovendus zich gedurende vier jaar richten op de realisatie van zijn promotie. Mede met dit beleid hoopt Windesheim het aantal gepromoveerden op een substantieel hoger niveau te krijgen. Per 31 december 2010 stonden 33 medewerkers geregistreerd als promovendus, hiervan behoren 31 medewerkers tot het onderwijsgevend personeel.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
24
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Ondernemen
4. Ondernemen Vanuit zijn missie en visie op opleiden en ontwikkelen van individuen en organisaties wil Windesheim ook voor professionals, bedrijven en instellingen de deskundige partner zijn in persoonlijke en professionele ontwikkeling. Positionering Om een vooraanstaande en duurzaam onderscheidende positie in de markt te verwerven, is het noodzaak de synergetische effecten tussen onderwijs, onderzoek en ondernemen met elkaar te verbinden en te vergroten. Er is dan ook voor gekozen het ondernemen te positioneren binnen de onderwijsafdelingen (domeinen) en in samenhang met de kenniscentra te organiseren. Daar waar er overlap bestaat op het gebied van deskundigheid en /of markten c.q. doelgroepen is regie en afstemming op hogeschoolniveau nodig. Om eenduidigheid in de markt te bewerkstelligen is deze centrale regie ook nodig op het gebied van tarifering van contractactiviteiten. Contractactiviteiten Een specifieke vorm van ondernemen is het verzorgen van contractactiviteiten. Deze bestaan uit open aanbod en maatwerktrajecten. Windesheim richt zich met zijn open aanbod op kennisgebieden met een duidelijke behoefte in de markt en passend bij het onderwijs dat Windesheim al aanbiedt. Voor de markt van maatwerktrajecten richt Windesheim zich op strategische partnerships op het gebied van leren en opleiden binnen de organisatie om daarmee een bijdrage te leveren aan de organisatie- en personeelsontwikkeling. Verder zijn door de jaren heen voor professionals en organisaties masteropleidingen, posthbo-opleidingen, cursussen en trainingen ontwikkeld. De gerealiseerde baten werk voor derden ad M€ 7,4 bestaan voor M€ 6,8 uit baten die voortvloeien uit contractonderwijs. De daling ten opzichte van begroot en ten opzichte van 2009 wordt onder meer verklaard door het afbouwen en beëindigen van enkele opleidingen en een achterblijvende vraag uit de markt als gevolg van algemeen economische omstandigheden. Windesheim verwacht dat de positionering van de contractactiviteiten binnen de domeinen het ondernemend werken bevordert en een gunstig effect zal hebben op de omzet. De toerekening van kosten aan contractactiviteiten vindt plaats aan de hand van een calculatiemodel. Daarin wordt onder meer rekening gehouden met loonkosten, overhead en specifieke cursuskosten. Op basis van het calculatiemodel worden de voorcalculatorische kosten in kaart gebracht. Een nacalculatie vindt (nog) niet structureel plaats. Na doorberekening van deze kosten is een resultaat van K€-310 behaald op contractactiviteiten.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
26
Een greep uit de activiteiten Windesheim is samen met de Kamer van Koophandel Oost-Nederland partner van de Stichting Kennispoort Regio Zwolle, de plek waar ondernemers, onderzoek & onderwijs en overheid elkaar ontmoeten, kennis uitwisselen en innovatieve projecten met elkaar realiseren. In 2010 zijn drie projecten stevig neergezet: De Innovatieversneller, Ondernemend Innoveren en de Financieringsdesk. Windesheim is sterk verbonden met de uitvoering van deze projecten. Circa twaalf projecten zijn ontstaan waarin Windesheim als samenwerkingspartner deelneemt. Een mooi voorbeeld dat de pers heeft gehaald is de ontwikkeling van een kunststof kipper waarbij het lectoraat Kunststoftechnologie nauw betrokken is. Met het hbo innovatie- en servicecentrum Hardenberg willen Windesheim en de gemeente Hardenberg meer hoger opgeleiden, meer werkgelegenheid en meer kennis en innovatie in het bedrijfsleven brengen en houden. Om te komen tot een goede samenwerking is er een Raad van Advies samengesteld waarin een zestal bedrijven en instellingen meedenken in de activiteiten die vanuit dit centrum worden ondernomen. 2010 was met name een jaar van samenwerking met het bedrijfsleven. Bedrijven zijn actief benaderd met als doel (leer)behoeften in kaart te brengen en meer verbinding te leggen tussen het regionale bedrijfsleven en studenten die in de regio Hardenberg wonen. In 2010 heeft Windesheim 119 EVC-trajecten (Erkennen van Verworven Competenties) uitgevoerd voor onder meer medewerkers van de Rabobank, ABN AMRO, Sedna en Isala. Voor ruim 400 medewerkers van onder meer de gemeente Zwolle, IJsselmeerziekenhuis, KMM groep en de Politie verzorgde Windesheim Management Development programma’s. Ter versterking van het ondernemerschap in het onderwijs en in de regio onderneemt Windesheim diverse activiteiten. Zo participeert het Centre for Entrepeneurship van Windesheim in diverse netwerken en projecten en kwam er in het verslagjaar een samenwerking tot stand tussen Windesheim en de Kamer van Koophandel Oost-Nederland. Samen met ROC’s Landstede en Deltion is het Starters ABC geïntroduceerd om studenten die een onderneming willen starten, van deskundig advies te voorzien. In samenwerking met Windesheim doet Salland Engineering onderzoek naar het ontwikkelen van een innovatief apparaat waarmee geïntegreerde micro-elektronische circuits (chips) tijdens het productieproces op hun correcte werking kunnen worden getest. Vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling is hiervoor subsidie toegekend.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
27
Het jaarlijkse evenement People’s Business was het startsein voor drie samenwerkingsverbanden: • Windesheim en Deltion gaan samenwerken op het gebied van Leven Lang Leren. • Windesheim en ingenieursbureau DHV tekenden een convenant voor kennisuitwisseling. • Met zorginstelling De Baalderborg Groep ontwikkelde Windesheim een management development programma voor leidinggevenden in de zorg. In 2010 heeft Windesheim maatwerktrajecten uitgevoerd voor: Opdrachtgever Opleiding ASR Financial Services Management Sociaal Pedagogische De Sprengen (Avenier) Hulpverlening Klanten Contact Academie Management, Economie en Recht Belastingdienst Bedrijfskundige Informatica
Aantal bekostigde studenten 13 24 11 8
Maatschappelijke betrokkenheid Als kennisinstelling wil Windesheim midden in de samenleving staan. Vanuit zijn identiteit betekent dat niet een eenzijdige oriëntatie op dat wat materiële baten oplevert, maar ook op dat wat sterkt tot maatschappelijk nut. Windesheim onderneemt activiteiten en ondersteunt projecten die een maatschappelijke meerwaarde hebben, bijvoorbeeld via sponsoring. In het kader van de Vereniging VU-Windesheim was Windesheim in 2010 medeverantwoordelijk voor de organisatie van een aantal maatschappelijke activiteiten die onder de vlag van VU Connected op een moderne en open wijze de identiteit van de Vereniging tot uiting brengen. De maatschappelijke betrokkenheid van Windesheim blijft niet beperkt tot Nederland. Windesheim is een van de initiatiefnemers van Respo International, een organisatie die zich richt op de versterking van de positie van mensen met een handicap in ontwikkelingslanden door middel van sport en bewegen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
28
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Windesheim Flevoland
5. Windesheim Flevoland Na enkele jaren van intensieve voorbereiding opende Windesheim Flevoland zijn deuren in Almere. Met de woorden ‘Flevoland tintelt van het ondernemerschap!’ kondigde de heer Greiner, Gedeputeerde Onderwijs Provincie Flevoland, op 7 september 2010 de start aan van Windesheim Flevoland. Een nevenvestiging van Windesheim die de komende jaren zal uitgroeien tot een kennisinstelling waar onderwijs, onderzoek en ondernemen op een geïntegreerde wijze plaatsvindt. Wat vooraf ging Sinds september 2007 biedt Windesheim de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening in duale en deeltijdvorm aan in Lelystad. In 2009 zijn afspraken gemaakt om, in lijn met het Convenant Hoger Onderwijs Flevoland en in nauwe samenwerking met de gemeenten Almere en Lelystad, de provincie Flevoland en de ministeries van OCW en (toen) VROM, de bestaande activiteiten in Flevoland uit te breiden tot een breed en compleet aanbod aan hbo-opleidingen. Door de ministeries van OCW en (toenmalig) VROM, de provincie Flevoland en de gemeenten Almere en Lelystad is € 72 mln. toegezegd om in de financiering van de hogeschool te voorzien. Onderwijs Kenmerkend voor het onderwijs is het werken en leren vanuit de praktijk: samen-werkend-leren. Zo voert een student gedurende zijn opleiding een aantal Comakerships uit. Dit is een samenwerking tussen student (opdrachtnemer), opleiding (begeleiden en beoordelen) en bedrijf of instelling (opdrachtgever). Onderwijsaanbod Windesheim Flevoland biedt opleidingen aan in Almere en Lelystad. Per 1 september 2010 zijn van de Hogeschool van Amsterdam vier opleidingen in Almere overgenomen: • Engineering, Design and Innovation (voltijd) • Informatica (voltijd) • Leraar Basisonderwijs (deeltijd en voltijd). Bij het aanbieden van deze opleiding wordt samengewerkt met de IPABO • Small Business and Retail Management (voltijd) In Lelystad wordt de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening (deeltijd en duaal) aangeboden. Streven is het onderwijsaanbod in 2011 uit te breiden met twaalf voltijdopleidingen en drie duale opleidingen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
30
Windesheim Flevoland werkt samen met ROC Flevoland, ROC van Amsterdam en Team Heiner in de Roy Heiner Academy. De Roy Heiner Academy beoogt techniek (Werktuigbouwkunde) en bedrijfskunde (MER) samen onder één dak te brengen in een context waarin teamwork en leiderschap vanuit een topsportmentaliteit centraal staan. Windesheim heeft voor de aan te bieden hbo-bachelor voltijdopleidingen de doelmatigheidstoets aangevraagd bij de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs. De Academy wil de eerste studenten in september 2011 ontvangen. Kwaliteitszorg Bij de aanpak van kwaliteitszorg is samenwerking met de verdere ontwikkeling van kwaliteitszorg en accreditatie in Zwolle een belangrijke randvoorwaarde. Doelstelling voor 2011 is het realiseren van erkenning van de te starten opleidingen door de overheid en het ontwikkelen van de kwaliteitszorg en een hoge kwaliteitsstandaard. Ontwikkeling studentaantallen In 2010 stroomden er in Almere en Lelystad 381 studenten in. Voor een juist beeld van de instroom zijn de studenten die reeds in het studiejaar 2009-2010 stonden ingeschreven bij de Hogeschool van Amsterdam buiten beschouwing gelaten. De totale populatie van Windesheim Flevoland kwam uit op 988 studenten. In de bijlagen zijn de studentaantallen per opleiding opgenomen. Studierendementen Windesheim Flevoland opende zijn deuren met de start van het studiejaar 2010-2011. In het verslagjaar 2011 zal dan ook voor het eerst gerapporteerd worden over de studierendementen. Studentbegeleiding Studentbegeleiding is een belangrijk onderdeel van het onderwijsmodel. Elke nieuwe student zal de opleiding beginnen met een intake. Tijdens hun studie ontwikkelen de studenten competenties om te reflecteren op de eigen situatie, leervermogen en leer- en ontwikkelkansen. Daarbij worden ze begeleid naar zelfstandig en zelfsturend handelen binnen het leerproces. In kleine stamgroepen met een vaste studentbegeleider leren studenten reflecteren, leren ze van anderen en werken ze aan een eigen beroepsbeeld en beroepshouding. Deze wijze van studentbegeleiding dient in september 2011, met het oog op de start van de nieuwe opleidingen, operationeel te zijn. Voor wat betreft specialistische begeleiding wordt onderzocht in hoeverre een beroep kan worden gedaan op de faciliteiten in Zwolle en wat hiervoor op locatie ontwikkeld / gedaan moet worden. Zo wordt gebruik gemaakt van het Bureau Studentenpsychologen van de Universiteit van Amsterdam.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
31
Onderzoek Windesheim Flevoland stemt zijn onderzoeksbeleid af op de onderzoeksagenda van Windesheim in Zwolle. Thema’s die momenteel verkend worden voor een onderzoeksagenda op basis waarvan lectoraten worden geïnitieerd, zijn: diensteninnovatie, diversity competence, composieten, robotica, waterrisicomanagement en waterlandstadsontwikkeling, disability studies en jeugdzorg. Daarnaast wil Windesheim Flevoland studenten afleveren die over relevante onderzoekscompetenties beschikken. De onderzoeksleerlijn is dan ook een van de leerlijnen van het onderwijsmodel. Momenteel wordt gewerkt aan een geïntegreerde uitvoering en verdere ontwikkeling van onderzoek en onderwijs in de in 2011 te starten opleidingen. Lectoraat Maatwerk Primair Sinds november 2008 beschikt de lerarenopleiding basisonderwijs in Almere over een lectoraat: Maatwerk Primair. De activiteiten van dit lectoraat richten zich op het verbeteren van de kwaliteit van het primair onderwijs zodat recht wordt gedaan aan de verschillende behoeften en ontwikkelingskansen van leerlingen. Het Ministerie van OCW stelt bijna 900.000 euro beschikbaar voor onderzoek naar gedragsproblemen van kinderen op basisscholen. Het lectoraat Maatwerk Primair is een van de coördinerende onderzoekspartijen. Studenten en docenten van de lerarenopleiding basisonderwijs participeren in het onderzoek. Health School Almere Met ingang van januari 2011 is de Health School Almere ingebed in Windesheim Flevoland, waardoor een snelle start gemaakt kan worden met het aanbieden van onderwijs, onderzoek en ondernemende activiteiten in de sector Zorg en Welzijn. Behalve het lectoraat ‘Klantenperspectief in ondersteuning en zorg’ brengt de Health School Almere twee ontwikkelde minors en contractactiviteiten in. Ondernemen Om de relatie met het werkveld te verstevigen en te zorgen voor meer hoger opgeleiden binnen de beroepsbevolking van Flevoland, gaat Windesheim Flevoland contractactiviteiten voor werkenden verzorgen. Hiervoor wordt samenwerking gezocht met het werkveld, zoals met de zorginstellingen in Flevoland waarmee afspraken worden gemaakt over samenwerking rond duale opleidingen in de zorg. Maatschappelijke betrokkenheid Windesheim Flevoland wil een hogeschool zijn in de maatschappij, een ontmoeting- en verbindingsplek tussen hogeschool en regio. Windesheim Flevoland zal daarom de komende jaren bijdragen aan het initiëren van een scala van mogelijk breed toegankelijke activiteiten en voorzieningen op een reeks van terreinen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
32
Bedrijfsvoering In de bedrijfsvoering wordt gezocht naar synergie en schaalvoordelen als gevolg van samenhang met Win desheim in Zwolle. Vanuit het oogpunt van transparantie in onder meer de geldstromen werkt Windesheim Flevoland met een van Zwolle gescheiden administratie. Kerngegevens (zoals de personeels-, financiële en studentadministraties) zijn daardoor onderscheidend te maken. Voor wat betreft de ICT-infrastructuur wil Windesheim Flevoland een ICT-rijke leer- en werkomgeving realiseren. Vanaf 1 september 2011 zal de ICT-infrastructuur worden verrijkt met ICT-voorzieningen die het onderwijsconcept maximaal ondersteunen en het werken en studeren optimaliseren. Financiën De activiteiten en de daarmee gepaard gaande kosten hebben zich ontwikkeld conform de businesscase en daarvan afgeleid de begroting 2010; op basis daarvan is een baat vanuit de subsidie van het ministerie van OCW verantwoord van K€ 4.953. Omdat er nog geen definitieve financieringsafspraken zijn bij de Roy Heiner Academy, is er nog geen rekening gehouden met bijdragen in de vorm van subsidies. Het Windesheim Flevoland aandeel in de aanloopkosten bedraagt K€ 247. In de bijlagen is de financiële verslaglegging opgenomen. Huisvesting Windesheim Flevoland biedt in Almere op twee locaties opleidingen aan: de Landdroststraat en het WTC. Studenten voor de opleidingen in Lelystad komen samen in het OndernemingenCentrum aan het Ravelijn. Met ingang van september 2011 worden alle activiteiten in Almere uitgevoerd in De Landdrost, een gebouw gelegen in het stadscentrum. Horizontale dialoog Windesheim Flevoland betrekt nadrukkelijk zijn stakeholders bij de verdere ontwikkeling van de hogeschool. In samenwerking met externe stakeholders, externe deskundigen en medewerkers van Windesheim is gewerkt aan een boek waarin het profiel van Windesheim Flevoland is vastgelegd in informatiekaarten. Dit om te komen tot een hogeschoolprofiel dat breed getoetst en gedragen is. Een belangrijk adviesorgaan voor Windesheim Flevoland is de Higher Education Development Board (HEDB), bestaande uit twaalf vertegenwoordigers afkomstig van regionale overheden, zorginstellingen, het regionale bedrijfsleven, maatschappelijke instellingen, koepelorganisaties, toeleverende onderwijsorganisaties en kennisinstellingen. In de HEDB voert Windesheim Flevoland de horizontale dialoog over onder andere het profiel, de maatschappelijke inbedding en de samenwerking met regionale partners, de aansluiting op het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. De board heeft in 2010 het eerste overleg gehad. Aan de HEDB worden in 2011 zogenaamde Tafels verbonden om met maatschappelijke partners van gedachten te wisselen over specifieke thema’s, zoals ‘Almere Studentenstad’ en ‘VO-MBO-HBO’.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
33
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Bedrijfsvoering
6. Bedrijfsvoering De kwaliteit van de bedrijfsvoering is een kritische succesfactor voor het realiseren van de ambities van Windesheim. In 2010 stond de versterking en optimalisering van de ondersteunende en bedrijfsvoeringprocessen, onder de noemer ontwikkeling van de organisatiestructuur, hoog op de bestuurlijke agenda. Daarnaast lag de focus op het terugdringen van de financiële tekorten die in 2009 waren ontstaan. Ontwikkeling van de organisatiestructuur De ontwikkeling van de organisatiestructuur is geconcretiseerd in een tweetal speerpunten: 1. het benutten van de schaalvoordelen in de organisatie door een herijking van de bestaande indeling in Schools en diensten met als doel een kwaliteitsverbetering tot stand te brengen. 2. het in control krijgen van de inzet van medewerkers in de Schools door een eenduidige afstemming tussen banenplaat en capaciteitsplan. Het benutten van schaalvoordelen in de organisatie Windesheim heeft zich ten doel gesteld misschien wel de beste hogeschool van Nederland te zijn: kwaliteit als resultaat. Dat vergt niet alleen een transitie van onderwijsinstelling naar kennisinstelling, maar ook kwaliteitsimpulsen op de terreinen onderwijs, onderzoek en ondernemen. Daarbij dient de inrichting zo te zijn gestructureerd dat de beoogde kwaliteitsslag wordt gefaciliteerd, de kenniscentra worden versterkt, het ondernemen goed van de grond komt en met deze ontwikkelingsprocessen tempo kan worden gemaakt. Dat vergt een versterking en optimalisering van de ondersteunende en bedrijfsvoeringprocessen en het meer benutten van mogelijkheden tot samenwerking. Onderzoek naar hoe de effectiviteit en efficiency van de ondersteunende processen in de Schools geoptimaliseerd kunnen worden, heeft uitgewezen dat de versterking van de bedrijfsvoering een schaalgrootte impliceert die met de bestaande indeling in Schools niet voorhanden is. Besloten is de tien Schools te clusteren in vier domeinen. In concreto gaat het om domeinen met de werktitels Gezondheid en Welzijn, Techniek, Economie, Management, Media en Communicatie en Bewegen en Educatie. Om de implementatie van de domeinvorming voor te bereiden is per domein een implementatieteam ingesteld. De door deze teams opgestelde implementatieplannen zijn vastgesteld. Inmiddels zijn vier domeindirecteuren benoemd onder wiens leiding de inrichting van de domeinen is gestart. De centrale dienstverlening dient zo te worden georganiseerd dat de strategische doelen én de operatie goed worden ondersteund, de organisatie in staat wordt gesteld de kwaliteitsslag te maken die nodig is en meer middelen kunnen worden besteed aan het primaire proces. Er komen drie diensten (Informatie & Financiën, Support en Voorzieningen), een Hogeschool Netwerk voor integrale beleidsvorming en implementatie, en een gemeenschappelijk frontoffice. De inrichting van de domeinen en de diensten dient uiterlijk op 1 september 2012 te zijn afgerond. Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
35
Het in control krijgen van de inzet van medewerkers in de Schools In 2010 is gestart met een betere afstemming tussen de door medewerkers te verrichten taken (banenplaat) en het capaciteitsplan. Er is bijvoorbeeld een betere koppeling tussen de inzetbare formatie docenten en het aantal uren/perioden dat studenten volgens het rooster les ontvangen. Daarnaast zijn verbeteringen aangebracht in de registratie van no-show (wel ruimte ingeroosterd, niemand aanwezig). Per onderwijsperiode wordt het no-show gehalte gemeten en verantwoord in de managementrapportages. Het gemiddelde no-show percentage bedroeg in 2010 16%. In 2011 is een verdere verbetering gepland door onder meer de elektronische agenda van docenten te koppelen aan het lesrooster. Financiën en control Windesheim onderhoudt een systeem van corporate managementinformatie dat bijdraagt aan het geven van sturing aan de bedrijfsvoering, de zogenaamde planning- en controlcyclus. Ieder jaar stelt het College van Bestuur voor het komende begrotingsjaar een kadernota vast waarin de strategische thema’s uit het instellingsplan nader zijn uitgewerkt. In een activiteitenplan, voorzien van een begroting, leggen de Schools en diensten vast op welke wijze zij bijdragen aan de ontwikkeling van Windesheim. De realisatie daarvan wordt in viermaandelijkse managementrapportages tussen College van Bestuur en directeuren besproken. Managementinformatie In 2010 is verder gewerkt aan de verbetering van de managementinformatie. Naast de managementinformatie in de viermaandelijkse rapportages is nu ook maandelijks financiële en personele informatie beschikbaar. Eind 2010 is besloten een Dashboard te ontwikkelen op basis van kritieke prestatie-indicatoren gekoppeld aan de speerpunten. Daarnaast zullen de huidige rapportages verder worden verfijnd. Risicomanagement Voor een gedegen bedrijfsvoering is het van belang inzicht te hebben in de risico’s die de continuïteit en de doelstellingen kunnen bedreigen. In 2008 is een risicoanalyse uitgevoerd waarbij een top drie van risicogebieden is benoemd: organisatiestructuur, onderzoek en informatie/ICT. In 2010 zijn de risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen geactualiseerd. Met betrekking tot de organisatiestructuur is in 2010 besloten een organisatiemodel te implementeren waarin de Schools in vier domeinen worden geconcentreerd en waarin een beperkt aantal centrale diensten een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige ondersteuning levert. Met betrekking tot onderzoek is in 2009 de eerste stap gezet door de individueel opererende lectoraten te clusteren in vijf kenniscentra. Op het gebied van informatie/ICT is verder gewerkt aan de implementatie van Educator, het onderwijsinformatiesysteem waarmee Windesheim werkt en aan de verbetering van de managementinformatie.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
