NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 27 JANUARI 2014 Aanwezig:
Marc Doutreluingne, burgemeester; Wim Monteyne,
Marc Claeys,
Johan Rollez,
Eddy Defoor,
Marc Desloovere,
Luc Vanassche, schepenen; Katrien Defoirdt, OCMW-voorzitter; Gerard Amelynck, Davy Nys, Erik Maes, Sofie Vermeulen, Anthony De Jonckheere, Freddy Van Herpe,
Dirk Vanluchene,
Claude Vanwelden,
Eliane Spincemaille,
Sabine Poleyn, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Christine Desmet, Bart Dewaele, Raf Deprez, Bart Colson, Brigitte Desmet, Sem Vanhessche, Christiana Deprez, raadsleden; Jan Vanlangenhove, gemeentesecretaris Verontschuldigd:
Yves Goemaere, raadslid
Afwezig: De burgemeester opent de vergadering om 19.04 uur.
Conform artikel 200 van het gemeentedecreet geeft de burgemeester melding van:
Het verslag van de Minaraad Zwevegem dd. 03 december 2013
Het verslag van de Seniorenraad Zwevegem dd. 09 december 2013
DE RAAD vergadert in OPENBARE ZITTING: 1.
Goedkeuring aanpassing van de beslissing betreffende dagelijks bestuur.
Bevoegdheid Gemeentedecreet artikel 43 §2 9° Juridische grond Gemeentedecreet artikel 158 en volgende betreffende het budgethouderschap. Verwijzingsdocumenten - Besluit van de gemeenteraad van 24 september 2007 betreffende vaststelling van het begrip “dagelijks bestuur”. - Besluit van de gemeenteraad van 15 juli 2013 betreffende goedkeuring aanpassing van de beslissing van 24 september 2007 betreffende dagelijks bestuur. Situering
De gemeenteraad is bevoegd om vast te stellen wat moet verstaan worden onder het begrip dagelijks bestuur. In de gemeenteraad van 24 september 2007 werd een reglement goedgekeurd over de invulling van het begrip dagelijks bestuur. Dit reglement werd aangepast in de gemeenteraad van 15 juli 2013. De definitie van dagelijks bestuur heeft invloed op meerdere belangrijke elementen van de administratieve organisatie zo ook op de mogelijkheid van delegatie van het budgethouderschap aan de gemeentesecretaris overeenkomstig artikel 159§2 van het gemeentedecreet. Het budgethouderschap wordt in artikel 158 van het gemeentedecreet gedefinieerd als de toegekende bevoegdheid tot beheer van een budget dat taakstellend is, in de zin dat het de norm inhoudt waarvan de budgethouder de realisatie nastreeft. Het college van burgemeester en schepenen is hoofdbudgethouder en kan deze bevoegdheid delegeren aan de gemeentesecretaris die op zijn beurt deze bevoegdheid kan delegeren aan andere personeelsleden. Bij delegatie aan personeelsleden wordt rekening gehouden met het organogram van de gemeente. Zij zijn persoonlijk verantwoordelijk voor de uitvoering van het aan hen vertrouwde budgethouderschap. In de beslissing van september 2007 wat betreft het dagelijks bestuur werd in artikel 2 bepaald dat de delegatie van het budgethouderschap voorlopig niet wordt ingevuld. Het college van burgemeester en schepenen wenst dit nu in te vullen. Motivering Het college wenst in bepaalde beleidsdomeinen via delegatie van budgethouderschap korter op de bal te spelen. De budgethouder gaat de verbintenissen aan, binnen de perken van de delegatie (begrip dagelijks bestuur), overeenkomstig het aan hem toevertrouwde budget. In voorkomend geval bepaalt hij de wijze van gunnen met betrekking tot de procedures voor opdrachten van aanneming van werken, leveringen of diensten en stelt de voorwaarden vast, voert de opdracht uit, wijst de opdracht toe. Hij keurt de te betalen bedragen goed overeenkomstig het aan hem toevertrouwde budget. Wat de ontvangstencyclus betreft is de budgethouder verantwoordelijke voor de facturatie van de te ontvangen bedragen die betrekking hebben op het hem toevertrouwde budget. BESLUIT EENPARIG Enig Artikel Artikel 2 van de gemeenteraadsbeslissing van 24 september 2007 betreffende goedkeuring reglement houdende vaststelling van het begrip “dagelijks bestuur” wordt gewijzigd als volgt: Het budgethouderschap voor aangelegenheden van dagelijks bestuur (zie artikel 1 van het reglement) kan door het college van burgemeester en schepenen gedelegeerd worden aan de gemeentesecretaris. Op zijn advies kan het budgethouderschap verder gedelegeerd worden aan andere personeelsleden. 2.
Goedkeuring afsluiten 'Sociaal Woonbeleidsconvenant'.
Bevoegdheid Gemeentedecreet, artikelen 42 en 43 Juridische grond -
Artikel 4.1.4 van het Decreet van 27 maart 2009 betreffende het Grond- en Pandenbeleid.
-
Besluit van de Vlaamse regering van 19 juli 2013 houdende de procedure voor de planning, de programmatie en de realisatie van woonprojecten.
Verwijzingsdocumenten
-
Lokaal Woonoverleg van donderdag 25 oktober 2012: afsluiten Sociaal woonbeleidsconvenant + bijhorende motiveringsnota aanvraag Sociaal woonbeleidsconvenant.
-
Beslissing van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 ter goedkeuring van de sociale woonbeleidsconvenanten.
-
Uitwisselend brief- en emailverkeer tussen de gemeente Zwevegem en de VMSW.
Situering Op 27 maart 2009 bekrachtigde de Vlaamse regering het decreet grond- en pandenbeleid dat vanaf 1 september 2009 in werking trad. Artikel 4.1.4 bevat het gemeentelijk objectief voor sociale huurwoningen. In dit artikel wordt aangegeven hoe de 43.440 sociale huurwoningen over Vlaanderen worden verspreid. Het decreet verdeelt, via de reguliere inspanningen 2009–2013 en de specifieke inhaalbeweging 2013–2015, 35.233 sociale huurwoningen tot op het niveau van de Vlaamse gemeenten. De overige 8.207 woningen kunnen worden ingevuld via de woonbeleidsconvenanten. Voor steden/gemeenten, waar volgens de resultaten van de meest recente voortgangstoets een sociaal huuraanbod van tenminste negen procent van het in de nulmeting vermelde aantal huishoudens voorhanden is, geldt er geen verplichte toenameregeling. Deze steden/gemeenten kunnen zich engageren om een bepaald aantal sociale huurwoningen te realiseren door een sociale woonbeleidsconvenant af te sluiten. Bij het afsluiten van dergelijk sociale woonbeleidsconvenant doet de Vlaamse regering toezeggingen over de financiering van dat sociaal huuraanbod. Beide partijen hebben een gezamenlijk belang om te komen tot een voldoende en aangepast aantal sociale huurwoningen en maken daartoe de hieronder beschreven afspraken. Verzoek Emailbericht van 23 december 2013 van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen nv, Koloniënstraat 40 te 1000 Brussel. BESLUIT EENPARIG Artikel 1 Goedkeuring wordt verleend aan het sociaal woonbeleidsconvenant, als bijlage aan deze beslissing gevoegd, af te sluiten tussen de gemeente Zwevegem en de Vlaamse regering. Artikel 2 Dit gemeenteraadsbesluit zal per aangetekend schrijven worden verzonden naar de Vlaamse maatschappij voor Sociaal Wonen nv, Koloniënstraat 40 te 1000 Brussel. Artikel 3 Eens de VMSW dit gemeenteraadsbesluit ontvangen heeft, zal het sociaal woonbeleidsconvenant ter ondertekening per post opgestuurd worden naar het gemeentebestuur van Zwevegem, Blokkestraat 29 bus 1 te 8550 Zwevegem. SOCIALE WOONBELEIDSCONVENANT Ten geleide Op 27 maart 2009 bekrachtigde de Vlaamse Regering het Decreet Grond- en pandenbeleid dat vanaf 1 september 2009 in werking trad. Artikel 4.1.4 bevat het gemeentelijk objectief voor sociale huurwoningen. In dit artikel wordt aangegeven hoe de 43.440 sociale huurwoningen, over Vlaanderen worden verspreid. Het decreet verdeelt - via de reguliere inspanning 2009-2023 en de specifieke inhaalbeweging 2013-2025 –
35.233 sociale huurwoningen tot op het niveau van de Vlaamse gemeenten. De overige 8.207 woningen kunnen worden ingevuld via de woonbeleidsconvenanten. Voor steden/gemeenten, waar volgens de resultaten van de meest recente voortgangstoets een sociaal huuraanbod van ten minste negen procent van het in de nulmeting vermelde aantal huishoudens voorhanden is, geldt er geen verplichte toenameregeling. Deze steden/gemeenten kunnen zich engageren om een bepaald aantal sociale huurwoningen te realiseren door een sociale woonbeleidsconvenant af te sluiten. Bij het afsluiten van dergelijk sociale woonbeleidsconvenant doet de Vlaamse Regering toezeggingen over de financiering van dat sociaal huuraanbod. Beide partijen hebben een gezamenlijk belang om te komen tot een voldoende en aangepast aantal sociale huurwoningen en maken daartoe de hieronder beschreven afspraken. Tussen partijen: De gemeente Zwevegem, vertegenwoordigd door de gemeenteraad, voor wie optreedt burgemeester Marc Doutreluingne en gemeentesecretaris Jan Vanlangenhove, en die handelt/handelen ter uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 27 januari 2014. De Vlaamse regering, voor wie optreedt: Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie. Wordt overeengekomen als volgt: 1. Verbintenissen van de gemeente Zwevegem De gemeente Zwevegem verbindt zich ertoe geconcerteerde acties te ondernemen opdat, binnen de geldigheidsduur van deze overeenkomst, de uitvoering of gunningsprocedure opgestart wordt van de verrichtingen die zijn opgenomen op de lijst in de bijlage bij deze overeenkomst. De regelmatige uitvoering van de voornoemde verrichtingen resulteert in de terbeschikkingstelling van 56 bijkomende sociale huurwoningen aan woonbehoeftige gezinnen en alleenstaanden. De gemeente verbindt zich ertoe erop toe te zien dat de bij de VMSW aangemelde projecten en de verrichtingen die er deel van uitmaken, gerealiseerd worden volgens de op het lokaal woonoverleg gemaakte afspraken. 