Artikel: Weatherman. Hoe studenten veranderen in terroristen Auteur: Nils Elzenga Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 27.4, 15-28. © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl •
[email protected]
Nils Elzenga
Weatherman Hoe studenten veranderen in terroristen Op 6 maart 1970 schrok de New Yorkse wijk Greenwich Village op van een zware explosie. De ontploffing, die een appartement aan West 11 th Street totaal verwoestte, werd veroorzaakt door dynamiet. Forensische experts vonden onder het puin drie verminkte lijken, die na identificatie alledrie bleken te behoren tot de oprichters van Weatherman, een extreemlinkse, revolutionaire studenten-organisatie. Volgens de meest ruime schattingen had Weatherman op haar hoogtepunt slechts enkele honderden leden, maar ondanks deze geringe grootte was het doel van de organisatie het omverwerpen van de regering van de Verenigde Staten.' Na een jaren durend radicaliseringsproces waren de leden van de groep, voor het grootste deel blanke studenten van welgestelde afkomst, ervan overtuigd geraakt dat dit het beste te bereiken was door een terreurcampagne tegen de Amerikaanse samenleving. Met dit doel voor ogen had Weatherman zich ten tijde van de ontploffing in Greenwich Village georganiseerd in kleine ondergrondse cellen en werd de naam van de organisatie toepasselijk veranderd in de Weather Underground. Alle cellen hadden zich bereid verklaard om gewapende strijd te leveren en functioneerden volledig autonoom; ze wisten zo min mogelijk van eikaars bezigheden om verraad in geval van arrestatie te voorkomen. Wel was er een centraal leiderschap, het Weatherbureau, dat de activiteiten van de cellen coördineerde. De leden van de cel in Greenwich Village vervaardigden bommen die bedoeld waren om zoveel mogelijk mensen te doden en te verminken. Ze bestonden uit een kern van dynamiet met daaromheen een hoeveelheid spijkers die bij ontploffing van het dynamiet met vernietigende kracht alle kanten op vlogen, ongeveer zoals de scherven van een exploderende granaat. De cel heeft zeer waarschijnlijk plannen gehad om een aanslag met zulke bommen te plegen op een bal voor legerofficieren in Fort Dix in Newjersey.2 Zover is het echter nooit gekomen; iemand maakte een fatale fout bij het verbinden van de bedrading van een bom. Zo werd de Weather Underground slachtoffer van haar eigen moordlust. De drie doden aan eigen zijde deden de organisatie tot inkeer komen. Geweld tegen personen was vanaf dat moment taboe. Feit blijft echter dat in elk geval één cel van plan is geweest om onschuldigen te doden. De kans dat andere cellen in dezelfde periode bezig waren soortgelijke plannen ten uitvoer te brengen is groot; alle cellen committeerden zich in die tijd immers aan de gewapende strijd. Dit artikel zoekt een antwoord op de vraag hoe studenten konden veranderen in radicalen die dodelijke bomaanslagen beramen. 15
Nieuw Links De jaren zestig begonnen in de Verenigde Staten optimistisch en hoopvol. Onder jonge mensen heerste algemeen het gevoel dat er een revolutionair tijdperk aangebroken was, waarin het mogelijk zou zijn om een fundamenteel betere wereld te creëren. Er ontstond een aantal bewegingen met idealistische, soms utopistische doelen, zoals de burgerrechtenbeweging van de zwarte bevolking, de 'tegencultuur' van hippies en het 'Nieuwe Links' van studenten. Vanaf 1965 kwam daar de breed gedragen beweging tegen de Amerikaanse inmenging in de oorlog in Vietnam bij. Onder studenten kwam het linkse politieke bewustzijn in eerste instantie voort uit een diepe onvrede met de samenleving. De Amerikaanse bevolking, vooral de blanke middenklasse en elite - waar een groot deel van de linkse radicalen uit voortkwam - was in hun analyse volledig in de greep geraakt van materialisme, decadentie en individualisme, en bovendien door en door racistisch. De regering was ondemocratisch, elitair, militaristisch en eveneens racistisch: daarvan vormde de wettelijk vastgelegde onderdrukking van de zwarte bevolking in de zuidelijke staten het beste voorbeeld. Nieuw Links, zoals de studenten hun beweging noemden, was bevangen door een sterk besef van morele urgentie, door een gevoel