NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 15 DECEMBER 2015 Aanwezig:
Marc Doutreluingne, burgemeester-voorzitter; Wim Monteyne, Marc Claeys, Johan Rollez, Eddy Defoor, Marc Desloovere, Luc Vanassche, Katrien Defoirdt, schepenen; Gerard Amelynck, Davy Nys, Erik Maes, Sofie Vermeulen, Anthony De Jonckheere, Christiana Deprez, Freddy Van Herpe, Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Sabine Poleyn, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Yves Goemaere, Christine Desmet, Bart Dewaele, Eric Françoys, Raf Deprez, Bart Colson, Brigitte Desmet, Sem Vanhessche, raadsleden; Jan Vanlangenhove, gemeentesecretaris
De burgemeester-voorzitter opent de vergadering om 19.04 uur.
1.
OCMW - kennisname budgetwijziging 2015-1.
Juridische grond - OCMW-decreet artikel 150 (156) stelt dat de OCMW-voorzitter het (de) budget(wijziging) toelicht op de gemeenteraad. Als een budget past binnen het meerjarenplan, neemt de gemeenteraad er kennis van. Als een budget niet past binnen het meerjarenplan, spreekt de gemeenteraad zich uit over de goedkeuring van het budget. - Besluit Vlaamse Regering BBC artikel 27 betreffende de voorwaarden waaraan het (de) budget(wijziging) moet voldoen om te passen in het meerjarenplan. - Besluit van de OCMW-raad van 16 december 2014 betreffende vaststelling van het meerjarenbeleidsplan 2014-2019 actualisatie van het OCMW Zwevegem. -
Besluit
van
de
gemeenteraad
van
22
december
2014
betreffende
OCMW.
-
Goedkeuring
meerjarenbeleidsplan 2014-2019 actualisatie. - Besluit van de OCMW-raad van 16 december 2014 betreffende vaststelling van het budget 2015 van het OCMW. - Besluit van de gemeenteraad van 22 december 2014 betreffende aktename budget 2015 van het OCMW. - Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 december 2015 betreffende vaststelling van de budgetwijzing nummer 1 van het dienstjaar 2015. Verwijzingsdocumenten - Budgetwijziging nummer 1 dienstjaar 2015 van het OCMW Zwevegem. Motivering De raad voor maatschappelijk welzijn heeft op basis van de voorgelegde cijfers en de verklarende nota de budgetwijziging nummer 1 dienstjaar 2015 van het OCMW goedgekeurd op 8 december 2015.
De doelstellingennota van het budget bevat voor het financiële boekjaar de beleidsdoelstellingen en actieplannen die ook in de strategische nota van het meerjarenplan zijn opgenomen, het resultaat op kasbasis van het financiële boekjaar is groter dan of gelijk aan nul en de autofinancieringsmarge van het financiële boekjaar in het budget is groter dan of gelijk aan de autofinancieringsmarge van hetzelfde financiële boekjaar in het meerjarenplan. Op 30 november 2015 werd in Commissie I toelichting gegeven aan de raadsleden over de budgetwijziging nummer 1 dienstjaar 2015 OCMW. Gehoord mevr. OCMW-voorzitter Katrien Defoirdt en dhr. Marc Claeys, schepen van sociale zaken in hun toelichting. BESLUIT Enig artikel De gemeenteraad neemt kennis van de budgetwijziging nr. 1 OCMW van het dienstjaar 2015: RESULTAAT OP KASBASIS
Vorig bedrag/ krediet
Wijziging
Nieuw bedrag/ krediet
I. Exploitatiebudget (B-A)
-53.343,34
463.852,33
410.508,99
A. Uitgaven
11.892.587,78
-243.126,05
11.649.461,73
B. Ontvangsten
11.839.244,44
220.726,28
12.059.970,72
1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden
2.865.549,59
2.865.549,59
1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige
8.973.694,85
220.726,28
9.194.421,13
-7.272.002,25
6.753.381,48
-518.620,77
A. Uitgaven
7.864.389,64
204.856,68
8.069.246,32
B. Ontvangsten
592.387,39
6.958.238,16
7.550.625,55
1.593.139,43
-2.437.804,06
-844.664,63
906.860,57
-62.195,94
844.664,63
906.860,57
-62.195,94
844.664,63
906.860,57
-62.195,94
844.664,63
2.500.000,00
-2.500.000,00
0,00
2.500.000,00
-2.500.000,00
0,00
IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
-5.732.206,16
4.779.429,75
-952.776,41
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
6.887.406,26
1.297.097,46
8.184.503,72
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)
1.155.200,10
6.076.527,21
7.231.727,31
II. Investeringsbudget (B-A)
III. Andere (B-A) A. Uitgaven 1. Aflossing financiële schulden a. Periodieke aflossingen b. Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige uitgaven B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden a. Periodieke terugvorderingen b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige ontvangsten
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor exploitatie
483.377,67
3.593.784,14
4.077.161,81
483.377,67
-483.377,67
0,00
4.077.161,81
4.077.161,81
2.482.743,07
3.154.565,50
B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)
671.822,43
Vergelijking initieel MJP 2014-2019 met budgetwijziging 2015-1: Geconsolideerd Resultaat op kasbasis
MJP 2015
Budget 2015
I. Exploitatiebudget (B-A)
-53.343,34
410.508,99
A. Uitgaven
11.892.587,78
11.649.461,73
B. Ontvangsten
11.839.244,44
12.059.970,72
2.865.549,59
2.865.549,59
8.973.694,85
9.194.421,13
-7.272.002,25
-518.620,77
A. Uitgaven
7.864.389,64
8.069.246,32
B. Ontvangsten
592.387,39
7.550.625,55
1.593.139,43
-844.664,63
1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige II. Investeringsbudget (B-A)
III. Andere (B-A) A. Uitgaven
906.860,57
844.664,63
1. Aflossing financiële schulden
906.860,57
844.664,63
1.a Periodieke aflossingen
906.860,57
844.664,63
1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige uitgaven B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings
2.500.000,00 2.500.000,00
2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 2.a. Periodieke terugvorderingen 2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige ontvangsten IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
-5.732.206,16
-952.776,41
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
6.887.406,26
8.184.503,72
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)
1.155.200,10
7.231.727,31
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december)
483.377,67
4.077.161,81
A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen
483.377,67 4.077.161,81
VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)
671.822,43
3.154.565,50
Autofinancieringsmarge
MJP 2015
Budget 2015
I. Financieel draagvlak (A-B)
491.298,68
899.488,60
A. Exploitatieontvangsten
11.839.244,44
12.059.970,72
B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2)
11.347.945,76
11.160.482,12
1. Exploitatie-uitgaven
11.892.587,78
11.649.461,73
2. Nettokosten van de schulden
544.642,02
488.979,61
949.115,20
1.333.644,24
A. Netto-aflossingen van schulden
404.473,18
844.664,63
B. Nettokosten van schulden
544.642,02
488.979,61
-457.816,52
-434.155,64
II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B)
Autofinancieringsmarge (I-II)
2.
OCMW - goedkeuring meerjarenbeleidsplan 2015-2019 aanpassing 1.
Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 43. Juridische grond - OCMW-decreet artikel 148. - Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 december 2015 betreffende vaststelling van het meerjarenplan 2015-2019 aanpassing 1 van het OCMW Zwevegem. Verwijzingsdocumenten - Ontwerp van meerjarenplan 2015-2019 aanpassing 1 van het OCMW Zwevegem. Motivering Het ontwerp van meerjarenplan 2015-2019 aanpassing 1 van het OCMW werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn op 8 december 2015. Overeenkomstig artikel 148 van het OCMW-decreet moet het meerjarenplan worden goedgekeurd door de gemeenteraad. BESLUIT 14 STEMMEN VOOR (Marc Doutreluingne, Wim Monteyne, Marc Claeys, Johan Rollez, Eddy Defoor, Marc Desloovere, Luc Vanassche, Gerard Amelynck, Davy Nys, Erik Maes, Sofie Vermeulen, Anthony De Jonckheere, Christiana Deprez, Freddy Van Herpe) 13 STEMMEN TEGEN (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Sabine Poleyn, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Yves Goemaere, Christine Desmet, Bart Dewaele, Eric Françoys, Raf Deprez, Bart Colson, Brigitte Desmet, Sem Vanhessche)
Motivatie stemgedrag CD&V-fractie: de fractie is akkoord met de aankoop van de 50 assistentiewoningen en stelt dat ze hier een grote bijdrage aan geleverd hebben. Voor transparantie, participatie en communicatie krijgt de meerderheid van de CD&Vfractie een buis. Het wordt hoog tijd dat men in het OCMW weer vertrekt van een
menselijke insteek i.p.v. alleen het financieel rendement. Daarom keurt de CD&Vfractie de aanpassing niet goed. Enig artikel De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2015-2019 aanpassing 1 van het OCMW goed zonder opmerkingen. MJP1: Strategische nota MJP2: Financieel doelstellingenplan (M1) MJP3: De staat van het financieel evenwicht (M2) MJP4: Motivering van de wijzigingen aan het MJP EXPLOITATIEBUDGET INVESTERINGSBUDGET MJP5.1: Omgevingsanalyse MJP5.2: Omschrijving van de financiële risico’s MJP5.3: Overzicht van alle beleidsdoelstellingen MJP5.4: Bijkomende informatie over de interne organisatie Het organogram van de diensten Een overzicht van het personeelsbestand Een overzicht van de budgethouders Per beleidsdomein, het overzicht van de beleidsvelden die er deel van uitmaken MJP5.5: Overzicht entiteiten opgenomen onder financiële vaste activa MJP5.6: Bijkomende informatie over de fiscaliteit MJP5.7: Financiële schulden
Resultaat op kasbasis
Jaar 2014
Jaar 2015
Jaar 2016
Jaar 2017
Jaar 2018
Jaar 2019
I. Exploitatiebudget (B-A)
875.389,20
410.508,99
792.140,73
1.061.805,96
1.563.500,64
1.609.688,57
A. Uitgaven
10.853.344,68 11.649.461,73 12.909.129,42 13.152.058,80 13.410.516,58 13.466.700,57
B. Ontvangsten
11.728.733,88 12.059.970,72 13.701.270,15 14.213.864,76 14.974.017,22 15.076.389,14
1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 2.865.549,59 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar
2.865.549,59
2.865.549,59
8.863.184,29
9.194.421,13
10.835.720,56 11.348.315,17 12.108.467,63 12.210.839,55
-2.515.627,75
-518.620,77
10.561.094,27 -4.726.026,78
-52.000,00
-1.000,00
A. Uitgaven
3.043.495,63
8.069.246,32
10.601.094,27 4.761.026,78
87.000,00
36.000,00
B. Ontvangsten
527.867,88
7.550.625,55
40.000,00
35.000,00
35.000,00
35.000,00
-840.620,08
-844.664,63
3.681.410,79
3.481.766,21
-1.032.487,30
-1.051.985,47
849.248,96
844.664,63
818.589,21
1.018.233,79
1.032.487,30
1.051.985,47
1. Aflossing financiële schulden
849.248,96
844.664,63
818.589,21
1.018.233,79
1.032.487,30
1.051.985,47
1.a Periodieke aflossingen
849.248,96
844.664,63
818.589,21
1.018.233,79
1.032.487,30
1.051.985,47
4.500.000,00
4.500.000,00
2. Overige
II. Investeringsbudget (B-A)
III. Andere (B-A) A. Uitgaven
2.865.549,59
1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige uitgaven B. Ontvangsten
8.628,88
2.865.549,59
2.865.549,59
1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden
4.500.000,00
4.500.000,00
-6.087.542,75
-182.454,61
479.013,34
556.703,10
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar 10.665.362,35 8.184.503,72
7.231.727,31
1.144.184,56
961.729,95
1.440.743,29
VI. Gecumuleerde resultaat (IV+V)
2.a. Periodieke terugvorderingen 2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige ontvangsten
8.628,88
IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) -2.480.858,63
-952.776,41
budgettaire 8.184.503,72
7.231.727,31
1.144.184,56
961.729,95
1.440.743,29
1.997.446,39
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 3.263.299,58
4.077.161,81
819.257,71
819.257,71
819.257,71
819.257,71
A. Bestemde gelden voor exploitatie 491.991,21 B. Bestemde gelden voor investeringen 2.771.308,37 C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen
4.077.161,81
819.257,71
819.257,71
819.257,71
819.257,71
VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)
4.921.204,14
3.154.565,50
324.926,85
142.472,24
621.485,58
1.178.188,68
Autofinancieringsmarge
Jaar 2014
Jaar 2015
Jaar 2016
Jaar 2017
Jaar 2018
Jaar 2019
I. Financieel draagvlak (A-B)
1.408.083,37
899.488,60
1.294.563,71
1.632.840,79
2.141.468,17
2.144.297,40
A. Exploitatieontvangsten 11.728.733,88 12.059.970,72 13.701.270,15 14.213.864,76 14.974.017,22 15.076.389,14 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) 10.320.650,51 11.160.482,12 12.406.706,44 12.581.023,97 12.832.549,05 12.932.091,74 1. Exploitatie-uitgaven
10.853.344,68 11.649.461,73 12.909.129,42 13.152.058,80 13.410.516,58 13.466.700,57
2. Nettokosten van de schulden
532.694,17
II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) 879.555,74
488.979,61
502.422,98
571.034,83
577.967,53
534.608,83
1.333.644,24
1.321.012,19
1.589.268,62
1.610.454,83
1.586.594,30
A. Netto-aflossingen van schulden
346.861,57
844.664,63
818.589,21
1.018.233,79
1.032.487,30
1.051.985,47
B. Nettokosten van schulden
532.694,17
488.979,61
502.422,98
571.034,83
577.967,53
534.608,83
Autofinancieringsmarge (I-II)
528.527,63
-434.155,64
-26.448,48
43.572,17
531.013,34
557.703,10
De geconsolideerde autofinancieringsmarge bedraagt € 1.200.212,12.