2. Toezegging door de Vlaamse regering over de financiering De Vlaamse Regering voorziet in “Het besluit van de Vlaamse regering van 19.07.2013 houdende de procedure voor de planning, de programmatie en de realisatie van woonprojecten”, een voorrang, voor de verrichtingen die zijn opgenomen op de lijst in de bijlage bij deze overeenkomst, met betrekking tot de programmatie (= de opname op de meerjarenplanning en korte termijnsplanning) in functie van de aangevraagde gesubsidieerde financiering, voor zover het dossier tijdig ontwikkeld wordt en er voldoende middelen beschikbaar zijn op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap op de desbetreffende begrotingsartikels van het beleidsdomein wonen. De procedure voor de planning, de programmatie en de realisatie van sociale woonprojecten is opgenomen in “Het besluit van de Vlaamse regering van 19.07.2013 houdende de procedure voor de planning, de programmatie en de realisatie van woonprojecten”. 3. Coördinatie en evaluatie Beide partijen zullen telkens de omstandigheden dit vereisen, en minstens 1 keer per jaar, de uitvoering van deze overeenkomst evalueren en, in voorkomend geval, bijsturen op een overleg waarbij de VMSW optreedt als ondersteunende entiteit. De gemeente brengt bij die gelegenheid schriftelijk verslag uit van de ondernomen acties in het kader van dit convenant en geeft een overzicht van de uitvoeringsaspecten. Een verslag van dit overleg wordt, samen met de budgettaire weerslag, door de VMSW aan beide partijen ter beschikking gesteld. 4. Duur en inwerkingtreding Dit convenant treedt in werking op 01/01/2014 en wordt aangegaan voor een periode van 3 jaar vanaf deze datum.
Opgemaakt te Brussel op …… in evenveel exemplaren als er partijen zijn, en waarvan elke partij verklaart een exemplaar te hebben ontvangen. Partijen verbinden zich ertoe een afschrift van dit convenant te bezorgen aan de VMSW. Voor de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie Freya Van den Bossche Voor de gemeente Zwevegem, De burgemeester, Marc Doutreluingne De gemeentesecretaris, Jan Vanlangenhove 3.
Principebeslissing tot straatnaamgeving aan de nieuwe straten binnen de geplande verkaveling DREEF door de NV Huyzentruyt, met aansluiting op de Avelgemstraat t.h.v. het
kruispunt
met
de
Bellegemstraat,
nl.
“ZONNEBLOEMSTRAAT”,
“PAARDENBLOEMSTRAAT” en “LAVENDELHOF”. Bevoegdheid - Decreet van 29 november 2002, houdende wijziging van het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen. - Besluit van de Vlaamse regering, d.d. 23 juli 1997 houdende tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen. Juridische grond - Onderrichtingen van dhr. gouverneur van de provincie West-Vlaanderen in dat verband verschenen in het bestuursmemoriaal nr. 25 d.d. 29 juli 1998. - Bepalingen in het gemeentedecreet d.d. 15 juli 2005. Verwijzingsdocumenten - Gemeenteraadsbesluit van 26 november 2012 houdende goedkeuring wegenistracé voor realisatie van de verkaveling gelegen binnen het stedelijk woongebied “Dreef” (1ste fase). - Beslissing College van Burgemeester en Schepenen van 05 december 2012 houdende afleveren verkavelingsvergunning V/2012/13 voor het verkavelen van gronden, gelegen te Avelgemstraat (Z) 8550 Zwevegem, aanvrager Huyzentruyt. -
Beslissing
College
van
Burgemeester
en
Schepenen
van
17
juli
2013
houdende
afleveren
stedenbouwkundige vergunning voor het bouwen van 68 assistentiewoningen met gemeenschapsruimte met 52 ondergrondse en 20 bovengrondse parkeerplaatsen. - Plan voorstel straatnaamgeving verkaveling “DREEF” deel Huyzentruyt Avelgemstraat - Bellegemstraat met liggingsplan en grondplan verkavelingsontwerp. Situering Ten Zuiden van het centrum van de gemeente Zwevegem is het stedelijk woongebied “Dreef” gesitueerd aan de ZW-kant van de Avelgemstraat en dit gelegen tussen de Bellegemstraat en de Oude Bellegemstraat. De betreffende verkaveling, het deel op naam van nv. Huyzentruyt, uit te voeren in 3 fases, is ingepland op het zuidelijke deel van de gronden binnen het stedelijk woongebied “Dreef”, gelegen tussen de woningen langs de Avelgemstraat en de woningen langs de Rozendreef en aansluitend op de hoek van de Avelgemstraat en de Bellegemstraat, en is eveneens voorzien voor een latere doortrekking naar de Kruiswegstraat (zijweg Oude Bellegemstraat). De hoofdweg van de voorziene wegenis binnen de huidige verkaveling, wordt loodrecht aangesloten op de Avelgemstraat, waarbij deze over de tweede aftakking na de haakse bocht wordt opgesplitst in 2 wegen met elk hun verschillende vertakkingen (2 aftakkingen bijkomend aan de linkerkant van de weg gelegen aan de
kant van de Rozendreef en 3 aftakkingen aan beide zijden van de weg gelegen aan de kant van de Avelgemstraat) en waarbij de hoofdweg gelegen aan de kant van de Rozendreef uitmond op een Tvertakking met aan beide uiteinden een pijpenkop (met mogelijkheid tot aansluiting naar een latere private verkaveling). In het begin van de verkaveling wordt er een appartementsgebouw met assistentiewoningen gebouwd langs de verbindingsweg tussen de Hoofdweg van de verkaveling (straat 2) en de Bellegemstraat met parking aan de kant van de Bellegemstraat. Motivering De huidig goedgekeurde verkaveling is de eerste fase (van drie) van het deel van NV Huyzentruyt. Aansluitend bij deze eerste fase is eveneens de stedenbouwkundige vergunning goedgekeurd voor de bouw van de assistentiewoningen (appartementsgebouw) op de hoek van de Avelgemstraat en de Bellegemstraat waarbij de verbindingsweg met parking tussen de hoofdweg van de verkaveling (straat 2) en de Bellegemstraat wordt voorzien. De gehele verkaveling van NV Huyzentruyt is gelegen in de directe omgeving van de wijk Kapel Milanen, waar de straatnamen verwijzen naar bloemennamen. Volgens de Onderrichtingen van dhr. gouverneur van de provincie West-Vlaanderen in verband met het geven en spellen van straatnamen, verschenen in het bestuursmemoriaal nr. 25 d.d. 29 juli 1998, dient de straatnaam de aard van de plaats aan te geven, en wordt het element –straat, -weg, -Laan, -dreef, park, plantsoen, plein enz… achteraan vast geschreven en dit naargelang de aard van het goedgekeurde wegentracé. Bijgevolg dient volgens diezelfde onderrichtingen en volgens de aard van het goedgekeurde wegentracé van betreffende verkaveling (straatnaam van de straat 2 en 3), voor het element –straat (Verharde weg tussen huizen in bebouwde kom) te worden gekozen daar het element –laan, staat voor een rechte weg met een zekere lengte en breedte en aan beide zijden met bomen beplant, het element –dreef staat voor een iets smallere weg aan beide zijden met bomen beplant die leidt naar een kasteel of hoeve. Voor de straatnaam van straat 1, binnen het groengebied in de omgeving van de assistentiewoningblok, wordt er geopteerd voor het element –hof achteraan vast te schrijven, door de inrichting als groene omgeving met beperking van doorgaand autoverkeer (voetgangersdoorgangen) en met onder meer een vijver (bufferbekken). Het gemeentebestuur opteert om de wegenis van de drie fases binnen de verkaveling van NV Huyzentruyt, naar straatnaamgeving en huisnummering toe, op te delen in 3 straten met een pare (rechter) en een onpare (linker) kant, met inbegrip van de zijaftakkingen, waarvoor er drie verschillende straatnamen, verwezen naar een bloemennaam, worden voorgesteld, nl. :
Straat 1 : de wegen en toegangswegen (met parking) in de groene omgeving (park) van de geplande 68 assistentiewoningen (Appartementsblok) op de hoek van de Avelgemstraat en de Bellegemstraat, met toegang via de nieuwe straat binnen de verkaveling Dreef aansluitend op de Avelgemstraat (straatnaam 2) en via een parking aan de Bellegemstraat ; voorstel straatnaam “LAVENDELHOF”
Straat 2 : de hoofdstraat binnen de verkaveling Dreef vanaf de Avelgemstraat en vervolgens voorbij de rechtse haakse bocht tot aan de Y-opsplitsing met inbegrip van de linkse aftakkingen over de haakse bocht en vervolgens (in de 3de fase) de later aansluitende linker hoofdvertakking vanaf de Yopsplitsing tot en met de T-vertakking met aan beide uiteinden een pijpenkop en met inbegrip van de linkse aftakkingen, waarbij de huisnummering voorzien wordt met een pare (rechter) en een onpare (linker) kant ; voorstel straatnaam “ZONNEBLOEMSTRAAT”. o
Voorziene huisnummering fase 1, vertrekkende vanaf de Avelgemstraat:
Huisnrs. 2, 4 ….. tot 24 aan de loten 95 en teruglopend tot 84.
