Offerteaanvraag openbare aanbesteding (2B-dienst) Jeugdzorg ondersteuning 2015 Gemeente Heerenveen
Kenmerk: SAM/D/N/2014.0053 Datum: 20 augustus 2014
1
Inhoud 1.
INLEIDING EN PLANNING ................................................................................. 5 1.1
Doelstelling en voorwerp van de opdracht ........................................................ 5
1.2
Aanbestedingsprocedure ................................................................................ 5
1.3
Clustering en percelen ................................................................................... 5
1.4
Planning ....................................................................................................... 6
2.
PROCEDURELE INFORMATIE EN FORMALITEITEN .................................................. 6 2.1
Indiening inschrijving ..................................................................................... 6
2.2
Gestanddoeningtermijn .................................................................................. 7
2.3
Taal ............................................................................................................. 7
2.4
Opening van offertes ..................................................................................... 8
2.5
Holding, Combinaties, beroep op derden .......................................................... 8
2.6
Overeenkomst en opname offerte in de overeenkomst ....................................... 9
2.7
Het stellen van vragen ................................................................................... 9
2.8
Beoordeling en toelichting .............................................................................. 9
2.9
Klachten over deze aanbestedingsprocedure ................................................... 10
2.10
Gunning en standstill-termijn ..................................................................... 10
2.11
Voorbehouden.......................................................................................... 10
3.
4
UITSLUITINGSGRONDEN , GESCHIKTHEIDSEISEN EN GUNNINGSCRITERIA........... 12 3.1
Algemeen ................................................................................................... 12
3.2
Eigen verklaring verplichte en facultatieve uitsluitingsgronden ......................... 12
3.3
Geschiktheidseis met betrekking tot financiële en economische draagkracht ....... 14
3.4
Geschiktheidseisen met betrekking tot technische- en beroepsbekwaamheid ...... 14
3.5
Geschiktheidseis met betrekking tot beroepsbevoegdheid................................. 15
PAKKET VAN EISEN ............................................................................................ 16 4.1 Beschrijving uitgangspunten opdracht .............................................................. 16 4.1.1
Wetswijziging, Verordening en beleid .......................................................... 20
4.1.2
Herindicatie’s en overgangsrecht ................................................................ 21
4.1.2.1 Overgangsrecht ....................................................................................... 22 4.1.2.2 Herindicatie ............................................................................................. 22 4.1.3
Werkproces ............................................................................................. 22
4.1.3.1
CJG Preventiewerkers en de Meitinker....................................................... 22
4.1.3.2
Het gesprek............................................................................................ 23
4.2
Percelen maatwerkvoorziening ....................................................................... 24 2
4.2.1
Maatwerkvoorzieningen op grond van de Jeugdwet ....................................... 24
4.2.1.1 Visie Zorg voor Jeugd ................................................................................ 24 4.2.2
Algemene bepalingen maatwerkvoorzieningen ondersteuning ........................ 24
4.2.2.1 Zeven te onderscheiden vormen van maatwerkvoorzieningen ......................... 25 4.2.2.2 Twee verschillende manieren van inzet ........................................................ 25 4.2.2.3 Vervoer naar de maatwerkvoorziening ......................................................... 25 4.2.2.4 Eisen aan de chauffeurs en voertuig ............................................................ 26 4.2.3
Beschrijving perceel 1 en 2 Individuele maatwerkvoorzieningen thuis ............. 27
4.2.4
Beschrijving percelen 3,4,5 Maatwerkvoorziening Dagondersteuning .............. 30
4.2.5 (KVO)
Beschrijving perceel 6 Maatwerkvoorziening: Kortdurende Verblijfsondersteuning .............................................................................................................. 34
4.2.6 Beschrijving perceel 7 Maatwerkvoorziening Ondersteuning bij Persoonlijke Verzorging ........................................................................................................... 37 4.3
Eisen aan de Maatwerkvoorziening ................................................................ 38
4.3.1 Kwaliteitseisen ............................................................................................. 38 4.3.2 Opmerken van, dan wel aandacht hebben voor veranderende omstandigheden, waaronder het AMHK ............................................................................................ 39 4.3.3
Operationele uren..................................................................................... 39
4.3.4
Gezinsplan en opdracht verstrekken ........................................................... 39
4.3.5
Plaatsingstermijn..................................................................................... 40
4.3.6
Gezinsplan/overeenkomst ......................................................................... 40
4.3.7
Eisen personeel ........................................................................................ 41
4.3.7.1 Basiscompetenties personeel ...................................................................... 41 4.3.7.2 4.4
Friese taal ............................................................................................ 41
Administratie en Tariefbepaling ..................................................................... 41
4.4.1
Tarief /Indexering .................................................................................... 42
4.4.1.1
Facturering ........................................................................................... 42
4.4.1.2
Administratie/Controle .......................................................................... 42
4.4.1.3
Audits .................................................................................................. 42
4.4.2
Afwezigheiddagen .................................................................................... 43
4.4.2.1 4.5
Veranderende situatie ............................................................................ 43
Overdracht en Managementinformatie............................................................ 43
4.5.1
Gegevensbescherming en –overdracht ........................................................ 43
4.5.2
Overleg tussen inschrijver en gemeente ..................................................... 43
4.5.3
Management informatie ........................................................................... 44
4.5.4
Klanttevredenheidsonderzoek .................................................................... 44
4.6 4.6.1
Klachten en boetebeding ............................................................................. 44 Kwaliteitsbeleving/Klachtenregistratie en –afhandeling .................................. 44 3
4.6.2 4.7
Sancties bij niet naleven afspraken ............................................................ 45 Overig........................................................................................................ 45
4.7.1
Risico Inventarisatie en –Evaluatie ............................................................. 45
4.7.2
Overname Personeel .................................................................................. 45
4.7.3
Innovatie .................................................................................................. 46
4.8
Social Return .............................................................................................. 46
5. CHECKLIST ......................................................................................................... 47
BIJLAGEN: (Separaat bijgevoegd): 1. Eigen Verklaring 2. A. Overeenkomst B. Inkoopvoorwaarden 3. Ondertekeningsblad 4. Instemmingsverklaring 5. Middelenverklaring 6. Verslag Marktconsultatie Jeugdzorg 7. In 6 stappen digitaal inschrijven op overheidsopdrachten via TenderNed
4
1. INLEIDING EN PLANNING 1.1
Doelstelling en voorwerp van de opdracht
Met ingang van 1 januari 2015 worden alle gemeenten in Nederland, als gevolg van de hervormingen in de zorg, verantwoordelijk voor het bieden van jeugdzorg. De jeugdzorg wordt belegd in de Wet Jeugdzorg en bijbehorende verordening. Deze aanbesteding heeft betrekking op het bieden van maatwerkvoorzieningen aan minderjarige inwoners tot 18 jaar. Nadere informatie over de inhoud van deze opdracht vindt u in hoofdstuk 4. De gemeente wil de overeenkomst in laten gaan op 1 januari 2015 met een looptijd van 1 jaar, met de optie dit te verlengen met maximaal 3 maal 1 jaar. Deze opdracht dient te worden uitgevoerd in overeenstemming met de voorwaarden, eisen en uitgangspunten zoals neergelegd in deze offerteaanvraag, inclusief de bijgevoegde overeenkomst met inkoopvoorwaarden (zie ook paragraaf 2.6). Door indiening van uw offerte gaat u met deze voorwaarden, eisen en uitgangspunten onverkort akkoord. Dit dient u tevens expliciet te maken door invulling en rechtsgeldige ondertekening van de Instemmingsverklaring (hier bijgevoegd als bijlage 4). 1.2
Aanbestedingsprocedure
De gevraagde diensten kunnen aangemerkt worden als categorie 25 diensten (gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening), dus een zogenaamde 2B-dienst. Hierdoor is er een verlicht regime van toepassing conform de EG-aanbestedingsrichtlijn. Voor 2B-diensten gelden slechts beperkte aanbestedingsregels. Wel wordt aangesloten bij art. 2.26 (gebruik van de openbare procedure) van de Aanbestedingswet 2012, in de zin dat elke geïnteresseerde direct een offerte kan indienen, gebaseerd op de onderhavige offerteaanvraag. Eventuele afwijkingen in deze vormvrije procedure worden in dit document expliciet genoemd. Dit is een aanbesteding op basis van het Zeeuwse model. Er zijn vaste prijzen van toepassing. De prijzen zijn vastgesteld door de gemeente Heerenveen. Ieder bedrijf dat niet verkeert in een van de uitsluitingsgronden, dat voldoet aan de geschiktheideisen en zich conformeert aan alle voorwaarden, eisen en uitgangspunten van deze offerteaanvraag, (inclusief prijsstelling), komt in aanmerking voor gunning. 1.3
Clustering en percelen
Er is geen sprake van een clustering van opdrachten, het voorwerp van de opdracht betreft een zelfstandige opdracht. Het voorwerp van de opdracht leent zich voor opdeling in meerdere percelen. De opdracht is in 7 percelen verdeeld. Verderop in deze offerteaanvraag (paragrafen 4.2.2.1 en verder) 5
vindt u meer informatie over deze percelen en hoe er op de percelen kan/dient te worden ingeschreven. 1.4
Planning
De sluitingsdatum voor het indienen van inschrijvingen is donderdag 25 september 2014 om 11:00 uur. Een aantal belangrijke data die met deze aanbesteding verband houden zijn in onderstaand overzicht opgenomen. De gemeente behoudt zich het recht voor om, indien noodzakelijk, wijzigingen in dit overzicht aan te brengen c.q. van dit overzicht af te wijken. Stadium van aanbestedingsproces
Datum
Publicatie op Tenderned Vragen over offerteaanvraag indienen tot uiterlijk 1e vragenronde Nota van inlichtingen 1e vragenronde Vragen over offerteaanvraag inleveren tot uiterlijk 2e vragenronde
27 augustus 2014 4 september 2014
Nota van inlichtingen 2e vragenronde Uiterste datum en tijd uploaden inschrijving Openingssessie Voornemen tot gunning uiterlijk op
18 september 2014 25 september 2014 11:00 uur 25 september 2014 Rond 11:15 8 oktober 2014
Mogelijkheid evaluatiegesprek afgewezen inschrijvers Definitieve gunning
Nader vast te stellen Mogelijk vanaf 16/10 Nader vast te stellen
Ondertekening overeenkomsten met winnende inschrijvers
Tijd
10 september 2014 12 september 2014
De daadwerkelijke uitvoering van de overeenkomst begint op 1 januari 2015.
2. PROCEDURELE INFORMATIE EN FORMALITEITEN 2.1
Indiening inschrijving
Inschrijvingen dienen uitsluitend digitaal via TenderNed te worden ingediend. De digitale inschrijving dient uiterlijk op de in de planning genoemde datum en bijbehorend tijdstip uur via www.Tenderned.nl (hierna te noemen Tenderned) in de voor de inschrijving betreffende digitale kluis te worden geplaatst. In bijlage 7 vindt u meer informatie over digitaal inschrijven via TenderNed. De offerteaanvraag bevat een aantal onderdelen waarbij inschrijvers geacht worden documenten in te dienen. Gelieve de nummering van deze documenten te volgen. Indien het noodzakelijk blijkt bij de offerte verdere bijlagen op te nemen, dienen deze verdere 6
bijlagen te worden doorgenummerd vanaf het laatste nummer zoals dat in deze offerteaanvraag is gebruikt. Het opnemen van een index in de offerte is aan te bevelen. Wij verzoeken u alle hieronder genoemde documenten compleet in te vullen (waar gevraagd), te printen, waar gevraagd rechtsgeldig te ondertekenen, en vervolgens te scannen en te uploaden. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Volledig ingevulde en rechtsgeldig ondertekende Eigen verklaring Volledig ingevulde en rechtsgeldig ondertekende Ondertekeningsblad (alleen pagina 2) Bewijs inschrijving KvK, tevens bewijs rechtsgeldigheid ondertekening Bewijs van adequate verzekering (kopie verzekeringspolis) Bewijs van kwaliteitskeurmerk/certificaat Ingevulde en rechtsgeldig ondertekende Instemmingsverklaring Indien van toepassing: Holdingverklaring mét bewijs tekenbevoegdheid ondertekenaar van de holding 8. Indien van toepassing: ingevulde en rechtsgeldig ondertekende Middelenverklaring. Verder in deze offerteaanvraag worden deze in te dienen documenten/bewijzen nader toegelicht. In hoofdstuk 5 staan deze, bij wijze van checklist, nogmaals opgesomd met verwijzing naar relevante paragrafen/hoofdstukken. Inschrijvingen die om welke reden dan ook niet tijdig aanwezig zijn in de digitale kluis, worden niet in behandeling genomen. Inschrijvingen per brief,telex, fax, e-mail of op welke andere wijze dan ook dan hiervoor omschreven, worden niet geaccepteerd. NB. Bij een andere vergelijkbare aanbesteding bleek het systeem van TenderNed inschrijvers, om een geldige inschrijving te kunnen doen, te verplichten om een prijs op te geven, ook al zijn de prijs/prijzen al vastgesteld door de gemeente. Wij kunnen u op dit moment dan ook alleen maar als oplossing geven om voor het perceel waar u op inschrijft, het door de gemeente vastgestelde tarief op te geven. NB. Daar het hier louter gaat om het oplossen van een ‘probleem’ gerelateerd aan het gebruik van TenderNed, zal het eventueel invoeren van een fout bedrag geen consequenties hebben voor (de geldigheid van) uw inschrijving. Oftewel, dit zal worden opgevat als een kennelijke verschrijving. Immers, door ondertekening van de Eigen Verklaring en de conformiteitentabel heeft u al aangegeven te voldoen aan alle eisen, voorwaarden en criteria van de offerteaanvraag. Wij verwijzen u voor de te doorlopen stappen naar de E-gids, met name paragraaf 8.8.2. 2.2
Gestanddoeningtermijn
U dient uw offerte gestand te doen tot en met 90 dagen na de sluitingsdatum voor het indienen van de inschrijvingen. Tijdens deze periode heeft uw inschrijving het karakter van een onherroepelijk aanbod. 2.3
Taal
Communicatie gedurende de aanbestedingsprocedure dient te gebeuren in de Nederlandse taal. Inschrijvingen dienen eveneens te worden gesteld in de Nederlandse taal.
