1
ONDERWIJS PRESTATIES EN EN ONDERZOEK FINANCIEN Universitair Medisch Centrum Groningen JAARVERSLAG 2013
Inhoud 2 3
Voorwoord
14 Prijzen Onderzoeksprijs voor Peter de Jonge
4
Onderzoek Totaal aantal publicaties
5
Toptijdschriften Nog verder omhoog in ranking klinische toptijdschriften.
6
Citaties
7
Recordaantal promoties
8
Lichte teruggang omzet extern gefinancierde projecten
9
Persoonsgebonden subsidies Veni voor Yang Li, Martin de Borst en Izabela Rodenhuis-Zybert
10 Vidi voor Marcel van Vugt, Rudolf de Boer, Rinse Weersma, Inge Zuhorn en Michael Chang 11 Vici voor Tineke Oldehinkel 12 Programmasubsidies Reguliere programma’s voor talentvolle onderzoekers 13 Een selectie van overige subsidies
Mandema stipendium voor Ninke Leffers en Jelle Vehof 15 Onderwijs Nieuw geneeskundecurriculum in aantocht: G2020 16 Bewegingswetenschappen: een Top-opleiding! 17 Basis Kwalificatie Onderwijs 18 Kennisvalorisatie: Onderwijs als exportproduct 19 Prijzen Onderwijsprijs voor Dr. Friso Muntinghe Hans Burgerhof is Docent van het jaar geworden 20 Financien - O&O 2013 21 Toelichting op belangrijke verschillen tussen begroting en realisatie 23 Bezuinigingstaakstelling UMCG-O&O
Voorwoord 3 Onderwijs en onderzoek behoren tot de kerntaken van het UMCG. Dit verslag geeft over die twee kerntaken een beeld van de prestaties en financien in 2013. De combinatie van academisch ziekenhuis en medische faculteit, die het UMCG is, maakt een sterke integratie van het beleid in patiëntenzorg, onderzoek, onderwijs en opleidingen mogelijk. Het UMCG onderscheidt zich van algemene ziekenhuizen met fundamenteel, translationeel en klinisch onderzoek, met wetenschappelijk onderwijs en met een sterke nadruk op innovatie en valorisatie. De wisselwerking tussen deze kerntaken maakt dat het UMCG als enige zorginstelling in Noord Nederland topreferente zorg kan bieden. Daarbij fungeert het ziekenhuis voor zorginstellingen in Groningen, Friesland, Drenthe en delen van Overijssel en Flevoland als eindpunt van verwijzing bij complexe diagnostiek en complexe behandelingen. Het UMCG heeft als missie ‘Bouwen aan de toekomst van gezondheid’, met focus op het thema: actief en gezond ouder worden. Met vele organisaties wordt op regionaal, nationaal en internationaal niveau rond dit thema intensief samengewerkt. De focus op Healthy Ageing geeft het UMCG een duidelijk profiel. Het geeft bovendien mede richting aan de verdere ontwikkelingen en verbeteringen in het onderwijs en onderzoek. Ook anderen erkennen en herkennen de meerwaarde hiervan, waaronder diverse partners in het (inter)nationale bedrijfsleven. Hierdoor worden substantiële financiële middelen verworven voor nieuwe initiatieven in zorg, onderzoek en onderwijs. Prof.dr. Folkert Kuipers Decaan/Vicevoorzitter Raad van Bestuur
Onderzoek 4 Prestaties op het gebied van onderzoek worden op verschillende manieren gemeten. Indicatoren zijn: • het aantal publicaties in internationaal erkende wetenschappelijke tijdschriften • het aantal artikelen in top-tijdschriften, d.w.z. de hoogst aangeschreven tijdschriften in verschillende onderzoeksvelden • het totale aantal citaties en het gemiddelde aantal citaties per artikel • het aantal promoties • de werfkracht, d.w.z. de omvang van de uit externe bronnen gefinancierde onderzoeksprojecten In 2013 is het aantal publikaties op hetzelfde niveau gebleven als in 2012, passend in het streven “niet meer, maar beter”. Belangrijker is dus dat er meer in tijdschriften met een hogere impactscore wordt gepubliceerd. Daardoor neemt de gemiddelde citatiescore toe.
