NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN DE RAAD VAN ROOSENDAAL 2013 VERGADERING WOENSDAG 06 FEBRUARI 2013
Raadzaal, raadhuis, Markt 1 te Roosendaal, aanvang 19.30 uur
ONDERWERPEN TER BEHANDELING: 1. Opening en vragenhalfuur 2. Vaststellen Raadsagenda 3. Vaststellen besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Roosendaal 12 december 2012. 4. Ingekomen stukken en mededelingen 5. A-CATEGORIE 5.1 a. Voorstel 1 Begroting 2013 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) b. Voorstel 2 Rekenkamerrapport Onderzoek burgerparticipatie gemeente Roosendaal 5.2
a. Zienswijzen Regionaal Beleidsplan (RBP)
6. B-CATEGORIE a. Voorstel 3 Vaststellen basistarieven hulp bij het huishouden 740-2012 – Eindrapportage herindicatieproject huishoudelijke hulp Wmo. b. Voorstel 4 Actieprogramma “Speerpunt Zorgeconomie Roosendaal” c. Voorstel 5 Claims fondsen Agenda van Roosendaal 2013 7. Sluiting Aanwezig: Voorzitter: dhr. J.M.L. Niederer, burgemeester Griffier: mevrouw E. van Straaten; De heren: J.J.C. Adriaansen, C.W.M. Jongmans, A.A.B. Theunis, J.A.M. Verbraak, wethouders. De dames: C.S.L.J.M. Adriaansen-van Nispen (Roosendaalse Lijst), Y.A.J.M. de Beer-van Kaam (Roosendaalse Lijst), C.F.G.R. Koenraad (GroenLinks), M.W. Lute (PeP), A.G.A. v.d. NieuwenhofVleeshouwers (CDA), A.W. Oudhof (SP), E.M.B. Willemsen-Spierings (VVD) en M.B. Zijp (PvdA). De heren: M. Amezian (Roosendaalse Lijst), M. Amhaouech (PvdA), M. Aygün (CDA), J.P.L.M. van den Beemt (VVD), G.A.H.M. Boons (VVD), J.C.J.M. van Dorst (Roosendaalse Lijst), A. van Gestel (VLP), M.A.C.M.J. van Ginderen (CDA), S. Günes (CDA), J.M.M. Hertogh (VLP), C.G.M. Janssen, (Roosendaalse Lijst), C.A. Lok (VVD), A.A.M. Mol (CDA), E.J.C. Matthijssen (VVD), M.J. van Osch (GroenLinks), P.R. Klaver (PvdA), J.J.C. Musters (Roosendaalse Lijst), R. Niehot (Roosendaalse Lijst), C.A.E.M. van Poppel (SP), E.J.C. de Regt (Roosendaalse Lijst), A.J. Schijvenaars (Nieuwe Democraten), G.A.W.A. Verhoeven (VLP), J.J.M.M. Wezenbeek (VVD) en M.S. Yap (PvdA) Afwezig: S. Tunç (Roosendaalse Lijst) , C.J. Gabriëls (Roosendaalse Lijst) en B. Missal (SP) 1. Opening en vragenhalfuur De VOORZITTER: Wij gaan beginnen, ja. Dames en heren, het is 19.30 uur de raadsvergadering is geopend. Dames en heren, bij de opening meld ik u dat vanavond afwezig zijn de leden Gabriëls, Tunç
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 1
en de heer Missal, de overige zijn er allemaal wel. Vervolgens, vervolgens heet ik van harte welkom als onze bijzondere gasten van de raad, vanavond hebben we de aftrap gehad als ik dat zo mag zeggen, ze zijn ook aanwezig op achterin voor hen vrijgehouden plekken en dat zijn de heer Frans Hendrikx en mevrouw Marissa van Loon en de heren, de jongeheren zo u wilt, Dusty Hermans, Menno Maas, Harm Emmen, Damiën Storimans en Daan van Hassel. En de laatst genoemden, mensen, u herkent ze wellicht zijn lid van de onlangs geïnstalleerde Jongerenraad. En hiermee willen ze ook een boost geven aan hun belangrijke werk. Zeer welkom speciale gasten van de raad, fijn dat u in ons midden bent. Dan zijn wij toe aan het vragenhalfuurtje. En wij clusteren dat op portefeuillehouder en dan begin ik bij wethouder Adriaansen en de eerste vragen handelen over het openbaar vervoer van de fractie van de SP, wethouder. De heer ADRIAANSEN: Ja, voorzitter, dank u wel. Een vraag over de bus en een vraag over de trein. Als eerste, de Provincie is van plan om drastisch te bezuinigen op het busvervoer, mensen zonder eigen vervoer wordt zodoende een bepaalde vrijheid ontnomen. Vooral ouderen die toch al getroffen worden door een opeenstapeling van bezuinigingen zijn hier de dupe van. Wat heeft het college ondernomen, wat gaat het ondernemen om deze kaalslag zoveel mogelijk te beperken. Heeft men er ook op aangedrongen om goedkopere alternatieven aan te bieden. Andere vormen van openbaar vervoer, die wel binnen het budget van de Provincie zouden passen. We vinden het nu eigenlijk nog niet de tijd om over alternatieven te spreken, omdat we eerst nog een reactie moeten hebben op ons stevige zienswijze op het concept programma van eisen en wensen aanbesteding 2015 van de Provincie Noord-Brabant. En ook de regio die heeft een reactie gegeven waarbij Roosendaal in ieder geval ook een inhoudelijke bijdrage heeft geleverd en wij hebben stelling genomen tegen de voorgestelde bezuinigingen op met name de stadsdienst en het verschralen van het streekvervoer in 2015. De Provincie Noord-Brabant heeft ons onlangs al laten weten dat zij op basis van alle reacties meer tijd vragen voor een zorgvuldige behandeling en afhankelijk van die provinciale reactie zullen we nader actie ondernemen. Dat was de bus, dan gaan we naar de trein. In de media hebben we kunnen vernemen dat het college blij is met het voornemen van de gemeente Den Haag om op korte termijn weer een internationale trein te laten rijden vanuit Den Haag naar België. Wat heeft het college concreet ondernomen behalve steunbetuigingen om dit initiatief, deze Beneluxtrein versie 2.0 als het ware, te ondersteunen. Ik kan u zeggen dat Roosendaal zowel bestuurlijk als ambtelijk vorige week vrijdag aanwezig was bij de introductie van het treininitiatief de Lage Landen Lijn, ik kan u zeggen dat het een buitengewoon geniaal plan is om via Roosendaal de intercity te gaan rijden tussen Den Haag en Brussel. En hier worden ook belangrijke plaatsen binnen de EUR-regio weer verbonden, met een hoge frequentie zonder overstappen voor met name de werk- en de studieforensen. En het college zal morgen met Bergen op Zoom als netwerkstad een brief sturen aan de Staatssecretaris om niet alleen de tijdelijke situatie, maar ook de permanente situatie, voor te zorgen dat die intercityverbinding met de randstad via Roosendaal en Antwerpen en Brussel blijft en één ons inziens ontbrekend treinsegment tussen de, ja noem het maar schamele stoptrein vanuit Roosendaal en de hogesnelheidsverbinding met de Fyra via Breda, naar Antwerpen. De VOORZITTER: Dank u wel, ik voeg er nog even ambthalve aan toe dat de wethouder morgen dat zal nader toelichten in een persbijeenkomst en u krijgt dan die brief aan de Staatssecretaris per dagmail ook toegestuurd. Ik kijk even naar de fractie van de SP is de beantwoording voldoende? Ja, dat is het geval, dank u wel. Dan gaan wij ook wederom portefeuillehouder Adriaansen, vragen van de Roosendaalse Lijst inzake de werkzaamheden Vughtstraat en dat moet deze wethouder bijzonder interesseren. De heer ADRIAANSEN: Het gaat allemaal niet echt in het tempo wat we zouden willen. Misschien voor sommigen overigens wel. Vraag is, normaal gesproken brengt men bij grondwerkzaamheden vooraf in kaart welke kabels er zich in de grond bevinden. En waarom had de gemeente Roosendaal dit jaar niet of dit niet daar in kaart gebracht? En kan zich dit risico nog vaker gaan voordoen bij andere soortgelijke werkzaamheden. Ik moet zeggen dat ook bij dit werk wel degelijk, een klikmelding zoals dat zo mooi heet, alle bekende kabels en leidingen in beeld zijn gebracht. De kabelbeheerders in het tracé zijn aangeschreven met het verzoek om de voor de uitvoering van de werkzaamheden die daarvoor noodzakelijk zijn in beeld te brengen wat daar vanuit de kabelbeheerder daarvoor noodzakelijk is. Tijdens de start van de werkzaamheden bleek dat er nog een mantelbuis aanwezig te zijn in het tracé van de nieuwe riolering waarvan zich geen beheerder had gemeld. En uit navraag bleek dat het een buis was die in een ver verleden nog van de KPN was en inmiddels al lang was overgedragen aan een ander
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 2
telecombedrijf. En uit dergelijke samenloop van omstandigheden doet zich gelukkig zelden voor. En de tweede vraag is, brengt de vertraging dan nog extra kosten ten laste van de gemeente met zich mee en ja, zo ja hoeveel en waaruit worden die dan gedekt? Even voor de beeldvorming, de vertraging als gevolg van de kabel bedraagt geen twee maanden maar slechts enkele dagen. De vertraging van de twee dagen zijn namelijk veroorzaakt door het grote aantal dagen verlet als gevolg van onwerkbaar weer, hevige regenval en de vorst en ook is een onderbreking van de werkzaamheden vanwege de bereikbaarheid tijdens de feestdagen en voor het kunnen passeren, ook heel belangrijk, van de carnavalsoptocht, daarin meegenomen. Dus alles ten dienste van carnaval worden de werkzaamheden nog even stopgezet. De koten van de vertraging voor het weghalen van de kabel zijn minimaal en die kunnen uit het budget worden gedekt. De VOORZITTER: Dank u wel wethouder. Ik kijk even naar de woordvoerder van de Roosendaalse Lijst, voldoende beantwoord? Dat is het geval. Dank u wel wethouder Adriaansen. Dan gaan we naar wethouder Verbraak. Heeft u er nog één, is dat zo? Ja, als u dat zegt dan is dat zo. Maar waarom weet ik dat niet? Vertel eens wat gaat u dan doen? De heer ADRIAANSEN: Ik ga de supermarkt van Heerle toelichten. De VOORZITTER: O, dat doet u. De heer ADRIAANSEN: Dat ga ik doen. De VOORZITTER: Nou, gaat u, gaat u, dat u dat allemaal in u heeft, nou van alle markten thuis. De heer ADRIAANSEN: Dat had ik in goed overleg met collega Verbraak van wie gaat dat doen, wat er vandaag tot stand komt. U snapt het helemaal. De VOORZITTER: Ik snap het helemaal. U zult mij niet meer horen. De heer ADRIAANSEN: Als de vraag maar goed beantwoord is volgens mij, voorzitter. Hoe is de stand van zaken van een zoektocht naar een mogelijke locatie voor een supermarkt in Heerle. Ik kan zeggen dat het focus vooral is gelegd op het vinden van een ondernemer die een supermarkt zou willen starten op de locatie. En over die locatie zijn eerder al verschillende opties in beeld gebracht. De bestaande leegstaande supermarkt, bij een andere ondernemer elders in het dorp en er is ook gekeken naar en afhaalpunt in Heerle. Diverse opties die zijn nog steeds mogelijk, maar nogmaals wel afhankelijk van de ondernemer. En u heeft vandaag ook in BN DeStem kunnen lezen hoe lastig dat vinden van die ondernemer is. De tweede vraag van wat een acties heeft u reeds ondernomen en wat voor acties gaat u nog ondernemen in het kader van de bemiddelende rol? Ik kan u melden dat de afgelopen vier jaar overleg is gevoerd met de ondernemersvereniging van het dorp en met de leefbaarheidsgroep. De gemeente heeft gefaciliteerd ook bij het opstellen van een ondernemingsplan, ook de kosten daarvan hebben wij voor onze rekening genomen. En met die achtergrondinformatie zijn er diverse gesprekken gevoerd met de beoogde ondernemers en dat heeft helaas nog niet geleid tot het gewenste resultaat. We zien het belang nog steeds in, dat is ook de reden waarom het Wijkactieplan 2013 dit onderwerp nog steeds opnieuw hebben opgenomen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u zeer, ik kijk even naar de Roosendaalse Lijst, voldoende beantwoord? Ja, dat is het geval. Dank u wethouder Adriaansen. Dan naar wethouder Verbraak voor de laatste vraag in deze categorie inzake de stand van zaken tussen de Markten. Wethouder Verbraak. De heer VERBRAAK: Voorzitter, de vragen van de Roosendaalse Lijst met betrekking tot de stand van zaken tussen de Markten. De eerste vraag hoe is de huidige stand van zaken? Er zijn meerdere gesprekken gevoerd samen met burgemeester Niederer, een eerste vervolgbespreking staat de komende week gepland. De duur van dit proces vindt vooral zijn oorzaak in de gezamenlijke zeggenschap van de eigenaren met betrekking tot het pand en de uiteenlopende visie van deze eigenaren. Een gerechtelijk vonnis met betrekking tot de gemeenschappelijke eigendom was voorzien op 16 januari jl. maar dit vonnis is door de rechter nu verdaagd naar eind februari van dit jaar. De gemeente is en kan uiteraard
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 3
geen partij zijn in een dergelijke civiele procedure en hun kansen daarin. Zo is in een eerdere, eerder handelen echter in het licht van de tussen hen gevoerde civiele procedure bekeken wat de mogelijkheden zijn. Zo is een eerdere bespreking op verzoek van één van de eigenaren over de verwachte datum van het vonnis heen getild, maar nu alsnog voor de komende week weer ingepland om te onderzoeken welke oplossingsmogelijkheden er voorliggen. De tweede vraag, indien u er niet uitkomt met onderhandelen, heeft u dan nog andere rechtsmiddelen om deze impasse te doorbreken en zo ja welke? En bent u bereid deze in te zetten en waarom. In het uiterste geval heeft de gemeenteraad de bevoegdheid om onder stringente voorwaarden haar onteigeningsinstrumenten in te zetten. Gelet op de reeds lopende procedure tussen de eigenaren die mogelijk tot een doorbraak in een impasse kan leiden, de onderhandelingen die nog gevoerd worden en de verdere eigendomssituatie in dat gebied, achten wij het op dit moment niet opportuun om de inzet van dit instrument ter hand te nemen. Zoals u weet is ook mevrouw Bakker, de gezagvoerder van de cockpit onlangs begonnen met haar werk en heeft ook dit dossier bekeken en zal daar ons uiteraard ook in adviseren. Tot zover, voorzitter. De VOORZITTER: Ja, dank u wel wethouder. Voldoende beantwoord? Ik kijk even naar de Roosendaalse Lijst. Ja, dat is het geval. Meneer Verbraak, wethouder Verbraak, dank u zeer voor de beantwoording. Dan hebben wij het vragenhalfuurtje bij deze afgerond en ben ik toe aan agendapunt 2, wat handelt over het vaststellen van de agenda.
2. Vaststellen raadsagenda De VOORZITTER: Wie van u raad wenst hierover het woord? De heer Matthijssen. De heer MATTHIJSSEN: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, bij iedereen op tafel ligt de motie Integrale aanpak decentralisaties. Ik wil de raad verzoeken om dit toe te voegen aan de agenda. Het spoedeisende karakter zit hem in het feit dat de komende cyclus al de transitie jeugdzorg aan bod komt, de sociale visie komt eraan en wordt besproken en het is goed om reeds tijdig de integrale aanpak vast te leggen als raad om daar goed controle over te kunnen houden. Dus vandaar mijn verzoek om het op de agenda te plaatsen, aan de raad. De VOORZITTER: Ja, ik begrijp het, ik leg het voor aan de raad. Het voorstel is een motie vreemd aan de orde van de dag om die aan u raad voor te leggen, een concept motie handelend over de integrale aanpak decentralisaties. Wie is voor behandeling van deze motie en dat doen we dan, als u daarmee instemt... De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, mag ik een tegenvoorstel doen? De VOORZITTER: Nee, ik ga even dit orde voorstel afwikkelen, want we gaan geen discussies voeren, het “ja”of “nee” op deze motie. Als u daarmee instemt en ik sta u toe om een korte stemverklaring daar dan op te geven dat u nog even kunt maar, het ligt voor, om deze motie te behandelen en als u die aanneemt om die te behandelen dan gaat die naar agendapunt 7. Dat is het agendapunt vlak voor de sluiting. Nou, ga ik u vragen of u daarmee instemt of niet. Meneer Schijvenaars u wilt daar nog iets over zeggen? De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, voor een apart agendapunt ben ik op tegen, maar het kan naar mijn idee makkelijk worden meegenomen bij het agendapunt over de Agenda van Roosendaal, het gaat voor een groot deel ook over decentralisaties. De VOORZITTER: Ja, dat zou daar, het zou daar, bij agendapunt 6 kunnen, 6.c van Cornelis. Akkoord. Anderen nog een korte reactie, anders ga ik het u vragen. Wie? Ja, de heer Van Poppel. De heer VAN POPPEL: Dank u wel, voorzitter, ja het spoedeisende, ik snap de argumentatie maar als ik dan in het dictum zie 1 januari 2014 denk ik dat we nog wel even kunnen wachten. De VOORZITTER: Akkoord, anderen nog? Dan ga ik uw oordeel vragen. Wie is ervoor om het voorstel van de heer Matthijssen te volgen om deze motie onder agendapunt 7, dan agendapunt 7 eigenstandig te
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 4
behandelen. Wie is daarvoor? Daarvoor hebben gestemd de fracties van de VVD, CDA, Partij van de Arbeid, Roosendaalse Lijst, PeP, GroenLinks, de VLP. Ja, dat is een ruime meerderheid, die daar voor is. Daarmee wordt deze motie toegelaten onder agendapunt 7. Anderen van u raad nog over de agenda? Niemand, dat zie ik goed. Oké, dan is dit de routekaart voor vanavond. De VOORZITTER stelt de raadsagenda vast. 3. Vaststellen besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Roosendaal 12 december 2012 De VOORZITTER: Dan ga ik naar agendapunt 3. Het vaststellen van de besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Roosendaal 12 december 2012. Bij het voorzitterschap zijn geen amendementen binnengekomen, mag ik ervan uitgaan dat u de besluitenlijst conform vaststelt. Dat is het geval. Bij deze bepaald. 4. Ingekomen stukken en mededelingen De VOORZITTER: Agendapunt 4 ingekomen stukken en mededelingen. Er is een lijst van aan u raad geadresseerde brieven, u kunt hiervan kennisnemen en ook met de voorgestelde wijze van afdoening? Dat is het geval. Aldus. 5. A-CATEGORIE De VOORZITTER: Dan gaan wij naar de A-categorie, de zogeheten hamerstukken. Ik zal even opletten wie een stemverklaring wil afleggen bij de punten. 5.1
a.
Voorstel 1 Begroting 2013 van de Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) De VOORZITTER: Wij beginnen met 5.1 onder A, begroting 2013 van de Gemeenschappelijke Regeling omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Ik weet dat de heer Van Poppel een stemverklaring wil afleggen, ga uw gang. De heer VAN POPPEL: Dank u wel voorzitter, de SP wordt geacht tegen te stemmen. De voorliggende plannen zijn dermate vaag dat wij betwijfelen of deze te realiseren zijn. Wij zijn bang voor een overschrijding van het budget vooral op IT-gebied. Aan de begroting zouden harde eisen moeten worden gesteld om de kosten in de hand te houden. De VOORZITTER: Anderen nog, ja de heer Van Gestel? De heer VAN GESTEL: De VLP wordt geacht tegen te hebben gestemd. De VOORZITTER: Dank u wel. Anderen nog? Dan indachtig de twee tegenstemmers zoals geformuleerd is het voorstel aanvaard. 5.1
b.
Voorstel 2 Rekenkamerrapport Onderzoek burgerparticipatie gemeente Roosendaal De VOORZITTER: Agendapunt 5.1 sub b, handelend over het Rekenkamerrapport Onderzoek burgerparticipatie gemeente Roosendaal. Wenst één uwer daarover nog een stemverklaring af te leggen? Meneer Schijvenaars. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, in lijn met uw verzoek tijdens behandeling in de Commissie zullen wij dit raadsvoorstel als een technisch stuk aannemen wel uiteraard in de wetenschap dat u doet wat u heeft beloofd. Het tweede is dat ik een beroep doe op al mijn collega’s, alle fracties om de volgende keer dit onderwerp wel gemotiveerd te agenderen, want het was de laatste keer maar door twee of drie fracties gedaan, voorzitter. En dat vind ik in het kader van inwonersparticipatie, vind ik dat, zorgelijk en eigenlijk vind ik een belediging voor de inwoners.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 5
De VOORZITTER: Anderen nog van u raad? Niemand, dan is het voorstel aanvaard, indachtig ook de opmerkingen van de heer Schijvenaars, want dat vloeit voort uit de Raadscommissie Bestuur. 5.2 a. Zienswijzen Regionaal Beleidsplan (RBP) De VOORZITTER: Dan agendapunt 5.2, handelend over de in te brengen Zienswijzen het Regionaal Beleidsplan van de politie-eenheid Zeeland en West-Brabant. Wil één uwer daarover het woord, stemverklaring af te leggen? Niemand? Dan stel ik hem zo vast en gaat die deze week nog naar onze beoogde regioburgemeester collega Noordanus in Tilburg om het verder door te geleiden naar onze Minister van Veiligheid en Justitie.
6. B-CATEGORIE a. Voorstel 3 Vaststellen basistarieven hulp bij het huishouden 740-2012 – Eindrapportage herindicatie huishoudelijke hulp Wmo De VOORZITTER: Dan zijn wij toe aan de B-stukken, de bespreekstukken. En wij beginnen daarmee met agendapunt 6, sub a en dat het voorstel handelend over het vaststellen basistarieven hulp bij het huishouden – Eindrapportage herindicatieproject huishoudelijke hulp Wmo. Het stuk is door een aantal fracties geagendeerd als B-stuk. Ik inventariseer even van u raad wie daarover het woord wenst. Ik inventariseer. Oké, voorlopig kom ik uit in eerste termijn bij een viertal van u raadsleden. Ik begin bij mevrouw Oudhof van de fractie van de SP. Ga uw gang. Mevrouw OUDHOF: Voorzitter, dank u wel, als we het hier hebben over de basistarieven voor de hulp in de huishouding dan hebben we het over zorg. Zorg aan ouderen en aan mensen die dat nodig hebben. Hier gaat het over de mensen in de stad die goede zorg moeten krijgen en over de medewerkers van de thuiszorg die in staat moeten worden gesteld om goede zorg te leveren. In dat verband hebben we indrukwekkende verhalen van cliënten en werkers van de thuiszorg in de beeldvormende raadsvergadering gehoord. Die emotionele verhalen recht uit het hart van mensen gaven nog maar eens aan hoe mensen in hun hele bestaan geraakt worden als er iets mis is in de zorg. Het kabinet gaat 1,1 miljard euro bezuinigen op de thuiszorg. De SP vindt dat een drama, omdat het hier voor de gemeenten dan ook niet bij blijft. Er komen verder nog grote decentralisaties aan in het sociale domein. Taken van het Rijk die naar de gemeente gaan zoals participatiewerk, AWBZ en de Jeugdzorg. In totaal 30 miljard aan taken met maar 16 miljard aan geld voor de gemeenten. Wethouder Jongmans stelde in de Commissie terecht dat hij hier niets aan kon doen, maar dat we hiervoor bij het kabinet moeten zijn. De SP komt daarom met een motie om zoals ook andere gemeentes gedaan hebben, bijvoorbeeld Den Haag en Eindhoven om en brandbrief vanuit Roosendaal te schrijven naar de Minister om onze zorgen daar kenbaar te maken. Ik lees straks de motie voor. In de Commissie Bestuur maakt de wethouder ten aanzien van de thuiszorg een aantal opmerkingen, die de SP-fractie wel kan ondersteunen. Graag zouden wij nog eens een bevestiging van deze uitspraken van de wethouder krijgen. Hij zegt het overgangsjaar 2014 met zo weinig mogelijk ruis te willen gaan regelen, dus rust in de tent voor cliënten en medewerkers. Dat er geen nieuwe aanbesteding komt, dat met de huidige zorgaanbieders om tafel wordt gegaan en dat uitgegaan wordt van hetzelfde basistarief met indexering. Het gaat vandaag vooral over de vraag wie voor 2014 de basistarieven voor de hulp in de huishouding vaststelt. Het college of de raad. In de wet staat dat de gemeenteraad dit moet doen. De SP-fractie vindt dat ook logisch. De raad heeft een kaderstellende rol. We hebben in de raad de afgelopen maanden meerdere keren tegen elkaar gezegd dat we de kaderstellende rol serieus moeten nemen. Dat we daar echt werk van moeten maken. Pas geleden nog heeft de Partij van de Arbeid-fractie dit Paul Klaver in BN DeStem er bijna vol over geschreven. De raad moet niet wachten op het college. Iedereen kent het stuk nog wel, heb het uitgeknipt. De raad moet niet wachten op het college, maar zelf met bestuursopdrachten komen. Het is nu zaak om op dit belangrijke onderwerp, zorg aan mensen die dat hard nodig hebben, ook echt waar te maken. De SP-fractie vindt het dan ook niet voor te stellen dat deze raad bij één van de eerste keren dat de raad zijn stem kan laten horen en zelf een kader kan stellen voor een wel belangrijke zaak dat de raad het dan laat afweten en tegen het college zegt stel zelf het kader maar vast en ga daarna met je eigen kader de onderhandelingen in. Ook de wethouder gaf in de Commissie toe dat het beter was geweest dat het college met een voorstel zou komen, zodat de raad in plaats van het college het kader kon
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 6
vaststellen. Voorzitter, de SP-fractie is tegen het raadsvoorstel en hoopt ook dat andere fracties de kaderstellende rol serieus nemen. Ik lees de motie voor. De motie heet “Zorg voor Elkaar”. De gemeenteraad van Roosendaal in vergadering bijeen op 6 februari 2013, gehoord hebbende de beraadslaging, constaterende dat de regering 1,1 miljard wil bezuinigen om de Wmo thuiszorg, de Rijksoverheid decentralisaties in voorbereiding heeft op het gebied van Jeugdzorg, werkparticipatie en AWBZ. De voorzitter van de VNG Annemarie Jorritsma recent haar grote bezorgdheid in de richting van het kabinet heeft geuit over de financiële risico’s voor de gemeenten en de effecten op de samenleving. Partij van de Arbeid idioloog professor Joop van de Berg, tevens oud-voorzitter van de VNG op 25 januari jl. op de website van het parlement stelt dat het kabinet voor 30 miljard euro aan taken overhevelt naar de gemeenten en daarvoor slechts 16 miljard euro aan geld overmaakt. Wethouder Jongmans zich in de Commissie Bestuur van 23 januari jl. eveneens ongerust heeft getoond over de decentralisatie en de daaraan gekoppelde bezuinigingen van het kabinet. Van mening zijnde dat de huishoudelijke verzorging, de begeleiding, dagbesteding en de persoonlijke verzorging van ouderen en zieken gevaar loopt. Vereenzaming, verwaarlozing en vervuiling steeds vaker zullen voorkomen. Een te grote groep om door mantelzorgers gedaan te worden. Besluit, een brandbrief aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te sturen met daarin de zorgen van de gemeente Roosendaal over de kortingen bij de decentralisaties van taken en de effecten die dat heeft op de inwoners van onze stad en de dorpen en op de gemeentelijke financiën. In de betreffende brief steun uit te spreken voor het verzoek van de VNG aan het kabinet om onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar de haalbaarheid van de plannen. Een afschrift van de betreffende brief te sturen naar alle fracties in de Tweede Kamer. En gaat over tot de orde van de vergadering. De VOORZITTER: Dank u zeer, deze motie krijgt mee nummer 1, heet Zorg voor Elkaar. En de heer Yap heeft daar een vraag over aan mevrouw Oudhof? De heer YAP: Nee, voorzitter, over het raadsvoorstel. De SP roept ons als raad op om tegen te stemmen. Ik heb het in de Commissie Omgeving ook al aan u gevraagd, wat is uw alternatief. Mevrouw OUDHOF: het alternatief is dat een college met een kaderstellend raadsvoorstel komt waarin keuzes zitten waar bij wij als raad de basistarieven vaststellen, zoals de wet het ook bedoeld heeft dus dat wij onze taak als raad gewoon op ons nemen. De heer YAP: Voorzitter, dat is toch wat anders dan wat ik eerder hoorde in uw eerste termijn dat u zelf die kaders wou meegeven aan het college om te komen tot die vaststelling van de tarieven, dus u, kunt u dat toch nog toelichten wat u dan vooral mist in het voorstel wat nu voorligt behalve de bevoegdheidskwestie tussen college en gemeenteraad. Mevrouw OUDHOF: Voorzitter, wij hebben hier in de Commissie uitgebreid over gedebatteerd en meneer Yap heeft het steeds over dat er al een kader staat in dat kadervoorstel, dat is niet waar er staan een aantal randvoorwaarden waarbij het kader vastgesteld zou kunnen worden. Er worden wat suggesties gedaan, maar er zijn ook tegenstrijdige suggesties in het raadsvoorstel. Dus meneer Yap er staat nu helemaal nog geen kader genoemd. Dus het college gaat zelf op pad en die gaat zelf het kader vaststellen en die gaat zelf het kader verdedigen. Dus wij vinden als raad dat wij deze taak gewoon moeten uitvoeren. De heer YAP: Voorzitter, duidelijk. Maar ik blijft benieuwd, wat de SP belangrijk vindt als wij die basistarieven gaan vaststellen en ik constateer nog steeds dat dat, dat ik, dat wij dat als raad nog niet hebben gehoord dus nogmaals mijn verzoek wat vindt u dan daarin belangrijk. Mevrouw OUDHOF: Ja, voorzitter, de basistarieven zijn heel erg belangrijk de hoogte van het basistarief dat is een minimumtarief en daarin heb je het over loonkosten van het personeel, je hebt het over kwaliteit van de zorgers dus je gaat in zo’n basistarief stel je juist het minimumtarief vast, waarop straks de thuiszorgmedewerkers en de cliënten die hulp gaan krijgen. Dus het is eigenlijk een heel belangrijk onderwerp, dus het is jammer als we dit toch gaan delegeren of mandateren.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 7