7
2.4
Opening van offertes
De opening van de digitale kluis van de offertes vindt plaats op 25 september 2014 rond 11:15 uur, door medewerkers van/namens gemeente Heerenveen. Alle inschrijvers krijgen van deze opening via Tenderned een verslag. 2.5
Holding, Combinaties, beroep op derden
Als u op enigerlei wijze voor het voldoen aan de eisen van de offerteaanvraag gebruikt maakt van (gegevens van) de holding waartoe uw bedrijf behoort, dient u een zogenaamde holdingverklaring (conform art 2:403 BW) bij te voegen, waarin tekenbevoegde van de holding verklaart bereid te zijn om garant te staan en zich aansprakelijk te stellen voor verplichtingen, aangegaan door de dochteronderneming (conform art. 2:403 BW). Let op! Ook dient de holding aan te tonen dat deze verklaring is getekend door een persoon die daartoe bevoegd is, door een (desnoods volledig) actueel uittreksel uit het handelsregister te overleggen. Combinaties (samenwerkingsverbanden) van inschrijvers mogen inschrijven. Voor samenwerkingsverbanden geldt dat het verband als geheel aan de gestelde eisen en criteria moet voldoen. Er gelden geen zwaardere eisen voor samenwerkingsverbanden. Het is niet noodzakelijk dat bij gelegenheid van inschrijving of gunning zij een rechtsvorm aannemen. Ieder lid van de combinatie wordt echter hoofdelijk aansprakelijk gehouden voor de uitvoering van de gehele overeenkomst. Na inschrijving is het niet toegestaan zonder uitdrukkelijke toestemming van Aanbesteder om de samenstelling van de combinatie te wijzigen. Deze toestemming zal niet op onredelijke gronden worden geweigerd. Wel dient elke afzonderlijke combinant de Eigen Verklaring (waaronder ook hoofdstuk 1.5 en 8.1) ingevuld en rechtsgeldig ondertekend aan te leveren. De Uniforme Eigen Verklaring is bijgevoegd bij deze offerteaanvraag als bijlage 1). Ten behoeve van de communicatie met de gemeente dient een combinatie van inschrijvers een penvoerder aan te wijzen. Deelnemers aan de aanbestedingsprocedure mogen zich beroepen op de bekwaamheid, ervaring of middelen van derden. In dat geval dient de Uniforme Eigen Verklaring, hoofdstuk 8.2 door de hoofdaannemer te worden ingevuld. Tevens dient een ingevulde en rechtsgeldig ondertekende Middelenverklaring (hier bijgevoegd als bijlage 5) te worden bijgevoegd. NB. Bij inschakeling van meerdere onderaannemers dient de middelenverklaring voor elke onderaannemer ingevuld te worden! Daar waar onderaannemers worden ingeschakeld stelt de hoofdaannemer zich er voor garant dat geen van de onderaannemers zich bevindt in één van de situaties als bedoeld in artikel 2.86 van de Aanbestedingswet, en de door de gemeente op deze aanbesteding van toepassing verklaarde facultatieve uitsluitingsgronden, overeenkomstig artikel 2.87 van de Aanbestedingswet. Na inschrijving is het niet toegestaan zonder uitdrukkelijke toestemming van Aanbesteder om van onderaannemer te wijzigen of geheel van onderaanneming af te zien. Deze toestemming zal niet op onredelijke gronden worden geweigerd. 8
2.6
Overeenkomst en opname offerte in de overeenkomst
De offerte van de inschrijver aan wie een opdracht wordt gegund zal deel uitmaken van de overeenkomst die wordt gesloten. De tekst van deze overeenkomst inclusief de door de gemeente van toepassing verklaarde inkoopvoorwaarden is opgenomen in bijlage 2 bij deze offerteaanvraag. De tekst van deze overeenkomst ligt vast. Indien u tekstwijzigingen wilt voorstellen, dan kunt u gebruik maken van de mogelijkheid om vragen te stellen zoals beschreven in paragraaf 2.7. Algemene leveringsvoorwaarden van bedrijven worden nadrukkelijk afgewezen. NB. Gebruik van standaard briefpapier in de offerte waarin opgenomen een standaardbepaling voor/over toepasselijkheid van de algemene voorwaarden, zal de aanbestedende dienst opvatten als een kennelijke vergissing en kan dit mogelijk ook als zodanig bij inschrijver verifiëren. Omwille van de voortgang van het ondertekeningsproces na gunning, dient u in uw offerte op te nemen pagina 2 van het volledig ingevulde Ondertekeningsblad (hier bijgevoegd als bijlage 3), door een rechtsgeldig bevoegd persoon ondertekend. 2.7
Het stellen van vragen
Mocht u vragen hebben, dan dient u die uitsluitend via TenderNed, in de Nederlandse taal te stellen onder vermelding van “Jeugdzorg ondersteuning gemeente Heerenveen 2015’. Op eventueel door andere medewerkers/ vertegenwoordigers van de gemeente gegeven informatie kunt u zich niet beroepen. Wij verzoeken u bij de vragen (indien van toepassing) te verwijzen naar de betreffende pagina en paragraaf in de offerteaanvraag. Tevens verzoeken wij u geen gebruik te maken van tabellen etc. en uw bedrijfsnaam niet in de vragen op te nemen. Uw tijdig (zie planning) gestelde vragen zullen (geanonimiseerd) worden beantwoord in nota’s van inlichtingen die via Tenderned beschikbaar worden gesteld. Elke nota van inlichtingen zal onderdeel uitmaken van deze offerteaanvraag. Voor niet-tijdig gestelde vragen kan geen beantwoording worden gegarandeerd. 2.8
Beoordeling en toelichting
Na opening van de kluis wordt gecontroleerd of de ingediende inschrijvingen volledig zijn en in overeenstemming met dat wat is gevraagd. Vervolgens zal de offerte worden getoetst aan de gestelde eisen (oftewel alle voorwaarden uit deze offerteaanvraag, waaronder de eisen uit hoofdstuk 4 en de uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen van hoofdstuk 3, die allen als knock-outeisen worden gehanteerd). Wanneer de inschrijver zijn inschrijving samen met de ingevulde Uniforme Eigen Verklaring en de overige gevraagde documenten op de in deze offerteaanvraag voorgeschreven wijze heeft aangeleverd, en voldoet aan alle gestelde voorwaarden en eisen, dan komt hij voor gunning in aanmerking.
9
2.9
Klachten over deze aanbestedingsprocedure
Naast de wettelijke vastgelegde normen voor rechtsbescherming vindt de gemeente het van belang dat eventuele klachten en onduidelijkheden in een zo vroeg mogelijk stadium worden voorkomen/opgelost. Vragen en (vermeende) onvolkomenheden/klachten kunnen volgens de in paragraaf 2.7 ’ het stellen van vragen’ beschreven procedure worden gemeld. 2.10
Gunning en standstill-termijn
Na afronding van de beoordeling wordt een beslissing over de gunning genomen. Het voornemen tot gunning vindt plaats door bekendmaking van het voornemen tot gunning aan de winnende inschrijver(s), gelijktijdig met de bekendmaking hiervan aan de afgewezen inschrijvers. Zij ontvangen daarover een bericht met een korte motivering voor de reden van de afwijzing, via Tenderned. De mededeling van de voorgenomen gunning houdt geen aanvaarding in als bedoeld in artikel 6:217, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, waarmee een overeenkomst naar Nederlands recht tot stand komt. Gunning wordt uitgesproken onder de voorwaarde dat eventueel opgevraagde bewijsmiddelen afdoende zijn overlegd en dat er binnen de standstill-termijn geen civiel kort geding is aangespannen tegen de voorgenomen gunningbeslissing. Doet een afgewezen inschrijver dit niet, dan wordt hij geacht zich neer te leggen bij het gunningbesluit. Gelet op de aard van de opdracht en de methodiek van aanbesteden acht gemeente een standstill-termijn van zeven (7) kalenderdagen proportioneel. De gemeente zal bij een eventueel civiel kort geding de uitkomst ervan afwachten alvorens er tot definitieve gunning wordt overgegaan, tenzij een zwaarwegend belang eerdere definitieve gunning gebiedt. Of er definitief wordt gegund, en aan wie definitief wordt gegund, hangt af van de uitkomst van het kort geding. De gunning is pas definitief indien er een definitieve gunningbeslissing is verzonden aan de winnende inschrijver(s). 2.11
Voorbehouden
De gemeente behoudt zich het recht voor om indien zij zich daartoe gedwongen ziet, van gunning af te zien. Voorts heeft de gemeente het recht om in geval een daartoe bevoegde rechter het gunningbesluit als onrechtmatig kwalificeert, de overeenkomst met de begunstigde inschrijver(s) met onmiddellijke ingang te beëindigen. Aan de offerte zijn voor de gemeente geen kosten verbonden, ook niet in het geval wordt besloten om niet tot gunning over te gaan. In de precontractuele fase draagt u uw eigen kosten. Zolang er niet definitief is gegund, is er geen sprake van enige gebondenheid van de gemeente. In dat geval is er voor de gemeente ook geen enkele verplichting tot vergoeding van welke schade dan ook. Eveneens geldt dat inschrijver de gemeente vrijwaart voor kosten die verband houden met het mogelijkerwijs terugdraaien van een gunningbesluit door een rechterlijke uitspraak. De aanbestedingsdocumenten zijn met grote zorgvuldigheid opgesteld. Indien u echter, ondanks deze zorgvuldigheid, tegenstrijdigheden, inhoudelijke fouten of onvolledigheden in 10
deze documenten meent te ontdekken, bent u gehouden de gemeente onverwijld hierop te wijzen. Vragen en (vermeende) onvolkomenheden kunnen volgens de in paragraaf 2.7 ‘het stellen van vragen’ beschreven procedure worden gemeld.
11
3. UITSLUITINGSGRONDEN , GESCHIKTHEIDSEISEN EN GUNNINGSCRITERIA 3.1
Algemeen
De gemeente zal uitsluitend offertes in aanmerking nemen van inschrijvers die kunnen aantonen zich niet te bevinden in een van de situaties die als uitsluitingsgronden zijn genoemd, en die kunnen aantonen te voldoen aan de geschiktheideisen en criteria als beschreven in dit hoofdstuk. Inschrijvers dienen daartoe allereerst de uniforme Eigen verklaring zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze offerteaanvraag volledig in te vullen. De diverse onderdelen van de Eigen verklaring worden in dit hoofdstuk van de offerteaanvraag nader toegelicht. NB. De eigen verklaring dient, evenals een aantal andere documenten die bij inschrijving worden verlangd, te worden ondertekend door een vertegenwoordigingsbevoegde. Dit houdt in dat de persoon of personen die de Eigen verklaring ondertekenen in het handelsregister moeten zijn ingeschreven als vertegenwoordigingsbevoegde personen van de onderneming. Wanneer in het handelsregister is opgenomen dat twee of meer personen slechts gezamenlijk bevoegd zijn, zal de Eigen verklaring door die twee of meer personen moeten worden getekend. Wanneer er bij de bevoegdheid tot het vertegenwoordigen van de onderneming beperkingen zijn opgenomen, moet daar rekening mee gehouden worden. In de Eigen verklaring verklaart een inschrijver dat hij voldoet aan het daar gestelde omtrent uitsluitinggronden en geschiktheideisen. Een aantal bewijzen hoeft pas bij/na het voornemen tot gunning, en op verzoek van de gemeente, te worden overlegd binnen 7 werkdagen na dagtekening van een schriftelijk verzoek hiertoe. Vanuit het oogpunt van een snelle voortgang van de aanbestedingsprocedure en vanwege het afwijkende karakter ervan (Zeeuws model, waarbij in beginsel aan iedere geschikte gegadigde die instemt met alle bepalingen van deze offerteaanvraag, zal worden gegund) is, in afwijking van een reguliere (2A) Europese aanbesteding, besloten dat een aantal andere bewijzen/documenten direct bij indiening van de offerte dienen te worden meegestuurd. In de offerteaanvraag is expliciet aangegeven of bewijzen direct bij indiening, dan wel pas na het voornemen tot gunning moeten worden overlegd. 3.2
Eigen verklaring verplichte en facultatieve uitsluitingsgronden
Eisen: - Van deelname aan de aanbesteding en van opdrachtverlening wordt uitgesloten een ieder die zich in een of meer van de omstandigheden als genoemd in artikel 2.86 van de Aanbestedingswet bevindt. -
Indien een gegadigde zich bevindt in één van de omstandigheden als genoemd in artikel 2.87 van de Aanbestedingswet, kan hij worden uitgesloten van deelname aan de aanbestedingsprocedure. Hierbij gaat het om de door de gemeente op deze aanbesteding van toepassing verklaarde facultatieve uitsluitingsgronden (reeds aangekruist in Eigen verklaring). 12
Hiervoor aan te leveren informatie: In eerste instantie volstaat invulling van hoofdstuk 2 en 3 van de Eigen verklaring, plus overlegging, voor punt 3.1 van de Uniforme Eigen Verklaring: een uittreksel uit het Handelsregister, op het moment van indiening van uw inschrijving niet ouder dan 6 maanden. NB. Uit het uittreksel moet tevens de rechtsgeldigheid van ondertekening van de inschrijving te herleiden zijn! In de Eigen verklaring geven inschrijvers aan in staat en bereid te zijn om na een eerste verzoek daartoe van Aanbesteder verdere bewijsmiddelen te overleggen ter verifiëring van de Eigen Verklaring. Bij bekendmaking van de gunningsbeslissing kan aan het bedrijf / de bedrijven aan wie de opdracht wordt gegund, gevraagd worden om overige bewijsmiddelen ter verificatie van de Eigen Verklaring bij Aanbesteder in te leveren binnen de hiertoe vastgestelde termijn. Deze termijn bedraagt 7 kalenderdagen. NB. Het tijdig aanvragen, verkrijgen en op verzoek aan Aanbesteder overleggen van de genoemde bewijsdocumenten is voor uw eigen risico en verantwoordelijkheid! De genoemde bewijsmiddelen zijn: a. bewijs van niet bevinden in de situaties zoals genoemd in deel 2 en 3.2 van de Eigen Verklaring: een gedragsverklaring aanbesteden, op het moment van indienen van uw inschrijving niet ouder dan 2 jaar, aan te vragen bij dienst Justis. Toelichting: Een gedragsverklaring aanbesteden (GVA) is een verklaring van de minister van Veiligheid en Justitie dat uit een onderzoek naar de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon geen bezwaren bestaan in verband met inschrijving op overheidsopdrachten. Vanaf 1 april 2013 is voor het inschrijven op een aanbestedingsprocedure een GVA verplicht. Aanvragen GVA worden rechtstreeks bij het COVOG ingediend. In de toelichting op het aanvraagformulier kunt u lezen hoe het aanvraagformulier ingevuld dient te worden. Het aanvraagformulier kunt u downloaden: http://www.justis.nl/Producten/gedragsverklaring-aanbesteden/ b. Voor punt 3.4 van de Uniforme Eigen Verklaring een verklaring van de belastingdienst, op het moment van indiening van uw inschrijving niet ouder dan 6 maanden, dat u aan de wettelijke bepalingen voor betaling van sociale zekerheidspremies en belastingen heeft voldaan; NB. Het verzoek om de (originele) bewijsstukken aan te leveren kan nimmer worden gezien als een voornemen tot gunning van de opdracht. Afzien toepassing uitsluitingsgronden Conform art. 2.88 Aanbestedingswet kan de gemeente om haar moverende redenen afzien van toepassing van artikel 2.86 of 2.87 van de Aanbestedingswet.
