Artikel: De Piramide van Austerlitz. De geschiedenis van een monument en een symbool Auteur: Stijn de Wit Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 26.3, 51-68 © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl •
[email protected]
Stijn de Wit
De Pyramide van Austerlitz De geschiedenis van een monument en een symbool
Wanneer men vandaag de dag in de bossen bij Zeist er opuit trekt, behoort een bezoekje aan de Pyramide van Austerlitz tot de mogelijkheden. Gelegen achter de horecagelegenheden en het vertier van de speeltuin, steekt het bouwwerk onwerkelijk af tegen haar omgeving. De piramide is een monument met een weerbarstig verleden. Opgericht als gedenkteken voor het FransBataafse leger door een Franse generaal, verloor de piramide al vroeg haar kenmerkende uiterlijk. Na een eeuw van verwaarlozing en verval werd de piramide in 1894 voor het eerst gerestaureerd. Ondanks haar populariteit als toeristische attractie, raakte de piramide wederom in verval. In 1999 werd besloten het monument opnieuw te restaureren. Enkele maanden geleden zou in Austerlitz het tweehonderdjarige bestaan van de piramide worden gevierd, maar omdat de restauratie is mislukt, ging het feest niet door. Het onkruid op de piramide begint inmiddels opnieuw te woekeren. Dit artikel beschrijft de geschiedenis van de Pyramide van Austerlitz. Hierbij wordt onderzocht hoe de afgelopen tweehonderd jaar werd omgegaan met het monument en in het bijzonder met de symboliek ervan. De periode 1804-1813, het jaar van de bouw tot aan de restauratie van de Oranjemonarchie, zal als aanvangspunt dienen.
Het begin van de negentiende eeuw stond voor Europa in het teken van de Franse overheersing. De Republiek der Nederlanden was in 1795 onder Frans bewind gekomen en ervoer sindsdien de Franse oorlogshandelingen aan den lijve. In mei 1803 probeerde Engeland een einde te maken aan Napoleons hegemonie door Frankrijk de oorlog te verklaren. 1 Napoleon trok daarop zijn troepen samen aan de westkust van Europa. In maart 1804 kreeg Luitenant-Generaal Auguste Frederic Louis Viesse de Marmont (1774-1852) hel bevel over het Frans-Bataafse leger. Marmont was nog geen dertig jaar oud en had een bliksemcarrière gemaakt.^ Zijn leger was het tweede van de zes grote legerkorpsen waarmee Napoleon de oorlog tegen Engeland wilde voeren.^ Het moreel onder de ongeveer 36.000 over de Bataafse Republiek verspreidde soldaten was laag. Naast hun slechte uitrusting en verzwakte gezondheid, was de verhouding tussen de Franse en Bataafse 'broedervolken' belabberd.* 51
Marmont verzamelde de troepen op de heidevelden bij Zeist en richtte er een groot legerkamp op. Daar begon hij de misstanden onder zijn manschappen aan te pakken. Allereerst werden de medische voorzieningen verbeterd. Vervolgens zorgde hij voor bijscholing en intensieve training van zijn troepen. De soldaten werden met allerhande wedstrijden gestimuleerd om in conditie te blijven en het kampterrein goed te onderhouden. Op de heide hield hij grootscheepse oefenmanoeuvres, die veel bekijks trokken van de plaatselijke bevolking. Volgens verschillende beschrijvingen uit die tijd was het kamp een waar dorp.5 Dankzij de vestiging van het legerkamp kwam de lokale economie tot bloei. Het kamp werd bezocht door vele handelaars, artiesten en dranken spijzenverkopers. Marmont liet zelfs een heus amfitheater bouwen, waarin beroemde circusartiesten optraden.^ In afwachting van de aanval op Engeland wilde Marmont iets doen om zijn troepen bezig te houden. Zo kwam hij op het idee een piramide te bouwen. De start van dit project werd op 9 oktober 1804 met veel ceremonieel ingeluid. Een grote wapenschouwing, algemene spelen en een 240 couverts tellend diner werden georganiseerd om de uitvoering van Marmonts plan te vieren. Ter afsluiting van de feestelijkheden was er een spetterende vuurwerkshow.^ Toen de bouw tot op de helft was gevorderd, werd een historisch exposé voorgelezen. Bovendien werden perkamenten met de namen van alle soldaten die meewerkten, in een loden bus in het hart van de piramide gedaan.^ Na 27 dagen was de piramide klaar. Bij gebrek aan stenen werd gebruik gemaakt van aarde, die deels afkomstig was uit de omringende cirkelvormige droge gracht. De zijden van de piramide maakten een hoek van 45 graden met de grond. De traptreden, met een verspringing van 48 cm, werden afgewerkt met graszoden. Bovenop de piramide werd op een omloopplateau een houten obelisk opgericht met daarin een trap naar de punt. Volgens het dagboek van Marmont was de totale hoogte 36 meter.** De obelisk was ongeveer 13 meter hoog. De basis van de piramide was ongeveer 48 bij 48 meter. De piramide werd gebouwd op één van de hoogste punten van de Utrechtse Heuvelrug, op een zandduin, 49,6 meter boven N.A.P. De voltooiing werd op 21 oktober 1804 gevierd, opnieuw met veel feestelijkheden. 10 Die winter brachten Marmont en zijn leger door in Utrecht. In het voorjaar van 1805 keerden zij terug naar het kamp. Marmont liet de tenten vervangen door houten barakken, waardoor het kamp een permanenter karakter kreeg.^^ In maart 1805 werden vier hardstenen gedenkplaten aangebracht bij de opgangen van de paden aan elke zijde van de piramide. Op de eerste steen stond een opdracht aan Napoleon, die zich op 2 december 1804 tot keizer had laten kronen. Op de tweede stonden Napoleons gewonnen veldslagen. Op de derde waren de belangrijkste hervormingen uit zijn regeringsperiode te lezen. Op de vierde steen 26.3
