Jaarverslag Universitair Medisch Centrum Groningen

Jaarverslag 2012 Universitair Medisch Centrum Groningen

Jaarverslag 2012 Universitair Medisch Centrum Groningen

Inhoud

Woord vooraf

4

Verslag van de Raad van Toezicht

7

Bestuursverslag 2012 1. Algemene informatie 2. Financiële informatie 3. Risicobeheersing en Intern controle systeem 4. Financiële instrumenten 5. Governancecode 6. Maatschappelijke aspecten van ondernemen 7. Onderzoek, onderwijs en opleiding 8. Actuele ontwikkelingen in het zorgproces 9. Toekomst

13 13 18 20 23 24 25 29 31 40

40

Tot slot

Bijlagen I Nevenfuncties Raad van Toezicht en Raad van Bestuur II Jaarrekening 2012

3 Jaarverslag 2012 UMCG

41 42 47

Woord vooraf

Geachte lezer, Met veel genoegen bieden wij u de jaarrekening 2012 van het UMCG aan. Aan de jaarrekening gaat een bestuursverslag vooraf, een relatief beknopte weergave van de belangrijkste activiteiten en ontwikkelingen in het UMCG van 2012. Overigens legt het UMCG over sommige thema’s meer in detail verantwoording af in aparte publicaties. Zo verschijnt er een apart jaarverslag over de prestaties en ontwikkelingen op het gebied van Onderzoek en Onderwijs. Dit O&O jaarverslag staat gepubliceerd op de website van het UMCG (www.umcg.nl) en is ook in print verkrijgbaar. Ook publiceert het UMCG het verantwoordingsdocument ‘Kwaliteit en veiligheid in de patiëntenzorg 2012’. In het verslag bij de jaarrekening 2012 gaan wij in op ons beleid en de belangrijkste resultaten in 2012 op onze vier kerntaken: patiëntenzorg, onderzoek, onderwijs en opleiding. De activiteiten van het UMCG op deze vier gebieden zijn nauw met elkaar verweven. In het verlengde van onze missie ‘Bouwen aan de toekomst van gezondheid’ blijft in 2012 en verder onze gemeenschappelijke focus onverminderd van kracht, namelijk ‘Healthy Ageing: gezond en actief ouder worden’. Hiermee leveren we een belangrijke maatschappelijke bijdrage aan het boeken van gezondheidswinst en aan beperking van de stijging van zorgkosten als gevolg van veroudering. In onze patiëntenzorg staan in 2012 nadrukkelijk de verdere verbetering van kwaliteit en patiëntveiligheid centraal. Tegelijkertijd maken we ons zorgen over de continuïteit van de basiszorg in Noord-Nederland; we proberen daar samen met andere zorginstellingen een oplossing voor te vinden. De gemeenschappelijke focussering èn onze investeringen in onderzoeksfaciliteiten en in mensen (talentprogramma’s), hebben in 2012 geleid tot een sterke stijging in kwantiteit en kwaliteit van onze wetenschappelijke output, zowel in het fundamentele als in het klinisch wetenschappelijke onderzoek. Bij het onderwijs oriënteren we ons op een nieuw curriculum, ingericht met kleinere student-gemeenschappen (‘learning communities’) rond specifieke thema’s. Ook proberen we de capaciteit van onze faciliteiten zo goed mogelijk te laten renderen.


Valorisering is een belangrijk thema voor het UMCG de komende jaren. Belangrijk daarbij zijn het Center for Development and Innovation (CDI), de Stichting Business Generator Groningen (SBGG) en het Healthy Ageing Netwerk Noord Nederland (HANNN), in de relatie tussen het UMCG, andere instellingen en het bedrijfsleven. Met de inzet en grote motivatie van onze UMCG-medewerkers zullen we, ook in deze tijd van bezuinigingen, onze ambities als academisch kennis- en zorgcentrum blijven waarmaken. Over een aantal jaar wil het UMCG nationaal en internationaal hét centrum voor Healthy Ageing zijn, waar onderzoek, zorg, opleiding en onderwijs van het hoogste niveau zijn. We hebben er alle vertrouwen in. Namens de Raad van Bestuur, Mr. J.F.M. Aartsen, Voorzitter Raad van Bestuur UMCG


Identificatie UMCG Verslagleggende rechtspersoon -----------------------------------------------------------------------

-----------------------------------------------------------------------

Universitair Medisch Centrum Groningen

Medezeggenschapsstructuur

Postbus 30.001

Via de Ondernemingsraad (OR) van het UMCG vindt de

9700 RB Groningen

medezeggenschap van medewerkers plaats. De OR bestaat

Telefoon 050-3616161

uit vijftien leden.

Emailadres [email protected] Kamer van Koophandel nr. 01169570

De sectoren en de ondersteunende onderdelen hebben hun

Internetpagina www.umcg.nl

eigen medezeggenschapsorgaan – Onderdeelcommissies (OC) – met een zelfstandig advies- en instemmingsrecht.

Juridische structuur De publiekrechtelijke rechtspersoon Academisch Ziekenhuis

De Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

Groningen (AZG) handelt sinds 2005 onder de naam UMCG.

onderzoek bepaalt dat het Stafconvent meewerkt aan het

Het UMCG is een samenwerkingsverband tussen het AZG en

bestuur van het ziekenhuis. In het Stafconvent zijn de medisch

de Faculteit Medische Wetenschappen (FMW), onderdeel

specialisten vertegenwoordigd. Aan de vergaderingen nemen

van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Naast het UMCG

de afdelingshoofden deel.

wordt de UMCG-groep gevormd door een twintigtal aan het UMCG verbonden groepsmaatschappijen, waarin een beleids-

Studenten hebben een stem via de Onderzoek- en

bepalende invloed kan worden uitgeoefend. Deze staan

Onderwijsraad (O&O-raad). De O&O-raad bestaat uit

vermeld in de jaarrekening.

veertien leden. Hiervan zijn zeven student, de andere zeven leden zijn personeelsleden waarvan vier gekozen leden uit

Toelating

de OR, en drie leden uit de OC’s.

Het UMCG biedt zorg aan op grond van de Zorgverzekeringswet en AWBZ. In dat verband is een toelating nodig in het

Patiënten oefenen medezeggenschap uit via de Cliëntenraad

kader van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi). Het

Academische Ziekenhuizen, de CRAZ. Voor organisatorische,

UMCG is een toegelaten instelling met instellingsnummer

operationele aangelegenheden, zoals de organisatie van zorg,

1435.

huisvesting en dergelijke, worden in principe via Zorgbelang Groningen patiënten(verenigingen) ingeschakeld.

-----------------------------------------------------------------------

-----------------------------------------------------------------------


Verslag van de Raad van Toezicht

---------------------------------------------------------------------------------------------------------De Raad van Toezicht van het UMCG is benoemd door de minister van OCW als toezichthouder in het UMCG. Op grond van artikel 12.12 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek is de Raad van Toezicht belast met het houden van een voortdurend toezicht op al wat het UMCG aangaat. De Raad van Toezicht oefent onafhankelijk toezicht uit op het UMCG; er is geen sprake van enige belangenverstrengeling tussen de leden van de Raad van Toezicht en het UMCG en geen van de leden is oud-medewerker van het UMCG.

Samenstelling Raad van toezicht De samenstelling van de Raad van Toezicht van het UMCG is in 2012 als volgt: • H. Alders, voorzitter vanaf 1 februari 2010, daarvoor lid sinds 1 november 2007; • Prof. dr. L. Koopmans, vice voorzitter en voorzitter van de Auditcommissie,

sinds 1 februari 2007 lid van de Raad van Toezicht, herbenoemd in 2011;

• Prof. dr. B. Witholt, sinds 1 juni 2007 lid van de Raad van Toezicht, herbenoemd in 2011; • Mw. prof. dr. H.J. Völker-Dieben, sinds 1 maart 2009 lid van de Raad van Toezicht; • Mw. mr. L. Lindner, sinds 1 april 2010 lid van de Raad van Toezicht. Mevrouw Völker-Dieben heeft ruime ervaring binnen de gezondheidszorg. Van 1996 tot haar pensionering in 2004 was zij afdelingshoofd/hoogleraar Oogheelkunde in het VU medisch centrum. De heer Witholt heeft specifieke expertise op het gebied van onderzoek en valorisatie. De heer Koopmans heeft financiële expertise en mevrouw Lindner heeft een juridische achtergrond met specifieke kennis op het gebied van governance. De heer Alders ten slotte heeft expertise op het gebied van onderwijs en onderzoek. De leden van de Raad van Toezicht dragen zelf zorg voor een voldoende mate van deskundigheid en deskundigheidsbevordering en wisselen onderling kennis uit. De bezoldiging van de toezichthouders is opgenomen in de Jaarrekening. De nevenfuncties van de Raad van Toezicht zijn opgenomen in Bijlage I, naast de nevenfuncties van de Raad van Bestuur. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------


Invulling van het toezicht in 2012 In 2012 heeft de Raad van Toezicht vier keer regulier vergaderd, waarbij telkens de Raad van Bestuur aanwezig was: op 12 maart, op 30 mei, op 22 oktober en op 19 december. De discussies in de Raad van Toezicht zijn gevoerd op basis van door de Raad van Bestuur aangeleverde documenten, maar ook op basis van de algemene ontwikkelingen die zich voor doen in de maatschappij, in het wetenschappelijk onderzoek en in de zorgsector. In aanvulling op het in 2011 vastgestelde informatieprotocol waarin is vastgelegd welke informatie de Raad van Bestuur wanneer stuurt naar de Raad van Toezicht, is in 2012 het informatieprotocol O&O vastgesteld. Hierin is vastgelegd dat de Raad van Bestuur de Raad van Toezicht tweemaal per jaar informeert over onderwerpen op het gebied van Onderwijs en Opleidingen.

Kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg is een vast punt op elke agenda van de Raad van Toezicht, waar veel aandacht aan besteed wordt. Conform de afspraken in het informatieprotocol rapporteert de Raad van Bestuur hier uitvoerig over. Alle calamiteiten worden gerapporteerd aan de Raad van Toezicht en besproken. In 2012 stond het expliciteren en verankeren van verantwoordelijkheden in het bestuursreglement nadrukkelijk op de agenda. De Raad van Toezicht heeft zich ervan vergewist dat de Raad van Bestuur veel aandacht heeft voor kwaliteit en veiligheid in het UMCG en blijft de implementatie van het beleid van de Raad van Bestuur volgen. De Raad van Toezicht heeft zich in 2012 intensief bezig gehouden met de opvolging van de heren Bruggeman en Jaspers, die in juni respectievelijk december hun bestuursfunctie hebben neergelegd. De Raad van Toezicht heeft per 1 juli 2012 de heer Aartsen benoemd tot voorzitter van de Raad van Bestuur. De procedures om te voorzien in de vacature Jaspers (aandachtsgebied patiëntenzorg) en de vacature Aartsen (aandachtsgebied bedrijfsvoering) zijn in 2012 gestart. De medezeggenschaps- en adviesorganen in het UMCG (Ondernemingsraad, Stafconvent, Verpleegkundige adviesraad, CRAZ en directeuren) zijn in de gelegenheid gesteld een bijdrage te leveren aan het profiel voor de twee vacatures. De Raad van Toezicht heeft vervolgens twee selectiecommissies ingesteld met een vertegenwoordiging van Raad van Toezicht, Raad van Bestuur, Convent, OR en de directeur P&O. Na positieve advisering over het voorgenomen besluit van de Raad van Toezicht door de Ondernemingsraad, de Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen en het Stafconvent, heeft de Raad van Toezicht per 31 december 2012 prof. dr. A.G.J. van der Zee (aandachtsgebied patiëntenzorg) en drs. H.A. Snapper RA RC (aandachtsgebied bedrijfsvoering) benoemd. De Auditcommissie van de Raad van Toezicht heeft op 30 mei, onder leiding van de voorzitter prof. Koopmans, vergaderd in aanwezigheid van de externe accountant. Daarbij


zijn het verslag van de accountant bij de jaarrekening, de jaarrekening en het jaarverslag met de accountant besproken en heeft hij vragen van leden van de Raad van Toezicht beantwoord. De Raad van Toezicht heeft in 2012 goedkeuring verleend aan de volgende besluiten van de Raad van Bestuur: • Jaarverslag en jaarrekening 2011; • Begroting 2013; • Wijzigingen in bestuursreglement UMCG betreffende governance

op het gebied van kwaliteit en veiligheid.

Op 12 maart 2012 heeft het jaarlijkse overleg tussen de Raden van Toezicht van RUG en UMCG plaatsgevonden. In dit overleg wordt de O&O-begroting van het UMCG goedgekeurd. Verder stond het jaar 2012 voor de Raad van Toezicht in het teken van de discussie over onder andere de volgende strategische onderwerpen: • Beleidsbrief 2013

Hierin worden de prioriteiten voor 2013 uiteen gezet, waaronder:

-

Actualisering en aanscherping van de missie en visie, waarbij de focus blijft

liggen op Healthy Ageing als overkoepelend thema voor alle kerntaken.

-

Verdere vormgeving van centra op de UMCG speerpunten.

-

Uitwerking van concentratie en spreiding samen met regionale partners.

-

Kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg.

-

Patiënt betrekken als partner (o.a. in het EPD traject).

-

Onderzoek: focus op excellentie en kwaliteit, valorisatie en EU programma Horizon 2020.

-

Onderwijs en opleiding: verder verbeteren van kwaliteit en rendement.

-

Ontwikkeling van beleid op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.

• Hoofdlijnenakkoord & invoering prestatiebekostiging ziekenhuiszorg De Raad van Toezicht heeft zich ervan vergewist dat de Raad van Bestuur adequate maatregelen heeft getroffen om de financiële gevolgen van het Hoofdlijnenakkoord en de invoering van prestatiebekostiging op basis van DOT-zorgproducten op te vangen. • (Risicomanagement) grote projecten De Raad van Toezicht heeft risicoanalyses van Lifelines, ERIBA, vervanging ZIS/EPD (en overige IT-projecten), protonenfaciliteit en nieuwbouwprojecten ontvangen. Er is uitvoerig gesproken over het aanbestedingstraject voor het nieuwe EPD en de plannen voor een faciliteit voor protonentherapie. • Bezuinigingen / ‘Klaar voor de toekomst’ De Raad van Toezicht heeft de bezuinigingen 2012 en verder gevolgd, met name voor het onderdeel Zorgadministratie.


• Personele zaken Zoals elk jaar heeft de voorzitter van de Raad van Toezicht ook dit jaar weer zijn halfjaarlijkse overleg met de Ondernemingsraad gehad. Doel van dit overleg is bijpraten over de ontwikkelingen in het UMCG. Dit overleg heeft vooral in het teken gestaan van de bezuinigingen bij de Zorgadministratie en de benoemingsprocedures leden Raad van Bestuur. Ook met het bestuur van het Stafconvent is in 2012 uitvoerig gesproken over de invulling van de vacatures in de Raad van Bestuur. -

Beloning leden RvB

Naast de benoeming van bestuursleden, is de Raad van Toezicht verantwoordelijk voor

de beoordeling en de beloning van de leden van de Raad van Bestuur. Met de individuele

bestuursleden worden jaarlijkse functioneringsgesprekken gevoerd. Het beloningsbeleid

van de Raad van Toezicht heeft tot doel goede kandidaten aan te trekken, te motiveren

en te behouden. De beloningsstructuur is afgestemd op de complexiteit en zwaarte van

de functie. Het vaste bruto salaris wordt conform het voorgaande vastgesteld en zo

nodig aangepast. De richtlijnen van de NVZD/NVTZ worden hierbij als uitgangspunt

gehanteerd. Bonussen en tantièmes worden niet uitgekeerd, omdat de Raad van Toezicht

hecht aan een adequate, vaste beloningsstructuur. De regeling die de Raad van Toezicht

heeft getroffen met de twee bestuurders die in 2012 zijn teruggetreden, komt voort uit

afspraken die in 1999 zijn gemaakt en wordt nader toegelicht in de Jaarrekening

(hoofdstuk 1.9.18).

- ‘Vlootschouw’

Eenmaal per jaar bespreekt de Raad van Toezicht het functioneren van het gehele top-

kader (afdelingshoofden en directeuren) met de Raad van Bestuur. Hiermee verschaft de

Raad van Toezicht zich een beeld van de kwaliteit van het topkader, de aandachtspunten

die er zijn voor het bestuur en de te verwachten personele wisselingen.

In 2012 heeft de Raad van Toezicht voor de tweede maal de vragenlijst voor de zelfevaluatie ingevuld. De uitkomsten hiervan worden in 2013 besproken. De evaluatie van de relatie tussen de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht is vanwege de wisselingen in de Raad van Bestuur in 2012 niet uitgevoerd. Op basis van de constructieve wijze waarop het UMCG in 2012 haar activiteiten heeft uitgevoerd, zien wij als Raad van Toezicht het jaar 2013 met vertrouwen tegemoet. Namens de Raad van Toezicht, Hans Alders, Voorzitter Raad van Toezicht


Organogram UMCG 2012 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------Raad van Toezicht Ondernemingsraad O&O-raad

Raad van Bestuur Stafconvent

CRAZ

UMC-staf ------Beleidsontwikkeling en UMCG-brede control

Facilitaire Dienst

Bouw & Infrastructuur

ICT, Functioneel- & Gegevensbeheer, Medische Techniek

Sector A ------Langdurige Zorg, Vaten

Sector B ------Kortdurende Zorg, Buik

Sector C ------Kinderen, Voortplanting, Revalidatie, Psychiatrie

Sector D ------Oncologie


Sector E ------Ondersteunende Specialismen

Sector F ------Ontwikkeling en Overdracht

Organisatorische structuur en bestuursmodel ---------------------------------------------------------------------------------------------------------Het UMCG is een lijnorganisatie met decentraal integraal management, dat handelt binnen de door de Raad van Bestuur afgegeven kaders. Er zijn zes sectoren: ‘Langdurige zorg en vaten’, ‘Kortdurende zorg en buik’, ‘Kinderen, voortplanting, revalidatie, psychiatrie’, ‘Oncologie’, ‘Ondersteunende specialismen’ en ‘Ontwikkeling en overdracht’. Elke sector heeft een directeur en eigen ondersteuning in de vorm van een bedrijfsbureau. De overige ondersteuning vindt plaats door de UMC-staf, ICT / Functioneel & Gegevensbeheer / Medische Techniek, Facilitaire Dienst en Bouw & Infrastructuur. De (financiële) besturingsfilosofie van het UMCG gaat uit van decentrale resultaatverantwoordelijkheden, waarbij de controlfunctie in belangrijke mate is gedecentraliseerd bij de sectoren. Jaarlijks maakt de Raad van Bestuur afspraken over de doelstellingen en de middelen (budget). Primair worden afspraken gemaakt met de sectoren. Per sector worden de budgetten van afdelingen en zorgeenheden gecumuleerd vastgesteld. Daarbij heeft elke organisatie-eenheid een exploitatie- en een investeringsbudget, dat deels variabel is op basis van outputparameters. Binnen de sectoren rapporteren de eenheden per kwartaal, waarna de sectoren aan de Raad van Bestuur rapporteren. Aan de orde komt de budgetuitputting in relatie tot de realisatie van de doelstellingen op basis van de balanced scorecard (personeel, activiteiten, milieu/energiegebruik). Uitgangspunt voor de bedrijfsvoering is de beleids- en planning & control-cyclus. Binnen de sectoren functioneren afdelingen, die de basis vormen voor de ordening van de patiëntenzorg, het onderzoek en het onderwijs in het UMCG. Het afdelingshoofd is, binnen de financiële en organisatorische kaders die gelden in het UMCG, verantwoordelijk voor de geneeskundige behandeling en verzorging van de patiënten van de afdeling. Elke afdeling stelt in afstemming met de daarbij behorende ondersteunende zorgfaciliteit(en) (bijv. een verpleegafdeling) één begroting op, gebaseerd op het medisch beleid van de afdeling en op de ontwikkelingen/mogelijkheden van de zorgfaciliteit. De afdelingshoofden leggen rechtstreeks verantwoording af aan de Raad van Bestuur als het gaat om het beleid ten aanzien van patiëntenzorg, onderzoek, onderwijs en opleiding. Voor de afdelingen wordt de beleidscyclus mede vormgegeven in een beleidsoverleg tussen het afdelingshoofd en de Raad van Bestuur in het bijzijn van de sectordirecteur. De beleidsrichtingen die daaruit volgen, dienen in de planning & control-cyclus te worden verwerkt, afhankelijk van de haalbaarheid en wenselijkheid van die plannen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------


Bestuursverslag

1 Algemene informatie Kernactiviteiten en nadere typering ---------------------------------------------------------------------------------------------------------Het bestuursreglement van het UMCG noemt de volgende taken van het UMCG: • Patiëntenzorg in de meest brede zin van het woord. • Het verzorgen van een opleiding tot medisch specialist. • Het verzorgen van medisch-wetenschappelijk onderwijs. • Opleiding en bij- en nascholing van medici, althans het leveren van een bijdrage

hieraan en de opleiding, bij- en nascholing van onder meer verpleegkundigen,

(para)medici en ondersteunend personeel.

• Het bijdragen aan de ontwikkeling en het verrichten van medisch-wetenschappelijk onderzoek. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------1.1 Missie en visie Het UMCG is tegelijk universitaire kennisinstelling, ziekenhuis, onderwijs- en opleidingsinstituut en innovatiecentrum. Door deze verbondenheid zijn we tot veel in staat, in een professionele en productieve cultuur. Zo geven we inhoud en vorm aan onze ambitieuze missie: Bouwen aan de Toekomst van Gezondheid. Ons bestaansrecht als publieke instelling ontlenen we voor een belangrijk deel aan onze maatschappelijke meerwaarde. Die meerwaarde blijkt bijvoorbeeld uit de ontwikkeling van nieuwe zorgconcepten, nieuwe behandelwijzen en onderwijsvernieuwingen. Het UMCG vervult daarin een sleutelrol in de gezondheidszorg van Noord Nederland en daarbuiten. Onze meerwaarde komt ook tot uitdrukking in onze focus en inzet op Healthy Ageing: actief en gezond ouder worden. Zo leveren we als UMCG nu en straks een grote bijdrage aan de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg. 1.2 UMCG als kennisinstelling Het UMCG wil zich, samen met de andere faculteiten van Rijksuniversiteit Groningen, kunnen meten met de beste bio-medische kennisinstellingen van de wereld middels onze focus op Healthy Ageing. Deze gemeenschappelijke focussering én onze investeringen in onderzoeksfaciliteiten en in mensen (talentprogramma’s), hebben geleid tot een sterke stijging in kwantiteit en kwaliteit van onze wetenschappelijke output, zowel in het fundamentele als in het klinisch wetenschappelijke onderzoek. Nieuwe ontwikkelingen, zoals de start van het European Research Institute for the Biology of Ageing (ERIBA) en de verdere uitrol van LifeLines, één van de grootste populatiestudies ter wereld, zal sterk bijdragen aan het bereiken van onze ambities.


Onze medewerkers vormen de verbindende kracht bij de keten die loopt van fundamenteel onderzoek naar translationeel onderzoek, klinisch onderzoek en topreferente zorg. Zorgvuldigheid en integriteit staan bij ons wetenschappelijk onderzoek voorop. 1.3 UMCG als zorginstelling Het Medisch Beleidsplan van het UMCG legt de nadruk op topreferente en complexe zorg en complexe patiënten, onderbouwd vanuit het onderzoek. Kwaliteit en patiëntveiligheid staan in de patiëntenzorg voorop. Daar blijven we elkaar op aanspreken. Onze patiënten willen persoonlijke zorg en aandacht. Die wens reikt verder dan een goed contact met een individuele medisch specialist. Het is meer dan een uitstekende medische behandeling. Ze willen integrale zorg. Dat is ook het belangrijkste thema voor patiëntenverenigingen. Voor- en nazorg en ook palliatieve zorg horen daar onlosmakelijk bij, dus ook de afstemming met verwijzers, zoals andere ziekenhuizen, zorgcentra en huisartsen. Noord Nederland staat intussen voor een forse uitdaging: hoe houden we kwalitatief goede zorg voor alle noorderlingen beschikbaar? Daar is in onze regio een netwerk van samenwerkende zorgaanbieders voor nodig. Het behoort tot de maatschappelijke taak en agenda van het UMCG om zo’n regionaal netwerk te realiseren. We zijn als zorgaanbieders in Noord Nederland sterk afhankelijk van elkaar. We doen ons uiterste best om onze zorg voor patiënten, ondanks onze omvang, naar menselijke maat te organiseren. Zonder hinder van schotten in de organisatie. ---------------------------------------------------------------------------------------------------------Het UMCG herbergt alle poortspecialismen. Ze heeft erkenning voor de functies Traumacentrum en Revalidatiecentrum. Daarnaast kent het UMCG een Universitair Sportmedisch Centrum Groningen, het Wervelkolom Centrum, het UMC Groningen Cancer Centrum, het Universitair Centrum Ouderengeneeskunde en het Universitair Centrum Psychiatrie. Het UMCG is het enige ziekenhuis in Nederland dat alle vormen van orgaantransplantaties verricht, zowel enkelvoudige als gecombineerde transplantaties. Ook verricht het UMCG alle weefseltransplantaties. Het UMCG heeft bovendien een transplantatieprogramma voor kinderen. ----------------------------------------------------------------------------------------------------------


1.4 UMCG als onderwijs- en opleidingsinstituut De Toekomst van Gezondheid vraagt om professionals van morgen. De beste plek waar aankomende artsen, medische specialisten en anderen voor hun ontwikkeling terecht kunnen is bij het UMCG. Dat is een ambitie die we blijvend waarmaken. Enthousiast, vernieuwend en met gecertificeerde, zelf praktiserende topdocenten. Naast vakinhoudelijke kennis en vaardigheden ademen onderwijs en opleidingen de brede maatschappelijke context waarin opgeleide professionals straks zullen werken. Samenwerking van medici is daarin belangrijk, net als goede communicatie: onderling en met de patiënten. Er is daarom per definitie aandacht voor aanpalende specialismen en overige zorgprofessionals, zoals de verpleging in haar verzorgende en vaak regisserende rol. Voor een goede invulling van deze onderwijs en opleidingstaak werken we met diverse zorgaanbieders samen in de het OOR-NN: de Onderwijs- en Opleidingsregio Noord Nederland. 1.5 UMCG als innovatiecentrum Onze medewerkers vormen de verbindende kracht bij de keten die loopt van fundamenteel onderzoek naar translationeel onderzoek, klinisch onderzoek en topreferente zorg. Het UMCG heeft daarin een lange, vruchtbare traditie. Valoriseren doen we overal in die keten. Bijvoorbeeld bij het publiceren over wetenschappelijke resultaten en bij de vertaling daarvan naar onze eigen afdelingen en naar andere zorgaanbieders. Met Healthy Ageing komt er ook steeds meer aandacht voor preventieprogramma’s. Met spin-offs genereren we bovendien extra financiële middelen voor nieuw onderzoek. Belangrijk bij de realisering hiervan zijn het Center for Development and Innovation (CDI), de Stichting Business Generator Groningen (SBGG) en het Healthy Ageing Netwerk Noord Nederland (HANNN). Valorisering is een belangrijk thema voor het UMCG de komende jaren. Niet louter het exploreren en bedenken, maar ook het toepassen, doen en delen, laten het best onze meerwaarde zien. Daarom krijgen we toenemend ondersteuning vanuit de Europese Unie en willen ook diverse marktpartijen graag met ons samenwerken. 1.6 Samenwerkingsrelaties Het UMCG maakt samen met de zeven andere UMC’s deel uit van de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU). De NFU heeft als algemene doelstelling het behartigen van de gezamenlijke belangen van de UMC’s. Daartoe worden gemeenschappelijke beleidsvisies en standpunten ontwikkeld op alle terreinen die de acht UMC’s aangaan.


Healthy Ageing is hét onderwerp waar het UMCG, de RUG, de Hanzehogeschool Groningen, de gemeente Groningen en de provincie Groningen gezamenlijk op focussen. Vele organisaties en bedrijven nemen deel in het Healthy Ageing Network Northern Netherlands (HANNN). Internationaal werkt het UMCG in het kader van de Alliance of Healthy Ageing intensief samen met de Mayo Clinic (Rochester, Minnesota, USA), maar ook met diverse centra in Europa (Kopenhagen, Jena, Newcastle, Rotterdam) en met een aantal private partners (onder andere met DSM Nutritional Products, Basel). Voor diverse projecten op het gebied van Healthy Ageing zijn EU- en FES (Fonds Economische Structuurversterking) subsidies verworven. De Alliance for Healthy Ageing is opgericht met steun van de Noaber Foundation. Het doel van de Alliance is een bijdrage te leveren aan oplossingen voor het probleem van dubbele vergrijzing in de westerse wereld. Ook de pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM heeft zich hierbij onlangs aangesloten. Vanuit LifeLines participeert het UMCG in verschillende (internationale) netwerken. LifeLines is een van de ‘founding’ partners van BBMRI-NL, de Nederlandse tak van het Europese project BBMRI (Biobanking and Biomolecular Research Infrastructures). Het UMCG is actief in het Parelsnoer Initiatief (PSI) van de NFU. Internationaal vindt vanuit LifeLines onder andere de coördinatie plaats van het Europese 7e Kader Programma BioShare-EU (Biobank Standardisation and Harmonisation for Research Excellence in the European Union). Uit wettelijk en beleidsmatig oogpunt onderhoudt het UMCG contacten met verschillende ministeries (Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, VWS, Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Sociale Zaken) en vindt overleg plaats over financiering van onderzoeksprojecten. Ook de contacten met de toezichthouders, onder andere de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de CCMO (Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek), kennen een wettelijke basis. 1.7 Verder Bouwen aan de Toekomst van Gezondheid De Raad van Bestuur wil samen met de organisatie de toekomstvisie en strategie, een vervolg op de huidige visienota “Bouwen aan de toekomst van gezondheid 2007-2011”, actualiseren en uitwerken. Enerzijds is dat nodig vanwege snelle ontwikkelingen in de buitenwereld, met inbegrip van de hogere eisen aan onze organisatie. Anderzijds zal er meer helderheid over het gezamenlijke perspectief moeten zijn om nu en straks verdere keuzes te maken. De actuele richting en prioriteiten zullen we in 2013 vaststellen in een herijkt missieen visiedocument.


