Artikel: Oorlog op de Trouw-redactie. De Amerikaanse ‘war against terrorism’ op een kranten-redactie Auteur: Perry Feenstra Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 23.4, 4-13. © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl •
[email protected]
Perry Feenstra
De oorlog in Trouw Afghaanse crisis op de redactie
Er valt veel te zeggen over de manier waarop media omgaan met oorlogen, met conflicten. Maar hoe gaat een redactie nu in de praktijk om met een oorlog of een gebeurtenis van een omvang van de aanslagen op de Verenigde Staten op 11 september 2001. Een verslag over chaos of orde, stress of kalmte, feit of vermoeden op de redactie van het dagblad sinds de 11 de september. AMSTERDAM - De Verenigde Staten zijn gisteren getroffen door de zwaarste reeks terreuraanslagen in de geschiedenis. President Bush heeft aangekondigd met alle middelen jacht te maken op de onbekende daders, die twee vliegtuigen te pletter lieten vliegen tegen het World Trade Center in New York en met een derde het Pentagon, het ministerie van defensie in Washington, ramden. Gevreesd wordt dat het aantal slachtoffers in de duizenden loopt. Het World Trade Center stortte volledig in, het Pentagon deels. Gisteravond stond vast dat zeker vierhonderd mensen zijn omgekomen. De chaos in New York was compleet Het wereldhandelscentrum bij Wall Street werd om 14.48 uur (8.48 lokale tijd) getroffen door een vliegtuig van American Airlines. Achttien minuten later werd de tweede WTC-toren in het midden geraakt, voor het oog van de camera's, door een ander gekaapt toestel van American Airlines. De straten van de stad boden een aanblik alsof de Derde Wereldoorlog
was uitgebroken. Zo opende dagblad Trouw de dag na dinsdag H september de krant. Een voorpagina die een totaal andere aanblik bood dan normaal. Slechts een artikel met een openingskop groter dan de krant in de huidige lay-out ooit kende en een enorme foto. Daarnaast een korter dan normaal hoofdredactioneel commentaar en veel doorverwijzingen: pagina 2, 3,4,5 en 6 en een flink deel van het katern 'de Verdieping' aan de aanslag gewijd. 11 September kwam in een tijd waarin er juist al dagenlang weinig nieuws was. In een tijd dat met name de redactie buitenland nogal eens alle inventiviteit moest aanspreken om de ruimte op een waardige manier te vullen. Maar vanaf die elfde was aan die periode een zeker einde. Hieronder een verslag aan de hand van de verhalen van twee redacteuren op de redactie buitenland. Een snelle blik in de keuken van een krantenredactie in 'oorlogstijd'.
De 11e september Op het tijdstip dat het eerste vliegtuig het WTC in vloog, stond er geen TV op CNN. Wie overdag over een krantenredactie loopt zal voornamelijk teletekst op de tv-schermen her en der in de redactiezaal zien. Het zegt wellicht iets over de tijd dat het juist een beurshandelaar was die een bevriende economie-redacteur belde om haar te attenderen op het net gebeurde. Haar schreeuw over de redactiezaal werd in eerste instantie met ongeloof beantwoord, maar naarmate de TVs op CNN waren gezet, legde iedereen het werk neer op de redactiezaal. "Overal zag je groepjes mensen om de tv's staan", graaft Gert Jan Rohmensen (37), buitenlandredacteur, in zijn geheugen. "Toen was er nog de twijfel over wat er nu werkelijk gebeurde. Je zag een toren in brand staan, maar de beelden van de amateur-
