Jaarverslag 2007 Centrum voor Revalidatie Universitair Medisch Centrum Groningen
Jaarverslag 2007 Centrum voor Revalidatie Universitair Medisch Centrum Groningen
Inhoudsopgave
Inleiding
4
6 10
Klinisch en toch thuis revalideren Wetenschappelijk onderbouwde behandelprogramma’s
Hoofdstuk 1 | Gegevens patiëntenzorg . locatie Beatrixoord . locatie Groningen Kwaliteitsbeleid
14 15 18 20
Revalidatiegeneeskunde is geen glamorous vakgebied 22 De voordelen van wetenschappelijke samenwerking 26 Naar een evidence based prothesevoorschrift 30
Hoofdstuk 2 | Onderzoekslijnen en publicaties
34
Inleiding Onderzoekslijnen . Amputaties, prothesiologie, orthesen . Aspecifieke chronische lagerugpijn en andere pijnsyndromen . Arm- en handletsels . Trainbaarheid . Revalidatie Chronisch Zieken . Neurologische revalidatie volwassenen . Kinderrevalidatie Wetenschappelijke publicaties . Dissertaties . Wetenschappelijke publicaties in internationaal tijdschrift . Brief in internationaal tijdschrift . Wetenschappelijke publicaties in nationaal tijdschrift . Boek, boekbijdragen en syllabus samengesteld als editor Voordrachten, abstracts en posterpresentaties . Voordrachten Abstracts en posterpresentaties . Tweemaal Pijn Basiscursus: de basis van de revalidatiearts De begeleiding van afstudeerders
34 35 35 36 37 38 39 39 40 40 40 40 42 43 43 46 46 51
Hoofdstuk 3 | Onderwijs Inleiding . Facultair Onderwijs Geneeskunde . Onderwijs gegeven binnen het CvR . Onderwijs gegeven buiten het CvR
68 68 69 69 71
Colofon
72
56 60 64
Inleiding Prof. dr. K. Postema, revalidatiearts, hoofd Centrum voor Revalidatie - UMCG
Met genoegen presenteer ik het jaarverslag 2007 van het Centrum voor Revalidatie – UMCG. Dit jaar hebben we voor het thema ‘wetenschap’ gekozen. Als CvR zijn wij onderdeel van het Universitair Medisch Centrum Groningen en dus speelt wetenschap een belangrijke rol in onze revalidatiezorg. Door onderzoek naar de effecten van bestaande behandelprogramma’s kunnen we ons behandelaanbod wetenschappelijk onderbouwen. In de patiëntenzorg zijn we er dan zeker van dat wat we doen, echt werkt. Wetenschappelijk onderzoek biedt ons ook de mogelijkheid innovatief te zijn, nieuwe technieken te proberen. In de patiëntenzorg profiteert de patiënt daardoor van het nieuwste van het nieuwste. Wetenschap levert niet alleen patiënten, maar ook ons veel op. Zo werd in het najaar van 2007 Diabetesrevalidatie erkend door het College van Zorgverzekeringen. Een belangrijke reden voor deze erkenning was de wetenschappelijke onderbouwing van het programma; het effect ervan was aangetoond. Eind 2007 kreeg het CvR ook de erkenning ‘Ontwikkelcentrum Pijn Revalidatie’. Dit geeft het Pijnrevalidatieteam van het CvR de mogelijkheid een stem te hebben in het uitzetten van landelijke onderzoekslijnen, de ontwikkeling van onderwijs op het gebied van pijnrevalidatie en natuurlijk de patiëntenzorg. De Pijnrevalidatie verdient de erkenning. Vooral op het gebied van de relatie tussen psychosociale factoren, pijn en arbeid hebben de medewerkers de laatste jaren veel onderzoek verricht. De erkenning geeft hen de mogelijkheid dit onderzoek voort te zetten. In dit jaarverslag vindt u meer hierover. Wetenschappelijke kennis creëer je samen, bijvoorbeeld door speciale samenwerkingsverbanden op onderzoeksgebied. Zo werken wij samen met Revalidatie Friesland op onder meer het gebied van handletsels. Maar ook tijdens symposia wordt wetenschappelijke kennis samen gecreëerd en uitgewisseld. Het Dwarslaesieteam, dat zich ook bezighoudt met meervoudige ongevalsletsels en multiple sclerose, organiseerde dit jaar een symposium over MS. De organisatie van het jaarlijkse congres van de European Academy of Childhood Disability was grotendeels in handen van onze afdeling Kinderrevalidatie. Natuurlijk zijn er in 2007 meer dingen gebeurd waar we als CvR trots op kunnen zijn, maar die niet binnen het thema wetenschap vallen. Het gaat te ver om alle gebeurtenissen
te noemen maar een paar wil ik hier toch de revue laten passeren. In april werd de proefwoning Het Brinkhuis geopend, een volledig ingerichte en aangepaste bungalow waar een patiënt ter voorbereiding op ontslag zelfstandig kan wonen met partner of naaste. De woning was een cadeau van de Stichting Beatrixoord Noord-Nederland ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan. In dit jaarverslag vindt u de ervaring van de eerste bewoner van Het Brinkhuis. In september opende Erica Terpstra ‘de Omloop’, een wandelpad van bijna twee kilometer op het terrein van locatie Beatrixoord. Patiënten en behandelaars kunnen dit pad gebruiken in het kader van therapie maar ook tijdens de lunchpauzes en bij omwonenden is het pad inmiddels populair. Kinderrevalidatie opende een nieuwe speeltuin; ook hier gaan plezier en nut samen. Spelen is voor kinderen natuurlijk een leuke bezigheid maar het is ook nuttig: kinderen oefenen zo hun motoriek. Voor verwijzers - en dan in het bijzonder huisartsen - organiseerden de medische staf van het CvR en het Wenckebachinstituut - UMCG in december een refereeravond. Tijdens deze avond presenteerden verschillende revalidatieartsen het zorgaanbod van het CvR en gaven ze een toelichting op wanneer en hoe te verwijzen. Deze informatie was nodig nadat was gebleken dat verwijzers hiervan niet altijd op de hoogte waren. Op bestuurlijk niveau is het binnen het UMCG uniek dat het Centrum voor Revalidatie werkt met een beleidscyclus. Op deze manier waarborgt het CvR dat het gestructureerd en op een samenhangende manier aan beleidsontwikkeling werkt. Resultaatgebieden waarvoor in 2007 beleid is uitgezet of waarvoor het resultaat is bereikt zijn: • wetenschappelijke onderbouwing van behandelprogramma’s; • verdieping van het onderzoek op diagnosegroepen die tot speerpunten zijn gekozen; • verwerken van het revalidatieconcept en de -technieken in het onderwijs. Veel goede dingen om op terug te kijken dus en ook om naar uit te zien. Daarover hopen we u in het jaarverslag van 2008 meer te kunnen vertellen.
Klinisch en toch thuis revalideren
Voor patiënten met een CVA, in de volksmond een beroerte genoemd, is de overgang van verblijf in het revalidatiecentrum naar de thuissituatie niet makkelijk. Activiteiten zoals de was doen, aankleden en traplopen gaan meestal niet meer vanzelf. Om de overgang naar de thuissituatie soepeler en natuurlijker te laten verlopen ontwikkelde Christa Nanninga, fysiotherapeut in het NAH-team (niet-aangeboren hersenletsel) van het CvR en onderzoeker, een behandelprotocol voor CVA-patiënten waarin klinische en thuisrevalidatie worden gecombineerd. Ze evalueerde de haalbaarheid van dit behandelprotocol in een pilot study. Christa Nanninga: “Binnen het NAH-team werk ik als fysiotherapeut met CVA-patiënten. Sinds een jaar ben ik ook werkzaam als onderzoeker bij OKER, het onderzoeksbureau van het CvR. Ik ben daar gestart met het onderzoek naar de gecombineerde klinische en thuisrevalidatie bij CVA-patiënten, gericht op het herleren van taken op het gebied van Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL) en mobiliteit. Professor Klaas Postema, hoofd van het CvR, en Ant Lettinga, onderzoekscoördinator van locatie Beatrixoord, begeleiden mijn onderzoek.”
Profiteren van voordelen
De overgang van opname naar thuissituatie verloopt bij veel CVA-patiënten moeizaam, aldus Nanninga. “Enerzijds komt dit doordat CVA-patiënten moeite hebben met het generaliseren van datgene wat ze in de kliniek geleerd hebben. Anderzijds kan in het revalidatiecentrum de thuissituatie onvoldoende worden nagebootst.” Thuisrevalidatie zou dus voor een aantal klinische CVA-patiënten een duidelijke meerwaarde kunnen hebben. Maar vanwege de hoeveelheid zorg en therapie die nodig is, kunnen deze patiënten nog niet naar huis. Vandaar dat gekozen is voor een combinatie van klinische revalidatie en thuisrevalidatie. In het eerste jaar van haar onderzoek verrichtte Nanninga literatuuronderzoek en schreef ze het gecombineerde behandelprogramma en het protocol. Hierbij werd ook gebruikgemaakt van focusgroepinterviews om relevante aandachtspunten en ideeën van behandelaars in het behandelprogramma te verwerken. “In een pilot study evalueer ik de haalbaarheid van het behandelprotocol voor wat betreft inhoud, in- en exclusiecriteria en meetinstrumenten die gebruikt worden.”
De thuissituatie centraal
In de gecombineerde behandeling worden patiënten twee dagdelen aan huis behandeld. De overige dagdelen wordt er in Beatrixoord geoefend. De verschillende behandelaars, die betrokken zijn bij de thuisrevalidatie, stellen een behandelprogramma op maat samen. Nanninga: “De thuissituatie bepaalt wat in de kliniek geoefend wordt.” Beperkingen die de patiënt in de eigen thuissituatie ervaart op het gebied van ADL en mobiliteit, bepalen dus de inhoud van het behandelprogramma. De partner speelt een belangrijke rol in de gecombineerde behandeling. Nanninga: “Tijdens de twee dagdelen dat een behandelaar mee naar huis gaat, wordt de partner intensief betrokken bij de behandeling. De partner wordt hierdoor beter voorbereid op de gevolgen die het CVA heeft voor het dagelijkse leven en de relatie.”
Of proefwonen?
Een andere manier om de patiënt voor te bereiden op terugkeer naar de thuissituatie, is een verblijf in een proefwoning. Op het terrein van locatie Beatrixoord staat sinds begin 2007 Het Brinkhuis; een vrijstaande bungalow, speciaal ontworpen om in de laatste fase van de revalidatie in de praktijk te kunnen ervaren hoe het zelfstandig wonen gaat worden. Nathalie van der Steen was de eerste bewoner van Het Brinkhuis. Ze woonde er een week ter afsluiting van haar revalidatiebehandeling in het NAH-team na een verkeersongeval. Het beviel haar goed: “Ik vond het heel fijn. Beatrixoord voelt toch als een ziekenhuis en in Het Brinkhuis kon ik lekker m’n eigen gang gaan en zelf bepalen wanneer ik iets wilde doen. Ook heeft het verblijf daar mij goed voorbereid op de thuissituatie. Ik ben er bijvoorbeeld achter gekomen dat vooral koken nu heel anders is geworden. Daar moet ik rekening mee houden. Als ik niet in Het Brinkhuis was geweest, was het toch wel heel rauw op mijn dak gevallen dat koken lastiger is. Vooral omdat ik, voordat ik dit kreeg, nooit iets had; ik was nooit ziek of zo. Eigenlijk had ik nog wel wat langer willen blijven.”
Een andere manier om de patiënt voor te bereiden op terugkeer naar de thuissituatie, is een verblijf in een proefwoning.
Wetenschappelijk onderbouwde behandelprogramma’s Een groot voordeel van een academisch revalidatiecentrum zoals het CvR, is dat behandelprogramma’s wetenschappelijk onderbouwd kunnen worden. Binnen het CvR wordt niet alleen gekeken naar de afzonderlijke behandelprogramma’s binnen een diagnosegroep maar ook naar overstijgende aspecten in die verschillende programma’s. Dat heeft grote voordelen; het wiel hoeft niet opnieuw te worden uitgevonden.
10
Een voorbeeld is het onderzoek naar de verschillen tussen het behandelaanbod van het Hartrevalidatieteam en het Longrevalidatieteam van het CvR. Of liever gezegd: de overeenkomsten. Drs. Gerda Woudstra, onderzoeker bij OKER*, bracht in een kwalitatief onderzoek inhoud en theoretische uitgangspunten van beide behandelprogramma’s in kaart.
Specifiek versus generiek De behandelprogramma’s van beide teams zijn op medisch-diagnostische gronden los van elkaar ontwikkeld. Oorspronkelijk bestaande uit met name een fysiek deel, zoals conditieverbetering, zijn ze in de loop der tijd uitgebreid met een psychosociaal deel. Begrippen als zelfmanagement, psycho-educatie, gedragsverandering en cognities werden ingebouwd, waardoor de programma’s steeds meer op elkaar gingen lijken. De vraag rees of onderscheid in behandelprogramma’s op basis van medisch-diagnostische criteria nog wel nodig en zinvol is. Woudstra onderzocht daarom wat de ziektespecifieke (verschillende) en wat de generieke (overeenkomstige) onderdelen van de behandelprogramma’s zijn. Daarvoor analyseerde ze de teksten waarin beide teams hun behandelaanbod beschrijven, woonde behandelingen bij van verschillende soorten therapeuten en besprak in individuele en focusgroepinterviews wat ze had geobserveerd.
Onderzoek
De overeenkomsten blijken vooral te zitten in de theorieën die ten grondslag liggen aan de modules. Woudstra heeft het behandelaanbod van beide teams daarom op een theoriegestuurde manier geordend en daardoor vergelijkbaar gemaakt. Haar nieuwe ordening komt uit op vier onderdelen:
• een op educatie gericht onderdeel op basis van nieuwe didactische theorieën; • een op prestatie gericht onderdeel waaraan inspanningsfysiologische theorieën ten grondslag liggen; • een op adaptatie gericht onderdeel op basis van belastings- en belastbaarheids theorieën; • een op acceptatie gericht onderdeel waarachter cognitieve en verwerkingstheorieën schuilen. Deze ordening wordt nu, met behulp van een klankbordgroep van behandelaars, verder uitgewerkt. Zo worden nieuwe inzichten en onderzoeksresultaten transparant, waardoor het voor de teams gemakkelijker wordt om te bepalen welke behandelonderdelen gezamenlijk verder onderzocht en ontwikkeld worden. En vervolgens mogelijk aangeboden. Ondanks het feit dat de bestaande modules in eerste instantie dus voor verschillende patiëntencategorieën - en onafhankelijk van elkaar - zijn ontwikkeld, vertonen ze grote gelijkenis als het gaat om de theorieën waaruit wordt geput. Ze zijn in die zin grotendeels generiek.
* OKER is het onderzoeksbureau van het CvR en staat voor (O)nderzoeksondersteuning en ontwikkeling (K)linische (E)xpertise (R)evalidatiegeneeskunde. Projectleider van het onderzoek was dr. Ant Lettinga; Woudstra werd bijgestaan door drs. Corinne van Scheppingen en drs. Sacha van Twillert, beiden stafmedewerker/onderzoeker bij OKER.
11
Ondanks het feit dat de bestaande modules in eerste instantie voor verschillende patiëntencategorieën
12
en onafhankelijk van elkaar zijn ontwikkeld, vertonen ze grote gelijkenis als het gaat om de theorieën waaruit wordt geput. Ze zijn in die zin grotendeels generiek.