Hoofdzaken in cijfers ---------------------------------------------------------------------------------------------------------2011 2012

Zorg Eerste administratieve consulten

195.114

197.472

550.883

535.045

36.402

37.651

33.102

34.269

Klinische opnames

36.892

36.695

Verpleegdagen

321.478 306.045

Totaal consulten waarvan centrale spoedopvang Dagbehandelingen

Gemiddelde verpleegduur in dagen (inclusief Revalidatie en Psychiatrie)

8,7

8,3

4.249

4.938

149

173

Aantal ISI publicaties

1.927

ca. 1.950

Aantal ingeschreven studenten (1 oktober)

3.774

3.831

946,9

980,4

Totaal aantal meldingen van incidenten in het IMS Onderwijs en onderzoek Aantal promoties

Bedrijfsvoering Opbrengsten (x miljoen euro) (enkelv.) Resultaat (x miljoen euro) (enkelv.) Aantal medewerkers (per 31-12)

4,3

12,8

11.279

11.648 8.643

Aantal fte (per 31-12)

8.511

Ziekteverzuim

3,7% 3,9%

Aantal gemelde vacatures

400

500

% vrouwelijke hoogleraren (per 31-12)

22

24

% vrouwelijke afdelingshoofden (per 31-12)

20

28

----------------------------------------------------------------------------------------------------------


2. Financiële informatie Het verslagjaar 2012 staat voor wat betreft de financiering voor een belangrijk deel in het teken van de overgang naar (DOT-) prestatiebekostiging in de zorg. In plaats van facturatie van DBC’s aan zorgverzekeraars, moeten vanaf 2012 zorgproducten gefactureerd worden. Deze overgang per 1 januari 2012 had een grote impact op het facturatiesysteem van het UMCG. Risico was het ontstaan van liquiditeitstekorten als gevolg van het niet tijdig kunnen factureren van de nieuwe zorgproducten. Door veel inspanning van betrokken afdelingen en door goed overleg met zorgverzekeraars, zijn hiervoor passende oplossingen gevonden. Liquiditeitsproblemen blijven daardoor uit. Het enkelvoudige resultaat over 2012 bedraagt e 12,8 miljoen (2011: e 4,3 miljoen). Het resultaat is ten opzichte van 2011 dus toegenomen met e 8,5 miljoen. De bedrijfsopbrengsten zijn ten opzichte van 2011 toegenomen met e 33,4 miljoen. De lasten zijn gestegen met e 24,9 miljoen; e 24,5 miljoen bedrijfslasten en e 0,4 miljoen (saldo) financiële baten en lasten. Het resultaat van ruim e 12 miljoen komt vooral tot stand door incidentele baten (fiscaal circa e 4 miljoen en nagekomen subsidies circa e 6 miljoen) en incidentele lasten (sloop/asbest UCP circa e 4 miljoen). Door de invoering van de DOT-bekostiging zal ook na 2012 het te verwachten resultaat een (hogere) onzekerheid kennen. De hogere opbrengst wordt vooral veroorzaakt door toename van extern gefinancierde onderzoeksprojecten. De stijging van de bedrijfslasten komt vooral door de toename van de personele kosten en de patiënt- en bewonersgebonden kosten. De toename van de personele kosten is het gevolg van een hoger aantal personeelsleden alsmede hogere loonkosten door onder andere hogere pensioenpremies. De toename in de patiënt- en bewonersgebonden kosten komt voornamelijk door de stijging van de kosten voor dure geneesmiddelen en door overheveling van TNF-alfaremmers naar het ziekenhuisbudget. Het UMCG beschikt eind 2012 over een eigen vermogen van e 142,2 miljoen (2011: e 129,3 miljoen). Het eigen vermogen uitgedrukt als percentage van de totale bedrijfsopbrengsten bedraagt eind 2012 14,5% (2011: 13,7 %) en uitgedrukt als percentage van het balanstotaal eind 2012 15,9% (2011: 15,8%). Het weerstandsvermogen, zijnde het eigen vermogen en de voorzieningen, bedraagt eind 2012 25,1% (2011: 24,1%) van de bedrijfsopbrengsten.


Het totaal aan liquide middelen bedroeg ultimo 2012 e 94,3 miljoen (ultimo 2011: e 52,1 miljoen). De toename van de liquide middelen is onder meer het gevolg van de verrekening van financieringsverschillen uit voorgaande jaren met zorgverzekeraars, de positieve liquiditeit van O&O-projecten (vooruit ontvangen bedragen) en ontvangen voorschotten van zorgverzekeraars. Het werkkapitaal, zijnde het verschil tussen de vlottende activa (voorraden, debiteuren, liquide middelen) en de vlottende passiva (crediteuren en overige kortlopende schulden) bedroeg ultimo 2012 e 66,9 miljoen positief, tegenover e 71,4 miljoen positief ultimo 2011. In 2012 zijn geen nieuwe langlopende leningen aangetrokken. De betaling van de reguliere investeringen ter waarde van e 50,7 miljoen heeft plaats gevonden met eigen middelen. De financiering van de materiële vaste activa vond ultimo 2012 plaats voor 115% met lang (eigen en vreemd) vermogen (ultimo 2011: 116%). De afname ten opzichte van 2011 is het gevolg van het uit eigen middelen financieren van investeringen in 2012. De loan-to-value bedraagt eind 2012 60% (2011: 64%) en de DSCR1) bedraagt over 2012 2,6 (2011: 2,6). Op basis van meerjaren kasstroomoverzichten wordt de financieringsbehoefte per jaar in kaart gebracht. Gedurende het jaar wordt op basis van liquiditeitsontwikkelingen en geplande (meerjaren)investeringsactiviteiten bepaald of financiering lang (kapitaalmarkt) of kort (geldmarkt) noodzakelijk is. Het UMCG merkt dat de beschikbaarheid van kapitaal in de huidige markt niet meer een vanzelfsprekendheid is. Financiers stellen hogere eisen en met name financiering voor de lange termijn is lastiger uit de kapitaalmarkt te halen. Op basis van de solide financiële positie, de financiële lange termijn begroting en de kapitaalbehoefte, verwacht het UMCG hier op korte termijn de komende jaren geen hinder van.

Debt Service Coverage Ratio. De definitie welke de BNG hanteert is in 2012 aangepast. Het vergelijkend cijfer over 2011 is op basis van de nieuwe definitie voor de vergelijkbaarheid herrekend.

1)


3. Risicobeheersing en Intern controle systeem 3.1 Integraal risicomanagement Risicomanagement staat in directe relatie met de missie, visie en ambities van het UMCG. Dit betekent dus ook dat risicomanagement binnen het UMCG een brede scope heeft en aansluit bij de ambities van onze organisatie. Het UMCG onderschrijft het belang van adequaat risicomanagement. Enerzijds vanuit een intrinsieke motivatie om zijn doelstellingen te willen realiseren, waarbij aandacht voor risicomanagement noodzakelijk is, en anderzijds vanwege de toenemende eisen van externe stakeholders, blijkend uit wijzigende (nationale) regelgeving op het gebied van corporate governance en eisen van toezichthouders, zoals de IGZ. Met het oog op zijn doelstellingen monitort het UMCG processen en resultaten op het gebied van: • Bedrijfsvoering (financiën, personeel, ICT, arbo & milieu). • Patiëntenzorg (productie, patiëntveiligheid, kwaliteit, patiënttevredenheid). •

Onderzoeksresultaten.

• Onderwijs, opleidingen. Het UMCG werkt in dit kader met prestatie-indicatoren (PI’s), waarover binnen de planning & control-cyclus door bedrijfsonderdelen gerapporteerd wordt aan de Raad van Bestuur. Met de gerichte aandacht voor en sturing op (gevraagde) prestaties komen de risico’s, die het leveren van deze prestaties kunnen frustreren of dwarsbomen, goed in beeld. Dit komt onder meer naar voren door aandacht voor risicomanagement in de planning & controlcyclus en bij nieuwe beleidsinitiatieven (business cases). Zo rapporteren sectoren per kwartaal over de belangrijkste geïdentificeerde risico’s en getroffen maatregelen. Bij projecten wordt van de organisatieonderdelen gevraagd in de business case aandacht aan risicomanagement te besteden middels een risicoassessment en – indien noodzakelijk – scenarioanalyses. Ook bij interne audits (financiën, informatiebeveiliging, ICT, kwaliteitszorg, arbo en milieu) wordt in toenemende mate aandacht geschonken aan de wijze waarop organisatieonderdelen vorm aan risico-identificatie, beheersmaatregelen en monitoring geven.


Uiteindelijk is integraal risicomanagement een lijnverantwoordelijkheid, vereist het een structurele en systematische aanpak en raakt het alle niveaus en medewerkers in de organisatie. Het lijnmanagement is de eerste verdedigingslinie. De tweede verdedigingslinie is de risk- en compliancefunctie en de derde verdedigingslinie is de audit. Deze twee elementen waren eerder binnen het UMCG nog veelal geïntegreerd. Begin 2012 zijn de voorbereidingen getroffen om de risk- en compliancefunctie meer zelfstandig vorm te geven en te implementeren. 3.2 Intern controle systeem Een specifiek element in de bedrijfsvoering is de aandacht voor een adequate administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) betreffende registratie en facturatie van DBC’s/DOTzorgproducten. Elk jaar dienen poortspecialismen een interne bestuursverklaring aan de Raad van Bestuur op dit gebied af te geven. Hierin worden ook verbetermaatregelen benoemd, die een poortspecialisme treft naar aanleiding van geconstateerde tekortkomingen. De voortgang en realisatie van deze verbetermaatregelen wordt bewaakt via de planning & control-cyclus en getoetst via interne audits. Zorgverzekeraars voeren elk jaar materiële controles uit op de declaraties. Gezien de invoering van prestatiefinanciering vanaf 2012, is een juiste, volledige en tijdige basisregistratie steeds belangrijker. De interne kaderregeling is daarom begin 2012 geactualiseerd.


3.3 Financiële risico’s Financiële risico’s en onzekerheden doen zich voor bij de in 2012 ingevoerde nieuwe prestatiebekostiging. Deze systeemwijziging is complex gebleken door het verschil tussen omzet volgens de zorgaanbieder (jaarrekening) en de schadelast van de zorgverzekeraar (die in het contract met de zorgverzekeraar leidend is) en ook door de complexiteit van de regelgeving zelf. Daarnaast heeft het voorgenomen bezuinigingsprogramma van de ministeries van VWS en OCW effect op de toekomstige financiële situatie. Het UMCG is daarom vroegtijdig gestart met een omvangrijke bezuinigingsoperatie (‘Klaar voor de Toekomst’), die in 2012 en 2013 moet leiden tot een structurele kostenvermindering van 41 miljoen euro, hetgeen gepaard gaat met een reductie van personeel in vooral ondersteunende functies. De uitwerking van het Hoofdlijnenakkoord waarin afspraken zijn gemaakt over maximale toegestane jaarlijkse groei van het zorgvolume en de onderhandelingen met zorgverzekeraars betekenen een rem op de groeimogelijkheden terwijl de kosten voor het ziekenhuis wel toenemen, bijvoorbeeld als gevolg van toenemend gebruik van dure medicatie.


4. Financiële instrumenten Het UMCG heeft een treasurystatuut waarin de algemene doelstelling van de treasuryfunctie, het bijdragen aan de financiële continuïteit van de organisatie, is opgenomen. Hieronder valt onder meer het waarborgen van de financierbaarheid van de organisatie, het beheersen van de (potentiële) financiële risico’s van de organisatie, het optimaliseren van het rendement op de liquiditeiten en de renteresultaten binnen de limieten en richtlijnen van het treasurystatuut en het zorgdragen voor een effectief en efficiënt betalingsverkeer. Het UMCG maakt bij de financiering geen gebruik van andere financiële instrumenten dan van conventionele leningen. Kapitaal wordt aangetrokken ter financiering van investeringen in materiële vaste activa. Er is geen sprake van derivaten.


5. Governancecode Het UMCG voldoet geheel aan de UMC-governancecode, die gebaseerd is op de governancecode van de Brancheorgansatie Zorg. In de UMC-governancecode zijn de specifieke verantwoordelijkheden ten aanzien van hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, opleidingen en de daarmee samenhangende zorg van UMC’s opgenomen. Kern van deze code is de heldere afbakening tussen de taken van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht. Ook is vastgelegd dat een UMC verantwoording over zijn optreden moet afleggen aan belanghebbenden die te maken hebben met het UMC. De UMC Governancecode is gepubliceerd op de website van de Nederlandse Federatie van UMC’s (NFU; www.nfu.nl)


6. Maatschappelijke aspecten van ondernemen Het UMCG is een not-for-profit instelling met een publieke taak en een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat komt tot uiting in alle hoofdtaken die op eigen locatie worden uitgevoerd, maar die effecten hebben tot ver daarbuiten, in Nederland en in Europa. Met onze focus op ‘gezond en actief ouder worden’ binnen onze missie ‘bouwen aan de toekomst van gezondheid’, zijn we ten zeerste verbonden met en betrokken bij het maatschappelijk welzijn van Nederland. Die maatschappelijke betrokkenheid krijgt op diverse manieren vorm. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de verantwoordelijkheid en regie die het UMCG neemt in de noordelijke gezondheidszorg, in samenwerking met andere zorginstanties en kennisinstellingen. Niet alleen wat betreft de patiëntenzorg, maar ook met betrekking tot onderwijs, opleidingen, innovatie, en kennisverspreiding. Het UMCG heeft bovendien een belangrijke functie als (grote) werkgever en draagt substantieel bij aan de economische bedrijvigheid in de regio. De activiteiten van het UMCG en haar ‘offspin’ vragen om voldoende ruimte, gebouwen en energie. Ze vragen bovendien om een uitgebreide logistiek en infrastructuur om tijdig en in grote aantallen patiënten, medewerkers, studenten, bezoekers en ook goederen op hun plaats van bestemming te krijgen (en er weer vandaan). Daarnaast zorgen de activiteiten van het UMCG, als bijproduct, voor een grote afvalstroom, huishoudelijk maar bijvoorbeeld ook chemisch en nucleair, en produceren sommige activiteiten geluid en geur, uiteraard binnen de wettelijke normen. 6.1 Duurzaamheid Het UMCG streeft bij haar activiteiten naar duurzaamheid. Duurzaam wil zeggen dat we rekening houden met de impact van onze activiteiten voor personeel en andere belanghebbenden, voor milieu en leefomgeving en voor economie en financiën. Verschillende aspecten van duurzaamheid, zoals de dialoog met belanghebbenden, maken onderdeel uit van het informatieprotocol tussen Raad van Bestuur en Raad van Toezicht en worden periodiek in beide gremia besproken. In 2012 is een begin gemaakt met een vergaand geïntegreerd beleid op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Als leidende kernwaarde en drijfveer voor het UMCG zal goed rentmeesterschap dienen. In 2013 krijgt de uitkomst van een inventarisatie van lopende activiteiten die binnen een MVO-beleid relevant zijn, een meer definitieve plaats. Ook zullen dan nieuwe activiteiten worden benoemd die het UMCG in dit kader waardevol vindt, in permanente dialoog met relevante stakeholders.


De verantwoordelijkheid voor het behalen van de doelstellingen op het gebied van duurzaamheid worden decentraal belegd en geïntegreerd in de strategie en het risicomanagement. Ook wordt vastgesteld of externe ontwikkelingen, bijvoorbeeld wijzigende wet- en regelgeving, implicaties hebben voor het UMCG. Vanaf 2013 zal het UMCG in haar verslaglegging systematisch berichten over haar activiteiten in het kader van een geïntegreerd MVO. 6.2 Dialoog met belanghebbenden Het UMCG beschouwt patiënten en de organisaties die het patiëntenbelang vertegenwoordigen en bewaken, als belangrijke gesprekspartners. Met Zorgbelang Groningen, de organisatie die de belangen van onze patiënten behartigt, zijn we dan ook structureel in dialoog om UMCG-beleid vanuit patiëntenperspectief te toetsen en om ons te laten adviseren, bijvoorbeeld over mogelijke kwaliteitsverbeteringen. Ook de Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen (CRAZ) vervult voor het UMCG (en de overige UMC’s) deze rol met verve. Viermaal per jaar vergadert de CRAZ samen met (een afvaardiging uit) de Raden van Bestuur. De CRAZ adviseert per UMC, altijd vanuit het perspectief van de patiënt, op onder meer kwaliteit en veiligheid van patiëntenzorg, de (nieuw) bouw, het benoemen van leden van de Raad van Bestuur en de organisatorische en financiële ontwikkelingen van een UMC. In 2012 adviseerde de CRAZ de UMC’s desgevraagd over de Oncologische Zorg. De CRAZ bracht verder aan het UMCG (positief) advies uit over het Biobankreglement, de regeling Zorgcalamiteiten en leverde een bijdrage aan de profielschets vacature Raad van Bestuur. In juni 2012 is de zesde zittingstermijn van de CRAZ ingegaan. Het UMCG is lid van het Zorg Innovatie Forum, een initiatief van 22 zorgaanbieders, zorgverzekeraars, woningbouwcorporaties en kennisinstellingen. De deelnemende organisaties zetten zich in voor structurele vernieuwingen in de zorg, door een gezamenlijke visie te ontwikkelen, samenwerking te stimuleren, versnippering tegen te gaan en zorginnovatie een breed economisch draagvlak te bieden. Met bedrijven en ondernemers in de regio onderhoudt het UMCG contact via onder andere de Groninger City Club, de Vereniging Bedrijven Noord-Oost (VBNO) en het Ondernemersfonds Groningen. Naast SNN, waarin de drie noordelijke provincies samenwerken, is de gemeente Groningen een belangrijke gesprekspartner. De duurzame relatie tussen het UMCG en de Stad blijkt ook uit het Akkoord van Groningen (2005). Dit is een samenwerkingsverband van de Rijksuniversiteit Groningen, de Hanzehogeschool, het UMCG en de gemeente Groningen,


waarbij ook de provincie Groningen is betrokken. Door samen op te trekken vanuit een eenduidige visie en een gemeenschappelijke agenda, willen de organisaties de positie van Groningen als dé kennis- en innovatiestad van Noord-Nederland verder ontwikkelen. Vele organisaties en bedrijven in Noord-Nederland nemen deel in het Healthy Ageing Network Northern Netherlands (HANNN). Een belangrijke gesprekspartner en belanghebbende voor verwezenlijking van onze ambities betreft uiteraard het eigen personeel. Het UMCG wil een aantrekkelijke werkgever zijn en blijven voor zijn medewerkers, dat is een belangrijk uitgangspunt van ons personeelsbeleid. Medewerkers realiseren immers de ambities van het UMCG om te ‘bouwen aan de toekomst van gezondheid’. Zorgzaam zijn voor mensen, betekent als werkgever zorgzaam zijn voor onze medewerkers: het mogelijk maken dat medewerkers hun verantwoordelijkheid nemen en dat ze veilig, gezond en met plezier kunnen werken. Want om de UMCG-ambities te realiseren hebben we deskundige, betrokken en bevlogen medewerkers nodig die – op de juiste plaats – de juiste dingen doen en gericht zijn op samenwerking. Vanuit bovenstaande is ons personeelsbeleid daarom gericht op: • Kwaliteit van werkzaamheden, onder andere veiligheid, klantgerichtheid,

werkplezier, efficiënt werken, samenwerken met in- en externe partners.

• Ontwikkeling en blijven leren, onder andere leiderschapsontwikkeling, vakinhoudelijke

en persoonlijke ontwikkeling, talentmanagement, geven en krijgen van feedback en

jaargesprekken. • Duurzame inzetbaarheid en werkvermogen, onder andere gezondheidsmanagement,

het toewerken naar een volwaardige arbeidsrelatie, goede arbeidsomstandigheden

en voldoende randvoorwaarden.

6.3 Economische rol in de regio Naast onze positie als grootste werkgever in de regio, hebben ook de ontdekking en valorisatie van innovaties in het UMCG een grote economische betekenis in die regio. Samenwerking met lokale partners is daarbij van groot belang. Vanuit diverse subsidiegevers zijn economische prestaties (werkgelegenheid, creëren van nieuwe bedrijvigheid) ook belangrijke voorwaarden waaraan het UMCG moet voldoen. Het Center for Development and Innovation (CDI) is opgezet voor het bevorderen van de economische valorisatie van UMCG-kennis en het coördineren van samenwerking met het bedrijfsleven. Op regionaal niveau moet dit leiden tot een sterk netwerk van bedrijven waarin, bilateraal of met meerdere partners, wordt samengewerkt met het UMCG.


Hieronder vallen ook regionale initiatieven zoals HANNN, Food Circle en Food Future. Ook met de regio Noord-Duitsland (Norgenta) is een dergelijk netwerk in opbouw. Voor het vormen van strategische allianties met het internationale bedrijfsleven zijn in 2012 de contacten met een aantal farmaceutische, medisch-technologische en voedingsmiddelen ondernemingen verder geïntensiveerd. Ook is in 2012 uitwerking gegeven aan de opzet van een consortium op het terrein van e-Health. Het is de bedoeling om samen met een aantal bedrijven, zorginstellingen en verzekeraars een sociale onderneming op te richten die de e-Health portal ontwikkelt en beheert. Samenwerken met het bedrijfsleven krijgt vorm langs drie lijnen. Er worden ten eerste langdurige strategische allianties met bedrijven opgebouwd, vooral met internationale ondernemingen, met enkele consortia rond middelgrote bedrijven in de regio en met multilaterale consortia (topsectoren, FP7, Horizon 2020). Ten tweede is voor het faciliteren en aansturen van contractonderzoek de UMCG Research BV opgericht. Deze richt zich op kortere projecten die bestaande kennis commercialiseren. Ten derde vindt (straks) commercialisering van faciliteiten plaats vanuit de Healthy Ageing Campus. Voor het bundelen van innovaties, vooral op het terrein van de biomedische technologie, wordt een Competence Center opgebouwd voor onderzoekers en bedrijven. De ambitie is dit centrum uit te bouwen naar voorbeeld van het Center for Innovation van de Mayo Clinic in de VS. 6.4 Bereikbaarheid Het UMCG besteedt veel tijd en energie aan het overleg met de Gemeente Groningen om zijn bereikbaarheid langjarig te kunnen garanderen, ook met het oog op een verdere toename van activiteiten. Ook in 2012 is veelvuldig gesproken over nieuwe vervoersmogelijkheden zoals tramlijnen, een kabelbaan en aparte busstroken. Uitzicht op een structurele oplossing is er evenwel nog niet. In het platform Slim Werken Slim Reizen bundelen bedrijven en organisaties sinds 2010 hun krachten om de automobiliteit te verminderen en mobiliteit slimmer in te zetten. De inzet is te komen tot 5% minder autokilometers in de spits. Het UMCG heeft in dit kader het Regionaal Convenant Mobiliteitsmanagement Groningen-Assen ondertekend. Het UMCG stimuleert daarom maatregelen om het woon-werkverkeer van medewerkers te reduceren van en naar de UMCG-locatie in de binnenstad. Vanaf 2012 wordt bijvoorbeeld meer structureel ingezet op Het Nieuwe Werken, waarbij medewerkers, indien mogelijk, tijd- en plaatsonafhankelijk werken. Ook wordt ingezet op (meer) e-conferencing (internetvergaderen), parkeermanagement (parkeren vanuit transferia en P+R), gebruik van e-bikes/ e-scooters en een persoonlijk mobiliteitsbudget in plaats van reiskostenvergoeding.


7. Onderzoek, onderwijs en opleiding 7.1 Onderzoek Binnen het zogenoemde topsectorenbeleid van het Ministerie van Economische Zaken, in samenspraak met OCW en VWS, zetten RUG en UMCG vanuit het Healthy Ageing thema in op een goede positionering in de topsectoren ‘Lifesciences and Health’ (LSH), ‘Agri Food Innovation’ en, in mindere mate, in ‘High Tech Systems and Materials’. Een aantal topgroepen op het gebied van verouderingsbiologie zijn in 2012 met hun researchprogramma’s van start gegaan in het ERIBA-gebouw, dat daarmee gedeeltelijk in gebruik is genomen. In 2013 wordt de Mouse Clinic for Cancer & Ageing (MCCA) geopend, een faciliteit die verouderende, al dan niet genetisch gemodificeerde muizen ten behoeve van onderzoeksgroepen levert. Het MCCA is mogelijk gemaakt door een financiering vanuit de NWO Roadmap. Het LifeLines programma verwelkomde in 2012 de 100.000ste deelnemer en levert de eerste publicaties op. Er is een goede kans dat LifeLines kan worden uitgerold in Ost-Friesland (Duitsland). Met Oldenburg werkt het UMCG al nauw samen op het gebied van onderwijs binnen de European Medical School (EMS). In 2012 kende de INTEREG Eems Dollard Regio een subsidie toe voor grensoverschrijdende onderzoekssamenwerking tussen beide partners rond het cohortonderzoek van LifeLines, met een eerste vestiging die in Papenburg wordt gerealiseerd. Grensoverschrijdende samenwerking rond onderzoek en opleiding krijgt ook vorm vanuit de Graduate School van het UMCG met collega’s uit de topinstituten in Heidelberg en Mannheim. De Deutsche Forschungs Gemeinschaft, een zusterorganisatie van de Nederlandse NWO, financiert mee aan het gezamenlijk geschreven onderzoeks- en onderwijsprogramma (DIAMICOM). Ook anderszins bestaan er nauwe relaties tussen het UMCG en Duitse onderzoeksinstituten en universitaire ziekenhuizen, waaronder die in Hannover en Dresden. De Graduate School Medical Sciences kent sinds 2012 een vijfde onderzoeksinstituut: Oncologie. Alle instituten werken aan de herformulering van hun onderzoeksprogramma’s, met een focus op excellentie en kwaliteit, middels gerichte werving van benodigde middelen uit nationale en Europese financieringsbronnen. De onderzoeksinstituten zetten ook in op verbeterde acquisitie van promotieplaatsen, bijvoorbeeld in samenwerking met de industrie en promovendi met buitenlandse beurzen. Verder wordt er uitwerking gegeven aan een beter continuüm in het research master- PhD traject en is er aandacht voor het verwerven en behouden van in onderzoek excellerende jonge clinici.


De actualiteit in 2012 maakt dat het UMCG, samen met de RUG, kritisch haar eigen beleid, gedragscodes en afspraken rond de integriteit van het wetenschappelijk onderzoek nader beziet. Het investigator-driven patiëntgebonden onderzoek gaat zich verder organiseren conform de NFU-richtlijnen. Belangrijke aandachtspunten betreffen de veiligheid van deelnemers aan het onderzoek en de kwaliteit van de verzamelde data. Daaronder ligt een programma van scholing, monitoring en auditing en van geprofessionaliseerd datamanagement. 7.2 Onderwijs en opleiding Als antwoord op de Strategische Agenda van de overheid zal het UMCG binnen de bachelor Geneeskunde kleine studentengemeenschappen (‘learning communities’) inrichten, elk met circa 100 studenten, rond specifieke thema’s, zoals Global Health, Healthy Ageing en Techniek. De opleidingstracks moeten uiteraard voldoen aan de algemene eindtermen van de bachelor, maar de programma’s lopen uiteen. Dit initiatief leidt tot kleinschaliger onderwijs binnen meer homogene, gelijkgestemde groepen. De verwachting is dat dit nieuwe curriculum vanaf 2014 van start kan gaan. Intussen is het huidige curriculum ‘ge-exporteerd’ naar het buitenland, zoals naar de medische faculteit van de Carl von Ossietzky Universiteit in Oldenburg en de King Feisal Universiteit in Saudi Arabië. De prestatiefinanciering binnen het domein van O&O leidt intussen tot een strakkere sturing op resultaten. Nieuwe onderwijs- en opleidingsprogramma’s, maar ook uitbreiding van de zij-instroom moeten de bestaande infrastructuur laten renderen. Tandheelkunde is in september 2012 met 12 zij-instromers van start gegaan. De capaciteit voor zij-instroom in de masteropleiding Geneeskunde is in 2012 uitgebreid naar structureel 45 plaatsen, met zekerheid over de bijbehorende financiering. Verder is de Sport Science Master ingericht en van start gegaan. Met de TU Twente worden de mogelijkheden onderzocht voor een dubbel Mastertraject, waarbij bijvoorbeeld een bachelor van de TU de eigen masterfase klinische Technologie ingaat én, na een schakeljaar, ook de master Geneeskunde volgt en arts wordt. De financiering van de medische opleiding tot specialist in het opleidingsfonds verhuist medio 2013 van VWS naar de NZa. Tegelijkertijd krimpt naar verwachting het aantal te financieren opleidingsplaatsen, waardoor een hernieuwde discussie over de herverdeling van de resterende plaatsen zal ontstaan. De mogelijkheden voor aios voor wijziging van het eerder opgestelde opleidingschema – bijvoorbeeld op geleide van de opleidingsetalages - wordt binnen de nieuwe bekostigingssystematiek verruimd. De mogelijkheid van vervanging van disfunctionerende aios – anders dan in hun eerste kalenderjaar – is voor de lichting ná 2012 niet meer mogelijk. Voor het overige verwijzen wij naar een apart O&O jaarverslag, onder andere gepubliceerd op de website van het UMCG: www.umcg.nl


8. Actuele ontwikkelingen in het zorgproces 8.1 Invoering DOT Met ingang van 2012 is de financiering van de gezondheidszorg gewijzigd en zijn DOT (DBC’s Op weg naar Transparantie) en prestatiebekostiging ingevoerd. Deze wijzigingen impliceren dat per 2012 de definities van de zorgproducten zijn gewijzigd met een reductie in het aantal zorgproducten (van ca. 30.000 DBC-producten naar ca. 4.000 nieuwe DBCzorgproducten). De externe financiering is gebaseerd op deze DOT-productstructuur, waarbij drie segmenten worden onderscheiden: een vast segment, een gereguleerd segment met maximumtarieven en een vrij segment. In het vrije segment is sprake van marktwerking. Voorgaande wijziging betekent dat de wijze van externe financiering variabeler wordt: opbrengsten worden directer afhankelijker van de geleverde prestaties. De inkomsten van het UMCG worden hierdoor met een grotere onzekerheid omgeven. Landelijk is, om het effect van systeemfouten te verminderen voor 2012 en 2013, nog sprake van een transitiebekostiging. Vanuit de NFU zijn daarom de systeemfouten inzichtelijk gemaakt en afgestemd met het ministerie van VWS en de NZa. 8.2 Kwaliteit en patiëntveiligheid Wie Bouwt aan de Toekomst van Gezondheid, en daarbij zorgzaamheid voor mensen hoog in het vaandel heeft staan, stelt hoge eisen aan kwaliteit en patiëntveiligheid. Daarom heeft dit onderwerp topprioriteit in het UMCG. Het UMCG brengt over zijn kwaliteitssysteem en patiëntveiligheidsbeleid een aparte, gedetailleerde publicatie uit. Dit verslag volstaat met een beknopte selectie uit die publicatie. Na een periode van voorbereiding is in het UMCG in 2012 een alomvattend programma gestart waarin eerdere terughoudendheid plaats maakt voor het zichtbaar en bespreekbaar maken van onvolkomenheden, fouten, klachten en (bijna)calamiteiten in de zorg. Dit in de overtuiging dat zorgprofessionals maar ook andere betrokkenen als samenwerkend collectief daar lering uit willen trekken en zich willen verbeteren. Om het denken en doen in termen van patiëntveiligheid of wel risico’s voor de patiënt centraal te stellen, is het belangrijk om te komen tot een geïntegreerd aanbod van opleiding en scholing voor álle medewerkers binnen het UMCG. Hier is door de RvB ruimschoots aandacht voor gevraagd. Doel is dat letterlijk iedereen in het UMCG het kwaliteits- en veiligheidsdenken in de genen moet hebben.