Totaal aantal publicaties De laatste jaren geven het volgende beeld1:
1
Jaar
2009
2010
2011
2012
2013
Aantal
1766
2088
2036
2241
2200
Het gaat hierbij om een goed gefundeerde schatting. Definitieve vaststelling vindt na check door Bureau Onderzoek en auteurs
later in 2014 plaats
5 Toptijdschriften 2010
2011
2012
2013
NATURE
1
4
4
0
NATURE GENETICS
11
7
16
16
NATURE REVIEWS
1
1
1
1
NATURE BIOTECHNOLOGY
0
0
0
1
SCIENCE
0
1
1
1
LANCET
5
6
6
6
NEW ENGLAND JOURNAL OF MEDICINE
10
5
9
5
CELL
0
0
0
2
TOTAAL
28
24
37
32
Nog verder omhoog in ranking klinische toptijdschriften In de toptijdschriften (basic sciences en klinisch) werd in 2013 opnieuw goed gescoord. Veruit het meest in Nature Genetics. De belangrijkste klinische tijdschriften van de wereld zijn de Lancet en The New England Journal of Medicine. In de periode van 2010 tot het samenstellen van dit verslag (april 2014) is Groningen, gemeten naar het aantal publicaties in deze topklinische tijdschriften, opgerukt naar de 19e plaats wereldwijd, 6e binnen Europa en 1e van Nederland.
6 Trend in the Brute Force of Dutch UMCs (P*MNCS), 1998-2011/2012 16000 14000
Citaties Het meten van citaties gebeurt over reeksen van meerdere jaren. Per jaar meten is weinig zinvol, het gaat om het vaststellen van trendmatige ontwikkelingen. De figuur links is afkomstig van het CWTS in Leiden (het Centre for Science and Technology Studies).
12000 10000
Erasmus LU MC Radboud UMC UMC Maastricht UMCG UU UMC UvA AMC VUmc
8000 6000 4000 2000 0 1998 2001
1999 2000 2002 2003
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Daarin wordt op basis van een serie gegevens een rangorde vastgesteld van de UMC’s in Nederland op basis van hun onderzoeksprestaties. Geteld is het aantal publicaties in relatie tot het aantal citaties per artikel gecorrigeerd voor de deelgebieden van de (bio)medische wetenschappen. De figuur laat zien dat het UMCG al jaren opklimt vanuit een grote achterstand in 1998-2001 naar het landelijke gemiddelde. Gelet op de toename van het aantal en de kwaliteit van de publicaties in de laatste jaren, is het gerechtvaardigd te verwachten dat het UMCG in deze rangorde verder stijgt. Streven is de top-3 te bereiken van de Nederlandse UMC’s en daarmee ook de top-50 van de wereld. De Nederlandse medische wetenschap speelt internationaal een sterke rol.
7 Recordaantal promoties: 181 In tien jaar tijd is het aantal promoties verdubbeld van 91 naar 181. Het streven op grond van de prestatieafspraken met de RUG is om in 2015 180 te halen. Dat doel is in 2013 dus al bereikt.
Aantal promoties per jaar 200 150 100 50 0
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Toppromotoren Voor het tweede achtereenvolgende jaar is Jan Maarten van Dijl de hoogleraar met het grootste aantal geslaagde promovendi. In 2013 waren het er zes. Jan Geertzen was met vijf nummer twee en Marike Boezen en Arie Bos deelden de derde plaats met 4 promoties.
Jan Maarten van Dijl
8 Lichte teruggang omzet extern gefinancierde projecten De omzet in 2013 was iets lager dan in het topjaar 2012, maar is nog steeds op een hoog niveau. De figuur maakt inzichtelijk uit welke bronnen de financiering afkomstig is2.