13
Hoofdstuk 1 Gegevens patiëntenzorg
14
Patiëntenzorg locatie Beatrixoord Opnames 2006
2007
107 66 127 187 136 146 2 372 399
77
473
32 54 361 116 99 662
35 55 302 104 97 593
41 59 310 79 127 616
2005
2006
2007
234
161
1
Verpleegdagen
Amputatieteam * 9.048 NAH-team * 10.196 Dwarslaesieteam 9.419 Pijnteam 80 Totaal revalidatie 28.743 Diabetesteam 541 Hartrevalidatieteam 1.654 Longrevalidatieteam 8.473 Reumateam 4.778 Tuberculoseteam ** 6.619 Totaal chronisch zieken 22.065
3.604 13.557 9.294 26.455
4.075 13.512 9.358 12 26.957
580 1.519 6.845 4.689 6.491 20.124
966 1.629 7.378 3.099 6.699 19.771
Gegevens patiëntenzorg
Diabetesteam Hartrevalidatieteam Longrevalidatieteam Reumateam Tuberculoseteam ** Totaal chronisch zieken
2005
15 Hoofdstuk 1
Amputatieteam * NAH-team * Dwarslaesieteam Pijnteam Totaal revalidatie
Gemiddelde verpleegduur
2005
2006
2007
Amputatieteam * NAH-team * Dwarslaesieteam Pijnteam
85 80 69 40
55 72 64
53 58 58 12
Diabetesteam Hartrevalidatieteam Longrevalidatieteam Reumateam Tuberculoseteam **
17 31 23 41 67
17 28 23 45 67
24 28 24 39 53
Revalidatiebehandeluren
16
2005
2006
Dagbehandeling 3.865 1.740 Amputatieteam * NAH-team * 7.328 9.502 Dwarslaesieteam 2.075 1.927 Kinderrevalidatieteam 11.895 12.184 Pijnteam 6.680 6.503 31.843 31.856 Totaal revalidatie 4.075 3.403 Diabetesteam Hartrevalidatieteam 6.601 6.309 Longrevalidatieteam 6.296 6.900 Reumateam 2.817 3.055 Totaal chronisch zieken 19.789 19.667
2007
2.091 10.183 2.175 12.812
6.808
34.069
3.025 6.738 6.913 3.166 19.842
2005
Kliniek 8.647 Amputatieteam * NAH-team * 12.870 Dwarslaesieteam 8.933 Pijnteam 86 Totaal revalidatie 30.536 693 Diabetesteam Hartrevalidatieteam 1.575 Longrevalidatieteam 7.245 Reumateam 4.370 Totaal chronisch zieken 13.883
2007
4.070 18.248 8.711 31.029
4.391 22.252 9.938 21 36.602
641 1.474 6.227 4.383 12.725
922 1.477 6.163 3.128 11.690
Gegevens patiëntenzorg
Vanaf 2006 zijn patiënten met hersenletsel uit het Amputatieteam en patiënten uit het voormalige CVA-team samengevoegd in het NAH-team.
** Het Tuberculoseteam maakt sinds 2005 geen onderdeel meer uit van het CvR.
17 Hoofdstuk 1
*
2006
Patiëntenzorg locatie Groningen Consulten en medebehandelingen Polikliniek 1e consulten Totaal consulten (incl. controles) Kliniek Consulten/medebehandelingen
2005
2006
2007
2.582 8.597
2.514 8.769
2.806 8.264
320
634
630
2005
2006
2007
Werkgroep Perifere Zenuwletsels Nieuwe patiënten Controlepatiënten
130 126
116 108
107 67
Werkgroep Congenitale Aandoeningen Bovenste Extremiteiten (CABE) Nieuwe patiënten Controlepatiënten Controles technisch spreekuur
15 76 27
20 79 26
11 69 28
Handenspreekuur Plastische Chirurgie, Revalidatie, Ergo- en Fysiotherapie (PLCH) Nieuwe patiënten Controlepatiënten
114 77
126 103
140 100
34 23
42 30
49 33
15 119
3 100
68
Cerebrale Parese en CP-handenspreekuur Nieuwe patiënten Controlepatiënten
10 76
3 109
12 76
Complex Regionaal Pijn Syndroom Nieuwe patiënten Controlepatiënten
38 16
31 16
36 18
Aantal nieuwe en controlepatiënten specifieke werkgroepen
18
Handenspreekuur Plastische Chirurgie, Orthopedie, Revalidatie, Traumatologie (PORT-spreekuur) Nieuwe patiënten Controlepatiënten Reumahandenspreekuur Nieuwe patiënten Controlepatiënten
55
2005
2006
2007
Pijnspreekuur Nieuwe patiënten Tweede consult
247 323
321 295
271 283
Kinderrevalidatie/orthopedie Nieuwe patiënten Tweede consult
17 57
3 70
10 95
Neuromusculaire Aandoeningen Volwassenen Nieuwe patiënten Tweede consulten
1 26
3 26
2 26
-
22 1.201
23 1120
- -
4 13
8 22
- -
19 143
OIM-spreekuur onderste extremiteit Nieuwe patiënten Tweede consulten
19 116
19
Verrichtingen paramedische en psychosociale disciplines
2005
2006
2007
Polikliniek Ergotherapie polikliniek Ergotherapie kliniek
12.634 8.521
Fysiotherapie polikliniek Fysiotherapie kliniek Klinische psychologie polikliniek Klinische psychologie kliniek Psychomotorische therapie polikliniek Psychomotorische therapie kliniek Logopedie kliniek
14.909 19.153 11.573 * 68.691 65.671 59.758 585 452 507 26 3 9 1.271 1.500 803 24 115 27 416 52 205
14.112 5.720
14.235 5.186
Laboratorium voor Houdings- en Bewegingsanalyse
2005
Stabilometer Gangbeeld Spiertest - dynamometrie
17 108
2006 2 84 87
2007 8 109 113
*
In dit aantal zijn níet de verrichtingen ten behoeve van de Sportfysiotherapie opgenomen (per 1 oktober 2007 is Sportgeneeskunde een zelfstandige
afdeling geworden). Op grond van de cijfers over 2006 wordt geschat dat dit circa 5800 verrichtingen zijn.
Hoofdstuk 1
Schoenenspreekuur volwassenen en kinderen Nieuwe patiënten Tweede consulten OIM-spreekuur bovenste extremiteit Nieuwe patiënten Tweede consulten
Gegevens patiëntenzorg
Kwaliteitsbeleid Het kwaliteitsbeleid in het CvR draait om drie elementen: patiëntgerichte kwaliteit, organisatorische kwaliteit en professioneel-inhoudelijke kwaliteit. Het bieden van veilige zorg valt onder deze laatste noemer: professioneelinhoudelijke zorg. Voor wat de veiligheid betreft worden in locatie Beatrixoord* (bijna)incidenten gemeld bij de MIP-commissie (Melding Incidenten Patiëntenzorg). De commissie categoriseert de incidenten in drie categorieën: valincidenten, medicijnincidenten en overige incidenten. In 2007 kreeg de MIP-commissie 347 meldingen. 2005 2006 2007 Valincidenten Medicijnincidenten Overige incidenten Totaal
133 189 22 344
106 187 45 338
99 196 52 347
Het blijkt dat over de afgelopen drie jaar het aantal meldingen min of meer stabiel is gebleven.
Uitgebrachte adviezen van de MIP-commissie:
20
• • • • • •
aan Afdelingsbestuur en meerdere teamleiders over hulpverlening aan patiënt met een hypo in het sportcafé op locatie Beatrixoord; aan teamleiding over kennis en vaardigheid verpleging in gebruik van zuurstofsystemen; aan arts en hygiënist over één uniform ziekenhuishygiënebeleid voor beide locaties over gegevens met betrekking tot contactisolatie; aan Afdelingsbestuur over de bereikbaarheid van voorwachten voor het cluster Chronisch Zieken; aan Afdelingsbestuur en hoofd Voedingsdienst over het verstrekken van dieetvoeding; aan Afdelingsbestuur over het gebruik van het huidige detectiesysteem.
Decubitus Locatie Beatrixoord deed mee aan het Landelijk Prevalentieonderzoek Decubitus. De prevalentie van decubitus is landelijk 6,1%, in locatie Beatrixoord ligt het op 3,1%: laag dus, ondanks het feit dat de patiëntenpopulatie van Beatrixoord een iets hoger risico heeft op het krijgen van decubitus. Ook het decubitusonderzoek van Revalidatie Nederland laat een prevalentiecijfer zien van 3,1%. Het landelijke prevalentiecijfer voor de categorie ‘in het revalidatiecentrum verworven decubitus’ is 3,3%; het CvR scoort dus ook hier onder het landelijke gemiddelde.
*Op locatie Groningen gebruikt men de FONA-procedure voor het melden van (bijna)incidenten.
Hoofdstuk 1
21
Gegevens patiëntenzorg
Revalidatiegeneeskunde is geen glamorous vakgebied Dr. Pieter Dijkstra is als klinisch epidemioloog betrokken bij veel wetenschappelijke activiteiten van het CvR. In augustus 2007 behaalde hij de grens van honderd internationale publicaties in PubMed. Hij heeft dus recht van spreken als het gaat om het wetenschappelijk onderzoek van het CvR.
22
Het CvR heeft op onderzoeksgebied drie speerpunten geformuleerd: pijn, amputatie en handproblematiek. Wat vindt u van die keuze? De keuze voor deze drie speerpunten is heel goed, maar je ziet in toenemende mate dat door beperkingen in middelen en mankracht een nog verdere specialisatie waarschijnlijk noodzakelijk is. Als je in het topsegment van onderzoek wilt meedraaien, moeten alle middelen en mankracht worden ingezet op één onderwerp, één speerpunt. Het CvR als instelling waar onderzoek wordt gedaan, kan onmogelijk alle onderzoeksonderwerpen binnen de revalidatie behappen. We moeten focussen, het zij zo. Een ander onderzoeksinstituut pakt weer een ander onderwerp op. De Raad van Bestuur van het UMCG heeft Healthy aging als overkoepelend speerpunt gekozen. Met die keuze moeten wij verder. Binnen het CvR wordt gekeken of we met het speerpunt Moving beyond disability beter kunnen aansluiten bij dat UMCG-brede speerpunt. Welke onderwerpen hebben uw voorkeur om te onderzoeken? Het onderwerp is voor mij minder belangrijk, zolang het maar past binnen de speerpunten die in het CvR zijn uitgezet. Voor míj ligt de uitdaging meer in de methodologie van het onderzoek. Daarnaast blijft het mij boeien om inzicht te krijgen in problemen die zich in de revalidatie voordoen en uit te zoeken welke factoren veranderbaar zijn. En vervolgens te kijken of een behandeling werkt en waarom die dan werkt. Voor de patiëntenzorg relevant onderzoek trekt me dan ook wat meer dan fundamenteel onderzoek. Evidence based onderzoek kan leiden tot nieuwe behandelingen en kan effecten hebben op de gezondheidszorg. Wat is uw inbreng in het onderzoek? Er wordt veel onderzoek gedaan in het CvR. Elke revalidatiearts in opleiding bijvoorbeeld moet in het kader van zijn specialisatie onderzoek doen. Stafleden doen onderzoek, paramedici doen onderzoek. Voor al die onderzoeken moet worden nagedacht over de inhoud, de biologische verklaringen, het operationaliseren van variabelen, de opzet van het onderzoek en de analyse van gegevens. Daar denk ik in mee, stuur bij, doe suggesties, corrigeer, enzovoort.
Heeft onderzoek op het gebied van revalidatiegeneeskunde specifieke problemen? Revalidatiegeneeskunde is een relatief jong specialisme en heeft daarom in mindere mate dan sommige andere medische specialismen een onderzoekstraditie. Bovendien is het een breed vakgebied, dat vanwege het multidisciplinaire karakter een complexere vorm van onderzoek vraagt. Evalueren wat het effect is van een medicament op de bloeddruk, is een heel ander type onderzoek dan evalueren wat het effect is van een multidisciplinair revalidatieprogramma op participatie van patiënten met lagerugklachten. Daarnaast is revalidatiegeneeskunde vanuit maatschappelijk perspectief een minder glamorous vakgebied dan bijvoorbeeld cardiologie, plastische chirurgie of orthopedie; misschien is het daarom minder interessant voor specialisten en onderzoekers? De discipline Fysiotherapie in het CvR heeft een eigen onderzoekslijn: Trainbaarheid. Wat vindt u daarvan? Ik vind de keuze van Trainbaarheid als onderzoekslijn inhoudelijk en strategisch heel sterk. Trainbaarheid is relevant voor alle speerpunten van het CvR. Het past uitstekend binnen Healthy aging en Moving beyond disability. Het concept zou ook een uitstekende ‘kapstok’ zijn voor onderzoek van de ergotherapie, voor alle disciplines trouwens. In een tijd van schaarse middelen ontkomen fysiotherapeuten, ergotherapeuten, psychomotorisch therapeuten, logopedisten, noem maar op, er niet aan te investeren in academiseren en de evidence die ze vinden te implementeren. Wat ziet u als het belang van een jaarverslag? Een jaarverslag heeft primair een PR-functie. Je laat zien wat je als CvR gedaan hebt en waar je mee bezig bent. Ik wil van andere instituten ook graag zien waarmee ze bezig zijn. Onder meer op basis van een jaarverslag bijvoorbeeld zoek ik contact met anderen om te kijken op welk gebied we kunnen samenwerken. Universitaire centra kunnen, in overleg, op een veel efficiëntere manier onderzoek doen.
Pieter Dijkstra (1955) begon in 1978 als fysiotherapeut in het toenmalige AZG. Hij combineerde zijn klinische werk met een wetenschappelijk onderzoek en promoveerde in 1993 op een onderzoek naar hypermobiliteit van het kaakgewricht. Hij heeft, behalve bij het CvR, nog een deelaanstelling bij de afdeling Kaakchirurgie en Orthodontie van het UMCG.
23
Evidence based onderzoek kan
24
leiden tot nieuwe behandelingen en kan effecten hebben op de gezondheidszorg.
25
De voordelen van wetenschappelijke samenwerking Dr. Heleen Reinders-Messelink is sinds september 2007 in dienst van het Centrum voor Revalidatie als stafmedewerker onderzoek voor handproblematiek en kinderrevalidatie. Ze heeft eenzelfde functie bij Revalidatie Friesland en verdeelt haar tijd tussen deze twee instituten. Het komt de samenwerking tussen Revalidatie Friesland en het Centrum voor Revalidatie – UMCG ten goede.
26
“Wetenschappelijk onderzoek leidt tot reflectie op het eigen handelen en in samenwerking kan de frisse blik van de ander daarbij helpen. Daarnaast leidt een goede samenwerking tot snellere gegevensverzameling of grotere aantallen. De samenwerking tussen CvR en Revalidatie Friesland heeft dan ook voor beide partijen meerwaarde: Revalidatie Friesland leert van de academische setting van het CvR en levert een bijdrage aan evidence basedhandelen. Aan de andere kant leert het CvR van Revalidatie Friesland wat het nut van onderzoek in de praktijk kan zijn omdat Revalidatie Friesland meer gericht is op wat onderzoek oplevert voor de patiëntenzorg.” aldus Reinders.
Handen
Een voorbeeld van samenwerking tussen Revalidatie Friesland en het CvR is het onderzoek van bewegingswetenschapper Lonneke Opsteegh. Zij doet onderzoek naar de psychosociale factoren die van invloed zijn op werkhervatting bij handletselpatiënten; Reinders begeleidt dat onderzoek. Het wordt uitgevoerd in locatie Groningen van het CvR en in het Medisch Centrum Leeuwarden. Beide centra hebben een gespecialiseerd handenteam en behandelen een zowel qua aandoening als ernst vergelijkbare patiëntengroep. Het MCL heeft echter meer handletselpatiënten, daardoor verloopt de gegevensverzameling veel sneller en worden de onderzoeksmogelijkheden vergroot.
Kinderrevalidatie
Een ander voorbeeld van wetenschappelijke samenwerking is het onderzoek van Bianca Nijhuis, die in november 2007 promoveerde op een onderzoek naar de samenwerking tussen ouders, medewerkers van revalidatiecentra en medewerkers van mytylscholen ten behoeve van kinderen met een cerebrale parese. Bij dit onderzoek waren vijf revalidatiecentra betrokken, waaronder Revalidatie Friesland. Reinders was co-promotor van Nijhuis.
Nijhuis toonde aan dat zowel binnen een team als tussen verschillende teams verschillend wordt gedacht over welke aspecten van gezinsgerichte zorg belangrijk zijn. Een andere bevinding in het onderzoek was dat een aanzienlijk percentage ouders niet de zorg ontvangt die zij belangrijk achten. Als direct gevolg van haar onderzoek deed Nijhuis onder meer de aanbeveling zorg te bieden die gericht is op wensen en verwachtingen van het gezin; Reinders is nu betrokken bij het implementatietraject in de vijf deelnemende centra. Bewegingswetenschapper als onderzoeker Het vakgebied Bewegingswetenschappen bekijkt bewegen en bewegingsproblematiek vanuit verschillende invalshoeken. Of het nou bewegen is op het gebied van sport, arbeid of in de gezondheidszorg: een bewegingswetenschapper kijkt breed en hecht evenveel waarde aan fysieke als aan psychosociale aspecten van bewegen. In de revalidatie dringt zich de complexiteit van bewegen heel sterk op. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er zoveel bewegingswetenschappers werkzaam zijn in de revalidatie. Afgestudeerde bewegingswetenschappers zonder klinische achtergrond komen vaak terecht in beleids- en adviesfuncties of als onderzoeker. Heleen Reinders ging Bewegingswetenschappen studeren omdat ze, zoals ze zelf zegt, “gefascineerd is door de complexiteit van bewegen. Daarbij spelen zoveel factoren een rol en uiteindelijk weten we nog maar weinig over hoe bewegen verloopt. In de klinische praktijk bestaat veel kennis over bewegen en ik wil graag meehelpen daar een wetenschappelijk fundament onder te leggen.”