stond het tijdstip van de bouw en de namen van de korpsen, generaals en opperofficieren die aan de piramide meewerkten.'^ Marmont kocht in april van dat jaar de grond in de omgeving van de piramide (Hofstede Henschoten in Woudenberg). Hij liet er drie huisjes bouwen. Hier kwamen drie oud-soldaten met hun gezinnen te wonen die, onder beschermheerschap van de stad Amsterdam, het monument moesten bewaken.'3 Het kamp werd in juli 1805 vanwege de voorgenomen aanval tegen Engeland opgebroken. De confrontaties met Engeland verliepen rampzalig en Napoleon verlegde zijn aandacht naar Midden-Europa. Marmont en zijn troepen begaven zich hierop naar Augsburg in ZuidDuitsland. Een ander deel van Napoleons troepen stootte door naar Moravië (in het huidige Tsjechië). Daar vond op 2 december 1805 de Slag bij Austerlitz plaats, waarbij Napoleon het Oostenrijkse en het Russische leger versloeg. Tot Marmonts grote teleurstelling mochten hij en zijn leger niet deelnemen aan die slag. Marmont zou nadien nooit meer terugkeren naar zijn gedenkteken.''* Bij zijn vertrek had hij de zorg voor de piramide en het omliggende land overgedragen aan het stadsbestuur van Amsterdam. Een door raadspensionaris R.J. Schimmelpenninck speciaal in leven geroepen commissie stelde voor om Marmonts naam aan de piramide en delen van de nabijgelegen nederzetting te verbinden.'^ In 1806 werd Lodewijk Napoleon koning van Holland. Hij gaf de nederzetting bij de piramide een min of meer juridische basis (een soort stadsrechten) en stelde de heer E. de Pineda aan als gouverneur. Lodewijk Napoleon vernoemde de nederzetting en de bijgelegen terreinen naar de door zijn broer gewonnen Slag bij Austerlitz. Dit was tegen het zere been van Marmont. Hij procedeerde hiertegen en zorgde ervoor dat zijn naam voor de door hem gekochte terreinen gereserveerd bleef. Dit kon echter niet voorkomen dat men al snel ging spreken van de Pyramide van Austerlitz, in plaats van de 'Pyramide van Marmont' of 'Marmontberg'. Met het vertrek van het Frans-Bataafse leger verdween ook de belangrijkste bron van inkomsten. De lokale economie werd niet langer gevoed door het kamp en het grote aantal bezoekers. De nederzettingen bij het kamp en de piramide kregen het zwaar te verduren. De vestiging van nieuwe bewoners wilde niet vlotten. Ook de geplande ontginning van de heidevelden kwam niet van de grond. Door het gebrek aan kundigheid van de achtergebleven soldaten, kon de gemeenschap zich met haar agrarische middelen nauwelijks redden.'^ Ondertussen werden de eerste tekenen van het verval van de piramide zichtbaar. In 1807 kwam de houten obelisk door verzakking scheef te staan. Enkele herstelwerkzaamheden wilden niet baten. Het jaar daarvoor was het ereteken, in de vorm van een arend, van de obelisk afgewaaid.''' Op 29 januari 1808 liet Lodewijk Napoleon weten: 'Geef mij rekening en verantwoording van de jaarlijkse onderhoudskosten van de Pyramide. De obelisk die er boven 53
op staat vernielt de Pyramide ieder jaar meer en meer en dat geeft geen goede indruk. Laat de obelisk weghalen en zorg tegelijkertijd voor reparaties aan de bezoding.'^** Het hout van de obelisk moest worden verkocht om de herstelkosten te dekken. Een plan van februari 1805 om de piramide te verstevigen met bakstenen, bleek een doodlopende weg. De bakstenen hiervoor waren al wél aangeleverd, * i ^
Praktische motieven bij de bouw van de piramide Marmont had bij de bouw van de piramide een aantal praktische doeleinden voor ogen, die allereerst betrekking hadden op het versterken van het moreel onder zijn manschappen. Zo werd door gezamenlijk aan een groot project te werken, de onderlinge saamhorigheid versterkt. In zijn 'Memoires' schreef Marmont: 'Nu de troepen reeds de hoogste graad van geoefendheid hadden bereikt, wenste ik hen op een andere wijze bezig te houden.'^f" Marmont gaf het monument een ceremonieel karakter. Hij hield de uitreiking van de onderscheidingen van het 'Legioen van Eer' bij de piramide. Ook verbond hij de eer van zijn soldaten aan het monument door hun namen op een plaquette en op de perkamenten te vermelden.21 Dit moet de soldaten een gevoel van waardering hebben gegeven. Een gevoel dat ongetwijfeld een gunstig effect had op de strijdlust. Marmont had ook een meer persoonlijk belang bij de bouw van de piramide. Het getuigde van ontzag en vleierij, dat hij de piramide als eerbetoon opdroeg aan Napoleon. Bij het beleg van Toulon in 1793 zou Marmont met Napoleon bevriend zijn geraakt. Hij werd in 1797 adjudant-generaal en ging in 1798 mee met de veldtocht in Egypte tegen de Engelsen.2^ In zijn correspondentie liet hij geregeld weten dat de piramide een eerbetoon aan de keizer was. In een brief aan Napoleon schreef Marmont: 'Als de talrijke troepen onder mijn commando met successen gehonoreerd worden, zullen wij de obelisk vervangen door een reusachtig beeld van uwe majesteit, vervaardigd uit op de vijand veroverde stukken.'