5
NOTULEN van het verhandelde in de openbare raadsvergadering, gehouden ten raadhuize op woensdag 28 juni 2006 om 19.00 uur. Nr. 06it00412.
10
15 AGENDA:
20
1 2 3 4 5
Opening Vaststelling van de raadsagenda. Ontwerpbesluit inzake aanbeveling aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijks relaties, om de heer J.J.M. Som te herbenoemen als burgemeester van de gemeente Kerkrade. Goedkeuring van de notulen van de raadsvergadering van 31 mei 2006. Ingekomen stukken.
6 7
AKKOORDSTUKKEN Ontwerpbesluit inzake wijziging verordening heffing en invordering leges 2006. Ontwerpbesluit inzake vaststelling van het “Beleidsverslag WWB 2005”.
8 9 10
BESPREEKSTUKKEN Ontwerpbesluit inzake WMO voortgangsrapportage én aanbesteding ‘huishoudelijke verzorging’. Ontwerpbesluit tot vaststelling van de jaarrekening van de gemeente Kerkrade 2005. Ontwerpbesluit inzake de Financiële Voortgangsrapportage 2006.
11
Sluiting.
25
30
35 Aanwezig de leden:
M.A.H. van Aken, P.A.A. Bell, J.G. Bok, A.H.M. Brauers, A.G. Coumans, L.J.M. Crombach, A.M.J.N. Fischer-Otten, J.L.P. Hanssen, H.G. Housen, H.J.G.M. Jacobs, L.A. Jongen, J.M.G. Kloek, P.H.L. Kockelkorn, N. Krasovec, W.M. Muller, A.J.F. Persoon, M.S.A. Ribbink -Pieters, J. Roland, M.P.P. Ruiters, D.W.J. Schneider, G.H.W. Smeijsters, J.J.M. Snijders, M.J.L. Stevens, R.J.W. Sulmann, C.J.A. Szalata-Thomas, A.M.J. Von Kann, T.W. Weijers en P.J. Wöltgens.
Afwezig de leden:
W.J. Heijltjes, met kennisgeving.
40
45 Mede-aanwezig: Voorzitter: 50 Griffier:
de wethouders R.K.H. Krewinkel en W.H.E. Terpstra. de heer G.H.W. Smeijsters gedurende het eerste deel van de vergadering de heer J.J.M. Som, burgemeester gedurende de rest van de vergadering C.S. Chudy, plv. griffier.
Pagina 1 van 17
PUNT 1 OPENING 5 De voorzitter opent de vergadering met het gebruikelijke gebed. Hij heet alle aanwezigen en de kijkers thuis van harte welkom. Hij legt uit, dat hij de vergadering voorzit als plaatsvervangend voorzitter van deze raad, omdat vandaag een agendapunt aan de orde is, dat betrekking heeft op de heer Som, namelijk de aanbeveling aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de herbenoeming van de heer Som als burgemeester van de gemeente Kerkrade. Het ligt voor de hand, dat de heer Som dat agendapunt niet zelf 10 behandelt. Er heeft zojuist een besloten vergadering van de raad plaatsgevonden, waarin dit agendapunt is voorbereid. Bij de vaststelling van dit besluit zal de heer Ruiters als voorzitter van d e vertrouwenscommissie het woord voeren en verslag uitbrengen van de bevindingen van de commissie. PUNT 2 15 VASTSTELLING VAN DE RAADSAGENDA De voorzitter deelt mede, dat de raad van de gemeente Kerkrade in zijn besloten vergadering, voorafgaand aan deze o penbare vergadering, besloten heeft om de raadsagenda zodanig aan te passen, dat agendapunt 5 20 inzake de aanbeveling aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de herbenoeming van de heer Som geagendeerd wordt als agendapunt 3 en dat de overige agendapunten aansluitend worden hernummerd. Een en ander is ook al verwerkt in de bovenstaande agenda. De raadsagenda wordt vervolgens conform het besluit van de raad vastgesteld. 25 PUNT 3 ONTWERPBESLUIT INZAKE AANBEVELING AAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES OM DE HEER J.J.M. SOM TE HERBENOEMEN ALS BURGEMEESTER VAN DE 30 GEMEENTE KERKRADE.
35
40
45
50
De heer Ruiters brengt als voorzitter van de vertrouwenscommissie verslag uit van de bevindingen van die commissie. “Voorzitter, leden van de raad. Op 26 april 2006 heeft de raad de Vertrouwenscommissie Herbenoemingsprocedure Burgemeester Kerkrade 2006 benoemd. Als voorzitter van deze commissie breng ik u hierbij namens de vertrouwenscommissie, die bestaat uit de leden Coumans, Fischer, Bok, Hanssen, Jongen en ondergetekende, verslag uit van onze bevindingen. De vertrouwenscommissie heeft naast haar eigen overleg ook gesproken met burgemeester Som zelf, met secretaris Kuikman als afgevaardigde van het college en met de Commissaris van de Koningin van onze Provincie, de heer Frissen. Naast de genoemde gesprekken hebben wij diverse documenten ter kennisneming aangenomen met betrekking tot de nevenfuncties van burgemeester Som, een brief namens het college van de drie leden die ook in het vorige college wethouder waren, het verslag van onze raad aan de Commissaris van de Koningin van 7 april 2003 met betrekking tot het tussentijds functioneren van de burgemeester, de resultaten van de enquête onder de raadsleden van augustus 2005 en het rapport van de VROM-inspectie van februari 2006 met betrekking tot de woning van het echtpaar Som. De commissie is van oordeel, dat de burgemeester als voorzitter van de gemeenteraad en binnen het kader van het functioneren van de raad en overige organen op basis van het heersende duale stelsel goed functioneert. De commissie heeft op basis van het verslag omtrent het functioneren van burgemeester Som, dat de raad in 2003 heeft gestuurd naar de Commissaris van de Koningin, gekeken naar de volgende aspecten: de presentatie van de burgemeester onder de bevolking; de belangenbehartiging van de gemeente Kerkrade; het optreden in stressvolle situaties; het leiden van vergaderingen en de contacten met de leden van de raad. Deze punten hebben ook de basis gevormd voor het gesprek, dat de vertrouwenscommissie met de burgemeester heeft gehad op 24 mei 2006. De vertrouwenscommissie heeft het gesprek als waardevol en open hartig ervaren, zoals de leden van de raad ook in de bevindingen terug kunnen lezen. Twee onderwerpen
Pagina 2 van 17
waar de vertrouwens commissie in het gesprek dieper op is ingegaan, zijn de situatie, die door de raad is onderzocht en afgesloten met betrekking tot de woning van het echtpaar Som en de rol die de heer Som heeft vervuld binnen de in middels op geheven adviescommissie van Roda J.C.. De burgemeester is zich ten zeerste bewust van de bijzondere positie van zijn ambt en de kwetsbaarheid in het kader van de bestuurlijke inte5 griteit. Uit het oogpunt van de gemeentelijke belangen heeft de burgemeester zich ingezet voor de ontwikkelingen met betrekking tot het betaald voetbal in Kerkrade. Zijn positie daarin was en is voor de commissie helder ondanks vragen die daarover in het verleden zijn gesteld. De vertrouwenscommissie heeft vastgesteld dat de burgemeester ondanks onderzoeken en spanningen niet heeft verzaakt en zijn functie op zorgvuldige wijze is blijven vervullen. Ondanks de negatieve publiciteit die 10 rond zijn persoon is ontstaan tijdens de onderzoeken, heeft hij het gemeentelijk belang laten p revaleren boven zijn persoonlijk belang. Maandag 26 juni jl. hebben de heren Coumans als vice-voorzitter van de vertrouwenscommissie en ondergetekende als voorzitter van de commissie de bevindingen van de commissie besproken met de Gouverneur van de Provincie Limburg, de heer L.J.P.M. Frissen. 15 De algehele en unanieme conclusie van de vertrouwenscommissie en dus tevens het advies aan de raad is om de heer J.J.M. Som bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan te bevelen om te herbenoemen als burgemeester van de gemeente Kerkrade.” Het ontwerpbesluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. 20 De voorzitter schorst de vergadering om 19.10 uur. Tijdens de schorsing draagt de heer Smeijsters het voorzitterschap van de ver gadering over aan de heer Som. De voorzitter heropent de vergadering om 19.15 uur. Hij bedankt de raad voor het genomen besluit naar aanleiding van de bevindingen van de vertrouwens com25 missie en de wijze waarop hij persoonlijk bejegend is. Dat heeft hem goed gedaan. Hij trekt vervolgens een lootje ter bepaling van de spreekvolgorde. Hij trekt nummer 15, hetgeen correspondeert met de heer Coumans. Dat betekent, dat de fractie van de Lijst Coumans vanavond het eerste recht van spreken heeft. PUNT 4
30
GOEDKEURING VAN DE NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING VAN 31 MEI 2006. De notulen worden conform vastgesteld. 35 PUNT 5 INGEKOMEN STUKKEN 40
1.
Schrijven d.d. 2 mei 2006 (06i0005585) van de fractie PvdA Kerkrade met vragen ex art. 38 RvO Raad inzake starterslening. Om pre-advies aan college. De raad wordt verzocht kennis te nemen van het uitstelschrijven (06u0007927) aan de fractie PvdA Kerkrade.
45
Conform het verzoek wordt besloten. 2. 50
Schrijven d.d. 3 mei 2006 (06i0005703) van de fractie SP met vragen ex art. 38 RvO Raad inzake Grachterheide. Om pre-advies aan college. De raad wordt verzocht kennis te nemen van het uitstelschrijven (06u0007927) aan de fractie PvdA Kerkrade.