We werken aan het vergroten van patiëntveiligheid onder andere door het invoeren van de elf thema’s van het veiligheidsmanagement-systeem (VMS). Het UMCG kan met de invoering van het VMS risico’s voor de patiënt beheersen en (onbedoelde) schade aan de patiënt verminderen. Het systeem stelt het UMCG in staat continu risico’s te signaleren, verbeteringen door te voeren en (patiëntveiligheids-)beleid vast te leggen, te evalueren en aan te passen. Het biedt de handvatten om patiëntveiligheid in de praktijk te verankeren. De samenwerking tussen de medisch specialisten, de verpleegkundigen, de stafmedewerkers Kwaliteit en het management heeft in 2012 geleid tot het behalen van het NTA 8009, een certificering voor het kwaliteitssysteem en patiëntveiligheidsbeleid van het UMCG. Dit is de opmaat voor een nog veel bredere ISO-certificering van alle werkprocessen. Duurzame kwaliteit en veiligheid van patiëntenzorg wordt bepaald door goed functionerende zorgsystemen en goed functionerende zorgverleners, afgestemd op wensen en behoeften van patiënten. Om dit te realiseren wordt in het UMCG gewerkt aan het creëren van een leer- en verbetercultuur die gebaseerd is op de volgende basiselementen: • Denken in processen (system awareness); • Samenwerken in teamverband; • Open en helder communiceren, gebruikmakend van waarderende dialoog; • Vertrouwen geven en nemen: eigenaarschap; • Leidinggeven vanuit vertrouwen en verantwoording afleggen. Deze elementen staan in 2012 centraal in diverse verbeteren verandertrajecten, zoals het werken in zogenoemde ‘collaboratives’, waarin multidisciplinaire groepen samenwerken aan specifieke vraagstukken, en het leiderschapsontwikkelingsprogramma. Om gericht verbeteren mogelijk te maken verzamelen we actuele kwaliteits-, prestatie- en productiegegevens. Hierbij maken we gebruik van verschillende methodieken zoals spiegelbijeenkomsten, audits, incidentmeldingen, en prospectieve risico analyses. Deze informatie en impliciete en expliciete kennis in het UMCG wordt gebruikt als katalysator voor het continu verbeteren van duurzame kwaliteit en patiëntveiligheid. Kennis op dit specifieke gebied wordt verder ontwikkeld door het onderzoeken van bijvoorbeeld succes- en faalfactoren van kwaliteitsverbetertrajecten. Zo bevorderen we ook het delen van kennis over duurzame kwaliteit en veiligheid. De voortgang en de resultaten worden in het UMCG openbaar gemaakt. Dat houdt in dat bijvoorbeeld resultaten van SURPASS, interne audits en prestatie-indicatoren voor iedereen zichtbaar zijn op het UMCG intranet. Dit geeft een beter en geobjectiveerd beeld van vorderingen op het gebied van patiëntveiligheid.


Het UMCG wil de infrastructuur voor kwaliteit en patiëntveiligheid nog verder versterken, en legt daarbij de focus op: • Kwaliteitsmanagementsystemen (waaronder Certificering van het VMS en KMS-systeem

(NTA 8009 en ISO9001Healthcare) en daarna een volgend traject naar accreditering).

• Risicomanagement (waaronder prospectieve risico-analyse en informatiebeveiliging). •

Zorgcalamiteiten.

•

Medicatieveiligheid.

• Onderzoek & Onderwijs. Voor de hierboven genoemde vijf thema’s worden in 2013 aparte groepen van betrokken professionals, lijnverantwoordelijken en ondersteuners ingesteld. Als ‘leidende coalities’ zullen zij bij hun thema een plan van aanpak ontwikkelen en een concrete uitwerking bieden van hoe verdere aanscherping is te realiseren. 8.3 Klachten Wanneer een patiënt een klacht heeft over de verleende zorg of andere zaken die het UMCG betreffen, zijn er verschillende mogelijkheden om deze in te dienen. De gehele procedure rond de klachtopvang in het UMCG (Klachtopvang, klachtenfunctionaris, Klachtencommissie) is vastgelegd in het klachtenreglement. Per 1 januari 2012 is dit reglement aangepast. De belangrijkste wijziging betreft de bepaling in het oude reglement dat klachten van complexe medisch inhoudelijke aard in beginsel verwezen werden naar een andere instantie of slechts van een globaal oordeel werden voorzien. In het nieuwe reglement gaat de Klachtencommissie zelf zorg dragen voor de afhandeling van deze klachten, al dan niet met gebruikmaking van externe expertise. Ook voor een aantal andere, aan het UMCG gelieerde organisaties wordt de klachtenafhandeling op dezelfde wijze uitgevoerd (Hanze Vision, Centrum voor Thuisdialyse, Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde). Alleen het Universitair Centrum Psychiatrie heeft een eigen klachtenregeling.


Aantal klachten/klachtbrieven 2012 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------2011 2012

Behandeld door de Klachtopvang

263

221

Behandeld door de klachtenfunctionaris

219

182

Behandeld door de klachtenfunctionaris op advies van de Klachtopvang

44

82

---------------------------------------------------------------------------------------------------------Het aantal geregistreerde klachten is afgenomen (-37) ten opzichte van het jaar daarvoor. Mogelijk bespreken meer patiënten hun onvrede direct op de afdeling zelf, hetgeen meestal ook eerder tot een bevredigende oplossing leidt. Zowel bij de Klachtopvang als bij de klachtenfunctionaris wordt ruim de helft van het aantal klachten (respectievelijk 70% en 65%; vorig jaar respectievelijk 65% en 67%) door de patiënt zelf ingediend. De overige klachten worden ingediend door familie, partners of verzorgers en in mindere mate door externe betrokkenen. Het merendeel van de klachten heeft betrekking op de medische disciplines. De klachten onder de noemer organisatorisch zijn sterk gestegen. Hieronder vallen onder andere klachten over wachttijden, ok-capaciteit en afspraken. Opvallend is dat bejegening van arts of verpleging richting patiënt of familie het hoofdkenmerk blijft van de klachten. Goede uitleg, betrokkenheid en inlevingsvermogen blijven van groot belang in de patiëntenzorg. 8.4 (Bijna) incidenten Om zorgverleners te stimuleren (bijna) incidenten te melden en te bespreken, is in 2012 het beleidskader Veilig (Incident) Melden bijgesteld. In de voorgaande jaren lag het accent vooral op registratie, terwijl er momenteel een verschuiving optreedt naar het adequaat analyseren en afhandelen van meldingen, met tevens als doel om soortgelijke incidenten daarna te voorkomen. Daarbij fungereert een Decentrale Incidenten Melding-commissie (DIM). De Centrale Incidenten Melding-commissie (CIM) heeft op centraal niveau een beleidsadviserende rol. Voor het UMCG is het belangrijk naar aanleiding van een melding zoveel mogelijk te leren van het incident door zorgvuldige analyse en eventuele trendbewaking. Voorwaarde is dat niet alleen de melder het belangrijk vindt een incident te melden, maar dat ook collega’s bereid zijn open over deze gebeurtenissen te praten, zodat de oorzaken opgespoord kunnen worden en verbeteracties ingezet. Ook dit is een vanzelfsprekend onderdeel van het dagelijkse werk in de zorg.


Het Incident Meldings Systeem laat in 2012 ten opzichte van 2011 een significante stijging van meldingen zien. Interpretatie van deze getallen is lastig, omdat deze toename ook een gevolg kan zijn van toenemend risicobewustzijn, hetgeen door het UMCG als uiterst waardevol wordt gestimuleerd. Incidentmeldingen vanuit het IMS over 2011 en 2012 ---------------------------------------------------------------------------------------------------------

2011 2012

Medicijnincidenten

1378

1585

Valincidenten

301

268

Medische middelen

314

373

Agressie UCP

57

30

Bloedproducten

42 55

Coördinatie van het zorgproces

562 779

Uitvoering van zorg en diagnostiek

811

992

Radiotherapie

295 327

Overige incidenten

489

505

------------ ------------

Totaal

4249

4914

---------------------------------------------------------------------------------------------------------Vanaf 2013 is een belangrijke rol weggelegd voor de Calamiteiten Commissie Patiëntenzorg bij het afhandelen van zorgcalamiteiten. In 2013 gaan afdelingen na of verbetervoorstellen, gebaseerd op analyses van eerdere calamiteiten, zijn ingevoerd en voldoende worden geborgd. Verder gaat een werkgroep onderzoek doen naar de overlijdensoorzaken van patiënten in het UMCG. Voor een adequate zorgverlening is ondersteuning vanuit een stabiele ICT-omgeving een absolute voorwaarde. In het verslagjaar bleek meerdere keren dat het huidige Ziekenhuis Informatie systeem (ZIS) hier niet meer aan kan voldoen en spoedig aan vervanging toe is. Het UMCG heeft in 2012 de Europese aanbesteding van een nieuw Elektronisch Patiënten Dossier gestart, waarbij de totale ICT ziekenhuisinfrastructuur wordt vervangen. Naar verwachting kan in 2013 een begin worden gemaakt met de implementatie van dit EPD.


8.5 De participerende patiënt Het UMCG betrekt patiënten meer en meer bij besluitvormingsprocessen op zowel individueel als collectief niveau. Patiënten worden uitgenodigd om zelf een actieve rol te hebben in plaats van passief zorg te ontvangen, zoals voorheen veelal gebeurde. Een grote groep patiënten wil zelf ook actief betrokken worden bij het omgaan met hun ziekte en leven. Zij oefenen graag invloed uit op hun behandeling, het contact met hun arts en zij willen betrokken worden op andere niveaus van besluitvorming. Zo leveren zij bijvoorbeeld graag een bijdrage aan het inrichten van zorgtrajecten, formuleren van belangrijke onderzoeksthema’s of ontwikkelen van richtlijnen. Ook willen zij een rol hebben bij lokale, regionale of nationale beleidsontwikkeling. De patiënt is dan ook voor het UMCG een belangrijke partner in kwaliteitsverbetering. Dit partnerschap betekent dat het UMCG open staat voor ideeën van de patiënt/klant en graag gebruik wil maken van de patiënt zijn unieke kennis en ervaringsdeskundigheid, en geen focus legt op het eigen belang maar gaat voor het beste resultaat voor de patiënt. Patiëntenparticipatie leidt tot zorg die beter aansluit bij de behoeften van de patiënt. Patiëntenparticipatie is integraal onderdeel van het kwaliteitsbeleid van het UMCG. Deze dialoog levert nieuwe inzichten vanuit het perspectief van de patiënt op en vormen input voor veranderingen en innovaties in de zorg. Deze expertise zet het UMCG in om de zorg dusdanig te organiseren en aan te bieden wat aansluit bij behoeften van patiënten en hun naasten. In 2012 zijn in de tripartiete samenwerking (zorgverzekeraar Menzis, Zorgbelang Groningen / patiëntenorganisaties en het UMCG) diverse patientenparticipatieprojecten uitgevoerd. Het project transfer van de kwetsbare ouderen heeft inzage gegeven in behoefte van de kwetsbare ouderen na ontslag en heeft geresulteerd in verbetering van overdracht. Deze inzichten worden gebruikt in vervolgprojecten oudere patiënten. Nog een voorbeeld: het project informatieoverdracht radiotherapie UMCG en de overige Groninger ziekenhuizen heeft inzage gegeven in de informatiebehoefte van patiënt en ziekenhuis in de ketenzorg. Belangrijk is om eenmaal doorgevoerde verbeteringen onderdeel te laten zijn van de reguliere kwaliteitscyclus. In dat kader krijgt tevredenheidonderzoek onder patiënten een meer prominente plaats in het UMCG. In 2012 heeft het UMCG op geleide van besluitvorming in NFU-verband besloten tot opstarten van een project met het volgende doel: met behulp van het instrument CQi wil het UMCG in 2013 de klantervaringen van haar patiënten meten. In NFU-verband is vervolgens besloten deze klantervaringen te benchmarken om bij gebleken onvolkomenheden van elkaar te leren. Op die wijze wordt niet alleen bezien welke verbeteringen mogelijk zijn, maar ook hoe deze effectief door te voeren.


Daarnaast blijft het belangrijk om de individuele patiënt partner van de professionals te laten zijn bij het eigen ziekteproces en bij de wijze waarop de zorg voor deze patiënt kan worden ingericht. Het nieuwe EPD kent straks voor iedere patiënt één kerndossier waarin zorgprofessionals uit verschillende disciplines op een uniforme manier gegevens vastleggen en kunnen naslaan. Patiëntenverenigingen zijn direct betrokken bij de aanstaande invoering van dit EPD. Na de definitieve keuze voor een leverancier en inrichting van het pakket, volgt de implementatie. Om ervaring en kennis van patiënten goed te kunnen benutten bij het nieuwe EPD, is een klankbordgroep opgericht waarin diverse patiënten/burgervertegenwoordigers in participeren. 8.6 Ontwikkeling van de zorgorganisatie De medische staf heeft in het Medisch Beleidsplan gekozen voor meer focus op topreferente zorg, complexe zorg en complexe patiënten. In de jaarlijkse beleidsgesprekken tussen Raad van Bestuur en afdelingshoofden wordt hieraan op basis van de zogeheten portfoliomodellen inhoud gegeven. Hierbinnen krijgt de ontwikkeling van de UMCG speerpunten verder vorm: oncologie, transplantatiegeneeskunde, psychiatrie, acute zorg, kindergeneeskunde en ouderenzorg / chronisch zieken. De Oncologie staat voor verdere keuzes bij de inrichting van het UMC Groningen Cancer Center, de verwachte komst van een Protonenfaciliteit, een mogelijke Oncologische (focus) kliniek en bij de ontwikkeling van Integrative Oncology. De regionaal groeiende aantallen oncologiepatiënten moeten voldoende worden geaccommodeerd. Dit is overeenkomstig de NFU-visie op oncologische zorg in 2012, de met regionale partners besproken regiovisie en het landelijke SONCOS-rapport, ook uit 2012, met eisen over volumes, multidisciplinaire samenwerking en noodzakelijke infrastructuur. In voorbereiding op de publicatie van het SONCOS-rapport heeft het UMCG contact gezocht met de zorgverzekeraars en de topklinische ziekenhuizen in Noord-Nederland. Doel is de concentratie en spreiding van de oncologische zorg die zal volgen op dit rapport dusdanig te laten zijn dat de continuïteit en beschikbaarheid van deze zorg in NoordNederland behouden blijft. Centrumvorming is ook aan de orde bij transplantatiegeneeskunde, vanouds een belangrijk speerpunt van het UMCG, met interne betrokkenheid van vele samenwerkende disciplines. Naar de buitenwereld zal transplantatiegeneeskunde zich onder de noemer van een UMCG Transplantatiecentrum meer eenduidig presenteren, onder ander via een eigen website.


Het Universitair Centrum Psychiatrie (UCP) staat aan de vooravond van een omvangrijk traject waarbij de huidige huisvesting wordt vervangen door nieuwbouw. Tegelijkertijd heroriënteert de afdeling zich op haar kernactiviteiten als derde lijn centrum en de eigen mogelijkheden die daarnaast ook liggen in eerste en anderhalf lijn psychiatrische interventies en zorg. Binnen het Beatrix Kinderziekenhuis staat het doorontwikkelen centraal van de concentratiegebieden waarin erkenning is verkregen van het Ministerie van VWS en/of de NFU: aangeboren hartafwijkingen, transplantaties (lever, darm, long), diabetes en cystic fibrose. Zo zal onder andere medio 2013 een transplantatie-verpleegafdeling worden geopend waar de zorg voor kinderen voor of na een orgaantransplantatie zal worden geconcentreerd. Binnen de Kinderoncologie zal de samenwerking met de regio geconcentreerd worden in een Managed Clinical Network met een geselecteerd aantal ziekenhuizen. Het borgen van kwaliteit en veiligheid voor patiënten tijdens hun levensloop krijgt hierbij extra aandacht. In dit kader zal dan ook de afstemming met de niet-academische partners en UMCGzorgverleners voor volwassen patiënten (transitie) worden versterkt. In 2013 wordt de Satellietapotheek binnen het Beatrix Kinderziekenhuis geopend, waardoor de kwaliteit en veiligheid van medicatietoediening verder kan worden geprofessionaliseerd en vergroot. Op advies van de kwartiermakersgroep Acute Zorg Keten realiseert het UMCG een Acute Opname Afdeling (AOA), waar spoedpatiënten maximaal 48 uur verblijven voordat zij naar een medische afdeling óf naar huis gaan. De AOA betrekt tijdelijke huisvesting omdat de Centrale Spoed Opvang zelf wordt verbouwd én uitgebreid. In de peri-operatieve keten zoekt een kwartiermakersgroep met vele kleine pilot-projecten naar verdere optimalisaties. Gevoed door de ‘werkvloer’, wordt er nagedacht over de noodzakelijke nieuwbouw van OK’s, de ICV en in relatie daarmee het ODBC. Eind 2012 kwam daarover een visie gereed, die in 2013 vertaald wordt in een programma van eisen. In reactie op het sluiten van de SEH in Dokkum, heeft het UMCG op verzoek van zorgverzekeraar De Friesland de traumahelikopter beschikbaar gesteld voor ambulancevluchten. Op deze wijze is voor de inwoners van Noordoost-Friesland acute zorg gegarandeerd. Het UMCG is in Noord Nederland voortrekker en regisseur bij de organisatie van lokale netwerken rondom ouderen, hun zorgbehoefte en de daarop af te stemmen zorg. Een en ander komt mede voort uit het Nationaal Programma Ouderenzorg. De aanpak gaat uit van participatie, regie en zelfmanagement van ouderen, en van een geïntegreerde aanpak waarin wonen, welzijn en zorg een continuüm vormen. Dat vergt bij lokaal de traditionele zorginstellingen en –leveranciers een veranderingsproces, zowel in cultuur als in structuur.


Het voornemen is een (virtueel) Kenniscentrum Ouderenzorg Regio Noord in te richten, dat de lokale netwerken gaat ondersteunen en faciliteren. Het kenniscentrum heeft ook een verbindende functie ten aanzien van research en development tussen de multidisciplinaire onderzoeksgroepen van UMCG en RuG (Healthy Ageing, Population and Society) en de handelingspraktijk. Onderzocht wordt of het kenniscentrum functioneel ondergebracht kan worden bij het Healthy Ageing Network Northern Netherlands. 8.7 Regionalisering: concentratie en spreiding van zorg De vraag is wat het UMCG in de toekomst aan peri-operatieve capaciteit en acute zorg capaciteit nodig heeft. Dit houdt verband met de ontwikkelingen in de zorgvraag en -zwaarte in Noord Nederland en welk aandeel overige ziekenhuizen daarin (nog) kunnen nemen, in elk geval in de basiszorg. In 2011 en 2012 sloot het UMCG daarom een intentie-overeenkomst met de Ommelander Ziekenhuisgroep en samenwerkingsovereenkomsten met de Zorggroep Leveste Middenveld, de Antonius Zorggroep en met het Martini Ziekenhuis. Er wordt nu uitwerking gegeven aan de mogelijkheden voor concentratie en spreiding van zorg. De samenwerking krijgt daarbij onder andere vorm in Managed Clinical Networks (MCN’s). De intentie is om samen met de Ommelander Ziekenhuisgroep te komen tot de bouw van een nieuw ziekenhuis bij Scheemda-West aan de A7, waarbij beide zorgpartners hun zorgportfolio nader zouden kunnen afstemmen. Bij het Martini Ziekenhuis betreft de samenwerking ook het optimaliseren en uitbreiden van het Logistiek Centrum Eemspoort. Met de zorgverzekeraars komen de mogelijkheden en consequenties aan bod van deze nieuwe, aanstaande configuratie van zorg in Noord-Nederland. Deze verzekeraars worden door het UMCG bij ontwikkelingen betrokken. Zij baseren mede hierop de invulling van hun eigen regiovisies, die uiteindelijk grote invloed zullen hebben op de betaalbaarheid van het gehele UMCG-portfolio. Menzis heeft het UMCG in dat kader expliciet gevraagd een bijdrage te leveren aan de continuïteit en kwaliteit van de ziekenhuiszorg in Oost-Groningen. Het UMCG en het OZG werken daarom de intentie uit om samen een nieuw A7- ziekenhuis te realiseren, dat dan de bestaande ziekenhuizen in Delfzijl en Winschoten zal vervangen. Essentieel hierbij is de relatie tussen dit nieuwe ziekenhuis en de eerste lijn. Via het concept van anderhalve lijnszorg wordt getracht dit nieuwe ziekenhuis deel te laten zijn van een nieuw zorglandschap in Oost-Groningen.


9. Toekomst De komende jaren worden additionele kortingen van overheidswege verwacht, vergezeld van een toenemende druk om tot ver in detail transparant te zijn. Het UMCG zal daarom voor de komende periode een sluitende meerjarenbegroting gaan hanteren. Volgens de investeringsplannen vinden in de jaren 2013 t/m 2015 extra investeringen plaats voor nieuwbouw, verbouw en ICT (waaronder de vervanging van ZIS/EPD). In totaal wordt voor deze drie jaren een investeringsvolume begroot van circa € 260 mln. Deze plannen zijn voor de lange termijn financieel gedekt. Voor een belangrijk deel levert het omvangrijke programma van het UMCG rond kwaliteit en patiëntveiligheid een bijdrage aan die gevraagde transparantie. Financieel doorloopt het UMCG een omvangrijk bezuinigingsprogramma met sturing op doelmatiger werken, het realiseren van inkoopvoordelen en nieuwe funding. Hierbij wordt gebruik gemaakt van onder meer de Lean Six Sigma methode om werkprocessen bedrijfsmatig door te lichten en waar nodig te veranderen. Met name bij het onderzoek en onderwijs (O&O) ligt een sterke focus op het laten renderen van investeringen in infrastructuur en het valoriseren van vindingen. Het vermarkten van ideeën en het daarmee verhogen van de opbrengsten geldt nu en de komende jaren als belangrijk speerpunt. Tot slot Het UMCG heeft voor 2013 en volgende jaren een goede uitgangspositie. De grote inzet van alle medewerkers heeft het afgelopen jaar laten zien dat we ondanks onzekerheden de toekomst met vol vertrouwen tegemoet kunnen zien. We zijn ervan overtuigd dat het UMCG als vooraanstaand ziekenhuis en kennisinstituut bij uitstek kan blijven bijdragen aan de wens tot Healthy Ageing voor iedereen en daarbij de inwoners van Noord-Nederland een volledig en kwalitatief goed zorgaanbod kan blijven bieden. Zo kunnen we blijven ‘Bouwen aan de Toekomst van Gezondheid’.


Bijlage I Nevenfuncties Raad van Toezicht en Raad van Bestuur


Nevenfuncties leden Raad van Toezicht per 31 december 2012 J.G.M. Alders • Voorzitter Energie Nederland • Voorzitter bestuur Pensioenfonds Zorg en Welzijn • Lid Raad van Toezicht Rijksuniversiteit Groningen • Voorzitter Raad van Commissarissen van de Lotto • Voorzitter Raad van Commissarissen AOG • Voorzitter Raad van Toezicht FORUM • Lid Raad van Commissarissen Lysias • Lid Dagelijks Bestuur VNO/NCW • Voorzitter Alderstafels voor de vliegvelden Schiphol, Eindhoven en Lelystad • Voorzitter commissie Shared Vision KLM – Schiphol • Kwartiermaker Omgevingsraad Schiphol • Voorzitter Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu (I&M) • Voorzitter RvT Stichting TKI Biobased Economy • Voorzitter Strategische Adviesraad Energie van TNO Prof. dr. L. Koopmans • Emeritus hoogleraar Economie van de gezondheidszorg (RUG) • President-commissaris Rabobank Nederland • President-commissaris Arriva Nederland • President-commissaris Siers groep • President-commissaris TSS • Voorzitter bestuur stichting TBI • Bestuurder Unilever Trust Office • Voorzitter Raad van Toezicht Fries Museum en Princessehof


Prof. dr. B. Witholt • Emeritus hoogleraar Biologie (ETH Zurich) • Oprichter Biosa BV • Partner Imenz Bio engineering BV • Lid Raad van Toezicht Gilde Healthcare Fonds • Lid adviesraad Noord Tech Venture • Adviseur Lifesciences programma’s ministerie ELI • Lid jury DSM sciences and technology awards, Zwitserland • Lid internationale adviescommissie VSNU • Lid NWO Commissie Roadmap grote projecten • Gast onderzoeker Laboratory for Organic Chemistry, ETH Zurich Mw. prof. dr. H.J. Völker-Dieben • Emeritus hoogleraar Oogheelkunde (VUmc) • Voorzitter stichting Erfgoed Oud-Poelgeest Mw. mr. L. Lindner • Lid Raad van Commissarissen Neerlands Glorie Conserven BV • Lid Raad van Commissarissen Buitenfood BV • Lid Raad van Commissarissen Tichelaars Koninklijke Aardewerk- en Tegelfabriek BV


Nevenfuncties leden Raad van Bestuur Mr. J.F.M. Aartsen per 31-12-2012 Gelieerde organisaties (onderdeel van geconsolideerde jaarrekening): • Aandeelhouder Stichting UMCG Ambulancezorg • Voorzitter Bestuur Stichting Zorgaanbod Hanzekliniek • Voorzitter Bestuur Stichting Thomassen a Thuessink Niet-gelieerde organisaties: • Lid Bestuur Nederlandse Federatie van UMC’s (NFU) • Voorzitter Bestuurscommissie Sturing en Financiering (NFU) • Lid Raad van Commissarissen Ambulancezorg Fryslân BV • Voorzitter Stichting UMC Groningen Thuis • Lid Stuurgroep Ouderenzorg • Lid Dagelijks Bestuur LNAZ (landelijk netwerk acute zorg) • Lid Beraadsgroep Acute Zorg (VWS) • Lid Stuurgroep Akkoord van Groningen Prof. dr. F. Kuipers per 31-12-2012 Functies samenhangend met de hoofdfunctie: Gelieerde organisaties (onderdeel van geconsolideerde jaarrekening): • Voorzitter Stichting Erfelijkheidsvoorlichting • Lid Stichting Triade Niet gelieerde organisaties: • Lid Bestuurscommissie Onderwijs en Onderzoek (O&O, NFU) • Lid Supervisory Board LifeLines • Lid Economic Advisory Board LifeLines • Lid Regiegroep Agri-Food and Innovation • Lid Supervisory Board Center for Translational Molecular Medicine (CTMM) • Lid Stuurgroep CardioVasculair Onderzoek Nederland (CVON) • Lid Advisory Board Nelson Stichting • Lid Scientific Supervisory Board Robert & Arlene Kogod Center for Aging Research,

Mayo Clinic, Rochester, MN, USA


Drs. Fr.C.A. Jaspers per 31-12-2012 Gelieerde organisaties (onderdeel van geconsolideerde jaarrekening): • Voorzitter Stichting Thomassen à Thuessink • Voorzitter Stichting Triade • Lid Stichting Regionale Ambulance Voorziening UMCG (RAV/AZG) • Voorzitter Stichting Zorgaanbod Hanzekliniek • Secretaris Bestuur Stichting Hanzepoort • Lid Raad van Commissarissen UCEC BV (Universitair Centrum Esthetische Chirurgie) Niet gelieerde organisaties: • Voorzitter Bestuurlijk Overleg Onderwijs- en Opleidingsregio Noord en Oost-Nederland

(OOR NO)

• Voorzitter College Medische Vervolgopleidingen (NFU) • Lid Commissie Internationale Zaken (NFU) • Vice-voorzitter Bestuurscommissie Opleidingen & Patiëntenzorg (O&P)/NFU) • Voorzitter Stichting Business Generator Groningen • Voorzitter Stichting Hanzeplein, Academie voor Gezondheidszorg, Groningen • Voorzitter Stichting Nederlands Instituut voor de Accreditatie van de Zorg,

Raad van Commissarissen

• Vice-voorzitter Stichting Healthy Ageing Network Northern Netherlands,

Raad van Toezicht

• Lid College Geneeskundige Specialismen (KNMG) • Lid Museumcommissie van het Universiteitsmuseum van de RUG • Lid Stichting Kinderoncologie Groningen • Voorzitter Stichting LifeLines Supervisory Board • Lid Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in Opleiding, Raad van Advies

(LVAG) • Lid Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen, Raad van Advies (NVSHA) • Voorzitter Stichting Opleiding Ziekenhuis Geneeskunde (SOZG) • Lid Stuurgroep Zernike Science Park • Lid Bestuurlijk Netwerk C4Youth • Lid Programmaraad Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) • Lid Stichting Platform voor Groningen Architectuur en Stedenbouw (GRAS) • Voorzitter Stuurgroep Architecture in Health: Innovatieplatform Architectuur en Zorg • Lid Comité van Aanbeveling Luthmann Lezingencyclus Radio Kootwijk • Reviewer HERD • Lid Aufsichtsrat Universitätsklinikum Carl Gustav Carus Dresden


• Lid Raad van Advies Avicenna • Lid Raad van Commissarissen Groningen Airport Eelde • Voorzitter NFU Stuurgroep PAZO (Palliatieve Zorg) • Voorzitter LSH Taskforce European Connection (VWS)


Bijlage II Jaarrekening 2012

47 Jaarrekening 2012 UMCG

1 Geconsolideerde jaarrekening 2012


1.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2012 1.1 GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 (na resultaatbestemming) (na resultaatbestemming) Ref. ACTIVA

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa

1.5.1 1.5.2 1.5.3

208 476.497 7.346 484.051

0 470.607 5.722 476.329

Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van dbc's/ dbc zorgproducten Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Vordering uit hoofde van de transitieregeling Effecten Liquide middelen Totaal vlottende activa

1.5.4 1.5.5 1.5.6 1.5.7 1.5.8 1.5.9 1.5.10

7.795 35.510 311.324 4.503 1.560 0 104.687 465.379

5.758 79.386 177.213 66.745 0 0 65.519 394.621

949.430

870.950

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

3.475 140.712 45.321 189.508

3.475 126.841 41.220 171.536

0 107.256 107.256

0 103.034 103.034

Totaal activa

PASSIVA Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen

1.5.11

Voorzieningen Voorzieningen uit hoofde van marcobeheersingsinstrument Overige voorzieningen Totaal voorzieningen

1.5.12

Langlopende schulden

1.5.13

272.716

287.134

Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Schulden uit hoofde van transitieregeling Schulden uit hoofde van marcobeheersinstrument Kortlopende schulden en overlopende passiva

1.5.7 1.5.8 1.5.14 1.5.15

4.113 36.539 0 339.298 379.950

0 0 0 309.246 309.246

949.430

870.950

Totaal passiva


1.2 Geconsolideerde resultatenrekening 1.2 GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012over 2012 Ref.

2012

2011

x 1.000

x 1.000

96.519 170.231 321.560 -34.979 6.328 77.428 77.321 48.486 87.797 26.000 5.389 141.839

505.067 0 54.295 0 0 76.631 79.744 46.246 86.027 27.926 5.276 99.077

1.023.919

980.289

642.596 45.588 0 306.460

616.526 56.221 1.018 287.976

Som der bedrijfslasten

994.644

961.741

BEDRIJFSRESULTAAT

29.275

18.548

-10.833

-10.452

18.442

8.096

0

0

18.442

8.096

BEDRIJFSOPBRENGSTEN Wettelijk budget aanvaardbare kosten Omzet DBC's/ DBC zorgproducten A segment Omzet DBC's/ DBC zorgproducten B segment Opbrengsten uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag Beschikbaarheidsbijdragen vaste segment Bijdrage werkplaatsfunctie Bijdrage RUG Opleidingsfonds Academische component Niet gebudgetteerde zorgprestaties Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten

1.9.1 1.9.2 1.9.3 1.9.4 1.9.5 1.9.6.1 1.9.6.2 1.9.7 1.9.8 1.9.9 1.9.10 1.9.11

Som der bedrijfsopbrengsten

BEDRIJFSLASTEN Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten

Financiële baten en lasten

1.9.12 1.9.13 1.9.14 1.9.15

1.9.16

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR

1.9.17

RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld:

Algemene reserves Bestemmingsreserves

2012

2011

x 1.000

x 1.000

17.469 973

-12.304 20.400

18.442

8.096


1.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2012 1.3 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT OVER 2012 2012 x 1.000

x 1.000

2011 x 1.000

x 1.000

Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen - aanpassing eigen vermogen

29.275

48.156 4.222 -470

18.548

61.770 16.787 -62 51.908

Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - onderhanden werk dbc's - vorderingen - vorderingen/schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk -overschot - vorderingen/schulden uit hoofde van transitieregeling - kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen)

-2.037 43.876 -134.111

-432 -19.147 -53.367

66.355 34.979

-110 0

30.724

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Waardeveranderingen financiële vaste activa

78.495

50.208 39.786

-22.848

120.969

74.195

761 -11.594 0

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

1.852 -12.322 18 -10.833

-10.452

110.136

63.743

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen immateriële vaste activa Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Mutaties in financiële vaste activa: - mutaties in deelnemingen - mutaties in leningen

-208 -55.014 968

0 -43.952 206

-579 -1.045

-556 8.347

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten

-55.878

-35.955

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden

0 -15.090

25.000 -16.782

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten

-15.090

8.218

Mutatie geldmiddelen

39.168

36.006


1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 1.4.1 Algemeen Algemene informatie Naam verslagleggende instelling: Vestigingsplaats: Adres: Korte beschrijving hoofdactiviteiten:

Universitair Medisch Centrum Groningen Groningen Hanzeplein 1, Groningen Uitvoeren onderzoek, leveren patiëntenzorg, het bieden van onderwijs en opleiding en valorisatie

Consolidatie In de jaarrekening zijn overeenkomstig uniforme grondslagen volgens de integrale methode, de cijfers van de publiekrechtelijke rechtspersoon Academisch Ziekenhuis Groningen en de daaraan verbonden groepsmaatschappijen opgenomen. De reden om over te gaan tot consolidatie is de beleidsbepalende invloed die het UMCG in de genoemde rechtspersoon kan uitoefenen. Daar waar consolidatie heeft plaatsgevonden van besloten vennootschappen is het geplaatste aandelenkapitaal van deze BV's volledig of in meerderheid in eigendom van de entiteit waarin zij zijn opgenomen. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de volgende rechtspersonen betrokken: Academisch Ziekenhuis Groningen Hanze Stichting Stichting Academische Huisartsenpraktijk (tot en met 2011) Stichting Thomassen à Thuessink Stichting BEA (Bewegen en Ademhalen) B.V. Beatrixoord (vanaf 2012) Stichting Duizendpoot Stichting voor Erfelijkheidsvoorlichting Stichting Prenatale Screening Noord-Oost Nederland Stichting Pathologisch Laboratorium Assen/Emmen Stichting RAV UMCG waarin opgenomen: RAV UMCG B.V. Stichting Triade waarin opgenomen: Hanzeholding B.V. waarin opgenomen: Hanzepoort B.V. Hanzeborg B.V. Hanzeadministraties B.V. Hanzezorg B.V. waarin opgenomen: Hanzevision B.V. Stichting Zorgaanbod Hanzekliniek GIL Bravo '96 B.V. GIL Bravo '99 B.V. GIL Bravo '01 B.V. GIL Bravo '02 B.V. Verloskundige Stadspraktijk B.V. UMCG Services B.V. (51% belang) Universitair Centrum Esthetische Chirurgie B.V. UMCG Research B.V.

Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Dilgtweg 5 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Vriezerweg 10

Groningen Groningen Groningen Groningen Haren Groningen Groningen Groningen Groningen Groningen Tynaarlo

Vriezerweg 10 Hanzeplein 1

Tynaarlo Groningen

Hanzeplein 1

Groningen

Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1

Groningen Groningen Groningen Groningen

Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1 Hanzeplein 1

Groningen Groningen Groningen Groningen Groningen Groningen Groningen Groningen Groningen Groningen


1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 1.4.1 Algemeen Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening 2012 is opgesteld overeenkomstig de Regeling Verslaggeving WTZi en de relevante stellige uitspraken uit de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving) en uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Met ingang van 2005 werken het Academisch Ziekenhuis Groningen (AZG) en de Faculteit der Medische Wetenschappen (FMW), onderdeel van de Rijksuniversiteit Groningen (RuG), samen in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). In 2007 heeft deze samenwerking verder gestalte gekregen door een volledige financiële samenvoeging van het AZG en de FMW. Dit kwam ondermeer tot uitdrukking in de rechtspositionele overgang van FMW-medewerkers naar het AZG, alsmede een integratie van de overige financiële stromen. Dientengevolge zijn de financiële cijfers van de FMW met ingang van het boekjaar 2007 opgenomen in de jaarrekening van het UMCG. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van de grondslagen voor de waardering en de resultaatsbepaling van het UMCG en zijn ongewijzigd ten opzichte van vorig jaar. De financiële gegevens van de hiervoor vermelde rechtspersonen met een 100% belang zijn volledig in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen onder eliminatie van de onderlinge verhoudingen en transacties. Bij een belang kleiner dan 100% zijn de financiële gegevens opgenomen naar rato van het belang. Transacties met verbonden partijen Er zijn met verbonden partijen geen transacties gesloten op niet-zakelijke grondslag. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat de Raad van Bestuur zich oordelen vormt, schattingen maakt en veronderstellingen doet die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en de hoogte van verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. 1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva De toelichtingen op de mutaties in de balans en de resultatenrekening staan vermeld in de enkelvoudige jaarrekening, behalve bij toelichtingen op mutaties van groepsmaatschappijen. Deze staan vermeld in de geconsolideerde jaarrekening. Toelichtingen in de balans en resultatenrekening zijn in de jaarrekening genummerd. Activa en passiva Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, (verstrekte) leningen en andere financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Deze posten worden gewaardeerd op nominale waarde rekening houdend met eventuele oninbaarheid of incourantheid. Rente- en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij de meeste leningen is sprake van een vast rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Het UMCG heeft derhalve als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.


1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Immateriële vaste activa en materiële vaste activa De immateriële en materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingstermijnen van immateriële en materiële vaste activa zijn gebaseerd op de verwachte gebruiksduur van het vast actief. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen en op onderhanden projecten en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De afschrijvingspercentages zijn toegelicht in de mutatieoverzichten van de materiële vaste activa. Voor zover subsidies of daaraan gelijk te stellen vergoedingen zijn ontvangen als eenmalige bijdrage in de afschrijvingskosten, zijn deze in mindering gebracht op de investeringen. Materiële vaste activa De materiële vaste activa die op basis van OCW- of DHAZ- convenant, dan wel WZV- vergunning of WTG zijn gefinancierd, zijn gewaardeerd tegen aanschaffings-, vervaardigings- of goedgekeurde kosten minus jaarlijkse afschrijvingen met vaste percentages van die kosten conform de desbetreffende beleidsregels, danwel berekend over de geschatte (kortere) economische levensduur. De materiële vaste activa die behoren tot de niet OCW/DHAZ/WZV/WTG- gefinancierde vaste activa zijn gewaardeerd tegen aanschaffingskosten dan wel lagere bedrijfswaarde. Daarbij zijn de materiële vaste activa die met bijdragen van derden dan wel eigen financiering zijn bekostigd, volgens de netto methode in de balans gepresenteerd. De afschrijvingspercentages die gebruikt zijn, staan vermeld in de toelichting op de geconsolideerde balans in de mutatieoverzichten meteriële vaste activa. Mede vanwege de publieke functies van umc's hebben umc's en de betrokken ministeries (VWS en OCW) eind 2003 een convenant DHAZ (Decentralisatie Huisvesting Academische Ziekenhuizen) gesloten. Op basis van dit convenant zijn sindsdien de kapitaallasten van de umc's gefinancierd, naast de dekking vanuit het B-segment en de overige opbrengsten. In 2013 heeft de NZa een beleidsregel geïntroduceerd betreffende de financiering van kapitaallasten (beleidsregel CU 2099 Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg universitaire medische centra). De kapitaallasten publieke functies blijven afzonderlijk bekostigd. Het UMCG heeft bezwaar ingediend tegen de kapitaallasten opleidingfonds. De overige kapitaallasten moeten worden gedekt uit de DOT opbrengsten. Tot 2017 geldt een landelijke overgangsregeling. De investeringen in facultaire gebouwen worden gedaan door de RUG. De kapitaallasten voor deze facultaire gebouwen worden op grond van de financiële afspraken tussen UMCG en RUG dan ook betaald door de RUG. Op basis van de huidige inzichten verwacht het UMCG dat de kapitaallasten na 2012 adequaat bekostigd blijven. Vanuit DOT, overige opbrengsten en de bekostiging van de publieke functie worden voldoende middelen verwacht om toekomstige kapitaallasten te kunnen dekken. Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Uit de berekening 2012 is naar voren gekomen dat geen bijzondere waardevermindering noodzakelijk is. Om deze reden heeft in 2012 geen afwaardering (impairment) plaatsgevonden van de vaste activa. In 2011 is in verband met de aanstaande nieuwbouw van het Universitair Centrum Psychiatrie (UCP) wel een impairment ad 1 miljoen toegepast op de huidige gebouwen, die ultimo 2011 reeds leeg staan en worden gesloopt. Financiële vaste activa De tot de financiële vaste activa behorende deelnemingen zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs van de aandelen. Ten aanzien van de onder de financiële vaste activa opgenomen langlopende leningen u/g is rekening gehouden met eventueel lagere waardering uit hoofde van oninbaarheid.


1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Voorraden De voorraden zijn gewaardeerd tegen de laatst bekende inkoopprijzen, onder aftrek van een bedrag voor incourantheid, voor zover daartoe aanleiding bestaat. Voor wat betreft de waardering van de zelf geproduceerde voorraad, met name de Apotheek, zijn de daarin begrepen salariskosten geëlimineerd. Onderhanden werk dbc's/dbc zorgproducten Het onderhanden werk uit hoofde van dbc's/dbc zorgproducten worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, zijnde de kostprijs van de reeds bestede verrichtingen, of tegen de opbrengstwaarde van de dbc/dbc zorgproduct indien deze lager is. De productie van het onderhanden werk is bepaald door de openstaande verrichtingen te koppelen aan de dbc's/dbc zorgproducten die ultimo boekjaar openstonden. Er is rekening gehouden met een gereedheidspercentage van 50 procent. Op de onderhanden projecten worden de voorschotten die ontvangen zijn van verzekeraars in mindering gebracht. De waarde van de gesloten en nog niet gefactureerde dbc zorgproducten waarvoor het gereedheidspercentage 100 is, is verantwoord onder de nog te factureren bedragen. Vorderingen Bij de vorderingen is rekening gehouden met noodzakelijk geachte waarderingscorrecties in verband met oninbaarheid. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas-, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courant schulden bij banken zijn gesaldeerd opgenomen onder de liquide middelen. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Eigen vermogen - grondslagen segmentering Het eigen vermogen is gesplitst in kapitaal, collectief gefinancierd vermogen en niet collectief gefinancierd vermogen. De segmentering van het vermogen en de gesegmenteerde resultatenrekening is gebaseerd op het onderscheid tussen collectief gefinancierde rechtspersonen en niet collectief gefinancierde rechtspersonen. De collectief gefinancierde rechtspersonen zijn: UMCG (UMCG Zorg inclusief het collectief gefinancierde deel van FMW (UMCG O&O), Stichting Pathologisch Laboratorium Assen/Emmen, Stichting RAV UMCG, Stichting voor Erfelijkheidsvoorlichting, Stichting Academische Huisartsenpraktijk, Verloskundige Stadspraktijk B.V., Stichting Zorgaanbod Hanzekliniek en B.V. Beatrixoord. De overige rechtspersonen (zie pagina 8) worden aangemerkt als niet collectief gefinancierde rechtspersonen, met uitzondering van UMCG O&O dat voor een deel collectief is en voor een deel niet collectief gefinancierd is. Deze verdeling voor UMCG O&O is gebaseerd op de financieringstromen van UMCG O&O. Voorzieningen Een voorziening wordt in de balans opgenomen wanneer sprake is van: - een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en - waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en - het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. Waardering vindt plaats hetzij tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen, hetzij tegen de contante waarde van die uitgaven. In de enkelvoudige jaarrekening zijn de voorzieningen tekstueel nader toegelicht.


1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben, uitgaande van historische kosten. Verliezen worden verantwoord als deze voorzienbaar zijn; baten worden verantwoord als deze gerealiseerd zijn. De baten uit het wettelijk budget aanvaardbare kosten, omzet dbc's/dbc zorgproducten A en B segment, de bijdrage voor de werkplaatsfunctie of daarmee gelijk te stellen middelen zijn berekend aan de hand van de voorschriften voor de bekostiging of subsidiëring. De overige opbrengsten zijn gebaseerd op het gefactureerde of doorberekende bedrag voor geleverde goederen en diensten. Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. Wijziging financieringsbekostiging en daarbij behorende onzekerheden Achtergrond In 2012 zijn instellingen voor medisch specialistische zorg overgegaan van het systeem van bekostiging via budgetten op volledige prestatiebekostiging. De invoering van de prestatiebekostiging vindt plaats in de volgende stappen naar het gewenste eindmodel van volledige prestatiebekostiging: 1. Het afschaffen van de ziekenhuisbudgetten zodat ook de prijsgereguleerde prestaties van het A-segment onder prestatiebekostiging vallen; 2. Uitbreiding van het vrije segment; 3. Introductie van een vast segment met beschikbaarheidsbijdragen voor bepaalde zorgfuncties; 4. Integrale vergoeding van de kapitaalslasten in de tarieven. Met de invoering van het nieuwe bekostigingsstelsel DBC’s Op weg naar Transparantie (DOT) in 2012 zijn circa 30.000 diagnose behandeling combinaties (DBC’s) vervangen door circa 4.400 DBC-zorgproducten. De gelijktijdige overgang naar prestatiebekostiging in 2012 (meer vrije prijzen en risicodragendheid) heeft veel inzet van alle betrokken partijen gevraagd en gekregen. Sector breed is geconcludeerd dat in 2012 sprake was van een zeer complex systeem van ziekenhuisbekostiging, dat in de verschillende onderdelen onvoldoende op elkaar is afgestemd. Door de gelijktijdig doorgevoerde veranderingen in bekostiging, DOT-productstructuur en nieuwe wijze van contractering met zorgverzekeraars, gecombineerd met de invoering van prestatiebekostiging, ontstaan over 2012 sector breed onzekerheden in de jaarrekeningen en bekostigingsverantwoordingen van ziekenhuizen en UMC’s. In het eindmodel geldt prestatiebekostiging, waarin zorgaanbieders per geleverde prestatie betaald worden, op basis van integrale tarieven. Naast het vrije segment met volledig vrije prijzen resteert een gereguleerd segment met maximumtarieven voor zorg die niet geschikt is voor vrije prijsvorming. Daarnaast is er een vast segment voor zorg die met prestatiebekostiging onvoldoende geborgd zou zijn. Onder het eindmodel wordt de situatie verstaan die geldt vanaf 2014, na afloop van de transitieregulering die in 2012 en 2013 van toepassing is. Gedurende de transitiefase wordt het eindmodel al geïmplementeerd, met uitzondering van de integrale tarieven waarbij ook de honorariumcomponent in het integrale tarief is opgenomen en de gedifferentieerde kapitaallastenopslag, aangevuld met flankerend beleid. Het flankerend beleid omvat voor het UMCG een tweetal overgangsmodellen: 1. Beleidsregel CU 213 - Transitiemodel prestatiebekostiging medisch specialistische zorg (2012-2013 ) 2. Beleidsregel CU 2099 - Beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg universitaire medische centra i.c.m. garantieregeling kapitaallasten (2011-2016 )

Transitiemodel Per 2012 is de budgettering in de medisch specialistische zorg afgeschaft en geldt prestatiebekostiging ook voor prestaties van het A-segment. De overgang van gedeeltelijke budgetbekostiging naar prestatiebekostiging brengt voor gebudgetteerde instellingen systeemrisico’s met zich mee. Met het transitiemodel zoals dat is gedefinieerd, worden de systeemrisico’s van de overgang van budgetbekostiging naar volledige prestatiebekostiging deels ondervangen.


1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling De systeemrisico’s worden opgevangen door eenmalig een transitiebedrag vast te stellen per ziekenhuis op basis van het verschil tussen de schaduwomzet en bijbehorende DOT-omzet (prestatiebekostiging) in 2012. Het transitiebedrag wordt in 2012 voor 95% verrekend en in 2013 voor 70% van het berekende bedrag van 2012. In essentie is de doelstelling van het transitiemodel een demping van de overgang van budgetbekostiging naar prestatiebekostiging. Belangrijk is dat het schaduw FB aangrijpt op het A-segment van 2011. Dit betekent concreet dat het deel van het A-segment, dat in 2012 is overgeheveld naar het B-segment, ook meetelt in de berekening van het transitiebedrag. De zorg die vóór 2012 tot het B-segment werd gerekend blijft daarentegen buiten beschouwing bij de berekening van het transitiebedrag. Er is voor dit segment dus geen sprake van een vangnet voor de wijzigingen in de productstructuur.

Gevolgen invoering prestatiebekostiging en transitiemodel De invoering van de prestatiebekostiging en het transitiemodel heeft binnen en buiten de sector de afgelopen tijd tot veel discussies geleid wat betreft de verantwoording van de omzet, en gerelateerde balansposten in de jaarrekening van instellingen die medisch specialistische zorg leveren. Over eventuele verantwoording- en controlevraagstukken waar de instellingen tegenaan zijn gelopen bij het opstellen en controleren van de jaarrekening 2012 en deelverantwoordingen is tussen partijen (VWS, NZa, NFU, NVZ, ZN en Coziek) periodiek overleg geweest ter invulling van generieke standpunten ten aanzien van generieke sectorbrede onduidelijkheden.

Hanteren handreiking bepaling omzet Aanvankelijke onduidelijkheden in de normstelling voor de bepaling respectievelijk de nacalculatie van het schaduwbudget, alsmede in de goedkeuring hiervan door de NZa hebben in 2012 geleid tot onzekerheid over de omzet. Zoals reeds hiervoor aangegeven bepalen schaduwbudget en gefactureerde omzet de (positieve of negatieve) compensatie in de vorm van het berekende transitiebedrag. De NZa heeft via de Handreiking omzetverantwoording 2012 geëxpliciteerd wat wel en niet mag worden meegerekend in de bepaling van het schaduwbudget. Het UMCG heeft bij de bepaling van het schaduwbudget de handreiking in acht genomen.

Geïdentificeerde risico's en onzekerheden Vanuit bovenstaande veranderingen zijn in het veld diverse risico’s en onzekerheden geïdentificeerd. De belangrijkste voor onze bedrijfsvoering alsmede de wijze waarop met schattingen, onzekerheden en aannames in de jaarverantwoording 2012 is omgegaan betreffen de volgende: Eenmalig effect transitiemodel Het transitiemodel is bedoeld om effecten van de overgang naar de nieuwe DOT bekostiging te mitigeren. In de productstructuur waren begin 2012 nog diverse onvolkomenheden waardoor sprake was van een doorontwikkelagenda in 2012. Op basis hiervan heeft het UMCG een aanneemsom of zorgkostenplafond afgesproken met zorgverzekeraars. Uitgangspunt bij het transitiemodel is dat de systeemwijzing niet bedoeld is als een kortingsmaatregel. Bij het UMCG leidt de toepassing van het transitiemodel wel tot een systeemfout waardoor een transitieschuld ontstaat. De transitieschuld is in 2012 o.a. ontstaan door een schaduwbudget dat lager ligt dan de zorgafspraken met alle gecontracteerde zorgverzekeraars. Daarnaast is sprake van een schadelastschuif welke de transitieschuld veroorzaakt. In het transitiebedrag is de opbrengst van de doorloop DBC's uit 2011 (geopend in 2011 en gesloten in 2012) meegenomen. Deze doorloop is aanzienlijk hoger dan de doorloop DBC zorgproducten 2012 in 2013 (geopend in 2012 en gesloten in 2013); effect van ruim 20 miljoen (A segment). Deze schuif (naast een deel overdekking waarvoor transitie bedoeld is) is een onbedoeld neveneffect van de transitiebekostiging waarvoor nog overleg plaatsvindt met belanghebbenden op landelijk niveau, waardoor de transitieschuld 2013 slechts voor 75% is opgenomen. Segmentering productie Toewijzing van DBC-zorgproducten aan de segmenten A, B oud en B nieuw ten behoeve van de bepaling van het transitiebedrag vindt plaats op basis van door de NZA vastgestelde tabellen. Ten aanzien van de toewijzing van afgesloten en gefactureerde producten aan de segmenten is de zogenaamde kruisjes tabel van de NZa gevolgd.


1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Bepaling onderhanden werk Ten aanzien van de producten opgenomen in het onderhanden werk, waarvan de uiteindelijke zorgproducten ultimo 2012 nog niet zeker zijn, heeft het management een inschatting gemaakt op basis van een fractietabel. Het onderhanden werk betreft de waarde van de openstaande dbc zorgproducten voor het A-segment en B-segment. Voor zowel berekening van het A- en B-segment is een gemiddelde verkoopprijs per zorgverzekeraar gehanteerd. Voor beide segmenten is rekening gehouden met een gereedheidpercentage van 50. Onjuiste facturatie Gedurende 2012 hebben materiële controles plaatsgevonden bij het UMCG. Ondanks zorg voor een adequate AO/IC zijn bij deze materiële controles beperkte fouten geconstateerd. Het effect van de verwachte materiële controles door de verzekeraars over de in het jaar 2012 geleverde zorg is meegenomen in de bepaling van de opbrengstverantwoording in de jaarrekening en het transitiebedrag. Als gevolg van deze verwachte materiële controles over de DOT facturatie 2012 is een correctie op de omzet toegepast van EUR 1,8 miljoen in het transitiebedrag (A segment) en 0,2 miljoen voor B-segment. Dit bedrag is geschat op basis van analyse van historische data (voorgaande vijf jaar). Zorgcontractering Door UMCG zijn uit hoofde van de zorgcontractering 2012 met zorgverzekeraars afspraken gemaakt over de zorgverlening op schadelastjaar. Daarbij is een inschatting gemaakt van de verwachte realisatie van deze contractafspraken. Met de uitkomsten van deze analyse is rekening gehouden bij de bepaling van de opbrengstverantwoording 2012. Pensioenen Het UMCG heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende medewerkers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij het UMCG. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij bedrijfstakpensioenfonds ABP. Het UMCG betaalt hiervoor premies, waarvan 2/3 door de werkgever wordt betaald en 1/3 door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand ultimo maart 2013 is de dekkingsgraad van ABP 101%. In 2014 dient het pensioenfonds een dekkingsgraad van tenminste 105% te hebben. Om dit te kunnen bereiken is per 1 april 2012 door ABP de pensioenpremie verhoogd met 2% als gevolg van het herstelplan. De premieverhoging geldt in eerste instantie voor 2012 en 2013. Het UMCG heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen ingeval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. Om die reden heeft het UMCG alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Voor de personeelsbeloningen en pensioenen is het uitgangspunt dat de in het boekjaar te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Overige De rechten en verplichtingen uit hoofde van meerjarige financiële contracten, zoals huurcontracten, zijn niet in de balans geactiveerd en gepassiveerd. De hieruit voortvloeiende lasten zijn onder de bedrijfslasten verantwoord. 1.4.4 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode.


1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2012 1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA 1.5.1 Immateriële vaste activa 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

208

0

De specificatie is als volgt: CO emissierechten

2012

2011

x 1.000

x 1.000

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen

0 208 0

13.220 0 -13.220

Boekwaarde per 31 december

208

0

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa

340.685 55.044 73.221

340.668 59.491 65.353

7.547

5.095

Totaal materiële vaste activa

476.497

470.607

Het verloop van de immateriële vaste activa is als volgt weer te geven:

1.5.2 Materiële vaste activa De specificatie is als volgt:

2012

2011

x 1.000

x 1.000

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Af: desinvesteringen

470.607 55.014 -48.156 0 -968

475.411 43.952 -46.884 -1.666 -206


476.497

470.607

Het verloop van de materiële vaste activa is als volgt weer te geven:

Naast de investeringen in de enkelvoudige jaarrekening (zie hoofdstuk 2.4.2) zijn er investeringen gedaan onder meer door de groepsmaatschappijen Stichting RAV/UMCG ( 2,8 miljoen in inventarissen en vervoermiddelen) en de Stichting Triade ( 1,3 miljoen in inventarissen en diverse installaties, onder andere een parkeersysteem en laboratoriuminstallaties).


1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2012 1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA 1.5.3 Financiële vaste activa 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Deelnemingen Overige vorderingen

3.922 3.424

3.343 2.379

Totaal financiële vaste activa

7.346

5.722

De specificatie is als volgt:

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven: 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Boekwaarde per 1 januari Bij: kapitaalstorting Bij: verstrekte leningen Bij: renteopbouw Af: waardeveranderingen Af: aflossingen Bij: overige (herrubricering vanuit overige vorderingen)

5.722 572 793 16 -39 -213 495

13.513 564 928 25 -8 -9.300 0


7.346

5.722

De mutaties kapitaalstorting en verstrekte leningen betreffen hoofdzakelijk mutaties in de deelnemingen van Stichting Triade. De mutaties voorzover die het UMCG betreffen, zijn toegelicht in de enkelvoudige jaarrekening. 1.5.4 Voorraden 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Medische middelen Voedingsmiddelen Overige voorraden

6.400 120 1.275

4.283 110 1.365

Totaal voorraden

7.795

5.758

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Onderhanden werk DBC's/DBC zorgproducten A-segment Onderhanden werk DBC's/DBC zorgproducten B-segment Af: ontvangen voorschotten

42.541 37.728 -44.759

94.664 17.000 -32.278

Totaal onderhanden werk

35.510

79.386


1.5.5 Onderhanden werk uit hoofde van dbc's /dbc zorgproducten De specificatie is als volgt:

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de enkelvoudige jaarrekening.


1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2012 1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA 1.5.6 Vorderingen en overlopende activa 31-dec-12

31-dec-11


x 1.000

x 1.000

Vorderingen op debiteuren Nog te factureren Vooruitbetaalde posten Nog te ontvangen posten Overige vorderingen en overlopende activa

149.156 146.269 1.751 11.778 2.370

90.764 62.908 2.109 19.924 1.508

Totaal vorderingen en overlopende activa

311.324

177.213

Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de enkelvoudige jaarrekening. 1.5.7 Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot t/m 2009

2010

2011

2012

totaal

x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

-121

-7.185

74.051

Saldo per 1 januari Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten

-4.573

10.193 -2.375

3.542 -87.353

Subtotaal mutatie boekjaar

-4.573

7.818

Saldo per 31 december

-4.694

633

66.745 14.211

14.211 9.162 -89.728

-83.811

14.211

-66.355

-9.760

14.211

390

In aanvulling op hetgeen staat vermeld in de enkelvoudige jaarrekening geldt dat de nacalculaties voor RAV/AZG en Stichting voor Erfelijkheidsvoorlichting voor 2012 zijn opgesteld en tot en met 2011 bij de NZa zijn ingediend en verwerkt. Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

2011

2012

x 1.000

x 1.000

490.676 416.625

77.262 63.051

Totaal financieringsverschil

74.051

14.211

Waarvan gepresenteerd als:

x 1.000

Wettelijk budget aanvaardbare kosten Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget

2012

- vorderingen uit hoofde van financieringstekort - schulden uit hoofde van financieringsoverschot

4.503 4.113 390

Het bedrag van het Wettelijk budget sluit niet geheel aan met de post Wettelijk budget aanvaardbare kosten in de resultatenrekening. Dit wordt veroorzaakt doordat in 2012 alleen nog sprake is van een wettelijk budget (oude financieringssystematiek) voor het Centrum voor Revalidatie, PUK (UCP) en RAV. Budget 2012 CvR is 32,2 miljoen, PUK 17,2 miljoen en RAV 27,8 miljoen.


1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2012 1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA 1.5.8 Vorderingen uit hoofde van transitieregeling en schulden uit hoofde van transitieregeling 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Schaduwbudget (o.b.v. afspraken met zorgverzekeraars) Af: A omzet (inclusief overloop) Af: B nieuw (binnen transitiemodel = B 2012) honorariumomzet loondienst met vergoeding in schaduwbudget in B nieuw

428.453 452.167 0

0 0 0

(voorlopig) Transitiebedrag

-23.714

0


2012 x 1.000

Waarvan gepresenteerd als: - vordering uit hoofde van transitieregeling - schulden uit hoofde van transitieregeling

De transitievordering/schuld is verwerkt in: 2012 2012: 75% van transitievordering/schuld 2013

1.560 36.539 34.979 Transitie % 95% 70%

22.529 12.450 34.979

De vordering uit hoofde van de transitieregeling betreft Stichting Erfelijkheidsvoorlichting. De schuld uit hoofde van de de transitieregeling betreft UMCG Zorg. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de enkelvoudige jaarrekening.

1.5.9 Effecten 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

0

0

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Bankrekeningen Depositorekeningen Kassen en kruisposten

54.625 50.000 62

45.028 20.417 74

Totaal liquide middelen

104.687

65.519

Effecten

1.5.10 Liquide middelen De specificatie is als volgt:


1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2012 1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 PASSIVA 1.5.11 Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

3.475 140.712 45.321

3.475 126.841 41.220

Totaal eigen vermogen

189.508

171.536

Kapitaal

Kapitaal

Saldo per 1-jan-2012

Resultaatbestemming

Overige mutaties

Saldo per 31-dec-2012

x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

3.475

3.475

Collectief gefinancierd gebonden vermogen Het verloop is als volgt weer te geven: Saldo per 1-jan-2012

Resultaatbestemming

Overige mutaties


x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

Algemene reserves

42.396

15.404

-239

57.561

Bestemmingsreserves: Afschrijvingen materiële vaste activa Apparatuurfonds O&O Doelmatigheidsonderzoek Budgetreserve afdelingen/sectoren Richtlijn afschrijving inventaris Aanpassingen op het gebied van opleidingen Specifieke onderzoeksprojecten

30.795 1.411 5.971 31.147 8.955 1.041 4.000

-1.070

1.109 16

-1.109

126.841

14.110

Bestemmingsfondsen: Fondsen UMCG Fundaties Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen

29.725 1.411 3.484 33.911 11.129 1.041 2.434

-2.487 2.764 2.174 -1.566

0 16 -239

140.712

Een bedrag van 239.000 onder de overige mutaties bij de algemene reserves betreft vermogenscorrecties van een aantal groepsmaatschappijen waarvan de definitieve jaarcijfers 2011 afwijken van de cijfers die zijn verwerkt in de UMCG jaarrekening 2011. Ook bij niet collectief gefinancierd vermogen doet zich dit voor. Dit betreft met name Triade ad 209.000 (niet collectief) en opheffing Stichting Academische Huisartsenpraktijk ad 212.000 (collectief). Voor de toelichting op de mutaties van de resultaatsbestemming wordt verwezen naar de enkelvoudige jaarrekening.


