Offerteaanvraag - gemeente Eindhoven
Offerteaanvraag Meervoudig Onderhandse aanbesteding Jeugdzorg Verblijf en Verblijf Jeugd AWBZ en ZVW 2015
Ten behoeve van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, GeldropMierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre
1
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Algemeen Inleiding Aanbestedende dienst Aanleiding voor deze aanbesteding Raamovereenkomsten en uittreding
3 3 3 3 6
2 2.1 2.2
Beschrijving zorgproducten Inhoud van de opdracht Beschrijving producten
10 10 12
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Programma van Eisen Algemeen Algemene uitvoeringseisen Duurzaamheid Social Return
20 20 20 23 25
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11
Aanbestedingsprocedure Algemeen Planning Indienen offerte – sluitingsdatum Instemming met voorwaarden Bijlagen Opening offertes Selectie en gunning Gunningsbeslissing en bezwaartermijn Totstandkoming Raamovereenkomst Klachtenregeling Overige voorwaarden
27 27 27 29 30 30 31 31 32 33 33 35
5 5.1 5.2 5.3
Uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen Algemeen Uitsluitingsgronden Geschiktheidseisen
37 37 37 38
6 6.1 6.2 6.3
Innovatie, prestatie- en risicomanagement Innovatiemanagement Prestatiemanagement Risicomanagement
40 40 40 41
7
Overzicht bijlagen
42
Pagina 2 van 42
1
Algemeen
1.1
Inleiding
In het jeugdwet vastgesteld in 2014 is een ingrijpende wijziging van het jeugdstelsel afgesproken. Het kabinet brengt uiterlijk in 2016 alle vormen van jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van gemeenten. Zo kunnen gemeenten sturen op lokaal samenhangende zorg voor gezinnen en jeugdigen. Conform de Bestuurlijke afspraken 2011– 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de huidige provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg waaronder tweedelijns specialistische zorg.
1.2
Aanbestedende dienst
De gemeenten in de regio Zuidoost-Brabant, te weten de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre (hierna de Gemeenten) hebben besloten om de aanbesteding, contractering en het contractmanagement van de tweedelijns specialistische zorg gezamenlijk te organiseren. De Gemeenten hebben verder besloten dat de aanbesteding, contractering en het contractmanagement van deze dienstverlening, door de gemeente Eindhoven (hierna de Gemeente) uitgevoerd zal worden
1.3
Aanleiding voor deze aanbesteding
De zorg voor jeugd is in toenemende mate onderwerp van maatschappelijke discussie. De evaluatie van de Wet op de Jeugdzorg en de analyse van de parlementaire werkgroep ‘Toekomstverkenning Jeugdzorg’ brachten de belangrijkste tekortkomingen van het huidige stelsel in beeld. De conclusie luidde: het jeugdzorgstelsel leidt tot te
Pagina 3 van 42
snelle toeleiding naar gespecialiseerde (en dus dure) zorg in plaats van versterking van de eigen kracht van gezinnen en normalisatie van veelvoorkomende problematiek. Daardoor krijgen jeugdigen en gezinnen niet tijdig de juiste hulp, stijgen de kosten voor het jeugdzorgstelsel aanhoudend en wordt de zorg voor de jeugd onbetaalbaar als er geen structurele wijzigingen worden doorgevoerd. Het jeugdstelsel wordt dan ook ingrijpend veranderd. De regering heeft een wet gemaakt dat voorziet in een decentralisatie waarbij gemeenten per 1 januari 2015 bestuurlijk en financieel verantwoordelijk worden voor alle ondersteuning, hulp en zorg voor jeugd en ouders (inclusief de gespecialiseerde jeugdzorg). Door deze decentralisatie verwacht de regering dat gemeenten beter in staat zijn om integraal beleid te ontwikkelen en maatwerk te bieden, afgestemd op de lokale situatie. Ook kan meer worden uitgegaan van de mogelijkheden en de behoeften van de individuele jeugdigen en hun ouders. De hoofddoelen van de stelselwijziging zijn dan ook eerdere ondersteuning, zorg op maat, stimuleren van eigen kracht en betere samenwerking rond jeugdigen en gezinnen. Dit alles is vastgelegd in de nieuwe Jeugdwet. Waarom regionale samenwerking? De nieuwe taken die vanaf 2015 op ons afkomen plaatsen gemeenten in het hart van het jeugdbeleid en brengen daardoor tegelijkertijd een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Het gaat hierbij niet alleen om het verleggen van de bestuurlijke verantwoordelijkheid, maar vooral ook om de opbouw van een nieuw inhoudelijk fundament voor de hulp en ondersteuning aan jeugd binnen hun sociale context. Daarbij staan we voor de niet geringe opgave om de preventieve kant zó te organiseren dat de vraag naar (dure) specialistische zorg afneemt. Sinds lange tijd werken de 21 gemeenten in ZuidoostBrabant samen op het gebied van jeugdbeleid. Zeker voor de meer specialistische taken is het efficiënter en logisch dat gemeenten op regionaal niveau expertise bundelen en inkoopkracht versterken. Veel partners waarmee gemeenten (moeten gaan) samenwerken, opereren reeds op regionale schaal. Ook zullen gemeenten zich Pagina 4 van 42
moeten verhouden tot andere samenwerkingsverbanden op het terrein van de andere decentralisaties of passend onderwijs. Rekening houdend met de lokale verschillen, zijn de wethouders jeugd(zorg) van de 21 gemeenten van mening dat samenwerken bij het voorbereiden op het transformeren van de jeugdzorg, meerwaarde biedt. Om de samenwerking in dit kader verder vorm te geven is een regionaal strategische agenda opgesteld. Deze verschaft inzicht in welke elementen van de zorg voor jeugd een lokale verantwoordelijkheid worden en welke elementen in gezamenlijkheid ontwikkeld zullen worden. Uitgangspunten Sinds eind 2010 trekken de 21 gemeenten, naast de lokale ontwikkelingen van de transitie jeugd, gezamenlijk op. In 2011 zijn gezamenlijk inhoudelijke uitgangspunten gedefinieerd. In 2012 is ter inspiratie een functioneel model ontworpen op basis waarvan de afzonderlijke gemeenten/ subregio’s hun beleid verder vormgeven: 1. Ouders zijn en blijven primair verantwoordelijk voor het opgroeien en de opvoeding van hun kinderen. Dit vraagt een constante inspanning van ouders. 2. De samenleving heeft een inspanningsverplichting om ouders aan te spreken op hun verantwoordelijkheden en helpt daarbij. 3. De leefomgeving van de jeugdige (wijk, school, vrije tijd) is het fundament bij het opgroeien en de ontwikkeling van jeugdigen. 4. De nadruk ligt op normaliseren en niet op problematiseren. 5. Opvoeden is normatief, bij risico’s wordt ingegrepen. 6. Hulp die geboden wordt is gericht op herstel van het normale leven van jeugdige en gezin. 7. Ondersteuning moet gericht zijn op het versterken van de eigen kracht en die van de omgeving
(familie, wijk, school). Pagina 5 van 42
8. Hulp wordt ingeroepen in de natuurlijke leefomgeving, de jeugdige wordt niet doorverwezen. 9. Eén jeugdige, één gezin, één plan, één coördinator. De genoemde uitgangspunten en het functioneel model zijn gebaseerd op het WrapAround Care model voor jeugdigen en gezinnen met meervoudige problematiek. Dit model staat voor een werkwijze waarbij een ‘generalist’, op basis van het gezinsplan, praktische vraaggerichte ondersteuning biedt in het gezin. De generalist activeert de eigen kracht en het sociale netwerk van het huishouden en organiseert andere noodzakelijke ondersteuning rondom het gezin.