Ontwikkeling omzet 2e en 3e geldstroom 2007 t/m 2013 exclusief Lifelines doelmatigheidsonderzoek en contractonderwijs 70.000.000
DIV TOP OOI LOH CEU MIN STI COL BDR TGS
60.000.000 50.000.000 40.000.000 30.000.000 20.000.000 10.000.000 0
De afdelingen met het grootste aandeel in de totale omzet van projecten waren: Afdeling
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
%
Kindergeneeskunde
8.4%
Pathol. & Lab. geneeskunde - Med. biol.
5.9%
Medische Microbiologie
5.8%
Oncologie
5.7%
Epidemiologie en bio-informatica
5.7%
Gezondheidswetenschappen
5.7%
Inwendige Geneeskunde Algemeen
5.7%
Gebruikte afkortingen: Tweede Geldstroom (TGS), Bedrijven (BDR), Collectebusfondsen (COL), Stichtingen en verenigingen (STI), Ministerie en landelijke overheden (MIN), Commissie Europese Unie (CEU), Lagere overheden (gemeenten, provincies e.d.) (LOH), Onderwijs- en onderzoeksinstellingen (OOI), Diversen (DIV), Grootschalige Onderzoeksinitiatieven / Topinstituten (TOP). 2
9
Persoonsgebonden subsidies Het aantal persoonsgebonden subsidies toegekend door NWO, ZonMW en KWF was in 2013 aanzienlijk.
Yang Li
Izabela Rodenhuis-Zybert
Martin de Borst
VENI LAUREATEN Yang Li (Genitica), Martin de Borst (Nefrologie) en Izabela Rodenhuis-Zybert (Medische Microbiologie) verwierven een VENI-beurs van 250.000 euro uit de Vernieuwingsimpuls van NWO waarmee ze de kans krijgen om gedurende drie jaar hun ideeën verder te ontwikkelen.
10 VIDI LAUREATEN Marcel van Vugt (Oncologie), Rudolf de Boer (Cardiologie), Rinse Weersma (Maag Darm Leverziekten), Inge Zuhorn (Celbiologie) en Michael Chang (ERIBA) kregen een VIDI-beurs van 800.000 euro; een krachtige ondersteuning van hun onderzoekslijn.
Marcel van Vugt
Rudolf de Boer
Rinse Weersma
Michael Chang
Inge Zuhorn
11 VICI LAUREAAT Tineke Oldehinkel van de afdeling Psychiatrie verwierf een prestigieuze VICI-beurs ter hoogte van 1,5 miljoen euro. Zij gaat daarmee onderzoek doen naar Anhedonie, het onvermogen om plezier te beleven; een bekende maar weinig onderzochte psychiatrische stoornis.
Tineke Oldehinkel
TOP-subsidie NOW/ZonMW Torsten Plösch (Obstetrie en Gynaecologie) ontving een zogeheten TOP-subsidie van € 675.000 van NWO/ZonMW voor onderzoek op het gebied van zwangerschapscomplicaties.
Torsten Plösch
Maya Schroevers
KWF-subsidie Maya Schroevers (Gezondheidswetenschappen) ontving een persoonsgebonden subsidie van ruim € 0,5 miljoen van KWF kankerbestrijding voor onderzoek naar de herkenning en behandeling van depressie bij mensen met kanker.
12
Programmasubsidies • P aul de Vos (Medische Biologie) ontving een subsidie van $1 miljoen voor diabetesonderzoek van het Amerikaans diabetesfonds, de Juvenile Diabetes Research Foundation. Het onderzoek wordt in samenwerking met de universiteit van Californië uitgevoerd.
Paul de Vos
Marten Hofker
Wijnand Helfrich
• M arten Hofker (Moleculaire Genetica) ontving samen met onderzoekers van het UMC Nijmegen een subsidie van € 5 miljoen via het CardioVasculair Onderzoek Noord Nederland (CVON). Het onderzoek richt op chronische darmontstekingen bij mensen met overgewicht en het verhoogd risico op het ontstaan van hart- en vaatziekten bij deze groep. • Wijnand Helfrich (Chirurgie) ontving € 500.000 subsidie van KWF kankerbestrijding voor onderzoek naar immunotherapie bij melanoom, een steeds vaker voorkomende vorm van huidkanker.