1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2012 1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 PASSIVA 1.5.11 Eigen vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:

Saldo per 1-jan-2012

Resultaatbestemming

Overige mutaties


x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

Algemene reserves: Groepsmaatschappijen

27.572

2.065

-231

29.406

Bestemmingsreserves: Parkeergarages Groepsmaatschappijen

9.341 4.307

1.132 1.135

41.220

4.332

Totaal niet-collectief gefinancierd vrij vermogen

10.473 5.442 -231

45.321

Eigen vermogen

Resultaat

x 1.000

x 1.000

142.150 114 1.825 172 8.430 589

12.826 -3 14 28 1.749 115

349 4.062 28.139 7 -1 -26 -24 106 -213 182 121 3.575 -49

0 891 979 2 0 0 0 0 -177 79 50 1.938 -49

189.508

18.442

Specificatie aansluiting geconsolideerd - enkelvoudig vermogen per 31 december 2012 en het resultaat over 2012

Kernactiviteit UMCG - enkelvoudig eigen vermogen en resultaat Stichting Thomassen à Thuessink Stichting Bewegen en Ademhalen Stichting Duizendpoot Stichting voor Erfelijkheidsvoorlichting Stichting Prenatale Screening Noord-Oost Nederland Stichting Pathologisch Laboratorium Assen/Emmen Stichting RAV/AZG Stichting Triade Stichting Zorgaanbod Hanzekliniek GIL Bravo '96 B.V. GIL Bravo '99 B.V. GIL Bravo '01 B.V. GIL Bravo '02 B.V. Verloskundige Stadspraktijk B.V. UMCG Services B.V. (51%) Universitair Centrum voor Esthetische Chirurgie B.V. UMCG Research B.V. B.V. Beatrixoord

Kunstgenootschap Exploitatie sportfaciliteiten Uitlenen personeel Erfelijkheidsvoorlichting Kwaliteitsbewaking o.g.v. prenatale screening Pathologie voor andere instellingen Ambulancediensten Service organisatie Patiëntenzorg (ZBC) Lease Lease Lease Lease Verloskundige zorg Schoonmaakdiensten Esthetische Chirurgie Fondsbeheer Ergotherapie

Totaal geconsolideerd eigen vermogen en resultaat

UMCG Research B.V. heeft als kernactiviteit fondsenbeheer. Het vermogen van deze B.V. is bestemd voor o.a. onderzoeksdoeleinden en is niet vrij besteedbaar. In de vier GIL Bravo BV's en de stichting Pathologie Assen/Emmen hebben in 2012 geen activiteiten plaatsgevonden. In 2013 bestaat het voornemen de GIL Bravo's te liquideren.


1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2012 1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 PASSIVA 1.5.12 Voorzieningen Het verloop is als volgt weer te geven: Claims, geschillen en rechtsgedingen

Sociaal beleid

Groot onderhoud

Overige voorzieningen

Totaal

x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

Saldo langlopend deel per 1-1-2012 Onder de kortlopende schulden

3.846 3.035

43.769 9.059

43.195 11.600

12.224

103.034 23.694

Totaal voorzieningen per 1-1-2012 Bij: dotaties Af: onttrekkingen

6.881 1.129 -445

52.828 5.143 -9.605

54.795 11.703 -1.690

12.224 2.000 -224

126.728 19.975 -11.964

Totaal voorzieningen per 31-12-2012 Onder de kortlopende schulden

7.565 3.499

48.366 10.024

64.808 13.560

14.000 400

134.739 27.483

Saldo langlopend deel per 31-12-2012

4.066

38.342

51.248

13.600

107.256

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Langlopende schulden aan kredietinstellingen Overige langlopende schulden

201.257 71.459

215.730 71.404

Totaal langlopende schulden

272.716

287.134

Het verloop van de langlopende schulden aan kredietinstellingen is als volgt weer te geven:

2012

2011

x 1.000

x 1.000

Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen

230.819 0 -15.090

219.026 25.000 -13.207

Stand per 31 december Af: aflossingsverplichting komend boekjaar

215.729 -14.472

230.819 -15.089

Stand langlopende schulden aan kredietinstellingen per 31 december

201.257

215.730

Voor een toelichting op de voorzieningen wordt verwezen naar de enkelvoudige jaarrekening.

1.5.13 Langlopende schulden De specificatie is als volgt:


1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2012 1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 PASSIVA 1.5.13 Langlopende schulden aan kredietinstellingen

Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.) (aflossingsverplichtingen) Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Restschuld over 5 jaar

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

14.472 201.257 154.082

15.089 215.730 165.871

Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden aan kredietinstellingen wordt verwezen naar de bijlage 1.8. De aflossingsverplichtingen voor 2013 zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.

1.5.14 Schulden uit hoofde van macrobeheersinstrument 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

0

0

Schulden uit hoofde van marcobeheersinstrument

Bij het opstellen van de jaarrekening 2012 bestaat nog geen inzicht in realisatie van het mbi-omzetplafond over 2012. Het UMCG is niet in staat een betrouwbare inschatting te maken van de uit het macrobeheersinstrument voortkomende verplichting en deze te kwantificeren. Als gevolg daarvan is deze verplichting niet tot uitdrukking gebracht in de balans van het UMCG per 31 december 2012. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de enkelvoudige jaarrekening.

1.5.15 Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt:

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

1.800 32.931 14.472 7.015 27.241 9.415 3.811 43.706 458 50.659 27.483 64.739 55.568

1.932 28.339 15.089 9.364 23.965 8.357 2.616 41.763 607 41.804 23.694 64.739 46.977

339.298

309.246

Te betalen intrest Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Reservering (extra) persoonlijk budget Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld en -dagen OTO-gelden Vooruitontvangen subsidies 3e geldstroom Kortlopend deel van de voorzieningen Reservering inzake orgaantransplantaties (2006 tot en met 2011) Overige schulden Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva


1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2012 1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 1.5.16 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Verloopoverzicht investeringsruimte trekkingsrechten (Centrum voor Revalidatie) 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Nog niet bestede investeringsruimte per 1 januari Bij: indexering niet-bestede investeringsruimte Af: investeringen verslagjaar

18.890 0 757

18.545 345 0

Beschikbare investeringsruimte 31 december

19.647

18.890

Het verloop is als volgt weer te geven:

Gemelde, lopende en geplande investeringsprojecten leggen voor nagenoeg het gehele beschikbare bedrag beslag op deze investeringsruimte per 31 december 2012. Verplichtingen uit hoofde van het macrobeheersinstrument Het macrobeheersinstrument wordt door de minister van VWS ingezet om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg. Het macrobeheersinstrument is uitgewerkt in de Aanwijzing macrobeheersmodel instellingen voor medisch specialistische zorg. Jaarlijks wordt door de Nederlandse Zorgautoriteit ambtshalve een mbi-omzetplafond vastgesteld. Tevens wordt door de NZa jaarlijks een omzetplafond per instelling vastgesteld, welke afhankelijk is van de realisatie van het mbi-omzetplafond van alle instellingen gezamenlijk. Deze vaststelling vindt plaats nadat door de Minister van VWS de overschrijding van het mbi-omzetplafond uiterlijk vóór 1 december van het opvolgend jaar is gecommuniceerd. Voor 2012 is het mbi-omzetplafond door de NZa vastgesteld op 16.634 miljoen (prijsniveau 2011). Bij het opstellen van de jaarrekening 2012 bestaat nog geen inzicht in realisatie van het mbi-omzetplafond over 2012. Het UMCG is niet in staat een betrouwbare inschatting te maken van de uit het macrobeheersinstrument voortkomende verplichting en deze te kwantificeren. Als gevolg daarvan is deze verplichting niet tot uitdrukking gebracht in de balans van het UMCG per 31 december 2012. Overige Voor de locatie UMCG Radiotherapie Emmen is in 2012 een langdurig huurcontract (40 jaar) afgesloten voor een totale waarde van 18,2 miljoen (gebaseerd op huidige jaar huurprijs van 454.860, zonder indexatie). Het UMCG heeft zich als borg garant gesteld voor leningen die door RAV/AZG zijn aangegaan voor een totale restschuld van 3,2 miljoen, inclusief de contractuele aflossingsverplichtingen voor 2013. Het UMCG heeft zich verplicht om een bedrag van 0,6 miljoen bij te dragen in de kosten die de Gemeente Groningen moet maken om de riolering en kabels en dergelijke onder de Antonius Deusinglaan te verleggen als het bodenterrein verder wordt ontwikkeld.


1.5 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2012 1.5 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 1.5.17 Financiële kengetallen

2012

2011

Solvabiliteitsratio = gecorrigeerd eigen vermogen / gecorrigeerd totaal vermogen 19,6% (vermogen wordt gecorrigeerd voor immateriële vaste activa, deelnemingen en vorderingen op groepsmaatschappijen)

19,4%

Debt Service Coverage Ratio = EBITDA van het afgesloten boekjaar / jaarlijks bruto rentelasten plus aflossingen in het afgesloten boekjaar Loan To Value = totaal langlopende, rentedragende schulden als percentage van de waarde van alle onroerende zaken (gebouwen en installaties)


2,8

3,0

55%

58%

3.229

0,0%

Afschrijvingspercentage

3.229

Boekwaarde per 31 december 2012

Stand per 31 december 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen

Mutaties in boekwaarde (per saldo)

- desinvesteringen aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen

- terugname geheel afgeschreven activa aanschafwaarde cumulatieve herwaarderingen cumulatieve afschrijvingen

Mutaties in het boekjaar - investeringen - herwaarderingen - afschrijvingen - extra afschrijvingen

3.229

Boekwaarde per 1 januari 2012

5,0%

4.988 2,0%

160.204

312.567 -152.363

15.769

-5.765

-5.785

20

165.969

312.547 -146.578

x 1.000

Permanente gebouwen

-10.781

-679

-679

5.667

15.769 -10.102

x 1.000

x 1.000

3.229

Terreinvoorzieningen

Grond

Stand per 1 januari 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve afschrijvingen

1.6.1 WTZi/WMG - gefinancierde materiële vaste activa

1.6 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA

5,0%

858

-907

1.765

-88

-88

946

1.765 -819

x 1.000

Semi-perm. gebouwen

5%/10%

10.064

-9.264

19.328

5,0%

17.234

-129.445

146.679

-3.980

433

1.335

587

-433

-3.980

21.214

147.112 -125.898

x 1.000

Installaties

-1.335

-905

1.492

9.477

19.171 -9.694

x 1.000

Verbouwingen

12,5%

52.648

-129.009

181.657

7.832

30

6.596

-6.596

-12.752

20.554

44.816

167.699 -122.883

x 1.000

Inventaris

12,5%

3.885

-6.175

10.060

337

-108

-108

67

-67

-1.340

1.893

3.548

8.342 -4.794

x 1.000

Vervoermiddelen

33,3%

3.048

-34.994

38.042

374

13

1.565

-1.565

-3.583

3.944

2.674

35.663 -32.989

x 1.000

Automatisering

0,0%

4.865

4.865

3.929

3.929

936

936

x 1.000

Onderhanden projecten

261.023

-472.938

733.961

2.547

-65

-108

9.996

-9.996

-29.112

31.832

258.476

712.233 -453.757

x 1.000

Subtotaal WTZi/WMG

1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa


0,0%

-2.010

-2.010 5.893 5,0%



5.893

7.903

7.903

397

-360

-360

397

757

757

5.496

7.146 -1.650

x 1.000

Subtotaal






5.496


x 1.000

x 1.000

7.146 -1.650

Onderhanden Projecten

Trekkings rechten


1.6.2 WTZi-meldingsplichtige materiële vaste activa


5,0%

10.790

-24.478

35.268

-359

-1.969

1.610

11.149

33.658 -22.509

x 1.000

Instandhouding

0,0%

x 1.000

Onderhanden Projecten

10.790

-24.478

35.268

-359

-1.969

1.610

11.149

33.658 -22.509

x 1.000

Subtotaal

16.683

-26.488

43.171

38

-2.329

2.367

16.645

40.804 -24.159

x 1.000

Subtotaal meldingspl. activa



5,0%

0,0%

511

-511

-5.083

3.710

67.286

100.420 -33.134

x 1.000

Subtotaal niet WTZi/WMG

0,0%


2,0%

34.155

2.328

Boekwaarde per 31 december 2012 5,0%

-

955 -955

47.496 -13.341

Stand per 31 december 2012 - aanschafwaarde - cumulatieve herwaarderingen - cumulatieve afschrijvingen 884

5,0%

302

-582

27.793

5,0%

14.694

-13.099

12,5%

13.521

-9.345

22.866

12,5%

1

-14

289

33,3%

117

-172

65.118

-37.508

102.626

-2.168

-633

-1.400

-43

x 1.000



120

391

-82

39

160

370 -210

x 1.000

Automatisering

-120

15

1

15 -14

x 1.000

Vervoermiddelen

-391

-2.318

2.477

14.154

21.770 -7.616

x 1.000

Inventaris

198

-48

-1.242

1.194

14.742

26.599 -11.857

x 1.000

Installaties

-993

-44

-44

346

884 -538

x 1.000

Verbouwingen

198 0

-

955 -955

x 1.000

Semi-perm. gebouwen

-990

-3

-1.397

35.555

47.499 -11.944

x 1.000

Permanente gebouwen



2.328

2.328



2.328

x 1.000

x 1.000



Grond

1.6.3 Niet WTZi/WMG-gefinancierde materiële vaste activa




6.262

5.578

0,0%



5,0%

-1.362

-1.289

2,0%

18.630

19.992

7.551

5.578

17

-400

-374

-139

417

18.613

235

6.401

19.575 -962

x 1.000

Permanente gebouwen






5.578


7.316 -915

x 1.000

x 1.000

5.578


Grond


1.6.4 DHAZ-gefinancierde materiële vaste activa


5,0%

4.471

-2.141

6.612

-330

-330

4.801

6.612 -1.811

x 1.000

Semi-perm. gebouwen

5%/10%

75.279

-41.481

116.760

7.795

-9.168

16.963

67.484

99.797 -32.313

x 1.000

Verbouwingen en techn.inst.h.

5,0%

20.772

-6.442

27.214

-392

-1.360

968

21.164

26.246 -5.082

x 1.000

Installaties

0,0%

2.681

2.681

-1.478

-1.478

4.159

4.159

x 1.000


133.673

-52.715

186.388

5.473

-11.632

17.105

128.200

169.283 -41.083

x 1.000

Subtotaal DHAZ

476.497

-589.649

1.066.146

5.890

133

-1.101

10.507

-10.507

-48.156

55.014

470.607

1.022.740 -552.133

x 1.000




Datum

09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03

Brief-nummer

Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ

Verbouw beddenhuis M tbv IC Pediatrie Verbouw Radiologie Team 3 TBC-afdeling Renovatie afd. B1 Verbouwing afd. B1 Renovatie IC Beademing bd.25 Uitbreiding infrastructuur Eemspoort Nieuwbouw CSA (SteriNoord) Terreininrichting deel 2 Verbouwing tbv nieuwe cyclotron Verbouwing tbv haemodialyse Nieuwbouw Data Center Verbouw poli Oogheelkunde in bd.25 Afbouw nieuwbouw Oncologische poli Aanp./vervangen SER en PIA Verbouw 2e en 3e verd. MVC-gebouw Verbouwing IVF-lab. in bd.24 Verbouwing tbv plaatsing Linacs Diverse werken locatie Groningen Kleine werken Technische instandhouding Investeringen t.l.v. eigen middelen

Omschrijving

Projectgegevens

PBA PBA melding trekkingsr. melding DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ nvt

WTZi-type

1.7.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN (GECONSOLIDEERD)

1.7 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN EN GEREEDGEKOMEN PROJECTEN

5.096

469 394 481 39 854 1.273

461

67 122

24.864

2 1.214 4.191 757 1.490 1.135 230 119 103 443 747 105 613 397 869 26 192 356 264 2.714 8.793 104

x 1.000

261 675

2012 x 1.000

t/m 2011

22.413

586 837 262 3.528 8.415 104

1.074 397 869

103 510 869

757 1.490 1.135

2 1.475

x 1.000

7.547

41 40 1.651

495

105

230 119

4.866

x 1.000

onderhanden

t/m 2012 gereed

Investeringen

x 1.000

Nominaal bedrag WTZi x 1.000

Indexering WTZi x 1.000

Aangepaste goedkeuring

Goedkeuringen

2012 2012 2013 2012 2012 2012 2013 2014 2012 2012 2012 2013 2012 2012 2012 2014 2012 2012 2013 2013 2013 2013

Jaar van oplevering

1.7 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden en gereedgekomen projecten


09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03

Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ

Totaal

Datum

Brief-nummer

Verbouw beddenhuis M tbv IC Pediatrie Verbouw Radiologie Team 3 Renovatie afd. B1 Verbouwing afd. B1 Renovatie IC Beademing bd.25 Terreininrichting deel 2 Verbouwing tbv nieuwe cyclotron Verbouwing tbv haemodialyse Verbouw poli Oogheelkunde in bd.25 Afbouw nieuwbouw Oncologische poli Aanp./vervangen SER en PIA Verbouwing IVF-lab. in bd.24 Verbouwing tbv plaatsing Linacs Diverse werken locatie Groningen Kleine werken Technische instandhouding Investeringen t.l.v. eigen middelen

Omschrijving

Projectgegevens

PBA PBA trekkingsr. melding DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ nvt

WTZi-type

1.7.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN (GECONSOLIDEERD)


20.832

757 1.490 1.135 103 510 869 1.074 397 869 586 837 262 3.528 8.415

x 1.000

x 1.000

1.477

2 1.475

WMG

WTZi

104

104

x 1.000

Overige

Investeringen

22.413

2 1.475 757 1.490 1.135 103 510 869 1.074 397 869 586 837 262 3.528 8.415 104

x 1.000

Totaal

1.450

38 74 57 5 26 43 54 8 43 29 42 13 176 842

x 1.000

Afschrij-ving WTZi x 1.000

1.041

38 74 57 5 26 43 54 20 43 29 42 13 176 421

Rentekosten

Toekomstige lasten



Totaal

FGH/SNS FGH/SNS FGH/SNS FGH/SNS Rabo NWB ASN Bank BNG BNG BNG BNG BNG BNG ABN AMRO BNG BNG Nat. Rest. Fonds BNG BNG BNG BNG BNG BNG Rabo Rabo

Leninggever

30-10-92 11-03-94 11-03-94 20-08-96 31-03-97 01-10-01 30-11-01 29-11-01 02-05-02 02-12-02 02-12-02 15-04-04 28-06-04 25-10-04 18-07-05 01-11-05 01-05-07 01-10-09 01-12-09 01-12-09 01-10-09 01-12-11 01-12-11 14-04-10 14-04-10

Datum

22.689 45.378 45.378 22.689 1.815 20.420 20.420 25.000 157 1.375 650 600 10.000 20.000 700 800 162 10.000 25.000 25.000 40.000 10.000 15.000 1.000 1.000

x 1.000

Hoofdsom

20 20 40 40 20 30 30 30 10 40 40 40 30 30 40 40 30 10 20 30 30 7 20 25 25

Totale loop-tijd in jaren

Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Hypothecair Hypothecair Hypothecair Onderhands Onderhands Hypothecair Hypothecair Hypothecair Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Hypothecair Hypothecair

Soort lening

5,142 5,142 5,848 5,848 4,600 3,215 3,560 3,390 5,400 4,850 4,850 4,200 4,472 3,990 3,400 3,520 1,000 4,430 5,000 5,470 5,420 2,680 2,645 3,200 4,150

%

Werkelijkerente

15.090

0

230.819

x 1.000

Aflossing in 2012

964 2.269 1.135 568 91 680 680 834 16 34 16 15 334 666 18 20 5 1.000 1.250 833 1.333 1.429 750 75 75

x 1.000

Nieuwe leningen in 2012

964 4.992 23.427 12.607 545 13.613 13.613 16.667 16 1.065 504 487 7.667 15.333 595 680 140 8.000 22.500 23.333 37.333 10.000 15.000 869 869

x 1.000

Restschuld 31 december 2011

1.8 OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN AAN KREDIETINSTELLINGEN ULTIMO 2012

215.729

2.723 22.292 12.039 454 12.933 12.933 15.833 0 1.031 488 472 7.333 14.667 577 660 135 7.000 21.250 22.500 36.000 8.571 14.250 794 794

x 1.000

Restschuld 31 december 2012

154.082

859 406 398 5.667 11.333 490 560 110 2.000 15.000 18.333 29.333 1.429 10.500 558 558

9.529 9.529 11.667

16.620 9.203

x 1.000

Restschuld over 5 jaar

30 30 31 22 22 33 33 25 7 17 27 27 6 19 23 23

1 21 23 5 19 19 19

Resterende looptijd in jaren eind 2012

Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair

Aflossingswijze

14.472

34 16 15 333 667 17 20 5 1.000 1.250 833 1.333 1.429 750 75 75

2.269 1.135 567 454 681 681 833

x 1.000

Aflossing 2013

Hypotheek Hypotheek Hypotheek Hypotheek +/- Hyp.claus. Rijk Rijk Geen Borg AZG Borg AZG Borg AZG Borg AZG Geen Geen Borg AZG Borg AZG Hypotheek +/- Hyp.claus. +/- Hyp.claus. +/- Hyp.claus. +/- Hyp.claus. +/- Hyp.claus. +/- Hyp.claus. Hypotheek Hypotheek

Gestelde zekerheden

1.8 Overzicht langlopende schulden aan kredietinstellingen ultimo 2012


1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2012 1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 1.9.0 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 Collectief gefinancierde rechtspersonen 2012

2011

x € 1.000

x € 1.000

Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie Omzet DBC's/ DBC zorgproducten A segment Omzet DBC's/ DBC zorgproducten B segment Opbrengsten uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag Beschikbaarheidsbijdragen vaste segment Bijdrage werkplaatsfunctie Bijdrage RUG Opleidingsfonds Academische component Niet gebudgetteerde zorgprestaties Subsidies Overige bedrijfsopbrengsten

96.519 170.231 321.560 -34.979 6.328 77.428 77.321 48.486 87.797 23.333 5.389 16.432

505.067 0 54.295 0 0 76.631 79.744 46.246 86.027 26.107 0 4.949


895.845

879.066

Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten

572.924 44.344 0 252.297

546.941 54.639 1.018 260.574


869.565

863.172

BEDRIJFSRESULTAAT

26.280

15.894


-11.038

-10.645

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING

15.242

5.249

0

0

15.242

5.249

BEDRIJFSOPBRENGSTEN

BEDRIJFSLASTEN

Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR

In de jaarrekening 2012 hebben op basis van voortschrijdend inzicht herrubriceringen plaatsgevonden tussen de overige bedrijfsopbrengsten en overige bedrijfskosten in de vergelijkende cijfers.

Pagina 32


1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2012 1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING 1.9.0 GESEGMENTEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 Niet collectief gefinancierde rechtspersonen 2012

2011

x € 1.000

x € 1.000

Niet gebudgetteerde zorgprestaties Overige bedrijfsopbrengsten

2.667 125.407

3.202 102.519


128.074

105.721

69.672 1.244 0 54.163

60.171 1.582 0 41.314


125.079

103.067

BEDRIJFSRESULTAAT

2.995

2.654


205

193

3.200

2.847

0

0

3.200

2.847

BEDRIJFSOPBRENGSTEN

BEDRIJFSLASTEN Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten

RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten RESULTAAT BOEKJAAR

AANSLUITING TOTAAL RESULTAAT MET RESULTAAT SEGMENTEN 2012

2011

x € 1.000

x € 1.000

Collectief gefinancierde rechtspersonen Niet collectief gefinancierde rechtspersonen

15.242 3.200

5.249 2.847

Resultaat volgens geconsolideerde resultatenrekening

18.442

8.096

Resultaat volgens gesegmenteerde resultatenrekeningen


1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2012 1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 BATEN 1.9.1 Wettelijk budget aanvaardbare kosten

2012 x € 1.000

x € 1.000

2011 x € 1.000

x € 1.000

Wettelijk budget aanvaardbare kosten voorgaand jaar

490.676

462.936

Productieafspraken verslagjaar

-413.230

20.432

Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling - prijsindexatie loonkosten - prijsindexatie materiële kosten

0 0

8.142 2.448 0

10.590

Uitbreiding erkenning en toelating - loonkosten

0

4.805

Beleidsmaatregelen overheid - korting prestatiecontract (efficiencykorting)

0

-10.798

Nacalculeerbare kapitaalslasten - rente - afschrijvingen - overige

0 0 0

2.376 1.537 74 0

3.987

Overige mutaties

12.666

-1.276

Subtotaal wettelijk budget boekjaar

90.112

490.676

6.407

14.391

96.519

505.067

Correcties voorgaande jaren Wettelijk budget aanvaardbare kosten

Als gevolg van de nieuwe bekostigingstructuur vanaf 1 januari 2012 loopt het wettelijk budget af in 2011. Alleen bij UCP (onderdeel van het UMCG), Centrum voor Revalidatie (onderdeel van het UMCG) en stichting RAV UMCG is in 2012 sprake van een wettelijk budget volgens de oude bekostigingsstructuur. Dit verklaart de grote mutatie op de regel productie afspraken verslagjaar. De post overige mutaties betreft de sluitmutatie vanwege het aflopen van deze post.

1.9.2 Omzet DBC's/ DBC zorgproducten A segment 2012

2011


x € 1.000

x € 1.000

Gefactureerde omzet DBC's/DBC-zorgproducten A segment Mutatie onderhanden projecten DBC's / DBC-zorgproducten A segment

222.354 -52.123

0 0

170.231

0


1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2012 1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 BATEN 1.9.3 Omzet DBC's/ DBC zorgproducten B segment 2012

2011


x € 1.000

x € 1.000

Gefactureerde omzet DBC's/DBC-zorgproducten B segment Mutatie onderhanden projecten DBC's / DBC-zorgproducten B segment

300.832 20.728

54.295 0

321.560

54.295

1.9.4 Opbrengsten uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag 2012

2011


x € 1.000

x € 1.000

Transitiebedrag 2012 Transitiebedrag 2013

-22.529 -12.450

0 0

-34.979

0


1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2012 1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 BATEN 1.9.5 Beschikbaarheidsbijdragen vaste segment De specificatie is als volgt: Beschikbaarheidsbijdrage vast segment

1.9.6.1 Bijdrage werkplaatsfunctie

Rijksbijdrage ten behoeve van de werkplaatsfunctie

1.9.6.2 Bijdrage RUG

RUG bijdrage ten behoeve van onderwijs en onderzoek

1.9.7 Opleidingsfonds

Opleidingsfonds

1.9.8 Academische component

Academische component

1.9.9 Niet gebudgetteerde zorgprestaties De specificatie is als volgt: Zorgprestaties tussen instellingen Zorgprestaties derde compartiment Overige zorgprestaties *1 Totaal

1.9.10 Subsidies

Overige subsidies

1.9.11 Overige bedrijfsopbrengsten

Overige bedrijfsopbrengsten *1

2012

2011

x € 1.000

x € 1.000

6.328

0

2012

2011

x € 1.000

x € 1.000

77.428

76.631

2012

2011

x € 1.000

x € 1.000

77.321

79.744

2012

2011

x € 1.000

x € 1.000

48.486

46.246

2012

2011

x € 1.000

x € 1.000

87.797

86.027

2012

2011

x € 1.000

x € 1.000

10.056 186 15.758 26.000

10.797 436 16.693 27.926

2012

2011

x € 1.000

x € 1.000

5.389

5.276

2012

2011

x € 1.000

x € 1.000

141.839

99.077

*1 De vergelijkende cijfers zijn aangepast als gevolg van een herrubricering van een eliminatie inzake onderlinge leveringen.


1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2012 1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 LASTEN 1.9.12 Personeelskosten 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten

477.234 43.349 71.175 25.785

454.004 40.567 63.771 35.367

Subtotaal Personeel niet in loondienst

617.543 25.053

593.709 22.817

Totaal personeelskosten

642.596

616.526

Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in fte's):

2012

2011

Personeel algemene en administratieve functies Personeel hotelfuncties Personeel patiëntgebonden functies - Management en staf - Electronica en revalidatietechniek - Onderzoeksfuncties - Behandel- en behandelingsondersteunende functies - Psychosociale behandel- en begeleidingsfuncties - Verpleegkundig, opvoedkundig en verzorgend personeel - Medische en sociaal-wetenschappelijke functies Personeel terreinen gebouwgebonden functies

2.278 785

2.254 806

51 47 1.316 612 90 2.234 1.376 156

50 40 1.225 580 91 2.164 1.329 158

Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden

8.945

8.697


Op totaalniveau is sprake van een stijging van 248 fte. Bij O&O inclusief Lifelines is sprake van een stijging van 123 fte veroorzaakt door een toename van het aantal projecten. In het zorgproces, voornamelijk in het primaire proces, is sprake van een toename van 102 fte. Tot slot is bij zowel Stichting RAV als Stichting Triade het aantal fte met 20 gestegen. Bij een aantal andere entiteiten binnen de groep is sprake van lichte dalingen. 1.9.13 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Nacalculeerbare afschrijvingen - immateriële vaste activa - materiële vaste activa

0 18.522

13.220 17.765

Overige afschrijvingen - materiële vaste activa

27.066

25.236

Totaal afschrijvingen

45.588

56.221



1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2012 1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 LASTEN 1.9.14 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

2012

2011

x 1.000

x 1.000

0

1.018

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

1.9.15 Overige bedrijfskosten 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonergebonden kosten Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen

20.613 76.072 182.203 22.411 5.382 -221

19.855 66.399 165.495 27.892 3.041 5.294

Totaal overige bedrijfskosten

306.460

287.976


Voor een nadere toelichting op de stijging van de overige bedrijfskosten wordt verwezen naar de enkelvoudige jaarrekening. 1.9.16 Financiële baten en lasten 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Rentebaten Rentelasten Waardeveranderingen financiële vaste activa

761 -11.594

1.852 -12.322 18

Totaal financiële baten en lasten

-10.833

-10.452


1.9.17 Buitengewone baten en lasten

2012

2011

x 1.000

x 1.000

Buitengewone baten Buitengewone lasten

0 0

0 0

Totaal buitengewone baten en lasten

0

0


1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2012 1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 LASTEN 1.9.18 Bezoldiging bestuurders en toezichthouders Toepasselijk bestuursmodel: Eindverantwoordelijke Raad van Bestuur met Raad van Toezicht Samenstelling van het bestuur: Drie- of meerhoofdig met voorzitter De bezoldiging van de bestuurders en gewezen bestuurders over het jaar 2012 is als volgt: L.C. Bruggeman

Fr.C.A. Jaspers

J.F.M. Aartsen

F. Kuipers

01-07-87 nee

01-09-92 ja

01-05-08 ja

01-09-08 ja

ja 6 aov onb.t. anders 100 123.123 0 0 0 3.783 20.849 0 0 147.755 n.v.t. n.v.t.

nee 0 aov onb.t. anders 100 246.123 *1 0 0 0 6.091 40.564 0 0 292.778 n.v.t. n.v.t.

ja 6 aov onb.t. anders 100 235.563 0 0 0 6.723 37.939 0 0 280.225 n.v.t. n.v.t.

nee 0 aov onb.t. anders 100 222.465 0 0 0 6.723 37.937 0 0 267.125 n.v.t. n.v.t.

