Jaarverslag 2008 Centrum voor Revalidatie Universitair Medisch Centrum Groningen
Inhoudsopgave Inleiding 4 Hoofdstuk 1 Gegevens patiëntenzorg 6 • locatie Beatrixoord 7 • locatie Groningen 10 Kwaliteitszorg 12 Hoofdstuk 2 Onderzoek 16 Onderzoekslijnen 17 • Amputaties, prothesiologie, orthesen 17 • Aspecifieke chronische lagerugpijn en andere pijnsyndromen 18 • Arm- en handletsels 19 • Trainbaarheid 21 • Revalidatie Chronisch Zieken 23 • Neurologische revalidatie volwassenen 24 • Kinderrevalidatie 24 Wetenschappelijke publicaties 26 • Wetenschappelijke publicaties in internationaal tijdschrift 26 • Boek samengesteld als editor 31 • Boekbijdragen (Engelstalig) n.a.v. congres of cursus 31 • Boekbijdragen (Nederlandstalig) n.a.v. congres of cursus 31 • Boekbijdragen (Nederlandstalig) niet n.a.v. congres 32 • Artikel als product van eigen werk 35 Voordrachten, abstracts en posters 37 Voordrachten 37 Abstracts en posters 45
Hoofdstuk 3 Onderwijs 48 Inleiding 48 • Facultair Onderwijs Geneeskunde 51 • Facultair Onderwijs anders 53 • Overig niet-facultair onderwijs 53 • Onderwijs aan HBO-ers in opleiding 53 • Post-HBO onderwijs 55 • Overig onderwijs niet-HBO 56 Basiscursis en Nascholingscursus VRA 56 Capita Selecta 57 Refereeravonden 57 Stagebegeleiding 57 Colofon 60
Inleiding Mw. drs Y.M. Jensma, manager Zorg, manager Bedrijfsvoering a.i., Centrum voor Revalidatie - UMCG Terugkijkend op 2008 constateer ik dat het Centrum voor Revalidatie – UMCG op bestuurlijk gebied een turbulent jaar achter de rug heeft waarin we moesten schuiven met taken en verantwoordelijkheden. Professor dr. Klaas Postema legde met ingang van 1 oktober zijn functie als afdelingshoofd neer en het laatste kwartaal van 2008 werden zijn taken waargenomen door dr. Rienk Dekker, chef de policlinique van locatie Groningen. Toch heeft het CvR, mede dankzij het begrip en de inzet van alle medewerkers, ook deze turbulentie goed doorstaan. Het moment waarop de inleiding voor het jaarverslag wordt geschreven, is altijd een goed moment om stil te staan bij de vraag: ‘Wat hebben we eigenlijk allemaal gedaan in 2008?’. Je bladert oude agenda’s nog eens door, dat wil zeggen: tegenwoordig scroll je terug in Outlook. Sommige dingen staan je nog zó helder voor de geest, andere zijn alweer wat weggezakt. Maar overal zie je wel de rode draad, de kern van wat het Centrum voor Revalidatie - UMCG wil zijn. Veel aandacht voor de patiënt als partner bij de behandeling, veel aandacht voor innovatie en wetenschappelijk onderzoek – ter illustratie hiervan vindt u in dit jaarverslag een aantal korte stukjes. Toen we in mei 2008 begonnen met het schrijven van een nieuw strategisch beleidsplan voor de komende drie jaar, spraken we met elkaar over de keuze voor strategische waardedisciplines. Er kan geen zorgaanbieder bestaan die zegt de allerbeste zorg te verlenen op een snelle, makkelijke en betrouwbare manier, volledig afgestemd op de individuele patiënt en dat alles tegen een scherpe prijsstelling. Een zorgorganisatie moet kiezen voor een bepaalde waardestrategie. Niet kiezen betekent stuck in the middle. Een stuurloze situatie, er is immers geen focus. Op welke van de drie waardestrategieën (Tracey en Wiersma) moest de nadruk komen te liggen? Klantintimiteit (customer intimacy) – de patiënt willen we immers centraal stellen? Of kostenleiderschap (operational excellence) – met de marktwerking in de zorg in het achterhoofd, ook zeker veel voor te zeggen.
Toch kozen we – zonder uiteraard de andere twee waardestrategieën uit het oog te verliezen – voor productleiderschap (productleadership), dé strategische waardestrategie die past bij een universitair revalidatiecentrum zoals wij dat zijn. Het strategisch beleidsplan, dat in 2008 is geschreven, is vanuit het concept van het productleiderschap opgezet en kent globaal de volgende onderwerpen: • Het CvR is voortdurend gericht op vernieuwing en innovatie; • Het CvR ziet de patiënt als partner in de behandeling; • Het CvR is gefocust op een effectieve behandeling (doeltreffend de goede dingen doen); • Wetenschappelijk onderzoek (eigen onderzoek of onderzoek van anderen) wordt snel vertaald in nieuwe behandelmethodieken en zorgproducten; • Het CvR biedt, om dit alles te bereiken, een ondernemende, creatieve cultuur en een open mind. Kortom: het CvR gaat voor de beste, state of the art-producten. Maar dat is allemaal wat komen gaat. In 2008 richtten we ons vooral op de ‘oude’ strategische doelen. Welke activiteiten we rond ‘Gericht Bewegen’ ontwikkelden, leest u in dit jaarverslag. Wederom is het indrukwekkend te zien welke vernieuwingen zijn ontworpen en doorgevoerd en hoeveel wetenschappelijke productie is gerealiseerd. En bovenal: hoe goed onze patiëntenzorg in 2008 was. De in dit jaar geïntroduceerde spiegelbijeenkomsten zijn een goed instrument om te kijken wat patiënten van onze zorg vinden. Natuurlijk zijn er altijd dingen te verbeteren, maar in het algemeen zijn patiënten erg tevreden. Dat maakt ons tevreden, maar niet genoegzaam. We blijven doorgaan met het vernieuwen van onze zorg, in 2009 en daarna. Ik wens u veel plezier bij het lezen van dit jaarverslag. Groningen, juni 2009.
Aantal patiënten, klinisch Amputatieteam Neurorevalidatieteam * Dwarslaesieteam Pijnteam Totaal revalidatie Diabetesteam Hart- en Oncologieteam Longrevalidatieteam Reumateam Totaal chronisch zieken
2006
Verpleegdagen
2006
2007
2008
53 196 125 0 374
63 206 142 1 412
67 225 133 1 426
25 44 146 71 286
37 41 138 58 274
44 36 144 48 272
2007
2008
Amputatieteam 3.604 Neurorevalidatieteam 13.557 Dwarslaesieteam 9.294 Pijnteam Totaal revalidatie 26.455
4.075 13.512 9.358 12 26.957
4.506 12.889 9.232 25 26.652
Diabetesteam Hart- en Oncologieteam Longrevalidatieteam Reumateam Totaal chronisch zieken
966 1.629 7.378 3.099 13.072
931 1.627 7.768 2.275 12.601
580 1.519 6.845 4.689 13.633
Gemiddelde verpleegduur **
2006
2007
2008
Amputatieteam Neurorevalidatieteam Dwarslaesieteam Pijnteam Totaal revalidatie
68 69 74 71
65 66 66 12 65
67 57 69 25 63
Diabetesteam Hart- en Oncologieteam Longrevalidatieteam Reumateam Totaal chronisch zieken
23 35 47 66 48
26 40 53 53 48
21 45 54 47 46
* De benaming NAH-team is in 2008 gewijzigd in Neurorevalidatieteam. ** In tegenstelling tot voorgaande jaren is de gemiddelde verpleegduur een afgeleide van het aantal ontslagen/overleden patiënten en niet van het aantal opnames.
hoofdstuk 1 | gegevens patiëntenzorg
Hoofdstuk 1 Gegevens patiëntenzorg
Patiëntenzorg locatie Beatrixoord
ontwikkeling vraaggestuurd aanbod
groepstherapie bij handartrose Het Handenteam heeft een groepstherapie ontwikkeld voor mensen met artrose van de handen. Artrose komt voor bij 80% van de mensen boven de zestig jaar. Een deel van deze mensen heeft pijn- en/of functieklachten en ervaart problemen in het dagelijks functioneren. Er blijkt echter geen duidelijke correlatie te zijn tussen het hebben van artrose en het hebben van klachten. Voor mensen die wél klachten hebben, en daarmee naar de revalidatie komen, is de groepstherapie ontwikkeld. Uiteraard is met groepstherapie artrose niet te genezen maar wel is de kwaliteit van leven te verbeteren. Tijdens drie bijeenkomsten geeft de nurse practitioner of de revalidatiearts voorlichting over artrose, medicijnen en behandelingen. De fysiotherapeut benadrukt het belang van bewegen en neemt een aantal oefeningen met de deelnemers door om de kwaliteit van de gewrichten zo goed mogelijk te houden. De ergotherapeut geeft leefstijladviezen en voorlichting over gewrichtsbescherming. De psycholoog bespreekt met de deelnemers hoe om te gaan met pijn en een blijvende aandoening en wat ze zelf kunnen doen om het leven zo aangenaam mogelijk te maken. Gelet op het aantal aanmeldingen voorziet de artrosegroep in een behoefte. Groepstherapie blijkt in het geval van patiënten met handartrose effectiever dan individuele therapie. De deelnemers leren veel van elkaar en geven elkaar handige tips. Vooral het lotgenotencontact doet veel goed. Een eerste evaluatie laat dan ook zien dat de deelnemers na afloop tevreden zijn over de groepstherapie.
kinderen revalideren mee met hun ouder Voor de kinderen van een patiënt komt steeds meer aandacht. Terecht, want of het nou om een hartaanval gaat, diabetes of een CVA: de kinderen moeten er maar mee zien om te gaan dat hun vader of moeder ziek is. Het Neurorevalidatieteam houdt daarom eenmaal per maand een Kids-middag om kinderen te betrekken bij het revalidatieproces van hun ouder. In principe een eenmalige bijeenkomst maar kinderen zijn van harte welkom als ze nog eens willen komen. Kinderen willen liever wat doen dan praten. Daarom wordt gekozen voor een activiteit waaraan het hele gezin kan meedoen, bijvoorbeeld iets creatiefs, zoals samen een collage maken of sport, zoals rolstoelhockey. Niet alleen de kinderen hebben er baat bij; afatische patiënten bijvoorbeeld leren hier op een andere manier dan in taal met hun kinderen omgaan. Na afloop wordt er nagepraat en wat gedronken in het sportcafé. Door de kids-middag krijgen kinderen een idee van ‘wat papa doet in Beatrixoord en waarom’. De ervaringen zijn positief. Het blijkt dat de gezinsleden makkelijker praten over de ziekte als het hele gezin eenmaal naar een kids-middag is geweest.
2006
2007
Amputatieteam 70 73 Neurorevalidatieteam 498 547 Dwarslaesieteam 158 174 Kinderrevalidatieteam 326 369 Pijnteam 405 441 Totaal revalidatie 1.457 1.604 Diabetesteam 194 173 Hart- en Oncologieteam 264 301 Longrevalidatieteam 311 312 Reumateam 128 134 Totaal chronisch zieken 897 920
Revalidatiebehandeluren
2006
Poliklinisch Amputatieteam 1.740 Neurorevalidatieteam 9.502 Dwarslaesieteam 1.927 Kinderrevalidatieteam 12.184 Pijnteam 6.503 Arbeid * 140 Totaal revalidatie 31.996 Diabetesteam 3.403 Hart- en Oncologieteam 6.309 Longrevalidatieteam 6.900 Reumateam 3.055 Totaal chronisch zieken 19.667
2007
2008 80 571 235 336 416 1.638 166 262 321 123 872
2008
2.091 10.183 2.175 12.812 6.808 227 34.296
2.223 12.101 2.142 16.215 6.855 234 39.770
3.025 6.738 6.913 3.166 19.842
3.251 6.091 7.513 3.140 19.995
Klinisch Amputatieteam 4.070 4.391 Neurorevalidatieteam 18.248 22.252 Dwarslaesieteam 8.711 9.938 Pijnteam 21 Totaal revalidatie 31.029 36.602 Diabetesteam 640 922 Hart- en Oncologieteam 1.474 1.477 Longrevalidatieteam 6.227 6.163 Reumateam 4.383 3.128 Totaal chronisch zieken 12.724 11.690
5.258 22.562 11.252 34 39.106 901 1.494 6.178 2.413 10.986
* Arbeid is dit jaar toegevoegd. Definitie Aantal patiënten = het totaal aantal uniek voorkomende patiënten in een kalenderjaar, die minimaal 1 rbu (revalidatie-behandeluur) hebben gescoord. Het aantal patiënten van Hartrevalidatie bevat dus niet meervoudige hartrevalidatie en oncologie; hierbij is immers geen sprake van rbu’s.
hoofdstuk 1 | gegevens patiëntenzorg
Aantal patiënten, poliklinisch
Consulten en medebehandelingen
Pijnspreekuur Nieuwe patiënten Tweede consult
Polikliniek Eerste consult Totaal consulten (incl. controles) Kliniek Consulten/medebehandelingen
Aantal nieuwe en controlepatiënten specifieke werkgroepen Werkgroep Perifere Zenuwletsels Nieuwe patiënten Controlepatiënten Werkgroep Congenitale Aandoeningen Bovenste Extremiteiten (CABE) Nieuwe patiënten Controlepatiënten Controles technisch spreekuur Handenspreekuur Plastische Chirurgie, Revalidatie, Ergo- en Fysiotherapie (PLCH) Nieuwe patiënten Controlepatiënten
2006
2007
2.514 8.769
2.806 8.264
3.062 9.534
634
630
747
2006
2007
2008
2008
116 108
107 67
93 76
20 79 26
11 69 28
17 67 26
126 103
140 100
133 123
Handenspreekuur Plastische Chirurgie, Orthopedie, Revalidatie, Traumatologie (PORT-spreekuur) Nieuwe patiënten 42 Controlepatiënten 20
49 33
90 92
Reumahandenspreekuur Nieuwe patiënten Controlepatiënten
3 100
55 68
50 47
Cerebrale Parese en CP-handenspreekuur Nieuwe patiënten Controlepatiënten
3 109
12 76
2 106
31 19
36 18
27 13
Complex Regionaal Pijn Syndroom Nieuwe patiënten Controlepatiënten
10
2006
2007
2008
266 295
325 359
371 405
Kinderrevalidatie en Orthopedie Nieuwe/controlepatiënten
73
95
115
Neuromusculaire Aandoeningen, volwassenen Nieuwe/controlepatiënten
29
26
36
Neuromusculaire Aandoeningen, kinderen Nieuwe/controlepatiënten Tweede consult
4 86
2 83
3 79
23 1.120
20 1.141
8 22
7 33
Schoenenspreekuur Nieuwe patiënten 22 Tweede consulten 1.201 OIM-spreekuur bovenste extremiteit Nieuwe patiënten 4 Tweede consulten 13 OIM-spreekuur onderste extremiteit Nieuwe patiënten Tweede consulten
19 143
2006
19 116
Verrichtingen paramedische en psychosociale disciplines Polikliniek Ergotherapie Fysiotherapie * Klinische psychologie Psychomotorische therapie
14.112 14.235 19.153 11.573 452 507 1.500 803
13.254 10.997 527 800
Kliniek (andere afdelingen UMCG) Ergotherapie Fysiotherapie Klinische psychologie Logopedie ** Psychomotorische therapie
5.720 5.186 65.671 59.758 3 9 621 652 115
5.261 59.430 1 705 21
Laboratorium voor Houdings- en Bewegingsanalyse Gangbeeld 84 Spiertest - dynamometrie 87
2007
25 145
109 113
2008
118 28
* Per 1 oktober 2007 is Sportgeneeskunde een zelfstandige afdeling geworden en tellen de verrichtingen die de Fysiotherapie deed voor Sportgeneeskunde niet meer mee. Dit verklaart de daling van het aantal verrichtingen. ** Deze cijfers verschillen met vorige jaarverslagen omdat in voorgaande jaren een andere registratie is toegepast. De discipline Logopedie registreert nu conform andere disciplines. De cijfers uit voorgaande jaren zijn omgerekend.
11
hoofdstuk 1 | gegevens patiëntenzorg
Patiëntenzorg locatie Groningen
Kwaliteitszorg
Dit zijn wij aan onze professionele stand verplicht. We willen ons op deze manier extern positioneren, verantwoording afleggen aan verzekeraars en de maatschappij over de aan ons toegewezen middelen en patiënten een transparante en heldere keuze bieden.
De MIP-commissie van locatie Beatrixoord vergaderde in 2008 viermaal over de gemelde incidenten. Bij de analyse en afhandeling van een incident lag de nadruk op eventuele verbeteracties om een dergelijk incident in de toekomst te voorkomen. De MIP-commissie zorgde tevens voor een structurele terugkoppeling via geanonimiseerde kwartaalregistratie naar de teamleiding, zodat zij de gegevens kunnen gebruiken voor verbeteringen. In 2008 waren er 415 meldingen. Het overzicht laat voor 2008 vooral een toename zien van gemelde medicijn- en valincidenten en een lichte daling van de overige incidenten.