Pagina 3 van 17
De heer Jongen wil even attenderen op een kleine ‘slip of the pen’. Er staat, dat de raad wordt verzocht om kennis te nemen van het uitstelschrijven (06u0007927) aan de fractie PvdA Kerkrade. Dat moet echter een ander uitstelschrijven zijn en dan gericht aan de SP. De voorzitter zegt toe, dat dit uiteraard zal worden gecorrigeerd.
5
Conform het verzoek wordt vervolgens besloten. 3.
Jaarrekening en jaarverslag 2005 en ontwerpbegroting 2007 van Brandweer Parkstad Limburg.
10 Uw raad wordt verzocht het advies van de raadscommissie Algemene Zaken en Middelen te volgen en: - in te stemmen met jaarrekening/-verslag 2005, doch niet in te stemmen met de resultaatbestemming voor zover deze betrekking heeft op het deel ad € 70.000,- ten behoeve van tijdelijke extra capaciteit projecten en beleid ten behoeve van beleidsontwikkeling, projectuitvoering, ordening en afstemming regelgeving en handboeken repressie; - niet in te stemmen met de verhoging, zoals gevraagd door de Brandweer Parkstad Limburg in de (ontwerp)begroting 2007 doch te volstaan met een verhoging van maximaal € 2,50 per inwoner; - bij het Algemeen Veiligheidsbestuur te bepleiten, dat een standpunt inzake de financiële bijdrage voor de nieuw op te richten Brandweer Zuid-Limburg vóór januari 2007 zal zijn afgerond; - de Brandweer Parkstad Limburg conform te berichten.
15
20
De voorzitter deelt mede, dat afgesproken is, dat onder meer dit item nader zou worden toegelicht. Het gaat met name o m het bedrag per inwoner. Er was een verschil van mening met betrekking tot het bedrag. Er werd een bedrag van € 3,75 per inwoner gevraagd, terwijl Kerkrade uitging van € 2,50 per in woner. Uit overleg met het Algemeen Bestuur bleek, dat een aantal onderdelen nog nader bekeken moesten worden. Het ging daarbij om een bedrag van ca. 80.000 euro plus een boventallig personeels lid. Binnen het Algemeen Bestuur is afgesproken, dat e.e.a. samen met de vier gemeenten, de financiële mensen en de brandweer opnieuw bekeken wordt, dat het bedrag van € 2,50 gehandhaafd blijft en dat in september naar aanleiding van de uitkomst van die gesprekken al dan niet besloten wordt, dat er een begrotingswijziging komt. Als er geen begrotingswijziging komt, betekent dat automatisch, dat men accepteert, dat de rekening 2006 géén overschot zal laten zien.
25
30
Conform het verzoek wordt vervolgens besloten. 35
4.
Jaarverslag 2005 en (ontwerp)begroting 2007 van de Regionale Brandweer. Uw raad wordt verzocht het advies van de raadscommissie Algemene Zaken en Middelen te volgen en: - in te stemmen met het financieel verslag 2005, doch niet in te stemmen met het voorstel tot toevoegen van de winstbestemming saldo 2005 aan de algemene reserve; in totaal bedraagt het aan de gemeente Kerkrade te restitueren bedrag € 24.408,-; - in te stemmen met de (ontwerp)begroting 2007 van de Regionale Brandweer Zuid-Limburg, te weten de bijdrage voor het jaar 2007 van de gemeente Kerkrade van € 4,27 per inwoner per jaar; - bij het Algemeen Veiligheidsbestuur te bepleiten, dat een standpunt inzake de financiële bijdrage voor de nieuw op te richten Brandweer Zuid-Limburg vóór januari 2007 zal zijn afgerond; - de Regionale Brandweer Zuid-Limburg conform te berichten.
40
45
De voorzitter deelt mede, dat bij dit stuk kan worden uitgegaan van het vastgestelde bedrag. De begroting is echter nog niet vastgesteld, omdat de Rekenkamercommissie vanuit een stukje voortschrijdend inzicht nog een aantal zaken wil bezien. Die zal derhalve pas in september worden vastgesteld. 50 Conform het verzoek wordt vervolgens besloten. 5.
Jaarverslag 2005 en (ontwerp)begroting 2007 van de GHOR.
Pagina 4 van 17
Uw raad wordt verzocht het advies van de raadscommissie Algemene Zaken en Middelen te volgen en: - in te stemmen met de jaarrekening en jaarverslag 2005 van de GHOR; - in te stemmen met de (ontwerp)begroting 2007 van de GHOR, te weten de bijdrage voor het jaar 2007 van de gemeente Kerkrade ter hoogte van € 1,4949 per inwoner per jaar (49.315 inwoners x € 1,4949 per inwoner per jaar = € 73.479,35); - de GHOR conform te berichten.
5
Conform het verzoek wordt besloten. 10
6.
(Ontwerp)begroting 2007 van de G emeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4. Uw raad wordt verzocht het advies van de raadscommissie Grondgebied en Economische Zaken te volgen en: - in te stemmen met de (ontwerp)begroting 2007 van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4 evenwel met dien verstande, dat het bestuur van de Reinigingsdiensten Rd4 wordt verzocht om de Servicetelefoon kosteloos beschikbaar te stellen voor de burger; - Reinigingsdiensten Rd4 conform te berichten.
15
Conform het verzoek wordt besloten. 20 7.
Raadsinformatiebrief van het college van mei 2006 inzake de toezending van het jaarverslag 2005 “Wet Kinderopvang”. Uw raad wordt verzocht het advies van de commissie Burgers en Samenleving te volgen en bijgesloten raadsinformatiebrief voor kennisgeving aan te nemen.
25
Conform het verzoek wordt besloten. 8. 30
Schrijven van het Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid -Limburg d.d. 21 april 2006 (06i0004962) inzake de conceptbegroting 2007 van het Werkvoorzieningschap. Uw raad wordt verzocht het advies van de commissie Burgers en Samenleving te volgen en de conceptbegroting voor kennisgeving aan te nemen. Conform het verzoek wordt besloten.
35 9.
40
Schrijven d.d. 1 juni 2006 namens de Rekenkamercommissie inzake onderzoeksopzet eerste onderzoek 2006. Uw raad wordt verzocht kennis te nemen van de eerste onderzoeksopzet 2006. Conform het verzoek wordt besloten. PUNT 6
45 ONTWERPBESLUIT INZAKE WIJZIGING VERORDENING HEFFING EN INVORDERING LEGES 2006. Het ontwerpbesluit wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Pagina 5 van 17
PUNT 7 ONTWERPBESLUIT INZAKE VASTSTELLING VAN HET “BELEIDSVERSLAG WWB 2005”. 5 De heer Bok geeft aan, dat in de commissievergadering Burgers en Samenleving de wens is uitgesproken om in één van de komende raadsvergaderingen de achtergronden van dit ontwerpbesluit nader toe te lichten. Het stuk is nu geagendeerd als een akkoordstuk, maar de commissie vindt de materie zo belangrijk, dat zij deze toch van een nadere toelichting wil voorzien. 10 Het ontwerpbesluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. PUNT 8 ONTWERPBESLUIT INZAKE WMO VOORTGANGSRAPPORTAGE ÉN AANBESTEDING ‘HUISHOUDELIJKE 15 VERZORGING’.