^3 Met 'veroverde stukken' bedoelde Marmont buitgemaakt geschut. Zover zou het echter nooit komen. Wél wijdde hij drie van de vier hardstenen plaquettes aan de verering van zijn keizer.^'* Marmont wilde indruk maken op zowel de bevolking als op zijn meerderen. De Franse superioriteit werd nog eens onderstreept door de technische kennis van Marmonts genie-officieren.^' Ook moest het monument een eyecatcher zijn: 'Het zou effect maken in die streek, want in een vlak land als Holland moest een piramide van zulk een reusachtige omvang een wezenlijke berg schijnen.'^^ De piramide trok veel bekijks en was een extra impuls voor de lokale economie. De mensen kwamen nu niet alleen voor het vertier dat het legerkamp bood, maar ook voor Europa's hoogste piramide^'-' 26.3
De geografische ligging van de piramide was gebaseerd op de strategische ligging van het legerkamp. In het Noordoosten had men direct zicht op de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Amersfoort. Daarnaast was er goed zicht op het complex van Slot Zeist en waren ook de torenspitsen van Utrecht, Doorn en Amerongen te zien. Dit bood de mogelijkheid de omgeving goed in de gaten houden.28 Het is niet ondenkbaar dat de piramide destijds was uitgerust met een semafoor en zo deel uitmaakte van het negentiende-eeuwse communicatienetwerk. Bovendien diende de piramide als uitzichttoren in een stelsel van meetpunten. Deze meetpunten vormden de basis voor de onder Napoleon tot stand gekomen kartering van Nederland.^^
Symboliek 1804-1813 Omdat Marmont, net als zijn grote voorbeeld Napoleon, van imponerende beeldtaal hield, was de symbolische werking van het monument een belangrijk aspect. Na Napoleons triomfrijke veldtochten in Egypte tegen de Engelsen in 1798, raakten Egyptische stijlelementen in de Europese bouwkunst in de mode. Uitkijkend op de piramides van Gizeh had Napoleon tegen zijn manschappen gezegd dat 'veertig eeuwen op hen neerzagen!'30. Marmont had aan deze veldtocht deelgenomen en de piramides van Gizeh vormden een inspiratiebron voor zijn plannen. Een grappig detail is overigens dat hij de door erosie ontstane trapvormige zijvlakken van de piramides in Gizeh heeft overgenomen, terwijl deze oorspronkelijk glad waren.^i Naast de piramide was ook de obelisk een belangrijk symbool. Nadat de Romeinse keizers obelisken uit Egypte lieten overkomen naar Rome, werd de obelisk een symbool voor overwinning en keizerlijke macht. Aangezien met de Pyramide van Austerlitz juist deze aspecten van Napoleon werden vereerd, was een obelisk een gepaste bekroning.^2 Toch had Marmont ook andere motieven voor de oprichting van de piramide. Zo schreef hij in zijn Mémoires: 'ik kwam op het denkbeeld, een blijvend monument op te richten, dat het nageslacht de volgende eeuwen aan ons verblijf zou herinneren...'. Verder schreef hij: 'Zulk een eenvoudig, duurzaam monument zou beveiligd zijn tegen de verwoestingen des tijds; slechts de hartstochten der mensen zouden het kunnen verwoesten.'.^3 Marmont wilde dus een eeuwige herinnering creëren, net zoals de piramides in Gizeh dat waren aan de vroegere farao's. De piramide was een herinnering aan de Franse superioriteit, aan zichzelf en aan zijn manschappen. Zo schreef hij: 'Het moest de ziel verheffen van het nageslacht en daarom kwam ik op het denkbeeld er al de namen der officieren en manschappen op te doen aanbrengen, die het hielpen voltooien.'3''
55
De piramide lag zowel letterlijk als figuurlijk in het middelpunt van de Bataafse Republiek. In een brief aan de keizer schreef Marmont: 'Dit monument, geplaatst op één der hoogste punten van de Bataafse Republiek, zal zowel in de provincies Utrecht, Holland, Overijssel, Gelderland, Brabant als vanaf de Zuiderzee en vanuit het land van Kleef gezien worden.'^5 in latere beschrijvingen beweren ooggetuigen een onvoorstelbaar zicht te hebben gehad. 'Men onderscheidde de torens van Amsterdam, Alkmaar, Haarlem, Delft, Rotterdam, Breda, Arnhem en Zwolle en men kon het grootste deel van de Zuiderzee zien', rapporteerde een Utrechtse officier in de Almanac de Gotha van 1806.^6 Dg veelvuldige aandacht voor de centrale ligging vloeit wellicht voort uit een eenheidsidee voor het 'Bataafse Land'. Mogelijk zagen gezagsdragers het bestuurlijke overzicht gesymboliseerd in het letterlijke overzicht dat men vanaf de piramide had. Tenslotte zette de nieuwe naamgeving 'Austerlitz' aan de nederzettingen bij de piramide de Franse onoverwinnelijkheid kracht bij. Door de piramide te verbinden met de veldslag bij Austerlitz, brak Lodewijk Napoleon met de pluriforme symboliek van het monument. De piramide werd nu het symbool voor één enkele gebeurtenis.