1.4
Raamovereenkomsten en uittreding
Doel van deze aanbesteding is om te komen tot raamovereenkomsten met meerdere aanbieders voor de levering van Jeugdzorg Verblijf (provincie) en Verblijf Jeugd AWBZ en ZVW (incluis LVG 4,5). “Jeugdzorg plus” valt buiten deze opdracht. De raamovereenkomsten worden aangegaan voor één jaar met als ingangsdatum1 januari 2015 en eindigend op 31 december 2015. Opdrachtgever kan eenzijdig besluiten een of meerdere raamovereenkomsten te verlengen met twee maal één jaar. Van het besluit om al of niet te verlengen, wordt uiterlijk 1 juli 2015 schriftelijk mededeling gedaan aan de opdrachtnemers. 1.4.1
Uittreding
Aanbieders waarmee een overeenkomst is afgesloten en die willen stoppen met de dienstverlening melden dit bij de Gemeente. In dat geval zal de overeenkomst stopgezet worden na een opzegtermijn van drie maanden. Deze aanbieders verzorgen zelf de warme overdracht van hun cliënten naar een andere gecontracteerde aanbieder en hun contactpersoon bij de gemeente hierover te informeren. Indien geen andere gecontracteerde aanbieder voor
Pagina 6 van 42
handen is, zal aanbieder cliënt blijven voorzien van zorg totdat een alternatief is gevonden. 1.4.2
Productindeling
De te leveren zorgcategorieën zijn onderverdeeld in een aantal producten. Aanbieders kunnen in het inschrijfformulier aangeven welke producten zij aanbieden (onder de in het inschrijfformulier aangegeven maximumprijs). Hierbij dienen zij de producten zoals genoemd in de productenlijst op te geven (zie bijlage 3b). De maximumprijs wordt aan u in augustus bekendgemaakt. Publicatie daarvan vindt plaats via TenderNed. Begin augustus zal dan ook het definitieve inschrijfformulier bekend worden gemaakt. 1.4.3
Bevoorschotting
Momenteel wordt onderzocht hoe en in welke vorm voorfinanciering er uit zal gaan zien. Dit zal begin augustus bekend gemaakt worden. 1.4.4
Overgangsrecht
De Gemeenten streven er naar om de vraag naar specialistische zorg terug te dringen, door eerdere ondersteuning, zorg op maat, stimuleren van eigen kracht en betere samenwerking rond jeugdigen en gezinnen. Aan opdrachtnemers wordt geen omzet- of afnamegarantie gegeven met uitzondering van wat hierover in het Regionaal Transitie Arrangement beschreven is:
Pagina 7 van 42
De ‘bestaande’ zorgvormen omvatten alle huidige) onder de Jeugdwet vallende zorgvormen. Voor deze zorgvormen geldt borging van het overgangsrecht in 2015 voor ‘zittende’ cliënten. Het betreft de cliënten die op 31 december 2014 feitelijk gebruik maken van een jeugdzorgtraject, bij dezelfde aanbieder als waar zij op deze datum zorg krijgen. Zorgaanbieders krijgen een volume garantie voor deze cliënten, gedurende de looptijd van de bestaande indicatie. en gedurende de looptijd van het overgangsrecht. Mocht de cliënt die onder deze regeling valt eerder uit zorg gaan dan vervalt de volumegarantie. Dit komt erop neer dat gemeenten voor het jaar 2015 op basis van het overgangsrecht gehouden zijn begeleiding bij bestaande indicaties te continueren. Voor de Jeugdwet is hierbij in het overgangsrecht vastgelegd dat hulpvragers recht hebben op continuering bij dezelfde aanbieder. Dit komt neer op het volgende; -
In principe lopen bestaande indicaties door in 2015.
-
Een uitzondering hierop vormt beschermd wonen, deze indicaties lopen tot maximaal 5 jaar door.
-
Op het moment dat een indicatie afloopt gedurende 2015 zal, waar nodig of gewenst, een gesprek gevoerd worden vanuit de generalistenteams.
-
Wanneer een generalist in een huishouden komt met een lopende indicatie, neemt deze de ruimte om opnieuw, integraal naar het huishouden te kijken. En daar kan uit voortkomen dat een nieuw aanbod gedaan wordt richting het huishouden; de betreffende personen mogen zelf aangeven of ze willen afzien van de bestaande indicatie.
De toegang voor “nieuwe” cliënten en alle cliënten vanaf 2016 is beschreven in hoofdstuk 2.
1.4.5
Onderaannemerschap
Het is u toegestaan om voor de uitvoering van het contract derden in te schakelen. Opdrachtgever stelt daaraan de voorwaarde dat bij de inschakeling van onderaannemers de aanbevelingen uit het rapport Pagina 8 van 42
van de Inspectie Jeugdzorg2 in acht worden genomen. Het eindoordeel uit dit rapport luidt: “De inspectie verwacht bij gebruik van onderaannemers dat er jeugdhulp wordt geleverd van voldoende kwaliteit. Dit houdt in dat de zorg voldoende veilig en verantwoord is, en dat deze aansluit bij de zorgvraag van de jeugdige. Daarnaast heeft de hoofdaannemer de verantwoordelijkheid voldoende zicht te houden op deze kwaliteit. Er dient sprake te zijn van aantoonbaar toezicht door de hoofdaannemer op de onderaannemer en de samenwerkingsafspraken tussen beiden moeten geformaliseerd zijn.” Indien een aanbieder voornemens is een onderaannemer in te schakelen vraagt hij daar vooraf van de opdrachtgever toestemming voor. Als bij inschrijving al bekend is dat onderdelen in onderaanneming uitgevoerd worden wordt dit in de offerte aangegeven. Als er pas tijdens de uitvoering van de opdracht een onderaannemer wordt ingeschakeld, wordt dit per omgaande gemeld aan opdrachtgever.
-
Pagina 9 van 42
2
Beschrijving zorgproducten
2.1
Inhoud van de opdracht
De Opdracht betreft het leveren van zorgproducten betreffende Jeugdzorg en Verblijf Jeugd.
AWBZ: zorg aan jeugd met verblijf
Behandeling met verblijf
Zvw: jeugd-GGZ tweede lijn met verblijf
Provinciaal verblijf pleegzorg
De te leveren zorgcategorieën zijn onderverdeeld in een aantal producten. Aanbieders kunnen aangeven welke producten zij aanbieden. In de tweedelijn worden de volgende ontwikkelingen nagestreefd: -
Van tweedelijn, naar eerstelijn, naar sociale basis. De komende jaren worden de specialismen in de tweedelijn teruggebracht tot het kernspecialisme, waarbij alle taken rondom regie en huishouden naar de eerstelijn gaan:. ■
Korter van duur en minder zwaar;
■
Van verblijf naar dagbehandeling naar ambulante ondersteuning gecombineerd met daginvulling in reguliere sociale basis-voorzieningen;
■
Van specialistische zorg naar meer generalistische zorg;
■
intramuraal naar vormen die lijken op een ‘normale gezinssituatie/normaal leven’;
Pagina 10 van 42
■
Van verblijf in instelling, naar beschermd wonen, naar begeleid wonen, naar zelfstandig wonen;
■
Van intramuraal naar pleegzorg;
■
Gericht op bevorderen, behouden of compenseren van zelfredzaamheid;
■ -
Zichtbaar gericht op duurzame uitstroom.
Verder wordt in het kader van samenkracht zoveel mogelijk inzet vanuit de nuldelijn verbonden met de tweedelijn. Bijvoorbeeld door inzet van maatjes en ervaringsdeskundigen, of door inwoners die een vorm van ondersteuning krijgen vanuit de eerste- of de tweedelijn te vragen of ze iets willen betekenen voor anderen (wederkerigheid). Met andere woorden, de verbinding tussen de formele en de informele zorg wordt versterkt.
-
Van individuele ondersteuning en begeleiding naar groepsondersteuning en groepsbegeleiding (zoveel mogelijk ontkokerd), waar mogelijk in de sociale basis en waar nodig in de tweedelijn.
-
Van producten en aanbod naar vraaggerichte
maatwerkarrangementen. ■
Gericht op een antwoord op de vraag om ondersteuning en begeleiding die een persoon/huishouden nodig heeft en niet op het aanbod van de instellingen.
■
Passend bij een ‘normale gezinssituatie/normaal leven’: o
Zoveel mogelijk vanuit het eigen netwerk, waarbij de ondersteuning erop is gericht dit netwerk – waar nodig – te ondersteunen (bijv. ondersteunen mantelzorger).
o
Zoveel mogelijk in het reguliere dagritme van een huishouden/persoon en zo min mogelijk verstoringen of schakelmomenten in het dagritme/de levensloop.
o
Zoveel mogelijk terug naar sociale basis en dus ‘gewoon’ wonen, werken…etc.
