1:
Cases om te analyseren en je mening te geven……………. 1. Geen zin in het leven. e Dick de Groot vierde gisteren zijn 76 verjaardag. Het was geen blijde dag. Hij miste zijn vrouw die een half jaar geleden was overleden. Ook waren zijn kinderen niet geweest. Zijn oudste zoon had het razend druk met zijn huwelijk (of beter gezegd het afhandelen van een scheiding), met zijn gezin (twee pubers die alles deden wat verboden was) en een studie (die hij vroeger nooit had afgemaakt en nu bijna examen mocht doen). Zijn dochter woonde in New York en schreef hem zo nu en dan een brief in grote letters, maar was de verjaardag gewoon vergeten. Dick was een gezonde man. Hoewel hij slechte ogen had en zijn oren nog nauwelijks geluid konden opvangen, was hij nog fit. Hij kon slecht zien en zelfs tv-kijken was niet echt meer mogelijk. Boeken lezen en brieven schrijven ging nog wel als er maar grote letters werden gebruikt en Dick zijn vergrootglas hanteerde. Horen lukte nog een beetje met een sterk gehoorapparaat, maar eigenlijk was een goed gesprek niet meer mogelijk. Telefoneren ging helemaal niet meer en de radio drong nog nauwelijks tot hem door. Dick moest het vooral doen met zijn eigen gedachten. Dick was vooral na het overlijden van zijn vrouw eenzaam geworden. Hij had een vaste dagindeling, stond elke morgen om 8.00 uur op, ontbeet, ruimde alles op, maakte een wandeling, ging naar de winkel, kwam thuis, lunchte, deed een middagslaapje, nam een borreltje en wachtte op de warme maaltijd die aan huis werd geserveerd. ’s Avond spelde hij de krant met zijn vergrootglas onder een sterke lamp en verder zat hij te denken en te denken tot het tien uur was. Dan nam hij de tweede borrel voor die dag en ging zich klaarmaken voor de nacht. In zijn bed lag hij nog vaak te denken en steeds vaker kwamen gedachten bij hem boven die eigenlijk een wens tot sterven inhielden. Op een morgen bleef hij langer dan normaal liggen. Hij realiseerde zich dat hij dood wilde. Hij zou graag zijn leven voltooid willen noemen en rustig sterven. Maar ja, hoe lang kan een gezonde man van 75 jaar nog leven? Wat moet Dick doen? Naar de huisarts gaan met deze doodswens in de hoop dat hij doorgestuurd wordt naar mensen die hem daarbij kunnen helpen of moet hij net zolang doorleven tot hij een natuurlijke dood sterft.
2: 2. Helpen of niet? e Dick de Groot vierde gisteren zijn 76 verjaardag. Het was geen blijde dag. Hij miste zijn vrouw die een half jaar geleden was overleden. Ook waren zijn kinderen niet geweest. Zijn oudste zoon had het razend druk met zijn huwelijk (of beter gezegd het afhandelen van een scheiding), met zijn gezin (twee pubers die alles deden wat verboden was) en een studie (die hij vroeger nooit had afgemaakt en nu bijna examen mocht doen). Zijn dochter woonde in New York en schreef hem zo nu en dan een brief in grote letters, maar was de verjaardag gewoon vergeten. Dick was een gezonde man. Hoewel hij slechte ogen had en zijn oren nog nauwelijks geluid konden opvangen, was hij nog fit. Hij kon slecht zien en zelfs tv-kijken was niet echt meer mogelijk. Boeken lezen en brieven schrijven ging nog wel als er maar grote letters werden gebruikt en Dick zijn vergrootglas hanteerde. Horen lukte nog een beetje met een sterk gehoorapparaat, maar eigenlijk was een goed gesprek niet meer mogelijk. Telefoneren ging helemaal niet meer en de radio drong nog nauwelijks tot hem door. Dick moest het vooral doen met zijn eigen gedachten. Dick was vooral na het overlijden van zijn vrouw eenzaam geworden. Hij had een vaste dagindeling, stond elke morgen om 8.00 uur op, ontbeet, ruimde alles op, maakte een wandeling, ging naar de winkel, kwam thuis, lunchte, deed een middagslaapje, nam een borreltje en wachtte op de warme maaltijd die aan huis werd geserveerd. ’s Avond spelde hij de krant met zijn vergrootglas onder een sterke lamp en verder zat hij te denken en te denken tot het tien uur was. Dan nam hij de tweede borrel voor die dag en ging zich klaarmaken voor de nacht. In zijn bed lag hij nog vaak te denken en steeds vaker kwamen gedachten bij hem boven die eigenlijk een wens tot sterven inhielden. Op een morgen bleef hij langer dan normaal