Toos Daemen
Hans Nijman
Ate van der Zee
• Voor onderzoekprogramma’s gericht op het thema ‘actief en gezond ouder worden’ stelde de Europese Commissie in 2013 miljoenen subsidiegeld beschikbaar. Het UMCG is als partner betrokken bij twee programma’s (CAPACIT en ACT). In het e-CAPACIT8-programma werken onderzoekers uit 13 landen aan antwoorden op de vraag hoe een ouder wordende bevolking zo lang mogelijk fit kan blijven werken. ACT richt zich op programma’s die personen met een chronische ziekte of aandoening kunnen ondersteunen, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren. • De afdelingen Medische Microbiologie (Toos Daemen) en Obstetrie en Gynaecologie (Hans Nijman en Ate van der Zee) ontvingen gezamenlijk een subsidie van € 550.000 van KWF kankerbestrijding voor onderzoek naar een nieuwe behandeling voor immuuntherapie bij baarmoederhalskanker.
Joke Fleer
• Twee onderzoekers van de afdeling Gezondheidswetenschappen (dr. M.J. Schroevers en dr. J. Fleers) ontvingen een subsidie van KWF Kankerbestrijding ter waarde van bijna € 600.000 voor onderzoek naar het effect van behandeling van depressie bij mensen met kanker.
13 • In 2013 werd de samenwerkingsovereenkomst voor opzet van een nieuw instituut voor stamcelonderzoek in Rusland, het Skolkovo Center for Stem Cell Research, ondertekend. In het nieuwe stamcelonderzoeksinstituut gaan onderzoekers van het UMCG/ERIBA (European Research Institute for the Biology of Ageing), het Hubrecht Instituut voor Ontwikkelingsbiologie en het Massachusetts Institute of Technology (MIT) samenwerken om de fundamentele kennis van stamcellen te vergroten en de stamcelwetenschap in Rusland vooruit te helpen. De Russische partners waarmee wordt samengewerkt zijn Skolkovo Institute of Science and Technology (Skoltech) en het Vavilov Institute of General Genetics.
Decaan Folkert Kuipers drukt president Vladimir Poetin de hand na de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst met Skolkovo. Minister-president Mark Rutte oogt zeer tevreden over deze deal.
Reguliere programma’s voor talentvolle onderzoekers Daarnaast zijn er binnen zowel de RUG als UMCG diverse interne programma’s gericht op financiële stimulering van goede onderzoeksinitiatieven. Zoals het Ubbo Emmiusprogramma en het Abel Tasman Talent Programma voor promovendi, de Beleidsruimte Onderzoek voor stimulering goede onderzoeksinitiatieven, het eerder genoemde MD/PhD-programma en het Rosalind Franklin Fellowship programma, een hooglerarenprogramma van de RUG dat vooral vrouwelijke toponderzoekers naar Groningen moet trekken. Overige ontwikkelingen • Aandacht voor wetenschappelijke integriteit stond ook in 2013 hoog op de agenda; in september werd een symposium wetenschappelijke integriteit georganiseerd en werd tegelijkertijd de vernieuwde researchcode gelanceerd met daarin de uitgangspunten voor het medisch wetenschappelijk onderzoek. • Op 7 november 2013 vond de officiële opening van ERIBA (European Research Institute for the Biology of Ageing) plaats. Belangstelling was er van zowel de regionale als de landelijke media. • Eind november 2013 bereikte het grootschalige cohortonderzoek LifeLines haar doelstelling en werd de ambitie van 165.000 deelnemers een feit. Met het bereiken van deze mijlpaal is LifeLines nu al veruit het grootste medische populatie-onderzoek van Nederland.