2006 106 187 45 338
Valincidenten Medicijnincidenten Overige incidenten Totaal
2007 99 196 52 347
2008 138 247 30 415
De MIP-commissie bracht de volgende adviezen uit: • aan het Afdelingsbestuur over de (on)betrouwbaarheid van het huidige detectiesysteem; • aan het hoofd Hoteldienst a.i. en het hoofd Voedingsdienst over het verstrekken van dieetvoeding; • aan het Afdelingsbestuur, het hoofd Technische Dienst, de leidinggevende BHV, de coördinator Receptie en de voorzitter Reanimatiecommissie over de gang van zaken rondom het onwel worden van een patiënt in het Tuincafé; • aan teamleiding om te benadrukken dat het van groot belang is om alle incidenten te blijven melden. Verder kregen diverse zaken de aandacht, zoals: • de voorschriften voor de bediening van de beweegbare zwembadvloer; • het maken van een ECG; • het te vroeg sluiten van de liftdeuren bij gebruik door een scootmobiel; • de onduidelijke rangschikking van de telefoonnummers van locatie Beatrixoord in de digitale telefoongids UMCG; • het vrijhouden van het rolstoelpad. In 2008 waren er in locatie Groningen zes FONA-meldingen.
Project behandelresultaten Het CvR is al enige tijd bezig om de behandelresultaten op een heldere en inzichtelijke manier te duiden. Dit is belangrijk zodat wij aan de hand van kwantitatieve en kwalitatieve uitkomstmaten aan zorgverzekeraars en patiënten, maar ook aan ons zelf, duidelijk kunnen maken wat de resultaten van onze behandelingen zijn en hoeveel kapitaal wij inzetten om dit resultaat te bereiken. Met dit project beogen wij verschillende doelen te behalen: • we willen in maat en getal aangeven wat we doen; • we willen weten of we het goed doen, hiervoor is vergelijking met andere aanbieders nodig; • we willen dat patiënten bij ons in behandeling komen en daarvoor zijn contracten met zorgverzekeraars nodig, we willen dus ons product in de markt zetten; • we willen onze behandeling steeds weer verbeteren.
12
Prestatie-indicatoren Sinds 2004 levert het CvR informatie aan de branche-organisatie Revalidatie Nederland voor de basisset prestatieindicatoren. Deze basisset bevat vragen over aspecten van het werk dat in de revalidatiecentra wordt verricht. Revalidatie Nederland beoogt met het inzetten van indicatoren twee doelen. Op de eerste plaats buitenstaanders de mogelijkheid bieden op relatief eenvoudige wijze de gezondheid van de Nederlandse revalidatiecentra te kunnen beoordelen en vast te stellen of zij hun maatschappelijke rol goed (kunnen) vervullen. Op de tweede plaats wil Revalidatie Nederland met de prestatie-indicatoren revalidatiecentra gebruik laten maken van de ervaringen van collega-instellingen met het doel de kwaliteit van de revalidatiezorg te verhogen. In december 2008 kregen wij voor onze aangeleverde informatie over 2007 een score; het CvR scoort drie sterren. Dat betekent weliswaar ‘goed’ maar het CvR streeft naar vier sterren (‘uitstekend’). Om de gewenste vier sterren te krijgen, moet het CvR nog transparanter zijn. Dat kan bijvoorbeeld bereikt worden door het invoeren van de Utrechtse Schaal voor Evaluatie Revalidatie (USER) in alle behandelteams, het publiceren van de wachttijden per diagnosegroep op onze website en het optimaliseren van de complicatieregistratie voor schouderinjecties bij CVA-patiënten. In 2008 is ook al een aantal acties ingezet - zoals de registratie van decubitusincidentie bij dwarslaesiepatiënten - en de verwachting is dan ook dat onze score voor 2008 al hoger zal zijn dan die van 2007.
Teamwork zorgt voor helder communiceren in teamrapportage In april 2008 werd Teamwork, de nieuwe module voor teamrapportage, officieel geaccepteerd door de de stuurgroep van het project. Daarmee kwam de weg vrij om de module te implementeren: het Longrevalidatieteam - dat had meegewerkt aan de proef - was het eerste team waar de module geïmplementeerd werd. Aanleiding voor de ontwikkeling van de module was de wens om verschillende onderdelen meer aan elkaar te ‘linken’. Nieuwe digitale technieken boden inmiddels ook veel meer mogelijkheden. De module werd in nauw overleg met een projectgroep en potentiële gebruikers op maat gemaakt door een externe software ontwikkelaar. Teamwork levert enerzijds gebruikersgemak op, maar ondersteunt vooral ook het behandelproces door een heldere rapportage, waardoor voor elke discipline duidelijk is welke bijdrage ze leveren aan het behandelproces van de individuele patiënt. Dat werkt positief op de behandeling, niet alleen voor de behandelaars maar zeker ook voor de patiënt, die ook een verslag krijgt van de vorderingen. Voor behandelaars valt tijdwinst te behalen. Zo worden bijvoorbeeld de behaalde behandeldoelen automatisch gelinkt naar het ontslagfomulier; eerder moest dat overgetypt worden. Ook wordt aan het eind van de behandeling in het ontslagformulier zichtbaar welke doelen behaald zijn.
Kwaliteitsprijs Het Afdelingsbestuur van het CvR heeft in 2006 de Kwaliteitsprijs ingesteld. Werknemers, vrijwilligers, of groepen die de kwaliteit van ‘het product revalidatie’ een impuls geven, kunnen daarvoor in aanmerking komen. Het Afdelingsbestuur doet elk jaar een oproep aan medewerkers om mensen voor de prijs te nomineren. De CliëntenAdviesRaad (CAR) maakt uit de voordrachten een selectie van drie genomineerden, waaruit het Afdelingsbestuur de uiteindelijke keuze maakt en op de Nieuwjaarsreceptie in januari wordt de winnaar bekendgemaakt.
13
hoofdstuk 1 | gegevens patiëntenzorg
MIP-commissie
De top-3 van 2008 was: Janny Hilbolling - sociotherapeute van het Longrevalidatieteam. Janny werd tweemaal genomineerd. Zij heeft een nazorgtraject opgezet op diverse locaties in de drie noordelijke provincies in de vorm van dagverzorging. Een fysiotherapeut, longverpleegkundige, diëtiste, activiteitentherapeut, psycholoog en verpleegkundige bieden patiënten daar twee dagen per week een gezonde maaltijd, sociale contacten, conditietraining en creatieve activiteiten. De nazorg is van een dermate hoge kwaliteit dat patiënten bij een terugval veel minder snel terugkeren naar het CvR. Een grote stap vooruit in de ketenzorg. Joke Stulp – filmer/pedagogisch medewerker. Joke werd genomineerd voor haar films, waardoor teams de kwaliteit van hun behandeling of een specifieke behandelmethode kunnen laten zien. Haar inleving in het onderwerp, haar samenwerking met de teammedewerkers en haar gave dit alles vorm te geven, getuigt van een bijzondere kwaliteit.
één voor het verlaten van de kamer is. De nieuwe isolatiekaarten zijn aan alle verpleegafdelingen verstrekt. In 2008 zijn alle patiënten waarbij isolatieverpleging geïndiceerd was, in een registratieprogramma bijgehouden.
Decubitusprevalentie Locatie Beatrixoord heeft meegedaan aan het Landelijk PrevalentieOnderzoek Decubitus (LPOD), dat in april werd gehouden. De prevalentie van decubitus lag in locatie Beatrixoord op 2,8%; het landelijk gemiddelde is 5,4%. In november heeft locatie Beatrixoord ook meegedaan aan het prevalentieonderzoek van Revalidatie Nederland. De decubitusprevalentie (graad 2 t/m 4, verworven in het centrum) op locatie Beatrixoord is afgenomen naar 0,8%; in 2007 was dat nog 3,1%.
Melinda Vaatstra – verpleegkundige afdeling G, hartrevalidatie. Melinda Vaatstra is de motor geweest in de professionalisering van het Reanimatieteam. Door middel van een scholingsprogramma heeft zij het Reanimatieteam naar een hoger niveau weten te tillen; ze heeft knelpunten gesignaleerd en opgelost en borgt de continuïteit en de kwaliteit van het Reanimatieteam. Janny Hilbolling werd de winnaar.
Infectiepreventie
hoofdstuk 1 | gegevens patiëntenzorg
De infectiewerkgroep in locatie Beatrixoord heeft een tweeledige doelstelling: het draagvlak voor infectiepreventie te verbreden en een betere inbedding van de infectiepreventie in de werkwijze op de afdelingen. De werkgroep heeft de volgende taken: • als klankbord en denktank te fungeren waarin deskundigen en vertegenwoordigers van de teams elkaar kunnen ontmoeten teneinde adequate adviezen te kunnen geven aan het Afdelingsbestuur, de sectie Infectiepreventie, de teamleiding en de medewerkers van de behandelteams; • gevraagd en ongevraagd advies geven aan het Afdelingsbestuur; • signaleren van lacunes en vragen; • stimuleren van infectiepreventie in de zorg bij patiënt, medewerker en bezoek; • mede uitvoering geven aan het infectiepreventiebeleid. Onderwerpen in 2008 waren onder andere: • projectvoorstel medische hulpmiddelen; • kledingadviezen fysiotherapie; • mogelijkheid themadag Infectiepreventie; • advies aan het Afdelingsbestuur over voorlichting en bijscholing. Locatie Beatrixoord heeft een vaste consulent ziekenhuishygiënist, die het infectie¬preventiebeleid voorbereidt en coördineert. Daarnaast heeft zij het afdelingsoverstijgende aandachtsgebied ‘Richtlijnen en protocollen’ en is ze op afroep betrokken bij (ver)bouwprojecten. De ziekenhuishygiënist heeft een adviserende rol in de volgende commissies/projecten: • Werkgroep Infectiepreventie • Wondcommissie • Hazard Analysis Critical Control Points (HACCP) • Bouw- en verbouwprojecten. Vanwege logistieke efficiëntie heeft de ziekenhuishygiënist (in overleg met de dienst Arbeid en Gezondheid) in 2008 zeven hepatitis B-vaccinaties gegeven aan medewerkers van locatie Beatrixoord. De afdeling Infectiepreventie heeft voor alle vormen van isolatie nieuwe kaarten ontwikkeld voor de behandeling van patiënten in isolatie. De kaarten bestaan uit een set waarbij één kaart voor het binnengaan van de kamer en
14
15
Hoofdstuk 2 Onderzoek
Onderzoekslijnen Amputaties, prothesiologie, orthesiologie Cardiologische belasting bij amputatiepatiënten Projectleiders prof. dr. J.H.B.Geertzen, prof. dr. D.J. van Veldhuisen, dr. J.J.A.M. van den Dungen, dr. P.U. Dijkstra Onderzoeker drs. M. Riemersma Publicatie 2008 Functioneren met een heupexarticulatie/hemipelvectomie Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. T. Schoppen, dr. R. Dekker Onderzoeker drs. P. Yari Publicatie 2008 Reflectieve professionals in het Amputatieteam: biomedische kennis in kaart Projectleiders dr. A.T. Lettinga, prof. dr. K. Postema, T. Hemminga, prof. dr. E. Otten Onderzoeker drs. S. van Twillert Publicatie 2009
Conditiemeting bij amputatiepatiënten Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. T. Schoppen, dr. R. Dekker Onderzoeker drs. E.K. Simmelink Publicatie 2009 Balanshandhaving en bewegingssturing bij patiënten met een beenprothese Projectleiders prof. dr. K. Postema, dr. T. Schoppen, prof. dr. E. Otten Onderzoeker drs. A.H. Vrieling Promotie 2009 The interaction of prosthetic foot properties and individual motor capacity – impact on motor performance Projectleiders prof. dr. K. Postema, prof. dr. E. Otten, prof. dr. J. Freiwald Onderzoeker drs. C. Curtze Promotie 2009 De effecten van schoenaanpassingen op de balans Projectleiders prof. dr. K.Postema, prof. dr. J.H.B. Geertzen Onderzoeker drs. J.M. Hijmans Promotie 2009 Vóórkomen en predictie van fantoompijn Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. P.U. Dijkstra Onderzoeker J.C. Bosmans Promotie 2009
16
17
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
Therapie-innovatie bij patiënten met een beenamputatie Projectleiders dr. A.T. Lettinga, prof. dr. K. Postema, T. Hemminga, prof. dr. J.H.B.Geertzen Onderzoeker drs. S. van Twillert Publicatie 2009
Monitor Orthopedisch Schoeisel (MOS) Projectleiders prof. dr. K. Postema, dr. M.J.A. Jannink, prof. dr. J.H.B. Geertzen, drs. J.M. Hijmans Onderzoeker drs. S.J.J. van Netten Promotie 2010 Programma-innovatie van de behandeling van patiënten met een beenamputatie Projectleiders dr. A.T. Lettinga, prof. dr. K. Postema, prof. dr. J.H.B. Geertzen, T. Hemminga Onderzoeker drs. S. van Twillert Promotie 2013
Aspecifieke chronische lagerugpijn en andere pijnsyndromen Beïnvloeding van de laterale curvatuur bij scoliose op basis van functionele EMG’s Projectleiders prof. dr. A.G. Veldhuizen, dr. J.P.K. Halbertsma Onderzoekers drs. G.J. Bulthuis, drs. M.E. van Alst, drs. L.A. van Vught Publicatie 2008 Relatie psychosociale distress en functionele capaciteit Projectleiders dr. M.F. Reneman, prof. dr. J.H.B. Geertzen Onderzoeker drs. H.R. Schiphorst Preuper Publicaties 2008 Relatie psychosociale distress en zelfgerelateerde beperkingen Projectleiders dr. M.F. Reneman, prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. P.U. Dijkstra, dr. A.M. Boonstra Onderzoeker drs. H.R. Schiphorst Preuper Publicaties 2008 Pijnacceptatie Projectleiders dr. M.F. Reneman, prof. dr. J.H.B. Geertzen Onderzoeker drs. M. Kleen Publicaties 2009 Amputatie en CRPS-I Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. P.U. Dijkstra, dr. W.F.A. den Dunnen, dr. J.J.A.M. van den Dungen Onderzoeker drs. N.M. Hulsman Publicatie 2009 Activiteitenpatronen van mensen met chronische pijn Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, drs. H.R. Schiphorst Preuper, dr. M.F. Reneman Onderzoeker drs. M. Helmus Publicaties 2009 Normering Functionele CapaciteitsEvaluatie Projectleiders dr. M.F. Reneman, prof. dr. J.H.B. Geertzen, prof. dr. J.W. Groothoff Onderzoeker drs. R. Soer Promotie 2009
18
Cognitieve educatie gericht op het beïnvloeden van ziektepercepties: een theoriegestuurd evaluatie-onderzoek Projectleiders dr. A.T. Lettinga, prof. dr. G.J. Lankhorst Onderzoeker drs. P. Siemonsma Promotie 2010 Therapie-innovatie in de pijnrevalidatie: een TransFoRM-project Projectleiders dr. A.T. Lettinga, drs. S. van Twillert, drs. P. Siemonsma Onderzoeker drs. B. Poels Publicatie 2010 Knelpunten en problemen bij de diagnostiek van chronische lagerugklachten bij allochtone patiënten en het effect hierop van een gerichte interventie Projectleiders prof. dr. J. Dekker, prof. dr. J.H.B. Geertzen, drs. J.H.M. Dekker Onderzoeker drs. M. Sloots Promotie 2010
Arm- en handletsels Trainingsprotocollen voor myo-elektrische armprothesen Projectleiders dr. R.M. Bongers, dr. C.K. van der Sluis, prof. dr. K. Postema, prof. dr. T.W. Mulder Onderzoeker drs. H. Bouwsema Publicatie 2008 De invloed van een MCP-stabiliserende orthese op de handfunctie van patiënten met reumatoïde artritis en het intrinsic plus-fenomeen Projectleiders dr. C.K. van der Sluis, dr. P.U. Dijkstra Onderzoeker S.A. Formsma MSc Publicatie 2008 Het effect van de nurse practitioner in het reumahandenspreekuur Projectleiders dr. C.K. van der Sluis, dr. P.U Dijkstra, dr. A.T. Lettinga Onderzoekers drs. L. Datema, I. Saan Publicatie 2008 Functioneren en overleving van meervoudig gewonden Projectleiders prof. dr. H.J. ten Duis, dr. C.K. van der Sluis Onderzoeker drs. J.M.M. Nijboer Publicatie 2008 Verworven amputaties van de bovenste extremiteit en arbeidsproblematiek Projectleider dr. C.K. van der Sluis Onderzoeker drs. P.P. Hartman Publicatie 2009 Mental imagery bij hand-/polsletsels Projectleiders prof. dr. T.W. Mulder, prof. dr. J.P.A. Nicolai, prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. C.K. van der Sluis Onderzoeker drs. M.W. Stenekes Promotie 2009
19
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
Huidproblematiek na amputatie Projectleiders prof. dr. J.H.B.Geertzen, dr. P.U. Dijkstra, prof. dr. M.F. Jonkman Onderzoeker drs. H.E.J. Meulenbelt Promotie 2010
ontwikkeling vraaggestuurd aanbod Evaluation of the relation between age of upper limb prosthesis fitting and later functional use of prostheses in children and young adults with transversal congenital unilateral upper limb deficiency Projectleiders dr. C.K. van der Sluis, dr. C.G.B. Maathuis, prof. dr. M. Hadders-Algra Onderzoeker drs. K. Huizing Publicatie 2009
teleconsultatie verovert plek in CvR
Het Handenteam in locatie Groningen ziet onder meer mensen met onbegrepen polsklachten. Eerder kregen deze patiënten alleen fysiotherapie, maar toen bleek dat minder dan de helft van deze patiënten verbeterde, begon in 2004 het polsscholingsprogramma. Sinds die tijd krijgen patiënten een intake bij de revalidatiearts, fysiotherapeut, ergotherapeut en de psycholoog. Na afloop hiervan beoordelen de behandelaars op welk vlak het probleem vooral ligt, of de patiënt geschikt is voor het polsscholingsprogramma en bij welke disciplines de patiënt het meest gebaat zal zijn. Het behandelingsvoorstel wordt met de patiënt besproken.
