Artikel: De kleine en de grote Heimat. Continuïteit in het denken van Martin Walser Auteur: Melanie Welsch Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 27.4, 71-83. © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl •
[email protected]
Melanie Welsch
De kleine en de grote Heimat Continuïteit in het denizen van Martin Walser Martin Walser (1927) is een van de belangrijkste en meest controversiële schrijvers van het naoorlogse Duitsland. Hij is vooral omstreden door zijn uitspraken, redevoeringen, romans en essays die betrekking hebben op de Duitse samenleving en politiek. Walser uitte in veel essays sterke kritiek op de kapitalistische samenleving en de politieke 'verrechtsing' van Europa, dat Amerika in haar voetsporen zou volgen.' Daarbij verzette hij zich vanaf 1960 actief tegen de rol van de Amerikanen in de Vietnamoorlog. De passieve stellingname van de Duitse regering waa-raan ook zijn eigen partij, de SPD, deelnam, was voor hem zo teleur-stellend dat hij zich in 1965 gedwongen voelde de partij te verlaten en lid werd van de DKP (Deutsche Kommunistische Partei).Walsers uit-gesproken mening over internationale vraagstukken en zijn volledige afwijzing van het kapitalisme als globaal systeem, zorgden ervoor dat hij gezien werd als een actief linkse intellectueel.^ In de loop van de jaren zeventig veranderde zijn internationalisme in een steeds sterkere bemoeienis met het Duitse nationale vraagstuk. Dit is een buitengewoon interessante ontwikkeling, omdat zijn mening over deze kwestie steeds meer afweek van die van zijn linkse collega's. Uiteindelijk richtte hij zijn kritiek zelfs op de groep linkse intellectuelen waartoe hij zelf lange tijd behoorde. In 1986 kwam het tot een definitieve breuk met de linkse Duitse intellectuelen nadat Walser in een interview met de Duitse krant Die Welt de zin uitsprak: 'Ich werde mich nicht an die deutsche Teilung gewöhnen'.^ Omdat het Duitse vraagstuk in linkse kringen taboe was en men de deling accepteerde als een gerechtvaardige straf voor de misdaden in de Tweede Wereldoorlog, werd Walser door zijn linkse collega's beticht van verraad en reactionisme.'* Wat de oorzaken waren van deze 'vrij plotselinge' verandering van thematiek, wordt in de teksten en analyses over Walser zelden belicht. Een reden hiervoor zou kunnen zijn dat zijn stellingname in het nationale vraagstuk zoveel stof heeft doen opwaaien, dat veel onderzoekers en critici zijn beginjaren als schrijver minder aandacht geven. In dit artikel zal ik niet alleen proberen om de verandering in Walsers denken te verklaren, ook wil ik aantonen dat er duidelijk sprake is van continuïteit in zijn denken.
71
Walsers 'Heimat' en de kleinburgelijke status Martin Walser werd in 1927 geboren in Wasserburg aan de Bodensee als zoon van een herbergier. Door de zwakke financiële positie van zijn vader binnen de kleine gemeenschap, ontwikkelde Walser al op jonge leeftijd een sterke aversie tegen afhankelijkheid en een sociaal kwetsbare positie. Hij werd zich op jonge leeftijd bewust van zijn kleinburgerlijke status en ontleende hieraan een gevoel van onzekerheid en minderwaardigheid. Op de middelbare school werden deze gevoelens bevestigd en versterkt. Als kleine jongen werd hij door zijn moeder naar andere herbergen gestuurd om te tellen hoeveel toeristen daar aanwezig waren. Hij begon de economische concurrentiestrijd waar het gezin aan bloot gesteld werd al snel te haten.' Wellicht heeft deze economische nood ertoe bijgedragen dat zijn moeder in 1933 lid werd van de NSDAP in de hoop daarmee het gezin voor het bankroet te redden.* Omdat Walser tijdens de Tweede Wereldoorlog deserteerde werd hij al snel door de Amerikanen uit krijgsgevangenschap vrijgelaten. In 1951 promoveerde hij in Tubingen met zijn proefschrift Beschreibung einer Form over Franz Kafka. In 1953 nodigde oprichter Hans Werner Richter hem uit om een bijeenkomst van de Gruppe 47 - een linkse intellectuele discussiegroep - bij te wonen. Een jaar later won hij de prijs van de Gruppe 47 met zijn verhaal Teinplones Ende. Walser voelde een sterke verbondenheid met de regio Bodensee, waar hij oorspronkelijk vandaan kwam.