1813-1894: van Koninkrijk tot eerste restauratie Nadat Napoleon in 1813 in de 'Volkerenslag bij Leipzig' verslagen was, werd het machtsvacuüm in de Republiek opgevuld door Willem I (17721843). Gedemoraliseerd door het verlies en de mislukte veldtocht tegen Rusland, verlieten de Fransen Nederland.^7 Marmont trad na de restauratie van de monarchie in Frankrijk in 1814 in dienst van koning Lodewijk XVIII. Hij verkocht in 1816 de Hofstede Henschoten en de bijbehorende terreinen aan H.M.A.M. van Asch van Wijck, de toenmalige burgermeester van Utrecht. De oud-soldaten die de piramide tot dan toe hadden beschermd, werden schadeloos gesteld. In 1830, bij de Julirevolutie in Parijs, ging Marmont in vrijwillige ballingschap naar Venetië, waar hij in 1852 stierf^** Daar schreef hij ook zijn Mémoires waarin hij belangrijke gegevens over de piramide vermeldde. Dit gereconstrueerde 'dagboek' is enigszins gekleurd door zijn ijdelheid en verheven zelfbeeld. Dat maakt het echter niet minder bruikbaar om te achterhalen wat Marmont zélf voor ogen had toen hij de piramide liet bouwen. Na de Franse periode poogde een gepensioneerde kapitein van het Franse leger, F.A Hubert, de nederzetting er met allerlei investeringen economisch bovenop te helpen. Zo liet hij een aantal arbeiderswoningen bouwen die hij 'Charlottenburg' noemde en richtte hij in 1828 een pottenbakkerij op. Dit alles mocht echter niet baten. Na een verwoestende brand in 1832, die in de pottenbakkerij ontstond en een aantal gebouwen in de as legde, verkocht hij zijn bezittingen. Vanaf 1845 26.3
wisselde het landgoed een aantal maal van eigenaar.^' In 1876 kwam het landgoed in bezit van de douairière van AJ. de Beaufort, Anna Alida Stoop. Zij liet het in 1885 na aan haar zoon Johannes Bernardus De Beaufort, de toenmalige burgermeester van Woudenberg.'*" Met de piramide ging het snel bergafwaarts. De overwegend boerenbevolking in de omgeving van Austerlitz leidde begin negentiende eeuw een armoedig bestaan. Zij sloopten onderdelen van de piramide voor eigen gebruik. Zo kregen de gedenkstenen een nieuwe functie als tegels, dekstenen voor zuurkooltonnen en als tafeltje bovenop de piramide. De bakstenen, die waren bedoeld om de piramide een 'eeuwig karakter' te geven, werden eveneens door de plaatselijke bevolking ontvreemd.'^i Door erosie verloor de piramide geleidelijk haar vorm. In het Aardrijkskundig Woordenboek van 1849 stond dat de karakteristieke trapvorm niet meer aanwezig was en dat er een spiraalsgewijs pad naar de top liep"*^ Een beschrijving uit 1845 toonde dat de omgeving nog kaal was, maar door grootschalige bosbouw na de tweede helft van de negentiende eeuw werd ook het terrein rondom de Pyramide van Austerlitz bebost. Hierdoor verdween grotendeels het theatrale aanzicht van het monument."*^ Of het aanzicht voorheen werkelijk zo imponerend was, is nog maar de vraag; op afbeeldingen uit de tweede helft van de negentiende eeuw ziet men niet meer dan een hoop zand met wat boompjes erop.'*^ In de administratie van de Anna Alida Stoop, is te zien dat er vanaf de jaren 1880 kleine onderhoudswerkzaamheden aan de piramide zijn verricht.*5 Xoen J.B. de Beaufort na het overlijden van zijn moeder de grond en de piramide erfde, kwam hij al gauw met plannen om de piramide te restaureren. Een belangrijke aanleiding hier-voor was de vondst van een fragment van één van de gedenkstenen in 1892 door de secretaris van de oudheidkundige vereniging Eléhite uit Utrecht. In februari 1893 startte een onderzoek naar de piramide, dat voor een belangrijk deel gericht was op de loden bus die in de piramide begraven lag met daarin de namen van de soldaten. Eenmaal gevonden, bleek vanwege een lek in de bus weinig meer over van de inhoud.'^^ In 1894 ging De Beaufort in zee met de architect D. van der Werf. Bij de herstelwerkzaamheden werd zo'n 1200 m3 grond verzet. De vlakken van de piramide werden zonder de oorspronkelijke treden hersteld. Aan de voorzijde (zuidwest) werd van afgedankte spoorbielzen een trap aangelegd die naar de omloop bovenop de piramide leidde. Daar kwam het juweel van de restauratie te staan; de nieuwe obelisk, ditmaal uitgevoerd in steen. In de obelisk kwam een houten wenteltrap die naar een uitzichtpunt in de spits leidde.
57
Verandering van de symboliek tussen 1813 en 1894 Na de inlijving bij Frankrijk in 1810 werd de Franse bezetting steeds drukkender. Vooral tegen systematische conscriptie van Nederlandse jongens rees steeds meer verzet. Hoewel dit nauwelijks tot nationaal activisme leidde, werd het nationaal-culturele identiteitsbesef hierdoor wél intensiever.••'' De cesuur van 1813, wekt de suggestie dat er een verband bestaat tussen de restauratie van de Oranjemonarchie en het verval van de piramide. Men kan zich voorstellen dat met de 'herovering' van de natie, de behoefte ontstond om symbolen van het 'bezettingsregime' geweld aan te doen. Er zijn echter weinig bronnen voorhanden die expliciet spreken over vernieling uit nationalistische gevoelens. Toch is aan deze gedachte niet te ontkomen. Destijds ging in verschillende kranten het gerucht dat het vertrek van de Fransen in 1813 gevierd werd door de houten gedenknaald op de piramide in brand te steken."