De VOORZITTER: Oké, dank u mevrouw Oudhof. Ik ga naar de fractie van de Partij van de Arbeid de heer Amhaouech. De heer AMHAOUECH: Dank u wel, voorzitter, zorg is van en voor mensen. De Partij van de Arbeid staat voor toegankelijke, betaalbare en goede zorg voor iedereen, dichtbij mensen. Uitgangspunt voor onze fractie is meer maatwerk, klantgerichtheid met meer zorg in de buurt, kwaliteit, maar ook houdbare financiële voorzieningen, betaalbaarheid zodat latere generaties ook de zorg krijgen die men verdient. Dit betekent dat maximaal aansluiting gezocht zal worden bij wat mensen nodig hebben. En wat gemeenten in staat zijn te doen. De betrokkenheid van het eigen sociale netwerk van familie en vrienden is hierin eveneens onmisbaar. De afgelopen jaren is de zorg erg ingewikkeld en soms ook erg onpersoonlijk geworden. Denk aan de verpleegkundigen die niet meer dan een paar minuten mochten besteden aan het aan- en uittrekken van steunkousen. Dat willen wij niet meer. Gemeente en wijkverpleegkundige kunnen veel beter zelf bepalen waar zij hun tijd aan kunnen besteden. Hoe de hulp in het huishouden kan worden georganiseerd en wat nodig is. We hebben daarvoor ook de zorgen gehoord van de mensen werkzaam in de thuiszorg en van de mensen die gebruik maken van thuiszorg. Wat een belangrijke rol nu is voor de overheid is de methode die gebruikt wordt om vast te stellen of en welke hulp iemand nodig heeft. Dat begint bij het indiceren. In het verleden ging het hier nogal eens mis. Zo ken ik een voorbeeld waarbij een oudere mevrouw die slecht ter been was maar zich uit trots aan de telefoon veel beter voordeed, dit tot wanhoop van haar dochter die helemaal niet betrokken was bij de indicatie van haar soms vergeetachtige moeder. Zo zijn er meerdere voorbeelden waarbij het niet goed gegaan is. De Partij van de Arbeid vindt dat indicering niet meer telefonisch of op kantoor maar bij de cliënt aan de keukentafel plaats moet vinden. Tijdens het huisbezoek kan dan een zorgvuldige afweging worden gemaakt en tevens kan uitgelegd worden wat er veranderd moet worden en waarom. Daarbij vinden wij dat de cliënt erop gewezen mag worden dat hij of zij ervoor kan kiezen om een familielid, buren, vrienden bij dit gesprek uit te nodigen. Daarbij zal in eerste instantie gekeken worden naar wat de cliënt samen met familie, vrienden, buren, vrijwilligers aan zijn of haar situatie kan verbeteren en pas als blijkt dat dit alles niet voldoende is wordt er gekeken welke persoonlijke voorzieningen er ingezet kunnen worden. Goede indicatie is essentieel en kwalitatief goede indicatiestellers zijn dan hierbij cruciaal. Wij willen immers toe naar een samenleving waarin we meer aandacht voor elkaar hebben. Waarin de gemeenschapszin is versterkt. Solidariteit komt niet alleen van de overheid. En we hebben hiervoor een motie, een motie samen met PeP als mede-indieners en daar wil ik het dictum van lezen. De motie heeft de naam: Zorg voor iedereen en draagt het college op het indicatiestellen de volgende kwaliteitseisen mee te geven: De indicatiesteller heeft minimaal bevoegdheid van of gelijk aan zorgniveau 3. De indicatiesteller beschikt over werkervaring in de zorg waarvoor hij/zij indiceert. Bij de indicatie worden de volgende zaken meegenomen: de sociale situatie, de psychische toestand, prognose van ziekte en financiële situatie. Het indicatiegesprek wordt gehouden op locatie van de zorgvrager. Ingediend door de Partij van de Arbeid en fractie PeP. De VOORZITTER: Ja, deze motie, Partij van de Arbeid en fractie PeP, krijgt mee nummer 2 en heet Zorg voor iedereen. De heer Matthijssen. De heer MATTHIJSSEN: Dank u voorzitter. Voorzitter ik zou de heer Amhaouech willen vragen hoe hij komt tot deze kwaliteitseisen. Zijn die landelijk geldig, heeft hij elders ervaringen mee, want ja, hoe kom je u aan de formulering van deze eisen. De heer AMHAOUECH: Gewoon op internet rondkijken wat er in de vacatures staat aan eisen die gesteld worden aan indicatiesteller. De heer MATTHIJSSEN: Dank u wel, voorzitter, dus als ik het goed begrijp zijn dit de standaard kwalificaties voor indicatiesteller zoals die in de advertenties gebruikt worden, voor wervingsadvertenties en dergelijke. Dus daar heeft u ze vandaan. De heer AMHAOUECH: En met een aantal toevoegingen vanuit de fractie zelf natuurlijk. De heer MATTHIJSSEN: Dank u wel voorzitter. Even een vraagje, ik denk dat we in de Commissie een zeer goede brede discussie hebben gevoerd over kader en wat er allemaal bij komt kijken bij dit
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 8
onderwerp. We hadden een raadsvoorstel voorliggen wat gaat over de basistarieven en we waren allemaal bezig met een kader. Toch de motie lezende, zie ik die niet gekoppeld met de basistarieven. Waar ligt de link dan op dit moment met het raadsvoorstel met de basistarieven. De VOORZITTER: De heer Amhaouech. De heer AMHAOUECH: Een huishoudhulp krijg je naar de hand van indicatiestelling, dus wij vinden namelijk dat op het moment dat je goede indicatiestellen, waarbij je goed doorvraagt, dus niet alleen de zorgvraag maar ook de vraag die daarachter ligt, kun je veel beter inspelen op de zorg van de cliënt. Vandaar dat wij indicatiestelling ook veel scherper willen plaatsen De heer MATTHIJSSEN: Ja, dank u wel, maarO want anders gaan we de Commissie overdoen. De VOORZITTER: Dat gaan we niet doen hè. De heer Van Poppel. De heer VAN POPPEL: Nog een korte voorzitter, dank u wel. Ik zie een hele mooie motie met allerlei kwaliteitseisen. Kwaliteitseisen waar natuurlijk heel veel waarheid in zit, maar waar het om gaat is ook de prijs die er gevraagd wordt in het raadsvoorstel. En het is mooi als we inderdaad kunnen indiceren op maat. Maar als we dan bijvoorbeeld geen verzorgende, geen hulp, hebben op maat, want één van de kaders die we toch als SP ook hebben is inderdaad ook het maatschappelijk verantwoord ondernemen, dus dat er inderdaad een goede kwaliteitsstelling wordt gedaan. Mooi voorstel, maar hoe kunt u garanderen dan met het raadsvoorstel waar we het uiteindelijk over hebben, dat er dan voldoende gekwalificeerd personeel is, nog over is. De heer AMHAOUECH: Ik neem aan dat de zorginstellingen zorgen dat er goede indicatiestellers, zorgaanbieders zijn. De VOORZITTER: Nog één keertje ja. De heer VAN POPPEL: Een hele mooie aanname inderdaad, maar daarmee zijn ze wel afhankelijk van de prijs die ze daarvoor krijgen, de ruimte die ze krijgen vanuit de gemeente. De VOORZITTER: De heer Amhaouech. De heer AMHAOUECH: Door juist goed te indiceren zul je natuurlijk, ja verdiensten terugwinnen door alleen de cliënten die het echt nodig hebben, daar de goede zorg op aan te bieden. De VOORZITTER: Ja, u bent het er niet mee eens maar het antwoord is het antwoord. Zo gaat dat. De heer AMHAOUECH: Dank u wel, voorzitter. Dan gaan we naar het raadsvoorstel. In het raadsvoorstel basistarieven hulp bij het huishouden worden wij als raad gevraagd de bevoegdheid als college te delegeren. Het delegeren van de bevoegdheid op het vaststellen van de basistarieven aan het college maakt het mogelijk om snel efficiënt de basistarieven voor de komende periode concreet te maken. De Partij van de Arbeid is van mening dat verantwoordelijkheid bij de raad moet blijven. Als raad hebben we een kaderstellende en controlerende rol. Deze kunnen we wellicht niet optimaal uitoefenen als we de bevoegdheid delegeren. Daarentegen begrijpen we wel de noodzaak van het college om snel en efficiënt een beslissing te kunnen nemen. Wij pleiten uiteraard ook voor een zorgvuldige beslissing. Vandaar dat wij met een amendement komen om in plaats van de bevoegdheid te delegeren, alleen het besluit te mandateren. Hierdoor kan het college snel en efficiënt en bovenal zorgvuldig een besluit nemen maar moet het alsnog bij de raad terugkomen. De bevoegdheid en de verantwoordelijkheid blijven zo bij de raad. En als u het goed vindt dien ik het amendement in: Amendement mandateren basistarieven hulp bij het huishouden. Besluit, beslispunt 1 te wijzigen in: “Het besluit tot het vaststellen van basistarieven hulp bij het huishouden op basis van artikel 21a, lid 1, Wet maatschappelijke ondersteuning te mandateren aan het college van burgemeester en wethouders”, mede ingediend door fractie PeP.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 9
De VOORZITTER: Ja, een amendement, krijgt mee nummer 1, heet Mandateren basistarieven hulp bij het huishouden, ingediend door de Partij van de Arbeid plus de fractie PeP. U strijdt om het hardst. Ik ben dan geneigd dames eerst. Mevrouw Oudhof als u het goed vindt dan is het woord aan de heer Van Ginderen, maar dan heb ik mijn best gedaan. De heer Van GINDEREN: Dank u wel, dank u wel. Mevrouw Oudhof dank u wel. Kunt u mij het verschil uitleggen tussen mandateren, delegeren, machtigen en zo wat meer van die synoniemen, naar mijn idee. De heer AMHAOUECH: Volgens mij heb ik dat zojuist uitgelegd, op het moment dat je het besluit delegeert dan geef je ook de bevoegdheid aan het college. En bij mandateren dan kan het college een besluit nemen maar de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid blijft bij de raad. Dat is het verschil. De VOORZITTER: Klopt als een bus. Mevrouw Oudhof. Mevrouw OUDHOF: Ja, voorzitter, dank u wel. Ik vind die microfoontjes het zo slecht doen, maar dat kan aan mij liggen. Net hoorde ik namelijk toen iemand mij een vraag stelde, hoorde ik de vraag ook maar heel zachtjes, dus ik hoop dat de vraag nu duidelijk over gaat komen. Maar wat meneer Amhaouech zegt delegeren en mandateren, daar zit natuurlijk juridisch een verschil in. Maar het gaat natuurlijk om het effect. Het effect, dus de verantwoordelijkheid blijft bij mandateren, blijft bij de raad. Daar heeft u gelijk in. Maar ik zou graag van meneer Amhaouech willen horen welke rol en invloed de raad heeft op het besluit van het college. Want hebben wij nog iets te zeggen over de hoogte van de basistarieven. Dus ik wil weten welke rol en invloed heeft de raad op besluit. De heer AMHAOUECH: Dank u wel, voorzitter, als het college terugkomt met een besluit die ze genomen hebben, dan kunnen wij als raad nog steeds het besluit verwerpen. We hebben nog steeds de verantwoordelijkheid. Mevrouw OUDHOF: Dan wil ik daar nog eens vragen aan meneer Amhaouech. Kunnen wij ons mandaat intrekken, maar wij hebben niets meer over het besluit te zeggen. Het besluit is genomen. Wij kunnen alleen onze mandaat intrekken, dus wij hebben helemaal een invloed op het besluit. Het besluit wordt genomen door het college en die gaat bepalen de hoogte van de basistarieven. En de kaderstellende rol van de raad verdwijnt dus. Want wij kunnen alleen maar zeggen van nou we trekken ons mandaat in of niet en verder hebben wij geen invloed meer als raad. De heer AMHAOUECH: Naar mijn mening kunnen we dat nog steeds, want we kunnen tegen het college zeggen dat die basistarieven niet goed zijn en dan moeten ze weer opnieuw hun huiswerk doen. Dank u wel voorzitter, ik was ook aan het eind van de termijn. De VOORZITTER: Ja, ook dat klopt, ja. Dank u zeer. Ik ga naar de heer Schijvenaars van de fractie van de Nieuwe Democraten. Ik was vergeten te zeggen dat het ingediende amendement nummer 1 meekrijgt. En heeft een hele mooie titel Mandateren basistarieven hulp bij het huishouden. Amendement nummer 1. De heer Schijvenaars. De heer SCHIJVENAARS: Mandateren kun je leren, zullen we maar zeggen. Voorzitter, in de Commissie is er fel gediscussieerd met elkaar mede ook naar aanleiding van de door de SP georganiseerde insprekers met hele zielige verhalen en die waren ook allemaal zielig ook die verhalen. Maar de vraag is wel hoe gaan wij met elkaar in deze samenleving de zorg goed organiseren. Nou, er wordt nu natuurlijk steeds ook vanuit het kabinet, vanuit Roosendaal heel erg vanuit spreadsheetmanagement gedacht en er wordt nauwelijks serieus gekeken naar wat het voor effect het heeft op de echte zorg, de mensen zelf. Voorzitter, het is ook een zogenaamd overgangsjaar, want ergens in april, meen ik, dan komt het kabinet met de uitwerking van haar plannen en het college vraagt nu dat wij dat aan haar delegeren om die tarieven vast te stellen. En ten aanzien van die tarieven voorzitter, ja, hoe lager je ze vaststelt, hoe triester het natuurlijk kan zijn, zeg maar, voor de hele inkooptraject. Nu zegt de wethouder dat het allemaal wel mee zal vallen want iedereen heeft elkaar nodig, dus uiteindelijk zal er wel een redelijke maatschappelijke prijs worden betaald. Maar de zorg, voorzitter, in de samenleving en ook bij ons die blijft natuurlijk wel bestaan. Waar de Nieuwe Democraten vooral voor willen pleiten, voorzitter, is toch dat wij bij die hele
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 10
zorgverlening en met name als het gaat over dat indiceren, dat we dan de menselijke maat gaan hanteren. En hoe je dat vervolgens in een motie moet gaan vervatten zoals andere fractie hebben gedaan, voorzitter, dat weet ik niet, maar het moet wel gaan over die menselijke maat en niet het afvinken van een spreadsheet om vervolgens te eindigen met u krijgt 2,25 uren zorg aangereikt. Want dat werkt niet, dat is altijd te veel, dat is altijd te weinig. We moeten ook nog met elkaar afspraken maken en daar is het college wel mee bezig begrijp ik, om te zorgen dat er alleen maar gepast gebruik wordt gemaakt van alle voorzieningen. Daar moeten we natuurlijk ook heel eerlijk over zijn dat dat gewoon ook van belang is, voorzitter. Ja, en als je dan alles overziet, voorzitter, ik ga zo dadelijk maar even goed nadenken of ik wat moties ga steunen. Ik vind wel dat zo dadelijk de wethouder duidelijk moet maken ook nu dat hij de menselijke maat zal laten prevaleren bij alles wat hij doet maar dat betekent dus, voorzitter, dat wethouder Jongmans minder naar wethouder Toine Theunis moet gaan kijken, die alleen maar bezig is met het sluitend krijgen van de spreadsheet. Maar dat meneer Jongmans vooral, zeg maar, het maatschappelijk management moet gaan organiseren en dat zou toch ook wel moeten passen bij zijn partij de Partij van de Arbeid, voorzitter. Dus ik hoop dat de wethouder daar in ieder geval een duidelijk statement over maakt dat hij daarmee ook een stukje rust geeft aan ons in deze zaal maar ook aan de mensen thuis, dat de zorg inderdaad op een menselijke maat blijft georganiseerd. En wat ik in de Commissie ook heb gezegd dat is, dat we ook eerlijk moeten zijn dat voor een goede zorg we ook het hele netwerk met elkaar moeten gaan organiseren. En dat we niet moeten denken dat als wij één dimensie van de zorg goed hebben dat dan vervolgens de betreffende personen ook volwaardig kunnen meedoen in de samenleving. Ik heb toen het voorbeeld genoemd van mijn moeder. Ja, mijn moeder die heeft ook zorg nodig, maar ze heeft meer last van die scheefliggende tegel van wethouder Theunis. Nee sorry, dat is tegenwoordig wethouder Adriaansen geworden. Ja, dus mijn moeder heeft meer last van wethouder Adriaansen met z’n scheve tegels dan van, zeg maar, wel of niet een tientje extra zorgbudget. Dat soort keuzes moeten wij wel maken en tot slot, voorzitter, dat betekent dat wij dan met elkaar toch die discussie moeten gaan voeren over die decentralisatie, over die echte keuzes die gemaakt moeten gaan worden. Tot slot, voorzitter, samen met andere fracties hebben we ook, hebben we een motie voorbereid gerelateerd aan de overschrijding van de WOPT-norm, die kan ik nu indienen, voorzitter, bij dit onderwerp maar ik kan het ook indienen straks bij het volgende onderwerp van de Zorgboulevard en ik geef er de voorkeur aan, voorzitter, om het dan toch maar straks te doen. Of u moet mij nog even de gelegenheid geven om die motieO Ja, goed voorzitter, de aanleiding van deze motie is de bekende maatschappelijke discussie waarbij topbestuurders menen dat zij recht hebben op inkomens boven of ruim boven de bij iedereen bekende balkenendenorm en dat hun medewerkers maar vooral met minder genoegen moeten nemen. Nu kun je de vraag gaan stellen, is dat nou sociaal rechtvaardig, is dat nou verantwoord, ja, dat een topbestuurder zoals bijvoorbeeld ook van Thuiszorg West-Brabant om het maar even bij dit onderwerp te houden, voorzitter. De voorzitter van de Raad van Bestuur van Thuiszorg West-Brabant, die heeft een inkomen van 220.369 euro in het jaar 2011 en dat is op basis van de laatste WOPT-lijsten vanuit de Rijksoverheid. Nou, voorzitter, als je dan dit soort bedragen hoort, zo enorm veel ten opzichte van zulke basale zorg die verricht moet worden door mensen die dan worden uitgeknepen door de laatste eurocent, voorzitter, dat past niet. Dat moet je anders doen, dat moet je sociaal verantwoord doen, voorzitter. En vandaar dat samen met de VLP, de SP en ook de fractie van GroenLinks, de Nieuwe Democraten een motie hebben voorbereid. Ik heb inmiddels al begrepen dat de collega van de VVD de heer Lok een vergelijkbare motie heeft gemaakt, waarbij hij het dictum wat specifieker wil maken en ik stel nu dan maar even aan de orde, voorzitter, dat ik straks met de collega van de VVD zal samenwerken om te komen tot één motie samen met de VVD. De VOORZITTER: Leest u nu het dictum maar voor dan is die daarmee ingediend. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, dat gaan we dan nu doen. Het dictum luidt als volgt: “Het college van B en W namens de gemeenteraad een sterk pleidooi gaat houden dat deze topbestuurders zich zullen houden aan de wet WNT. En er geen redenen worden geaccepteerd voor een uitzonderingspositie. Besluit, dat de gemeente Roosendaal haar garantiestellingen, subsidies en/of zakelijke afspraken en/of overeenkomsten met organisaties wiens bestuurders zich onttrekken aan de wet WNT kritisch zal heroverwegen en de stelling zal verdedigen dat organisaties en instellingen zich aan de wet WNT moeten houden”. En deze motie wordt ingediend, voorzitter, fractie Nieuwe Democraten, fractie VLP, Arwin van Gestel, de heer Corné van Poppel van de fractie SP en mevrouw Klaartje Koenraad van de fractie GroenLinks en na de schorsing ongetwijfeld ook door de collega de heer Lok van de fractie VVD.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 11
De VOORZITTER: Deze motie krijgt mee nummer 3 en heet WOPT overschrijding in Roosendaal. Dank u wel. Dan is vervolgens het woord aan de heer Van Gestel van de fractie van de VLP. De heer VAN GESTEL: Ja, voorzitter, dank u wel. De Commissie behoeft niet meer overgedaan te worden, maar waar we wel erg blij mee zijn is dat we in de Commissie eindelijk eens een keer een debat op inhoud hebben gevoerd in plaats van cijfers, over zorg en niet over de begroting en de bezuiniging voor zorg. Dat is winst en die winst was ook te merken in de reacties na die vergadering ook dat behoeft hier niet opnieuw verteld te worden. Wellicht komen er momenten genoeg, mevrouw Oudhof, om dit jaar met elkaar dat debat verder te voeren. Het gaat nu over het vaststellen van die basistarieven. Gaat dat nu het college doen of de raad. Wat ons betreft is de raad degene die de basistarieven behoort vast te stellen en is het college degene die daarmee aan de slag moet. Dus, voorzitter, hebben wij een amendement voorbereid. Ik zal even wachten opO Ja, ik hoop niet dat de heer Lok het net voor al heeft gelezen. De VOORZITTER: Ga uw gang. De heer VAN GESTEL: Amendement Basistarieven hulp bij het huishouden: “Besluit, beslispunt 1 als volgt te wijzigen, wij stellen voor: 1 In regionaal verband draagvlak te zoeken voor een gezamenlijke aanbesteding. 2 De raad na regionale consultatie een definitief voorstel te doen voor het vaststellen basistarieven voor de hulp bij het huishouden”. De VOORZITTER: Dit amendement krijgt mee nummer 2 en heet Basistarieven hulp bij het huishouden. Ja. De heer VAN GESTEL: Voorzitter, het is heel simpel want de partij van de Arbeid heeft hier zojuist gestaan met mooie woorden over hoe zij vinden dat de zorg eruit moet zien. Maar zo ziet de zorg er nu niet uit. En voorzitter, de discussie ging over de bezuiniging van een halfjaar geleden, die draait u nergens terug. Sterker nog, u komt nu met een motie waarin u een aantal zaken geregeld wilt hebben, verankerd wilt zien, omdat u zorg schijnbaar heel belangrijk vindt. Maar een halfjaar geleden toen de mensen echt de pijn hebben gevoeld, heb ik u niet gehoord. Die pijn neemt u nu niet weg, nee u trapt een beetje op een remmetje. Zo komt het op mij over. En voorzitter, ja een amendement indienen om het mandaat of delegeren. Vrij simpel. De Tweede Kamer in Den Haag die vergadert met de Minister van Financiën daags nadat die vertrekt naar Brussel, gaat ie onderhandelen met z’n collega’s. Zie hier we hebben in de Commissie een debat gehad over zorg, dus de heer Jongmans heeft met ons gedebatteerd. En de dag erop zit hij in Brussel, die Minister, te onderhandelen, dus nou collega wethouder gaat u maar naar de regio en gaat u maar praten. Gaat u maar onderhandelen, consulteren, kijken waar u komt. En dan komt u daarna maar terug, dat doen ze in Den Haag ook, dan komt de Minister ook terug en dan moet hij verslag uitbrengen en eventueel voorstellen door het Parlement jagen of voorleggen. Dan doet u dat hier ook maar, gaat u eerst maar eens kijken hoe ver u komt, want u heeft een idee en dat staat ook op papier in het voorstel. U heeft een idee hoe u dat wilt doen, nou doet u dat en kom daarna terug bij ons. En dan kunnen wij kijken of wij vinden of u het goed heeft gedaan of niet goed heeft gedaan. Voorzitter, dat lijkt me een uiterst mooi compromis vanavond om aan iedereen tegemoet te komen. De VOORZITTER: De heer Van Poppel een vraag aan de heer Van Gestel. De heer VAN POPPEL: Ja, voorzitter, wel eventjes ter verduidelijking voor mij over het beslispunt 1. U heeft het over draagvlak zoeken voor gezamenlijk aanbesteden. Nou hoeft aanbesteden niet, maar als het gaat om bestuurlijk aanbesteden dan zijn we er wel voorstander voor. Dus daar even wat meer duidelijkheid over, want als je zegt we gaan eerst uitgebreid in de regio kijken, ja, dan verliezen we die tijd. Waar het eigenlijk met het voorstel om te doen was, wat je ook krijgt als je het voorstel gaat mandateren en dan zegt van ja, nee ga maar terug aan een ander voorstel werken. Dan heb je ook die tijdwinst niet. Dus nog eventjes over het bestuurlijk aanbesteden.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 12
De heer VAN GESTEL: Voorzitter, een antwoord op de heer Van Poppel, in de Commissie heeft de wethouder duidelijk aangegeven ik zou graag in de regio kijken waar er draagvlak is om samen te kijken of we dat wat kunnen winnen bij die thuiszorg om dat opnieuw aan te besteden. Dat zijn zijn woorden geweest. Als ik dat mis heb begrepen dan hoor ik dat graag. Op het moment dat hij dat gat doen, heeft hij gezegd geef mij nu alvast maar, delegeer maar, delegeer nu alvast maar het vaststellen van die tarieven, dan kan ik straks in de regio wel kijken als ze iets anders doen of ik er wel of niet mee instem. Maar ik vind dat wij dat ook kunnen. Dus ik vind dat dat alsnog uiteindelijk hier terug moet komen. Dus ik ben niet voorstander van de mandateren/delegeren discussievoeren. Nee, wij hebben gewoon, nemen gewoon het besluit. Maar ik vind het niet erg als hij eerst gaat kijken waar draagvlak is, dat is eigenlijk de intentie van het amendement. De VOORZITTER: Mevrouw Lute, fractie PeP. Mevrouw LUTE: Ja, dank u, voorzitter. De heer Van Gestel die heeft het over het eerst regionaal gaan kijken, dan te komen met kaders en hoe rijmt u dat dan met de tijdsplanning zoals die vermeld is in het raadsvoorstel? De heer VAN GESTEL: Voorzitter, ik heb het niet over kaders. Wij hebben nu al een Wmo die wij uitvoeren als gemeente Roosendaal, dus dat doen we al op basis van, er liggen stapels papier daar kunt u alles inzien. En als u daar in kijkt dan ziet u normeringen. Die normeringen worden vastgesteld, daar horen prijzen bij, dat soort prijzen, die tarieven wat ga ik in de markt zetten. In Den Haag hebben ze besloten er moet een bodem zijn, dus de gemeenteraad moet een vaste prijs vaststellen. Daar ga je mee de markt op dat is om de kwaliteit te garanderen. U weet net zo goed bij aanbestedingen, als u een aanbesteding uitzet, moet u altijd de voordeligste nemen. Nou in dit geval zet u een aanbesteding uit, maar omdat we de kwaliteit waarborgen door het vastzetten van het tarief, kunnen we waarborgen dat we niet altijd de goedkoopste moeten nemen die misschien uiteindelijk niet blijkt waar te maken wat ie zegt waar te willen maken. Dus zorg laten vallen. De VOORZITTER: Mevrouw Lute nog een keer. Mevrouw LUTE: Ja, dat is helder maar, in het raadsvoorstel staat duidelijk dat als er nog een tweede, even kijken hoor, als het nog door de raad moet dat het dan qua tijdsplanning niet past voor de aanbesteding. De VOORZITTER: De heer Van Gestel. De heer VAN GESTEL: Ja en nee. Dat staat er wel maar er is genoeg tijd als u de Commissie de band afkijkt, ik weet niet of u er was of niet maakt ook niet zoveel uit, als u die band terugkijkt dan heeft de wethouder gezegd ja ik wil graag wel de snelheid hebben, die ik nu kan maken. Maar als u raad het naar zich toetrekt en u wilt de beslissing nemen. U bent de raad, u bent de baas, waren zijn woorden. Dus daar hou ik me dan aan vast. De VOORZITTER: Oké De heer VAN GESTEL: Nou, voorzitter, dan is er zojuist een motie ingediend, daar ga ik verder met mijn termijn. En WOPT-overschrijding in Roosendaal, ja, en wat ons betreft kunnen we dat niet genoeg onderschrijven. Ze vinden het ook in Den Haag, met scherpere bewoordingen dan wij het hier misschien wel op papier hebben staan en er is ook volgens mij helemaal niets mis mee als we kijken, in de, naar de zorg dan vragen we steeds hogere eigen bijdrages aan mensen en meer eigen kracht, daar hoort ook een beetje gepast en gematigd loonbeleid bij, dat betekent ook voor aan de top. Daar is volgens mij niets mis mee als je dat signaal in ieder geval afgeeft, dat doen wij in navolging dan van gemeenteraden zoals Eindhoven, Helmond en Breda, die daar zelfs nog scherper op zijn. In Eindhoven hebben ze zelfs geprocedeerd daarover alleen dat is momenteel bij de rechtbank, dus daar hebben we nog geen uitslagen over. Ja, maar goed, hoger beroepO Voorzitter, zover.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 13
De VOORZITTER: Dank u wel meneer, Van Gestel. Ik kijk nog even naar u raad voor eerste termijn. Dit was mijn inventarisatie maar ben ik nog iemand vergeten voor deze termijn? De heer Lok, ja, dat had u mij een beetje ingefluisterd. Daar komt hij, de heer Lok van de fractie van de VVD. En ik weet wat hij zeggen gaat. De heer LOK: Voorzitter, dank u wel, het was voor mij een eyeopener dat u twee oren had en ze ook gebruikte. De foto in de krant bij de carnaval begint u wat meer te leven, de lakei. Maar nu even weer het serieuze onderwerp. Meneer Schijvenaars heeft al melding gemaakt van een motie die wij hadden voorbereid. En u moet het eigenlijk zo zien dat het eigenlijk bedoeld was als een soort amendement op de motie die meneer Schijvenaars namens VLP, SP en GroenLinks had ingediend. Maar om praktische redenen hebben we die motie vertaald in onze eigen woorden, want om nou een amendement te maken op een motie dat werd wel heel ingewikkeld. En waar het ons vooral om gaat is al die constateringen en al die namen daar zijn we niet zo in geïnteresseerd, maar vooral in wat we het college verzoeken. We doen het vriendelijk. Een sterk pleidooi houden dat vonden we nog niet sterk genoeg, evenals kritisch heroverwegen of stellig zal verdedigen. Wij hebben er een voorkeur voor om het college opdrachten te geven om dingen te onderzoeken. Onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om te zorgen dat die bestuurders, ik geloof, zal ik hem maar in één keer voorlezen, voorzitter, dan zijn we klaar. “Het verzoekt het college te onderzoeken, welke mogelijkheden het college heeft om ervoor te zorgen dat deze bestuurders zich gaan houden aan de wet. Dat is nummer 1. En nummer 2, te onderzoeken welke mogelijkheden de gemeente Roosendaal heeft om bij het verlenen van de garantiestellingen subsidies, zakelijke afspraken en/of ook overeenkomsten met organisaties wiens bestuurders zich onttrekken aan de wet WNT, te bewerkstelligen dat de bestuurders van deze organisaties zich wel aan de wet WNT zullen houden en ons de raad daar over twee maanden te informeren”. Met andere woorden wat kunnen wij met z’n allen eraan doen om te zorgen, misschien dat enige zachte dwang hier en daar niet onwenselijk zou zijn. En u weet er zijn allerlei voorbeelden in dit land waar soms gekort wordt op subsidies voor het bedrag dat de bestuurder boven de balkenendenorm verdient. Ik geef u geen suggestie mee, maar het zou één van de mogelijkheden zijn die de gemeente Roosendaal zou kunnen toepassen. En bij deze wilden we gelijk ook de motie indienen, voorzitter. De VOORZITTER: Deze motie krijgt mee nummer 4, heet WOPT en dient te worden bezien in samenhang met motie 3, maar het is voor nu nog een zelfstandige motie nummer 4. De heer Niehot. De heer NIEHOT: Ja, dank u wel, voorzitter, ja uw motie heeft is inderdaad minder een spreadsheetkarakter dan de motie die daarnet ingediend is. En we hebben er ook kritisch naar gekeken, waarbij onze vraag wel is waarom dient u deze motie niet in op het moment dat bijvoorbeeld de subsidieverordening aan de orde is, want dan kun je één ander ook handen en voeten geven. Wij hebben er ook in die zin naar gekeken. De heer LOK: De subsidieverordening die ligt nu niet voor, er ligt nu wel een ander voorstel voor waar het ook bij aan de orde zou kunnen zijn en net als collega daarstraks al meldde, het had ook bij het volgende agendapunt ingediend kunnen worden, die suggestie deed hij waarbij de voorzitter zei doe het dan ook maar nu. Dus er is nu een moment waarbij het zich aandient en ik ben het met u eens het had ook bij een ander onderwerp gekund, maar dat staat niet op de agenda. De VOORZITTER: Dank u wel, meneer Lok. Anderen nog van u raad in eerste termijn? Dat is niet het geval. Wethouder Jongmans in eerste termijn. De heer JONGMANS: Dank u wel voorzitter, een goed inhoudelijk debat noemde de heer van Gestel het debat in de Commissie en ik ben blij dat hij dat zegt, want ik vond dat ook. En dat is ook belangrijk dat dat gebeurt. Maar wat ik vandaag ook weer zie, dat zag je ook in de Commissie en daar hebben we vandaag ook weer last van is dat je twee onderwerpen die wel veel samenhang vertonen, eigenlijk door elkaar gaan. Dus de situatie van vandaag, namelijk dat de contracten aflopen voor de hulp bij het huishouden en dat we na 2014 nieuwe contracten moeten. Met de wetenschap dat vanaf 1 januari 2015, zoals het er nu naar uitziet als je kijkt naar het kabinetsvoornemen het regeerakkoord er vanaf 2015 een hele andere dossier mogelijk zelfs ligt. Want de kans is heel erg groot dat de hulp bij het huishouden vanaf 2015 niet alleen gekort is tot 25% maar zelfs geen onderdeel meer uitmaakt van de Wmo, maar onderdeel uitmaakt