13
3.3
Geschiktheidseis met betrekking tot financiële en economische draagkracht
De gemeente stelt aan inschrijver de voorwaarde dat deze adequaat verzekerd is voor bedrijfs- en beroepsaansprakelijkheid ter hoogte van minimaal € 2.500.000,- (per gebeurtenis/per jaar) of dat deze per 1 januari 2015 is afgesloten. U geeft aan te voldoen aan deze eis door ondertekening van de Uniforme Eigen Verklaring (5.1) Tevens dient u hiertoe bij uw inschrijving te overleggen een kopie van de verzekeringspolis. Indien u (nog) niet over de gevraagde beroepsaansprakelijkheidsverzekering beschikt, verzoeken wij u dit in de Uniforme Eigen Verklaring in hoofdstuk 7 aan te geven, met daarbij de expliciete verklaring dat u zorg zult dragen dat op 1 januari 2015 de gevraagde aansprakelijkheidsverzekering aanwezig is. Het alsdan niet kunnen overleggen van een bewijs van verzekering kan reden zijn voor kosteloze voortijdige ontbinding van de overeenkomst. 3.4
Geschiktheidseisen met betrekking tot technische- en beroepsbekwaamheid
Inschrijver dient vanaf de ingangsdatum van de overeenkomst en gedurende de looptijd van de overeenkomst tenminste aan de hierna genoemde geschiktheidseisen te voldoen. U geeft aan te voldoen aan deze eisen door ondertekening van de Uniforme Eigen Verklaring (5.2). Daarnaast dient u, bij uw offerte, het genoemde bewijs van keurmerk/certificaat bij te voegen. Indien dit bewijs niet bij de offerte is ingesloten, gaat gemeente er van uit dat u hier op dit moment nog niet over beschikt. De geschiktheidseisen zijn: 1. Inschrijver voldoet aan de wettelijk gestelde eisen en richtlijnen die in de sector van toepassing zijn (bijvoorbeeld de Jeugdwet en de daaruit voorvloeiende beleidsregels, Mededingingswet, Wet normering topinkomens, Kwaliteitswet zorginstellingen, Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen, Wet klachtrecht cliënten zorgsector); 2. Inschrijver beschikt over een vastgelegd privacybeleid, waaruit blijkt dat de privacy van de inwoner gewaarborgd is; 3. Inschrijver beschikt over een vastgestelde klachtenregeling; 4. De gemeente verwacht van inschrijver dat deze de risico’s voor gezondheid en welzijn in kaart heeft gebracht. Zie voor uitgebreidere inhoudelijke informatie over deze eis paragraaf 4.7.1. 5. Keurmerk/certificaat: inschrijver beschikt op het moment van inschrijving tenminste over één of meer van de hieronder beschreven keurmerken/certificaten: 1. beschikt over een ISO 9001-certificaat voor de zorg, of; 2. beschikt over een HKZ-certificering, of; 3. beschikt over een kwaliteitswaarborg zorgboerderijen, of; 4. beschikt over een NIAZ kwaliteitskeurmerk. Ontbindende voorwaarde voor eis keurmerk/certificaat: Wanneer inschrijver op het moment van het aangaan van de overeenkomst niet voldoet aan één van de hierboven genoemde vier kwaliteitscertificaten/keurmerken, dan wordt inschrijver in de gelegenheid gesteld om dit binnen een periode van 12 maanden, na ingangsdatum van de overeenkomst, te realiseren. 14
De overeenkomst zal worden ontbonden als inschrijver niet binnen 12 maanden – na ingangsdatum van de overeenkomst – kan aantonen te beschikken over één van de hierboven gevraagde keurmerken/certificaten. 3.5
Geschiktheidseis met betrekking tot beroepsbevoegdheid
Inschrijvers dienen conform de regels van de lidstaat waar zij gevestigd zijn, ingeschreven te staan in een beroeps- en handelsregister. U geeft aan te voldoen aan deze eis door ondertekening van de Uniforme Eigen Verklaring (5.3). Verder dient u in de Uniforme Eigen Verklaring het nummer van inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel (Nederland) of een vergelijkbaar register in het land van vestiging te verstrekken. Tevens dient een uittreksel uit het Handelsregister te zijn bijgevoegd, op het moment van indiening van uw inschrijving niet ouder dan 6 maanden. NB. Uit het uittreksel moet tevens de rechtsgeldigheid van ondertekening van de inschrijving te herleiden zijn!
15
4
PAKKET VAN EISEN
4.1 Beschrijving uitgangspunten opdracht Alle Friese gemeenten werken onder de noemer Zorg voor Jeugd Fryslân samen aan de uitvoering van de Jeugdwet. Op diverse onderdelen organiseren gemeenten het inkopen provinciebreed, binnen deze samenwerking. Ten behoeve van de inkoop op lokaal niveau is deze uitgangspuntennotitie opgesteld. Deze geeft kaders voor de inkoop van jeugdhulp. Het versterken van de verantwoordelijkheid en de regie van onze inwoners behoort tot de kern van de transformatieopgave. Deze verandering vraagt om een andere rol van zowel inwoners, professionals als de gemeente. Wat jongeren en ouders zelf kunnen bijdragen is leidend, in combinatie met hun sociale netwerk en eventuele professionele ondersteuning. Professionals moeten in het proces bereid zijn om een stap terug te doen als hier behoefte aan is. Dit geeft ruimte en vertrouwen om het (weer) zelf te kunnen. Het zelf oplossend vermogen wordt hierdoor versterkt waarmee mensen weerbaar worden tegen nieuwe en/of zwaardere problematiek. Gezond en veilig opgroeien is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van ouders of verzorgers. Ouders hebben zelf de regie en zeggenschap over de opvoeding van hun kinderen, hoe verschillend zij ook zijn. Opvoeden doet een gezin niet alleen, maar in samenwerking met de omgeving. Daar waar het niet goed gaat met kinderen en jongeren organiseert de gemeente dat er, samen met de eigen omgeving van kind en gezin, samenhangende ondersteuning geboden wordt. De ingezette professional neemt de regie niet over; ouders hebben de zeggenschap over de zorg en ondersteuning die wenselijk of nodig is. De gemeente Heerenveen gaat uit van positief jeugdbeleid. De gewone, positieve ontwikkeling en opvoeding van jongeren staat centraal. Bij het bieden van ondersteuning (bijspringen) dan wel zorg (meelopen of – tijdelijk – overnemen) staat niet het aanbod centraal, maar de behoefte en mogelijkheden van ouders en kinderen. Bijspringen en meelopen komen dus in samenwerking tot stand en vragen van zowel de afnemer als de aanbieder een actieve en assertieve houding. Steeds opnieuw wordt gesignaleerd wat de behoefte is en wat bijdraagt aan het beantwoorden van de vraag of het herstel van de zelfredzaamheid van de burger. Een groot deel van de vragen wordt met lichte vormen van zorg en ondersteuning opgelost. Hierdoor blijven kleine problemen klein en wordt het gebruik van dure vormen van zorg voorkomen. De producten extramurale Jeugdzorg, die de gemeente heeft benoemd, vloeien voort uit de AWBZ. De betreffende AWBZ codes staan vermeld in het Programma van Eisen. Hiermee kunnen inwoners/gezinnen functioneel de zorg behouden, die zij onder de AWBZ reeds krijgen en is zorgcontinuïteit geborgd. De gemeente Heerenveen heeft voor de inkoop van de extramurale Jeugdzorg gekozen voor het zogenaamde Zeeuwse model, waarbij een vormvrije openbare procedure wordt 16
gehanteerd. In dit model stelt de gemeente de voorwaarden en tarieven vast. Iedere aanbieder, die voldoet aan de voorwaarden en tarieven komt in aanmerking voor een contract. De voorwaarden zijn dusdanig gesteld, dat deze de huidige AWBZ aanbieders kunnen voldoen, waarmee zij in aanmerking kunnen komen voor een contract. Ook op dit punt is zorgcontinuïteit geborgd. Waarbij de kanttekening moet worden geplaatst, dat de gemeente niet kan afdwingen, dat huidige aanbieders daadwerkelijk inschrijven, noch dat inwoners/gezinnen kiezen voor hun huidige aanbieder (deze situaties kunnen/konden zich onder de huidige AWBZ bij het Zorgkantoor overigens ook reeds voordoen). Door de keuze voor het Zeeuwse model verwacht de gemeente wachtlijsten te kunnen voorkomen. Daarnaast is de continuïteit voor inwoners/gezinnen, die voor een andere aanbieder willen kiezen en/of waarvan de huidige aanbieder geen contract sluit met de gemeente, door de insteek van een veelvoud aan aanbieders zoveel als mogelijk geborgd. Indien zich onverhoopt situaties voordoen waarbij de continuïteit van zorg voor een cliënt binnen deze aanbesteding bij de huidige aanbieder niet kan worden gewaarborgd, bijvoorbeeld omdat deze niet deelneemt aan de inschrijving, dan zal in overleg met de cliënt worden gezocht naar een passend alternatief. Hierbij behoudt de gemeente zicht het recht voor om buiten deze aanbesteding/overeenkomst één op één met de huidige aanbieder die geen contract heeft met de gemeente in onderhandeling te treden om tot een contract/overeenkomst te komen, dan wel in uitzonderlijke gevallen de cliënt in de vorm van een PGB zelf de passende zorg te laten inkopen. De gemeente heeft bovenstaande insteek mede bij huidige bij aanbieders getoetst tijdens een marktconsultatie. De gemeente gaat er vanuit dat inschrijver op een professionele wijze maatwerkvoorzieningen aanbiedt, waarbij het uitgangspunt is dat inschrijver een evenwichtige inzet van de ondersteuning nastreeft door zowel beroepskrachten alsook (indien mogelijk) vrijwilligers in te zetten. De gemeente Heerenveen vindt zeggenschap en keuzevrijheid van haar inwoners een groot goed. Om deze reden kiest de gemeente bij de aanbesteding van de maatwerkvoorziening ‘ondersteuning’ (individuele ondersteuning, dag ondersteuning of kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging, hierna te noemen: ondersteuning) voor concurrentie op kwaliteit door het aangaan van raamovereenkomsten met meerdere inschrijvers die de gevraagde ondersteuning kunnen aanbieden. Er geldt geen maximum aan het aantal inschrijvers. De inschrijvers moeten minimaal aan de gestelde eisen in de offerteaanvraag voor de uitvoering van de ondersteuning voldoen. Deze inschrijvers leveren de gewenste kwaliteit op het gebied van de begeleiding binnen een door de gemeente vastgestelde prijs. Inschrijver mag op 1 of meerdere percelen tegelijk inschrijven. Onderaanneming en combinaties van percelen zijn toegestaan onder de door de gemeente vastgestelde prijs en voorwaarden. De inwoner die ondersteuning in natura nodig heeft, kan deze afnemen bij de gecontracteerde aanbieder die het meest past bij de kwalitatieve wensen van deze inwoner. De gemeente verstrekt aan de hulpvrager een overzicht op alfabetische volgorde van de inschrijvers met wie de gemeente een raamovereenkomst heeft afgesloten. Bij dit overzicht zal een catalogus worden bijgevoegd van alle inschrijvers, waarin de inschrijver in het kort kan weergeven welke vormen van ondersteuning hij te bieden heeft. De gemeente heeft er bewust voor gekozen dat haar inwoners de mogelijkheid moeten hebben om zelf een inschrijver te kiezen waar hij of zij door ondersteund wenst te worden. 17
Er wordt dan ook geen maximalisering van het aantal inschrijvers toegepast. Geselecteerde inschrijvers hebben geen garantie dat de inwoner gebruik gaat maken van de diensten van de inschrijver. Mocht tijdens de looptijd van de overeenkomst blijken dat inschrijver niet (meer) voldoet aan het gestelde Programma van eisen, dan behoudt de gemeente zich het recht voor de overeenkomst eenzijdig te ontbinden. De inschrijver die op dit moment al een overeenkomst heeft met de inwoner en vanaf 1 januari 2015 een overeenkomst aangaat met de gemeente voor het ter beschikking stellen van ondersteuning vanaf 1 januari 2015 zal onverminderd zorg dragen voor de continuering van de ondersteuning bij haar bestaande cliënten volgens de voorwaarden, tarieven bepaald in deze offerteaanvraag en afspraken zoals in de nieuwe overeenkomst worden overeengekomen. Uitgangspunten Deze notitie geeft de uitgangspunten voor de inkoop in 2014 ten behoeve van 2015, ter uitvoering van de Jeugdwet aan. Deze notitie is onder andere gebaseerd op het Kompas Zorg voor Jeugd Fryslân en het Regionaal Transitiearrangement Fryslân, maar vervangt deze niet. Uitgangspunten bij de samenwerking Zorg voor Jeugd: - De Friese gemeenten werken samen bij voorbereiding op de uitvoering van de Jeugdwet; - De grondslag van de samenwerking is lokaal wat lokaal kan, regionaal wat moet; - Onderdeel van de samenwerking is het inkopen van Jeugdhulp; - Sturing vindt plaats door het kiezen van de juiste bekostigingsvorm per voorziening op resultaten, innovatie en het beperken van risico’s. Bij de uitwerking kan er gekozen worden uit alle mogelijke bekostigingsvormen; - De gemeente is vrij om algemene, aanvullende of andere voorzieningen al dan niet bij (kleine) nieuwe aanbieders in te kopen op een manier die zij wil en Zorg voor Jeugd Fryslân koopt zo in dat hiervoor de benodigde (financiële) ruimte is; - Onderdeel van het inkopen is een vorm van risicodeling dan wel een solidariteitsprincipe tussen de Friese gemeenten om financiële risico’s te beperken, waarbij in de uitwerking vrijbuitersproblemen zo veel mogelijk beperkt worden. Uitgangspunten algemeen: - De gemeente ziet de Jeugdwet niet alleen als een transitie, maar ook als een transformatie van taken; - Bij zowel de transitie als de transformatie zijn de toetsstenen: - Het recht van een kind veilig en evenwichtig op te groeien in eigen sociale context is verzekerd en geborgd. - De verantwoordelijkheid en plicht om voor een kind die veilige en evenwichtige opvoedcontext te realiseren ligt primair bij de ouders (eerstverantwoordelijken) en wordt op basis van het principe van bijspringen (tijdelijke ondersteuning) of meelopen (langdurige stut- en steun) ondersteund door de sociale gemeenschap. - De ondersteuning is eerst en vooral aanvullend op opgroeien en meedoen in de eigen omgeving en community based (inclusie). Indien de veiligheid dan wel de opvoedsituatie vragen om exclusie wordt de periode daarvan zo kort als mogelijk gehouden. - Uitgangspunt bij de ondersteuning zijn de kernwaarden: eigen kracht en verantwoordelijkheid/regie bij kind en ouders, vertrouwen en ruimte voor het gebruik van de sociale omgeving. 18
-
-
-
-
-
De ondersteuningsbehoefte en mate van zelfredzaamheid van kinderen en ouders zijn leidend bij de inzet van de mate en aard van de gewenste ondersteuning. Ondersteuning is gericht op het benutten van kansen en mogelijkheden en voorkomt waar mogelijk labels. Dit vertaalt zich in een sterk accent op preventie (voorkomen en versterken). Als een interventie nodig is – al dan niet in combinatie met drang of dwang – is deze zo licht als mogelijk c.q. zo zwaar als nodig. De ondersteuning is samenhangend (één gezin, één aanspreekpunt, (waar mogelijk) één plan en één budget), op tijd en op maat (geen wachtlijsten) en hanteert – ook dan wel juist bij een meervoudige ondersteuningsvraag – een integrale benadering. De ondersteuning van ouders en kinderen en de inrichting van het stelsel is opgebouwd vanuit toevoegende waarde aan kind, gezin en sociale omgeving en borgt de veiligheid van kinderen en de kwaliteit van ondersteuning en zorg op tenminste het huidige niveau en/of is verbeterd. Het stelsel is eenvoudig, transparant en belast professionals en organisaties met minder bureaucratie. Verantwoordelijkheden en budgetten worden in beginsel zo laag mogelijk, dat wil zeggen bij alle – ook kleine – gemeenten belegd. Waar nodig is sprake van borging door bovenlokale afspraken. Partijen hanteren daartoe eenheid van taal en een goed beeld van de feiten, zodat vanuit dezelfde werkelijkheid met elkaar wordt gesproken. Gemeenten – die bepalen ‘wat’ en er op toezien ‘dat’ het gerealiseerd wordt – bieden de ondersteunende instellingen en hun professionals – verantwoordelijk voor het ‘hoe’ van de uitvoering – ruimte voor hun taken en voor creativiteit en innovatieve kracht. De uitgangspunten gelden niet alleen voor de inkoop van producten, maar voor de gehele transformatie.