In oktober 2006 kreeg het Centrum voor Revalidatie een subsidie van het Innovatieve Actieprogramma Groningen (IAG) voor het project ‘Video-teleconsult Houding en Beweging’, in de wandeling Telefysi genoemd. De innovatie was, dat ICT in de zorg geïntroduceerd werd in de vorm van telemedicine.
In ongeveer drie maanden bezoekt de patiënt met afnemende frequentie de polikliniek. Daarnaast zijn er huiswerkopdrachten. Alle drie de disciplines behandelen niet op stoornisniveau maar op participatieniveau. De fysiotherapeut richt zich met name op belasting – belastbaarheid, de ergotherapeut kijkt vooral naar activiteiten van het dagelijks leven, de psycholoog onderzoekt hoe de patiënt tegen zijn klachten aankijkt en welke copingstrategieën hij hanteert. De insteek van het programma is dat de therapeut vooral een begeleidende rol heeft en bekijkt welke gedragsveranderingen kunnen helpen de gestelde doelen te bereiken. De nieuwe aanpak laat bij een tussentijdse evaluatie betere resultaten zien dan de monodisciplinaire aanpak van weleer.
20
Kinderfysiotherapeuten in de eerstelijn sturen veel kinderen met complexe houdings- en bewegingsstoornissen door naar het UMCG voor een second opinion. In het project Telefysi konden zeventien kinderfysiotherapeuten uit de provincie Groningen video-opnames van deze kinderen naar een speciale, beveiligde, site mailen met de vraag om beoordeling en advies. Behalve deze zeventien kinderfysiotherapeuten namen drie kinderrevalidatieartsen en een kinderfysiotherapeut van het CvR deel aan het project. De deelnemers mailen, met toestemming van de ouders, korte filmpjes waarop het probleem duidelijk is te zien en voegen anamnese en essentiële informatie bij. De aanvrager stelt de vraag aan de behandelaar die de meeste kennis heeft over en ervaring met dit specifieke beeld. Doorgaans heeft de aanvrager binnen vier dagen antwoord op zijn vraag. Deze manier van werken heeft grote voordelen. Iedere deelnemer kan de beelden bekijken op een moment dat het beste past. De fysieke doorverwijzing van het kind naar het UMCG kan uitgesteld worden, wellicht helemaal niet nodig blijken te zijn, en dat is zowel voor het kind en de ouders als voor specialist en fysiotherapeut winst. Ook de ouders zijn uitermate tevreden over deze manier van werken. Teleconsultatie is niet alleen kostenbesparend maar ook een duidelijke kwaliteitsimpuls voor verbetering van efficiënte zorg gebleken.
De behandeling van buigpeesletsels, actief versus passief Projectleider dr. C.K. van der Sluis Onderzoeker drs. J.T.W. van Loenen Publicatie 2009 Theoriegestuurde evaluatie van een psychosociale behandeling gericht op een snellere werkhervatting van patiënten met acuut handletsel Projectleiders dr. C.K. van der Sluis, dr. A.T. Lettinga, prof. dr. J.W. Groothoff, prof. dr. K. Postema, dr. H.A. Reinders-Messelink Onderzoeker drs. L. Opsteegh Promotie 2010
Trainbaarheid (fysiotherapie locatie Groningen) Exploratief onderzoek naar de trainbaarheid van het kind met hemofilie Projectleiders dr. E. van Weert, drs. S. Meijer, dr. F. van Genderen Onderzoeker A. Hegeman Publicatie 2008 Physical activity in patients with juvenile idiopathic arthritis (JIA) Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, prof. dr. P. Sauer, dr. E. van Weert, dr. M. van Leeuwen Onderzoeker O.T.H.M. Lelieveld Promotie 2009 Exploratief onderzoek naar de trainbaarheid van de lagerugpatiënt Projectleiders dr. E. van Weert, dr. M. Coppes, dr. J. Metzemakers Onderzoeker drs. N. van Woudenberg Publicatie 2009 Evaluatie van fysiotherapeutische zorg in termen van trainbaarheid bij hartrevalidanten Projectleider dr. E. van Weert Onderzoeker J.G. Nomden Publicatie 2009 Exploratief onderzoek naar de trainbaarheid van de patiënt met (acuut) handletstel Projectleiders dr. E. van Weert, dr. C. K. van der Sluis Onderzoekers T.M. Mooibroek, drs. L. Opsteegh Publicatie 2009 Exploratief onderzoek naar de mate van trainbaarheid van longtransplantatiepatiënten Projectleiders dr. E. van Weert, drs. S. Meijer Onderzoeker drs. G.D. Reinsma Publicatie 2009
21
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
een andere aanpak van onbegrepen polsklachten
ontwikkeling vraaggestuurd aanbod Onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van vroegtijdige fysiotherapeutische interventie bij patiënten met een acuut CVA Projectleiders dr. C.A.J. Vroomen, dr. E. van Weert Onderzoeker A.G. Brader Publicatie 2009
patiënt neemt deel aan patiëntenoverleg
De overgang van kinderleeftijd naar tienerleeftijd en daarna naar jongvolwassenheid zijn transities die veranderingen met zich meebrengen, zeker voor kinderen met een aangeboren of jongverworven beperking zoals cerebrale parese (CP), spina bifida of niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Op het gebied van medische zorg, opleiding, werk en inkomen, zelfverzorging en sociale contacten, brengt de overgang naar een volgende levensfase grote veranderingen met zich mee, zowel voor de kinderen als voor de ouders.
Patiënten worden steeds vaker en vooral ook intensiever betrokken bij hun behandeling. In het Centrum voor Revalidatie gebeurt dit onder meer door spiegelbijeenkomsten en het Kern Interdisciplinair Patiëntenoverleg (KIPO), waardoor de patiënt, meer nog dan voorheen, mede-eigenaar is van het behandelproces:
Het instellen van zogenaamde transitiespreekuren, vooral voor de groep jongvolwassenen, is een landelijke ontwikkeling. Ook het CvR heeft sinds begin 2008 zo’n transitiespreekuur. Daar inventariseert een nurse practitioner de hulpvragen van jongvolwassenen en stelt een transitieprofiel op dat laat zien in welke fase de jongere zit. Aan de hand van dit profiel krijgt de jongere zonodig een module aangeboden om aan een probleem te kunnen werken. ‘Regie over eigen leven’ is zo’n module, die jongeren leert mondiger en zelfstandiger in het leven te staan. Bij het opzetten en geven van de behandelmodules werken het Centrum voor Revalidatie, de Mytylschool, Stichting De Noorderbrug en MEE samen. Ieder neemt dat deel voor zijn rekening waar hij expertise in heeft.
22
Patiënten worden al lang niet meer gezien als passieve deelnemers die een behandeling ondergaan. Organisaties in de zorg stellen zich steeds vaker tot doel de patiënt als gelijkwaardige partner te zien en te bejegenen. Wij gaan er daarnaast ook vanuit dat het beste behandelresultaat totstandkomt als het behandelteam en de patiënt gezamenlijk en gelijkwaardig de verantwoordelijkheid dragen voor de revalidatiebehandeling. In samenwerking met kwaliteitsnetwerkers ontwikkelde het Longrevalidatieteam daarvoor een nieuwe vorm van patiëntenoverleg, waarin de betrokken disciplines met elkaar en met de patiënt (met partner of familielid) in gesprek gaan over de resultaten en de voortgang van de behandeling. Daardoor krijgt iedereen rechtstreeks een beeld van hoe iedereen, inclusief de patiënt zelf, de behandeling evalueert. Patiënten bereiden het KIPO voor met hun case manager, deze is nooit als behandelaar of verpleegkundige bij de behandeling van de desbetreffende patiënt betrokken. De voorzitter van het KIPO overigens ook niet, dit om belangenverstrengeling te voorkomen en een onafhankelijke positie jegens de patient in te nemen tijdens het KIPO. Er zijn duidelijke richtlijnen opgesteld over het KIPO: afspraken over hoe je elkaar aanspreekt, over de veiligheid en over privacy. Patiënten ervaren in het KIPO gelijkwaardigheid, ze vinden het een hele verbetering.
Ontwikkeling van en onderzoek naar de effectiviteit van een interventie voor patiënten met JIA Projectleiders drs. W. Armbrust, dr. J. Bouma, dr. E. van Weert, drs. S. Meijer Onderzoeker O.T.H.M. Lelieveld Publicatie 2008 Walking distance, perceived physical functioning and respiratory problems in children with CF Projectleiders drs. E.J.L.E. Vrijlandt, dr. E. van Weert Onderzoeker J.G. Nomden Publicatie 2009 Ontwikkeling van en onderzoek naar een zelfmanagement IMT-interventie bij patiënten met een oesophagus carcinoom Projectleiders prof. dr. J.T.M. Plukker, dr. H. Groen, dr. E. van Weert, drs. S. Meijer Onderzoekers M. Leegte, M. van Dijk Publicatie 2009 Exploratief onderzoek naar de trainbaarheid van de chronische pijnpatiënt Projectleiders dr. M. Reneman, dr. E. van Weert Onderzoeker drs. M. Brouwer Publicatie 2010
Revalidatie Chronisch Zieken Zelfmanagement bij patiënten met matig actieve reumatoïde artritis. Een pilot study naar het effect van een kortdurende multidisciplinaire groepsbehandeling Projectleiders drs. C. van Scheppingen, dr. E. van Weert Onderzoeker I. Breedland Publicatie 2008 Wat helpt patiënten zich aan medicatieplan te houden? Het dilemma van therapietrouw versus zelf-management Projectleiders dr. J.C. Keers, dr. P. Denig Onderzoeker drs. R. Visser Publicatie 2008 Psychologische aspecten bij patiënten met een chronische longziekte Projectleiders prof. dr. R. Sanderman, prof. dr. K. Postema, prof. dr. G.H. Koëter, dr. J.B. Wempe Onderzoeker drs. J.N. de Voogd Promotie 2009 Ontwikkeling van een generieke educatiemodule in de hart- en longrevalidatie Projectleiders drs. S. van Twillert, dr. A.T. Lettinga Onderzoeker M. ten Wolde Publicatie 2010
23
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
transitiepoli: op weg naar onafhankelijkheid
Generieke en specifieke aspecten van hart- en longrevalidatie Projectleiders dr. A.T. Lettinga, dr. I. Stuive, dr. J. Brügemann, R. Wesselius, dr. P. Vennik, dr. J. B. Wempe, S.K. Doornbos Onderzoeker drs. C.A. Koops Publicatie 2010 Longrevalidatie en nazorg Projectleiders dr. J.B. Wempe, dr. I. Stuive en dr. A.T. Lettinga Onderzoeker A. Heerema Publicatie 2010 Diabeteseducatie: effecten van zelfgestelde behandeldoelen en gedrag van de partner Projectleiders dr. T.P. Links, dr. J. Bouma, dr. J.C. Keers Onderzoeker drs. M. Schokker Promotie 2010 Zelfmanagement in de revalidatie van chronische zieken: een innovatieonderzoek Projectleiders dr. A.T. Lettinga, prof. dr. K. Postema, prof. dr. R. Sanderman Onderzoeker drs. F. Jansma Promotie 2012
Neurologische revalidatie volwassenen The ability of motor imagery after stroke Projectleiders prof. dr. K. Postema, prof. dr. T.W. Mulder, drs. M. Tepper Onderzoeker drs. S. de Vries Promotie 2009 Verbale apraxie Projectleiders dr. A.T. Lettinga, dr. M.C. Schönherr, dr. R. Jonkers Onderzoeker drs. J. Feiken Publicatie 2010 Gecombineerde thuis- en klinische behandeling in de CVA-revalidatie Projectleiders prof. dr. K. Postema, dr. A.T. Lettinga, dr. M.C. Schönherr, Onderzoeker drs. C. Nanninga Promotie 2014
CP-handinterventie Projectleiders dr. C.G.B. Maathuis, prof. dr. M. Hadders-Algra, N. Haga Onderzoeker drs. J. van Munster Publicatie 2009
Betrouwbaarheid onderzoek-Touwen Projectleiders dr. C.G.B. Maathuis, prof. dr. M. Hadders-Algra, Onderzoeker drs. J.F. van Hoorn Publicatie 2009 Health related physical fitness in children with DCD Projectleiders dr. I. Stuive, dr. C.G.B. Maathuis, dr. A.C.E. de Blécourt, dr. E. van Weert Onderzoeker F. van der Hoek Publicatie 2010 Onderzoek naar het effect van duimorthese bij kinderen met CP Projectleiders dr. C.G.B. Maathuis, prof. dr. M. Hadders-Algra, dr. A.M. Boonstra, dr. P.U. Dijkstra Onderzoeker drs. S.R. ten Berge Publicatie 2010 Ontwikkelen meetinstrument beoordelen variatie en adaptatievermogen CABE-kinderen Projectleiders dr. C.G.B. Maathuis, dr. C.K. van der Sluis, dr. H.A. Reinders-Messelink, prof. dr. M. Hadders-Algra Onderzoeker drs. R. van den Berg Publicatie 2010 L2Move: het effect van vroege interventie bij kinderen met CP Projectleiders dr. C.G.B. Maathuis, prof. dr. M. Hadders-Algra, dr. H.A. Reinders-Messelink, T. Dirks, prof. dr. C. Vlaskamp, prof. dr. A. Bos Onderzoeker drs. T. Hylkema Promotie 2012 Onderzoek naar geschiktheid kwaliteit van leven-instrument voor kinderen met ernstige CP Projectleiders dr. C.G.B. Maathuis, dr. H.A. Reinders-Messelink, dr. Unni Narayanan, prof. dr. C. Vlaskamp, dr. A.M. Boonstra Onderzoeker drs. A. Elema Publicatie 2012 De invloed van sensibiliteit van de stomp op het gebruik van de prothese Projectleiders dr. C.G.B. Maathuis, dr. C.K. van der Sluis, dr. H.A. Reinders-Messelink, Onderzoeker drs. M. Reinkingh Publicatie 2012
Kinderrevalidatie The efficacy of lower-limb orthoses for children with cerebral palsy: a review Projectleiders dr. C.G.B. Maathuis, dr. J.P.K. Halbertsma Onderzoekers M. Akkerman, M. van de Weerd Publicatie 2009
24
25
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
Ontwikkeling van een teamoverstijgende inspanningsmodule Projectleiders drs. S. van Twillert, dr. R. Dekker, prof. dr. K. Postema, dr. J.B. Wempe, dr. M.C. Schönherr, dr. A.T Lettinga Onderzoeker I. Arendz Publicatie 2010
Wetenschappelijke publicaties in internationaal tijdschrift Assink N, Bergman GJ, Knoester B, Winters JC, Dijkstra PU. Assessment of the cervical range of motion over time, differences between results of the Flock of Birds and the EDI-320: a comparison between an electromagnetic tracking system and an electronic inclinometer. Man Ther 2008, Oct, 13, 5: 450-455. Baars ECT, Dijkstra PU,Geertzen JHB. Skin problems of the stump and hand function in lower limb amputees: a historic cohort study. Prosthet Orthot Int 2008, 32, 2: 179-185. Baars ECT, Geertzen JHB. A patient with donning-related stump wounds: a case report. Prosthet Orthot Int 2008, 32, 2: 219-222. Blécourt ACE de, Schiphorst Preuper HR, Schans CP van der, Groothoff JW, Reneman MF. Preliminary evaluation of a multidisciplinary pain management program for children and adolescents with chronic musculoskeletal pain. Disabil Rehabil 2008, 30: 13-20. Boerboom AL, Huizinga MR, Kaan WA, Stewart RE, Hof AL, Bulstra SK, Diercks RL. Validation of a method to measure the proprioception of the knee. Gait Posture 2008, 28: 610-614. Boonstra AM, Schiphorst Preuper HR, Reneman MF, Posthumus JB, Stewart RE. Reliability and validity of the VAS for disability in patients with chronic musculoskeletal pain. Int J Rehabil Res 2008, 31, 2: 165-169. Boonstra AM, Reneman MF, Posthumus JB, Stewart RE, Schiphorst Preuper HR. Reliability of the Life Satisfaction Questionnaire to assess patients with chronic musculoskeletal pain. Int J Rehabil Res 2008, 31, 2: 181-183. Borghuis J, Hof AL, Lemmink KAPM. The importance of sensory-motor control in providing core stability. Sports Medicine 2008, 38: 893-916. Bouwsema H, Sluis CK van der, Bongers RM. The role of order of practice in learning to handle an upper-limb prosthesis. Arch Phys Med Rehabil 2008, 88, Sept: 1759-1764. Dvortsin DP, Sandham A, Pruim GJ, Dijkstra PU. A comparison of the reproducibility of manual tracing and on-screen digitization for cephalometric profile variables. Eur J Orthod 2008, Dec, 30, 6: 586-591. Flapper BC, Duiverman EJ, Gerritsen J, Postema K, Schans CP van der. Happiness to be gained in paediatric asthma care. Eur Respir J 2008, 32, 6: 1555-1562. Formsma SA, Maathuis CGB, Robinson PH, Jonkman MF. Postoperative hand treatment in children with recessive dystrophic epidermolysis bullosa. J Hand Ther 2008, 21: 80-85. Formsma SA, Sluis CK van der, Dijkstra PU. Effectiveness of a MP-blocking splint and therapy in rheumatoid arthritis: a descriptive pilot study. J Hand Ther 2008, 21, 4: 347-353. Geertzen JHB. Moving beyond Disability. Prosthet Orthot Int 2008, 32, 3: 276-281. Hijmans JM, Geertzen JHB, Zijlstra W, Hof AL, Postema K. Effects of vibrating insoles on standing balance in diabetic neuropathy. J Rehabil Res Dev 2008, 45, 9: 1441-1450. Hodselmans AP, Dijkstra PU, Geertzen JHB, Schans CP van der. Exercise capacity in non-specific chronic low back pain patients: a lean body mass-based Åstrand bicycle test; reliability, validity and feasibility. J Occup Rehabil 2008, 18: 282-289.