Pagina 11 van 42
2.2
Beschrijving producten
Inhoudelijke beschrijving Verblijf Jeugd ZVW, Specialistische GGZ verblijf en Provinciale verblijf Jeugdhulp Toegang via de generalist De gemandateerde verwijzer bepaalt de toegang tot de tweede lijn. De generalist beoordeelt, eventueel d.m.v. het inzetten van specifieke deskundigheid (onafhankelijke diagnose, consultatie, advies), welke ondersteuning een huishouden nodig heeft en levert deze zelf of zet tweedelijns ondersteuning/ begeleiding in. Aan de plaatsing ligt altijd een gemeentelijke beschikking ten grondslag. Zonder beschikking kan het verblijf met behandeling/begeleiding niet door de gemeente betaald worden. Uitzondering hierop is geboden jeugdhulp op basis van een verwijzing door een geautoriseerde verwijzer die zelfstandig mag verwijzen, zonder dat daar een beschikking aan ten grondslag ligt.
Dit
zijn
onder
andere
huisartsen,
jeugdartsen,
medisch
specialisten en gecertificeerde instellingen. Met deze verwijzers worden
door opdrachtgever voor 1
november 2014
afspraken
gemaakt over de terugkoppeling van de verwijzing aan en de samenwerking met de generalistenteam. Een belangrijk uitgangspunt binnen de transitie jeugdzorg (maar ook binnen andere transities in het sociaal domein) is dat kinderen zoveel mogelijk opgroeien en zich ontwikkelen in een gewone thuissituatie, in de eigen buurt en deelnemen aan het reguliere onderwijs of andere opvang. Een van de uitdagingen is om het “uitplaatsen” van jeugdigen naar speciale voorzieningen zoveel mogelijk voorkomen en het gebruik van dergelijke voorzieningen terug te dringen. Tegelijkertijd is er het besef dat er altijd jeugdigen zullen zijn bij wie dit, vanwege kindgebonden problematiek en/of de opvoedsituatie thuis niet haalbaar is. Om deze redenen zullen er kinderen blijven die (tijdelijk) niet in eigen gezinssituatie kunnen wonen. Dit verstaan we onder zorgvorm “behandeling met verblijf”
Pagina 12 van 42
Uiteindelijke doel Terugdringen van het aantal jongeren dat uitvalt. Jongeren moeten zoveel mogelijk maatschappelijk participeren. De regio Zuidoost Brabant gaat uit van het motto: 'kinderen groeien het beste op thuis of in een vervangende gezinssituatie'. Uitgangspunten 1. Zorgaanbieders hebben aandacht voor gerichte opschaling, beperking van de behandelduur, een versnelling van het doorstroomproces en afschaling naar lichtere vormen van zorg, zodra dit verantwoord is. 2. Het aanbod gaat uit van de jeugdige, in samenhang met zijn/haar netwerk; ouders, eigen netwerk jeugdige, het generalistenteam, het lokaal zorg- en onderwijsnetwerk. 3. Verstevigen van het zorgaanbod in de regio, waarbij het opgroeien van kinderen in de gezinssituatie of in de woonomgeving de voorkeur heeft boven plaatsing in een zorginstelling. 4. Met de aanbieders van de producten in dit bestek wordt gestreefd naar een bestendige relatie, omdat deze vormen van zorg gebaat zijn met continuïteit. 5. Het aanbod dient te voldoen aan de ondersteuningsbehoefte en de borging van de veiligheid van de cliënten, waarbij er gedurende de looptijd van het contract maximaal samengewerkt wordt met andere relevante zorgverleners, generalistenteams, cliënten(raden), vertrouwenspersonen, etc. Doel daarvan is om de optimale zorg aan de cliënten te kunnen realiseren van de ‘een gezin, een plan’ aanpak.
Pagina 13 van 42
6. De hulp die buitenshuis gegeven wordt, wordt altijd gecombineerd met ambulante hulp of ondersteuning in het gezin en met aandacht voor de leefomgeving. Hierbij wordt contact gezocht met het generalistenteam, waarbij op maat de gezamenlijke aanpak wordt afgesproken tussen de specialistische zorgaanbieder en het generalistenteam over wie welke(onderdelen van) ambulante begeleiding in het gezin voor zijn/haar rekening neemt. Ondersteuningsvraag cliënten We onderscheiden bij de ondersteuningsvraag van cliënten vier categorieën, waarbij verschillende doelstellingen voorop staan. In de praktijk is er vaak sprake van een combinatie van deze vragen en zijn er meerdere redenen waarom ondersteuning wenselijk is. 1. Leren omgaan met beperkingen en problemen en gebruik maken van de mogelijkheden. Hierbij is sprake van kindgerelateerde problematiek. Als gevolg daarvan kunnen jeugdigen vastlopen op de verschillende leefgebieden: thuis, op school en in de vrije tijd. Er kunnen verschillende oorzaken aan ten grondslag liggen of een combinatie van oorzaken: o
psychiatrische problematiek van de jeugdige
o
een (verstandelijke) beperking van de jeugdige
o
traumatische ervaringen in het leven van de jeugdige (hieronder vallen ook verwaarlozing en mishandeling in de opvoedingssituatie)
2. Leren perspectief te zien Het gaat hier met name om jongeren met gedragsproblemen, die niet openstaan voor ondersteuning of hulp. Zij hebben motivatieen identiteitsproblemen. Deze jongeren hebben vaak weinig normbesef en geen of weinig doel in het leven. Een ondersteuningsplan op maat is er op gericht de jongere opnieuw te laten wennen aan een dagritme, positieve ervaringen te laten meemaken en zelfvertrouwen op te laten bouwen.
Pagina 14 van 42
3. Behoefte aan een veilige plek Hierbij gaat het om jeugdigen die opgroeien in een gezinssituatie waar de ouders/verzorgers niet in staat zijn de belangen van jeugdigen voorop te stellen. Dit kan te maken hebben met psychiatrische problematiek of ernstige beperkingen bij de ouders, maar ook bijvoorbeeld met een situatie als resultaat van een vechtscheiding. De begeleiding/ondersteuning is er vooral op gericht om tijdelijk een veilige plek te bieden waar de jeugdige vertrouwd kan opgroeien. 4. Leren om op eigen benen te staan Het gaat hier om jeugdigen die vanwege eigen problematiek en/ of vanwege de thuissituatie vaak langdurig wonen of gewoond hebben in intramurale voorzieningen, niet terug naar huis kunnen en grote moeite hebben om zich zelfstandig te redden. Verschillende problematiek kan hieraan ten grondslag liggen: 4.1 Ernst van de problematiek van het kind Afhankelijk van de ernst van de (gedrags)problematiek wordt samen met ouders en de jeugdige een zorgvuldige afweging gemaakt welke zorg het best past bij de jeugdige. Uitgangspunten bij de behandeling/ begeleiding buiten het gezin zijn altijd de tijdelijkheid van de situatie en sturing op terugkeer naar de/ een gezinssituatie. 4.2 De thuissituatie Uitgangspunt is behandeling of begeleiding in de thuissituatie, uitgaande van eigen kracht en van de kracht van het sociaal netwerk. Het begrippenpaar draaglast - draagkracht is hier van toepassing: een stabiele thuissituatie verhoogt de draagkracht. 4.3. Veiligheidsrisico’s Hierbij is het van belang een goede balans te vinden tussen enerzijds de bescherming en de veiligheid van de jeugdige, en anderzijds de kansen van de jeugdige om zich goed te ontwikkelen. Veiligheid staat voorop, maar bij opgroeien hoort het opdoen van eigen ervaringen om van te leren. Er dient binnen de zwaarste zorgvorm (behandelgroep in een gesloten of Pagina 15 van 42
beperkende voorziening) een balans te zijn tussen vrijheid bieden en bescherming. 4.4. Druk op opvoeders, professionals en omgeving Het gedrag en/of de problematiek van een jeugdige kan een flinke belasting betekenen voor het oorspronkelijke gezin, maar ook voor de ondersteunende professionals, het netwerk of voor bijvoorbeeld een potentieel pleeggezin. Dit kan een reden zijn om te moeten kiezen voor een zwaardere en meer vrijheids beperkende vorm van zorg. De Plaatsing van jeugdigen binnen deze vormen van Verblijfszorg Plaatsingscommissie Zuid Nederland Bij plaatsing van een jeugdige in een gesloten/beperkende voorziening binnen Zuid Nederland is op dit moment een plaatsingscommissie actief. Deze bekijkt in welke Jeugdzorg Plus instelling de jeugdige het best geplaatst kan worden. Dit is mede afhankelijk van de beschikbaarheid van plaatsen. Deze plaatsingscommissie willen we continueren vanaf 2015. De taken van de plaatsingcommissie zullen mogelijk worden uitgebreid met de plaatsing van jeugdigen binnen andere specialistische verblijfsfuncties (GGZ en VG sector). De gemeente Tilburg ontvangt vanuit het Rijk middelen om deze functie te beleggen in Noord Brabant. Plaatsingsadvies De generalist is verantwoordelijk voor het daadwerkelijk plaatsen van jeugdigen bij de juiste jeugdhulp (waaronder vormen van verblijf). Voor het daadwerkelijk zoeken van beschikbare en juiste plekken voor verschillende vormen van verblijf kan hiertoe advies ingeroepen worden van de plaatsingsadviseur van BJZ. Deze heeft kennis van de capaciteit, de kosten, specifieke kenmerken van de zorgvormen etc. . Aan de hand van eerder genoemde criteria wordt bekeken welke gezinsvervangende plek het best geschikt is voor het kind en voor het gezin. Daarbij is het uitgangspunt om het kind als het kan in een Pagina 16 van 42
situatie op te vangen, die het meest lijkt op een “gewone” gezinssituatie. Het kan echter zo zijn dat dit vanwege de veiligheid en ontwikkelingsmogelijkheden van het kind of vanwege het beroep dat gedaan wordt op de ondersteuners/professionals niet mogelijk is en de jeugdige in meer aangepaste en beschermde omgeving moet worden geholpen. Behandeling met verblijf kan aan dagbehandelingen ambulante zorg vooraf gegaan zijn dan wel daarop volgen. Omschrijving categorieën zorgvormen verblijf met behandeling of begeleiding 1. De gezinsvariant, met drie subvarianten: a. Gezinsvervangend via vrijwillige opvoeders (pleegouders) b. Gezinsvervangend via betaalde opvoeders (ook dagverblijf op zorgboerderij) c. Gezinsvervangend met professionele begeleiding. 2.