Dr. Heleen Reinders-Messelink (1968) studeerde Bewegingswetenschappen in Groningen. Ze promoveerde in 2000 op een onderzoek naar de motoriek van kinderen met leukemie. Ze heeft met name expertise opgebouwd in het onderzoek naar de kinderrevalidatie.
27
Ik wil een wetenschappelijk fundament onder de klinische kennis leggen.
28
De frisse blik van de ander helpt bij de reflectie op eigen handelen.
29
Naar een evidence based prothesevoorschrift Eén van de drie onderzoeksspeerpunten van het CvR – en met de grootste output als het gaat om publicaties – is ‘Amputatie & Prothesiologie’. Binnen het CvR bestaat een onderzoekstraditie op het gebied van amputaties en met name prothesiologie. Professor dr. Jan Geertzen is één van de trekkers van een ambitieus onderzoeksprogramma op dit gebied en verantwoordelijk voor het patiëntgebonden onderzoek.
30
Vele aspecten van amputatie en prothesiologie worden in het CvR onderzocht, meestal in de vorm van promotietrajecten. “Het CvR heeft de ambitie om binnen een paar jaar de status van International Centre of Excellence te bereiken als het gaat om amputaties en prothesen. Dit geldt voor zowel evidence based patiëntenzorg, onderwijs, als toegepast onderzoek. Wetenschappelijke onderzoek speelt daarbij uiteraard een belangrijke rol,” aldus Geertzen.
Aline Vrieling, AOISKO*, doet in samenwerking met Bewegingswetenschappen, onderzoek naar het looppatroon en de balanshandhaving bij patiënten met een beenamputatie. Een groot aantal van deze patiënten is met een prothesevoorziening wel weer in staat te lopen maar vaak houden ze moeite met het uitvoeren van meer complexe taken. Vrieling onderzoekt welke tekortkomingen deze patiënten hebben bij het uitvoeren van bepaalde motorische taken.
Henk Meulenbelt, AOISKO*, doet onderzoek naar veelvoorkomende huidproblemen van de stomp bij mensen met een beenamputatie. Deze huidproblemen lijken van invloed te zijn op het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven. Als bekend is hoe deze factoren positief kunnen worden beïnvloed, kan advies gegeven worden ten aanzien van huidproblemen. Het onderzoek vindt plaats in samenwerking met de afdeling Dermatologie van het UMCG.
Carolin Curtze, bursaal uit Duitsland, onderzoekt in samenwerking met Bewegings wetenschappen de interactie tussen voetprotheses en motorische vaardigheden. Mensen met een beenamputatie leren lopen met een prothese maar individuele motorische mogelijkheden en ervaring beïnvloeden het succes van deze taak. Doel van Curtze’s onderzoek is inzicht te krijgen in de interactie tussen de mate van behendigheid en de biomechanische eigenschappen van de voetprothese, wat in de toekomst moet leiden tot een adequater prothesevoorschrift.
Juha Hijmans, bewegingswetenschapper, doet onderzoek naar de effecten van schoenaanpassingen op de balans. Mensen met een verminderd gevoel onder de voeten, bijvoorbeeld ten gevolge van diabetes mellitus of ouderdom, kunnen problemen ervaren met de balans waardoor ze een grotere kans hebben op vallen. Door een lichte vibratie onder de voetzool aan te bieden met vibrerende inlegzolen wordt getracht de sensibiliteit van de voetzool en daarmee de balans te verbeteren. Geertzen en Dijkstra zijn tevens promotor van Erwin Baars, revalidatiearts in De Vogellanden in Zwolle, die onderzoek doet naar liners, de siliconenkous die om de stomp gaat alvorens de prothese aan te doen. Naast deze promotietrajecten loopt er een aantal kleinere onderzoeken in het CvR. Geertzen: “Naast al deze patiëntgebonden onderzoeken is er een groeiende behoefte aan kennis over de cerebrale reorganisatie en motorische en sensorische aanpassingen na een amputatie. Welke factoren zijn hierop van invloed? Kunnen deze processen bijvoorbeeld versneld worden? Met nieuwe inzichten kunnen behandelvormen worden ontwikkeld, waardoor de patiënt niet alleen vroeger in het revalidatieproces maar ook beter met een prothese kan lopen. Nieuwe inzichten geven ook richting aan innovaties in de prothesetechniek. Alles bij elkaar zal dat uiteindelijk leiden tot een evidence based prothesevoorschrift.”
* AOISKO = Arts In Opleiding tot Specialist en Klinisch Onderzoeker
Jan Geertzen (1959) studeerde geneeskunde aan de Universiteit Utrecht. In 1990 rondde hij in het AZG zijn specialisatie tot revalidatiearts af. In 1998 promoveerde hij op het proefschrift Reflex sympathetic Dystrophy: a study in the perspective of rehabilitation medicine. In 2002 werd hij aan de RuG benoemd tot hoogleraar Revalidatiegeneeskunde. Geertzen is onder meer voorzitter van de VRA en president-elect van de International Society for Prosthetics and Orthotics (ISPO). Uit hoofde van die functie is hij mondiaal betrokken bij vele projecten op het gebied van revalidatiegeneeskunde. Als voorzitter van de VRA is hij initiator van de richtlijnontwikkeling ‘Amputatie en prothesiologie onderste extremiteit’.
31
Nieuwe inzichten geven ook richting aan innovaties in de
32
prothesetechniek. Alles bij elkaar zal dat uiteindelijk leiden tot een evidence based prothesevoorschrift.
33
Hoofdstuk 2 Onderzoekslijnen en publicaties Inleiding
34
Ook voor wat betreft het onderzoek kijken we met genoegen terug op 2007. Ellen van Weert, bewegingswetenschapper, promoveerde 10 oktober op haar proefschrift Cancer Rehabilitation: effects and mechanisms. Haar proefschrift is het eerste in Nederland dat zich richt op de effecten van oncologische revalidatie. Bianca Nijhuis, bewegingswetenschapper, promoveerde 28 november op een onderzoek naar communicatie tussen ouders en behandelaars in vijf kinderrevalidatiecentra. Haar aanbevelingen worden nu geïmplementeerd. Naast deze twee dissertaties hadden we maar liefst zo’n 50 artikelen in peer reviewed tijdschriften en in augustus zette Pieter Dijkstra, klinisch epidemioloog, de honderdste internationale publicatie op zijn naam. Het aantal (poster)presentaties en voordrachten, waarvan vele op internationale congressen en frequent als keynote speaker, nam ook dit jaar weer toe. Natalie Hulsman, in opleiding tot revalidatiearts, kreeg op het jaarcongres van de VRA, dat eind oktober in Ermelo plaatsvond, de prijs voor de beste vrije voordracht; het onderwerp was CRPS en amputatie. Hulsman zal in juni 2008 met deze voordracht de Nederlandse arts-assistenten Revalidatiegeneeskunde vertegenwoordigen op het European Congres of Rehabilitation and Physical Medicine in Brugge. Judith van Munster, die in 2006 haar specialisatie tot revalidatiearts afrondde, mocht tijdens het jaarcongres van de VRA de Livitprijs in ontvangst nemen. De prijs is ingesteld door Livit Orthopedie en wordt uitgereikt aan de assistent die in de opleidingstijd het meest gepubliceerd heeft. Ook internationaal weet men ons te vinden, niet in de laatste plaats dankzij de internationale contacten van professor dr. Jan Geertzen. Zo ontvingen Jan Geertzen en Pieter Dijkstra in november professor dr. Peter Moskovitz, hoogleraar orthopedische en neurologische chirurgie van George Washington University Hospital uit Washington en James Broatch, directeur van de Reflex Sympathetic Dystrophy Syndrome Association (RSDSA). Zij kwamen de mogelijkheden tot samenwerking op het gebied van onderzoek naar CRPS verkennen. Er vindt in toenemende mate onderzoek plaats naar de theoretische werking van de behandelingen. Hiermee wordt de koppeling tussen patiëntenzorg en onderzoek verder vormgegeven. Dit is een mooie ontwikkeling.
Onderzoekslijnen Amputaties, prothesiologie, orthesen Huidproblematiek na amputatie Projectleiders prof. dr. J.H.B.Geertzen, dr. P.U. Dijkstra, prof. dr. M.F. Jonkman Onderzoeker drs. H.E.J. Meulenbelt Promotie 2010
Balanshandhaving en bewegingssturing bij patiënten met een beenprothese Projectleiders prof. dr. K. Postema, dr. T. Schoppen, prof. dr. E. Otten Onderzoeker drs. A.H. Vrieling Promotie 2008 Reflectieve professionals in het Amputatieteam: biomedische kennis in kaart Projectleiders dr. A.T. Lettinga, prof. dr. K. Postema, T. Hemminga, prof. dr. E. Otten Onderzoeker drs. S. van Twillert Publicatie 2008 Therapie-innovatie bij patiënten met een beenamputatie Projectleiders dr. A.T. Lettinga, prof. dr. K. Postema, T. Hemminga, prof. dr. J.H.B.Geertzen Onderzoeker drs. S. van Twillert Publicatie 2008 Conditiemeting bij amputatiepatiënten Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. T. Schoppen, dr. R. Dekker Onderzoeker drs. E.K. Simmelink Publicatie 2008 Functioneren met een heupexarticulatie/hemipelvectomie Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. T. Schoppen, dr. R. Dekker Onderzoeker drs. P. Yari Publicatie 2008 De effecten van schoenaanpassingen op de balans Projectleiders prof. dr. K.Postema, prof. dr. J.H.B. Geertzen Onderzoeker drs. J.M. Hijmans Promotie 2010 The interaction of prosthetic foot properties and individual motor capacity – impact on motor performance Projectleiders prof. dr. K. Postema, prof. dr. E. Otten, prof. dr. J. Freiwald Onderzoeker drs. C. Curtze Promotie 2009
35 Hoofdstuk 2
Cardiologische belasting bij amputatiepatiënten Projectleiders prof. dr. J.H.B.Geertzen, prof. dr. D.J. van Veldhuisen, dr. J.J.A.M. van den Dungen, dr. P.U. Dijkstra Onderzoeker drs. M. Riemersma Publicatie 2008
Onderzoekslijnen en publicaties
Vóórkomen en predictie van fantoompijn Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. P.U. Dijkstra Onderzoeker J.C. Bosmans Promotie 2010
Monitor Orthopedisch Schoeisel (MOS) Projectleiders prof. dr. K. Postema, dr. M.J.A. Jannink, prof. dr. J.H.B. Geertzen, drs. J.M. Hijmans Onderzoeker drs. S.J.J. van Netten Promotie 2010
Aspecifieke chronische lagerugpijn en andere pijnsyndromen Activiteitenpatronen van mensen met chronische pijn Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, drs. H.R. Schiphorst Preuper, dr. M.F. Reneman Onderzoeker drs. M. Helmus Publicaties 2009 Knelpunten en problemen bij de diagnostiek van chronische lagerugklachten bij allochtone patiënten en het effect hierop van een gerichte interventie Projectleiders prof. dr. J. Dekker, prof. dr. J.H.B. Geertzen, drs. J.H.M. Dekker Onderzoeker drs. M. Sloots Promotie 2008 Cognitieve educatie gericht op het beïnvloeden van ziektepercepties: een theoriegestuurde evaluatie Projectleiders dr. A.T. Lettinga, prof. dr. G.J. Lankhorst Onderzoeker drs. P. Siemonsma Promotie 2009
36
Amputatie en CRPS-I Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. P.U. Dijkstra, dr. W.F.A. den Dunnen, dr. J.J.A.M. van den Dungen, dr. A.J.H. Suurmeijer Onderzoeker drs. N.M. Hulsman Publicatie 2008 Beïnvloeding van de laterale curvatuur bij scoliose op basis van functionele EMG’s Projectleiders prof. dr. A.G. Veldhuizen, dr. J.P.K. Halbertsma Onderzoekers drs. G.J. Bulthuis, drs. M.E. van Alst, drs. L.A. van Vught Publicatie 2008 Relatie psychosociale distress en functionele capaciteit Projectleiders dr. M.F. Reneman, prof. dr. J.H.B. Geertzen Onderzoeker drs. H.R. Schiphorst Preuper Publicaties 2008 Relatie psychosociale distress en zelfgerelateerde beperkingen Projectleiders dr. M.F. Reneman, prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. P.U. Dijkstra, dr. A.M. Boonstra Onderzoeker drs. H.R. Schiphorst Preuper Publicaties 2008 Normering functionele capaciteitsevaluatie Projectleiders dr. M.F. Reneman, prof. dr. J.H.B. Geertzen, prof. dr. J.W. Groothoff Onderzoeker drs. R. Soer Publicaties 2008-2010 Pijnacceptatie Projectleiders dr. M.F. Reneman, prof. dr. J.H.B. Geertzen Onderzoeker drs. M. Kleen Publicaties 2008
Arm- en handletsels Mental imagery bij hand-/polsletsels Projectleiders prof. dr. T.W. Mulder, prof. dr. J.P.A. Nicolai, prof. dr. J.H.B. Geertzen, dr. C.K. van der Sluis Onderzoeker drs. M.W. Stenekes Promotie 2008
Functioneren en overleving van meervoudig gewonden Projectleiders prof. dr. H.J. ten Duis, dr. C.K. van der Sluis Onderzoeker drs. J.M.M. Nijboer Publicatie 2008 Verworven amputaties van de bovenste extremiteit en arbeidsproblematiek Projectleider dr. C.K. van der Sluis Onderzoeker drs. P.P. Hartman Publicatie 2008 Theoriegestuurde evaluatie van een psychosociale behandeling gericht op een snellere werkhervatting van patiënten met acuut handletsel Projectleiders dr. C.K. van der Sluis, dr. A.T. Lettinga, prof. dr. J.W. Groothoff, prof. dr. K. Postema, dr. H. Reinders Onderzoeker drs. L. Opsteegh Promotie 2010 Evaluation of the relation between age of upper limb prosthesis fitting and later functional use of prostheses in children and young adults with transversal congenital unilateral upper limb deficiency Projectleiders dr. C.K. van der Sluis, dr C.G.B. Maathuis, prof. dr. M. Hadders-Algra Onderzoeker drs. K. Huizing Publicatie 2009 Trainingsprotocollen voor myo-elektrische armprothesen Projectleiders dr. R.M. Bongers, dr. C.K. van der Sluis, prof. dr. K. Postema, prof. dr. T.W. Mulder Onderzoeker drs. H. Bouwsema Publicatie 2008 De behandeling van buigpeesletsels, actief versus passief Projectleider dr. C.K. van der Sluis Onderzoeker drs. J.T.W. van Loenen Publicatie 2009
37 Hoofdstuk 2
Het effect van de nurse practitioner bij het reumahandenspreekuur Projectleiders dr. C.K. van der Sluis, dr. P.U Dijkstra, dr. A.T. Lettinga Onderzoekers drs. L. Datema, I. Saan Publicatie 2008
Onderzoekslijnen en publicaties
De invloed van een MCP-stabiliserende orthese op de handfunctie van patiënten met reumatoïde artritis en het intrinsic plus-fenomeen Projectleiders dr. C.K. van der Sluis, dr. P.U. Dijkstra Onderzoeker S.A. Formsma MSc Publicatie 2008