^^ De onbetrouwbaarheid van deze bronnen en het feit dat we met grote zekerheid weten dat de obelisk in 1808 werd afgebroken in opdracht van koning Lodewijk Napoleon, maken dergelijke verhalen twijfelachtig. Toch duidt het bestaan van deze geruchten op een ontluikend nationaal bewustzijn dat gestalte kreeg in wrokgevoelens tegenover de Fransen. Toen P.J. Frederiks in De piramide van Austerlitz; Eene historische studie (1895) zijn bevindingen over de piramide presenteerde, probeerde hij alle associaties hiermee uit te sluiten: '...Dat later, toen het gedenkteken als 't ware geabandonneerd was en in verval geraakte, de stenen gebroken en voor allerlei doeleinden gebezigd zijnde, is een gevolg van vernielzucht en komt niet voort uit een overdreven beginsel van nationaliteitsgevoel.'''^^ Toch werd de piramide vast niet zijn vernield uit eerbied voor de verdreven Fransen. Was langdurige verwaarlozing van een dergelijk monument ook niet een uiting van afkeer tegenover de Franse Tijd? Als de toenmalige overheden de mening waren toegedaan dat de piramide van grote waarde was, dan hadden zij de vernielers vast wel een halt toegeroepen. Van nationalistische sentimenten was in Nederland pas écht sprake toen Napoleon in 1815 opnieuw een bedreiging voor Europa vormde. Die bedreiging werd voorgoed weggenomen door de overwinning bij Waterloo op 18 juni 1815. Voor de Nederlanders kreeg deze veldslag mythologische proporties, omdat het nationale leger er een belangrijk aandeel in had. Daarnaast raakte kroonprins Willem II er gewond aan zijn schouder.50 Wat Austerlitz en Waterloo met elkaar gemeen hadden, was het type eerbetoon dat beide veldslagen kregen. In 1826 liet Willem 1 bij het slagveld in Waterloo een 43 meter hoge met gras bedekte aarden kegel bouwen met daarop een gedenksteen. Daarbovenop werd een 4,5 meter hoge leeuw geplaatst, volgens een legende gemaakt van het geschut van de Fransen.5i Het grote verschil was dat Waterloo een mo26.3
nument kreeg bij het slagveld zélf. Voor Austerlitz was het monument reeds gebouwd voordat de veldslag überhaupt plaatsvond; ongeveer 600 km ten westen van het werkelijke slagveld. Toen Willem I het monument liet bouwen, was de Pyramide van Austerlitz bij Nederlandse soldaten alom bekend. Het is daarom goed mogelijk dal Willem I zich erdoor heeft laten inspireren. De Slag bij Waterloo werd nog decennialang als gedenkwaardige historische gebeurtenis gevierd. Opmerkelijk is hierbij de symbolische functie die aan de Pyramide van Austerlitz werd toegekend. Zo meldde de Weekbode voor Zeist, Driebergen en Omstreken in mei 1865 dat: '...er op Waterloo-dag een volksfeest zal plaats hebben bij de pyramide op de heidevlakte bij Zeist. Het zou voor velen een aangename herinnering wezen, indien het plan verwezenlijkt werd...'.52 Of de piramide werkelijk als een symbool tegen de Franse Tijd werd gezien, blijft de vraag. Wel is het duidelijk, dat men zich realiseerde dat die symbolische link gelegd kon worden. In augustus 1876, een maand nadat de piramide door Anna Alida Stoop was overgenomen, verscheen er een artikel in dezelfde Weekbode voor Zeist, Driebergen en Omstreken. Het artikel beschreef de geschiedenis van de piramide en was hier en daar licht sarcastisch. Over de Hollandse toeschouwers bij de grote exercities van het Frans -Bataafse leger schreef de journalist: "t Kijken naar zulke voorstellingen schijnt in onzen aard te liggen, maar meedoen?' En over de inwijding schreef hij: 'Oranjedronken werden niet ingesteld. Het was in den Franschen tijd.'^^ Verder maande hij de lezer de 'hoogdravendheid' van de toenmalige Fransen te relativeren. Was dit laatste slechts een individuele conclusie of was de algemene perceptie van de Franse aanwezigheid en daarmee de symbolische lading van de piramide aan het veranderen? Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw nam de belangstelling voor het nationale verleden in heel Europa toe. Zo ook in Nederland. Rond de eeuwwisseling verscheen (in verschillende delen) een grootse uitgave van de Geschiedenis van het Nederlandse Volfc.5'* De piramide werd als tastbaar overblijfsel uit het verleden meegenomen in de popularisering van de vaderlandse geschiedenis. Het initiatief van de eigenaar De Beaufort lag in de lijn van deze ontwikkeling. Naar aanleiding van de herstelde piramide, schreef P.J. Frederiks in 1895 als begeleidend werk Eene Historisch Studie. Hij besloot zijn boekje met enkele overpeinzingen waarin hij de geschiedenis van Nederland en de piramide met elkaar verbond. Hij schreef op zeer verheven en vaderlandslievende toon: 'Belangrijk is de geschiedenis dezer heidevelden, sinds de dagen der Germaanse voorouders, de heerschappij der Franken, den dagenraad van het Christendom.' In de conclusie gaf Frederiks zijn mening over de symbolische betekenis van de piramide: '...Die herinneringen worden opgewekt door de aanschouwing der Pyramide van Austerlitz. Deze
59
sprekende getuige doet een beroep op ons 'nationaal gevoel', dat met dankbaarheid het wel en het wee herdenkt der dagen van ouds; het monument herinnert aan den Fransche overheersing, maar ook, en vooral, aan den dageraad van ons vernieuwd bestaan als vrij volk'.55 Volgens Frederiks kreeg de piramide door de restauratie een nieuwe symbolische functie. Zo werd de piramide, niet alleen voor Frederiks, maar wellicht ook voor vele anderen, een symbool voor de glorieuze vaderlandse geschiedenis en de vrijheid van het Nederlandse volk.