20
25
30
35
40
45
50
De voorzitter licht toe, dat het onderwerp besproken is in de commissie. De wethouder heeft een aantal zaken toegelicht. Hij wil nu de heer Smeijsters als voorzitter van de raadscommissie Burgers en Samenleving de gelegenheid geven om dit agendapunt nader toe te lichten. De heer Smeijsters benadrukt, dat hij het woord voert als voorzitter van de commissie Burgers en Samenleving. Er ligt hier vandaag een besluit voor betreffende de aanbesteding voor huishoudelijke hulp. Waarom wil de commissie daar een opmerking bij plaatsen? Op dit moment zijn alle gemeenten in de buurt bezig om over dit onderwerp een besluit te nemen – in elk geval de gemeenten die op dat gebied met Kerkrade samenwerken – omdat de gemeenten gehouden zijn aan het volgen van een aantal procedures en de klok constant doorloopt. De klok loopt zelfs zo hard door, dat het reële gevaar bestaat, dat Kerkrade te laat in het besluitvormingstraject komt met alle gevolgen van dien. Daardoor zou de gemeente Kerkrade zelfs geïsoleerd kunnen worden, waardoor zij de hele ontwikkeling zelf zou moeten gaan regelen. Dat is in de commissie met open ogen en oren besproken en daarbij zijn enkele voorwaarden geformuleerd. De eerste voorwaarde was, dat de besluitvorming zou plaatsvinden met de grootst mogelijke ruimte en vrijheden. Zo zouden de adviesorganen worden gehoord en zou het besluit vandaag ook genomen worden met de kanttekening, dat er vandaag niets inhoudelijks aan de orde is. Vandaag wordt alleen besloten om de aanbesteding zijn weg te laten gaan. Er is ook afgesproken om daar vandaag niet inhoudelijk over in discussie te gaan. Dat gebeurt in een later traject naar rato, net als bij de besluitvormin g over de invoering van de Wet werk en bijstand. De inhoudelijke discussie vindt dan ook in een later stadium gefaseerd plaats. Vandaar dat ook is afgesproken om het ontwerpbesluit wel als bespreekstuk te agenderen, zodat dit enerzijds duidelijk kenbaar kan worden gemaakt en anderzijds de wethouder de kans krijgt om vanavond nog eens de meest actuele stand van zaken toe te lichten. Mevrouw Fischer-Otten merkt op, dat het stuk, hoewel het inhoudelijk niet besproken zal worden, wel als bespreekstuk op de agenda staat. Daarom wil zij er toch een paar woorden aan wijden. Want in de vorige periode heeft de toen verantwoordelijke wethouder de WMO al eens op de agenda geplaatst en ook aangegeven, dat het eigenlijk 1 minuut voor 12 was. Helaas waren de leden van de raad daar toen niet allemaal van overtuigd. Nu is het echter zo, dat al op 24 juni jl. in Maastricht mandaat gegeven is om de procedure op te starten, die gaat leiden tot de inschrijvingen en dat hier op 27 juni jl. – gisteren dus – melding van is gemaakt in Brussel. Nu staat het als bespreekstuk op de agenda en het is vandaag 28 juni. Zij denkt dan ook, dat het min of meer mosterd na de maaltijd is. Haar fractie hecht er wel aan om de wethouder mee te geven, dat het financiële plaatje niet alleen doorslaggevend mag zijn. Het niveau van de dienstverlening – en dat is de raad in elk geval toegezegd en zij hoopt dan ook dat dat zo gaat gebeuren – moet in elk geval gelijk blijven. Verder moeten er – en dat is zeker niet onbelangrijk en zij denkt ook, dat de w ethouder daar volledige aandacht aan zal geven – geen problemen ontstaan ten aanzien van de werkgelegenheid van mensen, die zich nu al bezig houden met huishoudelijke hulp. Werkgelegenheid is immers naast het feit, dat de cliënten genoeg verzorging en ook goede verzorging krijgen, heel belangrijk. Dat mag niet ondersneeuwen. De heer Krewinkel (weth.) geeft aan, dat vandaag in principe een heel technisch stuk aan de orde is, maar hij wil toch proberen om duidelijk te maken waar het precies om gaat. Aan de orde is de aanbesteding van de huishoudelijke zorg, omdat per 1 januari 2007 de Wet Maatschappelijke Ondersteuning zijn intrede doet. Op
Pagina 6 van 17
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
dit moment wordt de huishoudelijke zorg geregeld door externe partijen, zoals bijvoorbeeld de bij velen bekende Zorggroep Meander. Mensen, die gebruik maken van deze of andere zorgaanbieders, regelen hun zaken dan ook met die zorgaanbieder. Per 1 januari a.s. wordt echter de gemeente verantwoordelijk voor de huishoudelijke zorg. Dat betekent, dat de gemeente er ook voor moet zorgen, dat zij op 1 januari klaar is, zodat de mensen, die op dat moment een beroep op die zorg doen, ook geholpen kunnen worden. Nu is het zo, dat de gemeenten van rechtswege geen overgangsrecht geboden hebben gekregen om bijvoorbeeld gedurende een bepaalde periode de huidige zorgaanbieders in hun functie en hun positie te laten. De gemeente is dus gehouden om een zogenaamde aanbesteding te realiseren vóór 1 januari 2007. In dat verband is gekozen voor een aanbesteding op Zuid-Limburgse schaal. Dat wil zeggen, dat alle 19 gemeenten in Zuid -Limburg ervoor gekozen hebben om dat samen te doen. Dat heeft uiteraard te maken met schaalvoordelen, maar ook met de omvang en dan met name de complexiteit van datgene waar vandaag aan de orde is. Mevrouw Fischer gaf net al aan, dat de procedure volgens haar mosterd na de maaltijd is. Daar is hij het echter niet helemaal mee eens. Hij zal zo meteen nog even op de procedure als zodanig ingaan. De opdrachtverlening heeft weliswaar plaatsgevonden voor de besluitvorming door de raad, maar dat was bekend. Dat heeft hij in de commissie kenbaar gemaakt. Een andere optie was om de raad eerder bij elkaar te roepen voor dit onderwerp. Het beleidsmatig kader moet door de raad worden vastgesteld. Het is dus wel een handeling die plaats móet vin den. Om op 1 januari 2007 klaar te zijn met deze problematiek moet de aanbesteding volgens een bepaald schema verlopen. De 19 gemeenten van Zuid -Limburg hebben ervoor gekozen om dat via de gemeente Maastricht te laten verlopen. Het traject ziet er als volgt uit. Op 12 juni jl. is het college geïnformeerd. Diezelfde avond is ook de raadscommissie geïnformeerd en is aangegeven hoe de vork in de steel zat. Op 20 juni heeft het college naar aanleiding van het besprokene in de commissie een besluit genomen omtrent de aanbesteding. Zoals in de commissie afgesproken, vindt nu inderdaad achteraf de formele vaststelling als zodanig plaats. Op 24 juni is mandaat verleend aan het college. Dat is inmiddels gebeurd. En ook de verplichte melding in Brussel is geschied. Hij zal dadelijk even kort ingaan op de behandeling in de Eerste Kamer, zoals die gisteravond heeft plaatsgevonden. Op 3 juli vindt de publicatie plaats en de bedoeling is, dat op 2 oktober a.s. de gunning wordt verleend. De voorwaarden, zoals die gesteld zijn onder andere op het gebied van werkgelegenheid staan in de stukken, die toegezonden zijn. Daarin kan men zien, dat in ieder geval dat thema werkgelegenheid nadrukkelijk staat opgenomen. Hij wil in ieder geval vanaf deze plaats ook de adviesraden bedanken dat zij in staat zijn geweest en hun goede wil hebben getoond om op deze korte termijn gebruik te maken van hun adviesrecht. Zelf heeft het college gemeend om een brief van de AbvaKabo aan alle gemeenten in Nederland omtrent de gevolgen van de WMO voor de werknemers ook in de overwegingen te betrekken, omdat dat ook een nadrukkelijk onderdeel vormde van hetgeen in de commissie aan de orde is geweest. Hij denkt, dat de beantwoording als zodanig, die de raad ontvangen heeft, voor zich spreekt. Zoals gezegd heeft de Eerste Kamer gisteravond de WMO aangenomen met een aantekening door de fractie van de SP. Dat betekent, dat wanneer er een stemming zou hebben plaatsgevonden, de SP tegen gestemd zou hebben. Een en ander betekent echter ook, dat de wet in ieder geval per 1 januari 2007 door zal gaan. De exacte details daarover zijn op dit moment nog niet bekend. Het college is wel hard bezig om te bezien welke gevolgen dat nu exact heeft en het voorstel van het college is dan ook om in de volgende commissievergadering – ervan uitgaande dat dat wordt toegestaan – de stand van zaken van dat moment met de commissie te bespreken. Verder wil het college eenzelfde bijeenkomst beleggen met de adviesraden om hen bij te praten over de stand van zaken en wil het college middels een zogenaamd WMO-café de wijken in om ook de burgers, die niet georganiseerd zijn middels een adviesraad of een raadsfractie, op de hoogte te brengen van de gevolgen van de WMO. De voornaamste zorg is in ieder geval om op 1 janua ri 2007 klaar te zijn voor de hulp, die mensen op dat moment vragen. En zoals reeds eerder aangegeven zal in 2007 de raad, de raadscommissie, de adviesraden en ook de burgers middels een tweede ronde WMO-café betrokken worden bij de totstandkoming van deze wet, zoals dat net ook terecht werd aangegeven door de heer Smeijsters. Er is dus nu een besluit, maar de exacte gevolgen daarvan zijn nog niet bekend. Zodra die echter bekend zijn, zal hij verzoeken om in de commissie verslag daarvan te mogen doen. De voorzitter deelt namens de werkgroep Voorbereidende Hoorzitting Wet Maatschappelijke Ondersteuning ter aanvulling mede, dat op dinsdag 1 augustus a.s. vanaf 19.00 uur een hoorzitting zal worden gehouden, waarbij alle organisaties, die werkzaam zijn op het gebied van de WMO de gelegenheid zullen krijgen om aan de hoorzitting deel te nemen. Via publicaties in het stadsjournaal zullen de mensen ook worden geïnformeerd.
Pagina 7 van 17
Het ontwerpbesluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. PUNT 9 5 ONTWER PBESLUIT TOT VASTSTELLING VAN DE JAARREKENING VAN DE GEMEENTE KERKRADE 2005.
10
15
20
25
30
De voorzitter geeft de heer Snijders als voorzitter van de Rekenkamercommissie het woord om namens de commissie verslag en advies uit te brengen ten aanzien van de jaarrekening 2005. De heer Snijders merkt op dat het verslag van de Rekenkamercommissie bij de stukken is gevoegd. Sommige raadsleden weten waarschijnlijk nog wel uit de vorige raadsperiode, dat er verleden jaar sprake was van een onthouding ten aanzien van de jaarrekening 2004 voor wat betreft de rechtmatigheid. Dat had te maken met het feit, dat de accountants behalve op doelmatigheid en getrouwheid ook moesten controleren op rechtmatigheid, dus de vraag of bij de uitgaven ook de wet - en regelgeving in acht is genomen. In dat kader is de jaarrekening 2004 een overgangsjaar geweest om gemeenten de gelegenheid te geven om orde op zaken te stellen. Zo had de gemeente een enorme massa verordeningen, die nog maar gedeeltelijk voldeden. Enkele waren zelfs al tientallen jaren oud. Dat is verleden jaar allemaal opgeschoond. Daar is maandenlang heel hard aan gewerkt en wel zodanig, dat de accountant nu over 2005 een verklaring heeft afgegeven, dat voor wat betreft de jaarrekening 2005 zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid in acht is genomen. Hij wil de raad meegeven, dat dit betekent, dat er van gemeentewege door de betreffende ambtenaren een enorme klus is uitgevoerd. De accountant heeft daar ook zijn waardering over uitgesproken. De rekenkamercommissie sluit zich daar natuurlijk van harte bij aan. De commissieleden Heijltjes, Von Kann en spreker hebben op 12 juni de jaarrekening 2005 in het bijzijn van wethouder Terpstra, de heer Jussen van de accountantsdienst en de heer Bejas van financiën verder besproken. De rekenkamercommissie heeft geconstateerd, dat alles prima in orde is en de commissie wil de raad dan ook adviseren om akkoord te gaan met de vaststelling van de jaarrekening 2005. De heer Hanssen constateert – overigens met alle respect voor het door de commissie verrichte werk – een kleine rekenfout op pagina 1. Daar is een aftrekfout gemaakt. Het daar genoemde bedrag moet niet 423.000 zijn, maar 421.000. De heer Snijders merkt op, dat in de officiële stukken de juiste cijfers staan. Hij gaat er van uit, dat dit een drukfout is. De voorzitter verzoekt de raad met inachtneming van de opmerking van de heer Hanssen, akkoord te gaan met de jaarrekening 2005. Hij sluit zich aan bij de complimenten van de heer Snijders aan het adres van het ambtelijk apparaat.