36
Het weerstandsvermogen vormt als ‘beheersmaatregel’ het sluitstuk van risicomanagement; een vangnet om de kosten voortvloeiend uit risico’s op te vangen. Het weerstandsvermogen is opnieuw berekend naar de stand einde 2009. Intern risicobeheersings- en controlesysteem Windesheim heeft een intern risicobeheersings- en controlesysteem. De planning – en controlcyclus, de genomen beleidsmaatregelen in het kader van risicomanagement en de set van managementinformatie maken hier onderdeel van uit. Daarnaast kunnen in dat verband genoemd worden de administratieve systemen, aanwezige procedures en de werkzaamheden van de afdeling Interne Controle. Eind 2009 is door de FIOD-ECD een geval van fraude bij één medewerker van Windesheim geconstateerd. Naar aanleiding van het FIOD-onderzoek en het onderzoek door de forensisch accountants van Ernst & Young zijn aanpassingen in het interne risicobeheersings- en controlesysteem doorgevoerd. De externe accountant heeft, in samenwerking met de afdeling Interne Controle, de opzet en de werking van interne beheersingsmaatregelen onderzocht voor zover dit in het kader van de jaarrekening noodzakelijk werd geacht. Evenals in voorgaande jaren heeft de afdeling Interne Controle verbijzonderde- en procescontroles uitgevoerd. Voor controle van de jaarrekening en de bekostigingsgegevens steunt de externe accountant op de door de afdeling Interne Controle uitgevoerde werkzaamheden, voor zover dat vaktechnisch mogelijk is. In afstemming met de externe accountant voerde de afdeling Interne Controle in 2010 een aantal verbeteringen door om de kwaliteit van de interne controlefunctie nog beter te waarborgen. Zo is het jaarlijkse controleplan verder doorontwikkeld en meer risicogebaseerd. De publicatie begin 2011 over mogelijke collegekaartfraude en tentamenfraude is aanleiding geweest om maatregelen te nemen t.a.v. de legitimatie en het klaarzetten van tentamenantwoorden voor publicatie. Financiële situatie In 2010 stond het ombuigen van de financiën centraal op de agenda. Het resultaat voor 2010 kwam hoger uit dan begroot door onder meer de effecten van het pakket aan getroffen maatregelen om de ontstane tekorten terug te dringen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
37
Financiële situatie 2010 Bedragen x M€ x M€
2010
2009
Omzet Stijging in % t.o.v. vorig jaar Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Exploitatieresultaat Materiële vaste activa • Investeringen • Afschrijvingen Eigen vermogen Verhoudingsgetallen Eigen vermogen / totaal vermogen (solvabiliteit) Vlottende activa / kortlopende schulden (liquiditeit) Loonkosten eigen medewerkers / omzet (%) Loonkosten derden / omzet (%)
151,4 10,2% 3,6 3,6
137,4 3,5% -3,9 -3,9
15,0 7,9 30,2 2010 20,8 0,7 60,9 6,3
32,6 5,9 24,9 2009 21,3 0,3 66,5 6,3
Het resultaat over 2010 is uitgekomen op M€ 3,6 (2009: M€ -3,9). Er was een negatief resultaat begroot van M€ 5,1, zodat een begrotingsresultaat is gerealiseerd van M€ 8,7. In de bijlagen wordt de financiële situatie nader toegelicht. Daarbij is op hoofdlijnen ingegaan op de realisatie 2010 ten opzichte van de begroting 2010 en de realisatie 2009. Ook is in samenvattende vorm de begroting 2011 opgenomen. Strategisch informatiebeleid en ICT Het strategisch informatiebeleid bij Windesheim richt zich op een regisserende en aansturende functie bij de verbetering van de onderwijs- en bedrijfsvoeringprocessen. In 2010 zijn flinke stappen gemaakt met de toetsomgeving, verdere verbetering van ShareNet (de ICT-omgeving van Windesheim), de voorbereidingen voor de nieuwe website en de upgrade van het financiële en personeelssysteem. Voor Educator was 2010 een geslaagd jaar. De nieuwe projectaanpak heeft geleid tot een brede implementatie en acceptatie. Binnen ICT is het registratiepakket Topdesk opnieuw ingericht waardoor de kwaliteit van de dienstverlening verder verhoogd kan worden. Een nieuwe vorm van telefonie is uitgerold (Office Communication Server), waarbij moderne vormen van communicatie en bereikbaarheid in gebruik zijn genomen. In samenwerking met de dienst Vastgoed en Facilitair Bedrijf is de bekabeling in een aantal gebouwen op een dusdanig niveau gebracht dat het onderwijs moderne media optimaal kan benutten. Huisvesting In 2010 is een vervolg gegeven aan de herontwikkeling van de Campus zoals vastgelegd in het masterplan. Voor het gehele Campusterrein en omliggende omgeving is in samenspraak met de gemeente Zwolle een gewijzigd bestemmingsplan opgesteld. De verwachting is dat de bestemmingsprocedure begin 2011 kan worden afgerond zodat de verdere planontwikkeling van de Campus hierin past.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
38
In 2010 is de nieuwbouw, gebouw X, in gebruik genomen. Gebouw X bestaat uit een parkeergarage met daarop een onderwijsgebouw, dat op de begane grond wordt verbonden met het Techniekgebouw. Dit verbindende gebouw, de Lobby, is eveneens in het verslagjaar in gebruik genomen. Belangrijke items bij de nieuwbouw waren flexibiliteit en uitbreidingsmogelijkheden. Ook in de installaties is rekening gehouden met duurzaamheid onder meer door het plaatsen van CO2- meters. Het nieuwe gebouw heeft veel aandacht en publiciteit getrokken, wat in 2011 resulteerde in een aantal nominaties. Uit 37 inzendingen is gebouw X door de Bond Nederlandse Architecten uitgekozen tot prijswinnaar ‘Gebouw van het Jaar 2011 in de regio Oost’ en in de landelijke finale tot prijswinnaar van het ‘Gebouw van het Jaar 2011’. “Wat het gebouw bijzonder maakt, is dat het op verschillende manieren op de toekomst voorbereidt. De indeling is eenvoudig te veranderen, leslokalen kunnen worden bijgebouwd of worden omgebouwd in kantoorruimte. En er zijn duurzame materialen gebruikt. Een voorbeeld voor iedereen die met het vak bezig is, en het omrijden waard”, aldus het juryrapport. Ook het duurzaamheidconcept van het gebouw
was doorslaggevend. Het terugwinnen van energie en het materiaalgebruik werden opgemerkt door de jury. Verder noemde de jury het krachtige concept, de stedenbouwkundige inpassing en de heldere indeling. In het kader van duurzaamheid was gebouw X ook genomineerd voor het ‘Duurzaamste Bedrijfsgebouw 2011’, een titel die helaas is misgelopen. Duurzaamheid is een belangrijk thema binnen het huisvestingsbeleid. Eind 2010 is een visiedocument opgesteld waarin onder meer wordt ingegaan op de toekomstige energiehuishouding. In het verslagjaar is goedkeuring gegeven aan een definitief plan voor uitbreiding van het sportcomplex, bestaande uit een drietal zwembaden en een aantal sportzalen. De aanbesteding is gepland in 2011, zodat oplevering eind 2012 kan plaatsvinden. Voor Windesheim Flevoland is gestart met het nieuwbouwproject De Landdrost. Met ingang van september 2011 zullen alle activiteiten in Almere uitgevoerd worden in dit gebouw. In 2010 is een beleidsdocument opgesteld waarin speerpunten en streefwaarden zijn benoemd om langlopende vastgoedtrajecten te kaderen. De uitvoering van een aantal projecten is getemporiseerd, zoals de vervangende nieuwbouw voor een aantal gebouwen en de huisvesting van het Windesheim Honours College. Informatie over overige huisvestingsprojecten en de kengetallen zijn opgenomen in de bijlagen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
39
Interne communicatie Goed geïnformeerde en betrokken studenten en medewerkers zijn belangrijk om effectief te kunnen studeren en (samen)te werken. Ter versterking van de interne communicatie is in het verslagjaar een beleidsplan interne communicatie-studenten ontwikkeld, zijn verdere verbeteringen in ShareNet doorgevoerd en worden op basis van resultaten van externe tevredenheidsonderzoeken aanbevelingen en verbetervoorstellen gedaan ten aanzien van de interne communicatie. Ook is een begin gemaakt met een veranderde opzet voor de hogeschoolkrant hskwin’. Daarnaast wordt de interne communicatie meer gericht op het bevorderen van de interne dialoog en de open meningsvorming. Kort na het verstrijken van het verslagjaar heeft dit geresulteerd in een open debat over onderzoek. Een van de grootste uitdagingen in 2010 was het vergroten van het elkaar aanspreken op resultaten en afwijkingen, het geven en ontvangen van constructieve feedback en het meer direct in plaats van via anderen communiceren. Het professionaliseren van de aanspreekcultuur wordt gefaciliteerd in de personeelsevaluatiecyclus door het maken van transparante inzetafspraken en het nauwgezet monitoren en beoordelen van de voortgang. De dialoog tussen medewerker en leidinggevende staat ook centraal in de programma’s in het kader van het versterken van het leiderschap.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
40
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Sociaal jaarverslag
7. Sociaal jaarverslag In dit hoofdstuk worden de uit de cao-hbo voortvloeiende onderwerpen behandeld evenals de onderwerpen die in 2010 hoog op de agenda stonden. Relevante recente ontwikkelingen worden besproken zodat een helder en beknopt beeld ontstaat van de belangrijkste gebeurtenissen op het gebied van personeel in 2010. De kwantitatieve gegevens zijn opgenomen in de bijlagen. In 2010 is voortgebouwd op de ontwikkelingen die in 2009 in gang zijn gezet. Professionalisering van medewerkers en leiderschapsontwikkeling stonden centraal. De dialoog over professionele ruimte die conform afspraken tussen sociale partners op de hogeschool is gevoerd, raakte nauw aan onderwerpen die ook in 2009 centraal stonden: leiderschapsontwikkeling, professionalisering van docenten en de kwaliteit van het gesprek tussen medewerker en leidinggevenden. Daarbij zijn stappen gezet in de ontwikkeling van volwassen arbeidsrelaties en een professionele cultuur. Deze onderwerpen vonden hun inbedding in de herinrichting van de organisatie van de Schools. In 2010 zijn de maatregelen geëffectueerd die getroffen zijn om de tekorten die in 2009 zijn ontstaan terug te dingen. In dit verband is de selectieve vacaturestop gecontinueerd. Dit heeft geleid tot een sterkere interne mobiliteit. Nieuw was de actieve ‘van werk naar werk’ begeleiding van medewerkers om eventuele WW-risico’s terug te dringen. De stijging in het verzuim is in 2010 weer omgebogen naar een licht dalende lijn. Ontwikkelingen in de personeelsformatie Personeel in dienst in fte en in aantallen
Zwolle Flevoland Totaal
31 december 2010 fte aantallen 1.324 1.681 72 88 1.396
1.769
31 december 2009 fte aantallen 1.377 1.754 1.377
1.754
31 december 2008 fte2 aantallen 1.367 1.734 1.367
1.734
De personeelsformatie is in 2010 opnieuw toegenomen, zowel in personen (van 1.754 naar 1.769) als in fulltime-equivalenten, fte (van 1.377 fte naar 1.396 fte). In procenten uitgedrukt bedraagt de toename in 2010 in personen 0,8%. De toename in fte is 1,3%. De toename in het personeelsbestand is toe te schrijven aan de start van Windesheim Flevoland, waar per 31 december 2010 88 medewerkers in dienst waren. In totaal bedroeg dit 72 fte. Het aantal medewerkers van Windesheim in Zwolle is derhalve afgenomen met ruim 4% en het aantal fte’s van Windesheim in Zwolle is afgenomen met bijna 4%. 2
Door een foutieve systeemdefinitie is het aantal fte’s in het jaarverslag 2008 te hoog gepresenteerd als zijnde 1392. Dit is een
verschil van 25 fte ten opzichte van het gecorrigeerde cijfer voor 2008. Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
42
Verhouding onderwijsgevend personeel (OP) en ondersteunend en beheerspersoneel (OBP) in fte en in aantallen
OP OBP
31 december 2010 fte aantallen Zwolle Flevoland Zwolle Flevoland 748 45 971 58 576 27 710 30
Totaal Windesheim
1.324
72 1.396
1.681
31 december 2009 fte aantallen
31 december 2008 fte aantallen
770 607
998 756
764 603
1.000 734
1.377
1.754
1.367
1.734
88 1.769
De categorie onderwijzend personeel (hogeschooldocenten en hogeschoolhoofddocenten) laat een stijging zien van 3% in personen (van 998 naar 1.029 medewerkers) en 2,9% in fte (van 770 fte naar 793 fte). Bij het ondersteunend en beheerspersoneel is sprake van een daling van 2% in personen (van 756 naar 740 medewerkers) en van 0,7% in fte (van 607 fte naar 603 fte). De gemiddelde deeltijdfactor van het OBP steeg in 2010 ten opzichte van 2009 van 0,8 fte naar 0,81 fte. De gemiddelde deeltijdfactor van het OP is in 2010 ten opzichte van 2009 gelijk gebleven met 0,77 fte. Tot het ondersteunend en beheerspersoneel behoren ook de direct bij de begeleiding en ondersteuning van studenten betrokken medewerkers, zoals decanen, studentenpsychologen en adviseurs voor internationale contacten en stages. Taakstelling In het kader van maatregelen die getroffen zijn om de tekorten die in 2009 zijn ontstaan terug te dringen zijn taakstellingen vastgesteld. Om de taakstellingen te kunnen realiseren is voor mobiliteitsbevorderende maatregelen een budget beschikbaar gesteld van € 3.257.332,-. Dit budget kon door de afdelingen van Windesheim tot 1 september 2010 worden aangesproken. De diensten Financiën en Control en Personeel en Organisatie hebben intensief samengewerkt om de taakstelling op soepele wijze te realiseren. De juridische en administratieve afhandeling zijn adequaat verlopen. Leidinggevenden hebben medewerkers vrijblijvend benaderd, en de hieruit volgende gesprekken hebben geleid tot mobiliteitsbevorderende afspraken. In totaal is er in 2010 €3.728.201,- besteed aan het realiseren van de taakstelling. Er is met dit budget een vermindering van 70,85 fte gerealiseerd. Domeinvorming De dienst Personeel en Organisatie leverde een bijdrage aan de implementatieteams voor de domeinvorming. In deze teams zijn consultants ondersteunend en adviserend geweest. Daarbij zijn met betrekking tot drie thema’s adviesnotities geschreven. Dit betreft de functiekarakteristieken binnen de domeinen, de benoeming van de MT-leden en de kaderstelling van resultaatverantwoordelijke teams. Inmiddels is uitvoering gegeven aan de notities functiekarakteristieken en de benoeming van MT-leden.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
43
Professionele ruimte In 2010 is ook binnen Windesheim de dialoog over professionele ruimte gevoerd. Dit naar aanleiding van de afspraken die tussen sociale partners (vakbonden en werkgevers ) zijn gemaakt. In mei 2010 is een verklaring opgesteld waarin wordt benadrukt dat het ontwikkelen van professionele ruimte een langdurend proces is waarbij het van cruciaal belang is dat de dialoog over professionele ruimte zo diep mogelijk binnen de instelling wordt gevoerd en zich richt op concrete opbrengsten. Binnen Windesheim is na een ronde van interviews en gesprekken met docenten en leidinggevenden, een inspiratiemiddag voor docenten en een debat met de Centrale Medezeggenschapsraad, op 23 juni 2010 een Verklaring Professionele Ruimte opgesteld. Deze verklaring geeft richting aan de manier waarop Windesheim in het studiejaar 2010-2011 werkt aan het versterken van de kwaliteit van de professionele ruimte. Leiderschapsontwikkeling In 2010 is de in 2009 ingezette lijn rond leiderschapsontwikkeling voortgezet en uitgebouwd. In het programma Leiderschapsontwikkeling staat de dialoog tussen medewerker en leidinggevende centraal. Het bevorderen van een professionele aanspreekcultuur maakt onlosmakelijk deel uit van dit programma. Met het leiderschapsbeleid ‘Ondernemend Verbinden’ als uitgangspunt, zijn voor verschillende doelgroepen programma’s en activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd. Dit betreft TOP Ateliers voor de managementteams, het programma In de Wind voor talentvolle medewerkers en twee leergangen (HRM en Financieel Management) voor het programma Aan het Roer. Development Centers (DC) In een DC ontwikkelen leidinggevenden specifieke leiderschapskenmerken en vaardigheden aan de hand van een actueel leiderschapsvraagstuk dat in teamverband wordt opgelost. In realistische werksituaties werken leden van managementteams van Windesheim aan hun persoonlijke ontwikkeling als leider in relatie tot de organisatieontwikkeling. In 2010 zijn er zes DC’s uitgevoerd. Lezing dienend leiderschap In het verslagjaar is door VUconnected een lezing georganiseerd op Windesheim over dienend leiderschap. De heer drs. E.B. Mulder, voorzitter Raad van Bestuur VU medisch centrum, hield een inspirerende lezing over zijn ervaringen en het geheim van dienend leiderschap. “Dienend leiderschap is de kracht van kwetsbaarheid. Het zorgt voor meer rendement, bijzondere resultaten en is de sleutel tot een gezonde organisatie met tevreden medewerkers”, aldus de heer Mulder. Vervolgens konden de aanwezigen zich tijdens seminars verdiepen in verschillende aspecten van dienend leiderschap.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
44
Recruitment en Employability In 2010 heeft het team Recruitment & Employability van de dienst Personeel en Organisatie centrale regie gevoerd op de vervulling van alle vacatures. Het directe positieve effect hiervan is een sterkere interne mobiliteit. Bij het invullen van de vacatures ligt het accent sterk op de interne markt. Dit heeft geresulteerd in een toename van interne bewegingen van medewerkers. Circa zestig medewerkers zijn dit jaar intern veranderd van werkplek. Ook hebben zich tachtig medewerkers aangemeld als gekende loopbaankandidaat. Dat wil zeggen dat zij hebben aangegeven actief op zoek te zijn naar een nieuwe loopbaanstap binnen Windesheim en op de hoogte te willen zijn van geschikte vacatures. De recruiters van Windesheim benaderen deze medewerkers bij mogelijk interessante vacatures. De gemaakte kosten voor externe werving zijn sterk verlaagd ten opzichte van voorgaande jaren door minder gebruik van traditionele recruitmentinstrumenten zoals adverteren. Er wordt intensief gebruik gemaakt van andere wervingskanalen zoals het eigen netwerk. Sinds dit jaar ondersteunt een vacaturevolgsysteem de recruitmentprocessen. De kwaliteit van het Werving en Selectieproces is verbeterd, de periode van vacatureaanvraag tot vervulling is verkort. Het totaal aantal ingevulde vacatures is 266. Corporate Leren en Corporate Academy In 2010 heeft de ontwikkeling van Corporate Leren zich verder voortgezet. Voor de periode 2009-2011 zijn als corporate thema’s vastgesteld: didactische professionalisering, studieloopbaanbegeleiding, projectmatig werken, onderzoek, Engelse taalvaardigheid en Onderwijs en ICT. In 2011 zullen in samenspraak met het College van Bestuur en de domeinen de corporate thema’s voor de volgende beleidsperiode worden vastgesteld. Speerpunt binnen corporate leren is docentprofessionalisering. Ter verhoging van de kwaliteit worden leeractiviteiten op basis- en gevorderd niveau ontwikkeld en uitgevoerd, die docenten ondersteunen in hun professionalisering. De tendens die zich al enkele jaren voordoet, is ook dit jaar zichtbaar geworden: leeractiviteiten in open aanbod hebben minder aftrek gevonden dan maatwerk leeractiviteiten. In 2010 is de mogelijkheid verder verkend om in samenwerking met Universiteit Twente te komen tot ontwikkeling van een nieuwe academische Master ‘Leren en onderwijzen’ specifiek voor Windesheimdocenten. Deze verkenning leidde niet tot realisatie van dit voornemen. Wel is de afspraak gemaakt dat Universiteit Twente haar eigen masters in maatwerk wil uitvoeren voor Windesheim. In 2010 is het master- en promovendibeleid en de uitvoeringsregelingen voor masteropleidingen en promoveren tot stand gekomen. Dit beleid is verankerd in de notitie ‘Zichtbare ontwikkeling’.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
45
Personeelsevaluatie In 2010 zijn in totaal 1604 waarderingen uitgesproken in het kader van de personeelsevaluatiecyclus (PE). Dit betekent dat er met 95% van alle medewerkers van Windesheim gesprekken zijn gevoerd (uitgaande van het totaal aantal medewerkers van 1.689). In de periode 2008/2009 was dit ca 91%. In het jaar 2007/2008 is met 83% van de medewerkers een gesprek gevoerd. In het afgelopen waarderingsjaar is binnen de categorie ‘goed’ 3 de optie ‘laag goed’ toegevoegd. Dit als oplossing voor de door leidinggevenden ervaren discrepantie tussen de waarderingscategorieën ‘onvoldoende’ en ‘goed’ 3. De waardering ‘laag goed’ kent dezelfde financiële consequenties als de waardering ‘goed’. Circa 6% van de medewerkers heeft in 2009/2010 de waardering ‘laag goed’ gekregen, ca 90% de waardering ‘goed’. In de periode 2008/2009 heeft ca 96% de waardering ‘goed’ gekregen. Het percentage ‘onvoldoende’ en ‘uitstekend’ is vergelijkbaar ten opzichte van vorig jaar, respectievelijk 1,5% en 3,2%. De uitkomst van de gesprekken is als volgt: 2009/2010 2009/2010 Waardering aantallen % Onvoldoende 24 1,5 Laag goed 94 5,8 Goed 1.435 89,5 Uitstekend 51 3,2 1.604 Totalen
(n=1.689) => 95%
100
2008/2009 aantallen 22 Nvt 1.510 48 1.580
2008/2009 % 1,4 Nvt 95,6 3,0
2007/2008 aantallen 10 Nvt 1.314 63 1.387
2007/2008 % 0,7 Nvt 94,7 4,6
(n=1.741)
100
(n=1.671)
100
91%
83%
De kwaliteit van de gesprekken blijft onderwerp van gesprek en dit thema kreeg in het leiderschapontwikkelingsprogramma een prominente plek. In het professionaliseringsbeleid ‘Zichtbare ontwikkeling’ is vastgesteld dat docenten vanaf 2011 hun waarderingsgesprekken voorbereiden aan de hand van een portfolio waarin zij reflecteren op hun resultaten met medeneming van studentevaluaties/klantevaluaties en registratie van afgeronde opleidingen. In dit verband is in 2010 gestart met de voorbereiding van de implementatie. In de periode 2009/2010 is met 85 medewerkers (5%) geen waarderingsgesprek gevoerd. De belangrijkste redenen hiervoor zijn: medewerkers die te kort in dienst zijn of uit dienst gaan, zwangerschap of ziekte.