dat er op korte termijn concrete actie ondernomen moet worden om de Amerikaanse maatschappij en daarmee de wereld ten goede te veranderen. De belangrijkste organisatie binnen Nieuw Links was Students for a Democratie Society (SDS), in 1959 opgericht door studenten van de Ann Arbor Universiteit in Michigan. In de eerste helft van de jaren zestig hield SDS zich voornamelijk bezig met allerlei activiteiten tegen sociale misstanden in de Verenigde Staten, maar toen vanaf 1965 de Amerikaanse deelname aan de oorlog in Vietnam zich snel uitbreidde, werd oppositie hiertegen het belangrijkste aandachtspunt. Het wereldbeeld van SDS verbreedde zich door de oorlog. De studenten zagen de Verenigde Staten nu niet alleen meer als een land dat op eigen bodem bevolkingsgroepen onderdrukte, maar ook nog eens als een repressieve kracht in andere delen van de wereld. Door dit besef, gekoppeld aan de overtuiging dat de regering niet leek te luisteren naar hun protesten, werden gedachtegoed en verzet tegen het beleid van de overheid geleidelijk extremer. Een beslissende gebeurtenis in dit kader was het lamleggen door studenten van de Columbia Universiteit in New York, één van de grootste en bekendste universiteiten van het land. De studenten protesteerden tegen het racisme van en op de universiteit, haar deelname aan een overheidsprogramma voor de ontwikkeling van wapens en tegen de weigering om studenten meer deel te laten nemen aan het bestuur van hun universiteit.^ De actie was ongekend militant voor Nieuw Links en bracht de studentenbeweging in één klap nationale media-aandacht. Veel latere leiders van Weatherman waren drijvende krachten achter de 27.4
muiterij; het was bewustwording. 4
een
beslissend
moment
in
hun
politieke
De radicalisering van studenten is te plaatsen in een bredere trend van het groeiende verzet tegen de staat en steeds brutere reacties hierop door politie en justitie. Zo richtten zwarte militanten in 1966 de Black Panther Party (BPP) op uit woede over het uitblijven van gelijke rechten en het politiegeweld in zwarte wijken. Zowel zwarte als blanke activisten zagen de maatschappij als een allesoverheersend oppressie! 'Systeem' dat de oorzaak was van alle misstanden, binnen én buiten de Verenigde Staten.5 Tegenover dit Systeem stelden ze de 'Beweging', een containerterm voor alles en iedereen die tegen de regering was. Deze bestond uit Nieuw Links, de anti-oorlogsbeweging, de militante zwarte emancipatiebeweging en politiek bewuste hippies.^ De Beweging verschafte diegenen die zich ertoe rekenden een sterk gevoel van identiteit, een doel en een richting.
Weatherman Naarmate de jaren zestig vorderden nam binnen SDS de twijfel over de te volgen koers toe. Sommigen raakten ervan overtuigd dat de conventionele, vreedzame manier van protesteren niet de gewenste veranderingen zou opleveren. De regering luisterde gewoon niet. Ondanks alle demonstraties gingen de gruwelijkheden in Vietnam onverminderd door, de politie beëindigde de studentenopstand op Columbia met grof geweld, en het bestuur van de universiteit had geen enkele eis van de studenten ingewilligd. De ongelijkheid tussen zwart en wit bleef groot. Als een mentaal houvast kwam binnen SDS in korte tijd het marxismeleninisme in de mode. Greg Calvert, een voormalige voorzitter van SDS: 'In about a six month period, suddenly everybody in SDS said "I am a Marxist" or 'T am a Marxist-Leninist". People you never would have suspected of having read Marx suddenly became "Marxists". Overnight.''' De idee dat een Revolutie de regering van de 'imperialistische' Verenigde Staten omver moest werpen won binnen SDS terrein. Dit revolutionaire anti-imperialisme was hoofdzakelijk gebaseerd op de vooronderstelling dat de welvaart van rijke landen per definitie gebaseerd was op de economische exploitatie van arme landen.^ Begin 1969 was SDS diep verdeeld geraakt over de vraag hoe de Revolutie tot stand gebracht zou moeten worden. Er waren twee vijandige kampen ontstaan die elkaar steeds feller bestookten met voor buitenstaanders onbegrijpelijke marxistische, marxistisch-leninistische, maoïstische en zelfs stalinistische theorieën hierover, aangevuld met eigen ideeën.
