Artikel: De Italiaanse ‘Wende’. De betekenis van operatie schone handen Auteur: Timo de Krasse Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 23.3, 5-14. © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl •
[email protected]
Timo de Krasse
De Italiaanse Wende De betekenis van Operatie Schone Handen Begin jaren negentig brachten onderzoeksreciiters onder leiding van Antonio di Pietro - met Operatie Schone Handen - de corrupte naoorlogse politieke orde, gedomineerd door de Christendemocraten, ten val. Of met de wijziging van het regime in Italië ook de politieke cultuur is veranderd, is de vraag. Recentelijk heeft het door Berlusconi (tegen wie momenteel drie processen wegens corruptie lopen) beheerste parlement een wetsvoorstel aangenomen dat bepaalt dat in het buitenland verkregen bewijsmateriaal niet rechtsgeldig is. Skript maakt de balans op; Heeft Operatie Schone Handen een omwenteling, een Italiaanse Wende teweeggebracht of verandert er in dat land toch nooit iets? 'I do something for you, you do something for me. That's how things work in Italy'. 'Corruptie' is een normatief begrip. Maar al te vaak beoordelen wij landen en samenlevingen met heel andere politieke cultuur dan de onze naar Noord-Europese maatstaven en dan is er in onze ogen al snel sprake van corruptie. Het cliëntisme is in de Italiaanse samenleving diepgeworteld en kent een geschiedenis die teruggaat tot de Klassieke Oudheid. Is het dan gek dat dit land corrupt is? 'Neen,' vindt Jaap van Osta, historicus verbonden aan de vakgroep Italiaans van de Universiteit Utrecht en auteur van Geschiedenis van het moderne Italië: tussen liberalisme en fascisme, in de Nederlandse
Antonio di Pietro
geschiedschrijving inmiddels hèt standaardwerk over Italië, 'Deze praktijken zijn te verklaren aan de hand van de rol en de functie die een politieke partij in de optiek van de Italianen heeft. Italië is laat geweest met partijvorming. Terwijl in ons land reeds in 1879 met de ARP de eerste moderne politieke partij ontstond, maakten de Italianen pas na de Eerste Wereldoorlog kennis met dit fenomeen toen in 1914 de Christendemocratische Partito Populare Italiano werd opgericht. De ontwikkeling van de PPI werd lang gefnuikt door de tegenwerking van het Vaticaan. De eerste politieke massapartij, die in Italië (met geweld overigens) daadwerkelijk doorbrak, was de fascistische partij. In de totalitaire fascistische staat opende het lidmaatschap van de PNF (Partito Nazionale Fascista), of zoals de Italianen zeiden de Per Nesceta Familiare (voor de familienoden), deuren en bood toegang tot alles wat je nodig had. De fascistische partij werd razend populair De Italianen sloten zich massaal aan, niet zozeer omdat ze overtuigde fascisten waren, maar omdat het lidmaatschap onontbeerlijk was voor het regelen van van baantjes en carrièremogelijkheden. Zo heeft zich bij de Italianen het beeld ontwikkeld dat een politieke partij er is om je materiële belangen te behartigen.'
Trasformismo Na de oorlog is de praktijk die onder de fascisten was ontstaan, niet verdwenen. Hij werd overgenomen door de democratische partijen, die op de traditionele Italiaanse wijze functioneerden. Ze werden gerund door partijbonzen, zetbazen die aan de macht bleven zolang ze maar goed voor hun clientèle zorgden. Het politieke landschap werd gedomineerd door twee grote partijen. Als er land in West-Europa tijdens de Koude Oorlog één land was waar de dreiging van een communistische overname daadwerkelijk voor de deur
stond, dan was het wel Italië. Onze CPN viel in het niet vergeleken met de gigantische Partito Comunista Italiano, de tweede partij van het land. De PCI is echter altijd buiten spel gezet door de grootste partij de Democrazia Cristiana, die tot 1994 onafgebroken aan de macht is geweest. Hoe kon de DC het land vijftig jaar lang zo in zijn greep houden? 'In feite was er sprake van een geblokkeerde democratie,' aldus Van Osta. 'De socialisten en de sociaaldemocraten hebben met name onder Betino Craxi wel gepoogd de Christendemocratische hegemonie te doorbreken, maar zijn altijd te klein gebleven om een vuist te kunnen maken. Op een communistische regering zaten de Italianen ook niet te wachten. Zo gaf in 1975 het geweten van de natie, de intellectueel Montanelli, het Italiaanse volk het stemadvies om 'hun neus dicht te knijpen en toch maar op de DC te stemmen'. Al was de Christendemocratische partij een corrupte bende, ze was wel de enige garantie tegen een machtsovername door de communisten. De zaak zat muurvast door het in de Italiaanse politiek zo beruchte 'trasformismo'; je maakt de oppositie onschadelijk door kleine splinters van de oppositie te coöpteren, hiermee een meerderheid te vormen én de grote oppositiepartijen buiten de regering te houden. De Christendemocraten hadden Italië in handen en de DC werd dé partij die de baantjes verdeelde, concessies aan bedrijven verleende, staatsgelden verdeelde, kortom die, net als de fascistische partij vroeger de materiële belangen van de Italianen behartigde. De communisten waren deze praktijken evenmin vreemd. Op kleinere schaal op lokaal niveau zorgde ook de PC goed voor haar leden. De corruptie tierde welig en vierde vooral in de jaren tachtig hoogtij.'