liggen. Hij realiseerde zich dat hij dood wilde. Hij zou graag zijn leven voltooid willen noemen en rustig sterven. Maar ja, hoe lang kan een gezonde man van 75 jaar nog leven? Dick besloot zijn huisarts, Ger Broekman, op te zoeken. Dit was een ervaren arts die Dick en zijn vrouw al jaren bijstond in allerlei vragen. Het bevreemdde de arts dat Dick met deze wens kwam en probeerde hem te laten zien hoe hij contact kon zoeken met zijn kinderen. Dick voelde daar weinig voor; zijn besluit stond vast. Dokter Broekman wist zeker dat hij Dick niet een fatale pil kon aanbieden. Dit was nog niet wettelijk geregeld en dat vond hij maar fijn ook, want dan had hij het misschien moeten doen. Maar Broekman was arts geworden om levens te verlengen en niet om levens af te breken. Toch kende hij een jonge collega die hier helemaal geen moeite mee had. Hij zou Dick natuurlijk kunnen verwijzen naar deze arts, dan was het zo geregeld. Maar moest hij dat nu wel doen. Hij zou indirect schuldig zijn aan de dood van deze patiënt en hij zou dit zijn hele leven met zich meedragen. Wat moet hij doen? Dick naar huis sturen of hem doorsturen naar de jonge arts?
3: 3. Weg of blijven? e Dick de Groot vierde gisteren zijn 76 verjaardag. Het was geen blijde dag. Hij miste zijn vrouw die een half jaar geleden was overleden. Ook waren zijn kinderen niet geweest. Zijn oudste zoon had het razend druk met zijn huwelijk (of beter gezegd het afhandelen van een scheiding), met zijn gezin (twee pubers die alles deden wat verboden was) en een studie (die hij vroeger nooit had afgemaakt en nu bijna examen mocht doen). Zijn dochter woonde in New York en schreef hem zo nu en dan een brief in grote letters, maar was de verjaardag gewoon vergeten. Dick was een gezonde man. Hoewel hij slechte ogen had en zijn oren nog nauwelijks geluid konden opvangen, was hij nog fit. Hij kon slecht zien en zelfs tv-kijken was niet echt meer mogelijk. Boeken lezen en brieven schrijven ging nog wel als er maar grote letters werden gebruikt en Dick zijn vergrootglas hanteerde. Horen lukte nog een beetje met een sterk gehoorapparaat, maar eigenlijk was een goed gesprek niet meer mogelijk. Telefoneren ging helemaal niet meer en de radio drong nog nauwelijks tot hem door. Dick moest het vooral doen met zijn eigen gedachten. Dick was vooral na het overlijden van zijn vrouw eenzaam geworden. Hij had een vaste dagindeling, stond elke morgen om 8.00 uur op, ontbeet, ruimde alles op, maakte een wandeling, ging naar de winkel, kwam thuis, lunchte, deed een middagslaapje, nam een borreltje en wachtte op de warme maaltijd die aan huis werd geserveerd. ’s Avond spelde hij de krant met zijn vergrootglas onder een sterke lamp en verder zat hij te denken en te denken tot het tien uur was. Dan nam hij de tweede borrel voor die dag en ging zich klaarmaken voor de nacht. In zijn bed lag hij nog vaak te denken en steeds vaker kwamen gedachten bij hem boven die eigenlijk een wens tot sterven inhielden. Op een morgen bleef hij langer dan normaal liggen. Hij realiseerde zich dat hij dood wilde. Hij zou graag zijn leven voltooid willen noemen en rustig sterven. Maar ja, hoe lang kan een gezonde man van 75 jaar nog leven? Hij besloot zijn huisarts, Ger Broekman, op te zoeken. Dit was een ervaren arts die Dick en zijn vrouw al jaren bijstond in allerlei vragen. Het bevreemdde de arts dat Dick met deze wens kwam en probeerde hem te laten zien hoe hij contact kon zoeken met zijn kinderen. Dick voelde daar weinig voor; zijn besluit stond vast. Dokter Broekman wist zeker dat hij Dick niet een fatale pil kon aanbieden. Dit was nog niet wettelijk geregeld en dat vond hij maar fijn ook, want dan had hij het misschien moeten doen. Maar Broekman was arts geworden om levens te verlengen en niet om levens af te breken. Een laatste redmiddel kwam bij dokter Broekman op. Hij kende de kinderen van Dick en hij wist dat hij van de zoon weinig kon verwachten, maar misschien was de dochter wel bereid om zich over haar vader te ontfermen. Hij vroeg aan Dick of hij contact met haar op mocht nemen en of Dick over een maand met hem de resultaten van dit contact te bespreken. Dick stemde hier schoorvoetend