Trainbaarheid (fysiotherapie locatie Groningen) Physical activity in patients with juvenile idiopathic arthritis (JIA) Projectleiders prof. dr. J.H.B. Geertzen, prof. dr. P. Sauer, dr. E. van Weert, dr. M. van Leeuwen Onderzoeker O.T.H.M. Lelieveld Promotie 2009 Exploratief onderzoek naar de trainbaarheid van de lagerugpatiënt Projectleiders dr. E. van Weert, dr. M. Coppes, dr. J. Metzemakers Onderzoeker drs. N. van Woudenberg Publicatie 2008/2009 Evaluatie van fysiotherapeutische zorg in termen van trainbaarheid bij hartrevalidanten Projectleider dr. E. van Weert Onderzoeker J.G. Nomden Publicatie 2008/2009 Exploratief onderzoek naar de trainbaarheid van de patiënt met (acuut) handletstel Projectleiders dr. E. van Weert, dr. C. K. van der Sluis Onderzoekers T.M. Mooibroek, drs. L. Opsteegh Publicatie 2008/2009
38
Exploratief onderzoek naar de trainbaarheid van het kind met hemofilie Projectleiders dr. E. van Weert, drs. S. Meijer, dr. F. van Genderen Onderzoeker A. Hegeman Publicatie 2008 Exploratief onderzoek naar de mate van trainbaarheid van longtransplantatiepatiënten Projectleiders dr. E. van Weert, drs. S. Meijer Onderzoeker drs. G.D. Reinsma Publicatie 2008/2009 Onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van vroegtijdige fysiotherapeutische interventie bij patiënten met een acuut CVA Projectleiders dr. C.A.J. Vroomen, dr. E. van Weert Onderzoeker A.G. Brader Publicatie 2008/2009 Ontwikkeling van en onderzoek naar de effectiviteit van een interventie voor patiënten met JIA Projectleiders drs. W. Armbrust, dr. J. Bouma, dr. E. van Weert, drs. S. Meijer Onderzoeker O.T.H.M. Lelieveld Publicatie 2008 Walking distance, perceived physical functioning and respiratory problems in children with CF Projectleiders drs. E.J.L.E. Vrijlandt, dr. E. van Weert Onderzoeker J.G. Nomden Publicatie 2008/2009 Ontwikkeling van en onderzoek naar een zelfmanagement IMT-interventie bij patiënten met een oesophagus carcinoom Projectleiders prof. dr. J.T.M. Plukker, dr. H. Groen, dr. E. van Weert, drs. S. Meijer Onderzoekers M. Leegte, M. van Dijk Publicatie 2009
Revalidatie Chronisch Zieken Zelfmanagement in de revalidatie van chronische zieken: een innovatieonderzoek Projectleiders dr. A.T. Lettinga, prof. dr. K. Postema, prof. dr. R. Sanderman Onderzoekers drs. F. Jansma Publicatie 2012
Generieke en specifieke aspecten van hart- en longrevalidatie Projectleiders dr. A.T. Lettinga, dr. J. Brügemann, R. Kalsbeek, dr. P. Vennik, dr. J.B. Wempe, S.K. Doornbos Onderzoekers: M. ten Wolde en drs. G. Woudstra Publicatie 2009 Longrevalidatie en nazorg Projectleiders dr. J.B. Wempe, dr. I. Stuive en dr. A.T. Lettinga Onderzoeker A. Heerema Publicatie 2009 Diabeteseducatie: effecten van zelfgestelde behandeldoelen en gedrag van de partner Projectleiders dr. T.P. Links, dr. J. Bouma, dr. J.C. Keers Onderzoeker drs. M. Schokker promotie 2010 Wat helpt patiënten zich aan het medicatieplan te houden? Het dilemma van therapietrouw versus zelf-management Projectleiders dr. J.C. Keers, dr. P. Denig Onderzoeker drs. R. Visser Publicatie 2008 Bevorderende en belemmerende invloed van partnergedrag en het stellen van doelen bij diabeteseducatie Projectleiders prof. dr. R. Sanderman, prof. dr. B.H.R. Wolffenbuttel, dr. M. Hagedoorn, dr. J.C. Keers, dr. T.P. Links Onderzoeker drs. M. Schokker Promotie 2009
Neurologische revalidatie volwassenen Gecombineerde thuis- en klinische behandeling in de CVA-revalidatie Projectleiders prof. dr. K. Postema, dr. A.T. Lettinga, dr. M.C. Schönherr, M. Franssen Onderzoeker drs. C. Nanninga Publicatie 2008
39 Hoofdstuk 2
Zelfmanagement bij patiënten met matig actieve reumatoïde artritis. Een pilot study naar het effect van een kortdurende multidisciplinaire groepsbehandeling Projectleiders drs. C. van Scheppingen, dr. E. van Weert Onderzoeker I. Breedland Publicatie 2008
Onderzoekslijnen en publicaties
Psychologische aspecten bij patiënten met een chronische longziekte Projectleiders prof. dr. R. Sanderman, prof. dr. K. Postema, prof. dr. G.H. Koëter, dr. J.B. Wempe Onderzoeker drs. J.N. de Voogd Promotie 2008
The ability of motor imagery after stroke Projectleiders prof. dr. K. Postema, prof. dr. T.W. Mulder, drs. M. Tepper Onderzoeker drs. S. de Vries Promotie 2009
Kinderrevalidatie Health related physical fitness in children with DCD Projectleiders dr. I. Stuive, dr. C.G.B Maathuis, dr. H.A. Reinders-Messelink, dr. E. van Weert Onderzoeker F. van der Hoek Publicatie 2009
Wetenschappelijke publicaties Dissertaties Weert E van. Cancer rehabilitation: effects and mechanisms. Promotores: Postema K, Sanderman R. Co-promotores: Schans CP van der, Hoekstra-Weebers JEHM, Otter R. Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Medische Wetenschappen, 10 oktober 2007, ISBN 978-90-367-3132-4, 2007: 150 pp.
40
Nijhuis BJG. Team collaboration in Dutch paediatric rehabilitation. Cooperation between parents, rehabilitation professionals and special education professionals in the care for children with cerebral palsy. Promotores: Postema K, Nakken H, Groothoff JW. Co-promotores: Reinders-Messelink HA, Blécourt ACE de. Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit der Medische Wetenschappen, 28 november 2007, ISBN 9789077113622, 2007: 158 pp.
Wetenschappelijke publicaties in internationaal tijdschrift Berge SR ten, Halbertsma JPK, Maathuis PGM, Verheij NP, Dijkstra PU, Maathuis CGB. Reliability of popliteal angle measurement: a study in cerebral palsy patients and healthy controls. J Ped Orthop 2007, 27, 6: 648-652. Blécourt ACE de, Schiphorst Preuper HR, Schans CP van der, Groothoff JW, Reneman MF. Preliminary evaluation of a multidisciplinary pain management program for children and adolescents with chronic musculoskeletal pain. Disabil Rehabil 2007, 30,1: 13-20. Bosmans JC, Suurmeijer TPBM, Hulsink M, Schans CP van der, Geertzen JHB, Dijkstra PU. Amputation, phantom pain and subjective well-being: a qualitative study. Int J Rehabil Research 2007, 30, 1: 1-8. Brügemann J, Poels BJJ, Oosterwijk MH, van der Schans CP, Postema K, van Veldhuisen DJ. A randomised controlled trial of cardiac rehabilitation after revascularisation. Int J Cardiology 2007, 119: 59-64. Bruijn IL de, Geertzen JHB, Dijkstra PU. Functional outcome after peroneal nerve injury. Int J Rehabil Res 2007, 30: 333-339. Brussel M van, Lelieveld OTHM, van der Net J, Engelbert RH, Helders PJ, Takken T; Aerobic and anaerobic exercise capacity in children with Juvenile Idiopathic Arthritis. Arthritis Rheum 2007, 15; 57(6)
Dijkstra PU, Rietman JS, Geertzen JHB. Phantom breast sensations and phantom breast pain: A 2-year prospective study and a methodological analysis of literature. Eur J Pain 2007, 11: 99-108. Eissens MH, Schut SM, Sluis CK van der. Early active wrist mobilization in extensor tendon injuries in zones 5, 6 or 7. J Hand Ther 2007, 20, 1: 89-91. Geertzen JHB, Harden RN. Physical and occupational therapies in Complex Regional Pain Syndrome Type I. J Neuropath Pain Sympt Pall 2007, 2, 3: 51-57. Geertzen JHB. Development of guidelines for the diagnostics and multidisciplinary treatment of Complex Regional Pain Syndrome Type I. J Neuropath Pain Sympt Pall 2007, 2, 3: 73-79.
Hof AL. The equations of motion for a standing human reveal three mechanisms for balance. J Biomech 2007, 40: 451-457.
41
Hijmans JM, Geertzen JHB, Dijkstra PU, Postema K. A systematic review of the effects of shoes and other ankle or foot appliances on balance in older people and people with peripheral nervous system disorders. Gait & Posture 2007, 25: 316-323. Hijmans JM, Geertzen JHB, Schokker B, Postema K. Development of vibrating insoles. Int J Rehabil Res 2007, 30: 343-347.
Hof AL, Bockel RM van, Schoppen T, Postema K. Control of lateral balance in walking; experimental findings in normal subjects and above-knee amputees. Gait & Posture 2007, 25: 250-258. Jenks KM, Moor J de, Lieshout EC, Maathuis CGB, Keus I, Gorter JW. The effect of Cerebral Palsy on arithmetic accuracy is mediated by working memory, intelligence, early numeracy and instruction time. Dev Neuropsychol 2007, 32, 3: 861-879. Lelieveld OTHM, van Brussel M, Takken T, van Weert E, van Leeuwen MA, Armbrust W; Aerobic and anaerobic exercise capacity in adolescents with Juvenile Idiopathic Arthritis. Arthritis Rheum, 2007,15;57(6) Linde H van der, Hofstad CJ, Geertzen JHB, Postema K, Limbeek J van. From satisfaction to expectation: The patient’s perspective in lower limb prosthetic care. Disabil Rehabil 2007, 29, 3: 1049-1055. Meek MF, Dool HJW van den, Robinson PH, Leeman JFWJ, Geertzen JHB. An uncommon cause of unilateral hand and forearm oedema. Eur J Plast Surg 2007, 29: 245-247. Meulenbelt HEJ, Geertzen JHB, Dijkstra PU, Jonkman MF. Skin problems in lower limb amputees: an overview by case reports. J Eur Acad Dermat Venereol 2007, 21: 147-155. Munster JC, Maathuis CGB, Haga N, Verheij NP, Nicolai JP, Hadders-Algra M. Does surgical management of the hand in children with spastic unilateral cerebral palsy affect functional outcome? Dev Med child Neurol 2007, 49, 5: 385-389.
Hoofdstuk 2
Hodselmans AP, Dijkstra PU, Schans CP van der, Geertzen JHB. Test-related reliability of psychophysical lift capacity in patients with non-specific chronic low back pain and healthy subjects. J Rehabil Med 2007, 39, 2,: 133-137.
Onderzoekslijnen en publicaties
Geffen JA van, Dijkstra PU, Hof AL, Halbertsma JPK, Postema K. Effect of flat insoles with different shore A values on posture stability in diabetic neuropathy. Prosthet Orthot Int 2007, 31, 3: 228-235.
Nijboer JMM, Sluis CK van der, Naalt J van der, Nijsten MWN, Duis HJ ten. Two cohorts of severly injured trauma patients, nearly two decades apart: unchanged mortality but improved quality of life despite higher age. J Trauma 2007, 63, 3: 670-675. Nijhuis BJG, Reinders-Messelink HA, Blécourt ACE de, Olijve WG, Nakken H, Postema K. A review of salient elements defining team collaboration in paediatric rehabilitation. Clin Rehabil 2007, 21: 195-211. Nijhuis BJG, Reinders-Messelink HA, Blécourt ACE de, Olijve WG, Haga N, Groothoff JW, Nakken H, Postema K. Towards integrated paediatric services in the Netherlands: a survey of views and policies on collaboration in the care for children with cerebral palsy. Child: Care, Health and Development 2007, 33, 5: 593–603. Nijhuis BJG, Reinders-Messelink HA, Blécourt ACE de, Hitters WMCG, Groothoff JW, Nakken H, Postema K. Family-centred care in family-specific teams. Clin Rehabil 2007, 21, 7: 660-671. Peters LH, Maathuis CGB, Kouw E, Hamming M, Hadders-Algra M. Test-related, inter-assessor and intra-assessor reliability of the modified Touwen examination. Eur J Pediatr Neurol 2007, Oct 19 Reesink DD, Jorritsma W, Reneman M. Basis for a functional capacity evaluation methodology for patients with work-related neck disorders. J Occup Rehabil 2007, 17: 436-449. Reneman MF, Schiphorst Preuper HR, Kleen M, Geertzen JHB, Dijkstra PU. Are pain intensity and pain related fear related to functional capacity evaluation performances of patients with chronic low back pain? J Occup Rehabil 2007, 17: 247-258.
42
Rietman JS, Geertzen JHB. Efficacy of intrathecal baclofen delivery in the management of severe spasticity in upper motor neuron syndrome. Acta Neurochirurgica 2007, Suppl 97, 1: 205-211. Schiphorst Preuper HR, Reneman MF, Boonstra AM, Dijkstra PU, Versteegen GJ, Geertzen JHB. The relationship between psychosocial distress and disability assessed by the Symptom Check List-90-revised and Roland Morris Disability Questionnaire in patients with chronic low back pain. Spine J 2007, 7: 525-530. Scholtes VA, Dallmeijer AJ, Knol DL, Speth LA, Maathuis CGB, Jongerius PH, Becher JG. Effect of multilevel botulinum toxin A and comprehensive rehabilitation on gait in cerebral palsy. Pediatr Neurol 2007, 36, 1: 30-39. Siebes RC, Ketelaar M, Gorter JW, Wijnroks L, Blécourt ACE de, Reinders-Messelink H, Schie PEM van, Vermeer A. Transparency and tuning of rehabilitation care for children with cerebral palsy: a multiple case study in five children with complex needs. Dev Neurorehabil 2007, 10, 3: 193-204. Tichelaar YIGV, Geertzen JHB, Keizer D, Wilgen CP van. Mirror box therapy to cognitive behavioural therapy in three chronic complex regional pain syndrome type I patients: a pilot study. Int J Rehabil Res 2007, 30: 181-188. Vrieling AH, Keeken HG van, Schoppen T, Otten E, Halbertsma JPK, Hof AL, Postema K. Obstacle crossing in lower limb amputees. Gait & Posture 2007, 26: 587-594.
Brief in internationaal tijdschrift Meulenbelt HEJ, Geertzen JHB. Comment on Salawu et al. Prosthet Orthot Int 2007, 31, 2: 207-208. Rommers GM, Wiggerts HO. Comment on Geake et al. Prosthet Orthot Int 2007, 31, 2:211-212.
Wetenschappelijke publicaties in nationaal tijdschrift Baars ECT, Emmelot CH, Geertzen JHB, Rommers GM. Onderbeenamputatie wegens kritieke ischemie: morbiditeit, sterfte en mogelijkheden tot revalidatie. Ned Tijdschr Geneeskd 2007, 151, 49: 2751. Bieleman HJ, Ittersum MW van, Groothoff JW, Reneman MF, Schans CP van der, Oosterveld FGJ. Arbeidsbelastbaarheid van mensen met beginnende heup- en knieklachten. Een verkennend onderzoek in CHECKartrosecohort. Ned Tijdschr Fysiother 2007, 117, 6: 225-233. Eissens MH, Klimmers leertje: een casus. Ned Tijdschr Handther, 2007,16,1:13-14
Reneman MF, Edelaar MJA, Jorritsma W, Jungbauer FHW. Vroege Interventie: een landelijk netwerk voor arbeidsrevalidatie. Tijdschr Bedrijfs- en Verzekeringsgeneesk 2007, 15, 5: 202- 2005. Reneman MF. Evaluation of functional capacity in chronic low back pain. Ned Tijdschr Fysiother 2007, 117, 3: 104-105. Reneman MF, Bieleman HJ. Waarom een speciaal nummer over fysiotherapie en arbeid? Ned Tijdschr Fysiother 2007, 117, 6: 190-192. Rommers GM, Tepper M. Ingezonden. Reactie op Redactioneel 2007: 26, 4:155-157. Tijdschr Med Onderw 2007, 26, 6: 301-302.