Huisnrs. 1, 3, 5 en 7 aan de respectievelijke loten 96, 97, 98 en 99; huisnr. 9 voor lot 108; huisnrs. 11 en 13 voor de loten 103 en 102; huisnrs. 15 en 17 voor de loten 109 en 110 en huisnrs. 19 en 21 voor de loten 105 en 104.
Straat 3 : de rechtse hoofdvertakking vanaf de Y-opsplitsing van de hoofdstraat binnen de verkaveling Dreef (straatnaam 2 binnen fase 1) tot aan de groenzone t.h.v. de hoogspanning met inbegrip van de linkse en rechtse vertakkingen (paden) en vervolgens de latere verlenging van deze straat (in de 2de fase) met inbegrip van de linkse en rechtse vertakkingen (paden), waarbij de huisnummering voorzien wordt met een pare (rechter) en een onpare (linker) kant ; voorstel straatnaam “PAARDENBLOEMSTRAAT”. Voorziene huisnummering fase 1, vertrekkende vanaf de Y-splitsing:
o
Huisnrs. 2, 4 ….. tot 10 aan de loten 83 en teruglopend tot 79; huisnrs. 12 – 18 aan de loten 75 tot 72 en de huisnrs. 20 – 28 aan de loten 67 tot 71.
Huisnrs. 1, 3 en 5 aan de respectievelijke loten 78, 77 en 76; huisnrs. 7, 9 … tot 19 voor de loten 66 tot 60
BESLUIT EENPARIG Artikel 1: In principe de straatnaam “LAVENDELHOF” te willen geven aan de wegen en toegangswegen (met parking)(straatnaam 1 op bijhorend plan) in de groene omgeving (park/hof) van de geplande 68 assistentiewoningen (woonblok) gelegen tussen de nieuwe weg binnen de verkaveling Dreef aansluitend op de Avelgemstraat (straat 2 op bijhorend plan) en de Bellegemstraat. Artikel 2: In principe de straatnaam “ZONNEBLOEMSTRAAT” te willen geven aan de nieuwe straat binnen de verkaveling Dreef (straatnaam 2 op bijhorend plan), de hoofdstraat vanaf de Avelgemstraat tot aan de opsplitsing voorbij de rechtse haakse bocht, met inbegrip van de linkse doodlopende aftakkingen over de haakse bocht en eveneens de later aansluitende linker hoofdvertakking vanaf de Y-opsplitsing tot en met de T-vertakking met aan beide uiteinden een pijpenkop en met inbegrip van de linkse aftakkingen. Artikel 3: In principe de straatnaam “PAARDENBLOEMSTRAAT” te willen geven aan de nieuwe straat binnen de verkaveling Dreef (straatnaam 3 op bijhorend plan), de rechtse hoofdvertakking vanaf de Yopsplitsing van de hoofdstraat binnen de verkaveling Dreef (straatnaam 2 binnen fase 1) tot aan de groenzone t.h.v. de hoogspanning met inbegrip van de linkse en rechtse vertakkingen (paden) en eveneens de latere verlenging van deze straat (in de 2de fase) met inbegrip van de linkse en rechtse vertakkingen (paden). 4.
Goedkeuring samenwerkingsovereenkomst voor toerisme en recreatie (STER) 2014-2019.
Bevoegdheid Gemeentedecreet artikel 42. Verwijzingsdocumenten Samenwerkingsovereenkomst voor Toerisme En Recreatie (STER) 2014-2019. Motivering Westtoer werkt nauw samen met de gemeente Zwevegem op vlak van toerisme en recreatie. Deze samenwerking wordt vastgelegd in een meerjarige samenwerkingsovereenkomst toerisme en recreatie 20142019. Net zoals vorige jaren wordt hierin een bijdrage gevraagd van de gemeente Zwevegem. De voorbije jaren gebeurde dit via de VVV West-Vlaamse Scheldestreek. Vanaf 2014 wordt deze bijdrage nu rechtstreeks aan de gemeente opgevraagd.
De bijdrage omvat een structurele en een promotionele bijdrage. De structurele bijdrage voor Zwevegem bedraagt 1 508,27 euro voor de werking van het regioteam, voor toeristische ICT-toepassingen, voor regiooverstijgende marketinginitiatieven en voor het bijhouden van relevante aanbod- en vraaggegevens en het ontsluiten ervan via de regionale trendrapporten. Daarenboven wordt een promotionele bijdrage gevraagd van 5 920,92 euro die zal worden aangewend voor de promotiepool Leiestreek. Beide bedragen worden niet geïndexeerd gedurende de volledige periode 2014-2019. Financiële gevolgen
Overzicht Budgetjaar
BBC
2014 - 2019
BI 052000 – AR 649400
Raming incl. btw 7 429,19 euro
BESLUIT EENPARIG Artikel 1 De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de samenwerkingsovereenkomst voor toerisme en recreatie 2014-2019, zoals bijgevoegd in bijlage aan deze beslissing. Artikel 2 De getekende samenwerkingsovereenkomst wordt zonder verwijl overgemaakt aan Westtoer, Koning Albert I-laan 120, 8200 Sint-Michiels Brugge.
Samenwerkingsovereenkomst voor Toerisme En Recreatie (STER) Tussen Westtoer, autonoom provinciebedrijf met rechtspersoonlijkheid voor toerisme en recreatie van de provincie WestVlaanderen, met zetel te Koning Albert I-laan 120, 8200 Brugge, vertegenwoordigd door Franky De Block, voorzitter en Stefaan Gheysen, algemeen directeur, Hierna genoemd Westtoer
En De gemeente Zwevegem, vertegenwoordigd door Marc Doutreluingne, burgemeester en Jan Vanlangenhove, secretaris, Hierna genoemd de gemeente
Wordt
het
volgende
o v e r e e n g e k o m e n:
Artikel : Strategisch partnership Westtoer en de gemeente verbinden er zich toe om een strategisch partnership te ontwikkelen met als doel de verdere ontwikkeling en de promotie van de toeristisch-recreatieve troeven van de gemeente. Beide partners komen overeen om deze doelstelling te realiseren binnen het kader van de toeristische regio Leiestreek.