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 14
van de inkomensvoorziening. Het kabinet studeert daar nog op. Zou overigens ook kunnen betekenen dat dat zoveel tijd kost dat het 1 januari 2016 wordt. Feit is dat in het huidige regeerakkoord de huidige regeling verdwijnt. En juist vanwege die regeling moeten we in ieder geval voor 2014 naar een overgangssituatie en dan herhaal ik maar wat ik in de Commissie heb gezegd. Het is van het grootste belang, niet alleen voor onze zorgvrager maar die staat wel op één in dat kader, het is van het grootste belang dat dat met zo min mogelijk ruis en zo min mogelijk gedoe gebeurt. Ik herhaal dus, wat ik in de Commissie heb gezegd. Maar wat ik merk is dat de toekomst van na 1 januari 2015 en de situatie van 2014 lopen echt door elkaar. Je ziet het aan de verschillende moties, amendementen die gaan wel over het raadsvoorstel van vandaag. Maar die moties gaan echt over de toekomst en ik zou er eigenlijk ook voor pleiten dat we dat gescheiden ook zouden behandelen. En ik zal dat toch wel proberen, voorzitter. Ik moet er toch wat van zeggen, want ze zijn natuurlijk wel ingediend en maken deel dus uit van die beraadslagingen. Maar laat ik me eerst even beperken tot het feitelijke voorstel. 2014 is een overgangsjaar dat constateren we, dat moet dus gebeuren met zo min mogelijk ruis. En er ligt nu eenmaal een wet die is ook aangenomen dat het basis staat er, bij nieuwe contracten dat er een basistarief moet worden vastgesteld. Het basistarief moet worden vastgesteld door de gemeenteraad, tenzij de gemeenteraad dat delegeert aan het college. Dat staat ook in die wet en niet alleen maar dat het voorbehouden is aan de raad maar de raad kan het overdragen. Waarom pleit ik ervoor om het over te dragen? Ik herhaal wat ik in de Commissie heb gezegd, primair vanwege tijdsdruk. In de Commissie heb ik geschetst dat er twee varianten zijn. De ene variant is aanbesteden en de tweede variant is met de huidige aanbieders, dat zou de minste onrust veroorzaken met de huidige aanbieders, afspraken gaan maken voor 2014. En waarom zeg ik nog steeds dat het 2014 is, want in diezelfde wet staat dat we in Nederland dit soort voorzieningen niet meer hoeven aanbesteden, maar diezelfde wetgever ook vanuit het Ministerie wordt gezegd dat het strijdig is met Europese regelgeving. Men gaat het niet voorleggen aan Brussel, maar de kans bestaat dat marktpartijen dat wel zullen doen. Als ik kijk naar het debat in de regio, als ik kijk naar de adviezen die ik krijg van juristen, inkoopbureaus etcetera, dan moet ik heel eerlijk zeggen dan kon ik tot het debat wat ik deze week heb gevoerd voor mijzelf nog niet klip en klaar de conclusie trekken, gelet op alle risico’s die er zijn, kies ik voor, dat zou mijn advies zijn, kies ik voor onderhands afspraken maken met die partners. Ik wil die beslissing nemen eind deze maand, samen met mijn collega’s van ik meen en stuk of negen gemeenten. Waarom wil ik dat eind deze maand? Stel dat die conclusie is dat we toch vinden dat de risico’s zo groot zijn dat we moeten gaan aanbesteden, dan zijn er twee redenen waarom ik daar in maart mee moet beginnen. Want een zorgvuldige Europese aanbesteding kost gewoon acht á negen maanden. Dan zijn we in november klaar en dan is er een week of vijf, zes de tijd om naar de invoering van nieuwe contracten te gaan. En tweede reden is, daar hebben we het in de Commissie niet over gehad en dat is ook en omissie mijnerzijds maar ik had toen die kennis ook niet, er geldt vanaf 1 april a.s. een nieuwe aanbestedingswet voor dossiers zoals deze. En die stelt dat als we gaan aanbesteden na 1 april, dat is een nieuwe regeling, dan moet ik de totale volume aan werk dat er is, moet de gemeente verdelen over die verschillende partners, over die verschillende partijen en dat betekent, het is zeer technisch voorzitter, dat betekent dat de gemeente moet gaan aanwijzen zoveel gaat naar die, zoveel gaat naar die en zoveel gaat naar die. En dat zou heel veel onrust betekenen bij die zorgvragers die we nu hebben, want de kans dat die dan met andere zorgaanbieders worden geconfronteerd is niet denkbeeldig. Ik wil daar dus buiten blijven. En om daar buiten te kunnen blijven is het belangrijk dat u, puur voor die, dat overgangsjaar, het college de bevoegdheid geeft om dat basistarief vast te stellen. Ik kan me overigens uitstekend vinden in het amendement van de PvdA, want dat biedt het college wel de ruimte om aan het werk te gaan. Het legt alleen de verplichting op en die verplichting heb ik al vanwege informatieplicht en uw controlerende taak, om u te informeren en u heeft dan de mogelijkheid om mij terug te fluiten. Ik ben ook niet vast, zeg ik maar tegen de heer Van Gestel, ik zit ook niet vast wat dit dossier betreft aan de buren, zeg maar. Iedere gemeente kan een apart het basistarief vaststellen en wat voor een basistarief is het, voorzitter, het is een ondergrens. De VOORZITTER: De heer Van Poppel. De heer VAN POPPEL: Dank u wel, voorzitter, ja, mijn vraag die sloot precies aan bij de woorden van de wethouder, die zegt van ja het amendement van de PvdA die zegt van nou als het voorstel niet goed is dan moeten we terug, maar ja hoe verhoudt zich dat dan met de tijdwinst die u net zo bepleit want het lijkt me dat dat argument dan gelijk van tafel is geveegd.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 15
De heer JONGMANS: Als we een beslissing nemen eind februari, over wat is dat, over drie weken, precies drie weken dan hoort u dat op dat tijdstip. En ik denk dat het dan mogelijk is met wat kunst en vliegwerk en misschien buiten de procedures om, om in maart, zeg maar, in maart ronden we ook een cyclus af met een raadsvergadering. Om dat onderwerp dan in maart met elkaar te bespreken, ik denk dat dat tot de mogelijkheden behoort. Als we sowieso naar april gaan, ja dan kom ik als het aanbesteden wordt bij de variant van onderhandelingen rechtstreeks met de partijen die nu werken is die tijdsdruk er niet want daar doe je geen negen maanden over dat kan in een maand gepiept zijn. Dan zijn we heel erg op tijd klaar. Maar in de variant van aanbesteden kom ik in geweldige tijdsdruk. We moeten dan een list verzinnen met de procedures die we hebben om het debat in maart te kunnen voeren. Maar ik denk dat u dat wilt en ik heb daar ook geen probleem mee. De heer VAN POPPEL: Dank u wel, voorzitter, heel kort dan. Hoor ik u eigenlijk zeggen, ik kom in maart met een raadsvoorstel en u kunt als raad daarover stemmen en dan zijn we klaar, want dan hoeven we nu niet met mandaten en delegeren te werken. De heer JONGMANS: Nee, nee, ik kom uiterlijk 1 maart met een raadsmededeling. Ik kom 1 maart met een raadsmededeling, uiterlijk zeg maar. En daar moet dat in staan en dat is voor u de mogelijkheid om daarop te reageren en dat ter discussie te stellen. De VOORZITTER: Uw fractiegenoot mevrouw Oudhof, ook nog, dat is goed afgestemd met elkaar. Mevrouw OUDHOF: Ja, we hebben afspraken gemaakt. De VOORZITTER: Ja, ja, verdeel en heers, ga uw gang. Mevrouw OUDHOF: Voorzitter, ik wilde het graag met de wethouder, ik wilde graag een paar vragen over die Europese aanbesteding hebben, want de wethouder gaat daar nu heel uitgebreid op in en ja dat kan natuurlijk, maar de wet is aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer en daar is natuurlijk ook gedacht over die Europese aanbesteding. Maar ze hebben gezegd het gaat nu over zorg, dus wij hoeven niet met die Europese aanbesteding mee te doen. En nou vind ik het een beetje, beetje, ja, beetje toch jammer dat de wethouder nu zegt van ja maar er is nog een kans en daar nu rekening houdend met. Maar dan kunnen we natuurlijk met alle wetten wel denken van nou misschien wordt die wet toch wel weer teruggenomen. Een wet is een wet zou ik zeggen. Dus. De VOORZITTER: Wethouder. De heer JONGMANS: Voorzitter, ik verzin het niet dat het strijdig is met de Europese regelgeving. Ook de toenmalige Staatssecretaris mevrouw Veldhuijzen van Santen heeft bij de vaststelling van die wet gezegd wij constateren, mijn Ministerie constateert ook dat dat strijdig is met regelgeving, alleen wij gaan dat niet voorleggen aan het Europese Hof, dat signaal moet dan maar ontstaan op het moment dat de procedures komen, dus ik verzin het niet. Het komt vanuit Den Haag en juristen bevestigen het, weer anderen ontkennen het. Nou ik heb, ik laat nu een analyse maken van die risico’s. Ik weet niet of ik klip en klaar antwoord krijg, dat denk ik niet. We zullen een inschatting moeten maken en dat doe ik eind deze maand. En dat is de basis voor die raadsmededeling aan u. En dan dat tarief, voorzitter, dat tarief is een, dat zeg ik nogmaals, dat tarief is een ondergrens. Dat is niet het tarief waarvoor we gaan aanbesteden, dat is de onderkant van het tarief. Als ik kijk naar het Zeeuwse model is genoemd in de Commissie, ik ga het niet uitleggen wat dat betekent, maar bij het Zeeuwse model leg je in het bestek een tarief vast en daarvoor moet men inschrijven. Stel dat wij Zeeuws gaan aanbesteden dan komt er in dat bestek een tarief te staan wat duidelijk boven dat basistarief ligt, dus wat voor zin heeft het zeg ik dan toch maar dat u dat basistarief vaststelt want, ik bedoel bij dat soort dossiers ga je er boven. Bij sommige bepaal je een ondergrens, afgelopen vier jaar hebben wij gewerkt met een bestek waarbij we de bovengrens bepaald hebben en daar moest men onder blijven. Nou, dat is nadrukkelijk gebeurd kwaliteit is geleverd en het huidige tarief wat wij hebben dat heb ik met mijn collega’s in ieder geval wel afgesproken, het huidige tarief dat we betalen in West-Brabant is voor ons het uitgangspunt om een basistarief vast te stellen. Wij gaan daar niet onder het huidige tarief zitten dat moet u ook een bepaald vertrouwen geven, vind ik, dat de zorgaanbieders daarvoor kunnen werken. En laatste opmerking over dat basistarief en iemand van u
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 16
zei dat, dat is het tarief waarvoor zorgvragers verzekerd kunnen zijn van zorg, dat is dus niet zo. Dat is het tarief wat de gemeente moet betalen aan de zorgaanbieder en het salaris wat betaald wordt aan die medewerker die die zorg verleent heeft daar geen relatie mee. Dus, houdt u dat goed in de gaten. U bent, als u denkt dat de zorgvrager dan verzekerd is van een goede keus, bent u bezig met een schijnvertoning. De VOORZITTER: De heer Matthijssen. De heer MATTHIJSSEN: Dank u wel voorzitter. Voorzitter, ik zou de wethouder willen vragen hij zegt net het huidige tarief daar gaan we absoluut niet onder. Wat houdt de wethouder tegen om vanavond een aangepast raadsvoorstel voor te leggen, waarin het huidige tarief als basistarief vastgesteld wordt, want dan zijn we toch waar we moeten zijn, of zie ik het dan verkeerd? De heer JONGMANS: Ik overweeg nog om het basistarief wat ik voor zou willen stellen, misschien nog iets hoger te laten zijn dan het huidige tarief. Dat heeft te maken, dat kan ik uitleggen, dat heeft te maken met indexering. De afgelopen jaren hebben we geïndexeerd op basis van een standaardbedrag wat opgenomen is in het bestek. Als ik kijk naar de feitelijke kostenontwikkeling de afgelopen jaren, dan zit dat, dan loopt dat niet helemaal parallel. Nou, die afweging moet ik nog maken. Voorzitter, ik heb voldoende gezegd over het basistarief, dan toch evenO De VOORZITTER: Rondt u af? De heer JONGMANS: Nee, bijna voorzitter, dan rond ik dan af. De VOORZITTER: U bent erg lang aan het woord. De heer JONGMANS: Ja, dat klopt voorzitter. De VOORZITTER: Er zijn niet zoveel vragen gesteld. De heer JONGMANS: Nee, maar dat waren de fracties ook, voorzitter. Dan motie 1, voorzitter, dat is die brandbrief. Ik vind die, want dat zou ik toch even behandelen dat is echt een ander onderwerp. Maar dat gaat over de toekomst. Ik zou die brandbrief niet doen, omdat het overbodig is. De VNG heeft een uitstekende brief geschreven namens alle gemeentes aan het Ministerie, die brief is van belang en het enige wat ik relevant vind en dat heb ik in de Commissie ook gezegd, is dat als u vindt dat de wetgeving die wordt voorbereid echt anders moet worden dan zou ik als ik u was dat doen via de band van de Tweede Kamerleden. Want dit kabinet heeft gewoon een akkoord, daar drijven wij met elkaar geen wig in, u zult dat moeten doen via de Tweede Kamerleden. Dus die brief, voorzitter, lijkt me overbodig. Dan motie 2, dat was de motie Zorg voor iedereen. Ook die gaat over de toekomst. Als ik kijk naar die motie, die heeft een bepaald detailniveau en een bepaald uitvoeringsniveau. Maar als je kijkt naar de geest van die motie, dan gaat het er natuurlijk om dat we de toeleiding goed regelen. En als ik dan kijk naar het dictum, dan staan daar een paar dingen die zijn niet juist, zorgniveau 3 dat zou 5 moeten zijn, denk ik, die eisen stellen wij. Maar wat ik daarin mis en dat zou ik toevoegen. Ik zou vooral willen verwijzen naar een motie die de Roosendaalse Lijst een tijd geleden heeft ingediend, geen kanteling in slow motion en ik zou daar vooral, dan zou ik het echt een goed dictum vinden, als eraan toegevoegd zou worden, dat het actieplan dat opgesteld wordt om de kanteling te vervolmaken dat die nadere kaders krijgt vanwege de situatie die op ons afkomt, namelijk veel minder geld voor zorg etcetera, dat zou ik een uitstekende verbetering vinden. De VOORZITTER: De heer Van den Beemt. De heer VAN DEN BEEMT: Ja, voorzitter, op het gevaar af, of de wethouder vindt of hij nog veel meer tijd moet gaan besteden vanavond, maar als u nu zelf al aangeeft wat dan het betere dictum is kunt u dan niet beter toezeggen dat u dat dan gaat doen. Is dat dan niet een stukje efficiënter?
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 17
De heer JONGMANS: Als u, als u dat zo wilt dan mag dat ook. Ja. Maar ik vond wel belangrijk om dit punt te noemen. Het gaat vooral om de geest van die motie. Voorzitter, dan die WOPT-overschrijding en dan doe ik de moties 3 en 4 maar tegelijk. Die wet WRT, volgens mij zijn er toch wat misvattingen. De bedrijven die genoemd worden en in het overzicht van meneer Schijvenaars staan ze, het is overigens niet compleet meneer Schijvenaars, maar buiten de orde van de vergadering zal ik u een compleet lijstje geven, die wet WRT die zegt niet dat die salarissen, die salarissen van die organisaties naar beneden moeten. Die wet WRT kent een driedeling, overheidsambtenaren etcetera daarvan moet het salaris naar beneden, wordt ook nog aan gewerkt tot hoever ze naar beneden moeten. Maar organisaties die inkomens financieren uit publiek geld, die hebben dat is regel drie uit die wet WRT, die hebben een publicatieplicht, dus daar houden zij zich al aan. Dus in die zin is zowel in de motie van de VVD als in de motie van de andere partijen punt 1 uit het dictum niet juist en punt 2 uit het dictum dat is de vraag of het college daar wat aan wil doen laat ik hier maar zeggen, we hebben dat in het college niet besproken maar ik ben bereid om dat in het college maar ook met de partners waarmee we contracten sluiten, soms hebben we een centrumgemeente die namens zes gemeenten contracten sluit bijvoorbeeld met Novadic of GGZ, ik ben wel bereid om de, de salariëring van organisaties waar wij contracten mee sluiten om dat ter discussie te stellen. Verder kan ik momenteel niet gaan, voorzitter. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u zeer. Van de zijde van u raad een tweede termijn. Wie wenst nog het woord? Ik begin even bij raadsleden die in eerste termijn nog niet het woord hebben gevoerd en zich nu hebben gemeld. Ik begin bij de heer Aygün van de fractie van het CDA. De heer AYGÜN: Dank u wel voorzitter. Voorzitter, ik zal even alleen maar ingaan op het raadsvoorstel. Ik denk dat we tijdens de Commissie genoeg gedebatteerd hebben over het voorstel. Wat voor de CDAfractie belangrijk is en dat hebben wij ook tijdens de Commissie aangekaart, is dat je de basistarieven op een juiste manier gaat bepalen en dus met een onderbouwing. En de wethouder geeft aan dat dat ook komt. Verder hebben wij het over de kwaliteitseffecten gehad tijdens de Commissie, dat het in balans moet zijn, de mate van taakstelling, de kwaliteit van hulp bij huishouden en maatschappelijke effecten wat voor de CDA-fractie van belang is en de zorgvuldigheid. De zorgvuldigheid, de wethouder geeft dat ook aan, je hebt te maken met het raadsvoorstel ook met de raadsmededeling, indicatiestelling vinden wij dat je daarmee ook zorgvuldig moet omgaan. Ook met de klachtenbehandeling van de zorgbehoevende, hebben wij ook tijdens de Commissie gezegd verder de communicatie die van belang is richting de zorgbehoevende. De wethouder heeft ook aangegeven voldoende tijd nodig te hebben en wij als CDA willen de wethouder die tijd wel gunnen. Voorzitter, ten slotte nog iets over het overgangsjaar. 2014 wordt een overgangsjaar, ook de wethouder geeft aan dat er waarschijnlijk een nieuwe wetgeving gaat aankomen vanaf 2015. Ook tijdens de Commissie heeft de CDA-fractie aangekaart dat je dus richting 2015 werk moet maken van de kanteling en dat betekent dus dat je als college er aan moet werken om de motie die wij onlangs binnen deze raad aangenomen hebben, om daar snel werk van te maken. Die motie die heette toen Geen kanteling in slow motion, daar heb ik het over. We hebben vertrouwen in de wethouder dat dat gaat gebeuren. Hij heeft zelf toegezegd vanaf april met een presentatie te komen. Het vertrouwen vanuit de CDA-fractie is er. Verder wil ik ingaan op de ingediende amendementen en moties. Ik zal beginnen met amendement nummer 1 Mandateren basistarieven hulp bij het huishouden, hier hebben wij ook tijdens de Commissie het voorstel gedaan aan de wethouder. Nou wordt een motie ingediend door onze collega van PvdA, ik verwacht dat we deze motie alsnog kunnen gaan steunen. Verder amendement nummer 2 van de partij VLP-fractie, die gaan we niet steunen. Nummer 3, motie WOPT-overschrijdingen Roosendaal, van een aantal fracties. Ja, wat ik hierover kan zeggen is maatschappelijk verantwoord bestuur vinden wij belangrijk, maar als we kijken naar het dictum en ook de toevoegingen vanuit de wethouder, kunnen wij deze niet steunen. Motie nummer 4, identieke motie, min of meer dezelfde motie, deze gaan wij ook niet steunen. Wel heeft de wethouder bij deze twee moties de toezegging gedaan om ook het ter discussie te stellen, wat wij uiteraard belangrijk vinden. Ga ik verder met de motie van, motie nummer 2 van PvdA en PeP, gaan wij niet steunen. En voorzitter, als laatste Zorg voor elkaar nummer 1, motie nummer 1 van de SP-fractie. De wethouder geeft aan dat het overbodig is. Wat wij weten vanuit onze CDA-fractie in de Tweede Kamer is dat zij zich meer ook druk maken over de decentralisatieproblematiek. Wij gaan deze motie niet steunen. Ja, wat verder ook belangrijk is, is dat wij wel de VNG-gedachte ook eigenlijk steunen. Tot zover.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 18
De VOORZITTER: Dank u wel de heer Aygün. Dan ga ik naar mevrouw Koenraad van de fractie van GroenLinks. Mevrouw KOENRAAD: Dank u wel, voorzitter. GroenLinks had het na de commissie als A-stuk bestempeld, dit voorstel. Intussen is mandateren of delegeren de vraag geworden. In de Commissie hoorden we het en we horen het weer nu, dat de hoogte van het basistarief eigenlijk niets zegt over de hoogte van de kwaliteit van de geleverde diensten. Het is niet zo dat het uurloon van een medewerker huishoudelijke hulp omhoog gaat bij een hoger uurtarief, daar zit gewoon de organisatie ook nog tussen. Het lijkt GroenLinks niet bezwaarlijk om de wethouder, de bevoegdheid te delegeren naar de wethouder vanwege de snelheid van de acties die we dan kunnen doen. Het is voor anderhalf jaar, daarna wordt het sowieso heel erg moeilijk om huishoudelijke hulp beschikbaar te houden. Laten we de energie niet steken in kaders als basistarieven die maar eigenlijk een jaar geldig zijn, dat geeft juist veel commotie en onrust en ook veel tijdverlies. We kunnen beter nadenken over het beleid en de kwaliteit van de zorg. Ik heb ook een opmerking over de stelligheid waarmee de SP en PvdA en ook wel andere fracties zeggen dat huishoudelijke hulp zorg is. Het zou wel eens juist heel ongunstig kunnen werken als je steeds huishoudelijke hulp als zorg bestempeld. Persoonlijke verzorging is zorg en persoonlijke ondersteuning is zorg, maar huishoudelijke hulp is eigenlijk gewoon huishoudelijke hulp. Waarmee ik het niet diskwalificeer, want het is enorm belangrijk voor oudere mensen om in een schoon huis te kunnen wonen. Maar ik denk, of GroenLinks denkt dat je je daarmee best ook in de vingers kunt snijden als je daar erg aan vasthoudt. Huishoudelijke hulp kunnen we ook alleen betaalbaar houden als we het groot aanbesteden en zeker als de bezuinigingen van zo’n grote omvang doorgaan. GroenLinks is ervoor dat mensen, kwetsbaar of ouder zo lang mogelijk verantwoord thuis kunnen blijven wonen. Hoe organiseren we dat en hoe betalen we dat, dat zijn de vragen. En niet of we de basistarieven nu moeten mandateren of delegeren, dus wij zullen gewoon voor het voorstel zijn zoals het er ligt. Het amendement 1 en 2 gaan we dan niet ondersteunen, omdat dat gewoon ja onnodige commotie en tijd vraagt en te lang gaat duren. De moties over de WOPT, ja, ik hoor nog even welke het gaat worden, want ik heb die van mij of die wij eerder hebben gemaakt, maar ik vind die andere eigenlijk ook best heel goed, dus we zullen zien waar het op uitkomt. De motie Zorg voor iedereen van de PvdA, daar had ik ook nog een kanttekening bij. Misschien kunnen ze daar in de tweede termijn op terugkomen. Het is namelijk niet duidelijk wie de indicaties gaat stellen nog, is dat de gemeenteambtenaar of zijn dat Wmo-medewerkers die van het punt komen of van zorginstellingen. Het probleem is namelijk als je Wmo-medewerkers een opleiding op niveau 5 moet gaan betalen dat de wethouder Theunis met zijn opleidingsbudget in ieder geval niet uit gaat komen. Dus ik denk dat dat een complicatie is bij het aannemen van de motie. Bovendien weet ik ook niet of deze motie alleen voor de huishoudelijke hulp geldt of dat die bedoeld is voor alles wat op ons afkomt in die zorg, dus ik wou daar graag nog watO Maar ik verwacht niet dat we deze gaan steunen. Even kijken, juist in die indicatiestelling ligt wel een groot risico, daar hebben we in de Commissie wel aandacht voor gevraagd. Dus hoe gaat een Wmo-medewerker een autisme herkennen of een LVGproblematiek herkennen, dus dat heeft wel heel erg de aandacht van GroenLinks ook. Daar komen we vast later op terug. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel mevrouw Koenraad. Ik kijk even naar raadsleden die in de eerste termijn nog niet het woord hebben gevoerd, die dat nu alsnog willen. Ik heb de heer Aygün en mevrouw Koenraad afgevinkt. Niemand anders, want dan ga ik even nog de rij af die in de eerste termijn hebben gesproken. Dan begin ik met mevrouw Oudhof. Wilt u nog de tweede termijn, ja? Mevrouw OUDHOF: Voorzitter, dank u wel, de argumenten van het college om de bevoegdheid tot het vaststellen van de basistarieven te delegeren aan het college is de snelheid en de efficiency om dit zo snel mogelijk, vanwege de tijdsdruk vast te stellen. Nou, de wethouder wist eigenlijk al heel lang dat in 2014 er nieuwe contracten opgesteld moesten worden. Dus wat dat betreft, als er eerder aan begonnen was dan had de wethouder, zoals VVD het net ook voorstelt, gewoon met een raadsvoorstel kunnen komen met een basistarief en met de onderbouwing en dan hadden wij het daar als raad over kunnen hebben. En dan hadden wij het kunnen vaststellen en dan hadden wij onze kaderstellende rol kunnen uitvoeren. Dus, ik zou het heel jammer vinden als wij dit zomaar gaan inleveren, toch. Dan het basistarief is minimumtarief, dat klopt natuurlijkO De VOORZITTER: De heer Schijvenaars, interruptie op het punt van mevrouw.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 19
De heer SCHIJVENAARS: Ja, voorzitter, dank u wel. Uit uw betoog maak ik op dat uw fundamentele kritiek eigenlijk ligt dat de wethouder eigenlijk niet goed heeft gefunctioneerd. Dan moet u eigenlijk een motie van, ja, van wantrouwen indienen tegen de wethouder. Kijk als u vindt dat hij het niet goed doet, dan moet u hem gewoon wegsturen. U moet niet, zeg maar, weer een verhaal voor de bühne houden, van ja de wethouder dit en ik vind zus en dat is allemaal zielig. Ik bedoel, ja, u mag best wat op tijd beginnen met uw verkiezingscampagne 2014 gemeenteraad. Maar, bedoel, u heeft een mooi jasje aanO De VOORZITTER: Uw vraag is, uw vraag is? Uw das is ook mooi. U vraag aan mevrouw Oudhof? De heer SCHIJVENAARS: Dank u wel, voorzitter. De VOORZITTER: Uw vraag aan mevrouw Oudhof is? De heer SCHIJVENAARS: Dan gaat zij gewoon een motie van wantrouwen indienen tegen wethouder Jongmans. De VOORZITTER: Ja, oké duidelijk, duidelijk. Mevrouw Oudhof. Mevrouw OUDHOF: Nee, dat gaan wij niet doen. Wij gaan kritiek uiten op de werkwijze van de wethouder en dat vinden wij terecht en wij hebbend daar heel veel, wij vinden dat dat op een hele andere manier moet gebeuren en wij willen ook de raad aanspreken en als zij toch zeggen van nou hup, delegeren, mandateren, zoek het maar uit. Dan denk ik van, dan gaan we weer onze kaderstellende rol niet serieus nemen en dan gaat het nu over de basistarieven en sommige zeggen, ja het is overgangsjaar, het is maar kort. En ik wil die kritiek dus uiten en ik hoop dat de wethouder daar iets mee gaat doen. De VOORZITTER: Mevrouw Koenraad. Mevrouw KOENRAAD: Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Oudhof, GroenLinks is niet voor het, is gewoon voor het delegeren. Heeft u mij ergens horen zeggen, zoek het maar uit? Want dan hoor ik het graag. Mevrouw OUDHOF: Nou, door het te laten delegeren aan het college zegt u ik hoef er als raad niets over te zeggen, want hoe hoog dat de basistarieven zijn dat laat u nu aan de wethouder over. Dus het maakt u dan verder ook niet uit, lijkt mij, want de wethouder bepaalt en u heeft niets meer over het besluit te zeggen. De VOORZITTER: Mevrouw De Beer. Mevrouw DE BEER: Mevrouw Oudhof, bent u tevreden over de huidige tarieven? Mevrouw OUDHOF: Wethouder, blij dat de Roosendaalse Lijst ook nog meedoet met het onderwerp, want ze hadden net geen inbreng, vond het erg jammer. MaarO De VOORZITTER: Maar laten we nou elkaar niet de maat nemen, wie spreektijd wil en wie niet wil dat is echt aan de fracties zelf, dus beantwoord u nou de vraag van mevrouw De Beer en wat u daar verder van vindt dat is buiten deze vergadering. Mevrouw OUDHOF: Nou, voorzitter, wij hebben aan de wethouder gevraagd en dat hebben we ook net laten bevestigen of de basistarieven die nu gehanteerd worden of die blijven. De wethouder heeft gezegd, daar ga ik voor. En ik hoop dat dat natuurlijk zo is. En wij waren toen het basistarief vastgesteld werd waren wij daar niet tevreden mee, wij wilden het hoger en dat weet de wethouder ook nog. De SP heeft altijd gezegd wij willen het hoger, de FNV wil het hoger. Want een hoger basistarief geeft niet aan dat de werkers beter betaald kunnen worden, maar het geeft wel aan dat de werkers in ieder geval betaald kunnen worden. Een laag basistarief geeft aan dat de werkers bijvoorbeeld naar schalen en naar loon betaald kunnen worden, dus het geeft wel degelijk iets aan. Het huidige basistarief zijn wij niet zo
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 20