26
Hof AL. The ‘extrapolated center of mass’ concept suggests a simple control of balance in walking. Human Movement Science 2008, 27: 112-125. Hoven-Gondrie ML, Thijssens KMJ, Geertzen JHB, Pras E, Ginkel RJ van, Hoekstra HJ. Isolated limb perfusion and external beam radiotherapy for soft tissue sarcomas of the extremity: long-term effects on normal tissue according to the LENT-SOMA scoring system. Ann Surg Oncol 2008,15, 5: 1502-1510. Keeken HG van, Vrieling AH, Hof AL, Halbertsma JPK, Schoppen T, Postema K, Otten B. Controlling propulsive forces in gait initiation in transfemoral amputees. J Biomech Eng 2008; 130, 1: art. nr. 011002-1-011002-9. Kootstra J, Hoekstra-Weebers JEHM, Rietman H, de Vries J, Baas P, Geertzen JHB, Hoekstra HJ. Quality of life after sentinel lymph node biopsy or axillary lymph node dissection in stage I/II breast cancer patients: a prospective longitudinal study. Ann Surg Oncol 2008: 15, 9: 2533-2541. Krabbe CA, Dijkstra PU, Pruim J, van der Laan BF, van der Wal JE, Gravendeel JP, Roodenburg JL. FDG PET in oral and oropharyngeal cancer. Value for confirmation of N0 neck and detection of occult metastases. Oral Oncol 2008, Jan, 44, 1:31-36. Lelieveld OTHM, Ambrust W, Leeuwen MA van, Duppen N, Geertzen JHB, Sauer PJJ, Weert E van. Physical activity in adolescents with juvenile idiopathic arthritis. Arthritis Rheum 2008, 59, 10: 1379-1384. Lie Sam Foek DJ, Ozcan M, Verkerke GJ, Sandham A, Dijkstra PU. Survival of flexible, braided, bonded stainless steel lingual retainers: a historic cohort study. Eur J Orthod. 2008 Apr, 30, 2: 199-204. Mahmud N, Schonstein E, Lehtola MM, Verbeek JH, Fassier JB, Reneman MF, de Bie R. Health examination for preventing occupational injuries and disease in workers (Protocol). Cochrane Database of Systematic Reviews 2008, Issue 3. Art. No.: CD007290. Mulder T, Hochstenbach J, Dijkstra PU, Geertzen JHB. Born to adapt, but not in your dreams. Conscious Cogn 2008, 17: 1266-1271. Mulder T, Hochstenbach J, Geertzen JHB, Dijkstra PU. Don’t bite my finger, look in the direction I am pointing. Conscious Cogn 2008, 17: 1279-1280. Nesse W, Abbas F, van der Ploeg I, Spijkervet FK, Dijkstra PU, Vissink A. Periodontal inflamed surface area: quantifying inflammatory burden. J Clin Periodontol. 2008, Aug 35, 8: 668-773. Nijhuis BJG, Reinders-Messelink HA, Blécourt ACE de, Boonstra AM, Calame EHM, Groothoff JW, Nakken H, Postema K. Goal setting in Dutch paediatric rehabilitation. Are the needs and principal problems of children with cerebral palsy integrated into their rehabilitation goals? Clin Rehabil 2008, 22, 4: 348-364. Nijhuis BJG, Reinders-Messelink HA, Blécourt ACE de, Ties JG, Boonstra AM, Groothoff JW, Nakken H, Postema K. Needs, problems and rehabilitation goals of young children with cerebral palsy as formulated in the rehabilitation activities profile for children. J Rehabil Med 2008, 40: 347-354. Peters LHJ, Maathuis CGB, Kouw E, Hamming M, Hadders-Algra M. Test-retest, inter-assessor and intra-assessor reliability of the modifed Touwen examination. Eur J Paed Neurol Soc 2008, 12: 328-333. Reneman MF, Geertzen JHB, Groothoff JW, Brouwer S. General and specific self-efficacy reports of patients with chronic low back pain: are they related to performances in a functional capacity evaluation? J Occup Rehabil 2008, 18: 183-189.
27
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
Wetenschappelijke publicaties
ontwikkeling vraaggestuurd aanbod Riemersma M, Dijkstra PU, Veldhuisen DJ van, Muskiet FAJ, Dungen JAMM van den, Geertzen JHB. Mortality and preoperative cardiac function in vascular amputees: a N-terminal pro-brain natriuretic peptide (NT-proBNP) pilot study. Clin Rehabil 2008, 22: 56-59. Rommers GM, Ryall NH, Kap A, De Laat F, Van der Linde H. The mobility scale for lower limb amputees: the SIGAM/WAP mobility scale. Disabil Rehabil. 2008, 30, 15:1106-1115.
Hoe kunnen we onze zorg zo goed mogelijk laten aansluiten op de wensen en behoeften van de patiënt? De beste manier om daar achter te komen is het de patiënten zelf te vragen. Het Centrum voor Revalidatie doet dat door middel van spiegelbijeenkomsten. Een spiegelbijeenkomst is een kringgesprek van patiënten met publiek. Het publiek wordt gevormd door medewerkers van de afdeling waar de patiënt in behandeling is. Het gesprek wordt geleid door een onafhankelijke gespreksleider. De patiënten praten over hun ervaringen tijdens hun behandeling. Daarnaast kunnen specifieke thema’s aan bod komen, waarvan medewerkers willen weten wat de ervaringen van patiënten zijn. Essentieel bij een spiegelbijeenkomst is dat de medewerkers van het behandelteam niet meepraten, zij zijn slechts toehoorders. Zo houden patiënten de medewerkers als het ware een spiegel voor. Aan het eind van het gesprek mogen de toehoorders informatieve vragen stellen, maar niet in discussie gaan. Een spiegelbijeenkomst vraagt specifieke vaardigheden van de gespreksleiders. De gespreksleiders in het Centrum voor Revalidatie zijn namens het kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg, CBO, geschoold door de coördinator spiegelbijeenkomsten van het Medisch Centrum Amsterdam. In 2008 hebben bij verschillende teams in locatie Beatrixoord spiegelbijeenkomsten plaatsgevonden.
klinisch en toch thuis revalideren Voor patiënten met een CVA is de overgang van opname in het revalidatiecentrum naar de thuissituatie niet makkelijk. Enerzijds komt dit doordat CVA-patiënten moeite hebben met het generaliseren van datgene wat ze in de kliniek geleerd hebben; anderzijds kan de thuissituatie onvoldoende in het revalidatiecentrum worden nagebootst. Thuisrevalidatie zou voor een aantal klinische CVA-patiënten een duidelijke meerwaarde kunnen hebben, maar vanwege de hoeveelheid therapie en zorg die nodig is, kunnen deze patiënten nog niet naar huis. Om de overgang tussen kliniek en thuis soepeler en natuurlijker te laten verlopen, ontwikkelde Christa Nanninga, onderzoeker/fysiotherapeut in het Neurorevalidatieteam, een behandelprotocol voor CVA-patiënten waarin klinische en thuisrevalidatie worden gecombineerd. De patiënten worden twee dagdelen thuis behandeld, de overige dagdelen wordt er in Beatrixoord geoefend. De verschillende behandelaars, die betrokken zijn bij de thuisrevalidatie, stellen een behandelprogramma op maat samen. De thuissituatie bepaalt wat in de kliniek geoefend wordt. Beperkingen die de patiënt in de eigen thuissituatie ervaart op het gebied van ADL en mobiliteit, bepalen de inhoud van het behandelprogramma. De partner speelt een belangrijke rol in de gecombineerde behandeling. Tijdens de twee dagdelen dat een behandelaar mee naar huis gaat, wordt de partner intensief betrokken bij de behandeling en daardoor beter voorbereid op de gevolgen die het CVA heeft voor het dagelijkse leven en de relatie. Het promotie-onderzoek van Nanninga moet duidelijk maken wat de haalbaarheid, meerwaarde en kosteneffectiviteit is van deze nieuwe behandelvorm.
Roze E, Kerstjens M, Maathuis CGB, Horst J ter, Bos AF. Risk factors for adverse outcome in preterm infants with peroventricular hemorrhagic infarction. Pediatrics 2008, 122: 46-52. Scheppingen C van, Lettinga AT, Duipmans JC, Maathuis CGB, Jonkman MF. The main problems of parents of a child with epidermolysis bullosa. Qualitative Health Research 2008, 18, 4: 545-556. Scheppingen C van, Lettinga AT, Duipmans JC, Maathuis CGB, Jonkman MF. Main problems experienced by children with epidermolysis bullosa: a qualitative study with semi-structured interviews. Acta Derm Venereol 2008, 88, 2: 143-150. Schiphorst Preuper HR, Reneman MF, Boonstra AM, Dijkstra PU, Verstegen GJ, Geertzen JHB, Brouwer S. Relationship between psychological factors and performance-based and self-reported disability in chronic low back pain. Eur Spine J 2008, 17: 1448-1456. Schoemaker MM, Flapper BC, Reinders-Messelink HA, Kloet A. Validity of the motor observation questionnaire for teachers as a screening instrument for children at risk for developmental coordination disorder. Hum Mov Sci 2008, 27, 2: 190-199. Siebes RC, Nijhuis BJG, Boonstra AM, Ketelaar M, Wijnroks L, Reinders-Messelink HA, Postema K, Vermeer A. A family-specific use of the Measure of Processes of Care for Service Providers (MPOC-SP). Clin Rehabil 2008, 22: 242-251. Siemonsma PC, Schröder CD, Dekker JHM, Lettinga AT. The benefits of theory for clinical practice: Cognitive treatment for chronic low back pain patients as an illustrative example. Disabil Rehabil 2008, 30, 17: 1309-1317. Soer R, Groothoff JW, Geertzen JHB, Schans CP van der, Reesink DD, Reneman MF. Pain response of healthy workers following a functional capacity evaluation and implications for clinical interpretation. J. Occup Rehabil 2008, 18: 290-298. Soer R, Schans CP van der, Groothoff JW, Geertzen JHB, Reneman MF. Towards consensus in operational definitions in functional capacity evaluation: a Delphi survey. J Occup Rehabil 2008, 18: 389-400. Stenekes MW, Nicolai J-PA, Geertzen JHB, Mulder Th. Kinematic analysis of hand movements after tendon repair surgery: a new assessment using drawing movements. Am J Phys Med Rehabil 2008, 87, 3: 169-177. Stenekes MW, Sluis CK van der, Nicolai J-PA, Geertzen JHB, Mulder Th. Changes in speed of information processing in the brain folllowing tendon repair. J Hand Surg (Eur Vol) 2008, 33E, 6: 760-764. Stuive I, Kiers HAL, Timmerman ME, Berge JMF ten. The empirical verification of an assignment of items to subtests: the oblique multiple group method versus the confirmatory common factor method. Educational and Psychological Measurement 2008, 68: 923-939. Stuiver MM, Wilgen CP van, Boer EM de, Goede CJ de, Koolstra M, Opzeeland A van, Venema P, Sterken MW, Vincent A, Dijkstra PU. Impact of shoulder complaints after neck dissection on shoulder disability and quality of life. Otolaryngol Head Neck Surg. 2008 Jul,139, 1: 32-39. Vrieling AH, Keeken HG van, Schoppen T, Otten E, Halbertsma JPK, Hof AL, Postema K. Gait termination in lower limb amputees. Gait Posture 2008, 27: 82-90.
28 28
29
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
in gesprek met patiënten
verwerven herkenbare positie in de zorgketen Vrieling AH, Keeken HG van, Schoppen T, Otten E, Halbertsma JPK, Hof AL, Postema K. Gait initiation in lower limb amputees. Gait Posture 2008, 27: 423-430. Vrieling AH, Keeken HG van, Schoppen T, Otten E, Hof AL, Halbertsma JPK, Postema K. Balance control on a moving platform in unilateral lower limb amputees. Gait Posture 2008, 28: 222-228.
opening proefwoning Het Brinkhuis
afasiecentrum vrucht van samenwerking
Het Brinkhuis, de proefwoning op het terrein van locatie Beatrixoord, werd in april 2007 geopend. De proefwoning is een geschenk van de Stichting Beatrixoord Noord-Nederland ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan in 2005. Mevrouw Brink was één van de grootste sponsors en daarom is het huis naar haar vernoemd.
In 2007 hielden het Neurorevalidatieteam van het CvR en Stichting De Noorderbrug de startbijeenkomst voor een intensievere samenwerking. De eerste vruchten daarvan werden in 2008 al geplukt: de opening van een afasiecentrum in Hoogeveen; een afasiecentrum in Groningen staat gepland voor 2009.
Het Brinkhuis zit vol domotica, wat staat voor elektronische communicatie tussen allerlei elektrische toepassingen in de woning en woonomgeving ten behoeve van bewoners en dienstverleners. In een domotica-woning worden zorgtaken, communicatie, beveiliging, ontspanning en andere huiselijke bezigheden door talrijke elektrische apparaten en netwerken gemakkelijker gemaakt. Een patiënt kan maximaal twee weken in de proefwoning wonen als voorbereiding op de thuissituatie. Het proefwonen is ook bedoeld om te beoordelen in hoeverre het eigen huis moet worden aangepast. Niet alleen voor de patiënt maar ook voor de eventuele partner is het een periode van leren en ontdekken. Hoe is het om in je eentje voor de verzorging te staan? In Het Brinkhuis is dus ook rekening gehouden met de partner.
Er bestaat vaak een grote behoefte aan nazorg bij mensen die zijn uitbehandeld in de revalidatie. In een afasiecentrum komen deze mensen een dagdeel in de week samen met lotgenoten en oefenen onder deskundige begeleiding in het leren omgaan met de spraak- en taalstoornis. De nadruk ligt op het beter leren omgaan met de gevolgen van de stoornis op een leuke en creatieve manier. Dat kan bijvoorbeeld door samen de krant te lezen, samen schrijfoefeningen te doen, te scrabbelen of een aangepast computerprogramma te gebruiken.
Vrieling AH, Keeken HG van, Schoppen T, Otten E, Halbertsma JPK, Hof AL, Postema K. Uphill and downhill walking in unilateral lower limb amputees. Gait Posture 2008, 28:235-242. Yari P, Dijkstra PU, Geertzen JHB. Functional outcome of hip disarticulation and hemipelvectomy: a cross-sectional national descriptive study in the Netherlands. Clin Rehabil 2008, 22: 1127-1133.
Boek samengesteld als editor
Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 523 pp. Zahavi BAA, Martina JD, Geertzen JHB (eds). 3e Postgraduate Course Revalidatiegeneeskunde. NASKHO, Stichting Revalidatiecentrum Curaçao, Print Express, Curaçao, Nederlandse Antillen, ISBN 9789074768405, 2007: 63 pp.
Boekbijdragen (Engelstalig) n.a.v. congres of cursus Geertzen JHB. Lower extremity amputations: an update in management and new prosthetics. In: Vanderstraeten G (ed). Proceedings 16th European Congress of Physical and Rehabilitation Medicine, Brugge, Belgium, ISBN-10: 88-7711-616-1, ISBN-13: 978-88-7711-616-1, 2008: 29-30. Bouwsema H, Sluis CK van der, Bongers RM. Learning to use an upper arm prosthesis: does order of practice matter? In: Proceedings MEC 2008, Measuring success in upper limb prosthetics, Fredericton BC, Canada, ISBN 978-1-55131-124-1: 41-43.