17
Het ene kamp was Progressive Labor (PL), een maoïstische groepering die de arbeidersklasse via educatie bewust wilde maken van haar unieke revolutionaire potentieel. Zo zou vanzelf een revolutionaire situatie ontstaan.5 Het andere kamp bestond uit enkele groepen die het maar over één ding echt eens waren: dat ze het oneens waren met PL. De belangrijkste groep in dit kamp was de Revolutionary Youth Movement (RYM). In het voorjaar van 1969 publiceerden bij RYM horende SDSers een manifest met de titel 'You don't need a Weatherman to know which way the wind blows', naar een tekstlijn van Bob Dylan's 'Subterranean Homesick Blues'. Het manifest viel PL aan op zijn dogmatisme, zijn verheerlijking van de arbeidersklasse en zijn gebrek aan waardering voor het revolutionaire potentieel van de jeugd.'" Rond de schrijvers van het manifest ontstond een groep die zich Weatherman noemde. Weatherman had een tamelijk simplistisch wereldbeeld. De groep meende dat revolutionaire bewegingen in de Derde Wereld én in eigen land bezig waren met een gewelddadige revolutie tegen de 'imperialistische' Verenigde Staten. Dit was vooral zichtbaar aan de succesvolle strijd die de Vietcong en het Noord-Vietnamese leger tegen de Amerikaanse troepen voerden. Maar ook de Cubaanse revolutie en antikolonialistische conflicten als in Portugees-Angola waren voorbeelden, terwijl de BPP op eigen bodem de vaandeldrager was van de revolutie tegen 'Amerikkka'.'' Weatherman wilde meedoen. De groep had geen geduld voor 'omslachtige' oplossingen als die van PL en meende door militante actie en gewapend verzet veel directer te kunnen helpen. Weatherman wilde een 'tweede front' openen op Amerikaans grondgebied en daarmee de strijd in Vietnam letterlijk voelbaar maken voor het grote publiek. Hierbij gebruikte de groep de gewelddadigheid waarmee de Amerikaanse staat zijn tegenstanders te lijf ging, als rechtvaardiging om zelf met geweld te antwoorden. Naomi Jaffe, een lid van Weatherman: 'We feit that doing nothing in a time of repressive violence is Itself a form of violence. If you sit in your white house, go to your white job and live your white life, and allow the country you live in to murder people and to commit genocide (in Vietnam, red.)...and you sit there and you don't do anything...that's violence.''^ Zoals onder meer uit bovenstaand citaat blijkt legde Weatherman veel nadruk op rassenverschillen. Er is vaak beweerd dat dit veroorzaakt werd door zogenaamd 'wit schuldgevoel'. In deze theorie zouden de leden van Weatherman slechts secundair gemotiveerd zijn door hel verlangen zwarte Amerikanen en bevrijdingsbewegingen in de Derde Wereld te helpen. Primair zouden ze hun schuldgevoelens - bewust of onbewust - over de eigen sociaal en economisch bevoorrechte positie willen verlichten.'3 Ook dacht Weatherman sterk in termen van alles of 27.4
niets. Bernadine Dohrn, lange tijd de spreekbuis van Weatherman, verklaarde: 'White youth must choose sides now. We must either fight on the side of the oppressed, or be on the side of the oppressor.'i"* Tijdens de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering van SDS in juni 1969 lukte het enkele Weatherleiders om PL uit SDS te stoten. Dat ze het voor elkaar kregen om op deze manier 'weg te rennen met de Linkse studentenbeweging', kwam deels doordat hun tegenstanders niet in staat bleken om een alternatieve strategie te formuleren.i^ Todd Gitlin, een voormalige voorzitter van SDS: 'To go with the Weathermen was to take flight from political reality. To go against them was to go - where? ...most of the Old New Left felt paralyzed. In the name of what compelling strategy for ending the war could they oppose the Weatherpeople?'! * Het succes van de Weatherleiders had ook te maken met hun grote charisma. Ze waren stuk voor stuk fysiek aantrekkelijk, straalden geestdrift, wilskracht en vastberadenheid uit en hadden een aura van passie en roekeloosheid om zich heen. Ze wisten dat van zichzelf en gebruiken het. Gitlin noemt deze aantrekkingskracht de 'Bonnie and Clyde factor', terwijl Carl Oglesby, een voormalige SDS-voorzitter, ze met twee andere legendes van de Amerikaanse cinema vergelijkt als hij spreekt over de 'Butch Cassidy and the Sundance attitude'.!'' Susan Strange schrijft: 'Our leadership was infallible. Our leadership was our source of inspiration. There was nothing our leadership could do they could not justify.''^