1894-2004: vanaf de eerste restauratie tot heden De restauratie van de piramide zorgde voor een groeiende belangstelling. De vele ansichtkaarten die rond de eeuwwisseling verschenen, tonen dat de piramide een populaire toeristische trekpleister was geworden. In het familiearchief van De Beaufort zijn zelfs briefjes te vinden van schoolhoofden die verzochten om met hun kinderen de piramide te mogen beklimmen.56 Het toenemende toerisme zorgde voor een gestage uitbreiding van de uitspanning. Er werden stallen en speeltuinen aangelegd. Ook werd er een houten gebouwtje bij de entree gebouwd, waar de bezoekers kaarten en versnaperingen konden kopen. De houten bielzentrap werd in 1910 vervangen door een stenen trap. Naast verschillende gebouwen, werd een groot terras aangelegd en kwam er een miniatuurautobaan. Een reisgids uit 1927 beschreef; '...terrassen met meer dan 1000 zitplaatsen, serres en parkeerterreinen voor talrijke autobussen, verder stallen en garages. Thans kunnen de toeristen sinds 1923 van Zeist (station) uit met de 'Touringcars' dezer onderneming volgens vaste dienstregeling dit hoogste punt van Utrechts heuvelrug bereiken.' Zodoende werd de piramide met de uitspanning één van de eerste recreatieoorden van Nederland.5? De gerestaureerde piramide bleek een uitstekende mascotte voor de uitspanning, die in de twintigste eeuw uitgroeide tot een lunaparkje. Ondanks haar populariteit en landelijke bekendheid, raakte de piramide weer in verval. Zo verscheen in het tijdschrift Oud Utrecht in 1962 een beschrijving van een excursie naar de piramide, met een pleidooi om de bomen in de omgeving te verwijderen.58 Desondanks raakte de piramide geheel begroeid en werd zij uiteindelijk voor publiek gesloten. Gedurende de jaren zeventig en tachtig verschenen er regelmatig artikelen die de piramide beschreven en daarbij het verval aan de kaak stelden.5"^ Halverwege de jaren negentig nam de belangstelling voor de piramide weer toe. Met het oog op de tweehonderdste verjaardag in 2004, ontstond een besef van de grote cultuurhistorische waarde van de piramide. De provincie Utrecht, het landgoed Den Treek -Henschoten B.V. en de gemeente Woudenberg, namen het initiatief om de piramide opnieuw 26.3
grondig te restaureren. Het in 1999 gestarte onderzoek richtte zich op veldonderzoek naar de oorspronkelijke zodenstructuur en archiefmateriaal, waaronder de Mémoires van Marmont.^" Dit onderzoek werd bekostigd door investeringen van het Prins Bernhard Cultuurfonds, bijdragen van de Provincie Utrecht en subsidies van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. In 2001 werd de Stichting Piramide van Austerlitz opgericht en begon de restauratie. Uitgangspunt hierbij was de reconstructie van de oorspronkelijke piramide en haar omgeving. Hieronder vielen ook overblijfselen van het legerkamp. De obelisk werd gerestaureerd en de graszoden werden in de oude trapvorm op de piramide aangebracht.^1 Helaas is een deel van de graszoden op de top van de piramide door sijpelend regenwater verzakt. Aanvankelijk hoopten de restaurateurs dat de verzakking de feestelijke opening niet zou verhinderen. Dit bleek anders uit te pakken. De restauratie is uitgelopen op een mislukking. De betrokken autoriteiten verkeren in een impasse. Voor sponsors is het project commercieel onaantrekkelijk geworden en de Provincie is niet bereid er nog meer gemeenschapsgeld in te steken. De piramide en de omliggende grond zijn met de restauratie verkocht aan de restauratiestichting, maar deze stichting heeft helemaal geen geld. Zal de piramide voor de derde maal aan haar lot worden overgelaten en langzamerhand in verval raken?^^ zij^ de restauratiekosten van circa één miljoen euro dan voor niets geweest?''^ Het tweehonderdjarig bestaan van het dorp Austerlitz wordt dit jaar wel gevierd. Het jubileum van de piramide zal hierbij niet in de feestelijkheden worden opgenomen.
Nieuwe tijden, nieuwe symboliel< Waar P.J. Frederiks het monument zag als baken voor de nationale geschiedenis, ging het uiteindelijk de twintigste eeuw in als baken voor vertier. De gerestaureerde piramide stond aan het begin van een tijdperk waarin toerisme een steeds grotere rol ging spelen. Waar de elite rond 1900 de koets liet uitspannen, verschenen met de opkomst van de auto als algemeen vervoermiddel grote parkeerterreinen.^'^ De toenemende welvaart zorgde er tegelijkertijd voor dat steeds meer mensen zich een dergelijk uitje konden veroorloven. Zodoende is de Pyramide van Austerlitz in het collectief geheugen van vele generaties symbool voor 'een dagje uit' geworden. De piramide kwam na verloop van tijd in de schaduw van het lunapark te staan. Zij werd het symbool van een pretpark dat er niets mee van doen had. Het gevolg was dat de piramide bij sommige critici symbool kwam te staan voor 'verval' en 'vergane glorie'. Zo zong Boudewijn de Groot in 1975 over de piramide. De strekking was nostalgisch; hij 61
voelde zich bij de piramide ver weg van huis. In de jaren tachtig onderwierpen Kees van Kooten en Wim de Bie de vervallen piramide aan hun satire. Ze hadden het over de 'Schat van Marmont' en veroorzaakten daarmee een verkeersopstopping bij de piramide.*5 jn 1996 werd het literair tijdschrift Vrijstaat Austerlitz opgericht. Met zijn beschrijving van wat men tegenwoordig bij de piramide kon aantreffen, schetste redactielid Tommy Wieringa zijn opvattingen over de huidige samenleving: 'Daar heerst the struggle for patat! Je kunt er gokken en botsauto's rijden. Het is er een enorme herrie. Uitwas van een kommerloze tijd zonder krijgsgewoel' (...) 'Maar daarbovenuit torent de piramide als een observatiepunt! Elitair, want verheven boven het lunapark.'^^ Wieringa maakte het lunapark symbool voor de verloedering en oppervlakkigheid van de samenleving. De piramide daarentegen, deed hem herinneren aan de goede oude tijd. Het relaas zette de toon van het nieuwe literaire tijdschrift.^7 De Piramide van Austerlitz werd het symbool. Voor de Provincie Utrecht was een belangrijke reden voor de restauratie 'de grote (internationale) cultuurhistorische waarde van de 'Pyramide van Austerlitz' als symbool, als landmark en als architectonisch object'.^* Bij de presentatie van het restauratieplan, op 19 oktober 2000, werd de nadruk gelegd op de gemeenschappelijke geschiedenis van Nederland en Frankrijk en de op gezamenlijk gedeelde geschiedenis van Utrecht en Frankrijk in het bijzonder. Een geschiedenis die terugging tot David en Philips van Bourgondië en Lodewijk XIV. De historische relatie tussen Utrecht en Frankrijk moest op één plek zichtbaar worden gemaakt.^'^ Daarbij werd de piramide zelfs een Frans monument genoemd. Het begeleidende werk bij de restauratie werd tweetalig uitgegeven. Ook werd een verzoek richting Frankrijk gedaan om mee te denken over 'de vereiste additionele middelen'. De belangstelling van de Franse ambassade was uiteindelijk minder dan men had gehoopt, zo bleek onlangs uit een artikel in de Volkskrant J'^ Ook in Frankrijk lijkt de piramide niet zoveel belangstelling op te wekken. Op de uitgebreide website Napoleon Premier^ is bijvoorbeeld niets terug te vinden over de geschiedenis van de piramide.7' Dit verandert niets aan de nieuwe symboliek die de initiatiefnemers de Pyramide van Austerlitz hebben toegedacht. In tegenstelling tot een baken van het nationale verleden, moet de piramide nu een cultuurhistorisch baken van een internationaal verleden worden. Een gedeeld verleden met een land dat ooit een bezettingsmacht was, maar waarmee nu goede betrekkingen worden onderhouden.''^ Die verbondenheid met Frankrijk probeert men in Austerlitz levendig te houden. Dit blijkt echter niet afhankelijk te zijn van de piramide, aangezien de Fransgetinte feestelijkheden gewoon doorgang zullen vinden. Wel had de piramide als belangrijk symbool moeten dienen voor die verbondenheid.
