Artikel: Van crimineel tot bruidegom. De rol van apartheid in de liberalisering van homosekualiteit in Zuid-Afrika Auteur: Tom de Boer Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 30.3, 133-146. © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not avaiable. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl •
[email protected]
Van crimineel tot bruidegom De rol van de apartheid in de liberalisering van homoseksualiteit in Zuid-Afrika Tom de Boer
Naast het gekleurde bevolkingsdeel hadden homoseksuelen het ook niet altijd makkelijk tijdens de jaren van apartheid in Zuid-Afrika. Tegelijk met de emancipatie van de 'Swarten' begin jaren negentig kregen ook homoseksuelen een duidelijker stemgeluid in de conservatieve Zuid-Afrikaanse samenleving, waarin het merendeel van de bevolking - zowel gekleurd als blank - er nog steeds homofobe ideeën op nahoudt. Toch werd in 2006 het homohuwelijk ingevoerd. Tom de Boer onderzoekt hoe maar vooral waarom de regering de wet hiertoe doordrukte.
Eén van de meest opmerkelijke gebeurtenissen in het moderne Zuid-Afrika vond plaats op I december 2006 toen Vernon Gibbs en Tony Halls beiden als bruidegom in het huwelijksbootje stapten. Zij waren de eersten die gebruikmaakten van de invoering van het homohuwelijk, een dag ervoor. Zuid-Afrika is het eerste en enige Afrikaanse land dat het homohuwelijk invoerde en het vijfde van de wereld. De wetswijziging staat in schril contrast met buurlanden als Namibië en Zimbabwe, waar de leiders homoseksualiteit als on-Afrikaans bestempelen. Zo heeft Robert Mugabe, de president van Zimbabwe, in een vergelijking met varkens homoseksuelen de mindere verklaard.' Daar komt bij dat homoseksualiteit niet in overeenstemming is met de masculiene en gereformeerde Afrikaner cultuur, terwijl in de cultuur van de zwarte Afrikanen homofobie ook geen onbekend verschijnsel is. Enquêtes wijzen verder uit dat een ruime meerderheid van de bevolking gekant is tegen het besluit van de regering om het homohuwelijk toe te staan. Hoe is het er dan toch gekomen? Zuid-Afrika heeft sinds het in 1994 het apartheidtijdperk afsloot grote problemen om de door Nelson Mandela ingezette koers naar de 'regenboognatie' vast te houden. Pessimistische observanten hoeven enkel te wijzen op de trieste lieux de mémoire van de apartheid: de townships, enorme woongebieden rond de grote steden, geteisterd door armoede, waar nog altijd voornamelijk zwarten en kleurlingen (coloureds) wonen. Daarbij is de criminaliteit enorm gegroeid en de vijandelijkheid tussen de verschillende bevolkingsgroepen nog altijd groot. Maar ook de pessimisten kunnen er niet omheen dat er in de laatste veertien jaar juridisch enorme stappen zijn gezet. Waar tijdens de apartheid discriminatie in feite wettelijk was vastgelegd, heeft Zuid-Afrika nu een grondwet die behoort tot de meest progressieve ter wereld, met een artikel waarin discriminatie nadrukkelijk
stript Historisch Tijdschrift }o.}
wordt verboden. Op basis van deze grondwet werd in 2006 het homohuwelijk ingevoerd. Maar nog steeds rest de vraag hoe dit kon worden gerealiseerd in een land waar een meerderheid van de bevolking tegen het homohuwelijk is.Uiteraard is in de historiografie over de apartheid en het ontstaan van het huidige Zuid-Afrika de nadruk gelegd op de vrijheidsstrijd van de zwarte bevolking en het intrinsieke racisme van het Afrikaner nationalisme. Aan de onderdrukking van andere groepen als coloureds, vrouwen of homoseksuelen is veel minder aandacht besteed. De laatste tien jaar begint dit te veranderen. Er is aandacht gekomen voor de positie van homoseksuelen tijdens apartheid en de vrijheidsstrijd die ook zij hebben moeten voeren. Ondanks de opleving in het onderzoek naar homoseksualiteit is er nog weinig tot geen onderzoek gedaan naar de directe relatie tussen de apartheid en de vrijheden die homo's in het huidige Zuid-Afrika genieten. In dit artikel zal duidelijk worden dat de apartheid een beslissende rol heeft gespeeld in de liberalisering van homoseksualiteit in Zuid-Afrika.