Interne en externe dynanniek De nieuwe leiders van SDS planden voor oktober 1969 een meerdaagse demonstratie in Chicago, die ze dreigend de 'Days of Rage' (Dagen van Woede) noemden. Ze wilden een frontaal gevecht met de politie aangaan, zoveel mogelijk materiële schade aanrichten en zo een revolutionair voorbeeld en een ziedend protest tegen de oorlog afgeven. Ter voorbereiding op de actie vormden de leden in de zomer door heel Amerika zogenaamde collectieven. Ze betrokken gemeenschappelijke huizen, deelden hun bezittingen en geld en begonnen 'aan zichzelf te werken'. Iedereen moest het collectieve belang boven het individuele stellen. Om dit voor elkaar te krijgen gebruikte het Weatherbureau methoden die diegenen op wie ze toegepast werden onder grote psychische druk zetten. Zo verboden ze monogame relaties. Iedereen moest het bed delen met iedereen: mannen met vrouwen, vrouwen met vrouwen, mannen met mannen. Mark Rudd, een Weatherleider: 'sex was the ultimate intimacy. We were building political collectives based on this intimacy...we tried to break out of the repression of the past, into the revolutionary future.''"^
19
Een veelgebruikt, van maoïstisch China afgekeken ritueel was 'criticismself-criticism' (CSC). Eén persoon werd uit de groep gepikt en vervolgens uren-, soms dagenlang door de anderen meedogenloos en onophoudelijk aangevallen op zijn of haar denken en handelen. Het slachtoffer moest zichzelf ook bekritiseren en werd soms gedwongen om LSD te gebruiken, omdat mensen onder invloed van die drug hun ware zelf zouden tonen en zichzelf dus het beste zouden kunnen 'verbeteren'. Het Weatherbureau meende dat mensen allerlei slechte eigenschappen en manieren van denken hadden aangeleerd in de Amerikaanse maatschappij en CSC was bedoeld om mensen van deze eigenschappen 'af te helpen'. Ook zou het bevorderlijk zijn voor het groepsgevoel en om te testen of leden wel genoeg toegewijd waren aan de Revolutie. Om mensen te laten bewijzen dat ze daadwerkelijk verzetsdaden durfden uit te voeren introduceerde het Weatherbureau de 'lef-test'. Een leftest bestond uit het plegen van een illegale daad, zoals het ingooien van de ruiten van een 'imperialistische' bank, het stichten van een brandje bij een rekruteringscentrum van het leger of het uitlokken van een handgemeen met een politieagent tijdens een demonstratie. Leden moesten zo hun angst voor subversief gedrag overwinnen. Door dit soort brute 'correctiemethoden' en trainingen werden de collectieven plekken waar assertieve, agressieve persoonlijkheden opbloeiden terwijl meer introverte karakters er in psychische nood raakten. De Dagen van Woede mislukten. Weatherman rekende op duizenden, misschien wel tienduizenden geloofsgenoten, maar die kwamen nauwelijks opdagen. De kleine groep die er was ging verbazend genoeg in de straten van Chicago tóch het gevecht aan met een overmacht aan politie. Er werden 284 arrestaties verricht. Vijfenzeventig agenten en een onbekend aantal Weatherleden werden opgenomen in het ziekenhuis, van die laatste groep zes met schotwonden. Meer dan achthonderd auto's en zeshonderd ruiten sneuvelden. Weatherman was er trots op dat de barrière tussen vreedzaam en gewelddadig verzet geslecht was en meende dat de strijd een vormend effect op haar kaders had gehad. Gitlin: 'They were awed by their own audacity and by the thrill of having lived out their fantasy, of having "done it in the road"'.^" Maar bet werd de groep ook pijnlijk duidelijk dat ze buiten zichzelf op niemand hoefden te rekenen. Ze stonden er alleen voor. Voor dit perspectief schrokken ze echter niet terug. Bill Ayers, één van de kopstukken van de organisatie: 'After the Days of Rage, there was a sense that we were pretty isolated, pretty marginal. People drew different conclusions from the event. One was that the rest of the country was hopelessly bought off and horrible and we were virtually acting alone in 27.4