Mario Sègni
Mario's missie Historische processen roepen tegenkrachten op. Begin jaren tachtig sloeg justitie een grote slag in het schandaal rond de Banco Ambrosiano, waarin het tot veel veroordelingen kwam. Wat begon als een bekoelde relatie tussen de politiek en de rechtelijke macht mondde uit in een regelrechte machtstrijd. De corrupte politici zagen dergelijke processen met angst in hun hart aan en namen maatregelen om zich de rechters van het lijf te houden. Tussen 1987 en 1992 nam het parlement 50 wetten aan die de bevoegdheden van het gerechtelijke apparaat beknotten. Een andere uitdaging aan het adres van de gevestigde orde kwam uit onverwachte hoek. Mario Segni, een nobele christendemocraat, voerde sinds de jaren tachtig met zijn comité voor electorale hervorming campagne om de status quo in de Italiaanse politiek door iniddel van een wijziging van het kiesstelsel te doorbreken. Hoe is het mogelijk dat uitgerekend een christendemocraat het systeem wilde veranderen? 'De DC was geen homogeen geheel,' verklaart Peter Mair, comparatief politicoloog aan de Universiteit van Leiden. 'Segni kwam uit de progressieve vleugel van de partij en was teleurgesteld in de politiek zoals die zich in zijn land had ontwikkeld, hi Italië bestond een systeem van evenredige vertegenwoordiging waarbij voorkeurstemmen zwaar wogen. Veel senatoren en afgevaardigen hadden daardoor hun zetel aan prominente politici te danken, wat factievorming en cliëntelisme in de hand werkte. Om dit te doorbreken streefde Segni naar de invoering van een districtenstelsel, waarbij alle politici op eigen titel in de senaat of het parlement zouden komen. Omdat het grondwettelijk niet mogelijk was om de kieswet volledig te wijzigen, zouden vijfenzeventig procent van de zetels in de senaat en het parlement door middel van het districtenstelsel verdeeld wor-
den. Om meer dynamiek in de Italiaanse politiek te brengen wilde men komen tot een tweepartijenstelsel naar Frans model, met een blok van linkse partijen en een blok van rechtse partijen.'