Homorepressie tijdens de apartheid In 1966 deed de politie een grondig georganiseerde inval op een besloten homofeest in Forest Town, een rustige voorstad van Johannesburg. Onder de feestgangers bevonden zich hooggeplaatste personen als zakenmensen, dokters, kunstenaars en advocaten. De infiltratie was zorgvuldig uitgedacht door de lokale politie, maar uiteindelijk werden maar negen aanwezigen gearresteerd; acht omdat zij zich 'vermomden' als vrouw en één voor aanranding van een minderjarige.' Hoewel het apartheidregime een overdaad aan wetten had aangenomen die interraciaal contact verbood, werd na deze inval duidelijk dat wetgeving ontbrak om homoseksualiteit in de privésfeer aan te pakken.^ Het incident leidde tot heftige debatten in het parlement en zorgde tevens voor maandenlange polemiek in de dagbladen. Hoewel het niet de manier was waarop homoseksuelen het zelf graag hadden gezien, werd hiermee voor het eerst erkend dat homoseksualiteit ook binnen de superieur geachte witte Afrikaner bevolkingsgroep een realiteit was. De overspannen reactie van de regering laat zien hoe groot deze schok was. De apartheidsregering verkeerde in de jaren zestig op het toppunt van haar macht. De steun voor het bewind groeide bij elke verkiezing en onder premier Hendrik Verwoerd (r.1958-1966) werd de strikte segregatie tussen de verschillende bevolkingsgroepen geïntensiveerd, waarbij het niet-blanke deel van de samenleving van elke politieke macht werd beroofd. De door Afrikaners gedomineerde Nasionale Party (NP) was standvastig en boekte economische successen. Dit leverde ze steun op onder de Engelse bevolkingsgroep. In dit klimaat 'ontdekte' de regering in Forest Town de tot dan toe ondergronds gebleven homoseksuele subcultuur, wat tot grote beroering leidde.' De regering had er plotseling een probleem bij, want de achterban verwachtte een kordaat optreden. Het was aan minister van justitie P.C. Pelser om de zaak in goede banen te leiden. Op 21 april 1967 sprak hij het parlement toe met de volgende woorden:
134
And who can deny that this was also the canker that afflicted the Biblical Sodom? No, Sir, history has given us a clear warning and we should not allow ourselves to be deceived into thinking that we may casually dispose of this viper in our midst by regarding it as innocent fun. It is a proven fact that sooner or later homosexual instincts make their effects felt on a community if they are permitted to run riot... Therefore we should be on the alert and do what there is to do lest we be saddled later with a problem which will be the utter ruin of our spiritual and moral fibre.' Deze toespraak werd met grote instemming ontvangen, ook door veel leden van de oppositie. Pelser liet een Gekose Komitee, samengesteld uit parlementariërs, onderzoek doen naar de aanwezigheid van homoseksualiteit in de samenleving en de mogelijke oplossingen voor dit 'afwijkende gedragsprobleem'.^ In een 350 pagina's tellend rapport kwam de commissie tot de slotsom dat homoseksualiteit slecht en gevaarlijk was en beschouwd kon worden als een 'geestelijke afwijking' en een 'spirituele abnormaliteit', waardoor het een gevaar voor het voortbestaan van de natie vormde. Om feestjes zoals in Forest Town in de toekomst te kunnen bestrijden, moesten de wettelijke bevoegdheden worden uitgebreid." De regering voelde dat ze op het hoogtepunt van haar macht de teugels niet kon laten vieren en het advies van het Gekose Komitee werd opgevolgd. In mei 1969 werd de 'Sexual Offences Act' van kracht, die het mogelijk maakte homoseksualiteit in de privésfeer te bestraffen. De repressieve maatregelen hadden echter ook het gevolg dat homoseksuelen uit bet hele land met elkaar in gesprek waren gekomen en zich bewust waren geworden van hun situatie. Dit zou de homoseksuele subcultuur een enorme impuls geven.'
Uit de anonimiteit De eerste landelijke homobeweging, The Homosexual Law Reform Fund ('Law Reform'), was een direct gevolg van het incident in Forest Town.'° Men was zich er pijnhjk van bewust dat terwijl de meeste landen in de westerse wereld de wetgeving op het gebied van homoseksualiteit versoepelden, Zuid-Afrika de omgekeerde weg bewandelde. Law Reform kreeg het voor elkaar dat de Sexual Offences Act ontdaan werd van de scherpe randjes. Daar stond tegenover dat homoseksuelen door de nieuwe wet nog altijd op hun hoede moesten zijn. De politie was nu in staat door middel van informanten homonetwerken te infiltreren en na elke bijeenkomst van homoseksuelen de aanwezigen te vervolgen." Toch zou het niet tot een klopjacht op homoseksuelen komen. Het apartheidregime gaf geen hoge prioriteit aan het bestrijden van homoseksualiteit in deze jaren. Het moest in de jaren zeventig alle zeilen bijzetten om het zwarte verzet te kunnen inbinden en kwam tevens onder toenemende internationale druk te staan. Dit was één van de belangrijkste redenen waardoor de homoseksuele subcultuur toen kon opbloeien. Maar dat homoseksuelen nog geen reden hadden om zich vrij te voelen, bleek op de momenten dat de regering meende dat homoseksualiteit te zichtbaar werd. Dit ondervond Mark West die in april 1972. een publieke aankondiging
Skript Historisch Tijdschrift 30.3
135
Coloured 'moffie queens' in Kaapstad, jaren vijftig en zestig, een bewijs voor opbloeiende homoseksuele subcultuur. Bron: Mark Gevisser en Edwin Cameron (red.). Defiant Desire (Johannesburg 1994).