3.
OCMW - kennisname budget 2016.
Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 43. Juridische grond - OCMW-decreet artikel 149 en 150. - Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 december 2015 betreffende vaststelling van het meerjarenbeleidsplan 2015-2019 aanpassing 1 van het OCMW Zwevegem.
-
Besluit
van
de
gemeenteraad
van
15
december
2015
betreffende
OCMW.
-
Goedkeuring
meerjarenbeleidsplan 2015-2019 aanpassing 1. Verwijzingsdocumenten Meerjarenbeleidsplan 2015-2019 aanpassing 1 van het OCMW Zwevegem. Budget 2016 van het OCMW Zwevegem. Motivering De raad voor maatschappelijk welzijn heeft op 8 december 2015 het budget 2016 vastgesteld op basis van het meerjarenbeleidsplan 2015-2019 aanpassing 1 van het OCMW Zwevegem. Overeenkomstig artikel 150 van het OCMW-decreet moet het budget ter kennisname worden voorgelegd aan de gemeenteraad. BESLUIT Artikel 1 De raad voor maatschappelijk welzijn stelde het budget 2016 vast als volgt: Deel 1: Beleidsnota bij het budget 2016 1.
Doelstellingennota 2016
2.
Doelstellingenbudget 2016
3.
Financiële toestand 2016
Deel 2: Financiële nota bij het budget 2016 1.
Exploitatiebudget 2016
2.
Investeringsenveloppe 2014-2019, budget 2016
3.
Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen 2016
4.
Liquiditeitenbudget 2016
Deel 3: Toelichting bij het budget 2016 1.
Exploitatiebudget per beleidsdomein 2016
2.
Evolutie van het exploitatiebudget
3.
Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen per beleidsdomein 2016
4.
Evolutie van de transactiekredieten voor investeringsverrichtingen
5.
Evolutie van het liquiditeitenbudget 2016
6.
Overzicht van de werkings- en investeringssubsidies 2016
Deel 4: Bijlagen
Resultaat op kasbasis
Jaar 2016
I. Exploitatiebudget (B-A)
792.140,73
A. Uitgaven
12.909.129,42
B. Ontvangsten
13.701.270,15
1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden
2.865.549,59
1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige II. Investeringsbudget (B-A)
10.835.720,56 -10.561.094,27
A. Uitgaven
10.601.094,27
B. Ontvangsten
40.000,00
III. Andere (B-A) A. Uitgaven
3.681.410,79 818.589,21
1. Aflossing financiële schulden
818.589,21
1.a Periodieke aflossingen
818.589,21
1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige uitgaven B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings
4.500.000,00 4.500.000,00
2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 2.a. Periodieke terugvorderingen 2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige ontvangsten IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
-6.087.542,75
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
7.231.727,31
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)
1.144.184,56
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december)
819.257,71
A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen
819.257,71
C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)
324.926,85
Autofinancieringsmarge
Jaar 2016
I. Financieel draagvlak (A-B)
1.294.563,71
A. Exploitatieontvangsten
13.701.270,15
B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2)
12.406.706,44
1. Exploitatie-uitgaven
12.909.129,42
2. Nettokosten van de schulden
502.422,98
II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B)
1.321.012,19
A. Netto-aflossingen van schulden
818.589,21
B. Nettokosten van schulden
502.422,98
Autofinancieringsmarge (I-II)
-26.448,48
Artikel 2 De gemeenteraad neemt kennis van het budget OCMW voor het dienstjaar 2016. 4.
Goedkeuring meerjarenplan 2015-2019 aanpassing 1 en budget 2016 Autonoom Gemeentebedrijf Zwevegem.
Bevoegdheid Gemeentedecreet artikel 243.
Juridische grond Gemeentedecreet artikel 243. Verwijzingsdocumenten Aanpassing MJP 2015-2019 en budget 2016 van het Autonoom Gemeentebedrijf Zwevegem. Verslag raad van bestuur Autonoom Gemeentebedrijf Zwevegem van 26 november 2015. Motivering De aanpassing MJP 2015-2019 en het budget 2016 van het Autonoom Gemeentebedrijf Zwevegem werd door de raad van bestuur van het AGB Zwevegem vastgesteld op 26 november 2015. De wijzigingen betreffen enerzijds het actualiseren van de uitgaven en ontvangsten a rato van de rekening 2014 en de proef-&saldibalans 13/11/2015, en anderzijds de opname van budgetten voor promotie en optimalisatie inkomsten exploitatie. BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het gewijzigd MJP2015-2019 en het budget 2016 van het Autonoom Gemeentebedrijf Zwevegem wordt goedgekeurd met volgende cijfers: dienstjaar
RESULTAAT OP KASBASIS Initieel
wijziging 2014
wijziging 2015
rek 2014
3.198,44
162.075,26
88.396,88
2015
5.187,39
167.762,65
94.084,27
2016
7.157,94
175.420,59
95.520,41
2017
9.109,75
185.030,34
94.545,30
2018
11.042,24
196.572,58
96.159,74
2019
12.954,87
210.027,45
100.364,55
dienstjaar
AUTOFINANCIERINGSMARGE initieel
wijziging 2014
wijziging 2015
rek 2014
3.198,44
3.698,64
-69.979,74
2015
5.187,39
5.687,39
5.687,39
2016
7.157,94
7.657,94
1.436,14
2017
9.109,75
9.609,75
-975,11
2018
11.042,24
11.542,24
1.614,44
2019
12.954,87
13.454,87
4.204,81
5.
Goedkeuring budget 2016 vzw Transfo Zwevegem.
Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten Budget van vzw Transfo Zwevegem voor het dienstjaar 2016. Verslag algemene vergadering vzw Transfo van 26 november 2015.
Motivering Het budget van vzw Transfo Zwevegem voor het dienstjaar 2016 werd door de raad van bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 26 november 2015. BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2016 van vzw Transfo Zwevegem wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
Geraamd resultaat
154.000,00 EUR
153.097,00 EUR
903,00 EUR
6.
Gemeentelijke bedrijfsbelasting op aandrijfkracht (motoren). - Aanslagjaar 2016.
Bevoegdheid - Artikel 42 en 43, §2, 15° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. - Artikel 145 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. Juridische grond - Artikel 186 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. - Artikel 252 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. - Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. Motivering De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen in het jaar 2016, dit betreft onder meer een belasting op de aandrijfkracht (motoren). Er wordt ten laste van fysische en rechtspersonen, evenals van de feitelijke vennootschappen, verenigingen en gemeenschappen die gemiddeld meer dan 300 (DRIEHONDERD) personen tewerkstellen op grondgebied van de gemeente Zwevegem, een belasting van 30,00 euro/kWh (DERTIG EURO/KILOWATT) geheven op de motoren die gebruikt worden in handels-, landbouw- of nijverheidsbedrijven, ongeacht de brandstof of de energiebron die deze motoren aandrijft. Er wordt ook voorzien in een aantal vrijstellingen. BESLUIT 14 STEMMEN VOOR (Marc Doutreluingne, Wim Monteyne, Marc Claeys, Johan Rollez, Eddy Defoor, Marc Desloovere, Luc Vanassche, Gerard Amelynck, Davy Nys, Erik Maes, Sofie Vermeulen, Anthony De Jonckheere, Christiana Deprez, Freddy Van Herpe) 13 ONTHOUDINGEN (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Sabine Poleyn, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Yves Goemaere, Christine Desmet, Bart Dewaele, Eric Françoys, Raf Deprez, Bart Colson, Brigitte Desmet, Sem Vanhessche) Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 zal ten laste van fysische en rechtspersonen, evenals van de feitelijke vennootschappen, verenigingen en gemeenschappen die gemiddeld meer dan 300 (DRIEHONDERD) personen tewerkstellen op grondgebied van de gemeente Zwevegem, een belasting van 30,00 euro/kWh (DERTIG EURO/KILOWATT) geheven worden op de motoren, die gebruikt worden in handels-, landbouw- of nijverheidsbedrijven, ongeacht de brandstof of de energiebron, die deze motoren aandrijft.