^ Dit komt duidelijk naar voren in Heimatlob. Ein Bodenseebuch (1978), maar blijkt ook uit zijn deelname aan het cultuurtijdschrift AUinende (1981), een tijdschrift waarin de traditie en cultuur van Zuid-Duitsland centraal staan. Volgens Walser is de opvoeding, jeugd en de streek waar men opgroeit voor ieder mens van doorslaggevende betekenis in zijn of haar ontwikkeling. Vanuit deze achtergrond ervaart en interpreteert men de wereld en de dingen om zich heen. Ervaringen worden volgens hem altijd beïnvloed door iemands kinderjaren en zullen dus altijd een heel sterk subjectief karakter hebben.8 Walser ziet de 'grote' geschiedenis als een optelsom van kleine empirisch waarneembare en belangeloze feiten. Het heden en de geschiedenis kunnen zich daarbij alleen manifesteren binnen de begrensde horizont van het individu. Deze horizont, bestaande uit ervaringen, zal altijd alleen maar kleine details opslaan.' Dit is terug te vinden in al zijn boeken. Grote historische gebeurtenissen worden door Walser altijd beschreven vanuit het perspectief van het individu en begrensd door het beperkte waarnemingsvermogen van dit individu. Deze benaderingswijze van de geschiedenis en zijn nadruk op het subjectieve en persoonlijke, speelden een belangrijke rol in zijn politieke en maatschappelijke standpunten.
27.4
Zijn sterke band gevolg gehad dat 1958 woonde hij Henry Kissinger grote invloed op
met de streek waarin hij is opgegroeid, heeft niet tot hij zich uitsluitend in deze regio heeft opgehouden. In in Harvard University lezingen bij van onder anderen en Eleneor Roosevelt. Deze tijd in Amerika had een zijn ontwikkeling:
Bis dahin hatte ich an der Normalisierung des deutschen Lebens poHtisch und zeitgenössisch kaum teilgenommen. Ich war völlig in Literatur befangen [...]. Da war ich plötzlich in der WeU. {...] Ich war damals sehr unfroh gewesen als ich zurück muSte, das war schrecklich, zurück in diese schwierige Republik'.'O Door dit 'nieuwe' maatschappelijke bewustzijn beschouwde hij Duitsland niet meer als een ongecompliceerde thuishaven. Deze gewaarwording verwerkte hij na zijn reis in de roman Halbzeit (1960). Dit werd het eerste boek in een lange reeks boeken, essays en artikelen waarin Walser kritiek uit op de samenleving en de politiek.
Politiek activisme: Vietnam en de Koude Oorlog Vanaf 1961 begon Walser zich actief met de politiek bezig te houden door het schrijven van maatschappijkritische essays en bundels. De verandering van een passieve houding in de jaren vijftig naar politiek activisme begin jaren zestig heeft vooral te maken met de naoorlogse politieke ontwikkeling in de Bondsrepubliek. In plaats van de volledige afwijzing van het heersende systeem in Duitsland, begon Walser pogingen te ondernemen om de politiek van binnenuit te veranderen, zonder dat dit een verandering van zijn maatschappijbeeld tot gevolg had. De voornaamste aanleiding tot zijn politieke bemoeienis vormden de regerende partijen CDU en CSU die onder leiding van Konrad Adenauer een sterk centraal economisch beleid voerden. Ook hadden zij ingestemd met een herbewapening van Duitsland en had minister van Defensie Franz-Joseph StrauS zich volledig solidair verklaard met de Amerikanen inzake de Koude Oorlog.^ Op het economisch beleid had Walser veel kritiek; 'Mit ihren Aktienangeboten an den kleinen Mann' zouden zij een 'soziale Utopie' nastreven 'die aus einem Volk von machtlosen Kleinstaktionaren bestand'.'^ Over het anticommunisme van de regering meende hij dat zij een kunstmatige vijand creëerden om daarmee het volk af te leiden van de ware sociale problemen.'^ Deze wil om 'los te breken' uit het economische systeem en de daaruit voortvloeiende klassensamenleving, bleef Walser in zijn verdere leven en politieke activisme begeleiden. Zijn problemen met het thema macht verklaarde hij door over zijn kleinburgelijke afkomst te verklaren: 'Das bat mich also gegen wirtschaftliche Ohnmacht - oder Ohnmacht im 73