26.3
Conclusie Marmont bouwde in 1804 de Pyramide van Austerlitz, geïnspireerd door de Egyptische piramides. Met zijn project streefde hij verschillende doeleinden na. De bouw moest de soldaten in het legerkamp bezig houden. Tegelijkertijd was het bouwwerk een geografisch oriëntatiepunt. Het moest de macht en overwinning van Frankrijk symboliseren en de aanwezigheid van Marmont en zijn troepen in 'het middelpunt' van de Bataafse Republiek vereeuwigen. Lodewijk Napoleon vernoemde de piramide naar de 'Slag bij Austerlitz'. De karakteristieke vorm ging al vroeg verloren met de verwijdering van de houten obelisk in 1808. Na 1813 raakte de piramide steeds verder in verval. Dit kwam door erosie en doordat de lokale bevolking onderdelen eraf sloopte. Dat dit verbonden was met nationalistische wrokgevoelens, is zeer aannemelijk. In de loop van de negentiende eeuw werden anti-Franse sentimenten steeds nadrukkelijker gekoppeld aan een ontluikend nationaal bewustzijn. De piramide vervulde hierin een belangrijke symbolische functie. Zij werd bijvoorbeeld gebruikt tijdens de Waterloo-viering en lijkt als een bron van inspiratie te hebben gediend bij de bouw van het Waterloomonument. De piramide werd in 1816 door Marmont verkocht en kreeg in de loop van de negentiende eeuw verschillende eigenaren. De laatste en huidige eigenaar is de familie De Beaufort. In 1894 werd de totaal vervallen piramide voor het eerst gerestaureerd, ditmaal met een stenen obelisk, maar zonder de typerende traptreden. Uit het begeleidende onderzoekswerk valt op te maken dat men de piramide een nieuwe symboliek toedichtte, namelijk als baken van de vaderlandse geschiedenis en de vrijheid van het Nederlandse volk. De uitspanning bij de piramide, die er altijd al was, groeide nu uit tot een lunapark met landelijke bekendheid. Zo kreeg de Pyramide van Austerlitz een plek in het collectief geheugen. De piramide raakte toch weer in verval en kwam in de schaduw van het lunapark te staan. Het monument werd voor sommigen een inspiratiebron, voor anderen werd het een symbool van vergane glorie en nostalgie. Vanaf 2000 is men bezig met een grootscheepse restauratie van de piramide. De initiatiefnemers, waaronder de overheid, beschouwen de piramide als een internationaal cultuurhistorisch monument. Zij zien de piramide als symbool voor de gemeenschappelijke geschiedenis met Frankrijk. Met de recente restauratie zou de 'Pyramide van Austerlitz' een nieuwe toekomst tegemoet gaan. Het monument moest nu beter bestand zijn tegen verval, maar het tegendeel lijkt momenteel het geval. Een belangrijke vraag voor de restaurateurs en de stichting is momenteel hoe de 63
restauratie op een duurzame manier te realiseren. Vervolgens moeten er nieuwe financiers gevonden worden. De toekomst van de piramide is opnieuw onzeker geworden. Van de andere kant is de piramide, ondanks herhaaldelijke verwaarlozing, nooit helemaal vergeten en heeft men het monument altijd een symbolische functie toegekend. Tegenwoordig doet de symboliek uit de Franse Tijd ons denken aan een romantisch verleden. Symbolen voor de vrijheid van ons 'vaderland' hebben we inmiddels genoeg. Laten we hopen dat de Pyramide van Auterlitz ooit in alle rust een degelijk gerestaureerd cultureel erfgoed kan zijn, dat nog tot veler verbeelding zal spreken.
Noten Voor dit artikel heb ik deels gebruik gemaakt van informatiestukken van Rutger Loenen, historicus van de Historische Wferkgroep Austerlitz (HWA). Deze bronnen worden aangegeven als; IR (HWA), met daarachter de verwijzing naar de primaire bron en eventueel een inventarisnummer. Voor zijn medewerking en deskundige aanvullingen en verbeteringen ben ik hem uiterst dankbaar.
1 M. van Os, Een kennismaking met de gescliiedenis van de Nieuwe Tijd (Bussum 1994), 193, 194
2 P.J. Frederiks, De piramide van Austeriitz, Eene tiistorsctie studie (Amersfoort 1889), 12,13. 3 RJ. Frederiks, De piramide van Austeriitz; 11 4 Marmont, Mémoires du Maréchal Marmont, Due de Raguse (Parijs, 1857), dl2, 222 (noot uit A.RM. Reichgelt, 'Bouw, verval en restauratie van de Pyramide van Austeriitz', Flehite; tijdschrift voor verleden en heden Oost-Utrecht, 25 (1995), 14 5 P.J. Frederiks, 22; Zo deelt een Hollandse officier in zijn dagboek mee, dat het kamp net een tuin leek, volgens vast plan ingericht; dat het gehele oppen/lak was bedekt met wit zand en dat goed onderhouden lanen leidden naar de verschillende staven. 6 RJ. Frederiks, 19, 20 7 IR (HWA); 'Utrechtsche Courant' (10 september... ?)