deed voor een nieuwe organisatie, de South African Gay Liberation Movement. Drie weken later was de organisatie opgeheven. De politie had hem duidelijk gemaakt dat homoseksualiteit (als sodomie) nog altijd een overtreding van het gewoonterecht was en dat zijn organisatie mensen hiertoe aanzette. Ook toen de homoseksuele subcultuur zich aan het einde van de jaren zeventig een vaste plek had toegeëigend in de verschillende steden en homoseksuelen zich steeds comfortabeler gingen voelen, werd er hard ingegrepen. De politie voerde verschillende invallen uit in clubs en andere gelegenheden die jarenlang met rust gelaten waren en maakte duidelijk dat homoseksualiteit alleen gedoogd werd wanneer men uit het zicht van de samenleving zou blijven.'^ Net als in 1966 was ook deze hernieuwde onderdrukking van de homoseksuele identiteit een stimulans voor betere organisatie en protest. De lokale homo-organisaties die eind jaren zeventig werden opgericht zouden een voorbode zijn van de grootschalige acties van het einde van de jaren tachtig.
Lobbyen voor rechten Aanvankelijk durfden de door blanken gedomineerde homo-organisaties zich nog niet in te laten met de algemene anti-apartheidsstrijd, maar daar kwam eind jaren tachtig verandering in." De organisaties namen openlijk afstand van de regering door steun te zoeken bij het ANC. Uiteraard was hier niet enkel sprake van idealisme. Het apartheidregime was aan het wankelen. Steeds meer omstandigheden wezen erop dat er spoedig een einde zou komen aan het bewind. De ban op de Afrikaans-nationalistische partijen ANC, PAC (Pan Africanist Congress) en de communistische SACP werd opgeheven en het communisme verloor na 1989 zijn greep op Oost-Europa, waarmee Zuid-Afrika zijn functie als anticommunistische bondgenoot van het westen verloor. De vrijlating van Nelson Mandela in 1990 was het startsein van de gesprekken die Zuid-Afrika uiteindelijk democratisch zouden maken. De homo-organisaties wisten dat het ANC spoedig het land zou regeren en zij richtten hun pijlen daarom nu op deze partij. Omdat bij de zwarte bevolking het idee dat homorechten ondergeschikt waren aan de vrijheidsstrijd van het Afrikaanse volk nog sterk leefde, was het voor deze organisaties van belang dat het ANC liet zien dat homoseksuelen, net zo goed als zwarten, slachtoffers waren van het apartheidregime.'-* Steeds meer vooraanstaande ANC-leden steunden het argument van algehele onderdrukking. De latere president Thabo Mbeki verklaarde eind jaren tachtig: 'The ANC is indeed very firmly committed to removing all forms of discrimination and oppression in a liberated South Africa. [...] That commitment must surely extend to the protection of gay rights.''' Er waren ook tegengeluiden binnen het ANC. 'Mother of the Nation' Winnie Mandela gaf meermalen aan dat homoseksualiteit niet in de Afrikaanse cultuur thuishoort.'" En Ruth Mompati, een ander prominent lid van het ANC, liet weten dat homoseksualiteit in haar ogen niet normaal was: 'I cannot even begin to understand why people want lesbian and gay rights'.'^ Ondanks deze bezwaren nam het ANC in 1992 het verbod op discriminatie op grond van seksuele voorkeur op in haar Bill of Rights, de inzet van de onderhandelingen voor de uiteindelijke interim-constitutie.'* Het ANC was de eerste massapartij in
Skript Historisch Tijdschrift 30.}
137
Zuid-Afrika die deze bepaling in zijn officiële partijprogramma opnam. De partij slaagde er vervolgens in de bepaling in de uiteindelijke interim-constitutie van 1993 te krijgen, een zeer belangrijke stap, want iedereen wist dat dit de opmaat was tot de nieuwe grondwet die drie jaar later ingevoerd zou worden." 'Homo's zijn ook apartheidslachtoffers' De belangrijkste reden voor het ANC om in te gaan op de eisen van de homo-organisaties was het inzicht dat ook homoseksuelen gebukt gingen onder de apartheid. Hoewel de meningen hierover binnen het ANC verdeeld waren, verwoordde de toenmahge minister van gezondheid Nkosazana Dlamini-Zuma in 1995 de mening van veel ANC-leden met de volgende woorden: After the long history of discrimination in South Africa, we decided that when we were the government we would not discriminate against any group of persons, no matter how small their proportion in the population. To show that we do not have a short memory regarding matters of discrimination, our Constitution has a non-discrimination clause and discrimination on the basis of sexual orientation is prohibited. Though the number of people may be small, we do not discriminate against them, as we do not discriminate against anyone.-" In 1994 kwam er een einde aan de apartheid. De macht kwam grotendeels bij het ANC te liggen.