wirtschaftlich-sozialen Feld - erlebnisfahig gemacht und empfindlich gegen Machtausübung'.''* Walser trok vervolgens de conclusie: 'dafi Macht nur miSbraucht werden kann, ganz egal, ob sie in der Familie, in der Schule, in der Wirtschaft oder im Staat ausgeübt wird'.^^ Dezelfde thema's staan in vrijw^el alle boeken van Walser centraal. Zijn romans, novellen en toneelstukken zijn allemaal geschreven vanuit het perspectief van de hardwerkende en de van zijn 'Heimat' ontwortelde kleinburger, die niet kan ontkomen aan de macht van de elite en het heersende sociale systeem. De 'Heimat' kreeg zelf een slachtofferrol toebedeeld, te vergelijken met het proletariaat dat in een kapitalistisch systeem wordt uitgebuit.'* Door de massacultuur verdwijnt de typische regionale cultuur en daarmee ook het belangrijkste element waarmee iemand zich kan identificeren.'^ Deze opvatting en de steun van de SPD aan de oorlog in Vietnam, waren uiteindelijk zijn belangrijkste redenen om de partij te verlaten. In het verkiezingsjaar 1965 werd Walser samen met een aantal andere schrijvers, onder wie Günter Grass, benaderd om deel te nemen aan de campagne voor de SPD. In tegenstelling tot Grass weigerde Walser de campagne te ondersteunen, en even later stapte hij uit de partij. Zijn veelvuldige extreme kritiek op de SPD en haar aanhangers, in deze periode, vertelt veel over zijn ideeën over samenleving en democratie. Zijn kritiek richtte zich namelijk op de coalitie die de SPD in 1966 aanging met de CDU/CSU, en de politiek die deze drie partijen voerden met betrekking tot de Vietnamoorlog en de Koude Oorlog. Walsers kritiek op de oorlog in Vietnam werd altijd in een internationaal kader geplaatst. Hij gebruikte Vietnam echter juist als een concreet voorbeeld van het ondemocratische systeem dat in Duitsland heerste. De Duitse elite accepteerde alleen de eigen mening en verspreidde deze onder de burgers, zonder naar de burgers te luisteren. De media waren in handen van kapitalisten die de werkende bevolking afhankelijk wilden houden en de hypocriete regering steunde deze kapitalisten om het eigen belang te waarborgen.'8 Andersdenkenden werden bewust gediskwalificeerd door ze van een extreme vorm van communisme te betichten." Tijdens verkiezingen werd volgens hem door de partijen de illusie gecreëerd dat men in een democratie leefde.^o Voor Walser was het duidelijk dat de SPD en de intellectuelen die deze partij steunden deel uitmaakten van deze onderdrukking en bijdroegen aan de afhankelijke positie van de burger, in plaats van dat zij hielpen om deze positie te veranderen. Zijn kritiek op vroegere vrienden en collega's was uiterst fel in deze periode. In het essay 'Praktiker, Weltfremde und Vietnam' (1966) haalde hij fel uit naar diegenen die het ondemocratische systeem zouden ondersteunen. Hij verdedigde de schrijver Peter Weiss in diens conflict met Hans Magnus Enzensberger die zich volgens Walser in zijn opvattingen 27.4
over de oorlog in Vietnam net als Günter Grass ontpopte tot een 'Erzpraktiker'.^i In plaats van de afwijzende houding van de bevolking te vertegenwoordigen, probeerden zij de bevolking ervan te overtuigen dat deze oorlog noodzakelijk was en steunden zij zelfs het Amerikaanse beleid.^2 Walser meende hierover: 'Offenbar sind wir schon ein Stern in der amerikanischen Plagge.'^^ Er moest volgens hem tegen de heersende mening van de regerende elite worden ingegaan. Daarvoor richtte hij in 1966 een 'Büro für Vietnam' op. Hij wilde door informatie te verzamelen het eenzijdige beeld veranderen, dat de West-Duitse media over Vietnam verspreidden. In datzelfde jaar werd Walser lid van de DKP en pleitte hij zonder succes voor onafhankelijkheid van die partij van Moskou. Het is niet verwonderlijk dat hij de DKP in 1969 wegens dit internationalisme heeft verlaten.^'•^ Zijn teleurstelling in de DKP lag dus niet zozeer aan een ideologisch verschil, maar aan het onvermogen van de partij om op regionaal en nationaal niveau zelfstandig te opereren. Om de burgers hun onafhankelijkheid terug te geven was het van belang dat partijen zich alleen op de belangen van de burgers richtten en alleen aan hen verantwoording moesten afleggen. Hij wees een internationale organisatie van partijen daarom volledig af; die kon volgens hem niet de belangen van de kleine werkende man behartigen. Eind jaren zeventig begon zijn onvrede over de Duitse deling steeds meer te groeien. Dit gevoel had zich al tijdens zijn eerste reis naar Amerika ontwikkeld, maar begon nu steeds duidelijkere vormen aan te nemen. Zijn verbondenheid met de regio Bodensee kon deze onvrede niet meer compenseren. Zijn altijd al aanwezige nadruk op het belang van de eigen Heimat, botste op den duur onvermijdelijk met de Duitse deling.