concert with the Third World uprisings. We felt pretty grim, and pretty determined at the same time, that we were going to see this thing through.'2i Hoewel de Dagen van Woede plaatsvonden in een tijd van intensiverend protest, vooral tegen de oorlog in Vietnam, keurde vrijwel de gehele Beweging de actie af. De overheersende mening was niet dat het gebruik van geweld in alle gevallen afkeurenswaardig was, maar dat Weatherman dat geweld op een ongerichte, zinloze en gevaarlijke manier gebruikte. Weatherleden trokken zich echter niets aan van de kritiek, omdat ze meenden dat die afkomstig was van mensen die zelf alleen maar praatten maar nooit iets deden. Het op deze manier negeren van informatie of signalen die niet goed pasten in het eigen wereldbeeld was een duidelijke karaktertrek van Weatherman. Na de Dagen van Woede zonderde de groep zich steeds meer af: '...they withdrew from former comrades and friends, and sealed themselves off airtight. The world having failed their anaysis, they rejected it.'^^ Naast de hierboven beschreven interne, speelde ook een externe dynamiek, namelijk het gedrag van de staat, een grote rol in de radicalisering van Weatherman. De FBI concludeerde na de Dagen van Woede dat Weatherman een acuut gevaar vormde voor de binnenlandse veiligheid en voerde de activiteiten tegen de groep sterk op, waarbij ze de wet veelvuldig overtrad.23 Weatherleden werden gevolgd, bedreigd en mishandeld, wat de groep alleen maar sterkte in haar oordeel over de 'fascistische' Verenigde Staten. Het geweld tegen Weatherman verbleekte echter bij dat tegen zwarte radicalen. Op 4 december 1969 werd Fred Hampton, de populaire leider van de BPP in Chicago, in zijn slaap geliquideerd door de politie, die dat in eerste instantie nog probeerde te ontkennen.2** Dohrn: 'We feit that the murder of Fred required us to be more grave, more serious, more determined; to raise the stakes, and not just be the white people who wrung their hands when black people were being murdered.'^^ Ayers; 'When Fred was killed we felt that this was the true exposure of state power. This was really the way America was. It was willing to kill not just thousands of miles away, but right here on the Westside of Chicago, if it felt its power slipping at all.'^^ Hampton was lang niet het enige dodelijke slachtoffer dat de staat eind jaren zestig, begin jaren zeventig maakte onder haar eigen burgers. Bovenal spreidde het Amerikaanse staatsapparaat haar moorddadigheid tentoon in Vietnam. Naast het feit dat de regering niet terugschrok voor grof geweld, gaf ze blijk van grote desinteresse in de opinie van haar burgers. In oktober en november 1969 demonstreerden door heel het land miljoenen mensen tegen de oorlog in Vietnam. Het waren de grootste vreedzame protesten uit de Amerikaanse geschiedenis, maar de regering trok zich er niets van 21
aan. President Nixon verklaarde dat hij zich nooit zou laten beïnvloeden door wat voor demonstratie dan ook. Hiermee gaf hij Weatherleden een prima bewijs van het gelijk van hun analyse over de staat.
Ondergronds Het Weatherbureau belegde in de laatste vijf dagen van 1969 een 'oorlogsvergadering' in Flint, Michigan, die naar eigen zeggen bedoeld was om zoveel mogelijk revolutionair anti-imperialistische groeperingen en mensen uit de hippie- en jongerenculturen rond de tafel te krijgen. Waar deze plotselinge drang tot verzoening vandaan kwam is onduidelijk. Voorspelbaar genoeg kwamen er behalve leden van Weatherman niet veel mensen opdagen en al snel bleek het Weatherbureau ook helemaal niet van plan te zijn om gelijkwaardig te overleggen met derden. Die werden 'óf overschreeuwd, óf gesmoord in een vloed van woorden die nooit inging op het ter sprake gebrachte punt.'^*" Het is een typisch voorbeeld van de kenmerkende arrogantie van Weatherman. Het Weatherbureau pleitte in Flint voor een strategie die was afgekeken van de Tupamaros. Deze Uruguayaanse stadsguerrilla's probeerden in die tijd hun regering omver te werpen door het plegen van bomaanslagen. Die moesten zoveel mogelijk chaos veroorzaken, wat op ten duur het vertrouwen van het volk in de staat dusdanig zou ondermijnen dat er een revolutionaire situatie zou ontstaan^^. Strange: 'There was a new direction to the speeches: the notion of forcing the disintegration of society by creating strategic armed chaos where there was now pig order. The threat to pig America that wherever they were, we would be, making iheir lives impossible to live. There would be no peace in America as long as one Weatherman was left breathing.'