mee in. Hij had zijn dochter hier liever buiten gelaten. Het was toch zijn keus om te sterven? Hij ging weer naar huis en dokter Broekman schreef een brief naar Marian de Groot, die op dit moment met haar kinderen in een appartement in New York woont. Ze is gescheiden en haar ex-man, Loyd, woont met zijn vriendin in New Jersey, vele kilometers ten zuiden van New York. Zij is verbaasd als ze de brief van de arts van haar vader in de postbus vindt, maar als ze hem heeft doorgelezen kreeg ze enorme heimwee naar haar oude vader. Ze voelt zich schuldig omdat ze niet op de begrafenis van haar moeder is geweest en wil na het lezen van de brief nog maar één ding; terug naar Nederland en daar blijven tot haar vader een natuurlijke dood sterft. Dit kan nog wel tien jaar duren, maar Marian wil iets goedmaken. Ze heeft haar vader nog en niemand kan voor hem zorgen. Zij wil nu niets liever dan dit voor hem doen. Maar ja, haar kinderen; Danny van 14 en Cathy van 12 zullen hier geen zin in hebben. Ze zitten op een leuke school en hebben veel vrienden. Na de echtscheiding zijn ze bij haar gebleven en toen hun vader opnieuw ging trouwen, hebben ze de relatie met hun vader volledig verbroken. Toen vond zij dat geen probleem. Ze kon de kinderen zelf goed opvoeden. Toch weet ze zeker dat haar kinderen nog liever bij hun vader gaan wonen, die dit wel leuk zal vinden, dan dat ze meegaan naar Nederland. Wat moet Marian doen? Haar vader laten sterven of haar kinderen loslaten. (Die dan ook in een andere nieuwe omgeving zonder haar weer een nieuw leven op zullen bouwen.)
4: 4. Abortus na een stukgelopen relatie. Els de Koning had zich er zo op verheugd. Een kindje van zichzelf, samen met Dave, haar man. Ze zou er alles voor over hebben. Het kind gezond en liefdevol opvoeden. Veel aandacht en kansen geven. Ze wilde de perfecte moeder zijn. Echter nu is deze droom voorbij. Ze is 10 weken zwanger en intens gelukkig als haar man op een avond met de onbegrijpelijke boodschap komt dat hij hun relatie wil beëindigen. Ze had gehuild, geschreeuwd: en ons kindje dan? Het antwoord was dat dit juist zijn probleem was. Hij wilde geen kinderen. Vanaf het moment dat ze zwanger was geworden, iets wat zij juist graag wilde, kreeg hij er steeds meer problemen mee. Hij zag er tegen op en kon het niet opbrengen om vader te zijn. Had ze dit niet aan hem gemerkt? Had ze nog wel oog voor haar man? Ze was zo bezig met haar zwangerschap dat hij niet meer in beeld leek. Nu stelde hij haar voor de keuze: of je laat de baby weghalen en we gaan samen verder tot ik er misschien wel aan toe ben, of het kind wordt groot zonder een vader. Die avond heeft Dave haar achtergelaten en gezegd dat ze hem kon bellen als ze haar besluit genomen had. Els kon niet slapen en vroeg zich af wat ze moest doen. Of Dave meer de tijd geven en het kindje weg laten halen of een kindje krijgen dat zonder vader zal opgroeien. Ze moest binnen twee weken beslissen, want na 12 weken mag er wettelijk niet zomaar een abortus geprovoceerd worden. 5. Uit of thuisblijven? Het is niet leuk als je altijd maar tegen je vrienden moet zeggen dat je niet mee uit kan op vrijdag omdat er geen geld voor is. Dit bedacht Christiaan toen hij weer alleen het schoolplein verliet nadat hij met zijn vrienden had staan kletsen over hoe cool de disco in Utrecht wel niet was. Ook Juliette, het meisje waar hij stiekem verliefd op was, zou vanavond met de jongens meegaan. Als hij daar niet bij zou zijn, zullen zijn vrienden haar versieren. Dat had hij al gehoord. Balen dat hij geen geld had. Dat wat hij verdiende bij het vakken vullen bij de plaatselijke Albert Heijn gaf hij aan zijn moeder. Sinds zijn vader was weggelopen en er nog geen goede regeling over het geld was getroffen moest hij zijn moeder ondersteunen met het geld dat hij verdiende. Je krijgt het later van me terug zei ze steeds en ze telde de bedragen keurig bij elkaar op. ‘Het is als een spaarpotje’, lachte ze dan. Hij wist dat dit spaarpotje e voorlopig helemaal leeg was en aan een lege spaarpot heb je niets als je op je 16 uit wil gaan net als je vrienden. Hij had l eens voorzichtig geprobeerd of hij toch ook niet zo nu en dan wat