Walsers 'breuk' met de linkse intellectuelen. Vanaf het begin van de jaren zeventig begon Walser zijn 'Heimat' ook op de gehele Duitse natie te projecteren. Naarmate deze ontwikkeling sterker werd, groeide zijn onvrede over de Duitse deling. Hoewel veel critici menen dat zijn bemoeienis met de Duitse deling een onverwachte en vrij plotselinge verandering was in zijn politieke en publieke activisme, is deze verandering heel goed te begrijpen. Gezien zijn opvattingen over het thema 'Heimat' kan men zijn groeiende probleem in de jaren zeventig en tachtig met de Duitse deling zeker niet als verrassend typeren, of menen dat dit geen duidelijke aanleiding had. Hij zei in een interview hierover: 'Das Wort Nation ist im Sprachgebrauch und im Selbstverstandnis der Lander, [...] so wichtig wie für den einzelnen Menschen das Wort Seele oder für den einzelnen Menschen das Wort Identitat!'^^ 75
Al in 1962 behandelde Walser in 'Ein deutsches Mosaik' zijn problematische identificatie met zijn nationaliteit en de Duitse natie. Hij noemde de Duitse oorlogsgeschiedenis als één van de oorzaken van het onvermogen om zich positief met de eigen 'Heimat' te identificeren. Hij verzette zich tegen deze negatieve associatie die Duitsers volgens hem met de eigen nationaliteit hadden en tegen het gevoel liever Europeaan dan Duitser te willen zijn.^^ Walser stelde vast dat de Duitse oorlogsgeschiedenis en de Duitse deling de belangrijkste oorzaken waren van het negatieve Duitse zelfbeeld, maar zocht nog niet naar oplossingen.2''' Pas in het artikel 'Handedruck mit Gespenstern' (1979) begon hij voorzichtig oplossingen aan te dragen, die moesten leiden tot positieve identificatie met de eigen nationaliteit: 'Ich habe ein gestörtes Verhaltnis zur Realitat. [...] Ich glaube nicht, daS man als Deutscher meines Jahrgangs ein ungestörtes Verhahnis zur Realitat haben kann. Unsere nationale Realitat selbst ist gestort. [...] Diese Nation, als gespaltene, ist eine andauernde Quelle der Vertrauensvernichtung. [...] Ich kann keinen der beiden deutschen Staaten in mir oder überhaupt verteidigen.'^s In dit artikel schreef hij voor de eerste keer dat hij de Duitse deling nooit zou kunnen accepteren 'weil sie es ihm und den anderen Deutschen unmöglich mache, sich positiv mit der nationalen Heimat zu identifizieren'.29 In dit artikel komen alle onderwerpen aan de orde waarmee hij zich de komende jaren bezig zou houden. Aan al deze thema's kan men zien dat zijn maatschappijvisie weinig veranderd is. Weer benadrukte hij het belang van de 'Heimat' en van positieve identificatie. Ook het idee dat hij niet vrij was om zijn Heimatgevoel te uiten en dat dit veroorzaakt werd door de machthebbers binnen de samenleving, kwam weer aan de orde.^o De intellectuelen en kapitalisten die hij al tijdens de Vietnamoorlog als onmenselijk bestempelde, namen ook in de Duitse schuldvraag geen verantwoordelijkheden.^i In de omgang met het oorlogsverleden en de Duitse deling zag hij opnieuw hoe de 'kleine man' werd uitgebuit. De heersende klasse, de ware misdadigers volgens Walser, profiteerde zelfs van de oorlog en ontliep haar schuld. Voor Walser was er weer sprake van het klassenverschil dat in zijn jeugd al zorgde voor een gevoel van beklemming. Vanaf eind jaren zeventig zag Walser ook steeds meer redenen voor een verenigd Duitsland en begon hij voorzichtig oplossingen te zoeken die één Duitse staat mogelijk maken. In het artikel 'Auschwitz und kein Ende' (1979) betoogde hij dat schuld alleen samen gedragen kon worden en een verenigd Duitsland de enige manier was om het nationaalsocialistisch verleden te verwerken.^^ Hij koppelde de Duitse deling los van de Tweede Wereldoorlog. In 'Über Deutschland reden' (1988) 27.4