14
Prijzen Onderzoeksprijs voor Peter de Jonge De UMCG-onderzoeksprijs van € 100.000 is gegaan naar de prof.dr. Peter de Jonge, hoofd van het Interdisciplinair Centrum Psychopathologie en Emotieregulatie, een sectie van de afdeling Psychiatrie. Hij heeft diverse persoonlijke subsidies, waaronder een VIDI en een VICI en programmasubsidies verworven en meerdere toonaangevende publicaties op zijn naam staan. Peter de Jonge
Mandema Stipendium voor Ninke Leffers en Jelle Vehof Het Mandema Stipendium, een persoonsgebonden financiering van € 60.000 waarmee jonge, gepromoveerde arts-onderzoekers een eigen onderzoekslijn kunnen opbouwen, ging naar dr Ninke Leffers, arts-assistent bij Obstetrie & Gynaecologie en Jelle Vehof, arts-assistant Oogheelkunde.
Ninke Leffers
Jelle Vehof
Onderwijs 15 Het UMCG is met ruim 3800 ingeschreven studenten en tien bachelor-, master- en researchmasteropleidingen, één van de grote aanbieders van initieel wetenschappelijk onderwijs in de medische wetenschappen. De opleiding Geneeskunde is met een jaarlijkse instroom van ruim 410 eerstejaars en 45 zij-instromers de grootste medische opleiding in Nederland. De focus binnen het onderwijs is gericht op de kwaliteit van opleidingen en het studiesucces van studenten.
Studenten rondom het onderwijsgebouw
Bijzondere zaken in het onderwijs in 2013 Nieuw geneeskundecurriculum in aantocht: G2020 Aan het einde van de zomer 2013 is de Blauwdruk voor het nieuwe geneeskunde curriculum tot stand gekomen. G2020 is een ambitieus, patientgestuurd curriculum waarin alle betrokkenen (docenten en studenten) gedeeld eigenaar zijn van de opleiding waarin actief meedoen de norm is. In G2020 zijn de lijnen tussen studenten en docenten kort en de interactie groot, waarmee binding en intrinsieke motivatie wordt verhoogd. G2020 wil studenten in de bacheloropleiding toerusten met de benodigde medische competenties met een accent op het ontwikkelen van academische vaardigheden en houding.
16
Bewegingswetenschappen: een Top-opleiding! De jaarlijkse Elsevier enquête ‘De Beste Studies’ riep de Opleiding Bewegingswetenschappen uit tot de beste in haar categorie, evenals de Keuzegids Hoger Onderwijs 2013, die Groningen het predicaat Topopleiding toekende. Ook de twee nieuwe masters doen het uitstekend in de jaarlijkse rankings. In Elsevier scoorde Sport Sciences met 78 punten het hoogste binnen het cluster Gezondheidszorg (47 opleidingen) en samen met Human Movement Sciences behoort ze in 2013 bij de beste 5% van alle masteropleidingen (388) in Nederland. De Keuzegids Hoger Onderwijs was al even lovend en karakteriseerde de twee masters als volgt: ‘Dit is wetenschappelijk onderwijs volgens het boekje: een goed doordacht en samenhangend programma wordt tot leven gebracht door competente en betrokken leermeesters. Studenten leren kritisch nadenken en zelfstandig onderzoek doen. Van informatievoorziening tot de faciliteiten, alles loopt gesmeerd.’ Internationalisering In het afgelopen cursusjaar scoorden het UMCG en de RUG goed op diverse internationale rankings. Met name de positie van de RUG op 89e plaats van de Times Higher Education’s World University Ranking heeft dit jaar de gezamenlijk ambitie van de RUG en het UMCG om het internationale karakter van de academische gemeenschap in Groningen te versterken een impuls gegeven; het is een stimulans voor aspirant studenten en stafleden om naar het Noorden te komen en helpt de eigen positie in het internationale veld te versterken door sneller, meer en intensievere samenwerkingsverbanden aan te gaan met diverse instanties in Europa op het gebied van onderzoek, onderwijs en kennisvalorisatie. Een netwerk aan ‘preferred partners’ helpt de kwaliteit van de stageplaatsen te bewaken en de verbetering en borging van de wederzijdse samenwerking komt beter tot stand. Zo organiseerde het UMCG in mei 2013 bijvoorbeeld een workshop getiteld: “A Rough Guide to Effective Clinical Teaching”. Zeven ‘preferred partners’ uit o.a. Azië, Afrika en Zuid-Amerika werden uitgenodigd en het UMCG liet deze instellingen kennis maken met het in Groningen verzorgde onderwijs.