Boekbijdragen (Nederlandstalig) n.a.v. congres of cursus Dekker R. Het CVA vanuit revalidatieperspectief. In: Zahavi BAA, Martina JD, Geertzen JHB (eds). 3e Postgraduate Course Revalidatiegeneeskunde. NASKHO, Stichting Revalidatiecentrum Curaçao, Print Express, Curaçao, Nederlandse Antillen, ISBN 9789074768405, 2008: 12-16. Dekker R. Overbelastingsletsels. In: Zahavi BAA, Martina JD, Geertzen JHB (eds). 3e Postgraduate Course Revalidatiegeneeskunde. NASKHO, Stichting Revalidatiecentrum Curaçao, Print Express, Curaçao, Nederlandse Antillen, ISBN 9789074768405, 2008: 48-52. Dijkstra PU. Paramedische behandeling van CRPS-I. In: Emmelot CH, Geertzen JHB (red). Handletsels en CRPS –I. PAOG-Heyendal, UMC St. Radboud, Nijmegen, ISBN 978 90 373 0323 0, 2008: 70-74. Eissens MH, Robinson PH, Sluis CK van der. Radial club hand; longitudinal radial deficiency. In: Sluis CK van der, Maathuis CGB (red). Congenitale Handaandoeningen. Wenckebach Instituut, Groningen, 2008: 30-35.
30 30
31
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
Zeker het laatste halfjaar van 2008 had de proefwoning een zeer goede bezettingsgraad. Het waren met name de teams Dwarslaesie en Neurorevalidatie die patiënten aanmeldden en de reacties van de gebruikers waren zonder uitzondering positief. Wel blijkt het toch meer tijd en inzet te vragen van de afdeling om patiënten wegwijs te maken in de proefwoning dan was voorzien; er wordt dan ook gewerkt aan een stroomlijning van de procedure.
Het Centrum voor Revalidatie levert een logopedist/ afasietherapeut voor de inhoudelijke deskundigheid op het gebied van afasie en de inhoudelijke begeleiding van de activiteitenbegeleiders. De Noorderbrug en het Neurorevalidatieteam maken in het afasiecentrum optimaal gebruik van elkaars deskundigheid.
Emmelot CH, Geertzen JHB (red). Handletsels en CRPS-I. PAOG-Heyendal, UMC St. Radboud, Nijmegen, ISBN 978 90 373 0323 0, 2008: 98 pp.
Geertzen JHB, Dijkstra PU. Complex Regionaal PijnSyndroom type 1; the state of the art. In: Zahavi BAA, Martina JD, Geertzen JHB (eds). 3e Postgraduate Course Revalidatie-geneeskunde. NASKHO, Stichting Revalidatiecentrum Curaçao, Print Express, Curaçao, Nederlandse Antillen, ISBN 9789074768405, 2008: 55-60. Geertzen JHB, Rietman JS. Stompproblematiek. In: Linde H vd (ed) Prothesiologie onderste extremiteit, ISPO Nederland, St. Maartenskliniek, Nijmegen, 2008 : 8B1-8B7
Geertzen JHB, Rietman JS. Seksualiteit. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 501-507. Geertzen JHB, Rietman JS. Amputatie. In: Gianotten WL, Meihuizen-de Regt MJ, Son-Schoones N (eds). Seksualiteit bij ziekte en lichamelijke beperking. Van Gorcum, Assen, ISBN 978 90 232 4405 9, NUR 871/876, 2008: 262-270. Hemminga T. Fysiotherapie in de praktijk. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 169-189.
Geertzen JHB. Complex Regionaal PijnSyndroom type I; Het klinische beeld. In: Emmelot CH, Geertzen JHB (red). Handletsels en CRPS –I. PAOG-Heyendal, UMC St. Radboud, Nijmegen, ISBN 978 90 373 0323 0, 2008: 41-43.
Hof AL (2008) Mechanics of balance. In: D’Aout K, Lescrenier K, Gheluwe B v, De Clercq D (eds). Advances in plantar pressure measurement in clinical and scientific research. Shaker, Maastricht, ISBN 978-90-423-0339-3, 2008:1-25.
Maathuis CGB. Principles of medical management of cerebral palsy, with a focus on rehabilitation. In: Zahavi BAA, Martina JD, Geertzen JHB (eds). 3e Postgraduate Course Revalidatiegeneeskunde. NASKHO, Stichting Revalidatiecentrum Curaçao, Print Express, Curaçao, Nederlandse Antillen, ISBN 9789074768405, 2008: 28-32.
Meulenbelt HEJ, Geertzen JHB, Rietman JS. Interface tussen stomp en prothese. Een onnatuurlijke combinatie. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 273-283.
Maathuis CGB, Tol-de Jager MJ van. Revalidatie, met accent op functionele prognose, bij kinderen met spina bifida. In: Zahavi BAA, Martina JD, Geertzen JHB (eds). 3e Postgraduate Course Revalidatiegeneeskunde. NASKHO, Stichting Revalidatiecentrum Curaçao, Print Express, Curaçao, Nederlandse Antillen, ISBN 9789074768405, 2008: 40-45.
Rietman JS, Geertzen JHB. Postoperatieve behandeling van de geamputeerde patiënt. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 141-147.
Schrier E. De blinde en de olifant. Congenitale afwijkingen gezien vanuit psychologisch perspectief. In: Sluis CK van der, Maathuis CGB (red). Congenitale Handaandoeningen. Wenckebach Instituut, Groningen, 2008: 24-25.
Rietman JS, Geertzen JHB. Nieuwe en toekomstige ontwikkelingen in de amputatie en prothesiologie. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 507-513.
Simmelink EK. Arthrogryposis multiplex congenita: casus en toelichting aandoening. In: Sluis CK van der, Maathuis CGB (red). Congenitale Handaandoeningen. Wenckebach Instituut, Groningen, 2008: 9-12.
Rietman JS, Schiphorst Preuper HR. De prothesevoet. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 321-339.
Sluis CK van der. Longitudinale radiale deficiëntie. In: Sluis CK van der, Maathuis CGB (red). Congenitale Handaandoeningen. Wenckebach Instituut, Groningen, 2008: 25-29.
Rietman JS, Nederhand M, Postema K, Geertzen JHB. Instrumentele ganganalyse en de prothesiologie. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 435-451.
Sluis CK van der, Eissens MH. Revalidatie na buigpeesletsel. In: Emmelot CH, Geertzen JHB (red). Handletsels en CRPS –I. PAOG-Heyendal, UMC St. Radboud, Nijmegen, ISBN 978 90 373 0323 0, 2008: 12-23. Wijdenes PA. Revalidatiemogelijkheden bij arthrogryposis; therapie van de bovenste extremiteit. In: Sluis CK van der, Maathuis CGB (red). Congenitale Handaandoeningen. Wenckebach Instituut, Groningen, 2008: 13-16.
Boekbijdragen (Nederlandstalig) niet n.a.v. congres Abrahams LE. De rol van de ergotherapeut bij amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 189-197. Dekker R. Het preoperatieve beleid bij de te amputeren patiënt. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 135141. Dekker R. Protheses en adaptaties voor sportbeoefening In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 485-495.
Rommers GM. Epidemiologie van amputaties aan de onderste extremiteit. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 49-57. Rommers GM. Amputatieniveaus. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 57-69. Rommers GM. Prothesegebruik bij ouderen. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag, ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 495-501. Schönherr MC, Grootoonk A. Omgaan met cognitieve beperkingen in de revalidatie bij hersenletsel. In: Nijs J, Geraets JJXR, Nijboer A, Veenhof C, Wilgen CP van (eds). Jaarboek Fysiotherapie Kinesitherapie 2008, Bohn Stafleu van Loghum, Houten, ISBN 978 90 313 5072 8, 2007: 92-105. Voogd JN de, Wempe JB. Longziekten. In: Gianotten WL, Meihuizen-de Regt MJ, Son-Schoones N van (eds). Seksualiteit bij ziekte en lichamelijke beperking. Van Gorcum, Assen, ISBN 978 90 232 4405 9, 2008: 298-305.
Geertzen JHB, Dijkstra PU. Fantoompijn. In: Geertzen JHB, Rietman JS (eds). Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit. Lemma, Den Haag ISBN 978-90-5931-099-5, NUR 870: 2008: 283-299.
32
33
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
Geertzen JHB. Aspecifieke lagerugpijn. In: Zahavi BAA, Martina JD, Geertzen JHB (eds). 3e Postgraduate Course Revalidatiegeneeskunde. NASKHO, Stichting Revalidatiecentrum Curaçao, Print Express, Curaçao, Nederlandse Antillen, ISBN 9789074768405, 2008: 45-48.
verwerven herkenbare positie in de zorgketen Artikel als product van eigen werk Boonstra AM, Bühring M, Brouwers M, Bosma F, Schiphorst Preuper R. Patiënten met chronische pijnklachten op het grensvlak van revalidatiegeneeskunde en psychiatrie. Ned Tijdschr Pijn Pijnbestr 2008, 27: 5-9.
workshops voor fysiotherapeuten in de eerstelijn Twee fysiotherapeuten van het Neurorevalidatieteam organiseerden de afgelopen jaren een aantal workshops voor fysiotherapeuten uit de eerstelijn. Ze gaven de workshops samen met collega’s, een ergotherapeut en een psycholoog van het Neurorevalidatieteam.
Bouwsema H, Sluis CK van der, Bongers RM. Learning to use an upper arm prosthesis: does order of practice matter? Revalidata 2008, 142: 20-21. Dekker R, Geertzen JHB. Ein therapeutisches Sportprogramm für Amputierte. A therapeutic sports programme for the amputee. Medizinisch Orthopädische Technik 2008, 128, 4: 51-55. Exter TJ den, Meilof LR, Feiken J, Kikstra GM. Verbale apraxie: onderzoek naar therapievormen, onderbouwing en bewijsvoering. Logopedie en Foniatrie 2008, 9:281-287. Feiken J, Hofstede G, Jonkers R. De diagnostiek van verbale apraxie. Logopedie en Foniatrie 2008, 7/8: 228-234. Geertzen JHB, Dijkstra PU. Complex Regionaal PijnSyndroom type 1. Patient Care 2008, 3, 35: 9-14. Geertzen JHB, Meulenbelt HEJ, Dekker R. Prothesen und Sport: eine schwierige Verbindung. Prostheses and sports: a difficult combination. Medizinisch Orthopädische Technik 2008, 128, 4: 45-51.
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
Tijdens een symposium in 2005 bleek er in de eerstelijn vooral behoefte te zijn aan praktische informatie en scholing over behandelaanpak en -technieken bij CVA-patiënten. Froukje IJzerman en Christa Nanninga stelden een bijscholingsprogramma samen en organiseerden drie workshops. Het bleek een schot in de roos. Er waren zoveel aanmeldingen, dat een aantal workshops herhaald moest worden. De onderwerpen die aan bod zijn geweest zijn: ‘Arm- en handfunctie na een CVA’, ‘Cognitie en bewegen’ en ‘Sport en Fietsen’. De workshops zijn voor beide partijen zeer informatief geweest, maar behalve scholing en uitwisseling van informatie op het inhoudelijk vlak, willen de fysiotherapeuten van het CvR de ketenzorg voor NAH-patiënten versterken door een netwerk op te bouwen met fysiotherapeuten in de eerstelijn.
34 34
35
verdieping onderzoek speerpunt
Voordrachten, abstracts en posters Voordrachten
amputatie & prothesiologie
De gedachte dat het vroegtijdig voorschrijven van een prothese zou leiden tot beter functioneren en motorisch handelen (vergeleken met het voorschrijven op latere leeftijd) is door revalidatiearts Karin Huizing onderzocht in het kader van haar specialisatie in het CvR. De leeftijd waarop een kind een prothese krijgt voorgeschreven, gebeurt op grond van de wens van de ouders en inzicht en ervaring van de revalidatiearts. De Nederlandse revalidatieafdelingen en -centra hanteren dan ook een verschillend voorschrijfbeleid terwijl het tijdstip van voorschrijven bij voorkeur zou moeten afhangen van de neurologische ontwikkeling. Huizing keek naar de mate waarin iemand daadwerkelijk de prothese, c.q. de aangedane arm, gebruikt voor dagelijkse activiteiten en hoeveel moeite het kost een taak uit te voeren met en zonder prothese, de manier waarop de taak wordt uitgevoerd en de bruikbaarheid van en de tevredenheid met de prothese. Als de prothese wordt voorgeschreven in het eerste levensjaar, dan blijkt over het algemeen de prothese langer (vijf jaar of meer) te worden gedragen. Het vroegtijdig voorschrijven van een prothese lijkt echter niet te leiden tot een beter functioneel gebruik van de prothese, betere motorische vaardigheden of grotere tevredenheid met de prothese. Een andere uitkomst van het onderzoek is dat kinderen en jongvolwassenen in het dagelijks leven goed kunnen functioneren met hun aandoening en dat het dragen van een prothese daarop niet van invloed is. Ze blijken erg handig te zijn en weinig tot geen beperkingen te ervaren. Kinderen die geen prothese dragen, maken gebruik van de stomp. Kinderen die de prothese wél dragen, doen dat vooral bij specifieke activiteiten als fietsen, knippen, sporten. Ook het uiterlijk speelt een (belangrijke) rol voor het blijven dragen van een prothese. Het onderzoek laat zien dat kinderen en jongvolwassenen de prothese voor veel activiteiten kunnen gebruiken maar veel patiënten zien geen toegevoegde waarde van hun prothese.
36 36
Eind mei 2008 verscheen de tweede druk van het boek ‘Amputatie en prothesiologie van de onderste extremiteit’, geschreven door professor dr. Jan Geertzen van het Centrum voor Revalidatie – UMCG en professor dr. Hans Rietman van Het Roessingh in Enschede. Geertzen en Rietman hebben de tweede druk aangegrepen om het boek te actualiseren; vijftien hoofdstukken zijn aangepast en drie nieuwe hoofdstukken zijn toegevoegd. Het boek behandelt uitvoerig alle aspecten van amputatie en prothesiologie. Er is ruime aandacht voor epidemiologische, prothesiologische, biomechanische, psychosociale en trainingsaspecten. Het boek geeft een goed overzicht van chirurgische overwegingen en functionele aspecten met betrekking tot de hoogte van de amputatie. Specifieke leeftijdsgroepen worden per hoofdstuk behandeld. Het boek is bestemd voor chirurgen, revalidatieartsen, verpleeghuisartsen, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, orthopedische instrumentmakers en iedereen die met amputatiepatiënten werkt.
Bosmans JC (10 december) Groningen. Praktijk van de spiegeltherapie. Regio-avond Revalidatie Innovatie en het brein in de revalidatie. Bosmans JC (21 maart) Spiegeltherapie. Mini-symposium Leren leren, IOF West Brabant Brügemann J (10 september) Groningen. Hartziekte en belastbaarheid voor arbeid. Minisymposium Revalidatie werkt! Dekker R (9 maart) Curaçao. CVA: algemene revalidatie. NASKHO-symposium. Dekker R (11 maart) Curaçao. Overbelastingsletsels. NASKHO-symposium. Dekker R (12 maart) Aruba. CVA: algemene revalidatie. NASKHO-satellietsymposium. Dijkstra PU (12 februari) Groningen. Trismus. Junior Scientific Masterclass. Dijkstra PU (13 maart) Groningen. Revalidatieonderzoek. Junior Scienitific Masterclass. Dijkstra PU (1 april) Groningen. Single subject design. Afdeling Revalidatie. Dijkstra PU (2 september) Groningen. EBP in oral and maxillofacial rehabilitation. Opleiding tot research master vakgroep Epidemiologie. Dijkstra PU (11 november) Groningen. Principes van EBP. Vakverdieping. Afdeling Kaakchirurgie. Dijkstra PU (24 november) Groningen. Systematische reviews en EBP. Vakverdieping. Afdeling Kaakchirurgie. Eissens MH (17-18 maart) Groningen. Surgical Interventions and the Postoperative Treatment of Contractures of the Hand in Children with Recessive Dystrofic Epidermolysis Bullosa. International Training EB-Course. Eissens MH (16 april) Groningen. Revalidatiebehandelmogelijkheden pre- en postoperatief. Multidisciplinaire regioavond Congenitale handaandoeningen. Eissens MH (16 april) Groningen. Longitudinal Radial Deficiency. Multidisciplinaire regioavond Congenitale handaandoeningen.
37
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
is vroegtijdig aanbieden van een prothese effectief?
Bodde MI (8 oktober) Emmen. Revalidatie bij Guillain-Barré; wat is evidence based? Capita selecta-avond Scheperziekenhuis.
Eissens MH (19 juni) Lausanne (CH). Guided active therapy after tendon transfers of the upper extremity in children with cerebral palsy. EFSHT & FESSH congres.
Geertzen JHB (5 juni) Brugge (België). Lower extremity amputations: an update in management and new prothestics. 16th European Congress of Physical and Rehabilitation Medicine (invited). Geertzen JHB (5 juni) Brugge (België). Voorzitter Amputations and prosthetics, part 1 and 2. 16th European Congress of Physical and Rehabilitation Medicine.
Eissens MH (16 oktober) Hamburg (D) Silicon sheets; state of the art. Congres Duitse handchirurgen en handtherapeuten.
Geertzen JHB (9 september) Amersfoort. Inleiding; amputatie en seksualiteit Symposium & boekpresentatie Omgaan met … ‘Seksualiteit bij ziekte en lichamelijke beperking’.
Feiken J (19 juni) Amersfoort. Verbale apraxie Nederlandse Vereniging voor Afasietherapeuten (NVAT)
Geertzen JHB (10 september) Groningen. Inleiding. Minisymposium Revalidatie werkt!
Feiken J (20 september) Eelde. Verbale apraxie Nederlandse Vereniging van Logopedie en Foniatrie voor logopedisten in de drie noordelijke provincies.