35 Het ontwerpbesluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. PUNT 10 40 ONTWERPBESLUIT INZAKE DE FINANCIËLE VOORTGANGSRAPPORTAGE 2006. De heer Coumans geeft aan, dat hij – zoals dat mede door de voorzitter is uitgedacht tijdens de vorige raadsvergadering – hier heden het woord moet voeren over een stuk, dat de naam financiële voortgangsrapportage draagt, maar dat bij de totstandkoming van deze coalitie nog de voorjaarsnota heette. Daarmee is volgens 45 hem ook de toon gezet voor hetgeen vandaag níet voorligt. Dan de inhoud van de nota als zodanig. Het is uiteraard een correcte en accurate rapportage over de middelen en over de hoofdlijnen van beleid. Maar op 30 maart jl. is deze raad veel meer beloofd. In de coalitieovereenkomst en de daaraan gekoppelde beleidsintenties heeft men de raad beloofd, dat heden het collegeprogramma zou voorliggen. Het is niet alleen zo, dat het vandaag níet voorligt, maar de raad heeft in de tussentijd ook helemaal niets meer vernomen 50 van de coalitie over hoe die zaak zou worden ingericht, terwijl de formateur van de coalitie, de heer Krasovec, toch stevig heeft toegezegd, dat alle partijen hun inbreng in dat collegeprogramma mochten leveren. Hij heeft niets meer vernomen sindsdien en het is stil geworden. De enige argumentatie voor het feit, dat het collegeprogramma er niet is, is dat men niet beschikt over de meicirculaire. Dat is mooi, dat men daar niet over beschikt. Dat laat echter onverlet, dat men de beleidslijnen, die
Pagina 8 van 17
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
men in het collegeprogramma wil zetten, toch op papier kan zetten, mogelijk misschien zonder een exacte financiële vertaling. Die mogelijkheid had bestaan. Overigens waren de hoofdlijnen van de meicirculaire al op 17 mei bekend via de internetpagina van de minister van Binnenlandse Zaken en was de meicirculaire zelf op 30 mei beschikbaar. Er was dus voldoende tijd om de financiële vertaalslag te maken als er tenminste een collegeprogramma gelegen had. Inmiddels is ook bekend, dat er voor de komende jaren, beginnend met dit jaar, uit de meicirculaire een voordeel voortkomt van 7 ton euro voor dit jaar, oplopend naar 1,1 miljoen euro in het jaar 2010. Een mooie meevaller! Die had men dan – als men de nuloptie gekozen had van stijging van het volume van de begroting – kunnen gebruiken voor extra leuke dingen. Van dit alles niets. Wat nog veel erger is, is dat men nu gewoon fijntjes opmerkt, dat er tijd genoeg is en dat men het liever wil uitstellen tot de begrotingsbehandeling en die is pas in oktober. Dan is deze coalitie inmiddels meer dan een h alf jaar verder en liggen de hoofdlijnen van beleid en de projecten nog steeds niet op tafel. Men heeft ook kunnen constateren, dat de raad tijdens zijn vergadering van 30 maart jl. inhoudelijk nauwelijks op het beleid kon ingaan, omdat er geen beleidsinhoudelijke stukken voorlagen. Daar is dan ook weinig op ingegaan. Persoonlijk had hij zich erop verheugd – en mogelijk ook anderen – dat de raad vandaag na vier maanden van een nieuwe coalitie eindelijk inhoudelijk over het beleid zou kunnen praten en aanzetten zou kunnen geven over waar men in de vaart der volkeren met Kerkrade naar toe moet. Dat alles gebeurt echter niet. De raad heeft deze maand weer mogen ervaren – overigens was er deze maand voor het eerst sinds drie maanden weer eens een vergadering van de commissie Grondgebied en Economische Zaken – dat het centrumplan dringend aandacht verdient. Vandaag stond er over dat onderwerp weer een publicatie in de krant via een ingezonden brief. Hij kan zich herinneren, dat wethouder Krasovec – toen nog forma teur – in zijn betoog bij aanvang van de coalitie stelde, dat er voor wat betreft het centrum in het belang van Kerkrade wat meer gas gegeven zou moeten worden. Spreker heeft gezien hoe er gas gegeven wordt. Het is nu juni en de conclusie is, dat de vakantie eraan komt en dat men daarom maar moet wachten tot september. Dan zal men wel weer verder zien, terwijl de raad en ook de Kerkraadse bevolking sinds december 2005 niet weten welke stappen er gezet worden, welke zaken op de rails gezet worden. Niets dan onzekerheid. Hij vindt dit op zijn zachtst gezegd een slechte start en een trage start. Hij zou het haast vergelijken met een Braziliaanse start van een voetbalwedstrijd. De heer Jongen interrumpeert de heer Coumans en vraagt deze waar de Kerkraadse gemeenschap volgens hem meer mee gediend is. Met een weloverwogen gefundeerd collegeprogramma, gebaseerd op een goede financiële situatie en indicatie, zoals die in de meicirculaire gegeven wordt of met een geforceerd tot stand gekomen collegeprogramma met onvoldoende zicht op de financiële impact daarvan? De heer Coumans stelt, dat het college dan al vier maanden op weg is, maar een en ander is op 26 april besproken in de veronderstelling, dat men inderdaad tijdig zou beschikken over de inhoud van de meicirculaire. De uitwerking, de vertaling in details is echter nog niet beschikbaar. Vandaar dat dit in de tijd wordt weggezet. De heer Coumans heeft zojuist al aangegeven, dat dat in hoofdlijnen wel beschikbaar is. De coalitie heeft zelf in zijn beleidsstuk gezegd, dat ze het beleid van de vorige coalitie wil voortzetten. Dat is dus een nullijn, die voortgezet wordt. Spreker heeft alleen gezegd, dat die nullijn kan worden doorgetrokken en dat de beleidsin tenties op papier gezet kunnen worden. Doorrekenen kan nog altijd. Men kan nog altijd zeggen, dat bepaalde intenties mogelijk niet gerealiseerd kunnen worden, omdat ze financieel niet haalbaar zijn. Dan zouden er een tweetal momenten zijn geweest, waarop men het beleid had kunnen bespreken. De uitkomsten van de meicirculaire zijn bekend. Op 17 mei jl. waren de hoofdlijnen al bekend. Toen wist men al wat de accressen zouden zijn voor de komende periode. Hij heeft echter de stellige indruk – en als die indruk niet juist is, moet men hem daar maar van overtuigen – dat men daar helemaal niet mee bezig is. Men is dat helemaal niet aan het doen. Dat concludeert hij mede uit het feit, dat de gedane toezegging, dat de oppositiepartijen zouden worden uitgenodigd om hun inbreng in het collegeprogramma te leveren, nooit gestand is gedaan. De oppositiepartijen hebben drie maanden niets gehoord van de zogenaamde coalitie. En dat is het verhaal dat hij hier wil neerzetten. De heer Jongen merkt op, dat het nog geen september of oktober is. Wellicht worden de oppositiepartijen nog in de gelegenheid gesteld om een en ander toe te lichten. De heer Coumans geeft aan, dat drie belangrijke maanden voorbij zijn gegaan, waarin niets gebeurd is. Dat is zijn conclusie. Daarnaast is het college – en dat staat wel in de nota – niet te beroerd om in navolging van het vorige college het nieuwe beleid te belasten met de exploitatie van een bedrijfsverzamelgebouw. Zo is het hier neergeschreven. Het college heeft dat besloten, zij het dat daar later nog een raadsbesluit over genomen zal moeten worden. Hij heeft reeds aan het begin van zijn betoog aangegeven, dat op het stuk als zodanig
Pagina 9 van 17
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
niets is af te dingen. Het stuk geeft enkel aan wat er wel gebeurd is en niet gebeurd is en niet moet gebeuren. Dat stuk heeft dan ook zijn instemming. Hij geeft wel een slecht punt voor de zeer magere of ontbrekende argumentatie voor het niet verschijnen van het collegeprogramma en voor het onnodig lang uitstellen van de behandeling daarvan, namelijk tot de begrotingsbehandeling 2007, terwijl men toen had kunnen weten wat er aan de hand is. De data van het verschijnen van de meicirculaire waren bekend. Bovendien neemt men nu nog eens twee maanden extra tot en met oktober om met het collegeprogramma te komen. Het lijkt hem voor wat dat betreft ook voor de burgemeester, die deel uitmaakt van dit college, niet goed dat deze niet weet wat zijn collegeprogramma is terwijl hij daar niet de voortrekker van is. De voorzitter vraagt of de heer Coumans zich wel kan verenigen met de besluitpunten I t/m IV. De heer Coumans antwoordt bevestigend op die vraag. De heer Bok deelt meteen al mede, dat het besluit ook de instemming heeft van BBK LOKAAL. Is vergrijzing erg? De fractie van BBK LOKAAL is unaniem van mening, dat dit niet zo is. Wat heeft dit met de financiële rapportage te maken, die voorligt? Het had één van de thema’s kunnen zijn van de visie op Kerkrade. Wat wil men met deze gemeente? Diverse keren heeft zijn fractie erop gewezen, dat deze visie er moet komen. Er moeten scenario’s en doelen geformuleerd kunnen worden en vooral plannen tot stand gebracht worden. Zijn fractie