Artikel 2 : Verbintenissen van Westtoer 2.1. Regiowerking Westtoer stelt een regioteam ter beschikking van de toeristische regio waartoe de gemeente behoort. De gemeente kan altijd een beroep doen op de expertise van het regioteam. Dit regioteam bestaat minimum uit één regiomanager en één regiomedewerker. Het team staat in voor volgende taken:
Organisatie van het overleg en de samenwerking tussen Westtoer en de gemeenten;
Begeleiding van toeristisch-recreatieve acties en projecten van de gemeenten;
Coördinatie van de marketingacties binnen de regio en beheer van de regionale promotiepool;
Aanspreekpunt van Westtoer voor alle lokale publieke en private actoren; specifieke vragen of projecten worden door het regioteam overgemaakt aan de centrale diensten.
2.2. Regionale strategische beleidsplanning Westtoer engageert zich om tijdens de beleidsperiode 2014-2019 het strategisch beleidsplan voor toerisme en recreatie van de regio volledig te herwerken en opnieuw te laten vaststellen door de provincieraad. Westtoer maakt dit plan op in samenwerking en overleg met de gemeenten binnen de regio en met de relevante publieke en private toeristisch-recreatieve actoren. Het regionaal strategisch beleidsplan voor toerisme en recreatie biedt de mogelijkheid om de strategische projecten van de gemeente op te nemen en in het algemene plan in te passen. 2.3. Marketing Westtoer ontwikkelt en realiseert voor de betrokken regio een marketingcampagne waarbij de regiobestemming op zich en de eigen ‘look and feel’ centraal staan. Binnen deze campagne ligt de klemtoon op pers- en tradebewerking, online communicatie en wervende print. Westtoer zal deze campagne uitvoeren in nauw overleg met de gemeenten van de regio via de daartoe opgerichte overlegstructuren (zie punt 3.1). De financiering van deze campagne zal voor de helft gedragen worden door Westtoer en Toerisme Oost-Vlaanderen en voor de helft door de gemeenten van de Leiestreek. Westtoer zal tevens specifieke regio-overstijgende marketinginitiatieven opzetten met betrekking tot fietsen en wandelen, tafelen, groeps- en verblijfstoerisme. Dit laatste gebeurt onder de koepel van Logeren in Vlaanderen Vakantieland. Met het oog op de ontwikkeling van de regiowebsites en andere digitale toepassingen zal Westtoer een nieuwe toeristische databank (Win 2.0) ontwikkelen met alle relevante aanbodselementen. 2.4. Recreatie Westtoer engageert zich om de bovenlokale recreatieve routes en netwerken in stand te houden en verder te ontwikkelen. Meer specifiek zal Westtoer in de periode 2016-2018 het fietsnetwerk van de regio grondig herwerken en vernieuwen. Westtoer verleent aan de dienst voor toerisme/VVV van de gemeente een korting van 35% op de recreatieve publicaties van Westtoer en van 15% op de verzamelboxen. 2.5. Toeristische ontwikkeling Westtoer engageert zich om bovenlokale toeristische projecten van de gemeente actief te ondersteunen, voor zover deze projecten niet in tegenspraak zijn met de algemene doelstellingen van Westtoer op provinciaal niveau. Westtoer zal een coördinerende rol spelen inzake het regionaal onthaal en zal hiervoor een passend kader creëren. Westtoer ontwikkelt de nodige expertise inzake het toeristisch ondernemen en het logiesdecreet. Daarnaast bouwt Westtoer haar expertise verder uit op vlak van innovatieve productontwikkeling in het algemeen en digitale toepassingen in het bijzonder. Op vraag van de gemeente stelt Westtoer deze expertise ter beschikking. 2.6. Kenniscentrum Westtoer engageert zich om relevante data inzake het toeristisch aanbod en de vraag nauwgezet bij te houden en te inventariseren. Jaarlijks bundelt Westtoer relevante aanbod- en vraaggegevens in een trendrapport voor de betrokken regio. Daarnaast volgt Westtoer het gebruik van de fietsnetwerken in de regio op en organiseert ze op regelmatige basis structurele regiogerichte onderzoeken die peilen naar de economische impact van toerisme en recreatie in de regio. 2.7. Advies, consultancy & vorming Westtoer adviseert de gemeente inzake toeristisch-recreatieve initiatieven en projecten. Westtoer is ook bereid om inzake conceptontwikkeling, beleidsplanning, projectbegeleiding en marketing consultancyopdrachten uit te voeren voor de gemeente. Westtoer verleent een korting van 20% aan de gemeente op haar tarieven. Westtoer organiseert minstens twee maal per jaar een vormingssessie voor de medewerkers van de dienst voor toerisme/VVV van de gemeente.
Artikel 3 : Verbintenissen van de gemeente
3.1. Participatie aan regionale overlegstructuren De burgemeester en de schepen voor toerisme maken ambtshalve deel uit van het beleidsoverleg toerisme en recreatie van de betrokken regio. Daarnaast is uw gemeente lid van de algemene vergadering van Toerisme Leiestreek vzw. De gemeente duidt eveneens een afgevaardigde aan voor het ambtelijk overlegplatform tussen Westtoer en de diensten voor toerisme van de betrokken regio. 3.2. Samenwerking m.b.t. strategische beleidsplannen en bovenlokale initiatieven De gemeente zorgt voor de nodige input voor de opmaak van de strategische beleidsplannen en participeert aan de verschillende overlegmomenten tijdens het planningsproces. De gemeente werkt mee aan bovenlokale initiatieven die door de regiowerking opgezet worden.
Artikel 4 : Gemeentelijke bijdrages 4.1 Structurele bijdrage De gemeente betaalt jaarlijks een structurele bijdrage van € 1.508,27. Westtoer zal deze bijdrage gebruiken voor de werking van het regioteam, voor toeristische ICT-toepassingen, voor regio-overstijgende marketinginitiatieven en voor het bijhouden van relevante aanbod- en vraaggegevens en het ontsluiten ervan via de regionale trendrapporten. De structurele bijdrage wordt niet geïndexeerd. 4.2. Bijdrage aan de regionale promotiepool De gemeente betaalt jaarlijks een bijdrage in de promotiepool Leiestreek van € 5.920,92. Deze bijdrage wordt niet geïndexeerd. De bijdrage van de gemeente in de promotiepool wordt door Westtoer verdubbeld in het kader van de beheersovereenkomst tussen de provincie en Westtoer.
Artikel 5 : Duur van de overeenkomst De overeenkomst gaat in op 1 januari 2014 en loopt tot 31 december 2018. De overeenkomst wordt na deze periode stilzwijgend verlengd voor 1 jaar tot 31 december 2019 behoudens schriftelijke opzegging van 1 van beide partijen ten laatste 6 maanden voor het einde van de overeenkomst.
Artikel 6 : Evaluatie Westtoer en de gemeente verbinden er zich toe om hun samenwerking geregeld te evalueren en indien nodig bij te sturen. In ieder geval wordt er op initiatief van de regiomanager van Westtoer een tussentijdse evaluatie voorzien na drie jaar (eind 2016-begin 2017) en een eindevaluatie in 2019. Opgemaakt te Brugge op 14 november 2013 in twee exemplaren waarvan elk van de partijen erkent een exemplaar te hebben ontvangen Voor Westtoer Franky De Block,
Stefaan Gheysen,
Voorzitter
Algemeen directeur
Voor de gemeente Marc Doutreluingne,
Jan Vanlangenhove,
Burgemeester
Secretaris
5.