Geertzen JHB (31 oktober) Buenos Aires (Argentinië). Physical examination – clinical guidelines diabetic foot. I Jornadas de Manejo del Pie Diabético y del Amputado, IREP Institutio de Rehabilitación Psicofisica.
Feiken J (17 december) Groningen. Verbale apraxie Noordelijke Afasie Werkgroep (NAW).
Geertzen JHB (31 oktober) Buenos Aires (Argentinië). Treatment, rehabilitation, perspective (general). I Jornadas de Manejo del Pie Diabético y del Amputado, IREP Institutio de Rehabilitación Psicofisica.
Geertzen JHB (6 februari) Groningen. Het Complex Regionaal Pijn Syndroom: diagnostiek en behandeling, state of the art. Noordelijke Neuro Vereniging.
Geertzen JHB (10 november) Beekbergen. Amputatie en revalidatie. Specialistencursus ‘Vaatchirurgie’, Nederlandse Vereniging voor Heelkunde.
Geertzen JHB (8 februari) Lygby/Kopenhagen. ICF in perspective of (C)PO education. International Society for Prosthetics and Orthotics. Geertzen JHB (11 maart) Curaçao. Lagerugpijn. NASKHO-symposium. Geertzen JHB (11 maart) Curaçao. Complex Regionaal Pijn Syndroom type 1. NASKHO-symposium. Geertzen JHB (12 maart) Aruba. Complex Regionaal Pijn Syndroom type 1. NASKHO-satellietsymposium. Geertzen JHB (28 maart) Nijmegen. Huidproblemen: evidence en praktijk. ISPO Multidisciplinaire cursus Amputatie en Prothesiologie Onderste Extremiteit. Geertzen JHB (28 maart) Nijmegen. De stand van de wetenschap op het gebied van de pro-en orthesiologie; nationaal en internationaal. ISPO Multidisciplinaire cursus Amputatie en Prothesiologie Onderste Extremiteit. Geertzen JHB (31 maart) Salenitas (El Salvador). How to receive a grant from a NGO. ISPO Strategic meeting. Geertzen JHB (8 april) San Salvador (El Salvador). Moving beyond your profession. The neuropathic foot; therapeutical options. Don Bosco University (invited). Geertzen JHB (11 april) Groningen. Inleiding. Chronische pijn: er valt eer aan te behalen.
38
Geertzen JHB (12 november) Beekbergen. Amputatie en revalidatie. Specialistencursus ‘Vaatchirurgie’, Nederlandse Vereniging voor Heelkunde. Geertzen JHB (13 november) Amsterdam. Presentatie resultaten meso-onderzoek en reactie daarop. Lustrumsymposium ‘De toegevoegde waarde van revalidatie’, Revalidatie Nederland. Geertzen JHB (21 november) Nieuwegein. Inleiding/voorzitter Er zit beweging in PD. Congres Posttraumatische Dystrofie. Gokeler A (24 november) Freiburg. Physiotherapie bei Schulterinstabilität. 2. Freiburger Schultersymposium. Gokeler A (20 november) Is fysiotherapie zinvol bij een schouderluxatie? Netwerk Sportfysiotherapie Noord. Gokeler A (augustus) Groningen. Is fysiotherapie zinvol bij een schouderluxatie? Chirurgie-UMCG. Halbertsma JPK, Postema K (14 en 15 februari) Enschede. Biomechanica. Cursus bewegingsanalyse bij volwassen CVA-patiënten. Hegeman A (juni) Istanbul. Perceived competence in children and adolescents with hemophilia, an explorative study. World Federation of Hemophilia Congress. Hijmans JM (30 oktober) Ermelo. Effects of compression at foot and ankle on joint position sense and control of bipedal stance in older people. 3rd Dutch-UK Rehabilitation Meeting. Hoppenbrouwers M (februari) Groningen. Een whiplash en dan? Patiëntenvereniging ‘Whiplash de Baas’
39
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
Eissens MH (19 juni) Lausanne (CH). Early active mobilisation of the wrist in extensor tendon injuries zone 5-7. EFSHT & FESSH congres.
verdieping onderzoek speerpunt Hoppenbrouwers M (11 april) Groningen. Waarom psychologie in de pijnrevalidatie? Chronische pijn, er valt nog veel eer aan te behalen. Huizing K, Schiphorst Preuper HR (11 juni) Groningen. Pijn en pijnrevalidatie in Nederland; stand van zaken. Multidisciplinaire regioavond Ontwikkelingen in de pijnrevalidatie.
Op de valreep van 2007 kreeg het CvR van het ministerie van VWS een OPR-erkenning; OPR staat voor Ontwikkelcentrum PijnRevalidatie. In Nederland zijn vier OPR’s. De opdracht aan de OPR’s is tweeledig: kennis verder uitbouwen over de pijnproblematiek in de eigen revalidatiepraktijk en kennis verspreiden naar andere delen van de behandelende sector, vooral de andere revalidatiecentra en de eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg. Diagnostiek en behandeling zijn gebaseerd op het biopsychosociaal model en gericht op het benoemen en opheffen van factoren die participatie belemmeren. Daarnaast doet het OPR onderzoek naar de werkingsmechanismen van de behandeling (waarom werkt het, en wat werkt voor wie), de wachtlijstproblematiek, goede doorverwijzingen binnen zorgketens en het structureel verspreiden van nieuwe kennis en kunde. Onderzoek en onderwijs vormen een structureel, goed geïntegreerd onderdeel van de activiteiten van het team. Wetenschappelijk onderzoek is met name gericht op arbeidsparticipatie van mensen met chronische pijn. Het onderwijs is gericht op het opleiden van clinici en het ondersteunen bij het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Het OPR draagt bij in de ontwikkeling van zorginnovaties op de gebieden ‘Pijn en Arbeid’ en ‘CRPS-I en fantoompijn’, evenals in de ontwikkeling van pijnrevalidatie in een multispecialistische setting, zoals in het Wervelkolomcentrum- UMCG het geval is.
bursalen Het Centrum voor Revalidatie is een internationaal erkend expertise- en kenniscentrum. Zeker met betrekking tot onderzoek op het gebied van onze speerpunten wordt aan die internationalisering hard gewerkt. We zoeken de internationale samenwerking en steeds vaker bieden we onderdak aan buitenlandse studenten. De uitwisseling van ideeën is voor alle partijen inspirerend. Zo bood het CvR een stageplaats aan een Spaanse revalidatiearts in opleiding en werden drie bursalen aangesteld op promotietrajecten. De Duitse Carolin Curtze onderzoekt de interactie tussen de mate van behendigheid van de patiënt en de biomechanische eigenschappen van de voetprothese. In de toekomst moet dit leiden tot een adequater prothesevoorschrift. De Australische Lauren Fortington doet onderzoek naar ‘de oudere amputatiepatiënt’. Eerder onderzoek liet zien dat zo’n 40% van de amputatiepatiënten naar een verpleeghuis gaat. Lauren Fortington gaat in kaart brengen wat er precies met die groep gebeurt. De Roemeen Mike Bragaru doet onderzoek naar ‘amputatie en sport’. In overleg met de werkgroep Sport en Bewegen van de VRA gaat hij onder meer bekijken welke mogelijkheden er zijn voor een landelijk onderzoek naar sportbeoefening door amputatiepatiënten.
Hulsman NM, Geertzen JHB (11 juni) Groningen. CRPS-I. To amputate or not? Multidisciplinaire regioavond Ontwikkelingen in de pijnrevalidatie. Jorritsma W (11 juni) Groningen. Manuele therapie en McKenzie in de behandeling van rugpijn. Multidisciplinaire regioavond Ontwikkelingen in de pijnrevalidatie. Lelieveld OTHM (15 september) Londen (Engeland). Physical activity in adolescents with juvenile idiopathic arthritis. 15th Paediatric Rheumatology European Society Congress. Maathuis CGB (10 maart) Curaçao. Cerebrale parese: (revalidatie) diagnostiek en behandeling. NASKHO-symposium. Maathuis CGB (10 maart) Curaçao. Revalidatieaspecten bij spina bifida. NASKHO-symposium. Maathuis CGB (12 maart) Aruba. Centrale parese: medisch management. NASKHO-satellietsymposium. Maathuis CGB (28 maart) Groningen. De klinische relevantie van MND bij DCD. Cursus Minor Neurological Dysfunction Maathuis CGB (12 juni) Amsterdam. Prescription of the first prosthesis and later use in children with congenital unilateral upper limb deficiency, a systemic review. Congres Nordic Orthopedic Federation Maathuis CGB (30 oktober) Ermelo. Visuomotor integration, handwriting and neurological condition at schoolage. VRA-najaarscongres. Mesch, H en Schotman, M (12 november) Groningen. Van denken naar doen; diabetesrevalidatie. Congres Sleutelen aan de regie. Meulenbelt HEJ (8 oktober) Emmen. Guillain-Barré bij kinderen. Capita selecta-avond Scheperziekenhuis. Muskee C (11 april) Groningen. Chronische pijn: er valt eer aan te behalen. Muskee C (11 juni 2008) Groningen. Inleiding. Multidisciplinaire regioavond Ontwikkelingen in de pijnrevalidatie. Muskee C (10 september) Groningen. Vroege interventie bij rugklachten en arbeidsverzuim. Minisymposium Revalidatie werkt! Opsteegh L, Sluis CK van der (10 september) Groningen. Oplossingsgerichte therapie bij acute handletsels ter versnelling van werkhervatting. Minisymposium Revalidatie werkt!
40 40
41
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
Ontwikkelcentrum PijnRevalidatie - OPR
verdieping onderzoek speerpunt Postema K, Halbertsma JPK (14 en 15 februari) Enschede. Gangbeeld. Cursus bewegingsanalyse bij volwassen CVA-patiënten. Postema K (14 april) Eindhoven. Samenwerken en communiceren tijdens het schoenenspreekuur. Fontys Hogeschool.
hoe lopen mensen met een beenprothese?
In juni 2007 verscheen het boek ‘Meer dan alleen een prothese; handboek prothesiologie van de bovenste extremiteit’, geschreven door de ergotherapeuten Paula Wijdenes en Simone Schut van het Centrum voor Revalidatie. Het behandelt de prothesevoorziening bij zowel aangeboren als verworven amputaties van kinderen en volwassenen.
In het Centrum voor Revalidatie hebben Aline Vrieling, revalidatiearts/onderzoeker, en Helco van Keeken, bewegingswetenschapper, onderzoek gedaan naar balanshandhaving en bewegingssturing van amputatiepatiënten die een beenprothese gebruiken. Vrieling promoveert in 2009 op haar onderzoek.
De Nederlandse vakliteratuur voorzag niet in een dergelijk boek. De informatie die er was, was te versnipperd en soms te onduidelijk. Schut en Wijdenes verzamelden de relevante literatuur over prothesiologie en vulden dit aan met de ervaringen en expertise die de afdeling Ergotherapie en de werkgroep ‘Congenitale Aandoeningen Bovenste Extremiteiten’ in de loop der jaren had opgebouwd.
Lopen met een prothese is niet eenvoudig. Patiënten hebben na een beenamputatie een slechtere balans en vallen vaker dan gezonde personen. De balans is vooral slechter als er sprake is van verminderde aandacht of het uitvoeren van een motorisch complexe taak. Onderzoek naar balans en looppatroon van prothesegebruikers wordt doorgaans gedaan onder basiscondities, zoals het lopen over een vlakke vloer in een goed verlichte gang, zonder enige afleiding, maar dat komt niet overeen met de dagelijkse realiteit. Vrieling en Van Keeken onderzochten patiënten in meer complexe omgevingen om zo meer te weten te komen over de balanscontrole en bewegingssturing. Voor hun onderzoek gebruikten ze een balansplatform dat in alle richtingen kan bewegen. Op deze manier werden de proefpersonen licht uit balans gebracht en met camera’s werd geregistreerd hoe ze deze balansverstoringen opvingen.
Het boek behandelt vele aspecten van de prothesiologie, zoals de voor- en nadelen van een myo-elektrische prothese, uitvoerige oefenschema’s en meet- en evaluatie-instrumenten. De rol van andere disciplines bij de keuze voor een prothese worden benoemd. Er wordt uitvoerig aandacht besteed aan de theoretische onderbouwing en er is een uitgebreide literatuurlijst in opgenomen. ‘Meer dan alleen een prothese’ is een fraai overzicht van de prothesiologie en voorziet in een grote behoefte. Het boek maakt deel uit van een serie handboeken over handletsel, alle geschreven door ergotherapeuten van het CvR.
42 42
De eigenschappen van de prothese en het gemis aan spierkracht in het prothesebeen maken het volgens de onderzoekers vooralsnog niet mogelijk volledig symmetrisch te lopen. Het is dus van belang dat therapie zich richt op de mogelijkheden die een prothesebeen biedt en op het uitvoeren van zogenaamde compensatiestrategieën. Uit het onderzoek blijkt duidelijk dat prothesedragers kiezen voor een strategie waarbij het niet-aangedane been een grote rol speelt. Balanstraining op het niet-aangedane been is daarom minstens zo belangrijk als het trainen van de balans op het prothesebeen. Wegstappen met het prothesebeen als eerste, is gezien de mogelijkheden van het niet-aangedane been het verstandigst. Ook stoppen met lopen met het niet-aangedane been als eerste, is een strategie waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van het niet-aangedane been.
Postema K (14 juli) Chiang Mai (Thailand). Ground reaction forces and moments in gait. (invited) Postema K (16 juli) Bangkok (Thailand). Ground reaction forces and moments in gait. (invited) Postema K (9 september) Antalya (Turkije). Gait analysis: Research for Amputees and Prosthetics, ESMAC (invited). Postema K (17 september) Schoorl. De transitiepoli. UMCG-compagnonscursus. Reneman MF (11 juni) Groningen. Meten van belastbaarheid bij mensen met chronische pijn; morgen weer aan het werk? Multidisciplinaire regioavond Ontwikkelingen in de pijnrevalidatie. Reneman MF (19 januari) Groningen. Workshop Arbeid en chronische pijn. Symposium Pijnrevalidatie. WPN-dag. Reneman MF (11 juni) Groningen. Onderzoek naar functionele capaciteit bij lagerugpijn. Morgen weer aan het werk? Multidisciplinaire regioavond Ontwikkelingen in de pijnrevalidatie. Reneman MF (14-15 augustus) Liverpool (Engeland). Functional Outcomes. The changing face of pain management programmes. 12th World congress on pain (invited). Reneman MF (18-22 augustus) Glasgow (Schotland). Determinants of performance. Invited contribution workshop ‘performance of performance measures’. 12th World Congress on Pain. Reneman MF (10 september) Groningen. Ontwikkelingen Arbeid CvR en vroege interventie. Minisymposium Revalidatie werkt! Rienstra-Hulsman NM (10 december) Groningen. Spiegeltherapie; theorie. Multidisciplinaire regioavond Innovatie en het brein in de revalidatie. Rommers GM (31 oktober) Ermelo. Workshop The elderly lower limb amputee: better off in Ireland, UK or The Netherlands? 3rd Dutch-UK Rehabilitation Meeting. Salomons E, Laar I van (10 september) Groningen. Arbeidsconsulenten: Samen-werken. Minisymposium Revalidatie werkt! Smallenbroek JTG (10 september) Groningen. Neurorevalidatie en arbeid. Minisymposium Revalidatie werkt! Schiphorst Preuper HR (19 januari) Groningen. Inleiding. Symposium Pijnrevalidatie. WPN-dag.
43
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
handboek armprothesiologie voorziet in behoefte
Schrier E (1 februari) Amsterdam. Het niet-herstellende sportletsel. Congres van sportpsychologen. Schrier E (16 april) Groningen. De blinde en de olifant. Congenitale afwijkingen gezien vanuit psychologisch perspectief. Multidisciplinaire regioavond Congenitale handaandoeningen. Simmelink EK (16 april) Groningen. Arthrogryposis multiplex congenita: casus en toelichting. Multidisciplinaire regioavond Congenitale handaandoeningen. Sluis CK van der (8 februari) Groningen. Revalidatie na distale radiusfracturen. 9e Groninger Traumadag. Sluis CK van der (8 april) Groningen. Het handenlab. Opening Houdings- en Bewegingslaboratorium. Sluis CK van der (16 april) Groningen. Longitudinale radiale deficiënties. Tevens voorzitterschap en organisatie. Capita selecta Sluis CK van der (22 april) Wenen (Oostenrijk). Prosthesis simulators, a research proposal. Otto Bock. Sluis CK van der (13-15 augustus) Fredericton (Canada). Learning to use an upper limb prosthesis: does order of practice matter? MEC’08 Sluis CK van der (10 september) Groningen. Oplossingsgerichte therapie bij acute handletsels ter versnelling van werkhervatting. Minisymposium Revalidatie werkt! Sluis CK van der (3 november) Groningen. Ongevallen: grote en kleine gevolgen. Medische Publieksacademie. Tepper M (31 oktober) Ermelo. Introduction of ICF and Barthel index for stroke management in developing countries. 3rd Dutch-UK Rehabilitation Meeting. Tepper M, Ruis HC (10 december) Groningen. Motor imagery in stroke patients. Multidisciplinaire regioavond Innovatie en het brein in de revalidatie. Vennik PHW (10 september) Groningen. COPD, arbeid en longrevalidatie. Minisymposium Revalidatie werkt! Verhagen H Groningen. DCD. Ziekenhuispsychologen uit de noordelijke provincies. Visser-Keizer AC (30 oktober) Ermelo. Training of social skills improves coping skills in brain injury patients. 3rd Dutch-UK Rehabilitation Meeting.