filmers waren er nog niet. Als je dan vervolgens live het tweede vliegtuig ziet inslaan, word je snel duidelijk dat dit een heel groot news-event is. Via de persbureaus probeerden we erachter te komen wat er nu werkelijk aan de hand was. CNN wist het ook niet. Vrij kort daarna werd natuurlijk veel duidelijk toen ook het Pentagon nog eens geraakt werd. Er was sprake van een gecoördineerde terroristische aanslag" Duidelijk wordt ook dat de krant zoals die gemaakt wordt voor de volgende dag radicaal moet worden veranderd. Reeds gemaakte stukken, stukken waaraan gewerkt wordt, worden van de lijst geschrapt. Er wordt vergaderd, veel vergaderd. Redacteuren die een vrije dag hebben of anderszins niet op de redactie aanwezig zijn, koinen binnen. Anderen worden thuis opgebeld om of ook te komen of thuis taken uit te voeren. Rohmensen. "Op zo'n moment is het enerzijds een gekkenhuis doordat er zoveel mensen aanwezig zijn. Ik herinner me dat ik vreesde dat het overzicht niet te bewaren zou zijn, dat er verschillende artikelen geschreven werden met dezelfde invalshoek, overlappingen. Maar wat toch opviel was dat er totaal geen sprake was van paniek. Er werd verrassend adequaat gereageerd. " De enige vaste correspondent van Trouw in de Verenigde Staten, Bert van Panhuis, zat het niet mee. Juist op het moment dat de ramp in de VS zich voltrok, zat hij in het vliegtuig terug naar de VS na een korte vakantie in Nederland. De correspondent moest terug naar Nederland, aangezien het vliegverkeer boven de Verenigde Staten stil werd gelegd. Het duurde dagen voordat hij terug kon, zodat hij noodgedwongen op de redactie in Amsterdam plaats nam. Het was duidelijk dat iemand verslag moest doen vanuit New York. Rohmensen: "Inderdaad zijn we onmiddellijk op zoek gegaan naar iemand die daar ter plekke was. Die was snel gevonden in de per-
De vaste correspondent van Trouw was tijdens de aanslag op weg naar de VS, maar was gedwongen terug te keren naar Nederland
soon van Remke de Lange die wel vaker voor ons freelance werk had gedaan. Zij is de straat opgestuurd om sfeerverhalen te maken." Rohmensen wijst op het voordeel dat een krantenredactie heeft boven media als TV en radio. "Er was gewoon nog aardig wat tijd tot de deadline die rond 23.30 uur ligt. Die tijd kun je gebruiken om invalshoeken te vinden, onderscheidende verhalen te maken. We hebben heel nadrukkelijk gezocht naar de menselijke verhalen achter het geheel. Vanaf dat moment was het dagen maken van 's ochtends 11 tot 's avonds 11." De aanslagen op de Verenigde Staten en de gevolgen ervan die langzaam duidelijk werden, waren natuurlijk in de eerste plaats een zaak van de buitenlandredactie. Maar juist het 'mondiale' karakter van deze aanslagen maakte dat het wekenlang ook de andere redacties in zijn greep hield. De economieredactie probeerde in te schatten hoe het gebeurde de mondiale en meer specifiek de Nederlandse economie zou beïnvloeden, de binnenlandredactie ging op zoek naar de mening van de Moslims in Nederland, naar Nederlandse vertakkingen van het netwerk van Osama bin Laden, de parlementaire redactie volgde het debat over wel of geen steun aan de Amerikanen. De podiumredactie, de redactie religie en filosofie, de redactie van de katernen de Verdieping en Letter en Geest. De hele krant in de ban van de botsing der culturen.
De tegenaanval Aanval op Afghanistan begonnen Van onze verslaggevers WASHINGTON, AMSTERDAM - De Verenigde Staten en Groot-
De hele krant in de ban van de botsing der culturen.