Boek Wijdenes PA, Schut SM Meer dan alleen een prothese, Handboek Prothesiologie Bovenste Extremiteit ISBN 90-74768-38-5 / 978-90-74768-38-2
Boekbijdragen (Engelstalig), niet n.a.v. congres of cursus Reneman MF, Wittink H. Functional Performance Evaluation. In: Nordin M, Andersson GBJ, Pope MH (eds). Musculoskeletal Disorders in the Workplace: Principles and Practice, 2nd edition. Elsevier, Philadelphia, ISBN 0323-02622-2, 2007: 397-408. Rietman JS, Geertzen JHB. Efficacy of intrathecal baclofen delivery in the management of severe spasticity in upper motor neuron syndrome. In: Sakas DE, Simpson BA, Krames ES (eds). Operative neuromodulation, Vol 1: Functional Neurosprosthetic Surgery, Springer, Wien, New York, ISBN 978-3-211-33078-4, 2007: 205-211.
43 Hoofdstuk 2
Perez RSGM, Zollinger PE, Dijkstra PU, Thomassen-Hilgersom IL, Zuurmond WWA, Rosenbrand CJGM, Geertzen JHB. Richtlijn ‘Complex Regionaal Pijn Syndroom-type I’. Voor de praktijk. Ned. Tijdschr Geneesk 2007, 30: 1674-1679.
Onderzoekslijnen en publicaties
Kleen M, Jaspers J. Vrouwen horen niet hard te lopen. Acceptance and Commitment Therapy (ACT) bij een pijnstoornis. Gedragstherapie 2007, 40: 7-26.
Boekbijdragen (Engelstalig) n.a.v. congres of cursus Geertzen JHB, Harden N. Physical and occupational therapies in Complex Regional Pain Syndrome type I. In: Lindgren KA (ed). 7th Physiatric Summer School CRPS Current Diagnosis and Therapy, Rehabilitation ORTON Invalid Foundation, Helsinki, ISBN 952-9657-35-8, 2007: 57-63. Geertzen JHB. Development of Guidelines for the Diagnostics and Multidisciplinary treatment of Complex Regional Pain Syndrome type I. In: Lindgren KA (ed). 7th Physiatric Summer School CRPS Current Diagnosis and Therapy, Rehabilitation ORTON Invalid Foundation, Helsinki, ISBN 952-9657-35-8, 2007: 81-84. Geertzen JHB, Dijkstra PU. Complex Regionaal Pijnsyndroom type I; historisch perspectief. In: Mourik JB van (ed) Syllabus Nieuwe inzichten en behandelstrategie voor CRPS-1, PAOG Heyendal, Nijmegen, 2007: 7-23. Geertzen JHB, Dijkstra PU. Complex Regionaal Pijnsyndroom type I. Een probleem voor de arts/paramedicus maar ook voor de patiënt. In: Arendzen JH e.a.(eds). Revalidatie: Onderweg naar huis. Nascholingscursus voor de (verpleeg)huisarts. Boerhaave Commissie PAOG, Leiden, ISBN 978-90-6767-298, 2007: 85-101. Hijmans JM, Postema K, Geertzen JHB. Active supplements in orthopaedic footwear. Fiction or reality? In: Geertzen JHB, Falkenström CH (eds). Back to the future. Samenvatting lezingen. Gaan en staan waar je wilt. Toekomstige ontwikkelingen rondom orthopedische voorzieningen. OIM Orthopedie, Assen, ISBN 978-90-8112881-0, 2007: 39-43.
Boekbijdragen (Nederlandstalig) niet n.a.v. congres
44
Blécourt ACE de, Groot IJM de. Spierziekten. In: Bakker GA et al (eds). Handboek kinderen en adolescenten; problemen en risicosituaties. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, ISBN 9065026274, 2007: D15- 1-18. Net J van der, Janssen A, Blécourt ACE de, Nab N, Hartingsveldt M van. Klinimetrie. In: Franssen MJAM, Wulffraat NM, Armbrust W (Eds). Werkboek Kinderreumatologie. VU university press, Amsterdam, ISBN 978 90 8659 122 0, 2007: 208-210. Blécourt ACE de, Franssen MJAM. Revalidatie. In: Franssen MJAM, Wulffraat NM, Armbrust W (eds). Werkboek Kinderreumatologie. VU University Press, Amsterdam, ISBN 978 90 8659 122 0, 2007: 200-2003. Geertzen JHB, Rietman JS. Linde H van der. Amputatie en prothesiologie. In: Willems JHBM, Croon NHTh, Koten J-W (eds). Handboek Arbeid en Belastbaarheid, Tweede, herziene druk. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, ISBN 906502624X, 2007: 1-64. Nomden JG ea Cystic Fibrosis en Fysiotherapie, Nederlandse Cystic Fibrosis Stichting; Academic Pharmaceutical Productions BV, Utrecht, 2007 ISBN 9789057610707
Boekbijdragen (Nederlandstalig) n.a.v. congres of cursus Blécourt ACE de. Revalidatiegeneeskundige aspecten bij juveniele idiopathische arthritis (JIA). In: Revalidatie bij gewrichtsziekten. PAOG Heyendael, UMC St Radboud, Nijmegen, ISBN-13: 978-90-373-0196-0: 25-33. Dekker R. Ergometrie en revalidatie. In: Geertzen JHB, Dekker R (eds). Basiscursusboek Houding en Beweging. Centrum voor Revalidatie-UMCG, Groningen, ISBN 90-74768-39-9, 2007: 107-113. Formsma S, Dijkstra PU. Spierkrachtmetingen. In: Geertzen JHB, Dekker R (eds). Basiscursusboek Houding en Beweging. Centrum voor Revalidatie-UMCG, Groningen, ISBN 90-74768-39-9, 2007: 67-107.
Geertzen JHB, Perez RSGM. Interventies bij CRPS type I: hoe sterk is het bewijs? In: Hilten JJ van, Marinus J, Perez RSGM (eds) Het complex regionaal pijnsyndroom. Beter begrijpen en (h)erkennen. Boerhaave Cie PAOG, Leiden, ISBN 978-90-6767-608-3, 2007: 47-55. Hartman PP. Cervicale ruggenmerglaesie: wat is het gevolg voor de motorische functie van de arm en de hand? In: Hartman PP, Reinders MF, Sluis CK van der, Tepper M (eds) De neurologische hand: dwarslaesie en CVA. Wenckebach Instituut, Groningen, 2007: 9-15. Hof AL. Gangbeeld. In: Geertzen JHB, Dekker R (eds). Basiscursusboek Houding en Beweging. Centrum voor Revalidatie UMCG, Groningen, ISBN 90-74768-39-9, 2007: 21-27.
Mulders A, Hemmen B, Maathuis CGB, Hacking H, Bes F, Plettenburg D. Mogelijkheden van armprotheses. In: Basiscursusboek Amputatie en prothesiologie van de bovenste extremiteit, ISBN 978-90-373-0199-1, 2007: 36- 49 Mulder GA. Multiple sclerose, mijn probleem of onze zorg? In: Syllabus MS Zorg. Bij wie in goede handen? Wenckebach Instituut, Groningen, 2007: 20-31. Postema K. Revalidatiegeneeskunde en bewegen. In: Geertzen JHB, Dekker R (eds). Basiscursusboek Houding en Beweging. Centrum voor Revalidatie-UMCG, Groningen, ISBN 90-74768-39-9, 2007: 7-9. Postema K. Steunzolen en schoenaanpassingen. In: Syllabus De onderste extremiteit; zin en onzin van (niet)chirurgische behandeling. UMC St. Radboud, PAOG Heyendal, 2007: 10-16. Rietman JS, Geertzen JHB. De zin en onzin van ganganalyse. Klinische relevantie? In: Geertzen JHB, Dekker R (eds). Basiscursusboek Houding en Beweging. Centrum voor Revalidatie-UMCG, Groningen, ISBN 90-74768-39-9, 2007: 27-33. Sluis CK van der. Het Handenlab: een digitaal evaluatiesysteem voor handproblematiek. In: Geertzen JHB, Dekker R (eds). Basiscursusboek Houding en Beweging. Centrum voor Revalidatie-UMCG, Groningen, ISBN 9074768-39-9, 2007: 63-67. Smallenbroek JTG. De behandeling van spasticiteit in de arm/hand bij patiënten met een CVA. In: Hartman PP, Reinders MF, Sluis CK van der, Tepper M (eds) De neurologische hand: dwarslaesie en CVA. Wenckebach Instituut, Groningen, 2007: 31-34. Tepper M. Klinimetrie met betrekking tot de arm-handfunctie na een CVA. In: Hartman PP, Reinders MF, Sluis CK van der, Tepper M (eds) De neurologische hand: dwarslaesie en CVA. Wenckebach Instituut, Groningen, 2007: 28-31.
Syllabus samengesteld als editor Dekker R, Gubbels HFEM, Sluis CK van der (eds). Syllabus Brandwonden en ongevalletsels vanuit revalidatieperspectief. Centrum voor Revalidatie/Wenckebach Instituut UMCG, Groningen, ISBN 978-90-7582366-0, 2007: 81pp.
45 Hoofdstuk 2
Maathuis CGB. Kinderrevalidatie: inzicht op uitkomst van (ernstige) ongevallen. In: Syllabus Op het verkeerde moment op de verkeerde plaats, jeugd en trauma’s, preventie en perspectief, ISBN -13: 978-90-75823-65-3, 2007: 32-46.
Onderzoekslijnen en publicaties
Maathuis CGB, Maathuis PGM. Workshop Revalidatie en kinderen. Gefundeerd niets doen! In: Dekker R, Gubbels HFEM, Sluis CK van der (eds). Syllabus Brandwonden en ongevalletsels vanuit revalidatieperspectief. Centrum voor Revalidatie/Wenckebach Instituut UMCG, Groningen, ISBN 978-90-75823-66-0, 2007: 80-81.
Geertzen JHB, Falkenström CH (eds). Back to the future. Samenvatting lezingen. Gaan en staan waar je wilt. Toekomstige ontwikkelingen rondom orthopedische voorzieningen. OIM Orthopedie, Assen, ISBN 978-90-8112881-0, 2007: 51pp. Geertzen JHB, Dekker R (eds). Basiscursusboek Houding en Beweging. Centrum voor Revalidatie UMCG, Groningen, ISBN 90-74768-39-9, 2007: 226 pp. Geertzen JHB et al (Editorial committee). Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8, July 29 – August 3, 2007: 572pp. Hartman PP, Reinders MF, Sluis CK van der, Tepper M (eds) De neurologische hand: dwarslaesie en CVA. Wenckebach Instituut, Groningen, 2007: 36pp.
Voordrachten, abstracts en posterpresentaties Voordrachten Blécourt ACE de (20 april 2007) Haren. Pain in Children. Bezoek Finse delegatie ORTON Invalid Foundation. Blécourt ACE de (13 juni 2007) Groningen. Satellite I Pain management in children. 19th Annual Meeting EACD 2007 Development and Differentation in Childhood Disability.
46
Bruijn IL de, Geertzen JHB. (13 april 2007) Wijk aan Zee. Functional outcome after peroneal neuropathy. Wetenschappelijke vergadering Nederlandse Vereniging voor Revalidatieartsen. Dekker R, Schrier E (26 januari 2007) Groningen. Workshop Unsuccessful recovery of a sport injury. 5th Groningen Sports Medicine Symposium. Dekker R (9 maart 2007) Münster, Duitsland. Being amputated: a therapeutic sports programme. 27. Fort- u.Weiterbildungskurs Technische Orthopädie Biomechanik. Sport mit Handicap; orthopädische, muskelphysiologische und physiotherapeutische Aspekte. Klinik u. Poliklinik für Technische Orthopädie. Dekker R (20 april 2007) Haren. Introduction Outpatient Department. Bezoek Finse delegatie ORTON Invalid Foundation. Eissens M (14 februari) Groningen, Demonstratie handenlab; aanvullend onderzoek in de revalidatiegeneeskunde, Wenckebach, Multidisciplinaire regioavond. Eissens M (12 maart) Sydney, Australia. Guided active therapy after tendon transfers in children with cerebral palsy, IFSHT & IFSSH congress Hand-in-hand, (+poster) Eissens M (11-15 maart 2007) Sydney, Australia. Guided active therapy after tendon transfers in children with cerebral palsy. Hand in Hand 10th Triennial Congress IFSSH & 7th Triennial Congress IFSHT. Eissens M (11-15 maart) Sydney, Australia. Early active wrist mobilisation in extensor tendon injuries zone 5, 6 or 7, IFSHT & IFSSH congress Hand-in-hand. Eissens M (20 april) Rotterdam. Intrinsic plus-fenomeen bij de reumatische hand. Hand Therapy Symposium rheumatoid arthritis of the hand, Erasmus MC University. Eissens M (21 april) Brugge, België. Rehabilitation of extensor tendon repair in zone 5, 6 or 7; from laceration to free vascularized tendon transfer, Spring meeting BHT & BHG.
Eissens M (10-13 mei) Ljubljana, Slovenië. Handprofile: European qualification handtherapy, EFSHT counsil meeting. Eissens M (8 juni) Hilversum. Een congenitaal handprobleem, hoe verfijnd is de handmotoriek? - ontwikkeling en dysfunctie, NGHT. Eissens M (22 oktober) Assen. Intrinsic plus-fenomeen in de reumatische hand. Werkgroep Reuma en Ergotherapie Noord-Nederland. Eissens M (17 november) Amsterdam. Guided active therapy after tendon transfers in children with cerebral palsy, NGHT & NVvH-meeting,
Geertzen JHB (12 maart 2007) Nijmegen. Complex Regionaal Pijnsyndroom type 1; historisch perspectief. PAOG Nascholingscursus Nieuwe inzichten en behandelstrategie voor CRPS-1. UMC St. Radboud. Geertzen JHB (30 maart 2007) Zeewolde. Inleiding. Symposium OIM Orthopedie, Back to the Future, The Harbour. Geertzen JHB (20 april 2007) Groningen. CRPS and amputation. Bezoek Finse delegatie ORTON Invalid Foundation. Geertzen JHB (25 april 2007) Enschede. VRA en IC: is er een match? Symposium ICF: Fit for use? Geertzen JHB (27 juni 2007) Groningen. Complex Regionaal Pijnsyndroom: state of the art. Multidisciplinaire regioavond Complex Regionaal Pijnsyndroom type I; een syndroom in beweging. Geertzen JHB (30 juli 2007) Vancouver, Canada. Moving beyond disability. 12th World Congress of the International Society for Prosthetics and Orthotics (invited speaker). Geertzen JHB, Meulenbelt HEJ (31 juli 2007) Vancouver, Canada. Instructional Course Inventarisation and management of dermatological problems in lower limb amputees. 12th World Congress of the International Society for Prosthetics and Orthotics. Geertzen JHB (6 oktober 2007) Amsterdam. ISPO anno 2007: Moving beyond disabilities. ISPO-NL symposium ‘Vancouver in Nederland’. Geertzen JHB (9 november 2007) Son en Breugel. Inleiding. Symposium Tomorrow is today. Najaarssymposium Otto Bock. Geertzen JHB (13 november 2007) Moshi, Tanzania. Physical examination diabetic foot; Treatment, rehabilitation perspective; Closing discussion of the day. Seminar TATCOT 25 years Prosthetic and orthotic services including rehabilitation related to diabetes and other neuropathic disabilities. Geertzen JHB (14 november 2007) Moshi, Tanzania. Clinical guidelines diabetic foot. Seminar TATCOT 25 years Prosthetic and orthotic services including rehabilitation related to diabetes and other neuropathic disabilities. Geertzen JHB (22 november 2007) Leiden. Chronische regionale pijnsyndromen. Boerhaave nascholingscursus voor verpleeghuisartsen. Revalidatie: onderweg naar huis.
47 Hoofdstuk 2
Geertzen JHB (9 maart 2007) Münster, Duitsland. Prosthesis and sports: a difficult combination. 27. Fort- u.Weiterbildungskurs Technische Orthopädie Biomechanik. Sport mit Handicap; orthopädische, muskelphysiologische und physiotherapeutische Aspekte. Klinik u. Poliklinik für Technische Orthopädie.
Onderzoekslijnen en publicaties
Geertzen JHB (2 februari 2007) Leiden. Interventies bij CRPS: hoe sterk is het bewijs? Boerhaave cursus ‘Het complex regionaal pijn syndroom; Beter begrijpen en (h)erkennen’.