Deze belasting is verschuldigd voor de motoren die de belastingplichtige voor de uitbating van zijn inrichting of van dezer bijgebouwen gebruikt. Dient als bijgebouw van een inrichting te worden beschouwd, iedere instelling of onderneming, iedere werf van welke aard ook, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens drie maand op het grondgebied van de gemeente is gevestigd. De belasting is nochtans niet verschuldigd aan de gemeente, waar de zetel van de onderneming gevestigd is, voor de motoren, gebruikt in het hierboven bepaalde bijgebouw, in de mate waarin die motoren belast kunnen worden door de gemeente waar het bijgebouw gelegen is (M.O. 11.12.1957). Wanneer hetzij in een inrichting, hetzij in een als vorenbedoeld bijgebouw, geregeld en op duurzame wijze, een verplaatsbare motor gebruikt wordt voor de verbinding met één of meer bijgebouwen, of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting verschuldigd in de gemeente waar hetzij de inrichting, hetzij het voornaamste bijgebouw gevestigd is. Artikel 2 De belasting wordt gevestigd op de hierna vermelde grondslagen: a) Omvat de inrichting van de belanghebbende slechts één motor, dan wordt de belasting gevestigd volgens de kracht, opgegeven in het besluit waarbij vergunning tot het plaatsen van de motor is verleend, of akte van die plaatsing gegeven wordt. Noot: 1. De belastbare kracht van een inrichting die slechts één motor in gebruik heeft, is gelijk aan de totale kracht van die motor. 2. De belastbare kracht van een inrichting, waar twee motoren van onderscheiden sterkte van 5 en 10 kW gebruikt worden, is gelijk aan de som dezer krachten (15 kW), voorzien van het coëfficiënt 0,99 ; waar drie, vier, vijf, zes en meer, tot dertig motoren van onderscheiden sterkte gebruikt worden, geldt respectievelijk een degressief coëfficiënt van 0,98 / 0,97 / 0,96 / 0,95 tot 0,71 voor dertig motoren. Indien het aantal motoren dertig te boven gaat, blijft het verminderingscoëfficiënt voor de gezamenlijke motorkracht onveranderlijk op 0,70 vastgesteld. b) Omvat de inrichting van de belanghebbende verschillende motoren, dan wordt de belastbare kracht vastgesteld door de krachten op te tellen die zijn opgegeven in de besluiten waarbij vergunning tot het plaatsen van die motoren, of akte van die plaatsing is gegeven, en deze som te voorzien van een simultaanfactor, veranderend volgens het aantal motoren. Deze factor, gelijk aan de eenheid van één motor, wordt tot en met dertig motoren met 1/100 van de eenheid per bijkomende motor verminderd en blijft daarna onveranderd en gelijk aan 0,70 voor eenendertig motoren en meer. Voor het vaststellen van deze simultaanfactor wordt rekening gehouden met de toestand op 1 januari van het belastingjaar of, voor een nieuwe onderneming, met de toestand op datum van inwerkingstelling. De kracht van de hydraulische toestellen wordt vastgesteld in overleg tussen de belanghebbende en het college van burgemeester en schepenen. In geval van onenigheid staat het de belanghebbende vrij een tegenexpertise uit te lokken. c) Het bepaalde in de littera a) en b) van dit artikel wordt door de Gemeente toegepast naargelang van het aantal motoren waarop zij krachtens art. 1 belasting heft. Artikel 3 Zijn belastingvrij : 1. De motoren die het gehele jaar stilliggen. Het ononderbroken stilliggen voor een duur gelijk aan of langer dan één maand geeft aanleiding tot een belastingvermindering in verhouding tot het aantal maanden gedurende dewelke de motoren hebben stilgelegen. Evenwel komt de verplichte vakantieperiode niet voor het bekomen van deze gedeeltelijke vermindering in aanmerking (M.O. 15.9.1975). In geval van belastingvermindering wegens gedeeltelijk stilliggen, wordt de kracht van de motor voorzien van de simultaanfactor die op de inrichting van de belanghebbende van toepassing is. Geen belastingvermindering kan aan de belanghebbende verleend worden dan op grond van ter post aangetekende of tegen
ontvangstbewijs afgegeven kennisgeving, waarbij hij aan het gemeentebestuur, door de ene de datum van het stilleggen, en door de andere de datum der wederingangstelling van de motor (en) bekend maakt. Voor de berekening van de belastingvermindering gaat de motorafzetting eerst in na ontvangst van eerstgenoemd bericht. Bij afwijking van de in laatste twee zinnen voorgeschreven procedure, zal de vrijstelling ten voordele van de bouwondernemingen die verplaatsbare motoren gebruiken, volgens hierna bepaalde regels bekomen kunnen worden. Deze ondernemingen zullen, voor iedere aan de belasting onderworpen machine, een boekje moeten bijhouden, waarin de dagen worden vermeld gedurende dewelke de machine in gebruik is, evenals de werf waar zij is opgesteld. Op het einde van het jaar zal de ondernemer zijn aangifte invullen aan de hand van deze gegevens, met dien verstande, dat over de gegrondheid ervan steeds fiscaal toezicht mogelijk is. Deze procedure is slechts toegelaten voor de bouwondernemingen die een geregelde boekhouding voeren, tevens een schriftelijke aanvraag tot het college van burgemeester en schepenen gericht en de toestemming van het college bekomen zullen hebben. Met een inactiviteit van één maand wordt gelijkgesteld, de inactiviteit gedurende vier achtereenvolgende weken, gevolgd door één week activiteit, indien het gebrek aan werk te wijten is aan economische oorzaken. 2. De motoren, gebruikt voor het aandrijven van voertuigen die onder de verkeersbelasting vallen, of speciaal van deze belasting zijn vrijgesteld. 3. De motor van een draagbaar toestel. 4. De motor die een elektrische generator aandrijft, voor het gedeelte van zijn vermogen, overeenkomend met de voor het aandrijven van de generator nodige vermogen. 5. De persluchtmotor. 6. De motorkracht, gebruikt voor waterputtingstoestellen, om het even vanwaar het water voortkomt, zomede de motorkracht, gebruikt voor ventilatie- en verlichtingstoestellen. 7. De reservemotor, d.i., waarvan de werking niet onmisbaar is voor de normale gang van de onderneming, en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, voor zover zijn werking geen productieverhoging van de betrokken inrichtingen voor gevolg heeft. 8. De wisselmotor, d.i. uitsluitend bestemd voor hetzelfde werk als een andere motor, die hij tijdelijk moet vervangen. De reserve- en wisselmotoren kunnen aangewend worden om tezelfdertijd te werken als welke normaal gebruikt worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren. 9. De motoren die gebruikt worden om de compressoren te bekrachtigen ter instandhouding van het drukregime in de aardgasleidingen. Artikel 4 Levert een onlangs geplaatste motor niet dadelijk het normaal rendement op omdat de daarmede te drijven installaties onvolledig zijn, dan wordt de niet gebruikte kracht, in kilowatt uitgedrukt, als reservekracht beschouwd, in zoverre zij de in het vergunningsbesluit opgegeven kracht met twintig procent overtreft. Die reservekracht wordt dan voorzien van de simultaanfactor die op de inrichting van toepassing is, met dien verstande, dat de aangifte om het kwartaal hernieuwd moet worden, zolang deze uitzonderingstoestand duurt. Onder “onlangs geplaatste motor” wordt verstaan, met uitzondering van alle andere, de motor waarvan de inwerkingstelling dateert van het voorgaande of van het voorlaatste jaar. In speciale gevallen mogen deze termijnen verruimd worden. Artikel 5 De motoren die van de belasting zijn vrijgesteld wegens stilligging gedurende het ganse jaar, zomede de motoren welke bij toepassing van de bepalingen onder 1. tot 9. van artikel 3 vrijgesteld zijn, komen niet in aanmerking voor het bepalen van de simultaanfactor, toe te passen op de installaties van de belanghebbende. Artikel 6
Wanneer de fabricatiemachines ten gevolge van een ongeval niet langer in staat mochten blijken om meer dan 80 % van de door een belastbare motor afgeleverde kracht te gebruiken, wordt de belastingplichtige slechts belast op de afgeleverde energie van de motor, uitgedrukt in kWh, op voorwaarde dat de gedeeltelijke activiteit minstens drie maanden duurt en dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden aangewend wordt. De belanghebbende kan geen belastingvermindering bekomen dan op grond van ter post aangetekende of tegen ontvangstbewijs afgeleverde kennisgeving, waarbij hij aan het gemeentebestuur door de ene de datum van het ongeval, en door de andere de datum van de wederingangstelling aangeeft. Voor de berekening van de belastingvermindering gaat de motorafzetting pas in na ontvangst van eerstgenoemd bericht. De belanghebbende moet bovendien op verzoek van het gemeentebestuur alle stukken overleggen waaruit de waarachtigheid van zijn verklaringen nagegaan kan worden. Buitengebruikstelling van een motor door ongeval moet, op straffe van verlies van het recht op belastingvermindering, binnen acht dagen aan het gemeentebestuur genotificeerd worden. Artikel 7 Bijzondere bepalingen, alleen van toepassing op sommige nijverheidsbedrijven die erom verzoeken. Wanneer de installaties van een nijverheidsbedrijf voorzien zijn van meettoestellen voor het aangeven van het maximumkwartuurvermogen, waarvan de opneming maandelijks wordt gedaan door de leverancier van elektrische energie, met het oog op de facturatie, en bijaldien dat bedrijf belast werd op grond van het bepaalde onder de artikelen 1 tot 6 gedurende een periode van minstens twee jaar, wordt het bedrag der belastingen voor de volgende aanslagjaren, op verzoek van de uitbater, vastgesteld op basis van een belastbaar vermogen, bepaald in functie van de variatie, van het ene tot het andere jaar, van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens. Daartoe berekent het bestuur de verhouding tussen het vermogen, dat voor het jongste belastingjaar aangeslagen werd op grond van het bepaalde onder de artikelen 1 tot 6, en het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens, opgenomen tijdens datzelfde jaar ; die verhouding wordt “verhoudingsfactor” genoemd. Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens van het jaar met de verhoudingsfactor. De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de maximumkwartuurvermogens van een jaar niet meer dan 20 % verschilt van die van het refertejaar, dit is het jaar dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor. Bedraagt het verschil wel meer dan 20 %, dan telt het bestuur de belastbare elementen, teneinde een nieuwe verhoudingsfactor te berekenen. Om
het
voordeel
van
de
bepalingen
van
dit
artikel
te
genieten,
moet
de
uitbater
vóór
31 januari van het belastingjaar een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur indienen, met opgave van de maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen, in zijn installaties opgenomen tijdens het jaar, voorafgaande aan datgene, waarvoor hij de toepassing van onderhavige bepalingen wenst ; voorts moet hij zich ertoe verbinden bij zijn jaarlijkse aangifte de opgave der maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen van het belastingjaar te voegen en het bestuur toe te laten te allen tijde controle uit te oefenen op de in zijn inrichting gedane metingen van het maximumkwartuurvermogen, vermeld op de rekeningen voor levering van elektrische energie. De uitbater die deze wijze van aangifte, controle en aanslag kiest, verbindt zich door zijn keuze voor een termijn van vijf jaar. Behoudens verzet van de uitbater of van het bestuur bij het verstrijken van het optietijdvak, wordt dit stilzwijgend verlengd voor een nieuw tijdvak van vijf jaar. Artikel 8
De telling van de belastbare elementen wordt gedaan door de beambten van het gemeentebestuur. Deze ontvangen van belanghebbende een ondertekende aangifte, gelijk aan het model dat het gemeentebestuur voorschrijft. Artikel 9 De uitbater is ertoe gehouden de eventuele veranderingen of verplaatsingen van motoren welke zich in de loop van het jaar mochten hebben voorgedaan, aan het gemeentebestuur bekend te maken, behoudens wanneer hij op geldige wijze de regeling, omschreven onder artikel 7, heeft gekozen. Artikel 10 Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van de kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 11 Het kohier van deze belasting wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. Artikel 12 De kohieren worden ingevorderd door de financieel beheerder, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. De belastingschuldigen ontvangen kosteloos, door bemiddeling van de financieel beheerder, de aanslagbiljetten, uittreksels uit het kohier. Zij moeten de belasting betalen binnen twee maand, te rekenen van de datum van de verzending van de aanslagbiljetten. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen ; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten ; rechten en voorrechten van de schatkist ; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 13 Belastingschuldigen kunnen een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, op straffe van verval binnen de drie (3) maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. Wat de materiële fouten betreft, zoals herhalingen van hetzelfde, rekenfouten, enz., mogen de belastingschuldigen de verbetering ervan vragen, zolang de Gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd. Artikel 14 Door de bevoegde overheid worden personeelsleden aangesteld die bevoegd zijn om een controle of onderzoek in te stellen en vaststellingen te verrichten in verband met de toepassing van de
belastingverordening en de bepalingen, vermeld in artikelen 6 en 7 van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. In geval van niet aangifte, bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte ( aanslag van ambtswege ) wordt de belasting vermeerderd met een belastingverhoging. Bij ontstentenis van kwade trouw bij een eerste inbreuk wordt een belastingverhoging van 10 % toegepast. In de andere gevallen wordt bij een inbreuk een belastingverhoging van 25 % toegepast alsook indien de inbreuk gebeurt binnen de 3 jaar na een vorige inbreuk. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 15 De belasting en de belastingverhoging worden ingevorderd door middel van een kohier. Artikel 16 Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 7.