Levering
en
geïntegreerde
installatie
van
diefstalbeveiliging
Oostrozebeke en Zwevegem. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 43 §2 11° Juridische grond
een
RFID-gebaseerd
voor
de
openbare
automatiseringssysteem bibliotheken
van
met
Izegem,
- De wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006 en latere wijzigingen - De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen - Het Koninklijk Besluit van 15 juli 2011 – plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren en latere wijzigingen - Het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en latere wijzigingen - Ministerieel besluit van 25 juni 2013 houdende overdracht van bevoegdheid door de Minister van Landsverdediging inzake het plaatsen en uitvoeren van werken, leveringen en diensten, inzake vervreemding en diverse uitgaven - De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. - Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Verwijzingsdocumenten Bestek ‘Levering en installatie van een RFID-gebaseerd automatiseringssysteem met geïntegreerde diefstalbeveiliging voor de openbare bibliotheken van Izegem, Oostrozebeke en Zwevegem’. Motivering Het is de bedoeling om de dienstverlening in de bibliotheek zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Het invoeren van RFID (Radio Frequency Identification) kan hierbij een grote rol spelen. Het werken met RFID in een bibliotheek betekent dat alle items (boeken, AVM) gelabeld worden met een RFID-tag die naast het beveiligingselement ook alle informatie van het object bevat. Het inleveren, uitleveren, catalografisch verplaatsen van objecten, (de)activeren van beveiliging kan gebeuren op basis van de RFID-tag. Het invoeren van RFID betekent niet alleen het aanbrengen van RFID-tags in de collectie, maar ook conversie (het overzetten van de informatie van de huidige barcode naar de nieuwe RFID-tag) en aankoop van specifieke hard- en software. Eén van de grote voordelen van RFID is dat dit systeem uitermate geschikt is voor zelfuitleensystemen en bulkverwerking. Hierdoor dalen de routinewerkzaamheden aan de balie tot een strikt minimum en is het personeel meer beschikbaar voor effectieve service. Het meerjarenbeleidplan voorziet dat de bibliotheek overschakelt naar RFID en zelfuitleen. De Bbus is reeds uitgerust met RFID. De Provincie ondersteunt de overschakeling naar RFID met een impulssubsidie. Deze subsidie is groter bij samenwerking met verschillende bibliotheken. Concreet kunnen wij een maximum subsidie van 25.000€ ontvangen bij minimum uitgave van 50.000 euro. Indien we het dossier alleen afhandelen krijgen we max 20.000 euro subsidie. Gezien de bibliotheek van zowel gemeente Oostrozebeke als stad Izegem van plan zijn om over te schakelen naar een RFID systeem, lijkt het aangewezen om een gezamenlijke procedure te voeren. De opdracht zal onderverdeeld worden in 3 percelen, namelijk levering, plaatsing en indienststelling van een RFID-gebaseerd automatiseringssysteem met geïntegreerde diefstalbeveiliging voor de Openbare bibliotheken van Izegem, Oostrozebeke en Zwevegem (perceel 1), leveren van RFID-labels (perceel 2) en levering, plaatsing en indienststelling van een ‘stand alone’ betaalautomaat (perceel 3).
Er werd in onderling overleg met gemeente Oostrozebeke en stad Izegem een bestek opgemaakt, met een totale raming van 159.999,97 euro BTW inclusief met 70 000 euro BTW inclusief ten laste van gemeentebestuur Zwevegem. Het is aangewezen deze opdracht te gunnen bij middel van een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij aanvang van de procedure, waarbij stad Izegem wordt aangesteld als de overheid die de procedure zal voeren. De nodige kredieten voor deze uitgave zijn voorzien onder budgetsleutel IE-OB 070301/241000-AC6.3.2.01 van het budget 2014. Financiële gevolgen
Overzicht Budgetjaar
Investeringsenveloppe
Beleidsitem
Algemene rekening
Actie
2014
IE-OB
070301
241000
AC6.3.2.01
Raming incl. btw 70.000,00 EUR
Gunningsprocedure Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking BESLUIT EENPARIG Artikel 1 Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek en de opdracht “Levering en installatie van een RFIDgebaseerd automatiseringssysteem met geïntegreerde diefstalbeveiliging voor de openbare bibliotheken van Izegem, Oostrozebeke en Zwevegem” met een totale raming van 159.999,97 EUR btw incl. waarvan 70.000,00 EUR incl. btw ten laste van de gemeente Zwevegem Artikel 2 De opdracht zal gegund worden door middel van een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij aanvang van de procedure. Artikel 3 Stad Izegem wordt aangeduid als opdrachtgevend bestuur. Artikel 4 De administratieve en technische bepalingen toepasselijk op de opdracht zijn deze vermeld in het bestek, opgemaakt door de bibliotheekdienst. Dit bestek maakt integraal deel uit van dit besluit. Artikel 3 De nodige kredieten worden aangewezen onder budgetsleutel IE-OB 070301/241000-AC6.3.2.01 van het budget 2014. 6.
Vaststelling
van
het
algemeen
kader
voor
de
aanstellingsvoorwaarden
selectieprocedure voor het ambt van directeur basisonderwijs. Bevoegdheid - Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42. Juridische grond - Het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs, artikel 47ter. - De gemeentelijke rechtspositie zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 17 december 2012. Adviezen, machtigingen, akkoorden, … - Het protocol van 20 januari 2014 van het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité. Verwijzingsdocumenten
en
- Algemeen kader inzake aanwervingsvoorwaarden en selectieprocedure voor het ambt van directeur in het kleuter-, lager of basisonderwijs. Motivering Het besluit van de gemeenteraad van 17 december 2012, gewijzigd in zitting van de gemeenteraad d.d. 22 april 2013, houdende goedkeuring rechtspositieregeling gemeentepersoneel is niet integraal van toepassing op een directeur uit het gemeentelijk onderwijs. De
Vlaamse
onderwijsregelgeving
voorziet
weinig
voorwaarden,
zowel
wat
betreft
de
aanstellingsvoorwaarden als voor de te volgen selectieprocedure. De gemeenteraad stelt daarom het algemeen kader vast waarbinnen het college van burgemeester en schepenen de eigenlijke selectieprocedure kan uitvoeren. BESLUIT EENPARIG Enig artikel: het algemeen kader inzake aanwervingsvoorwaarden en selectieprocedure voor het ambt van directeur in het kleuter-, lager of basisonderwijs, zoals in bijlage bij deze beslissing gevoegd, wordt goedgekeurd.
Kader inzake aanwervingsvoorwaarden en selectieprocedure voor het ambt van directeur in het kleuter-, lager of basisonderwijs. Artikel 1 Dit besluit is niet van toepassing op personeelsleden die tijdelijk aangesteld worden ter vervanging van een tijdelijk afwezige directeur. Artikel 2 Er kan een wervingsreserve aangelegd worden voor de maximumduur van 3 jaar. Kandidaten blijven in de wervingsreserve opgenomen tot de duur verstrijkt of tenzij zij zelf vroegtijdig verzoeken geschrapt te worden. Artikel 3 De aanvullende aanwervings-, bevorderingsvoorwaarden voor het ambt van directeur van de gemeentelijke kleuter-, lagere of basisschool worden als volgt vastgesteld: 1°
beantwoorden aan het schoolspecifiek profiel van directeur;
2°
gunstige beoordeling van de ‘tijdelijke aanstelling in afwachting van vaste benoeming‘ (hierna verder proefperiode genoemd);
3°
de betrekking voltijds uitoefenen.
Artikel 4 Bij de aanstelling van een directeur kleuter-, lager of basisonderwijs in een vacante betrekking wordt steeds een proefperiode voorzien. De maximale duur van deze proefperiode komt overeen met de maximale duur zoals bepaald in artikel 42, §1, c) van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs en kan worden verlengd conform de bepalingen van dit artikel. Voor de begeleiding en beoordeling van deze proefperiode kan het college van burgemeester en schepenen een beroep doen op externen. Artikel 5 §1
Tussen de bekendmaking van een vacature en de uiterste datum voor de indiening van kandidaturen, verlopen minstens veertien kalenderdagen. De dag van de bekendmaking van de vacature is niet in de
termijn begrepen, de uiterste datum voor de indiening van de kandidaturen wel. Als de uiterste datum op een zaterdag, zondag of feestdag valt, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. §2
De datum van verzending van de kandidatuur/ontvangst van de kandidatuur wordt beschouwd als de datum waarop de kandidatuur is ingediend.
§3
De datum van de poststempel/van het faxbericht/van de inschrijving via een elektronisch formulier/van het mailbericht, geldt als datum van verzending.
§4
De uiterste datum van kandidaatstelling geldt op straffe van onontvankelijkheid.
Artikel 6 §1
De vacatures worden ten minste in twee verschillende bekendmakingskanalen, waaronder ten minste één persorgaan of tijdschrift, bekendgemaakt.
§2
Het college van burgemeester en schepenen kiest de wijze van externe bekendmaking uit de volgende mogelijkheden:
§3
1°
nationaal verschijnende kranten of weekbladen;
2°
regionaal verschijnende kranten of weekbladen;
3°
gespecialiseerde tijdschriften van beroepsgroepen of beroepsorganisaties;
4°
de VDAB;
5°
de gemeentelijke website, de website van OVSG en/of VVSG;
6°
zelf geproduceerde media zoals affiches, folders,...;
7°
de plaatselijke radio of een regionale televisiezender;
8°
het Belgisch Staatsblad.
Het vacaturebericht voor het persorgaan of tijdschrift bevat ten minste: 1°
omschrijving van de vacante betrekking;
2°
vermelding of de betrekking voltijds dan wel deeltijds vervuld wordt;
3°
de aanwervings-/bevorderingsvoorwaarden;
4°
de wijze waarop men zich kandidaat kan stellen;
5°
de uiterste datum om zich kandidaat te stellen;
6°
al dan niet aanleggen van een wervingsreserve en duur ervan.