Geerten JHB (23 november 2007) Paterswolde. Inleiding. Symposium De rug in beweging. Centrum voor Revalidatie UMCG i.s.m. Loth Fabenim BV. Geertzen JHB (29 november 2007) Curaçao. Moving beyond disability; the ICF in rehabilitation medicine. Minisymposium St. Revalidatiecentrum Curaçao. Geertzen JHB (6 december 2007) Groningen. CRPS-I een organisch syndroom? Bijeenkomst aios Psychiatrie Noord-Nederland. Geertzen JHB (11 december 2007) Washington DC, USA. Facilitating Rehabilitation of people with physical disability in developing countries. Leahy War Victims Fund (invited speaker). Geertzen JHB (14 december 2007) Utrecht. Waar gaat het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van amputatie en prothesiologie naar toe? Bijeenkomst WAP-VRA. Geertzen JHB (20 december 2007) Groningen. CRPS-I een organo-psycho-syndroom? Bijeenkomst aios Psychiatrie Noord-Nederland, UMCG. Gokeler A (9-10 maart 2007) Bielefeld, Duitsland. Instruktionskurs. Physiotherapeutische Behandlung von akuten Aussenbandverletzungen,13de Jahrestagung der Deutschen Assoziation für Fuß und Sprunggelenk e.V. (D.A.F.). Gokeler A (23 juni 2007) München, Duitsland. Instruktionskurs. Rehabilitation nach vorderer Kreuzbandplastik, 22ste GOTS Jahreskongress.
48
Gokeler A (24 november 2007) Freiburg, Duitsland. Sportphysiotherapie des Überkopfsportlers, Erster Freiburger Schultersymposium. Gokeler A 30 november 2007, Wijk aan Zee. Afwijkingen na een reconstructie van de voorstekruisband – hardware en/of software? VSG-congres Sport, bewegen en gezondheid. Halbertsma JPK, Postema K (22 en 23 februari 2007) Enschede. Biomechanica. Cursus bewegingsanalyse bij volwassen CVA-patiënten. Halbertsma JPK (6 juni 2007) Groningen. Workshop Gait analysis. 14th Int Student Congress of Medical Sciences. Hijmans JM (30 juli 2007) Vancouver, Canada. Balance and vibrating insoles. 12th World Congress of the International Society for Prosthetics and Orthotics. Hijmans JM (6 oktober 2007) Amsterdam. Balance and vibrating insoles. ISPO-NL symposium ‘Vancouver in Nederland’. Huizing K (16 november 2007) Beetsterzwaag. Cerebrale Parese; problemen bij kinderen op de TPG. Studiedag Therapeutische Peutergroep voor case managers van de VTO vroeghulp. Maathuis CGB. (July 29- August 3 2007) Vancouver, Canada. Prescription of the first prosthesis and later use in children with congenital unilateral upper limb deficiency. A systematic review. 12th World Congress International Society of Prosthetics and Orthotics. Meijer S, (10 november 2007) Lopik. Inspanning en ontspanning bij kinderen met pulmonale hypertensie. Lotgenotendag voor ouders van kinderen met pulmonale hypertensie. Mesch H, (12 april 2007) Delfzijl. DVN-bijeenkomst, afdeling Eemsmond.
Mesch H, (10 oktober 2007) Winschoten. DVN-bijeenkomst, afdeling Oost-Groningen. Mulder GA (15 mei 2007) Haren. MS: mijn probleem of onze zorg? Symposium MS: mijn probleem of onze zorg? Niet O van der en PTA Frieling (1 juni) Groningen. Zit u goed? Workshop in het kader van minisymposium Decubitus: Back to the future. Niet O van der en MH Waggeveld (10 april) Amsterdam. Workshop Weet wie je meet, Academische Dag.
Nomden JG, Weert E van (10 november 2007) Amsterdam. Trainbaarheid van hartpatiënten. Inspanningsvermogen, kwaliteit van leven, zelfeffectiviteit, angst. Jaarcongres KNGF. Olijve WG, Reinders-Messelink HA, Nijhuis BJG, Zandt-van Reenen RM van de, Blécourt ACE de, Postema K. (14-16 June 2007) Groningen. The Canadian Occupational Performance Measure (COPM) as an intervention to improve active patient participation. 19th Annual Meeting EACD 2007 Development and Differentation in Childhood Disability. Parigger LS, Baak CHJ van, Blécourt ACE de, Duiverman EJ. (14-16 June 2007) Groningen. Education and exercise programme for children with asthma. 19th Annual Meeting EACD 2007 Development and Differentation in Childhood Disability. Peters LHJ, Maathuis CGB, Hadders-Algra M. (14-16 June 2007) Groningen. Prevalence of minor neurological dysfunction in school age children. 19th Annual Meeting EACD 2007 Development and Differentation in Childhood Disability. Postema K (18 januari 2007) Groningen. Looppatronen na voetletsels en arthrodese. 8e Groninger Traumadag ‘Ten voeten uit’. Postema K (2 maart 2007) Utrecht. Medische ondersteuningsprotocollen bij de aanvraag van high tech apparatuur bij de zorgverzekeraar. Miami in de Jaarbeurs. Presentations & Workshops. Loth Fabenim. Postema K (30 maart 2007) Zeewolde. Actieve supplementen in orthopedische schoenen. Fictie of werkelijkheid? Symposium OIM Orthopedie Back to the Future. Postema K (25 april 2007) Enschede. ICF en hulpmiddelen. Symposium ICF: Fit for use? Postema K (15 mei 2007) Haren. Inleiding. Symposium MS: mijn probleem of onze zorg? Postema K (30 juli 2007) Vancouver, Canada. Review of the effects of foot appliances on balance. 12th World Congress of the International Society for Prosthetics and Orthotics. Postema K (30 juli 2007) Vancouver, Canada. Vector projection of ground reaction force in clinical judgement of patients adaptation to properties of prostheses. 12th World Congress International Society of Prosthetics and Orthotics.
49 Hoofdstuk 2
Nijhuis BJG (14 juni 2007) Groningen. Family-centred care in family-specific teams. 19th Annual Meeting EACD 2007 Development and Differentation in Childhood Disability.
Onderzoekslijnen en publicaties
Nijhuis BJG, Reinders-Messelink HA, Blécourt ACE de, Boonstra AM, Ties J, Groothoff JW, Nakken H, Postema K. (14-16 June 2007) Groningen. Goal setting in Dutch paediatric rehabilitation. 19th Annual Meeting EACD 2007 Development and Differentation in Childhood Disability.
Postema K (31 augustus 2007) Manado, Indonesië. Latest developments of musculoskeletal rehabilitation. 7th National Congress and Annual Scientific Meeting of the Indonesian Physical Medicine and Rehabilitation Association (PERDOSRI) 4th Congress of the Asian Rehabilitation Medicine Association (ARMA) (keynote speaker). Postema K (31 augustus 2007) Manado, Indonesië. Workshop Meet the expert. Varus and valgus deformities in children. 7th National Congress and Annual Scientific Meeting of the Indonesian Physical Medicine and Rehabilitation Association (PERDOSRI) 4th Congress of the Asian Rehabilitation Medicine Association (ARMA) Postema K (6 oktober 2007) Amsterdam. Review of the effects of foot appliances on balance. ISPO-NL symposium ‘Vancouver in Nederland’. Postema K (6 oktober 2007) Amsterdam. Gait initiation and termination in lower limb amputees. ISPO-NL symposium ‘Vancouver in Nederland’. Postema K (2 november 2007) Leusden. Compensatietechnieken bij het lopen. 25-jarig Jubileum Landelijke Vereniging van Geamputeerden. Postema K (7 december 2007) Nijmegen. Zin en onzin van het gebruik van steunzolen. PAOG Nascholingscursus De onderste extremiteit. Reneman MF (20 april 2007) Haren. Research in Pain. Bezoek Finse delegatie ORTON Invalid Foundation.
50
Rommers GM (22 mei 2007) London, UK. Amputee rehabilitation: hospital and community services. Spring meeting Rehabiltiation Medicine Today and Tomorrow: Service models for specialist rehabilitation in hospitals and communities. British Society of Rehabilitation Medicine. Rommers GM (2 augustus 2007) Vancouver, Canada. Partial foot amputations: is there a difference in clinical course? 12th World Congress International Society of Prosthetics and Orthotics. Rommers GM (2 augustus 2007) Vancouver, Canada. Medical education with ICF: for student and resident. 12th World Congress of the International Society for Prosthetics and Orthotics. Rommers GM (6 oktober 2007) Amsterdam. Medical education with ICF: for student and resident. ISPO-NL symposium ‘Vancouver in Nederland’. Rommers GM (1 november 2007) Ermelo. Evaluation of group education in rehabilitation medicine during the bachelor phase. VRA Jaarcongres 2007 ‘Leren’. Rommers GM (1 november 2007) Ermelo. First experiences with the use of the SIGAM/WAP score after Inpatient Rehabilitation of lower limb amputee patients. VRA Jaarcongres 2007 ‘Leren’. Schiphorst Preuper HR (20 april 2007) Haren. Pain rehabilitation; Spine Center. Bezoek Finse delegatie ORTON Invalid Foundation. Schiphorst Preuper HR (23 november 2007) Paterswolde. Aspecifieke lagerugpijn: conservatieve therapie. Symposium De rug in beweging. Centrum voor Revalidatie UMCG i.s.m. Loth Fabenim BV. Schotman M, Joosen B (25 april 2007) Haren. DVN-bijeenkomst afdeling Groningen-stad. Sluis CK van der, Datema L, Dijkstra PU (11-15 March 2007) Sydney, Australia. The added value of a nurse practitioner in a multidisciplinary setting for patients with hand problems due to rheumatoid arthritis. Hand in Hand 10th Triennial Congress IFSSH & 7th Triennial Congress IFSHT.
Sluis CK van der (1 november 2007) Ermelo. Voorzitter workshop Handletsels: Leren met een spiegel. VRA Jaarcongres 2007 ‘Leren’. Tepper M (1 november 2007)The SSART for where there is no speech language therapist; assessment of swallowing problems and eating difficulties in stroke patients in developing countries. VRA Jaarcongres 2007 ‘Leren’, Ermelo. Vrieling AH (31 juli 2007) Vancouver, Canada. Gait initiation and termination in lower limb amputees. 12th World Congress of the International Society for Prosthetics and Orthotics.
Wijdenes PA (24 november 2007) Arnhem. Meer dan alleen een prothese: behandelrichtlijn voor prothesiologie bij kinderen, Revalidatiecentrum Groot Klimmendaal. Wijdenes PA (24 november 2007) Arnhem. Praktijkcursus deel 2 prothesiologie: amputaties en reductiedefecten bij kinderen. Refereeravond voor huisartsen, 11 december 2007, in samenwerking met Wenckebach, UMCG. Het palet van de revalidatie. Revalidatie: welke patiënt? De revalidatieartsen Dekker R, Postema K, Muskee C, Smallenbroek JTG hielden voordrachten.
Beckerman H. Wiggerts HO, Bemmel AF van, Groot S de, Rommers GM. The validity of the Dutch SIGAM mobility grades. In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8 July 29 – August 3, 2007: 438.
51
Bruggink JLM, Einspieler C, Keating P, Maathuis CGB. The quality of the early motor repertoire predicts the degree of motor dysfunction in children suffering from cerebral palsy. Dev Med Child Neurol 2007, Suppl 110, 49: 8-9.
Hoofdstuk 2
Abstracts en posterpresentaties
Onderzoekslijnen en publicaties
Vrieling AH (13 juli 2007) Vancouver, Canada. Obstacle crossing and slope walking in amputees. 12th World Congress International Society of Prosthetics and Orthotics.
Bruijn IL de, Geertzen JHB. Functional outcome after peroneal neuropathy. Wetenschappelijke vergadering Nederlandse Vereniging voor Revalidatieartsen, Wijk aan Zee, 13 april 2007 (+poster). Eissens M, Maathuis CGB, Nicolai JPA. Guided active therapy after tendon transfers in children with cerebral palsy. In: Abstractbook Hand in Hand 10th Triennial Congress IFSSH & 7th Triennial Congress IFSHT, Sydney, Australia, 11-15 March 2007: 229. Eissens M, Sluis CK van der. Early active wrist mobilisation in extensor tendon injuries zones 5, 6 & 7. In: Abstractbook Hand in Hand 10th Triennial Congress IFSSH & 7th Triennial Congress IFSHT, Sydney, Australia, 11-15 March 2007: 274 (+poster). Formsma SA, Sluis CK van der, Dijkstra PU. Innovative splint therapy in early rheumatoid arthritis: an exploratory study. In: Abstractbook Hand in Hand 10th Triennial Congress IFSSH & 7th Triennial Congress IFSHT, Sydney, Australia, 11-15 March 2007: 225. Formsma SA, Maathuis CGB, Robinson PH, Jonkman MF. Postoperative hand treatment in children with recessive dystrophic epidermolysis bullosa. In: Abstractbook Hand in Hand 10th Triennial Congress IFSSH & 7th Triennial Congress IFSHT, Sydney, Australia, 11-15 March 2007: 228.
Guichelaar E, Formsma SA, Bosmans JC, Sluis CK van der, Weg T van der, Weert E van. The validity and reliability of the biometrics upper limb exerciser: grip strength. In: Abstractbook Hand in Hand 10th Triennial Congress IFSSH & 7th Triennial Congress IFSHT, Sydney, Australia, 11-15 March 2007: 383-384 (+poster). Haga N, Vries L de, Maathuis CGB, Blécourt ACE de. Sleep disorders in children with cerebral palsy. Dev Med Child Neurol 2007, Suppl 110, 49: 12 Halbertsma JPK, Postema K. Gait analysis. In: Book of abstracts 14th Int Student Congress of Medical Sciences, University Medical Center Groningen, 2007, ISBN 9789036729765: 356. Hamming M, Peters LHJ, Maathuis CGB, Schoemaker MM, Hadders-Algra M. Is the teachers rating of childs motor behaviour related to the childs neurological condition? In: Abstractbook 19th Annual Meeting EACD 2007 Development and Differentation in Childhood Disability, University Medical Center Groningen, 2007: 66 (+poster). Hijmans JM, Geertzen JHB, Zijlstra W, Hof AL, Postema K. Balance and vibrating insoles. In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8, July 29 – August 3, 2007: 131. Hoek FD van der, Verheij NP, Ramaeckers EAA, Maathuis CGB. Aerobic and aerobic testing and fitness training in children with cerebral palsy (CP); what are the psychometric properties of the tests and what are the effects of training? In: Abstractbook 19th Annual Meeting EACD 2007 Development and Differentation in Childhood Disability, University Medical Center Groningen, 2007: 51
52
Hoven-Gondrie ML, Thijssens KM, Geertzen JHB, Ginkel RJ van, Hoekstra HJ. Isolated limb perfusion and external beam radiotherapy for soft tissue sarcomas: Long term effects on normal tissue according to the LENT-SOMA scoring system. Ann Surg Oncol 2007, suppl S Feb, 14, 2: 72-72. Keeken HG van, Vrieling AH, Hof AL, Halbertsma JPK, Postema K, Otten E. How not to walk symmetrically with a prosthetic leg. In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8, July 29 – August 3, 2007: 300. Keeken HG van, Vrieling AH, Hof AL, Halbertsma JPK, Postema K, Otten E. Hang over on a prosthestic leg. In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8, July 29 – August 3, 2007: 352. Maathuis CGB. Prescription of the first prosthesis and later use in children with congenital unilateral upper limb deficiency. A systematic review. In: Proceedings 12th World Congress International Society of Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8, July 29- August 3, 2007: 224 (+poster). Meulenbelt HEJ, Geertzen JHB. Inventarization and management of dermatological problems in lower limb amputees. In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8, July 29 – August 3, 2007: 25. Meurs M, Maathuis CGB, Lucas C, Hadders-Algra M, Sluis CK van der. Prescription of the first prosthesis and later use in children with congenital unilateral upper limb deficiency, a systematic review. In: Abstractbook 19th Annual Meeting EACD 2007 Development and Differentation in Childhood Disability, University Medical Center Groningen, 2007: 66 (+poster). Meurs M, Maathuis CGB, Lucas C, Hadders-Algra M, Sluis CK van der. Prescription of the first prosthesis and later use in children with congenital unilateral upper limb deficiency, a systematic review. In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8 July 29 – August 3, 2007: 224.
Nijhuis BJG, Reinders-Messelink HA, Blécourt ACE de, Hitters WMGC, Groothoff JW, Nakken H, Postema K. Family-centred care in family-specific team. EACD, Dev Med Child Neurol 2007, Suppl 110, 49: 14. Nijhuis BJG, Reinders-Messelink HA, Blécourt ACE de, Boonstra AM, Ties J, Groothoff JW, Nakken H, Postema K. Goal setting in Dutch paediatric rehabilitation. In: Abstractbook 19th Annual Meeting EACD 2007 Development and Differentation in Childhood Disability, University Medical Center Groningen, 2007: 50 (+poster).