17 Basis Kwalificatie Onderwijs De RuG heeft zich gecommitteerd aan de prestatieafspraak dat per 1 januari 2014 50% van haar docenten een Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) bezit en 80% per 1 januari 2015. Docenten met meer dan 5 jaar onderwijservaring kunnen zich via een verkorte procedure kwalificeren. Met zo’n 180 BKO gecertificeerde docenten was het UMCG eind 2013 goed op weg richting het doel.
Accreditatie Niet alleen in het UMCG vonden visitaties plaats; in het voorjaar van 2013 werd de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) gevisiteerd in het kader van de Instellingstoets Kwaliteitszorg. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) tracht met deze toets te beoordelen of de RUG vanuit haar visie op kwaliteit van onderwijs een doeltreffend systeem hanteert, waarmee de kwaliteit van de geboden opleidingen gegarandeerd kan worden. De RUG dient ‘in control’ te zijn en grip te hebben op de kwaliteit van haar opleidingen en dus ook op die van de drie basisopleidingen van het UMCG. Een van de nieuwe eisen is dat de faculteiten en het UMCG structureel moeten communiceren over de kwaliteit en de kwaliteitszorg van hun opleidingen middels een jaarlijkse onderwijsrapportage. Die van het academische jaar 2012/13 is inmiddels verschenen.
18 Kennisvalorisatie: Onderwijs als exportproduct Het UMCG doet mee aan de activiteiten van het Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap Groningen (CVO). Het CVO houdt zich bezig met kennisvalorisatie in de breedste zin van het woord; daaronder valt onder meer het samenwerken met andere onderwijs- en onderzoeksinstellingen en het ‘vermarkten’ van wetenschappelijke kennis of producten. Twee grote projecten zijn de samenwerkingen gericht op curriculum ontwikkeling. Zowel de universiteit van Oldenburg als de King Faisal University in Saudi Arabië worden ondersteund bij het verder invoeren van een op Groningse leest geschoeid curriculum.
Ondertekening van een nieuw contract met King Faisal University in Saoedi Arabië
19
PRIJZEN Onderwijsprijs Dr. Friso Muntinghe, internist, heeft vanuit verschillende functies een grote bijdrage geleverd aan het studentenonderwijs en is profieldecaan van de learning community intramurale zorg. Hij ontvangt 25.000 euro om een jaar lang een student-assistent aan te stellen op een onderwijsvernieuwingsproject. Friso Muntinghe
Docent van het jaar Hans Burgerhof, Tibor Hortobagy en William Wolters werden tot docent van het jaar gekozen van resp. Geneeskunde, Bewegingswetenschappen en Tandheelkunde. Uit deze drie is tijdens de UMCG-O&O-dag statistiekdocent Hans Burgerhof gekozen tot UMCG-docent van het jaar. Uit het juryrapport het volgende: “Burgerhof verstaat de kunst met zijn gevoel voor humor de doorgaans droge stof van de statistiek om te toveren tot een smeuïg verhaal. De hele collegezaal hangt dan aan zijn lippen. Zijn colleges zijn niet alleen humoristisch, maar ook informatief van een zeer hoog niveau. Burgerhof gaat in een reeks colleges van heel basaal naar complexe statistische handelingen, zonder dat de Hans Burgerhof Tibor Hortobagy Geneeskunde Bewegingswetenschappen studenten de draad verliezen.”