In dienst als bestuurder vanaf Maakt nog steeds deel uit van het bestuur Uit dienst als bestuurder Voorzitter in het verslagjaar Aantal maanden als voorzitter in het verslagjaar Aard van de (arbeids)overeenkomst Toegepaste salarisregeling Deeltijdfactor (percentage) Bruto-inkomen, incl. v.t., e.j.u. en andere vaste toelagen Waarvan verkoop verlofuren Waarvan nabetalingen voorgaande jaren Bruto onkostenvergoeding Werkgeversbijdrage sociale lasten Werkgeversbijdrage pensioen, VUT, FPU Ontslagvergoeding Bonussen Totaal inkomen Cataloguswaarde auto van de werkgever Eigen bijdrage auto van de werkgever *1 inclusief de in 2012 vallende gratificatie ambtsjubileum ad 9.014

Het beloningsbeleid van de Raad van Toezicht heeft tot doel goede kandidaten aan te trekken, te motiveren en te behouden. De beloningsstructuur is afgestemd op de complexiteit en zwaarte van de functie. Het vaste bruto salaris wordt conform het voorgaande vastgesteld en zo nodig aangepast. De richtlijnen van de NVZD/NVTZ worden hierbij als uitgangspunt gehanteerd. Bonussen en tantièmes worden niet uitgekeerd omdat de Raad van Toezicht hecht aan een adequate, vaste beloningsstructuur. De specificatie van de bezoldiging is conform het voorgeschreven model van VWS. Alle inkomsten uit nevenwerkzaamheden komen ten gunste van het UMCG. In 2012 betrof dit een bate van 44.000 (2011 54.000). In 1999 heeft de Raad van Toezicht met de toenmalige leden van de Raad van Bestuur een regeling getroffen op grond waarvan deze leden vervroegd kunnen uittreden. Beoogd was daarbij gebruik te maken van de toen nog geldende FPU regeling. Deze regeling is nog van belang voor de heren Bruggeman en Jaspers. Waar de FPU op moment van terugtreden door de heer Bruggeman als voorzitter (1 juli 2012) respectievelijk de heer Jaspers als lid van de Raad van Bestuur (31 december 2012) niet meer van toepassing was, is de toegezegde pensioenregeling vervolgens ingevuld middels een buitengewoon verlof regeling waarmee de in de pensioenregeling toegezegde materiële voorwaarden worden gerealiseerd. Hierbij wordt opgemerkt dat in overleg tussen Raad van Bestuur en Raad van Toezicht is besloten niet op 60-jarige leeftijd terug te treden, maar op latere datum, mede in verband de gewijzigde FPU regeling. Waar de heer Jaspers na zijn terugtreden nog voor 40% als adviseur binnen het UMCG werkzaam is gebleven, gelden gedurende dit adviseurschap nog de materiële voorwaarden zoals deze golden ten tijde van het lid zijn van de Raad van Bestuur. Voor de financiering van deze regeling is in 1999 in de jaarrekening een voorziening getroffen. Het brutoloon van de heer Bruggeman over het tweede half jaar 2012 was 79.500. De heren H.A. Snapper en A.G.J. van der Zee zijn per 31 december 2012 toegetreden tot de Raad van Bestuur.


1.9 Toelichting op de geconsolideerde resultatenrekening over 2012 1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 LASTEN 1.9.18 Bezoldiging bestuurders en toezichthouders De bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht over het jaar 2012 is als volgt: Naam

Functie

Bezoldiging

J.G.M. Alders L. Koopmans mw. L. Lindner mw. H.J. Völker-Dieben B. Witholt

Voorzitter Vice voorzitter en voorzitter Audit Committee Lid Lid Lid

15.280 8.418 *1 10.710 10.710 10.710

*1 Bezoldiging is exclusief btw. LASTEN De bezoldiging is in overeenstemming met regelgeving vanuit het Ministerie van OC&W. 1.9.19 Honoraria groepsaccountant

2012

2011

x 1.000

x 1.000

196 34 73 41

185 84 88 37

344

394

De honoraria van de groepsaccountant zijn als volgt: 1 2 3 4

Controle van de jaarrekeningen Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) Fiscale advisering Niet controlediensten

Totaal honoraria groepsaccountant


2 Enkelvoudige jaarrekening 2012


2.1 Enkelvoudige balans per 31 december 2012 BALANS PER 31 DECEMBER 2012 2.1 ENKELVOUDIGE (na resultaatbestemming) (na resultaatbestemming) ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Onderhanden werk uit hoofde van dbc's/ dbc-zorgproducten Vorderingen en overlopende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Vorderingen uit hoofde van transitieregeling Effecten Liquide middelen Totaal vlottende activa

Ref.

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

2.4.1 2.4.2 2.4.3

208 445.750 1.353 447.311

0 439.120 814 439.934

2.4.4 2.4.5

7.782 34.918

5.743 78.973

2.4.6 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10

303.700 5.285 0 0 94.317 446.002

172.970 70.310 0 0 52.138 380.134

893.313

820.068

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

3.475 128.202 10.473 142.150

3.475 116.508 9.341 129.324

0 103.533 103.533

0 99.327 99.327

Totaal activa

PASSIVA

Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Totaal eigen vermogen

2.4.11

Voorzieningen Voorzieningen uit hoofde van macrobeheersinstrument Overige voorzieningen Totaal voorzieningen

2.4.12

Langlopende schulden

2.4.13

268.573

282.732

Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Schulden uit hoofde van transitieregeling Schulden uit hoofde van macrobeheersinstrument Kortlopende schulden en overlopende passiva Totaal kortlopende schulden

2.4.7 2.4.8 2.4.14 2.4.15

4.113 36.539 0 338.405 379.057

0 0 0 308.685 308.685

893.313

820.068

Totaal passiva


2.2 Enkelvoudige resultatenrekening over 2012 2.2 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2012 2.2 ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2012 BEDRIJFSOPBRENGSTEN Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten BEDRIJFSOPBRENGSTEN Omzet DBC's/ DBC zorgproducten A segment Omzet DBC's/ DBC zorgproducten B segment Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Opbrengsten uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag Omzet DBC's/ DBC zorgproducten A segment Beschikbaarheidsbijdragen vaste segment Omzet DBC's/ DBC zorgproducten B segment Bijdrage werkplaatsfunctie Opbrengsten uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag Bijdrage RUG Beschikbaarheidsbijdragen vaste segment Opleidingsfonds Bijdrage werkplaatsfunctie Academische component Bijdrage RUG Niet gebudgetteerde zorgprestaties Opleidingsfonds Subsidies Academische component Overige bedrijfsopbrengsten Niet gebudgetteerde zorgprestaties Subsidies Som der bedrijfsopbrengsten Overige bedrijfsopbrengsten

Ref. Ref. 2.8.1 2.8.2 2.8.3 2.8.1 2.8.4 2.8.2 2.8.5 2.8.3 2.8.6.1 2.8.4 2.8.6.2 2.8.5 2.8.7 2.8.6.1 2.8.8 2.8.6.2 2.8.9 2.8.7 2.8.10 2.8.8 2.8.11 2.8.9 2.8.10 2.8.11

BEDRIJFSLASTEN Som der bedrijfsopbrengsten Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa BEDRIJFSLASTEN Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Som der bedrijfslasten Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Overige bedrijfskosten BEDRIJFSRESULTAAT Som der bedrijfslasten Financiële baten en lasten BEDRIJFSRESULTAAT RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Financiële baten en lasten Buitengewone baten en lasten RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING RESULTAAT BOEKJAAR Buitengewone baten en lasten

2.8.12 2.8.13 2.8.14 2.8.15 2.8.12 2.8.13 2.8.14 2.8.15 2.8.16 2.8.16 2.8.17 2.8.17

RESULTAAT BOEKJAAR RESULTAATBESTEMMING

2012

2011

x 1.000

x 1.000

2012

162.050 321.560 55.674 -36.539 162.050 6.328 321.560 77.428 -36.539 77.321 6.328 48.486 77.428 87.797 77.321 23.220 48.486 5.389 87.797 151.647 23.220 5.389 980.361 151.647

2011 x 1.000 456.634 0 54.295 456.634 0 0 0 54.295 76.631 0 79.744 0 46.246 76.631 86.027 79.744 24.662 46.246 5.266 86.027 117.429 24.662 5.266 946.934 117.429

980.361

946.934

613.845 41.789 0 301.006 613.845 41.789 956.640 0 301.006 23.721 956.640 -10.895 23.721 12.826 -10.895 0 12.826 12.826 0

590.626 52.089 1.018 288.373 590.626 52.089 932.106 1.018 288.373 14.828 932.106 -10.488 14.828 4.340 -10.488 0 4.340 4.340 0

12.826

4.340

x55.674 1.000

RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld.

2012

2011

x 1.000

x 1.000

Algemene reserves Het resultaat is als volgt verdeeld. Bestemmingsreserves

x 1.000

x 1.000

12.988 12.826 -162

-14.158 4.340 18.498

12.826

4.340

2012 12.988 -162

Algemene reserves Bestemmingsreserves 2.3 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING

Voor een toelichting op de grondslagen van waardering en wordt verwezen naar de geconsolideerde 2.3 Grondslagen van waardering enresultaatbepaling resultaatbepaling 2.3 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING jaarrekening.

Voor een toelichting op de grondslagen van waardering en resultaatbepaling wordt verwezen naar de geconsolideerde jaarrekening.


2011 -14.158 18.498

2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA 2.4.1 Immateriële vaste activa De specificatie is als volgt:

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

208

0

CO2 emissierechten

2012

2011

x 1.000

x 1.000

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen

0 208 0

13.220 0 -13.220


208

0

Het verloop van de immateriële vaste activa is als volgt weer te geven:

De investering in 2012 betreft de aankoop van CO2 emmissierechten voor de periode 2013-2020 in verband met de stroomopwekking van de eigen energiecentrale. De mutatie 2011 betrof de honorering door de NZa van de aangevraagde restant boekwaarde van de immateriële vaste activa aanwezig in de jaarrekening ultimo 2010. Deze is in 2011 in één keer afgeschreven en in het Wettelijk budget 2011 verrekend. 2.4.2 Materiële vaste activa 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Bedrijfsgebouwen en terreinen Machines en installaties Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa

320.807 52.845 64.551

319.690 58.016 56.318

7.547

5.096


445.750

439.120


2012

2011

x 1.000

x 1.000

Boekwaarde per 1 januari Bij: investeringen Af: afschrijvingen Af: bijzondere waardeverminderingen Mutatie desinvesteringen

439.120 50.746 -44.160 0 44

443.311 40.275 -42.739 -1.666 -61


445.750

439.120

Het verloop van de materiële activa is als volgt weer te geven:

Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht bij 2.5. In toelichting 2.6 zijn overzichten opgenomen voor de onderhanden en gereedgekomen projecten. Onder het bedrag van de investeringen in 2012 is onder andere begrepen: aanschaf apparatuur en inventaris ( 25,8 miljoen), technische instandhouding ( 8,8 miljoen), investeringen nieuwbouw TBC-afdeling ( 4,2 miljoen), verbouw en renovatie afd. B1 ( 2,2 miljoen) en kleine werken ten laste van DHAZ-kader ( 2,7 miljoen).


2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA 2.4.2 Materiële vaste activa Onder de materiële vaste activa zijn begrepen de inventarissen O&O, voorzover aangeschaft nà 1-1-2007. Deze activa zijn gefinancierd door de Rijksuniversiteit Groningen en hebben per 31-12-2012 een boekwaarde van 9,8 miljoen. 2.4.3 Financiële vaste activa De specificatie is als volgt:

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

397 956

379 435

1.353

814

Deelnemingen Overige vorderingen Totaal financiële vaste activa

Het verloop van de financiële vaste activa is als volgt weer te geven:

Boekwaarde per 1 januari Bij: kapitaalstorting Bij: renteopbouw Bij: verstrekte lening Bij: waardeveranderingen van deelnemingen Bij: overige (herrubricering vanuit overige vorderingen) Af: aflossingen Boekwaarde per 31 december

2012

2011

x 1.000

x 1.000

814 18 16 10 0 495 0

9.614 18 25 0 18 0 -8.861

1.353

814

De mutatie overige betreft voornamelijk de saldi van de ledenrekening bij de onderlinge schadeverzekeraar voor medische aansprakelijkheid. Tot en met 2011 was deze post opgenomen onder de overige vorderingen.


2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA 2.4.3 Financiële vaste activa De post deelnemingen kan als volgt worden gespecificeerd: Naam en rechtsvorm

RAV/AZG B.V. GIL Bravo '96 B.V. GIL Bravo '99 B.V. GIL Bravo '01 B.V. GIL Bravo '02 B.V. Verloskundige Stadspraktijk B.V. UMCG Services B.V. umcGroningen Thuis B.V. Univ. Centrum Esth. Chir. B.V. St. Administratiekantoor CNNN UMCG Research B.V. B.V. Beatrixoord

Kernactiviteit

Verkrijgingsprijs

Ambulancediensten Lease Lease Lease Lease Verloskundige zorg Schoonmaakdiensten Thuiszorg Esthetische chirurgie Aandelenbeheer Fondsbeheer Ergotherapie

18 18 20 20 20 18 9 200 18 20 18 18

Kapitaalbelang

Eigen vermogen

Resultaat

x 1.000

x 1.000

653 17 -6 -5 126 -195 191 507 139 3.592 -49

269 -185 79 60 50 1.938 -49

100% 100% 100% 100% 100% 100% 51% 50% 100% 1% 100% 100%

397 In 2012 is een 100% belang verworven in B.V. Beatrixoord ad 18.000. UMCG Research B.V. heeft als kernactiviteit fondsenbeheer. Het vermogen van deze B.V. is bestemd voor o.a. onderzoeksdoeleinden en is niet vrij besteedbaar. 2.4.4 Voorraden 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Medische middelen Voedingsmiddelen Overige voorraden

6.399 118 1.265

4.283 108 1.352

Totaal voorraden

7.782

5.743


De stijging van de voorraad wordt met name veroorzaakt door een toename van het aantal dure geneesmiddelen. Dit wordt veroorzaakt door overheidsmaatregelen (verplaatsing van verstrekking van bepaalde dure geneesmiddelen van eerste lijn naar tweede lijn (ziekenhuis)) en de introductie van nieuwe dure geneesmiddelen. 2.4.5 Onderhanden werk uit hoofde van dbc's/dbc zorgproducten 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Onderhanden werk DBC's/DBC zorgproducten A-segment Onderhanden werk DBC's/DBC zorgproducten B-segment Af: ontvangen voorschotten

41.949 37.728 -44.759

94.250 17.000 -32.277

Totaal onderhanden werk

34.918

78.973



2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA 2.4.5 Onderhanden werk uit hoofde van dbc's/dbc zorgproducten Ten aanzien van de producten opgenomen in het onderhanden werk, waarvan de uiteindelijke zorgproducten ultimo 2012 nog niet zeker zijn, heeft het management een inschatting gemaakt op basis van een fractietabel. Het onderhanden werk betreft de waarde van de openstaande dbc zorgproducten voor het A-segment en B-segment. Dit betreft een waarde van EUR 80,3 miljoen. Voor zowel berekening van het A- en B-segment is een gemiddelde verkoopprijs per zorgverzekeraar gehanteerd. Voor beide segmenten is rekening gehouden met een gereedheidpercentage van 50. Als gevolg van de wijziging in de externe DBC naar DOT systematiek is de doorlooptijd van een DBC zorgproduct in 2012 korter dan in 2011. Dit wordt met name veroorzaakt door automatische afsluitregels welke sinds 2012 gelden, waardoor de doorlooptijd van DBC's afneemt. Dit is een belangrijke oorzaak van de daling van het onderhanden werk ultimo 2012 ten opzichte van 2011. Daarnaast geldt dat het UMCG over 2012 met de meeste zorgverzekeraars adequate afspraken betreffende bevoorschotting van het onderhanden werk en nog te factureren DBC zorgproducten (zie 2.4.6) heeft gemaakt. De bevoorschotte bedragen zijn hierdoor hoger dan in 2011. Voor verdere toelichting wordt ook verwezen naar de grondslagen.

2.4.6 Vorderingen en overlopende activa 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Vorderingen op debiteuren Vorderingen op groepsmaatschappijen Nog te factureren Vooruitbetaalde posten Nog te ontvangen posten Overige vorderingen en overlopende activa

144.050 9.774 135.906 1.630 9.970 2.370

87.199 3.363 60.596 1.845 18.459 1.508

Totaal vorderingen en overlopende activa

303.700

172.970


De stijging van de post debiteuren wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het feit dat de facturering aan zorgverzekaars laat op gang is gekomen in 2012 vanwege vertraagde contractonderhandelingen. Hierdoor is eind 2012 relatief veel uitgefactureerd. Op de post debiteuren is ultimo 2012 een voorziening van 7,8 miljoen (2011: 8,0 miljoen) in mindering gebracht. Deze voorziening is gebaseerd op een ouderdomsanalyse van de uitstaande vorderingen. In de voorziening is een post van 3,2 miljoen begrepen inzake een vordering op de zorgverzekeraars betreffende zogenoemde "Smallenbroektientjes". De stijging van de post Nog te factureren wordt eveneens veroorzaakt doordat op balansdatum nog niet alle contractonderhandelingen inclusief tariefsafspraken waren afgewikkeld met de zorgverzekeraars met betrekking tot 2012. Hierdoor is sprake van een relatief hoge post Nog te factureren aan diverse zorgverzekeraars. Omdat pas laat gefactureerd kon worden zijn voorschotten ontvangen voor gereed product van zorgverzekeraars voor een totaalbedrag van 84 mln, welke in mindering is gebracht op deze post. De daling van de post Nog te ontvangen posten wordt hoofdzakelijk verklaard door de aflossing van een uitgegeven lening aan de RUG in verband met de nieuwbouw ERIBA ad 8,5 miljoen.


2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA 2.4.7 Vorderingen uit hoofde van financieringstekort en schulden uit hoofde van financieringsoverschot t/m 2009

2010

2011

2012

totaal

x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

4.261

-7.325

73.374

Saldo per 1 januari Financieringsverschil boekjaar Correcties voorgaande jaren Betalingen/ontvangsten

-4.261

9.700 -2.375

3.900 -86.747

Subtotaal mutatie boekjaar

-4.261

7.325

0

c c n.v.t.

Saldo per 31 december

70.310 10.645

10.645 9.339 -89.122

-82.847

10.645

-69.138

0

-9.473

10.645

1.172

c c c

c c b

a a a

Stadium van vaststelling (per erkenning): Academisch Ziekenhuis Centrum voor Revalidatie Universitair Centrum Psychiatrie a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa Specificatie financieringsverschil in het boekjaar

2012

2011

x 1.000

x 1.000

Wettelijk budget aanvaardbare kosten Vergoedingen ter dekking van het wettelijk budget

49.488 38.843

442.286 368.912

Totaal financieringsverschil

10.645

73.374

Tussen het UMCG en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bestaat een verschil van inzicht over de omvang van de bekostiging van orgaantransplantaties. In bovenstaand overzicht zijn de opgaven van de NZa terzake weergegeven. Onder de kortlopende schulden is in het kader van deze problematiek een bedrag van 64,7 miljoen opgenomen inzake de jaren 2006 tot en met 2011. Het bedrag van het wettelijk budget sluit niet geheel aan met de post Wettelijk budget aanvaardbare kosten in de resultatenrekening. Dit wordt veroorzaakt doordat in 2012 alleen nog sprake is van een wettelijk budget (oude financieringssystematiek) voor het Centrum voor Revalidatie en PUK (UCP). Budget 2012 CvR is 32,2 miljoen en PUK is 17,2 miljoen.

2012 Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort - schulden uit hoofde van financieringsoverschot

x 1.000

5.285 4.113 1.172


2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 ACTIVA 2.4.8 Vorderingen uit hoofde van transitieregeling en schulden uit hoofde van transitieregeling 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Schaduwbudget (o.b.v. afspraken met zorgverzekeraars) Af: A omzet (inclusief overloop) Af: B nieuw (binnen transitiemodel = B 2012) honorariumomzet loondienst met vergoeding in schaduwbudget in B nieuw

408.598 433.370 0

0 0 0

(voorlopig) Transitiebedrag

-24.772

0


2012 x 1.000

Waarvan gepresenteerd als: - vordering uit hoofde van transitieregeling - schulden uit hoofd van transitieregeling De transitieschuld is verwerkt in: 2012 2012: 75% van transitieschuld 2013

0 36.539 Transitie % 95% 70%

23.533 13.005 36.539

De NZa vereist in de Regeling Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg (NR/CU-208) dat een instelling voor medisch specialistische zorg de gerealiseerde omzet uit prestatiebekostiging en de omzet die zou zijn behaald onder de oude bekostigingssystematiek jaarlijks vaststelt. Het verschil tussen beide bedragen wordt aangeduid met de term transitiebedrag. De zorginstelling neemt een vordering respectievelijk een schuld uit hoofde van de Regeling Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg op als afzonderlijke post in de balans. De transitieschuld is in 2012 o.a. ontstaan door een schaduwbudget dat lager ligt dan de som van de aanneemsommen van alle gecontracteerde zorgverzekeraars. Daarnaast is sprake van een schadelastschuif welke de transitieschuld veroorzaakt. In het transitiebedrag is de opbrengst van de doorloop DBC's uit 2011 (geopend in 2011 en gesloten in 2012) meegenomen. Deze doorloop is aanzienlijk hoger dan de doorloop DBC zorgproducten 2012 in 2013 (geopend in 2012 en gesloten in 2013). Dit effect van ruim 20 miljoen (A segment) is ook zichtbaar bij de post Onderhanden werk. Deze schuif (naast deel overdekking waarvoor transitie bedoeld is) is een onbedoeld neveneffect van de transitiebekostiging waarvoor nog overleg plaatsvindt met belanghebbenden. Het UMCG wil hier tegen landelijk actie voeren, waardoor de transitieschuld 2013 voor 75% is verantwoord in 2012. 2.4.9 Effecten

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

0

0

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000


44.264 50.000 53

32.077 20.000 61


94.317

52.138

Effecten 2.4.10 Liquide middelen De specificatie is als volgt:

Op balansdatum staat in totaal voor 50 miljoen aan deposito's uit. Van dit bedrag is 40 miljoen afgelopen in januari 2013 en 10 miljoen in mei 2013. De rest van de geldmiddelen is vrij opneembaar. Daarnaast is bij de huisbankier een krediet in rekening-courant beschikbaar 93 ING Jaarrekening 2012 UMCG van 50 miljoen.

transitieschuld 2013 voor 75% is verantwoord in 2012. 2.4.9 Effecten

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

0

0

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000


44.264 50.000 53

32.077 20.000 61


94.317

52.138

2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 Effecten 2.4.10 Liquide middelen De specificatie is als volgt:

Op balansdatum staat in totaal voor 50 miljoen aan deposito's uit. Van dit bedrag is 40 miljoen afgelopen in januari 2013 en 10 miljoen in mei 2013. De rest van de geldmiddelen is vrij opneembaar. Daarnaast is bij de huisbankier ING een krediet in rekening-courant beschikbaar van 50 miljoen.


2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 PASSIVA 2.4.11 Eigen vermogen 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen

3.475 128.202 10.473

3.475 116.508 9.341

Totaal eigen vermogen

142.150

129.324

Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten:

Kapitaal

Kapitaal


Resultaatbestemming

Overige mutaties


x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

3.475

3.475

Kapitaal In 1980 is de Stichting Beatrixoord ontstaan door de afsplitsing van de Vereniging Beatrixoord. Middels vermogensoverdracht bij deze afsplitsing en enkele schenkingen is het stichtingskapitaal gevormd. In 1990 heeft een vermogensoverdracht aan de Stichting BEA plaatsgevonden. Sindsdien is het stichtingskapitaal ongewijzigd. In 2001 is de Stichting Beatrixoord geïntegreerd in het AZG. Collectief gefinancierd gebonden vermogen Saldo per 31-dec-2011

Resultaatbestemming

Overige mutaties


x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

Algemene reserve

32.063

12.988

45.051

Bestemmingsreserves: Afschrijvingen materiële vaste activa Apparatuurfonds O&O Doelmatigheidsonderzoek Budgetreserve afdelingen/sectoren Richtlijn afschrijving inventarissen Aanpassingen op het gebied van opleidingen Specifieke onderzoeksprojecten

30.795 1.411 5.971 31.147 8.955 1.041 4.000

-1.070

29.725 1.411 3.484 33.911 11.129 1.041 2.434

Het verloop is als volgt weer te geven:

Bestemmingsfondsen: Fondsen UMCG Fundaties Totaal collectief gefinancierd gebonden vermogen

-2.487 2.764 2.174 -1.566

1.109 16

-1.109

0 16

116.508

11.694

128.202


2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 PASSIVA 2.4.11 Eigen vermogen Algemene reserve Dit is het niet bestemde deel van het collectief gefinancierd vermogen. Afschrijvingen materiële vaste activa In deze reserve is opgenomen de boekwaarde van het met eigen middelen gefinancierde deel van de nieuwbouw Voorzieningengebouw en Parkeergarage Noord. Daarnaast is de reserve bestemd voor de egalisatie van de afschrijving van de kleine werken inzake meldingsinvesteringen. Apparatuurfonds O&O Deze bestemmingsreserve heeft betrekking op een reservering voor nog te investeren inventaris O&O. In het kader van de financiële regeling die ten grondslag ligt aan de financiële integratie van de Faculteit der Medische Wetenschappen per 1 januari 2007 zijn in 2008 gelden voor het apparatuurfonds ad 1,4 miljoen ontvangen. Deze gelden zijn verantwoord als bestemmingsreserve Apparatuurfonds O&O. Doelmatigheidsonderzoek Deze reserve komt voort uit de aanzet tot het stimuleren van (interne) doelmatigheidsprojecten. Het onderwerp van deze projecten kan op meerdere terreinen liggen zoals patiëntgebonden onderzoek, bedrijfseconomisch en organisatorisch onderzoek patiëntenzorg. Budgetreserve afdelingen/sectoren In het kader van de decentralisatie zijn afspraken gemaakt met de afdelingen en sectoren over activiteiten- en kostenbudgetten. Deze afdelingen kunnen een budgetreserve creëren. Om de bestedingen ten laste van deze reserves mogelijk te maken heeft het ziekenhuis middelen op de balans opgenomen. Richtlijn afschrijving inventarissen Hieronder wordt het verschil tussen de beschikbare budgettaire middelen en de werkelijke lasten opgenomen. Aanpassingen op het gebied van opleidingen Vanwege personeelsschaarste in medische, paramedische en verpleegkundige beroepen zullen de komende jaren extra inspanningen moeten worden gedaan in het opleiden van personeel. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van nieuwe opleidingsconcepten. De reserve is bedoeld om noodzakelijke structurele aanpassingen op het gebied van opleidingen mogelijk te maken. De mutatie betreft kosten gemaakt voor opleiding AIOS via het regiofonds. In 2012 heeft deze mutatie niet plaatsgevonden. Specifieke onderzoeksprojecten Dit betreft de reserve in het kader van nieuwe onderzoekslijnen. De mutatie betreft o.a. bijdrage vanuit de Raad van Bestuur in onderzoeksprojecten 2012. Fondsen UMCG In 2012 is dit saldo conform besluit van de Raad van Bestuur overgeheveld naar UMCG Research B.V. alwaar de fondsen sinds 2012 zijn ondergebracht.


2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 PASSIVA 2.4.11 Eigen vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Het verloop is als volgt weer te geven:

Bestemmingsreserves: Parkeergarages


Resultaatbestemming

Overige mutaties


x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

9.341

1.132

10.473

Parkeergarages De jaarlijkse mutatie betreft het saldo van de baten (parkeeropbrengsten) en lasten (beheerskosten) van de parkeergarages Zuid en Noord. 2.4.12 Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen is als volgt weer te geven: Claims, geschillen en rechtsgedingen

Sociaal beleid

Groot onderhoud

Overige voorzieningen

Totaal

x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

Saldo langlopend deel per 1-1-2012 Saldo kortlopend deel per 1-1-2012

3.846 3.035

41.224 9.059

42.033 11.600

12.224 0

99.327 23.694

Totaal voorzieningen per 1-1-2012

6.881

50.283

53.633

12.224

123.021

Bij: dotaties Af: onttrekkingen

1.129 -445

5.118 -9.224

11.142 -1.501

2.000 -224

19.389 -11.394

Totaal voorzieningen per 31-12-2012 Saldo kortlopend deel per 31-12-2012

7.565 3.499

46.177 10.024

63.274 13.560

14.000 400

131.016 27.483

Saldo langlopend deel per 31-12-2012

4.066

36.153

49.714

13.600

103.533

-

4.997

12.800

10.000

27.797

Van het langlopende deel loopt 5 jaar of langer:

Voorziening uit hoofde van claims, geschillen en rechtsgedingen Dit betreft de voorziening uit hoofde van de medische aansprakelijkheidsverzekering. De voorziening heeft betrekking op verplichtingen inzake nog niet afgewikkelde schadezaken voorzover het UMCG een financieel risico loopt. Voorziening sociaal beleid In de voorziening sociaal beleid zijn verplichtingen opgenomen in het kader van reorganisaties en verplichtingen aan het personeel. Hieronder vallen de jubileaverplichtingen, de WIA, seniorenregelingen en wachtgeld. Evenzo valt de voorziening mobiliteit in het kader van personele gevolgen van bezuinigingen hieronder. Het ziekenhuis kent een toegezegde pensioenregeling, die wordt uitgevoerd conform de pensioenregeling ABP. Het ziekenhuis heeft geen verplichtingen tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds van het ABP, anders dan het voldoen van toekomstige hogere premies. De toegezegde pensioenregeling is daarom in de jaarrekening (net als in voorgaande jaren) verwerkt als een toegezegde bijdrageregeling.


2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 PASSIVA 2.4.12 Voorzieningen Voorziening voor groot onderhoud De voorziening groot onderhoud wordt gevormd voor verwachte kosten inzake periodiek groot onderhoud aan panden, installaties e.d. Op basis van het meerjarenonderhoudsplan is de omvang van de voorziening per balansdatum bepaald. De voorziening is gebaseerd op nominale waarde. In deze voorziening zijn ook de nog te verwachten kosten inzake groot onderhoud van infrastructurele werken opgenomen waaronder ICT. In 2012 is een voorziening gevormd voor de onrendabele top voor de nieuwbouw van psychiatrie ad 4,5 miljoen. Dit betreft eenmalige start- en sloopkosten waar geen dekking tegenover staat. Overige voorzieningen Dit betreft o.a. een voorziening voor het project LifeLines ad 12,0 miljoen, waarvoor naar verwachting de toegekende subsidies niet geheel toereikend zullen zijn voor de dekking van de totaal begrote kosten.