tevreden mee, maar als het zo zal blijven zoals het nu is dan zijn wij daar wel mee akkoord omdat het zo min mogelijk ruis geeft wat de wethouder ook zegt. De VOORZITTER: Mevrouw De Beer. Mevrouw DE BEER: Oké, en heeft u het compliment gehoord dat wij als Roosendaalse Lijst gekregen hebben voor het indienen van onze motie Kanteling niet in slow motion? Is dat geen kader? De VOORZITTER: Mevrouw Oudhof. Mevrouw OUDHOF: Nee, voorzitter, dat is geen kader, maar ik ga verder met de tweede termijn. De VOORZITTER: Dolgraag, ja dolgraag. Ja. Mevrouw OUDHOF: Oké. Dan ik zei het al basistarief is minimumtarief, dan ga ik toch eventjes terug naar de motie die wij inbrengen Zorg voor elkaar en waarbij wij toch graag die brandbrief aan de Ministeries willen zenden om onze zorgen van de gemeente Roosendaal over kortingen op de decentralisaties en de effecten die dat heeft op de inwoners om dat toch kenbaar te maken in Den Haag en wij spreken onze zorgen uit. Maar wij willen ook onze steun uitspreken voor de VNG, want VNG heeft gezegd van wij hebben onvoldoende zicht wat al die maatregelen bij elkaar betekenen voor de lokale samenleving, voor de gezinnen en de individuen en deze uitspraak is dus nog maar van 16 januari. Dus het speelt nu bij de VNG. En ik wil toch nog eens een beroep doen op het CDA, want landelijk heeft de CDA wel degelijk, het werd net ook genoemd, aandacht gevraagd om een onderzoek te doen. Als wij nu als raad in Roosendaal zeggen van laten wij nu steun betuigen aan het VNG-voorstel dan zou ik denken van wat is daarop tegen, dus, landelijk wel erbij stilstaan dan zou ik denken nou lokaal laat ook je stem horen. Dan reageren op de andere moties en amendementen. Amendement van de VLP als punt 1 eruit zou gaan van die gezamenlijke aanbesteding dan zouden wij wel meegaan. Punt 2 zijn wij het wel mee eens. Dan de motie van de Partij van de Arbeid, Zorg voor iedereen, ja, op zich is dit dus een hele inhoudelijke motie. We gaan het over kwaliteitseisen hebben van de indicatiesteller, als we de kaders niet stellen maar wel inhoudelijk zo diep gaan, dan denk ik van nou, daar zijn wij het dus niet mee eens. Laat dat over aan degenen die daarover gaan en laten wij ons als raad met de kaders bezig houden. Dan de motie van de VVD over de WOPT, de WOPT, dan hoop ik dat we duidelijk daar straks met een gezamenlijke motie kunnen komen. Voorzitter, dit was het. De VOORZITTER: Dank u wel, mevrouw Oudhof. Ik kijk even naar de heer Amhaouech, ja, ga uw gang. De heer AMHAOUECH: Dank u wel, voorzitter, ik zal even ingaan op onze motie Zorg voor iedereen ik wil de wethouder nog even vragen of in ieder geval bedanken voor zijn antwoorden. Het is mij nog niet duidelijk of hij nou de motie heeft overgenomen als die wijzigingen plaats zouden vinden, of hij daarop terug wil komen. En of hij in ieder geval dat laatste punt, de bullet, die erbij zou moeten komen of hij dat wil herhalen. Op de vraag van GroenLinks moet die indicatiesteller, van wie moet die dan komen? Is het van de zorginstellingen zelf of niet. Volgens mij wordt de indicatiesteller, die komt dan van CIZ, Centrum voor Indicatiestelling Zorg. Ja, waarom hoog niveau, ja, wij hadden niveau 3-4. De wethouder stelt voor niveau 5, omdat wij vinden dat zo’n indicatiestelling in ieder geval het niveau moet hebben om in ieder geval de vraag achter de zorg proberen te achterhalen. En keuzes te maken of iemand dan wel of niet de zorg krijgt wat hij nodig heeft. En de zorg, dat was natuurlijk ook nog een vraag, sorry voorzitter, gaat het alleen over huishoudelijke hulp? Nee, de indicatiesteller gaat gewoon algemeen zorg, algemeen. De VOORZITTER: Mevrouw Koenraad. Mevrouw KOENRAAD: Ja, mijn vraag ging eigenlijk over want CIZ wordt natuurlijk opgeheven, dus die medewerkers moeten ergens naartoe of die komen misschien bij de gemeente, maar misschien ook niet Als je zo’n motie vastlegt van iedereen moet dat niveau hebben, dan maak je het jezelf best lastig. Dat was eigenlijk de achtergrond van de vraag.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 21
De heer AMHAOUECH: Dan ga ik even verder, voorzitter. Roosendaalse Lijst die had het daarnet over van ja kader of in ieder geval indicatiestelling dat heeft niets met het voorstel wat we nieuw hebben, maar als je kijkt naar de bijlage die we er bij dit punt hebben meegekregen en ook tijdens de Commissie hebben we het ook over indicatiestelling gehad, vandaar dat wij met de motie zijn gekomen. Betreft de motie van de Nieuwe Democraten, ja als het een moreel appèl is dan steunen wij dat van harte. Ik zie meneer knikken voorzitter, dus al goed. Andere amendementen en moties vinden wij overbodig en steunen we niet. Dank u wel, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u zeer. Ik kijk even naar de heer Schijvenaars, tweede termijn? Ga uw gang. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, dank u wel. Laat ik beginnen met de complimenten geven aan de gast van de raad, want je bent gast en dan moet je dit allemaal meemaken. Nou, dan moet je toch een volhouder zijn, voorzitter, dus chapeau. De VOORZITTER: Nou, geef het goede voorbeeld, maak het genoeglijk. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, ik doe al zes jaar lang. U hoeft het maar te vragen en de lachsalvo’s gaan alweer door de zaal heen, voorzitter. Voorzitter, ik ga het wel kort houden als u het goed vindt, of u moet de lange versie willen dat kan ook. De wethouder geeft aan dat hij rond 1 maart met een raadsmededeling gaat komen en voorzitter, daarmee is de kou uit de lucht, want op basis van die raadsmededeling kunnen wij dat gaan agenderen en vervolgens met allerlei amendementen komen of met initiatiefvoorstellen om het beter te maken. Dus, voorzitter, dat punt is geregeld. Ten aanzien van dat het een overgangsjaar is, voorzitter, ja, dan de kritiek heb ik geuit in de Commissie. Ik neem aan dat de wethouder vooral het maatschappelijke management toepast en ik zie hem instemmend knikken, dus hij neemt afstand van het spreadsheetmanagement van zijn buurman. Dat is goed nieuws. Dan ten aanzien van de WOPT-discussie, voorzitter, hoe we dat precies gaan formuleren, daar komen we wel aan uit. Dank ook voor de toezegging van de Partij van de Arbeid dat ze ook daarin meegaan, want het is inderdaad ook het begin om dat een beetje te gaan matigen. Ik heb begrepen van mijn collega van de VVD dat hij in de motie zoals hij was het volgende wil gaan schrappen dat bestuurder 1 bij alleen wonen 270.838 euro verdient, bestuurder 2 bij alleen wonen verdient 201.900 euro, de voorzitter van de Raad van Bestuur bij Groenhuysen verdient 245.606 euro, allemaal in 2011, lid 1 Raad van Bestuur bij het ziekenhuis is 199.533, lid 2 Raad van Bestuur bij hetzelfde ziekenhuis is 198.627, de voorzitter van de Raad van Bestuur ziekenhuis verdient 206.918 en de voorzitter van de Raad van Bestuur Thuiszorg West-Brabant 220.369 euro en dan het lid Raad van Bestuur bij de GGZ in Bergen op Zoom 210.478 euro, het andere lid 214.675 euro en een lid Raad van Bestuur bij Novadic Kentron in Vught verdient 221.602 euro en de Voorzitter Raad van Bestuur Novadic Kentron in Vught verdient 239.803 euro en voorzitter, als meneer Lok ook graag heeft dat we deze informatie uit de motie achterwege laten dan heb ik daar uiteraard geen moeite mee, voorzitter. En dan wil ik u wel vragen, voorzitter, tot een hele kleine schorsing om te zorgen dat we straks één motie krijgen, waar dan een mooie meerderheid voor gevonden kan worden. En overigens dank aan de wethouder dat hij in ieder geval heeft toegezegd al dat hij de bestuurders gaat aanspreken op hun bovenmatige beloning. De VOORZITTER: Ja, ik zal die motie, of die schorsing straks doen. Na de termijn van u raad. Dank u wel. Zonder enig causaal verband aan u toe te schrijven, maar u spreekt en de hele Jongerenraad komt terug, het is toch wel heel bijzonder. Nee, nee, geen sprake van. Wij gaan heel gauw naar meneer Van Gestel van de fractie van de Vrije Liberale Partij. De heer VAN GESTEL: Ja, voorzitter, buitengewoon moeilijk zou het ons niet lijken, de heer Matthijssen gaf het zojuist al aan waarom dan nu niet ter plekke in het voorstel schrijven we gaan de basistarieven vasthouden. Dan komt er ineens een verhaal uit de hoed, zeg ik dan altijd maar, van ja we moesten nog wat gaan indexeren, heb ik ook niet eerder gehoord. Kijk, ja, voorzitter, zo komen we er natuurlijk niet uit. Het is misschien wel, wat mevrouw Oudhof zegt wel gelijk het is een beetje slecht werk. We hadden eigenlijk hier natuurlijk helemaal niet iets hoeven te delegeren aan het college. Het college had het ons gewoon al lang kunnen voorleggen. Dus, eigenlijk voorzitter, staan we hier voor een soort klein blok en daar passen wij voor. Daarom zullen wij ons amendement wel enigszins aanpassen, ook gehoord
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 22
hebbende de portefeuillehouder en we zullen beslispunt 1 in ons amendement laten vervallen, waarmee de deelvernummering zodanig uitpakt dat nummertje 2 nummertje 1 wordt. De VOORZITTER: Ja, dat is dus een geamendeerd amendement nummer 2 van de VLP waar nu nog staat: Wij stellen u voor sub 1 in regionaal verband draagvlak te zoeken voor gezamenlijke aanbesteding, dat wordt in zijn geheel geschrapt en dan wordt beslispunt 2 wordt beslispunt 1 en die tekst blijft overeind. Hetzelfde, ja. Oké, dat heeft u allemaal goed genoteerd? Dat dat de beslissing is die straks voor ligt. Akkoord? Ga uw gang. De heer VAN GESTEL: Voorzitter, hartelijk dank. Daarnaast zullen wij in ieder geval van de Partij van de Arbeid de moties en het amendement niet steunen, lucht steunen wij gewoon niet. Excuus maar zo is het nu eenmaal en daarnaast, voorzitter, de motie WOPT, ja, prima alternatief van de VVD geven en nemen. Ja, een constatering mag ik doen, maar als u liever die constatering daar heeft gedaan maar achterwege wil laten dan is dat voor wat mij betreft ook prima, bij mij past heel veel in hetzelfde jasje. En daarmee, voorzitter, doe ik alleen nog maar een appèl aan het CDA om gewoon dan die motie wel te ondersteunen dat doen ze in heel het land, waarom u dan hier niet. Dank u wel voorzitter. De VOORZITTER: Dank u zeer. Ik kijk nog even naar de heer Lok. Wilde u nog een tweede termijn? Ja, ga uw gang. De heer LOK: Voorzitter, dank u wel, we danken ook de wethouder voor zijn beantwoording en het CDA heeft het goed begrepen dat het vooral een moreel appèl is maar dat wij dat willen ondersteunen met een motie door deze raad volledig, liefst voltallig, aangenomen dat we allemaal laten zien dat we dat buitengewoon serieus nemen. Eén opmerking naar de wethouder, die had het over publicatieplicht, dat klopt maar dat geldt zowel voor inkomens boven als onder de norm, namelijk iedereen moet publiceren, dus dat is niet voorbehouden aan sommigen. En inderdaad maar ik heb het straks bij de inleiding in eerste termijn ook gezegd het liefst zouden we, nee niet het liefst, het zou ook hebben kunnen leiden tot een amendement op een motie, dat zou een buitengewoon omvangrijk boekwerk zijn geworden en daarom hebben we om pragmatische redenen voor gekozen om het te vervatten in een nieuwe motie, waarin we inderdaad geen behoefte hebben aan het noemen van personen omdat het ten eerste niet een volledige opsomming is en bovendien het is al een paar jaar terug en we hebben graag, we geven dus graag het college huiswerk, heel concreet huiswerk onderzoek wat in plaats van een sterk pleidooi. Maar we gaan een poging doen om er één motie van te maken, voorzitter. Als u ons de gelegenheid geeft. De VOORZITTER: Zeker, zijn er nog anderen van u raad in tweede termijn? Dan stel ik voor dat de wethouder reageert dat kan nu ook meteen over de samengestelde motie 3 en 4, zij oordeel geven dan stel ik voor, wat heeft u nodig vijf minuten? Vijf minuutjes, ja. Wij schorsen voor vijf minuten. De VOORZITTER schorst de vergadering voor vijf minuten. De VOORZITTER: Dames en heren, dames en heren. De vijf minuten zijn verstreken, dames en heren. De schorsing hef ik op, wij zetten de vergadering voort en dat geldt voor alle raadsleden. Wij gaan de vergadering voortzetten en ik kijk even of naar de Schijvenaars of naar de heer Lok om te vertellen wat uw samenspraak heeft opgeleverd voor de moties of die nog zo blijven staan 3 of 4 of dat het is samengevoegd tot één nieuwe motie met een veranderd dictum. Ik kijk even naar de heer Lok. De heer LOK: Voorzitter, de motie is, we hebben iets samengevoegd en hij wordt nu uitgedraaid. De VOORZITTER: Ja, oké, even een klein beetje geduld. Want dan wordt die door u of door de heer Schijvenaars nog even ingediend als een nieuwe motie, want dat hebben we dan ook voor de stemming zo meteen. Ik kijk even naar de griffie, hoe lang gaat dat duren dat nieuwe dictum? Eén minuut. 60, 59, 58. Oké, dat is grote klasse, grote snelheid. Motie wordt nu rondgedeeld. Ja, heer Schijvenaars jullie lichten hem even toe? De heer SCHIJVENAARS: Ja, voorzitter, nou dat was een uitstekende samenwerking tussen de genoemde fracties. Ik geloof dat ik nu gemandateerd ben om deze motie in te dienen, of gedelegeerd, in
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 23
ieder geval ik ben gemachtigd om namens de indieners, ik zal me dan beperken tot het dictum, voorzitter. Het dictum luidt als volgt: “Besluit dat te onderzoeken welke mogelijkheden het college heeft om er voor te zorgen dat deze bestuurders zich gaan houden aan de wet. En dictum 2 besluit te onderzoeken welke mogelijkheden de gemeente Roosendaal heeft om, bij te verlenen garantiestellingen, te verlenen subsidies, zakelijke afspraken, overeenkomsten met organisaties wiens bestuurders zich onttrekken aan de wet WNT, te bewerkstelligen dat bestuurders zich aan die wet gaan, bestuursleden van deze organisaties zich wel aan de wet WNT zullen houden; en daar de Raad binnen 2 maanden over te informeren”. Voorzitter en als ik nog één zin mag toevoegen van u er is natuurlijk ook al een jaar geleden geloof ik, een motie ingediend ik meen door de Partij van de Arbeid fractie, dus daarmee is ook wel duidelijk afgesproken dat we dit niet willen hebben, alleen het gebeurt wel dus het is een hernieuwd appèl, voorzitter, om nu te zorgen dat het wel geregeld gaat worden. Zal ik de fractie van de Partij van de Arbeid gelijk toevoegen aan de indieners? De VOORZITTER: Nee, nee dat maakt, dat maken zij zelf wel uit. Nee, deze motie is nu ingediend. Nou even opletten, deze motie krijgt mee nummer 5 en dat is onder gelijktijdige intrekking van de moties 3 en 4, dus die kunt u schrappen, wordt niet over beraadslaagd of gestemd, daarvoor treedt in de plaats de zojuist ingediende motie nummer 5. De reactie in tweede termijn van de zijde van het college is aan wethouder Jongmans. De heer JONGMANS: Twee dingen, voorzitter, eerst de motie Zorg voor iedereen waar heer Amhaouech nog een aanvullende vraag over heeft gesteld. Ik ga met die motie zo om dat, die motie ademt echt de sfeer uit dat die indicatiestelling die moet uitstekend zijn, die moet gebeuren op basis van de kaders zoals die ook achter de kanteling zitten, de vraag achter de vraag bepalen etcetera. Maar ook de andere zaken. Wat ik zal doen, ik zal, ik zal wat deze motie beoogt zal ik meenemen in het Actieplan dat ik op ga stellen naar aanleiding van de motie van de Roosendaalse Lijst, Geen kanteling in slow motion en in die zin, de heer Van den Beemt heeft dat uitgelegd, betekent dat eigenlijk dat je hem overneemt. En dan die motie WOPT, punt 1 voorzitter, uit het dictum de raad kan willen wat de raad wil maar het college gaat niet over het controleren van de landelijke wet zeker als wij daar geen controlerende bevoegdheden hebben voor gekregen. Die controle ligt bij een ander. Dus punt 1, wijst, ontraadt het college. En ten aanzien van punt 2, ik zou me een heel eind kunnen vinden in dat dictum, als dat zou stoppen bij het woord “te onderzoeken welke mogelijkheden de gemeente Roosendaal heeft om, bij te verlenen garantiestellingen, te verlenen subsidies, zakelijke afspraken, met die organisaties afspraken te maken rondom de hoogte van de topinkomens”. Niet vanuit dat onttrekken aan die wet etcetera, in gedachten mijn opmerking bij punt 1 wij gaan daar niet over. Mijn stelling is overigens dat ze zich tot nu toe en ook in 2013 houden aan die wet. De VOORZITTER: Dank u wel, wethouder. Goed dan zijn wij door de beraadslaging heen en dat betekent dat wij gaan stemmen. En dat doen wij eerst over de amendementen, vervolgens het moedervoorstel en vervolgens de moties en dan moet u maar aangeven of u nog een motie intrekt of anderszins bij uw stemverklaring, dat hoor ik dan wel. Maar wij beginnen nu eerst te stemmen over de amendementen en dan beginnen wij met amendement nummer 1 van de fracties van de Partij van de Arbeid en PeP handelend over Mandateren basistarieven hulp bij het huishouden. Eén uwer behoefte aan een stemverklaring op dit amendement? Dat is niet het geval. Wie is voor amendement nummer 1? Daarvoor hebben gestemd de fracties van de Partij van de Arbeid, PeP, CDA, VVD, Roosendaalse Lijst, Nieuwe Democraten. Dus niet de fracties van GroenLinks en de VLP en de fractie van de SP. Dan is daarmee het amendement aanvaard. De VOORZITTER: Dan gaan wij naar het geamendeerde amendement nummer 2 van de fractie van de Vrije Liberale Partij, dat heb ik toegelicht waar die subamendering in zit, u kent het nog wel beslispunt 1 is eruit. Wie is voor dit geamendeerde amendement nummer 2? Daarvoor hebben gestemd de fracties van de VLP en de SP. Het amendement is verworpen. De VOORZITTER: Dan zijn wij toe aan het aldus geamendeerde moedervoorstel, één uwer behoefte aan een stemverklaring? De heer Matthijssen.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 24
De heer MATTHIJSSEN: Dank u wel, voorzitter, de VVD is tegen het voorstel om drie redenen. Het basistarief is een kader en de raad behoort de kaders te stellen. De wethouder spreekt over tijdnood dat komt omdat hij het proces te laat in gang heeft gezet en ten derde de VVD is van mening dat er een verkeerd raadsvoorstel voorligt, vandaag had een raadsvoorstel met een basistarief ter vaststelling moeten liggen. De VOORZITTER: Dank u zeer, mevrouw Oudhof. Mevrouw OUDHOF: Voorzitter, de SP-fractie is van mening dat het vaststellen van de basistarieven voor de thuiszorg van grote betekenis is voor zowel de zorgbehoevende als voor de werkers in de zorg. De SP-fractie vindt dat de gemeenteraad zijn kaderstellende functie moet versterken en juist op dit belangrijke onderwerp deze verantwoordelijkheid niet kan delegeren of mandateren aan het college. De SP-fractie stemt daarom tegen het raadsvoorstel. De VOORZITTER: Dank u zeer. De heer Van Gestel. De heer VAN GESTEL: Voorzitter, de fractie van de VLP had liever gezien dat de raad de basistarieven zou vaststellen, dat behoorde zo en behoort ook zo te zijn. Die conclusie vanavond is te trekken dat het college zelf die invulling kan geven die zij hieraan wenst te geven en daarmee laat je ruimte en speling open, dat is onnodig geweest en daarmee kunnen wij ook niet instemmen met het raadsvoorstel. De VOORZITTER: Dank u zeer. Meneer Schijvenaars. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, dank u wel. De Nieuwe Democraten zullen wel instemmen met het raadsvoorstel weliswaar had de wethouder beter moeten functioneren, maar dat is niet zwaarwegend genoeg om hem naar huis te sturen, voorzitter. Twee het is een overgangsperiode, 1 maart komt er een raadsmededeling waarop we nog van alles en nog wat kunnen gaan wijzigen, voorzitter en daarmee moet je soms maar instemmen om te zorgen dat we in ieder geval verder kunnen. De VOORZITTER: Dank u wel. Anderen nog van u raad voor een stemverklaring? Daaraan is geen behoefte. Wie is voor het aldus geamendeerde moedervoorstel? Daarvoor hebben gestemd de fracties van het CDA, de Partij van de Arbeid, de Roosendaalse Lijst, Nieuwe Democraten, PeP en GroenLinks. Daarmee is het voorstel aanvaard. De VOORZITTER: Dan zijn wij toe aan de moties. Wij beginnen bij motie nummer 1 van de fractie van de SP zij heet Zorg voor elkaar. Eén uwer behoefte aan een stemverklaring vooraf? De heer Schijvenaars. De heer SCHIJVENAARS: Ben ik gelijk aan de beurt voorzitter? Ja, voorzitter, is natuurlijk een motie voor de bühne voor de SP om de verkiezingscampagne, die van de SP alvast een geur en kleur te geven. Maar ja, als je kijkt naar het dictum, ja dan is het sympathiek genoeg. Vanuit die overwegingen zal ik de motie steunen, voorzitter. De VOORZITTER: Anderen nog van u raad? Niemand, dan gaan we stemmen. Wie is voor motie nummer 1. Daarvoor hebben gestemd de fracties van de SP en de Nieuwe Democraten. De motie is verworpen. De VOORZITTER: Motie nummer 2 van de fractie van de Partij van de Arbeid en PeP, handelend over Zorg voor iedereen. De heer Amhaouech? De heer AMHAOUECH: Dank u, voorzitter, met de toezeggingen van de wethouder brengen wij de motie die medeondertekend is door PeP niet in stemming. De VOORZITTER: Betekent dat u hem niet aanhoudt maar intrekt? De heer AMHAOUECH: Intrekt, ja.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 25
De VOORZITTER: Deze motie is ingetrokken, motie nummer 2 dus daar gaan we het verder niet over hebben. De VOORZITTER: Dan tenslotte op dit onderdeel motie nummer 5, WOPT overschrijding in Roosendaal. Eén uwer behoefte aan een stemverklaring vooraf? Niemand? Wij gaan stemmen. Wie is voor motie nummer 5? Daarvoor hebben gestemd de fracties van de VVD, Partij van de Arbeid, SP, Roosendaalse Lijst, Nieuwe Democraten, PeP, GroenLinks en de Vrije Liberale Partij. Het voorstel is aanvaard. De motie is aanvaard. b. Voorstel 4 – Actieprogramma “Speerpunt Zorgeconomie Roosendaal” De VOORZITTER: Goed, dames en heren, dan gaan wij naar agendapunt 6.b en dat gaat over het Actieprogramma “Speerpunt Zorgeconomie Roosendaal”. Ik zeg u even ambtshalve dit, ik had het genoegen om aanwezig te zijn bij de Raadscommissie Bestuur toen dit voorstel buitengewoon overvloedig is behandeld, buitengewoon overvloedig, maar dat was allemaal zeer nodig. De Commissie Bestuur is nog in mijn geheugen gegrift en ook in dat van u. Dat betekent lijkt mij dat wij vanavond allemaal niet overnieuw hoeven te doen. Ik kijk ook naar het klokje en wat meer komt en ik zou het op prijs stellen als we de vergadering in één avond zouden kunnen doen. Dus wilt u zich beperken in uw betogen en snel tot besluitvorming te komen. Wij weten allemaal wel hoe u erover denkt. Dan schieten we ook een beetje op, zou ik menen en het lijkt mij verantwoord dat dat ook kan. Die morele oproep gedaan hebbende, het is uiteraard aan u raad, laat dat ook maar gezegd zijn. Wie van u wenst hierover het woord in eerste termijn? Ik zie dat mij oproep effect sorteert. We hebben de hele waslijst. De heer Van Gestel. De heer Van Gestel van de VLP. Weet u nog dat sommigen van u het een A-stuk vonden aan het eind van de Commissie? Ja, ja, ja, oké. De heer VAN GESTEL: Voorzitter, uw worden zeggen genoeg want ik zou van ganser harte ook de Commissie niet over willen doen. Als zou u het me vragen en ik zou het hele voorstel ook niet meer inhoudelijk willen behandelen hier vanavond. Als u de Commissieband terugleest weet u haarfijn hoe ik erover denk, of hoe wij erover denken. Voorzitter, wij hebben slechts een amendement om ons te behoeden voor het financiële. Er is 1,9 miljoen euro die de marktpartijen bijleggen voor de Zorgboulevard en er is 1,9 miljoen euro die de gemeente bijlegt. De gemeente wil dat financieren door subsidie binnen te halen uit diverse potten, ze houden dan nog een bedrag over en dat vragen ze u om te voteren. Dat halen ze uit de fondsen van de Agenda voor Roosendaal. Prima, voorzitter, prima. Mooi voorstel, maar wat als dat OP Zuid programma, dat is de subsidiepot, nu niet bereikt kan worden. Stel we zouden er geen subsidie uitkrijgen, kan zomaar gebeuren. Ja, dan voorzitter, zouden wij als VLP het graag zien dat het college toch eerst terug naar ons komt, want 1,9 miljoen is ons iets te groot om te betalen uit de fondsen van de Agenda van Roosendaal. Daar lijken ze ons niet voor bedoeld. Dus wij hebben een amendement en die dien ik bij deze ook in, voorzitter, om beslispunt 2 als volgt te wijzigen: “De voor uitvoering van het actieprogramma benodigde financiële middelen zegt 700.000 euro beschikbaar te stellen uit het Innovatiefonds van de Bestemmingsreserve Fondsen Agenda van Roosendaal onder voorwaarde dat er subsidie wordt verkregen vanuit het nieuw OP Zuid programma”. Niets meer, niets minder, voorzitter. De VOORZITTER: Dit, sorry De heer VAN GESTEL: Ga uw gang. De VOORZITTER: Dit amendement krijgt mee nummer 3 en heet Zorgstad en OP Zuid programma. De heer VAN GESTEL: Dat was hem. De VOORZITTER: Oké, zeer bedankt meneer Van Gestel. De heer Niehot heeft daar toch nog een vraag over. Ga uw gang. De heer NIEHOT: Ja, misschien kunt u dat toch nog even toelichten, want die 7 ton is randvoorwaardelijk en die is eigenlijk bedoeld inderdaad juist alles in het werk te zetten om die subsidies binnen te halen om de aanvragen in te dienen en dergelijke, dus als je het één aan het ander gaat koppelen dan lijkt me dat toch een beetje lastig.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 26
De heer VAN GESTEL: Ja, voorzitter, de gemeenten willen mee participeren voor de helft van het geld dat is 1,9 miljoen en die 1,9 miljoen wordt gefinancierd onder andere uit de Agenda van Roosendaal, dat is die 7 ton en uit subsidies die we nog binnen moeten halen. Maar als we die niet binnenhalen en dat is in de Commissie ook duidelijk gezegd, ja, de overheid heeft zijn leeuwendeel van 1,9 miljoen om dat te realiseren, want het is fifty fifty gedeeld tussen de marktpartijen en de overheden, zeg ik er nog even bij. Dus op het moment dat het college ziet dat ze geen subsidie binnenhalen dan zou ik liever zien dat ze terugkomen om een ander dekkingsvoorstel te doen, want anders zou die 1,9 miljoen uit die subsidiepot gaan en dat vind ik dan te veel, dan moet er een nieuw dekkingsvoorstel komen. De VOORZITTER: Ja, dank u wel meneer Van Gestel. Het woord is aan de heer Mol van de fractie van het CDA. De heer MOL: Voorzitter, kan kort en ook maar in één termijn wat ons betreft. De uitgebreide en sombere benadering, denk wij die in de Commissie zeker aan de orde was, die is voor een belangrijk deel ontstaan toch door gebrek aan informatie, een informatie achterstand. We hebben wethouder Verbraak gevraagd om een themabijeenkomst die zal ongetwijfeld nog komen met partners, dus deelnemers in de Zorgboulevard. Dat zou ik buitengewoon toejuichen, als die er bijvoorbeeld van de voren was geweest dan hadden we wat misverstanden kunnen beperken en dan hadden we, het vertrouwen was ongetwijfeld wat sterker geweest in deze raad. Dus die voorlichting die houden we nog van hem tegoed. Gelukkig heeft hij intussen kort na de Commissie een verhelderende notitie naar de raad gestuurd, dank daarvoor, en we gaan er vanuit dat de andere partijen intussen ook meer vertrouwen hebben gekregen in het Actieprogramma. Voorzitter, nogmaals, het CDA wil benadrukken dat wij dit initiatief en de werkwijze en de rolverdeling, zoals die in het dossier wordt voorgestaan de enige juiste vinden. En deze raad mag wat ons betreft kritisch zijn, dat zijn we zelf ook dat hoort u zojuist, met name op voorlichting en communicatie, maar het zal goed zijn dat we eenduidig met elkaar naar buiten aangeven dat we dit soort innovaties ondersteunen. Zodat partners daar ook vol vertrouwen instappen en er een succes van maken. De faciliterende rol van de gemeente is van niet te onderschatten belang en zeker in de beginfase, dus laten we daar onze nek voor uitsteken. Wij voelen dus ook niets voor het amendement wat de VLP net naar voren brengt, want als je voorwaarden gaat stellen aan die 7 ton in die geest zoals dat gedaan wordt uit het innovatiefonds dat is niet de wijze waarop wij denken dat je met partners en subsidiegevers moet omgaan, dat is niet handig. En ook het idee van de Nieuwe Democraten die zo direct gelanceerd gaat worden, dat zo direct gelanceerd gaat worden, vinden wij geen goed idee, want dit is bij uitstek een innovatie die wij uiteraard toejuichen. Dank u wel. De VOORZITTER: De heer Schijvenaars. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, dank u vriendelijk. Is de CDA-fractie is van mening dat er bij het stadskantoor geen ambtenaren die de rol kunnen vervullen van procesmanager, programmamanager of projectleider? De heer MOL: Voorzitter, daar gaan we niet over en daar willen wij niet over gaan. Wij denken dat het op deze wijze uitstekend geregeld is. En een geluid van buiten dat kan heel verhelderend werken en dat kan ook een andere kijk op zaken schetsen. Bovendien wordt er met veel partners samengewerkt, dus waar, ja, die kwaliteiten zullen er ongetwijfeld in het Stadskantoor zijn, maar wij stemmen in met dit voorstel op deze manier. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Mol. Het woord is aan de heer Van Poppel van de fractie van de SP. De heer VAN POPPEL: Dank u wel, voorzitter, ja. Informatie die naderhand pas komt dat is geen voorlichting dat is nalichting en we hebben al eerdere dossier gehad waar de communicatie toch iedere keer hoog in het vaandel stond. Het plan, het lijkt ook weer hoog gegrepen met weinig garanties voor een goede afloop en niet omdat we zo somber willen zijn maar we leren van onze fouten het debacle van Stadsoevers ligt nog te vers in het geheugen om zonder meer ja te zeggen tegen dit plan. Tuurlijk het is goed dat de gemeente zich samen met ondernemers en onderwijs stort in een toekomstvisie waar alle
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 27