William Wolters
Tandheelkunde
Financien - O&O 2013 20 Waar gaat de O&O-begroting over? Het UMCG had in 2013 in totaal een omzet van ruim een miljard euro. Het grootste deel daarvan heeft direct te maken met de zorgactiviteiten. Circa 30% is toe te schrijven aan de bijzondere taken van een universitair medische centrum op het terrein van onderwijs, opleiding en onderzoek. De O&O-begroting en verantwoording heeft betrekking op het grootste deel van die 30%: de ‘reguliere’ en de ‘projectmatige’ activiteiten. De reguliere activiteiten betreffen de wettelijke onderwijs- en onderzoektaken die vrijwel geheel door de rijksoverheid via de RUG worden gefinancierd. Bij projectmatige activiteiten gaat het om middelen die voor een bepaalde activiteit en een bepaalde tijd geworven en dus eindig zijn; veruit het grootste deel daarvan heeft betrekking op onderzoek. Naast deze O&O-financien heeft het UMCG nog een aantal aan de UMC-status verbonden bijzondere inkomstenbronnen: de ‘Werkplaatsfunctie’ (in 2013 82 M€) van het Ministerie van Onderwijs voor het faciliteren van medisch onderwijs en onderzoek in de kliniek en de ‘Academische Component’ (in 2013 95 M€) van het Ministerie van Volksgezondheid voor de topreferentiefunctie in de zorg. Die financien worden afzonderlijk verantwoord en komen in dit verslag niet aan de orde. Hoe wordt de O&O-begroting vastgesteld? De O&O-begroting wordt jaarlijks in augustus opgesteld voorafgaand aan het begrotingsjaar. Vervolgens vindt overleg plaats tussen Raad van Bestuur van het UMCG en het College van Bestuur RUG in het Gemeenschappelijk Beleidsorgaan (GBO). Dit GBO stelt de begroting vast. Daarmee wordt de O&Obegroting van het UMCG tevens onderdeel van de RUG-begroting. Tijdens het lopende begrotingsjaar vindt bijstelling plaats op grond van de feitelijke ontwikkelingen. De laatste daarvan was eind 2013. In het bijgevoegde cijfermatige overzicht worden achtereenvolgens weergegeven de oorspronkelijk begroting, de definitieve begroting en de uiteindelijke realisatie op 31 december 2013.
21 Exploitatieoverzicht 2013 Bedragen x € 1.000
Oorspronkelijke begroting 2013 (september 2012)
Aangepaste begroting 2013 september 2013
Realisatie per 31 december 2013
Verschil def. begroting versus realisatie
Reguliere activiteiten Algemene inkomsten
74.182,0
75.426,0
75.426,0
0,0
Externe inkomsten
20.037,3
20.798,6
24.499,4
3.700,8
791,6
807,6
1.184,8
377,3
4.909,9
6.589,6
11.325,8
4.736,2
Totaal Baten
99.920,8
103.621,7
112.436,0
8.814,3
Personeelslasten
68.876,2
70.609,9
70.585,7
-24,2
6.251,1
5.977,0
6.433,0
456,0
Overige lasten
24.253,1
24.869,2
32.404,8
7.535,6
Totaal Lasten
99.380,5
101.456,1
109.423,5
7.967,4
540,3
2.165,6
3.012,5
846,8
1.944,3
1.418,3
1.418,3
0,0
64.526,3
83.854,2
101.798,9
17.944,7
523,6
8.338,6
3.368,0
-4.970,7
0,0
8.908,0
5.897,6
-3.010,4
Totaal Baten
66.994,2
102.519,1
112.482,7
9.963,7
Personeelslasten
34.704,4
52.893,7
58.438,4
5.544,7
3.554,8
4.146,2
591,4
Interne verrekeningen personeel Interne verrekeningen overige lasten
Huisvestingslasten
Resultaat Regulier Projectmatige activiteiten Algemene inkomsten Externe inkomsten Interne verrekeningen personeel Interne verrekeningen overige lasten
Huisvestingslasten Overige lasten
32.731,5
46.899,7
50.701,9
3.802,2
Totaal Lasten
67.435,9
103.348,2
113.286,5
9.938,3
-441,7
-829,1
-803,8
25,4
Resultaat Projectmatig
22 Exploitatieoverzicht 2013 Bedragen x € 1.000