2.4.13 Langlopende schulden 31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

Langlopende schulden aan kredietinstellingen Overige langlopende schulden

196.564 72.009

210.778 71.954

Totaal langlopende schulden

268.573

282.732


Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden aan kredietinstellingen wordt verwezen naar de bijlage 2.7 Overzicht langlopende schulden aan kredietinstellingen ultimo 2012. In 2008 zijn als stelselwijziging op grond van RJ 655 de egalisatierekeningen à fonds perdu financiering en kapitaallasten in verband met rentenormering OCW overgebracht naar de post overige langlopende schulden. Het verloop van de langlopende schulden aan kredietinstellingen is als volgt weer te geven: 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Stand per 1 januari Bij: nieuwe leningen Af: aflossingen

225.594 0 -14.816

213.401 25.000 -12.807

Stand per 31 december Af: aflossingsverplichting komend boekjaar

210.778 -14.214

225.594 -14.816

Stand langlopende schulden per 31 december

196.564

210.778

Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.) (aflossingsverplichtingen) Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) Restschuld over 5 jaar

14.214 196.564 150.143

14.816 210.778 161.635

De aflossingsverplichtingen 2013 zijn verantwoord onder de kortlopende schulden.


2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 PASSIVA 2.4.14 Schulden uit hoofde van macrobeheersinstrument

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

0

0

Schulden uit hoofde van marcobeheersinstrument

Het macrobeheersinstrument wordt door de minister van VWS ingezet om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg. Het macrobeheersinstrument is uitgewerkt in de Aanwijzing macrobeheersmodel instellingen voor medisch specialistische zorg. Jaarlijks wordt door de Nederlandse Zorgautoriteit ambtshalve een mbi-omzetplafond vastgesteld. Tevens wordt door de NZa jaarlijks een omzetplafond per instelling vastgesteld, welke afhankelijk is van de realisatie van het mbi-omzetplafond van alle instellingen gezamenlijk. Deze vaststelling vindt plaats nadat door de Minister van VWS de overschrijding van het mbi-omzetplafond uiterlijk vóór 1 december van het opvolgend jaar is gecommuniceerd. Voor 2012 is het mbi-omzetplafond door de NZa vastgesteld op 16.634 miljoen (prijsniveau 2011). Bij het opstellen van de jaarrekening 2012 bestaat nog geen inzicht in realisatie van het mbi-omzetplafond over 2012. Het UMCG is niet in staat een betrouwbare inschatting te maken van de uit het macrobeheersinstrument voortkomende verplichting en deze te kwantificeren. Als gevolg daarvan is deze verplichting niet tot uitdrukking gebracht in de balans van het UMCG per 31 december 2012. Daarnaast dient opgemerkt te worden dat bij de zorgcontractering de zorgverzekeraar de regie heeft. Het hebben van een contract met een zorgverzekeraar betekent volgens het UMCG niet dat er geen sprake is van een korting. 2.4.15 Kortlopende schulden en overlopende passiva De specificatie is als volgt:

31-dec-12

31-dec-11

x 1.000

x 1.000

1.800 32.730 14.214 7.015 28.520 8.701 3.118 41.513 458 6.376 50.659 27.483 64.739 51.079

1.932 27.528 14.816 9.364 25.432 7.601 2.249 39.733 607 7.207 41.804 23.694 64.739 41.979

338.405

308.685

Te betalen intrest Crediteuren Aflossingsverplichtingen langlopende leningen Reservering (extra) persoonlijk budget Belastingen en sociale premies Schulden terzake pensioenen Nog te betalen salarissen Vakantiegeld en -dagen OTO-gelden Rekening courant groepsmaatschappijen Vooruitontvangen subsidies 3e geldstroom Kortlopend deel van de voorzieningen Reservering inzake orgaantransplantaties (2006 tot en met 2011) Overige schulden Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva

De vooruitontvangen subsidies 3e geldstroom betreft nog te besteden projectgelden O&O. Onder de kortlopende schulden is ultimo 2012 een post van 64,7 miljoen opgenomen inzake een verschil van inzicht met de NZa in de berekeningssystematiek met betrekking tot de opbrengst van orgaantransplantaties over de jaren 2006 tot en met 2011.


2.4 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2012 2.4 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2012 PASSIVA 2.4.16 Financiële kengetallen 2012 Solvabiliteitsratio = gecorrigeerd eigen vermogen / gecorrigeerd totaal vermogen 14,9% (vermogen wordt gecorrigeerd voor immateriële vaste activa, deelnemingen en vorderingen op groepsmaatschappijen) Debt Service Coverage Ratio = EBITDA van het afgesloten boekjaar / jaarlijks bruto rentelasten plus aflossingen in het afgesloten boekjaar Loan to value = totaal langlopende, rentedragende schulden als percentage van de waarde van alle onroerende zaken (gebouwen en installaties)


2011 15,4%

2,5

2,7

56%

60%

2.470

0,0%







2.470

2.470



2.470

5,0%

2,0%

155.669

-149.702

-10.781

4.988

305.371

-5.544

-5.544

161.213

305.371 -144.158

x 1.000

Permanente gebouwen

15.769

-679

-679

5.667

15.769 -10.102

x 1.000

x 1.000



Grond

2.5.1 WTZi/WMG-gefinancierde materiële vaste activa

2.5. MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA

5,0%

857

-907

1.764

-89

-89

946

1.764 -818

x 1.000

Semi-perm. gebouwen

5,0%

9.996

-9.090

19.086

5,0%

17.234

-129.445

146.679

-3.980

433

1.330

614

-433

-3.980

21.214

147.112 -125.898

x 1.000

Installaties

-1.330

-864

1.478

9.382

18.938 -9.556

x 1.000

Verbouwingen

12,5%

51.168

-128.002

179.170

7.166

31

6.234

-6.234

-12.412

19.547

44.002

165.857 -121.855

x 1.000

Inventaris

12,5%

622

-1.378

2.000

-50

67

-67

-207

157

672

1.910 -1.238

x 1.000

Vervoermiddelen

33,3%

2.936

-34.602

37.538

454

13

1.429

-1.429

-3.498

3.939

2.482

35.028 -32.546

x 1.000

Automatisering

0,0%

4.866

4.866

3.929

3.929

937

937

x 1.000


250.806

-463.907

714.713

1.821

44

9.493

-9.493

-27.273

29.050

248.985

695.156 -446.171

x 1.000

Subtotaal WTZi/WMG



0,0%

-2.010

-2.010 5.893 5,0%



5.893

7.903

397

7.903

397

-360

-360





757

5.496

7.146 -1.650

x 1.000

Subtotaal

757

5.496



7.146 -1.650

x 1.000

x 1.000



Trekkings rechten

2.5.2 WTZi-meldingsplichtige materiële vaste activa


5,0%

10.790

-24.478

35.268

-359

-1.969

1.610

11.149

33.658 -22.509

x 1.000

Instandhouding

0,0%

x 1.000


10.790

-24.478

35.268

-359

-1.969

1.610

11.149

33.658 -22.509

x 1.000

Subtotaal

16.683

-26.488

43.171

38

-2.329

2.367

16.645

40.804 -24.159

x 1.000

Subtotaal WTZi-meldingsplichtige activa



0,0%

Afschrijvingspercentage 2,0%

20.803

1.164


5,0%

-955

-6.560

5,0%

-

955

0

0

955 -955

x 1.000

Semi-perm. gebouwen

27.363

-548

-548

21.351

27.363 -6.012

x 1.000

Permanente gebouwen





1.164

1.164



1.164

x 1.000



Grond

x 1.000

2.5.3 Niet WTZi/WMG-gefinancierde materiële vaste activa


5,0%

302

-582

884

-44

-44

346

884 -538

x 1.000

Verbouwingen

5,0%

12.494

-11.025

23.519

-773

-877

104

13.267

23.415 -10.148

x 1.000

Installaties

12,5%

9.825

-5.161

14.986

663

-1.456

2.119

9.162

12.867 -3.705

x 1.000

Inventaris

12,5%

x 1.000

Vervoermiddelen

33,3%

x 1.000

Automatisering

0,0%

x 1.000


44.588

-24.283

68.871

-702

-2.925

2.223

45.290

66.648 -21.358

x 1.000

Subtotaal niet WTZi/WMG



6.262

5.578

0,0%


Afschrijvingspercentage 5,0%

-1.362

-1.289

2,0%

18.630

19.992

7.551

5.578

17

-400

-374

-139

417

18.613

235

6.401

19.575 -962

x 1.000

Permanente gebouwen






5.578


7.316 -915

x 1.000

x 1.000

5.578


Grond


2.5.4 DHAZ-gefinancierde materiële vaste activa


5,0%

4.470

-2.142

6.612

-331

-331

4.801

6.612 -1.811

x 1.000

Semi-perm. gebouwen

5%/10%

75.279

-41.481

116.760

7.795

-9.168

16.963

67.484

99.797 -32.313

x 1.000

Verbouwingen en techn. inst.h.

5,0%

20.773

-6.442

27.215

-391

-1.360

969

21.164

26.246 -5.082

x 1.000

Installaties

0,0%

2.681

2.681

-1.478

-1.478

4.159

4.159

x 1.000


133.673

-52.716

186.389

5.473

-11.633

17.106

128.200

169.283 -41.083

x 1.000

Subtotaal DHAZ

445.750

-567.394

1.013.144

6.630

44

9.493

-9.493

-44.160

50.746

439.120

971.891 -532.771

x 1.000




Datum

09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03

Brief-nummer

Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ

Verbouw beddenhuis M tbv IC Pediatrie Verbouw Radiologie Team 3 TBC-afdeling Renovatie afd. B1 Verbouwing afd. B1 Renovatie IC Beademing bd.25 Uitbreiding infrastructuur Eemspoort Nieuwbouw CSA (SteriNoord) Terreininrichting deel 2 Verbouwing tbv nieuwe cyclotron Verbouwing tbv haemodialyse Nieuwbouw Data Center Verbouw poli Oogheelkunde in bd.25 Afbouw nieuwbouw Oncologische poli Aanp./vervangen SER en PIA Verbouw 2e en 3e verd. MVC-gebouw Verbouwing IVF-lab. in bd.24 Verbouwing tbv plaatsing Linacs Diverse werken locatie Groningen Kleine werken Technische instandhouding Investeringen t.l.v. eigen middelen

Omschrijving

Projectgegevens

PBA PBA melding trekkingsr. melding DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ nvt

WTZi-type

2.6.1 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN PROJECTEN (ENKELVOUDIG)


5.096

469 394 481 39 854 1.273

461

67 122

24.864

2 1.214 4.191 757 1.490 1.135 230 119 103 443 747 105 613 397 869 26 192 356 264 2.714 8.793 104

x 1.000

261 675

2012 x 1.000

t/m 2011

22.413

586 837 262 3.528 8.415 104

1.074 397 869

103 510 869

757 1.490 1.135

2 1.475

x 1.000

7.547

41 40 1.651

495

105

230 119

4.866

x 1.000

onderhanden

t/m 2012 gereed

Investeringen

x 1.000

Nominaal bedrag WTZi x 1.000

Indexering WTZi x 1.000

Aangepaste goedkeuring

Goedkeuringen

2012 2012 2013 2012 2012 2012 2013 2014 2012 2012 2012 2013 2012 2012 2012 2014 2012 2012 2013 2013 2013 2013

Jaar van oplevering



09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03 09-12-03

Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ Convenant DHAZ

Totaal

Datum

Brief-nummer

Verbouw beddenhuis M tbv IC Pediatrie Verbouw Radiologie Team 3 Renovatie afd. B1 Verbouwing afd. B1 Renovatie IC Beademing bd.25 Terreininrichting deel 2 Verbouwing tbv nieuwe cyclotron Verbouwing tbv haemodialyse Verbouw poli Oogheelkunde in bd.25 Afbouw nieuwbouw Oncologische poli Aanp./vervangen SER en PIA Verbouwing IVF-lab. in bd.24 Verbouwing tbv plaatsing Linacs Diverse werken locatie Groningen Kleine werken Technische instandhouding Investeringen t.l.v. eigen middelen

Omschrijving

Projectgegevens

PBA PBA trekkingsr. melding DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ DHAZ nvt

WTZi-type

2.6.2 SPECIFICATIE IN HET BOEKJAAR GEREEDGEKOMEN PROJECTEN (ENKELVOUDIG)


20.832

757 1.490 1.135 103 510 869 1.074 397 869 586 837 262 3.528 8.415

1.477

2 1.475

WMG x 1.000

WTZi x 1.000

104

104

x 1.000

Overige

Investeringen Totaal

22.413

2 1.475 757 1.490 1.135 103 510 869 1.074 397 869 586 837 262 3.528 8.415 104

x 1.000

1.450

38 74 57 5 26 43 54 8 43 29 42 13 176 842

x 1.000

x 1.000

1.041

38 74 57 5 26 43 54 20 43 29 42 13 176 421

Toekomstige lasten Afschrij-ving WTZi Rentekosten



2.6 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden en gereedgekomen projecten 2.6 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN EN GEREEDGEKOMEN PROJECTEN 2.6.3 DHAZ - Verantwoording middelen 2012 OCW-deel

VWS-deel

Totaal

x €1.000

x €1.000

x €1.000

Saldo DHAZ-middelen per 01-01-2012 Indexering 3% over saldo VWS-deel Toegekende middelen 2012

8.662 0 7.425

28.895 867 22.275

37.557 867 29.700

Totaal beschikbare DHAZ-middelen

16.087

52.037

68.124

284 58 30 26 111 187 26 153 99 217 7 48 89 66

851 172 89 77 332 560 79 460 298 652 19 144 267 198

1.135 230 119 103 443 747 105 613 397 869 26 192 356 264

Sub-totaal projecten

1.401

4.198

5.599

Kleine werken Technische instandhouding

679 2.198

2.035 6.595

2.714 8.793

Totaal bestedingen 2012

4.278

12.828

17.106

11.809

39.209

51.018

Bestedingen 2012 Projecten Renovatie IC Beademing bd.25 Uitbreiding infrastructuur Eemspoort Nieuwbouw CSA (SteriNoord) Terreininrichting deel 2 Verbouwing tbv nieuwe cyclotron Verbouwing tbv haemodialyse Nieuwbouw Data Center Verbouw poli Oogheelkunde in bd.25 Afbouw nieuwbouw Oncologische poli Aanp./vervangen SER en PIA Verbouw 2e en 3e verd. MVC-gebouw Verbouwing IVF-lab. in bd.24 Verbouwing tbv plaatsing Linacs Diverse werken locatie Groningen

Saldo DHAZ-middelenkader per 31-12-2012 ten behoeve van geoormerkte, nog niet gereedgekomen projecten

DHAZ-middelen zijn middelen ten behoeve van het instandhouden van de huisvesting van het UMCG, voorzover dit geen door de Rijksuniversiteit Groningen gefinancierde huisvesting betreft. Investeringen in het Lifelinesgebouw (o.a. Lifestore) zijn in deze verantwoording niet meegenomen omdat deze investeringen op basis van de subsidievoorwaarden in één keer ten laste van de exploitatierekening worden verantwoord.


2.6 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden en gereedgekomen projecten 2.6 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN EN GEREEDGEKOMEN PROJECTEN 2.6.4 DHAZ - Projecten in uitvoering 2012

Briefnummer

Datum

Projectgegevens Omschrijving

t/m 2011 x 1.000

Investeringen tot en met 2012 2012 gereed onderh. x 1.000

x 1.000

177.326/RvB

28-06-04

Projecten Kleine werken Technische instandhouding

12.663 3.565 7.398

12.663 3.565 7.398

182.197/RvB

22-11-04


5.462 2.397 7.578

5.462 2.397 7.578

195.330/RvB

30-11-05


6.307 5.566 10.180

6.307 5.566 10.180

206.980/RvB

29-11-06

Totalen Projecten Kleine werken Technische instandhouding

9.035 3.417 7.747

9.035 3.417 7.747

218.102/RvB

29-11-07

Totalen Projecten Kleine werken Technische instandhouding

10.938 3.909 8.943

228.511/RvB

01-12-08

Voorbereidingskosten div. projecten Poli L/K (riolering, terrein bouwrijp en regelkasten) Fietsenkelder onder beddenhuis E Oncologische poli Sloop Bodenterrein Verbouwing Bloemsingel 1 Uitbreiding ODBC Verbouw Radiologie Team 3 Verhuizing CMA en Pathologie Renovatie Apotheek MVC-gebouw Renovatie MVC gevel Renovatie Triadegebouw A1 en A2 Renovatie vm. Zusterhuis (6 verdiepingen)

869

572 286 1.298

469 393

x 1.000

11.807 3.909 8.943

572 286 1.298

26

495 393

941

941

Totalen projecten Faseringswerken c.a. ERIBA Aanpassen GMP-lab. PET-centrum bd.33 Overige Kleine werken Technische instandhouding

3.959 627 1.217 48 3.215 11.992

26

3.490 627 1.217 48 3.215 11.992

495

Totalen t/m 2009 Projecten Kleine werken Technische instandhouding

50.256 22.069 53.838

895

50.656 22.069 53.838

495

126.163

895

126.563

495

Totalen, transporteren


2.6 Specificatie ultimo boekjaar onderhanden en gereedgekomen projecten 2.6 SPECIFICATIE ULTIMO BOEKJAAR ONDERHANDEN EN GEREEDGEKOMEN PROJECTEN 2.6.4 DHAZ - Projecten in uitvoering 2012

Briefnummer

Datum

Projectgegevens Omschrijving

t/m 2011

Totalen, transport Projecten Kleine werken Technische instandhouding

240.135/RvB

27-11-09

Voorbereidingskosten diverse projecten Verplaatsen gassenstation Oncologische poli Bouwrijp maken c.a. nieuwbouw ERIBA-gebouw Faseringswerken c.a. nieuwbouw ERIBA-gebouw Aanpassingen tbv plaatsing app. Nucl. Geneeskunde Verbouwing diverse poliklinieken Verbouw bunkers Radiotherapie Herstructureren CSO/Revalidatie Maatregelen OK-complex Overige, kleinere projecten Totalen projecten Aanpassing sprinklerinstallaties Verbouwing K1 en K2 in bouwdeel 25 Kleine werken Technische instandhouding

251.914/RvB

262.716/RvB

30-11-10

30-11-11

Investeringen tot en met 2012 2012 gereed onderh.

x 1.000

x 1.000

x 1.000

x 1.000

50.256 22.069 53.838

895

50.656 22.069 53.838

495

126.163

895

126.563

495

1.104 6.694 1.846 766 761 461

397

613

-67 11.565 491 2.035 2.799 9.452

Voorbereidingskosten diverse projecten Herstructurering/verbouw CSO/Revalidatie ERIBA-gebouw Nieuwbouw tweede cyclotron (bunker) tbv PET Diverse verbouwprojecten Renovatieprojecten Diverse werken

610 3.000 67 1.384 495 247

Totalen projecten Kleine werken Technische instandhouding

5.803 2.770 8.202

1.104 7.091 1.846 766 761 1.074

-67 1.010

443 1.295

1.738

12.575 491 2.035 2.799 9.452

610 3.000 510 2.679 495 247 7.541 2.770 8.202

Voorbereidingskosten diverse projecten Tijdelijke huisvesting radiologie en revalidatie Afvaloverslagstation Huisvesting CSA Eemspoort Infrastructuur Eemspoort Vriezeropslag Eemspoort Datacenter Eemspoort Verbouwprojecten Renovatieprojecten

105 264 1.238

222 1.238

Totalen projecten Kleine werken Lange termijn onderhoudsprojecten

1.956 2.713 8.793

1.460 2.674 7.142

496 39 1.651

119 230

119 230 105 42

Totalen besteding t/m 2012 Projecten Kleine werken Technische instandhouding

70.150 27.638 71.492

5.599 2.713 8.793

74.758 30.312 78.634

991 39 1.651

Totalen besteding t/m 2012

169.280

17.105

183.704

2.681


Totaal

FGH/SNS FGH/SNS FGH/SNS FGH/SNS Rabo NWB ASN Bank BNG BNG ABN AMRO BNG BNG BNG BNG BNG BNG

Leninggever

30-10-92 11-03-94 11-03-94 20-08-96 31-03-97 01-10-01 30-11-01 29-11-01 28-06-04 25-10-04 01-10-09 01-12-09 01-12-09 01-10-09 01-12-11 01-12-11

Datum

22.689 45.378 45.378 22.689 1.815 20.420 20.420 25.000 10.000 20.000 10.000 25.000 25.000 40.000 10.000 15.000

x 1.000

Hoofdsom

20 20 40 40 20 30 30 30 30 30 10 20 30 30 7 20

Totale loop-tijd in jaren

Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Hypothecair Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands Onderhands

Soort lening

5,142 5,142 5,848 5,848 4,600 3,215 3,560 3,390 4,472 3,990 4,430 5,000 5,470 5,420 2,680 2,645

%

14.816

225.594

x 1.000

210.778

2.723 22.292 12.039 454 12.933 12.933 15.833 7.333 14.667 7.000 21.250 22.500 36.000 8.571 14.250

x 1.000

Aflossingen in Restschuld 31 2012 december 2012

964 2.269 1.135 568 91 680 680 834 334 666 1.000 1.250 833 1.333 1.429 750

x 1.000

Nieuwe leningen in 2012

964 4.992 23.427 12.607 545 13.613 13.613 16.667 7.667 15.333 8.000 22.500 23.333 37.333 10.000 15.000

x 1.000

WerkeRestschuld 31 lijke december 2011 rente

2.7 OVERZICHT LANGLOPENDE SCHULDEN AAN KREDIETINSTELLINGEN ULTIMO 2012

150.143

9.529 9.529 11.667 5.667 11.333 2.000 15.000 18.333 29.333 1.429 10.500

16.620 9.203

x 1.000

Restschuld over 5 jaar

1 21 23 5 19 19 19 22 22 7 17 27 27 6 19

Resterende looptijd in jaren eind 2012

Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair Lineair

Aflossingswijze

14.214

2.269 1.135 567 454 681 681 833 333 667 1.000 1.250 833 1.333 1.428 750

x 1.000

Aflossing 2013

Hypotheek Hypotheek Hypotheek Hypotheek +/- Hyp.claus. Rijk Rijk Geen Geen Geen +/- Hyp.claus. +/- Hyp.claus. +/- Hyp.claus. +/- Hyp.claus. +/- Hyp.claus. +/- Hyp.claus.

Gestelde zekerheden

2.7 Overzicht langlopende schulden aan kredietinstellingen ultimo 2012


2.8 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2012 2.8 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2012 BATEN 2.8.1 Wettelijk budget aanvaardbare kosten

2012 x 1.000

x 1.000

2011 x 1.000

x 1.000

Wettelijk budget aanvaardbare kosten voorgaand jaar

442.286

421.560

Productieafspraken verslagjaar

-392.614

18.322

0

-10.798

Korting prestatiecontract (efficiencykorting) Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling Prijsindexatie materiële kosten

0 0

7.174 2.182 0

Uitbreiding en erkenning - loonkosten Nacalculeerbare kapitaalslasten: - rente - afschrijvingen

0

9.356 1.446

0 0 0

1.446 2.260 1.439

0 Overige mutaties Subtotaal wettelijk budget boekjaar Correcties voorgaande jaren Wettelijk budget aanvaardbare kosten

-405

3.699 -1.299

-405

-1.299

49.267

442.286

6.407

14.348

55.674

456.634

Voor de verwerking van de post orgaantransplantaties wordt verwezen naar de toelichting van de post financieringsverschil (2.4.7).

Als gevolg van de nieuwe bekostigingstructuur vanaf 1 januari 2012 loopt het wettelijk budget af in 2011. Alleen bij UCP (onderdeel van het UMCG), Centrum voor Revalidatie (onderdeel van het UMCG) en stichting RAV UMCG is in 2012 nog sprake van een wettelijk budget volgens de oude bekostigingsstructuur. Dit verklaart de grote mutatie op de regel productieafspraken verslagjaar.


2.8 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2012 2.8 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2012 BATEN 2.8.2 Omzet DBC's/ DBC zorgproducten A segment

2012

2011


x 1.000

x 1.000

Gefactureerde omzet DBC's/DBC-zorgproducten A segment Mutatie onderhanden projecten DBC's / DBC-zorgproducten A segment

214.351 -52.301

0 0

162.050

0

2.8.3 Omzet DBC's/ DBC zorgproducten B segment

2012

2011


x 1.000

x 1.000

Gefactureerde omzet DBC's/DBC-zorgproducten B segment Mutatie onderhanden projecten DBC's / DBC-zorgproducten B segment

300.832 20.728

54.295 0

321.560

54.295

Op basis van de afgesproken aanneemsommen is een inschatting gemaakt van de prijzen en volumes van DBC zorgproducten. Voor het A segment zijn de maximum NZa tarieven gehanteerd. Voor het B segment zijn de tarieven per DBC zorgproduct per zorgverzekeraar vastgesteld (vrij onderhandelbaar). Het totaal van aantal maal prijs sluit aan bij de overeengekomen aanneemsommen per zorgverzekeraar.

2.8.4 Opbrengsten uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag

2012

2011


x 1.000

x 1.000

Transitiebedrag 2012 Transitiebedrag 2013

-23.533 -13.005

0 0

-36.539

0


2.8 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2012 2.8 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2012 BATEN 2.8.5 Beschikbaarheidsbijdragen vaste segment De specificatie is als volgt: Beschikbaarheidsbijdrage vast segment

2012

2011

x 1.000

x 1.000

6.328

0

Dit betreft een bijdrage voor o.a. de helikoptervoorziening, OTO gelden, traumazorg, MMT voertuigen.

2.8.6.1 Bijdrage werkplaatsfunctie Rijksbijdrage ten behoeve van de werkplaatsfunctie

2012

2011

x 1.000

x 1.000

77.428

76.631

Het door het Ministerie van OCW aan de Rijksuniversiteit Groningen verstrekte deel van de Rijksbijdrage 2012 ter bekostiging van de werkplaatsfunctie ten bedrage van 77,4 miljoen is onverwijld en onverkort doorbetaald aan het UMCG. Over de bestedingen ten behoeve van de werkplaatsfunctie worden jaarlijks in een Plandocument afspraken vastgelegd tussen de Rijksuniversiteit Groningen en het UMCG. De uitkomst van de besteding in het jaar 2012 is onder de overige gegevens in de "Verantwoording over de besteding van de bijdrage werkplaatsfunctie over 2012" opgenomen.

2.8.6.2 Bijdrage RUG

RUG bijdrage ten behoeve van onderwijs en onderzoek

2012

2011

x 1.000

x 1.000

77.321

79.744

De daling in 2012 ten opzichte van 2011 wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door bezuinigingen. Daarnaast was in 2011 sprake van een toezegging voor ERIBA gebouw ad 2,1 miljoen.

2.8.7 Opleidingsfonds

Opleidingsfonds

2012

2011

x 1.000

x 1.000

48.486

46.246

De toename wordt veroorzaakt door een stijging van het aantal AIOS met 11,6 (2012: 398,3, 2011: 386,7) en een stijging van de gemiddelde vergoeding per AOIS met ruim 2% in 2012.

2.8.8 Academische component

Academische component

2.8.9 Niet gebudgetteerde zorgprestaties

2012

2011

x 1.000

x 1.000

87.797

86.027

2012

2011

x 1.000

x 1.000

Zorgprestaties tussen instellingen Zorgprestaties derde compartiment Overige zorgprestaties

10.056 186 12.978

10.799 435 13.428

Totaal

23.220

24.662


2.8 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2012 2.8 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2012 BATEN 2.8.10 Subsidies

Overige subsidies

2012

2011

x 1.000

x 1.000

5.389

5.266

Onder de subsidies wordt ook verantwoord de verrekening met de RUG in het kader van de zogenoemde Financiële Regeling. Afgesproken is dat positieve en negatieve saldi uit de exploitatie van UMCG O&O worden verrekend met een bestemmingsreserve bij de RUG. In 2012 is sprake van een verrekening van 4,0 miljoen aan de RUG (2011: 0,3 miljoen verrekening aan de RUG). Dit is een last voor het UMCG. Daarnaast zijn de FZO subsidiegelden (opleidingen ) in 2012 flink gestegen ten opzichte van 2011 met 2,8 miljoen, waarvan een nagekomen bate 2011 ad 0,7 miljoen.

2.8.11 Overige bedrijfsopbrengsten

Overige dienstverlening

2012

2011

x 1.000

x 1.000

151.647

117.429

De stijging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt doordat bij UMCG O&O circa 45 miljoen hogere opbrengsten zijn gerealiseerd als gevolg van een toename in het aantal 2e tot en met 4e geldstroomprojecten en hoger behaalde resultaten op deze projecten. In 2012 zijn daarnaast meer projecten afgesloten dan in 2011.


2.8 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2012 2.8 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2012 LASTEN 2.8.12 Personeelskosten 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies Andere personeelskosten

456.114 40.285 69.203 23.349

434.637 38.692 61.940 33.529

Subtotaal Personeel niet in loondienst

588.951 24.894

568.798 21.828

Totaal personeelskosten

613.845

590.626


De stijging van de personeelskosten wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een stijging van het aantal fte in het primaire proces. Voor een overzicht van het aantal fte wordt verwezen naar de geconsolideerde jaarrekening. De mutaties in personeelsvoorzieningen worden verantwoord onder de andere personeelskosten. De daling in 2012 van de andere personeelskosten wordt ook hoofdzakelijk verklaard door hogere dotaties aan de personele voorzieningen in 2011. 2.8.13 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Nacalculeerbare afschrijvingen: - immateriële vaste activa - materiële vaste activa

0 17.454

13.220 16.739

Overige afschrijvingen: - materiële vaste activa

24.335

22.130

Totaal afschrijvingen

41.789

52.089


De post immateriële vaste activa in 2011 van 13,2 miljoen betrof de afschrijving samenhangend met de honorering door de NZa van de restant boekwaarde van de immateriële vaste activa aanwezig in de jaarrekening ultimo 2010.