Aanvullende personenbelasting. - Aanslagjaar 2016.
Bevoegdheid - Artikel 42 en 43, §2, 15° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. Juridische grond - Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. - Artikelen 465 tot en met 470bis van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. Motivering De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen in het jaar 2016, dit betreft onder meer de aanvullende personenbelasting. Er wordt een aanvullende personenbelasting geheven op de natuurlijke personen die op 1 januari van het aanslagjaar in deze gemeente domicilie hebben, waarvan het percentage voor alle belastingplichtigen vastgesteld wordt op ZEVEN EN EEN HALVE PROCENT (7,5 %). De vestiging en de inning gebeuren door het Bestuur der Directe Belastingen, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. BESLUIT EENPARIG Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2 De belasting wordt vastgesteld op ZEVEN EN EEN HALVE PROCENT (7,5 %) van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Artikel 3 De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het Bestuur der Directe Belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in artikel 469 van het Wetboek der Inkomstenbelastingen. Artikel 4 Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet.
8.
Opcentiemen op de onroerende voorheffing. - Aanslagjaar 2016.
Bevoegdheid - Artikel 42 en 43, §2, 15° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. Juridische grond - Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. - Wetboek van inkomstenbelastingen: - artikel 251 tot en met 260ter over de grondslag van de onroerende voorheffing; - artikel 297 tot en met 463 over de procedure van vestiging en invordering; - artikel 464/1 over de vestiging van opcentiemen; - artikel 471 tot en met 504 over het kadastraal inkomen. Verwijzingsdocumenten - Circulaire van de gemeenschapsminister van binnenlandse aangelegenheden en openbaar ambt, n.a.v. de beslissing van de Vlaamse executieve om vanaf het aanslagjaar 1991 de ten bate van het gewest gevestigde onroerende voorheffing te verhogen van 1.25 % tot 2.50 % van de kadastrale inkomens. - Circulaire van 30 september 1991 betreffende de berekening van de opbrengst van de opcentiemen op de onroerende voorheffing, dienstig voor de begroting 1992, i.v.m. het principe van de indexatie van de kadastrale inkomens. Motivering De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen in het jaar 2016, dit betreft onder meer een belasting uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing. Het aantal opcentiemen wordt vastgesteld op 1950. De invordering gebeurt door toedoen van het agentschap Vlaamse Belastingdienst van het beleidsdomein Financiën en Begroting van de Vlaamse overheidsdiensten, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. BESLUIT EENPARIG Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 het aantal opcentiemen op de onroerende voorheffing te handhaven op 1950. Artikel 2 De invordering van deze gemeentelijke belasting zal gebeuren door toedoen van het agentschap Vlaamse Belastingdienst van het beleidsdomein Financiën en Begroting van de Vlaamse overheidsdiensten, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. Artikel 3 Een eensluidend afschrift van deze beslissing zal binnen de 20 dagen verzonden worden aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 9.
Gemeentelijke milieubelasting. - Aanslagjaar 2016.
Bevoegdheid - Artikel 42 en 43, §2, 15° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. Juridische grond - Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen.
- Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. Motivering De kosten voor milieubeheer zijn zeer aanzienlijk. Het is dan ook noodzakelijk om in het jaar 2016 benevens uit andere belastingen, ook uit de milieubelasting inkomsten te betrekken. Het bedrag van de gemeentelijke milieubelasting wordt vastgesteld op 75 euro per jaar en per gezin en is verschuldigd overeenkomstig de op 1 januari bestaande gezinstoestand. Voor de gezinnen, waarvan het gezinshoofd op 1 januari behoort tot de categorie die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming inzake gezondheidszorgen, zoals geregistreerd in het bestand van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, bedraagt de belasting 50 euro. De leefloontrekkers worden, na voorlegging van het bewijs van leefloon, vrijgesteld van deze belasting. BESLUIT EENPARIG Artikel 1 Voor de termijn van één jaar, aanvangende op 1 januari, en eindigend op 31 december 2016 wordt, ten behoeve van de gemeente een milieubelasting geheven voor gezinnen. Artikel 2 De milieubelasting is ten laste van ieder gezin dat in Zwevegem op 1 januari van het belastingjaar in het bevolkingsregister is ingeschreven. Artikel 3 Onder gezin wordt verstaan : a) hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft ; b) hetzij een groep van twee of meer personen, die al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken. Artikel 4 De belasting kan vastgesteld en ingekohierd worden op naam van één van de gezinsleden, met die verstande dat alle gezinsleden hoofdelijk en solidair belasting verschuldigd zijn. Artikel 5 De belasting bedraagt 75 euro per jaar en per gezin. Ze is verschuldigd overeenkomstig de op 1 januari bestaande gezinstoestand. Voor de gezinnen, waarvan het gezinshoofd op 1 januari behoort tot de categorie die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming inzake gezondheidszorgen, zoals geregistreerd in het bestand van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, bedraagt de belasting 50 euro. Het verlaagd tarief wordt toegestaan aan alle belastingplichtigen die op 1 januari 2016 recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, uitgebreid met het aantal categorieën gerechtigden op verhoogde tussenkomst voorzien in het koninklijk besluit van 16 april 1997, het koninklijk besluit van 26 mei 1999, het koninklijk besluit van 31 mei 2001, het koninklijk besluit van 9 juli 2010 en de programmawet van 30 december 2001, nl. de hoedanigheidcodes 001, 002, 003, 004, 006, 009, 100, 002 (DOSZ) en 002 (HVKZ). Daarentegen worden de leefloontrekkers na voorlegging van het bewijs van leefloon vrijgesteld van deze belasting. Artikel 6 De belasting is ondeelbaar en verschuldigd voor het hele jaar.
De belasting is niet verschuldigd voor wat de onroerende goederen of delen van onroerende goederen betreft die, kosteloos of niet, bestemd zijn voor een dienst van openbaar nut, ook indien zij geen domeingoed zijn of indien zij rechtstreeks of onrechtstreeks door een overheidsdienst of zijn aangestelden in huur zijn genomen. Evenwel geldt deze ontslaging niet voor die delen van bedoelde onroerende goederen, welke als privévertrekken voor de aangestelden ter bewoning zijn ingericht. Artikel 7 Het kohier van deze belasting wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. Artikel 8 De kohieren worden ingevorderd door de financieel beheerder, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012. De belastingschuldigen ontvangen kosteloos, door bemiddeling van de financieel beheerder, de aanslagbiljetten, uittreksels uit het kohier. Zij moeten de belasting betalen binnen de twee (2) maanden, te rekenen van de datum van de verzending van de aanslagbiljetten. Artikel 9 Belastingschuldigen kunnen desgevallend een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, op straffe van verval binnen de drie (3) maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en schriftelijk worden ingediend. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing kan het nog geldig worden ingediend zolang de gouverneur de begrotingsrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd. Artikel 10 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten ; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 11 De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Artikel 12 Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 10. Vaststelling van de gemeentelijke bijdrage voor 2016 aan de Politiezone Mira. Bevoegdheid - Artikel 42 en 43, §2, 15° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen. - Koninklijk besluit van 7 april 2005, artikel 2 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentepolitiezone (Belgisch Staatsblad, 20 april 2005), gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 augustus 2006 (Belgisch Staatsblad, 24 augustus 2006), 29 juni 2008 (Belgisch Staatsblad, 10 juli 2008) en 8 maart 2009 (Belgisch Staatsblad, 18 maart 2009).