8 E. Smedes, 'De piramide van Austeriitz' in: Tijdsclirift voor Geschiedenis (1942) vol 57, pag. 158-159, 310; 159
9 IR (HWA) inv.nr. 10; prof. dn J.A. Huisman Het Napoleontisch namenveld rond Austeriitz (Amersfoort 1971)Hoewel de meningen over de oorspronkelijke hoogte verschillen, de huidige hoogte is 39 meter. 10 RJ. Frederiks, 25, 19
26.3
11 A.F.M. Reichgelt, 14 12 IR (HWA), Brief van Marmont aan de keizer, 12 september 1804. Zie ook Kopergravure van Baltard uit 1806: de onderschriften op deze gravure verwijzen naar de teksten op de gedenkplaten. 13 A.F.M. Reichgelt, 15 14 IR (HWA), Toespraak door mr. D.H. Kok, lid van gedeputeerde staten van Utrecht bij de presentatie van het restauratieplan voor de Pyramide van Austerlitz op 19 oktober 2000 15 A.F.M. Reichgelt, 15; de piramide werd in de volksmond aanvankelijk 'Marmontberg' genoemd, maar is officieel nooit naar Marmont vernoemd. Het burgergehucht ten zuiden van de 2e franse divisie heette 'Marmontville'. (aanvulling van R. Loenen)
16 Ibidem, 16
17 IR (HWA); Ministerie van Oorlog De fungeerende commissaris-adjoint Fischer aan zijne excellentie den minister van Oorlog van het koningrijk Holland, 22 november 1806 18 Ibidem, Ministerie van Oorlog; koning Lodewijk Napoleon aan minister van oorlog, 29 januari 1808
19 Ibidem, Ministerie van Oorlog; order van Minister van oorlog, juli 1808 20 Ibidem, inv.nr. 141; stukken uit Fonds Marmont, inv.nr. 303, Op dezelfde plaats heb ik de sterren van het Legioen van Eer uitgereikt 21 Ibidem
22 RJ. Frederiks, 12,13. 23 Ibidem, HWA invnr. 141; stukken uit Fonds Marmont, invnr. 303
24 RJ. Frederiks, 30 25 IR (HWA) Réponse de Ph. Noble au discours de M. D.H. Kok, Ie 19 octobre 2000
26 RJ. Frederiks, 25, uit de Mémoires van Marmont. 27 IR (HWA) inv.nr. 49; Ons mooie Nederland (Utrecht 1919): Dat was overigens niet waar, want in 12 voor Chr. bouwde Gaius Gestius tijdens de regering van keizer Augustus, een piramide van 36.58 m. in Rome.
28 www.provincieutrecht.nl 29 Ibidem. 30 A.FM. Reichgelt, 14
65
31 Ibidem. 32 Ibidem.
33 RJ. Frederiks, 25; uit Mémoires van Marmont 34 Ibidem.
35 IR (HWA) invnr. 141; stukken uit Fonds Marmont, inv.nr. 303 36 IR (HWA) invnr. 137; Almanac de Gotha (1805) 37 J.C.H. Blom ed., Geschiedenis van de Nederlanden (Baarn 2001), 246
38 RJ. Frederiks, 13 39 Ibidem, 43; FA Hubert verkocht zijn bezittingen aan bankier J.B. Stoop, die toen al enkele bezittingen in Austerlitz had. In 1845 werd het landgoed publiekelijk geveild en gekocht door G. van Haeften.die verkocht het weer aan Douairière A.J. de Beaufort, Anna Alida Stoop. 40 Ibidem, 44 41 IR (HWA), Familiearchief de Beauforl, inv 1747 (1876)
42 wvvw.austerlitz.nl/restauratie 43A.RM. Reichgelt, 17
44 Onder anderen de houtsnede door J.C. Greive Jr in 1866; foto in RJ. Freriks uit 1893, 42 45 IR (HWA), Familiearchief de Beaufort: boekhouding 46 RJ. Frederiks, 44, 45
47 J.C.H. Blom, Geschiedenis der Nederlanden. 232, 233 48 IR (HWA) inv.nr. 11; krantenknipsels, 1813 (onbetrouwbaar) 49 RJ. Frederiks, 42
50 RJ. Frederiks, 49 51 www.trabel.com:
52 IR (HWA) 'Weekbode voor Zeist, Driebergen en Omstreken' nr. 18; Gemeentearchief Zeist
26.3
53 Ibidem. 54 J.C.H. Blom, 338
55 Ibidem, 54
56 A.F.M. Reichgelt, 18 57 www.provlncieutrecht.nl 58 IR (HWA) 59 IR (HWA)
60 www.provincleutrecht.nl, Dit archiefmateriaal betreft grotendeels de Mémoires van Marmont 61 Ibidem
62 Uit correspondentie met Dhr. Rutger Loenen
63 Persbericht in Haarlems Dagblad, 13 januari, 2004
64 www.provincleutrecht.nl: uit een reisgids uit omstreeks 1927 65 IR (HWA) Toespraak door mr. D.H. Kok, lid van gedeputeerde staten van Utrecht bij de presentatie van het restauratieplan voor de Pyramide van Austerlitz op 19 oktober 2000;
66 T Weringa, Vrijstaat Austerlitz, nr. 1, jrg. 1 (Utrecht 1996): Austerlitzrede, zoals uitgesproken op 4 november 1996 67 R. de Louw, Vrijstaat Austerlitz; Een tijdschrift met een piramide als symbool', www.KIK.nl
68 www.provincieutrecht.nl 69 IR (HWA) Toespraak door mr. D.H. Kok, lid van gedeputeerde staten van Utrecht bij de presentatie van het restauratieplan voor de Pyramide van Austerlitz op 19 oktober 2000;
70 J. Weiaert, 'Eerherstel voor schoolreis -icoon', deVolkskrant (3 januari, 2004) 71 IR (HWA) Toespraak door mr. D.H. Kok, lid van gedeputeerde staten van Utrecht bij de presentatie van het restauratieplan voor de Pyramide van Austerlitz op 19 oktober 2000 72 'Piramide vol geheimen'. Delta (10 februari 2000), jg 32 nummer 5
67