geld voor zichzelf mocht, maar toen was zijn moeder zo verdrietig geworden en had hem uitgelegd hoe elke euro op dit moment nodig was voor de huur, de energie en de andere lasten. Terwijl Christiaan zo liep te denken, zag hij hoe zijn buurman voor zijn deur in zijn zak zocht naar de huisdeursleutel. Hij lachte vriendelijk naar Christiaan en vroeg wanneer hij nog eens langs kwam voor een kopje thee. ‘Huiswerk, buurman’, zei Christiaan en wilde zo snel mogelijk doorlopen, Toen de buurman de deur achter zich had dichtgedaan, zag Christiaan de portemonnee liggen. Hij raapte hem op en stopte hem in een flits in zijn zak en opende de deur van zijn huis en ging snel naar binnen. Boven op zijn kamer bekeek hij de inhoud van de portemonnee. Een briefje van 50 € en nog wat kleingeld. In een flits stopte Christiaan het briefje in zijn zak en de portemonnee achter in de la van zijn bureau. ‘Hij kon vanavond mee naar de disco!’ juichte het in hem. Toen hij uit het raam keek, zag hij de buurman al zoekend de weg naar de winkel teruglopen. Christiaan zou het geld ook gewoon weer in de portemonnee kunnen doen en deze door de brievenbus gooien. Maar dan was er geen feest vanavond, geen gezelligheid met Juliette en of dit er ooit van zou kunnen komen? Christiaan moest er ook ineens aan denken hoe wrang het was dat de buurman vorige week een gloednieuwe mercedes had gekocht van wel 60.000 € terwijl het bij Christiaan thuis maar een karige boel was. Wat moet Christiaan doen?
5: 6. Klikken of laten gaan? Erik wist het, zijn buurman was al drie keer gezakt voor het rijbewijs en dat gebeurt ook niet zomaar had zijn vader gezegd. ‘Iemand die nog niet verantwoord rijdt, moet daar nog voor leren’. Echter de buurman vond dat je dit leren het beste kon doen door vooral veel te rijden. En daar koos hij voor. Hij had een mooie auto en ach, wanneer werd er nu gecontroleerd. Toen Erik vanuit zijn slaapkamerraam de buurman weer weg zag scheuren moest hij denken aan die keer vlakbij zijn school. Hij had de auto van zijn buurman herkend toen dat meisje gewoon overstak op de zebra en bijna aangereden werd. De mensen waren geschrokken; men reageerde kwaad op de bestuurder, maar die was al lang weg. Alleen Erik had de buurman herkend. Toen men vroeg wie de auto had herkend, heeft hij zijn mond gehouden. Hij was bang dat de buurman zou ontdekken wie hem verlinkt had en ja, ‘ je moet nog vele jaren naast deze buurman wonen’, had zijn vader gewaarschuwd. Nu hij zijn buurman weer weg zag ‘scheuren’ en aan dat bijna-ongeluk bij school dacht, vroeg hij zich af of hij hiervoor de kliklijn moest gebruiken. Eigenlijk had hij een hekel aan dit middel om anderen te verraden. Hij vond het laf, maar wist ook dat gaan praten met de buurman veel meer ongemak met zich meebracht. De buurman zou zeggen dat dit een keer was gebeurd en dat hij nu extra oplette, en dat wanneer hij ‘gesnapt’ zou worden hij weliswaar een boete kreeg, maar daar had je dan ook al vele uren voor gereden en ervaring met de rijkunst opgedaan. Lessen waren immers veel duurder. De ‘kliklijn’, Christiaan had alleen al aan de naam een hekel, Zou hij er dan toch gebruik van maken? 7. Je broer vertrouwt je. Fatima, 16 jaren oud, had haar soap weer bekeken en wilde nu aan haar huiswerk gaan. Ze kuste haar vader en moeder goede nacht. ‘ Je gaat op tijd slapen!’ roep haar moeder haar nog na, maar Fatima was al boven en deed alsof ze dit advies niet hoorde. Ze had geen zin in haar huiswerk en ze wist dat haar broer, Kemal van bijna vijftien, op zijn kamer waarschijnlijk druk met zijn computer bezig was. Ze klopte niet aan en deed voorzichtig zijn deur open. Ze zou hem laten schrikken, dan werd hij boos en op een of andere manier vond Fatima dit leuk. Toen ze de kamer inkeek, zag ze hoe haar broer op zijn bed zat en een mes aan het oppoetsen was. ‘ Wat doe jij daar?’ vroeg ze ineens belangstellend. In een flits stopte haar broer het mes weg in zijn laars en keek geschrokken naar zijn zus. ‘ Wat doe jij hier?’ ‘Nou, ik wilde je laten schrikken, maar nu laat je mij schrikken. Wat moet je met dat mes?’ Kemal wilde eerst boos gaan staan schreeuwen, maar bedacht dat dit een verloren partij zou zijn. Zijn ouders zouden naar boven komen en Fatima zou alles doorgeven wat ze had gezien. ‘We gaan een padvindersklus opknappen,’ probeerde hij, ‘in het bos zijn veel dode takken en die halen we weg en bewaren we voor een kampvuur voor van ’t zomer.’ ‘ Ja, en dat moet je slimme zus geloven,’ lachte Fatima, ‘kom op, wat ben je van plan?’ Omdat Kemal begreep dat zijn zus inderdaad een slimme meid was, begon hij haar een deel van de waarheid te vertellen. ‘Mijn vrienden hebben ruzie met een man en vanavond wilde we eens bij hem aanbellen.’ We moeten ons dan ook verdedigen en vandaar dat ik een mes heb gekocht. Ik ga er vanuit dat jij mijn volledig betrouwbare zus bent en dat je niets en dan ook helemaal niets hierover aan pa en ma vertelt. Fatima was ontdaan en beloofde haar broer dit te verzwijgen. Ze verliet de kamer, ging aan haar huiswerk, maar kon zich niet concentreren. Wat gebeurt er met Kemal als het gedoe met die man uit de hand loopt. Ze had beloofd niets tegen haar ouders te zeggen, maar is het niet beter om dit toch te doen?
6: 8. Helpen of op tijd zijn? Kees van den Zande kwam bijna elke dag te laat. Zijn ouders waren al boos geweest, zijn computer was al van zijn kamer gehaald, zijn weekenden waren uiterst saai omdat hij veel en vaak straf had. De leerplichtambtenaar had gemopperd en Kees had beloofd dat het nooit en dan ook nooit meer voor zou komen. Op tijd naar bed, op tijd wakker, tijd nemen voor een ontbijt en op tijd naar school. Hij hoorde het zichzelf gisteravond nogmaals aan zijn ouders beloven. Als hij nu weer te laat zou komen dan zou hij een grot probleem hebben. Maar deze morgen was het weer mis. Zijn bed was weer zo lekker warm en hij had dat proefwerk beter moeten leren en... Hij heeft nog vier minuten en als hij flink doortrapt, gaat hij het halen. Dan ziet hij hoe de oude man probeert over te steken. Het is kennelijk een beetje glad, maar de rollator schiet weg en de man ligt op straat. In een reflex staat Kees op zijn remmen en voelt dat het inderdaad behoorlijk glad is. Het is een eenzame straat en de man ligt stil, maar Kees hoort hem wel roepen om hulp. Wat moet hij doen? Hopen dat er iemand anders langskomt en zelf snel doorrijden. Of stoppen, helpen en hopen dat anderen zijn verhaal geloven en waarderen dat hij deze keuze heeft gemaakt. Dat laatste zal moeilijk zijn, want hij heeft al heel vaak een verhaal opgehangen dat niet of maar voor een deel klopte. Men zal zeggen: ‘als je vroeger maar school was gegaan had je tijd voor deze man gehad of was je hem zelfs niet tegengekomen.’ Kees moet snel beslissen anders is de beslissing al door de tijd genomen. Wat moet hij doen? 9. Geld voor vriendschap. Annemarie wilde zo graag meedoen met haar vriendinnen. Mee gaan winkelen in Utrecht, toffe kleding kopen, ’s avonds lekker naar de disco. Maar het zijn onbetaalbare dingen en ze vroeg zich af hoe haar vriendinnen aan het geld kwamen. Petra, die al jaren haar vriendin was, is er ook ineens mee begonnen. ‘ Hoe doe je dat Petra?’ had ze gevraagd en haar vriendin had haar aangekeken met op elkaar geperste lippen. ‘Gewoon een leuke vriend zoeken,’ had ze gezegd. Toen ze erop aandrong hoe dit dan in zijn werk ging, vertelde Petra dat ze betrokken was geraakt bij een club die meisjes betaalde voor wat oppervlakkige seks en dan daarna met die meisjes naar Utrecht gingen. De jongens hadden genoeg geld. Zij hadden een baan, gingen niet meer naar school en maakten van het weekend één groot feest. De meiden konden in Utrecht dan van het geld leuke kleding kopen en wat gaan eten en ’s avonds gingen ze met de vrienden naar de disco. Alles werd voor hen betaald. Dan is het toch niet zo gek om daarna nog wat vriendschappelijke seks te hebben met de jongens? ‘Doe ook mee’, zei Petra, ‘onze groep kan nog wel een paar meiden gebruiken en het maakt toch niet uit? Vriendschap, lol, geld, kleding en gezelligheid. Wat is daar mis mee?’ Annemarie dacht even aan haar ouders. Die zouden het echt een foute daad vinden als ze meegaat. Zo was zij niet opgevoed en... Maar het klonk allemaal wel heel leuk. En alleen zonder vriendinnen op je kamer blijven zitten is ook niets. Wat moest zij doen?