Brittannië zijn gisteravond begonnen aan een militaire campagne waarvan de reikwijdte en tijdsduur nog niet zijn te overzien. President George Bush waarschuwde voor een maandenlange operatie, waarbij „regeringen die terroristen steunen, zullen boeten". Op de zondagavond dat de Amerikanen beginnen met de aanval op Afghanistan was dat voor niemand een verrassing meer. Zelfs het tijdstip was door velen voorspeld en zeker op de redactie werd rekening gehouden met een start van de aanvallen die zondag. Nadat er wat extra mensen gebeld waren, bleek het in tegenstelling tot wat je wellicht zou verwachten op de redactie niet eens zo'n heel hectische avond. Tenslotte was de aandacht al dagen voor het begin van de bombardementen naar Afghanistan verplaatst, landkaartjes waren al gemaakt en geplaatst, evenals overzichten van Britse en Amerikaanse schepen, vliegtuigen, manschappen. Gertie Schouten was toen de tegenaanval begon plaatsvervangend chef van de buitenlandredactie. "Veel mensen zullen denken dat het hier een gekkenhuis was na elf september, maar dat valt reuze mee. Er zijn weliswaar veel meer mensen op de redactie dan normaal, maar toch weet iedereen wel wat te doen. Het is zeg maar een georganiseerde chaos." De dagen na het begin van de oorlog bleek het vrijwel onmogelijk om naar Afghanistan te gaan. Sommigen lukte dat ook - enkelen drongen zelfs door in het Taliban-gebied. Zowel Schouten als Rohmensen benadrukken het belang van 'aanwezig zijn'. Ondanks dat een redacteur die achter zijn bureau in Amsterdam zit zeer waarschijnlijk meer kan produceren. "Voor de sfeerverhalen moet je er sowieso zijn", stelt Schouten, "maar ook om de sfeer te proeven, om de mensen te spreken." Rohmensen vult aan dat de verhalen die een correspondent ter plekke maakt doorgaans ook gezichtsbepalend
D
zijn voor de krant. "Ondanks datje achter je bureau de beschikking hebt over veel meer feitenmateriaal, het komt alleen ter plekke tot leven." De correspondente van Trouw die normaal in Moskou verblijft, Wendelmoet Boersema, trekt een aantal dagen met de Noordelijke Alliantie op om vandaar verhaal te doen. Rohmensen pakt zijn spullen bij elkaar om naar Pakistan te gaan. Vanuit Pakistan heeft hij verslag gedaan van de demonstraties tegen de medewerking die de Pakistaanse regering aan de Amerikanen verleende. Daarnaast sprak hij er met mensen die net uit Afghanistan weg waren, als hulpverleners. "De persbureaus als Reuters, AP en het Franse AFP geven wel wat reportages, maar nooit precies wat je wilt hebben." Daarnaast biedt een tijdelijk verblijf ter plekke inzicht in de werkelijke situatie dat je meeneemt terug naar de redactie. "De camera's van bijvoorbeeld CNN laten alleen de plek zien waar het meest gebeurt. Op televisie leek het wel of Pakistan in de brand stond. Dan zie je dat je niet op zulke beelden af kunt gaan: Eenmaal daar bleek dat Pakistan alles behalve in brand stond. Als je niet je best deed om bij de demonstraties te zijn, badje alle kans ze te missen." Rohmensen had het voornemen om naar Jalalabad te gaan. Op de dag dat er op de weg naar die stad -die Rohmensen ook zou nemenvier journalisten vermoord worden, ziet hij daar in overleg met de redactie in Amsterdam vanaf. Overigens zit hij, terug in Nederland, nog steeds te wachten op het juiste moment om alsnog te gaan. "Begin januari naar Kabul", denkt hij zelf. "Dat soort zaken worden altijd overlegd met de chef van de deelredactie en natuurlijk met de hoofdredactie. Samen probeer je een afweging te maken over de gevaren en de eventuele baten. "Trouw is in dit soort beslissingen altijd voorzichtig, wellicht voor-