-' ]n hetzelfde jaar werden alle homo-organisaties van het land (43 in getal) bijeengevoegd in de National Coalition for Gay and Lesbian Equality (NCGLE)." Voor de NCGLE bood het aantreden van een nieuwe democratisch gekozen regering ongekende mogelijkheden. In tegenstelling tot de apartheidsregering stond het ANC open voor de mening van het volk en was het bereid te luisteren naar belangengroepen die niet noodzakelijk het belang van de partij behartigden. Een ander voordeel voor de homobeweging was de ruime aanwezigheid van westers geschoolde politici in de ANC-top. Velen hadden in ballingschap gestudeerd op goed aangeschreven Engelse en Amerikaanse universiteiten en waren daar in contact gekomen met de strijd voor gelijkheid van homoseksuelen. Deze hoogopgeleide ANC-leden stonden open voor de argumenten van de homobeweging.-' De NCGLE onderkende de gunstige omstandigheden en investeerde in een fulltime lobbyist die ervoor moest zorgen dat het ANC de belangrijkste patroon van homorechten zou blijven, zodat de antidiscriminatieclausule de uiteindelijke grondwet zou halen.--* Een belangrijke voorstander van de clausule was rechter John Albie Sachs, een gewaardeerd ANC-lid en rechter van het Constitutionele Hof. Ook hij zag parallellen tussen de situatie van zwarten en homoseksuelen: 'What has happened to lesbian and gay people is the essence of apartheid - it tried to tell people who they were, how they should behave, what their rights were. The essence of democracy is that people should be free to be what they are. We want people to feel free.'-' Toen de nieuwe constitutie in 1996 uiteindelijk klaar was, was alleen de kleine orthodox-christelijke African Christian Democratie Party (ACDP) gekant tegen de 'sexual orientation
138
clause', zodat de antidiscriminatiewet gehandhaafd bleef. In één klap had Zuid-Afrika misschien wel de meest progressieve grondwet ter wereld, met als enige land ter wereld een aparte bepaling die discriminatie van homoseksuelen verbood. Sinds 8 mei 1996 luidt Artikel 9(3) van de grondwet van Zuid-Afrika als volgt: The state may not unfairly discriminate directly or indirectly against anyone on one or more grounds, including race, gendei; sex, pregnancy, marital status, ethnic or social origin, colour, sexual orientation, age, disability, religion, conscience, belief, culture, language, and birth.^'
Op weg naar het homohuwelijk Nadat Artikel 9(3) definitief het verbod op discriminatie op basis van seksuele voorkeur had vastgelegd, kwam er een stroom van artikelen op gang waarin deze wet werd beschouwd als de jure erkenning van het homohuwelijk. De artikelen varieerden van ingewikkelde verhandelingen door rechtsgeleerden, die de gevolgen van de wet minutieus uitplozen, tot artikelen van homoactivisten die de tekst van artikel 9(3) omarmden en gebruikten als rechtvaardiging van hun eisen. De teneur van de reeks was dat het niet invoeren van het homohuwelijk ten eerste in strijd was met de veranderde waarden en de diversiteit van het land Zuid-Afrika, ten tweede in strijd was met de geschiedenis van onderdrukking en dictatuur, waarop een reactie van verzoening zou moeten komen, en tenslotte in strijd was met de grondwet.^^ Voor rechtsgeleerden was al meteen duidehjk wat de gevolgen zouden (moeten) zijn van de nieuwe grondwet. Er was geen speld tussen hun redeneringen te krijgen, maar het zou toch nog bijna tien jaar duren voordat homoseksuelen daadwerkelijk konden profiteren van de voordelen van het huwelijk. In deze tien jaar werd door de NCGLE, het Constitutionele Gerechtshof en de regering langzaam toegewerkt naar legalisering van het homohuwelijk door bijna elk jaar wel een wet die in strijd was met het gelijkheidsbeginsel van grondwetartikel 9(3) aan te passen of te vernietigen. In 1997 werden de oude sodomiewetten (behorend tot het gewoonterecht) ongrondwettelijk verklaard. Homoseksualiteit was nu voor het eerst sinds de aankomst van de eerste Nederlandse kolonisten in de zeventiende eeuw legaal in Zuid-Afrika.-* Daarna volgden de successen voor de homobeweging elkaar in hoog tempo op. In 1999 werden homoseksuele koppels die samenwoonden voor het eerst als zodanig geregistreerd en ook het partnerschap van homoseksuele immigranten werd wettelijk toegestaan. In zooz kregen homoseksuele partners dezelfde financiële status als heteroseksuele en werd hen het recht op adoptie verleend. In Z003 werd ook kunstmatige inseminatie een mogelijkheid voor lesbische vrouwen met een kinderwens.'^ Met al deze wetten, veelal naar aanleiding van rechtszaken aangespannen door de NCGLE, werden langzaam maar zeker de meeste homofobe clausules uit de grondwet gefilterd. Een grote doorn in het oog van de homobeweging bleef het verbod op het huwelijk van mensen van hetzelfde geslacht. Het eerste hoopvolle nieuws op dat front was de uitspraak van het Hooggerechtshof in Bloemfontein