^' Om mensen te overtuigen van deze apocalyptische visie haalde het Weatherbureau enkele bizarre voorbeelden van stal. Zo vergeleken ze Weatherman met de Visigothen, de Germaanse 'barbaren' die het Romeinse Rijk ooit in chaos stortten. Een dergelijke missie tegen een dolend Rijk was nu aan Weatherman. Ook kwamen de Manson-moorden aan bod. In augustus 1969 pleegden de Californische sekteleider Charles Manson en zijn kleine kring trouwe volgelingen een serie moorden waarvoor elk duidelijk motief ontbrak. De media portretteerden Manson en de zijnen als doorgedraaide LSD-hippies, perverse symbolen van een jeugdcultuur die volledig uit de bocht gevlogen was. Dohrn prees ze echter de hemel in:
27.4
'Dig it: first they killed those pigs, then they ate dinner in the same room with them, then they even shoved a fork into a victim's stomach. Wild! ...that's what we're about, being crazy motherfuckers and scaring the shit out of honky America!' ^^ De rest van de bijeenkomst groetten leden van Weatherman elkaar door het opsteken van vier vingers die een vork symboliseren. Het werd echter nog vreemder. Leden van het Weatherbureau discussieerden openlijk en in volle ernst met de zaal over de ethiek van het doden van blanke b a b y ' s , aangezien die z o u d e n opgroeien tot reactionaire onderdrukkers. Een aanwezige omschreef Flint later als een groepspsychose. Dat is een adequate omschrijving. Het was een surrealistisch spektakel dat Weatherleden moest voorbereiden op de sprong naar vogelvrije levens. Hierbij plaatste het Weatherbureau alles wat anti-Amerika was op een hoog voetstuk. Strange: 'Anything was applauded as long as it was against the American system, as long as it outraged middle-class morality, as long as it terrified the bourgeosie, made them think they were next.'^i De W e a t h e r l e d e n die na Flint overbleven waren psychologisch op een gevaarlijk punt aangekomen. Rudd: 'At that point in our thinking, there were no innocent Americans, at least not among the white ones. They all played some part in the atrocities of Vietnam, if only the passive roles of ignorance, acquiescence and acceptance of privilege. All guilty. All Americans were legitimate targets for attack. We wanted this country to taste a tiny bit of what it had been dishing out. I was overwhelmed by hate. 1 cherished my hate as a badge of moral superiority.'^^ Vooral die laatste zin is belangrijk: hij toont aan hoe haat omgezet werd in morele superioriteitsgevoelens, die mensen in staat stelden zonder gewetensbezwaren anderen daadwerkelijk pijn te doen. Gitlin schrijft: '...they brought themselves to the point where they were ready to be massmurderers. They came to the conclusion which was come to by all the great killers, whether Hitler, Stalin or Mao. That is that they have a grand project for the transformation and purification of the world, and in the face of that project, ordinary life is dispensable.'33 De Weather Underground bestond na Flint uit mensen die overgebleven waren na meerdere schiftingen in een groep activisten die aanvankelijk al radicaal was. In een proces van jaren waren zij ervan overtuigd geraakt dat ze het morele gelijk volledig aan hun zijde hadden en dat terreur een geoorloofd middel was voor het bereiken van hun doelen. 23
De logische implicatie van de nieuwe koers was dat Weatherman ondergronds ging. De leiders achtten niet iedereen in staat om die levensstijl vol te houden. Tijdens en na Flint besloten ze via lange CSCsessies wie ondergronds ging, wie bovengrondse ondersteuning bleef verlenen en wie Weatherman moest verlaten. Ze gaven volgzame leden machtsposities in de te vormen cellen, terwijl ze kritische mensen uit de organisatie gooiden. Veel leden besloten overigens zelf om ermee op te houden, lang niet iedereen was bereid om over te gaan op terreur. Na het ondergronds gaan werd een periode niets van de groep vernomen, totdat Greenwich Village op 6 maart 1970 op zijn grondvesten schudde van een zware ontploffing.