zichtiger dan andere media", vult Schouten aan. "Als coördinator hier in Amsterdam voel je je zeer verantwoordelijk voor de mensen die je uitzendt naar het gebied. Ondanks dat we er erg voorzichtig mee zijn, komt de beslissing om iemand uiteindelijk naar het gebied te laten gaan toch mede neer op jouw schouders en dat voel je. Tenslotte ben je nooit zeker of het wel echt veilig is. Met name toen Wendelmoet Boersema bij de Noordelijke Alliantie in Afghanistan verbleef heb ik daar veel angst en twijfel over gehad. Op een gegeven moment had ik haar aan de lijn en toen vertelde ze heel droog dat ze terwijl ze door het bos rende gewoon vlak naast zich een kogel in het zand hoorde inslaan. Een plofje, zei ze zelf. Ja, dan moet je een beetje lachen, maar later bedenk je dat het maar een paar meter scheelde." Schouten blijft benadrukken, net als de hoofdredactie overigens, dat veiligheid het eerste en belangrijkste argument voor Trouw is in de beslissing uitzenden of niet. "Ook toen we met de hoofdredactie overlegde of Wendelmoet dan dat gebied in mocht - zij wilde dat graag - kwam dat voorop. We gaan ons niet te laten leiden door een drang om per se de eerste te willen zijn. De weg die Wendelmoet ging bewandelen was toen al door meer journalisten bewandeld. Dat was een van de belangrijkste argumenten om haar haar gang te laten gaan. Maar goed, in oorlogstijd blijft ook dat een onzeker argument. Want het was hetzelfde argument waarop we zaten te wachten om Gert Jan vanuit Pakistan naar Jalalabad te laten gaan. Op de ochtend dat ik hoorde dat er verslag werd gedaan vanuit die stad, dacht ik dat het daarmee tijd was voor Gert Jan om te gaan. Een uur later bleek dat er vier journalisten vermoord waren." In tegenstelling tot de grote persbureaus kan een dagblad zich veel gemakkelijker de 'luxe' veroorloven niet onmiddellijk ter plekke te zijn. Schouten: "Het komt er in mijn visie ook niet altijd alleen maar
Op een gegeven moment had de correspondente aan de lijn en toen vertelde ze heel droog dat ze terwijl ze door het bos rende gewoon vlak naast zich een kogel In het zand hoorde inslaan. Een plofje, zei ze zelf.
op aan om zo snel mogelijk te gaan. Nu bijvoorbeeld zit Gert Jan weer te wachten om te gaan, maar in principe kan hij net zo goed over een paar maanden gaan. De verhalen die er vandaan komen blijven voorlopig interessant. De tijden dat we er niet zitten doen we het met de persbureaus en andere media. Je kunt niet de hele tijd maar sfeerrapportages blijven brengen. Daar zit de lezer ook niet op te wachten." De rol en de opstelling van de Westerse media in de Kosovo-oorlog is achteraf veelvuldig bekritiseerd. Met name was de kritiek dat de journalisten hun oren te veel hadden laten hangen naar de woordvoerders van de Navo. Schouten draait er niet om heen dat het in oorlogssituaties soms ondoenlijk is te achterhalen wat nu precies waarheid is en wat niet. "We zijn tamelijk terughoudend geweest met het aannemen van informatie verstrekt door de Amerikanen. De Kososvo-oorlog en ook de Golfoorlog zit nog vers in het geheugen en achteraf blijkt dan toch telkens dat de verhalen van de officiële woordvoerders vaker niet klopten of meer overdreven waren dan we destijds dachten. Ik heb het gevoel dat we bij Trouw daar op een goede manier mee om zijn gegaan. De persconferenties van de Amerikanen werden gebruikt als één van de informatiebronnen, die je net als andere bronnen nog wel langs de meetlat van je eigen inzicht en langs andere informatiestromen legt." Zowel Rohmensen als Schouten komen als het om bronnen gaat snel op de rol van de Amerikaanse media in dit conflict. Beiden hebben weinig waardering voor de rol van met name de televisiestations is de Verenigde Staten. "Opvallend in dit conflict is de snelheid waarmee CNN als bron werd afgeschreven", begint Schouten. "Het was natuurlijk snel duidelijk dat ze in deze tijden van oorlog patriottisme en pro-Amerikaanse verslaggeving prefereren. Dat geven ze zelf trouwens ook toe. De Amerikaanse kranten zijn iets kritischer