7: 10. Kind of schuld Het was René van Wierden gelukt om direct na de nieuwsberichten over de aardbeving een ticket naar Haïti te kopen. Hij had twee vakantieweken opgenomen en vertrok naar het geteisterde land. Hij kende Haïti, had er jaren gewerkt en wilde met eigen ogen zien hoe zijn vrienden het maakten. Het bleek een probleem om überhaupt te landen op het vliegveld bij Port-au-Prince. Na uren wachten lukte het René om het vliegtuig te verlaten. Gelukkig hadden zijn vrienden geen grote schade omdat zij buiten de hoofdstad woonden, maar toen René de verwoeste stad bezocht, kon hij zijn ogen nauwelijks geloven. Ouders zochten naar hun kinderen en kinderen naar hun ouders. Verder waren de mensen bang voor naschokken en probeerden ze toch, soms met de handen, te graven om de ingang van hun huis te vinden. Daar ontmoette hij Jacou, de jongen van acht. Omdat René de taal goed beheerste, kon hij met de jongen in gesprek gaan. Hij zocht zijn ouders maar zijn hoop was vervlogen toen hij het lijkje van zijn zusje had ontdekt in de gang van hun huis. Reddingswerkers hadden ook nog gezocht, maar er was geen spoor van leven meer te vinden. In gesprek begreep René dat de jongen geen familie meer had en hij nam hem mee naar zijn vrienden buiten de stad. Zij vingen René en Jacou op, maar hadden het ook druk met de redding van nog velen die nog onder het puin lagen. René zorgde voor Jacou, verbond zijn wonden, regelde water en voedsel en hij voelde zich verantwoordelijk voor de kleine wees. De vakantieweek was bijna ten einde toen het plan opkwam om Jacou mee te nemen naar Nederland. Dit kan niet zomaar, want men zag erop toe dat kleine kinderen in het land bleven voor het geval de ouders toch nog gevonden werden, of al gevonden waren, maar nog in het ziekenhuis lagen. De vrienden werkten mee. Ze zouden doen alsof zij de ouders van Jacou waren en een papsoort regelen. Er waren ook paspoorten onder het puin gevonden en het was te regelen dat Jacou met hun toestemming en een aangepast paspoort mee naar Nederland genomen kon worden. René wist niet zeker of de ouders van Jacou het er levend af zouden brengen, maar hen vinden was een speld in de hooiberg en waarschijnlijk zou dit ook niet lukken. Wat moest de jongen zonder hem? Hij begreep ook dat als hij hem mee zou nemen dat dit dan definitief was, dat hij Jacou voortaan moest verzorgen en dat de naam op het paspoort op Jacou geplakt zou worden. Is dit wel goed om te doen? Was het niet beter om Jacou hier achter te laten. Wie zorgt er dan voor hem? 11. Vrienden of vijanden? Het was leuk in de vriendengroep van Jamilla, tot Ruben op school kwam. Ruben was een roodharige jongen die niet veel zei. Hij had een bril met dikke glazen en kleedde zich echt op een foute manier. De jongens in de klas noemden hem: de rode jood en Jamilla vond dit wel grappig. Ze vond Ruben inderdaad een vreemd joch, maar vond het ook niet leuk dat er zoveel over Ruben gesproken werd in de vriendenkring. Toen zij hier iets voorzichtig over zei, werd ze direct uitgelachen. ‘Voel je wat voor de rode?’, hadden de meiden spottend gevraagd. En Danny had haar een keer apart genomen en gezegd dat ze nooit en dan ook nooit meer iets moest zeggen over ‘die jood’ anders kon ze de vriendengroep wel vergeten. Eerst was Jumilla kwaad geworden, maar had hier met niemand over gesproken. Ze wist dat ze veel gezelligheid zou moeten missen als ze over Ruben was gaan praten met haar vriendinnen. Ze hadden het niet zo vaak meer over de jongen en ze hadden