heeft toen aangegeven dit anders te willen doen dan het college in de aanbieding van de vorige begroting voorstelde, namelijk om een ambtelijke notitie te laten opstellen over dit onderwerp. BBK LOKAAL heeft toen voorgesteld gesprekken te voeren met stakeholders uit het bedrijfsleven, onderwijs, verenigingen, instellingen en noem maar op om te komen tot het eerder gestelde. Dit werd door het college overgenomen en er werd gezegd, dat dit inderdaad de bedoeling was. Zijn fractie constateert nu, dat het beloofde collegepro gram ma, dat vandaag zou worden gepresenteerd, pas bij de begrotingsbehandeling op tafel ligt. Het college heeft dan 12,5% van de zittingsperiode achter de rug en zal de oppositie dan – zo neemt hij aan – een dichtgetimmerd verhaal voorleggen. Jammer. Begrijpelijk. Zijn collega Snijders heeft dat begrip ook uitgesproken tijdens de commissievergadering. Dat neemt echter niet weg, dat zijn fractie het een gemiste kans vindt in het proces er naar toe. Er hadden gesprekken, zoals hij die eerder heeft aangehaald, kunnen plaatsvinden, er hadden informatierondes kunnen plaatsvinden, er had met stakeholders gepraat kunnen worden. Hij verwijst daarbij naar buurman Heerlen, die al maanden op stap is. Als hij kijkt naar de WMO, dan is dat door de raad overigens zeer snel geregeld. Het college kiest echter voor de beslotenheid, waarin voor de raad wordt nagedacht en de raad rustig kan gaan slapen. Af en toe hoort de raad wat incidenten, zoals het cen trumplan van Kerkrade, waarbij de raad ook geduld moet hebben tot na de vakantie, het fors duurder worden van de brandweer en het instellen van een commissie Parkstad Limburg, waarbij vervolgens maar moet worden uitgezocht wat men daarmee moet. En zo hobbelt men verder. Andere tijden vragen andere oplossingen. De heer Jongen interrumpeert de heer Bok met de opmerking, dat ‘verder hobbelen’ enkel de interpretatie van de heer Bok als woordvoerder van een oppositiepartij is. De coalitiepartijen zijn een heel andere mening toegedaan. Die hobbelen niet verder. Die willen dadelijk met een goed advies komen, waarin voor Kerkrade naar de komende jaren op een goed onderbouwde manier bekeken kan worden wat voor beleidsruimte er is. Zijn fractie weet ook, dat in de meicirculaire eventueel best negatieve factoren aan de orde kunnen komen. De heer Bok is van mening, dat de heer Jongen wel goed moet luisteren. De heer Jongen vindt, dat hij ook goed geluisterd heeft. De heer Bok ontkent dat. Hij heeft het namelijk niet gehad over het feit, dat het collegeprogramma er nu niet ligt. Hij heeft het gehad over de weg er naar toe. Op die weg er naar toe had gepraat kunnen worden over de meicirculaire en de diverse mogelijkheden om met zaken te schuiven. Waarom is er maar 7 ton euro voor de Rodahal? En waarom is er weer geld nodig voor een nieuwe school, terwijl het OBK er is? De heer Jongen wil de heer Bok nogmaals interrumperen. De voorzitter wijst de heer Jongen op het feit, dat hij zo meteen het standpunt van zijn fractie als coalitie partner kan verwoorden. Nu is de fractie van BBK LOKAAL bij monde van de heer Bok aan het woord. De heer Bok heeft zojuist heel nadrukkelijk aangegeven, dat zijn fractie sommige dingen best goed kan begrijpen. De heer Snijders heeft dat ook heel nadrukkelijk in de commissievergadering aangegeven. Zijn fractie is echter wel van mening, dat de zes maanden vóór de presentatie van het collegeprogramma beter benut had den kunnen worden. Hij was eigenlijk bijna klaar met zijn betoog. Is vergrijzing erg? Dat kan een kans of een uitdaging zijn. Maar er zal over gepraat moeten worden. Dat gaat hij ook doen en hij hoopt, dat dit een aansporing voor de raad en het college is om dat over te nemen. De heer Roland ziet dat een nieuw kleurtje heel wat teweeg brengt. Burgerbelangen vindt het een verstandige beslissing, dat dit college besloten heeft om het collegeprogramma in een gedetailleerde versie als discussie-
Pagina 10 van 17
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
stuk voor deze raad voor te bereiden, zodat de beleidsspeerpunten voor de komende vier jaar pas in het najaar gepresenteerd zullen worden. Inhoudelijk geeft het voorliggende stuk een duidelijk beeld van de wijzigingen ten opzichte van de begroting en de financiële meevallers, tegenvallers en risico’s. De komende maanden zullen de gevolgen duidelijk worden van het feit, dat er wellicht minder woningen mogen worden gebouwd, komt er hopelijk zicht op een verdere ontwikkeling van het centrumplan en ontstaat een duidelijker beeld van wat de gevolgen zullen zijn van de nieuwe gemeentelijke taken als gevo lg van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Natuurlijk speelt daarbij de vraag een rol of Den Haag naast de extra taken, die de gemeente krijgt, ook de bijbehorende zak met geld zal sturen. Verder zal een antwoord gegeven moeten worden op de vraag welke taken samen binnen Parkstad Limburg uitgeoefend zullen gaan worden en hoeveel geld voor de structuurversterking van deze regio en met name voor het creëren van werkgelegenheid nodig zal zijn. Kortom, veel vragen. Burgerbelangen wenst het college veel succes bij zijn zoektocht naar de antwoorden, zodat de raad bij de begrotingsbehandeling en de voorjaarsnota van 2007 op basis van een goed afgewogen collegeprogramma zijn werk kan doen. Wellicht kan de wethouder zo meteen in zijn toelichting ook nog een tipje van de sluier oplichten ten aanzien van de meicirculaire. Inhoudelijk gaat zijn fractie akkoord met het stuk. Mevrouw Fischer–Otten deelt mede, dat de fractie van GroenLinks zich aansluit bij datgene wat door de heren Bok en Coumans als voorzet gegeven is. Ook haar fractie vindt, dat het collegeprogramma en het beleid op hoofdlijnen toch echt bekend zou moeten kunnen worden. Zij had nog min of meer verwacht, dat de oppositiepartijen alsnog in de gelegenheid zouden worden gesteld om hun visie te geven, maar zij begrijpt, dat dat tot oktober een vrij moeilijke klus zal worden. Haar fractie is het wel eens met het voorliggende stuk. Zij heeft echter wel nog een paar vragen over de financiële voortgangsrapportage. De eerste vraag betreft de Brandweer Parkstad Limburg. Die gaat in de toekomst heel veel geld kosten. De verklaring hiervoor is, dat de regionale samenwerking door de landelijke overheid wordt opgelegd. De vraag van haar fractie is of de overheid hier geen financiële bijdrage voor levert door middel van het gemeentefonds en of de gemeente die echt kan terugzien. De tweede vraag betreft de exploitatie van het bedrijfsverzamelgebouw aan de Marktstraat, dat wordt verkocht. Vanaf 2008 gaat dat 200.000 euro kosten aan huur en servicekosten per jaar. De vraag van haar fractie is of het wel een voordeel voor de gemeente is om te participeren in dat bedrijfsverzamelgebouw. Dan is de GGD aan de orde geweest. Feit is, dat er een aanbesteding gedaan is. Dat was niet verplicht, maar het gebeurde. De keuringen, die dus nu niet meer bij de GGD gedaan worden, maar elders leveren de gemeente een plus op van 25.000 euro. Die keuringen moeten echter wel gedaan worden en dat zal bij iemand anders natuurlijk ook geld kosten. Bovendien moet Kerkrade betalen voor de formatieplaatsen, die wegvallen omdat de keuringen elders gedaan worden. Hoe groot is het voordeel van Kerkrade dan nog? Dan de exploitatiebijdrage bij de sociale werkvoorziening. Daar wordt uitgegaan van een positieve prognose. Een voordeel van 141.000 euro in 2008 en oplopend tot 158.000 euro in 2010. Is deze positieve prognose ook reëel nu er steeds minder eenvoudige werkzaamheden naar de WSW-bedrijven toe gaan? Dan Essent. Essent maakt winst. Dat heeft men kunnen lezen in de krant. Het geld komt ongeoormerkt terug bij de gemeente. GroenLinks vindt dat de winst verdisconteerd moet worden naar de inwoners. Het geld zou dus volgens GroenLinks wél geoormerkt moeten worden. Kan dat of kan dat niet? En dan als laatste het verloop van het regulier investeringsprogramma. Het half jaar is om en er zijn nog kosten waar niets mee gebeurd is. Haar fractie neemt aan, dat dat dit jaar wel nog gaat gebeuren. De heer Ruiters zal maar meteen met de deur in huis vallen; het CDA gaat akkoord met de voorliggende financiële voortgangsrapportage. Het is – en dat is ook in de commissie zo aangegeven – een technisch stuk; een rapportage. Het is een rapportage om de raad inzicht te geven in wat er tot op heden is gebeurd; niet meer en niet minder. Gewoon een verslag van het college van de stand van zaken tot op heden. Daarom vindt hij het ook jammer als hij nu tot drie keer toe – en het begint hem dan ook langzaam een beetje te irriteren en dat is niet goed, omdat het nog maar het begin van de raadsperiode is – de oppositiepartijen beurtelings hoort klagen over het feit, dat ze niet zijn uitgenodigd, dat ze niets mogen zeggen, dat ze geen invloed hebben op het collegeprogramma, dat at collegeprogramma er al zou moeten liggen, dat er geen beleid is en dat het college maar verder hobbelt. Dat soort uitspraken. Hij wil nu dan ook voor eens en voor altijd heel duidelijk stellen, dat iedereen, elk raadslid en elke burger of inwoner van Kerkrade vrij is om het college of de coalitiepartners of wie dan ook iets te zeggen, iets te mailen, iets te sturen of wat dan ook. En dat kan ook vóórdat men daartoe wordt uitgenodigd. Maar niets van dat alles. Hij heeft de oppositiepartijen alleen tien minuten lang hun teleurstelling horen uitspreken en dat irriteert hem. Waarom komen ze niet