3
Zie artikel H-3 cao-hbo 2010-2012, p28
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
46
Functie-/salarismix Windesheim heeft zich gecommitteerd aan het Actieplan Leerkracht van het Ministerie van OCW en het daarbij behorende Convenant voor de sector HBO. In maart 2009 is in het lokaal Arbeidsvoorwaardenoverleg overeenstemming met de bonden bereikt over de salarismix/functiemix voor docenten en over het daarmee beschikbaar krijgen van de financiële middelen die op grond van het Actieplan Leerkracht voor de hogeschool zijn bedoeld. Functie-/salarismix
Rapportage 1 augustus 2010 Schaal Schaal 9 Schaal 10 Schaal 11 Schaal 12 Schaal 13 Schaal 14 Schaal 15
Fte
Totaal
Streefcijfer 2012
Percentage totaal
Fte
Percentage totaal
0 0 360 334 42 0 1
0 0 48,8 45,3 5,8 0 0,1
0 0 352 295 50 26 13
0 0 48 40 7 3,5 1,5
737
100
737
100
De afgesproken mix gaat uit boven de streefmix die is vastgelegd in het Actieplan Leerkracht. De tussenrapportage per 1 augustus 2010 laat zien dat Windesheim nog niet volledig op koers ligt in de richting van de gekozen salarismix. In december 2009 is het functieprofiel docent op niveau schaal 14 vastgesteld. Het functieprofiel docent op niveau schaal 15 is in ontwikkeling en zal naar verwachting begin 2011 worden vastgesteld. Verzuim, Gezondheid en Arbo Arbocyclus De arbocyclus zoals omschreven in het arbobeleidsplan ‘Kwaliteit van leren en werken bij Windesheim’, vormt de centrale pijler van de implementatie van arbo binnen Windesheim. In overleg met de deelraad moet per School of dienst continu verbetering in arbeidsomstandigheden worden bewerkstelligd, onder andere door de inzet van instrumenten zoals de Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E). Schools en diensten kunnen zo op hun eigen wijze invulling geven aan hun verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden. In het arbojaarverslag wordt jaarlijks verslag gedaan van de voortgang. Verzuimmanagement en re-integratie Er is voortdurende aandacht voor de implementatie van verzuimmanagement en re-integratie. De inzet van een re-integratiespecialist van de dienst Personeel en Organisatie leidt tot meer sturing op besluitvorming. Daarnaast is de samenwerking tussen de re-integratiespecialist en de bedrijfsarts, de maatschappelijk werker en de arbeidsdeskundige verbeterd. Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
47
Om leidinggevenden te ondersteunen bij het nemen van de regie ten behoeve van het voorkomen en beperken van verzuim worden vanaf 2010 vanuit het HRM-systeem signaleringsmails verstuurd. Bij frequent verzuim worden de betrokkenen er op geattendeerd dat er conform verzuimbeleid een verzuimgesprek dient te worden gevoerd. Bij langdurig verzuim wordt op diverse momenten aangegeven welke stappen en besluiten genomen dienen te worden. In 2010 zijn de vergoedingen die Achmea aanbiedt ter beperking van verzuim (Livvit-pakket) nader verkend en beter ontsloten. Verzuimcijfers Het verzuimpercentage van Windesheim daalde in 2010 naar 3,7%, ten opzichte van 3,9% in 2009. Hiermee is het verzuimpercentage lager, maar het ligt nog boven het streefcijfer voor 2010 van 3,0%. Positief is dat de verzuimfrequentie op jaarbasis, na de laatste jaren stabiel 1,1 keer per jaar geweest te zijn, nu is gedaald tot 0,9. Een lage verzuimfrequentie geeft aan dat de drempel om te gaan verzuimen hoog is, ofwel dat bij klachten mensen minder snel de keuze maken om te verzuimen en naar andere oplossingen zoeken. Het percentage 0-verzuimers, dat wil zeggen het aantal medewerkers dat in de rapportageperiode niet heeft verzuimd ten opzichte van het gemiddelde totaal aantal medewerkers, bedroeg in 2010 56%. Na de daling in 2009 naar 50%, die mogelijk een gevolg was van de Mexicaanse griep, is de stijgende lijn vanaf 2006 in dit percentage doorgezet. De gemiddelde verzuimduur is ten opzichte van 2009 flink gestegen tot 17,8 dagen per verzuimgeval. Dit is mede een effect van de gedaalde verzuimfrequentie en het beëindigen van een aantal langdurige verzuimgevallen. Door de sturing op verzuim dalen het verzuimpercentage en de verzuimfrequentie maar stijgt de gemiddelde verzuimduur. De verschillen tussen de Schools en diensten onderling blijven groot, het verzuimpercentage loopt uiteen van 1,5% tot 5,3%. Deze cijfers betreffen het verzuim exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof. Het aantal langdurig verzuimers wordt vanaf 2009 per vier maanden in kaart gebracht. In januari 2011 verzuimden 18 medewerkers langer dan negen maanden. Van vijf hiervan is inmiddels duidelijk dat het dienstverband op korte termijn wordt beëindigd. Arbeidsvoorwaarden Cao-hbo 2010-2012 In juli 2010 bereikten de onderhandelingsdelegaties van cao-partijen een akkoord over de voortzetting van de cao-hbo. De nieuwe cao loopt van 1 augustus 2010 tot en met 31 januari 2012. Een onderdeel van het akkoord is een structurele salarisverhoging van 0,4% per 1 januari 2011 en een eenmalige uitkering van €460 bruto (deeltijd naar rato) in oktober 2011. Naast inhoudelijke afspraken over de Wajong (regeling voor jonggehandicapten), de groep arbeidsongeschikten in de categorie 35-80% arbeidsongeschikt en een sectorbreed Medewerkerstevredenheidsonderzoek, zetten cao-partijen vooral in op modernisering van de cao.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
48
Collectieve verzekeringen en fiscale regelingen Windesheim heeft een aantal overeenkomsten afgesloten waardoor de medewerkers op basis van een collectief arrangement een financieel voordeel (lagere premie of hogere rentevergoeding) behalen. Er is een stijging zichtbaar in de deelnemers van de collectieve verzekeringen. Het aantal deelnemers steeg ten opzichte van 2009 (1.999) in 2010 naar 2.172. In 2010 is de communicatie op ShareNet (het intranet van Windesheim) inzake deze verzekeringen sterk verbeterd, wat waarschijnlijk mede heeft bijgedragen aan de stijging. Decentrale arbeidsvoorwaarden 2010 Bij de vaststelling van de decentrale arbeidsvoorwaarden wordt rekening gehouden met de centrale thema’s binnen Windesheim. Daarom worden de volgende criteria gehanteerd: duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord en gericht op elke medewerker. Uit deze criteria volgt een driedeling in de decentrale arbeids-
voorwaarden, namelijk: faciliteiten gericht op het gehele medewerkersbestand, gezondheidsmanagement en ontwikkeling van medewerkers. Aan de hand van een discussienota is in 2010 in het Arbeidsvoorwaarden Overleg (AVO) verkend welke alternatieven er mogelijk zijn voor de invulling van de decentrale arbeidsvoorwaarden 2011. Windesheim blijkt steeds beter in staat te zijn een pakket aan decentrale arbeidsvoorwaarden samen te stellen dat ook daadwerkelijk door de medewerkers wordt benut. Doorontwikkeling van dit pakket heeft een evenwichtige deelname van medewerkers van Windesheim sterk bevorderd. Naast bovenstaande kwantitatieve evaluatie is in 2010 een perceptiepeiling uitgevoerd waarin de waardering van het pakket decentrale arbeidsvoorwaarden 2010 is gemeten. De perceptiepeiling laat een hoge mate van bekendheid met en tevredenheid over het bestaande pakket decentrale arbeidsvoorwaarden zien. Aandachtspunten zijn communicatie en voorlichting over het pakket decentrale arbeidsvoorwaarden. De perceptiepeiling diende ook als input voor de doorontwikkeling van de decentrale arbeidsvoorwaarden 2011. In november 2010 is overeenstemming bereikt met het AVO over de decentrale arbeidsvoorwaarden 2011, waaronder drie nieuwe onderdelen te weten ‘sabbatical leave’, ‘gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof’ en ‘ruim baan voor je loopbaan’. Nevenwerkzaamheden Het onderwerp ‘Nevenwerkzaamheden van medewerkers’ is in 2010 een belangrijk aandachtspunt voor beleid geworden. Windesheim wil daartoe een goed inzicht hebben in de aard en hoeveelheid van nevenwerkzaamheden die medewerkers uitvoeren. Daarom is door de dienst Personeel en Organisatie een procedure ontwikkeld om de nevenwerkzaamheden van medewerkers te inventariseren. Medewerkers kunnen daarbij hun gegevens zelf invoeren in het personeelssysteem en bespreken dit vervolgens met de leiding-
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
49
gevende. Indien van toepassing worden ook de nadere afspraken rondom deze nevenwerkzaamheden in het personeelssysteem vastgelegd. De inventarisatie is naar verwachting in februari 2011 geheel afgerond. Gevoerd beleid inzake beheersing uitkeringen na ontslag Eigenrisicodragerschap WIA Windesheim is eigenrisicodrager in het kader van de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen). Met name speelt dit op het gebied van de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Dit houdt in dat de hogeschool zelf de WGA-uitkeringen van de (oud-)medewerkers bekostigt voor een periode van tien jaar en ook verantwoordelijk is voor de re-integratie van de zieke medewerkers. In 2010 bedroeg de instroom naar de WIA vier medewerkers, van wie er twee instroomden in de WGA. De derde medewerker stroomde in in de IVA (inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten), de vierde medewerker is minder dan 35% arbeidsongeschikt en ontvangt dus geen WGA of IVA uitkering. Eigenrisicodragerschap werkloosheid Windesheim valt onder de wettelijke WW-regeling die van toepassing is voor werknemers van Onderwijsen Overheidswerkgevers. Windesheim is eigenrisicodrager voor de Werkloosheidswet (WW) en de Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Hoger Beroepsonderwijs (BWRHBO). Dit houdt in dat Windesheim zelf de WW-uitkeringen en ook de Bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen van de (ex) medewerkers bekostigt voor zolang deze medewerkers recht hebben op de uitkering. Naast het eigenrisicodragerschap heeft Windesheim een re-integratieverplichting voor medewerkers van Windesheim die dreigen werkloos te raken, en ex-medewerkers die al een werkloosheidsuitkering ontvangen. Medio 2010 is nieuw beleid betreffende de re-integratie van werkloze (ex) medewerkers geïmplementeerd. Doel hiervan is de kosten van werkloosheidsuitkeringen te minimaliseren door (ex) medewerkers te activeren bij het zoeken naar een nieuwe baan. In totaal zijn van mei 2010 tot en met december 2010 zeven (ex) medewerkers in een nieuwe werkkring geplaatst (in een periode van zeven maanden). Dit heeft een besparing aan WW/BWRHBO kosten opgeleverd van ruim € 350.000. Afhandeling van klachten, bezwaar en beroep Bezwarencommissie Personeel De Bezwarencommissie Personeel, die op grond van een interne hogeschoolregeling is ingesteld, heeft in 2010 zes bezwaren van medewerkers ontvangen. Van de zes ingediende bezwaren zijn er tijdens de loop van de procedure twee door de desbetreffende medewerkers ingetrokken waarmee de bezwarenprocedure
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
50
daardoor eindigde. Van de overige bezwaren zijn er drie gegrond verklaard en aan één bezwaar is tijdens de bezwaarprocedure door de betrokken leidinggevende alsnog tegemoet gekomen, waarna dit bezwaar op formeel-juridische gronden niet-ontvankelijk is verklaard. Klokkenluiderregeling In 2009 is een klokkenluiderregeling voorbereid die begin 2010 is vastgesteld en op 1 maart 2010 in werking is getreden. Doel van deze regeling is dat werknemers van Windesheim zonder gevaar voor hun rechtspositie de mogelijkheid hebben te rapporteren over vermeende onregelmatigheden van algemene, operationele en financiële aard. In 2010 zijn geen meldingen in het kader van deze regeling ontvangen. Vier jaar na de inwerkingtreding, dus in 2014, zal de klokkenluiderregeling worden geëvalueerd. Vertrouwenspersonen In 2010 hebben 43 medewerkers en zeven studenten zich tot de vertrouwenspersonen gewend. Met hen werd gezocht naar de meest wenselijke strategie. Er wordt, zowel landelijk als bij Windesheim, in toenemende mate om hulp gevraagd bij arbeidsconflicten. Het gaat dan met name om gedrag dat wordt ervaren als intimidatie en pesten. Het visiestuk van de vertrouwenspersonen “Visie op een veilige hogeschool” is in 2010 opgesteld en zal in 2011 aangeboden worden aan het College van Bestuur. Met de aanpassing van de nota ‘Het beleid van Windesheim inzake ongewenst gedrag’, d.d. juni 2005, is in 2010 een begin gemaakt. Klachtencommissie Ongewenst Gedrag Windesheim beschikt over een Klachtencommissie Ongewenst Gedrag. Deze commissie wordt sinds 2007 gevormd door zes personen, die allen van buiten Windesheim afkomstig zijn. Er is in 2010 geen klacht over ongewenst gedrag door de klachtencommissie behandeld. De Klachtencommissie adviseerde in 2010 over een aantal mogelijke aanpassingen van de klachtenregeling. Een herziening van deze regeling staat gepland voor 2011.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
51
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Corporate governance
8. Corporate governance Windesheim wil helder maken hoe het bestuur en toezicht binnen de hogeschool zijn ingericht. Hiermee sluit Windesheim aan bij de Branchecode Governance Hogescholen. Bestuur en toezicht Vereniging VU-Windesheim De Vereniging voor christelijk hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg (kortweg: Vereniging VU-Windesheim) vormt de bestuurskoepel boven Windesheim, de Vrije Universiteit (VU) en het VU medisch centrum. Door de verenigingsvorm krijgen leden uit de samenleving een stem in het bestuur van de onderwijsinstellingen en het VU medisch centrum. De Vereniging stelt zich ten doel: het verzorgen van hoger onderwijs, het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het verlenen van patiëntenzorg in betrokkenheid op en ten dienste van de samenleving. Daarnaast wil de Vereniging de informatievoorziening bevorderen over en zich bezinnen op de relatie tussen hoger onderwijs, wetenschappelijk onderzoek en patiëntenzorg enerzijds en levensbeschouwing, cultuur en samenleving anderzijds. In de statuten zijn de grondslag en de bepalingen voor de Vereniging VU-Windesheim vastgelegd. Het Dagelijks Bestuur van de Vereniging wordt gevormd door de voorzitter van het College van Bestuur VU-Windesheim en de voorzitter van de Raad van Bestuur van het VU medisch centrum. Het Algemeen Bestuur wordt gevormd door de leden van het College van Bestuur van Windesheim, de Vrije Universiteit en van de Raad van Bestuur van VU medisch centrum. De bepalingen omtrent het Algemeen Bestuur en zijn leden staan nader uitgewerkt in het reglement van het Algemeen Bestuur. Het Algemeen Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. In de statuten van de Vereniging en in het reglement van het Algemeen Bestuur is vastgelegd voor welke besluiten het Algemeen Bestuur voorafgaand goedkeuring nodig heeft van de Raad van Toezicht. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van de Vereniging VU-Windesheim houdt toezicht op het College van Bestuur van de Vrije Universiteit, het College van Bestuur van Windesheim en de Raad van Bestuur van het VU medisch centrum. De Raad van Toezicht fungeert tevens als Raad van Toezicht van GGZ inGeest in verband met het voornemen van VU medisch centrum en GGZ inGeest te fuseren. Ook houdt de Raad toezicht op het Algemeen Bestuur van de Vereniging. De taken van de Raad van Toezicht zijn vastgelegd in de statuten van de Vereniging VU-Windesheim en in het reglement van de Raad van Toezicht. Binnen de Raad van Toezicht functioneren een auditcommissie,
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
53
een remuneratiecommissie en een commissie huisvesting. De taak en werkwijze van deze commissies zijn eveneens vastgelegd in reglementen. De leden van de Raad van Toezicht worden, op voordracht van de Raad van Toezicht, benoemd door de ledenraad van de Vereniging. De Raad van Toezicht bestond in 2010 uit de heer drs. P. Bouw (voorzitter), mevrouw drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen (vice-voorzitter), de heer ir. R. Willems (vice-voorzitter), de heer A.H. Berg, de heer L. Bikker, de heer prof. dr. F. Leijnse (vice-voorzitter), de heer mr. drs. F.J. Paas, mevrouw drs. A.E.J.M. Schaapveld M.A., de heer prof. dr. W. van Tilburg en de heer A. Weijsenfeld. Een overzicht van de hoofd- en nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht is opgenomen in de bijlagen. Bezoldiging Raad van Toezicht De Raad van Toezicht oefent zijn functie uit over drie instellingen binnen de Vereniging: Windesheim, de Vrije Universiteit en het VU medisch centrum. De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht wordt, op voorstel van het Algemeen Bestuur, vastgesteld door de ledenraad van de Vereniging. De onderstaande bedragen komen voor rekening van Windesheim en zijn één derde van de totale remuneraties. Bezoldiging Raad van Toezicht 2010 K€ Dhr. drs. P. Bouw (voorzitter) Dhr. L. Bikker Dhr. mr. drs. F.J. Paas Mevr. drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen (vice-voorzitter) Dhr. ir. R. Willems (vice-voorzitter) Dhr. A. H. Berg Mevr. drs. A.E.J.M. Schaapveld M.A. Dhr. A. Weijsenfeld Dhr. prof. dr. F. Leijnse (vice-voorzitter) Dhr. prof. dr. W. van Tilburg 1) Totaal
9,4 6,4 5,1 7,7 9,1 6,4 7,7 5,1 6,4 2,6 65,9
2009 K€ 7,6 4,6 4,6 7,3 6,1 5,9 4,7 4,6 4,6 50,0
) lid met ingang van 25-06-2010
1
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
54
College van Bestuur Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het bestuur van Windesheim. De wijze waarop het College Windesheim bestuurt, is bepaald in het bestuursreglement van Windesheim. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. In 2010 is de samenstelling van het College van Bestuur gewijzigd. Op 1 september nam de heer H. Dijkstra afscheid als lid van het College van Bestuur. Vanaf dat moment bestaat het College van Bestuur uit twee personen, te weten de heer prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen, voorzitter, en de heer drs. J.W. Meinsma. Met het vertrek van de heer Dijkstra heeft er een herverdeling van de portefeuilles plaatsgevonden: • Prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen is verantwoordelijk voor strategie en organisatieontwikkeling, onderwijs, onderzoek, kwaliteitszorg, algemene coördinatie en externe representatie. Daarnaast neemt hij de beleidsterreinen medezeggenschap, leiderschapsontwikkeling, governance, Windesheim Foundation en LOI voor zijn rekening en onderhoudt hij diverse netwerken. Verder is de heer Cornelissen verantwoordelijk voor de domeinen Techniek, Bewegen en Educatie en Windesheim Flevoland. • Drs. J.W. Meinsma heeft de portefeuilles strategie en organisatieontwikkeling, bedrijfsvoering, HRM, personeel en organisatie, student- en onderwijsservices, financiën en control, ICT/strategisch informatiebeleid, interne communicatie en facilitaire zaken. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor het Windesheim Honours College, de domeinen Gezondheid en Welzijn en Economie, Management, Media en Communicatie en Windesheim Flevoland. Verder houdt de heer Meinsma zich bezig met de beleidsterreinen ondernemen, huisvesting en vastgoed, identiteitsontwikkeling, medezeggenschap en studentenverenigingen en onderhoudt hij diverse netwerken. Bezoldiging College van Bestuur De bezoldiging van de leden van het College van Bestuur wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht wordt hierin geadviseerd door de Remuneratiecommissie. Het is beleid van de Raad van Toezicht om de vigerende bezoldigingscode te volgen. Voor hogescholen is dat de Uitwerking Bezoldiging Bestuurders Hogescholen. In 2010 is conform het advies van de HBO-raad voor de verantwoording aansluiting gezocht bij de Wet voor de Normering van Topinkomens (WNT). De individuele bezoldigingen van de leden en gewezen leden van het College van Bestuur bedragen (in duizenden euro’s):
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
55
Bezoldiging College van Bestuur Bezoldiging bestuurders hogescholen 2010 hogeschool Hay naam salaris
bestuurder
Norm:
Hay
WNT
einddatum
bruto
belastbare
werkgevers
bijtelling
totale
contract
jaarsalaris
onkosten
bijdrage
auto
bezoldiging
vergoeding
pensioen
groep chr. hs. windesheim
E H. Dijkstra A.W.C.A. Cornelissen J.W. Meinsma
01.09.10
129
0
19
10
158
31.03.13
169
7
26
2
204
14.08.13
134
1
20
9
164
Toelichting overschrijding Hay norm of norm WNT Hogeschool
Naam
Toelichting
Windesheim
Dijkstra
Het salaris van de heer Dijkstra is vastgesteld in de periode dat hij als vice-voorzitter van het gezamenlijk College van Bestuur VU-Windesheim integrale verantwoordelijkheid droeg voor zowel Windesheim als de Vrije Universiteit.