De intramurale variant, met drie subvarianten: a. in een reguliere omgeving (wijk, straat) b. op het terrein van de zorgaanbieder c. gesloten/vrijheidsbeperkende opvang (op het terrein van de zorgaanbieder)
Toelichting gezinsvariant 1a. Gezinsvervangend via vrijwillige opvoeders (pleegouders) Het gaat voornamelijk om kinderen/jongeren (hierna ‘jeugdige’) die om diverse redenen niet thuis kunnen wonen, maar waarbij de eigen problematiek niet voorop staat. Jeugdigen worden geplaatst in een pleeggezin of bij een ‘hospita’. Via een zorgvuldige procedure worden gezinnen of hospita’s geselecteerd, gekoppeld aan de jeugdige en begeleid door een professional. Bij voorkeur komt het pleeggezin uit het directe netwerk van het gezin (netwerkplaatsing). De gezinnen en de hospita’s zijn vrijwilligers die een pleegzorgvergoeding ontvangen. Dit is zo ‘normaal’ mogelijk. De jeugdige woont in een gewone gezinssituatie, gaat naar een reguliere school en Pagina 17 van 42
neemt deel aan gewone vrijetijdsactiviteiten. Wanneer nodig of wenselijk kan de jeugdige ambulante specialistische zorg krijgen. 1b. Gezinsvervangend via betaalde opvoeders (ook dagverblijf op zorgboerderij) Dit is “betaalde” pleegzorg, waarbij de jeugdige ook overdag en in de vrije tijd actief is in het zorgbedrijf. Dit wordt begeleid door een “ondernemer” in combinatie met zorg door een specialistische instelling. 1c. Gezinsvervangend met professionele begeleiding. Deze vorm is bedoeld voor jeugdigen met ook ernstige eigen problematiek of ontwikkelingsachterstand. Professionele behandeling is noodzakelijk. Het gaat dan om gezinshuizen, waar één van de ouders in dienst is van een specialistische instelling. Ook de professionele hospita’s van ‘op kamers projecten’ vallen hieronder. Ondanks de professionele begeleiding lijkt het leven op dat van een ‘normale’ gezinssituatie. Vaak bezoekt de jeugdige naar een reguliere school en ‘normale’ vrije tijdsactiviteiten. Toelichting intramurale variant 2a. Behandelgroepen/woonvormen in de wijken Dit zijn kleinschalige voorzieningen in wijken, gerund door professionals van specialistische instellingen. Vaak bezoekt de jeugdige daarbij het reguliere of speciale onderwijs in de buurt (soms een school op de locatie van intramurale voorzieningen) en reguliere vrijetijdsactiviteiten. Hieronder valt ook de begeleiding aan 16+ ers die met hulp op eigen benen leren staan. Voor hen zijn er vormen van begeleid wonen in de wijk, vaak als overgang van een beschermde omgeving naar zelfstandigheid.
Pagina 18 van 42
2b. Behandelgroep op het terrein van de voorziening Hierbij wordt de jeugdige opgevangen in een intramurale voorziening. Bij deze kleine overzichtelijke groepen is vaak onderwijs en vrijetijdsbesteding op het terrein van de voorziening aanwezig. De behandeling is gericht op alle leefgebieden. 2c. Behandelgroep in gesloten/beperkende voorziening Dit is opvang van jeugdigen waarbij vaak eigen problematiek speelt, maar de veiligheid/bescherming voorop staat. Het betreft bescherming van het kind tegen eigen gedrag, zoals weglopen, risicovol en suïcidaal gedrag. Het kan ook bescherming tegen de omgeving, zoals loverboys, zijn. Voor deze plaatsing is altijd een uitspraak van de rechter noodzakelijk (zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk). Bij de behandelingspelen veiligheidsaspecten vaak een belangrijke rol. Voorbeelden hiervan zijn jeugdzorg Plus (Vreekwijk en Icarus) en Forensische plekken bij de Catamaran.
Pagina 19 van 42
3
Programma van Eisen
3.1
Algemeen
Door de Gemeenten zijn eisen in de vorm van een programma van eisen geformuleerd. Deze staan beschreven in onderstaande paragrafen. Door in te schrijven op deze aanbesteding geeft de inschrijver aan te voldoen aan het totale programma van eisen.
3.2
Algemene uitvoeringseisen
In deze paragraaf zijn de eisen beschreven die worden gesteld aan de te leveren zorgproducten in het kader van de Jeugdwet. -
Opdrachtnemer draagt zorg voor cliënt/ ouderparticipatie.
-
Opdrachtnemer draagt zorg voor een klachtenregeling die voldoet aan de wettelijk daaraan gestelde eisen en handelt daarnaar.
-
Opdrachtnemer spant zich in om zijn hulpaanbod waar mogelijk verder te innoveren en daarbij aan te sluiten bij de wensen van de samenwerkende gemeenten met betrekking tot het jeugdstelsel, zoals vastgelegd in de nota “21 Voor Jeugd versie 2.0”.
-
Opdrachtnemer voldoet aan de huidige eisen zoals gesteld in de Wet op de Jeugdzorg en voldoet per 01/01/2015 aan de eisen zoals vastgelegd in de nieuwe Jeugdwet en alle overige relevante wet- en regelgeving, zoals bijvoorbeeld de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
-
Opdrachtnemer volgt geldende (en toekomstige herzieningen) standaarden, richtlijnen, best practice, veelbelovende of evidencebased methodes en implementeert deze in zijn werkwijze. Indien noodzakelijk wordt beredeneerd en transparant afgeweken.
-
Opdrachtnemer werkt mee met inspecties en geeft opvolging aan aanbevelingen die hieruit naar voren komen.
Pagina 20 van 42
-
Opdrachtnemer heeft kennis van en handelt naar de uitgangspunten van de nota van commissie Rouvoet: “Kwaliteitskader voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg”.1
-
Opdrachtnemer beschikt over voldoende ervaren, gekwalificeerd personeel om jeugdigen en/of de (pleeg)ouders te begeleiden en te ondersteunen, gelet op de vaak specifieke complexe en diverse problematiek.