vooral heel veel lol met elkaar. Tot die keer dat Ruben echt een fout maakte. Hij gaf een klasgenoot een duw in zijn rug nadat deze hem had geprobeerd te tackelen. Massaal waren de jongens op de arme Ruben gesprongen. ‘ Hé rooie aap, gaan we knokken? Dan moeten je billen bloot, kunnen we zien of je een echte jood bent. Kom op meiden. Sjorren aan die broek’. Twee jongens hielden de arme Ruben vast en Katinka en Eline begonnen aan de broek van Ruben te sjorren. ‘Kom op, Jamilla, help eens,’ riepen haar vriendinnen. Jamilla stond verstijfd te wachten. Wat zal ze doen? Weglopen en hulp halen, of meehelpen om Ruben de broek van zijn kont te sjorren. Ze keek om zich heen. Er was niemand die haar kon beschermen en weglopen kon wel eens helemaal fout voor haar uitpakken. Er was ook niemand die voor Ruben hulp kon gaan halen. Was het niet Rubens eigen schuld dat ze hem nu zo te grazen namen? Wat moest Jamilla doen. Weglopen of haar vrienden een handje helpen?
8: 12. De waarheid verzwijgen? Gert had samen met Jerry en Mees een plan bedacht om hun klasgenoot Roy eens flink onder handen te nemen. Mees was veertien en Gert al zestien. Mees bewonderde Gert vooral omdat hij altijd aardig was tegen iedereen. Hij had een scooter en nam Mees regelmatig mee. Mees had ook veel ontzag voor Gert. Gert kwam voor hem op als andere jongens hem pestten en pestte hem nooit. Op een dag vertelde Gert dat hij die irritante Roy nu wel echt een lesje zou leren was. Mees het direct met hem eens. Hij vond Roy een opschepper en Roy pestte ook graag. Jerry die erbij stond toen Gert dit zei vroeg nog wat Roy hem had geflikt. Toen Gert vertelde dat Roy met zijn scooter zijn meisje mee had genomen voor een rondje en dat zijn scooter nu een behoorlijke beschadiging had opgelopen, waren Jerry en Mees het volledig met Gert eens. Deze Roy had een lesje te leren. Met een smoes hadden de Mees en Jerry Roy mee naar het bos gelokt. Ze hadden een vossenhol gevonden en Roy had toch zoveel verstand van dieren? Roy was meegegaan. In het bos waren ze ‘ toevallig’ Gert tegengekomen. Gert had Roy bij de kraag gepakt en begon met een mes te zwaaien. Mees en Jerry waren weggerend en op een afstand hadden ze op Gert gewacht. Ze hoorden veel geschreeuw en toen werd het stil. Even later zagen ze Gert. Hij had veel bloed op zijn kleren en hij huilde. ‘ Wat is er gebeurd?’, vroeg Mees. ‘Niks bijzonders’, zei Gert, ‘maar jullie zijn hier vandaag niet geweest. Wie dit niet volhoudt, brengt mij in de grootste problemen.’ Ze beloofden Gert dat ze dit zouden volhouden. De volgende dag werd het lichaam van Roy in het bos gevonden. Gert werd al gauw opgepakt en ook hadden mensen Jerry en Mees met Roy het bos in zien lopen. De advocaat van Gert zei de jongens dat er geen bewijzen waren gevonden dat Gert Roy iets had aangedaan. Het kon net zo goed een voorbijganger zijn geweest toen Roy in het bos had liggen pitten. De advocaat van Mees hield vol dat wanneer Mees en Jerry mee konden helpen om boven tafel te krijgen wat er echt gebeurd was, zij hier later geen last meer mee zouden krijgen. De jongens wisten dat wanneer de waarhei boven tafel zou komen zij ook straf zouden krijgen en wat bereikte je er mee? Roy was dood en Gert had dit niet gewild. Dus waarom precies vertellen wat er gebeurd was? Jerry vond dit erg moeilijk en probeerde Mees mee te krijgen om alles eerlijk op te biechten. Mees wilde de vriendschap van Gert niet kwijt, wilde trouw zijn aan zijn belofte, maar begreep ook Jerry. Wat moest hij doen?