De Collegeleden hebben een volledig dienstverband (1,0 fte). De heren Cornelissen en Meinsma hebben een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In de functies van voorzitter en lid van het College van Bestuur zijn zij voor een periode van vier jaar benoemd, waarna herbenoeming kan plaatsvinden. Directeuren Ieder domein, elke dienst alsmede de nevenvestiging Windesheim Flevoland worden aangestuurd door een directeur. De verantwoordelijkheden en (gemandateerde) bevoegdheden van de directeuren zijn vastgelegd in het bestuursreglement. De tekenbevoegdheid van de directeuren is vastgelegd in de procuratieregeling. De directeur is primair verantwoordelijk voor de gang van zaken en het resultaat van het eigen domein of dienst. De directeuren sturen vanuit hogeschoolbrede strategische kaders en zijn betrokken bij de totstandkoming, vormgeving en uitvoering van het strategisch beleid van Windesheim. Waar wenselijk en noodzakelijk voeren zij hogeschoolbrede taken uit. De directeuren leggen verantwoording af aan het College van Bestuur. Medezeggenschap Als organen van medezeggenschap kent Windesheim op instellingsniveau een Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) en op het niveau van onderwijsafdelingen en diensten de deelraden. Daarnaast kent elke opleiding een opleidingscommissie. In de medezeggenschapsraden hebben personeelsleden en studenten zitting.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
56
De CMR en de deelraden oefenen hun taak uit in overeenstemming met het medezeggenschapsreglement. Voor de opleidingscommissies is het basisreglement opleidingscommissie van toepassing. Interne controle Binnen Windesheim is een onafhankelijke afdeling Interne Controle ingericht, die rechtstreeks onder het College van Bestuur valt en ook rechtstreeks aan het College van Bestuur rapporteert. De afdeling Interne Controle verricht, onafhankelijke en objectief, controle op (financiële) verantwoordingsinformatie van de onderwijsafdelingen en diensten en de jaarrekening, en beoordeelt effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering. Het werkplan en de controleprogramma’s met betrekking tot de jaarrekeningcontrole worden in samenwerking met en onder regie van de externe accountant opgesteld. De externe accountant reviewt jaarlijks het werk van de afdeling Interne Controle. Organisatiestructuur
Horizontale dialoog en verantwoording Het College van Bestuur vindt het belangrijk dat beleidsvoornemens- en doelstellingen breed gedragen worden binnen de hogeschool. Gekozen is dan ook voor een proces van interactieve beleidsvorming met medewerkers, studenten en andere relevante stakeholders.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
57
Horizontale dialoog De horizontale dialoog wordt binnen Windesheim op verschillende manieren vorm gegeven: • Medewerkers en studenten zijn via georganiseerde bijeenkomsten, overlegvormen en tevredenheidsonderzoeken betrokken bij het beleid van Windesheim. Via de Centrale Medezeggenschapsraad, deelraden of opleidingscommissies kunnen zij invloed uitoefenen op het beleid van Windesheim. • De kennis van oud-medewerkers is een belangrijke bron die kan worden ingezet bij de ontwikkeling van onderwijsinstelling naar kennisinstelling. Windesheim heeft dan ook beleid ontwikkeld rondom de groep oud-medewerkers, georiënteerd op het creëren van een netwerk voor kennisbenutting van oud-medewerkers. • Om een ‘leven lange relatie’ met afstudeerders op te bouwen, zoekt Windesheim naar aansprekende manieren om kennis, ervaring en deskundigheid tussen beroepenveld en beroepsonderwijs uit te kunnen wisselen. Momenteel wordt alumnibeleid ontwikkeld, alsmede een alumniwebsite. • Vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk zijn via werkveldadviescommissies betrokken bij de onderwijsontwikkeling en de afstemming op de arbeidsmarkt. • Windesheim is gericht op een goede in- en doorstroom van studenten. Hiertoe is ook in 2010 zowel op Schoolniveau als op bestuurlijk niveau samenwerking gezocht met universiteiten, regionale opleidingscentra en scholen voor voortgezet onderwijs. • Ter versterking van de regionale kennisinfrastructuur werkt Windesheim actief samen met regionale organisaties, zoals (kennis)instellingen, het bedrijfsleven en overheden. • Relevante interne en externe stakeholders worden betrokken bij het beleid voor toegepast onderzoek en kenniscirculatie door deelname aan een kenniskring of een adviesraad van een lectoraat. • Belangrijk adviesorgaan voor de verdere ontwikkeling van Windesheim Flevoland is de Higher Education Development Board. Horizontale verantwoording Windesheim beschikt over diverse communicatiemiddelen om zijn stakeholders te informeren, zoals het jaarverslag, de jaarrekening, de website, ShareNet en de hogeschoolkrant “hskwin”. Via digitale nieuwsbrieven worden medewerkers geïnformeerd over actuele zaken die spelen in de organisatie.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
58
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Verslag Raad van Toezicht 2010
9. Verslag Raad van Toezicht 2010 Inleiding De Raad van Toezicht van de Vereniging VU-Windesheim houdt toezicht op het College van Bestuur van de Vrije Universiteit, het College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim en de Raad van Bestuur van het VU medisch centrum. De Raad van Toezicht fungeert tevens als Raad van Toezicht van GGZ inGeest in verband met het voornemen van VU medisch centrum en GGZ inGeest te fuseren. Ook houdt de Raad toezicht op het Algemeen Bestuur van de Vereniging, dat wordt gevormd door de leden van de instellingsbesturen van de Vrije Universiteit, VU medisch centrum en Windesheim gezamenlijk. Met dit verslag legt de Raad verantwoording af voor het over de Vrije Universiteit, Christelijke Hogeschool Windesheim, VU medisch centrum en GGZ inGeest uitgeoefende toezicht in 2010. Governance en werkwijze Raad van Toezicht In 2009 heeft de Raad van Toezicht nadere afspraken gemaakt met het Algemeen Bestuur over de werkwijze en onderlinge samenwerking; deze afspraken zijn in 2010 in de praktijk gebracht. Eén van deze afspraken was de uitbreiding van de vergadertijd van de Raad waarbij aan iedere instelling eenmaal per jaar een dagdeel exclusief aandacht wordt besteed. In 2009 vergaderde de Raad van Toezicht, naast de jaarlijkse retraite, viermaal per jaar een dagdeel; in 2010 is de vergadertijd uitgebreid naar vier vergaderingen van een gehele dag en de jaarlijkse retraite. De Raad is tevreden over deze uitbreiding in verband met de mogelijkheid die dit geeft om uitgebreider in te gaan op (te maken) strategische keuzes en prestaties van de organisaties, betrokkenen binnen de instellingen te ontmoeten en de huisvestingsontwikkelingen met eigen ogen te aanschouwen. Daarnaast is per instelling vanuit het Presidium een aandachtspersoon benoemd; bovendien is het Presidium per 1 januari 2010 uitgebreid met prof. dr. F. Leijnse, die tevens vice-voorzitter is geworden. De aandachtsgebieden zijn als volgt verdeeld: drs. P. Bouw is aandachtspersoon voor de Vereniging en GGZ inGeest, prof. dr. F. Leijnse is aandachtspersoon voor de Vrije Universiteit, drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen is aandachtspersoon voor Windesheim en ir. R. Willems is aandachtspersoon voor VU medisch centrum. Tijdens de retraite heeft de Raad zijn eigen functioneren geëvalueerd. Tijdens de evaluatie is o.a. gesproken over de voortgang van de hierboven genoemde afspraken met het Algemeen Bestuur, de kennisontwikkeling van de leden van de Raad, de zichtbaarheid van de Raad van Toezicht binnen de instellingen, de rol van Windesheim binnen de groep en de relatie tussen de Raad van Toezicht en de medezeggenschap. Naast de formele (commissie-)vergaderingen van de Raad van Toezicht, waarover in dit jaarverslag wordt gerapporteerd, waren de leden van de Raad van Toezicht ook in 2010 regelmatig aanwezig bij in- en externe evenementen in en bij de instellingen, zoals de opening van het Alzheimer Centrum VU medisch centrum, opening van Windesheim Flevoland, opening van het ACTA-gebouw en de diesviering van de Vrije Univer-
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
60
siteit die in het teken stond van het lustrum. Daarnaast heeft de Raad van Toezicht ook in 2010 gewerkt aan de deskundigheid en verdere ontwikkeling van de Raad. De leden van de Raad van Toezicht zijn regelmatig geïnformeerd over ontwikkelingen op het vlak van governance, zorg, onderwijs en onderzoek. Enkele leden van de Raad hebben workshops gevolgd om de deskundigheid te verbreden en/of te verdiepen. De leden van de Raad van Toezicht hebben, zoals tevens vastgelegd in de profielschets voor de leden van de Raad, op geen enkele wijze belangen bij één van de instellingen. De nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht worden vermeld op de websites van de instellingen en in de jaarverslagen van de instellingen. Bestuurders instellingen H. Dijkstra heeft per 1 september 2010 afscheid genomen als lid van het College van Bestuur Windesheim; het College van Bestuur Windesheim bestaat vanaf 1 september 2010 uit twee leden (prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen, voorzitter, en drs. J.W. Meinsma, lid). Mr. H.J. Rutten kondigde in het najaar van 2010 zijn vertrek aan als lid van het College van Bestuur Vrije Universiteit; formeel neemt hij per 15 januari 2011 afscheid. De Raad van Toezicht heeft na deze aankondiging de werving- en selectieprocedure gestart voor een nieuw lid van het College van Bestuur Vrije Universiteit en heeft daartoe in zijn vergadering van 13 december het profiel vastgesteld. De Raad van Toezicht is H. Dijkstra en mr. H.J. Rutten erkentelijk voor de grote inzet die zij hebben getoond gedurende de vele jaren die zij werkzaam zijn geweest bij Windesheim, de Vrije Universiteit en VUWindesheim; de door hen in gang gezette ontwikkelingen zijn zeer gewaardeerd door de Raad van Toezicht. Volgens het reglement van het Algemeen Bestuur, oefenen de leden geen (on)bezoldigde nevenfuncties uit zonder toestemming van de Raad van Toezicht. In 2010 zijn de nevenfuncties van de leden van het Algemeen Bestuur voorgelegd aan de Raad van Toezicht; dit heeft o.a. als doel mogelijke belangenverstrengeling te signaleren en voorkomen. De voorzitter van de Raad van Toezicht heeft alle in 2010 actuele nevenfuncties goedgekeurd. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen jaarlijks het actuele overzicht ter kennisname. Samenstelling Raad van Toezicht De Raad van Toezicht besloot eind 2009 het aantal leden van de Raad tijdelijk met één uit te breiden tot tien, om het daarmee mogelijk te maken een lid te benoemen met een medisch-specialistische achtergrond. De Raad van Toezicht heeft rond de jaarwisseling gesprekken gevoerd met enkele kandidaten en in het voorjaar van 2010 prof. dr. W. van Tilburg voorgedragen aan de Ledenraad voor benoeming tot lid van de Raad van Toezicht. Na een positief advies van de benoemingsadviescommissie van de Ledenraad heeft de Ledenraad op 25 juni 2010 prof. dr. W. van Tilburg benoemd tot lid van de Raad van Toezicht voor een periode van twee jaar. Bij een eerstvolgend aftreden wordt de dan ontstane vacature niet ingevuld zodat de Raad weer op het aantal van negen leden komt.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
61
De leden ir. R. Willems, L. Bikker en mr. drs. F.J. Paas zijn op 25 juni 2010 door de Ledenraad herbenoemd als lid van de Raad van Toezicht voor een periode van vier jaar. Relatie met medezeggenschap Volgens de statuten van de Vereniging VU-Windesheim worden twee leden van de Raad van Toezicht aangewezen die in het bijzonder het vertrouwen genieten van de medezeggenschap. Deze functie werd in 2010, op voordracht van de gezamenlijke medezeggenschap, ingevuld door mr. drs. F.J. Paas en prof. dr. F. Leijnse (sinds maart 2010). Zowel de voorzitter van de Raad van Toezicht als de leden mr. drs. F.J. Paas en prof. dr. F. Leijnse hebben in 2010 enkele malen formeel en informeel overleg gehad met de Ondernemingsraad en Gezamenlijke Vergadering van de Vrije Universiteit. De contacten met de Ondernemingsraad VU medisch centrum hebben in 2010 via de voorzitter van de Raad van Toezicht gelopen. De voorzitter heeft een overlegvergadering van de Raad van Bestuur en Ondernemingsraad bijgewoond waarin de algemene gang van zaken binnen VU medisch centrum is besproken. Kort na het verstrijken van het verslagjaar heeft een delegatie van de Centrale Medezeggenschapsraad van Windesheim kennisgemaakt met prof. dr. F. Leijnse; tijdens dit overleg is o.a. gesproken over het belang van onderzoek voor het HBO. Commissie Huisvesting In 2009 stelde de Raad van Toezicht een Commissie Huisvesting in, in verband met de huisvestingsontwikkelingen van met name de Vrije Universiteit en VU medisch centrum en de toegenomen dynamiek hieromtrent. De commissie heeft tot doel en scope de (huisvestings)plannen van de Vrije Universiteit en VU medisch centrum op de Zuidas; wanneer relevant worden ook onderwerpen betreffende GGZ inGeest en Windesheim geagendeerd. De leden van de Commissie Huisvesting zijn drs. P. Bouw, L. Bikker, ir. R. Willems en drs. A.E.J.M. Schaapveld MA. De Raad van Toezicht heeft in maart 2010 besloten het lid L. Bikker te benoemen tot voorzitter van deze commissie. Drs. P. Bouw trad af als voorzitter van de Commissie Huisvesting en werd gewoon lid. De Raad van Toezicht heeft in mei 2010 het reglement van de commissie Huisvesting vastgesteld. De Commissie Huisvesting heeft in het verslagjaar viermaal vergaderd, waarvan eenmaal telefonisch. De commissie heeft enerzijds in het ontwikkelproces van verschillende huisvestingsplannen meegedacht en meegekeken, zoals bij de campusvisie Vrije Universiteit, het stedenbouwkundig masterplan VU medisch centrum en de ontwikkeling van een norm voor de huisvestingslasten bij de Vrije Universiteit. Anderzijds heeft de commissie de inhoudelijke- en investeringsbeslissingen voorbereid zodat zij vervolgens konden worden voorgelegd ter besluitvorming door de Raad van Toezicht, zoals de bouw van de Westflank VU medisch centrum, de huisvesting van Inholland op de VU-campus en het definitieve ontwerp van de sportfaciliteiten en het zwembad van Windesheim.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
62
De commissie heeft bij de besprekingen specifiek gelet op de kwaliteit en leefbaarheid van de gebouwde omgeving, de flexibiliteit van de inrichting, de risico’s en de investeringsplanning op de lange termijn. Auditcommissie In de samenstelling van de Auditcommissie zijn in het verslagjaar geen wijzigingen opgetreden; de commissie bestond derhalve uit drs. A.E.J.M. Schaapveld MA (voorzitter), drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen, ir. R. Willems en A.H. Berg. De Auditcommissie is in 2010 driemaal bijeen geweest. In februari sprak de commissie over de voorwaarden van een kredietarrangement dat zou worden afgesloten ten behoeve van een aantal grote bouwprojecten van VU medisch centrum, waaronder de Westflank. In mei werden de bestuursnota’s, de jaarverslagen en jaarrekeningen van de instellingen en het daarbij behorende accountantsverslag besproken in aanwezigheid van de externe accountant. In november besprak de commissie de jaarplannen 2011 van de instellingen, vergezeld van een gezamenlijke bestuursnota en issues op het niveau van de Vereniging. De commissie heeft, naast de verschillende financiële ontwikkelingen van de instellingen, bij de besprekingen specifiek gelet op de issues op het niveau van de Vereniging en de kansen en risico’s die de governance van de Vereniging met zich meebrengt. Presidium en Remuneratiecommissie De voorzitter en de vice-voorzitters van de Raad (het Presidium) overleggen regelmatig met de voorzitters van het College van Bestuur van de Vrije Universiteit, de Raad van Bestuur van het VU medisch centrum en het College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim. In 2010 vond dit overleg vijfmaal plaats. Genoemde leden van de Raad vormen tevens de Remuneratiecommissie, die derhalve tevens vijfmaal bijeenkwam in 2010. Belangrijke onderwerpen die in de Remuneratiecommissie aan de orde zijn geweest zijn de jaargesprekken met de bestuurders en de remuneratie van de bestuurders per 2011. Met alle bestuurders zijn jaargesprekken gehouden. De voorzitters van de drie instellingsbesturen vervulden daarbij een coördinerende rol. In de jaargesprekken is aandacht geweest voor de teamvorming en de prestaties van de overige bestuursleden, op basis van de door de voorzitter gehouden jaargesprekken.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
63
Overzicht functies leden Raad van Toezicht
naam
functie
aangetreden
termijn
• Voorzitter
aantal vergaderingen bijgewoond in 2010
• Aandachtsgebied Vereniging en GGZ inGeest
Dhr. drs. P. Bouw
• Lid commissie Huisvesting
2001
3
5
2007
1
5
1993
4*
5
2006
2
5
2003
2**
5
2006
2
4
2006
2
4
2008
1
5
2010
1
3
2004
2**
4
• Voorzitter Remuneratiecommissie Dhr. prof. dr. F. Leijnse***
• Portefeuille: juridische zaken • Vice-voorzitter • Aandachtsgebied VU • Lid Remuneratiecommissie • Vice-voorzitter
Mw. drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen
• Aandachtsgebied Windesheim • Lid Remuneratiecommissie • Lid Auditcommissie • Vice-voorzitter • Aandachtsgebied VUmc
Dhr. ir. R. Willems
• Lid Remuneratiecommissie • Lid Auditcommissie • Lid commissie Huisvesting
Dhr. A.H. Berg
• Portefeuille: zorg • Lid Raad van Toezicht
Dhr. L. Bikker
• Lid Auditcommissie • Lid Raad van Toezicht • Voorzitter commissie Huisvesting
Dhr. mr. drs. F.J. Paas***
• Lid Raad van Toezicht • Lid Raad van Toezicht
Mw. drs. A.E.J.M. Schaapveld M.A.
Dhr. prof. dr. W. van Tilburg Dhr. A. Weijsenfeld
• Voorzitter Auditcommissie • Lid commissie Huisvesting • Portefeuille: financiën • Lid Raad van Toezicht • Portefeuille: zorg • Lid Raad van Toezicht
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
64
De zittingstermijn van de leden van de Raad van Toezicht bedraagt vier jaar, zij zijn twee keer herbenoembaar. De genoemde aandachtsgebieden zijn ingegaan per 1 januari 2010. * In het kader van de fusie VU-Windesheim herbenoemd tot en met 2010 ** In het kader van de voorgenomen fusie VUmc-GGZ inGeest benoemd tot lid van de Raad van Toe zicht Vereniging VU-Windesheim op 1 januari 2008 *** Lid dat het vertrouwen geniet van de medezeggenschapsorganen De instellingen Vrije Universiteit, VU medisch centrum, Christelijke Hogeschool Windesheim, GGZ inGeest en de Vereniging VU-Windesheim De Raad heeft, naast de zaken die per instelling spelen, veel aandacht gehad voor de governance aspecten van de Vereniging, aangezien de Vereniging in het contact met externe partijen in toenemende mate wordt gezien als één partij. De gezamenlijkheid van de Vereniging biedt kansen, maar zorgt ook voor risico’s in verband met de complexe structuur. Tevens heeft de Raad aandacht gehad voor de positie van Windesheim binnen de Vereniging; de Raad van Toezicht verwacht in 2011 de samenwerkingsverbanden binnen de Vereniging verder te zullen evalueren. In het verslagjaar heeft de Raad van Toezicht zich, naast overkoepelende thema’s, ook beziggehouden met onderwerpen die alleen voor specifieke instellingen actueel waren. Voor alle instellingen geldt dat de Raad van Toezicht de jaarstukken 2009 en de jaarplannen 2011 (incl. begroting) heeft goedgekeurd. Daarnaast is de Raad van Toezicht regelmatig – grotendeels door de schriftelijke informatie bij de mededelingen voor elke vergadering – op de hoogte gehouden van lopende zaken en ontwikkelingen binnen de instellingen. In het verslagjaar zijn er frequent bilaterale contacten geweest tussen bestuurders en leden van de Raad van Toezicht, en hebben verschillende toezichthouders werkbezoeken aan de instellingen afgelegd. Hieronder is een korte samenvatting opgenomen van de belangrijkste besproken onderwerpen per instelling. Vrije Universiteit De Raad van Toezicht heeft in het najaar van 2010 het Instellingsplan VU 2011-2015 goedgekeurd; in het proces van de totstandkoming van het Instellingsplan is de Raad van Toezicht nauw betrokken geweest. Binnen de Raad van Toezicht wordt aan iedere instelling eenmaal per jaar een dagdeel exclusief aandacht besteed. Het College van Bestuur Vrije Universiteit heeft dit dagdeel aangewend om met de Raad van Toezicht van gedachten te wisselen over de hoofdpunten en dilemma’s voor het Instellingsplan VU 2011-2015. De Raad van Toezicht heeft met name gefocust op de thema’s allianties en identiteit; de Raad hecht veel waarde aan het herkenbaar uitdragen en concretiseren van de identiteit en het bijzondere karakter van de Vrije Universiteit en is blij dat dit – mede op aandringen van de Raad – een belangrijke plaats heeft
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
65