Juridische grond - Besluit van de gemeenteraad van 15 december 2015 waarbij het budget 2016 van de gemeente wordt vastgesteld en waarin tevens de gemeentelijke bijdrage aan de Politiezone Mira voor 2016 wordt vastgesteld op 1.894.604,81 euro (BI 040000 / AR 649400) en 82.925,00 euro (BI 040000 / AR 664300 / IE-OB). Verwijzingsdocumenten Omzendbrief BA-2002/12 van 27 september 2002 betreffende het administratief toezicht op de gemeenten en de politiezones. Verzoek Op basis van het budget van de Politiezone Mira zoals opgemaakt door het Politiecollege in zitting van 27 oktober 2015 en de goedkeuring van het budget door de politieraad in zitting van 24 november 2015. Motivering Er wordt een gemeentelijke dotatieverhoging vooropgesteld van 2% ten opzicht van 2015, dit in combinatie met een investeringstoelage ten bedrage van 82.925,00 euro (zelfde bedrag als 2015). Financiële gevolgen
Overzicht Budgetjaar
Budget
Raming incl. btw
2016
Beleidsitem : 040000
1.894.604,81 euro
AR : 649400 2016
Beleidsitem : 040000
82.925,00 euro
AR : 664300 IE : IE-OB BESLUIT EENPARIG Artikel 1 De gemeentelijke tussenkomst voor 2016 aan de Politiezone MIRA ten bedrage van 1.894.604,81 euro (BI 040000 / AR 649400) en 82.925,00 euro (BI 040000 / AR 664300 / IE-OB) goed te keuren. Artikel 2 De nodige kredieten zullen benomen worden van BI 040000 / AR 649400 en BI 040000 / AR 664300/ IE-OB van het budget 2016. 11. Goedkeuring budgetwijziging 2015-2 gemeente Zwevegem. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 3°. Juridische grond - Gemeentedecreet artikel 145, 146 en 147, 148-153. - Besluit tot wijziging van het BBC-besluit d.d. 23.11.2012. - Ministerieel besluit tot wijziging van het MB BBC d.d. 26.11.2012. Situering - Het ontwerp van budgetwijziging nummer 2 2015 werd besproken tijdens het conclaaf van 16 en 30 oktober en op diverse vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen.
- De budgetwijziging nummer 2 2015 werd toegelicht in de vergadering van commissie I (politie, brandweer, personeel, organisatie, economie, financiën en intergemeentelijke samenwerking) op maandag 30 november 2015. - Het ontwerp van budgetwijziging werd 14 dagen voor de zitting aan de leden van de gemeenteraad bezorgd. Motivering Het ontwerp van budgetwijziging nummer 2 2015 voldoet aan de vereisten in het kader van het financieel evenwicht: -
Het resultaat op kasbasis is per financieel boekjaar groter dan of gelijk aan nul.
-
De autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar waarop de financiële nota van het meerjarenplan betrekking heeft, is groter dan of gelijk aan nul.
De doelstellingennota van het budget bevat voor het financiële boekjaar de beleidsdoelstellingen en actieplannen die ook in de strategische nota van het meerjarenplan zijn opgenomen, het resultaat op kasbasis van het financiële boekjaar is groter dan of gelijk aan nul en de autofinancieringsmarge van het financiële boekjaar in het budget is groter dan of gelijk aan de autofinancieringsmarge van hetzelfde financiële boekjaar in het meerjarenplan. BESLUIT 14 STEMMEN VOOR (Marc Doutreluingne, Wim Monteyne, Marc Claeys, Johan Rollez, Eddy Defoor, Marc Desloovere, Luc Vanassche, Gerard Amelynck, Davy Nys, Erik Maes, Sofie Vermeulen, Anthony De Jonckheere, Christiana Deprez, Freddy Van Herpe) 13 STEMMEN TEGEN (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Sabine Poleyn, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Yves Goemaere, Christine Desmet, Bart Dewaele, Eric Françoys, Raf Deprez, Bart Colson, Brigitte Desmet, Sem Vanhessche) Enig artikel De budgetwijziging nummer 2 2015 wordt met volgende cijfers goedgekeurd: RESULTAAT OP KASBASIS
I. Exploitatiebudget (B-A)
Vorig bedrag/ krediet
Wijziging
Nieuw bedrag/ krediet
2.597.815,72
1.947.973,44
4.545.789,16
A. Uitgaven
29.344.324,69
191.747,69
29.536.072,38
B. Ontvangsten
31.942.140,41
2.139.721,13
34.081.861,54
17.345.032,06
1.900.147,39
19.245.179,45
14.597.108,35
239.573,74
14.836.682,09
-2.606.554,46
356.696,53
-2.249.857,93
A. Uitgaven
5.147.900,17
-1.070.696,53
4.077.203,64
B. Ontvangsten
2.541.345,71
-714.000,00
1.827.345,71
III. Andere (B-A)
-1.660.501,49
-1.755.000,00
-3.415.501,49
3.614.708,87
-45.000,00
3.569.708,87
3.614.708,87
-45.000,00
3.569.708,87
3.614.708,87
-45.000,00
3.569.708,87
1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige II. Investeringsbudget (B-A)
A. Uitgaven 1. Aflossing financiële schulden a. Periodieke aflossingen
b. Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige uitgaven B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden a. Periodieke terugvorderingen
1.954.207,38
-1.800.000,00
1.800.000,00
-1.800.000,00
154.207,38 0,00
154.207,38
154.207,38
154.207,38
154.207,38
b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige ontvangsten IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)
-1.669.240,23
549.669,97
1.734.979,60
-1.119.570,26 1.734.979,60
65.739,37
549.669,97
615.409,34
65.739,37
549.669,97
615.409,34
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)
Vergelijking tussen initieel MJP 2014-2019 en budgetwijziging 2015-2: Geconsolideerd Resultaat op kasbasis I. Exploitatiebudget (B-A)
MJP 2015
Budget 2015
2.597.815,72
4.545.789,16
A. Uitgaven
29.344.324,69
29.536.072,38
B. Ontvangsten
31.942.140,41
34.081.861,54
17.345.032,06
19.245.179,45
14.597.108,35
14.836.682,09
-2.606.554,46
-2.249.857,93
A. Uitgaven
5.147.900,17
4.077.203,64
B. Ontvangsten
2.541.345,71
1.827.345,71
III. Andere (B-A)
-1.660.501,49
-3.415.501,49
1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige II. Investeringsbudget (B-A)
A. Uitgaven
3.614.708,87
3.569.708,87
1. Aflossing financiële schulden
3.614.708,87
3.569.708,87
1.a Periodieke aflossingen
3.614.708,87
3.569.708,87
1.954.207,38
154.207,38
1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige uitgaven B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden
1.800.000,00 154.207,38
154.207,38
2.a. Periodieke terugvorderingen
154.207,38
154.207,38
2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige ontvangsten IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
-1.669.240,23
-1.119.570,26
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
1.734.979,60
1.734.979,60
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)
65.739,37
615.409,34
VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)
65.739,37
615.409,34
Autofinancieringsmarge
MJP 2015
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen
Budget 2015
I. Financieel draagvlak (A-B)
3.722.043,20
5.652.496,20
A. Exploitatieontvangsten
31.942.140,41
34.081.861,54
B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2)
28.220.097,21
28.429.365,34
1. Exploitatie-uitgaven
29.344.324,69
29.536.072,38
2. Nettokosten van de schulden
1.124.227,48
1.106.707,04
4.584.728,97
4.522.208,53
A. Netto-aflossingen van schulden
3.460.501,49
3.415.501,49
B. Nettokosten van schulden
1.124.227,48
1.106.707,04
Autofinancieringsmarge (I-II)
-862.685,77
1.130.287,67
II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B)
12. Goedkeuring meerjarenbeleidsplan Zwevegem 2015-2019 aanpassing 2. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 3°. Juridische grond - Gemeentedecreet artikel 145, 146 en 147. - Besluit tot wijziging van het BBC-besluit d.d. 23.11.2012. - Ministerieel besluit tot wijziging van het MB BBC d.d. 26.11.2012. Situering - Het ontwerp van meerjarenplan 2015-2019 aanpassing 2 werd besproken tijdens het conclaaf van 16 en 30 oktober en op diverse vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen. - Het meerjarenplan 2015-2019 aanpassing 2 wordt toegelicht in de vergadering van commissie I (politie, brandweer, personeel, organisatie, economie, financiën en intergemeentelijke samenwerking) op maandag 30 november 2015. - Het ontwerp van meerjarenplan 2015-2019 aanpassing 2 werd 14 dagen voor de zitting aan de leden van de gemeenteraad bezorgd.
Adviezen, machtigingen, akkoorden, … - Advies van het managementteam d.d. 4 november 2015. Motivering Het ontwerp van meerjarenplan 2015-2019 aanpassing 2 voldoet aan de vereisten in het kader van het financieel evenwicht: -
Het resultaat op kasbasis is per financieel boekjaar groter dan of gelijk aan nul.
-
De autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar waarop de financiële nota van het meerjarenplan betrekking heeft, is groter dan of gelijk aan nul.
BESLUIT 14 STEMMEN VOOR (Marc Doutreluingne, Wim Monteyne, Marc Claeys, Johan Rollez, Eddy Defoor, Marc Desloovere, Luc Vanassche, Gerard Amelynck, Davy Nys, Erik Maes, Sofie Vermeulen,
Anthony
De
Jonckheere,
Christiana
Deprez,
Freddy
Van
Herpe)
13 STEMMEN TEGEN (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Sabine Poleyn, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Yves Goemaere, Christine Desmet, Bart Dewaele, Eric Françoys, Raf Deprez, Bart Colson, Brigitte Desmet, Sem Vanhessche) Artikel 1 Het meerjarenplan 2015-2019 aanpassing 2 goed te keuren: MJP1: Strategische nota MJP2: Financieel doelstellingenplan (M1) MJP3: De staat van het financieel evenwicht (M2) MJP4: Motivering van de wijzigingen aan het MJP 1.
EXPLOITATIEBUDGET
2.
INVESTERINGSBUDGET
MJP5.1: Omgevingsanalyse MJP5.2: Omschrijving van de financiële risico’s MJP5.3: Overzicht van alle beleidsdoelstellingen MJP5.4: Bijkomende informatie over de interne organisatie 1.
Het organogram van de diensten
2.
Een overzicht van het personeelsbestand
3.
Een overzicht van de budgethouders
4.