Uitgangspunten op basis van het Regionaal Transitiearrangement: Voor de inkoop van jeugdhulp geldt de door het rijk gestelde voorwaarde dat 2015 een overgangsjaar is, waarbij zorgcontinuïteit centraal staat. Gemeenten hebben de verplichting om in 2015 via inkoop de infrastructuur van bestaande aanbieders in bepaalde mate in stand te houden; - Gemeenten geven invulling aan zorgcontinuïteit, zij stellen daarvoor maximaal 80% van het budget dat zij voor 2015 ontvangen (na aftrek van de in het regionaal transitiearrangement (RTA) genoemde kosten) beschikbaar. Voor het jaar 2016 is maximaal 55% van dit budget beschikbaar voor de continuïteit van zorg; - De in het RTA benoemde evaluatiecriteria worden gebruikt voor monitoring. -
Uitgangspunten voor Jeugdhulp: - Het gaat om de doelgroep van 0 tot en met 18 jaar, met een eventuele uitloop naar 23 jaar; - Jeugdhulp is op tijd en op maat; - Kinderen en jongeren worden zoveel mogelijk in de thuisomgeving, dan wel zo dichtbij mogelijk geholpen; - Bij specialistische hulp worden waar mogelijk kinderen en jongeren op Friese dan wel op Noord-Nederlandse schaal behandeld; - Zorg arrangementen zijn flexibel en variabel, de werkwijze efficiënt, resultaten duurzaam; - Doorlooptijden worden aantoonbaar verkort, ofwel verbeterde zorglogistiek van begin tot eind; - De instroom wordt geleidelijk verminderd, de door- en uitstroom geleidelijk verhoogd; - Wettelijke kwaliteitseisen (plus eventueel eigen toevoegingen) zijn het uitgangspunt. 19
-
Er worden afspraken met aanbieders gemaakt over monitoring en informatievoorziening, prijs, borging van de kwaliteit, garantietermijn, deskundigheid en innovatieprikkels.
Uitgangspunten voor het opdrachtgever- en nemerschap: - Toegang en toeleiding naar jeugdhulp en de teruggeleiding daar uit loopt via de gemeenten of een door de gemeenten aangewezen organisatie als regisseur; Toegang en toeleiding naar jeugdhulp kan ook vanuit huisartsen, jeugdartsen en medisch specialisten plaatsvinden. Het is (vooralsnog) mogelijk, dat doorverwijzingen plaatsvinden naar niet door de gemeente gecontracteerde partijen. Gecontracteerde aanbieders kunnen hieraan derhalve geen rechten ontlenen. Indien de aanbieder van hieruit een verwijzing binnen krijgen dienen zij dit te melden bij het ondersteuningsteam van de gemeenten. - De gemeente of een door de gemeente aangewezen organisatie stelt een ondersteuningsplan op, met het gezin en waar nodig met ondersteuning door experts of een aanbieder; - Het ondersteuningsplan vormt de basis voor zorgregie, behandeling en financiering (op basis van budget volgt kind, jongere of gezin) met daarin (gaandeweg): - De situatie; - Doelen en resultaten; - De gezinsregisseur; - De mate/ type jeugdhulp; - De duur; - Teruggeleiding; - Nazorg; - Evaluatie. - Als jeugdhulp niet op basis van een ondersteuningsplan is ingezet (maar door bijvoorbeeld de huisarts of de jeugdrechter), stemt de inschakelde aanbieder van jeugdhulp altijd met de gemeente of een door de gemeente aangewezen organisatie af; - Het kind, de jongere en/of het gezin is eigenaar van het ondersteuningsplan, tenzij er vanwege veiligheid of wettelijke beperkingen gemotiveerd (deels) van afgeweken wordt door de gemeente. Uitgangspunten voor de aanbieders: - De aanbieders werken samen, zowel onderling als met het gezin; - De aanbieders wisselen onderling en met de gemeenten in het belang van de cliënt informatie uit; - De aanbieders spreken dezelfde (3D-)taal. - De aanbieders maken het organisatiebelang ondergeschikt. 4.1.1 Wetswijziging, Verordening en beleid De nieuwe Jeugdwet maakt gemeenten per 1 januari 2015 bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor alle jeugdhulp en voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Jeugdhulp is breed gedefinieerd. Het omvat de ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders bij alle denkbare opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen. Dat betekent dat de gemeenten de jeugdhulp die nodig is om de verantwoordelijkheid te kunnen nemen, moeten inkopen. De stelselherziening is ingegeven door de overtuiging dat de jeugdzorg effectiever en 20
efficiënter kan. Gemeenten kunnen de ondersteuning van inwoners die dat nodig hebben, beter en goedkoper realiseren, omdat ze dichter bij de gemeenschap staan. Ook de gemeente Heerenveen wordt verantwoordelijk voor de gehele ondersteuning van jeugdigen in de gemeente. Dit heeft, naast grote financiële consequenties, gevolgen voor de structuur van de zorg in de gemeente Heerenveen. Om de kosten beheersbaar te houden, zal het beroep op zware ondersteuning moeten worden verminderd, terwijl tegelijkertijd goede ondersteuning op maat moet worden geboden. De verwachting is dat er, door meer in te zetten op preventie, op termijn minder zware ondersteuning nodig is. Daarnaast is een andere visie nodig op opvoeden en opgroeien: ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen en de zgn. pedagogische civil society (omgeving) moet hierbij een grotere, ondersteunende rol gaan spelen. Versterking van de leefomgeving van kinderen en hun gezinnen en het accepteren van verschillen tussen mensen zijn dan ook belangrijke pijlers van de transitie van de jeugdzorg. Voor het vaststellen van de nieuwe verordening Jeugdhulp en het nieuwe uitvoeringbeleid gelden procedurele eisen, waarbij diverse partijen betrokken zijn zoals de gemeenteraad maar ook de participatieraad. De tijd die nodig is voor het doorlopen van de diverse procedures en het vaststellen van het nieuwe beleid is niet eenduidig vast te stellen. In het kader van deze aanbesteding is het dan ook niet wenselijk om, in het licht bezien van een correcte en gedegen inkoopprocedure, te wachten tot de nieuwe verordening Jeugdhulp en een nieuw op te zetten uitvoeringsbeleid definitief, door de verschillende partijen zijn vastgesteld. Wanneer de gemeente gedurende deze aanbestedingsprocedure, dan wel tijdens de looptijd van de overeenkomst geconfronteerd wordt met nieuwe factoren die van invloed zijn op de uitvoering van “ondersteuning”, dan zal de gemeente genoodzaakt zijn binnen de huidige overeenkomst aanpassingen aan te brengen. Denk hierbij aan andere wet- en regelgeving, financieringsbeleid rond de “ondersteuning” en verandering van eisen voor veiligheid. Uiteraard vinden veranderingen altijd plaats na overleg met de opdrachtnemers die een redelijke termijn zullen krijgen om daarvan afgeleide noodzakelijke veranderingen door te voeren. Door het inschrijven op deze aanbesteding accepteert inschrijver dit gegeven. 4.1.2 Herindicatie’s en overgangsrecht Vanaf 1 januari 2015 geldt er voor kinderen, jongeren en ouders die nu in een hulpverleningstraject zitten een overgangsperiode van 2 jaar. Hierover hebben gemeenten en zorgaanbieders in de provincie Friesland afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in een Regionaal Transitie Arrangement. De zorg en ondersteuning wordt onder dezelfde condities geleverd als in de oude situatie, dit betekent dat de inwoner in beginsel bij dezelfde aanbieder de ondersteuning kan blijven ontvangen. Indien de aanbieder niet aan de inkoop eisen van de gemeente kan voldoen en/of kiest om geen inkoopcontract met de gemeente af te sluiten wordt gekeken naar een passende oplossing. Voorwaarde is dat het gezin hiermee instemt. Het staat de inwoner/het gezin overigens te allen tijde vrij te kiezen voor een andere gecontracteerde aanbieder. Tijdens het overgangsrecht zijn de tarieven, vastgesteld in deze offerteaanvraag, van toepassing. Het overgangsrecht geldt ook voor inwoners die zorg inkopen met een persoonsgebonden budget (PGB). 21
4.1.2.1 Overgangsrecht In overleg met het gezin, kan de gemeente afspraken maken over een vervangend ondersteuningsarrangement gedurende de overgangsperiode. Voorwaarde is dat het gezin hiermee instemt. 4.1.2.2 Herindicatie In aanloop naar 1 januari 2017 mogen gemeenten herindicaties uitvoeren. De gemeente Heerenveen behoudt zicht recht voor om, binnen de kaders van de Jeugdwet en het RTA, herindicaties uit te voeren in de periode van 1 januari 2015 tot 1 januari 2017. De ingangsdatum van de nieuwe indicatie ondersteuning is uiterlijk 1 januari 2017 of zoveel eerder als de huidige indicatie afloopt. Daarnaast kan een herindicatie ook plaatsvinden als een gezin hierom verzoekt. 4.1.3 Werkproces Naast de eigen familie of vriendenkring is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in de gemeente Heerenveen de herkenbare plek waar burgers preventief terecht kunnen met alle vragen over opvoeden, opgroeien en gezondheid en andere ondersteuningsvragen die kunnen spelen in een gezin. Dit kan online, via de telefoon, door gewoon even binnen te lopen of via de professionals op de vindplaatsen. De CJG preventiewerkers vormen met de meitinkers in de woonservicezones de brede toegang, waarbij zij voorlopig ieder worden aangestuurd vanuit hun eigen organisaties. Zij werken dus gebiedsgericht. De medewerkers die zwaardere ondersteuning bieden als dat nodig is, werken gemeentebreed in het zgn. ondersteuningsteam. De taken die de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) uitvoert in het kader van de Wet publieke gezondheid (WPG) vallen wel onder het CJG, maar niet onder het gebiedsgericht werken in de brede toegang of het ondersteuningsteam. Overigens kunnen medewerkers van de JGZ ook worden ingezet als CJG preventiemedewerker. De gemeente Heerenveen is hiervoor ingedeeld in een zestal woonservicezones (zie achtergrondinformatie bij dit document). In iedere woonservicezone zijn CJG preventiewerkers en Meitinkers werkzaam, waarbij inwoners zich kunnen melden met hun (ondersteunings)vragen. Deze toegang is er voor alle bewoners, dus ook voor inwoners die ondersteuning als maatwerkvoorziening aanvragen. 4.1.3.1 CJG Preventiewerkers en de Meitinker Alle inwoners met vragen over opvoeden, opgroeien en gezondheid kunnen terecht bij de CJG preventiewerker in de brede toegang. Dit geldt zowel voor kinderen, jongeren, ouders, als voor professionals. De CJG preventiewerker is een bekend gezicht en werkt op de vindplaatsen en basisvoorzieningen. Samen met de meitinkers vormen de CJG preventiewerkers de brede Toegang in de woonservicezones. Ook de meitinkers kunnen vragen krijgen over opvoeden, opgroeien en gezondheid. Enkelvoudige vragen kunnen de meitinkers zelf beantwoorden. Zij weten voor welke vragen en met welke signalen zij hun CJG collega’s kunnen inschakelen. Dit geldt omgekeerd net zo. De brede toegang vormt het eerste aanspreekpunt van de inwoner in zijn woonservicezone. De CJG preventiewerker werkt op de vindplaatsen (scholen, peuterspeelzalen, kinderopvang) en is daar aanspreekpunt voor ouders en professionals (leerkrachten, etc.). 22
De In de brede Toegang worden o.a. vragen en aanvragen van de inwoner in het brede sociale domein behandeld en wordt samen met de inwoner een passende oplossing gezocht. Zowel de meitinkers als de CJG preventiewerkers maken hierbij gebruik van o.a. de eigen kracht van de inwoner, zijn sociale omgeving zoals: mantelzorg, familie, buren en vrienden, en kijken daarnaast naar de mogelijkheden aan ondersteuning en sociale activiteiten die de woonservicezone biedt. 4.1.3.2 Het gesprek Alle vragen over opvoeden, opgroeien en gezondheid kunnen worden gesteld bij het CJG. Dit kan bij de brede toegang, maar ook via andere CJG kanalen. Als een inwoner een vraag heeft, kan een CJG preventiewerker een afspraak maken voor een gesprek. Dat kan thuis of op een vindplaats. Het is daarnaast mogelijk dat de brede toegang op eigen initiatief contact opneemt met een inwoner als er signalen zijn dat er ondersteuning nodig is. Op grond van de vraag wordt gekeken welke medewerker van de brede toegang naar het gezin gaat. De medewerker zal doorvragen om meer zicht te krijgen op de achtergrond, de context, het gezin e.d. Soms is informatie en advies geven voldoende. Vaak zal hij samen met de inwoner eerst de vragen en knelpunten op de verschillende leefdomeinen verkennen en vervolgens samen met de inwoner de mogelijkheden onderzoeken om het probleem zelf op te lossen, met behulp van het eigen sociale netwerk, of door te verbinden met vrijwilligersaanbod voor ondersteuning in de eigen buurt of wijk. Het verkennen van de knelpunten is iets anders dan een analyse maken van het daadwerkelijke probleem. Het eerste kan door de brede toegang gedaan worden en als blijkt dat er meer aan de hand is, wordt het ondersteuningsteam dan wel de backoffice van WIMO ingezet dat vervolgens een analyse kan doen (gaat verder en dieper dan het verkennen van de knelpunten en leidt tot één kind, één gezin, één plan). Wanneer blijkt dat er geen passende oplossing kan worden gevonden in de eigen omgeving, dan wel middels een algemene voorziening, kan er een aanvraag worden ingediend voor een maatwerkvoorziening: ‘ondersteuning’. De CJG gezinswerker bespreekt met het gezin welke maatwerkvoorziening nodig is. Zo nodig kan de CJG gezinswerker een (medisch) advies opvragen bij een derde. Wanneer de aanvraag is behandeld geeft de gemeente een beschikking af waarin het gezin kan lezen of hij al dan niet in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening vanuit de Jeugdwet. Komt het gezin in aanmerking voor een maatwerkvoorziening dan zal in de beschikking in ieder geval duidelijk worden vermeld: aan welke voorwaarden de maatwerkvoorziening moet voldoen; het beoogde eindresultaat, én; hoeveel uren en/of dagdelen maximaal ingezet mogen worden.