gekregen in het Instellingsplan. De Raad van Toezicht is van mening dat er met het nieuwe Instellingsplan een ambitieus, goed leesbaar en concreet strategisch plan ligt, en prijst het College van Bestuur met het doorlopen proces in de totstandkoming ervan. De Raad van Toezicht is, na een positief advies van de commissie Huisvesting, onder voorwaarden akkoord gegaan met uitbreiding van de huisvesting van Inholland op de VU-campus. De Raad van Toezicht hecht veel waarde aan de inhoudelijke meerwaarde die wordt verwacht van de uitbreiding van de vestiging van Inholland op de campus. De Raad van Toezicht heeft, na een positief advies van de commissie Huisvesting, het mandaat verleend aan het College van Bestuur van de Vrije Universiteit voor een investering voor het energiebedrijf; dit zodat de preferente energielevering aan de Vrije Universiteit en VU medisch centrum door het energiebedrijf gegarandeerd blijft. Tevens heeft de Raad van Toezicht het bestuursreglement van de Vrije Universiteit goedgekeurd. VU medisch centrum De Raad van Toezicht heeft zijn goedkeuring verleend aan het aangaan van een kredietarrangement met een hiertoe opgericht bankenconsortium ten behoeve van een aantal bouwprojecten waaronder de bouw van de Westflank. Het kredietarrangement en de betreffende bouwprojecten, allen onderdeel van het Lange Termijn Huisvestingsplan VUmc 2009-2014, zijn voorbesproken in de auditcommissie en in de commissie Huisvesting. De Raad van Toezicht heeft de nieuwe UMC Governance Code goedgekeurd; de belangrijkste wijzigingen t.o.v. de code uit 2008 zijn de verheldering van de positie Raad van Toezicht en Raad van Bestuur, en de uitbreiding van het werkingsgebied van de governancecode. De code is aangepast in het kielzog van de aangepaste Zorgbrede Governancecode, die wederom en voor zover voor de UMC’s relevant, wordt gevolgd. De Raad van Bestuur VU medisch centrum heeft een ochtendprogramma aangewend om de Raad van Toezicht te informeren over verschillende aspecten rondom kwaliteit en veiligheid in de zorg; hierbij kwamen de verschillende kwaliteitseisen en indicatoren aan de orde waaraan een UMC moet voldoen. De stroomlijning van dergelijke indicatoren heeft de aandacht van de Raad in verband met de gewenste vermindering van de werkdruk en het verzamelen van heldere kwaliteitsgegevens. Er zijn nadere afspraken gemaakt over de informatie die de Raad periodiek ontvangt met betrekking tot het beleid rondom kwaliteit en veiligheid. De Raad van Toezicht is in 2010 goed op de hoogte gehouden, en waar nodig betrokken geweest, bij het onderzoek van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) dat in februari 2010 werd gestart naar een eventueel ‘postcodebeleid’. VU – VUmc De samenwerking van de Vrije Universiteit en VU medisch centrum op het gebied van Human Health & Life Sciences (H2LS) is besproken tijdens de retraite van de Raad van Toezicht en het Algemeen Bestuur. De Raad van Toezicht ziet grote mogelijkheden voor de instellingen om op dit gebied internationaal
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
66
bekendheid te verwerven; de Raad is geïnteresseerd in de verdere planontwikkeling en de daarmee samenhangende governanceaspecten. Christelijke Hogeschool Windesheim De Raad van Toezicht heeft zijn goedkeuring verleend aan de oprichting van Windesheim Flevoland nadat aan de randvoorwaarden voor de oprichting, zoals gesteld door de Raad van Toezicht in februari 2009, was voldaan. De Raad is in 2010 regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen van Windesheim Flevoland. Een aantal leden van de Raad was aanwezig bij de opening van het hogeschooljaar in Almere; tevens heeft de Raad van Toezicht tijdens het jaardiner een bezoek gebracht aan Almere waar hij werd ontvangen door burgemeester Jorritsma en wethouders Peeters en Scholten. Met betrekking tot de Campusontwikkeling heeft de Raad van Toezicht het definitief ontwerp voor de sportfaciliteiten en het zwembad goedgekeurd en toestemming gegeven om het ontwerp uit te werken in bestek en bestektekeningen en aan te besteden binnen de gegeven budgettaire kaders. Verder heeft de Raad van Toezicht in het verslagjaar zijn goedkeuring verleend aan het voorstel “Samen beter, beter samen” voor samenwerking met IPABO. De leden van de Raad van Toezicht drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen, drs. A.E.J.M. Schaapveld MA en drs. P. Bouw zijn zeer goed geïnformeerd over de ontwikkelingen over de fraudezaak bij Windesheim en hebben gesproken met accountant Ernst & Young. De accountant heeft geconcludeerd dat de fraude door de spreiding over een lange periode en het feit dat de realisatie van de betreffende afdeling gelijk liep met de begroting, moeilijk had kunnen worden opgemerkt. De accountant was ook van mening dat de genomen maatregelen rondom functiescheiding en controles voldoende zijn om herhaling te voorkomen. De Raad van Toezicht is regelmatig geïnformeerd over het proces van de structuurwijziging waarbij de bestaande tien schools zijn ondergebracht in vier domeinen. Het College van Bestuur Windesheim heeft een ochtendprogramma aangewend om de Raad van Toezicht nader te informeren over de stand van zaken rond de organisatie-inrichting. De Raad van Toezicht heeft zijn waardering uitgesproken voor het doorlopen proces rondom de domeinvorming en de wijze waarop het College van Bestuur het proces heeft georganiseerd. GGZ inGeest De Raad van Toezicht is in 2010 betrokken geweest bij de voortgang van het fusieproces tussen VU medisch centrum en GGZ inGeest. In verband met externe omstandigheden, nl. problematiek in de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden, heeft de juridische fusie vertraging opgelopen. De Raad van Toezicht heeft zijn goedkeuring verleend aan een model waarin de twee rechtspersonen VU medisch centrum en GGZ inGeest (met de bijbehorende Raden van Toezicht) tot de juridische fusie worden behouden. De Raad van Toezicht is verheugd dat de feitelijke integratie, zowel in de ondersteunende diensten als in het
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
67
primaire proces, volgens de oorspronkelijke planning verloopt. Het Algemeen Bestuur van GGZ inGeest heeft een ochtendprogramma aangewend om de Raad van Toezicht te informeren over o.a. de organisatie van GGZ inGeest en de samenwerkingspartners, ontwikkelingen in behandelingen en in het onderwijs, de gevolgen van veranderingen in het financieringsstelsel en huisvestingsontwikkelingen op het terrein in Bennebroek. Vereniging Met de Ledenraad van de Vereniging lopen de contacten voornamelijk via de vergaderingen met de Ledenraad en met de Benoemingsadviescommissie (BAC) van de Ledenraad. In 2009 zijn nadere afspraken gemaakt en vastgelegd over de werkwijze en positie van de BAC bij (her) benoemingen van leden van de Raad van Toezicht. Deze afspraken zijn in 2010 in de praktijk gebracht bij de (her)benoemingen van vier leden van de Raad van Toezicht. Tijdens de vergadering van de Ledenraad in juni 2010 heeft de voorzitter van de Raad van Toezicht de voordrachten toegelicht van de (her)benoeming van de leden van de Raad van Toezicht L. Bikker, mr. drs. F.J. Paas, ir. R. Willems en prof. dr. W. van Tilburg. Tevens heeft de voorzitter van de Raad van Toezicht de werkzaamheden van de Raad in 2009 toegelicht. In de mei-vergadering heeft de Raad van Toezicht de jaarrekening 2009 van de Vereniging (het afgescheiden vermogen) goedgekeurd. De Raad van Toezicht is in 2010 geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de Vereniging en VUconnected, en heeft in december het businessplan VUconnected besproken. De Raad van Toezicht hecht veel waarde aan de maatschappelijke rol van de Vereniging en herkent deze rol in het businessplan van VUconnected. In 2010 vond de eerste reflectiebijeenkomst voor de leden van de Ledenraad en regiocomités plaats, ditmaal met het thema ‘selectie in het hoger onderwijs’. De leden van de Raad van Toezicht discussieerden hier mee over de mogelijkheid en wenselijkheid van selectie in het onderwijs bij de Vrije Universiteit, VU medisch centrum en Windesheim.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
68
Tot slot De gesprekken tussen de Raad van Toezicht en de bestuursorganen hebben steeds op een open wijze en in een goede sfeer plaatsgevonden. Het principe van onafhankelijkheid is naar het oordeel van de Raad geëerbiedigd. De Raad heeft grote waardering voor de inspanningen van de beide Colleges van Bestuur en de Raad van Bestuur en de medewerkers van de Vrije Universiteit, de Christelijke Hogeschool Windesheim, VU medisch centrum en GGZ inGeest in 2010, en voor de resultaten die hierdoor zijn bereikt. 25 mei 2011, Dhr. drs. P. Bouw, voorzitter Dhr. prof. dr. F. Leijnse, vice-voorzitter Mevr. drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen, vice-voorzitter Dhr. ir. R. Willems, vice-voorzitter Dhr. A.H. Berg Dhr. L. Bikker Dhr. mr. drs. F.J. Paas Mevr. drs. A.E.J.M. Schaapveld MA Dhr. prof. dr. W. van Tilburg Dhr. A. Weijsenfeld
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
69
BIJLAGEN
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
70
Onderwijsaanbod Windesheim biedt een breed scala van hbo-bacheloropleidingen op het gebied van economie, marketing, communicatie, gezondheidszorg, gedrag en maatschappij, onderwijs, techniek en informatica. Naast voltijdopleidingen zijn er duale- en deeltijdopleidingen. Er is een ruim aanbod aan cursussen, posthbo-opleidingen en masteropleidingen, waaronder een wo-master Journalistiek bij de Vrije Universiteit. Ontwikkelingen in het onderwijsaanbod In 2010 is het onderwijsaanbod van Windesheim uitgebreid met: • de voltijd hbo-bacheloropleiding Pedagogisch Management Kinderopvang • de voltijd hbo-bacheloropleiding Toegepaste Gerontologie. De opleiding is ontwikkeld in samenwerking met Fontys en is de eerste in zijn soort in Nederland. • de deeltijd hbo-master Leraar Godsdienst. Windesheim heeft deze masteropleiding van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden overgenomen. • de voltijd hbo-bacheloropleiding Godsdienst-Pastoraal Werk van Azusa Theologische Hogeschool en de deeltijd bacheloropleiding Godsdienst-Pastoraal Werk van Azusa Theologische Hogeschool en de Unie van Baptistengemeenten in Nederland zijn ondergebracht bij Windesheim. • de deeltijd opleiding Technische Bedrijfskunde. Er is keuze uit een vierjarige hbo-bacheloropleiding of een tweejarig Associate degree traject. • de voltijd hbo-bacheloropleidingen Engineering, Design and Innovation, Informatica, Leraar Basisonderwijs en Small Business and Retail Management. Windesheim heeft deze opleidingen per 1 september 2010 van de Hogeschool van Amsterdam overgenomen. De opleidingen worden door Windesheim Flevoland in Almere aangeboden. Het ministerie van OCW heeft de aanvragen van Windesheim, in het kader van de pilots Associate Degree programma’s, voor de opleidingen Onderwijsondersteuner Installatietechniek en ICT-Beheer gehonoreerd. Windesheim heeft per september 2010 zijn HOVO-activiteiten (Hoger Onderwijs Voor Ouderen) overgedragen aan de Stichting HOVO Overijssel. Deze stichting wordt verantwoordelijk voor organisatie en exploitatie van alle HOVO-activiteiten in Overijssel. Het bestuur van de stichting wordt uitgebreid met een medewerker van Windesheim. Samen met Fontys Hogescholen en Stenden hogeschool ontwikkelt Windesheim de master Educational Leadership. Deze master richt zich op leiderschapsontwikkeling in de school.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
71
Onderwijsaanbod hbo-voltijd per september 2010 Naam School Built Environment & Transport
Information Sciences
Engineering & Design
Education
Human Movement & Sports
Health Care
Social Work
Business & Economics
Management & Law
Media Windesheim Honours College Pedagogiek Windesheim Flevoland
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Naam opleiding Bouwkunde Civiele Techniek Logistiek en Technische Vervoerkunde Verkeerskunde Bedrijfskundige Informatica Technische Informatica Informatica Industrieel Product Ontwerpen Elektrotechniek Technische Bedrijfskunde Werktuigbouwkunde Lerarenopleiding Basisonderwijs Lerarenopleidingen VO/Bve Lerarenopleidingen Windesheim-LOI Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Godsdienst- Pastoraal Werk PTH technische lerarenopleidingen Universitaire Pabo Lerarenopleiding Godsdienst en Levensbeschouwing Sport en Bewegen Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding Logopedie Toegepaste Gerontologie Verpleegkunde Verpleegkunde Windesheim-UMC Utrecht-LOI Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Pedagogisch Management Kinderopvang Sociaal Pedagogische Hulpverlening Accountancy Bedrijfseconomie Commerciële Economie Communicatie Financial Services Management International Business and Languages Logistiek en Economie Small Business and Retail Management Personeel en Arbeid Personeel en Arbeid Windesheim-LOI Management, Economie en Recht HBO-rechten Journalistiek Windesheim Honours College Pedagogiek Engineering, Design and Innovation Informatica Lerarenopleiding Basisonderwijs Small Business and Retailmanagement
72
Instroom School
237 260 449 881 447 321 1.003 1.121 482 390 365 11
238 222 409 803 507 315 1.038 1.116 556 421 237 16
251 211 375 852 381 288 926 934 448 391 n.v.t. n.v.t
Mutatie 2010 ten opzichte van 2009 -0,42% 17,12% 9,78% 9,71% -11,83% 1,90% -3,37% 0,45% -13,31% -7,36% 54,01% -31,25%
16
16
21
0,00%
-23,81%
40 569 682 29 106 7.409
33 569 776 19 115 7.406
25 458 661 n.v.t. 133 6.355
21,21% 0,00% -12,11% 52,63% -7,83% 0,04%
32,00% 24,24% 17,40% n.v.t. -13,53% 16,54%
7.406
6.355
5,18%
16,54%
Instroom 2010
Built Environment & Transport Information Sciences Engineering & Design Education Human Movement & Sports Health Care Social Work Business & Economics Management & Law Media Pedagogiek Windesheim Honours College Afstandsleren Management & Law Afstandsleren Health Care Afstandsleren Education Master SEN Master Learning & Innovation PTH Totaal Windesheim Flevoland: Small Business and Retail Management (voltijd, Almere) Leraar Basisonderwijs (deeltijd, Almere) Leraar Basisonderwijs (voltijd, Almere) Engineering, Design and Innovation (voltijd, Almere) Informatica (voltijd, Almere) Sociaal Pedagogische Hulpverlening (deeltijd, Lelystad) Eindtotaal
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Instroom 2009
Instroom 2008
Mutatie 2009 ten opzichte van 2008 -5,18% 5,21% 9,07% -5,75% 33,07% 9,38% 12,10% 19,49% 24,11% 7,67% n.v.t. n.v.t.
76 74 161 18 49 3 7.790
73
Populatie School Built Environment &
Populatie 2010
Populatie 2009
Populatie 2008
Mutatie 2010 ten opzichte van 2009
Mutatie 2009 ten opzichte van 2008
Transport Information Sciences Engineering & Design Education Human Movement &
683
733
729
-6,82%
0,55%
681 1.228 2.463
647 1.037 2.325
681 958 2.373
5,26% 18,42% 5,94%
-4,99% 8,25% -2,02%
Sports Health Care Social Work Business & Economics Management & Law Media Pedagogiek Windesheim Honours
1.467
1.410
1.295
4,04%
8,88%
971 2.776 3.262 1.439 1.340 717
921 2.732 3.084 1.384 1.361 495
850 2.518 2.842 1.130 1.324 n.v.t.
5,43% 1,61% 5,77% 3,97% -1,54% 44,85%
8,35% 8,50% 8,52% 22,48% 2,79% n.v.t.
22
16
n.v.t.
37,50%
n.v.t.
83
89
105
-6,74%
-15,24%
89
87
69
2,30%
26,09%
1.690 1.275
1.677 1.175
1.487 1.069
0,78% 8,51%
12,78% 9,92%
45
19
n.v.t.
136,84%
n.v.t.
310 20.541
358 19.550
488 17.918
-13,41% 5,07%
-26,64% 9,11%
19.550
17.918
10,12%
9,11%
College Afstandsleren Management & Law Afstandsleren Health Care Afstandsleren Education Master SEN Master Learning & Innovation PTH Totaal Windesheim Flevoland: Small Business and Retail Management (voltijd, Almere) Leraar Basisonderwijs (deeltijd, Almere) Leraar Basisonderwijs (voltijd, Almere) Engineering, Design and Innovation (voltijd, Almere) Informatica (voltijd, Almere) Sociaal Pedagogische Hulpverlening (deeltijd,
144 188 334 46 240 22
Lelystad) Sociaal Pedagogische Hulpverlening (duaal, Lelystad) Eindtotaal
14 21.529
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
74
In 2010 stonden vijftig medewerkers van Windesheim ingeschreven als student. Het aantal studenten dat ingeschreven staat bij meer dan één opleiding bedraagt 154. Windesheim telt 262 studenten van allochtone afkomst. Toelating en selectie bij opleidingen met een numerus fixus Voor het studiejaar 2010-2011 is een numerus fixus vastgesteld bij de opleidingen Journalistiek, Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie en de eerstegraads Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding. Numerus fixus Opleiding
Opleidingsvorm
Journalistiek Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Eerstegraads Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding
Gestelde capaciteit
Aantal aangemelde studenten
Aantal ingestroomde studenten
Voltijd
330
456
315
Voltijd
100
258
116
Voltijd
195
304
183
De instroom ligt in de regel boven de gestelde capaciteit. Dit wordt veroorzaakt door de instromers in de hoofdfase van de opleiding; zij blijven buiten het lotingsproces. Daarnaast werkt een aantal opleidingen met een toelatingstoets: Opleiding Opleidingsvorm Deeltijd Voltijd
45 67
Aantal studenten Geslaagd voor toets 35 40
Voltijd
401
265
182
Voltijd
343
225
108
Voltijd Voltijd
211 138
110 98
85 86
Aangemeld Docent Beeldende Kunst en Vorming Docent Beeldende Kunst en Vorming Leraar VO 1e graads in Lichamelijke Opvoeding Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Sport en Bewegen Logopedie
Ingeschreven 32 32
Uitbesteding van onderwijsactiviteiten In het kader van samenwerkingsverbanden besteedt Windesheim op beperkte schaal onderwijsactiviteiten uit. Windesheim draagt daarbij de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en kern van het onderwijs. De inhoud van de onderwijsprogramma’s wordt volledig door Windesheim ontwikkeld, vastgesteld en op kwaliteit bewaakt.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
75
Windesheim verzorgt Opleidingen Speciale Onderwijszorg op haar eigen locatie in Zwolle. Op grond van overeenkomsten met de Stenden Hogeschool, Hogeschool Inholland en de Marnix Academie bieden deze hogescholen de opleidingen ook aan in de respectievelijke lesplaatsen Leeuwarden, Oegstgeest en Utrecht. In 2010 is aan deze lesplaatsen K€ 1.783 (2009: K€ 1.494) betaald. Met de Vrije Universiteit is overeengekomen dat zij op de locatie Amsterdam de leerroutes dyslexie en rekenspecialist van de opleiding ‘master SEN’ mogen uitvoeren. In 2010 is hiervoor K€ 74 (2009: K€ 26) betaald. Studierendementen Het bindend studieadvies In overeenstemming met de wettelijke bepalingen krijgt iedere student in de eerste fase van zijn studie een advies over de voortzetting van zijn studie. Onder een aantal voorwaarden kan aan dit advies een afwijzing verbonden worden, het zogenoemde Bindend StudieAdvies (BSA). Het BSA is bedoeld om voorziene uitval tijdens de loop van de studie te voorkomen. De normen voor het BSA staan voor iedere opleiding vermeld in de onderwijs- en examenregeling. In het studiejaar 2009-2010 zijn in totaal 1.341 BSA uitgebracht. Afgegeven BSA’s Schools Built Environment & Transport Information Sciences Engineering & Design Education Human Movement & Sports Health Care Social Work Business & Economics Management & Law Media Pedagogiek Windesheim Honours College Totaal
2009-2010 34 40 85 474 60 59 101 265 97 115 6 5 1.341
2008-2009
2007-2008
2006-2007
35 48 62 274 56 45 59 219 64 95
43 48 81 257 77 32 64 170 32 88
53 45 57 200 37 33 61 186 69 77
957
892
818
De forse stijging van het aantal afgegeven BSA’s bij Education wordt veroorzaakt door het feit dat met ingang van het studiejaar 2009-2010 ook afstandsleer-studenten onder de BSA-regeling vallen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
76
Uitvallers per studiejaar (exclusief omzwaaiers) Schools 2009-2010 Built Environment & Transport 89 Information Sciences 98 Engineering & Design 163 Education 1.619 Human Movement & Sports 131 Health Care 188 Social Work 542 Business & Economics 484 Management & Law 351 Media 264 Pedagogiek 70 Windesheim Honours College 5 Eindtotaal 4.004
2008-2009 80 101 127 1.611 152 151 400 495 251 225
2007-2008 83 105 118 1.411 130 153 396 407 186 228
2006-2007 110 103 120 1.759 107 130 354 454 251 235
3.593
3.217
3.623
Gemiddelde studieduur uitvallers voltijdopleidingen per jaar van uitval en in jaren bij de schools (exclusief omzwaaiers) Schools Built Environment & Transport Information Sciences Engineering and Design Education Human Movement & Sports Health Care Social Work Business & Economics Management & Law Media Pedagogiek Windesheim Honours College Totaal
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
2009-2010 1,15 1,09 1,06 1,50 1,64 1,03 1,22 1,47 1,36 1,51 0,73 0,85 1,38
2008-2009 1,03 1,49 0,94 1,35 1,78 1,17 1,33 1,41 1,17 1,84
2007-2008 1,32 1,44 1,12 1,40 1,34 1,00 1,34 1,38 1,63 1,78
2006-2007 1,13 1,25 1,04 1,36 1,93 1,29 1,34 1,38 1,31 1,65
1,37
1,40
1,37
77
Propedeuserendement per School, na één en twee jaar studie (per instroomcohort) Schools Built Environment & Transport
Information Sciences
Engineering & Design Education
Human Movement & Sports Health Care Social Work
Business & Economics
Management & Law Media Pedagogiek Windesheim Honours College
Na één jaar 2009 2008 2007 20,00% 33,33% 20,00% 6,99% 12,61% 20,43% 30,77% 14,71% 30,56%
Opleidingsvorm Deeltijd Duaal Voltijd Deeltijd Duaal Voltijd Duaal Voltijd Deeltijd Duaal Voltijd Voltijd Duaal Voltijd Deeltijd Duaal Voltijd Deeltijd Duaal Voltijd Deeltijd Voltijd Deeltijd Voltijd Deeltijd Voltijd Voltijd
45,76% 41,18%
Alle
Totaal
Afgestudeerden per studiejaar Schools Built Environment & Transport Information Sciences Engineering & Design Education Human Movement & Sports Health Care Social Work Business & Economics Management & Law Media Pedagogiek Eindtotaal Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
39,81% 13,64% 25,07% 24,22%
21,05% 11,11% 21,39% 21,30%
25,00% 5,26% 21,72% 16,81%
2008 33,33% 57,14% 52,10% 61,76% 100,00% 55,79% 50,00% 57,50% 43,19%
6,11% 20,78% 16,67% 14,37% 37,16% 34,44% 23,01% 30,88% 33,33% 17,86% 33,33% 11,21% 16,18% 28,84%
4,97% 6,93% 12,18% 17,93% 6,67% 22,35% 24,79% 39,22% 44,52% 39,62% 45,19% 38,40% 45,42% 20,69% 31,03% 20,83% 58,33% 18,61% 14,62% 39,47% 38,16% 10,54% 11,73% 22,08% 27,45% 30,95% 36,10%
18,18%
18,54%
Deeltijd
29,06%
Duaal Voltijd
2009-2010
Na twee jaar 2007
2006 33,33% 53,31% 52,38% 90,00% 43,94% 57,97% 43,53%
65,96% 61,11%
22,58% 43,41% 42,86% 61,22% 62,42% 56,19% 62,06% 44,44% 54,17% 52,51% 68,00% 45,81% 41,56% 57,14%
48,91% 42,11% 56,93% 37,93% 50,00% 25,02% 38,91% 33,33% 61,11% 58,22% 59,62% 65,63% 41,38% 66,67% 49,42% 53,95% 44,57% 39,22% 57,31%
32,10% 58,97% 64,29% 60,66% 66,13% 55,71% 63,49% 35,29% 33,33% 47,29% 64,18% 34,19% 53,73% 62,08%
21,02%
45,91%
45,80%
47,41%
27,22%
27,63%
50,98%
43,96%
49,04%
26,75%
27,92%
37,16%
53,85%
54,73%
56,88%
16,91%
17,19%
19,74%
45,06%
45,77%
46,95%
2008-2009
2007-2008
2006-2007
125
147
94
101
114 164 777 240 179 458 421 169 172 74 2.893
145 188 842 226 169 432 455 149 235
131 143 850 254 130 406 359 186 176
128 170 1.044 221 121 387 360 217 182
2.988
2.729
2.931 78
Gemiddelde studieduur afgestudeerden voltijdse opleidingen per afstudeerjaar en in jaren bij de School Schools 2009-2010 2008-2009 2007-2008 Built Environment & 3,83 4,04 3,93 Transport Information Sciences 4,27 4,11 4,03 Engineering & Design 3,86 3,89 3,80 Education 3,64 3,48 3,03 Human Movement & Sports 4,05 3,93 4,01 Health Care 3,71 3,49 3,52 Social Work 3,58 3,73 3,68 Business & Economics 4,09 4,18 4,10 Management & Law 4,02 4,14 4,15 Media 4,71 4,69 4,55 Pedagogiek 0,81 Totaal 3,83 3,92 3,76