44
Voogd JN de (10 september) Bath (Engeland). Depressive symptoms as predictors of mortality in patients with CODP. European Health Psychology Society / British Psychological Society Conference. Vries AB de (31 oktober) Ermelo. VIR e-Care: overview and gaining time by optimal team communication. 3rd Dutch-UK Rehabilitation Meeting. Weert E van (28 mei) Luntereren. The development of a physical self-management programme for cancer survivors. Psychology and Health. Weert E van (19 december) Bari (Italië). Oncological rehabilitation. National Cancer Institute. Wijdenes PA (16 april) Groningen. Revalidatiemogelijkheden bij arthrogryposis; therapie van de bovenste extremiteit. Multidisciplinaire regioavond Congenitale handaandoeningen.
Abstracts en posters Boonstra AM, Reneman MF, Stewart RE, Post MWM, Schiphorst Preuper HR. (18-22 augustus) Glasgow (Schotland). Impact of chronic low back pain on life satisfaction, 12th World Congress on Pain IASP. Bolt A. (30-31 oktober) Ermelo. Use of the ground reaction force in clinical judgment defining the properties of orthopedic shoes, a case report. 3rd Dutch-UK Rehabilitation Meeting. Dijk MJH van, Groen WG, Moors SC, Bekkering WP, Hegeman AK, Janssen A, Net J van der, (september) Londen (Engeland). The Dutch translation of the Childhood Health Assessment Questionnaire 38: an explorative study of the ceiling effect. Pediatric Rheumatology European Society congres. Geertzen JHB. Lower extremity amputations: an update in management and new prosthetics. J Rehabil Med Suppl 2008, 47: 25. Hegeman AK, Genderen FR van, Meijer S, Briel MM van den, Tamminga RYJ, Weert E van (november) Amsterdam. Perceived competence in children and adolescents with hemophilia, an explorative study. KNGF/NVFK congres Helmus M, Reneman MF, Schiphorst Preuper HR, Geertzen JHB. (19 januari) Groningen. In welke mate zijn activiteitenniveau en psychologische variabelen gerelateerd bij patiënten met chronische pijn? Symposium Pijnrevalidatie. WPN-dag. Hodselmans AP, Dijkstra PU, Geertzen JHB, Schans CP van der. Reliability and validity of a lean body mass-based Åstrand bicycle test. J Rehabil Med Suppl 2008, 47: 242. Hoorn J van. (30-31 oktober) Ermelo. Visuomotor integration, handwriting and neurological condition at school age. 3rd Dutch-UK Rehabilitation Meeting,
45
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
Schiphorst Preuper HR (11 juni) Groningen. Inleiding. Multidisciplinaire regioavond Ontwikkelingen in de pijnrevalidatie.
Jong R de, Visser JJW, Renkema W, Maathuis CGB. (5-7 juni) Zagreb (Kroatië). Video teleconsulting in rehabilitation of children in the Netherlands. EACD-congres Kootstra JJ, Hoekstra-Weebers JEH, Rietman JS, Vries J de, Baas PC, Geertzen JHB, Hoekstra HJ. (13-16 maart) Chicago. A longitudinal comparison of arm morbidity in stage I-II breast cancer patients treated with sentinel lymph node biopsy, sentinel lymph node biopsy followed by axillary dissection or axillary dissection. 61st Annual Cancer symposium.
Schiphorst Preuper HR, Boonstra AM, Wever D, Heuts PHTG, Dekker JHM, Smeets RJEM, Geertzen JHB, Reneman MF. (18-22 augustus) Glasgow (Schotland) The relationship between psychosocial distress and disability assessed by the SCL-90-R and RMDQ in patients with chronic low back pain in six pain rehabilitation centers in the Netherlands. 12th World Congress on Pain. Simmelink EK (11 april) Utrecht. Repeatability and validity of the combined arm-leg (Cruiser) ergometer. VRA-Colloquium. Simmelink EK, Wempe JB, Geertzen JHB, Dekker R. The combined arm-leg (Cruiser) ergometer: a suitable instrument to measure physical fitness? Clin Rehabil 2008, 22, 12: 1135.
Lelieveld OHTM, Ambrust W, Leeuwen MA van, Duppen N, Geertzen JHB, Sauer PJJ, Weert E van. (14-17 september) London. Physical activity in adolescents with juvenile idiopathic arthritis. Abstractbook 15th Pediatric Rheumatology European Society Congress.
Stegeman P, Coppes MH, Enk van J, Wijhe van M, Schiphorst Preuper HR. (18-22 augustus) Glasgow (Schotland). Groningen Spine Center, The Netherlands. A center for comprehensive care. 12th World Congress on Pain.
Lelieveld OHTM, Ambrust W, Leeuwen MA van, Weert E van. (14-17 september) London. Illness representation in adolescents with juvenile idiopathic arthritis. Abstractbook 15th Pediatric Rheumatology European Society Congress.
Tepper M, Vries RT de, Donderwinkel FML, Aris E. (september) Brasilia (Brazilië).The SSART for where there is no speech language therapist: a standardized assessment of swallowing problems and eating difficulties in stroke patients in developing countries. 5th World Congress of NeurRehabilitation.
Meulenbelt HEJ. (20 mei) Groningen. Skin problems in lower limb amputees; a systematic review. SHARE Spring Meeting. Meulenbelt HEJ. (30-31 oktober) Ermelo. Determinants and prevalence of skin problems in lower limb amputees. 3rd Dutch-UK Rehabilitation Meeting. Meijer R, Rambaran-Mishre, Smallenbroek JTG, Tepper M, Visser Meily A. (september) Brasilia, (Brazilië) Use of digital stroke clinimetric core sets as a guide tool during the rehabilitation team meeting. 5th World Congress of NeurRehabilitation. Muijzer A, Brouwer S, Krol B, Geertzen JHB, Groothoff JW. (9-10 april) Groningen. De toetsing van de reïntegratie-inspanningen aan de hand van de arbeidsdeskundige en verzekeringsarts. Nederlands Congres Volksgezondheid. Reneman MF. How do we assess work-related disability of patiënt with non-specific back pain? An overview of half a decade of research. J Bone Joint Surg - British Volume, 2008, Vol 90-B, Issue SUPP-III,:489.
Tepper M, Oosterkamp K, Aris E. (30-31 oktober) Ermelo. Introduction of ICF and Barthel Index for stroke management in developing countries. 3rd Dutch-UK Rehabilitation Meeting. Tepper M, Vries RT de, Donderwinkel FML, Aris E. (13-14 november), Egmond aan Zee. Leren over grenzen: een wereldwijd gebruikte screening op slikstoornissen aangepast voor gebruik in ontwikkelingslanden. NVMO congres (NVMO-congresprijs voor beste poster). Visser-Keizer AC, Schönherr MC. (30-31 oktober), Ermelo. Training of social skills improves coping skills in brain injury patients. 3rd Dutch-UK Rehabilitation Meeting. Voogd JN de, Wempe JB, Koëter GH, Postema K, Sonderen FLP van, Ranchor AV, Coyne JC, Sanderman R. Depressive symptoms as predictors of mortality in patients with CODP. Health Psychology 2008, 23, Suppl 1: 101-102.
Rommers GM, Dierssen L, Maathuis CGB. (3-6 juni) Brugge (België). Videoregistration as instrument for doctor’s self evalutation in communication during residency training: a pilot study. Abstract 16th ESPRM Congress: From Cell to Society, J Rehabil Med 2008, Suppl 47: 183 (+poster). Rommers GM, Wiggerts HO, Paping MA. (3-6 juni) Brugge (België).First experiences with the use of the SIGAMWAP score during inpatient rehabilitation after lower limb amputation. Abstract 16th ESPRM Congress: From Cell to Society, J Rehabil Med 2008, Suppl 47: 80. Rommers GM, Tepper M, Mulder GA, Dekker R (3-6 juni) Brugge (België). Evaluation of group education in rehabilitation medicine during the bachelor phase. 16th European Congress of Physical and Rehabilitation Medicine. Rommers GM, Tepper M, Mulder GA, Dekker R. (13-14 november), Egmond aan Zee. Evaluatie van groepsonderwijs in de revalidatiegeneeskunde gedurende de bachelorfase. NVMO congres.
46
47
hoofdstuk 2 | onderzoekslijnen en publicaties
Hulsman NM, Geertzen JHB, Dijkstra PU, Dungen JJAM van den, Dunnen WFA den. Myopathy in CRPS-I: Disuse or nerve lesion? J Rehabil Med Suppl 2008, 47: 128.
Hoofdstuk 3 Onderwijs Dr. G.M. Rommers, revalidatiearts en onderwijscoördinator Centrum voor Revalidatie Het jaar 2008 was voor het onderwijs aan de medische faculteit een jaar van uitbouw van het bestaande onderwijsaanbod. In de bachelorfase in de jaren 1, 2 en 3 verzorgden wij onderwijs ter introductie van het vak revalidatiegeneeskunde. De tweedejaarsstudenten werden in contact gebracht met het peroonlijk profileringsonderwijs (PP) in de revalidatiegeneeskunde rondom CVA en dwarslaesies. Verschillende medewerkers van het CvR speelden zeer actief in op het leren denken in de revalidatiegeneeskunde met daarnaast opdrachten, huisbezoeken en opdrachten rondom cognitie en incontinentie. Stafleden begeleidden wederom de coachgroepen in het tweede jaar, zowel binnen de coachgroep als in de spreekkamer op de polikliniek. In het nieuwe curriculum G2010 kwamen de eerste studenten van de M3-fase voor onderzoek van een periode van twintig weken naar het CvR. Een kennismaking met een nieuwe groep studenten die met enthousiasme aan de projecten begon. De ervaring met de M1-studenten als co-assistent op onze beide locaties werden verder uitgebouwd. Het extra onderwijs in lichamelijk onderzoek van arm-hand en enkel-voet werd gecontinueerd om de co-assistenten ook deze vaardigheden te kunnen laten toepassen.
fase van de opleiding verder werden getraind in het toepassen van de International Classification of Function, Disability and Health (ICF) alsmede in het leren uitvoeren van anamnese en lichamelijk onderzoek van het houdings- en bewegingsapparaat. De elektronische leeromgeving ‘Nestor’ werd ingezet bij de blokken persoonlijke profilering in de bachelorfase waar centrumbreed onderwijs werd verzorgd rond de CVA-patiënt. Nestor wordt binnen de M1 masterfase eveneens gebruikt voor het aanbieden van veel achtergrondinformatie over revalidatiegeneeskunde, alsmede oefenmodules voor zelfstudie. Resultaten van het revalidatieonderwijs worden op nationaal en internationaal niveau gepresenteerd aan revalidatieartsen en onderwijskundigen. Bij het jaarlijkse onderwijscongres van de Nederlandse Vereniging voor Medisch onderwijs (NVMO) ontving drs. Marga Tepper de jaarlijkse posterprijs voor het onderwijs aan fysiotherapeuten en verpleegkundigen in Tanzania: ‘Leren over grenzen: de SSART, een aangepast slikprotocol voor gebruik in ontwikkelingslanden’. Voor het komende jaar zoeken de stafleden naar verdere samenwerking met overige medewerkers van het CvR rondom het onderwijs aan de studenten Geneeskunde en Bewegingswetenschappen.
De samenwerking binnen het co-schappenonderwijs met de collega’s van de afdelingen Orthopedie en Reumatologie werd voortgezet. Naast gemeenschappelijk onderwijs rondom gewrichtsaandoeningen wordt revalidatiegeneeskundig onderwijs verzorgd aan de co-assistenten van alle drie de specialismen. In de KTC (Klinisch TrainingsCentrum)-week klinisch onderwijs besteden wij vanuit de revalidatiegeneeskunde aandacht aan de problematiek van het CVA. Dit KTC-onderwijs wordt eveneens roulerend verzorgd door Orthopedie en Reumatologie met eigen onderwerpen aan de co-assistenten revalidatiegeneeskunde. De faciliteiten voor de co-assistenten zijn uitgebreid met eigen kamers en op beide locaties zijn spreekkamers met videoregistratie zodat co-assistenten kunnen terugzien hoe zij anamnese en lichamelijk onderzoek uitvoerden. Verscheidene medewerkers van het Centrum voor Revalidatie staken veel tijd in het ontwerpen en maken van onderwijs voor het KTC. Daarbij werden steeds de uitgangspunten van de revalidatie in het oog gehouden, zodat de studenten in deze
48
49
hoofdstuk 3 | onderwijs
Inleiding
verdieping onderzoek speerpunt
Facultair onderwijs geneeskunde Bachelorfase G2010: jaar 1 t/m 3
normeringsonderzoek door Pijn en Arbeid
Het Laboratorium voor Houdings- en Bewegingsanalyse kreeg in 2008 een nieuw VICON-bewegingsanalysesysteem, bestaande uit een achttal infraroodcamera’s met bijbehorende flitsers, twee krachtplaten en de nodige computerapparatuur. Met het VICON-systeem is een betere diagnose van gangbeeldproblemen mogelijk. Het systeem meet veel nauwkeuriger de werking van spieren en meet bovendien driedimensionaal; dat is een wezenlijk voordeel bij patiënten die op allerlei manieren scheef en asymmetrisch kunnen lopen. Bij metingen met het VICON-systeem krijgt de patiënt een aantal reflecterende bolletjes opgeplakt. De camera’s registreren de posities van die bolletjes honderd keer per seconde. Door de computer worden de gegevens van die acht camera’s omgerekend in driedimensionale posities. Tegelijkertijd meten de krachtplaten de kracht die de voet van de patiënt op de grond uitoefent. Uit de kracht- en positiegegevens samen worden dan de totale spierkrachten rond enkel, knie en heup berekend, ook weer in drie richtingen. Het EMG meet de elektrische activiteit als de spier aanspant. In combinatie met de bewegingsbeelden is nu te zien welke spier tijdens het lopen actief is. Met een EMG-systeem van zestien kanalen, kunnen dus zestien verschillende spieren tegelijkertijd gemeten worden. Bovendien is het VICON-systeem draadloos. De proefpersoon krijgt een zendertje op de huid geplakt dat de signalen doorgeeft. De patiënt loopt helemaal draadloos door de ruimte. Het nieuwe systeem biedt dus grote voordelen ten opzichte van het oude.
Pijn en Arbeid is een van de onderzoeksspeerpunten van het CvR. De wetenschappelijke productie is, zowel wat betreft kwaliteit als aantal, inmiddels op een dusdanig niveau dat het CvR zich wereldwijd met de besten kan meten. In het kader van dit onderzoeksspeerpunt doen CvR-medewerkers onder andere wetenschappelijk onderzoek naar de meeteigenschappen van de Functional Capacity Evaluation (FCE). De FCE is een testbatterij voor het meten van de belastbaarheid voor arbeid. De FCE helpt bij de advisering over terugkeer naar werk of het vinden van geschikt ander werk voor een patiënt. De FCE wordt vooral afgenomen bij mensen met chronische pijn. De FCE is destijds aangeschaft bij de firma WorkWell in Duluth, Minnesota, USA, en er bestaat al een lange werkrelatie met deze leverancier. In 2008 waren de general manager Margot Miller en de program director Dee Daley van WorkWell op bezoek in locatie Beatrixoord, waar zij werden bijgepraat over de ontwikkelingen in het wetenschappelijk onderzoek. Miller en Dee waren met name zeer gecharmeerd van het normeringsonderzoek dat in het CvR wordt uitgevoerd en overwegen dit ook in de USA te gaan doen. Verschillende bewegingswetenschappers van het CvR hebben in de afgelopen jaren (een deel van) hun promotieonderzoek aan de FCE gewijd en in 2009 zal bewegingswetenschapper Remko Soer promoveren op het FCE-normeringsonderzoek.
Masterfase G2010: jaar 4 • G.M. Rommers: onderwijscoördinator Revalidatiegeneeskunde • C.K. van der Sluis: onderwijs IWC-artrose en artritis, samen met Orthopedie en Reumatologie • M.R. Reinders: onderwijs IWC-artrose en artritis, samen met Orthopedie en Reumatologie • M. Tepper: onderwijscoördinator M1 voor de co-assistenten locatie Beatrixoord; M2 klinisch redeneren in de tropen. • M. Reneman: PVO-onderwijs, onderzoek van elleboog-hand en enkel-voet aan co-assistenten; M1. Nagenoeg alle leden van de medische staf zijn betrokken bij de begeleiding van co-assistenten revalidatiegeneeskunde M1 en M3 op beide locaties.
Persoonlijke profilering. Keuzeproject ‘Het bewegend functioneren van de mens’ • • • • • • • • • •
J.C. Bosmans: ICF. R.F. Küthe en J.E. Elzes: Orthopedie/Traumatologie. P.T. Vaatstra: Geriatrie. J.L.C. Hamelink en A.J. Slagers: Sportfysiotherapie. J.L.C. Hamelink en M.A. Brouwer: Tapen. G.J.F.J. Bos en A.K. Hegeman: Kinderfysiotherapie. M.J.T. Fleuren en A.G. Brader: Neurologie. Z. Lukkien: Chronische pijn. P. Boorsma en M.C. Nagel: Hartrevalidatie. G.D. Reinsma en S. van den Berg: Training longpatiënt en longrevalidatie.