23
4.2
Percelen maatwerkvoorziening
Inleiding In dit hoofdstuk worden de 7 percelen van de maatwerkvoorzieningen beschreven, waarop kan worden ingeschreven binnen deze aanbesteding. Inschrijver mag op één of meerdere percelen tegelijk inschrijven. De percelen zijn gebaseerd op de (concept) inhoud van de Jeugdwet en de nog door de gemeenteraad vast te stellen verordening Jeugdhulp. 4.2.1 Maatwerkvoorzieningen op grond van de Jeugdwet De meeste gezinnen kunnen zich, al dan niet met inzet van het sociale netwerk en met gebruikmaking van algemene voorzieningen, zelf redden en zijn zelf in staat mee te doen aan de samenleving. Indien uit het onderzoek, volgend op de melding zoals genoemd in paragraaf 4.1.3.2, blijkt dat iemand hiertoe niet in staat is, moet het betreffende gezin er zeker van kunnen zijn dat de gemeente hem ondersteunt. In dat geval beslist het college van burgemeester en wethouders, binnen de grenzen van wat daarover in het beleidsplan en verordening is vastgelegd, tot verstrekking van een maatwerkvoorziening die bijdraagt aan het realiseren van een situatie waarin het gezin in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid zodat deze zo lang mogelijk in de eigen omgeving kan blijven functioneren. Er moet, zoals de term ook weergeeft, sprake zijn van maatwerk: de beslissing wordt afgestemd op de individuele omstandigheden en mogelijkheden van het gezin. 4.2.1.1 Visie Zorg voor Jeugd De ouders (verzorgenden, voogden) van Heerenveen zorgen zelf voor hun jeugd: de gemeente organiseert gepaste ondersteuning waar mogelijk. Het kind staat centraal in deze visie; uitgangspunten zijn: • Ouders (verzorgenden, voogden) zorgen in eerste instantie zelf voor hun jeugd • Gepaste ondersteuning is vraaggericht en integraal • Via preventie, toegang en vangnet organiseert de gemeente gepaste ondersteuning. 4.2.2 Algemene bepalingen maatwerkvoorzieningen ondersteuning Algemeen Op grond van de Jeugdwet kunnen kinderen, jongeren 1 en hun ouders (verzorgenden, voogden) na een besluit van of namens het college van burgemeester en wethouders in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening. De, op grond van de bepalingen in de Jeugdwet geformuleerde, maatwerkvoorzieningen zijn onder te verdelen in een zevental te onderscheiden percelen.
1
Minderjarige inwoner tot 18 jaar.
24
4.2.2.1 Zeven te onderscheiden vormen van maatwerkvoorzieningen De ondersteuningsindeling kent vijf te onderscheiden maatwerkvoorzieningen, die zijn onder verdeeld in zeven afzonderlijke percelen:
Vorm
Afkorting
Codes AWBZ2
1. 2.
Thuisondersteuning Thuisondersteuning++
TO TO++
H300 H150 H152
3. 4. 5.
Dagondersteuning VG Dagondersteuning VG Gedrag Dagondersteuning LG
DOVG DOVG++ DOLG
H814 H815 H816 H818 H834 H835 H836
6.
Kortdurende Verblijfsondersteuning
KVO
Z992 Z993 Z994 Z996
7.
Ondersteuning bij Persoonlijke verzorging
OPV
H126 H127 H120
In de hier verder uitgewerkte maatwerkvoorzieningen wordt aangegeven: wat het doel is; op basis van welke grondslag deze kan worden ingezet; wat de inhoud op basis van de te indiceren activiteiten is, en; welke doelgroepen hiervan, na afweging en akkoord van het college van burgemeester en wethouders, gebruik mogen maken. 4.2.2.2 Twee verschillende manieren van inzet De vier genoemde vormen van ondersteuning kunnen als volgt worden ingezet: A. Tijdelijk/activerend gericht op het aanleren van vaardigheden, maximaal één jaar; B. Structureel/ondersteunend. Het gaat hier om het verschil tussen (A) tijdelijke ondersteuning met als doel het kind/jongere of het gezin een bepaalde vaardigheid aan te leren en (B) structurele ondersteuning om het kind/jongere of het gezin te ondersteunen bij activiteiten waarvoor hij of het gezin niet (meer) over de benodigde vaardigheden beschikt. 4.2.2.3 Vervoer naar de maatwerkvoorziening Het uitgangspunt is eigen kracht, eigen netwerk. Indien het kind/jongere niet zelfstandig naar de maatwerkvoorziening kan reizen en wanneer vervoer vanuit eigen sociale netwerk niet geregeld kan worden zal de gemeente dit opnemen in de beschikking aan het kind/jongere. Voor inschrijver betekent dit dat deze ervoor moet zorgen dat het kind/jongere vanaf het woonadres naar de locatie v.v. van de maatwerkvoorziening wordt vervoerd, wanneer de 2
Het betreft hier de codes die in de huidige AWBZ (2014) worden gebruikt. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend; de codes worden uitsluitend ter informatie beschikbaar gesteld.
25
gemeente dit in de beschikking heeft vastgelegd. De gemeente heeft hiervoor forfaitaire bedragen vastgesteld, gesplitst in regulier (taxi)vervoer en rolstoel(taxi)vervoer. Een kind/jongere kan alleen voor vervoer in aanmerkingen komen wanneer hij vervoersproblemen ondervindt om de maatwerkvoorziening genoemd in de percelen 3,4 en 5 te bereiken. Het onderdeel vervoer heeft uitsluitend betrekking op medisch noodzakelijke vervoer van en naar de maatwerkvoorziening, waarop de inwoner vanuit de Jeugdwet aanspraak kan maken. Inschrijver kan voor deze inwoner per aanwezigheidsdag, waarop vervoer van en naar de maatwerkvoorziening plaatsvindt, een forfaitaire vergoeding ontvangen. Tarieven De gemeente heeft de volgende tarieven bepaald voor het onderdeel vervoer. Het betreft hier bedragen per aanwezigheidsdag, waarbij de inwoner daadwerkelijk door inschrijver wordt vervoerd: Tarief regulier vervoer: € 6,84 per aanwezigheidsdag Tarief aangepast/rolstoelvervoer: € 20,- per aanwezigheidsdag 4.2.2.4 Eisen aan de chauffeurs en voertuig De gemeente vindt dat personen3 die de inwoners vervoeren aan de volgende voorwaarden moeten voldoen: in het bezit zijn van een geldig rijbewijs voor het betreffende voertuig; dat het voertuig verzekerd is voor wettelijke aansprakelijkheid (WA) en inzittendenverzekering; affiniteit heeft met de doelgroep en kennis hoe om te gaan met deze doelgroep; heeft (indien noodzakelijk) kennis en ervaring met het vastzetten van rolstoelen en zorgt er voor dat deze veilig wordt vastgezet in een voertuig speciaal bestemd voor rolstoelvervoer; zorgt er voor dat de inwoner veilig en comfortabel vervoerd wordt, waaronder toezicht op het gebruik van de autogordel; bekend zijn met het omgaan van hulpmiddelen, zoals het opvouwen van een rollator; beschikt over goede sociale en communicatieve vaardigheden; beheerst actief de Nederlandse en passief de Friese taal; dat de inwoner op tijd wordt opgehaald en niet te lang onderweg is; is in het bezit van een VOG4 . het voertuig is veilig en schoon; het voertuig is rook- en huisdierenvrij, met uitzondering van een geleide hond. er
3 4
Dit kan ook een vrijwilliger zijn Verklaring Omtrent Gedrag
26
4.2.3 Beschrijving perceel 1 en 2 Individuele maatwerkvoorzieningen thuis Algemeen De inzet van Thuisondersteuning wordt vormgegeven kind/één gezin/één plan.
volgens het uitgangspunt één
Uur directe ondersteuning Een uur directe ondersteuning is de directe contacttijd in uren tussen zorgverlener en het kind/gezin in de thuissituatie. Onder directe ondersteuning worden niet verstaan activiteiten zoals: Activiteiten van niet-uitvoerenden (leidinggevenden, staf, administratie, management); Coördinatie van zorg op kantoor of bij verwijzers; Preventie en voorlichting in groepsverband, dan wel individueel op kantoor; Individuele fysiotherapie, ergotherapie; Reistijd, bijscholing, stage, intake (anders dan het eerste contact waarin de beoogde beroepskracht de uitvoeringslijn uitzet) en dergelijke. En alle andere activiteiten die niet direct te maken hebben met de in de indicatie omschreven maatwerkvoorziening. Bijvoorbeeld; een welzijnsactiviteit zoals bingo, uitstapjes en dergelijke.
Perceel 1
Maatwerkvoorziening: Thuisondersteuning (TO)
Grondslag Een somatische (SOM), een verstandelijke (VG), lichamelijke (LG) handicap met matige of zware beperkingen op het gebied van en/of sociale zelfredzaamheid, het bewegen en verplaatsen, het psychisch functioneren, het geheugen en de oriëntatie en het vertonen van matig of zwaar probleemgedrag.
27
Thuisondersteuning (TO) Doelgroep: SOM, VG, LG Ondersteuningsactiviteit/inhoud
Doel
1.1.
Ondersteuning bij het oefenen met vaardigheden of handelingen.
1.2.
Ondersteuning bij of het oefenen met het aanbrengen van (dag) structuur of het voeren van regie.
1.3.
Ondersteuning bij de zelfregie/ draagstructuur/stabiel functioneren.
1.4.
Het overnemen van toezicht.
1.5.
Aansturen van gedrag.
1.6.
Ondersteuning en stimulering van het leggen van contact in de (persoonsgebonden) sociale omgeving.
1.7.
Ondersteuning op afstand.
1.8.
Ondersteuning oproepbaar, naast planbare ondersteuning (1.1. t/m 1.7) Ondersteuning bij ADL
1.9.
Het bieden van ondersteuningsactiviteiten gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en die strekken tot voorkoming van opname in een instelling (in eigen omgeving kan blijven wonen)of verwaarlozing. Ondersteunen bij beperkingen op het vlak van zelfregie over het dagelijks leven, waaronder ondersteuning bij tekortschietende vaardigheden in zelfregulerend vermogen. Ondersteunen bij het toepassen in inslijpen van aangeleerde vaardigheden en gedrag in het dagelijks leven door herhaling en methodische interventies.
Opleidingseisen personeel: De werkzaamheden ondersteuning worden uitgevoerd door of onder supervisie van een HBO medewerker orthopedagogiek of vergelijkbaar. Een personeelslid dat de werkzaamheden ondersteuning uitvoert beschikt minimaal over de volgende basisopleiding of een aantoonbaar gelijkwaardig ervaringsniveau, te weten: MBO diploma niveau bijvoorbeeld SPW 4, SMD of SPV of vergelijkbaar met kennis van GGZ, PDD-NOS en/of ADHD. Daarnaast beschikt het uitvoerende personeelslid over de basiscompetenties genoemd in paragraaf 4.3.7.1 Tarief maatwerkvoorziening De vergoeding voor deze maatwerkvoorziening is vastgesteld op € 42,00 per uur.
28
Perceel 2
Maatwerkvoorziening: Thuisondersteuning ++ (TO ++)
Grondslag Inwoners die zijn aangewezen op ondersteuning en die – door aard van hun chronische ziekte en beperkingen – naar verwachting meerder keren per week moeten inroepen buiten de afgesproken vaste tijden.
Thuisondersteuning ++ (TO ++) Doelgroep: SOM, VG, LG Ondersteuningsactiviteit/inhoud
Doel
Ondersteuning ++ voorziet in een vergoeding van de beschikbaarheid, opgevat als tijden waarop uitvoerenden beroepskrachten beschikbaar zijn voor directe zorgverlening maar niet feitelijk met die zorgverlening bezig zijn (men is oproepbaar). Uitgangspunt is de doelmatige organisatie van die beschikbaarheid.
Realisatie van “beschikbaarheid van ondersteuning”, waardoor de cliënt kan rekenen dat de zorgverlener naast planbare zorg ook oproepbare zorg levert binnen redelijke tijd.
Indicatoren: - Noodzaak van frequentie oproepbare zorg (naar verwachting meerder keren per week); - Bij inwoners met een verstandelijke gehandicapt kan onder deze beschikbaarheid ook de extra aandacht voor mensen met probleemgedrag vallen; - Onder deze prestatie vallen ook die situaties van sterk ‘ontregelde gezinnen’ waar niet volstaan kan worden met planbare zorg op vaste tijden. - Ondersteuning bij ADL.
Opleidingseisen personeel: De werkzaamheden ondersteuning worden uitgevoerd door of onder supervisie van een HBO medewerker orthopedagogiek of vergelijkbaar. Een personeelslid dat de werkzaamheden ondersteuning uitvoert beschikt minimaal over de volgende basisopleiding of een aantoonbaar gelijkwaardig ervaringsniveau, te weten: MBO diploma niveau bijvoorbeeld SPW 4, SMD of SPV of vergelijkbaar met kennis van GGZ, PDD-NOS en/of ADHD. 29
Daarnaast beschikt het uitvoerende personeelslid over de basiscompetenties genoemd in paragraaf 4.3.7.1 Tarief maatwerkvoorziening De vergoeding voor deze maatwerkvoorziening is vastgesteld op €45,00 per uur.