-
Het in te zetten personeel van opdrachtnemer houdt zich aan de meldplicht voor calamiteiten en de meldcode huiselijk geweld.
-
Het in te zetten HBO en WO personeel van opdrachtnemer, welke beroepsmatig in contact kan komen met jeugdigen of ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, is geregistreerd als Jeugdprofessional of heeft een aantoonbare aanvraag ingediend om als jeugdprofessional geregistreerd te worden. MBO personeel werkt altijd onder verantwoordelijk van een HBO/ WO geschoolde en geregistreerde medewerker.
-
Opdrachtnemer is cultuursensitief: Bij de benadering van ouders en jeugdige, behandeling en/ of in te zetten methodieken wordt rekening gehouden met de religieuze- en of culturele achtergrond van ouders en jeugdige , tenzij er redenen zijn om hiervan af te wijken.
-
Opdrachtnemer draagt zorg voor een goede samenwerking met de professionals in de generalisten- teams van de samenwerkende gemeenten en andere relevante actoren. Onder een goede samenwerking wordt in ieder geval verstaan onderlinge afstemming tussen eigen personeel van aanbieder en de overige betrokken of te betrekken professionals.
-
Opdrachtnemer is verplicht continuïteit van zorg te bieden. Als hij zelf geen geschikt hulpaanbod kan leveren, zal hij in afstemming met het generalistenteam en/ of andere aanbieders, zoeken naar een geschikt alternatief. De opdrachtnemer draagt de cliënt vervolgens middels warme overdracht over.
1
Uitgave Jeugdzorg Nederland Pagina 21 van 42
-
Opdrachtnemer levert alleen zorg aan jeugdigen op basis van een door de gemeente afgegeven beschikking. Zonder geldige beschikking kan er geen zorg gedeclareerd worden bij de gemeente en dient de jeugdige terug verwezen te worden naar de verwijzer en/ of het generalistenteam. Uitzondering hierop is geboden jeugdhulp op basis van een verwijzing door een geautoriseerde verwijzer die zelfstandig mag verwijzen, zonder dat daar een beschikking aan ten grondslag ligt. Dit zijn onder andere huisartsen en de gecertificeerde instellingen.
-
Opdrachtnemer verplicht zich om digitaal gegevens en rapportage en prestatie-indicatoren aan te leveren aan opdrachtgever indien deze om gegevens vraagt, waarbij opdrachtgever zich gebonden weet door de privacywetgeving. Opdrachtnemer garandeert dat registratie betrouwbaar en sluitend is.
-
Opdrachtnemer levert, volgens een nader te bepalen frequentie, maar minimaal 4 keer per jaar, opdrachtgever informatie zoals aangegeven in de Jeugdwet (en nadere regelgeving).
-
Periodiek is er regulier overleg tussen opdrachtnemer en opdrachtgever, de frequentie wordt nader bepaald en in overleg vastgesteld. In deze overleggen kijkt opdrachtgever naar de ontwikkeling in de afgesproken prestatie-indicatoren en de financiële en kwalitatieve ontwikkelingen. Bij ondermaats presteren wordt de frequentie van overleg verhoogd al naar gelang nodig is om de kwaliteit van dienstverlening op het vastgesteld niveau te verkrijgen.
-
Specifiek voor GGZ: Wij vragen u een kopie van de realisatie (in Excel) 2013 van alle relevante producten Jeugd GGZ, toe te voegen.
-
Specifiek voor de GGZ gelden de spelregels zoals benoemd in de factsheet JGGZ, inkopen, DBC’s en_basisGGZ (zie bijlage). De gemeenten nemen de inhoudelijke lijnen van zorgverzekeraars over, dit betekent dat de regio ZuidoostBrabant zich conformeert aan alle kwaliteitseisen die voor de sector gelden (inclusief ROM, Hoofdbehandelaar etc.). Indien u Pagina 22 van 42
niet voldoet aan deze eisen wordt u uitgesloten van verdere deelname aan deze aanbesteding. -
Specifiek voor de GGZB en S: Als de opdrachtnemer vrijgevestigd is, gelden de volgende bepalingen om voor een contract in aanmerking te komen*: ingeschreven in BIG register of een lidmaatschap (specialistische) beroepsvereniging, beroepsregister NIP of NVO geldige AGBcodes, behandellocatie in een van de betrokken gemeenten en in staat en bereid om met ROM te werken
-
Opdrachtnemer spant zich in om, als hij zelf geen geschikt hulpaanbod kan leveren, in afstemming met het generalistenteam en/ of andere aanbieders, te zoeken naar een geschikt alternatief.
3.3
Duurzaamheid
Duurzaam Inkopen en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is binnen de Nederlandse overheid de laatste jaren hoog op de politieke agenda komen te staan. De overheid koopt per jaar voor miljarden euro’s in en kan daarmee invloed uitoefenen op het milieu en sociale aspecten hier en in andere landen. Bewust en gericht duurzaam inkopen is een effectief instrument gebleken om belangrijke duurzaamheiddoelstellingen te bereiken. Door duurzaam in te kopen willen ook de Gemeenten het goede voorbeeld geven en partners aanzetten tot duurzame productie en social return. Onder duurzaam inkopen anno nu wordt verstaan: het afsluiten van goede deals met maximale maatschappelijke waarde, met de (milieu/duurzaamheid-) doelstellingen van de eigen organisatie als leidraad. We dagen voortdurend de markt uit om met de meest duurzame oplossing voor onze inkoopbehoefte te komen en geven ruimte voor creatieve en innovatieve aanbiedingen. Omdat onze huidige samenleving (nog) niet duurzaam is, is het lastig om dat als gemeente wel te zijn. Stappen zetten naar duurzaamheid
Pagina 23 van 42
kunnen we als Gemeenten niet alleen, om innovatie op het gebied van duurzaamheid te stimuleren is samenwerking noodzakelijk met onze partners; burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Daarbij wordt van leveranciers verwacht dat waar financiën, wetgeving en technologie het toelaten, er gekozen wordt voor de meest duurzame oplossing. Duurzaamheid is ook maatwerk. Er moet steeds afgestemd worden wat in een bepaalde situatie mogelijk is. Gezien de grote diversiteit in het leveranciersbestand is het niet zinvol om een uniforme verplichting op te nemen in deze offerteaanvraag. Daarom is ervoor gekozen om in de loop van 2015 met de gecontracteerde leveranciers in overleg te gaan en gezamenlijk te bepalen wat zinvol en haalbaar is op het gebied van duurzaamheid, inclusief een tijdspad waarbinnen de gestelde doelen bereikt moeten zijn. Vooruitlopend hierop en om een goed beeld te krijgen van de huidige marktsituatie op gebied van MVO in het sociaal domein, vragen wij van onze leveranciers om kort antwoord te geven op onderstaande vragen; A. visie - Wat is de ideale duurzame situatie voor uw project of werk? B. 0-meting - Wat is duurzaamheid in uw project of werk nu? C. creatieve oplossingen - Welke stappen moeten er nog gezet worden? D. concrete acties - Welke concrete acties gaat u de komende tijd ondernemen?
Voor het beantwoorden van
deze
vragen kunt u gebruik maken van het bijgeleverde format in bijlage 10 (maximaal 1A4).