Artikel 7 Het programma van de selectieproef bestaat uit ten minste een schriftelijk onderdeel en een mondeling onderdeel. Dit kan worden aangevuld met psychotechnische proeven en een persoonlijkheidsonderzoek voor de geslaagde kandidaten. Deze worden afgenomen door een erkend extern selectiebureau. Enkel de geschikt bevonden kandidaten komen in aanmerking voor aanstelling of opname in de wervingsreserve. Artikel 8 §1
De selecties worden uitgevoerd door een selectiecommissie van deskundigen, waarbij voor de samenstelling volgende algemene regels gelden: • de selectiecommissie bestaat uit minstens 3 leden; • ten minste één derde van de leden zijn deskundigen extern aan het bestuur; • leden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen kunnen geen lid zijn van de selectiecommissie; zij kunnen wel aanwezig zijn als waarnemer, evenals een afvaardiging van de representatieve vakorganisaties.
§2
Bedoelde deskundigheid is gebaseerd op: • kennis en ervaring inzake personeelsselectie; • kennis en ervaring door professionele activiteit en specialisatie gerelateerd aan de vacature.
Artikel 9 Bij de vaststelling van de concrete selectieprocedure houdt het college rekening met de kostprijs en met de doeltreffendheid ervan voor de vacante functie. 7.
Vaststelling
van
het
schoolspecifiek
profiel
voor
het
ambt
van
een
directeur
basisonderwijs. Bevoegdheid - Het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42. Juridische grond - Het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs, artikel 47ter. - Het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse onderwijsraad, artikel 19,1°. - Het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn artikelen 11 en18. Adviezen, machtigingen, akkoorden, … - het protocol van 20 januari 2014 van het afzonderlijk bijzonder onderhandelingscomité. - het advies 16 januari 2014 van de gezamenlijke schoolraad van de gemeentescholen Kouter en Knokke. Motivering Het
schoolspecifiek
profiel
van
de
directeur
wordt
opgemaakt
in
overeenstemming
met
de
functiebeschrijving voor het ambt van directeur. Dit profiel werd onderhandeld met de vakorganisaties en voor advies voorgelegd aan de betrokken schoolraad. BESLUIT EENPARIG Enig artikel: Het schoolspecifiek profiel voor het ambt van directeur, zoals in bijlage bij deze beslissing gevoegd, wordt goedgekeurd.
Schoolspecifiek profiel voor het ambt van directeur. Overzicht competentiedomeinen en competenties directeur basisonderwijs 1 Leidinggeven aan het onderwijsproces
Visieontwikkeling op onderwijs, personeel en organisatie
Leidinggeven aan veranderingsprocessen
2 Leidinggeven aan een schoolorganisatie
Beleidsontwikkeling en –uitvoering
Delegeren en coördineren
Positioneren van de school in de maatschappelijke context
Bestuurlijke verhoudingen
3 Leiderschap
Beïnvloeden van de beroepshouding
Motiveren en stimuleren
4 Omgangsvormen
Effectieve gespreksvoering
Waarnemen en beïnvloeden van groepsprocessen
5 Zelfmanagement
Probleemoplossend vermogen rond het eigen werk
Omgaan met werkdruk
Positioneren als leidinggevende binnen de schoolorganisatie
Overzicht domeinen kennisverwerving directeur basisonderwijs 1 Administratief – financieel beheer 2 Juridisch beheer 3 Pedagogisch – didactisch Competentiedomeinen. 1. Competentiedomein 1: Leidinggeven aan het onderwijsproces 1.1. Visieontwikkeling op onderwijs, personeel en organisatie De directeur formuleert een samenhangende visie op onderwijs, organisatie en personele ontwikkeling om duidelijk te maken waar men met de school naar toe wil. Focusvelden: 1.1.1. Visie formuleren De directeur ontwerpt en formuleert een visie in overleg met de teamleden en het schoolbestuur. 1.1.2. Visie relateren aan pedagogisch project en strategie De directeur draagt er zorg voor dat de strategie en de visie in overeenstemming zijn met het pedagogisch project. 1.1.3. Visie uitdragen De directeur draagt de visie uit in woorden en daden, op een wijze die de teamleden inspireert en bindt. 1.2. Leidinggeven aan veranderingsprocessen De directeur initieert, ondersteunt en bewaakt een goed verloop van veranderingen. Focusvelden: 1.2.1. Initiëren van veranderingen De directeur herkent en erkent situaties waarin een verandering wenselijk of noodzakelijk is. De directeur draagt zorg voor een systematische aanpak tot verandering. De directeur creëert een draagvlak voor verandering. 1.2.2. Begeleiden van een veranderingsproces De directeur draagt zorg voor een optimale participatie van de betrokkenen. De directeur zorgt voor een planmatige aanpak en bewaakt de fasering en voortgang van het proces. De directeur coördineert en delegeert het veranderingsproces. De directeur heeft oog voor het ontstaan van weerstanden. Hij/zij houdt hiermee rekening en onderneemt actie om de weerstanden om te buigen. 2. Competentiedomein 2: Leidinggeven aan een schoolorganisatie 2.1. Beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering De directeur formuleert vanuit een analyse een coherent beleid, waardoor de organisatie in staat is om haar pedagogisch project, visie en doelen in samenhang te kunnen realiseren. Focusvelden: 2.1.1. Beleidsontwikkeling De directeur maakt een beleidsplan dat consistent en coherent is met het pedagogisch project, de visie en de doelstellingen van de school. De directeur zorgt voor referentiekaders waarbinnen de hoofddoelen van het beleid door de teamleden uitgewerkt kunnen worden. De directeur zorgt voor een geïntegreerde aanpak van de verschillende deelaspecten.
De directeur bewaakt een systematische en regelmatige evaluatie en bijsturing van het beleid. 2.1.2. Uitvoering en implementatie van beleid De directeur stimuleert teamleden om vanuit het referentiekader plannen en activiteiten te ontwikkelen. De directeur maakt afspraken met teamleden over de doelen, acties, werkwijzen en resultaten. De directeur bewaakt de realisatie van de doelen en wijzigt zo nodig plannen of activiteiten indien de omstandigheden dit vereisen. 2.2. Delegeren en coördineren De directeur draagt taken en bevoegdheden over aan teamleden en coördineert de uitvoering ervan. Focusvelden: 2.2.1. Inschatten van de geschiktheid van het teamlid De directeur stelt samen met het teamlid vast of, en in hoeverre, deze over de nodige competenties beschikt om een taak te verrichten. De directeur gaat samen met het betrokken teamlid na op welke wijze een taak kan gerealiseerd worden. 2.2.2. Overdragen van verantwoordelijkheid De directeur spreekt vertrouwen in zijn teamleden uit. De directeur draagt taken aan een teamlid of deelgroep over door concrete afspraken te maken over bevoegdheden, te bereiken resultaten, benodigde middelen en evaluatiemomenten. 2.2.3. Plannen en anticiperen De directeur coördineert de planning waarbinnen teamleden hun activiteiten op mekaar kunnen afstemmen en uitvoeren. De directeur vormt zich een beeld van de taakbelasting van de teamleden. Indien nodig organiseert hij overleg en onderneemt hij actie. 2.2.4. Communiceren De directeur bevordert een klimaat waarin teamleden met elkaar samenwerken en Communiceren. 2.3. Positioneren van de school in de maatschappelijke context De directeur is op de hoogte van sociale en maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen in functie van de eigen schoolorganisatie. Focusvelden: 2.3.1. Kiezen van een strategie De directeur zorgt ervoor dat strategische keuzes mee gebaseerd zijn op een grondig inzicht in de ontwikkeling van de sociale, maatschappelijke en economische situaties. De directeur zorgt ervoor dat de schoolvisie een duidelijke relatie heeft met de omgevingsfactoren. 2.3.2. Onderhouden van contacten De directeur legt contacten met relevante personen of organisaties die kunnen bijdragen tot het behalen van de vooropgestelde doelen. De directeur bewaakt de vooropgestelde doelen bij het onderhouden van contacten en relaties. 2.3.3. Bewaken van het imago De directeur verstrekt betrouwbare informatie over de school. De directeur versterkt het imago van de school. De directeur neemt een voorbeeldfunctie op en stimuleert teamleden om een bijdrage te leveren aan het gewenste imago. 2.4. Bestuurlijke verhoudingen De directeur stelt het schoolbestuur in staat om haar rol op te nemen. Focusvelden: 2.4.1. Strategisch denken en handelen De directeur onderkent problemen en dilemma’s in vraagstukken die van belang zijn voor het schoolbestuur.