4.2.4 Beschrijving percelen 3,4,5 Maatwerkvoorziening Dagondersteuning Algemeen Dagprogramma voor kinderen/jongeren met (zeer ernstige) verstandelijke beperkingen en blijvende zwaarwegende gedragsproblematiek die als gevolg van hun beperkingen niet kunnen deelnemen aan gewoon of speciaal onderwijs. Dagprogramma bied; er is tevens orthopedagogische ondersteuning en/of inbreng van therapieën (bijvoorbeeld speltherapie, muziekbegeleiding, logopedie, etc.). Dagprogramma wordt uitgevoerd in een passende setting (zoals overzichtelijke ruimte, rustige en prikkelarme groep, individuele speelmomenten, binnen- en buitenruimtes voor bewegingsspel, etc.). Dagondersteuning Onder de maatwerkvoorziening dagondersteuning wordt niet verstaan een reguliere dagstructurering die in de woon-/verblijfsituatie wordt geboden of een welzijnsactiviteit zoals zang, uitstapjes en dergelijke. Uur directe ondersteuningsverlening Een uur directe ondersteuningsverlening is de directe contacttijd in uren tussen zorgverlener en de inwoner in de thuissituatie. Onder directe ondersteuningsverlening worden niet verstaan activiteiten zoals: Activiteiten van niet-uitvoerenden (leidinggevenden, staf, administratie, management); Coördinatie van zorg op kantoor of bij verwijzers; Preventie en voorlichting in groepsverband, dan wel individueel op kantoor; Individuele fysiotherapie, ergotherapie; Reistijd, bijscholing, stage, intake (anders dan het eerste contact waarin de beoogde beroepskracht de uitvoeringslijn uitzet) en dergelijke. En alle andere activiteiten die niet direct te maken hebben met de in de indicatie omschreven maatwerkvoorziening. Dagdeel Een dag kent twee dagdelen. Een dagdeel kent maximaal vier uur directe ondersteuningsverlening. De ondersteuningsactiviteiten/inhoud worden uitgedrukt in dagdelen. Perceel 3
Maatwerkvoorziening: Dagondersteuning VG
Grondslag dagondersteuning VG Dagprogramma voor kinderen/jongeren met (ernstige) verstandelijke beperking die als gevolg van hun beperkingen niet kunnen deelnemen aan gewoon of speciaal onderwijs.
30
Dagondersteuning VG (DO) Doelgroep: LG, VG, SOM, Ondersteuningsactiviteit/inhoud
Doel
3.1. Dagondersteuning in groepsverband en ondersteuning bij sociale activiteiten. 3.2 Ondersteuning bij ADL.
Het dagprogramma legt naar inhoud een accent op: Dagondersteuning (activiteiten met een zelfstandig karakter waarbij het vaak zal gaan om het tot stand brengen van een product of dienst, afgestemd op de mogelijkheden en interesse van het kind/jongere); - “activering” (activiteiten gericht op zinvol besteden van de dag, aangepast aan mogelijkheden en interesse van het kind, waaronder handvaardigheid, expressie, beweging, belevingsactiviteiten); Het dagondersteuningsprogramma draagt bij aan het verlichten van de zorg thuis door de mantelzorger(s). Er wordt een zinvolle dag besteed. Dagondersteuning is voorts gericht bijhouden van vaardigheden.
op het
Groepsgrootte afhankelijk van complexiteit.
Opleidingseisen personeel: De werkzaamheden ondersteuning worden uitgevoerd door of onder supervisie van een HBO medewerker orthopedagogiek of vergelijkbaar. Een personeelslid dat de werkzaamheden ondersteuning uitvoert beschikt minimaal over de volgende basisopleiding of een aantoonbaar gelijkwaardig ervaringsniveau, te weten: MBO diploma niveau bijvoorbeeld SPW 4, SMD of SPV of vergelijkbaar met kennis van GGZ, PDD-NOS en/of ADHD. Daarnaast beschikt het uitvoerende personeelslid over de basiscompetenties genoemd in paragraaf 4.3.7.1 Tarief maatwerkvoorziening De vergoeding voor deze maatwerkvoorziening is vastgesteld op: Licht: groep groter dan 6 € 37 per dagdeel. Midden: groep tussen 5 en 6 € 49,00 per dagdeel. Zwaar: groep kleiner dan 5 € 78,00 per dagdeel.
31
Perceel 4
Maatwerkvoorziening: Dagondersteuning VG gedrag
Grondslag dagondersteuning VG gedrag 1. Kinderen met zeer ernstige verstandelijke beperking én blijvende, zwaarwegende gedragsproblematiek: - Cognitieve ontwikkelingsleeftijd is kleiner dan 1 jaar; sociaal-emotioneel 0=6 maanden; - Gedragsproblematiek uit zich in onder meer zelfverwonding, extreem huilen en schreeuwen, etc.; - Er is noodzaak van één op één begeleiding gedurende delen van het dagprogramma. 2. Kinderen met matige tot ernstige verstandelijke beperking én blijvende, zwaarwegende gedragsproblematiek en andere uiteenlopende vormen van extreem aandacht vragende gedrag: - Cognitieve ontwikkelingsleeftijd tussen 1-4 jaar; sociaal emotioneel niveau lager; - Vaak disharmonisch ontwikkelingsprofiel als oorzaak van gedragsproblematiek; ook cerebrale beschadiging die leidt tot duurzame gedragsproblemen; of stoornis in autistisch spectrum; - gedragsproblematiek komt tot uiting in frequent agressief gedrag naar anderen; - noodzaak van één op één begeleiding gedurende delen van het dagprogramma; tevens veilige en gestructureerde omgeving.
Dagondersteuning VG gedrag (DOVG) Doelgroep: LG, VG, SOM Ondersteuningsactiviteit/inhoud
Doel
3.1. Dagondersteuning in groepsverband en ondersteuning bij sociale activiteiten.
Bij de (intensieve) dagondersteuning in groepsverband is er enige persoonlijke ondersteuning en behandeling (op de achtergrond) vanuit de Zorgverzekeringswet aanwezig. Er is multidisciplinaire benadering.
3.2. Bevorderen, behouden of handhaven van het functioneren en voorkomen van verergering van beperking. 3.3 Dagondersteuning bij het leren omgaan met fysieke en/of cognitieve beperkingen.
Het dagondersteuningsprogramma draagt bij aan het verlichten van de zorg thuis door de mantelzorger(s). Dagondersteuning is voorts gericht bijhouden van vaardigheden.
3.4 Dagondersteuning bij het voorkomen van achteruitgang in fysieke, cognitieve en sociaal- emotionele vaardigheden. 3.5 “Activering, individueel beleidsgericht” belevingsgerichte activiteiten op een eenvoudig niveau met extra aandacht voor sfeer, 32
op het
geborgenheid, veiligheid, ritme en regelmaat ). 3.6 Ondersteuning bij (ADL)
*** Opleidingseisen personeel: De werkzaamheden ondersteuning worden uitgevoerd door of onder supervisie van een HBO medewerker orthopedagogiek of vergelijkbaar. Een personeelslid dat de werkzaamheden ondersteuning uitvoert beschikt minimaal over de volgende basisopleiding of een aantoonbaar gelijkwaardig ervaringsniveau, te weten: MBO diploma niveau bijvoorbeeld SPW 4, SMD of SPV of vergelijkbaar met kennis van GGZ, PDD-NOS en/of ADHD. Daarnaast beschikt het uitvoerende personeelslid over de basiscompetenties genoemd in paragraaf 4.3.7.1 Tarief maatwerkvoorziening De vergoeding voor deze maatwerkvoorziening is vastgesteld op € 78,00 per dagdeel. Groepsgrootte: één op één ondersteuning Voorbehoud Op grond van de Jeugdwet houden jeugdigen bij wie al voor het 18e levensjaar duidelijk is dat zij op grond van ernstige beperkingen of stoornissen hun verdere leven zorg nodig hebben, aanspraak op de Wet langdurige zorg (Wlz). De wetsvoorstellen voor de Wmo 2015 en voor de Wlz zijn in behandeling bij het parlement. Streven van de regering is om de wetten per 1 januari 2015 in werking te laten treden, nadat de Eerste Kamer ermee heeft ingestemd. Indien tijdens de aanbestedingsprocedure duidelijk wordt dat Dagondersteuning VG gedrag toch niet overgaat naar de Jeugdwet, dan zal de gemeente dit perceel niet gunnen. Indien deze duidelijkheid pas komt na afloop van de aanbestedingsprocedure/ gunning dan zal de gemeente eventuele overeenkomsten op dit punt ontbinden. Aanbieders kunnen geen rechten ontlenen aan een eventuele gunning, noch aanspraak maken op vergoeding van enige kosten/schade in dezen. Uiteraard zal de gemeente er alles aan doen om snel duidelijkheid te geven over de gevolgen van het wetgevingstraject.
33
Beschrijving Perceel 5
Maatwerkvoorziening: Dagondersteuning LG
Grondslag dagondersteuning LG Dagprogramma voor kinderen/jongeren met ernstige lichamelijke handicap die als gevolg van hun beperkingen niet kunnen deelnemen aan gewoon of speciaal onderwijs.
Dagondersteuning (DOLG) Doelgroep: LG Ondersteuningsactiviteit/inhoud
Doel
5.1. Dagondersteuning in groepsverband en ondersteuning bij sociale activiteiten. 5.2 Ondersteuning bij ADL. 5.3 Aanleren sociale contactvaardigheden met andere kinderen.
Het dagprogramma legt naar inhoud een accent op zelfgekozen bezigheden en activering. Het dagondersteuningsprogramma draagt bij aan het verlichten van de zorg thuis door de mantelzorger(s). Dagondersteuning is voorts gericht bijhouden van vaardigheden.
op het
Groepsgrootte afhankelijk van complexiteit.
Opleidingseisen personeel: De werkzaamheden ondersteuning worden uitgevoerd door of onder supervisie van een HBO medewerker orthopedagogiek of vergelijkbaar. Een personeelslid dat de werkzaamheden ondersteuning uitvoert beschikt minimaal over de volgende basisopleiding of een aantoonbaar gelijkwaardig ervaringsniveau, te weten: MBO diploma niveau bijvoorbeeld SPW 4, SMD of SPV of vergelijkbaar met kennis van GGZ, PDD-NOS en/of ADHD. Daarnaast beschikt het uitvoerende personeelslid over de basiscompetenties genoemd in paragraaf 4.3.7.1 Tarief maatwerkvoorziening De vergoeding voor deze maatwerkvoorziening is vastgesteld op: Licht: groep groter dan 6 € 42,00 per dagdeel. Midden: groep tussen 5 en 6 € 50,00 per dagdeel. Zwaar: groep kleiner dan 5 € 63,00 per dagdeel. 4.2.5 Beschrijving perceel 6 Maatwerkvoorziening: Kortdurende Verblijfsondersteuning (KVO) Algemeen Het Kortdurend Verblijf is bedoeld voor de ondersteuning van mantelzorgers van kinderen en jongeren die permanent toezicht behoeven omdat ze een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, 34
of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap hebben met verschillende beperkingen en verschillende behoeften aan zorg. Grondslag Om in aanmerking te komen voor de kortdurende verblijfsondersteuning moet worden voldaan aan alle hieronder genoemde voorwaarden: 1. zijn ernstig gehandicapte kinderen (VG, LG) en jongeren die gebruik maken van een intensief pakket aan zorg; 2. dat de inwoner gezien de ondersteuningsbehoefte is aangewezen op ondersteuning gepaard gaand met permanent toezicht; 3. dat de inwoner hierop gedurende maximaal drie etmalen is aangewezen; 4. en dat verlichting van de persoon die gebruikelijke hulp of mantelzorg aan de inwoner levert, noodzakelijk is. Permanent toezicht De afwegingen bij het bepalen of een kind/jongere is aangewezen op ondersteuning die noodzakelijkerwijs gepaard gaat met het leefklimaat permanent toezicht zijn als volgt: op regelmatige en onregelmatige momenten, zodat de ondersteuningsverlening goed kan inspelen op de (frequent voorkomende) al dan niet geëxpliciteerde ondersteuningsvraag; die geboden wordt op basis van actieve observatie, die als doel heeft dreigende ontsporing in het gedrag of de gezondheidssituatie vroegtijdig te signaleren, waardoor tijdig ingegrepen kan worden en escalatie van onveilige of gevaarlijke (levens)bedreigende gezondheids- en of gedragssituaties voor de inwoner kunnen worden voorkomen. Omvang De omvang van de kortdurende verblijfsondersteuning wordt vastgesteld in klassen en uitgedrukt in etmalen5. De klassen zijn als volgt bepaald: Klasse 1: één etmaal per week; Klasse 2: twee etmalen per week; Klasse 3: drie etmalen per week. De gemeente bepaalt het (gemiddelde) aantal etmalen voor de kortdurende verblijfsondersteuning aan de hand van het aantal etmalen dat de mantelzorger moet worden ontlast. Het aantal dagen dat de zorgaanbieder registreert dient gelijk te zijn aan het aantal nachten dat de inwoner in de instelling verblijft.
5
Een etmaal is 24 uur.
35
Perceel 6
Kortdurende Verblijfsondersteuning
Kortdurende Verblijfsondersteuning (KVO) Doelgroep: SOM, VG, LG Ondersteuningsactiviteit/inhoud
Doel
6.1. Kortdurende verblijfsondersteuning (permanent toezicht nodig)
6.4 Deelname aan dagelijkse (welzijns) activiteiten.
Bij Kortdurende Verblijfsondersteuning gaat het om logeren in een instelling gedurende maximaal drie etmalen per week, als de ondersteuning voor de inwoner noodzakelijkerwijs gepaard gaat met het leefklimaat permanent toezicht. Het zwaartepunt van de ondersteuning ligt vooral op logeren met als doel het overnemen van het permanente toezicht op de inwoner ter ontlasting van de gebruikelijke verzorgende of mantelzorger.
6.5 Ondersteuning en stimulering van het leggen van contact in de (persoonsgebonden) sociale omgeving.
De verblijfsondersteuning geldt als aanvulling op het wonen in de thuissituatie. Groepsgrootte afhankelijk van complexiteit.
6.6 Ondersteuning bij het oefenen met vaardigheden of handelingen.
De verblijfscomponent is een component voor de dagelijkse welzijnsactiviteiten, dagondersteuning (DOLG/VG), ondersteuning persoonlijke verzorging en hotelmatige kosten.
6.2 Ondersteuning bij ADL 6.3 Dagondersteuning in groepsverband en ondersteuning bij sociale activiteiten.
Opleidingseisen personeel: De werkzaamheden ondersteuning worden uitgevoerd door of onder supervisie van een HBO medewerker orthopedagogiek of vergelijkbaar. Een personeelslid dat de werkzaamheden ondersteuning uitvoert beschikt minimaal over de volgende basisopleiding of een aantoonbaar gelijkwaardig ervaringsniveau, te weten: MBO diploma op uitstroomniveau 4, bijvoorbeeld SMD, SPV SPW of vergelijkbaar en heeft aantoonbaar HBO werk- en denkniveau. Daarnaast beschikt het uitvoerende personeelslid over de basiscompetenties genoemd in paragraaf 4.3.7.1 Tarief maatwerkvoorziening De vergoeding voor deze maatwerkvoorziening is vastgesteld op € 150,00 per etmaal.
36
4.2.6 Beschrijving perceel 7 Maatwerkvoorziening Ondersteuning bij Persoonlijke Verzorging Algemeen De functie Ondersteuning bij Persoonlijke verzorging is gericht op activiteiten op het gebied van de dagelijkse levensverrichtingen in de vorm van persoonlijke zorg. Daarbij kan het gaan om het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten, het stimuleren om de activiteiten zelf te doen of het aanleren van de activiteiten. Ondersteuning bij Persoonlijke verzorging kan onderdeel uitmaken van de aanspraak op de maatwerkvoorziening thuisondersteuning. De hulp is dan niet noodzakelijk aanwezig tijdens het uitvoeren van de ondersteuning bij de persoonlijke ondersteuning. Grondslag Een SOM of PG stoornis, een verstandelijke (VG), lichamelijke (LG) of zintuiglijke handicap (ZG) of een psychiatrische stoornis (PSY), resulterend in een tekort aan zelfredzaamheid bij persoonlijke zorg (noodzaak dat een hulpverlener de ADL-activiteiten geheel of gedeeltelijk overneemt).