Pagina 24 van 42
3.4
Social Return
Gemeenten kunnen bij het verlenen van opdrachten “social return” inzetten. Met “social return” krijgen inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt de kans om hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren.. “Social return” is dan ook een belangrijk instrument in het werkgelegenheids- en participatiebeleid van de gemeenten. Gezien de verantwoordelijk van gemeenten voor inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt willen we bedrijven en instellingen stimuleren om uitkeringsgerechtigden aan werk(ervaring) te helpen. Met de komst van de Participatiewet (1 januari 2015) wordt deze verantwoordelijkheid nog groter. Vandaar dat Gemeenten in de af te sluiten overeenkomsten een verplichting tot “social return” opnemen. Een vorm van “social return” is het keurmerk PSO (Prestatieladder Socialer Ondernemen). Bedrijven en instellingen die gevestigd zijn in arbeidsmarktregio Zuid Oost Brabant en een PSO-certificering willen behalen, kunnen bij PSO-Nederland (www.pso-nederland.nl) een stimuleringssubsidie aanvragen (€ 1.000,-). Op het moment dat een bedrijf of instelling PSO is gecertificeerd is aan de “social return” verplichting voldaan. Voor bedrijven die geen PSO-certificering hebben geldt de verplichting om bij een opdracht vanaf € 100.000,-, 5% van de omvang van de opdracht te besteden aan reguliere banen van minimaal een half jaar voor bijstandsgerechtigden (Participatiewet; IOAW, IOAZ). Het gaat hierbij altijd om maatwerk waarbij onderstaande werkwijze wordt gehanteerd. 1. De opdrachtnemer stuurt de Gemeenten een functieprofiel toe voor de vacatures te vervullen in het kader van “social return”. De Gemeenten spannen zich in om kandidaten aan te leveren die voldoen aan dit functieprofiel. 2. Bijstandsgerechtigden kunnen één maand bij de opdrachtnemer worden ingezet met behoud van uitkering. Na die periode moet de opdrachtnemer de kandidaat- bij gebleken geschiktheid - een dienstverband aanbieden voor minimaal 6 maanden. Na
Pagina 25 van 42
ondertekening van de arbeidsovereenkomst telt de kandidaat mee voor de “social return” score. 3. De verplichting tot invulling van “social return” gaat 4 maanden na ingangsdatum van de overeenkomst in. Van 4 tot 8 maanden na de ingangsdatum geldt een percentage van 2%. Van 8 tot 12 maanden geldt een percentage van 4%. Na 12 maanden dient 5% gerealiseerd te worden. 4. De opdrachtnemer rapporteert eens per kwartaal de resultaten van “social return” volgens een vooraf in overleg vastgesteld format. De Gemeente kan bewijsstukken bij de opdrachtnemer opvragen voor een extra controle. 5. Indien de opdrachtnemer de verplichtingen uit “social return” niet nakomt, zal de gemeente de kosten van de niet gerealiseerde uren op de te betalen facturen inhouden. Van deze inhouding kan worden afgezien als het niet, of niet geheel, voldoen met goede redenen wordt omkleed en aan de projectleider “social return” is gemeld en de opdrachtnemer aantoont dat hij zich maximaal heeft ingespannen. 6. De opdrachtnemer mag gebruik maken van een onderaannemer bij het voldoen aan deze ‘social return’ bepaling maar blijft ook dan verantwoordelijk voor de toepassing van social return. 7. De Gemeentelijke projectleider “social return” is contactpersoon voor de opdrachtnemer voor de invulling van “social return” en zal de praktische gang van zaken met de opdrachtnemer bespreken en vastleggen.
Pagina 26 van 42
4
Aanbestedingsprocedure
4.1
Algemeen
Gezien de financiële omvang van de opdracht moet conform de Europese richtlijn 2004/18/EG een Europese aanbestedingsprocedure doorlopen worden. Omdat het diensten betreft die genoemd wordt in bijlage II-B van de richtlijn nr. 2004/18/EG (categorie 25, Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening), moet volgens de Aanbestedingswet 2012 (artikel 2.38 lid 3) de procedure voor Bdiensten worden toegepast. De Gemeente heeft besloten om via een Meervoudig Onderhandse aanbestedingsprocedure de opdrachtnemers te selecteren.
4.2
Planning
Met het ter beschikking stellen van de aanbestedingsdocumenten via TenderNed start de aanbestedingsprocedure. In onderstaande tabel is de planning weergegeven. Fase Toegang aanbestedingsdocumenten Indienen van vragen en melden van onvolkomenheden en of verbetervoorstellen tot en met Uiterste datum publicatie Nota van Inlichtingen Uiterlijke datum en tijdstip indienen offertes Gesprekken met leveranciers Voornemen tot gunning Definitieve gunning Sluiten overeenkomsten Ingangsdatum overeenkomst
Datum 18 juli 2014
13 augustus 2014 24.00 uur 19 augustus 2014 26 augustus 2014 13.00 uur t/m 19 september 2014 19 september 2014 29 september 2014 1 oktober 2014 1 januari 2015
Bovengenoemde data/tijdstippen zijn indicatief; er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Eventuele wijzigingen in de planning zullen via TenderNed worden gecommuniceerd.
Pagina 27 van 42
4.2.1
Communicatie
De communicatie met betrekking tot deze aanbesteding verloopt via TenderNed.nl. Om in te kunnen schrijven is uw organisatie geregistreerd als ondernemer op TenderNed. Als dit nog niet het geval is adviseren wij u om dit zo snel mogelijk alsnog te doen. Registratie is kostenloos en door dit tijdig te doen voorkomt u dat u in tijdnood komt bij het indienen van een offerte. Na registratie kunt u zich als belangstellende voor de aanbesteding aanmelden en wordt u automatisch op de hoogte gehouden over de voortgang van de aanbesteding Zie ter informatie de bijlagen ‘In zes stappen digitaal inschrijven op overheidsopdrachten via TenderNed’ en “TenderNed Handleiding voor ondernemers”. Eventuele vragen over TenderNed, kunt u rechtstreeks stellen bij helpdesk, zie www.tenderned.nl. Slechts in het geval communicatie via TenderNed niet goed verloopt kunt u per mail contact opnemen via mailadres
[email protected]. Het is niet toegestaan om andere medewerkers van de Gemeenten te benaderen of op een andere manier contact te leggen om informatie te verkrijgen over deze aanbesteding. De Gemeente heeft het recht partijen die contact zoeken met andere medewerkers dan genoemde contactpersoon, uit te sluiten van deelname. 4.2.2
Vragen
Gebruikers van deze offerteaanvraag kunnen via TenderNed vragen stellen over deze aanbestedingsprocedure, eventuele onvolkomenheden melden of verbetervoorstellen indienen. Ter verduidelijking dient u telkens het betreffende aanbestedingsdocument, en de paragraaf en/of paginanummer aan te geven.
Pagina 28 van 42
Bij deze aanbesteding wordt gebruik gemaakt van een dynamische nota van inlichtingen. Deze wordt door middel van gestelde vragen en de antwoorden hierop continue geüpdate en gepubliceerd op TenderNed. Het is mogelijk om tussentijds, zolang de termijn nog niet gesloten is, vragen te stellen aan de gemeente. Hierbij kan ook gedacht worden aan een vervolgvraag op een eerder gestelde vraag. De dynamische nota sluit op 13 augustus 2014 om 24.00 uur. De laatste nota van inlichtingen wordt uiterlijk op 19 augustus 2014 gepubliceerd op TenderNed. De vragen, opmerkingen, reacties en de gewijzigde documenten maken integraal onderdeel uit van deze offerteaanvraag en de af te sluiten overeenkomst. Mededelingen, toezeggingen of afspraken die niet in Tenderned zijn vastgelegd, zijn niet bindend voor de Gemeente. Het verdient aanbeveling de offerte pas in te zenden, nadat de laatste reacties op de vragen zijn gepubliceerd, zodat u geïnformeerd bent over de meest actuele stand van zaken
4.3
Indienen offerte – sluitingsdatum
Het indienen van uw offerte kan uitsluitend digitaal via TenderNed, uiterlijk tot de datum en tijdstip zoals vermeld in planning. Dit is een fataal moment, TenderNed sluit dan de kluis, dus daarvoor dient het gehele inschrijfproces te zijn afgerond. De inschrijving is pas definitief op het moment dat de SMS-transactiecode is ingevoerd en TenderNed deze SMS-code heeft verwerkt. Inschrijver dient rekening te houden met een verwerkingstijd hiervoor die kan oplopen tot enkele minuten. Het risico van een te late indiening en daarmee uitsluiting is geheel voor rekening van de betreffende Inschrijver. Niet alle documenten hoeven gelijktijdig ingediend te worden, het is mogelijk om documenten die klaar zijn alvast te uploaden. De Gemeente heeft pas toegang tot de digitale kluis na afsluiting van de indientermijn en slechts als de documenten door de inschrijver vrijgegeven zijn, door middel van de sms-transactie-code.
Pagina 29 van 42
4.4
Instemming met voorwaarden
Inschrijving op deze aanbestedingsprocedure kan alleen met volledige inachtneming van de voorwaarden uit deze offerteaanvraag. Een offerte onder voorbehoud of waaraan voorwaarden zijn verbonden wordt uitgesloten.