dan de televisiestations, maar ook daarin vind je bepaalde discussies die hier al tijden lopen, nog steeds niet of heel klein terug. Het verbaasd me bijvoorbeeld dat er zo weinig kritiek is op het zomaar aanhouden van verdachten en ze vervolgens ook nog eens lang vasthouden." Wat betreft de informatie uit de oorlog zelf, doen we het veel op basis van de persbureaus, AP, AFP en vooral Reuters. Daarnaast maken wij veel gebruik van de verslaggeving zoals de BBC die doet. Maar er zijn ook kranten uit bijvoorbeeld Pakistan via internet te raadplegen. Daar komt weer een voordeel om de hoek van het feit dat iemand al langer zijn aandacht op een bepaald land gericht heeft en er meerdere malen is geweest. In het geval van Gert Jan, hij weet precies welke bronnen uit het land we wel kunnen vertrouwen." Het op zich vervelende feit dat de vaste correspondent niet in de Verenigde Staten was na de 11de september bleek op een zelfde manier ook voordelen te hebben. Hij werd voor de redactie in Amsterdam de vraagbaak met een adresboek vol Amerikaanse bronnen. De twee buitenlandredacteuren bestrijden krachtig dat hun werk aan het bureau bestaat uit het vertalen van door persbureaus aangeleverde feiten. Schouten: "In feite kun je de werkzaamheden scheiden in wat de dagploeg doet en wat de avondploeg doet. De avondploeg moet sneller het laatste nieuws tot een deugdelijk artikel omvormen en dat komt dus dichter bij vertaalwerk. Maar zeker de dagploeg die meer tijd heeft gebruikt zijn eigen kennis van het gebied en zijn ervaring om de berichtgeving van de verschillende persbureaus op waarde in te schatten, te vergelijken en zo tot een eigen verhaal te komen. Doordat de reizen naar andere streken dan het oorlogsgebied afgelast waren, hadden we wel aardig wat handen aan het bureau."
B
Wanneer de oorlog 'stopt' Alles verliest na verloop van tijd zijn urgentiewaarde. Hoe belangrijk, hoe wereldomvattend een nieuwsfeit of een serie van nieuwsfeiten op één vlak dan ook, de eerste dagen mag het de kranten domineren om daarna geleidelijk teruggedrongen te worden. Terwijl de oorlog in Afghanistan nog voortduurt weet bijvoorbeeld het terugtreden van een Nederlands politicus de opening van de krant te halen.Zo'n twee weken lang bracht Trouw dagelijks ruim vier pagina's die geheel in het teken stonden van de aanslagen. Toch komt er een moment waarop de normale indeling van de krant het weer overneemt, waarop pagina 3 weer gewoon het binnenlandse nieuws staat. Uit het verhaal van Schouten blijkt dat er geen duidelijke redenen zijn om die overstap te maken. ,,Dat is heel raar, je bekijkt van dag tot dag hoe het gevoel is", legt ze uit. ,,Zo denk je een tijd lang dat we veel pagina's moeten maken, maar op een gegeven moment denk je: nu moet het echt minder worden. Waar we na 11 september wel iets van twee weken dagelijks meerdere pagina's maakten alleen over de aanslag, gingen we na het begin van de oorlog al na drie dagen terug naar de normale omvang. Echt duidelijke argumenten kan ik niet geven, maar het is een heel duidelijk gevoel. Het heeft te maken met het punt waarop je zelf als lezer van je eigen krant en consument van andere media overvoerd begint te voelen met Afghanistan nieuws." ,.Natuurlijk omdat het dit keer niet zozeer twee landen die in gevecht zijn. Maar ook journalistiek gezien is dit een andere oorlog. Normaal gesproken is er een oorlog en dat is het dan ook. Maar dit keer is er speelt er vanuit hetzelfde conflict veel meer op de wereld, overal op de wereld. Deze oorlog is eigenlijk één van de verschijningsvormen die je als journalist volgt van een veel groter conflict. Er zijn in dit conflict raakvlakken tussen alle deelredacties"
Er komt een moment waarop de normale indeling van de krant het weer overneemt, waarop pagina 3 weer gewoon het binnenlandse nieuws staat.