Ondersteuning bij Persoonlijke verzorging(PO) Doelgroep: SOM, PG, PSY, VG, LG, ZG Ondersteuningsactiviteit/inhoud
Doel
7.1 - Hulp bij persoonlijke verzorging/ADL-taken, namelijk zich wassen, zich aankleden, beweging en houding (waaronder in/uit bed gaan), eten en drinken, toiletgang, eventueel ook controle van lichaamsfuncties;
Het verzorgingondersteuningsprogramma draagt bij aan het verlichten van de zorg thuis door de mantelzorger(s).
Opleidingseisen personeel: Een personeelslid die de werkzaamheden ondersteuning uitvoert beschikt minimaal over de volgende basisopleiding of een aantoonbaar gelijkwaardig ervaringsniveau, te weten: Verzorgende IG niveau 3. En daarnaast beschikt het personeelslid over de basiscompetenties genoemd in paragraaf 4.3.7.1 Tarief maatwerkvoorziening De vergoeding voor deze maatwerkvoorziening is vastgesteld op € 39,00 per uur.
37
4.3
Eisen aan de Maatwerkvoorziening
4.3.1 Kwaliteitseisen 1. De gemeente gaat er vanuit dat de inschrijver op een professionele wijze maatwerkvoorzieningen aanbiedt volgens de relevante eisen en wetgeving en algemene normen die gelden in de markt. Van inschrijver en haar medewerkers, zowel beroeps alsook vrijwilligers, wordt een professionele werkhouding en service verwacht die aansluit bij de doelgroep. Salariëring van haar medewerkers is conform de gemaakte afspraken binnen de voor de branche geldende CAO bepalingen. Deze eis geldt zowel voor de medewerkers in vaste dienst als voor ingehuurd personeel (zoals ZZP'ers). De maatwerkvoorziening moet in ieder geval: a) veilig, doeltreffend, doelmatig en inwonergericht zijn; b) afgestemd zijn op de reële behoefte van de inwoner en op andere vormen van hulp die de inwoner ontvangt; c) worden verstrekt in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard; d) worden verstrekt met respect voor en inachtneming van de rechten van de inwoner. Basis van de ondersteuning is in de meeste gevallen het gezinsplan (één kind, één gezin, één plan, één aanspreekpunt). Dit plan is met de aanvrager opgesteld en beschrijft onder meer de te leveren ondersteuning. Veranderingen in omstandigheden worden in dit kader gemeld en besproken. 2. Aanbieders dienen aan de kwaliteitseisen te voldoen; In de Jeugdwet zijn acht uniforme kwaliteitseisen opgenomen. Deze eisen gelden voor alle vormen van jeugdhulp: (jeugdhulp)aanbieders én het AMHK. Het zijn de volgende: - Norm van “verantwoorde hulp”; - Gebruik van een ondersteuningsplan of plan van aanpak als onderdeel van verantwoorde hulp; - Systematische kwaliteitsbewaking door de jeugdhulpaanbieder; - Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens voor alle beroepskrachten en vrijwilligers. Voorwaarden voor deze VOG is dat deze niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop de beroepskracht of vrijwilliger voor inschrijver is gaan werken - Verklaring Omtrent het Gedrag voor rechtspersonen (VOGRP). Voorwaarden voor deze VOG is dat deze niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop de aanbieder het contract met de gemeente heeft getekend. - Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling; - Meldplicht calamiteiten en geweld; - Verplichting aan de aanbieders om de vertrouwenspersoon in de gelegenheid te stellen zijn taak uit te oefenen. 3. In de Jeugdwet zijn bepalingen opgenomen die de rechtspositie van jeugdigen en ouders regelen. De jeugdhulpaanbieders, gecertificeerde instellingen en het AMHK zijn verplicht te voldoen aan de volgende eisen: - De verplichte informatie aan jeugdigen en ouders over de te verlenen hulp; - Het toestemmingsvereiste; - Een effectieve en laagdrempelige klachtenbehandeling; - Medezeggenschap van jeugdigen en hun ouders (cliëntenraad). 38
4.3.2 Opmerken van, dan wel aandacht hebben voor veranderende omstandigheden, waaronder het AMHK Van de zorgverlener wordt verwacht dat hij/zij veranderingen in de gezondheidsituatie, de leefomstandigheden en de sociale omgeving van de inwoner opmerkt, waaronder huiselijk geweld en kindermishandeling en dit bespreekt met de direct leidinggevende, maar ook de noodzaak van meer- dan wel minder uren. Daarbij is er ook oog voor o.a. de veranderingen in de huiselijke situatie (vereenzaming, vervuiling, maatschappelijk isolement). Van de inschrijver (leidinggevende) wordt verwacht dat hij/zij deze opmerkingen per mail doorgeeft aan de betreffende gezinswerker, Meitinker of de toezichthoudende ambtenaar van de gemeente. De opmerkingen worden geregistreerd in het individuele, centraal dossier en is agendapunt bij het periodieke overleg. Daarnaast wijzen wij u op het Advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling (AMHK) en de daarmee samenhangende vereisten: 1. De zorgaanbieder stelt voor zijn medewerkers een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan en die er redelijkerwijs aan bijdraagt dat zo snel en adequaat mogelijk hulp kan worden geboden. 2. Onder huiselijk geweld wordt verstaan: huiselijk geweld als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning. 3. Onder kindermishandeling wordt verstaan: kindermishandeling als bedoeld in artikel 1 van de Jeugdwet 4. De zorgaanbieder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld uit welke elementen een meldcode in ieder geval bestaat. 4.3.3 Operationele uren Inschrijver dient op werkdagen, gedurende het gehele jaar, minimaal van 8.30 tot 17.00 uur telefonisch bereikbaar te zijn, en in geval van urgentie een “noodnummer” beschikbaar te hebben. De “ondersteuning” dient minimaal te worden uitgevoerd van maandag tot en met vrijdag tussen 7.30 ’s ochtends en 18.00 uur ‘s avonds. In voorkomende gevallen en /of vanuit een maatwerkvoorziening dient de ondersteuning, ongeacht de dag en het tijdstip, direct uitgevoerd te kunnen worden. In het geval van kortdurend verblijf dient de ondersteuning, dan wel het verblijf, ongeacht de dag en het tijdstip, 7 dagen per week, 24 uur per dag uitgevoerd te kunnen worden. 4.3.4 Gezinsplan en opdracht verstrekken 1 De gemeente indiceert de ondersteuning ten behoeve van het kind/ gezin. Daarbij wordt rekening gehouden met diens beperkingen, gezinssituatie en woonomgeving. In het besluit worden de toegekende ondersteuning, de “onderdelen”, de taken en de tijdsduur per “onderdeel aan het gezin kenbaar gemaakt. 2 De gemeente meldt het kind/gezin aan bij inschrijver. Daarbij wordt inschrijver verzocht de ondersteuning te leveren in overeenstemming met de gezinsplan. Het aantal geïndiceerde tijdseenheden betreft de effectieve werktijd ‘achter de voordeur’. Tijdens deze tijd worden alle noodzakelijke/benodigde ondersteuningen uitgevoerd.
39
3 4
Als ondergrens voor het minimaal aantal in te zetten uren zal door de gemeente 0,5 uur, of te wel 30 minuten aangehouden worden. Vervolgens zal de indicatie in stappen van 15 minuten afgegeven worden. De gemeente mandateert het CJG Ondersteuningsteam om vorm en omvang van de ondersteuning vast te stellen en te verstrekken.
4.3.5 Plaatsingstermijn - De gemeente vraagt ondersteuning bij inschrijver aan. In deze opdrachtverstrekking worden de NAW gegevens/BSN nummer van de inwoner en het gezinsplan opgenomen. Inschrijver neemt uiterlijk binnen 2 werkdagen na opdrachtverstrekking het gezinsplan door met het gezin. - Inschrijver voert de ondersteuning uit zoals in het gezinsplan is aangegeven. Het eerste contact dient plaats te vinden binnen de termijn van 5 werkdagen na opdrachtverstrekking. - Indien uitvoering van de aanvraag niet mogelijk is, dient deze afwijzing door inschrijver geregistreerd te worden en dient de gemeente hiervan schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Inschrijver dient zo spoedig mogelijk aan de gemeente te melden, in ieder geval binnen 5 werkdagen. - In het geval van een crisissituatie kan een beroep gedaan worden op de inschrijver om acuut ondersteuning te verlenen. De wachttijden termijn wordt gerekend vanaf de datum dat de opdracht door gemeente is aangemeld bij de inschrijver en staat los van contactmomenten en gemaakte afspraken met de inwoner. De wachttijden termijn begint te lopen zodra de gemeente de inwoner bij inschrijver heeft aangemeld. Inschrijver levert “ondersteuning” zonder wachttijd. Indien het gezin niet binnen de voorgeschreven termijnen geholpen kan worden, wordt het gezin door de gemeente doorverwezen naar een andere inschrijver naar keuze van het gezin. Indien inschrijver geen gezin meer kan aannemen vanwege capaciteitsproblemen dient dit onmiddellijk en schriftelijk te worden gemeld bij de gemeente. 4.3.6 Gezinsplan/overeenkomst Inschrijver gaat maakt samen met het gezin een overeenkomst aan. De inhoud van deze overeenkomst is gebaseerd op het gezinsplan zoals deze staat beschreven in de gemeentelijke beschikking. Het gezinsplan overeenkomst voldoet minimaal aan de navolgende eisen: 1. de overeenkomst is ondertekend door inschrijver en de inwoner of zijn gemachtigde; 2. de looptijd van de overeenkomst is niet langer dan de termijn die is vastgelegd in de afgegeven beschikking van de gemeente; 3. de omvang van de ondersteuning is niet groter dan de in beschikking van de gemeente vastgelegde omvang; 4. in de overeenkomst staat hoe de toegekende ondersteuning wordt ingevuld; 5. in de overeenkomst is opgenomen hoe het door de gemeente bij beschikking vastgestelde ondersteuningsactiviteit wordt bereikt; 6. in de overeenkomst is, indien relevant, opgenomen binnen welke termijn het te bereiken resultaat behaald wordt; 7. in de overeenkomst is de locatie waar de inschrijver de ondersteuning uitvoert opgenomen; 40
8. binnen de ondersteuningsovereenkomst mogen niet de algemene leveringsvoorwaarden van de zorgverlener opgenomen worden, deze worden uitdrukkelijk uitgesloten. De overeenkomst tussen inschrijver en inwoner eindigt in ieder geval wanneer: 1. de raamovereenkomst tussen de gemeente en inschrijver eindigt; 2. de maatwerkvoorziening bij beschikking van de gemeente is beëindigd; 3. de inwoner overlijdt; 4. de herindicatie leidt tot een wijziging in de toegekende maatwerkvoorziening; 5. de inwoner niet meer gebruik wenst te maken van de door inschrijver geboden ondersteuning, dit is te allen tijde mogelijk. 4.3.7 Eisen personeel In de afzonderlijke percelen (zie paragraaf 4.2) staat omschreven welke basisopleiding het personeelslid moet hebben die de werkzaamheden ondersteuning uitvoert. 4.3.7.1 Basiscompetenties personeel De gemeente vindt dat alle personeelsleden, die de werkzaamheden uitvoeren in 1 of meerdere percelen zeker over de volgende basiscompetenties moeten beschikking: 1. heeft kennis van de doelgroep aan wie ondersteuning wordt geboden; 2. heeft kennis en/of ervaring over hoe om te gaan met specifieke doelgroepen, zoals bijvoorbeeld: kinderen/jongeren met een lichamelijke beperking, verstandelijke beperking, psychische (sociale) problematiek, allochtone inwoners; 3. kan bijzonderheden en veranderingen signaleren in de ondersteuningssituatie en hierop anticiperen; 4. heeft een inlevingsvermogen en hulpvaardige instelling; 5. heeft respect voor iemands geloofsovertuiging en/of leefwijze; 6. gaat discreet met vertrouwelijke informatie om; 7. beschikt over goede sociale en communicatieve vaardigheden: men praat niet over het kind/jongere en gezin buiten taakgerelateerd overleg, tutoyeert niet ongevraagd; is in staat om een ondersteuningsdossier bij te houden en kan samen met het kind/jongere en gezin een ondersteuningsovereenkomst opstellen; 8. draagt verantwoordelijkheid voor een goede communicatie; 9. actieve en passieve beheersing van de Nederlandse taal in de dienstverlenende uitvoering. 4.3.7.2 Friese taal Goede communicatie is bij de uitvoering van ondersteuning zeer belangrijk. Dit betekent dat bij de uitvoering van de ondersteuning betrokken medewerkers de Friese taal tenminste passief beheersen.