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
2006-2007 3,80 3,93 3,86 2,78 4,01 3,53 3,71 4,11 4,06 4,54 3,69
79
Afstudeerrendement na vier, vijf en zeven jaar studie (per instroomcohort) Na vier jaar Schools Opleidingsvorm 2006 2005 2004 2005 Built Environment
Na vijf jaar 2004
2003
2003
Na zeven jaar 2002 2001
Duaal
85,00%
91,67%
100%
91,67%
100%
80,00%
80,00%
88,89%
100%
Voltijd
37,80%
40,48%
39,89%
47,62%
54,26%
45,54%
49,01%
57,67%
48,92%
Deeltijd
38,10%
57,14%
31,82%
61,90%
36,36%
46,15%
53,85%
53,57%
61,29%
Duaal Voltijd
81,25% 28,50%
100% 33,50%
32,27%
100,00% 42,23%
43,03%
44,30%
50,63%
33,33% 58,05%
75,00% 56,02%
Voltijd
33,01%
41,75%
43,25%
53,72%
57,94%
65,85%
69,51%
67,80%
56,90%
Deeltijd Duaal Voltijd
45,47% 100,00% 22,74%
22,82% 22,73% 25,27%
52,06% 31,25% 23,99%
23,27% 22,73% 29,45%
53,40% 37,50% 28,50%
47,91% 30,00% 29,52%
48,70% 30,00% 32,22%
53,09% 31,48% 34,87%
57,08% 44,00% 42,86%
Deeltijd
100,00%
92,31%
85,71%
92,31%
85,71%
Voltijd Deeltijd Duaal Voltijd Deeltijd Duaal Voltijd
43,27% 33,33% 44,44% 40,41% 47,37% 51,72% 33,53%
41,07% 45,45% 17,39% 38,75% 55,78% 46,67% 37,66%
50,59% 35,00% 3,33% 42,08% 48,95% 58,21% 43,73%
55,03% 45,45% 17,39% 51,66% 56,46% 51,67% 45,62%
65,29% 35,00% 6,67% 55,94% 50,21% 59,70% 53,22%
63,17% 63,16% 40,00% 57,01% 51,85% 50,00% 49,90%
69,89% 63,16% 40,00% 60,28% 51,85% 52,27% 53,18%
69,00% 70,00% 41,94% 59,48% 43,59% 51,11% 50,22%
64,53% 80,00% 38,71% 63,82% 46,43% 53,01%
Deeltijd
40,38%
34,57%
39,06%
40,74%
42,19% 56,98%
56,98%
52,88%
54,05%
Duaal Voltijd
56,67% 27,11%
73,08% 32,82%
29,72%
80,77% 42,44%
42,39%
50,00% 43,56%
83,33% 48,60%
36,67% 53,19%
61,11% 49,15%
Deeltijd
30,00%
40,24%
36,29%
45,12%
39,52%
40,23%
41,38%
32,06%
50,00%
Duaal Voltijd Deeltijd Voltijd
33,33% 22,96% 30,56% 22,19%
33,33% 24,93% 32,26% 32,77%
33,82% 22,78% 24,06%
33,33% 35,98% 33,87% 42,30%
37,35% 26,58% 36,81%
75,00% 37,24% 32,89% 41,43%
75,00% 40,89% 34,21% 49,71%
62,50% 45,07% 33,80% 47,89%
44,44% 44,44% 41,51% 50,00%
Alle
33,30%
32,35%
36,51%
39,05%
43,85%
43,68%
47,18%
49,46%
51,66%
Deeltijd
44,10%
30,82%
47,87%
32,02%
49,57%
47,46%
48,28%
49,56%
55,79%
Duaal
58,76%
48,05%
35,11%
51,30%
37,40%
40,94%
42,95%
43,33%
49,60%
Voltijd
28,35%
32,27%
32,86%
40,54%
42,17%
42,77%
47,02%
49,71%
50,61%
& Transport Information Sciences
Engineering & Design Education
Human Movement & Sports Health Care
Social Work
Business & Economics
Management & Law
Media Totaal
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
80
HBO-monitor
Bouwkunde Civiele Techniek Logistiek en Technische Vervoerskunde Verkeerskunde Accountancy Bedrijfseconomie Commerciële Economie Communicatie Financial Services Management+ International Business and Languages Logistiek en Economie Docent Beeldende Kunst en Vormgeving Lerarenopleiding Basisonderwijs (PABO) Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs Pedagogisch Technische Hogeschool (PTH) Elektrotechniek Industrieel Product Ontwerpen Technische Bedrijfskunde Werktuigbouwkunde Bedrijfskundige Informatica Informatica Technische Informatica Logopedie Verpleegkunde Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Lerarenopleiding Lichamelijke Opvoeding
Environment & Transport
Business & Economics
Education
Engineering & Design Information Sciences Health Care Human Movement & Sports Management & Law Media Social Work
(eerstegraads) Sport en Bewegen Management, Economie en Recht Personeel en Arbeid Journalistiek Culturele en Maatschappelijke Vorming Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Landelijk
Built
Windesheim
Bachelor opleiding (voltijd)
Functieniveau past bij opleidingsniveau (%)
Landelijk
School
Windesheim
Werkloosheid (%)
6,7 0,0 0,0 0,0 0,0 5,3 6,3 8,3 0,0 0,0 7,1 0,0 0,0 3,6 0,0 0,0 0,0 9,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 5,0
11,6 1,7 7,4 5,0 1,3 7,0 7,0 14,1 2,9 10,8 4,5 0.0 3,1 1,7 0,0 4,6 13,0 9.0 2,7 4,5 2,4 5,7 1,7 0,8 -
93 100 86 88 92 78 80 76 78 100 85 100 100 93 88 100 83 80 100 100 92 100 94 48 89
87 96 72 95 88 88 80 80 82 79 87 88 94 92 94 91 87 89 95 94 93 94 95 62 -
0,0
0,0
94
92
0,0 9,5 0,0 13,3 9,5 12,5 1,8
0,0 8,1 5,0 10,9 8,8 5,5 2,4
43 84 78 85 68 93 48
26 81 76 82 57 85 54
Net als in voorgaande jaren nam Windesheim deel aan de landelijke HBO-Monitor. Uit bovenstaande tabel, die betrekking heeft op de arbeidssituatie in 2009 van afgestudeerden uit het studiejaar 2007-2008, blijkt dat het grootste deel van de in de monitor ondervraagde personen werk had in
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
81
een baan waarvoor het functieniveau passend was bij het opleidingsniveau. Opleidingen van Windesheim die niet in de tabel voorkomen hebben ofwel nog geen afgestudeerden ofwel geen bruikbare respons. Studentbegeleiding en voorzieningen Windesheimstudenten kunnen een beroep doen op het Studieloopbaancentrum, docenten, studiekeuze- en loopbaanbegeleiding, decanen, studentenpsychologen en vertrouwenspersonen. Speciale voorzieningen worden geboden aan Arubaanse en Antilliaanse studenten, studenten met een taalachterstand, studenten met een functiebeperking en aan topsporters. Windesheim telde in 2010 zeventig geregistreerde topsporters en 1.034 geregistreerde studenten met een functiebeperking. Andere voorzieningen die Windesheim (potentiële) studenten biedt, zijn de alternatieve leerweg Alvast Studeren, het Schakeljaar anderstaligen, voorzieningen vanuit het Profileringsfonds en de Stichting Windesheim Foundation for Knowledge and Innovation, het 21+ toelatingsonderzoek en de nulmeting. Alvast Studeren en het Schakeljaar worden in samenwerking met een aantal ROC’s aangeboden. Voorzieningen Voorziening Studieloopbaancentrum Studiekeuze- en loopbaanbegeleiding Decanaat Studentenpsychologen Vertrouwenspersonen Dyslexiespecialist Taalondersteuning Alvast Studeren Schakeljaar anderstaligen
Aantal (potentiële) studenten dat gebruik heeft gemaakt van de voorziening 4.491 334 4.681 383 7 51 82 44. Hiervan hebben 29 studenten hun studie aan Windesheim vervolgd. 39. Aan 29 deelnemers is een certificaat uitgereikt, waarvan er 10 een opleiding binnen Windesheim zijn gestart. 30 aanvragen voor afstudeersteun, 46 aanvragen
Profileringsfonds
voor een topsportbeurs en 18 aanvragen voor een bestuursbeurs zijn toegekend. Naast de verstrekte beurzen aan studenten die in het
Stichting Windesheim Foundation for Knowledge and Innovation
21+ toelatingsonderzoek Nulmeting
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
studiejaar 2009-2010 zijn gestart aan het Windesheim Honours College, is een beurs verstrekt van €1.028 aan een student die in 2010 als Europese vluchteling een studie is gestart. 386. Hiervan zijn er 249 een opleiding binnen Windesheim gestart. 2.934
82
Met het College van Beroep hebben studenten een juridische mogelijkheid om in beroep te gaan tegen zaken die betrekking hebben op onder meer het (bindend) studieadvies, de beslissing inzake de vaststelling van het aantal studiepunten in verband met de studievoortgang, beslissingen in individuele gevallen betreffende de toelating tot examens en tegen besluiten die zijn genomen over inschrijvingsaangelegenheden. In 2010 zijn bij het College van Beroep 220 beroepschriften binnengekomen. Hiervan hebben er 56 tot een hoorzitting geleid. In 38 gevallen is uitspraak gedaan. De overige zaken zijn tijdens de behandeling ter zitting dan wel na de behandeling ter zitting alsnog geschikt dan wel ingetrokken. Drie zaken zijn aangehouden en zijn nu nog in behandeling. Twee in een vorig verslagjaar aangehouden (samenhangende) zaken zijn op 23 juni 2010 ter zitting behandeld en door het College van Beroep opnieuw aangehouden. De verwachting is gerechtvaardigd dat deze (gecompliceerde) zaken in 2011 kunnen worden afgedaan. Sociaal jaarverslag 2010: kwantitatieve gegevens Procentuele verhouding fte’s medewerkers OP en fte’s medewerkers OBP
Het aandeel OP in de verhouding OP/OBP is in 2010 ten opzichte van 2009 licht gestegen. OP naar functiecategorie in fte Hogeschooldocent a Hogeschooldocent b Hogeschoolhoofddocent A Hogeschoolhoofddocent B Totaal
31 december 2010 475 281 37 0 793
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
31 december 2009 450 288 32 0 770
31 december 2008 441 281 42 0 764
83
Verhouding functiecategorieën OP
Ten opzichte van 2009 vond er een verschuiving plaats bij de functiecategorie Hogeschooldocent B (functieschaal 12) en bij de functiecategorie Hogeschoolhoofddocent A (functieschaal 13). Het aandeel van de functiecategorie Hogeschooldocent B daalde van 37% naar 35%. Het aandeel van de functiecategorie Hogeschoolhoofddocent is gestegen van 4% naar 5%. OP naar leeftijdsopbouw in fte 31 december 2010 18 - 24 jaar 1 25 - 34 jaar 108 35 - 44 jaar 188 45 - 54 jaar 322 55 - 64 jaar 174 65 jaar en ouder 0 Totaal 793
31 december 2009 2 107 181 312 167 1 770
31 december 2008 2 107 187 308 159 1 764
Het aandeel in de formatie OP van medewerkers van 55-64 jaar is ten opzichte van het jaar 2009 gestegen. In 2009 was dit aandeel 21,7% en in 2010 is dit aandeel gestegen met 0,2% tot 21,9%. Met name in de leeftijdscategorieën vanaf 35 jaar is een stijging te zien. De leeftijdscategorieën tot 35 jaar zijn in fte gelijk gebleven.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
84
OBP naar leeftijdsopbouw in fte 31 december 2010 18 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar 65 jaar en ouder Totaal
31 december 2009 8 131 184 168 112 0 603
31 december 2008 19 131 181 171 105 0 607
18 130 188 175 91 1 603
Bij het OBP is in 2010 sprake van een stijging van het aandeel in de formatie van de categorie van 55 – 64 jaar. In 2009 was dit aandeel 17,3% en in 2010 steeg dit aandeel naar 18,6%. Bij de groep 18 – 24 jaar is een daling zichtbaar van 3,1% naar 1,3%. De overige categorieën bleven procentueel min of meer gelijk. Leeftijdsopbouw medewerkers in aantallen, onderverdeeld in OP en OBP Leeftijdsklasse < 20 jaar 20 tot 25 jaar 25 tot 30 jaar 30 tot 35 jaar 35 tot 40 jaar 40 tot 45 jaar 45 tot 50 jaar 50 tot 55 jaar 55 tot 60 jaar 60 tot 65 jaar 66 jaar en ouder Totalen
31 december 2010 OP OBP 2 11 55 68 86 93 136 111 114 124 184 92 224 108 144 94 83 39 1 1029 740
31 december 2009 OP OBP 4 26 55 67 86 99 119 124 121 110 196 95 195 112 128 86 92 36 2 1 998 756
31 december 2008 OP OBP 1 4 23 55 71 91 92 118 126 132 113 199 92 184 114 135 71 79 29 3 2 1000 734
Deze tabel maakt duidelijk dat het aandeel van het docerend personeel van 50 tot 55 jaar in 2010 ten opzichte van de jaren daarvoor is gestegen. In 2009 was voor deze groep het percentage 19,5% en in 2010 is dit percentage gestegen tot 21,8%. Bij de leeftijdsgroep OP van 55 tot 60 jaar steeg het aandeel 12,8% tot 14%, terwijl het aandeel van de leeftijdsgroep van 60-65 jaar daalde van 9,2% tot 8%. Bij het OBP is er sprake van een toename van medewerkers van 55 jaar en ouder, namelijk van 16,3% in 2009 naar 18% in 2009. Van alle medewerkers was 54,8 % in 2010 45 jaar en ouder. In 2009 was dit percentage 53,8% en 52,4% in 2008. Dat het personeelsbestand in toenemende mate veroudert benadrukt het belang van strategische personeelsplanning, onderzoek naar uitstroomredenen en goede arbeidsmarktanalyse.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
85
Verdeling naar salarisschalen in aantallen, onderverdeeld in OP en OBP en daarbinnen in mannen en vrouwen J001-J005 001-004 005-008 009-010 011-012 013-016 017-018 Totaal
31 december 2010 OP OBP man vrouw man vrouw 32 10 75 276 68 102 500 480 58 43 31 18 46 28 2 531 498 281 459
man 499 29 528
31 december 2009 OP OBP vrouw man vrouw 35 11 78 283 70 102 454 59 37 16 52 26 3 470 297 459
31 december 2008 OP OBP man vrouw man vrouw 31 12 80 279 64 94 509 439 64 39 36 16 49 21 1 545 455 289 445
Van de OP-medewerkers heeft een overgrote meerderheid van 1029 medewerkers (95,2%) in 2010 een functie op het niveau van een van de schalen 11 en 12. Bij het OBP hebben 351 medewerkers (47,4%) een functie op het niveau van de schalen 5 tot en met 8. Dit cijfer is vrijwel gelijk aan het percentage van 2009 (47,9%). Bij het OBP hebben 170 medewerkers (23%) een functie op het niveau van de schalen 9 en 10. Dit percentage is vrijwel gelijk aan het percentage van 2009 (22,8%). Per peildatum 31 december 2010 bevindt 71% van de medewerkers zich in de salarisschalen 9 tot en met 12. Van hen is 50% man en 50% vrouw. 22,2% van de medewerkers bevindt zich in de salarisschalen tot en met 8, waarvan 27% man is en 73% vrouw. In de salarisschalen 13 tot en met 18 bevindt zich 7,1% van de medewerkers. Van hen is 63% man en 37% vrouw. Er is sprake van een gestage stijging van het percentage vrouwen in de functieschalen 13 tot en met 16, in het OP van 31% in 2008 tot 37% in 2010 en in het OBP van 30% in 2008 tot 38% in 2010. Verdeling functieschalen mannen en vrouwen
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
86
Deeltijdfactor OP in aantallen
Deeltijdfactor OBP in aantallen
Onder het OP vond in 2009 en in 2010 een toename plaats in het percentage medewerkers met een deeltijdaanstelling tussen 0,3 en 0,9 fte, ten koste van het percentage medewerker met een aanstelling van 0,9 fte of meer. Onder het OP zijn relatief meer medewerkers met een aanstelling van 0,3 fte of minder dan onder het OBP. Onder het OBP is het percentage medewerkers met een deeltijdfactor van 0,3 tot 0,9 fte ongeveer gelijk gebleven van 2009 tot 2010 en is het percentage medewerkers met een aanstelling van 0,9 fte of meer licht gestegen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
87
Vaste dienstverbanden in fte 31 december 2010 OP 690 OBP 508 Totaal 1.198 Tijdelijke dienstverbanden in fte 31 december 2010 OP OBP Totaal
31 december 2009
31 december 2008 664 512 1.176
640 500 1.140
31 december 2009 103 95 198
31 december 2008 106 95 201
124 103 227
Van de formatie in fte per eind 2010 (totaal 1396 fte) was 86% in vast dienstverband en 14% in tijdelijk dienstverband. In vergelijking met 2009 bleef deze verhouding vrijwel gelijk. Onderscheid tijdelijke contracten in fte 31 december 2010 O.g.v. art. D-3 cao-hbo 11 O.g.v. art. D-4 cao-hbo 187 Totaal 198 Onderscheid tijdelijke contracten in aantallen 31 december 2010 O.g.v. art. D-3 cao-hbo 13 O.g.v. art. D-4 cao-hbo 236 Totaal 249
31 december 2009
31 december 2008 44 157 201
31 december 2009
58 169 227
31 december 2008 55 248 303
73 269 342
Er is zowel in aantallen als in fte een zeer sterke daling te onderscheiden in tijdelijke contracten met uitzicht op een vast dienstverband, zoals beschreven in artikel D-3 van de cao-hbo. Dit is toe te schrijven aan de selectieve vacaturestop waarbij dit type contracten nog maar in zeer beperkte mate werd aangegaan. Het aantal contracten conform artikel D4 van de cao steeg in fte in 2010 flink maar daalde in aantal licht. Hieruit valt te concluderen dat de gemiddelde fte- factor van dit type contracten is gestegen. Min-max contract Er waren in 2010 twee medewerkers in dienst met een min-max contract in de functie van huismeester. Op 31 december 2010 was nog één medewerker op basis van deze contractvorm werkzaam voor Windesheim. De minimale omvang van deze min-max contracten bedraagt 0,03 fte. Binnen de hogeschool wordt geen gebruik gemaakt van nul-uren contracten.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
88
In- en uitstroom van medewerkers in aantallen jaar 2010 OP in 135 OP uit 84 OBP in 74 OBP uit 66 Totaal in 209 Totaal uit 150
jaar 2009
jaar 2008 99 101 97 75 196 176
145 92 103 72 248 164
De grote instroom van met name OP in 2010 is toe te schrijven aan de start van Windesheim Flevoland. Dit veroorzaakte een instroom van 58 OP-medewerkers en 30 OBP-medewerkers. Zonder deze medewerkers zou zowel bij OP als bij OBP een significante daling in instroom te zien zijn geweest, wat direct valt toe te schrijven aan de selectieve vacaturestop. Personeel naar man/vrouw verhouding in aantallen en in fte
Mannen Vrouwen Totaal
31 december 2010 Aantallen Fte 812 702 957 694 1.769 1.396
31 december 2009 Aantallen Fte 825 713 929 664 1.754 1.377
31 december 2008 Aantallen Fte 834 715 900 652 1.734 1.367
De verhouding in aantallen tussen mannen en vrouwen verschoof in 2010 licht van 53% vrouwen naar 54% vrouwen en in fte’s van 48% naar 50%. Het gemiddelde deeltijdpercentage onder mannen bleef gelijk op 0,86 fte, maar het deeltijdpercentage onder vrouwen steeg licht van 0,71 fte naar 0,73 fte. Onderverdeling naar deeltijdfactor in fte voor mannen en vrouwen 31 december 2010 31 december 2009 man vrouw man vrouw < 0.3 fte 5 5 6 6 0.3 - 0.9 fte 150 445 146 421 >0.9 fte 547 244 561 237 Totaal 702 693 713 664
31 december 2008 man vrouw 8 7 142 383 565 262 715 652
Het percentage mannen met een deeltijdfactor tussen 0,3 en 0,9 fte steeg van 20% in 2009 naar 21% in 2010. Voor vrouwen steeg dit percentage van 63% in 2009 naar 64% in 2010. Het percentage mannen met een aanstelling groter dan 0,9 fte daalde van 79% naar 78% en bij vrouwen daalde dit percentage van 36% naar 35%.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
89
Verhouding man/vrouw per onderwijsfunctie in aantallen 31 december 2010 man vrouw Hogeschooldocent a 299 350 Hogeschooldocent b 208 130 Hogeschoolhoofddocent A 24 17 Hogeschoolhoofddocent B 1 Totaal 531 498
31 december 2009 man Vrouw 289 332 218 122 21 16 528 470
31 december 2008 man vrouw 305 316 212 123 28 16 545 455
Het percentage vrouwen in een hogeschoolhoofddocent A of B functie steeg van 2008 tot 2010 geleidelijk van 36% naar 43%. Het percentage vrouwen in een hogeschooldocent B functie steeg van 37% in 2008 heel licht naar 38% in 2010. Het percentage vrouwen met een hogeschooldocent A functie steeg van 51% in 2008 naar 54% in 2010. Verzuimgegevens Windesheim totaal streefpercentage 2010 3,0 2009 3,3 2008 2,8 2007 3,0 2006 3,3 2005 4,8
verzuimpercentage 3,7 3,9 4,2 3,8 3,5 3,3
verzuimfrequentie 0,9 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1
verzuimduur 17,8 13,2 13,5 12,5 11,5 13,3
In 2010 bedroeg het verzuimpercentage voor alle medewerkers gezamenlijk gemiddeld 3,7%. In 2009 bedroeg het verzuimpercentage 3,9%. De verzuimfrequentie op jaarbasis was in 2010 0,9 en daalde daarmee in vergelijking met de verzuimfrequentie in de voorgaande jaren. De gemiddelde verzuimduur in dagen kwam uit op 17,8 dagen en steeg daarmee ten opzichte van 2009. Dit is naar verwachting mede het effect van de lagere verzuimfrequentie, waardoor kort verzuim van één of enkele dagen minder vaak voorkomt. De duur van het gemiddelde verzuimgeval stijgt daarmee. Tevens zijn in 2010 veel medewerkers die langer hebben verzuimd hersteld gemeld, ook dit heeft een verhogend effect op de gemiddelde verzuimduur. Deze cijfers betreffen het verzuim exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
90
Verzuimgegevens per leeftijdscategorie verzuimverzuim percentage percentage 2010 2009 20 tot 25 jaar -4
verzuimfrequentie 2010
verzuimfrequentie 2009
verzuimduur 2010
verzuimduur 2009
-
-
-
-
25 tot 30 jaar
1,7
3,1
1,0
1,1
7,3
9,5
30 tot 35 jaar
3,0
2,9
1,3
1,3
9,3
7,6
35 tot 40 jaar
4,3
4,8
1,2
1,5
13,4
13,1
40 tot 45 jaar
2,9
3,4
1,0
1,2
12,6
17,2
45 tot 50 jaar
4,0
3,6
1,0
1,0
15,4
9,8
50 tot 55 jaar
3,8
3,3
0,7
0,9
20,3
13,2
55 tot 60 jaar
4,1
4,4
0,8
0,8
31,5
15,0
60 tot 65 jaar
5,5 3,7
7,1
0,7
0,8
30,0
3,9
0,9
1,1
46,6 17,8
66 jaar en ouder Totaal
5
13,2
. Wegens de geringe omvang van de populatie in deze categorie zijn de bijbehorende cijfers niet opgenomen in de tabel
4
. Idem 2
5
Gangbaar is dat met het stijgen van de leeftijd de verzuimduur toeneemt en de frequentie afneemt. Dit is in bovenstaande tabel ook terug te zien. Opvallend is dat groep 35-40 jaar een hoog verzuimpercentage en een hoge verzuimfrequentie heeft. In 2009 kwam deze situatie voor het eerst naar voren. De situatie is ten opzichte van 2009 minder opvallend geworden. Bij groepen waar het cijfer hoger is dan het Windesheimgemiddelde is dit vet aangegeven. Internationalisering: studentenmobiliteit In 2010 zijn 149 studenten voor hun studie naar het buitenland gegaan en heeft Windesheim 194 studenten verwelkomd. Naast de mobiliteit in uitwisselingsprogramma’s is er een aanzienlijk aantal studenten dat voor stages of afstudeerprojecten naar het buitenland gaat. Windesheim gaat uit van het systeem van internationaal vergelijkbare studiepunten, het European Credit Transfer System. Dit betekent dat de door buitenlandse studenten behaalde studiepunten op Windesheim internationaal vergelijkbaar zijn en de studiepunten die onze studenten in het buitenland behalen bij Windesheim worden erkend.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
91
Overzicht van het aantal Nederlandse (uitgaande) Windesheimstudenten per School en gastinstelling School Business & Economics
Gastinstelling
Chongqing, CTBU university , China Berufsakademie Karlsruhe - University of Cooperative Education Dokuz Eylül University ESC Bretagne Brest Fachhochschule Emden / Leer Fachhochschule Rosenheim FH Nordhausen Helsinki Metropolia ICHEC Brussels Management School IMC University of Applied Sciences Krems IPAG, locatie Parijs Jönköping University - School of Education and
Communication (HLK) Kuopio Academy of Design, Savonia University Linnaeus University Münich University of Applied Sciences
Napier University, Edinburgh
Pontifical University of Salamanca Savonia Business University Universidad Antonio de Nebrija Universidad de Huelva Universidad de León Universidad de Malaga Universidad de Oviedo - Gijon, Escuelas Jovellanos Universidad Las Palmas de Gran Canaria Université des Sciences et Technologies de Lille,
Faculté des Sciences Economiques et Sociales University of Aruba
University of Glamorgan
University of Southern Denmark University of Wisconsin; Platteville, VS
Waterford Institute of Technology
Totaal: Ganesha University; Bali, Indonesië Centre Universitaire de Formation et de Recherche Jean-
Education
François Champollion Campus d’Albi Chapman University