partijen beter van worden, als dat ook geregeld is, tuurlijk. Worden de risico’s dan ook gezamenlijk verspreid, heeft iedereen ook dezelfde visie, dezelfde doelen voor ogen? Want we weten dat dat in het verleden niet altijd het geval was. En we willen voorkomen dat het geld in een bodemloze put verdwijnt. Er is al wel een knip gemaakt in het voorstel dat er niet in één keer 7 ton vrijkomt maar dat is wel het hele bedrag wat er vrijgekomen moet worden, maar is er dan ook een moment ingebouwd, zo vraag ik het toch even aan de portefeuillehouder waarin we kunnen zeggen van ja we zien toch dat ondanks alle goede bedoelingen van alle partijen dat we het toch niet gaan halen, je weet nooit hoe dit in de toekomst zich ontwikkelt en kunnen we dan nog op tijd aan de rem trekken en het plan afblazen en dan het verlies minimaliseren? Of gaan we nu alvast voorsorteren op een Commissie, quick scan over drie jaar, want dat kunnen we toch onszelf allemaal besparen. Vooralsnog het voorstel is vooral ingericht op vrijmaken van veel geld om de Zorgboulevard naam te geven in hoop dat er voldoende animo komt, voor komt, vooral congressen, reclamemateriaal, ruimte waar informatie ingezonden kan worden en ga zo maar door. De naam wat om de term CIC, “het CIC” te gebruiken, we hebben het al in de Commissie uitgebreid over gehad, dus dat ga ik niet meer herhalen, terwijl die ook in Bergen op Zoom gebruik wordt. Als dat al het geval is, dan lijkt het niet bij te dragen aan de herkenbaarheid en de koppeling van die naam aan de plaats Roosendaal en was het daar ook niet mede om te doen. Een speerpunt voor de plaats Roosendaal dan moet je weer eerst, nee we hebben er ook eentje in Bergen maar dit gaat om Roosendaal. Dus dat is wat lastig. Innovatie, het laatste, het toverwoord om geld los te krijgen uit Brussel, althans tot nu toe. Want ook dar wordt de broekriem verder aangehaald en er stond vandaag ook in de krant te lezen dat eerdere subsidies nou ja niet altijd wat met wat vrijheid verkregen waren, maar dat ze daar ook wel kritischer gaan kijken. Blijft dus onduidelijk hoe groot de bijdrage vanuit Brussel zal worden en wat het uiteindelijk gaat kosten. Maar wat voor innovatiefs wordt er dan ontwikkeld een robot die de deur open kan doen? Nou het zal in ieder geval niet voor de thuiszorg zijn, want die bestaan dan helemaal niet meer als de kabinetsplannen en de plannen van Roosendaal doorgaan zoals ze nu zijn voorgesteld. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Van Poppel. Mevrouw Koenraad van de fractie van GroenLinks. Mevrouw KOENRAAD: Dank u wel, voorzitter. GroenLinks had dit eigenlijk geagendeerd als een B-stuk. Wij wilden nog nadenken over het gefaseerd afgeven van de investeringsgelden maar daar zijn we inmiddels op teruggekomen. Als het project gaat lopen dan horen we dat, horen de voortgang graag via rapportages. En daar hadden we inderdaad een vraag over van hoe gaat de wethouder ook alweer precies rapporteren over deze ontwikkelingen en welke afspraken kunnen we daarover maken. Wat gaan we dan volgen, kleinschalige aanbieders en nieuwe aanbieders, zijn die er. Hebben ze innoverend vermogen, gebeuren er inderdaad ook innovatieve dingen en zijn er niet steeds dezelfde namen en organisaties. Een ander belangrijk punt en we hoorden het ook al een beetje bij de SP over de communicatie, het moet mogelijk zijn om op een begrijpelijke manier te communiceren over de zorginnovatie en de zorgeconomie. Dat je dus op een goede manier uitlegt wat de bedoeling is waardoor het voor iedereen begrijpelijk wordt, het is best een diffuus project, dus neem de mensen echt mee zowel inwoners, als organisaties als ondernemers. GroenLinks ziet een risico als de publieke opinie zich tegen dit project gaat keren, ja, dan hebben we echt een heel groot probleem, dus alsjeblieft daar heel veel aandacht voor. En ook inderdaad in de rapportages, publieksinformatie dus. Verder zullen wij het voorstel dus gewoon gaan steunen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel. Het woord is aan mevrouw Lute van de fractie PeP. Mevrouw LUTE: Dank u voorzitter. Voorzitter, de Zorgboulevard vinden wij een prima gegeven en wij zien de wisselwerking wel tussen stagiaires en zorgbedrijven. Ook de onderlinge innovatieve samenwerking weten wij te waarderen. Er zijn echter nog een hoop onzekerheden, zoals de Europese OP Zuid-subsidie, het is nog helemaal niet zeker dat wij deze subsidie gaan ontvangen terwijl het toch het grootste gedeelte van de totale subsidie bedraagt. Ook de ontvangst van de Provinciale subsidie is niet helemaal zeker. PeP vindt bovendien dat de verhouding tussen de 4 miljoen in schrille verhouding staat tot de mogelijk te verwachten netto omzet. Wij hebben bedenkingen bij het innovatieve gehalte van het CIC. Ter voorbereiding op deze vergadering zijn wij op zoek gegaan naar vergelijkbare initiatieven, opvallend is dat Tilburg het zogenaamde Tilburg Innovation Centre heeft, afgekort het TIC. Het TIC begeleidt momenteel 59 Brabantse bedrijven met de focus op zorg, ICT en medische technologie, waarvan 29 in de ICT en 30 bedrijven in de zorg. Uit de onderliggende stukken blijkt, dat het CIC op zoek is naar verschillende, al
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 28
gevonden in Tilburg, producten zoals toegangscontrole, lichttherapie en gezonde leefstijl. Als kennisinstelling is hier onder andere de Universiteit van Tilburg aan verbonden. Dichterbij huis, de SP noemde het net al, hebben wij in Bergen op Zoom het Campus Innovation Centre, deze campus heeft in kort tijd de Universiteit van Wageningen aan zich weten te binden. PeP vraagt zich waarom er geen verbinding is gezocht met beide instanties en naar kennis en opgedane ervaring heeft gebruikt, of vindt de wethouder graag opnieuw het wiel uit. We hebben een motie voorbereid. Ik zal het dictum voorlezen. De motie heet Leren Innoveren en het dictum luidt: “Inzichtelijk te maken op welke manier en met welk resultaat de samenwerking met TIC (Tilburg) en CIC (Bergen op Zoom) is benut en hoe dit toekomstgericht verder ontwikkeld gaat worden. Nut en noodzaak om REWIN hierbij te betrekken te onderzoeken. De raad uiterlijk over drie maanden over de uitkomst hiervan te informeren”. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u, deze motie krijgt mee nummer 6 en heet Leren Innoveren. Het woord is aan de heer Klaver van de fractie van de Partij van de Arbeid. De heer KLAVER: Voorzitter, dank u wel, de Partij van de Arbeid fractie staat positief ten opzichte van de plannen, deze, die het college naar voren gebracht heeft en die de wethouder ook in de Commissie Bestuur heeft besproken. De heer Mol verwoordde al even ook namens onze fractie, denk ik, althans dat hebben we niet afgesproken, maar wij vinden zich in woorden, als u zegt ja hoe is de start geweest, de informatie hoe kwam dat op ons af en de wethouder heeft daarna ook een stuk na-informatie gegeven. Ik zal vast zeggen, voorzitter, waar wij op uitkomen. Wij denken dat dit heel belangrijk is de zorgeconomie alleen het komt uit het innovatiefonds en één van de criteria die wij als raad hebben gesteld is ook het terugverdieneffect. Je investeert omdat het ook een investering een opbrengst terug gaat geven. Wij geloven ook zeer dat dit kan, zeer kan, op het gebied van zorgeconomie. Immers vele zaken denken alleen maar aan langdurige zorg en de kosten daar valt heel wat in te verdienen. Wat komt terug, werkgelegenheid, wat komt terug uiteraard ook verdiensten die je gaat plegen, bezuinigingen in dit kader. GroenLinks noemde net twee universiteiten. Ik noem er nog twee, volgens mij op zorg veel dichterbij liggen, dat zijn de academische ziekenhuizen van Antwerpen en Rotterdam en de daaraan verbonden universiteiten. Tot nu toe heb ik begrepen, wethouder, voorzitter, dat met name op mbo- en op hbo-niveau wordt ingestoken. Wij geloven zelf als je werkelijk tot innovatie ontwikkeling wilt komen dat je op universitair, op kennisinstituut niveau moet zitten. En wij denken zelf dat de beide universiteiten nogmaals Antwerpen en Rotterdam daarvoor in aanmerking komen. Afrondend, voorzitter, de Partij van de Arbeid is van mening dat de wethouder zeker moet doorgaan met dit verhaal. Het kan wellicht zelfs zo zijn dat 7 ton veel te weinig is, echter op dit moment en daar ligt een amendement eventueel voor klaar, voorzitter, afhankelijk ook nog even van wat de wethouder meldt, dat het punt 2 zoals nu voorligt ongewijzigd kan blijven. Behalve, dat wij een knip maken dat wij vinden dat er alleen 250.000 euro nu op dit moment ter beschikking komt voor 2013, het is immers een gefaseerde begroting die de wethouder hier ook aanbiedt. Ieder jaar is dat een ander bedrag, zodat we Mol gaf het net al aan achteraf waar, er komt een informatieavond. De wethouder gaf zelf al aan we zijn eigenlijk nog aan het starten, dat we gaandeweg het jaar meer informatie gaan krijgen en wij geloven er zeker in dat dit een succes gaat worden. Wilt u het amendement nu alvast hebben of zegt u ik wacht nog eventjes af. De VOORZITTER: Ja, het is aan u als u zegt ik wacht even het antwoord van de wethouder af kan het in tweede termijn, maar u kunt het nu ook.. De heer KLAVER: Ik lever hem vast in. De VOORZITTER: Maar dan is die formeel nog niet ingediend. De heer KLAVER: Dat kan zo na het antwoord ook nog. De VOORZITTER: Ja, ja, dan doen we het zo. In uw tweede termijn kunt u hem alsnog indienen, gelet op het antwoord van onze wethouder. Het woord is aan de heer Schijvenaars van de Nieuwe Democraten. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, dank u wel, Zojuist heeft de raad besloten de motie te accepteren, over die WOPT-overschrijdingen, opvallend was dat de CDA-fractie dat niet deed, maar dat heeft
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 29
misschien te maken dat al die CDA-bestuurders natuurlijk boven die WOPT-norm zitten, dat zou zo maar kunnen, voorzitter. Het is maar een wild guess. Voorzitter, als we kijken naar het project van de Zorgboulevard, dan stel ik ook maar even vast dat op basis van, informatie uit het geheime kastje, dat in ieder geval de procesbegeleider of hoe die man ook mag heten, dat die in ieder geval een dagtarief heeft wat omgerekend ook weer boven de WOPT-norm valt, voorzitter. Ik weet niet of deze man CDA stemt, maar het is wel weer opvallend, voorzitter, dat de wethouder ook van CDA-huize toch weer het goed vindt dat er iemand wordt aangetrokken boven die norm. VoorzitterO De VOORZITTER: Kijkt u wel even uit als u informatie heeft uit het geheime kastje, dat kun je dan hier niet vertellen. De heer SCHIJVENAARS: Dat vertel ik ook niet. De VOORZITTER: Nee, maar kijk er een beetje mee uit dat u niet iets te ver zou gaan in uw enthousiasme. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, bedankt voor de waarschuwing en ik ben blij met het compliment over mijn enthousiasme. Voorzitter, toen ik, toen ik me ging verdiepen in deze discussie en ik sprak ook met mensen in mijn netwerk, kreeg ik vanuit het ambtelijk apparaat de volgende reactie terug, “dan is er een leuk project waarin Roosendaal een rol vervult en dan gaat het college weer een externe adviseur aantrekken”. We hebben zoveel ambtenaren die dit geweldig zouden vinden, maar die komen niet in aanmerking. Voorzitter, ik vraag aan het college en aan de wethouder, waarom niet. Want wat helemaal merkwaardig is, is dat deze wethouder, vraagt nu wel 7 ton om de komende jaren te gaan borrelen, want dat is het gewoon, een beetje gezellig borrelen netwerken en af en toe een plannetje schrijven. En de andere wethouder vraagt ook nog zonder met zijn ogen te knipperen om 7,5 ton om de Kleinere Overheid verder te faciliteren. Met andere woorden de ene wethouder wil met 7,5 ton een aantal ambtenaren laten wieberen of laten ontwikkelen, maar de andere wethouder, ja, die maakt geen gebruik van diezelfde ambtenaren. Voorzitter, als u het snapt hoor ik het graag maar ik geloof dat niemand dit snapt. En ik hoor graag van het college een heldere uitleg hierover. Voorzitter, wat er met dit plan gebeurt dat is inderdaad een standaardproject van labels plakken. We hebben het netwerk van al die zorgaanbieders, ziekenhuis, thuiszorg en noem ze maar op, die kennen elkaar, die weten elkaar te vinden, die ontmoeten elkaar regelmatig en die werken samen en nu gaat deze wethouder daar een etiket op plakken en plotseling heet het een CIC en dan moet dat iets nieuws gaan worden. Nou, mijn collega mevrouw Lute heeft al aangegeven dat natuurlijk elders in het land dat soort initiatieven zijn die veel innovatiever zijn. En dan moeten wij, zeg maar, voor dat etiket 7 ton gaan betalen, voorzitter. We weten met elkaar hoe zwaar de tijd gaat worden de komende jaren. Met betrekking tot de decentralisaties van het Rijk dat gaat ons miljoenen, miljoenen kosten. En dan moeten wij nu de portemonnee gaan trekken voor 7 ton om de wethouder met zijn partners te laten borrelen. Voorzitter, dat gaan wij niet doen. En degene die het wel doet, voorzitter, die wens ik veel plezier met dit borrelproject. Wij hebben een amendement voorzitter, waarin we aangeven dat we nog best wel het idee als zodanig, het plakken van labeltjes als tijdbesteding is prima, ja, maak er iets leuks van kan zomaar iets opleveren, maar we willen niet hebben dat daar het belastinggeld van u en van mij, van onze inwoners naartoe gaat, voorzitter. Zeker niet in de wetenschap dat we heel zwaar moeten gaan bezuinigen op de Wmo, wat er echt om gaat, voorzitter. Het amendement, voorzitter, is als volgtO Voorzitter, het amendement heeft als naam gekregen Mandateren Actieprogramma Speerpunt Zorgeconomie Roosendaal, nou dat was wel een hele mond vol. Het beslispunt, het dictum, voorzitter, is dat “het beslispunt 2 te wijzigen in: De voor de uitvoering van het actieprogramma geen financiële middelen beschikbaar te stellen uit het Innovatiefonds van de Bestemmingsreserve Fondsen Agenda van Roosendaal”. De VOORZITTER: Dit amendement krijgt mee nummer 4, heet Mandateren Actieprogramma Speerpunt Zorgeconomie Roosendaal. Mevrouw Koenraad. Mevrouw KOENRAAD: Ja, voorzitter, ik wou even aan meneer Schijvenaars vragen, nou hebben we een keer een leuk project en dan maakt u er een borrelproject van. Dat is precies wat ik ook bedoelde met publieke opinie bespelen. Als u nu van begin af aan zegt van, de publieke opinie die kant opsturen dat is
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 30
een borrelproject dan is het bij voorbaat al kansloos. En dan is het inderdaad heel onverstandig om er 7 ton aan te spenderen. Bent u dat met mij eens of niet? De heer SCHIJVENAARS: Ja, voorzitter, ik hou er altijd van om bij de feiten te blijven en dit is voor de Nieuwe Democraten een borrelproject. Als ik kijk naar het businessplan, voorzitter, dat businessplan is flinter, maar dan ook flinterdun. En als ik me herinner wat er in het geheime kastje ligt, dat is alleen maar gewoon een verhaal voor de bühne. Dat is gewoon borrelen. En als ik vervolgens put uit mijn ervaringen met Europese projecten ik heb dat geloof ik zeven of acht jaar gedaan in Brussel, ik weet hoe hard de criteria zijn zeker in de huidige tijd om subsidie te krijgen dan zou ik werkelijk verbaasd zijn als Brussel dit borrelproject nog gaat funden ook, voorzitter. De VOORZITTER: De heer Van den Beemt. De heer VAN DEN BEEMT: Ja, voorzitter, ik wil even weten of de heer Schijvenaars hiermee bedoelt wat hij zojuist zei, dat uit het stuk uit het geheime kastje zou blijken dat er sprake is van een borrelproject. En dan bedoel ik dus echt even concreet en open en eerlijk, wordt er gesproken over borrels of dat soort zaken in stukken in het geheime kastje. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, u heeft de voorzitter horen spreken, uit het geheime kastje mag ik niets zeggen. De heer VAN DEN BEEMT: Zou u het dan ook op z’n minst kunnen laten om erover te beginnen en allerlei suggesties in deze zaal te smijten? De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, ik begrijp dat u geïrriteerd bent om andere redenen. Maar, voorzitter, wat ik vind is datO De heer VAN DEN BEEMT: Voorzitter, da’s allemaal flauwekul. De VOORZITTER: Antwoord, kort. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, het gaat erom dat op basis van de feiten, zoals ik ze heb gelezen is dit een project wat in de basis leuk is om te doen. Als je als partijen zegt van we gaan samenwerken is dat prima, maar als ik kijk naar het businessplan, als ik kijk naar toelichting van de wethouder, als ik kijk naar de stukken in het geheime kastje, voorzitter, dan kan ik slechts één conclusie trekken en dat is dat dit een borrelproject is, zoals ik dat heb ervaren. De heer VAN DEN BEEMT: Voorzitter, constateer ik dat er geen stukken zijn die erop zouden wijzen dat er sprake is van borrels en ik wil heel graag weten van de heer Schijvenaars wat mij dan zo zou irriteren. De VOORZITTER: De heer Schijvenaars. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, blijkbaar niks. De VOORZITTER: Mevrouw Koenraad, nog een interruptie? Mevrouw KOENRAAD: Nou, eigenlijk een aanvullende opmerking van, ja het stoort mij inderdaad dat u zo enorm inhaakt op dat borrelproject. Er ligt een Versnellingsagenda van de Provincie voor zorgeconomie. Met deze investering is het mogelijk om echt voor de toekomst duurzaam zorg te financieren en als u dat zo diskwalificeerd dan is dat gewoon heel erg jammer voor de Roosendaalse gemeenschap. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, laat ik nou gewoon terug naar de feiten gaan. Mevrouw Lute heeft, denk ik, heel zorgvuldig verwoord wat er bijvoorbeeld in het TIC in Tilburg al gebeurt. Waarom moeten wij dan hier plotseling zo trots zijn op één of ander project, geloof toegangscontrole dat u heeft genoemd, ja, terwijl het gewoon een gangbaar project is. Het is gewoon een gangbaar product dat is ontwikkeld. En dan krijg je inderdaad gewoon het verhaal van opnieuw het wiel uitvinden, voorzitter. En ik wil best wel 7
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 31
ton, ik wil zelfs 7 miljoen geld beschikbaar gaan stellen, als het maar gaat om een echt goed innovatief project en dat is dit niet. Het is gewoon een netwerkproject, als u het woordje borrelproject misschien te vervelend vindt, dan is het gewoon een netwerkproject. En daar ga ik geen 7 ton voor trekken, voorzitter. En zelfs niet in de huidige tijd waarin deze organisaties die daarbij betrokken zijn hun eigen bestuurders ook nog een keer boven de WOPT- norm gaan belonen. Voorzitter, laat ze dan een stapje terugdoen en laat ze dan gewoon hun reguliere bedrijfsvoering op hun eigen manier gaan organiseren, dat is de boodschap, voorzitter. De VOORZITTER: Akkoord. Dank u wel. Uw spreektijd is ook hiermee om. Ik kijk nog even naar de fractie van de VVD was daar behoefte om een eerste termijn nog? Nee dan heb ik het goed afgevinkt. Dan is de beantwoording in eerste termijn van de zijde van het college door wethouder Verbraak. De heer VERBRAAK: Dank u wel voorzitter. Voorzitter, in de Strategische Agenda West-Brabant zijn drie topsectoren opgenomen en daarnaast is Roosendaal als kartrekker voor de zorg aan de Strategische Agenda toegevoegd. Het speerpunt zorgeconomie heeft het college ook speciaal benoemd om te voldoen aan hetgeen wat in die Strategische Agenda is opgenomen. Voorzitter, naar aanleiding van de Commissie heb ik inderdaad vorige week maandag nog uitgebreid geïnformeerd wat de heer Mol ook aanhaalt, ik had dat inderdaad beter vooraf kunnen doen. De nieuwe beeldvorming was een uitstekend podium geweest om de presentatie te geven die wij hebben en die erg aansprekend is wat ons betreft. En ik ga dat uiteraard goed maken, dat heb ik ook in de Commissie gezegd, wij gaan die thema avond nog geven maar ik heb in ieder geval met de aanvullende informatie geprobeerd ook met name richting mevrouw Lute die heel kritisch was, heb ik gedacht van nou ik ga alles nog eens een keer op een rijtje zetten om te laten zien dat we hier een project in handen hebben wat zeer, zeer kansrijk is. Ook de BOM heeft aangegeven dat dit project past in de tien innovatieve projecten voor zorg waar de BOM ook financiële middelen voor heeft. Ook de Provincie heeft aangegeven dat het past binnen het Actieprogramma van de Provincie. De VOORZITTER: Mevrouw Lute. Mevrouw LUTE: Even een korte vraag. Bedoelt u met de aanvullende informatie het businessplan van maandag? De heer VERBRAAK: Nee, dat bedoel ik niet, mevrouw Lute. Ik heb u vorige week maandag vier A4-tjes toegestuurd, via de dagmail vorige week maandag, dus de maandag daarvoor, waar nog eens een keer uitgebreid op alle punten die in de commissie aan de orde kwamen nog eens een keer is ingegaan. Voorzitter, één ding moeten we goed in de gaten houden, de gemeente is wel aan het loslaten en dat betekent dat hier in dit dossier een focusgroep is opgericht door het bedrijfsleven en het onderwijs waar wij als gemeente in participeren, maar waarin wij niet de kar trekken. De kar wordt getrokken door de ondernemers en het onderwijs. Dat zijn degenen die het project vormgeven en wij zitten daar als facilitator bij en de procesmanager is aangesteld, niet door de gemeente, niet door het college maar door de focusgroep zorg. Heeft ons ambtelijk apparaat daar dan geen rol in? Jazeker. Wij hebben evenals de Provincie hebben wij het onder de zorgeconomie onder economie geschaard. Dat heeft ook de Provincie gedaan en de heer Kees Cools is trekker vanuit de gemeente, onze accountmanager bedrijven en die is in dit project gedoken samen met nog enkele anderen binnen de organisatie, dus onze ambtenaren die doen daar uitstekend werk. Voorzitter, in de richting van de VLP, overigens complimenten dat de VLP zeer kritisch was in de Commissie en ik nu hoor dat er toch ruimte is om te ondernemen daar op Stadsoevers, want dat wordt ook wel eens een hele belangrijke, dat Kellebeek ontstaat daar en er ontstaan kansen om onderwijs en ondernemers daar heel nauwgezet samen te laten werken. En u zegt van kunnen we dat bedrag niet knikken, dat zegt u eigenlijk in uw amendement. Nee, dat moeten we niet doen, we moeten het bedrag wel beschikbaar stellen maar het wordt in drieën geknipt meneer Van Gestel, laat mij m’n verhaal even afmaken, 175, 150,150 OP Zuid komt in 2014 af en dan kunnen we, we gaan niet meteen dat hele bedrag beschikbaar stellen maar we stellen ons wel loyaal op richting ondernemers en richting het onderwijs. We hebben geloof in dit project en vandaar dat wij in drie tranches of denken drie jaar nodig te hebben om het concept op te zetten, dat we na drie jaar kunnen zeggen en nu is het zo dat het ook werkelijk het bedrijf er staat, het onderwijs en die ondernemers. En we kunnen natuurlijk tussentijds, mocht onverhoopt die subsidie niet komen, dan kunnen wij als raad natuurlijk
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 32
zeggen hoe gaan we verder en zullen we ook als focusgroep moeten kijken, hoe gaan we verder met dit project. Maar de geluiden die we tot nu toe opvangen is dat zowel bij de Provincie de BOM en ook richting Brussel dit innovatieve, met name het innovatieve daar zijn gelden voor. En dan gaan we uiteraard ook voor om die binnen te halen en we gaan niet zitten somberen van ja het gaat niet lukken. Dat gaat wel lukken, we gaan daarvoor. Mocht het onverhoopt niet zo zijn dan kom ik bij u terug. De VOORZITTER: De heer Van Gestel: De heer VAN GESTEL: Ja, voorzitter, uiteraard als u zegt ik ga dat opknippen, dan moet u dat zeker doen als dat in uw begroting past u vraagt nu het hele bedrag, waarvan wij stellen in het amendement, ben voorzichtig met de reactie die u geeft aan al die deelnemende partijen. Je geeft reactie “ja we willen”, maar we gaan wel even die subsidie eerst veiligstellen en anders moet ik toch terug naar mijn gemeenteraad hoe we het gaan dekken. Want het innovatiefonds totaal is niet genoeg om het gemeente leeuwendeel op zich te nemen, dus dan moet het ook ergens vandaan komen. En dat past misschien wel een beetje in deze tijd van bezuinigingen, we gaan innovatief innoveren, meneer de voorzitter, maar wel met een slagje om de arm. Lijkt me niet meer dan normaal. De heer VERBRAAK: Voorzitter, als u kijkt naar de begroting, de begrotingswijziging die bij het raadsvoorstel zit, dan ziet u dat dat bedrag in drieën verdeeld is tot en met 2015. En wij laten als gemeente Roosendaal zien dat wij willen investeren in dit project. Voorzitter, even de vragen aflopend, meneer Mol, die heb ik, denk ik, beantwoord. De SP, ik ben er bijna van overtuigd als ik die thema avond gehouden had, meneer Van Poppel hij is er niet, o ja ik zie hem zitten daar, dan was u gelijk veel enthousiaster geweest, daar ben ik van overtuigd. Want ook als u het hebt over thuiszorg, de koppeling die je daar kunt maken met straks AWBZ, met Wmo, met mensen die straks minder zorg krijgen, juist dat innovatieve, dat komt daar heel sterk aan de orde. Maar goed, u kunt nog nadenken tot de stemming, want het is echt een project wat, waar we zeker in moeten investeren. Dat is mijn stellige overtuiging en ook die van college Jongmans, want die is ook zeer betrokken bij dit project. GroenLinks, nieuwe aanbieders, kleine aanbieders, jazeker! 7 maart komt de volgende groep aansluiten, we zijn nu met elf gestart, 7 maart komt er weer een bijeenkomst en komen er weer nieuwe ondernemers bij, die ook in die Zorgboulevard gaan deelnemen. Daar zitten kleine tussen, daar zitten wat grotere tussen en het is zo dat de Zorgboulevard op dit moment gewoon vol zit en we aan het zoeken zijn naar alternatieve locaties. En ik heb u eerder in de Commissie ook gezegd dat Kade 3 daar uitstekend voor geschikt is. Maar we zijn ook met het Starterscentrum Roosendaal bezig om te kijken of we starters kunnen huisvesten. Voorzitter, zeer terecht wat mevrouw Lute zegt, we hebben een TIC in Tilburg, ik ben er geweest, ik ken het. We hebben meer van dit soort instanties. We hebben wel in de focusgroep gezegd, we beginnen klein. We gaan klein beginnen en langzamerhand gaan we uitbouwen, zeg ik ook tegen meneer Klaver. We hebben Avans plus binnengehaald de hbo-instellingen om hbo-onderwijs binnen te halen, maar stap voor stap zullen we steeds gaan kijken hoe kunnen we verder richting universiteiten, richting het TIC maar ook richting Oost-Brabant, ook dat heb ik gezegd in de Commissie. De VOORZITTER: Mevrouw Lute. Mevrouw LUTE: Even een aanvullende vraag, voorzitter. Die hbo-opleiding, dat is toch alleen uitsluitend bachelor-module. De heer VERBRAAK: Ja, voorzitter, het is niet zo dat je hier een nieuwe hbo-opleiding kunt beginnen. Je kunt hier wel modules naartoe gaan halen, maar dat komt, er is ook al samenwerking met universiteit en Franciscus ziekenhuis. Dus die samenwerking is er zeker, maar die is nu nog niet zichtbaar. Ik garandeer u dat dat gaat komen, want je ziet duidelijk binnen de hele groep dat daar heel veel know how zit om verder op door te gaan. Ik noem het, meneer Klaver, nu maar kiem- en zaaigeld. Je gaat iets opzetten met neme in 2013 en na drie jaar moet dat inderdaad revolving gaan worden en moet het werk op gaan leveren, moet het bedrijvigheid opleveren en alles wat daarmee samenhangt. Voorzitter, ik denk dat ik dan de meeste vragen van alle partijen beantwoord heb en ben ik blij met toch de instemming van heel veel partijen die ook in dit project een kans zien voor Roosendaal om onszelf verder op te stuwen in de vaart der volkeren en in dit geval de zorgeconomie.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 33
De VOORZITTER: De heer Schijvenaars. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, het businessplan wat u bestempeld als geheim is natuurlijk in die zin ook een beetje onzin, want het gaat ook om ons geld voor een deel. Maar nu zegt u dat er in het, in de plannen rekening wordt gehouden met het genereren van omzet vanaf 2000, wat zei u precies 2015, 2016 zo ongeveer. Ik heb het businessplan ook gelezen, in het geheime kastje en wat ik heb gezien is een spreadsheet. En in die spreadsheet staat inderdaad voor dat betreffende jaar een getal van 50.000 euro of meer wellichtO De VOORZITTER: Meneer Schijvenaars, kijkt u nou uit wat u allemaal zegt. De heer SCHIJVENAARS: Ja, ik zei ook 50.000 of meer voorzitter. De VOORZITTER: Nee, nee, nee, nee, nee. We gaan niet flauw doen en ook niet spitsen met woorden, wie is het slimste jongetje van de klas. De heer SCHIJVENAARS: Oké, voorzitter. De VOORZITTER: Ik zeg u nadrukkelijk, hou rekening met de status van de stukken in dat kastje. U zit op de rand en misschien al een beetje er overheen aan het balanceren. Doe dat uit respect voor uw collega raadsleden, doe dat niet. Anders moet ik u het woord ontnemen. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, excuses ik zal geen getallen meer noemen. Kan de wethouder dan wel een onderbouwing geven van die bedragen die genoemd zijn. Hoe geloofwaardig zijn die bedragen en op basis van welke concrete plannen. De heer VERBRAAK: Voorzitter, wat de heer Schijvenaars nu wil is dat je een totaal afgetimmerd plan hebt liggen, natuurlijk is het niet helemaal al tot de punt en de komma is het ingevuld. Je gaat iets ontwikkelen, je hebt een aantal partners die samen gaan werken. Je hebt een aantal partners die er financieel in willen participeren en je gaat overheden ga je naartoe om te kijken, wij zijn met iets bezig wat uniek is, denk aan het Parkinsonhuis waar Groenhuysen mee bezig is, uniek voor Nederland en zo komen er meer innovatieve zaken. Meneer Jongmans en ik hebben hier werkelijk zitten genieten toen de presentaties hier plaatsvonden, er komen een aantal unieke zaken in dat Care Innovation Centre, de proeftuin voor innovatie, want die naam daar moet inderdaad nog wat mee gebeuren. Daar hebt u groot gelijk in. En daar zijn we ook volop mee bezig, maar nogmaals, het is vooral het onderwijs en de ondernemers die daar aan de knoppen zitten en wij faciliteren mee, wij doen mee en wij gaan daar proberen de boel goed op te zetten. En dan kun je beter klein beginnen, er zijn voorbeelden in het land, die heel groot begonnen zijn en binnen no time zie je dan dat ze vastlopen. We zijn klein begonnen en we gaan het langzaam uitbouwen en dat ik precies het model wat we met het Starterscentrum Roosendaal hanteren, klein begonnen en we rollen het nu uit over West-Brabant. En dat zal straks met die zorgeconomie ook gebeuren. Voorzitter, tot zover deze termijn. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik kijk even naar de zijde van u raad een tweede termijn? Conform goed gebruik laat ik altijd even de eer aan de fracties die in eerste termijn het woord niet hebben gevoerd, dat is alleen de VVD. De heer Lok, u wenst nu het woord? Ga uw gang. De heer LOK: Voorzitter, dank u wel. We hebben in de Commissie, die gaan we natuurlijk absoluut niet overdoen daar zijn we niet van, een geweldig enthousiaste portefeuillehouder gehoord over dit onderwerp en hij heeft ook in de Commissie de steun van de VVD daar al voor gekregen. En ik wil dat ook hier nog een keer noemen. Voor de VVD zijn er in ieder geval in dit voorstel twee, twee speerpunten, de binnenstad in één, maar daar gaat het nu niet over dat komt nog een andere keer te spreken en de zorgeconomie. En dat enthousiasme van de portefeuillehouder dat willen we graag nog vaak zien. Want als hij dit zo gaat doen, dan gaat hij ons steeds meer meekrijgen. Wij zijn het eens dat de zorg zal toenemen en dat kansen biedt voor Roosendaal. En dan moeten we ook nog proberen een wat onderscheidener naam te hebben, ik heb al wat suggesties. TIC kan niet meer dus het Topetaans Innovatie Centre kan niet meer, maar we kunnen misschien nog wel het VIC maken het Verbraak