Pagina 11 van 17
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
gewoon met inhoudelijke opmerkingen of laten ze het college of de coalitie weten, dat hen morgen wat punten op de mail zullen zetten om die eens te bekijken en in de overwegingen mee te nemen. Mevrouw Fischer-Otten interrumpeert de heer Ruiters met de opmerking, dat zijn betoog haast de indruk wekt, dat de oppositie het collegeprogramma zou moeten schrijven, maar dát is niet de bedoeling. De oppositie vraagt alleen datgene wat haar beloofd is; een beetje informatie en een open oog en oor naar de andere partijen toe. De heer Ruiters heeft niet gezegd, dat de oppositie het collegeprogramma moet schrijven. Hij heeft alleen gezegd, dat de oppositie ook ongevraagd tips en ideeën voor dat collegeprogramma kan aandragen. Maar de oppositie heeft het alleen maar over het feit, dat ze niet zijn uitgenodigd. De heer Coumans interrumpeert de heer Ruiters met de opmerking, dat men de oppositie dat ook beloofd heeft. Dat is toegezegd. De coalitiepartijen hebben de beleidsintenties en het coalitie-akkoord ondertekend. En de oppositie heeft – dom als ze is waarschijnlijk – ermee ingestemd om daar toen niet inhoudelijk op in te gaan in afwachting van het collegeprogramma in mei. In die periode heeft de oppositie gevoeld, dat er niets gebeurd is aan het collegeprogramma. Niet door de coalitie en ook niet door de oppositie, omdat de oppositie daar niet voor is uitgenodigd. De oppositie heeft haar inbreng geleverd bij de coalitie-onderhandelingen. En er zijn ook een aantal punten doorgelicht door de heer Krasovec. De oppositie heeft toen haar inbreng geleverd, maar van de coalitie heeft hij tot op heden niets vernomen. Mevrouw Fischer-Otten vindt dat haar betoog verder geen aanvulling behoeft. Het is genotuleerd. De oppositie zou uitgenodigd worden en zij dacht, dat die belofte gestand zou worden gedaan. De heer Ruiters benadrukt, dat er alweer wordt geklaagd over het feit, dat ze niet uitgenodigd is. Alweer die afwachtende houding van de oppositie. Die neemt hij dan maar voor kennisgeving aan. Als spreker iets belangrijks te melden heeft en iemand wil voeden met zijn ideeën, dan zou hij ook kunnen afwachten tot hij daartoe uitgenodigd wordt, maar hij kan ook pro-actief zijn en zijn commentaar ongevraagd geven. Dat was zijn opmerking. Hij wilde die frustratie toch even hier kwijt. De heer Bok wil toch even reageren op de opmerking van de heer Ruiters over frustratie. Dat begrijpt hij toch niet zo goed. Dit is een politiek orgaan. Dit is de gemeenteraad van Kerkrade. Hier zitten politieke partijen bij elkaar, die elkaar proberen te vertellen wat hun standpunt over bepaalde onderwerpen is. Als de heer Ruiters al gefrustreerd raakt over dit soort zaken, dan is hij wellicht aan vakantie toe. De heer Ruiters bevestigt, dat hier een aantal politieke partijen bij elkaar zitten. Maar hij is ook mens en een mens heeft gevoelens. De oppositie spreekt de coalitie erop aan, dat zij haar werk niet goed doet. En daar is spreker het niet mee eens en dan zegt hij dat ook. De heer Jongen constateert allereerst, dat hij een mens is en ook gevoelens heeft, maar niet gefrustreerd is. Bepaalde zaken heeft hij al bij interruptie aangegeven. Het voorliggende stuk is – zoals het woord al zegt – een financiële voortgangsrapportage waar dus weinig of geen beleidsmatige aspecten aan zitten. In feite is het niet meer dan het resultaat van het minnen en plussen van een aantal zaken. Bij de inleiding is ook duidelijk gezegd, dat de coalitie wil wachten tot de gevolgen en effecten van de meicirculaire bekend zijn. Een ieder weet, dat het kabinet in de laatste jaren toch wat negatieve geluiden heeft gelanceerd en dat die negatieve geluiden wellicht ook een negatief effect zouden kunnen hebben op het gemeentefonds. Als men dan onverhoopt geconfronteerd zou worden met die negatieve consequenties, dan heeft dat ook zijn doorvertaling in het beleid van de gemeente. Er is ook gezegd, dat het bestaand beleid wordt voortgezet. Dat heeft de heer Kra sovec ook gezegd. Hij heeft ook destijds op 26 april aan het begin van zijn betoog gezegd, dat er naar alle waarschijnlijkheid in juni een collegeprogramma zou komen, maar hij heeft vervolgens ook gezegd, dat er nog wat financiële zaken bekeken moeten worden en dat er wat accenten verlegd kunnen worden. Hij vindt zelf, dat dit heel belangrijk is. Het lijkt hem zinvol om eerst eens te kijken wat de consequenties zijn geweest van die meicirculaire en dan van daaruit de accenten te gaan leggen. Dat lijkt hem naar de toekomst toe veel verstandiger dan heel snel binnen 2 maanden een collegeprogramma neer te zetten waarvan men dan achteraf zou moeten concluderen, dat bepaalde zaken niet haalbaar zijn. Dat is de insteek. Zijn fractie kan zich natuurlijk vinden in de voorliggende rapportage en hij heeft al middels zijn eerdere interrupties kenbaar gemaakt hoe zijn fractie daarop insteekt. Hij vindt d it een wijze procesgang, waarbij voortschrijdend inzicht zal leren hoe bepaalde zaken benadrukt moeten worden en verder moeten worden opgepakt. De heer Coumans merkt op, dat hij twee citaten wil aanhalen. Hij neemt aan, dat de heer Jongen zijn handtekening onder het coalitie-akkoord ongedaan wil maken. Daar staat namelijk letterlijk in: ‘In combinatie met de voorjaarsnota zal een nadere detaillering aan de orde komen van het coalitieprogramma.’. En in de beleidsintenties staat: ‘De effecten van de meicirculaire worden zo mogelijk daarbij betrokken.’. Er staat niet
Pagina 12 van 17
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
‘noodzakelijk’, maar ‘zo mogelijk’. En daarop heeft de oppositie er toen mee ingestemd om dat zo te doen en niet anders. Hij vindt wel, dat de heer Jongen zijn eigen stukken moet kennen. De heer Jo ngen antwoordt, dat hij zijn eigen stukken heel goed kent en hij heeft er ook geen moeite mee om ergens zijn handtekening onder te zetten. De fractie van de Partij van de Arbeid vindt de financiële vertaling van de meicirculaire belangrijk genoeg om te wachten tot oktober. Dan is er voldoende gelegenheid geweest om zaken af te wegen en kan er in meerjarig opzicht een goed beleid voor Kerkrade worden neergezet. Hij vindt dat veel beter dan snel snel binnen 2 maanden op ad hoc basis beleid te schrijven. De voorzitter constateert, dat de hele raad instemt met de financiële voortgangsrapportage 2006, dat kennis genomen wordt van de financiële kaders in meerjarenperspectief, dat de begroting van baten en lasten gewijzigd wordt en dat de ophoging van het vrij besteedbaar saldo reserve parkeerfonds exploitatie naar 3,5 miljoen euro ondersteund wordt. Daarnaast blijven een aantal vragen over, die wethouder Terpstra nog zal proberen te beantwoorden. De heer Terpstra (weth.) denkt dat het goed is om een aantal opmerkingen samen te vatten. Een aantal partijen is van mening, dat het allemaal te langzaam gaat. Hij kan zich daar iets bij voorstellen. Hij heeft er ook begrip voor, dat een raad altijd zo snel mogelijk vooruit wil. En de raad kan hem op zijn woord geloven als hij zegt, dat dit college dat ook wil. Het zijn tamelijk turbulente tijden; zeker als het gaat om de vraag waar de kansen en risico’s van Kerkrade liggen. Eerlijk gezegd heeft hij in de commissievergadering de vraag gemist om eens iets zinnigs te vertellen over de meicirculaire. Nu heeft de heer Coumans hem in feite al gras voor de voeten weggemaaid. Ook het college wordt geconfronteerd worden met een situatie, die niet te voorzien was. De laatste jaren zijn steeds meer taken op het bordje van de gemeente gelegd, maar wat meestal ontbrak, was inderdaad de zak met geld, die nodig is om dat beleid vervolgens goed uit te voeren. En dat heeft ertoe geleid, dat er feitelijk steeds sprake was van allerlei bezuinigingsoperaties. De