Peters LHJ, Maathuis CGB, Hadders-Algra M. Prevalence of minor neurological dysfunction in school age children. Dev Med Child Neurol 2007, Suppl 110, 49: 22 (+poster). Postema K, Halbertsma JPK. Vector projection of ground reaction force in clinical judgement of patients adaptation to properties of prostheses. In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8 July 29 – August 3, 2007: 208 (+poster). Postema K, Hijmans JM, Geertzen JHB. Review of the effects of foot appliances on balance. In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-97839080-8, July 29 – August 3, 2007: 130. Rommers GM, Bakx WGM. Het ICF-model; als instrument voor onderwijs in de revalidatiegeneeskunde en artsopleiding. Tijdschr Med Onderw 2007, 26, 1: 39-40. Rommers GM. Amputee rehabilitation: hospital and community services. In: Abstractbook Rehabilitation Medicine Today and Tomorrow: Service models for specialist rehabilitation in hospitals and communities. British Soc Rehabil Medicine, Spring meeting, 22 May 2007. Rommers GM, Vries H, Dijkstra PU. Partial foot amputations: is there a difference in clinical course? In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8 July 29 – August 3, 2007: 231 (+poster). Rommers GM, Bakx WGM. Medical education with ICF: for student and resident? In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8 July 29 – August 3, 2007: 468. Rommers GM. Evaluation of group education in rehabilitation medicine during the bachelor phase. Jaarcongres VRA 2007 ‘Leren’, Ermelo, 31 oktober – 1 november 2007 (+poster). Schut SM, Sluis CK van der, Robinson PH. Accelerated active mobilization after proximal interphalangeal arthroplasty in rheumatoid arthritis. In: Abstractbook Hand in Hand 10th Triennial Congress IFSSH & 7th Triennial Congress IFSHT, Sydney, Australia, 11-15 March 2007: 334. Sluis CK van der, Datema L, Dijkstra PU. The added value of a nurse practitioner in a multidisciplinary setting for patients with hand problems due to rheumatoid arthritis. In: Abstractbook Hand in Hand 10th Triennial Congress IFSSH & 7th Triennial Congress IFSHT, Sydney, Australia, 11-15 March 2007: 331 (+poster).
53 Hoofdstuk 2
Parigger LS, Baak CHJ van, Blécourt ACE de, Duiverman EJ. Education and exercise programme for children with asthma. In: Abstractbook 19th Annual Meeting EACD 2007 Development and Differentation in Childhood Disability, University Medical Center Groningen, 2007: 68 (+poster).
Onderzoekslijnen en publicaties
Olijve WG, Reinders-Messelink HA, Nijhuis BJG, Zandt-van Reenen RM van de, Blécourt ACE de, Postema K. The Canadian Occupational Performance Measure (COPM) as an intervention to improve active patient participation. EACD, Dev Med Child Neurol 2007, Suppl 110, 49: 22. (+poster)
Tepper M. The SSART for where there is no speech language therapist; assessment of swallowing problems and eating difficulties in stroke patients in developing countries. Jaarcongres VRA 2007 ‘Leren’, Ermelo, 31 oktober – 1 november 2007 (+poster). Vrieling AH, Keeken PT, Schoppen T, Otten E, Halbertsma JPK, Hof AL, Postema K. Obstacle crossing and slope walking in amputees. In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8 July 29 – August 3, 2007: 203. Vrieling AH, Keeken PT, Schoppen T, Otten E, Halbertsma JPK, Hof AL, Postema K. Gait initiation and termination in lower limb amputees In: Proceedings 12th World Congress International Society for Prosthetics and Orthotics, Vancouver, Canada, ISBN 978-0-9783908-0-8 July 29 – August 3, 2007: 301. Wijdenes PA, Formsma SA, Leysma MK, Sluis CK van der. The MCP-stabilization splint: a new method to treat the intrinsic plus phenomenon in patients with rheumatoid arthritis. In: Abstractbook Hand in Hand 10th Triennial Congress IFSSH & 7th Triennial Congress IFSHT, Sydney, Australia, 11-15 March 2007: 334 (+poster).
54
Hoofdstuk 2
55
Onderzoekslijnen en publicaties
Tweemaal pijn Pijn is een onderzoeksspeerpunt in het Centrum voor Revalidatie maar dat speerpunt kent twee deelgebieden: locatie Beatrixoord heeft de onderzoekslijn ‘Pijn & Arbeid’, locatie Groningen heeft de onderzoekslijn ‘Chronisch Regionaal Pijn Syndroom & fantoompijn’. Een tweedeling die historisch zo gegroeid is. Op beide deelgebieden is ook in 2007 weer aanzienlijke vooruitgang geboekt.
56
Pijn & Arbeid
Het Pijnrevalidatieteam, locatie Beatrixoord, onderscheidt zich internationaal op het onderzoek naar het meten van de functionele arbeidsmogelijkheden van mensen met pijnklachten. Officieel heet de onderzoekslijn van locatie Beatrixoord dan ook: Work related functional capacity of people with chronic pain: assessment and determinants of performance. De doelstellingen zijn het betrouwbaar en valide vaststellen van de functionele capaciteit van mensen met verschillende vormen van chronische pijn, inzicht krijgen in de determinanten van het werkgerelateerde functioneren en het toepasbaar maken van deze kennis voor de praktijk van de arbeidsrevalidatie. Chronische pijn vormt een maatschappelijk probleem omdat het bij veel patiënten uiteindelijk resulteert in arbeidsongeschiktheid. De behandelprogramma’s van het Pijnrevalidatieteam richten zich op het verminderen van de arbeidsgerelateerde beperkingen. Die beperkingen moeten dus wel gemeten worden, voorafgaand aan het programma en na afloop. In het algemeen geldt dat het meten van arbeidsbelastbaarheid belangrijk is, zowel in het kader van de revalidatie als van de reïntegratie. De afdeling Arbeid, ingebed in het Pijnrevalidatieteam, gebruikt daarvoor de Functional Capacity Evaluation (FCE). Dit onderzoek heeft de afgelopen jaren geleid tot een aanzienlijke wetenschappelijke productie; van de wetenschappelijke FCE-literatuur van de laatste vijf jaar komt ongeveer de helft van de wereldproductie uit ‘Groningen’. Het CvR participeert tevens in Lobadis (Low Back Disability), een landelijk onderzoeksprogramma, gefinancierd door ZonMw en gecoördineerd door professor dr. Jan Geertzen van het CvR. Het programma onderzoekt de wijze waarop en de mate waarin revalidatieprogramma’s effectief zijn in het verminderen van arbeidsgerelateerde lichamelijke beperkingen bij patiënten met chronische lagerugklachten. Het onderzoek moet duidelijk maken hoe revalidatieprogramma’s kunnen bijdragen aan een effectieve afname van deze beperkingen.
CRPS & fantoompijn
In locatie Groningen spitst het onderzoek zich toe op het Chronisch Regionaal Pijn Syndroom en fantoompijn. Professor dr. Jan Geertzen en dr. Pieter Dijkstra houden zich al vele jaren bezig met deze onderwerpen. Zo was Geertzen leidend in de landelijke richtlijn CRPS, die in 2006 uitkwam. In november 2007 bezochten professor dr. Peter Moskovitz, hoogleraar orthopedische en neurologische chirurgie van George Washington University Hospital in Washington en James Broatch, directeur van de Reflex Sympathetic Dystrophy Syndrome Association (RSDSA) het CvR om met Geertzen en Dijkstra de mogelijkheden tot gezamenlijk onderzoek naar CRPS te verkennen. Nederland loopt volgens Moskovitz en Broatch absoluut voorop op het gebied van CRPS. Op het grensgebied van Pijn en Amputatie doet AIOS Natalie Hulsman onder leiding van Geertzen en Dijkstra onderzoek naar amputatie bij CRPS-I-patiënten. Het onderzoek is erop gericht meer inzicht te krijgen in de histopathologie bij CRPS-I met de vraag of er een relatie is met disuse en atrofie van het spier- en zenuwweefsel. Ook wordt zowel retrospectief (terugblikkend) als prospectief (op de toekomst gericht) het functioneren van patiënten met CRPS-I en amputatie onderzocht. Joline Bosmans, fysiotherapeut, doet onderzoek naar de voorspellende factoren van fantoompijn. Zij vervolgt amputatiepatiënten over een langere periode en kijkt door middel van vragenlijsten naar het ontstaan en het beloop van fantoompijn en stomppijn, en naar de invloed van fantoompijn op de kwaliteit van leven.
Op de valreep van 2007 kreeg het CvR de erkenning ‘Ontwikkelcentrum PijnRevalidatie (OPR)’. Jan Geertzen en Rita Schiphorst Preuper, beiden revalidatiearts, haalden uiteindelijk deze erkenning binnen. “Een centrum dat topreferente zorg biedt, moet een stem hebben in het uitzetten van landelijke onderzoekslijnen, de ontwikkeling van onderwijs op het gebeid van pijn en het optimaliseren van patiënten-zorg. Zeker als ‘Pijn’ één van de speerpunten is. Vooral op het gebied van de relatie tussen psychosociale factoren, pijn en arbeid hebben we de afgelopen jaren veel gepubliceerd,” aldus Schiphorst Preuper.
57
De behandelprogramma’s van het Pijnrevalidatieteam richten zich op het verminderen van de
58
arbeidsgerelateerde beperkingen. Die beperkingen moeten dus wel gemeten worden, voorafgaand aan het programma en na afloop.
59
Basiscursus: de basis van de revalidatiearts Een AIOS (Arts In Opleiding tot Specialist) krijgt gedurende zijn specialisatie tot revalidatiearts te maken met basiscursussen. In het eerste jaar van de opleiding volgt de AIOS drie basiscursussen, één daarvan is de cursus Epidemiologie. Verleidt die de AIOS tot het doen van wetenschappelijk onderzoek?
60
De basiscursussen worden elk jaar gegeven door hetzelfde opleidingsinstituut. Zo geeft het Centrum voor Revalidatie - UMCG al twintig jaar de basiscursus Houding en Beweging, een inleiding in zowel de theoretische achtergronden van de motoriek als het oefenen van praktische vaardigheden. De Erasmus Universiteit Rotterdam geeft de basiscursus Attitude vorming, wat gaat over algemene aspecten van revalidatiegeneeskunde en communicatie met patiënten. Het St. Radboud in Nijmegen geeft de basiscursus Epidemiologie, deze cursus behandelt een aantal aspecten van wetenschappelijk onderzoek zoals literatuur zoeken, onderzoek opzetten, methodologie en statistiek. Van elke AIOS in het CvR wordt verwacht dat hij zijn opleiding afsluit met een onderzoek en publicatie in een geïndexeerd tijdschrift. Na de basiscursussen in het eerste jaar, die elk ongeveer een week duren, volgen er vele diagnosegebonden cursussen, van doorgaans twee dagen. Ook deze cursussen kennen vaste opleiders. Arjen Bolt, AIOS in het CvR, zit in het derde jaar van zijn opleiding en heeft de meeste cursussen achter de rug. Daarop terugkijkend aan hem de vraag: wat levert de basiscursus Epidemiologie op? Bolt: “Epidemiologie vind ik een nuttige cursus en het is een essentieel onderdeel van de opleiding tot revalidatiearts. Je leert literatuur zoeken in PubMed en hoe je die literatuur moet lezen. Je leert over verschillende vormen van onderzoek en het opzetten van een onderzoek. De Centraal Medische Bibliotheek in het UMCG geeft dat soort cursussen ook maar het mooie van de basiscursus is dat het specifiek gericht is op revalidatiegeneeskunde. Daarin onderzoek je bijvoorbeeld het effect van een bepaalde therapie of van een orthese. Dat is iets anders dan onderzoek waarbij de ene patiënt een medicijn krijgt en de ander een placebo - in de revalidatiegeneeskunde is het moeilijk placebo’s geven. Voor ons is dat soort onderzoek minder interessant.”
De cursus Epidemiologie behandelt ook basale statistiek. Bolt: “De basisstatistiek die je krijgt, ben je wel weer kwijt tegen de tijd dat je zelf met je onderzoek begint. Het CvR heeft er daarom voor gekozen die kennis te onderhouden door middel van vijf dagdelen per jaar onderwijs in epidemiologie en statistiek. Pieter Dijkstra, epidemioloog van het CvR, en een AIOS bereiden dat samen voor. Je hebt dan een herkenbaar onderwerp uit je eigen vakgebied. Zelf doe ik nu voor mijn opleiding onderzoek naar verschillende meetmethoden van stompvolumemeting. Dat is belangrijk om in de toekomst de meest betrouwbare methode voor verdere onderzoek op dit gebied te kunnen gebruiken. Ik doe dit onderzoek samen met een collega-AIOS uit Zwolle. We hebben eerst literatuuronderzoek gedaan en we zijn nu bezig de verschillende meetmethoden te testen bij mensen met een onderbeensamputatie.”
De VRA (Vereniging van RevalidatieArtsen) is verantwoordelijk voor het scholingsprogramma van revalidatieartsen in opleiding. De cursussen worden, onder auspiciën van de VRA, georganiseerd door Wenckebach, het opleidingsinstituut van het UMCG en PAOG (Post Academisch Onderwijs Geneeskunde), het nascholingsinstituut van het UMC St. Radboud in Nijmegen. Het scholingsprogramma is een vierjarige cyclus; de drie eerstejaars basiscursussen worden elk jaar gegeven, de diagnosegebonden cursussen in een driejarige cyclus. Per jaar zijn er ongeveer dertig AIOS-en revalidatiegeneeskunde. In het CvR was professor dr. Jan Geertzen zestien jaar de opleider. Hij heeft deze functie per 1 maart 2008 neergelegd en is opgevolgd door dr. Karel Maathuis.
61
62
Het mooie van de basiscursus is dat het specifiek gericht is op revalidatiegeneeskunde.
63
De begeleiding van afstudeerders Een universitair centrum heeft, naast patiëntenzorg en onderzoek, als taak onderwijs te geven. Dat behelst in de eerste plaats onderwijs aan studenten Geneeskunde van de Rijksuniversiteit Groningen. Daarnaast neemt ook de begeleiding van master-studenten Bewegingswetenschappen en afstuderende fysiotherapeuten van de Hanzehogeschool een grote plaats in. Drs. Remko Soer, fysiotherapeut / bewegingswetenschapper in het CvR, is zo’n begeleider.
64
Soer ziet een duidelijk verschil tussen de begeleiding van universitaire studenten en HBOstudenten. “De master-studenten zijn creatiever, zelfstandiger en nauwkeuriger,” zegt hij. “Dat moet ook wel, want ze moeten zelfstandig een onderzoek kunnen uitvoeren. Van universitaire studenten vraag ik als eindproduct een concept wetenschappelijk artikel van ongeveer tien pagina’s; dat dwingt ze om snel tot de kern door te dringen. Ik zit niet te wachten op dikke scripties waarvan je maar moet afwachten wie daar nog wat mee gaat doen. Ik wil dat het verrichtte onderzoek openbaar wordt en dat het iets oplevert voor patiënten, onderzoekers of behandelaars. Dat is één van de kenmerken van wetenschap. Een HBO-student is praktischer ingesteld. Van HBO-ers verwacht ik dat ze een goede literatuurstudie kunnen doen. Bij de analyse van meetgegevens help ik ze dan wel met statistiek.”
Kosten
Universitaire studenten - doorgaans bewegingswetenschappers lopen negen maanden stage. Voor de begeleiding van deze studenten staan tien tot twaalf individuele contacturen. Soer: “Maar in de praktijk wordt dat één uur per week. HBOstudenten komen tien weken en daar staat één uur per week voor. Er gaat dus veel tijd in begeleiding zitten.” Uiteraard is er geregeld overleg met het opleidingsinstituut dat de studenten levert. Soms verschillen opleider en stagebegeleider van mening. Soer: “Een stagebegeleider heeft over het algemeen een beter inzicht in hoeveel hulp studenten nodig hadden bij het onderzoek of hun scriptie dan de opleider, die staat dan toch verder weg. Er zijn tot dusverre eigenlijk nooit onoverkoombare verschillen van inzicht geweest met de opleider. We hebben een goede samenwerking.”