Per beleidsdomein, het overzicht van de beleidsvelden die er deel van uitmaken
MJP5.5: Overzicht entiteiten opgenomen onder financiële vaste activa MJP5.6: Bijkomende informatie over de fiscaliteit MJP5.7: Financiële schulden Geconsolideerd Resultaat op kasbasis
Jaar 2015
Jaar 2016
Jaar 2017
Jaar 2018
4.545.789,16
4.836.809,10
4.621.859,78
4.200.165,61
4.045.144,37
A. Uitgaven
27.355.608,73 29.536.072,38 30.286.678,10 30.552.667,11 31.300.034,55
31.450.262,90
B. Ontvangsten
33.878.529,63 34.081.861,54 35.123.487,20 35.174.526,89 35.500.200,16
35.495.407,27
19.157.106,21 19.245.179,45 19.808.161,92 19.640.288,34 19.769.407,11
19.900.837,64
I. Exploitatiebudget (B-A)
1.a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar
Jaar 2014 6.522.920,90
Jaar 2019
2. Overige
14.721.423,42 14.836.682,09 15.315.325,28 15.534.238,55 15.730.793,05
15.594.569,63
-6.213.711,87
-2.249.857,93
-7.088.478,29
-4.776.402,04
-4.119.466,04
-3.672.058,00
A. Uitgaven
7.677.216,50
4.077.203,64
9.663.307,04
6.886.402,04
5.497.202,04
7.722.058,00
B. Ontvangsten
1.463.504,63
1.827.345,71
2.574.828,75
2.110.000,00
1.377.736,00
4.050.000,00
III. Andere (B-A)
-3.496.378,20
-3.415.501,49
1.812.553,24
173.438,82
-67.937,33
-331.731,39
II. Investeringsbudget (B-A)
A. Uitgaven
3.653.890,26
3.569.708,87
3.285.506,00
3.321.480,07
3.360.501,25
3.174.295,31
1. Aflossing financiële schulden
3.653.890,26
3.569.708,87
3.285.506,00
3.321.480,07
3.360.501,25
3.174.295,31
1.a Periodieke aflossingen
3.653.890,26
3.569.708,87
3.285.506,00
3.321.480,07
3.360.501,25
3.174.295,31
B. Ontvangsten 1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden
157.512,06
154.207,38
5.098.059,24
3.494.918,89
3.292.563,92
2.842.563,92
5.000.000,00
3.400.000,00
3.200.000,00
2.750.000,00
157.512,06
154.207,38
98.059,24
94.918,89
92.563,92
92.563,92
2.a. Periodieke terugvorderingen 2.b. Niet-periodieke terugvorderingen
157.512,06
154.207,38
98.059,24
94.918,89
92.563,92
92.563,92
-3.187.169,17
-1.119.570,26
-439.115,95
18.896,56
12.762,24
41.354,98
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
4.922.148,77
1.734.979,60
615.409,34
176.293,39
195.189,95
207.952,19
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)
1.734.979,60
615.409,34
176.293,39
195.189,95
207.952,19
249.307,17
1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige uitgaven
3. Overige ontvangsten IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) Autofinancieringsmarge I. Financieel draagvlak (A-B) A. Exploitatieontvangsten B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) 1. Exploitatie-uitgaven
1.734.979,60 Jaar 2014
615.409,34
176.293,39
195.189,95
207.952,19
249.307,17
Jaar 2015
Jaar 2016
Jaar 2017
Jaar 2018
5.652.496,20
5.909.343,49
5.722.828,00
5.295.926,81
5.111.791,32
33.878.529,63 34.081.861,54 35.123.487,20 35.174.526,89 35.500.200,16
35.495.407,27
26.154.489,79 28.429.365,34 29.214.143,71 29.451.698,89 30.204.273,35
30.383.615,95
27.355.608,73 29.536.072,38 30.286.678,10 30.552.667,11 31.300.034,55
31.450.262,90
7.724.039,84
Jaar 2019
2. Nettokosten van de schulden
1.201.118,94
1.106.707,04
1.072.534,39
1.100.968,22
1.095.761,20
1.066.646,95
II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B)
4.697.497,14
4.522.208,53
4.259.981,15
4.327.529,40
4.363.698,53
4.148.378,34
A. Netto-aflossingen van schulden
3.496.378,20
3.415.501,49
3.187.446,76
3.226.561,18
3.267.937,33
3.081.731,39
B. Nettokosten van schulden
1.201.118,94
1.106.707,04
1.072.534,39
1.100.968,22
1.095.761,20
1.066.646,95
Autofinancieringsmarge (I-II)
3.026.542,70
1.130.287,67
1.649.362,34
1.395.298,60
932.228,28
963.412,98
13. Goedkeuring budget 2016 gemeente Zwevegem. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 3°. Juridische grond - Gemeentedecreet artikel 145, 146 en 147, 148-153. - Besluit tot wijziging van het BBC-besluit d.d. 23.11.2012. - Ministerieel besluit tot wijziging van het MB BBC d.d. 26.11.2012. Situering - Het ontwerp van budget 2016 werd besproken tijdens het conclaaf van 16 en 30 oktober en op diverse vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen. - Het budget 2016 werd toegelicht in de vergadering van commissie I (politie, brandweer, personeel, organisatie, economie, financiën en intergemeentelijke samenwerking) op maandag 30 november 2015. - Het ontwerp van budget werd 14 dagen voor de zitting aan de leden van de gemeenteraad bezorgd. Adviezen, machtigingen, akkoorden, … - Advies van het managementteam d.d. 4 november 2015. Motivering Het ontwerp van budget 2016 voldoet aan de vereisten in het kader van het financieel evenwicht: -
Het resultaat op kasbasis is per financieel boekjaar groter dan of gelijk aan nul.
-
De autofinancieringsmarge van het laatste financiële boekjaar waarop de financiële nota van het meerjarenplan betrekking heeft, is groter dan of gelijk aan nul.
BESLUIT 14 STEMMEN VOOR (Marc Doutreluingne, Wim Monteyne, Marc Claeys, Johan Rollez, Eddy Defoor, Marc Desloovere, Luc Vanassche, Gerard Amelynck, Davy Nys, Erik Maes, Sofie Vermeulen, Anthony De Jonckheere, Christiana Deprez, Freddy Van Herpe) 13 STEMMEN TEGEN (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Sabine Poleyn, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Yves Goemaere, Christine Desmet, Bart Dewaele, Eric Françoys, Raf Deprez, Bart Colson, Brigitte Desmet, Sem Vanhessche) Artikel 1 Het budget 2016 goed te keuren: Deel 1: Beleidsnota bij het budget 2016 1. Doelstellingnota 2016 2. Doestellingenbudget 2016 3. Financiële toestand 2016 Deel 2: Financiële nota bij het budget 2016 1. Exploitatiebudget 2016 2. Investeringsenveloppe 2014-2019 3. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen 2016 4. Liquiditeitenbudget 2016 Deel 3: Toelichting bij het budget 2016 1. Exploitatiebudget per beleidsdomein 2016
2. Evolutie van het exploitatiebudget 3. Transactiekredieten voor investeringsverrichtingen per beleidsdomein 2016 4. Evolutie van de transactiekredieten voor investeringsverrichtingen 5. Evolutie van het liquiditeitenbudget 2016 Deel 4: Bijlagen
Resultaat op kasbasis I. Exploitatiebudget (B-A)
Jaar 2016 4.836.809,10
A. Uitgaven
30.286.678,10
B. Ontvangsten
35.123.487,20
1.a. Belastingen en boetes
19.808.161,92
1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 1.c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige
15.315.325,28
II. Investeringsbudget (B-A)
-7.088.478,29
A. Uitgaven
9.663.307,04
B. Ontvangsten
2.574.828,75
III. Andere (B-A)
1.812.553,24
A. Uitgaven
3.285.506,00
1. Aflossing financiële schulden
3.285.506,00
1.a Periodieke aflossingen
3.285.506,00
1.b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige uitgaven B. Ontvangsten
5.098.059,24
1. Op te nemen leningen en leasings 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 2.a. Periodieke terugvorderingen
5.000.000,00 98.059,24 98.059,24
2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige ontvangsten IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III)
-439.115,95
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
615.409,34
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V)
176.293,39
VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) Autofinancieringsmarge
176.293,39 Jaar 2016
I. Financieel draagvlak (A-B)
5.909.343,49
A. Exploitatieontvangsten
35.123.487,20
B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2)
29.214.143,71
1. Exploitatie-uitgaven 2. Nettokosten van de schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B)
30.286.678,10 1.072.534,39 4.259.981,15
A. Netto-aflossingen van schulden
3.187.446,76
B. Nettokosten van schulden
1.072.534,39
Autofinancieringsmarge (I-II)
1.649.362,34
De agendapunten 11, 12 en 13 werden samen behandeld. Toelichting door dhr. burgemeester: Beste Collega’s, Voor ons ligt de budgetwijziging 2015, het aangepast meerjarenplan en het budget 2016. Nadat het 1ste jaar financieel beheer in het kader van het BBC-model met succes doorstaan werd, is men op hetzelfde elan doorgegaan. Vooreerst een woord van dank, van welgemeende dank aan onze financieel beheerder, Sander De Bo, en aan zijn team voor de geleverde inspanningen. De financiële teugels van onze gemeente zijn in goede en competente handen. Inhoudelijk is het vandaag niet de bedoeling de commissievergadering, waarop alle gegevens cijfermatig uitvoerig toegelicht werden, opnieuw over te doen. De commissievergadering had bovendien tot doel de gelegenheid te bieden tot uitgebreide vraagstelling waarvan zowel tijdens als na de commissievergadering trouwens goed gebruik gemaakt werd. Ik zal mij dan ook beperken tot een beknopte samenvatting enerzijds en tot een algemene conclusie anderzijds. 1. Wat de 2de budgetwijziging 2015 betreft zijn de belangrijkste elementen de volgende: Aan exploitatiezijde: Sterke stijging van de uitgaven voor groenonderhoud door uitbesteding van bepaalde werken aan derden. Daarentegen dalen de personeelskosten met ongeveer 175.000 euro, te verklaren door het feit dat in geval van ziekte niet onmiddellijk vervangen werd maar interne mobiliteit wordt toegepast. Anderzijds werden nieuwe functies later ingevuld dan voorzien (verantwoordelijke dienst gebouwen, lokale economie, dienst kinderopvang). De toegestane werksubsidies voor lokale economie werden ook naar beneden toe aangepast wegens het later dan voorzien invoeren van de ondersteunende maatregelen. Bij de dienst welzijn werden de premies voor mantelzorg (alhoewel afgeschaft) in de kredieten behouden. Deze kredieten die verder zijn blijven staan worden nu gebruikt voor nieuwe initiatieven in verband met welzijn, o.a. het armoedeplan. Aan ontvangstenzijde is de stijging in belangrijke mate te verklaren door de ontvangen compensatie voor materieel en outillage. Aan investeringszijde zijn de wijzigingen grotendeels te verklaren door het doorschuiven van bepaalde uitgaven naar 2016. Aan de ontvangstenzijde werden een aantal subsidies voor restauratiedossiers van Transfo eveneens doorgeschoven naar 2016 en 2017.
Anderzijds is er de aanpassing van de verkoopprijs voor het stationsgebouw, oorspronkelijk geraamd op 70.000 euro en in werkelijkheid verkocht voor 140.000 euro. 2. Wat de wijzigingen aan het meerjarenplan betreft komt men tot de vaststelling dat de som van de exploitatieresultaten, zijnde ontvangsten min uitgaven, 2015-2019 na aanpassing stijgt met 4.692.060,65 miljoen euro. Zie voor het overige de nota i.v.m. de motivering van de wijzigingen aan het MJP. 3. ALGEMENE CONCULSIE 3.1 Er wordt efficiënt en zuinig bestuurd. -
Kort op de bal.
-
Met een optimale verhouding tussen snelle en kwalitatieve dienstverlening enerzijds en kostprijs anderzijds.