stript Historisch Tijdschrift '^loj
139
in 2C02 dat het niet erkennen van het homohuwelijk niet overeenkomstig de grondwet was. Het gerechtshof verbond hier echter geen ultimatum aan en de uitspraak kon eenvoudig genegeerd worden door de regering. In 2004 werd echter opnieuw een dergelijke uitspraak gedaan, dit keer in een particuliere zaak. De NCGLE rook haar kans en besloot zich volledig in te zetten voor het homohuwelijk.'" Op I december 2005 had de organisatie succes. Het Constitutionele Hof stelde dat sectie 30(1) van de 'Marriage Act' niet grondwettelijk was, omdat de verwijzingen naar man en vrouw homoparen uitsloot. Het hof gaf de regering exact een jaar de tijd om de wet aan te passen en het instituut huwelijk ook voor homoseksuelen toegankelijk te maken. Mocht de regering hier niet in slagen, dan zou automatisch de toevoeging 'or spouse' ('of echtgenoot/echtgenote') worden ingevoegd in de huwelijkswet." Vanaf dat moment stond vast dat Zuid-Afrika het vijfde land van de wereld ging worden dat het homohuwelijk zou legaliseren.
Wisselende ontvangst na een zware bevalling Invoering van het homohuwelijk was een dermate deHcate kwestie dat het ANC er alles aan deed om de verantwoordelijkheid te ontlopen. Zo werd er gewerkt aan een aparte wet, de 'Civil Unions Bill', zodat de Marriage Act niet aangepast hoefde te worden. Nog in augustus, drie maanden voor de deadline, werd de Civil Unions Bill in een vorm gegoten die homostellen alle rechten gaf van een getrouwd heteroseksueel stel, behalve het recht om te trouwen. Het voorstel werd door het gerechtshof afgeschoten, omdat het niet voldeed aan de gestelde eisen." Toen de tijd begon te dringen werd op 14 november een aangepaste Civil Unions Bill, die homoseksuelen wel het recht gaf om te trouwen, door het parlement geloodst. 230 parlementariërs stemden met de wet in, 43 waren tegen. Deze grote overwinning was voornamelijk te danken aan het ANC, dat zijn leden verplicht had voor de wet te stemmen (één ANC-lid rebelleerde)." De stemming was zodoende allerminst een afspiegeling van de ware verhoudingen binnen deze partij, al was de meerderheid uit persoonlijke overtuiging voor de wetswijziging. De reacties van ANC-leden die het homohuwelijk steunden lagen exact in de lijn van de reacties ongeveer tien jaar eerder, toen de nieuwe grondwet op stapel lag. Minister van Binnenlandse Zaken Nosiviwe Mapisa-Nqakula: 'In breaking with our past, we do need to fight and resist all forms of discrimination and prejudice, including homophobia.''^ Ook minister van Defensie Mosiuoa Lekota verbond de nieuwe wet met de vrijheidsstrijd van de zwarte bevolking: 'The roots of this bill lie in the declaration made at the Congress of the People in 1955.'" De reacties van de andere partijen op de stemming waarmee het homohuwelijk de facto zeker was gesteld, geven treffend de verdeeldheid in Zuid-Afrika weer. Reactionaire geluiden kwamen zoals verwacht uit de streng christelijke en nationalistische Afrikaner hoek. Corne Mulder, fractievoorzitter van Freedom Front Plus, een nationalistische Afrikaner partij, begreep niet waarom de wet was goedgekeurd: 'The Christian Community is against it, the Muslim community is against it, the traditional leaders of South Africa are against it. Yet it is being forced through.'"*
LP
Deze woorden vinden hun weerklank in de mening van het PAC-parlementslid Motsoko Pheko: 'Same-sex marriages are so repugnant that only four countries in the whole world have legalised them. Do we want our country to be the fifth in the world and first in Africa in this mess?'^" En vanuit de immer terughoudende ACDP kwam het volgende bericht van leider Kenneth Meshoe: 'If the Civil Union Bill is passed today, it will be with the most dire consequences for the ANC, which is leading this onslaught against God's moral law and plan for human beings.''* Ook uit progressieve hoek klonk kritiek. De Democratie Alliance (de tweede partij van Zuid-Afrika) en homo-organisaties hadden nog veel aan te merken op de nieuwe wet. Hoewel de Civil Unions Bill homoseksuelen in het recht voorzag te trouwen, had de regering de bestaande Marriage Act niet willen aanpassen. Hierin was nog altijd te lezen dat het huwelijk een verbintenis was tussen man en vrouw. Ook deze vooruitstrevende partijen legden een verband met het verleden: 'Having a different law for same-sex marriages is an apartheid way of thinking.'" Zelfs vanuit progressieve kerkgemeenschappen kwam er kritiek op de dubbele wet voor het huwelijk: 'Separate institutions are rarely, if ever, equal.'"'" Daarnaast bestonden er veel bezwaren tegen de mogelijkheid voor trouwambtenaren om het sluiten van een homohuwelijk te weigeren. Ondanks al deze bezwaren werd de wet op 27 november door de 'National Council of Provinces' aangenomen en drie dagen later, één dag voor het verstrijken van de deadline, bekrachtigd.^'