Baten
Pijn is één van de speerpunten van het CvR en locatie Beatrixoord heeft zich de afgelopen jaren sterk geprofileerd op het gebied Pijn & Arbeid. Soer begon in 2006 een normeringsonderzoek naar arbeidsbelastbaarheid; wat moet een gezonde werknemer in een bepaalde functie lichamelijk kunnen? Hij wil zo’n duizend proefpersonen testen,
eind 2007 had hij er zo’n vijfhonderd gehad. In het arbeidsbelastbaarheidsonderzoek worden vragenlijsten en verschillende functionele tests afgenomen naar onder meer conditie, tillen, knijpkracht, werkhouding en repetitieve handelingen. Onder leiding van Soer worden de functionele tests afgenomen door vierentwintig studenten fysiotherapie van de Hanzehogeschool – Groningen. Alle testleiders hebben een tweedaagse opleiding gehad en na tien goed afgenomen tests krijgen ze een certificaat. Ze doen dit in het kader van een afstudeeropdracht, voor vrije studiepunten of als bijbaan. Het levert Soer data op voor zijn eigen onderzoek, waardoor het teveel aan begeleidingsuren gecompenseerd wordt.
65
Op tournee
Van de vierentwintig testleiders zijn er een paar die dit werk doen voor studiepunten, maar voor de meesten is het een bijbaantje. Ze krijgen €10 per test betaald; de meeste bijbaantjes verdienen beter. Bovendien kost het ze veel tijd. Het vinden van testleiders is dus nog niet zo eenvoudig. Soer: “We proberen het een beetje aantrekkelijk te maken door bij bedrijven werknemers te testen. Een periodiek medisch onderzoek bij werknemers is tegenwoordig verplicht. Wij doen voor het bedrijf het onderzoek en vullen zo meteen onze databank. Het mes snijdt aan twee kanten. We hebben een mobiele unit om de tests te kunnen afnemen, daarmee gaan we ‘op tournee’. We huren een bus en gaan met z’n allen een paar dagen weg, héél gezellig.”
Nominatie
Afstudeerders kunnen een onderwerp kiezen uit de gigantische databank die er inmiddels is. Zo deed Marloes Duininck, student Fysiotherapie, in het kader van haar afstudeeropdracht bijvoorbeeld onderzoek naar de relatie tussen spierkracht en functionele tiltaken. Met haar artikel hierover won ze de scriptieprijs van de opleiding Fysiotherapie aan de Hanzehogeschool en dat leidde weer tot één van de vier nominaties voor de Jacco den Dekker-afstudeerprijs, een landelijke scriptieprijs van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, die jaarlijks wordt uitgereikt. Op het FysioCongres in november 2007 gaf Duininck een presentatie van haar afstudeerproject. Helaas redde ze het nét niet om de prijs in de wacht te slepen. Soer: “Het is natuurlijk leuk wanneer een van je afstudeerders uitgekozen wordt om haar verhaal op een landelijk congres te houden. Marloes heeft als een van de weinige studenten fysiotherapie ervoor gekozen haar onderzoeksverslag in het Engels te schrijven. We willen haar conceptartikel afmaken en insturen voor publicatie naar een internationaal tijdschrift. Onderzoek en onderwijs worden op deze manier goed geïntegreerd, het geeft studenten een extra motivatie om te schrijven en het staat erg mooi op een cv.”
Ik wil dat het verrichte onderzoek openbaar wordt en dat het iets oplevert voor patiënten, onderzoekers of behandelaars.
Een concept wetenschappelijk
66
artikel dwingt studenten om snel tot de kern door te dringen.
67
Hoofdstuk 3 Onderwijs Inleiding Dr. G.M. Rommers, revalidatiearts en onderwijscoördinator Revalidatiegeneeskunde Het jaar 2007 was voor het onderwijs aan de medische faculteit een jaar van grote veranderingen. In het nieuwe curriculum G2010 kwamen de eerste studenten van de masterfase als co-assistent naar
68
het Centrum voor Revalidatie voor een co-schap van zes weken. Ze gingen zowel naar locatie Groningen, de polikliniek, als naar locatie Beatrixoord. Ze kregen extra onderwijs in lichamelijk onderzoek van arm-hand en enkel-voet aangeboden, zodat ze deze vaardigheden konden toepassen op zowel poliklinische als klinische afdelingen. In het onderwijs aan co-assistenten wordt intensief samengewerkt met de collega’s van de afdelingen Orthopedie en Reumatologie. De week klinisch onderwijs wordt roulerend verzorgd door Orthopedie, Reumatologie en Revalidatiegeneeskunde. Naast gemeenschappelijk onderwijs rondom gewrichtsaandoeningen krijgen de co-assistenten van alle drie de specialismen onderwijs in specialisme-specifieke onderwerpen; de revalidatiegeneeskunde besteedt aandacht aan de problematiek van het CVA. In het CvR zijn de faciliteiten voor de co-assistenten uitgebreid. Zo zijn op beide locaties spreekkamers uitgerust met videocamera’s. Na toestemming van de patiënt worden onderzoek en gesprek opgenomen, zodat na afloop de videobeelden door co-assistent en opleider gezamenlijk kunnen worden beoordeeld. Verscheidene medewerkers van het CvR besteden veel tijd aan het ontwikkelen van onderwijs voor het KTC (Klinisch TrainingsCentrum). Daarbij worden steeds de uitgangspunten van revalidatie in het oog gehouden, zodat de studenten in deze fase van de opleiding verder worden getraind in het toepassen van de International Classification of Function, Disability and Health (ICF) alsmede in het leren uitvoeren van anamnese en lichamelijk onderzoek van het houdings- en bewegingsapparaat. De elektronische leeromgeving ‘Nestor’ wordt meer ingezet bij de blokken ‘persoonlijke profilering’ in de bachelorfase waar in beide locaties onderwijs wordt aangeboden rond de CVA-patiënt. Nestor biedt in het eerste jaar van de masterfase tevens veel achtergrondinformatie over revalidatiegeneeskunde alsmede oefenmodules voor zelfstudie. De resultaten van het revalidatieonderwijs presenteerden we in 2007 op nationaal en internationaal niveau aan revalidatieartsen en onderwijskundigen. De ervaringen met de eerder genoemde videoregistratie werden in een pilot study geanalyseerd. Daaruit bleek dat studenten en arts-assistenten, met behulp van een vragenlijst, heel goed hun communicatieve vaardigheden zelf kunnen beoordelen. De veertien artsen in opleiding van het CvR startten in 2007 een nieuwe traditie: zij kozen de supervisor van het jaar. De eer viel te beurt aan dr. Karel Maathuis. De leden van de onderwijscommissie werken zeer gemotiveerd aan de verdere ontwikkeling van het onderwijs voor het derde masterjaar, dat medio 2008 begint.
Facultair onderwijs geneeskunde Bachelorfase G2010: jaar 1 t/m 3
Lichamelijk onderzoek van gewrichten, PV-sessies in blok ‘Bewegen en Bewogen’, vierdejaars studenten medische faculteit. J.L.C.Hamelink, R.F.Küthe, S.van den Berg, H.H.Hagen, R.L.Meulenbroek Fysiotherapie en chronische pijn, Algemeen Vormende Vakken voor studenten van diverse faculteiten RUG I. ter Vaarwerk
Masterfase G2010: jaar 4 (M1) • C.K. van der Sluis en M.R. Reinders: onderwijs KTC artrose en artritis (samen met Orthopedie en Reumatologie) • M. Reneman: PVO-onderwijs, onderzoek van elleboog-hand en enkel-voet Nagenoeg alle leden van de medische staf van het CvR zijn betrokken bij het begeleiden van co-assistenten revalidatiegeneeskunde M1, zowel op locatie Groningen (de polikliniek), als op de klinische afdelingen van locatie Beatrixoord. M. Tepper is onderwijscoördinator voor locatie Beatrixoord; G.M. Rommers voor locatie Groningen
Onderwijs gegeven binnen het CvR • M.H. Eissens, 9 februari 2007, UMCG. Ulnair drift in de reumatische hand. Revalidatieartsen in opleiding. • J.C. Bosmans, 9 maart 2007, UMCG. Prothesiologie van de bovenste extremiteit. Revalidatieartsen in opleiding, ter voorbereiding op de basiscursus 22 maart te Nijmegen
69 Hoofdstuk 3
door fysiotherapeuten en ergotherapeuten Keuzeproject ‘Het bewegend functioneren van de mens’. Persoonlijke profileringsprofiel, B2 en Algemeen Vormende Vakken voor studenten van verschillende faculteiten. • Workshops hydrotherapie, oefentherapie en massage • J.C. Bosmans: ICF • R.F. Küthe en J.E. Elzes: Orthopedie/Traumatologie • P.T. Vaatstra: Geriatrie, • J.L.C. Hamelink en A.J. Slagers: Sportfysiotherapie • J.L.C. Hamelink en A.J. Slagers: Tapen • S. Meijer en A.K. Hegeman: Kinderfysiotherapie • M.J.T. Fleuren en A.G. Brader: Neurologie • Z. Lukkien: Chronische pijn • P. Boorsma en P.L.I.X. Liem: Hartrevalidatie • G.D. Reinsma en S. van den Berg: Training longpatiënt en longrevalidatie
Onderwijs
door artsen • A. Bolt en E.K. Simmelink: faculteitsdag patiëntenvoordracht, B1 • K. Postema: patiëntencollege, B1 • G.M. Rommers: revalidatiegeneeskunde, B1 • M.R. Reinders: tutorschap, beroepsvoorbereiding, B2 • R. Dekker: college Letsel en werk, B2 • H.R. Schiphorst Preuper: college Chronische pijn, B2 • R. Dekker, M.C. Schönherr en M. Tepper: Persoonlijk profileringsprofiel CVA, B2 • C.K. van der Sluis: college Gevolgen van letsels, B2 • M. Tepper: college Neuromusculaire aandoeningen, B2 • G.A. Mulder: Persoonlijk profileringsprofiel Dwarslaesie, B2 • R. Dekker: college Gevolgen van sportletsels, B3
Capita selecta Capita selecta-avonden zijn een vorm van bijscholing voor revalidatieartsen en revalidatieartsen in opleiding in het opleidingscircuit Noord-Nederland. Per studiejaar zijn er drie à vier capita selecta-avonden. 14 februari 2007; Aanvullend onderzoek in de Revalidatiegeneeskunde, in samenwerking met Wenckebach, UMCG. Sprekers: • Bolt A.: Mogelijkheden van het handenlaboratorium. • Hulsman N.M.: Nieuwe mogelijkheden van het houdings- en bewegingslaboratorium. 11 april 2007; De neurologische hand: dwarslaesie en CVA, in samenwerking met Wenckebach, UMCG. Sprekers: • Hartman P.P.: Cervicale ruggenmerglaesie: wat is het gevolg voor de motorische functie van de arm en de hand? • Sluis C.K. van der: Inleiding. • Smallenbroek J.T.G.: Behandeling van spasticiteit in de hand na een CVA. Welke plaats heeft Botulinetoxine? • Tepper M.: Klinimetrie gericht op de handfunctie bij patiënten na een CVA. 10 oktober 2007; Sociale wetgeving, UMCG. Sprekers: • Berg R. van den: Weer aan de slag, in de eerste twee jaar arbeidsverzuim t.g.v. ziekte. • Loenen J.T.W.: Casuïstiek. • Loenen J.T.W.: Hoe verder na afkeuring? • Smallenbroek J.T.G.: Inleiding. • Hemink R.: Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Refereeravonden
70
De revalidatieartsen en revalidatieartsen in opleiding houden viermaal per jaar een refereeravond. Een aantal assistenten houdt een referaat naar aanleiding van een wetenschappelijk artikel of over eigen onderzoek. In 2007 werden er refereeravonden gehouden op 9 januari, 13 maart, 8 mei, 11 september en 13 november.
Basiscursus en nascholingscursus VRA Bij- en nascholingscursus Revalidatiegeneeskunde ‘Brandwonden en ongevalletsels vanuit revalidatieperspectief’, 24 en 25 mei 2007, UMCG. In samenwerking met Wenckebach. Sprekers waren: • Dekker R.: Introductie en afsluiting workshops • Maathuis C.G.B.: Workshop Revalidatie en kindertraumatologie • Sluis C.K. van der: Inleiding Basiscursus Revalidatiegeneeskunde ‘Houding en Beweging’, 4 - 8 juni 2007, UMCG. In samenwerking met Wenckebach. Sprekers waren: • Dekker R.: Ergometrie en inspanningsfysiologie • Dijkstra P.U.: Goniometrie • Dijkstra P.U.: Inleiding spierkrachtmeting • Halbertsma J.P.K., Maathuis C.G.B., Niet, O. van der, Dijkstra P.U., Sluis C.K. van der: Workshop goniometrie en handenlab • Maathuis C.G.B.: Inleiding • Muskee C., Jorritsma W., Dekker R.: Theorie en praktijk lichamelijk onderzoek wervelkolom • Postema K.: Inleiding Houding en Beweging • Rommers G.M., Dekker R., Sluis C.K. van der: Theorie en praktijk lichamelijk onderzoek onderste extremiteit • Sluis C.K. van der, Dekker R., Rommers G.M.: Theorie en praktijk lichamelijk onderzoek bovenste extremiteit
Onderwijs gegeven buiten het CvR Aan HBO-ers in opleiding
Vierdejaars studenten Fysiotherapie Hanzehogeschool Groningen • Reinsma G.D., Küthe R.F.: Pulmonale zorg • Lukkien Z.: Chronische pijn • Reinsma G.D., Berg S. van den: Fysiotherapie bij COPD Initiële opleiding tot anesthesiemedewerker en operatieassistent, Wenckebach UMCG • Elzes J.E., Mooibroek T.M., Hamelink J.L.C.: Fysiotherapeutische zorg na orthopedische operaties • Küthe R.F., Geudeker T., Bouwsema H.: Anatomie in vivo - houding en beweging Opleiding Ergotherapie, Hogeschool Arnhem Nijmegen, • Wijdenes P.A., Ergotherapie en Reumatologie
Post-HBO cursussen
Vervolgopleiding verpleegkundige Gynaecologie en Obstetrie, Wenckebach UMCG, Fleuren M.J.T., Vaatstra P.T., Boorsma P.: Fysiotherapeutische zorg bij gynaecologie en obstetrie Opleiding Physician Assistent, Hanzehogeschool, Küthe R.F.: Lichamelijk onderzoek Pro Education, Amsterdam, Wijdenes P.A.: Handspalken Pro Education, Amsterdam Wijdenes P.A.: Handspalken en behandelprotocollen
Stagebegeleiding Het Centrum voor Revalidatie biedt stagemogelijkheden zowel op MBO- als HBO- als WO-niveau. Niet alleen aan opleidingsinstituten uit Groningen en omstreken maar ook elders uit Nederland.
Expertiseontwikkeling Het CvR is een expertisecentrum dat zijn deskundigheid op het gebied van vele diagnosegroepen blijft ontwikkelen. Dit betekent uiteraard dat het CvR medewerkers graag een stimulerende omgeving biedt; zij krijgen dan ook geregeld de mogelijkheid zich te blijven ontwikkelen door studie, het bezoeken van symposia, congressen, workshops, enzovoort.
71 Hoofdstuk 3
Vervolgopleiding Transplantatieverpleegkunde, Wenckebach UMCG, Berg S. van den: Fysiotherapeutische zorg na orgaantransplantatie
Onderwijs
Vervolgopleiding tot IC-verpleegkundige, Wenckebach UMCG, Leegte M.C., Reinsma G.D., Brader A.G., Hegeman A.: Fysiotherapie op de Intensive Care
Colofon Het Jaarverslag 2007 is een uitgave van het Centrum voor Revalidatie – UMCG
Redactie, samenstelling, ondersteuning en fotografie Redactie: Y.E. Meinema (voorzitter), M.C. Schönherr, M.A. de Jong (eindredactie), P.U. Dijkstra (adviseur). Samenstelling: P.H. Zweerts de Jong-Veeze, M. Kloetstra, K.A. Vonk Correctie: A.J.A. Medema Fotografie B. Hofstra
72
Ontwerp en opmaak Gravis Ontwerpers - Nynke Visser Drukwerk Tienkamp en Verheij, Groningen
© 2008 Centrum voor Revalidatie, Universitair Medisch Centrum Groningen