septembercirculaire wekte de indruk, dat men er op kon rekenen, dat die trend de komende jaren zo zou blijven. Daarom was het college bijzonder verrast over de inhoud van de meicirculaire, die de indruk wekt, dat de neerwaartse spiraal wordt omgebogen in een andere richting. Dat is verrassend en hij is dan ook blij, dat hij de raad dat kan mededelen. In de voortgangsrapportage wordt melding gemaakt van een aantal heel essentiële risico’s met grote financiële gevolgen waar de gemeente op dit moment mee te kampen heeft. Die twee omstandigheden leiden er natuurlijk toe, dat heel zorgvuldig moet worden nagedacht over hoe de uitgesproken ambities wellicht nog beter gedetailleerd vertaald in het beleid, dat in hele grove lijnen in het collegeprogramma gepresenteerd wordt. Men had immers nooit verwacht, dat daar nog eens de financiële middelen voor beschikbaar zouden zijn. En dan heeft hij het met name over het mogelijk uitspreken van nieuw beleid. Daar is het college mee overvallen. Het lijkt hem dan ook een goede zaak om daar goed over na te denken en heel zorgvuldig te bekijken hoe men daarmee om moet gaan. Het college heeft voor wat betreft de risico’s op heel veel zaken nog geen antwoord. Degene die die antwoorden wel heeft, nodigt hij bij dezen uit om die met hem en deze raad te delen. De heer Coumans vraagt met welke vragen het college nog zit. De heer Terpstra (weth.) noemt bijvoorbeeld de vraag wat de exacte gevolgen zijn van het nieuwe woningbouwprogramma, dat nu in het kader van de Wgr-plus -regeling uitgevoerd gaat worden, maar waarvan men nog niet weet hoe dat er precies uit gaat zien en wat voor financiële consequenties dat mogelijk met zich meebrengt. Als iemand daar het antwoord op weet, dan zou hij dat graag vernemen. De heer Bok merkt op, dat het natuurlijk wel mogelijk is om een aantal scenario’s te ontwikkelen. De heer Terpstra (weth.) vervolgt, dat sommige sprekers de indruk wekten, dat het college stil zou zitten. Hij kan hen echter geruststellen. Dat is dus níet zo. Het college doet feitelijk niets anders dan allerlei scenario’s doornemen om toch op enig moment – en wel zo snel mogelijk – keuzes te maken. Een ieder weet, dat daar de vakantieperiode in valt. Dus als men het heeft over een periode van 3 maanden, dan weet een ieder, dat het feitelijk gaat om de volgende maand of de maand daarna. Dus die periode is niet zo lang als men probeert te suggereren. Hij was blij met de opmerking, dat elke tip of suggestie welkom is; ook bij het college. Hij ziet de ideeën van anderen daarover met belangstelling tegemoet, maar hij heeft eerlijk gezegd nog relatief weinig gehoord. Hij wil toch nog even ingaan op de snelheid en de tijd, die dit college uittrekt. Er zijn colleges, die er langer over hebben gedaan. Er zijn ook colleges, die er véél langer over hebben gedaan. De mééste colleges van de laatste jaren hebben er langer over gedaan; ook een college waar één van de heren, die vanavond bijzonder expliciet uitsprak, dat het wel erg lang duurde, prominent zitting in had. Hij kan alleen constateren, dat het blijkbaar zo is, dat na de verkiezingen steeds weer precies diezelfde opmerkingen gemaakt worden. Het college is te langzaam. Het college doet niks. Het college zit stil. Hij is blij, dat een meerderheid
Pagina 13 van 17
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
van deze raad dat anders ziet. Dan wil hij nog even ingaan op een aantal concrete vragen. Hij wil beginnen met mevrouw Fischer, die de meest wezenlijke vragen heeft gesteld. Mevrouw Fischer heeft gesproken over de ontwikkelingen bij de brandweer. De portefeuillehouder kan daar wellicht gedetailleerder op ingaan, maar dit is wellicht niet het gremium om dat te doen. Hij kan wel mededelen, dat het duidelijk is – en dat is ook uitgebreid in de commissievergadering aan de orde geweest – dat de gemeenten geconfronteerd zullen worden met hele hoge kosten als het gaat om brandweer en om veiligheid in zijn algemeenheid. Mevrouw Fischer-Otten interrumpeert de wethouder met de opmerking, dat het haar in dit geval ook alleen om de financiën gaat. De heer Terpstra (weth.) hoopt net als mevrouw Fischer, dat samen met de plannen ook het daarbij behorende geld uit Den Haag komt, maar dat weet hij nog niet. Mevrouw Fischer-Otten zou het wel op prijs stellen als de wethouder daar achter zou kunnen komen. De heer Terpstra (weth.) zegt dat zeker toe. Mevrouw Fischer heeft ook gesproken over het bedrijfs verzamelgebouw. Voor de goede orde deelt hij mede, dat dit gebouw door een andere partij gebouwd wordt. De gemeente gaat daar ruimtes in huren. In de voortgangsrapportage wordt melding gemaakt van het feit, dat de gemeente daardoor kan rekenen op huuruitgaven. Men zou natuurlijk een principiële discussie kunnen voeren over de vraag wat men in de rapportage opneemt en wat niet. Ten aanzien van de GGD moet hij bekennen, dat zowel wethouder Bosch als hijzelf niet tevreden zijn met het antwoord aan de raad. Er zal dan ook een nieuw antwoord geformuleerd worden en in de postbakjes van de raad gedeponeerd worden. Aangezien hij het zojuist heeft laten kopiëren zou het ook nu uitgedeeld kunnen worden. Die uitleg geeft volgens hem een helder antwoord op die vraag. Als dat niet zo is, dan hoort hij dat graag. Dan het investeringsprogramma. Hij heeft als raadslid heel vaak opmerkingen over investeringsprogramma’s gemaakt. De rapportage omvat de eerste vier maanden. Het moge helder zijn, dat de rapportage laat zien, dat nog niet alle geld is besteed. Het zou immers ook een slechte zaak zijn als dat wel het geval zou zijn. Maar de raad wordt door middel van de toegezegde rapportages uiteraard wel op de hoogte gehouden van de stand van zaken voor wat dat betreft. Hij neemt aan, dat men daar in september beter zicht op heeft. De tabellen, zoals die in het investeringsprogramma staan, wekken ook wel eens de indruk, dat iets nog niet gebeurt, terwijl dat vaak wel het geval is. Dan is er bijvoorbeeld in het voortraject wel al een heleboel gebeurd en is het geld ineens wel op. Dan wil hij even ingaan op de opmerkingen ten aanzien van Essent. De uitkering, die de gemeente van Essent krijgt, krijgt zij als aandeelhouder van Essent. Dat is natuurlijk een groot verschil. Het is uiteraard wel zo, dat de burgers uiteindelijk die winst mede veroorzaken, omdat zij de tarieven van Essent betalen. Dat moge duidelijk zijn. Hij is het in feite dan ook wel met mevrouw Fischer eens, dat het geld van de burgers van Kerkrade betreft. In deze raad is echter afgesproken, dat dit soort middelen toegevoegd worden aan de algemene middelen en niet, dat die principieel zouden worden geoormerkt. Als de raad daar nu andere ideeën over heeft dan hoort hij dat graag. De heer Coumans merkt op, dat niet iedere burger een afnemer van Essent is. Er zijn meerdere energieproducenten, die energie kunnen leveren. Een verdeling over alle burgers is dus niet zonder meer mogelijk. Dan zou bekeken moeten worden wie afnemer van Essent is. De heer Terpstra (weth.) merkt op, dat de heer Coumans zeker gelijk heeft. Hij vervolgt, dat de positieve getallen, die uitdrukking geven aan de oplopende WSW -gelden, kloppen. Als hij er niet van uit zou kunnen gaan, dat dit een structureel voordeel is, dan zou het niet zo vermeld worden. Voor de inhoudelijke aspecten van deze zaak verwijst hij echter naar zijn collega wethouder Bosch. Dat zou in commissoriaal verband aan de orde gesteld kunnen worden of via een schriftelijke beantwoording. De voorzitter denkt, dat het in zijn algemeenheid correct en ook juist en transparant is om een en ander te benaderen vanuit de feitelijke situatie van de voorliggende rapportage. Maar als het gaat om de inhoud met een financiële doorvertaling en de mogelijke gevolgen daarvan, dan is het correcter om dat in de vakinhoudelijke commissie aan de orde te stellen. Hij vindt het niet juist om daar de wethouder van financiën mee te belasten. Hij wil dat even duidelijk stellen. Dan even een opmerking voor alle helderheid. De toevoeging van het gemeentefonds aan veiligheid is zo rond 200 miljoen euro en nog wat en dat is niet geoormerkt. Het is aan de gemeenteraden in den lande hoe zij daarmee omgaan. Die vertaling moet de raad dus zelf maken. De heer Terpstra (weth.) denkt, dat hij de opmerking van de heer Bok over de snelheid waarmee een en ander gebeurt, beantwoord heeft. Hij kan de heer Bok in ieder geval geruststellen. Van een dichtgetimmerd verhaal kan geen sprake zijn, want het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de raad om met de begroting om te gaan en daar mogelijk wijzigingen in aan te brengen. Dat is niet aan het college.