2.8 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2012 2.8 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2012 LASTEN 2.8.13 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Aansluiting afschrijvingen mutatieoverzichten materiële vaste activa en de resultatenrekening

2012 x 1.000

Afschrijvingen WTZi/WMG gefinancierde materiële vaste activa Afschrijvingen WTZi - meldingsplichtige materiële vaste activa Afschrijvingen niet WTZi/WMG gefinancierde materiële vaste activa Afschrijvingen DHAZ gefinancierde materiële vaste activa

27.273 2.329 2.925 11.633

Totaal afschrijvingen materiële vaste activa volgens de mutatieoverzichten Afschrijvingen immateriële vaste activa

44.160

Totaal afschrijvingen verwerkt in de balans Totaal afschrijvingen volgens de resultatenrekening:

44.160 41.789

Verschil Dit betreft: Afschrijvingen ten laste van langlopende schulden (egalisatierekening) Afschrijvingen egalisatie DHAZ Afschrijvingen egalisatie OCW Egalisatie overig

2.371 1.485 1.200 -315 1 -

2.8.14 Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa

2012

2011

x 1.000

x 1.000

0

1.018

In 2011 was sprake van een eenmalige afwaardering van leegstaande gebouwen Psychiatrie (impairment) a.g.v. geplande nieuwbouw. 2.8.15 Overige bedrijfskosten 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten Algemene kosten Patiënt- en bewonergebonden kosten Onderhoud en energiekosten Huur en leasing Dotaties en vrijval voorzieningen

22.392 70.171 181.618 21.879 5.253 -307

21.692 64.345 164.867 27.403 5.209 4.857

Totaal overige bedrijfskosten

301.006

288.373



2.8 Toelichting op de enkelvoudige resultatenrekening over 2012 2.8 TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE RESULTATENREKENING OVER 2012 2.8.15 Overige bedrijfskosten Specificatie onderhoud- en energiekosten: - Onderhoud - Energie gas (niet 100% groen) - Energie stroom (niet 100% groen) - Energie transport en overige

2012

2011

x 1.000

x 1.000

13.117 4.078 3.111 1.573

18.421 3.986 3.502 1.494

21.879

27.403

In 2011 was onder de algemene kosten sprake van een eenmalige matchingsbijdrage project Lifelines 2012-2016 van 6,9 miljoen. De feitelijke stijging in 2012 ten opzichte van 2011 bedraagt derhalve 12,7 miljoen. Deze stijging wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een stijging van de projectkosten 2e tot en met 4e geldstroomprojecten van circa 19 miljoen. Daarnaast is in 2012 sprake van een btw suppletie opbrengst 2006 tot en met 2011 ad 4,5 miljoen (bate). De stijging van patiënt- en bewonersgebonden kosten wordt o.a. veroorzaakt door de stijging van de kosten van de dure geneesmiddelen ad 4,4 miljoen (zie ook de toelichting onder de post Voorraden). Daarnaast worden vanaf 2012 kosten gemaakt voor TNF Alfaremmers ad 9,3 miljoen in verbang met overheidsbeleid (overheveling 1e lijns naar 2e lijns). In 2011 waren deze kosten niet aanwezig. Tegenover deze kosten staat vanaf 2012 eveneens een vergoeding. De daling van de onderhoud- en energiekosten wordt met name verklaard door lagere onderhoudskosten in 2012 ten opzichte van 2011 met 5,3 miljoen. Dit wordt o.a. veroorzaakt door het feit dat kosten packages ERIBA in 2011 onterecht zijn verantwoord onder de onderhoudskosten ( 2,1 mln) en in 2012 onder algemene kosten. Daarnaast is in 2011 sprake van 2 miljoen hogere dotatie aan de voorziening groot onderhoud. 2.8.16 Financiële baten en lasten 2012

2011

x 1.000

x 1.000

Rentebaten Rentelasten Waardeveranderingen financiële vaste activa

518 -11.413 0

1.547 -12.053 18

Totaal financiële baten en lasten

-10.895

-10.488

2012

2011

x 1.000

x 1.000

Buitengewone baten Buitengewone lasten

0 0

0 0

Totaal buitengewone baten en lasten

0

0


2.8.17 Buitengewone baten en lasten


3 Overige gegevens


3 OVERIGE GEGEVENS 3 OVERIGE GEGEVENS 3.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 3 OVERIGE GEGEVENS 3.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 3.1 Vaststelling en goedkeuring jaarrekening 3 OVERIGE GEGEVENS De van Bestuur van het UMCGjaarrekening heeft de jaarrekening 2012 vastgesteld in de vergadering 3.1Raad Vaststelling en goedkeuring van 7Vaststelling meivan 2013. De Bestuur het UMCGjaarrekening heeft de jaarrekening 2012 vastgesteld in de vergadering 3.1Raad en van goedkeuring De Bestuur van het UMCG heeft de jaarrekening 2012 vastgesteld in de vergadering vanRaad 7 meivan 2013. De Toezicht vanhet hetUMCG UMCGheeft heeftde dejaarrekening jaarrekening2012 2012vastgesteld goedgekeurd in de vergadering van 7 meivan 2013. DeRaad Raad van Bestuur van in de vergadering van 21 mei 2013. De van Toezicht van het UMCG heeft de jaarrekening 2012 goedgekeurd in de vergadering vanRaad 7 mei 2013. De van2013. Toezicht van het UMCG heeft de jaarrekening 2012 goedgekeurd in de vergadering vanRaad 21 mei 3.2 Resultaatbestemming van 21 mei 2013. De Raad van Toezicht van het UMCG heeft de jaarrekening 2012 goedgekeurd in de vergadering 3.2 vanResultaatbestemming 21 mei 2013. 3.2 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. 3.2 Resultaatbestemming Het wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. 3.2 resultaat Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. 3.3 Gebeurtenissen na balansdatum Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in de resultatenrekening. 3.3 Gebeurtenissen na balansdatum Tot 7 mei 2013 hebben zich geen materiële gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan. 3.3 Gebeurtenissen na balansdatum 3.3 Gebeurtenissen na balansdatum

Tot mei 2013 hebbenna zich geen materiële gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan. 3.37Gebeurtenissen balansdatum 3.4 door engebeurtenissen toezichthouders Tot Ondertekening 7 mei 2013 hebben zichbestuurders geen materiële na balansdatum voorgedaan. TotOndertekening 7 mei 2013 hebben zichbestuurders geen materiële na balansdatum voorgedaan. 3.4 door engebeurtenissen toezichthouders 3.4 Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 3.4 Ondertekening door en bestuurders 3.4 Ondertekening door bestuurders toezichthouders en toezichthouders

J.F.M. Aartsen

J.G.M. Alders

J.F.M. Aartsen J.F.M. Aartsen J.F.M. Aartsen

J.G.M. Alders J.G.M. Alders J.G.M. Alders

F. Kuipers

L. Koopmans

F. Kuipers F. Kuipers F. Kuipers

L. Koopmans L. Koopmans L. Koopmans

H.A. Snapper

L. Lindner

H.A. Snapper H.A. Snapper H.A. Snapper

L. Lindner L. Lindner L. Lindner

A.G.J. van der Zee

H.J. Völker-Dieben

A.G.J. van der Zee A.G.J. van der Zee A.G.J. van der Zee

H.J. Völker-Dieben H.J. Völker-Dieben H.J. Völker-Dieben

B. Witholt B. Witholt B. Witholt B. Witholt


3.5 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 3.5 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: de Raad van Bestuur van het Universitair Medisch Centrum Groningen Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening over 2012 van het Universitair Medisch Centrum Groningen te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2012 en de geconsolideerde en enkelvoudige resultatenrekening over 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van het Universitair Medisch Centrum Groningen is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de Regeling Verslaggeving WTZi alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De Raad van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als hij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol Jaarverantwoording Zorginstellingen 2012. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Raad van Bestuur van het Universitair Medisch Centrum Groningen gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van het Universitair Medisch Centrum Groningen per 31 december 2012 en van het resultaat over 2012 in overeenstemming met de Regeling Verslaggeving WTZi. Benadrukking van een onzekerheid in de jaarrekening vanwege de invoering van de prestatiebekostiging Wij vestigen de aandacht op de toelichting van het transitiemodel in de waarderingsgrondslagen van de jaarrekening, waarin de onzekerheid uiteengezet is voor het Universitair Medisch Centrum Groningen met betrekking tot de invoering van de prestatiebekostiging in de curatieve medisch specialistische zorg in de vorm van de DOT systematiek. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel.

3.5 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2 Regeling Verslaggeving WTZi juncto artikel 2:393 lid 5 onder e BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. 120 Jaarrekening 2012 UMCG Verklaring betreffende het jaarverslag Op basis van artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW

3.5 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

3.5 CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2 Regeling Verslaggeving WTZi juncto artikel 2:393 lid 5 onder e BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of de in artikel 2:393 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Verklaring betreffende het jaarverslag Op basis van artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Enschede, 28 mei 2013 KPMG ACCOUNTANTS N.V. w.g. J. Dijkstra RA


3.6 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) 3.6 WET OPENBAARMAKING UIT PUBLIEKE MIDDELEN GEFINANCIERDE TOPINKOMENS (WOPT) De bezoldiging van de functionarissen die over 2012 in het kader van de Wopt verantwoord worden is als volgt: Functie *) AMS

AMS RvB

AMS RvB RvB

AMS AMS AMS AMS AMS AMS RvB

AMS AMS AMS AMS

AMS AMS AMS AMS

AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS

AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS AMS

In dienst

Uit dienst

FTE % 2012 (CAO)

FTE % 2011 (CAO)

Belastbaar loon 2011


Pensioenlasten 2011

Pensioenlasten 2012

Totaal 2012

Motivatie overschrijding

09-05-11

0,5

1,1

147.245

332.198

0

0

332.198

2)

01-09-06

1,0

1,0

224.025

231.974

61.570

67.128

299.102

2)

01-09-92

1,0

1,0

222.465

233.735

56.713

61.831

295.566

1)

01-05-93

1,0

1,0

220.027

222.677

58.283

63.418

286.095

2)

15-10-97

1,0

1,0

205.797

224.153

53.056

57.842

281.996

1)

01-07-78

1,0

0,9

231.450

216.528

59.540

64.914

281.442

1)

23-03-09

1,0

1,0

221.725

217.342

56.395

63.843

281.185

2)

01-05-89

1,0

1,0

210.834

217.752

55.776

60.723

278.475

2)

01-11-97

1,0

1,0

207.507

216.599

54.579

59.418

276.017

2)

01-05-89

1,0

1,0

213.902

210.398

57.731

62.829

273.226

2)

01-07-97

1,0

1,0

163.543

208.234

40.788

60.380

268.614

2)

01-02-87

1,0

1,0

199.422

207.604

52.691

57.359

264.962

2)

01-01-07

1,0

1,0

202.410

205.594

53.052

57.838

263.433

1)

01-05-89

1,0

1,0

199.865

202.325

52.950

57.359

259.684

2)

01-04-92

1,0

1,0

197.737

200.290

52.691

57.359

257.649

2)

01-04-86

1,0

1,0

193.679

200.339

51.496

56.038

256.376

2)

01-05-89

1,0

1,0

196.189

197.617

52.691

57.359

254.976

2)

02-12-08

1,0

1,0

199.152

197.317

49.747

57.546

254.863

2)

01-03-10

1,0

1,0

200.423

202.725

45.995

50.142

252.867

2)

01-09-00

1,0

1,0

189.796

194.726

49.998

54.419

249.146

2)

01-06-11

0,6

1,0

99.073

194.309

29.255

54.429

248.738

2)

01-09-07

1,0

1,0

191.315

193.259

49.998

54.419

247.679

2)

01-05-09

1,0

1,0

189.469

192.102

50.417

54.965

247.066

2)

01-09-97

1,0

1,0

197.591

190.294

49.747

56.467

246.761

2)

01-03-88

1,0

1,0

188.857

191.844

49.747

54.108

245.952

2)

01-06-92

1,0

1,0

189.426

191.667

49.747

54.108

245.775

2)

20-11-00

1,0

1,0

200.560

188.310

52.660

56.467

244.777

2)

01-11-87

1,0

1,0

187.921

190.033

49.198

53.575

243.607

2)

01-05-93

1,0

1,0

186.595

189.056

48.820

53.224

242.280

2)

01-11-02

1,0

1,0

189.370

186.076

49.118

53.666

239.743

2)

01-02-94

1,0

1,0

177.487

185.303

49.958

54.429

239.732

2)

01-08-92

1,0

1,0

179.813

184.482

46.884

50.832

235.314

2)

1,0

1,0

158.073

190.120

41.045

44.466

234.586

2)

1,0

1,0

178.174

182.565

46.628

50.832

233.397

2)

01-04-93

31-12-12

01-08-98 01-03-93

31-12-12

1,0

1,0

156.919

188.169

40.288

43.917

232.086

2)

16-11-00

15-09-12

1,0

0,7

149.263

200.195

38.095

29.177

229.372

2)

01-07-93

1,0

1,0

152.328

182.586

42.000

45.786

228.372

2)

01-10-04

1,0

1,0

161.401

182.176

42.000

45.786

227.962

2)

01-05-90

1,0

1,0

158.669

180.523

45.780

45.662

226.185

2)

01-09-00

1,0

1,0

174.047

174.289

48.178

49.655

223.944

2)

01-10-09

0,2

1,0

28.047

173.594

7.025

49.907

223.501

2)

16-02-92

1,0

1,0

168.776

174.988

42.837

48.166

223.154

2)

01-09-09

1,0

1,0

168.793

175.034

43.543

47.468

222.502

2)

01-07-00

1,0

1,0

157.442

176.782

45.780

45.662

222.444

2)

01-04-83

1,0

1,0

169.651

173.583

44.241

48.231

221.814

2)

01-01-05

1,0

1,0

166.504

173.064

43.543

47.468

220.532

2)

01-06-87

1,0

1,0

167.407

171.841

44.241

48.231

220.072

2)

01-07-94

1,0

1,0

168.152

170.368

43.543

47.468

217.837

2)

01-02-02

1,0

1,0

159.745

170.278

40.593

47.115

217.392

2)

01-03-11

0,8

1,0

119.798

172.052

29.146

45.081

217.134

2)

01-01-99

1,0

1,0

167.381

169.639

43.543

47.468

217.107

2)

01-01-00

1,0

1,0

165.068

170.208

45.798

46.881

217.089

2)

01-01-95

1,0

1,0

167.578

168.739

42.937

47.280

216.019

2)

01-01-89

1,0

1,0

166.629

167.827

43.153

47.042

214.869

2)

01-10-07

1,0

1,0

165.311

167.914

44.688

46.682

214.596

2)

01-01-05

1,0

1,0

135.390

152.565

56.893

62.027

214.592

2)

01-07-04

1,0

1,0

190.124

160.446

49.747

54.108

214.554

2)

0,9

0,8

157.882

174.780

41.114

37.974

212.755

2)

01-06-88

1,0

1,0

162.537

165.479

43.042

46.903

212.382

2)

18-05-02

1,0

1,0

158.185

167.873

40.788

44.466

212.339

2)

01-08-88

1,0

1,0

161.967

166.280

42.257

45.786

212.066

2)

01-08-98

1,0

1,0

140.759

172.488

36.161

39.419

211.907

2)

01-07-97

1,0

1,0

163.324

165.252

42.796

46.637

211.889

2)

01-10-08

1,0

1,0

143.881

150.835

53.463

61.026

211.861

2)

15-08-00

1,0

1,0

159.285

166.891

41.138

44.813

211.703

2)

01-09-06

1,0

1,0

156.715

165.328

42.989

45.579

210.907

2)

01-09-97

1,0

1,0

165.010

163.567

41.297

46.267

209.834

2)

01-09-99

0,8

0,8

150.807

163.060

39.798

46.508

209.569

2)

01-02-98

1,0

1,0

162.174

163.216

42.287

46.084

209.300

2)

01-10-86

1,0

1,0

161.680

163.488

42.000

45.786

209.274

2)

01-05-90

1,0

1,0

160.408

163.139

42.053

45.834

208.973

2)

01-11-04

1,0

1,0

159.028

163.254

41.297

45.018

208.273

2)

01-07-91

1,0

1,0

169.187

161.953

42.796

46.267

208.220

2)

01-01-83

1,0

1,0

158.295

161.954

49.080

45.818

207.771

2)

01-02-87

1,0

1,0

174.178

161.779

43.218

45.834

207.613

2)

01-08-88

1,0

1,0

158.937

162.335

41.297

45.018

207.353

2)

01-01-91

1,0

1,0

163.184

160.960

41.297

46.267

207.227

2)

01-03-90

31-12-12


3.6 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) LASTEN 1.9.16 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) Functie *) AMS

In dienst

Uit dienst

FTE % 2012 (CAO)

FTE % 2011 (CAO)



Pensioenlasten 2011

Pensioenlasten 2012

Totaal 2012


01-01-83

1,0

1,0

140.564

167.795

36.161

39.419

207.214

2)

AMS

01-11-86

1,0

1,0

163.723

160.903

41.297

46.267

207.170

2)

18-09-00

1,0

1,0

157.915

161.518

50.514

45.468

206.986

2)

AMS

01-09-08

1,0

1,0

155.794

162.144

38.303

44.765

206.909

2)

01-10-87

1,0

1,0

157.000

161.551

46.779

45.168

206.719

2)

AMS

01-09-88

1,0

1,0

162.244

160.420

41.297

46.267

206.687

2)

01-10-85

1,0

1,0

163.035

160.200

41.297

46.267

206.467

2)

AMS

01-01-03

1,0

1,0

159.248

161.809

41.045

44.466

206.275

2)

AMS

AMS

AMS

AMS

01-11-07

0,8

0,8

82.128

181.570

19.477

24.538

206.108

2)

AMS

01-10-84

1,0

1,0

156.657

161.484

40.788

44.466

205.949

2)

01-07-85

1,0

1,0

158.060

160.922

40.788

44.466

205.387

2)

AMS

01-06-93

1,0

1,0

157.042

160.045

41.391

45.122

205.167

2)

01-01-01

1,0

1,0

157.214

160.037

40.458

44.104

204.140

2)

AMS

01-10-91

1,0

1,0

157.026

159.079

41.297

45.018

204.097

2)

AMS

01-01-93

1,0

1,0

156.637

159.114

41.691

44.866

203.981

2)

01-03-99

1,0

1,0

152.947

159.366

40.788

44.466

203.832

2)

AMS

01-03-88

1,0

1,0

153.486

159.232

39.820

44.466

203.698

2)

01-06-06

1,0

1,0

150.464

159.739

43.299

43.915

203.654

2)

AMS

01-01-08

1,0

1,0

155.654

158.042

41.795

45.563

203.605

2)

01-06-91

1,0

1,0

158.135

158.998

41.045

44.466

203.463

2)

AMS

01-10-88

1,0

1,0

155.139

158.919

40.788

44.466

203.384

2)

01-03-93

1,0

1,0

155.886

158.584

40.788

44.466

203.050

2)

AMS

01-07-95

1,0

1,0

153.928

158.283

40.788

44.466

202.748

2)

01-05-84

1,0

1,0

155.503

158.188

40.788

44.466

202.654

2)

AMS

01-07-94

1,0

1,0

152.672

158.939

38.844

43.408

202.348

2)

01-07-03

1,0

1,0

152.444

158.845

38.844

43.408

202.253

2)

AMS

01-04-93

1,0

1,0

157.291

157.692

40.788

44.466

202.158

2)

01-08-07

1,0

1,0

219.465

159.663

40.885

42.494

202.156

2)

AMS

01-07-86

1,0

1,0

154.373

157.248

40.788

44.466

201.713

2)

01-03-07

1,0

1,0

152.505

158.274

36.562

43.390

201.664

2)

AMS

01-09-02

1,0

1,0

154.561

158.335

39.760

43.324

201.660

2)

01-05-00

1,0

1,0

155.545

156.553

41.297

45.018

201.571

2)

AMS

01-11-06

1,0

1,0

157.181

156.241

41.045

44.466

200.707

2)

01-01-95

1,0

1,0

148.008

158.113

35.010

42.499

200.612

2)

AMS

01-03-03

1,0

1,0

151.590

157.186

38.844

43.408

200.594

2)

01-06-11

0,6

1,0

83.977

156.801

23.352

43.358

200.159

3)

AMS

01-03-11

0,8

1,0

115.535

158.930

31.467

41.027

199.957

2)

01-04-99

1,0

1,0

153.023

156.267

39.851

43.684

199.951

2)

AMS

01-04-89

1,0

1,0

150.157

152.189

43.543

47.468

199.657

2)

AMS

01-01-07

1,0

1,0

131.475

162.827

32.205

36.479

199.307

2)

01-04-99

1,0

1,0

148.512

157.261

38.095

41.526

198.788

2)

AMS

01-03-93

1,0

1,0

152.205

154.704

40.213

43.837

198.540

2)

AMS

01-09-99

1,0

1,0

132.590

161.897

33.467

36.479

198.377

2)

01-07-99

1,0

1,0

146.075

155.896

35.335

42.335

198.231

2)

AMS

01-02-97

1,0

1,0

151.818

153.597

40.656

44.320

197.917

2)

AMS

01-03-93

1,0

1,0

148.093

155.708

38.095

42.104

197.812

2)

01-04-93

1,0

1,0

151.947

153.876

39.843

43.414

197.290

2)

AMS

01-01-98

1,0

1,0

150.567

155.582

38.209

41.653

197.234

2)

AMS

01-05-89

1,0

1,0

151.023

154.523

39.594

42.335

196.859

2)

01-07-86

1,0

1,0

146.498

155.229

38.095

41.526

196.755

2)

AMS

01-11-94

1,0

1,0

151.706

153.769

39.430

42.984

196.753

2)

AMS

01-08-96

1,0

1,0

147.751

154.079

38.095

42.343

196.422

2)

01-06-03

1,0

1,0

139.918

155.557

35.903

40.386

195.943

2)

AMS

01-08-98

1,0

1,0

150.740

153.401

38.844

42.335

195.736

2)

01-06-07

1,0

1,0

141.035

153.675

35.074

41.753

195.428

2)

AMS

01-07-93

1,0

1,0

149.287

153.034

39.048

42.285

195.319

2)

01-01-07

1,0

1,0

149.125

153.631

38.095

41.526

195.157

2)

AMS

01-10-09

1,0

1,0

147.594

153.647

32.341

41.027

194.674

2)

01-01-07

1,0

1,0

-

152.736

-

41.753

194.489

2)

AMS

01-09-06

1,0

1,0

-

152.556

-

41.526

194.082

2)

AMS

01-03-00

0,9

0,9

153.346

37.167

40.516

193.862

2)

01-05-98

0,9

0,9

142.476

151.192

37.167

40.516

191.708

2)

AMS

01-12-00

0,9

0,9

138.343

148.457

34.473

39.534

187.991

2)

01-06-00

0,8

0,9

130.573

146.618

33.729

40.516

187.134

2)

AMS

01-07-00

0,9

0,9

137.852

146.069

35.634

38.830

184.899

2)

01-11-08

0,9

0,9

134.534

144.464

34.285

37.374

181.838

2)

AMS

01-09-02

0,9

0,9

133.009

142.125

31.567

37.932

180.057

2)

01-07-09

1,0

0,9

144.222

141.393

36.832

37.699

179.092

2)

AMS

01-11-03

0,8

0,8

130.162

135.725

30.642

36.015

171.740

2)

01-08-02

0,8

0,8

121.423

134.859

33.038

36.780

171.639

2)

AMS

01-09-12

1,0

0,7

173.096

139.026

45.780

31.211

170.237

2)

01-07-06

0,8

0,8

128.037

134.010

33.038

36.015

170.025

2)

AMS

01-05-07

0,8

0,8

132.334

135.054

29.517

34.813

169.866

2)

01-04-99

0,9

0,9

126.254

134.429

32.381

35.297

169.726

2)

AMS

01-04-96

0,8

0,8

123.015

134.140

31.943

34.516

168.656

2)

01-03-01

0,8

0,8

130.095

133.397

29.355

34.813

168.210

2)

AMS

01-06-01

0,8

0,8

111.791

130.864

29.355

33.402

164.266

2)

01-01-01

0,9

0,8

126.223

133.403

32.531

30.189

163.592

2)

AMS

01-11-05

0,8

0,8

120.688

129.612

30.476

33.221

162.833

2)

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

OV

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS AMS

142.807


3.6 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) 1.9 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2012 LASTEN 1.9.16 Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) Functie *) AMS

In dienst

Uit dienst

FTE % 2012 (CAO)

FTE % 2011 (CAO)



Pensioenlasten 2011

Pensioenlasten 2012

Totaal 2012


01-03-91

0,8

0,8

118.119

128.946

30.476

33.221

162.167

2)

AMS

01-01-11

0,7

0,8

105.720

128.225

22.360

33.221

161.445

2)

01-01-04

0,8

0,8

119.244

127.928

30.476

33.221

161.149

2)

AMS

01-02-01

0,8

0,8

117.594

127.914

29.466

33.221

161.135

2)

01-08-94

0,8

0,8

119.491

127.120

30.476

33.221

160.341

2)

AMS

01-01-84

0,7

0,7

113.152

124.157

28.908

31.513

155.669

2)

01-04-90

0,7

0,7

101.471

125.787

25.920

27.593

153.381

2)

AMS

01-01-04

0,9

0,8

130.127

121.803

31.567

31.192

152.995

2) 2)

AMS

01-01-04

AMS

AMS

AMS

AMS

01-01-07

15-04-12

1,0

0,3

105.253

139.979

26.077

7.897

147.875

0,7

0,7

104.585

118.504

26.666

29.068

147.573

2)

33.886

145.045

2)

AMS

01-05-12

AMS

01-06-12 01-11-12

0,8

0,7

107.796

118.072

26.774

24.224

142.297

2)

AMS

01-04-89

0,6

0,6

99.121

110.260

24.778

27.011

137.271

2)

01-08-87

0,6

0,6

99.392

105.126

25.130

27.394

132.520

2)

AMS

01-01-97

0,9

0,5

142.228

109.475

37.167

22.538

132.014

2)

01-05-96

0,6

0,6

99.423

101.566

25.200

27.472

129.037

2)

AMS

01-03-02

0,6

0,6

90.740

96.903

22.927

24.992

121.895

2)

1,0

0,4

168.552

102.225

44.241

19.543

121.769

2)

0,4

0,4

77.790

83.714

19.788

21.573

105.287

2)

129.544

75.773

30.884

14.783

90.556

2)

-

83.582

2)

AMS

AMS

AMS

AMS

AMS

0,7

01-10-00

01-02-93

0,7

0,7

31-05-12

01-02-07

1,0

0,4

AMS

01-01-12

30-06-12

-

0,4

01-05-05

31-03-12

1,0

AMS

AMS

RVB AMS OV

01-06-12

01-11-12

102.350

0,6

AMS

AMS

111.159

0,3 0,2

114.093

25.783

114.083

83.582 -

49.109 29.184

-

29.068

143.162

2)

28.265

142.348

2)

10.972

60.081

2)

7.685

36.869

2)

1) Op basis van richtlijnen NVZD en met inachtneming van advies van de Commissie Simons is door de Raad van Toezicht de bezoldiging vastgesteld 2) Honorering op basis van CAO-UMC, gebaseerd op een gemiddelde werkweek van 40-48 uur excl. Diensten resp. maximaal 55 uur incl. diensten bij een voltijds dienstverband. Hierbij is rekening gehouden met de concurrentiepositie. 3) Medewerker met ontslagvergoeding.


3.7 Verantwoording over de bestedingen van de bijdrage werkplaatsfunctie 3.7 VERANTWOORDING over 2012 OVER DE BESTEDING VAN DE BIJDRAGE WERKPLAATSFUNCTIE 2012 1. Algemeen De Rijksbijdrage die jaarlijks door het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) van het Ministerie van OCW via de Rijksuniversiteit Groningen wordt ontvangen, is bedoeld ter financiering van de kosten van de werkplaatsfunctie. De werkplaatsfunctie is de ondersteunende inspanning van het UMCG voor onderwijs en onderzoek. Met de vorming van het UMCG zijn ook de bestuurlijke voorwaarden vastgelegd om te komen tot een geïntegreerd beleid op het gebied van onderwijs, onderzoek, patiëntenzorg en de opleiding tot medisch specialist. Overeenkomstig de "Intentionele afspraken met betrekking tot het Plandocument", zoals vastgesteld op 7 november 1991 in een bestuurlijk overleg tussen het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen en de Raad van Bestuur van het Academisch Ziekenhuis Groningen, heeft het Gemeenschappelijk Beleids Orgaan in december 2011 het Plandocument 2012 vastgesteld. In het Plandocument 2012 zijn afspraken vastgelegd over de samenwerking en afstemming op de in de vorige alinea genoemde gebieden.

2. Kostentoerekening werkplaatsfunctie 2012 Hoewel de NFU en de VSNU hebben afgesproken de verantwoording vanaf 2011/2012 conform het zogenoemde Capgemini-model te laten plaatsvinden, is het Plandocument 2012, in onderlinge afstemming, opgesteld conform de afspraken d.d. 7 november 1991. Er ontstaat daardoor een discrepantie met het toerekeningsmodel volgens Capgemini, zowel in totaal als per begrotingspost. Plandocument 2012

Uitkomst toerekening 2012

x € 1.000

x € 1.000

Kosten gebouwen en terreinen Kosten medische en overige inventaris Kosten personeel Vertragingskosten Overige kosten

15.082 8.356 15.764 23.599 13.832

16.195 10.579 40.535 23.119 2.976

Totalen

76.633

93.404

De kosten worden in het Capgemini-model toegerekend op basis van vastgestelde normpercentages. Een groei in de zorg, waar bij in het UMCG sprake van is, zorgt voor een afwijkende uitkomst als gevolg van toegerekende kosten.

KOSTENTOEREKENING WERKPLAATSFUNCTIE 2012 (WPF) Grondslag

% WPF

WPF

Aandeel in Rijksbijdrage 2012

Kosten gebouwen en terreinen Genormeerde rente en afschrijvingen

32.052

25%

8.013

10,3%

Overige gebouwgebonden kosten Dotatie voorziening voor groot onderhoud Indirecte kosten 20%

22.173 5.100 5.455

25% 25% 25%

5.543 1.275 1.364

7,2% 1,6% 1,8%

16.195

20,9%

64.780


3.7 Verantwoording over de bestedingen van de bijdrage werkplaatsfunctie over 2012 KOSTENTOEREKENING WERKPLAATSFUNCTIE 2012 (WPF)

Kosten medische en overige inventaris Afschrijvingen Kosten van kapitaal Huur, lease Verbruik, onderhoud en reparatie Indirecte kosten 20%

Kosten personeel Medisch specialisten & ondersteuning Loonkosten medisch specialisten Functiegebonden kosten med. specialisten Loonkosten niet-wetenschappelijk personeel Indirecte kosten 20%

Overige wetenschappelijke staf & ondersteuning Loonkosten wetenschappelijke staf Loonkosten niet-wetenschappelijk personeel Indirecte kosten 20%

Grondslag

% WPF

WPF

Aandeel in Rijksbijdrage 2012

15.849 793 721 20.674 4.279

25% 25% 25% 25% 25%

3.962 198 180 5.169 1.070

5,1% 0,3% 0,2% 6,7% 1,4%

10.579

13,7%

42.316

100.890 2.749 23.319 25.391

20% 20% 20% 20%

20.178 550 4.664 5.078

26,1% 0,7% 6,0% 6,6%

28.924 13.016 8.388

20% 20% 20%

5.785 2.603 1.677

7,5% 3,4% 2,2%

40.535

52,4%

202.677 Vertragingskosten Totaal aanvaardbare kosten A-segment Af: correctie op A-segment (45%) Relevante zorgproductie A-segment Totaal opbrengsten dbc's B-segment Correctie op B-segment (45%) Relevante zorgproductie B-segment

408.598 -183.869 224.729

10%

22.473

29,0%

11.749 -5.287 6.462

10%

646

0,8%

23.119

29,9%

231.191 Overige kosten Affiliatievergoedingen Indirecte kosten 10% Wachtgelden

55 5

100% 100%

55 5

0,1% 0,0%

2.916

100%

2.916

3,8%

2.976

0

93.404 77.428 15.976

120,6% 100,0% 20,6%

2.976 Totaal berekend Rijksbijdrage werkplaatsfunctie 2012 Verschil


Colofon Uitgave

Universitair Medisch Centrum Groningen Samenstelling

UMCG Basisvormgeving

studio Tineke Wieringa Productiebegeleiding

UMC-staf, Communicatie

© UMCG, 2013

Universitair Medisch Centrum Groningen Hanzeplein 1 Postbus 30 001 9700 RB Groningen


www.umcg.nl

Jaarverslag Universitair Medisch Centrum Groningen

Recommend Documents