Conclusie Hoe komen blanke studenten met alle kansen om zich maatschappelijk succesvol te ontplooien zover dat ze bomaanslagen op onschuldige mensen willen plegen? In dit artikel zijn meerdere oorzaken aangestipt. Het lange radicaliseringproces van de studenten die later Weatherman vormden, begon eindjaren vijftig, beginjaren zestig. Zij vonden de heersende normen en waarden van blank Amerika totaal verwerpelijk. Deze jonge mensen deelden de idealistische overtuiging dat het mogelijk was de bestaande maatschappij om te vormen tot een nieuwe en betere: minder oppervlakkig en autoritair, democratischer en socialer. Maar bovenal bevrijd van de dubbele vloek van oorlog en racisme. De onmiskenbare oorlogszucht en repressie van de staat namen in de loop van de jaren zestig echter alleen maar toe; de escalerende oorlog in Vietnam en de steeds gewelddadiger onderdrukking van de gelijkheid eisende zwarte bevolking zijn hier slechts twee voorbeelden van. Dit leidde tot steeds wanhopiger reacties vanuit activistische kringen, waaronder het Nieuwe Links van studenten. Groeperingen als Weatherman vormden zich en raakten er langzaam maar zeker van overtuigd dat de 'imperialistische' staat, die ze zagen als de grootste bron van kwaad in de wereld, alleen met geweld te stoppen was. De vreedzame oktober- en novemberprotesten van 1969 betekenden wat dat betreft het definitieve failliet van het gematigde protest, omdat ze de volledige onwrikbaarheid van de regering aantoonden. Dit sterkte de groep gewelddadige radicalen die Weatherman inmiddels was. De denkbeelden van Weatherman waren afkomstig van een kleine groep charismatische maar ook manipulatieve en fanatieke leiders, die in staat bleken om mensen dermate sterk aan zich te binden dat ze hen blindelings volgden. De leiders bedachten de simplistische theorie over de wereldwijde revolutie die aan de gang zou zijn en besloten vol bravoure dat ze daaraan mee wilden doen door het openen van een 27.4
'tweede front'. Ze introduceerden rituelen die leidden tot de stelselmatige afbraak van afwijkende meningen, de verheffing van actie boven reflectie en de ongezonde nadruk op mentale hardheid en agressiviteit. Zij zetten de Days of Rage op touw en sloten zich na de mislukking daarvan af voor de storm van kritiek. In Flint wisten zij uiteindelijk zelfs mensen op een terroristisch spoor te zetten.
Noten 1 Todd Gitlin, The Sixties: Years oflHope, Days of Rage (3e dr. New York 1993; oorspr. uitg. 1987) 400. Jeremy Varon, Bringing the War I-lome: The Weather Underground, the Red Army Faction, and Revolutionary Violence in the Sixties and Seventies (Los Angeles 2004) 172.
Ron Jacobs, The Way the Wind Blew: A l-listory of the Weather Underground (New York 1997) 95. 2 Sam Green and Bill Siegel, 777e Weather Underground ( Documentaire, Watervilie 2002) 39.00 (dit is het tijdstip in de documentaire waar de noot naar verwijst). 3 Varon, Bringing the War Home, 25.
4 Ibidem. 5 Varon, Bringing the War I-lome, 24.
6 Ibidem. 7 Gitlin, The Sixties, 383.
8 Varon, Bringing the War IHome, 6. 9 Idem, 46.
10 Idem, 49. 11 Green and Siegel, The Weather Underground, 15:20. De drie k's slaan op de Ku Klux Klan. 12 Idem, 21:30. 13 Varon, Bringing the War Home, 90.
14 Green and Siegel, The Weather Underground, 15:40. 15 Ibidem.
25
lOGitlin, The Sixties, 396. 17 Idem, 386-387.
18 Strange, With the Weathermen: The Personal Journal of a Revolutionary Woman (Doubleday: New York 1975) 110.
19 Green and Siegel, The Weather Underground, 19:40. 20 Gitlin, The Sixties, 394.
21 Green and Siegel, The Weather Underground, 26:50. 22 Gitlin, The Sixties, 395. 23 Idem, 153.
24 Idem, 399 en Jacobs, The Way the Wind Blew, 84. 25 Green and Siegel, The Weather Underground, 34:00. 26 Idem, 34:40.
27 Jacobs, The Way the Wind Blew, 86. 28 Varon, Bringing the War Home, 7 1 .
29 Strange, With the Weathermen, 198-199. 30 Gitlin, 777e Sixties, 399. 31 Stern, With the Weathermen, 205.
32 Green and Siegel, The Weather Underground, 38:30.
33 Idem, 41:20,
27.4