Pagina 14 van 17
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
De heer Schneider geeft aan, dat het hem opvalt, dat met name de coalitiepartijen en ook de wethouder een uitermate verdedigende houding aannemen. Hij is van mening, dat het niet de insteek is van de heren Coumans en Bok om te stellen, dat vandaag per se alles op tafel had moeten liggen. De heer Ruiters interrumpeert de heer Schneider met de opmerking, dat beide heren dat wel gezegd hebben. De heer Bok benadrukt nogmaals, dat de heer Ruiters niet luistert. De heer Schneider denkt, dat het grootste punt van kritiek is – en daar moet de VVD zich ook bij aansluiten – dat er direct na de verkiezingen al werd gesproken in termen van oppositie en coalitie. Dat zijn van die abstracte termen, die zijn fractie in deze setting niet wil handhaven. Het is immers de bedoeling om samen op zoek te gaan om Kerkrade zo sterk mogelijk te maken. Het punt van kritiek is niet zo zeer, dat er nu wordt gevraagd om een assertieve houding van de oppositie, maar dat er in het verleden een toezegging is gedaan, die niet is nagekomen. Nu kan hij zich wel iets voorstellen bij de redenen waarom die toezegging niet is nagekomen, maar feit is en blijft, dat de communicatie daarover achterwege blijft. En dat is volgens hem het grootste punt van kritiek. En daarnaast is het zo, dat wanneer de oppositie – om die term dan toch maar weer te gebruiken – kritiek uit, dan verwacht hij van de fractievoorzitters van de coalitie en van de wethouder, dat ze op zijn minst naar die kritiek luisteren en daar ook iets mee doen. Hij hoort echter eigenlijk alleen maar verdedigende argumenten waarom iets niet gebeurt en hij mist dan ook de zoektocht naar een oplossing om het proces te verbeteren. En als dat nu niet meer kan, dan wellicht wel in de toekomst. De heer Coumans brengt naar voren, dat de heer Schneider al een aantal behartigenswaardige opmerkingen heeft gemaakt. Hij hoeft zich niet te verdedigen voor wat er in het verleden gebeurd is, maar als er toen al langer gecoaliseerd werd – en daar staat trouwens ook een wettelijke termijn van 40 dagen voor – dan is ook niet toegezegd, dat er binnen een maand iets op tafel zou liggen. Dan werd meteen bij de onderhandelingen gezegd, dat bij de begroting het collegeprogramma zou worden geleverd. En die tijd werd dan ook genomen. Maar nu heeft men de rest van de raad eigenlijk een worst voorgehouden in die zin, dat toegezegd werd, dat er binnen een paar maanden iets op tafel zou liggen. En van een toezegging mag men aannemen, dat die ook gestand wordt gedaan tenzij die toezegging weer wordt ingetrokken. Nu kwam hij er echter door een tussenopmerking van de voorzitter tijdens de vorige raadsvergadering erachter, dat de gedane toezegging niet gestand wordt gedaan. En dat vindt hij gewoon doodzonde. Als de coalitiepartijen gewoon gezegd hadden, dat men de toegezegde termijn niet zou halen, omdat er nog stappen gezet moesten worden en daar met de overige partijen over van gedachten had gewisseld, dan zou er niets aan de hand zijn geweest. En nu moet de coalitie de kritiek van de oppositie ook maar slikken, omdat de coalitie die toezeggingen heeft gedaan. De oppositie heeft destijds gevraagd om die toezeggingen te bevestigen. De heer Ruiters wil voorstellen. Spreker kan er nu best een stuk of tien op tafel leggen, maar dan ontaardt deze vergadering in een soort Poolse landdag en daar is deze raad niet mee gediend. Deze raad is toch min of meer gewend om in structuren te werken en met elkaar afspraken te maken over de manier waarop zaken worden aangepakt. Dat is in het verleden gebeurd, dat gebeurt ten aanzien van commissievergaderingen en ook ten aanzien van raadsvergaderingen. Dit is niet een forum om maar iets te roepen. Spreker weet wel wat bestemmingen voor het bedrag van 7 ton euro en de respectievelijk tonnen en miljoenen, die de komende jaren over zullen zijn. Maar hij wil dat nu niet hier gaan roepen, omdat dat onherroepelijk leidt tot een oeverloze discussie. Hij wil nogmaals zijn teleurstelling uitspreken en is blij, dat de pers weer op de publieke tribune aanwezig is. De heer Bok spreekt zijn dank uit voor de woorden van de heer Schneider. Hij wil eigenlijk aansluiten op de woorden van de heer Jongen, die heel nadrukkelijk aangaf, dat we moeten nog punten zetten, er moet over gepraat worden, toen heb ik ook meteen gezegd dat moeten we doen. En daar wil ik dan meteen bij aangeven dat de heer Ruiters – of deze dat nou leuk vindt of niet – absoluut niet geluisterd heeft. Spreker heeft zelfs letterlijk gezegd, dat zijn fractiegenoot, de heer Snijders, in de commissievergadering al heeft aangegeven, dat hij het begrijpelijk vond dat het collegeprogramma er nog niet was. Daar wil hij nu niet verder op ingaan, want dat heeft geen zin. Hij heeft echter ook gezegd, dat er tot oktober nog 6 maanden te gaan waren en dat in die periode best veel had kunnen gebeuren. Vanuit duaal opzicht neemt hij aan, dat ook de coalitiepartijen graag willen weten wat zijn fractie als oppositiepartij ook graag wil weten. Hij hoopt ook, dat de oppositiepartijen net zo veel informatie krijgen als de coalitiepartijen. Hij wil juist een niet voorgekookt en dichtgetimmerd verhaal horen, zodat het ook nog zin heeft om daarover te praten. Hij vindt het ook niet zo belangrijk om bij elke mogelijkheid meteen voorgeschoteld te krijgen hoe dat bekostigd moet worden. Dat is een ander verhaal. Hij pleit er al jaren voor om de raad te voeden met niet voorgekookte en niet dichtgetimmerde voorstellen, zodat er nog ruimte is voor het debat. Dan kan deze raad weloverwogen
Pagina 15 van 17
5
10
15
20
25
30
35
besluiten nemen en consistent beleid voeren. Hij heeft het overigens helemaal niet over snelheid gehad en begrijpt dan ook niet waar de heer Ruiters dat vandaan haalt. De heer Roland wil even inhaken op de woorden van de heer Coumans. Deze vergeleek de start van dit college met een start van het Braziliaanse elftal. Als spreker echter kijkt naar de resultaten van het Braziliaanse elftal – vier gespeeld en vier gewonnen – dan zou het best zo kunnen zijn, dat het college het uiteindelijk nog niet zo slecht doet. Verder wil hij zich bij de woorden van de heer Bok aansluiten; communicatie is inderdaad heel belangrijk. Zijn fractie blijft achter haar standpunt staan. Maar communicatie is inderdaad heel belangrijk. Als men samen goed blijft communiceren, brengt men dit ook samen tot een goed einde, zowel coalitie als oppositie. De heer Ruiters wil even reageren op de technische vragen van GroenLinks in eerste termijn. Als raadslid heeft men uiteraard de mogelijkheid om vragen te stellen en hij heeft ook alle respect voor mensen, die nog vragen hebben, maar in deze raad is een soort gentlemensagreement gemaakt om technische vragen in de commissie te stellen. Al die technische vragen van GroenLinks heeft hij in de commissievergadering niet gehoord en dat wilde hij toch even kwijt. Iedereen heeft het recht om hier vragen te stellen, maar hij vond het toch jammer. Dan wil hij even reageren op de kritiek van de VVD. Dat sluit eigenlijk aan bij de uitspraak van de heer Coumans, dat hij er geen Poolse landdag van maken wil. Spreker heeft in zijn betoog gezegd, dat hij een ieder uitnodigt om ideeën aan te dragen. Dat kan per mail, dat kan schriftelijk, dat kan aan het college of aan de coalitie of hoe dan ook. Ook pro-actief zijn is een vorm van communicatie. De heer Jongen bevestigt, dat communicatie zeker belangrijk is, maar er zijn verkiezingen geweest en de verkiezingsuitslag was zodanig, dat er een bepaalde coalitie uit voortgekomen is. Hij vindt, dat die coalitie de piketpalen moet uitslaan. Daar kunnen op een gegeven moment wel zaken bij betrokken worden, maar dat moet niet vergeten worden. De heer Coumans vraagt of de heer Jongen met die opmerking wil insinueren, dat de oppositie maar beter thuis kan blijven. De heer Jongen wil dat helemaal niet insinueren. Maar de coalitie zal wel de verantwoordelijkheid moeten opnemen, die de kiezers haar gegeven hebben. Dat wil de coalitie ook oppakken. De heer Coumans merkt op, dat ook de oppositiepartijen die verantwoordelijkheid willen nemen, want ook zij zijn gekozen. De heer Jongen vindt dat prima, maar vindt toch dat de coalitie daarin het voortouw moet nemen. De heer Bok vindt de uitspraken van de heer Jongen bijzonder ‘duaal’. De heer Terpstra (weth.) merkt op, dat communiceren heel belangrijk is. De raad mag hem op zijn woord gelo ven als hij zegt, dat dit college communicatie met de raad heel hoog in het vaandel heeft staan. Maar hij heeft in zijn uitleg proberen aan te geven, dat het college met een aantal bewegingen geconfronteerd worden waar ook het antwoord uit dit gremium niet kwam en dat het op dit moment best wel ingewikkeld is om conclusies te trekken, zeker op langere termijn. Dat is de belangrijkste reden waarom dit college worstelt, hard werkt en zwaar aan de slag is om dat aan te leveren waar de raad om vraagt. De raad zal dat ook krijgen. Hij is blij, dat het gros van de raad van mening is, dat dat op een zorgvuldige manier moet gebeuren. De voorzitter constateert tenslotte, dat de raad inhoudelijk akkoord kan gaan met het voorliggend ontwerpbesluit.
40 Het ontwerpbesluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. PUNT 11 45 SLUITING De voorzitter wil nogmaals wijzen op de uitzendingen van Buurt -TV en Kerkrade in Beeld. Buurt-TV geeft bijvoorbeeld aan wat er gedaan wordt met een leefbaarheidsbudget en geeft een hele mooie historische route aan in Eygelshoven. En er zit een passage in van een natuur- en milieueducatie waarbij jeugd stilte gaat jagen. 50 En dan zie je jeugd echt luisteren naar datgene wat er in de omgeving gebeurt. Het is een fantastische reportage, die echt het bekijken waard is. Kerkrade in Beeld geeft weer hoe inhoud wordt gegeven aan het groenbeleid, met hoeveel hectares we daarbij te maken hebben en hoe dat wordt opgepakt. Hij verzoekt de raad om even te blijven zitten voor een bijeenkomst na deze raadsvergadering. Hij sluit vervolgens de vergadering met het gebruikelijke gebed om 20.30 uur.
Pagina 16 van 17
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Kerkrade in zijn openbare vergadering van 25 oktober 2006. 5
De raad voornoemd, De voorzitter,
De griffier,
Pagina 17 van 17