Oorspronkelijke begroting 2013 (september 2012)
Aangepaste begroting 2013 september 2013
Realisatie per 31 december 2013
Verschil def. begroting versus realisatie
Totaal Algemene inkomsten
76.126,3
76.844,3
76.844,3
0,0
84.563,6
104.652,7
126.298,2
21.645,5
1.315,2
9.146,2
4.552,8
-4.593,4
4.909,9
15.497,6
17.223,4
1.725,8
Totaal Baten
166.915,0
206.140,8
224.918,7
18.777,9
Personeelslasten
103.580,6
123.503,6
129.024,1
5.520,5
6.251,1
9.531,8
10.579,2
1.047,4
Overige lasten
56.984,6
71.768,9
83.106,7
11.337,8
Totaal Lasten
166.816,4
204.804,3
222.710,0
17.905,7
98,6
1.336,5
2.208,7
872,2
Externe inkomsten Interne verrekeningen personeel Interne verrekeningen overige lasten
Huisvestingslasten
Resultaat Totaal
Toelichting op belangrijke verschillen tussen begroting en realisatie Het exploitatieresultaat 2013 UMCG-Onderwijs & Onderzoek is € 2,2 miljoen positief op een totaal van 222 M€; €872.200 hoger dan de prognose op basis van de halfjaarcijfers liet zien. Reguliere exploitatie Binnen de reguliere exploitatie is € 8,8 meer aan inkomsten gerealiseerd dan geprognosticeerd. De uitgaven zijn € 8,0 miljoen hoger. De afwijking ten opzichte van de prognose is het gevolg van onder andere: • Meerinkomsten afdelingen, met name door overheveling van saldi van extern gefinancierde projecten naar de reguliere exploitatie(circa € 5,8 miljoen). Deze meerinkomsten hebben (deels) tot hogere uitgaven geleid; • Meerinkomsten Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde, Medisch Ethische Commissie en ontwikkeling protonentherapie (€ 2,3 miljoen). Ook hier staan deels hogere kosten tegenover.
23 • Omzet extern gefinancierde projecten is meer toegenomen dan geprognosticeerd; dit heeft geleid tot extra inkomsten in de reguliere exploitatie vanwege de inhouding van opslagen voor ziekte- en wachtgeldrisico en overhead (circa € 0,6 miljoen); • Verrekening onderwijsinzet met de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen over de studiejaren 2008 t/m 2012 (totaal effect circa € 0,4 miljoen). Exploitatie projecten Bij de projecten is er zowel in opbrengsten als in kosten een grote afwijking ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Dit verschil is hoofdzakelijk van financieel-technische aard, door een andere toerekening van kosten en opbrengsten. De grootste invloed hebben de matchingsbijdragen (personeel en materieel) uit eigen middelen die vereist zijn bij veel extern gefinancierde projecten, het doorsluizen van projectgelden naar collega-instellingen voor projecten waarvan UMCG penvoerder is en Lifelines. De netto omzet extern gefinancierde onderzoeksprojecten (i.e. het bedrag exclusief matchingsbijdragen, bijdragen voor derden ) en exclusief de omzet Lifelines is in 2013 met € 2,9 afgenomen van € 65,5 miljoen in 2012 naar € 62,6 miljoen in 2013. Inclusief de netto omzet Lifelines is er wel sprake van een groei; van € 73,2 in 2012 naar € 78,8 miljoen in 2013. Bezuinigingstaakstelling UMCG-O&O In 2011 is besloten, om in verband met de in de jaren 2011-2014 geprognosticeerde 10% teruglopende inkomsten van de kant van de rijksoverheid voor de reguliere O&O-activiteiten, een bezuiniging van structureel € 8 miljoen door te voeren. Een groot deel van de bezuinigingstaakstelling UMCG-O&O is in 2013 gerealiseerd. De totale taakstelling moet in 2014 volledig zijn gerealiseerd.
24 Colofon Gegevens: Concerncontrol O&O – UMCG Redactie: UMCG Vormgeving: Jan Bekker, Letter & Lijn, Groningen