Bescherming van minderheden of wil van het volk? De reacties van de leiders van de reactionaire politieke partijen op de invoering van het homohuwelijk lijken wellicht meningen in de kantlijn, maar dit is schijn. Zij vertegenwoordigen niet alleen de mening van hun achterban, maar ook die van veel ANC-stemmers (zestig tot zeventig procent van de bevolking). Uit een enquête van de Cape Argus kwam naar voren dat 74 procent van de bevolking het niet eens was met de legalisering van het homohuwelijk.'*'^ Het ongenoegen over de nieuwe wet en de toenemende homo-emancipatie uitte zich op verschillende manieren. Conservatieve christenen organiseerden grote protestmarsen tegen de invoering van de Civil Unions Bill, maar veel schokkender en van groter belang voor de homogemeenschap was een toename van antihomoseksueel geweld, het zogenaamde 'gay-bashing' ('potenrammen' in de Nederlandse volksmond). Het lijkt er dan ook op dat de wet de wil van de bevolking niet representeerde. Uit onderzoek blijkt dat de publieke ruimte in Zuid-Afrika nog altijd verondersteld wordt heteroseksueel te zijn. Door de grotere openheid die homoseksuelen door de wet wordt toegestaan, wordt hun leven ook zichtbaarder. Het gevolg is dat homoseksuelen die deze nieuw gewonnen vrijheid ook daadwerkelijk willen gebruiken in conflict komen met de aangenomen heteroseksuahteit van de open ruimte. Zij worden vervolgens gestraft voor het verbreken van de morele code in de vorm van geweld."" Gay-bashing komt veel voor in de zwarte bevolkingsgroep, waar de homofobie groot is. Net als de Afrikaners zien ook veel zwarten hun cultuur als heteroseksueel en masculien, waarbij het gevoel leeft dat homoseksualiteit in strijd is met deze
Skript Historisch Tijdschrift 30.3
141
identiteit. Het resultaat is dat niet alleen mannelijke homoseksuelen het slachtoffer zijn, maar ook lesbische vrouwen. Openbare liefkozingen kunnen de aanleiding zijn voor het verbale en soms fysieke geweld dat hen wordt aangedaan, maar het negeren van flirtpogingen van mannen is een even groot probleem.^-i In ongeveer twintig procent van de gevallen van gay-bashing in Zuid-Afrika is ook sprake van verkrachting: vaak om het slachtoffer 'een lesje te leren'.-" Het gevoel dat homoseksualiteit on-Afrikaans is, wordt in heel Afrika gedeeld. Het is deel gaan uitmaken van de pan-Afrikaanse gedachte, het idee dat alle Afrikanen en Afrikaanse afstammelingen een gezamenlijke strijd voeren en een cultuur delen. Leiders van omringende landen als Zimbabwe en Namibië profileren zich in het openbaar als homofoob en dit is ook terug te zien in de standpunten over het homohuwelijk van traditionele Afrikaanse partijen als de 'Pan Africanist Congress' en de 'Inkatha Freedom Party'.^' Het is niet alleen de mening van een ongeschoolde bevolking. Ook in de intellectuele regionen komt het homofobe spookbeeld nog vaak naar voren. Dit beeld houdt in dat corrumperende blanke kolonisten een pure Afrikaanse samenleving hebben verwoest en gedragsafwijkingen als homoseksualiteit hebben meegebracht. Dit valt terug te lezen in de Afrikaanse literatuur, maar ook Afrikaanse academici proberen wetenschappelijk te onderbouwen dat dit heeft plaatsgevonden."»^ Mare Epprecht levert in zijn boek uit 2004 Hungochani: the history of a dissident sexuality in Southern Africa overtuigend bewijs dat er geen sprake is van 'a distinctive and timeless "African sexuality" that was exclusively heterosexual in nature'.'** Het is echter de vraag of deze nieuwe academische bewijzen snel hun weg zullen vinden naar het homofobe deel van de bevolking. De gewelddadige uitspattingen richting homoseksuelen staan in elk geval in schril contrast met de progressieve wetgeving. In feite onderkent de regering dat bepaalde minderheden de bescherming nodig hebben van de wet, juist omdat de meerderheid van de bevolking er andere ideeën op nahoudt. Zij heeft ervoor gekozen de wetgeving een voortrekkersrol te laten spelen in Zuid-Afrika, al blijkt uit de wijze van invoering van het homohuwelijk dat de gerechtelijke macht de regering daarin soms moet aansturen.