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 34
Innovatie Centre, daar moet u maar eens over nadenken. De sombere bijeenkomst waar het CDA over repte in de Commissie, dat was dan toch vast een Commissie waar wij niet bij zaten, want de VVD herkent zich daar niet in. Het zou natuurlijk een oorzaak kunnen hebben in het feit dat de informatievoorziening pas na de Commissie kwam in plaats van ervoor. Dus dat is misschien een goede tip voor de wethouder om dat in het vervolg op de goede volgorde te doen. In de Commissie hebben we ook gevraagd over dat alternatief als die subsidie niet beschikbaar zou komen, wij gaan niet zover dat wij daar allerlei amendementen en moties voor gaan indienen, want de wethouder was daarover buitengewoon positief dat dat binnen zou komen. En in dat positivisme willen we hem dan voorlopig ook steunen. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Lok. Ik loop even de sprekers af in de volgorde van de eerste termijn, de heer Van Gestel behoefte aan.., mevrouw Adriaansen, o ja natuurlijk Roosendaalse Lijst had ook, ja, ja, ja, ja. Mevrouw ADRIAANSEN: Dank u, voorzitter. Voorzitter, wij hebben in de Commissie ook al aangegeven dat we enthousiast waren over dit voorstel. Wij hebben dus toen ook een aantal punten benadrukt die we nog even in korte, in het kort in tweede instantie nog even naar voren willen brengen. En dat is belangrijk ook wat de wethouder zei dat we wel de subsidies binnen gaan halen en wij zien ook wel dat 2013 een overgangsjaar is. Maar we zullen alle krachten moeten mobiliseren om de subsidies zowel van de Provincie als van de Operationeel Programma Zuid binnen te halen. Belangrijk is dat we dergelijke projecten voor Roosendaal en West-Brabant samen met alle partners goed gaan verkopen en dat is ook door verschillende andere sprekers gezegd, zodat Roosendaal Zorgstad zich er als concept maar naar een begrip in de hele regio gaat ontwikkelen. En niet in de laatste plaats is voor ons belangrijk de jaarlijkse evaluatiemomenten, dat heb ik ook wel aangegeven, wij zijn dat heel belangrijk omdat we vinden dat we geïnformeerd wilden worden over de voortgang, over de behaalde doelen in het voorstel. Dat verwachten wij ook van u. En mochten we de doelen niet kunnen halen dat we ze eventueel samen met de partners bij kunnen stellen. Verschillende andere sprekers hebben het al gehad over de informatieverstrekking en ik heb op een andere manier kennis gemaakt met de bijeenkomst waar het wel uitgelegd werd en toen werd ik al heel enthousiast. En daarom is het jammer dat die informatie niet in de themabijeenkomst geweest is. Wat de amendementen betreft wij zullen de, geen, de amendementen van de heer Van Gestel en van Nieuwe Democraten niet ondersteunen. En wij vinden ook bij de motie van het PeP dat we eerst klein moeten beginnen en daarna verder moeten uitbouwen, Dank je wel. De VOORZITTER: Dank je wel mevrouw Adriaansen. Dan ga ik even naar de sprekers in eerste termijn en de volgorde van de eerste termijn. De heer Van Gestel behoefte aan, ja, tweede termijn? De heer VAN GESTEL: Ja, voorzitter, zojuist overleg gehad met mijn twee collega’s in de fractie, je bent toch met z’n drieën in de fractie nietwaar? En dan komt er een soort spagaat naar voren. De spagaat, want we horen nou net meneer Lok net zeggen “prachtige Zorgstad”. Meneer Lok ik raad u mijn memorie van antwoord te vragen, maar ook zeker de antwoorden van het collega aan, die mag u aanvullen, want als u daarin leest dan leest u dat Roosendaal niet Roosendaal Zorgstad meer is. Roosendaal gaat alleen het CIC, de Zorgboulevard ontwikkelen en daar houdt zo’n beetje Zorgstad op. Maar dachten wij, nou laten we dan eens de drive hebben, we willen ook echt iets met Zorgstad, dus wellicht is dit de start van dat proces. Dan geven we de gelegenheid af meneer Verbraak om te pitchen, te verkopen aan ons, beetje ondernemersgeest. Maar dat lukt niet echt, dus wij zijn niet overtuigd. Zitten we in spagaat we willen een mooi project, ja, potverdorie kost ook wel veel geld en het wordt niet goed uitgelegd. Wat moet ik dan, voorzitter, nou hoop van zegen. Nou, subsidie. Onlangs is er bericht gekomen dat we dus vergeten zijn subsidie aan te vragen voor de Westrand, althans we hebben te laat een subsidieverzoek ingediend, dus we krijgen de subsidie niet. Dus het Westrand park kan niet helemaal optimaal gerenoveerd worden, zoals we vorig jaar hier beloofd hadden. Ja, dat is zonde. Dus zegt de VLP, misschien ook wel terecht, zo goed wordt het hier niet verkocht door meneer Verbraak, dan maar een restrictie eraan hangen. Ja, dan maar eerst wachten tot die Europese subsidie definitief is, dan stap 2. Want 1,9 miljoen is erg veel geld, wij praten over een bezuiniging van een miljoen op de Wmo en we praten over een miljoen bezuiniging hier en 6 ton bezuiniging daar, maar 1,9 miljoen slikt u zo weg. Dat gemak waarmee dat gaat, nou die spagaat daar zitten wij nu nog steeds in. En wij weten dus ook nog steeds niet of wij voor of tegen dat moedervoorstel moeten zijn. Maar meneer Mol, wij zijn helemaal niet
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 35
tegen die gedachte, wij zijn helemaal niet tegen de ambitie. Maar u zou uw eigen wethouder kunnen vragen het iets beter te verkopen. Dank u, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. De heer Mol, behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. De heer Van Poppel? Dat is niet het geval. Mevrouw Koenraad? Nee? Mevrouw Lute? Niet? De Klaver? Ja, ga uw gang. De heer KLAVER: Voorzitter, het aangekondigde amendement willen wij indienen. En ze liggen al gereed dus ze zullen uitgedeeld gaan worden. Wij zijn eigenlijk heel erg goed gestemd door de betrokken en gepassioneerde wethouder die zojuist gesproken heeft. En wij als fractie geloven ook, net als de vorige spreker, in het concept. Want eigenlijk denk ik dat alle raadsleden dat wel willen. En ik sluit me ook graag aan bij de woorden van de wethouder zelf, die zei van goh als het nou zo had geweest dat u met onze partners had willen leren kennen van wat er allemaal gaat gebeuren en ook het hele verhaal wat erachter zit. Wellicht had het verhaal dan ook anders kunnen zijn. Nou, wat dat betreft het verhaal is ons wel duidelijk, dat we dat innoveren niet alleen gaan doen, maar dat ook moet, zouden we ook willen omschrijven. Er valt heel veel te winnen. We zitten nu alleen nu ook een taak, voorzitter, daar hebben we het met de Commissie over gehad van hoe steek je dat nou in. En gelukkig hoor ik de wethouder ook herbevestigen dat hij zegt eigenlijk we doen het per jaar een bepaald segment, we hoeven niet in één keer het hele bedrag uit te geven. Nou dat biedt eigenlijk de opening dat ik denk ook dat de wethouder zal zeggen, van nou eigenlijk dat amendement daar heb ik helemaal geen moeite mee, want het past precies in mijn programma. En het enige wat wij de wethouder vragen is en dat gaat hij al doen voor een deel, want hij gaat iets organiseren, althans als ik hem goed beluisterd heb, de partners gaan wat organiseren en de gemeente zal daar ook bij zijn als facilitator in dat geheel. En onderweg want dat heeft de wethouder in de Commissie gezegd, daags na de Commissie zou het startmoment zijn. Nou, daar zullen heel wat ontwikkelingen komen de komende maanden. En ik ben er bijna van overtuigd, voorzitter, dat als dat allemaal zo gaat waarin wij geloven dat het gaat en dat het ook moet gaan, dat eigenlijk die 7 ton nog veel te weinig is, dan moet er nog veel meer op tafel komen. Wat ik verder de wethouder wil vragen want het gaat dan even om die motie van PeP waar een aantal goede gedachten in zitten, vooral eigenlijk de manier waarop je gaat gefaseerd op andere partijen betrekken. Niet alleen de partijen van PeP, maar ook de universitaire ziekenhuizen, we noemden ze net al. Ik denk dat u eigenlijk, de wethouder, gezegd heeft, natuurlijk neem ik dat mee, alleen dan wel in mijn eigen tempo en ritme. Voorzitter, het amendement is, denk ik, woordelijk datgeen wat de wethouder zei en misschien hoeft het niet eens in stemming gebracht te worden. Dank u wel. De VOORZITTER: Dit amendementO meneer Klaver, ik krijg nog een interruptie van meneer Van Poppel. Denk ik, ja. Dit amendement is ingediend, dat krijgt mee nummer 5 en heet Actieprogramma Speerpunt zorgeconomie Roosendaal van de fractie van de Partij van de Arbeid. De heer Van Poppel. De heer VAN POPPEL: Ja, voorzitter, dank u wel. Ja, sorry dat ik zo laat reageer, maar ja, we krijgen het amendement natuurlijk ook op de valreep binnen. Een beetje jammer want dan, net als het hele debat klaar is komt u met een amendement en dan ja een beetje als mosterd na de maaltijd. Goed, als ik het, dan ga kijken wat het verschil is met het originele voorstel, is het originele voorstel spreekt over 7 ton en u zegt van nou ja 250.000 euro in 2013. De wethouder heeft al aangegeven, nou het is in drie jaren dus ja, wat voegt het amendement toe want ja. De heer KLAVER: De zorg, thans die proefde ik een beetje bij uw fractie de SP, voorzitter, dat wij die zorg op dit onderdeel delen. Een ook meerdere collega’s hebben zich daarover uitgesproken, vanuit je controletaak dat je toch een beetje wil volgen hoe die zaken lopen en ook kijkende van hoe ontwikkelt zich dat treintje verantwoording, die je hier als raad gaat afleggen. Dus heel positief wat voegt het van ons betreft toe, dat je zegt van nou komend jaar zullen wij zeker bijgepraat gaan worden. Ik weet zeker dat de wethouder en het college terugkomen opnieuw met hun vorderingen en dan denken wij dat het verder voteren van die budgetten geen enkel probleem zal zijn. Dit is eigenlijk even een knip maken, een tijdelijke knip, maar natuurlijk wil je wel eerst overtuigd worden voordat je verder gaat. Dat is denk ik het antwoord op uw vraag.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 36
De heer VAN POPPEL: Ja, voorzitter, dank u wel. Ja, het antwoord op de vraag is denk ik, zoals ik het dan lees en hoor is wat u eigenlijk al zelf zei net voordat ik deze microfoon voor de eerste keer aan heb gezet, dat het eigenlijk overbodig is. De heer KLAVER: Als de wethouder, voorzitter, inderdaad expliciet dat aangeeft dat hij sowieso eerst bij ons terugkomt voordat we voor 2014 en 2015 gaan voteren, als dat zo is dan heeft u gelijk. De heer VAN POPPEL: Akkoord. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan tenslotte de heer Schijvenaars, behoefte aan een tweede termijn? De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, dank u wel, ook in de Commissie heb ik aangegeven dat het, er wordt aangegeven geloof ik het is een charmant idee, leuk om wat te proberen met elkaar. Voorzitter en dat moet je ook zeker doen. Dus we gaan ook echt niet tegen of tenminste voor het hele project liggen, maar wel zonder geld. Geen publieksgeld, geen geld wat we kunnen besteden aan de Wmo, straks aan de AWBZ, of aan echte inhoudelijke innovaties. Want ook wij kunnen het geld maar één keer uitgeven, voorzitter. Het gemak waarmee nu op basis van een flinterdun businessplan wordt gevraagd om 7 ton publiekgeld te besteden, voorzitter, dat is gewoon een brug te ver. En dat gaan we dus niet steunen, dus ons amendement gaan wij in ieder geval in stemming brengen, voorzitter. En ik hoop op een grote steun. Voorzitter, ja, dan word je aangevallen omdat je stemming maakt. Voorzitter, ik geloof dat ik in, nou ja een jaar of zes, zeven geleden begon ook een beetje stemming te maken volgens velen, ik noemde dat toen een geldverslindend en prestigieus project, daar viel ook de hele raad overheen, maar voorzitter, ook dat was gewoon gebaseerd op het harde feiten en uiteindelijk is wel gebleken wie gelijk had. Om er een ander voorbeeld tegenaan te zetten, voorzitter, wethouder Jongmans die heeft een prachtig project neergezet het Jeugdbos. Nou ik bedoel, dat snijdt hout, dat heeft inhoud. Daar is goed over gecommuniceerd, daar kun je trots op zijn en over zo’n project ga je ook geen stemming maken, voorzitter, want dat heeft inhoud, dat gaat ergens over. Een maatschappelijke waarde heeft dat. Maar dit project van de heer Verbraak, voorzitter, ja dat is, zeg maar, het labellen van bestaande structuren. Dat is gewoon mensen onder een vlag van CIC bij elkaar laten komen, maar dan heet dat netwerken. Nou ik noem dat borrelen, maar voorzitter, dus daarom krijgt dit project in deze vorm geen steun. En het amendement, voorzitter, dat brengen wij met vertrouwen in stemming. Nog een laatste vraag, voorzitter, datgene wat de wethouder in het geheime kastje heeft gelegd, wil de wethouder dat gewoon openbaar maken en als hij dat nu doet of hij dan gemotiveerd aangeven waarom die informatie niet openbaar mag worden, voorzitter. De VOORZITTER: Dank u wel. Dan van de zijde van het college een tweede termijn wethouder Verbraak. De heer VERBRAAK: Voorzitter, in de richting van de VLP, ik weet niet of u vorige week maandag het stuk gelezen hebt meneer Van Gestel wat ik u toegestuurd heb? Het Kellebeek College op Stadsoevers, dat gaat bestaan uit de Zorgboulevard en een onderdeel van die Zorgboulevard wordt de proeftuin, dus daar zit wel degelijk veel meer in en u zult zien, u zult nog verrast zijn bij de bedrijven die op 7 maart aansluiten, dat daar bedrijven bij zitten die u van zeer nabij kent, die vlakbij het Kellebeek College gevestigd zijn. Voorzitter, amendement PvdA, zou ik niet doen. Ik zou het raadsvoorstel aan willen bevelen. We moeten laten zien dan we de komende drie jaar willen investeren in deze innovatie, dat vraagt ook straks de subsidiegever, die wil ook zien dat je als Roosendaal wil investeren in dit project. Mocht onverhoopt er in 2014 wanneer de OP Zuid subsidies vrijgegeven worden en de subsidies van de Provincie en de subsidies van de BOM, een probleem ontstaan dan kom ik uiteraard bij u terug en dan is die gefaseerde opbouw, die is aan de orde. Ik heb daarstraks nog één vraag niet beantwoord en dat gaat over communicatie, dat is natuurlijk essentieel. Essentieel is communicatie, gaan we ook op 7 maart goed voorbereiden. En de thema avond die heb ik u eerder toegezegd, die gaat er komen en dan zullen, denk ik, kritikasters toch iets anders over het project gaan denken dan dat sommigen hier voorspiegelen. Het businessplan wat aanvankelijk in het geheime kastje lag omdat er namen in stonden is afgelopen maandag openbaar gemaakt via de dagmail. De VOORZITTER: De heer Schijvenaars.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 37
De heer SCHIJVENAARS: Dank u wel, voorzitter, in het geheime kastje ligt ook de samenwerkingsovereenkomst, zoals ik dat lees, voorzitter, kan dat makkelijk openbaar worden gemaakt. Wilt u daarvoor zorgen? De heer VERBRAAK: Ik zal kijken of dat tot de mogelijkheden behoort, voorzitter. De VOORZITTER: Goed, wij hebben beraadslaagd en zijn nu toe aan oordeelsvorming, besluitvorming over het voorstel en wij gaan eerst stemmen over de amendementen. Ik overleg nog even met de griffier over de volgorde van de amendementen in zwaarte, dat zit hem met name in 4 of 5, moment. Wij beginnen te stemmen over amendement 3, vervolgens amendement 5 van de fractie van de Partij van de Arbeid en daarna amendement nummer 4 van de Nieuwe Democraten. Wij beginnen met amendement nummer 3 van de fractie van de VLP, Zorgstad en OP Zuid programma. Eén uwer behoefte aan een stemverklaring vooraf? Nee. Wie is voor amendement nummer 3? Daarvoor hebben gestemd de fracties van de VLP en Nieuwe Democraten. Het amendement is verworpen. De VOORZITTER: Amendement nummer 5 van de fractie van de Partij van de Arbeid, Actieprogramma Speerpunt Zorgeconomie Roosendaal met de schijf van 250.000 euro voor dit jaar. Eén uwer behoefte aan een stemverklaring vooraf? Niemand? Wie is voor amendement nummer 5? Daarvoor hebben gestemd, de fracties van de Partij van de Arbeid, Nieuwe Democraten, PeP, GroenLinks en de VLP. We gaan even tellen. Met 10 voor en 22 tegen is het amendement verworpen. De VOORZITTER: Dan vervolgens amendement nummer 4 van de fractie van de Nieuwe Democraten, mandateren Actieprogramma Speerpunt Zorgeconomie Roosendaal. Eén uwer behoefte aan een stemverklaring vooraf? Niemand? Wie is voor amendement nummer 4? Daarvoor hebben gestemd de fracties van de Nieuwe Democraten, PeP en daarmee is dit amendement verworpen. De VOORZITTER: Dan gaan wij naar het onderliggende moedervoorstel. Eén uwer behoefte aan een stemverklaring op dat onderdeel? In ieder geval de heer Van Gestel. Ga uw gang. De heer VAN GESTEL: Voorzitter, zojuist besloten dat de VLP-fractie niet kan instemmen met het onderliggende raadsvoorstel, we willen wel de ambitie uitspreken en we willen de Partij van de Arbeid danken voor een goed amendement, maar zonder het aannemen daarvan is voor ons geen weg om nog dit voorstel te accorderen. De VOORZITTER: Dank je wel. Mevrouw Lute. Mevrouw LUTE: Dank u, voorzitter. Voorzitter, dit is het zoveelste resultaat van ren- en vliegwerk waarbij eerst om geld wordt gevraagd en daarna wordt er pas concreet uitwerking aan gegeven, PeP onderschrijft de achterliggende gedachte en steunt deze ook. Maar wij kunnen niet instemmen met dit raadsvoorstel. De VOORZITTER: De heer Klaver. De heer KLAVER: Voorzitter, onze fractie spreekt met een bloedend hart, maar zal toch tegen gaan stemmen. En de reden is als volgt, wij zijn uiteraard achter staand de ambitie die hier staat de geest is helemaal des Partij van de Arbeids, maar in dit huis geldt ook de regel je gaat geld besteden als er een deugdelijk plan onder ligt, nou daar hebben we over gesproken en bij een cheque moet je ook controle kunnen uitoefenen onderweg, dat is de reden dat we helaas tegen dit voorstel gaan stemmen. Maar de geest staat overeind. De VOORZITTER: Dank u wel. De heer Schijvenaars. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, ik had dezelfde prachtige woorden willen uitspreken, ik sluit mee 100% aan bij de woorden van de heer Klaver van de Partij van de Arbeid. We gaan geen geld geven als er geen plannen liggen.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 38
De VOORZITTER: Anderen? Ja, de heer Van Poppel. De heer VAN POPPEL: De fractie van de SP wordt geacht tegengestemd te hebben. De VOORZITTER: Anderen nog van u raad een stemverklaring vooraf? Niet het geval, niemand vergeten. Dan gaan wij stemmen. Wie is voor het raadsvoorstel? Daarvoor hebben gestemd de fracties van het CDA, VVD, Roosendaalse Lijst, GroenLinks. Heb ik het goed zo, ja, gaan we even tellen. Met 21 voor en 11 tegen is het voorstel aanvaard. De VOORZITTER: Dan hebben wij nog een motie liggen, dat is de motie nummer 6, ssst we zijn aan het stemmen, dames en heren het is wat onrustig, motie nummer 6 van de fractie van PeP, Leren innoveren. Iemand behoefte aan een stemverklaring vooraf? Niemand? Wie is voor motie nummer 6? Daarvoor hebben gestemd de fracties van PeP, Nieuwe Democraten, Partij van de Arbeid. De motie is verworpen. Goed. Wij gaan naar het volgende onderwerp. c. Voorstel 5 – Claims fondsen Agenda van Roosendaal 2013 De VOORZITTER: Agendapunt 6.c handelend over claims fondsen Agenda van Roosendaal 2013. Wie van u raad wenst het woord in eerste termijn? Ik inventariseer even. Akkoord, ik kom vooralsnog uit op en daar begin ik mee, de heer Verhoeven van de fractie van de VLP. De heer VERHOEVEN: Voorzitter, ik heb mij allereerst alle kleuren van de carnaval, dat zijn er nogal wat, geërgerd over de Commissie, de behandeling van dit stuk, want we zijn er nog eigenlijk niks mee opgeschoten. Het leek wel een kat en muis spelletje onderling, achter elkaar praten en weinig bereiken. Wat er nu gebeurt is, dat het college met mandaat weliswaar van de raad een flinke greep uit de fondsen neemt, zonder daar een fatsoenlijke onderbouwing voor in de plaats weg te schrijven. En dat is in de Commissie niet duidelijk naar boven gekomen. En als we het hebben over de Kleine Overheid, heeft de wethouder in één keer een 7,5 ton nodig en zegt dan ook nog in de Commissie erbij, ja het zou ook nog wel wat meer kunnen worden, eventueel, makkelijk maar ja goed als we dan wat minder hebben, dan storten we het gewoon weer eens terug. Dus met andere woorden, ja we weten het eigenlijk niet goed hoeveel dat we moeten hebben. En hij kan ook niet precies vertellen hoe dit komt. En als we het dan bijvoorbeeld ook hebben over hoe mensen heropgeleid moeten worden. Omdat zij moeten verhuizen naar een andere afdeling en je weet van te voren dat desbetreffende persoon verder niet past in je bedrijf, dan schakel je toch bijvoorbeeld gelijk het mobiliteitscentrum in voordat je gaat investeren in deze persoon, om niet onnodig geld uit te geven. Hier hebben we het ook over gehad in de Commissie of zit ik dan niet met één lijn in de, met de wethouder. Voorzitter, de VLP is van mening dat eerst eens met minder geld moet kijken hoe je de doel kunt bereiken alvorens je één keer die pot aanspreekt. Laat die wethouder nou een op het puntje van de stoel gaan zitten en helder en scherp laten functioneren, om het dan eens te hebben over die Kleine Overheid. In plek van 7,5 ton, het volledige bedrag, te voteren. Zo ook het transitiefonds voor de sportaccommodaties, hierbij zegt de wethouder dan ook heel koel en letterlijk “ik heb niks met allerlei geluiden te maken vanuit die voetbalclubs”. Met andere woorden daar heb ik gewoon het lak aan. Dan vraag ik m’n eigen af hoe het nu zo moeilijk is voor die wethouder om gewoon te luisteren naar die gemeenschap, naar die clubs om vanuit die zelfredzaamheid tot een samenwerking te komen, dan krijg je deze discussie hier in de raad niet. Dan is het al van te voren afgedekt, je moet dat tackelen van te voren. Voorzitter, je weet dat NSV en Cluzona in Wouw goed meedenken in zelfredzaamheid en nu vragen om 1.500 euro, het gaat om niks 1.500 euro meer, de wethouder weet dat die heeft de brief gehad, om de taken goed uit te kunnen voeren. Heel simpel gaat u daarmee akkoord of niet. U schudt van nee, maar u heeft de brief gehad. Moeten wij hier dan over discussiëren, in deze raad? Lijkt me zonde van de tijd. Voorzitter, het zwembad is voor de VLP ook een onderwerp wat we zonde vinden van het geld om die 40.000 euro daarin te investeren, er wordt later misschien nog onderzocht om te privatiseren wat voor ons natuurlijk, ja, heel erg in de lijn ligt want daar zijn wij voor privatiseren van het zwembad. Voorzitter, we moeten transitiefondsen goed bewaken en plannen bijsturen waar nodig en niet zomaar zonder een gedegen onderbouwing geld uit die fondsen te halen. We worden nu min of meer voor het blok gezet en dat is niet wat we willen en ook volgens mij niet de bedoeling. Als laatste, voorzitter, willen wij de wethouder vragen of hij de raad uitgebreid gaat informeren over de veranderingen in alle opzichten van de organisatie, want dat is ook een gemis. Dank je wel.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 39
De VOORZITTER: Ja, dank u, dank u zeer, meneer Verhoeven. Mevrouw Oudhof van de fractie van de SP. Mevrouw OUDHOF: Voorzitter, dank u wel. Bij de Agenda voor Roosendaal werden er door het college drie fondsen in het leven geroepen, namelijk transitiefonds, innovatiefonds en een noodfonds. Het geld werd er in grote potten onder de naam bestemmingsreserve fondsen Agenda van Roosendaal gestort. Bij de behandeling van de begroting 2013 is door deze raad een motie aangenomen om de middelen uit de bestemmingsreserve fondsen Agenda voor Roosendaal gelijkelijk over de drie fondsen te verdelen. Het college kwam tevens bij de behandeling van de Begroting 2013 met het voorstel om de fondsen die aanvankelijk een omvang hadden van 15 miljoen, te halveren naar 7,5 miljoen, er was geld nodig om de Begroting dekkend te maken. We zijn nu drie maanden verder. Het blijkt nu al dat er veel te weinig geld zit in het transitiefonds, er is voor 2013 een tekort van 1,2 miljoen. Dat kan alleen worden opgelost door geld uit de Begrotingen in 2014 en 2015 te halen, het betekent ook dat er voor de rest van 2013 en voor heel 2014 helemaal geen geld meer voor transities is en in 2015 maar een heel klein beetje. De SP-fractie gaat ervan uit dat de wethouder hiervoor in de kadernota 2014 een oplossing gaat aandragen. De SPfractie hoort graag van de wethouder of dat ook zo is. De SP vindt ook dat zeker het noodfonds geen deel van die oplossing mag uitmaken. De SP wil geen overheveling van gelden uit het noodfonds naar het transitiefonds. We zullen in deze crisistijd waarin heel veel mensen het de komende jaren heel moeilijk gaan krijgen, dit noodfonds nog heel hard nodig hebben. De SP hoort graag van de wethouder of hij dat met de SP-fractie eens is. De SP-fractie wil geen hap-snap beleid, we zijn daar wel ongerust over als we nu deze tekorten in het transitiefonds zien en de wethouder in de Commissie Bestuur horen zeggen zich niet druk te maken over dit negatieve saldo, omdat er altijd nog geschoven kan worden met de bedragen van de fondsen. Wat ook nog in de Commissie door de andere fracties beaamt wordt. Voorzitter, dan kan de SP-fractie niet anders dan tot de conclusie komen dat we op moeten passen niet bezig te zijn met gaten vullen. Graag een reactie hierop van de wethouder. Welke lange termijn visie heeft de wethouder nu voor transitiefonds en wat is de lange termijnvisie voor het innovatiefonds en voor die van het noodfonds? Hoe kijkt de wethouder aan tegen transitiefonds in het rood en de wetenschap dat er nog meer transities aankomen? Ook vanavond, voorzitter, hebben we weer gezien hoe gemakkelijk deze raad geld uitgeeft, vanavond weer 700.000 euro, acquisitie, promotie, Tongerloplein is ook heel veel geld naartoe gegaan. De SP maakt zich daar wel zorgen over. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u zeer, mevrouw Oudhof. Het woord is aan mevrouw Koenraad van de fractie van GroenLinks. Mevrouw KOENRAAD: Dank u wel, voorzitter. Tijdens de behandeling van de Kadernota in juni 2012 heeft wethouder Theunis naar aanleiding van een motie van GroenLinks toegezegd dat er door de eigen gemeentelijke organisatie met terughoudendheid aanspraken gemaakt zouden worden op de fondsen. Nu zien wij in het raadsvoorstel claims fondsen Agenda van Roosendaal toch een relatief grote onttrekking van 750.000 euro voor de transitie Kleine Overheid. Daarmee gaan opleiding en begeleiding betaald worden voor ongeveer 200 medewerkers. Het reguliere opleidingsbudget bedraagt daarnaast 700.000, iets meer zelfs. Totaal komen we zo op een opleidingsbudget van 1,4 miljoen voor de gemeentelijke organisatie. Dat vonden wij van GroenLinks toch wat veel en we vonden het ook niet erg terughoudend. Wethouder Theunis heeft ons in de Commissie Bestuur uitgelegd waarom dit bedrag toch reëel is en ons daarvan bijna overtuigd. Bijna, want bij eerdere beraadslagingen heeft GroenLinks ingebracht dat een belangrijke succesfactor bij de cultuurverandering ook is nooit geld bijgeven, want dan hoeft men niet te veranderen. Aan dit punt willen we ons nu ook vasthouden. Omdat wij wel inzien dat er ook investeringen nodig zijn in personeel om in een later stadium gunstiger uit te komen, wil het budget gedeeltelijk toekennen als het te weinig blijkt kan de wethouder later dit jaar altijd onderbouwd terugkomen met een nieuwe vraag. Volgens GroenLinks komt dit de transparantie ook door de onttrekking uit het transitiefonds door de eigen gemeentelijke organisatie ten goede. En wij vinden deze extra moeite opwegen tegen de zorgvuldigheid waarmee men het eigen handelen uitlegt aan de inwoners en Roosendaalse organisaties. We hebben daarom een amendement voorbereid. En dat ga ik ook maar gelijk noemen: “Beslispunt 1 willen wij veranderen in: Om voor de transitie Kleine Overheid een bedrag van 375.000 euro beschikbaar te stellen voor 2013.”