4.4
Administratie en Tariefbepaling
De gemeente hanteert vaste tarieven per perceel, deze tarieven zijn vrijgesteld van BTW. Gemeente beschrijft in dit programma van eisen welke tarieven, per tijdseenheid, voor welke categorie ondersteuning verrekend mogen worden. Gemeente heeft hiervoor vaste tarieven vastgesteld. 41
4.4.1 Tarief /Indexering De gemeente hanteert voor de categorieën 1 t/m 7 en het vervoer vaste prijzen. Indexering van de prijzen zal niet plaatsvinden gedurende de jaren 2015 en 2016. Wanneer er sprake is van een verlenging van de overeenkomst, zal de indexering jaarlijks worden toegepast voor het eerst per januari 2017. De indexering is gebaseerd op het CBS-loondindexcijfer van de geldende CAO VVT van de maand oktober, voorafgaande het indexeringsjaar. 4.4.1.1 Facturering Op basis van de vier wekelijkse facturering aan de gemeenten zal inschrijver een financiële vergoeding ontvangen voor het werkelijk aantal geleverde uren ondersteuning. Na gunning zal gemeente samen met inschrijver in overleg treden over de wijze van factureren. Inschrijver dient, uiterlijk 4 weken na de voorgaande periode, de facturen in over die betreffende periode. De bijlage, gevoegd bij de factuur, dient te bestaan uit de volgende gegevens: 1. Gegevens inwoner: BSN inwoner, geboortedatum, voorletters, tussenvoegsels, achternaam, straat, huisnummer, postcode en plaats. 2. Gegevens geleverde ondersteuning: Soort product, geïndiceerde uren, ingangsdatum en einddatum (van de 4-wekelijkse periode). 3. Gegevens factuur: Geleverde zorguren, te factureren zorguren en bedrag en eventueel vervoer. Correctie op al door inschrijver gefactureerde perioden mogen maximaal over één periode terug ingediend worden. (met andere woorden, factuur over periode 3, correctie over periode 2). De ouderbijdragen worden (landelijk) door het CAK geïnd. Dit is in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) vastgelegd. Inschrijver geeft de gegevens van de inwoner door aan het CAK conform de door het CAK aangegeven CAK-interfacestandaard, gelijktijdig met het moment waarop de facturen bij de gemeente worden ingediend 4.4.1.2 Administratie/Controle De gemeente vraagt aan de zorgaanbieders met een jaaromzet van meer dan € 100.000, bij de gemeente Heerenveen voor onderhavige opdracht voor 1 september van het jaar (voor het eerst in 2016) volgend op het boekjaar een accountantsverklaring aan te leveren waarin het onderstaande is opgenomen: Oordeel over de juistheid en tijdigheid van de gefactureerde regels (conform de vastgestelde indicatie). Oordeel of de gefactureerde uren één op één aansluiten op de uren zoals die aangeleverd zijn bij het CAK. Financieel jaarverslag. Mocht het oordeel van de accountantsverklaring een onvoldoende resultaat opleveren dan is de gemeente gerechtigd om aanvullende controles uit te voeren. De kosten voor deze aanvullende controles zijn voor rekening van de Inschrijver. 4.4.1.3 Audits Jaarlijks kan bij de Inschrijver een contractaudit worden uitgevoerd. Deze audit wordt uitgevoerd door een onafhankelijke organisatie, in opdracht van de gemeente. Doelstelling 42
van de audits is het monitoren of u als Inschrijver voldoet aan de eisen, zoals deze in het contract/offerteaanvraag staan vermeld. Inschrijver werkt hieraan kosteloos mee. 4.4.2 Afwezigheiddagen Inschrijver mag maximaal 4 weken per jaar declareren, zonder dat er ondersteuning is geboden, indien de inwoner aaneengesloten maximaal 4 weken per jaar afwezig is geweest en geen gebruik heeft gemaakt van de maatwerkvoorziening. In overleg en na goedkeuring van de gemeente heeft inschrijver de mogelijkheid van een eenmalige schriftelijke verlenging van vier weken. Deze verlenging geldt bijvoorbeeld niet in het geval van een ziekenhuisopname, dan wordt de declaratie direct beëindigd. 4.4.2.1 Veranderende situatie In het geval dat de situatie bij een gezin verandert, dient de gemeente (in de persoon van de gezinswerker van het CJG Ondersteuningsteam) hierover direct geïnformeerd te worden. Het gaat dan ieder geval om de volgende wijzigingen: de ondersteuning bij het kind/jongere en het gezin wordt gestart; de ondersteuning meer dan 4 weken is opgeschort; de ondersteuning bij het kind/jongere en het gezin is beëindigd.
4.5
Overdracht en Managementinformatie
Inschrijver dient te beschikken over een gedegen bedrijfsadministratie die tijdige levering van gegevens aan de gemeente binnen de door de gemeente gestelde termijnen, zoals genoemd in deze paragraaf 4.5 mogelijk maakt. 4.5.1 Gegevensbescherming en –overdracht Inschrijver en medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van de overeenkomst nemen de bepalingen van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) in acht. Alle gegevens en informatie die in het kader van de uitvoering van de overeenkomst worden verkregen en verzameld, worden voor geen ander doel aangewend dan waarvoor zij worden verzameld. De genoemde gegevens worden niet aan derden - anders dan de gemeente -ter beschikking gesteld. 4.5.2 Overleg tussen inschrijver en gemeente Gedurende de uitvoering van de overeenkomst zal regelmatig overleg zijn over de uitvoering van- en de eisen gesteld aan de geleverde maatwerkvoorziening. Gedurende de contractperiode zal zo vaak (ter beoordeling van de gemeente of inschrijver) als nodig is, overleg plaats vinden tussen vertegenwoordiger(s) van de inschrijver en de gemeente, doch minimaal eens per kwartaal. In dit overleg komen o.a. aan de volgende punten aan de orde: 1. wachttijden; 2. plaatsingsoverzicht; 3. afwezigheidoverzicht; 4. wanneer en waarom ondersteuning is geweigerd of stopgezet; 5. klachtenoverzicht (indien van toepassing) en de behandeling van deze klachten; 6. genomen maatregelen ter oplossing van de klachten; 7. eventueel geconstateerde onvolkomenheden. De frequentie van het overleg zal in het begin van de contractperiode naar verwachting 43
hoger liggen, en later afnemen. Van deze overleggen zal een verslag met een actielijst door de gemeente gemaakt worden, deze wordt vastgelegd in het afsprakenregister.(systeem nog niet bekend). Voor overleg op uitvoerend niveau wijst inschrijver één vaste contactpersoon aan met één vaste vervanger. 4.5.3 Management informatie De inschrijver dient de gemeente kosteloos te voorzien, per periode van driemaal vier weken, van de volgende managementinformatie: 1. De in de voorafgaande periode totaal aantal geleverde maatwerkvoorzieningen per tijdscategorie, per product; 2. De in de voorafgaande periode totaal gedeclareerde kosten per maatwerkvoorziening. 3. Het totaal aantal kinderen/jongere per maatwerkvoorziening; 4. De gemiddelde doorlooptijd van aanvraag bij de inschrijver tot levering bij de inwoner, per categorie; 5. De behaalde servicenorm: aantal overschrijdingen van de doorlooptijden telefonisch contact (binnen twee dagen) en levering (binnen vijf dagen); 6. Het aantal ontvangen en afgehandelde klachten inclusief de wijze waarop klachten zijn afgehandeld; 7. Overzicht wachttijden, per kind/jongere, per maatwerkvoorziening; 8. Overzicht afwezigheid van het kind/jongere; 9. Overzicht weigering en stopzetting van de ondersteuning; 10. Plaatsingsoverzicht; 11. Overzicht van verlening directe ondersteuning wanneer er sprake is van een spoedeisend karakter; 12. Overzicht calamiteiten; 13. Geleverde vervoer per kind/jongere. Wanneer de gemeente naast bovengenoemde gegevens van de dienstverlening (incidenteel) nog andere relevante gegevens wenst te ontvangen, dan wordt deze informatie kosteloos door inschrijver beschikbaar gesteld. 4.5.4 Klanttevredenheidsonderzoek De gemeente voert jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek uit onder het gezin die gebruik maken van een maatwerkvoorziening. Inschrijver dient hiervoor die informatie te verstrekken die van belang is voor het uitvoeren van dit onderzoek en zal hieraan kosteloos zijn medewerking verlenen.
4.6
Klachten en boetebeding
4.6.1 Kwaliteitsbeleving/Klachtenregistratie en –afhandeling Een goede afhandeling van klachten is belangrijk. Direct en snel reageren staan daarbij bovenaan. Het eerste aanspreekpunt voor klachten zal dan ook de inschrijver zijn. Inschrijver heeft een goed werkend klachten registratiesysteem, dat bij de offerte dient te worden gevoegd. Data uit deze (klachten) procedure zullen een belangrijke graadmeter vormen voor de kwaliteitsbeoordeling. Klachten dienen binnen vijf werkdagen schriftelijk, in begrijpelijk Nederlands te worden afgehandeld. Voor telefonische klachten geldt dit vanaf de meldingsdatum van de klacht. 44
Voor schriftelijk binnengekomen klachten geldt dit vanaf de ontvangstdatum van de klacht. De gemeente ontvangt binnen dezelfde termijnen als de klager een kopie van de afhandelingbrief. Van iedere klacht dient in ieder geval het volgende te worden geregistreerd: naam en adres van de klager; de datum van indiening; de datum van afdoeningdatum van de klacht; de aard van de ingediende klacht; op welke wijze en met welk resultaat de ingediende klacht is afgehandeld; 4.6.2 Sancties bij niet naleven afspraken De gemeente gaat uit van een goede en constructieve samenwerking. Mocht inschrijver echter zijn verplichtingen niet goed nakomen of in gebreke blijven bij het invullen van de gemaakte afspraken, dan wil de gemeente een instrument hebben om inschrijver te overtuigen van de noodzaak tot het nakomen van deze afspraken. Voor de invulling hiervan willen wij u verwijzen naar de overeenkomst (met name artikel 9) en de van toepassing zijnde inkoopvoorwaarden.
4.7
Overig
4.7.1 Risico Inventarisatie en –Evaluatie In paragraaf 3.4 is als geschiktheidseis gesteld dat de gemeente verwacht van inschrijver dat deze de risico’s voor gezondheid en welzijn in kaart heeft gebracht. In deze paragraaf volgt hierop een nadere toelichting. Gezondheid, veiligheid en kwaliteit, dat wil de gemeente haar inwoners bieden die gebruik maken van de maatwerkvoorziening. Dit geldt ook voor de medewerkers die voor inschrijver werkzaam zijn. Inschrijver zorgt dan ook voor goede en veilige arbeidsomstandigheden voor zijn medewerkers. De gemeente verwacht van inschrijver dat deze de risico’s voor gezondheid en welzijn in kaart heeft gebracht. Dit gebeurt aan de hand van een Risico- inventarisatie en evaluatie (RI&E). Hierin staan oa. de risico's, van zaken zoals: het werken met gereedschappen, omgang met dieren, gevaar voor brand en ongevallen etc., beschreven. Daarnaast vermeldt inschrijver wanneer hij welke maatregelen gaat nemen en wat deze maatregelen opleveren, indien huidige omstandigheden risico’s met zich meebrengen. Inschrijver zorgt er voor dat de RI&E bekend is bij de medewerkers en dat deze hier naar handelen. De inschrijver legt de risico-inventarisaties schriftelijk vast en evalueert deze jaarlijks. In deze evaluatie vermeldt inschrijver in ieder geval voorgevallen ongevallen en de maatregelen die inschrijver naar aanleiding hiervan heeft genomen. 4.7.2 Overname Personeel Inschrijver is bereid, conform de wettelijke verplichting op basis van de Wmo, overleg te voeren over mogelijke overname van personeel met de oude – niet gegunde – aanbieders.
45
4.7.3 Innovatie Het nemen van eigen verantwoordelijkheid van de inwoner, voor zowel zijn eigen situatie als die van zijn leef- en sociale omgeving vindt de gemeente belangrijk. Wij streven naar een lokale samenleving waarin ieder vanuit zijn kracht en mogelijkheden meedoet en waarin inwoners verantwoordelijkheid nemen. Voor zichzelf maar ook voor elkaar. Inwoners die er écht niet in slagen op eigen kracht deel te nemen aan de maatschappij kunnen op ondersteuning via een maatwerkvoorziening rekenen. De gemeente wil de eigen kracht en zelfstandigheid van deze inwoners ontwikkelen en vraagt van inschrijver – vanaf ingangsdatum overeenkomst - dat deze meedenkt aan het ontwikkelen van innovatieve ideeën en/of producten om dit te bevorderen.
4.8
Social Return
De gemeente heeft een verantwoordelijkheid waar het gaat om het bieden van voldoende kansen op duurzame deelname aan de arbeidsmarkt aan inwoners. De gemeente ziet arbeidsmogelijkheden voor hun inwoners in de ondersteuningmarkt. Het is mogelijk om inwoners in het kader van scholing en re-integratie op één of andere wijze te betrekken bij de individuele of collectieve voorzieningen. Van de gemeente wordt gevraagd om medewerking te verlenen aan de inwoners en activiteiten op te zetten gericht op duurzame deelname aan de arbeidsmarkt in het bijzonder de ondersteuningmarkt. Bij Social Return gaat het erom dat een investering die de gemeente doet naast het inkopen van een maatwerkvoorziening, dit ook een concrete sociale winst (return) oplevert. De betekent concreet het realiseren van reguliere banen, leerwerkplekken,(werk)stages en leer/werkbanen bij een inschrijver ten behoeve specifieke doelgroepen. U moet hierbij dan denken aan mensen met een uitkering op grond van de: WW (Werkloosheidwet); WWB (Wet werk en bijstand); Participatiewet (vanaf 1 januari 2015); WIA (Wet werken en inkomen naar arbeidsvermogen); Wajong (Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten); SW-werknemers (werknemers van een Sociale Werkvoorziening); NUG (Niet-uitkeringsgerechtigden met een verdienende partner). De gemeente streeft naar een invulling van 5% van de opdrachtwaarde van aanbieders aan Social Return. De vorm en invulling wordt in overleg met de klantmanager Social Return van de gemeente vastgesteld. Na gunning van de opdracht zal deze contact opnemen met inschrijver om hier nadere afspraken over te maken.
46
5. CHECKLIST Hieronder vindt u, bij wijze van checklist, een overzicht van hetgeen u dient bij te voegen bij uw inschrijving. Als Bijlage 1 dient u bij te voegen: De bijgevoegde eigen verklaring, volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend. Zie bijlage 1 Uniforme Eigen verklaring. NB. Voor rechtsgeldigheid van ondertekening: zie bepalingen van paragraaf 3.1. Als Bijlage 2 dient u bij te voegen: Het volledig in gevulde en rechtsgeldig ondertekende Ondertekeningsblad. Zie paragraaf 2.6. Als Bijlage 3 dient u bij te voegen: Een uitreksel beroepsregister of handelsregister (kamer van koophandel) Uit dit uittreksel dient ook de tekenbevoegdheid van de ondertekenaar van alle bij inschrijving genoemde documenten te herleiden te zijn, hetgeen betekent dat diens naam vermeld wordt in het uittreksel als zijnde beslissingsbevoegd! Zie paragraaf 3.1 en 3.2 en paragraaf 3.5. Als Bijlage 4 dient u bij te voegen: Kopie van de verzekeringspolis, zie paragraaf 3.3. Als u hierover nog niet beschikt, bereidheidsverklaring bij hoofdstuk 7 van de Eigen Verklaring, zie paragraaf 3.3 Als Bijlage 5 dient u bij te voegen: Bewijs van keurmerk / certificaat, zie paragraaf 3.4 Indien u dit bewijs niet bijvoegt gaan wij ervan uit dat u hier op dit moment nog niet over beschikt. Als Bijlage 6 dient u bij te voegen: De bijgevoegde Instemmingsverklaring, volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend. Zie bijlage 4 Instemmingsverklaring. Als bijlage 7 dient u eventueel bij te voegen: Alleen wanneer u zich op welke wijze dan ook beroept op uw holding: een ingevulde en rechtsgeldig ondertekende Holdingverklaring, met uittreksel handelsregister van die holding, waaruit rechtsgeldigheid ondertekenaar van de holdingverklaring blijkt. Zie paragraaf 2.5. Als bijlage 8 dient u eventueel bij te voegen: Wanneer u werkt met onderaannemers: een ingevulde en rechtsgeldig ondertekende Middelenverklaring. NB. Bij inschakeling van meerdere onderaannemers dient de middelenverklaring voor elke onderaannemer ingevuld te worden! Zie paragraaf 2.5. Pas later te overleggen documenten (op verzoek, binnen 7 werkdagen, paragraaf 3.2): - Bewijsmiddelen uitsluitingsgronden : - Gedragsverklaring Aanbesteden en Verklaring belastingdienst. NB. Het tijdig aanvragen, verkrijgen en op verzoek aan de gemeente overleggen van deze bewijsdocumenten is voor uw eigen risico en verantwoordelijkheid!
47