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Land
Aantal uitgaande studenten per partner
China
3
Duitsland
2
Turkije Frankrijk Duitsland Duitsland Duitsland Finland België Oostenrijk Frankrijk
1 3 2 1 1 1 2 2 1
Zweden
3
Finland Zweden Duitsland Verenigd
2 1 3 3
Koninkrijk Spanje Finland Spanje Spanje Spanje Spanje Spanje Spanje
2 1 3 1 1 3 4 1
Frankrijk
2
Aruba Verenigd
1 2
Koninkrijk Denemarken Verenigde Staten Verenigd
1 2 2
Koninkrijk Indonesië
57 4
Frankrijk
1
Verenigde Staten
2
92
School
Gastinstelling Jönköping University - School of Education and Communication (HLK)
Land
Aantal uitgaande studenten per partner
Zweden
4
Verenigd
Mary Immaculate College, University of Limerick
Saint Kliment Ohridski University Sofia Universität Leipzig University College Arteveldehogeschool VIA University College Teacher Education - Arhus Westfälische Wilhelms-Universität Münster William Paterson University
Koninkrijk Bulgarije Duitsland België Denemarken Duitsland Verenigde Staten
Totaal:
Fachhochschule Joanneum (Kapfenberg)
Oostenrijk
2
Carlow, Institute of Technology Fachhochschule Osnabrück Jönköping University - School of Engineering KHLeuven - Leuven University College KTH- Royal Institute of Technology Kuopio Academy of Design, Savonia University Linnaeus University Luleå University of Technology University of Applied Sciences bfi Vienna University of Southern Denmark University of Wisconsin Platteville Växjö University
Ierland Duitsland Zweden België Zweden Finland Zweden Zweden Oostenrijk Denemarken Verenigde Staten Zweden
4 2 1 1 1 3 4 4 1 1 5 1
Health Care
Totaal: Pontifical University of Salamanca Nord-Trøndelag University College Turku University of Applied Sciences
Spanje Noorwegen Finland
Totaal:
Engineering & Design
Human Movement & Sports Information Sciences
3 1 1 1 2 2 2 23
30 1 2 2 5
Institut Superieur de Re-education Psychomotrice, Parijs
Frankrijk
1
Hochschule für Heilpädagogik, Zürich UTL - Universidade Tecnical Lisboa
Zwitserland
2
Portugal
1
Denemarken
2
Faculty of Human Kinetics VIA uni-col Randers Totaal: Haaga-Helia Cape Peninsula University of Technology Capetown (CPUT) Danish School of Media and Journalism Kadir Has University, Istanbul Mondragon University, Baskenland
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
6 Finland
1
Zuid-Afrika
2
Denemarken Turkije Spanje
2 1 2
93
School
Gastinstelling
Napier University, Edinburgh
Pontifical University of Salamanca
Southampton Solent University
Technische Universitaet Dortmund (TU Dortmund
University) Universidad Antonio de Nebrija University of Gothenburg University of Jyväskylä, Department of Communication University of Kalmar
University of Lincoln School of Journalism
Management &
Totaal: Universidade Técnica de Lisboa (UTL)
Law
School of Economics and Management Totaal uitgaand
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
Land
Aantal uitgaande studenten per partner
Verenigd
2
Koninkrijk Spanje Verenigd
3 2
Koninkrijk Duitsland
1
Spanje Zweden Finland Zweden Verenigd
3 1 2 4 2
Koninkrijk
28
Portugal
5
149
94
Overzicht van het aantal buitenlandse (inkomende) studenten per School en thuisinstelling School Business & Economics Business & Economics
Land Aruba Finland Frankrijk Frankrijk Frankrijk Frankrijk Griekenland Ierland Italië Litouwen Oostenrijk Oostenrijk Polen Polen Republic of Korea Roemenië Spanje Spanje Spanje Spanje Verenigde Staten Duitsland Polen
Thuisinstelling Universiteit van Aruba Savonia university of applied sciences ESC Bretagne Brest IESEG School of Management Lille IPAG Parijs Université des sciences et technologies de Lille University of Macedonia Waterford Institute of Technology WIT Universita Degli Studi Di Palermo Vilnius Gediminas Technical University IMC Fachhochschule Krems University of Applied Sciences Viena Karol Adamiecki University of Economics Katowice University of Gdansk
Aantal inkomende studenten 1 5 6 5 1 5 2 2 3 2 1 1 3 3
Kyungpook National University
3
Babes-Bolyai university Facultad cc Económicas y empresariales Universidad de Léon Universidad de Malaga Universidad de Oviedo
6 2 1 3 3
University of Wisconsin, Platteville
2
Hochschule Rosenheim University of Lodz
1 3
Totaal:
Frankrijk
IESEG School of Management Lille
1
Italië
Università Degli Studi Di Roma ‘La Sapienza’
1
Totaal:
2
Roemenië
Technical University of Cluj-Napoca
3
Finland Zweden
Savonia University of Applied Sciences, Engineering Växjö University
4 2
Education
Totaal: België Slovenië Oostenrijk Roemenië Tsjechië België Duitsland
Artevelde hogeschool Gent University of Maribor Pädagogische Hochschule Wien Petru Maior university, Targu Mures University of West Bohemia KATHO Reno Torhout Carl von Ossietzky Universitaet Oldenburg
9 6 1 2 1 2 1 1
Engineering & Design
Totaal: Duitsland Spanje Frankrijk Polen
University of Applied Sciences Wilhelmshaven Universidad Politécnica de Cartagena L’ecole de design Nantes Atlantique University of Lodz
/ Management&Law Built Environment & Transport
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
64
14 1 3 2 2 95
Litouwen Polen Spanje Zweden Finland Duitsland Oostenrijk
Vilnius Gediminas Technical University Karol Adamiecki University of Economics Katowice Universidad Politecnica de Cartagena (UPCT) Lulea University of Technology Savonia university of applied sciences Jade Hochschule Wilhelmshaven FH Joanneum University of Applied Sciences
Aantal inkomende studenten 5 1 1 1 3 4 1
Health Care
Totaal: België Finland Portugal Denemarken
KHBO (Katholieke hogeschool Brugge - Oostende) Turku University of applied sciences ESEL Lisboa University College Copenhagen (Hilleröd)
24 1 3 3 2
Human Movement &
Totaal:
9
Duitsland
Technische Universitat Munchen (TUM)
1
Ierland Spanje
Waterford Institute of Technology WIT Facultad Ciencias Actividad Fisica y deporte Universidad de Granada, Facultad Ciencias de la Actividad
1 2
School
Sports
Land
Thuisinstelling
Spanje
Spanje Spanje Tsjechië
Frankrijk
Finland
(ISRP) Helsinki Metropolia University of applied sciences
Information Sciences
Totaal: Finland Polen Roemenië Turkije
HAAGA-HELIA University of Applied Sciences Technical University of Lodz Technical University of Cluj-Napoca Anadolu University Eskisehir
13 3 3 1 3
Media
Totaal: België Egypte Frankrijk Rusland Spanje Spanje Spanje Turkije Zweden
IHECS Brussel Freemovers Institut Européen de Journalisme (IEJ) Moscow State university HUHEZI Mondragon Unibertsitatea Universidad Antonio de Nebrija Universidad de Pontificia de Salamanca Kadir Has University University of Kalmar
10 5 6 3 4 2 3 8 1 1
Totaal: België Frankrijk Litouwen Polen Portugal Republic of
ICHEC Brussels management School IPAG Nice Vilnius Gediminas Technical University University of Lodz ISEG Instituto Superior de Economia e Gestão - Lisbon
33 6 1 1 1 2
Management & Law
Korea
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
2
Fisica y del Deporte Granada Universidad de Las Palmas de Gran Canaria University of Salamanca Univerzita Palackého v Olomouci Institut Supérieur de Réeducation Psychomotrice Parijs
2 1 2 1 1
Kyungpook National University
2
96
School
Land
Social Work
Totaal: België Ierland Totaal: Totaal inkomend
Aantal inkomende studenten
Thuisinstelling KATHO Kortrijk Cork Institute of Technology (CIT)
13 1 2 3
194
Financiële verslaglegging In deze paragraaf worden de belangrijkste verschillen tussen de realisatie 2010 en de begroting 2010 als ook de realisatie 2009 toegelicht. Een algemene noemer voor verschillen tussen de realisatie en de begroting is het feit dat de begroting Windesheim Flevoland (WF) niet in de begrote cijfers 2010 van Windesheim is verwerkt. Ten tijde van het opstellen van de begroting was nog onvoldoende inzicht in de financiële begroting 2010 van WF, waardoor deze begroting niet als zodanig is meegenomen in de goedgekeurde begroting van Windesheim. Daarnaast wordt ingegaan op het treasurybeleid en beleid rond beleggen en belenen, het investeringenbeleid en publiek-privaat. Staat van baten en lasten
Baten Rijksbijdragen OC&W Collegegelden Baten werk i.o derden Overige Baten
€ 1.000
2010 € 1.000
Begroting 2010 € 1.000 € 1.000
2009 € 1.000 € 1.000
103.974 30.957 7.433 9.070
94.137 29.565 8.175 6.519
92.810 27.267 9.120 8.224
Totaal baten
138.396
151.434
137.421
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
109.802 7.923 6.369 20.906
104.535 8.635 5.614 21.659
106.264 5.906 5.339 22.103
Totaal lasten
145.000
140.443
139.612
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten
6.434 -2.781
-2.047 -3.070
-2.191 -1.721
Resultaat deelnemingen
3.653 -14
-5.117 0
-3.912 0
3.639
-5.117
-3.912
Netto resultaat
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
97
Bij het opstellen van de begroting 2011-2014 was reeds duidelijk dat het verwachte resultaat voor 2010 hoger uit zou komen dan begroot. Dit kwam door enerzijds de effecten van het pakket aan maatregelen teneinde het negatieve resultaat om te buigen en anderzijds hebben externe factoren bijgedragen aan het positieve verschil ten opzichte van het begrote resultaat. Zo is de rijksbijdrage bijna M€ 10 hoger dan begroot waarvan M€ 4,1 door toevoeging aan het macrobudget in verband met de toename van de studentaantallen. Baten De totale baten over 2010 (M€ 151,4) zijn ten opzichte van de begroting (M€ 138,4) M€ 13 hoger. In vergelijking met de baten over 2009, is de toename M€ 14. Onderstaand worden de bijzonderheden toegelicht. Rijksbijdragen OCW
Rijksbijdrage OCW Geoormerkte OCW subsidies
Totaal
2010 realisatie
2010 begroting
2009 realisatie
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
98.260 5.714
94.137 0
91.481 1.329
103.974
94.137
92.810
Het positieve verschil van de normatieve rijksbijdrage, bedraagt ten opzichte van begroot M€ 4,1. Deze toename is te verklaren door de verhoging van het macrobudget vanwege de hogere studentaantallen. In 2010 is als overige subsidies OCW een bate van M€ 4,9 verantwoord inzake WF. Omdat WF niet in de begroting is opgenomen, leidt dit tot een verschil ten opzichte van begroot. Tevens is M€ 0,7 voor Actieplan Leerkracht verantwoord. In 2009 werd M€ 1,2 subsidiebate inzake Windesheim Honours College (WHC) en M€ 0,1 voor de voorhoedescholen als overige subsidies OCW verantwoord. Collegegelden In 2010 bedragen de collegegelden M€ 31,0, tegenover M€ 27,3 in 2009. Dit betekent een toename van de collegegelden van M€ 3,7. Deze toename wordt voor 2/3 verklaard door de toename van de studentenaantallen en voor 1/3 door de stijging van het collegegeldtarief. Opgemerkt wordt dat het aantal ingeschreven studenten per 1 oktober 2010 met 10% is gestegen ten opzichte van 1 oktober 2009. Ten opzichte van de begroting bedraagt de stijging van de collegegelden M€ 1,4. Deze toename wordt verklaard door zowel het hogere aantal studenten als het hogere collegegeldtarief, met name voor deeltijdstudenten.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
98
Baten werk in opdracht van derden De baten werk voor derden ad M€ 7,4 bestaan voor M€ 6,8 uit baten die voortvloeien uit het contractonderwijs. De daling ten opzichte van het budget als ook ten opzichte van 2009 wordt onder meer verklaard door het afbouwen en beëindigen van enkele opleidingen. Overige baten De toename van de overige baten kan met name worden verklaard door een toename van de baten uit detachering personeel (M€ 0,4), een toename aan bijdrage administratiekosten (M€ 0,3) en een toename van baten uit overige subsidies (bijna M€ 1,0 voor Flevoland 2008-2009). Lasten De lasten bedragen M€ 145. De overschrijding ten opzichte van de begroting bedraagt M€ 4,5 en wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de niet begrote kosten voor WF ad M€ 5,9. In onderstaand overzicht worden derhalve de kosten over 2010 exclusief WF vergeleken met de begroting 2010 en de realisatie 2009. Lasten
2010
WF
2010 excl. WF
B 2010
2009
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
Totaal lasten
109.802 7.923 6.369 20.906
2.909 0 650 1.504
106.893 7.923 5.719 19.402
104.535 8.635 5.614 21.659
106.264 5.906 5.339 22.103
145.000
5.063
139.937
140.443
139.612
In deze paragraaf worden de belangrijkste over- en onderschrijdingen per kostensoort inclusief WF toegelicht.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
99
Personele kosten
2010 realisatie
€ 1.000 92.226 8.019 7.749 2.340 -532 109.802
Lonen en salarissen Personeel niet in loondienst Dotatie voorzieningen Overige personele kosten Ontvangen uitkeringen Totaal
2010 begroting
2010 realisatie
€ 1.000
Lonen en salarissen Personeel niet in loondienst Dotatie voorzieningen Overige personele kosten Ontvangen uitkeringen Totaal
92.226 8.019 7.749 2.340 -532 109.802
2009 realisatie
€ 1.000 92.144 4.894 4.210 3.287 0 104.535
2010 begroting € 1.000 92.144 4.894 4.210 3.287 0 104.535
€ 1.000 91.363 8.675 3.613 3.291 -678 106.264
2010 afwijking € 1.000 82 3.125 3.539 -947 -532 5.267
Totaal Windesheim Flevoland Windesheim Zwolle
2010 realisatie
2010 begroting
2010 afwijking
fte’s 1.396 61 0 0 0 1.457
fte’s
fte’s
1.347 41 0 0 0 1.388
49 20 0 0 0 69
1.396 72 1.324
1.347 0 1.347
49 72 -23
Hierna worden de significante posten toegelicht. Loonkosten medewerkers De loonkosten medewerkers zijn in 2010 per saldo € 0,1 mln. hoger dan begroot. De hogere kosten worden veroorzaakt door meer fte’s onderwijs in verband met de groei van het aantal studenten, overname en start nieuwe opleidingen, cao-stijgingen en de start van Windesheim Flevoland. Daarentegen hebben taakstellingen ook tot gevolg gehad dat vacatures veelal niet direct zijn opgevuld. Voor Windesheim Zwolle is sprake van een krimp van 1.377 fte in 2009 naar 1.324 fte in 2010. De begrote gemiddelde loonsom 2010 is in lijn met de gerealiseerde gemiddelde loonsom 2010. Ten opzichte van 2009 steeg de gemiddelde loonsom onder andere door toepassing van de cao en functiemix. De verhouding tussen Rijksbijdrage en personele lasten over 2010 verbeterde ten opzichte van voorgaand verslagjaar. Loonkosten derden Voor loonkosten derden zijn in 2010 20 fte meer ingezet dan begroot. Dit heeft als gevolg dat de loonkosten derden € 3,0 mln. hoger zijn dan begroot. Op hoofdlijnen kan dit worden verklaard door de niet-begrote inzet voor Windesheim Flevoland (€ 0,9 mln.), meer inzet van externen in afwachting van ontwikkelingen binnen domeinen/diensten en voor vervanging wegens ziekte en zwangerschap. Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
100
Dotatie voorzieningen Dit betreft met name de dotatie aan de voorziening Wachtgeld. In de begroting 2010 was rekening gehouden met een dotatie van € 4,2 mln. De werkelijke last over 2010 is € 6,8 mln. waarvan circa € 1 mln. voor de Mediatheek. Per einde 2010 is de voorziening wachtgeld berekend op 74 personen. Afschrijvingen De afschrijvingen voor de gebouwen bedragen M€ 4,5 en liggen daarmee in lijn met de begroting. Ten opzichte van 2009 zijn deze afschrijvingslasten M € 1,6 hoger doordat gebouw X in 2010 in gebruik is genomen. De afschrijvingslast van de inventaris en apparatuur bedraagt M€ 3,4 en is M€ 0,8 lager dan begroot. Dit is te verklaren door een temporisering van investeringen. Huisvestingslasten Door de ingebruikname van gebouw X en de start van WF in september 2010 stegen de hieraan gerelateerde huisvestingslasten ten opzichte van 2009. Ten opzichte van de begroting stegen de huisvestingslasten met M€ 0,6. De grootste stijging wordt veroorzaakt door de huurlasten; deze zijn met M€ 0,8 gestegen. Deze toename kan met name worden verklaard door de niet begrote huurlasten voor WF ad M€ 0,6. Hiertegenover staat een te hoog begrote energielast ad M€0,2 met name als gevolg van het ontbreken van ervaringscijfers voor gebouw X op het moment van opstellen van de begroting. Overige instellingslasten De overige kosten zijn per saldo € 0,7 mln. lager dan begroot en € 1,2 mln. lager dan in 2009. Hoger dan begroot: afboeking vouchers (€ 0,5 mln.), adviseurkosten Flevoland (€ 0,5 mln.), afboeken van debiteurenvorderingen (€ 0,2 mln.), kosten catering (€ 0,3 mln.) en kosten samenwerkingsverband als gevolg van hogere studentaantallen (€ 0,4 mln.). Lager dan begroot: drukwerk (€ 0,5 mln.) en onderbesteding implementatiebudget. Financiële baten en lasten Begin 2010 is de laatste tranche van de lening voor gebouw X opgenomen. Hierdoor zijn de rentelasten in 2010 gestegen ten opzichte van 2009. Hiertegenover staan niet begrote rentebaten als gevolg van de toename van de bankdeposito’s, onder meer door de in april 2010 ontvangen rijksbijdrage ad. M€ 10,0 voor WF.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
101
Balans
Activa
31/12/2010
31/12/2009
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
Vaste activa
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
101.108
2.933
2.885
111.098
103.993
140
238
6.391
8.250
27.542
Totale vaste activa Vlottende activa Voorraden
middelen
€ 1.000
108.165
Vorderingen Liquide
Passiva Eigen vermogen Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende
31/12/2010
31/12/2009
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
30.207
24.932
8.095
5.025
58.242
49.456
37.746
48.627
schulden
4.678
34.073
13.166
145.171
117.159
Totaal vlottende activa Totaal activa
Totaal Passiva
145.171
117.159
Financiële positie Een kengetal om de financiële positie van een onderwijsinstelling weer te geven is de solvabiliteit, als zijnde het percentage dat het eigen vermogen van het totale vermogen vormt. Ultimo 2010 is de solvabiliteit 20,8%, een daling ten opzichte van 2009 (21,3%). De daling wordt grotendeels verklaard door de balansverlenging per einde 2010 ten opzichte van einde 2009 met M€ 28. Deze balansverlenging is enerzijds veroorzaakt door het niet volledig hoeven te benutten van lening voor gebouw X en renovatie van circa M€ 5 en anderzijds door het vooruit ontvangen van financiële middelen van bijna M€ 6 van het ministerie van OCW voor het opzetten van Windesheim Flevoland. Zonder deze posten zou het balanstotaal per einde 2010 circa M€ 134 zijn geweest en was de solvabiliteit per einde 2010 22,5% geweest. De solvabiliteit 2010 zou dan met 1,2% zijn verbeterd ten opzichte van voorgaand verslagjaar. Onderstaand wordt een toelichting bij diverse balansposten beschreven.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
102
Materiële vaste activa De toename van de materiële vaste activa met M€ 7,1 is het saldo van de investeringen ad. M€ 15,0 en de afschrijvingen ad. M€ 7,9. De investeringen hebben onder meer betrekking op (rest opleveringen van) gebouw X en het hierin aanwezige meubilair en overige inventaris. Liquide middelen De mutatie in de liquide middelen is weergegeven in het kasstroomoverzicht. Uit dit overzicht blijkt dat de toename van de liquide middelen M€ 22,9 bedraagt. De kasstroom uit operationele activiteiten van M€ 29,1 was ruim voldoende om de investeringen van M€ 15 te financieren. Daarnaast is in het boekjaar een restant lening opgenomen van per saldo M€ 8,9. De voor de kredietcrisis afgesloten lening is mede opgenomen voor de gedeeltelijke financiering van toekomstige investeringen in nieuwbouw (zwemaccommodatie). Eigen vermogen Als gevolg van een stelselwijziging moeten de kosten van de Seniorenregeling Onderwijs Personeel (SOP) vanaf 2010 rechtstreeks ten laste van de resultatenrekening worden gebracht. De ultimo 2009 getroffen SOP-voorziening is gecorrigeerd op het eigen vermogen per 1 januari 2010. Dit heeft geleid tot een toename van het eigen vermogen van M€ 1,6. Naast deze toename heeft eveneens de bestemming van het resultaat geleid tot een toename van het eigen vermogen. Voorzieningen Ondanks de hiervoor vermelde vrijval van de SOP-voorziening stegen de voorzieningen gedurende het boekjaar met M€ 4,7. De belangrijkste toename is bij de voorziening wachtgelden te constateren. Deze voorziening nam met M€ 4,3 toe in verband met reeds bekende mobiliteitsregelingen voor medewerkers tezamen met het risico voor wachtgeldverplichtingen. Tevens nam de voorziening voor het eigen risicodragerschap voor de WIA met M€ 0,6 toe. Naast de werknemers die eind 2010 reeds een WIA uitkering ontvangen is, in tegenstelling tot vorig jaar , eveneens een inschatting gemaakt van werknemers die in 2011 aanspraak kunnen gaan maken op een WIA uitkering. Langlopende schulden Begin 2010 is het resterende deel van de lening van M€ 55 in verband met de investeringen in gebouw X opgenomen. Dit heeft geleid tot een toename van de leningen met M€ 9,0.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
103
Kortlopende schulden Ten opzichte van ultimo 2009 zijn de kortlopende schulden met M€ 10,9 toegenomen. Debet hieraan zijn de toegenomen belastingschulden met M€ 2,4 en de toename van de vooruit ontvangen OCW subsidies met M€ 6,6. Naast de toename van de af te dragen loonheffing ad M€ 1,1 is de te vorderen BTW met M€ 1,4 afgenomen. Deze daling is te verklaren doordat per einde 2009 voor circa M€ 1,3 aan omzetbelasting voor gebouw X is teruggevorderd. De vooruit ontvangen subsidies betreft met name de OCW subsidie 2011 voor WF. Tevens is een deel van de in 2010 ontvangen subsidie voor Actieplan Leerkracht ad M€ 0,6 ultimo boekjaar als een vooruit ontvangen post gepresenteerd. Kasstroomoverzicht 2010 € 1.000
2009
€ 1.000
€ 1.000
Kasstroom uit operationele activiteiten Exploitatiesaldo Afschrijvingen materieel vast actief Mutaties werkkapitaal Voorraden Vorderingen Kortlopende schulden Mutaties voorzieningen Effect stelselwijziging
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen financiële vaste activa Desinvesteringen financiële vaste activa Kasstroom uit financieringsactiveiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
€ 1.000
3.639 7.910 98 1.859 10.881 3.070 1.636
29.093
-3.912 5.889 59 169 3.723 1.137 -657
6.408
-14.980 13 -925 877
-15.015
-32.562 95 -923 737
-32.653
9.000 -214
8.786
29.500 -209
29.291
22.864
3.046
27.542
1.632 3.046
4.678
4.678 22.864
104
Uitgelicht: financiële verslaglegging Windesheim Flevoland Balans 1. Activa
31/12/2010
K€
K€
Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.3 Financiële vaste activa
31/12/2010
K€
K€
Eigen vermogen 2.1 Eigen vermogen 2.3 Voorzieningen
377 0
377