Voorbeeld kort op de bal: oud politiekantoor was verhuurd tot 31 december 2014, te koop gesteld en zal iets meer dan 1 jaar later reeds opengaan als bistro-restaurant. Voorbeeld van zuinig beleid: de gemeente heeft in het kader van de belasting op de leegstand 5 procedures als verweerder gevoerd of lopende, wat evenwel geen eurocent aan kosten tot gevolg heeft vermits de rechtsbijstand gratis gebeurde door de burgemeester zelf. 3.2 Er wordt een zeer actief beleid gevoerd. Zwevegem onderneemt en helpt ondernemen. Zwevegem investeert in de toekomst. Een bloemlezing van de belangrijkste beslissingen, al dan niet reeds uitgevoerd, tijdens de 3 voorbije jaren zijn daarvan het onbetwistbare bewijs. Let op: deze lijst is uiteraard niet exhaustief en derhalve louter exemplatief. -
De opening van het Cultuurhuis “De Vrijheid” in St.-Denijs;
-
De voltooiing van het nieuw gemeentepunt en de verhuis van alle gemeentediensten onder één dak met een veel betere dienstverlening tot gevolg;
-
De uitvoering van grote onderhoudswerken aan de openbare wegenwerken zoals o.a. de Bellegemstraat, Harelbeekstraat, Stedestraat, Otegemstraat, Helkijnstraat, St.-Denijsplaats,….;
-
Het bereiken van een akkoord met het Vlaams Gewest voor de overname van de N8;
-
De herbestemming van het oud gemeentehuis;
-
De aankoop van gronden noodzakelijk voor de realisatie van het Lettenhofpark en de aanleg op termijn van een nieuw kerkhof;
-
De verkoop van het oud politiekantoor en het oud stationsgebouw met nieuwe horecabestemmingen tot gevolg;
-
De heropening van de Heynholwegel als trage weg (na meer dan 20 jaar tevergeefse procedure);
-
De realisatie van de nabestemming van de kleiputten in de Kwadestraat;
-
De herbestemming van de gewezen OCMW-kantoren tot een sociaal tewerkstellingscentrum (UBUNTU);
-
De actieve medewerking aan de herbestemming van de gewezen Bekaertsite tot een nieuwe leef- en woonkern in het centrum van de gemeente;
-
Diverse maatregelen tot ondersteuning van de lokale economie;
-
De bouw van een nieuwe school in de Kouterstraat;
-
De opmaak van een masterplan voor de herinrichting van het Gemeentepark;
-
De opmaak van een armoedeplan;
-
De structurele oplossing van de wateroverlast in de Ellestraat;
-
De promotie van onze gemeente en haar verenigingsleven door Dorp van de Ronde en Bevergem;
-
De definitieve beslissing voor een nieuw zwembad in Zwevegem;
-
Doelgerichte investeringen met het oog op het gebruik van Transfo als aantrekkelijke ontmoetingsplaats;
-
De invoering van een integraal fietsbeleid voor de promotie van Zwevegem als fietsgemeente;
3.3 Zwevegem is tegelijk opnieuw financieel gezond geworden. In minder dan 3 jaar tijd is de schuldenlast met meer dan 8 miljoen euro gedaald terwijl volgens het aangepaste MJP diezelfde schuldenlast, ondanks de voorgenomen investeringen en ondanks een actief beleid, tegen 2018 zal gedaald zijn met meer dan 10 miljoen euro. De schuldenlast op 31 december 2012 stond op ongeveer 42 miljoen euro terwijl deze zelfde schuldenlast op 31 december 2018 begroot wordt op 31.342.000 miljoen euro. Dat is eigenlijk een daling met meer dan 10.5 miljoen euro terwijl de dienstverlening en de investeringen op pijl blijven.
Eliane Spincemaille, fractievoorzitter CD&V: We zijn halfweg de legislatuur, het is de derde keer dat de huidige meerderheid met haar plannen naar de gemeenteraad komt: na het bijstellen van het B2015 via BW2 komt de aanpassing aan het MJP en de concrete budgettering over wat in 2016 aan de orde zal komen. Niemand heeft een glazen bol en zeker in tijden waarbij hogere overheden, soms van de ene dag op de andere dag bepaalde regelgeving aanpassen, noopt dit een lokaal bestuur (gemeente en OCMW) tot aanpassingen in hun MJP. Ik geef enkele voorbeelden: Regularisatie van het GESCO-contingent en het stopzetten van de vermindering van de werkgeversbijdragen GESCO’s en vervanging door 95% subsidie; de compensatieregeling voor gederfde opcentiemen ingevolge vrijstelling op Onroerende Voorheffing voor materieel en outillage; sectorsubsidies (jeugd, cultuur, sport) die vanaf 2016 toegevoegd worden aan het Gemeentefonds; een aankondiging van het planbureau waarbij toch de spilindex in 2016 zou overschreden worden met indexverhoging voor de lonen vanaf oktober 2016; een schrijven in november van de minister van pensioenen dat de basisbijdrage voor vast benoemd personeel met 3.5% daalt, … Deze mix van goed en slecht nieuws, tijdig of niet tijdig ontvangen en dus wel of niet opgenomen in het budget en aanpassing MJP, … Uiteraard allemaal belangrijk om te verwerken in B en MJP, want dit bepaalt mee de financiële contouren waarin we als gemeente dienen te werken. Dit zijn echter “omgevingsfactoren” (def. uit de ec): ze hebben wél invloed op onze fin. slagkracht MAAR wij zelf kunnen ze niet bepalen, dit is het werk van hogere niveaus. De CD&V-fractie wil zich in de commentaren vooral focussen op de kern van de zaak, op de elementen waarin we als bestuur zelf wél keuze en beslissingsvermogen hebben; op de manier waarop keuzes worden voorbereid en gemaakt; met de garantie op een langetermijnvisie, een dynamisch beleid i.f.v. van welvaart en welzijn voor de Zwevegemnaar. Wij kunnen en willen onze ontgoocheling over bepaalde zaken niet onder stoelen of banken steken. Het zijn punten waar we jaarlijks op terug komen en waar we alleen maar kunnen vaststellen dat het van kwaad naar erger gaat. Dat er straks vanuit de gemeenteraadsleden van de meerderheid een lofzang komt, klinkt hoe langer hoe ongeloofwaardiger, zéker op het punt van participatie van de gemeenteraadsleden! Maar bon, u zal het “het politiek spel” noemen, maar voor CD&V is politiek geen spel. Wij zetten de toekomst van de Zwevegemnaren NIET op het spel. Onze fractie hoopt dat de meerderheid toch rekening zal houden met onze bedenkingen en suggesties en die alsnog zal implementeren in haar beleid. Zo kom ik naadloos tot de Strategische doelstelling 5 Verbinden en versterken. BD 5.1 Geloof in participatie aanwakkeren – zoeken naar een breed draagvlak. Naar mijn bescheiden mening is dit echt wel een werkpunt voor het schepencollege zelf. Eén uitzondering maak ik graag en dat is voor het armoedeplan = ruim geconsulteerd en breed gedragen, via
commissievergadering toegelicht, met aandacht voor samenwerking met OCMW en andere actoren in het welzijnswerkveld. Een unicum in het parcours van deze meerderheid. Verder hebben het voorbije jaar alleen maar voorbeelden gezien van hoe het schepencollege nét het tegenovergestelde doet. De jeugdraad verscheen met een plakker op de mond in de gemeenteraadszitting, een veel betekenend signaal van stil protest. Sportraad wordt pas op de laatste knip geïnformeerd over cruciale dossiers van het zwembad zodat er toch een “papieren advies” is en voor de aankoop van de 50 assistentiewoningen werd dit louter snel op een gepland Vast Bureau meegedeeld. Bespreking in de seniorenraad kwam na de beslissing. Maar ook dat is niet nieuw: er is vb. een participatietraject voor de inwoners omtrent de aanleg van het park nádat de gemeenteraad besliste tot de aanleg van de 1ste fase. Het masterplan op een A4tje was ook de enige info naar de gemeenteraad, geen duiding van de ontwerper, geen commissievergadering, … Komt er beterschap? Wij hopen het! Op onze vraag belooft de schepen het parkeer- en circulatieplan (studie door Leiedal) toe te lichten aan de gemeenteraadsleden, rijkelijk laat want intussen nam het CBS al heel wat beslissingen tot wijzigen van éénrichting, schilderen van parkeerstroken, afbreken van verkeerslichten, etc. Maar toch brandend actueel want op B 2016 staat voor de start van de gefaseerde uitvoering 20 000 euro ingeschreven. Mag toch eens besproken worden op de Gemeentelijke Mobiliteitscommissie? Eenzelfde vraag hebben wij ook voor Lettenhofpark, het “groene sporendossier“ waar wij in de vorige legislatuur de nodige subsidies binnenhaalden. Een ontwerper i.k.v. Winvorm is klaar met een ontwerp. Ook hier vanaf 2016 investeringsuitgaven. Idem dito met het Lokaal Toewijzingsreglement, met het haalbaarheidsonderzoek industriezone Moen en Imog. Hoe kunnen wij een MJP goedkeuren als er geen toelichting gegeven wordt over de projecten? Ik beperk mij hier nu alléén tot de prioritaire doelstellingen, nl. deze waarover het beleid zelf kiest om uitvoeriger over te informeren en rapporteren! Gemeenteraad wordt maar al te vaak met een kluitje in het riet gestuurd. In de raadszitting van november vroeg onze fractie uitleg over de Gistkuip. Een nietszeggend antwoord, maar ’s morgens kan je wel de uitleg in de krant lezen! Meer nóg in het budget van het OCMW wordt hiervoor doodleuk een budget “voor afbraak en aankoop van Gistkuip” van 2015 naar 2016 verschoven. Maar wat er op gang is??? Daar hebben we het raden naar. Financiële toestand. Enkele meevallers geven financiële ruimte: In 3 jaar tijd nog geen enkele loonindexering; die komt er nu wellicht in okt 2016 maar kan, volgens de informatie van de financieel beheerder, opgevangen worden met een nieuw voordeel: de verlaging van de basispensioenbijdrage voor vast benoemd personeel (van 41.5% naar 38%) en dit voor de periode 20162019. Enkele zachte winters zijn ook “welgekomen”: geen uitgaven voor strooien en minder schade aan de wegenis. De schrapping van de compensatieregeling voor gederfde opcentiemen ingevolge vrijstelling op Onroerende Voorheffing voor materieel en outillage leek aanvankelijk een ramp voor een gemeente met een industrieel profiel als de onze, als Zwevegem ; Te meer dat de firma Bekaert ook een optimalisatiescenario i.k.v. Onroerende Voorheffing opzette. Aanvankelijk een rampscenario maar alles blijkt uiteindelijk supergoed mee te vallen. Er komt een overgangsmaatregel, en opnieuw is er een redding tot en met 2019. We ontvangen toch jaarlijks een kleine 1.2 miljoen euro t.o.v. 300 000 in 2013 en 1.4 miljoen euro in 2014. Maar zoals reeds eerder gezegd, dit ligt niet onmiddellijk in onze lokale macht. Laat ons focussen op de impact van eigen beslissingen. Het is duidelijk dat de vruchten van de beslissing uit de vorige legislatuur tot “het centraliseren van de diensten in het gemeentepunt”, nu volop kunnen geplukt worden. Deze bestaan uit enerzijds efficiëntiewinsten bij de exploitatie en anderzijds uit opbrengsten van verkoop van patrimonium.