Aardverschuiving In 1992 zagen de rechters hun kans schoon. In februari werd Mario Chiesa, directeur van een bejaardentehuis in Milaan, gearresteerd wegens het aannemen van 7 miljoen lire aan smeergeld. De veroordeling van Chiesa vormde het begin van Operatie Schone Handen. Onder leiding van Antonio di Pietro legden onderzoeksrechters vanuit Tangentopoli (stad der smeergelden, zoals het epi-centrum van de corruptie Milaan indertijd genoemd werd) een netwerk van corruptie bloot. De jacht op landelijke kopstukken als Gianni De Michelis en Claudio Martelli en Betino Crax - die naar Tunesië vluchtte - was geopend. De parlementaire onschendbaarheid van één derde van de afgevaardigden en senatoren in Rome werd opgeheven. Op het hoogtepunt van Operatie Schone Handen in 1994 hadden 3.000 topmensen een proces wegens corruptie aan hun broek. In april 1993 beleefde Segni zijn 'moment of glory'. In een referendum sprak zestig procent van het Italiaanse electoraat zich uit voor een hervorming van het kiesstelsel. In de verkiezingen van 1994 rekenden de kiezers met het oude corrupte regime af Welke factoren hebben de aardverschuiving aan het begin van de jaren negentig teweeggebracht? Van Osta: 'Primo: de komst van de EMU, secundo: de Val van de Berlijnse Muur. In 1992 drukte het Verdrag van Maastricht de Italianen met de neus op de feiten; zo kon het niet langer, de corruptie begon een gevaar voor de economie te vormen. Italië werd gedwongen om orde op zaken te stellen om aan de eisen voor deelname aan de Europese Monetaire Unie te voldoen. Zoals het tot dan
Gianni De Michelis en Claudio Martelli i
toe ging, konden ze dat wel op hun buik schrijven. Bedrijven waren kapitalen kwijt aan alle smeergelden, geld dat in de zakken van de politici verdween en dus niet geïnvesteerd werd. Zo werd structureel een grote kapitaalstroom aan de economie ontrokken. Dit noopte de Italianen om maatregelen tegen de corruptie te nemen en verklaart de processen in 1992. Daarnaast was er een einde gekomen aan de onaantastbare positie van de DC in Italië. Door de gewijzigde verhoudingen in de wereld na de Koude Oorlog had de rol, die de DC altijd had gespeeld als buffer tegen het communistische gevaar, haar betekenis verloren. De communistische partij was in de nieuwe situatie gelegitimeerd.'
Hup Italië Na de verkiezingen van 1994 was er een stelsel met een links en een rechts blok ontstaan, dat ruimte bood voor regeringen van wisselende samenstelling. Nadat het oude regime van de christendemocraten was ingestort, verscheen een nieuwe speler op het politieke toneel. Silvio Berlusconi, Italics machtigste mediamagnaat stampte in korte tijd een partij uit de grond; Forza Italia. Volop gebruik makend van de propagandamogelijkheden van zijn drie nationale televisiezenders werd deze partij gerund door mediamanagers van Publitalia. In focusgroepen werden de wensen van de kiezers geïnventariseerd. Forza Italia beloofde de Italianen wat ze wdlden; lagere belastingen, deregulatie, een stevige lire en een miljoen nieuwe banen. In de dynamiek van de gebeurtenisen kwamen daarnaast twee andere rechtse partijen bovendrijven; de Alleanza Nazionale van Gianfranco Fini en de Lega Nord van Umberto Bossi. Italië ging het nieuwe tijdperk in met een regering van Forza Italia, AN en de Lega Nord. Een gekwiest zakenman, die toen de corruptie welig tierde een heel zakenimperium heeft opgebouwd, was dat nou de
man met wie alles anders zou worden? 'Een gemiste kans, oude wijn in nieuwe zakken', stelt Van Osta, 'Terwijl het moment daar was om met een schone lei te beginnen ontbrak het aan politieke wil; veel Italianen hadden boter op hun hoofd en stelden hun belangen veilig door te stemmen op Forza Italia van Berlusconi, een zakenman die zelf een heel concern had te verliezen.' Mair: 'Berlusconi had zijn Fininvest-imperium opgebouwd, gebruik makend van zijn connecties met invloedrijke politici zoals Betino Craxi. Toen deze allemaal van het toneel werden gevaagd, heeft hij Forza Italia opgericht om zijn privébelangen veilig te stellen. Forza Italia is net zo corrupt als de DC. Het verschil is dat corruptie door de Christendemocraten werd aangewend om aan de macht te blijven, om stemmen te winnen, terwijl Forza Italia stemmen wint om het corrupte systeem in stand te houden.' Jan van der Putten, ex-correspondent voor de Volkskrant in Italië en auteur van het boekje De Italianen geeft aan hoe Berlusconi de weerstand tegen de communisten heeft uitgebuit. 