beweerde hij dat de Duitse deling een gevolg was van de Koude Oorlog en niet van de Tweede Wereldoorlog. Volgens hem was er geen sprake van een grens maar van een front tussen Oost en West.^^ Opnieuw benadrukte hij dat de 'Heimat' het slachtoffer was van een allesoverheersend systeem. Het idee zijn Bodensee-'Heimat' te moeten verdedigen tegen de overheid, projecteerde hij op de gehele Duitse natie. De manier waarop Walser de Duitse geschiedenis benaderde, was essentieel voor zijn rechtvaardiging van één Duitse natie en zijn positieve identificatie ermee. Hij zag de Duitse geschiedenis als een ongewilde samenloop van omstandigheden, als een ongelukkig en onontkoombaar lot.3"* Hij noemde deze benadering geen 'Verharmlosung', maar een persoonlijke noodzaak: 'in meinem eigenen Kopf branche ich diese Herleitung des deutschen Geschicks zu dieser Spaltung, weil ich es sonst bei mir selber ja gar nicht aushalte als ein Deutscher.'^^ Hier komt duidelijk naar voren dat hij de verantwoordelijkheid voor de Tweede Wereldoorlog bij de machthebbers legde, en niet bij de Duitse bevolking. Zo bleef het voor de Duitse bevolking mogelijk om zich positief met de natie te identificeren. Hij verweerde zich fel tegen de intellectuelen en de Duitse overheid die hemzelf en de 'kleine man' dit schuldgevoel alsnog wilden geven, terwijl ze zelf geen verantwoordelijkheid namen. Hij bleef sterk aan dit klassendenken vasthouden. Hij schreef hierover: 'Dann ware einer, der aus einem kleinen Kerl einen groÊen Mörder macht, so verantwortlich wie der, der den Mord besorgt. Und wer am Mord blofi viel Geld verdient und jetzt wieder Konzerne bastelt oder Fabriken dirigiert, der bekame zumindest öffentlich zugewiesen seinen Anteil am vielfachen Mord.'^^ Deze benadering van de schuldvraag uitte zich ook in Walsers kritiek op de Duitse intellectuelen. Zij moesten een klimaat onder de bevolking scheppen waarin men het oorlogsverleden kon verwerken. De intellectuelen bewezen het volk echter een miserabele dienst: ze pleitten zichzelf vrij van schuld en spraken het volk belerend toe.^'' Walser objectiveerde de schuldvraag door de staat, het systeem en de machthebbers uiteindelijk verantwoordelijk te houden voor de oorlog. Tegelijkertijd pleitte hij voor subjectivering van de oorlogservaring. Het heden en de geschiedenis kunnen zich daarbij alleen manifesteren binnen de begrensde horizont van het individu. Volgens Walser is 'Gewissen nicht delegierbar'38. Herdenken is een privé-aangelegenheid, de staat of de intellectuelen kunnen en mogen niet bepalen hoe iemand uiteindelijk met het oorlogsverleden omgaat. Walser had het idee dat hem deze vrijheid ontnomen werd door wat hij het 'instrumentaliseren en monumentaliseren van Auschwitz' noemde.^^ Door de overdaad aan monumenten 77
voor en afbeeldingen van de oorlogsmisdaden was men niet meer vrij om het verleden op eigen wijze te verwerken. Ook in het Duitse vraagstuk voelde hij zich beklemd en o n d e r d r u k t door de heersende mening die door de elite werd gecreëerd en wilde hij uit dit systeem losbreken.^o In 1987 verscheen Walsers eerste roman waarin de Duitse deling en het probleem van identificatie met de 'Heimat' centraal stonden: Dorle und Wolf. De hoofdpersoon in de roman. Wolf Zieger, is een DDR-spion die in Bonn leeft. Hij spioneert niet uit ideologische overtuiging, maar om zelf Duitsland weer als een natie te beleven en de Duitse deling te overbruggen. Zieger handelt uit woede over de manier waarop de twee Duitse staten met elkaar omgaan. Hij verafschuwt de wijze waarop zij elkaar als zondebok gebruiken en als vijand bestempelen. Zieger lijdt steeds meer onder de Duitse deling en vervreemdt daardoor van zichzelf en van zijn omgeving. Uiteindelijk wordt hij schizofreen. De oorzaken van zijn slechte geestelijke gezondheid liggen duidelijk bij zijn 'Heimat' die net zo gespleten is als hij zelf is geworden. Over Ziegers beleving van de Duitse deling schreef Walser: 'Die anderen Reisenden auf dem Bahnsteig [...] kamen Ihm plötzlich vor wie halbe Menschen. Lauter Halbierte kamen ihm hin und her. Die anderen Halften liefen in Leipzig hin und her... Sie wissen nicht, was ihnen fehlt. Und kelner würde, fragte man ihn, sagen, ihm fehle sein Leipziger Halfte, sein Dresdner Teil, seine mecklenburgische Erstreckung, seine thüringische Tiefe.