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 40
De VOORZITTER: Dit amendement krijgt mee nummer 6 en heet Claims fondsen Agenda van Roosendaal 2013. Een interruptie mevrouw Van den Nieuwenhof, ja ga uw gang. Mevrouw VAN DEN NIEUWENHOF: Ja, mevrouw Koenraad, ik heb een vraag over het bedrag dat u wilt wijzigen in beslispunt 1, kunt u dat onderbouwen is dat zomaar uit de lucht gegrepen of heeft u daar een goede onderbouwing bij? Mevrouw KOENRAAD: Nee, het is eigenlijk wel een beetje uit de lucht gegrepen, het is gewoon de helft van 750.000. Maar het gaat er ook meer om, om het signaal dat je zegt van wees voorzichtig met geld uitgeven en ik denk ook aan je eigen portemonnee als je 500 te besteden hebt dan ga je er iets makkelijker mee om dan als je 250 euro te besteden hebt, dus ik denk dat dat hetzelfde kan gelden voor dit opleidingsbudget. Ja, het amendement dus. Een ander punt betreffende samenwerking archief en museum. Destijds is het personeel van het museum overgenomen door de gemeentelijke organisatie, daarmee zijn wat GroenLinks betreft en dat is ook overal zo gesteld, medewerkers onder het gemeentelijk personeelsbestand gekomen. GroenLinks is van mening dat de transitie museum archief onder de transitie Kleine Overheid dient te vallen. En sinds het samengaan niet meer als aparte transitie hoeft te worden aangevlogen. Nu komt dit voorstel beter uit voor wethouder Verbraak of voor wethouder financiën maar de medewerkers van het museum vallen nu eenmaal onder het gemeentelijk personeelsbestand en daarvoor gelden nu dezelfde regels en faciliteiten. GroenLinks is er voorstander van dat de transitie betreffend het Tongerlohuys bekostigd en gecoördineerd gaat worden uit de transitie Kleine Overheid en we hebben daar een motie voor voorbereid. Die ga ik ook indienen. Verzoekt het college, daar begin ik dan maar, de motie samenvoegen twee transities. Per direct de transities samenwerking museum en archief en Kleine Overheid samen te voegen tot één transitie en te coördineren en te bekostigen vanuit de fondsen voor de transitie Kleine Overheid. De VOORZITTER: Deze motie krijgt mee nummer en heet Samenvoegen twee transities. Dank u wel, mevrouw Koenraad. Het woord is aan de heer Schijvenaars. De her SCHIJVENAARS: Voorzitter, dank u wel. Voorzitter, in de Commissie heb ik hard uitgehaald naar wethouder Theunis. Wat doet wethouder Theunis als hij in het nauw zit, dan zwijgt hij en dan reageert ie nergens op. Dat zal vanavond ook wel weer zo zijn, voorzitter. Dus dan weet ik in ieder geval waar ik op kan rekenen. Het zal wel weer eindigen met nee, nee, nee. Wat deze wethouder doet, voorzitter, en ik hoop dat de rest van de raad zich daar ook een beetje bewust van wordt, is dat hij alleen maar bezig is met gaten dichten. Ik heb al vaker gezegd, dat dit een wethouder is van spreadsheetmanagement en dat doet hij ook. We hebben eerder met elkaar gesproken bij de behandeling van de Agenda van Roosendaal versie 1.0 dat moest gaan over die maatschappelijke effecten, daar is niets mee gedaan. Er is toen gesproken er moeten visies komen, daar is allemaal niets mee gedaan, dat komt allemaal nog wel. De wethouder zegt, ja maak je geen zorgen er komt binnenkort een Agenda van Roosendaal 2.0. Maar die hebben we ook nog niet gehad. Dezelfde wethouder vindt het allemaal wel prima, dat er zoals zojuist ook weer 7 ton weggeven aan een praatproject. Maar deze wethouder weet ook dat het kabinet voor miljoenen tekorten gaat zorgen, ook hier in Roosendaal. Alleen al het simpele voorbeeld van de AWBZ en u hoeft echt geen Einstein te heten, dat het voor Roosendaal dramatisch gaat worden. Dramatisch, en dat weten we met elkaar en wat doen we? De wethouder zorgt gewoon dat zijn spreadsheet voor dit jaar en volgend jaar op orde is. En dan hoopt hij maar iedereen rustig te houden met pleisters plakken, zodat hij in de verkiezingen volgend jaar 2014 nog mooie sier kan maken. Maar de echte keuzes, voorzitter, en mijn college van de Partij van de Arbeid mevrouw Zijp begint er ook steeds vaker over te spreken, moeten wel een keer worden gemaakt. De echte fundamentele keuzes moeten worden gemaakt, voorzitter. En dan is het ook aan deze wethouder om ervoor te zorgen dat alle zaken boven tafel komen en dat we daar wat mee gaan doen. Maar de wethouder zal zeggen, maakt u zich geen zorgen, slaap zacht. En de ellende komt dan wel na de verkiezingen van 2014, voorzitter, of 2013, 14, ja. VoorzitterO De VOORZITTER: De heer Matthijssen. De heer MATTHIJSSEN: Dank u wel voorzitter. Voorzitter, ik zou de heer Schijvenaars willen vragen of hij in zijn eerste termijn of in zijn tweede termijn komt, met zijn motie van wantrouwen, getuige zijn eerdere uitlatingen vanavond.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 41
De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, dat is een terechte vraag al wat langer zit ik te dubben hoelang ik nog vertrouwen kan hebben in wethouder Theunis. En hij is inderdaad erg hard aan het solliciteren, voorzitter, dat zal vanavond nog niet gebeuren maar het zou zomaar kunnen dat in ieder geval in de loop van dit jaar dat gaat gebeuren als inderdaad zichtbaar gaat worden hoe groot de tekorten gaan zijn, voorzitter. Voorzitter, zomaar een klein voorbeeld. De voetbalcasus, in de Commissie reageert de wethouder heel nuchter, van er is niets aan de hand. Als ik zelf een rondje langs de velden doe, dan hoor ik hele andere geluiden, wie heeft er dan gelijk? Voorzitter en over dat soort zaken moet het wel hebben, dat contact met die samenleving. Voorzitter, uiteindelijk en dat is dan mijn slotzin, voorzitter, dan heeft u weer een minuut gewonnen. Uiteindelijk gaat het over een echte kerntakendiscussie. Al jaren pleit ik voor dit onderwerp, met elkaar spreken wat doen we wel, wat doen we niet. En al jarenlang zegt de meerderheid, dat is niet aan de orde. Gelukkig begint er wat te bewegen. Maar wij krijgen vanuit het Rijk te maken met enorme decentralisaties en dat zijn wel kerntaken en die moeten wij gaan vervullen. We moeten meer gaan doen met minder geld. Die kerntaak, die moeten wij oppakken en daar moeten wij wat van vinden met elkaar en moeten we ook eerlijk durven te communiceren naar onze inwoners toe, dat zij straks te maken krijgen met minder lusten en hogere lasten. Laten we dat eerlijke verhaal wel delen met elkaar, want anders voorzitter, krijgen we opnieuw wat elke keer gebeurt bij verkiezingen, voor de verkiezingen beloven we van alles en na de verkiezingen komen we de beloftes niet meer na. Vinden wij het dan nog vreemd dat in Roosendaal minder dan 50% gaat stemmen? De VOORZITTER: Dank u wel. Mevrouw Zijp van de fractie van de Partij van de Arbeid. Mevrouw ZIJP: Ja, voorzitter dank u wel, de Partij van de Arbeid die vindt dat de spaarpotten verstandig moeten worden ingezet. Het voorliggend voorstel gaat over de claims op de fondsen. Het kader voor deze uitgaven is voor een groot deel al vastgesteld bij de behandeling van de Agenda van Roosendaal, vanuit onze rol als volksvertegenwoordigers dienen wij verantwoord om te gaan met de besteding van deze eenmalige spaarpotten, maar wel met respect voor de al eerder genomen democratische besluiten. En vanuit de hier al vastgestelde criteria voor de besteding van deze gelden. Hoe krijg je verantwoording op de uitgaven bij dit raadsvoorstel? Het gaat tenslotte om duurzame verandering en het raakt heel veel mensen in onze samenleving. Tevens hebben we wel eens het gevoel dat we in een trein zitten die al is gaan rijden terwijl we nog met de route bezig zijn. Maar we constateren ook dat het inherent is aan transitieprocessen. Want we hebben te maken met harde data, harde data waardoor wij al eerder bepaalde veranderingen moeten gaan inzetten. De voorstellen die hier voorliggen hebben wij tussen de Commissie en de raad nog eens gecheckt op de criteria zoals die vastgesteld waren door ons en geconstateerd dat we met name gaan inzetten op onze rapportages en controlerende raad, een controlerende rol van de raad. Bijvoorbeeld bij de sportaccommodaties ook, meetbare opbrengsten, hoe gaat de transitie verder, rapportages hoe wij verder in het traject gaan lopen daarmee en wat dat betekent voor de samenleving. De buurthuizen hier staat de zelfredzaamheid centraal als ontmoetingsruimte, maar we hebben al geconstateerd dat die zelfredzaamheid in de ontmoetingsfunctie in de weg kan gaan zitten. Voorbeelden horen wij van verenigingen en wij horen ook dat er inzake inverdienen soms gedacht wordt aan zaken als bruiloften en partijen, die ook wel eens de nieuwe kaders van de Horecawet zouden kunnen doorkruisen. Conclusie: Kader over de bedragen is de uitwerking van een eerder genomen besluiten, wel willen wij goed geïnformeerd blijven inzake afspraken die nu nog worden gemaakt met de gezamenlijke buurhuizen. De rapportages over de verantwoording van de gelden, recent hoorden wij daar nog iets over met de inspraak inzake buurthuis Kalsdonk en een nog lopend onderzoek gebouwen inventarisatie te koppelen aan deze ontmoetingsfunctie, waarop wij ook willen in, bij betrekken de scholen die al deels leeg komen te staan en de gymzalen. Dan kom ik bij het onderwerp transitie Kleine Overheid, hier hebben wij uitvoerig naar gekeken, want het gaat inderdaad om veel geld. Positief vinden wij dat ons college niet als Breda gaat voor gedwongen ontslagen, maar vanuit een menselijke maat kiest voor herplaatsing en omscholing en mensen aan de organisatie te binden. Budgetten van de opleidingen vonden wij tijdens de behandeling in de Commissie Bestuur aan de hoge kant, daar hebben wij ook naar gekeken en ook gekeken hoe dat landelijk verder bij organisaties gaat. En dan blijkt dat wij niet aan de hoge kant zitten maar redelijk aan de onderkant van de marge. Blijft nog wel een hoog bedrag, dus ik ben wel benieuwd hoe de wethouder reageert op het zojuist ingediende amendement of motie van GroenLinks inzake de halvering. Dat wil ik nog even horen. Wat wij wel zien is dat wij als raad onvoldoende meetbare effecten van de al eerder ingezette organisatieveranderingsbudgetten hebben en dan refereer ik toch nog
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 42
eventjes aan het KCC waar wij toch wel harde datums op hadden. Naast de al toegezegde bespreking over de organisatie, waarbij ook de algemeen directeur betrokken zou worden, willen wij bij deze invulling vooral ook informatie over de meetbare bijdrage aan de ombuigingsdoelstellingen en termijnen en data en dan vinden wij de B-rap nog te ver weg. Dus conclusie: Budget was al ontsloten bij de Agenda van Roosendaal. Controle daar willen wij graag nadere toezeggingen op inzake tussentijdse rapportages. Waarom ook, omdat wij eigenlijk en dan refereer ik weer naar die rijdende trein, we gaan aan de gang met een versie 2.0, net al door de heer Schijvenaars genoemd, we gaan ook aan de gang met interactieve scenario's over de transities met de hele stad eigenlijk, dus laten wij constant terugkomen en peilen naar de raad hoe ver we er in zitten met de besteding van de gelden. Laatste punt is De Stok, hier hebben wij geen eerdere besluitvorming behalve contouren over gezien, met name dat er gesproken werd, even kijken hoor, er is, dat er intern bezuinigd zou moeten worden, dus een taakstelling. Nu staat er een post om te kijken met een extern onderzoek over eventuele verkoop. Op deze post willen we eigenlijk het voorstel amenderen, maar vragen of dit raadsvoorstel per onderdeel in stemming gebracht kan worden, omdat wij deze gelden niet zullen goedkeuren, maar vinden dat dit vanuit de organisatie zelf met voorstellen zullen moeten komen. Heel kort nog de communicatie, heel erg belangrijk vooral we het verdere proces in gaan zetten met de scenario’s en dan is een website is toch te weinig dus daar moeten we ook naar kijken met een werkgroep over die transities hoe we die communicatie beter en breder gaan inzetten. Dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel. Ik kijk nog anderen in de raad in eerste termijn. De heer Van den Beemt, ja, ga uw gang. De heer VAN DEN BEEMT: Dank u wel, voorzitter, de VVD heeft op zich geen aanvullingen en opzichte van de Commissie. Wel zijn we erg geïnteresseerd in het amendement wat GroenLinks heeft ingediend over de samenvoeging. Inderdaad is het museum een tijdje geleden gewoon onderdeel geworden van de ambtelijke organisatie, misschien is het wel zo handig om dat dan gewoon ook op meerdere manieren tot uitdrukking te brengen. We hopen dat de voorzitter daar handvatten toe kan aanbieden. En wat De Stok betreft, zoals de Partij van de Arbeid zojuist het onderwerp ook al noemde, wij zullen daar in een later moment dit jaar op terugkomen. Als wij het voorstel, of de uitleg goed begrepen hebben namelijk dan staat er eigenlijk dat het college van plan is om De Stok wel te gaan verkopen als we de begroting daar intern niet op orde krijgen. En niet gaan verkopen als we het financieel wel op orde krijgen en dat vinden wij zo’n opmerkelijk uitgangspunt om met iets de markt op te gaan. Dus als het slecht loopt dan probeer je er een goede prijs voor te krijgen en als het goed loopt dan probeer je als gemeente iets te blijven doen wat geen gemeentelijke taak is, bijzonder, maar zoals ik al zei wij komen daar later op terug. De VOORZITTER: Dank je wel. Mevrouw Lute van de fractie van de PeP. Mevrouw LUTE: Dank u, voorzitter, was even wat consternatie want ik zag dat door een abuis de naam PeP niet onder de moties, motie van GroenLinks is vermeld. De VOORZITTER: Maar dat is al consternatie? Mevrouw LUTE: Nou, dat.. toen nam ik de verkeerde papieren mee. De VOORZITTER: Ik snap het, ik snap het, maar ja. Mevrouw LUTE: Dat betekent de motie samenvoegen, nee, het gaat over de motie tot het halveren van het transitieO De VOORZITTER: Motie nummer 7. Mevrouw LUTE: Kleine Overheid. Voorzitter, ook PeP verzoekt om dit voorstel puntsgewijs in stemming te brengen zodat er iets te kiezen valt, iedereen moet bezuinigen en dat doet pijn en soms zo’n pijn dat noodzakelijke bezuinigingen niet gehaald worden. Daarvoor zijn de fondsen van de Agenda van Roosendaal in het leven geroepen. Het onderliggend raadsvoorstel gaat over opnames uit het transitiefonds ruim 1,5 miljoen. In de opname transitie Kleine Overheid kan PeP zich ondanks de heldere
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 43
uitleg van de wethouder tijdens de Commissievergadering niet vinden. Door deze opname bedraagt het totale opleidingsbudget voor de gemeentelijke overheid ruim 1,4 miljoen voor het jaar 2013 en dat in een tijd, waarin iedereen drastisch moet bezuinigen en inwoners, bedrijven en organisaties elk dubbeltje moeten omdraaien. PeP vindt dat de transitie Kleine Overheid met minder moet. Zeker als we naar de stand van het transitiefonds kijken in de jaren 2013 ruim 1,1 miljoen negatief en in 2014 346.000 euro negatief. De komende tijd is het transitiefonds dus blut, leeg. En dat terwijl wij niet weten wat ons de komende jaren nog aan tegenvallers te wachten staat, maar dat die er zullen zijn is zeker. Dan de voorlaatste opname De Stok, 40.000 Euro, PeP is van mening dat De Stok al jaren een belachelijk hoog subsidiebedrag ontvangt. Wij vinden dat genoemde onderzoeken uit de exploitatie BV moeten worden betaald en niet ten koste moet gaan van een overheidsfonds. Bovendien zijn ook deze kosten, zoals kosten onderzoek en inschakeling juridisch adviseur ook belachelijk hoog. En wij zullen dan ook tegen dit punt stemmen, dank u wel. De VOORZITTER: Dank u wel, mevrouw Lute. Anderen nog van u raad een eerste termijn op dit moment? Dat is niet het geval, dan is het antwoord eerste termijn van de zijde van het college door wethouder Theunis. De heer THEUNIS: Dank, voorzitter, u zult begrijpen dat ik mij op de rand van een zenuwinstorting bevind momenteel, maar ik zal me er toch doorheen slaan. Eerst even opmerken ook over de transitie zelfbeheer, dat heb ik in de Commissie ook proberen aan te geven en dat is heel essentieel om dat te begrijpen. De systematiek is ook, conform wat wij afgesproken hebben in de Agenda van Roosendaal. Een startbijeenkomst, succesvolle startbijeenkomst, van alle verenigingen is vanuit de verenigingen een projectgroep opgericht, hebben mandaat gekregen van de verenigingen. Een projectgroep die tot taak heeft om deze transitie uit te gaan voeren. De verenigingen hebben dat in handen gelegd van de projectgroep uit hun midden. Ik heb contact, ik heb overleg met die projectgroep, daar ligt het mandaat. En ik heb mij daar verder niet mee te bemoeien, uiteraard ontvang ik signalen, krijg ik signalen die ik ook weer neerleg bij de projectgroep. Ik dien mij niet te begeven buiten die projectgroep. Het is ook aan de projectgroep vanuit de verenigingen zelf om bij hun wethouders te signalen over de voortgang, falen of succes hoe staat het ervoor? Wat is er nodig? Dit bedrag voor de transitie is dus voortgekomen uit die projectgroep, dus uit de verenigingen. Het is hun verzoek om dit te ondersteunen met deze eenmalige bedragen en u heeft ook van de mailwisselingen ook vernomen dat indien zij nog wat meer nodig hebben, moeten ze dat aangeven en zal ik mijn best doen om dat ook voor hun voor elkaar te krijgen. Die systematiek, ik hecht er waarde aan om dat te benadrukken, zeer zorgvuldig met elkaar afgesproken en daar dien ik mij ook zeer zorgvuldig aan te houden. Dan over de Kleinere Overheid, ook hetzelfde in de Commissie, ik heb ook gememoreerd dat de opgave voor de organisatie tweeledig is. Ik wil ook even memoreren, het zijn onze mensen, onze mensen die onder werkdruk in de samenleving werken, die namens u raad ook aan het werk zijn in die stad. En het zijn echt allemaal niet duur betaalde mensen, dat zijn de mensen in oranje pakken, die ook voor een vrij laag loon in weer en wind voor die burgers bezig zijn. Onze mensen in onze stad, ook uw mensen, voorzitter, ook mijn mensen voor u raad die actief zijn daar moeten we zeer zorgvuldig mee omgaan. En die opgave voor die mensen is tweeledig, A binnen een paar jaar een financiële opgave uit dat apparaat 9,5 miljoen euro, u hoort dat mij goed zeggen, 9,5 miljoen euro dient door die organisatie door die mensen te worden opgehoest. Dat is een kolossaal bedrag, dat is een zeer fors deel van de totale bezuinigingen dat die organisatie gaat leveren. Bovendien hebben ze de opgave, die mensen moeten ook heel radicaal anders gaan werken en niet binnen tien jaar maar binnen een paar jaar tijd moeten ze het anders doen. Dat willen wij ook graag, dat eisen wij ook van die mensen. Daar tegenover staat uit de organisatie zelf mogen wij ook een stukje hulp krijgen, net zo goed als verenigingen, maatschappelijke instellingen, door de raad gerespecteerd ook een steuntje in de rug krijgen. Mogen dat onze mensen dan ook krijgen? Dan even over de financiële kant van de zaak. Opleidingsbudget is gezegd dat zou hoog zijn als ik kijk naar het A&O-fonds er zijn normen voor, het gemiddelde is 2,1%. Gemeenten hebben ooit een norm afgesproken van 2%, wij zitten op 1,9% opleidingsbudget. Ik moet wel zeggen als u de cao, als u zich goed verdiept hebt in die materie, de cao van de gemeenten, ingaande per 1 januari 2013 verplicht gemeenten ook om een individueel opleidingsbudget te besteden door een individuele ambtenaar te besteden van 500 euro per man. Dat slaat al een gat in het budget voor 3 ton, dat moeten wij ook allemaal ophoesten binnen dit budget vrij klein maar, dat hoort er allemaal bij, dat moet allemaal worden opgebracht. Dan eventjes, dus de GroenLinkse motie is ook gezegd wethouder bent u terughoudend. Als u goed gelezen hebt bijlage 4,
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 44
pagina 15 vindt u daar de totale berekening van wat nodig is voor de transitie, oplopend een bedrag van totaal 2,6 miljoen. En eigenlijk dat is meer gezegd tegen iemand, ben ik ook een beetje dom eigenlijk, want ik had niet terughoudend moeten zijn. Ik had een bedrag moeten claimen van 2,6 miljoen, had ik nu 1,3 miljoen gehad. Ik ben terughoudend geweest, ik claim niet 2,6 miljoen, ik vraag een startbedrag om te beginnen 7,5 ton van die 2,6 miljoen, om met dat bedrag te beginnen. En ik heb in de Commissie gezegd toegezegd ook dat moet ook, doe ik ook graag, want hoe verantwoording afleggen en liever nog eerder dan de B-rap zoals mevrouw Zijp zegt is van belang niet alleen voor verantwoording, maar dat u kunt meevoelen, meekijken wat wij binnen die organisatie met die mensen aan het doen zijn, startbedrag van 7,5 ton. En ik ben zeer terughoudend geweest. Ambtelijk heeft men ook gezegd 2,6 miljoen gaat het kosten. Ik ben ook terughoudend geweest, ik heb gezegd eerst zien dan geloven, maar laat ik maar met 7,5 ton beginnen. Dan nog even over het transitie museum, dat vind ik helemaal een toppertje, eigenlijk. Dat noem ik even een vuiltje wegwerken, want er ligt een taakstelling op het museum. Nou, weet je wat er is ooit verzonnen we nemen die mensen gewoon in ambtelijke dienst, weet je wat poets dat binnen die organisatie. Dus niet alleen voorstellen om dat transitiebedrag te halveren en te verlagen maar ook dit vuiltje ook nog eens op de ambtelijke organisatie te laten bloeden. Nee, die taakstelling staat en daar moeten wij over denken gerelateerd aan het museum en niet denken van ik heb nog een vuiltje ik ga het nog maar eens even lekker wegwerken op deze manier. Volgens mij ben ik er. De VOORZITTER: Dank u zeer, wethouder. Van u, zijde van u raad, tweede termijn? Ik kijk even naar de fracties van de Roosendaalse Lijst en het CDA nog behoefte? Geen behoefte aan een tweede termijn? Ja, ga uw gang mevrouw Van den Nieuwenhof. Mevrouw VAN DEN NIEUWENHOF: Dank u, voorzitter, even kijken. Na het debat in de Commissie Bestuur bleek dit raadsvoorstel voor ons een A-stuk. We hebben wel allerlei kanttekeningen geplaatst en vragen gesteld onder andere over het beëindigen van de kapitaallastensubsidie voor twee buurthuizen, dit leek ons erg rigoureus, hierover loopt nu een bezwaarschriftenprocedure. Dit wachten we gewoon even af en we kijken wat daar verder uitkomt, we volgen het wel absoluut op de voet. Andere zorgvragen nam wethouder Theunis over het zwembad, de sportvelden transitie voldoende bij ons weg. We misten echter wel de, een claim voor de transitie voor de samenvoeging museum en archief. Dat hebben we ook gemeld we vroegen ons af of hier die claim voor nodig is of dat dat later misschien nog komt. We hebben dat toen, we hebben daar toen in de Commissie geen antwoorden gekregen, niet van wethouder Theunis ook niet van wethouder Verbraak omdat het al 00.30 uur was toen de Commissie ten einde liep heb ik daar ook niet meer na gevraagd. Ik wil dat nu even alsnog doen, hoe staat het nu met de transitie museum archief, wat is de wethouder van plan. Kunnen we nog een claim of hoe gaat het met de taakstelling, misschien kan u daar iets over zeggen. Dat was het. De VOORZITTER: Dank u wel, mevrouw Van den Nieuwenhof. Dan loop ik even de sprekers af ook in de volgorde van de eerste termijn of er behoefte is aan een tweede termijn. De heer Verhoeven? Ja, ga uw gang. De heer VERHOEVEN: Ja, voorzitter, de, wat betreft de voetbalverenigingen, de RVF, ik snap natuurlijk wel dat de wethouder zegt van ja luister eens ik luister naar één partij en daar heb ik het mee te doen. Maar wat ik wil zeggen van, luister ook naar de gemeenschap, die samenwerking want het komt goed. Ik hoor uit uw woorden dat de aanvullingen betreffende de mail die u blijkbaar niet ontvangen heeft, maar ik heb hem hier liggen dus, het gaat om een klein geldbedrag en ik vind dat moet kunnen. Maar dat komt helemaal goed. De Kleine Overheid, de amendement van GroenLinks en ik heb het er ook al over gehad in mijn eerste termijn, dat gaat dus over van luister laat de wethouder nou eens op het puntje van de stoel zitten en ook al smeekt hij hierom, laten we beginnen met die 7,5 ton, wij zeggen van nou het kan met minder ook en laat dat aan de gemeenschap zien dat je dus daarmee begint. En mocht het nodig zijn dan kun je altijd kloppen bij de raad om meer geld met een flinke onderbouwing uiteraard. Dus wij gaan dat amendement gaan we in ieder geval steunen. Dan hebben we het over de samenvoeging van de transities een eerste gedachte dachten wij van ja het is natuurlijk ambtelijk personeel, maar ook van het museum en het archief, zoals de wethouder dat uitlegt denken wij dat we daar beter aan doen om achter de wethouder te gaan staan en het amendement niet te steunen. De Stok voor ons ook een heel belangrijk item, die 40.000 euro, ja daar kunnen wij absoluut, absoluut niet mee instemmen. Ik heb het in de Commissie als gezegd al verkoop je De Stok voor 1 euro, alsjeblieft hier moet iets gebeuren heel snel
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 45
en om weer een onderzoek te laten verrichten dat is gewoon niet verstandig. Dus daar zullen we in ieder geval tegen stemmen. En de rest hoort u vanzelf. De VOORZITTERL: Dank u wel meneer Verhoeven. Mevrouw Oudhof. Mevrouw OUDHOF: Voorzitter, afhankelijk van de antwoorden van de wethouder was de SP-fractie van plan al dan niet in te stemmen met het raadsvoorstel. Nou, voorzitter, we hebben geen enkel antwoord gekregen op onze vragen. Dus dat zou betekenen dat we niet gaan instemmen met het raadsvoorstel. Ik geef de wethouder nog een kans en ik zal nog in het kort even mijn vragen herhalen die ik in de eerste termijn al gedaan heb. Wat gaat de wethouder doen met het te weinig geld wat nu in het transitiefonds komt? Komt de wethouder met een voorstel waar de Kadernota 2014 om daar een oplossing voor te vinden? De SP hoort dat graag van de wethouder. Dan de SP vindt dat het noodfonds geen deel van uw oplossingen mag uitmaken. Wat vindt de wethouder daarvan? Wat is de lange termijnvisie van het transitiefonds? Hoe kijkt de wethouder aan tegen het in het roodstaan van het transitiefonds met de wetenschap dat er nog meer transities aan gaan komen? Voorzitter, ik sluit af en ik wacht het nog even af. De VOORZITTER: Dank u wel. Mevrouw Koenraad fractie van GroenLinks. Mevrouw KOENRAAD: Dank uw wel, voorzitter, er zijn in organisaties in de zorg met een opleidingsbudget van 500 euro per persoon, aan opleidingsbudget, dus benchmark kunnen we misschien een percentage van 1,9 of 2,0 of 2,1 aangeven, maar dan vergelijk je met andere gemeentes en niet met andere organisaties, die ook voor een enorme kantelingsoperatie staan. En juist die andere organisaties zijn de partijen waaraan wij het moeten uitleggen. En ik begrijp wel het punt van wethouder Theunis dat het zijn onze eigen mensen en het zijn onze eigen en het is ook niet gezegd dat het er niet van komt, het budget, maar ons punt was dat je het goed uitlegt en daar nog eens een extra moeite, door het extra te verantwoorden, vinden wij gepast. Het geld van die transities, bijvoorbeeld, komt in ieder geval nog naar de gemeente, veel organisaties raken vrijwel budgetloos. En ik vind het vanuit GroenLinks, vinden wij dat het een slecht signaal is als je dus zelf wel gemakkelijker uit een transitiefonds kunt putten dan organisaties, vind ik dat je de verplichting hebt om daar goed over te verantwoorden. Dan heb ik dat andere punt van die, van dat museum. Kijk de gemeente, het college zelf heeft bedacht dat dat museum bij de ambtelijke organisatie zou kunnen worden behoren, dat hebben, dat heeft de raad eigenlijk zelf niet bedacht. In dat museum, de huisvestingslasten die lossen zich tegen 2017 op vanwege beëindigen huur van het archief, maar die personeelscomponent die lost zich niet vanzelf op als medewerkers aan het museum archief blijven verbonden. Een deel van de FTE binnen de museum, kan ook ingezet worden in andere functies, zelfs binnen een FTE kun je een splitsing maken in functies bij medewerkers en docenten van het CVK zit ook de vraag, dat zijn ook mensen die hun hart bij de muziek leggen, maar wordt ook gevraagd om een andere functie te accepteren. Dus GroenLinks ziet daar niet echt een verschil in het museum met mensen die daar werken. Voor die accreditatie van het museum is het misschien wel nodig dat de geaccrediteerde medewerkers nodig zijn, of aanwezig zijn, maar voor hoeveel FTE is dit eigenlijk nodig, is dat wel eens onderzocht. Als daar één iemand voor 0,4 rondloopt is dat voldoende voor een accreditatie en is zelfs de accreditatie van de directeur van het archief niet voldoende om het museum te laten draaien. En dat wethouder Theunis spreekt over een vuiltje, ja dat is natuurlijk niet correct, want wij hebben al lang in de raad gezegd van wij willen dat museum houden en wij willen dat op die plek houden. En het gaat er nu om dat je steeds de inhoudelijke discussie over het museum krijgt, terwijl als je het voor een, als je het tot een transitiediscussie maakt over het, over de transitie Kleine Overheid, is dat een kans om het museum te behouden. Dus ik vind dat niet een vuiltje wegwerken. Maar goed, we hebben nog even naar de motie gekeken want ik begrijp dat het inderdaad ondoenlijk is om ook nog dan dat binnen dat gehalveerde budget voor elkaar te krijgen, dus hebben we het dictum zodanig aangepast, de moties samenvoeging twee transities dat per direct de transitie samenwerken museum en archief en kleine overheid samen te voegen tot één transitie. En daarmee wordt deze motie ook mede ingediend door de VVD. De VOORZITTER: Ja, dat betekent dat motie 7 ingediend door GroenLinks en PeP, o nee, dat, nou ben ik in consternatie.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 46
Mevrouw KOENRAAD: Excuus. Ja. De VOORZITTER: Alleen dus door GroenLinks en nu dus mede door de VVD ondersteund ingediend, dat het dictum luidt: “Per direct de transities samenwerking museum en archief en Kleine Overheid samen te voegen tot één transitie”. En dus vervalt, vervallen de woorden “en te coördineren en te bekostigen vanuit de fondsen voor de transitie Kleine Overheid”. Dat is nu de motie 7, zoals die voorligt. Ja, u heeft het allemaal? Oké. Ja, zeker, ga uw, u heeft nog nul seconden dus het kan nog even. Mevrouw KOENRAAD: Oké, nou ik wou even aanvullen inderdaad dat mevrouw Lute van PeP inderdaad het amendement wilde ondertekenen en dat is op de één of andere manier te laat door gegeven waardoor die wijziging niet meer mee kon, waarvoor excuus. De VOORZITTER: Goed, dank u wel. Dan ga ik naar de heer Schijvenaars, tweede termijn. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, wethouder Theunis hoeft zich weer geen zorgen te maken, want er is vanavond ook weer via de coalitiepartijen toegetreden tot deze coalitie in de vorm van de VVD, dus u heeft altijd alle steun, voorzitter. Maar toch, hou rekening met het ergste scenario, voorzitter, want binnenkort de Jaarrekening 2012. Je moet straks ook nog proberen te redden wat er te redden valt bij de Begroting 2014, dus het zal allemaal niet makkelijk worden, voorzitter. Voorzitter, wat mij steeds meer gaat irriteren dat is dat wij in deze raad jarenlang bezig zijn om het met elkaar te hebben over wat is wel belangrijk, wat is niet belangrijk, wanneer gaan we het wel doen, wanneer gaan we het niet doen. De kerntakendiscussie, voorzitter, die komt maar niet van de grond. Ik heb in 2011, meen ik, heb ik bij de Begrotingsbehandeling toentertijd het amendement A29 ingediend, in de volle overtuiging en in de verwachting dat dat zou leiden tot inderdaad die maatschappelijke effecten, goede visie, enzovoort. En het gebeurt niet, het gebeurt gewoon simpelweg niet. We blijven de zaken maar als een soort bulldozer naar voren schuiven in de hoop dat er ergens onderweg voldoende gaten zijn om het in te verstoppen, voorzitter. En dan zijn er gaten genoeg in het openbaar gebied maar ook gaten in de begroting. En we gaan er gewoon niet goed mee om, voorzitter, en ik vind dat wij gewoon ook niet goed bezig zijn naar onze kiezers toe, naar onze inwoners toe want die voelen op hun, hoe heet dat, die voelen gewoon aan hoe zwaar de bezuinigingen zullen zijn voor hun. Die snappen ook niets voor zo’n avond waarin wij het hebben over tonnen voor een Zorgboulevard, terwijl die mensen zich afvragen van hoe moet het nu straks met mijn zorg, met mijn AWBZ? Hoe zit het met die slecht liggende tegel bij mij in de straat? En daar doen we niks mee. En dan zegt op een gegeven moment de wethouder ik kom met een Agenda van Roosendaal 2.0. De VOORZITTER: De heer Musters. De heer SCHIJVENAARS: En de raad neemt er maar genoegen mee, maar de Agenda van Roosendaal 2.0, voorzitter, ik zie hem niet verschijnen. U wel? De VOORZITTER: Interruptie, heer Musters. De heer MUSTERS: Ja, ik heb eigenlijk geen vraag, voorzitter, maar ik wil in ieder geval zeggen dat wij in de volgende cyclus de drie visies gaan behandelen als raad en dat we daar zeker ook keuzes zullen maken. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, is dat een toezegging van de Roosendaalse Lijst dat zij bij de volgende cyclus keuzes gaan maken. Ja, u heeft nu net de belofte gedaan en dan stel ik maar vast dat de Roosendaalse Lijst dus keuzes gaat maken in de volgende cyclus. Ik zal u er graag aan helpen herinneren, voorzitter, als wij de visies gaan behandelen. Want het moet er wel toe leiden dat er dan een Agenda van Roosendaal 2.0 gaat komen. En ik vraag nog even aan de wethouder of hij inderdaad kan toezeggen dat die Agenda van Roosendaal 2.0 er gaat komen en of hij ook nog even kan aangeven wanneer dat dan is. De VOORZITTER: Dank u wel meneer Schijvenaars. Ik kijk naar mevrouw Zijp, Partij van de Arbeid.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 47
Mevrouw ZIJP: Ja, voorzitter, heel kort. Verantwoording, ook net genoemd door mevrouw Oudhof, heel belangrijk. Ik begreep dat de wethouder daar een toezegging op gedaan heeft, zeker wat betreft de organisatie, maar dan ook met meetbare effecten, dus een gedetailleerde rapportage. Dan een ander punt waar ik nog niets over heb gehoord en dat is de buurthuizen. Graag willen wij die ontmoetingsfunctie waarover gesproken wordt ook in de stukken integraal benaderen, dus ook met of dan de rapporten klaar zijn over de leegstand, inventarisatie gebouwen en of daar ook de huisvesting onderwijs in meegenomen kan worden, de prognose over leegstand, de avondinvulling van een brede school of een gymzaal. Dus dat wij integraal die ontmoetingsfunctie kunnen behandelen. En laatste vraag of de voorzitter kan toezeggen dat wij dit voorstel puntsgewijs in stemming gaan brengen, dank u wel. De VOORZITTER: Dank u zeer. En dat antwoord is ja we zullen straks 1 tot en met 5, de besluitvorming per besluit afpellen in de besluitvorming. Ik kijk naar de heer Van den Beemt, behoefte een tweede termijn, niet het geval. Mevrouw Lute? Ook geen behoefte. Dan is nog de beantwoording in tweede termijn door wethouder Theunis. De heer THEUNIS: Ja, dank voorzitter, nog een paar korte punten. Allereerst even museum, naar mevrouw Koenraad, vuiltje was misschien een beetje ongepast. Maar heeft wel een achtergrond en die zal ik even klip en klaar uitleggen. Wat ik daarmee bedoel is dat er een taakstelling rust op het museum. We hebben die mensen binnen de formatie van het gemeentelijk personeel gebracht. Die subsidie, dat bedrag dat op subsidie stond dat dient ter dekking van die formatie. Als u zegt we lossen het daarbinnen even op, dan laat dat duidelijk zien dat als je dat moet doen, dat betekent één of twee formatieplaatsen, moet ik die dekken in de Begroting, die zijn dus beschermd, moet ik elders in de organisatie één of twee formatieplaatsen schrappen. Ja klopt, maar dat is lekker makkelijk natuurlijk om dat te zeggen, doe maar ergens, los het maar op. Stapelt u dat maar bovenop die 9,5 miljoen die de mensen toch al moeten doen. Dan, denk ik, dan moeten we ook vragen wat zijn de consequenties, ben doordacht want dat fonds gaat dat niet oplossen. Dat is eenmalig geld en dan wil ik alleen maar benadrukken, vind ik, een beetje makkelijk om te zeggen van nou maak hier maar de keuze om dat museum te beschermen en ach ergens in die organisatie poets maar wat weg joh, ik hoef het ook niet te weten dat, dat vind ik, vind ik, geen goede gang van zaken om dat zo op te lossen. Daar vind ik eerder hou dan nog even die transitie museum overeind en kijk even of je alsnog die taakstelling, wat daarvan de consequenties zijn en als je als raad dan besluit dit willen we niet doen, wethouder kom met een oplossing, dat vind ik een goede gang van zaken. Maar dit gaat mij veel te snel. De VOORZITTER: Mevrouw Koenraad. Mevrouw KOENRAAD: Ja toch, voorzitter, was dat precies de bedoeling wat u net beschrijft, want nu krijgen we steeds opnieuw de discussie over het museum, kunnen we dit museum wel in de lucht houden, maar dat heeft niet te maken met de museumfunctie want daar is al langer voor gekozen. Het heeft te maken met die transitie van die medewerkers. En natuurlijk, het is zo gemakkelijk om te zeggen van dan moet het ergens anders maar alsof wij daar heel nonchalant in zouden zijn, dat is niet waar. Ik begrijp best dat dat een hele lastige opgave is, maar het is wel precies wat die motie beoogt. De heer THEUNIS: Nee, klopt, maar dan wil ik alleen maar even scherp aangeven wat daarvan de consequenties zijn, maar u vraagt dan nog steeds niet aan mij van waar gaat u dat dan verder schrappen, want dat moet ergens een consequentie hebben. Maar goed, we zullen zien bij de stemming van de motie. De VOORZITTER: De heer Van den Beemt. De heer VAN DEN BEEMT: Ja, voorzitter, dit is wel een pikante discussie, want er wordt de hele tijd gedaan alsof het de raad is geweest die heeft gezegd dat de museumfunctie op de huidige locatie moet blijven staan, maar die uitspraak heeft de raad nooit gedaan. De wethouder heeft dat uitgesproken. Wij hebben keer op keer gevraagd wat bedoelt u nu. En daar is dat antwoord op gekomen. Dus wat de heer Theunis nu doet is mevrouw Koenraad er de schuld van geven dat het financieel allemaal zo lastig is om datgene wat wethouder Verbraak uit zichzelf heeft toegezegd, om dat voor elkaar te krijgen. En dat is het probleem waar u mee zit, dus wilt u dan alstublieft uw eigen probleem op uw eigen bordje houden en dat
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 48
intern regelen? En dan niet gewoon een nette manier om met elkaar een aantal dingen wat beter gestructureerd te maken ons te gaan verwijten. De VOORZITTER: Wethouder. De heer THEUNIS: Ik heb daar niets aan toe te voegen. Ik heb gezegd wat ik heb gezegd. De motie zegt, en dat is de consequentie, je moet ervan doordacht zijn, dit betekent een extra taakstelling op die ambtelijke organisatie. Wat u zegt een extra taakstelling en daar gaat u nog, want uit dat fonds red ik het niet dat is eenmalig geld. Leuk gebaar van dat u zegt van nou haal dat maar een jaartje uit dat fonds, maar structureel is nog slechter, die opgave die u er bovenop stapelt dat is de consequentie. Over de andere vragen, even over die normenO De VOORZITTER: De heer Schijvenaars, nog een aanvullende interruptie? De heer SCHIJVENAARS: Ja, voorzitter, het valt me op dat mijn collega nu wegloopt, want de wethouder geeft geen antwoord op zijn nieuwe coalitiepartij en dat is toch buitengewoon zorgelijk. U stuurt hem gewoon weer het bos in de nieuwe coalitiepartij die accepteert dat maar, maar ja, zal een beetje het voorbeeld volgen van Roosendaalse Lijst. Maar u heeft ook toegezegd dat deze mensen een museale functie houden, dat is ook gezegd toentertijd in die hele discussie. Wat gaat u nou doen, wat gaat u nou concreet doen, hoe gaat u het oplossen? Behalve alleen maar constateren dat u een probleem heeft. De VOORZITTER : Oké, wethouder. De heer THEUNIS: Weet ik het, dat heb ik nou juist dit uur gezegd, dat ik een probleem heb. Dat ik in die organisatie moet oplossen, dat is de consequentie van deze motie. Ik weet niet hoe, maar dat moet ik dan maar verzinnen. Dan over de andere punten, ik vind, eventjes die opleiding, maar goed dat voert hier te ver hoor als, kijk, kom ik heb zelf jaren in die zorg gewerkt. Moet één ding goed realiseren met opleidingsbudgetten in de zorg bestaan ook BIG-registraties, je ziet ook bij netto inzetbare uren dat dat over het algemeen lager is omdat men daar die uren in moet zetten voor opleidingen. Pas op met normen, want netto inzetbare uren van gemeentelijk personeel zijn aanzienlijk hoger dan van BIGgeregistreerde mensen, dat even ter aanvulling. Dus op zich is dat bij de gemeente niet zo hoog. Nog eventjes, dat was ik nog vergeten, dat heb ik in de Commissie ook gezegd, waarom is die transitie van levensbelang om te waarborgen dat we die taakstelling van die 9,5 miljoen echt gaan halen. Maar het belangrijkste is nog in deze transitie bestaat uit vele aspecten, staan ook beschreven, dat wij in staat zijn om het grootste risico voor de gemeente dat ontstaan van wachtgelden om dat te vermijden, omdat wachtgelden in tegenstelling tot, heb ik ook gezegd, bedrijfsleven kunnen bij het UWV het geld gaan halen wij niet, drukt op onze kosten moesten we vermijden. En wij moeten zorgen dat dat personeel wat we hebben 100% productief gaan houden, dat is een belangrijke opgave en als we met dit geld en daar heb ik ook het startbedrag van 7,5 ton waarvoor ik me hard probeer te maken dat het misschien bij 7,5 ton blijft of niet veel daarover ten opzichte van die 2,6, want dat vind ik nogal een verschil. Als je met 7,5 ton begint, terwijl in het stuk staat 2,6 dat vind ik een belangrijke opgave. En daar ga ik ook over verantwoorden, dat is al toegezegd. Ja, over, ik heb vorige keer al gezegd ja er zit te weinig geld in het transitiefonds. Je moet dit over meerdere jaren bekijken. We hebben gezegd, er is ook al een keer een motie ingediend we willen een verdeling, kunstmatige verdeling, een derde, een derde met duidelijk de aantekening ook geconstateerd binnen u raad voorzitter, dat we gezegd hebben als het een andere verdeling is, is het aan u raad om dat goed te keuren. Dat betekent ook, we komen natuurlijk ook met een Kadernota, een voorstel om over die komende jaren, inderdaad als je ergens een fonds over de grenzen heen loopt, overigens is het een stukje voorfinancieren, maar later zie je weer dat het wat meer om dat het tussen die fondsen te gaan vereffenen, systematiek aan u raad om dat goed te keuren. De VOORZITTER: De heer Schijvenaars. De her SCHIJVENAARS: Dank u wel, die bestemmingsreserve fondsen Agenda van Roosendaal die zijn voor een groot gedeelte ook gebaseerd op taakstellingen. Haalt u alle taakstellingen voor de vulling van die fondsen Agenda van Roosendaal?