2.4 Langlopende schulden
0
0 9.785 0
2.5 Kortlopende schulden
9.356
9.785 10.162
10.162
Totaal vaste activa Vlottende activa 1.4 Voorraden 1.5 Vorderingen 1.7 Liquide middelen
Passiva
Totaal vlottende activa Totaal activa
Totaal Passiva
806 0
Onderstaand wordt een toelichting bij de diverse balansposten beschreven. Materiële vaste activa Er is in 2010 een start gemaakt met de voorbereidingen van de verhuizing van Windesheim Flevoland naar het nieuwe pand de Landdrost. Hiervoor is een aantal investeringen gedaan. Het betreft investeringen in huisvesting en ICT voor een bedrag van K€ 377. Deze investeringen worden in 2011 geactiveerd en zullen dan tot afschrijvingskosten leiden. Vorderingen De post vorderingen is vastgesteld op K€ 9.785 en betreft het rekening courant saldo met Windesheim Zwolle. Eigen vermogen Op dit moment is de situatie zo dat op basis van goedgekeurde begrotingen vooraf en jaarrekeningen achteraf precies dat geld wordt toegekend wat noodzakelijk is. Hierdoor is WF onvoldoende in staat om haar eigen bedrijfseconomische beleid vorm te geven. Vanuit Windesheim Zwolle is daarom voor 2010 een dotatie van K€ 1.052 beschikbaar gesteld. Vanuit deze dotatie wordt het exploitatietekort van RHA 2010 (K€ 247 negatief) gefinancierd vanwege op balansdatum nog ontbrekende financiële dekking. Het resterende bedrag ad K€ 806 vormt ultimo 2010 het eigen vermogen van Windesheim Flevoland.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
105
Kortlopende schulden De kortlopende schulden bedragen K€ 9.356 en bestaan grotendeels uit reeds vooruit ontvangen subsidiebedragen. Staat van baten en lasten 2010
Realisatie 2010
Baten Rijksbijdragen OC&W Collegegelden Baten werk i.o derden Overige Baten
K€
K€
4.953 502 0 61
5.516
3.719 0 650 1.510
Totaal lasten
5.879
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten
-363 116
Resultaat deelnemingen Netto resultaat
-247 0 -247
Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
In april 2010 is, als onderdeel van de financieringsafspraken, een subsidie van € 10 mln. van het Ministerie van OCW ontvangen. In afstemming met het Ministerie van OCW is een deel van deze subsidie overgeheveld naar 2011. In de exploitatie 2010 is een subsidie verantwoord van K€ 4.953. Daarnaast is binnen de onderwijs- en projectorganisatie K€ 502 aan collegegelden ontvangen. Per 31 december 2010 heeft Windesheim Flevoland 72 fte’s in dienst (88 personen) waarvan 45 fte’s OP en 27 fte’s OBP. De personeelskosten hebben betrekking op de periode september t/m december 2010. De huisvestingslasten hebben o.a. betrekking op de huur van De Landdrost; de overige lasten hebben onder andere betrekking op reclame- en communicatiekosten en adviseurkosten. Het financiële resultaat over 2010 bedraagt K€ 247 negatief. Dit betreft € 0 voor de onderwijs- en projectorganisatie en K€ 247 negatief voor de Roy Heiner Academy (RHA). Omdat nog geen definitieve financieringsafspraken zijn gemaakt, is bij het bepalen van het exploitatieresultaat met betrekking tot RHA, het voorzichtigheidsprincipe leidend geweest en zijn geen baten verantwoord.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
106
Treasurybeleid en beleid rond beleggen en belenen Het treasurystatuut van de Vereniging is gebaseerd op de Regeling Beleggen en Belenen door Instellingen voor onderwijs en onderzoek (d.d. 12 juli 2001). Deze regeling is per 1 januari 2010 ingetrokken. Vanaf dat moment is de Regeling Beleggen en Belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010 van kracht. Het huidige treasurystatuut wordt in het verslagjaar 2011 geactualiseerd naar de Regeling Beleggen en Belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010. De strekking van de nieuwe regeling Beleggen en Belenen, het formuleren van voorzichtige, maatschappelijk aanvaardbare normen voor beleggen en belenen, geeft geen aanleiding te veronderstellen dat de uitgangspunten van het huidige treasurystatuut aanpassing behoeven. De doelstelling van het geldende treasurystatuut kan worden omschreven als: het ondersteunen van het primaire proces van de rechtspersoon. Binnen dat kader, en niet als doel op zich, wordt met het beheer van financiële posities en financiële stromen gestreefd naar minimalisatie van de kosten en risico’s en maximalisatie van de opbrengsten. Windesheim heeft ten aanzien van het beheer van financiële posities en financiële stromen gehandeld binnen de kaders van het treasurystatuut. In de tussentijdse rapportages is een toelichting gegeven op de financiële ontwikkeling van Windesheim. Het treasurystatuut is verankerd in de administratieve organisatie. De afdeling Interne Controle heeft een controle op de treasury-activiteiten uitgevoerd. Naar aanleiding van deze controle is vastgesteld dat de uitvoering van het treasurybeleid geschiedt binnen de kaders van het treasurystatuut. Per einde verslagjaar 2010 heeft Windesheim geen beleggingen en beleningen. Investeringenbeleid Op basis van een advies van de investeringscommissie stelt het College van Bestuur jaarlijks het bedrag vast dat mag worden uitgegeven aan investeringen op het gebied van ICT, meubilair, verbouwingen en overige specifieke investeringen. In 2010 is de uitputting een aantal malen besproken met de afdeling huisvesting van de dienst Vastgoed en Facilitair Bedrijf en met het management van de Dienst ICT om daar waar nodig is bij te sturen. Eind 2010 bleek dat de uitputting van de investeringsbegroting niet geheel volledig is. Een aantal investeringen wordt in 2011 afgerond. Voor het jaar 2011 is een verbetertraject gestart door alle investeringen administratief op consistente wijze te behandelen, waardoor de bewaking van de uitputting eenvoudiger wordt. Investeringen in private activiteiten In 2010 hebben geen investeringen in private activiteiten plaatsgevonden.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
107
Publiek-privaat Conform de richtlijnen voor verslaggeving is het resultaat van Windesheim gesplitst in een publiek resultaat en een privaat resultaat. Het publiek resultaat heeft betrekking op baten en lasten in het kader van het primaire proces waarvoor Windesheim de rijksbijdrage ontvangt. Het privaat resultaat heeft betrekking op de commerciële activiteiten zijnde de activiteiten met een winstoogmerk welke niet passen binnen de activiteiten waarvoor Windesheim de rijksbijdrage ontvangt. Voor de registratie van publieke en private activiteiten wordt binnen Windesheim gebruik gemaakt van een module binnen het administratieve systeem. Bij het opstellen van de jaarrekening is veel aandacht geschonken aan een juiste en volledige opbrengstverantwoording ten aanzien van private activiteiten. Om dit mogelijk te maken is de administratie kritisch doorgenomen op private activiteiten (kosten en opbrengsten). Op basis van deze uitkomsten is het mogelijk om onderscheid te maken tussen publiek en privaat resultaat. Het private resultaat bedraagt in 2010 K€ -253 (2009 K€ -244). Toekomstparagraaf In deze paragraaf wordt in samenvattende vorm de begroting 2011 gepresenteerd en worden de hoofdpunten van beleid voor 2011 weergegeven. Begroting Nu de personele formatie meer in lijn is gebracht met de beschikbare middelen is het van belang om de financiële positie van Windesheim in het jaar 2011 te consolideren en verder te versterken. Het financiële beleid van Windesheim is erop gericht om op eigen kracht te groeien naar een kennisinstelling met voldoende buffers voor slechtere tijden.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
108
Begroting 2011 Begroting 2011 € 1.000 Baten Rijksbijdragen OC&W Collegegelden Baten werk i.o derden Overige Baten
Realisatie 2010
€ 1.000
€ 1.000
Begroting 2010
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
107.872 31.002 8.275 8.171
103.974 30.957 7.433 9.070
94.137 29.565 8.175 6.519
155.320
151.434
138.396
108.779 10.548 5.437 21.010
109.802 7.923 6.369 20.906
104.535 8.635 5.614 21.659
Totaal lasten
145.774
145.000
140.443
Saldo baten en lasten Saldo financiële baten en lasten
9.546 -3.200
6.434 -2.781
-2.047 -3.070
6.346 0 6.346
3.653 -14 3.639
-5.117 0 -5.117
Totaal baten Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
Resultaat deelnemingen Netto resultaat
De overige baten bestaan uit opbrengsten voor facilitaire dienstverlening, bijdragen van studenten, opbrengst detachering en overige subsidies. De eerste drie posten zijn op hetzelfde niveau begroot als de afgelopen jaren: € 3,5 mln. Omdat Windesheim er beter in slaagt om projectsubsidies te verkrijgen wordt verwacht dat de overige subsidies zullen toenemen tot € 4,6 mln. Aan de lastenzijde ontwikkelen de personele kosten zich op een lager niveau dan voorgaande jaren in relatie tot de totale baten. De huisvestingslasten blijven op 10,5% van de rijksbijdrage. Binnen dit kader wordt de huisvesting geoptimaliseerd. In de post administratie en beheer zijn in het jaar 2011 incidentele kosten opgenomen voor de herinrichting van de diensten en domeinen en de implementaties van enkele grote systemen, waaronder de vernieuwing van de website. In de afschrijvingen is een post van € 1,6 mln. verwerkt wegens geplande desinvestering in onderwijsgebouw D (sloop). De kosten voor inventaris en apparatuur omvatten onder meer de licentiekosten van software. In 2011 zijn deze kosten op € 3,0 mln. begroot. Voor licentiekosten van systemen wordt rekening gehouden met een prijsstijging van 5% per jaar. De reis- en verblijfskosten zijn in 2011 hoog wegens lopende subsidietrajecten. Voor renovaties van gebouwen en kleine verbouwingen is een bedrag opgenomen van € 2 mln. per jaar.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
109
Eind 2011 wordt begonnen met de bouw van een nieuw zwembad met drie bassins. Met de nieuwbouw van het zwembad wordt tevens een uitbreiding in de sportvoorzieningen gerealiseerd zodat na oplevering de forse groei van het aantal studenten van de School HMS adequaat kan worden opgevangen. De planning van de bouw van het zwembad is samen met de gemeente Zwolle uitgewerkt. Vooruitblik naar 2011 Aansluitend bij de hoofdlijnen van beleid in 2010 zullen globaal de volgende onderwerpen een prominente plaats innemen op de bestuurlijke agenda in 2011: 1. Een verdere versterking van de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en ondernemen. Dat betekent in concreto: • Een verkenning van maatregelen die kunnen leiden tot een toename van de studielast van studenten. • Een verdere aanscherping van de kwaliteitszorgcyclus in het onderwijs. • Implementatie van de voor de uitvoering van de Wet Versterking Besturing door de HBO-raad opgestelde handleiding examencommissies en van de Windesheim checklist examen- en opleidingscommissies. • Verbetermaatregelen om per 1 september 2011 te voldoen aan de eisen die de Inspectie stelt ten aanzien van onder andere de wettelijke bepalingen aangaande de Onderwijs- en Examenregeling. • Voorbereiding op de Instellingstoets kwaliteitszorg door de NVAO in 2012. • Inrichten en monitoren van de knip tussen studieloopbaanbegeleiding en studentbegeleiding (eerste en tweede/derde lijn). • Verdere analyse van de portfolio van de hogeschool, onderzoek kleine opleidingen, samenvoegen croho’s, met bijzondere aandacht voor de strategische herpositionering van de educatieve opleidingen. • Implementatie van honourstrajecten. • Versterking van het onderzoek door randvoorwaarden te creëren, zodat meer middelen ter beschikking komen. • Uitwerking en monitoring van het kwaliteitszorgprotocol onderzoek en verwerking van de eerste resultaten van de externe visitatie. • Een activerend beleid ten aanzien van ondernemen (in domeinen en door medewerkers). 2. De versterking van het kwalificatieniveau van het personeel, onder andere door: • Een actief beleid personeelsvoorziening (werving en selectie). • Scholingsafspraken met docenten die over onvoldoende kwalificaties beschikken. • Verdere implementatie van de maatregelen in het kader van het Actieplan Leerkracht. • Implementatie van maatregelen om de in- , door- en uitstroom van personeel te bevorderen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
110
3. Versterking van de organisatiecultuur, door o.a.: • Voortzetten van de dialoog over de professionele ruimte. • Meer transparantie ten aanzien van aan resultaatverantwoordelijke eenheden verstrekte middelen. • Versterking van het werken in teams. • Nadruk op de aanspreekcultuur in de organisatie. • Vormgeven en implementeren van de identiteitsontwikkelingsprogramma’s in de domeinen en de hogeschool. • Heroriëntatie op de interne communicatie en het stimuleren van de interne dialoog. 4. Implementatie van de veranderingen in de organisatiestructuur door het uitvoeren en monitoren van de implementatieplannen van domeinen en diensten en de daarmee verbonden activiteiten. 5. Strikte financiële sturing, aanscherpen risicomanagement, regie op en het stimuleren van het verkrijgen van externe baten, nadere analyse van het huisvestingsprogramma en implementatie van het strategisch informatiebeleid. 6. Gecontroleerde realisatie van de verdere uitbouw van de nevenvestiging Windesheim Flevoland. Huisvestingsprojecten en kengetallen Naast de grote huisvestingsprojecten gebouw X met de daarbij behorende lobby, sport/zwembad en gebouw De Landdrost in Almere, zijn in 2010 de volgende projecten uitgevoerd: • In gebouw Techniek zijn de diverse bedrijfsbureau’s van de opleidingen samengevoegd tot een bedrijfsbureau voor het nieuwe domein Techniek. • Ontwikkeling service punt bij de School of Education in gebouw B. De projecten en renovaties in cijfers
Projecten / renovaties Herschikking bedrijfsbureau Techniek Realisatie servicepunt Education Totalen
Bruto Vloeroppervlakte (bvom²) 1.100 150 1.250
Verbouwingskosten (totaal in € / € per bvom² 280.000,- / 255,45.000,- / 300,325.000,- / 260,-
De in de tabel genoemde kosten zijn inclusief btw en exclusief de inrichtingskosten. Voornemens huisvesting 2011 In het aankomende jaar is naar verwachting een aantal grote huisvestingsprojecten binnen de bestaande bebouwing te verwachten. Met name de herinrichting van de interne organisatie zal tot huisvestingswijzigingen leiden.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
111
Door uitstel van de vervangende nieuwbouw voor de gebouwen A, B en C wordt in 2011 opnieuw gekeken naar welke investeringen er in de oude gebouwen nog moeten worden uitgevoerd. Het gaat met name om investeringen in installaties ten aanzien van klimaatmaatregelen en comfort. Daarnaast worden de investeringen in bekabeling nader bekeken. Naar verwachting wordt in 2011 gebouw D ontruimd en gesloopt. In 2011 wordt opnieuw onderzoek gedaan naar de huisvesting van het Windesheim Honours College. Tegenvallende studentenaantallen vragen om een andere visie op huisvesting. De bouw, inrichting en verhuizing van Windesheim Flevoland in Almere naar De Landdrost dient in september 2011 gereed te zijn. Wat betreft de ontwikkeling van het nieuwe sportgebouw is de verwachting dat in 2011 de aanbesteding zal worden opgestart en met de bouw kan worden begonnen. Kengetallen De onderstaande tabellen bevatten kerngegevens over de huisvesting van Windesheim per peildatum 31 december 2010.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
112
Gebouwen Campus en Praubstraat te Zwolle Gebouw
E/H*
Bouwjaar
A B C D E F G H LA S PA PD T X Parkeerterrein** Verkeersweg Sportveld
E E E E E E E E H E H H E/H E E E
1986 1985 1984 1989 1992 1993 1993 1993 1986/2000
Greydanus
1996 2009
Functionele Netto m² (FNm²) 6.441 7.255 6.463 4.926 3.785 4.177 2.656 641 467 6.595 641 473 9.564 10.112
Bruto Vloeroppervlak m² (bvom2) 8.995 9.738 12.636 7.217 6.128 6.592 4.165 828 654 10.065 1.150 905 14.728 18.261
Terrein m²
17.805 7.508 16.300
45.113 0 142 8.222 8.857 4.629 18.982
E
Totalen
Zie S
64.195
102.062
127.558
Terrein bebouwd
28.031
Terrein onbebouwd
99.527
* Toelichting E = Eigendom van Windesheim E/H= Eigendom van aan Windesheim gelieerde stichting (Stichting Nieuw Grasdorp) H = Huur ** De parkeerterreinen bij de gebouwen zijn opgenomen in het terreinoppervlak van de gebouwen. Mutaties ruimtebestand in 2010: • Gebouw X is toegevoegd. • Gebouwen N en Q zijn verwijderd. • Gebouwen AW, AA en AL in Almere zijn niet meegenomen in dit overzicht, omdat deze nog niet ingevoerd zijn in het facility management systeem. • Gebouw D zit nog wel in het ruimtebestand, maar is niet in gebruik (verhuizing naar gebouw X). Op het gebied van de externe verhuur hebben zich in 2010 geen mutaties voorgedaan.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
113
Gebruik van de gebouwen
Ruimte typen
FNm² 31.897
Totaal onderwijsruimten Totaal werkkamers opleidingen Totaal werkkamers diensten
(+2%) 10.788 (+10%) 5.825 (-2%) 9.186
Overige algemene ruimten (o.a. kantines) Ruimten in gebruik bij externen Totaal
FNm² per student 1,61
(0%) 1.572 (+17%) 59.269
(+0,05%) Nvt Nvt
FNm² per medewerker Nvt 8,90 (+15%) 12,42
0,46
(-3%) 5,46
(-1,5%)
(+4%)
Nvt
Nvt
Tussen haakjes de procentuele afwijking t.o.v. 2009 (gebruiksmeters is exclusief gebouw D) Huisvesting Windesheim in vergelijking met overige hogescholen in Nederland M2 bvo/ingeschrevene Cijfers 2009 Windesheim 4,65 4,62 Gemiddelde alle hogescholen in 5,70 6,50 Nederland* Gecorrigeerd gemiddelde van 5,20 6 vergelijkbare hogescholen*
Afwijking +0,5% -12% -13%
* Cijfers op basis van Trendrapportage Hogescholen (Cap Gemini/HBO-raad) 2010 Nevenfuncties leden College van Bestuur Prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen • Lid Platformbestuur ICT en Onderzoek, Surf Foundation Utrecht • Lid Zwolse Kring van Ondernemers • Lid WVM-VNO/NCW Midden-Ned. Regio IJsselvecht • Bestuurslid Coöperatief Technocentrum IJssel-Vecht Veluwe U.A. te Apeldoorn Drs. J.W. Meinsma • Docent financieel management HUMANE Winterschool • Lid comité van aanbeveling Happetaria Zwolle
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
114
Hoofd- en nevenfuncties leden Raad van Toezicht drs. P. Bouw (1941), voorzitter Econoom, voormalig president directeur KLM N.V. Nevenfuncties: voorzitter Raad van Commissarissen CSM N.V., lid Raad van Commissarissen NUON N.V., voorzitter Bankraad Nederlandse Bank. prof. dr. F. Leijnse (1947), vice-voorzitter Universiteitshoogleraar aan de Open Universiteit, Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal voor de PvdA. Nevenfuncties: vice-voorzitter van de Raad van Commissarissen van Loyalis N.V., adviseur van Van Spaendonck Groep, lid bestuur Stichting de Volkskrant, voorzitter Beoordelingscommissie Innovatie-Arrangement Beroepsonderwijs, lid Raad van Toezicht KPC Groep. drs. A. de Widt-Nieuwenhuizen (1948), vice-voorzitter Voormalig lid gemeenteraad Hoogeveen, voormalig lid Provinciale Staten Drenthe. Nevenfuncties: lid Raad van Toezicht Stichting Zorggroep Leveste Middenveld, lid Bestuur Coöperatieve Servicevereniging Olympusflat U.A. Rotterdam, rijksbestuurslid Regionaal Historisch Centrum Drents Archief, trainer Haya van Somerenstichting, lid kandidaatstellingscommissie VVD provinciale statenverkiezing Drenthe, lid VVD partijraad, lid Raad van Toezicht van de Koninklijke Vereniging van leden der Nederlandse Ridderorden.
ir. R. Willems (1945), vice-voorzitter Voorzitter regiegroep Chemie, lid Eerste Kamer der Staten Generaal voor het CDA. Nevenfuncties: lid van Raad van Commissarissen FMO, voorzitter Raad van Commissarissen Koninklijke Joh. Enschedé, voorzitter Raad van Commissarissen Van Leeuwen Buizen Groep, voorzitter Raad van Commissarissen Essent, lid Raad van Commissarissen Caldic Chemie, lid Raad van Toezicht Museum Boerhaave, lid Raad van Toezicht Centrum Opvang Asielzoekers, lid Advisory Board Responsible Investment PGGM vermogensbeheer, voorzitter Bestuur Avond van Wetenschap en Maatschappij, lid Raad van Toezicht en Advies Gevangenzorg Nederland. A.H. Berg (1945) Zelfstandig gevestigd bestuurskundig adviseur. Nevenfuncties: lid van de Van Poelje Jaarprijscommissie van de Vereniging voor Bestuurskunde.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
115
L. Bikker (1963) Ondernemer, oprichter Bransoncompany bv, werkplaats voor vernieuwing, verbeelding en versnelling te Rotterdam. Nevenfuncties: voorzitter Economic Development Board Rotterdam, lid Raad van Commissarissen FunX, lid bestuur stichting CHIO Rotterdam. mr. drs. F.J. Paas (1966) Voorzitter van Divosa, de vereniging van directeuren van gemeentelijke sociale diensten. Nevenfuncties: voorzitter van de Raad van Toezicht Fonds voor de Cultuurparticipatie, voorzitter van het bestuur van de Federatie Opvang, voorzitter van de Raad van Commissarissen van het Coördinatiecentrum Mensenhandel (Comensha), voorzitter van de Raad van Toezicht van ROC Friese Poort, lid van de Raad van Toezicht Thuiszorg Rotterdam, lid bestuur van de Stichting Ien Dales Leerstoel, lid bestuur van het European Social Network. drs. A.E.J.M. Schaapveld M.A. (1958) Bankier, voormalig hoofd investment banking ABNAMRO en hoofd Europa RBS. Nevenfuncties: lid Raad van Commissarissen en Audit Committee Holland Casino, lid van de Commissie Centraal Plan Bureau, lid Raad van Advies Plan Nederland, lid Jury van de Young Captains Award en lid Raad van Commissarissen en Audit Committee van Vallourec S.A. Prof.dr. W. van Tilburg (1942) Emeritus hoogleraar klinische psychiatrie VUmc, werkzaam als psychiater van de polikliniek Amsterdam van het Leo Kannerhuis en vrijgevestigd psychiater, psychotherapeut, supervisor en docent. Nevenfuncties: voorzitter van de Erkenningscommissie gedragsinterventies van het ministerie van Justitie, voorzitter van de visitatiecommissie van de Stichting Topklinische Zorg, lid van de Raad voor Zorg en Onderzoek van het ministerie van Defensie (belast met toezicht op de veteranenzorg), lid van het bestuur van de vereniging Bennekom en de Stichting tot steun VCVGZ, lid van het bestuur van de Stichting Psychoanalyse en Psychiatrie. A. Weijsenfeld (1948) Voormalig directeur van een verpleeghuis en directeur van een viertal indicatie organen voor de AWBZ. Nevenfuncties: lid Raad van Toezicht Maatschappelijk werk NoorderMaat in Assen.
Jaarverslag 2010 - Onderwijs, Onderzoek en Ondernemen
116