9: 13. Instappen of wegwezen Brit is 15 jaar oud en zit in havo 4. Levie is klaar met zijn school en is 18 jaar oud. Op een avond vroeg Levie aan Brit of ze zin had om mee uit te gaan. De discotheek waar hij heen wilde was vanaf 16+, maar Levie zou wat kunnen regelen zodat ze naar binnen kon. Dit vond ze heel leuk en ze keek er naar uit. Van te voren wist ze al dat haar ouders dit niet goed zouden vinden, dus ze verzon wat. Ze zei dat ze naar een gezellig meidenavondje ging met al haar vriendinnen; een filmpje en meiden dingen. Haar ouders vonden dat goed. Ze hadden gezegd: ‘Het maakt niet echt uit hoe laat je thuis bent, als je het maar niet gek laat maakt. Kom thuis voor het licht wordt. Maar ik denk dat dat wel lukt, toch Brit? Het is bovendien alleen een meidenavondje.’ Brit zei: “ja, ik beloof het, echt”, en alles was geregeld. Levie had net een nieuwe sportwagen waar ze mee naar het feest konden rijden. Ze kon ook met de bus er naar toe, maar ze koos er voor om met Levie mee te rijden. Ze hadden een erg leuke avond en ze genoten er erg van. Ze hadden allebei gedronken. Levie had erg veel gedronken, maar hij zei dat hij er geen last van had. Toch merkte Brit toen ze aan het eind van de avond naar buiten liepen, dat Levie te veel alcohol op had. Levie zei dat ze snel moesten instappen anders zou Brit veel te laat thuis zijn. Brit zag dat Levie helemaal niet in staat was om goed te kunnen rijden en vond het eng om bij hem in de auto te stappen. Het was waarschijnlijk niet druk op de weg en het is niet zo lang rijden, maar alsnog te lang om te lopen. Toch was het gevaarlijk als hij zou gaan rijden. Brit dacht aan dat meisje van school dat verongelukt was omdat een dronken man haar had aangereden. Ze kon ook niet bij de disco blijven slapen. Haar ouders verwachtten dat ze gewoon naar huis zou komen en bovendien vroor het. De bus waar ze ook mee naar huis had kunnen rijden, was al vertrokken dat was dus ook geen optie meer. Levie was haar enige kans om thuis te komen. Toen Brit Levie confronteerde met het feit dat hij teveel gedronken had, en ze niet wilde instappen werd hij boos. Hij zei tegen Brit dat ze hem moest vertrouwen omdat ze goede vrienden zijn. Maar Brit besefte zelf dat dit levensgevaarlijk was. Aan de andere kant kon ze het natuurlijk niet maken tegenover haar ouders om te bellen en de waarheid vertellen. Ze zou hier niet alleen het vertrouwen mee beschamen, haar ouders zouden laaiend zijn en tegelijk heel erg teleurgesteld zijn. Moet ze bij Levie in de auto stappen?
14. Vertrouwen of toch veiligheid? Jack (20) en Jacqueline (18) hebben al vier maanden een relatie met elkaar, en ze zijn allebei klaar voor de volgende stap. Maar als Daniëlle in de aula haar huiswerk zit te maken komt Jack naast haar zitten. Hij kijkt met een erg moeilijk gezicht en Daniëlle vraagt zich af wat er aan de hand is. Jack vertelt haar in vertrouwen dat hij besmet is met hiv. Hij wil het niet aan Jacqueline vertellen omdat hij bang is dat het niet goed is voor hun relatie. Daniëlle weet van Jacqueline dat ze het altijd veilig zal doen omdat haar moeder haar altijd gewaarschuwd heeft voor hiv. Daniëlle heeft al geprobeerd om Jack over te halen het aan haar te vertellen, maar hij blijft erbij dat hij het niet wil vertellen. Daniëlle zit nu dus met een dilemma. Ze vind dat ze het aan Jacqueline moet vertellen, ze moet weten waar ze aan toe is. Het probleem is ook dat ze er met niemand over kan praten. Ze zit als het ware gevangen tussen twee vriendschappen die haar allebei heel dierbaar zijn. Door het aan Jacqueline te vertellen zet ze haar vriendschap met Jack op het spel. Als ze het niet aan Jacqueline vertelt dan blijft haar band met Jack goed, maar dan zet ze de gezondheid van Jacqueline op het spel. Wat moet ze doen? Gaat je voor veiligheid of vriendschap en vertrouwen?