'De communisten waren ook niet geheel brandschoon maar dit viel in het niet bij de corruptie bij de andere partijen. Na zijn eerste overwinning heeft Berlusconi zijn tijd alleen maar besteed aan de strijd tegen de rechters. Hij gebruikte daarbij het voorwendsel dat zij instrumenten van de communisten waren.' Berlusconi ging in zee met coalitiepartners van bedenkelijk allooi. Toen de partij van Jörg Haider aan de macht kwam, leidde dit binnen en buiten Oostenrijk tot een storm van kritiek. Waarom was het in Itahë blijkbaar geen probleem om een neofascistische (of zoals ze zichzelf noemt 'postfascistische') partij in de regering te hebben? 'De AN had het voordeel dat ze nog geen regeringsverantwoordelijkheid had gedragen en dus ook niet door corruptie besmet was,' aldus Van
Fini, Berlusconi, Bossi
Osta, 'De AN is de opvolger van de neofascistische MSI, maar is zeker niet te vergelijken met bijvoorbeeld de FPÖ van Jörg Haider in Oostenrijk, dan zou ik eerder denken aan de Lega Nord van Umberto Bossi. De AN is onder leiding van Gianfranco Fini omgevormd tot een rechtsconservatieve Gaulistische partij.' In 1996 bracht Bossi het eerste kabinet Berlusconi met een motie van wantrouwen ten val. Hoe is het sedertdien verder gegaan? Van der Putten: 'Onder Invloed van de processen is de corruptie zeker afgenomen. Dat was bijvoorbeeld te merken aan de aanbestedingen in de publieke sector, die werden opeens de helft goedkoper omdat er geen smeergeld betaald hoefde te worden. Operatie Schone Handen gaat in principe nu nog steeds door, maar de schwung is er wel uit. De 3.000 processen hebben geen enkele veroordeling opgeleverd. Ze zijn öf verjaard öf in hoger beroep niet ontvankelijk verklaard.' In 1995 richtte Romano Prodi de 'Olijfcoalitie' op. Was dat een hoopvol teken? 'Nadat de DC was ingestort, kwamen veel beroepspolitici zonder partij te zitten en gingen zich hergroeperen,' aldus Van Osta, 'Er onstonden een groot aantal kleine politieke clubjes, zoals die van Cossiga, die als ex-president recht heeft op een senatorzetel voor het leven maar het politieke bedrijf toch niet kon missen. Alle herstichtingen van ex-DC politici hebben het politieke landschap tot een chaos gemaakt. Inmiddels telt Italië niet minder dan dertig partijen. De linkervleugel van de oude Christendemocratische partij heeft zich onder leiding van Prodi in de Olijfcoalitie verenigd. Prodi is een econoom die in de jaren tachtig zijn sporen had verdiend toen hij slechtlopende staatsbedrijven weer gezond wist te maken en geniet een reputatie van onkreukbaarheid.' Mair: 'Onder Prodi is er veel vooruitgang geboekt. Om aan de
EMU-normen te voldoen is er een effectief begrotingsbeleid gevoerd. Iets dat onder de Christendemocraten volstrekt onmogelijk was.'
Restauratie Inmiddels is de coalitie van Forza Italia, Aleanza Nazionale en Lega Nord weer 'back in business'. Zijn er verschillen met het eerste kabinet Berlusconi? Van Osta: 'Bossi, die in 1995 de regering liet vallen, helpt dit kabinet niet meer aan een meerderheid. Berlusconi heeft inmiddels geleerd dat het besturen van een land toch wel iets anders is dan het runnen van een bedrijf Tijdens zijn vorige regeerperiode veroorzaakte hij bijvoorbeeld veel opschudding door allemaal mannetjes van zijn Fininvest imperium bij de nationale omroep de RAI benoemen.' Is Italië anno 2001 minder corrupt geworden? 'Ja', zegt Mair. 'Er is nog wel corruptie, maar deze komt alleen een laag niveau en op veel kleinere schaal voor dan voorheen.'. Van Osta is minder optimistisch: 'Men is voorzichtiger geworden, maar links heeft het toch teveel laten liggen; als het tweede kabinet Berlusconi een succes wordt dan zie ik het toch wel somber in..' Van der Putten spreekt van een 'restauratie'. 'De gebeurtenisen aan het begin van de jaren negentig waren een dappere poging om met de slechte gebruiken van dit land te breken. De loyaliteit van de Italianen ligt nu eenmaal bij de familie, het dorp, de regio en niet bij de overkoepelende centrale staat, waar men zeer wantrouwend tegenover staat. Je bent wel stom als je daar geen misbruik van maakt. Nu Berlusconi weer aan de macht is, gaan deze praktijken weer volop door en dreigen ze de normen van de EMU niet te halen. De oppositie heeft niet goed ingezien dat Berlusconi geen gewone politicus is en hebben verzuimd de rechters tegen hem te steunen.' 'Business as usual' dus, de Italiaanse vos verliest wel zijn haren
Romano Prodi
maar niet zijn streken. Zoals de zaken er nu voor staan kunnen de Italianen voor hun materiële belangen het best terecht bij Forza Italia..