[...] Aber er wunderte sich, warum es keiner ausrief: Wir sind Halbierte. Und er am meisten."*' In veel opzichten is Zieger Walsers alter-ego. Ziegers houding jegens de Duitse deling is dezelfde die Walser eind jaren tachtig steeds heftiger verwoordde. Ook de gestoorde relatie die Zieger met de realiteit heeft, vertegenwoordigt Walsers eigen problematiek met de Duitse deling. Hij heeft vaak verklaard dat hij geen antwoorden had op de vraag hoe een Duitse eenheid tot stand zou moeten komen:'*^ 'Ich will nur einmal mein Gefühl zu dieser deutschen Teilung auSern."*^ Dorle und Wol/verscheen één jaar nadat hij in een interview met Die Welt de zin had uitgesproken: 'Ich werde mich nicht an die deutsche Teilung gewöhnen'.'*'* Zowel het interview als de roman zorgden voor negatieve reacties en felle kritiek. De criticus Marcel Reich-Ranicki beschuldigde hem van 'Heuchelei'.'*^ Anderen waren van mening: 'Der mann braucht Geld'.'^ö Heinrich Vormweg schreef: 'Dorle und Wolf ist freundlich gesagt, ein Ausrutscher. Wer von Zeit zu Zeit trotz vielerlei Einwanden gern liest, was der Schriftsteller Walser ezahlt, kann das nur bedauern und versuchen, es sogleich wieder zu vergessen.'^7
27.4
Linkse intellectuelen in Duitsland zagen Walser vanaf dat moment als een conservatieve nationalist. Na zijn controversiële rede 'Über Deutschland reden' (1988) werd deze mening alleen maar sterker. Deze rede was voor veel intellectuelen de bevestiging dat hij 'vom linken Saulus zum rechten Paulus' '•s ^35 geworden. De Süddeutsche Zeitung schreef: 'Am wohlsten müsse sich Martin Walser an der Seite Wilhelms II. fühlen '."*9 De breuk tussen Walser en de linkse intellectuelen die een gedeelde natie als een rechtvaardige straf zagen en één natie als een potentieel gevaar voor een herleving van het nationaal-socialisme, was compleet. Walser heeft zich altijd onbegrepen gevoeld door zijn critici en hij verwonderde zich over de geïsoleerde positie waarin hij uiteindelijk verkeerde. 50 Voor hem was er geen moment geweest waarop zijn mening duidelijk was veranderd. Er was eerder sprake van een hele geleidelijke ontwikkeling, die zijn oorsprong had in zijn idee over de noodzaak zich positief met de eigen 'Heimat' te kunnen identificeren. Walsers botsing met de linkse intellectuelen ontstond pas toen zijn 'Heimat'-gevoel met betrekking tot de regio Bodensee verschoof naar het gehele land. Dit was een belangrijk verschil. Men vond zijn ideeën over zijn Bodensee'Heimat' wel vreemd, maar dit leidde niet tot een conflict 5i Gezien zijn opvattingen over de 'Heimat' en het contrast hiervan met de Duitse omgang met nationalisme, was deze botsing een kwestie van tijd. Toen in 1989 de Berlijnse Muur viel, richtte Walser zich nog meer dan voorheen op de Duitse omgang met het oorlogsverleden. Hij meende dat Auschwitz aan de burgers opgedrongen werd om gevoelens van schuld en schaamte op te wekken. Deze instrumentalisatie diende volgens hem hedendaagse politieke doeleinden, zoals het 'klein' houden van Duitsland en haar burgers na de hereniging.^2 Deze ideeën uitte hij ook in zijn rede ter ere van de Friedenspreis des Deutschen Buchhandels die hij voor zijn boek Ein Springender Brunnen (1998) gewonnen had. In deze rede zei hij opnieuw dat herdenken een private aangelegenheid is en verzette zich tegen het creëren van een collectief schuldgevoel.53 Hij kwam hierdoor in een veelbesproken conflict met de voorzitter van de 'Zentralrat der Juden', Ignatz Bubis. Daarnaast bleven ook zijn romans, waarin hij zijn zoektocht naar een positieve identificatie voortzet, voor veel discussies en debatten zorgen.