4.5
Bijlagen
Bij de offerte moeten de volgende bijlagen ingediend worden. -
Eigen Verklaring, ondertekend door een daartoe bevoegd persoon;
-
Inschrijfformulier in Excel en in pdf, ondertekend door een daartoe bevoegd persoon;
-
Bijlagen bij Inschrijfformulier: “Innovaties”, “Prestatie-indicatoren” en ”Risicomanagement”;
-
een gedragsverklaring aanbesteden zoals bedoeld in artikel 4.1 van de Aanbestedingswet 2012, die op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan twee jaar of een aanvraag daartoe;
-
een kopie van het uittreksel uit het beroeps- of handelsregister (deze kopie is niet ouder dan zes maanden gerekend vanaf de aanbestedingsdatum);
-
een verklaring van de belastingdienst, die op het tijdstip van het indienen van de inschrijving, niet ouder is dan zes maanden;
-
Specifiek voor GGZ: Wij vragen u een kopie van de realisatie (in Excel) 2013 van alle relevante producten Jeugd GGZ, toe te voegen.
-
Ingevuld formulier duurzaamheid (bijlage 10).
Inschrijvers zijn verplicht de ter beschikking gestelde bijlagen hiervoor te gebruiken. Na invulling en ondertekening kunnen deze documenten gescand worden en in de kluis geplaatst.
Pagina 30 van 42
4.6
Opening offertes
Het openen van tijdig ingediende offertes gebeurt na het aflopen van de indientermijn via de digitale kluis van TenderNed. Het systeem staat opening alleen toe als dit door twee personen gebeurt (het vier ogen principe). Inschrijvers worden niet uitgenodigd bij de opening, maar krijgen via TenderNed automatisch een bericht van opening.
4.7
Selectie en gunning
De inschrijvingen worden gecontroleerd op compleetheid. De selectie bestaat uit het contoleren of de uitsluitingsgronden niet op de inschrijver van toepassing zijn, hij aan de gestelde eisen voldoet en de inschrijving rechtsgeldig is getekend. Dit gebeurt door middel van de Eigen Verklaring en de inschrijving in de Kamer van Koophandel. Gegund wordt aan inschrijvers die voldoen aan bovenstaand en waarvan de aangeboden prijzen niet hoger zijn dan de maximale prijzen die in het inschrijfformulier vermeld zijn. Gemeente gaat na opening van de kluis in gesprek met de genodigde aanbieders over hun inschrijving. Het doel van dit gesprek is te komen tot gemeenschappelijke afspraken over de transformatie en de door u voorgestelde innovaties, prestatie indicatoren en risicomanagement. De tijdens het gesprek gemaakte afspraken maken onderdeel uit van de te sluiten raamovereenkomst. Voorafgaand aan gunning kan de gemeente aan de Inschrijver vragen om aanvulling van ontbrekende informatie of om bewijzen te overleggen waaruit blijkt dat de uitsluitingsgronden niet op hem van toepassing zijn en/of dat wordt voldaan aan de gestelde eisen. De gevraagde informatie moet door Inschrijver binnen 2 werkdagen aangeleverd worden op straffe van uitsluiting. Als de gegeven informatie strijdig is met wat in de offerte is gesteld, wordt de inschrijver zonder voorbehoud uitgesloten van de aanbestedingsprocedure. Pagina 31 van 42
4.8
Gunningsbeslissing en bezwaartermijn
Gelijktijdig met het bekendmaken van de mededeling van het voornemen tot gunning worden eventuele afgewezen inschrijvers geïnformeerd over de afwijzing en de redenen daarvan. Tegen deze Gunningsbeslissing is het instellen van beroep mogelijk door het aanspannen van een kort geding bij de rechtbank Oost-Brabant te ’s Hertogenbosch. Hiervoor geldt de termijn van 10 kalenderdagen na communicatie van deze beslissing. Als binnen deze periode geen beroep is ingesteld dan heeft de gemeente het recht de opdracht te verstrekken. Een belangstellende die niet (tijdig) een kort geding aanhangig maakt, verwerkt zijn rechten om tegen het verdere verloop van de aanbestedingsprocedure (in rechte) op te komen. Niet-inachtneming van de termijn als hiervoor bedoeld, betekent bovendien dat belangstellende zijn eventuele rechten verwerkt om ter zake in een bodemprocedure van de Aanbestedende dienst bepaalde (rechts)handelingen en/of een schadevergoeding te vorderen. Als binnen de 10 kalenderdagen termijn een kort geding aanhangig is gemaakt, zal de uitspraak hiervan worden afgewacht. Deze uitspraak vormt vervolgens de basis voor verdere besluitvorming van de gemeente omtrent de gunning. Ingeval er niet (tijdig) een kort geding aanhangig wordt gemaakt en/of de uitspraak in eerste aanleg van een tijdig aanhangig gemaakt kort geding zich niet tegen de gunning verzet, zal een eventueel hoger beroep en/of een bodemprocedure nimmer kunnen leiden tot enige aansprakelijkheid (bijvoorbeeld inzake gemaakte kosten of gederfde winst) van de Aanbestedende dienst jegens een (begunstigde en/of verliezende) Inschrijver.
Pagina 32 van 42
4.9
Totstandkoming Raamovereenkomst
De mededeling van de Gunningsbeslissing houdt geen aanvaarding in van een aanbod van de winnende Inschrijvers. Na de bezwaartermijn zal de Gemeente in principe de raamovereenkomsten afsluiten met de geselecteerde inschrijvers, tenzij de Gemeente alsnog gebruik maakt van het recht de aanbesteding te stoppen. In verband met de mogelijkheid dat tegen de Gunningbeslissing een civiel kort geding wordt ingesteld, dienen Inschrijvers de offerte ten minste gestand te doen tot twintig (20) kalenderdagen na de uitslag van een eventueel aangespannen kort geding. De uiteindelijke opdrachtverstrekking is onderworpen aan bestuurlijke goedkeuring van de Gemeenten.
4.10
Klachtenregeling
Iedere belanghebbende heeft de gelegenheid om vragen te stellen en opmerkingen te maken over de aanbesteding. De gemeente zal hierop in de nota’s van inlichtingen reageren. Indien de belangstellende het niet eens is met de reactie, kan hij via
[email protected] een klacht indienen. De gemeente neemt de klacht in behandeling en stelt de klager per omgaande in kennis van de behandelaar en de verwachte afhandeltermijn. Als klager het niet eens is met de reactie van de gemeente op de ingediende klacht, kan hij zich wenden tot de door de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ingestelde Commissie van Aanbestedingsexperts (zie art. 4.27 Aanbestedingswet 2012). Als bij deze Commissie een klacht over deze aanbestedingsprocedure wordt ingediend, wordt klager verzocht hiervan een afschrift te zenden naar de voorgenoemde contactpersoon van de Gemeente. Een ingediende klacht heeft geen opschortende werking voor deze aanbestedingsprocedure. Een uitspraak van de Commissie van Pagina 33 van 42
Aanbestedingsexperts is niet bindend voor de gemeente, tenzij hieraan door een gerechtelijke uitspraak een afdwingbaar vervolg wordt gegeven.
Pagina 34 van 42
4.11 4.11.1
Overige voorwaarden Een opdrachtnemer of belanghebbende kan geen beroep doen op eventuele onvolkomenheden die niet tijdig gemeld zijn, in voorkomende gevallen zullen deze in het voordeel van de opdrachtgevers worden uitgelegd.
4.11.2
De Gemeente behoudt zich het recht voor om tot het moment dat de overeenkomsten getekend zijn, de aanbestedingsprocedure geheel of gedeeltelijk te beëindigen, dan wel de opdracht niet te gunnen, om welke reden dan ook.
4.11.3
Op de af te sluiten raamovereenkomst zijn de Algemene Inkoopvoorwaarden 2013 van de gemeente Eindhoven van toepassing. Deze zijn als bijlage toegevoegd.
4.11.4
Inschrijvers hebben geen recht op vergoeding van enigerlei kosten in het kader van deze aanbesteding.
4.11.5
De offerte en Eigen Verklaring dient door een bevoegd persoon namens Inschrijver te worden ondertekend. De bevoegdheid van de ondertekenaar dient te blijken uit een uittreksel van inschrijving in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, dat niet ouder is dan zes maanden en dat bij de offerte ingediend moet worden. In het geval dat de Inschrijver ervoor kiest om de offerte bij volmacht te ondertekenen, dan dient zowel het uittreksel als de rechtsgeldig ondertekende volmacht ingediend te worden.