Overig • • • • •
50 50
A. Bolt en E.K. Simmelink: faculteitsdag patiëntenvoordracht, B1. K. Postema: patiëntencollege, B1. G.M. Rommers; revalidatiegeneeskunde B1; onderwijscoördinator revalidatiegeneeskunde. M.R. Reinders: Tutorschap B2: beroepsvoorbereiding. R. Dekker: college Letsel en werk, B2; persoonlijk profileringsprofiel CVA. H.R. Schiphorst Preuper: college Chronische Pijn, B2. M.C. Schönherr: klinische conferentie spierziekten, B2. C.K. van der Sluis: college Gevolgen van letsels, B2. M. Tepper: persoonlijk profileringsprofiel CVA, B2; Onderwijs NMA, B2. G.A. Mulder: persoonlijk profileringprofiel Dwarslaesie, B2. R. Dekker: college Gevolgen van sportletsels, B3.
Z. Lukkien: Fysiotherapie en chronische pijn, Algemeen Vormende Vakken voor studenten van diverse faculteiten RUG. R.F. Küthe, E.J. van Adrichem, R.L. Meulenbroek, J.M.A. Stel: Anatomie in vivo. Eerstejaarsstudenten Geneeskunde. M. van der Groep: Onderzoek elleboog, hand, pols. Eerstejaarsstudenten Geneeskunde. M. van der Groep en M. Kole: WEBonderwijs: ergotherapie en diagnostiek. Tweedejaarsstudenten Geneeskunde. J.L.C. Hamelink, R.F. Küthe, M.A. Brouwer, H.H. Hagen, R.L. Meulenbroek: Lichamelijk onderzoek van gewrichten, PV-sessies in blok ‘Bewegen en Bewogen’ M1.
51
hoofdstuk 3 | onderwijs
looplab Groningen beschikt over VICON-bewegingsanalysesysteem
• • • • • • • • • • •
Facultair onderwijs anders • •
nominatie opleidingsinnovatieprijs
supervisor van het jaar
De opleidingen tot medisch specialist – en dus ook tot revalidatiearts – zijn aan het veranderen. Om te laten zien hoe een opleider in de praktijk vorm kan geven aan die vernieuwingen, heeft het College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg in 2007 een prijsvraag uitgeschreven voor vernieuwende opleidingsinitiatieven. Uit het scala aan zeer uiteenlopende voordrachten werden de tien beste initiatieven genomineerd en gebundeld in een brochure, waarmee andere opleidende ziekenhuizen hun voordeel konden doen.
De revalidatieartsen in opleiding zijn in 2007 een nieuwe traditie gestart. Zij kiezen voortaan elk jaar ‘de supervisor van het jaar’. Eén van de assistenten heeft daarvoor een mooie plank teak op maat gezaagd, vlakgeschuurd en gelakt. Een ander zorgt ervoor dat jaarlijks een nieuw naamplaatje wordt opgeschroefd.
Ook het CvR diende een drietal initiatieven in en één daarvan werd opgenomen in de brochure. Het betreft de ‘onderzoekskamer met cameratoezicht’, een kamer waar, uiteraard na toestemming van de patiënt, een revalidatiearts in opleiding (aios) een patiënt onderzoekt onder het toeziend oog van de camera. Dit heeft als voordeel dat er geen opleider aanwezig hoeft te zijn bij het onderzoek en dat na afloop de beelden door aios en opleider gezamenlijk kunnen worden bekeken en beoordeeld. De aios kan hierdoor beter reflecteren op het eigen handelen en Korte Klinische Beoordelingen en nabesprekingen zijn beter mogelijk.
Vanuit hun betrokkenheid bij de opleiding filosofeerden de (veertien) assistenten over wie, waarom een goede supervisor was. De meningen liepen sterk uiteen. Voor de één ging het vooral om inhoudelijke aspecten, anderen vonden de diadactische kwaliteiten belangrijk en weer anderen ging het vooral om ‘een goed gesprek en warm menselijk contact’. Het aantal assistenten is bovendien ongelijk verdeeld over de stafleden als het gaat om supervisie. Het bleek dus onmogelijk om unaniem dé supervisor van het jaar te kiezen. Daarom is gekozen voor een systeem waarbij elke assistent een rapportcijfer geeft aan een staflid van wie hij/zij supervisie krijgt en er zijn geen specifieke voorwaarden gesteld aan de verkiezing. Het is een zeer rammelend systeem met een hoog leukheidsgehalte. Toch blijkt de verkiezing te leven onder stafleden. Ieder jaar, als tijdens het assistentendiner de prijs wordt toegekend, zijn de verwachtingen weer hooggespannen.
H. Verhagen: college Vroegbehandeling kinderrevalidatie. RUG - Orthopedagogiek. J. Feiken: gastcollege verbale apraxie, derdejaarsstudenten. RUG - Algemene Taalwetenschappen.
Overig niet-facultair onderwijs R. Dekker: huisartsenpraktijkbezoek Samen patiënten zien. P.U. Dijkstra: begeleiding junior scientific masterclass. J.H.B. Geertzen: AIOS-onderwijs Chirurgie, Amputaties en snijzaal. C. Muskee: huisartsenpraktijkbezoek Samen patiënten zien.
Onderwijs aan HBO-ers in opleiding S. van den Berg, G. Reinsma: Keuzemodule COPD, derdejaarsstudenten. Hanzehogeschool Groningen – Fysiotherapie. R. Bertram: Hartrevalidatie. Hanzehogeschool Groningen - Sportstudies. A. Bleker A: Gastles, derdejaarsstudenten. Hanzehogeschool Groningen - Logopedie. I.G. Boonstra: bachelorfase Bewegingsagogiek/Psychomotorische therapie. Hogeschool Arnhem Nijmegen. J.E. Elzes, T.M. Mooibroek, J.L.C Hamelink: Fysiotherapeutische zorg na orthopedische operaties. Initiële opleiding tot anesthesiemedewerker en operatieassistent, Wenckebach UMCG. J. Feiken: Waarneming docent afasie. Hanzehogeschool Groningen - Logopedie. J. Feiken, P. Links: Linguïstiek, praktisch toegepast in logopedische diagnostiek en therapie bij afasie. Hogeschool Utrecht. B. Hofstra, A. Reiziger: Pijnrevalidatie. Hanzehogeschool Groningen - Fysiotherapie. R.F Küthe, R.L.Meulenbroek, E.J. van Adrichem: Anatomie in vivo - houding en beweging. Initiële opleiding tot anesthesiemedewerker en operatieassistent, Wenckebach UMCG. Z. Lukkien: Chronische pijn, vierdejaarsstudenten. Hanzehogeschool Groningen - Fysiotherapie. G.D. Reinsma, R.F. Küthe: Pulmonale zorg, vierdejaarsstudenten. Hanzehogeschool Groningen - Fysiotherapie.
52 52
53
hoofdstuk 3 | onderwijs
ontwikkelen revalidatievaardigheden in onderwijs
wetenschappelijke onderbouwing G.D. Reinsma, S. van den Berg: Fysiotherapie bij COPD, vierdejaarsstudenten. Hanzehogeschool Groningen - Fysiotherapie. M.F. Reneman: Gastdocent opleiding Arbeidsfysiotherapie. Saxion Hogeschool Enschede.
trainbaarheid
Het Diabetesteam van het CvR ontwikkelde in de loop der jaren een revalidatieprogramma voor diabetespatiënten. Het promotieonderzoek van Joost Keers (2004, Diabetes rehabilitation: effects and utilisation of a multidisciplinary intensive education programme) toonde aan dat het programma een goed effect had. Zo goed, dat het NIGZ (Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie) het warm aanbeveelt. Deze aanbeveling leidde in 2007 tot een officiële erkenning, waardoor verzekeringsmaatschappijen het programma gingen vergoeden. Het programma stoelt op zelfmanagement en empowerment. Dat houdt in dat patiënten leren hun eigen ziekte te managen. Aan het eind van het programma beschikken ze over voldoende kennis en vaardigheden om dit effectief uit te voeren. Het programma, in de vorm van groepsbehandeling, is modulair opgebouwd. Na een basismodule kan een patiënt kiezen voor een vervolgmodule, afhankelijk van zijn hulpvraag. Voorbeelden van modules zijn: Theorie over diabetes, Zelfcontrole en Zelfregulatie, Voeding, Dagbesteding, Sport en bewegen, Omgaan met diabetes, Acceptatie en verwerking, Ontspanning en inspanning, Omgaan met stress, Communicatie en assertiviteit en Diabetes en sociale relaties.
Trainbaarheid is sinds februari 2006 de onderzoekslijn van de discipline Fysiotherapie van locatie Groningen. Trainbaarheid onderzoekt de mate van fysieke problemen en de associatie tussen fysieke problemen en psychosociale aspecten als ziektepercepties en zelfeffectiviteit bij diverse aandoeningen. De achterliggende gedachtes zijn gebaseerd op theorieën die inzicht geven in factoren die een rol spelen bij de aanpassing aan ziekten. In Trainbaarheid wordt specifiek gekeken naar fysieke problemen, zelfeffectiviteit en ziektepercepties omdat deze factoren fysiotherapeutisch veranderbaar zijn en daarmee aangrijpingspunten bieden voor het ontwikkelen van fysiotherapeutische interventies. De onderzoekslijn Trainbaarheid houdt zich dientengevolge bezig met exploratief onderzoek, de ontwikkeling van interventies en interventieonderzoek. Samenwerking met andere disciplines en afdelingen binnen en buiten het UMCG staat centraal. Enkele voorbeelden van projecten: • Onderzoek naar de relatie tussen zelfeffectiviteit, perceptie van ziekte en fysiek functioneren bij kinderen met hemofilie, • Trainbaarheid van hartrevalidanten • Ziektepercepties en de associatie met functionele status bij adolescenten met Juveniele Idiopathische Artritis. • Onderzoek naar veranderbare fysieke en psychosociale factoren bij patiënten met lagerugklachten. • Onderzoek naar de fysieke fitheid van kinderen met DCD.
F. Schepers: Het kind met beperkingen interdisciplinair benaderd. Hogeschool Utrecht. R.T. de Vries: Docent dysartrie. Hanzehogeschool Groningen - Logopedie. M. ten Wolde: Ziektebeelden en beweeg- en sportmogelijkheden. Hanzehogeschool Groningen - Sportstudies. M. ten Wolde: Casuïstiek psychomotorische therapie en bewegingsagogie in de revalidatie. Hogeschool Windesheim Zwolle - Psychomotorische therapie/ bewegingsagogie.
Post-HBO onderwijs S. van den Berg: Fysiotherapeutische zorg na orgaantransplantatie. Vervolgopleiding Transplantatieverpleegkunde, Wenckebach UMCG. P.U. Dijkstra: Amersfoort. Trismus. Nascholing Nederlandse Vereniging voor Orofaciale Fysiotherapie. M.H. Eissens, P. Wijdenes: Amsterdam. Handspalken, deel 1. Pro-education. M.H. Eissens, P. Wijdenes: Amsterdam. Handspalken, deel 2. Pro-education. M.J.T. Fleuren, P. Boorsma: Fysiotherapeutische zorg bij gynaecologie en obstetrie. Vervolgopleiding verpleegkundige Gynaecologie en Obstetrie, Wenckebach UMCG. W. Jorritsma: Bilthoven. Docent Onderzoek en Kliniek Heup. Stichting Manuele Geneeskunde. M.C.Leegte, G.D.Reinsma, A.G. Brader, A. Hegeman: Fysiotherapie op de Intensive Care. Vervolgopleiding tot IC-verpleegkundige, Wenckebach UMCG. M.F. Reneman, R. Soer: Zin en onzin van meten in de praktijk van de bedrijfs- en arbeidsfysiotherapie. Fysergo. R. Soer: Fysiotherapie Revalidatie en Arbeid (TIGRA). Trainingsinstituut voor Gezondheid. W. Jorritsma: Docent Manuele Therapie Verband Physikalische Therapie. Prosper Hospital Recklinghausen, Bergkamen (Duitsland).
54 54
55
hoofdstuk 3 | onderwijs
diabetesprogramma bewezen effectief
Overig onderwijs, niet HBO
Capita Selecta
A. Bleker: Gebarencursus, Kinderrevalidatieteam. A. Bolt, R. van den Berg: tweemaal caroussel-college VWO-5 scholieren. M.H. Eissens: onderwijs revalidatie AIOSsen en handtherapeuten. Chr. Jongedijk: Bijscholing ten behoeve van Afasiecentrum, Stichting De Noorderbrug. Chr. Jongedijk: Twee klinische lessen slikken en EDK; Neurorevalidatieteam. Chr. Jongedijk: Klinische les SMTA; Neurorevalidatieteam. M.C. Leegte: Airstacken; Johan Willem Frisoschool (Mytylschool) Haren. M.C. Nagel, P.G. Boorsma: introductie co-assistenten. F. Schepers: Speekselverlies en de behandeling ervan; Tine Marcusschool. P.T. Vaatstra: Workshop Vallen; Universitair Centrum voor Ouderengeneeskunde Groningen. T. Sangers: Klinische les Gespreksboek; Neurorevalidatieteam. R.T. de Vries: Klinische les mondhygiëne; Neurologie.
Capita selecta-avonden zijn een vorm van bijscholing voor revalidatieartsen en arts-assistenten in het opleidingscircuit Noord-Nederland. Per studiejaar zijn er drie à vier Capita Selecta-avonden.
Eerstejaars basiscursus Revalidatiegeneeskunde Houding en Beweging (juni) Groningen R. Dekker, J.H.B. Geertzen: Inleiding. R. Dekker: Ergometrie/inspanningsfysiologie. P.U. Dijkstra: Inleiding goniometrie. P.U. Dijkstra: Inleiding spierkrachtmeting. J.P.K. Halbertsma, C.G.B. Maathuis: Practicum gangbeeld. C.G.B. Maathuis: Inleiding onderzoek spastische kinderen. C. Muskee, W. Jorritsma, R. Dekker: Theorie en praktijk lichamelijk onderzoek van het houdings en bewegingsapparaat: wervelkolom. K. Postema: Inleiding Houding en Beweging. G.M. Rommers, R. Dekker, C.K. van der Sluis: Theorie en praktijk lichamelijk onderzoek onderste extremiteit. G.M. Rommers, R. Dekker, C.K. van der Sluis: Theorie en praktijk lichamelijk onderzoek bovenste extremiteit. C.K. van der Sluis, O. van der Niet: Practicum Handenlaboratorium.
Bij- en nascholingscursus Revalidatiegeneeskunde Handletsels en CRPS-I (november) Nijmegen.
16 april; Congenitale handaandoeningen. Organisatoren: C.G.B. Maathuis, C.K. van der Sluis. In samenwerking met het Wenckebach Instituut. 8 oktober; Revalidatiebehandeling bij Guillain-Barré. Organisatoren: K. Lesuis, P.C.Th. van Aanholt, J.G. Broeks. Georganiseerd door het Scheperziekenhuis te Emmen. 10 december; Spiegeltherapie en motor imagery in de revalidatie. Organisatoren: J.H.B. Geertzen, C.K. van der Sluis. In samenwerking met het Wenckebach Instituut.
Refereeravonden Voor revalidatieartsen en revalidatieartsen in opleiding is er viermaal per jaar een refereeravond. Een aantal assistenten houdt een referaat naar aanleiding van een wetenschappelijk artikel of eigen onderzoek. In 2008 werden de vier refereeravonden gehouden op 8 januari, 13 mei, 23 september en 11 november.
Stagebegeleiding Het Centrum voor Revalidatie biedt stagemogelijkheden zowel op MBO- als HBO- als WO-niveau aan zeer uiteenlopende opleidingen. Niet alleen aan opleidingsinstituten uit Groningen en omstreken maar ook elders uit Nederland.
P.U. Dijkstra: Paramedische behandeling en CRPS-I. J.H.B. Geertzen: Complex Regionaal Pijn Syndroom type I; het klinische beeld. (Tevens voorzitter.) C.K. van der Sluis: Buigpeesletsels.
Bij- en nascholingscursus Revalidatiegeneeskunde Cerebrale Parese (januari) Amsterdam M. Helmus: Casuspresentatie. Handfunctie kind 4-9 jaar. Stand van zaken en nieuwe ontwikkelingen. C.G.B. Maathuis: Inleiding.
56
57
hoofdstuk 3 | onderwijs
Basiscursus en nascholingscursus VRA
13 februari; Revalidatie bij Parkinson. Organisatoren: M.T. Hartlief, S.E. Slikkerveer. Georganiseerd door Revalidatie Friesland, locatie Beetsterzwaag.
58 59 hoofdstuk 3 | onderwijs
Colofon Het Jaarverslag 2008 is een uitgave van het Centrum voor Revalidatie - UMCG
Redactie, samenstelling en ondersteuning Redactie: M. Mulder (voorzitter), M.C. Schönherr, M.A. de Jong (eindredactie), P.U. Dijkstra (adviseur) Samenstelling: P.H. Zweerts de Jong-Veeze Correctie: A.J.A. Medema Ontwerp en opmaak Gravis Ontwerpers Groningen, Nynke Visser Drukwerk Tienkamp en Verheij Groningen
© 2009 Centrum voor Revalidatie, Universitair Medisch Centrum Groningen
60