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 49
De heer THEUNIS: Dan moet ik ze allemaal op een rijtje zetten, maar ik heb net de grootste en de grootste genoemd, heb ik ook gezegd als je kijkt op organisatie, dus 8,4 miljoen, maar er zitten nog een paar verschijnselen bij om het zomaar te noemen die ik nog moet inhalen, daar sta ik voor daar heb ik juist deze bedragen voor nodig om die te halen, dat is dan de grootste. Maar dan moet ik ze allemaal aflopen. Ik steek nog steeds mijn handen in het vuur voor bijvoorbeeld een zeer spannende, voor het zelfbeheer voor de sportaccommodaties. Wethouder Jongmans die heeft al aangegeven dat ook met het eenmalige transitiegeld ook bij de buurt- en wijkhuizen dat haalbaar is. Ja, dan moet ik ze even allemaal nalopen, misschien dat er eentje risicovol is, maar daar rapporteren we ook over. Maar als wij de totale omvang en de taakstelling zien, dan zie je dat de grote bulk wordt gewoon gehaald. En dat vind ik een heel groot succes in die korte tijd, samen met die samenleving want dat was het uitgangspunt. De heer SCHIJVENAARS: Ja, dank u wel, voorzitter. Ik hoor dus de belofte van de wethouder dat hij de grote bulk van de taakstellingen gaat halen. Wanneer mogen wij een overzicht ontvangen van die grote bulk van door de wethouder gegarandeerde taakstellingen? De heer THEUNIS: Ja, uiteraard maar dat heeft u al eerder van kennis kunnen nemen hoor. Maar goed dat wil ik voor u nog wel even op een rijtje zetten. Net zo goed dat u aan mij ook al talloze malen heeft horen zeggen dat de Agenda van Roosendaal 2.0 dat die eraan komt in de vorm van de toewerking naar de Kadernota 2014, dus dat is meteen ook de verduidelijking op die vraag die nog resteerde. Volgens mij ben ik er wel. Ja. De VOORZITTER: Oké, dank u wel. Mevrouw Van den Nieuwenhof. Moet jij nog wat doen, o ja, nee dat kan niet bilateraal na de vergadering. Nee, nee. Het antwoord is aan wethouder Verbraak. De heer VERBRAAK: Voorzitter, de vraag van het CDA was hoever staat het nu met de transitie museum archief waar zojuist ook over gesproken werd. Ik ben op dit moment met drie sporen bezig. Wat mevrouw Koenraad ook zegt personeel wat heb je nou per se nodig, want dat is al minimaal, twee FTE. Ik ben bezig met regionalisering van dat archief en zoals u weet ben ik met een grote omvorming van het Centrum voor de Kunsten naar het Centrum voor Cultuureducatie, binnen zit op de beeldvorming op cultuur op 20 februari en in die verbinding ben ik aan het proberen om te kijken of ik de taakstelling gedeeltelijk kan behalen want het is de moeilijkste taakstelling in mijn portefeuille en vanavond komt het ook aan de orde waar hem dat in zit, maar ik ben er wel volop mee bezig en ik kom daarmee bij u terug. Heb ik ook beloofd in de Commissie, toen het over dit onderwerp ging. De VOORZITTER: Mevrouw Van den Nieuwenhof Mevrouw VAN DEN NIEUWENHOF: Nou u zegt te verwachten de taakstelling gedeeltelijk te gaan halen, kunnen we dan nog een claim in de toekomst verwachten ten behoeve van deze transitie? De heer VERBRAAK: Dat weet ik op dit moment niet. Maar ik kom daar met u op terug, want ik heb nog geen hele uitgewerkte overzichten. De VOORZITTER: Wethouder. Ja, de heer Schijvenaars interruptie? De heer SCHIJVENAARS: Ja, voorzitter, waarom gebuikt u dan het woordje gedeeltelijk? De heer VERBRAAK: Ja, voorzitter, zo kunnen we bezig blijven. En dan kom ik terug op de Commissie die we met elkaar hebben gehad een tijd gelden toen het nog over dit onderwerp ging en dan kan ik dat weer gaan herhalen. Het museum krijgt geen subsidie, het zijn met name de personele kosten waar je het inderdaad in moet zoeken en daar moeten we een oplossing voor zoeken. Dat is heel lastig. De VOORZITTER: Komt terug in Commissieverband. Dan zijn wij door de beraadslaging heen. Zoals gezegd zullen wij per agenda, of per besluitvorming stemmen. Ik stel dan voor om waar een amendement is ingediend nummer 6 transitie Kleine Overheid om dat dan ook te pakken bij besluitpunt E, dus dat betekent dat wij nu over amendement 6 gaan stemmen en daarna vervolgens, het gaan stemmen, het
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 50
moedervoorstel besluit sub 1 want dat heeft daar betrekking op. Wil één iemand over het amendement nummer 6 een stemverklaring afleggen? Dat is niet het geval. Wie is voor amendement nummer 6. Daarvoor hebben gestemd de fracties van PeP, GroenLinks, VLP. Daarmee is het amendement verworpen. De VOORZITTER: Dan gaan wij naar de besluitvorming in het moedervoorstel sub1, ik lees het even voor, voor de mensen thuis. Wij stellen u voor om voor de transitie Kleine Overheid een bedrag van 750.000 euro beschikbaar te stellen voor 2013. Iemand daarover een stemverklaring? De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, kan ik een algemene stemverklaring geven in plaats van per onderdeel? De VOORZITTER: Ja, dat is goed, dat is goed. Ja, ga uw gang. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, ja, zoals bekend de Nieuwe Democraten gaan dit niet steunen. En dat heeft gewoon te maken, voorzitter, dat het allemaal hap-snap beleid is, er is geen enkel lange termijnplan, er ligt geen Agenda van Roosendaal 2.0 aan ten grondslag, het is maar net van waar het een beetje piept en kraakt en moet er geld naartoe. Het is ook aangetoond dat de fondsen niet volledig gevoed zijn, dat ze ook overvraagd worden, voorzitter. En aan dat soort hap-snap beleid doen wij niet mee. De VOORZITTER: Dank u wel en ik constateer dat die stemverklaring ook geldt voor de onderdelen 2, 3, 4 en 5. Mevrouw Koenraad. Mevrouw KOENRAAD: Voorzitter, stemverklaring ook bij het punt 1. Wij gaan dit wel steunen dit voorstel van die 750.000 en dat komt omdat wij in principe dat budget wel wilden toekennen, maar dat het ons vooral ging om het signaal naar de buitenwacht van wat doe je met dat geld, dus dat niemand verbaasd zal zijn dat we het wel steunen. De VOORZITTER: Ja, oké, dank u wel, helder. Anderen nog van u raad een stemverklaring? Niemand? Sub 1, wie is daarvoor? Daarvoor hebben gestemd, de fracties van CDA, VVD, Partij van de Arbeid, SP, ja, iedereen met uitzondering van de fracties van de Nieuwe Democraten en PeP, daarmee isO en de VLP, daarmee is sub 1 van het raadsvoorstel aanvaard. De VOORZITTER: Wij gaan naar besluit sub.2 en dat is dat u wordt voorgesteld om voor de transitie buurthuizen een bedrag van 267.000 euro beschikbaar te stellen. Eén uwer behoefte aan een stemverklaring op dit onderdeel? Niemand? Wie is voor sub.2? Daarvoor hebben gestemd alle fracties met uitzondering van de fractie van de Nieuwe Democraten. Daarmee is sub.2 aanvaard. De VOORZITTER: Sub.3 u wordt voorgesteld om voor de transitie sportaccommodaties een bedrag van 37.000 euro beschikbaar te stellen. Eén uwer behoefte aan een stemverklaring op dit specifieke punt? Niemand? Wie is voor sub.3? Daarvoor hebben gestemd u allen met uitzondering van de fractie van de Nieuwe Democraten. Sub.3 is aanvaard. De VOORZITTER: Sub.4 u wordt voorgesteld om voor de transitie De Stok een bedrag van 40.000 euro beschikbaar te stellen. Eén uwer een stemverklaring op dit specifieke punt? Niet het geval. Wie is voor sub.4? Daarvoor heeft u allen gestemd met uitzondering van de fracties van Nieuwe Democraten, PeP en de VLP en de PvdA. Denk toch dat het voorstel is aanvaard, ja dat is eigenlijk wel zeker. Bij deze aanvaard, met de tegenstemmers als geïnventariseerd. De VOORZITTER: Sub. 5 u wordt voorgesteld om voor het noodfonds zoals genoemd in de Agenda van Roosendaal een bedrag van 205.000 euro beschikbaar te stellen. Eén uwer een stemverklaring op dit specifieke punt? De heer Musters, nee niet? U was te vroeg, ja u bent voor. Ja, anderen een stemverklaring op dit punt. Nee? Wie is voor? In ieder geval de heer Musters. Wie is voor Sub 5? In ieder
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 51
geval de Roosendaalse Lijst, eenieder met uitzondering van de fractie van de Nieuwe Democraten. Sub. 5 is daarmee aanvaard en daarmee het totaal van het raadsvoorstel. De VOORZITTER: Dan hebben wij nog één motie liggen, motie nummer 7, zoals die is gewijzigd, geamendeerd in de, ik meen, tweede termijn van de zijde van mevrouw Koenraad, fractie van GroenLinks, daaraan gekoppeld de fractie van de VVD. Eén uwer nog behoefte aan een stemverklaring op die motie nummer 7, samenvoeging twee transities. Niemand? Wie is voor deze gewijzigde motie nummer 7. Daarvoor hebben gestemd de fracties van de VVD, GroenLinks en de VLP. De motie is verworpen.
7. Motie Integrale aanpak decentralisaties De VOORZITTER: Goed, dan gaan wij naar het laatste inhoudelijke agendapunt, dat is agendapunt nummer 7, motie vreemd aan de orde van de dag, Integrale aanpak decentralisaties. Ik geef de heer Matthijssen het woord om deze motie formeel in te dienen en mag ik u vragen gelet op het tijdstip om het zo kort mogelijk met z’n allen te doen dat we vandaag nog mogelijkerwijs deze vergadering kunnen sluiten. De heer Matthijssen. De heer MATTHIJSSEN: Dank u wel, voorzitter. Voorzitter, ik zal de hele motie voorlezen en ik denk dat de motie duidelijk genoeg is, daar de motivering ook duidelijk is. En anders dan zie ik de vragen wel komen. De motie Integrale aanpak decentralisaties, constaterende dat de gemeente Roosendaal de omvangrijke taak krijgt om de invulling van de drie grote decentralisaties, transities te weten, de overheveling van begeleiding AWBZ, Jeugdzorg en de Participatiewet op lokaal niveau vorm te geven. Deze decentralisaties wil realiseren binnen het door het rijk beschikbaar gestelde budgetten. Voorts constaterende dat deze transities een derde van het toekomstig gemeentelijk budget bevatten, ontschotting van budgetten op lokaal niveau mogelijk is. Van mening zijnde dat als betreffende doelgroepen met meerdere transities te maken krijgen het principe van één gezin één plan moet gelden. En dat ontschotting van budgetten een belangrijke voorwaarde is om de decentralisaties vorm te geven binnen het totale rijksbudget wat beschikbaar wordt gesteld. Besluit, “het college op te dragen om ten behoeve van een optimaal vorm te geven aanpak van de opgave op het gebied van het sociale domein de gemeenteraad voor 1 januari 2014 een kaderstellend voorstel aan te bieden waarbinnen de aanpak van de drie decentralisaties AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet, integraliteit en het werken vanuit één perspectief leidende principes zijn”, en gaat over tot de orde van de vergadering. En deze motie wordt mede ingediend namens de Roosendaalse Lijst, mevrouw De Beer en de fractie van GroenLinks, mevrouw Koenraad. De VOORZITTER: Ja, deze motie die geef ik mee nummer 8 en daar gaan we het nu over hebben. Mevrouw Van den Nieuwenhof een vraag aan de heer Matthijssen? Mevrouw VAN DEN NIEUWENHOF: Ja, een klein vraagje aan eigenlijk alle indieners, maar u staat er nu namens de VVD. In hoeverre denken de indieners van deze materie zelf kaderstellend aan de slag te gaan? Heeft u dat ook overwogen? U vraagt nou een kaderstellend voorstel van het college, maar heeft u ook de omkering in gedachte gehad om als raad hier kaderstellend aan, mee aan de slag te gaan? De heer MATTHIJSSEN: De indieners gaat het met name om de integrale aanpak. Als mensen met meerdere decentralisaties te maken krijgen dat er niet één gezin drie plannen krijgen. En voor de mensen die bij de transitie Jeugdzorg informatiebijeenkomst waren en het filmpje jeugdbos gezien hebben, misschien ook niet drie Jopen binnen huis krijgen. Dat is eigenlijk de voorwaarde en we willen graag van het college dat ze komen inderdaad met een voorstel waarin de kaders duidelijk zijn voor 1 januari 2014, zodat 2014 een voorbereiding en implementatiejaar kan zijn, zodat januari 2015 er een soepele overgang is en een integrale aanpak en dat met name voor de mensen die ermee te maken hebben dat daar in ieder geval een degelijk plan ligt zonder versnippering. De VOORZITTER: Dank je wel. Ik, ik, u wilt, ja, meneer Yap?
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 52
De heer YAP: Voorzitter, twee vragen. Eén, kan dit niet worden meegenomen bij de behandeling in de volgende raadscyclus waar we spreken over de sociale visie en ook een voorstel krijgen over Jeugdzorg, waar in het concept-raadsvoorstel ook al is opgenomen dat er rekening wordt gehouden met de decentralisaties die er bestaan. En twee, onze fractie, snapt, of begrijpt niet helemaal het besluit wat u precies wilt, denkt u ook dat de burger dat begrijpt wat u nou precies hiermee bedoelt. De VOORZITTER: De heer Matthijssen. De heer MATTHIJSSEN: Om even terug te komen, de volgende cyclus, dan komt inderdaad de eerste transitie komt aan bod Jeugdzorg, die is ook het verste. Andere transities zijn minder ver daarom ook nu zodat in ieder geval ook het college nu al kan werken om bij de volgende cyclus al oog te hebben voor die integrale aanpak en dan ook aan de slag te gaan. Het is niet zo dus dat ze pas tegen januari met een eerste opzet moeten komen, nee, liever eerder dat we erover gaan praten, dat uiteindelijk het eindvoorstel voor 1 januari 2014 gereed is. Of de burger het begrijpt, nou dat zou je je bij meerdere onderwerpen van vanavond kunnen afvragen. Waar het om gaat is dat de intentie dat uiteindelijk voor de mensen die ermee te maken krijgen zo soepel mogelijk geregeld is en daar gaat het uiteindelijk om. De VOORZITTER: We zijn al bezig met de eerste termijn, dat begrijpt u. Ja, Ja. Mevrouw Oudhof. Ja. Mevrouw OUDHOF: Vraag aan de indiener van de motie in de Commissie Omgeving is op 21 maart 2012 besloten een Raadswerkgroep in te stellen, op vraag van de Roosendaalse Lijst en GroenLinks. Doel van die raadswerkgroep was onderlinge samenhang decentralisaties en onderzoek om te streven naar een integrale benadering uit te zoeken. Wat is daarvan terecht gekomen en is dit nu de volgende stap van die Raadswerkgroep? Mij is het niet allemaal duidelijk. De heer MATTHIJSSEN: Bij mijn weten is er nooit een officiële Raadswerkgroep ingesteld, maar zijn er wel een aantal raadsleden bij elkaar gekomen om informatie te verzamelen op dat punt en zoals nu ook hebben een aantal raadsleden elkaar getroffen en zijn samen tot een concept gekomen wat hier voorligt. De VOORZITTER: Ja, de heer Van Gestel. De heer VAN GESTEL: Ja, voorzitter, spaart wellicht een eerste termijn door een vraag te stellen, want die werkgroep die is er wel degelijk en die bestaat ook maar die komt niet met dit product. Maar die werkgroep heeft zich wel ten doel gesteld die integraliteit bewerkstelligen en zodanig met kaders te komen, maar nu vraagt u het college met kaders te komen. Uw taak als raadslid is toch zelf die kaders stellen? De heer MATTHIJSSEN: Ja, klopt, de kaders die door de raad gesteld worden daar willen we ook het voorstel kaderstellend zijn door de raad vastgesteld kan worden en dat kan natuurlijk altijd geamendeerd worden en gewijzigd worden op het moment dat het niet de kaders zijn die de raad wil. Overigens sluit ik niet uit dat het college dit voorstel mogelijk mee zal nemen naar de nieuw te vormen groep interactieve kaderstelling, dat zou mooi zijn. Het punt zit hem alleen dat volgende cyclus al de eerste transitie aan bod is en we moeten daarvoor moeten we zorgen dat we de integrale aanpak willen zodat het uiteindelijk voor de mensen die ermee te maken krijgen dat het daar goed voor geregeld is. Die intentie hebben we daarmee. De heer VAN GESTEL: Ja, voorzitter en dat argument is ook legitiem, dat op de vorige cyclus dat onderwerp aan bod zou komen, maar betekent dat als wij met de motie instemmen dat dat niet meer aan bod zou mogen komen volgens u? De heer MATTHIJSSEN: Nee, dat zeg ik niet, alleen ik wil voorkomen dat er straks drie transities komen met drie voorstellen die getrechterd zijn en die elkaar op het einde niet meer raken en waardoor dus ruis ontstaat bij mensen die er wel mee te maken krijgen. Dat willen we voorkomen en ik denk dus dat het college nu in het begin van het processen ook prima aan kan geven om ons, de raad, aan zet te laten.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 53
De VOORZITTER: Ja, meneer Van Poppel, ja. Zou u met de fractie eens willen spreken dat er één woordvoerder is op hetzelfde onderwerp? Want u soupeert wel extra tijd op, als één fractie. Heeft u hem door? De heer VAN POPPEL: Ik heb hem door. De VOORZITTER: Neem het eens mee in de groep. De heer VAN POPPEL: Dadelijk zal ik het bespreken met de fractie, maarO De VOORZITTER: Het verwondert mij. De heer VAN POPPEL: Een vraagje, want het antwoord van de heer Matthijssen die bevreemdt mij toch. Hij zegt, ja het moet nu snel want de volgende cyclus dan gaan we het er al over hebben, over de kaders en dus u wilt eigenlijk dat het voorstel voor de volgende cyclus er ligt in plaats van 1 januari zoals in de motie staat. De heer MATTHIJSSEN: Nee, dan heeft u me niet goed begrepen. We moeten nu aan de slag met die integrale aanpak en omdat in de volgende cyclus met de eerste transitie aan bod komt moeten we daar nu mee beginnen, want anders zijn we daarmee te laat. Waar het uiteindelijk om gaat is dat we tegen januari 2014 over de drie transities een goed voorstel hebben waarin die integrale aanpak duidelijk is, zodat 2014 de implementatie en de voorbereiding gedaan kan worden zodat januari 2015, dat is de termijn dat het moet gaan starten, alles goed ingeregeld is voor de mensen die er mee te maken hebben. Dat is de intentie. De VOORZITTER: De heer De Regt. De heer DE REGT: Dank u wel, voorzitter, laat ik voorop stellen dat de Roosendaalse Lijst het een sympathiek voorstel vindt want wij hebben natuurlijk niet voor niets medeondertekend. Ik heb wel even een vraagje over die ontschotting van budgetten. Hierin staat tekstueel ontschotting van budgetten op lokaal niveau is mogelijk. Ik heb me laten vertellen dat dat nog niet aan de orde is. Misschien kan de wethouder daar nog wat toelichten. De heer MATTHIJSSEN: Nou, ik ben op de informatieavond geweest daar is bij de overheveling AWBZ en ook over de Participatiewet daar werd gesproken dat het wel mogelijk is mits dus dat je de overschotten van het budget die je hebt als je je wettelijke taken gedaan hebt, dat je die op de andere transities in zou mogen zetten. Het is niet zo dat je de budgetten over mag hevelen en dat je dan een taak mag laten liggen, zo heb ik het meegekregen. Als het anders is dan hoor ik het graag natuurlijk, want niets is zeker op dat punt. De VOORZITTER: Dank u zeer, wij snakken allen naar het antwoord van de wethouder. De heer JONGMANS: Ik zal het proberen, voorzitter, maar misschien dat mijn collega’s dadelijk ook een bijdrage hebben, je weet het vanavond maar nooit. Voorzitter, als ik kijk naar deze motie en het gaat over integrale aanpak van decentralisaties dan kan ik melden dat het college voorstander is van die integrale aanpak. Dat blijkt ook uit allerlei documenten. Dat blijkt bijvoorbeeld ook uit de sociale pijler, die moet nog worden vastgesteld, die sociale visie maar die komt in de volgende cyclus aan de orde. Daar zijn eigenlijk en dat staat in het dictum de leidende, vanuit één perspectief de leidende principes die zijn daar eigenlijk in verwoord en al die dossiers pakken wij op die manier aan. Persoonlijk ben ik van mening dat als wij die decentralisaties niet integraal gaan aanpakken dat de taakstellingen die daarbij zijn opgelegd gedoemd zijn te mislukken. Die opvatting delen heel vele over ons, maar de randvoorwaarden voor die integrale aanpak vormen wel de ontschotte budgetten en het is nog lang niet zover als de indiener zojuist beantwoorde. Sterker nog als je de VNG-magazine leest van ik denk drie weken geleden, je ziet het interview met Plasterk, of je ziet Binnenlands Bestuur van afgelopen weekend met het interview van Staatssecretaris Van Rijn, dan zie je dat daar veel overeenkomsten zitten, maar ook grote verschillen. En met name de verschillen gaan over het ontschotten van budgetten. Van Rijn zegt ik wil ontschotten want
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 54
ik zie de noodzaak. En Plasterk zegt ik zou het ook wel willen, maar ik zal op ieder dossier mijn eigen controle moeten doen en dat kan ik niet als ik niet geschotte budgetten had. Dat debat loopt, het kabinet is ervan bewust dat ontschotten de voorkeur heeft, men studeert daarop. Die integrale aanpak, ik vind deze motie eigenlijk overbodig. A omdat die randvoorwaarde nog ontbreekt, maar ook omdat wij een algemeen kader al hebben aangegeven in die sociale pijler. En daar praat u volgende maand over, in de volgende cyclus, voorzitter. De VOORZITTER: De heer Matthijssen, nog een vraag of is datO? De heer MATTHIJSSEN: Ja, eigenlijk kan de wethouder dus gewoon zeggen dat hij hem overneemt, begrijp ik dat goed? De VOORZITTER: Wethouder. De heer JONGMANS: Ja, het dictum, het dictum, neem ik zeer over, omdat juist omdat u in het dictum helemaal niets zegt over die ontschotte budgetten, die voor mij wel randvoorwaardelijk zijn om het tot een succes te kunnen maken maar het dictum zelf staat wat mij betreft niets mis en ik denk ook wat het college betreft niet. De VOORZITTER: Ja, hij spreekt voor de groep. Ik kijk even naar de eerste indiener, gelet op het antwoord van de wethouder, wat gaat u met de motie verder doen? Wilt u hem in stemming brengen of zegt u ik trek hem in of ik hou hem aan, ofO Ik heb een half minuutje. De heer Matthijssen komt met de uitslag van het spoedberaad. De heer MATTHIJSSEN: Ja, ik heb even overlegd met de mede-indieners en we hebben besloten om hem in stemming te brengen omdat er ook de constateringen ook belang zijn, met name ook de van mening zijnde. De VOORZITTER: Ja, akkoord, de motie, motie nummer 8 wordt dus in stemming gebracht. Wil één uwer daarover een stemverklaring afleggen? De heer Van Gestel? De heer VAN GESTEL: Ja, voorzitter, de motie is nutteloos als je een integrale aanpak vereist maar wel volgende keer over één deel daarvan gaat praten. De VOORZITTER: Oké. Mevrouw Oudhof. Mevrouw OUDHOF: Voorzitter, wij gaan voor de motie stemmen, maar wij willen daarbij de kanttekening maken dat integraliteit prima is, maar alleen daar waar mogelijk is. Dank u wel. De VOORZITTER: Akkoord. Meneer Yap. De heer YAP: Voorzitter, de PvdA-fractie stemt tegen in lijn ook met de VLP en daarnaast steunt onze fractie nimmer een overbodige motie. De VOORZITTER: Oké. De heer Schijvenaars. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter. De VOORZITTER: Nog even, even rustig, we zijn zo klaar. De heer SCHIJVENAARS: Voorzitter, de wethouder heeft het dictum maar overgenomen, daar gaat de motie over en daarmee is die overbodig en dan is het in stemming brengen alleen maar voor de bühne, daar doen wij niet aan mee. De VOORZITTER: Sst, we zijn bijna klaar. Mevrouw Van den Nieuwenhof.
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 55
Mevrouw VAN DEN NIEUWENHOF: Ja, ik sluit als stemverklaring ook aan bij de woorden van de Partij van de Arbeid, dit is gewoon overbodig. Bovendien heeft de wethouder gezegd een aantal dingen nog niet helemaal juist zijn, dus op die manier kunnen wij, het idee vinden wij sympathiek, maar een overbodige motie hierin kunnen we niet steunen. De VOORZITTER: Anderen? Mevrouw Lute. Mevrouw LUTE: Dank u wel, wij sluiten ons ook aan bij de woorden van de PvdA, overbodige motie. De VOORZITTER: Anderen nog van u raad stemverklaring vooraf? Niemand vergeten? Dan gaan wij stemmen. Wie is voor deze motie nummer 8? Daarvoor hebben gestemd de fracties van de VVD, SP, Roosendaalse Lijst, GroenLinks, 18 voor en 14 tegenO Ik weet dat het laat is, maar dan gaan we het gewoon nog een keer doen en dan even goed die handen omhoog. Wie is er voor deze motie? Voor deze motie hebben gestemd de fracties van de VVD, de fractie van de SP. Ja, de Roosendaalse Lijst, minus de heer De Regt, u twee niet, u ook niet, de Roosendaalse Lijst minus de heren De Regt en de heer Jansen natuurlijk en de andere wel. Dan zitten wij op 16 – 16, nee maar stil dat is, dan staken nu de stemmen. Dat betekent dat er bij de eerstvolgende raadsvergadering de motie andermaal in stemming wordt gebracht en er dan een definitief oordeel wordt geveld.
8. Sluiting De VOORZITTER: Dames en heren ik had u nog plezierig carnaval willen wensen, maar het zit er bij u niet meer in. Ik zal maar gauw sluiten. Burgemeester Niederer sluit de vergadering om 00.20 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Roosendaal op 06 februari 2013 De griffier,
De voorzitter
Verslag raadsvergadering 06 februari 2013
pagina 56