4.11.6
De offerte moet minimaal 60 dagen geldig zijn vanaf de sluitingsdatum van indiening.
4.11.7
De voertaal bij deze aanbestedingsprocedure en tijdens de looptijd van de raamovereenkomst is Nederlands.
4.11.8
Een inschrijver kan, om te voldoen aan de gestelde eisen een beroep doen op de bekwaamheid van andere Pagina 35 van 42
natuurlijke personen of rechtspersonen, ongeacht de juridische aard van zijn banden met deze personen. Indien Inschrijver (de hoofdaannemer) een beroep doet op een derde (onderaannemers), dient dit bij punt 8.2 van de Eigen Verklaring aangegeven te worden. De Inschrijver is bij gunning van de opdracht verplicht om gebruik te maken van de diensten van de betreffende onderaannemer(s) op wiens capaciteiten een beroep is gedaan. De aansprakelijkheid voor het uitvoeren van de opdracht blijft volledig bij de Inschrijver. 4.11.9
Een opdrachtnemer dient gedurende de looptijd van de overeenkomst op adequate wijze verzekerd te zijn voor bedrijfs- en beroepsaansprakelijkheid en minimaal voor de bedragen die in de Algemene Inkoopvoorwaarden bij maximale aansprakelijkheid zijn genoemd.
Pagina 36 van 42
5
Uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen
5.1
Algemeen
Om in aanmerking te kunnen komen voor de gunning van de overeenkomst voldoet u aan het gestelde in dit aanbestedingsdocument en zijn er geen uitsluitingsgronden op u van toepassing. Daarnaast moet u voldoen aan de gestelde geschiktheidseisen. In deze aanbesteding wordt een eigen verklaring gevraagd. In deze eigen verklaring geeft de inschrijver aan te voldoen aan het gestelde in paragraaf 3.2 en 5.3. Daarnaast dient de inschrijver bewijsstukken toe te voegen waarmee aangetoond wordt dat voldaan wordt aan de gestelde eisen. LET OP: Om zeker te zijn dat de Eigen Verklaring de gegevens weergeeft die de gemeente heeft ingevuld dient de Eigen Verklaring geopend te worden in Adobe Reader. Een Eigen Verklaring ondertekenen waar niet de juiste gegevens op zijn ingevuld of op worden verklaard kan leiden tot uitsluiting van de aanbesteding.
5.2
Uitsluitingsgronden
Er zijn voor u geen uitsluitingsgronden als bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 van de eigen verklaring van toepassing. In deze eigen verklaring zijn de uitsluitingsgronden aangegeven die door de gemeente relevant worden gezien voor de uitvoering van deze opdracht. Van de opdrachtnemer wordt gevraagd de volgende documenten als bewijsstuk te overleggen:
een kopie van het uittreksel uit het beroeps- of handelsregister (deze kopie is niet ouder dan zes maanden gerekend vanaf de aanbestedingsdatum); Pagina 37 van 42
een gedragsverklaring aanbesteden zoals bedoeld in artikel 4.1 van de Aanbestedingswet 2012, die op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan twee jaar, of een aanvraag daartoe;
een verklaring van de belastingdienst, die op het tijdstip van het indienen van de inschrijving, niet ouder is dan zes maanden.
LET OP: Het aanvragen van een gedragsverklaring of een verklaring van de belastingdienst neemt enige tijd in beslag. Wij adviseren u dan ook deze aanvraag tijdig te doen aangezien deze als bijlagen ingediend moeten worden bij de inschrijving (zie ook paragraaf 5.5).
5.3
Geschiktheidseisen
Wanneer u kunt verklaren dat er geen uitsluitingsgronden op uw onderneming van toepassing zijn, wordt door middel van de geschiktheidseisen onderzocht of uw onderneming geschikt is om de overeenkomst uit te voeren. Dit wordt getoetst op basis van de volgende onderdelen:
Beroepsbekwaamheid;
Beroepsbevoegdheid.
In onderstaande paragrafen zijn bovengenoemde criteria verder uitgewerkt en staat beschreven hoe u aan kunt tonen geschikt te zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden. 5.3.1
Beroepsbekwaamheid
Kwaliteitssysteem Uw onderneming beschikt over een kwaliteitssysteem waarin resultaten worden vastgelegd en waarbij deze resultaten worden ingezet om te komen tot verbeteringen in de werkwijze en op grond waarvan mogelijk innovatieve manieren van werken kunnen worden ontwikkeld. Dit verklaart u door het invullen en ondertekenen van de uniforme eigen verklaring.
Pagina 38 van 42
5.3.2
Beroepsbevoegdheid
Het in te zetten personeel, welke beroepsmatig in contact kan komen met jeugdigen of ouders aan wie jeugdhulp wordt geboden, beschikt over een Verklaring Omtrent Gedrag welke niet ouder is dan 12 maanden voorafgaand aan het indienen van de offerte. Dit verklaart u door het invullen en ondertekenen van de uniforme eigen verklaring. De Verklaringen Omtrent Gedrag voor het in te zetten personeel hoeven niet met de offerte meegezonden te worden. Opdrachtnemer dient deze op aanvraag van de Gemeenten te kunnen overleggen.
Pagina 39 van 42
6
Innovatie, prestatie- en risicomanagement
6.1
Innovatiemanagement
Aan de aanbieders wordt gevraagd om in bijlageinschrijfformulier tab “Innovatiemanagement” beknopte voorstellen voor innovaties te doen die bijdragen aan de doelstellingen van “21 voor de jeugd”. Alle innovatievoorstellen worden voorgelegd aan een daartoe samengestelde onafhankelijke innovatiecommissie. Deze beoordeelt en selecteert de kansrijke innovatievoorstellen. De inschrijvers hiervan wordt gevraagd een business case aan te leveren. Op basis van de business case wordt bepaald welke innovaties worden doorgevoerd. De Gemeenten verwachten hiermee in de loop van 2015 te kunnen starten. De voortgang van de innovatieontwikkeling wordt door een contractmanager gemonitord. Succesvolle innovaties worden breder uitgerold.
6.2
Prestatiemanagement
Aan de aanbieders wordt gevraagd om in de bijlageinschrijfformuliertab “Prestatiemanagement” prestatieindicatoren voor te stellen waar zij in redelijkheid op kunnen worden beoordeeld. De Gemeenten zullen gaan werken met een prestatiemanagementplan waarin de prestatieindicatoren worden weergeven, dit zal een mix worden van wettelijk voorgeschreven indicatoren, door de Gemeenten gewenste indicatoren en door aanbieders zelf aangedragen indicatoren. Er wordt naar gestreefd om samen met de opdrachtnemers relevante en meetbare indicatoren te bepalen, met een hoog draagvlak bij alle betrokken partijen. Bij eventuele verlenging van de overeenkomst zal prestatiemanagement daarvan onderdeel uitmaken.
Pagina 40 van 42
6.3
Risicomanagement
Aan de aanbieders wordt gevraagd om in de bijlageinschrijfformulier tab “Risicomanagement” mogelijke risico’s en kans van voorkomenen, die met de opdracht samenhangen te beschrijven en daarbij beheersmaatregelen voor te stellen, voor zowel de opdrachtnemer als de Gemeenten. Deze risico’s worden door de Gemeenten verzameld, gecategoriseerd op kans van voorkomen, impact en de kosten van de beheersmaatregelen worden ingeschat. De Gemeenten willen hiermee bereiken dat alle risico’s en (bijna) fouten geregistreerd en gemonitord worden, zodat passende maatregelen genomen kunnen worden.
Pagina 41 van 42
7
Overzicht bijlagen
1. Eigen verklaring 2. Raamovereenkomst 3. A. Inschrijfformulier(Excel) B. Productenlijst (benodigd voor inschrijfformulier) 4. Algemene inkoopvoorwaarden leveringen en diensten 2013 gemeente Eindhoven 5. In zes stappen digitaal inschrijven op overheidsopdrachten via TenderNed 6. TenderNed Handleiding voor ondernemers 7. RTA 8. 21 Voor de Jeugd 9. Factsheet JGGZ, inkopen, DBC’s en_basisGGZ 10. Invulformulier duurzaamheid
Pagina 42 van 42