Conclusie Afkomstig uit een kleinburgerlijk gezin, ervoer Walser het heersende klassensysteem al op jonge leeftijd als beklemmend. Hij ontwikkelde een grote afkeer van de elite, die het volk afhankelijk hield om de eigen machtspositie te behouden. Volgens hem drongen de machthebbers hun 79
mening aan het volk op en lieten ze geen ruimte om tegen deze heersende mening in te gaan. Volgens hem kan macht alleen maar misbruikt worden. Zijn (publieke) leven lang heeft hij zich verzet tegen de machthebbers en hun machtsmisbruik. Walser voelde zich afhankelijk, en vocht hiertegen. Hij projecteerde dit gevoel op het gehele Duitse volk en zocht de oorzaken binnen het overheersende systeem. Ook de 'Heimat' benadert Walser op deze subjectieve wijze. Een mens wordt sterk gevormd door zijn 'Heimat' en het is de belangrijkste bron van identificatie. Net als de kleinburgers krijgt de 'Heimat' bij Walser een slachtofferrol, beide worden uitgebuit door het systeem overheid. Walsers subjectieve benadering van zijn 'Heimat' en het idee in een alles overheersend systeem te leven, vormen de belangrijkste fundamenten van zijn denken. Doordat de overheid de economie en de massaproductie- en consumptie stimuleert, komt volgens Walser de zo belangrijke 'Heimat' in gevaar. In de jaren zeventig en tachtig hadden de burgers en de 'Heimat' nog steeds deze slachtofferrol. Een belangrijk verschil in deze periode is de verschuiving van Walsers Heimatgevoel van regionaal naar nationaal niveau. Deze verschuiving valt te verklaren vanuit het enorme belang dat hij hecht aan een positieve identificatie met de eigen 'Heimat'. Deze positieve identificatie stond haaks op de problematische omgang die de Duitsers met de eigen natie hadden. Het contrast tussen Walsers wil om zich positief te kunnen identificeren en de zwaar beschadigde Duitse nationale gevoelens was zo groot, dat een botsing tussen beide niet kon uitblijven. De problematische omgang van de Duitsers met hun eigen natie kwelde Walsers steeds meer: er moest iets gedaan worden om een positieve identificatie mogelijk te maken. De bedreigde 'Heimat', individuele vrijheid en autonomie blijven centrale thema's in Walsers werk. Ook zijn ideeën over elite en klassensamenleving heeft hij nooit verlaten. In de Duitse kwestie was de burger volgens hem niet vrij om zijn eigen mening te uiten en werd gedwongen de heersende mening van de overheid over te nemen. De bevolking werd ten onrechte voor de oorlog verantwoordelijk gehouden, terwijl overheid, intellectuelen en kapitalisten zichzelf vrijpleitten. Zij maakten een positieve identificatie met de Duitse natie onmogelijk door het instrumentaliseren van de oorlogsmisdaden. Ook tijdens de oorlog waren de burgers, volgens Walser, onafhankelijk en ondergeschikt aan een systeem. De ware misdadigers waren de machthebbers en de kapitalisten. Walser had het idee dat hij moet losbreken uit het systeem, dat hem ten onrechte voor de oorlog verantwoordelijk hield. Zijn kritiek op de 27.4
I intellectuelen is te herleiden tot dit idee. Volgens hem was het de plicht van de intellectuelen om het volk te ondersteunen, maar schaarden zij zich telkens aan de kant van de machthebbers. Deze kritiek uitte Walser al tijdens de Vietnamoorlog. Tot een breuk met de linkse intellectuelen kwam het toen echter niet. De linkse intellectuelen distantieerden zich pas van hem in de jaren tachtig, als reactie op zijn uitspraken over de Duitse deling. Hij heeft zich hier altijd over verbaasd en voelde zich onbegrepen. Zijn ideeën waren toch niet zo veranderd? Het is begrijpelijk dat Walser verwonderd reageerde op de breuk en de verwijten. De fundamenten van zijn mens- en wereldbeeld zijn immers nooit veranderd. Het verschil tussen hem en de Duitse intellectuelen kwam alleen duidelijker naar voren toen hij zich met het Duitse vraagstuk ging bezig houden. Hij is zich bewust van deze continuïteit.''^
Noten 1 Martin Walser, 'Über die neueste stimmung im Westen' in: Wie und wovon handelt Uteratur, Aufsatze und Reden (Frankfurt am Main 1973) 7-40.