Conclusie De huidige grondwet van Zuid-Afrika is in vele opzichten een breuk met het verleden. Het is een grondwet waarmee de regering wil laten zien dat Zuid-Afrika een nieuwe weg is ingeslagen na de gruwelen van de apartheid. Bij de invoering van de vele nieuwe wetten is apartheid vaak het belangrijkste argument, alsof men wil zeggen: 'Kijk naar het verleden als je wilt weten waar repressie toe leidt'. De consensus die over de apartheid als gruwelperiode heerst, maakt dat bijna geen partij in Zuid-Afrika tegen deze argumenten in kan gaan. Zoals uit dit artikel is gebleken, speelt deze geschiedenis ook bij de liberalisering van homoseksualiteit een belangrijke rol. De progressieve grondwet van Zuid-Afrika is in feite een direct gevolg van het repressieve apartheidverleden. Zonder dit verleden was deze grondwet er nooit gekomen, omdat een consensus over de gruwelen van de apartheid ervoor heeft gezorgd dat de nieuwe regering hier voor altijd mee heeft willen afrekenen.
142
1994 was de start van een nieuwe periode, een periode waarin Zuid-Afrika een gidsland voor de rest van Afrika wil zijn. De Nasionale Party kampte met een schuldgevoel en was bang om aan de kant te worden gezet, en steunde daarom vrijwel alle progressieve wetsvoorstellen, terwijl het ANC, vertegenwoordiger van een decennialang onderdrukte bevolkingsgroep, nu elke vorm van onderdrukking wilde uitbannen. De homobeweging heeft van deze historische omstandigheid kunnen profiteren en iets kunnen bereiken dat vooralsnog in geen enkel ander Afrikaans land is gelukt. Sterker nog, in verschillende landen worden op dit moment maatregelen genomen om de wetten ten aanzien van homoseksualiteit te verscherpen. Het ANC heeft ervoor gekozen de rechtspraak een voortrekkersrol te laten vervullen in Zuid-Afrika. Daarbij moeten minderheidsbelangen behartigd worden, zodat iedereen de vrijheid krijgt om zichzelf te ontplooien. Daarmee negeert de regering in sommige gevallen de mening van het volk. In het geval van homoseksualiteit is niet gezegd dat Zuid-Afrika hier slecht aan doet. De consequentie is wel dat homoseksuelen de vrijheid waar ze recht op hebben nog niet volledig kunnen opeisen. Uitkomen voor je seksuele geaardheid is een risico, deze exposeren in de publieke ruimte is in sommige gebieden een zeer gevaarlijke aangelegenheid. Dit is één kant van het verhaal. De andere kant is dat in de grote steden van Zuid-Afrika zonder repressie en in volledige openheid een bloeiende homoscene is ontstaan en homoseksuelen hun liefde tegenwoordig zelfs kunnen bezegelen met een traditioneel conservatief instituut als het huwelijk.
Skript Historisch Tijdschrift jo.j
143
Noten •
Chris Dunton en Mai Palmberg, Human rights and homosexuality in Southern Africa (Uppsala 1996) 9-12. '• Cape Argus, 15 november 2006. ' Deel van 'Verslag van die Gekose Komitee oor die Ontugwysigingswet', zoals weergegeven in Dian Joubert (red.)., Tot dieselfde geslag: debat oor homoseksualiteit in i<)68 (Stellenbosch 1974) 17-18. •• Glen Retief, 'Keeping Sodom out of the laager: state repression of homosexuality in apartheid South Africa' in: Mark Gevisser en Edwin Cameron (red.), Defiant Desire Qohannesburg 1994) 99-114, aldaar 101-103. ' Leonard Thompson, A history of South Africa (Johannesburg 2000) 182-184. ^ P.C. Pelser geciteerd in Retief, 'Keeping Sodom out of the laager', 99. ' 'Indiening van die Eerste Wetsontwerp' in: Joubert, Tot dieselfde geslag, 13-16. * Ivor Chipkin, 'In search of privacy, or when is the state democratic?', Transformation 61 (2006) 89-107, aldaar 91-93. ' Gordon Isaacs en Brian McKendrick, Homosexuality in South Africa (Kaapstad 1992) 157-158.