De directeur geeft een actueel beeld van de strategische positie en het functioneren van de school. De directeur formuleert voorstellen met betrekking tot de door het schoolbestuur te nemen beslissingen. 2.4.2. Informeren en raadplegen De directeur zorgt voor een goede relatie tussen schoolbestuur en schoolteam, waarbij de rol van het schoolbestuur voor iedereen duidelijk is. De directeur stelt het schoolbestuur op de hoogte van informatie die nodig is om haar bestuurlijke rol te vervullen . De directeur verwijst het schoolbestuur naar externe ondersteuning die zij kan raadplegen. 3. Competentiedomein 3: Leiderschapscompetenties 3.1. Stimuleren van de professionaliteit De directeur stimuleert teamleden om hun professionaliteit af te stemmen op de doelstellingen van de school. Focusvelden: 3.1.1. Bevorderen van een positieve houding De directeur hanteert verschillende gespreksvormen om de gewenste houding van teamleden te stimuleren. Het professionele handelen van de directeur wordt bepaald door en draagt bij tot de realisatie van het pedagogisch project. Vanuit het pedagogisch project expliciteert de directeur de waarden en normen bij beslissingen of bij het bepalen van standpunten. 3.1.2. Reageren op negatieve signalen Vanuit observeerbaar gedrag bespreekt de directeur verbale en non-verbale signalen met teamleden. De directeur confronteert teamleden met gedrag dat niet overeenkomt met de beroepsethiek. De directeur betrekt teamleden bij het zoeken naar een oplossing. 3.2. Motiveren en stimuleren De directeur bevordert teamleden om hun competenties maximaal in te zetten voor het realiseren van de doelstellingen. Focusvelden: 3.2.1. Bevorderen van de bereidheid om competenties in te zetten De directeur ondersteunt het teamlid om zijn persoonlijke ambitie te verbinden met het pedagogisch project en de doelstellingen van de school. De directeur bevordert een participatief klimaat. De directeur bevordert het leren van en met elkaar. 3.2.2. Bestrijden van factoren die de motivatie belemmeren De directeur detecteert signalen die wijzen op demotivatie en neemt maatregelen om dit te voorkomen en te verhelpen. De directeur bespreekt persoonlijke ambities die niet overeenstemmen met de visie en doelen van de school, en onderneemt actie. 4. Competentiedomein 4: Omgangscompetenties 4.1. Effectieve gespreksvoering De
directeur
onderkent
de
sociaal-communicatieve
context
en
past
gesprekstechnieken toe. Focusvelden: 4.1.1. Beheersen van communicatieve vaardigheden De directeur beheerst de communicatieve basisvaardigheden. De directeur reflecteert zelf en samen met gesprekspartners op gesprekken. 4.1.2. Kiezen van de passende vaardigheid
hiervoor
de
geëigende
De directeur past zijn gespreksvaardigheden aan de situatie aan. De directeur maakt conflictueuze situaties bespreekbaar. 4.2. Waarnemen en beïnvloeden van groepsprocessen De directeur optimaliseert het functioneren van het team. Focusvelden: 4.2.1. Bevorderen van een goede teamgeest De directeur stimuleert samenwerking door zelf het goede voorbeeld te geven. De directeur heeft oog voor de verschillende kwaliteiten en competenties van teamleden en bevordert de werkbare verscheidenheid. De directeur stimuleert teamleden om problemen binnen de schoolcontext bespreekbaar te maken. De directeur uit zijn waardering voor teamleden. 4.2.2. Oplossen van problemen in het team De directeur signaleert ineffectieve samenwerking in het team. De directeur maakt problemen bespreekbaar. De directeur zoekt samen met het team naar een oplossing. De directeur neemt zijn verantwoordelijkheid als er geen gezamenlijke oplossing te vinden is. 5. Competentiedomein 5: Zelfmanagement 5.1. Probleemoplossend vermogen rond het eigen werk De directeur gaat effectief en efficiënt om met probleemsituaties. Focusvelden: 5.1.1. Bepalen van verantwoordelijkheden Bij probleemsituaties worden de verantwoordelijken door de directeur erkend en aangesproken. De directeur weegt af of een onmiddellijke interventie nodig is. 5.1.2. Procedures De directeur onderkent situaties waarin regels en procedures moeten worden toegepast of opgesteld. De directeur ontwerpt procedures die efficiënt zijn en stelt deze zo nodig bij. 5.1.3. Leren leven met beperkingen De directeur accepteert tussenoplossingen. De directeur zoekt hulp op die terreinen waar hij minder sterk is. 5.2. Omgaan met werkdruk De directeur gaat efficiënt om met werkdruk en hij neemt hierbij de nodige maatregelen. Focusvelden: 5.2.1. Plannen en organiseren De directeur stelt doelen en prioriteiten in de werkzaamheden. De directeur streeft naar een systematische verdeling van de werkzaamheden. 5.2.2. Beheersen van werklast De directeur kan taken overdragen of delegeren naar anderen. De directeur vraagt feedback in relatie tot het verbeteren van de eigen werkprocessen. De directeur maakt afwegingen in de prioriteitsstelling van taken. 5.2.3. Werkdruk hanteren De directeur brengt afwisseling in taken die veel en weinig energie vragen. De directeur onderkent signalen van overbelasting en neemt maatregelen. 5.2.4. Efficiëntie verhogen De directeur maakt een bewuste keuze bij het vaststellen van de noodzakelijke tijdsinvestering voor het bereiken van het gewenste kwaliteitsniveau. De directeur maakt gebruik van ondersteunende netwerken om de effectiviteit te optimaliseren.
5.3. Positioneren als leidinggevende Vanuit zijn leidinggevende positie blijft de directeur onafhankelijk in denken en oordeelsvorming in de geest van het pedagogisch project. Focusvelden: 5.3.1. Inzicht verwerven in de rol die past bij de situatie De directeur maakt een goede inschatting van verschillende situaties. De directeur bepaalt voor zichzelf de gewenste rol in elke situatie. 5.3.2. Oppakken van de passende rol De directeur past het eigen functioneren aan de rol die in de situatie gevraagd wordt, aan. De directeur kent zijn eigen mogelijkheden en beperkingen en handelt ernaar. Domeinen kennisverwerving 1. Administratief – financieel beheer De directeur past de actuele regelgeving toe en beheert de werkingsmiddelen. Focusvelden: 1. Administratief beheer De directeur ziet toe op een correcte verwerking van de personeelsadministratie. De directeur ziet toe op een correcte verwerking van de leerlingenadministratie. De directeur vervult alle wettelijke en administratieve verplichtingen in verband met het algemene schoolfunctioneren. De directeur zorgt voor een correcte informatiedoorstroming naar alle interne en externe participanten. 2. Financieel beheer De directeur kan in overleg met het schoolbestuur een begroting opstellen en die na goedkeuring uitvoeren. De directeur bewaakt de behoeften i.v.m. aankoop of onderhoud van materiële zaken. De directeur kent in overleg met de teamleden middelen toe bestemd voor het didactisch materiaal en de inrichting van de lokalen. 2. Juridisch beheer De directeur kent en hanteert de belangrijkste bronnen van de onderwijswetgeving en van andere reglementeringen. Focusvelden : De directeur blijft op de hoogte van de actuele regelgeving betreffende het basisonderwijs. De directeur kan rechtsbronnen betreffende het basisonderwijs raadplegen. De directeur is op de hoogte van de regelgeving inzake participatie op school en de regelingen van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. De directeur kent de regelgeving met betrekking tot de begeleiding, de inspectie en de centra voor leerlingbegeleiding. De directeur is op de hoogte van de regelgeving inzake o.a. openbaarheid en privacy, milieu, auteursrechten en naburige rechten, aansprakelijkheid en verzekeringen, veiligheid, gezondheid en welzijn. 3. Pedagogisch-didactisch De directeur bezit de nodige pedagogische en didactische kennis, inzichten en Vaardigheden. Focusvelden: De directeur beschikt over de nodige kennis en inzichten in onderwijsopvattingen en onderwijsstructuren. De directeur is op de hoogte van het onderwijsaanbod. De directeur kent de leerplannen van OVSG waarin de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen vervat zijn. De directeur is op de hoogte van actuele onderwijstendensen. De directeur werkt vernieuwingsgericht om nieuwe werkvormen en didactische materialen te helpen ontwikkelen en deze op een doelmatige wijze aan te wenden of te integreren in de school.
De directeur maakt werk van schoolwerkplanontwikkeling. De directeur heeft inzicht in de basisaspecten van de ontwikkelingspsychologie van het jonge kind. De directeur bekwaamt zich in pedagogische, didactische en methodologische aangelegenheden. 8.
Verhoging tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers VIA-diensten.