2 Gerald A. Fetz, Martin Walser (Stuttgart 1997) 7-8.
3 Die Welt 29.9.86. 4 Fetz, Martin Walser, 171. 5 Antony Waine, Martin Walser (München 1980) 8-11.
6 NRC Handelsblad 24-9-1998. 7 Frank Barsch, Ansichten einer Figur Die Darstellung der Intellektuellen in Martin Walsers Prosa (Heidelberg 2000)219.
8 Joanna Jablkowska, Zwischen Heimat und Nation Das Deutsche Paradigma?: zu Martin Walser (Tubingen 2001)26. 9 Ibidem.
10 Klaus Siblewski, Martin Walser Auskunft 22 Gesprache aus 28 Jahren (Frankfurt am Main 1991) 236.
11 Antony Waine, Martin Walser, 29. 12 Ibidem, 127.
13 Ibidem, 129.
81
14 Fetz, Martin Walser, 8.
15 Ibidem. 16 Jabikowska, Zwischen Heimat und Nation, 28.
17 Martin Wfelser, l-ieiiige Broel<en, Aufsatze, Ptosa, Gedichte (V\feingarten 1986) 102. 18 IVlartin Wfelser, 'Kapitalismus oder Demokratie'in: Idem, Was zu bezweifeien war (Beriin 1976) 55.
19 Martin Wfelser, 'Praktiker, Weltfremde und Vietnam' in: Idem, Heimatl
20 Martin Wfelser, 'Die Parolen und die Wirklichkeit'in: Idem, Was zu bezweifeien war: Aufsatze und Reden 1958-1975 (Beriin 1976) 36. 21 Ibidem, 28.
22 Ibidem, 33.
23 Ibidem. 24 Roland Lang,'Wie tief sitzt der Tick, gegen die Bank zu spielen? Interview mit Martin Wfelser" in: Klaus Siblewski, iViartin Wa/ser (Frankfurt am Main 1981) 46. 25 Jochen Kelter.'Inten/iew: Deutsctilander oder Brauctien wir eine Nation?'in: Klaus Siblewski,/Mart/n Waiser Ausl
28 Martin Walser,'Handedruck mit Gespenstern' in: Idem, Deutsche Sorgen (Frankfurt am Main 1997) 219. 29 Ibidem, 220. 30 Ibidem, 216.
31 Ibidem, 223. 32 Martin Wfelser, 'Auschwitz und kein Ende' in: Idem, Deutsche Sorgen (Frankfurt am Main 1997) 29. 33 Ibidem.
34 Jochen Kelter, 'Interview: Deutschlander oder Brauchen wir eine Nation?'in: Klaus Siblewski,Mart//) Waiser, 224,
27.4
35 Ibidem. 36 ibidem, 199. 37 Niklas Frank,'interview: Ich hab'so ein Stuttgart-Leipzig-Gefülii' In: Klaus Sibiewski, Martin Walser, 252. 38 Martin Walser, Fnedenspreis des Deutschen Buchihandels 1998' (Frankfurt am Main 1998) 39.
39 ibidem. 40 Martin Walser.'Handedruck mit Gespestern' in: Idem, Deutsche Sotgen (Frankfurt am Main 1997) 217.
41 Martin Walser, Done und Wo/f (Frankfurt am Main 1987) 54. 42 Gerald A. Fetz, Martin Waiser (Stuttgart 1997) 180.[43Joclnen Kelter.'Interview: Deutsctilander Oder brauctien wir eine Nation?' in: Klaus Sibiewski, Martin Waiser, 223.
44 Sibiewski, Martin I4'a/ser 285. 45 ibidem, 286.
46 Ibidem. 47 SCiddeutsciie Zeitung Literaturbeiiage (14-4-1987).
48 Süddeutsciie Zeitung (11-1-1989). 49 Sibiewski, Martin Waiser, 287.
50 Jablkowska, Zwisciien i-ieinnat und Nation, 113. 51 Waine, Martin Waiser, 8.
52 Martin Walser, Friedenspreis des Deutsciien Buciiiiandeis, 39. 53 Frank Sctiirrmacher, Die Waiser-Bubis-Debatte, Eine Doi
54 Jablkowska, Zwisciien i-ieimat und Nation, 113.
83