'° Mark Gevisser, 'A different fight for freedom: a history of South African lesbian and gay organisation from the 1950's to the 1990's' in: Gevisser en Cameron, Defiant Desire, 14-86, aldaar 32-34. " Chipkin, 'In search of privacy', 94. " Gevisser, 'A different fight for freedom', 43-47•' Ibidem, 48-50; Sheila Croucher, 'South Africa's democratisation and the politics of gay liberation',/owrMij/ of Southern African Studies 28 (2002) 315-330, aldaar 318-319. '• • Epprecht, Ht/Mgoc^an/, 211-212. '' Derrick Fine and Julia Nicol, 'The lavender lobby: working for lesbian and gay rights within the liberation movement' in: Gevisser en Cameron, Defiant Desire,
J44
269-277, aldaar 271. "• Rachel Holmes, '"White rapists made coloureds (and homosexuals)": The Winnie Mandela trial and the politics of race and sexuahty' in: Gevisser en Cameron, Defiant Desire, 284-294, aldaar 285-290. '" Fine en Nicol, 'The lavender lobby', 270 '* Croucher, 'Politics of gay liberation', 320. '' Edwin Cameron, 'Unapprehended felons, gays and lesbians and the law in South Africa' in: Gevisser en Cameron, Defiant Desire 89-98, aldaar 94-97. '° Scott Long (red.). More than a name: statesponsored homophobia and its consequences in Southern Africa (New York 2003) 52. De eerste vijf jaar zou de ANC regeren met de NP en IEP, dit was bepaald in de onderhandelingen en bedoeld als signaal naar het volk dat er geen sprake was van een zwarte machtsovername. Na de eerste regeringstermijn was dit niet meer verplicht en nam de ANC vrijwel alleen de macht oven " Croucher, 'The politics of gay lit)eration', 320. " Epprecht, HMM^ocfeaw/, 212-213. '•^ Croucher, 'The politics of gay liberation', 320. '' Gevissei; 'A different fight for freedom', 82-83. " Dunton en Palmberg, Human rights and homosexuality, 34. " Tshepo L. Mosikatsana, 'The definitional exclusion of gays and lesbians from family status'. South African journal on Human Rights 12.4 (1996) 549-5é7> aldaar 553-555; Michael P. Katz, 'Close encounters of the third kind: privacy, equality and the expression of homosexual preference', South African Journal on Human Rights 12.2 (i')96) 308-323; Brenda Grant,'Homosexual marriage and the constimtion'. South African Journal on Human Rights 12.4 (1996) 568574; Bradley Silver, "Til deportation do us part: the extension of spousal recognition to same-sex parmerships'. South African Journal on Human Rights iz.z (1996) 575-581.
Epprecht, Hungochani, 2.14. Scott Long et al., More than a name, 181-183. Wendy Isaack en Melanie Judge, 'Ten years of freedom? Current developments and debates on marriage between people of the same sex in South Africa', Agenda 6z (2004) 68-75. Cape Argus, 25 augustus 2006. Daily News, 8 september 2006. Cape Argus, 15 november 2006. Ibidem. Ibidem; De Freedom Charter was een politiek statement dat in 1955 door 'the Congress of the People' naar buiten was gebracht in de strijd tegen de apartheid. The Congress of the People bestond uit afgevaardigden vanuit alle onderdrukte bevolkingsgroepen en sympathiserende blanken. Het document verklaarde dat 'South Africa belongs to all who live in it, black and white, and that no government can justly claim authority unless it is based on the will of the people'. Zie: Thompson, A history of South Africa, 203. Cape Argus, 15 november 2006. Ibidem. Ibidem. Cape Argus, 7 september 2006. Cape Times, 8 september 2006. Cape Argus, 1 december 2006. Cape Argus, 15 november 2006. Graeme Reid en Teresa Dirsuweit, 'Understanding systematic violence: homophobic attacks in Johannesburg and surrounds'. Urban Forum 13.3 (2002) 99-126, aldaar 100. Ibidem, loo-ioi. Ibidem, 105; In het geval van vrouwelijke slachtoffers wordt ook vaak gesproken van 'dyke-bashing'. Mare Epprecht, '"Unnatural vice" in South Africa: the 1907 commission of enquiry'. International Journal of African Historical Studies 34.1 (2001) 121-140, aldaar 121-125.
Skript Historisch Tijdschrift jo.}
•" Chris Dunton, '"Wheyting be dat?" The treatment of homosexuality in African literature'. Research in African Literatures 20.3 (1989) 422-448, aldaar 422. t* Epprecht, Hungochani, 223.
H5