Bevoegdheid Gemeentedecreet, artikel 42 en 43 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad Juridische grond - Wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van de pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid. - Sectoraal akkoord 2008-2013 voor het personeel van de lokale en provinciale besturen, afgesloten in het Vlaams onderhandelingscomité C1 van 19 november 2008. - Het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten dat werd goedgekeurd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 9 december 2009. - Sectoraal akkoord over het addendum nr. 1 aan het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten, zoals aangevuld met de aanvullende nota bij het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten van 26 mei 2011, dat werd goedgekeurd in het Vlaamse onderhandelingscomité C1 van 16 oktober 2013. - Besluit van de gemeenteraad dd. 27 september 2010 tot invoering van een aanvullend pensioenstelstel voor de contractuele personeelsleden en goedkeuring bestek opgemaakt door de RSZPPO. Verwijzingsdocumenten - Protocol van akkoord dd. 27 januari 2014, afgesloten met de representatieve vakorganisaties. - Brief VVSG dd. 4 november 2013 betreffende VIA3 en VIA4. - Simulatie VIA4. - Addendum nr. 1 aan het kaderreglement tweede pensioenpijler. Situering Begin november 2013 ontving het bestuur een schrijven van de VVSG over de middelen die we in het kader van VIA3 en VIA4 (VIA = Vlaams Intersectoraal Akkoord) kunnen ontvangen ter verhoging van de koopkracht voor de contractuele personeelsleden tewerkgesteld binnen de VIA-diensten (jeugd, cultuur, bibliotheek, sport en lokale diensteneconomie). Deze regeling is tot stand gekomen na lange onderhandelingen tussen de drie representatieve vakbonden, de Vlaamse regering en de VVSG. De middelen uit het VIA3 zijn momenteel geparkeerd op een aparte rekening van de Vlaamse regering. We ontvangen deze middelen als we een tweede pensioenpijler toekennen aan de contractuele medewerkers die tewerkgesteld zijn in de VIA-diensten. Het is niet vereist om het percentage van de tweede pensioenpijler te verhogen om deze middelen te krijgen. Voor ons bestuur komt dit neer op een eenmalig bedrag van € 13 461.8 (op basis van het aantal gesubsidieerde VTE in 2010) en dit voor de periode 2006-2013. Vanaf 2014 zal ons bestuur jaarlijks een veel lager bedrag ontvangen. Het VIA4 voorziet in middelen ter verbetering van de koopkracht van de contractuele medewerkers in de VIA-diensten. Deze middelen worden toegekend als we de tweede pensioenpijler en/of de waarde van de maaltijdcheques verhogen en dit met ingang op 1 januari 2014. Voor ons bestuur gaat het jaarlijks over een maximumbedrag van 35 606.26 euro. Adviezen, machtigingen, akkoorden, … Visum van de financieel beheerder conform artikel 94 1° en artikel 160 §2 van het gemeentedecreet. Motivering
De pensioenbijdrage is op vandaag gelijk aan 1%. Na overleg in het college van burgemeester en schepenen wordt voorgesteld om de tweede pensioenpijler voor de contractuele medewerkers in de VIA-diensten te verhogen met 2% (pensioenbijdrage = 3%). Deze verhoging kan volledig betaald worden met de middelen die we jaarlijks zullen ontvangen van de Vlaamse Regering. BESLUIT EENPARIG Artikel 1 De tweede pensioenpijler voor de contractanten tewerkgesteld binnen de dienst jeugd, cultuur, bibliotheek, sport en lokale diensteneconomie wordt verhoogd met 2% vanaf 1 januari 2014. Artikel 2 Deze verhoging is van toepassing zolang het bestuur hiervoor de nodige VIA-subsidies ontvangt. Artikel 3 Het addendum bij het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten, in bijlage toegevoegd, wordt goedgekeurd. Artikel 4 Het addendum bij het kaderreglement wordt ter beschikking gesteld aan de personeelsleden op wie het van toepassing is. Artikel 5 Een afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de RSZPPO, Jozef II-straat 47, 1000 Brussel. ADDENDUM NR. 1 AAN HET KADERREGLEMENT TWEEDE PENSIOENPIJLER CONTRACTANTEN, zoals aangevuld met de aanvullende nota bij het kaderreglement tweede pensioenpijler contractanten van 26 mei 2011 1. Voorwerp Dit addendum aan het kaderreglement dat in werking treedt op 1 januari 2014 wordt opgesteld in uitvoering van het vierde Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-/ non-profit sectoren (VIA-4) voor de periode 2011-2015 voor de werknemers binnen de openbare sector. Artikel 4 van dit Via-4akkoord voorziet in de toekenning van koopkrachtmiddelen die kunnen worden ingezet voor de verhoging van de tweede pensioenpijler. Dit addendum wijzigt artikel 4.1 van het kaderreglement ten einde het lokaal bestuur de mogelijkheid te bieden deze door de Vlaamse Regering gedoteerde koopkrachtmiddelen aan te wenden om een hoger percentage als pensioentoelage toe te kennen. De verhoging geldt enkel voor de het personeel — zowel gesubsidieerd als niet-gesubsidieerd — dat tewerkgesteld is in de door het voornoemde akkoord beoogde VIA-diensten. Bij het wegvallen van de dotatie zal van rechtswege een einde komen aan de verhoging. De beslissing van het lokaal bestuur om te voorzien in de verhoging wordt op dezelfde wijze genomen als de eerdere beslissing tot toetreding en vermeldt het percentage van de verhoogde pensioentoelage. Het lokaal bestuur dat beslist te voorzien in de verhoging van de toelage is verantwoordelijk voor het aanduiden van de personeelsleden die hiervoor in aanmerking komen. Zij maakt deze gegevens via de RSZPPO over aan de Pensioeninstelling. Bijkomend neemt dit addendum in artikel 4.1. de verduidelijking op zoals voorzien in de aanvullende nota van 26 mei 2011 bij het kaderreglement waardoor in een noodzakelijke regeling voor toekomstige inhaaltoelagen werd voorzien. Dit addendum wordt gevoegd bij het kaderreglement en maakt er integraal deel van uit.
Overeenkomstig artikel 18 van het kaderreglement wordt dit addendum aangenomen door het sectoraal akkoord van 16 oktober 2013 gesloten in het onderhandelingscomité Cl. 2. Gewijzigd artikel 4.1 Artikel 4.1 Het bedrag van de pensioentoelage wordt vervangen als volgt: 4.1 Het bedrag van de pensioentoelage De uitkeringen bij pensionering en in geval van vroegtijdig overlijden voor de einddatum, worden gefinancierd door jaarlijkse pensioentoelagen die door het lokale bestuur ten gunste van de aangeslotene gestort
worden
aan
de
Pensioeninstelling,
en
waarvan
het
niveau
vastgesteld
wordt
in
het
pensioenreglement. De pensioentoelage zal minstens 1 % van het pensioengevend jaarloon bedragen. In bijlage wordt het pensioengevend jaarloon omschreven. Het lokale bestuur kan beslissen om een hoger percentage als pensioentoelage te storten. Dit percentage wordt toegepast op het pensioengevend jaarloon. Het lokale bestuur kan, op datum waarin huidig kaderreglement voor dat bestuur in werking treedt of op een latere datum, beslissen om ten gunste van de personeelsleden die op dat ogenblik in dienst zijn één of meerdere inhaaltoelagen te storten voor de reeds gepresteerde diensttijd of voor een gedeelte van de reeds gepresteerde diensttijd voor de datum waarop de inhaaltoelage ingevoerd wordt. Het lokale bestuur kan vanaf 1 januari 2014 beslissen om een hoger percentage als pensioentoelage te storten voor de aangeslotene — ongeacht of zij gesubsidieerd of niet gesubsidieerd zijn — die tewerkgesteld is in de door het Via-4akkoord beoogde VIA-diensten. Het lokale bestuur kan hierbij voor de vanaf 1 januari 2013 reeds gepresteerde diensttijd of een gedeelte van deze reeds gepresteerde diensttijd in een VIA-dienst beslissen een inhaaltoelage te storten. Deze verhoogde pensioentoelage en de eventuele voornoemde inhaaltoelage worden gefinancierd door de koopkrachtmiddelen-dotatie toegekend door de Vlaamse Regering. Het wegvallen van deze dotatie heeft van rechtswege een einde van de verhoging tot gevolg. Het lokaal bestuur deelt via de RSZPPO aan de Pensioeninstelling mee welke aangeslotenen in aanmerking komen voor de verhoogde pensioentoelage. ◊ Namens de CD&V-fractie vraagt raadslid Eliane Spincemaille om de oefening van de tweede pensioenpijler te doen voor alle personeelsleden.
9.
Goedkeuring verslag vorige zitting gemeenteraad.
De verslagen van de gemeenteraadszitting van 16 en 17 december 2013 worden met eenparigheid van stemmen goedgekeurd. De zitting wordt gesloten om 20.43 uur.
Namens de gemeenteraad: De gemeentesecretaris
De burgemeester
Jan Vanlangenhove
Marc Doutreluingne