Voeg daar nog eens de spaargelden uit de vorige legislatuur aan toe en het is voor eenieder duidelijk dat er wél geld is in Zwevegem. Op zijn Bevergems gezegd: men is het spaarvarken aan het slachten! Intussen draait men de inwoners van Zwevegem wel een rad voor de ogen. Zo ook met de belofte, een bestuur dat de belastingen niet zou verhogen …. Het woord Zwevegems taxshift is hier nog te mooi voor: -
voor trouwen en begraven zijn wij de duurste van Vlaanderen!
-
voor de kunstacademie: het woord “gezinstoeslag” wordt geschrapt alsook de formule maar er wordt sowieso 3 euro inschrijvingsgeld PER kind in het DKO bijgerekend vanaf 2015.
-
De drijfkrachtbelasting werd vorig jaar met 5 euro opgetrokken, na een jarenlang traject van afbouw. Ja, met 5 euro opgetrokken, om dat tarief de komende 3 jaren (2017-2019) (!) 1 euro per jaar zal laten zakken. Dat is nog een netto +2 euro! Maar dit is het nieuwe biggetje… het kweken van een nieuw spaarvarken.
Er kwamen in deze legislatuur wel 3 nieuwe belastingen bij en dat voor een bestuur dat de belastingen niet zou verhogen. -
er werd een belasting op de leegstand ingevoerd, eerst voor Otegem en Heestert, die bracht in het verleden 58.000 euro op; stilaan wordt in alle deelgemeenten nu deze belasting verschuldigd en zal ze nog 50.000 euro opbrengen. Een wijziging aan het reglement zal hier als verklaring ingeroepen worden maar voor onze fractie blijft dit fundamenteel 2 x ONGELIJK vinden!
-
de belasting op reclamedrukwerk blijft een doorn in het oog van de plaatselijke kleinhandelaars. Een creatief voorstel van Unizo krijgt zelfs geen kans om gehoord te worden….
-
de belasting op de masten en pylonen zit in een juridische procedureslag. Gelukkig is nu de Astridveiligheidsmast op ons aandringen van verdere belasting gevrijwaard.
Investeringen. De investeringsenveloppe bestaat voor een deel uit verschuivingen/aanpassingen. Hierin zijn 2 grote pakketten te maken doorheen de MJP: Transfo gerelateerde kredieten: nodig dat men eindelijk verder werkt met de enveloppefinanciering. T.o.v. de grote uitgaven van restauratie staan, net zoals vroeger, ook pakken subsidies. Wegenis gerelateerde kredieten: Wegenis zelf: ecovillage , Bekaertstraat, Stedestraat-Stokerijstraat. Voor wat betreft het aanleggen van het fietspad in de Zwevegemstraat in Otegem in 2017, werd vorig jaar een subsidie van 300.000 euro ingeschreven. Nu wordt die subsidie geschrapt. Terecht want dit was niet correct:
zelfs als een dossier een fietsfondsdossier wordt (de voorwaarden zijn voldaan: het is een
gemeentelijke weg en het ligt op het Bovenlokaalfietsroutenetwerk) dan is de provincie het trekkend bestuur en komt dit voor 100% op het budget van de provincie. De gemeente krijgt geen subsidie maar een nieuw fietspad. Het enige dat de gemeente moet doen is een brief schrijven, door mij persoonlijk en mede in naam van BN Otegem is dit in september 2013 al aan het CBS gevraagd; intern in de provincie en met Deerlijk en Vlaanderen was het op dat ogenblik al informeel afgetoetst (zie brief minister). “1 euro voor een postzegel” heb ik namens onze fractie in de budgetbesprekingen eind 2013 nog eens herhaald, stuur toch die brief. Een fietsfondsdossier duurt minstens 4 jaar! HET ZOU OP TIJD GEWEEST ZIJN! Maar ja, het kwam van de oppositie. Herhaaldelijk reikte ik u voor dergelijke dossiers de hand en nog steeds wil ik voor de Zwevegemnaars deze belangen verdedigen. De provincie was continue met dossiers bezig voor Zwevegem: de fietstunnel, de vernieuwing Guldensporenpad ts Knokke en Zwevegem, en nu de lopende dossiers: de trimaarzate en stationsplein in St Denijs, missing link Guldensporenpad in de Bekaertsite (uitvoering in 2018, budget 0,5 mln EUR). Vervolgdossiers moeten tijdig aangevraagd worden.
Enige correctheid is hier aan de orde, het is NIET de provincie die traag werkt of niet wil. Als de vraag van de gemeente er niet komt … In de commissievergadering 30 november 2015 stelde de secretaris dat na het conclaaf begin november 2015 een brief gestuurd werd. Klopt en de antwoordbrief was intussen ook al lang op de gemeente aangekomen!
(zie brief: wij nemen nota van de wens van het CBS om ….). Maar daarover werd gezwegen! Als een dossier 4 jaar duurt dan is dat niet met een briefke te regelen voor uitvoering in 2017. De budgetten in de MJP provincie 2014-2018 zijn (behoudens Bekaertsite) benomen voor projecten in andere gemeenten. Toch is de provincie bereid om hier het voortouw te nemen en vraagt ze een planningsoverleg. (ligt vast voor januari). Nogmaals ik zal hier mee mijn schouders onder zetten in het belang van de Zwevegemnaren. Als de provincie het niet doet in 2017 dan doen we het zelf, stelde de burgemeester. Vraag is natuurlijk als het kiezen voor een realisatie ZONDER de provincie in 2017 echt wel een goede keuze is???
De gemeente
kan 100% financiering krijgen maar moet dit tijdig aanvragen. Voor de Kortrijkstraat moet van het ogenblik er een overeenkomst is met AWV (of misschien zelfs al voor de overeenkomst er is; cf. Bekaertsite: daar er is nog steeds geen erfpachtcontract) een volgende fietsfondsdossier aangevraagd & besproken worden! Trouwens de overeenkomst met AWV was door het CBS voorzien om in oktober in de gemeenteraad te brengen. Wat is de reden van de vertraging? Van aan de Kerk tot aan de Luipaardstraat is een fietsfondsdossier mogelijk. Een 100% gefinancierd fietspad in de Kortrijkstraat, natuurlijk niet voor realisatie in 2018, 2016+4 = 2020. Gebruik de Zwevegemse middelen 1.5 miljoen euro voor een heraanleg van het voetpad en ingrepen op de straat zelf die van de Kortrijkstraat een woon- & handelsstraat (vooral deel kerk rond punt Bekaertstraat) moeten maken. Leden van het college van burgemeester en schepenen, beste collega’s, We zijn enkele dagen van Kerstmis verwijderd en dit is traditioneel de tijd van wensen. Vanuit de CD&V-fractie wensen wij voor de inwoners van Zwevegem dat het bestuur in 2016 bereid zou zijn om haar beleid op de diverse vlakken bij te sturen en dat het beleid tevens oog en oor heeft voor de positieve aanbevelingen vanuit de bevolking, de adviesraden, de gemeenteraadsleden incl. die van de oppositie. Op basis van wat nu voorligt kunnen wij niet anders dan consequent te blijven in ons stemgedrag en zullen het agendapunt van MJP en B niet goedkeuren. Er zijn trouwens in het afgelopen jaar halsoverkop beslissingen genomen waar wij ons niet kunnen in vinden, vb. een 25m-zwembad zonder garanties op ruimte en betaalbaarheid van recreatief zwemmen, zonder grondig afweging met renovatie bestaande 50 m bad. Dit bestuur is er één van vele losse ad hoc beslissingen zonder een degelijke langetermijnvisie voor onze gemeente. Beslissingen op zijn Bevergems: impulsbeslissingen, veranderen om te veranderen. Participatie op zijn Bevergems: in plaats van draagvlak te zoeken, conflicten opzoeken. Op zijn Bevergems: het slachten van het spaarvarken van het OCMW en het spaarvarken van de gemeente! Op zijn Bevergems kan ook positief zijn: de OMCW-voorzitter bouwt uiteindelijk na veel aandringen toch assistentiewoningen …
Freddy Van Herpe, fractievoorzitter SP.A: Beste collega’s, De bespreking van het budget en de actualisatie van de meerjarenplanning is volgens mij het gepaste moment om even stil te staan bij het algemeen beleid. We hebben als SP.A fractie steeds aandacht besteed aan de verschillende beleidsopties, eerder dan aan het puur cijfermatige. Het spreekt voor zich dat deze twee zaken niet los van elkaar kunnen gezien worden. De verschillende prioriteiten moeten worden voorzien van realistische budgetten.
Ik stel vast dat wij daar met de nieuwe bestuursploeg jaar na jaar in slagen. Nochtans zijn we in 2013 gestart met een niet zo riante gemeentekas. De discussie over de schuldenlast hebben mijn inziens lang genoeg geduurd en hypothekeerde toch voor een stuk de orde van de dag, zijnde het nemen van beleidsbeslissingen in het algemeen belang van de Zwevegemse inwoner. We kregen of krijgen meermaals het verwijt vanuit de CD&V fractie dat we niet vlug genoeg werkten. Eén van de redenen daarvoor was de onduidelijkheid over de leningslast. Maar genoeg daarover , het is de toekomst die telt. Ik kan alleen maar vaststellen dat er toch reeds heel wat gerealiseerd werd en nog te realiseren is. We hebben zoals beloofd de schoolomgevingen aangepakt en verkeersveiliger gemaakt. Een aantal straten werd aangepakt. De grote openbare werken zijn afgerond, zoals de Harelbeekstraat, andere zijn volop in uitvoering zoals de Stedestraat. Alle projecten worden vooraf gegaan door inspraak- en infomomenten. De wateroverlast werd op een adéquate manier aangepast ! We hebben ons aangepast aan de nieuwe wetgeving met betrekking tot het gebruik van pesticiden en ook dit heeft de nodige tijd nodig gehad al was het maar om de juiste technieken te kunnen testen en met kennis van zaken de nodige aankopen te kunnen doen! We hebben een beslissing genomen om een nieuw zwembad te laten bouwen. De Parkschool zit volledig op schema! Het gemeentepark wordt aangepakt! We geven de aanzet voor de realisatie van het Lettenhof en de nieuwe school in Heestert. Ook op sociaal vlak werden enkele initiatieven genomen. Het armoedeplan is daarvan het meest in het oog springende. Een plan dat door vele organisaties wordt gedragen en waarvan reeds een aantal projecten in de komende maanden zullen opstarten. De nieuwbouw van het WZC nadert zijn voltooiing en met de aankoop van 50 assistentiewoningen op het Leanderhof werd ook het signaal gegeven naar onze senioren dat wij aandacht hebben voor de vergrijzing en dat we net zoals bij het WZC iets willen doen aan de wachtlijsten. Ik kan dus stellen dat de nieuwe bestuursploeg goed bezig is. Wij houden ons woord en wegen, gezien de budgettaire beperkingen, alle beslissingen nauwkeurig af op financiële haalbaarheid. Ik wil ook nog even meegeven dat we geen belastingverhoging of een verhoging van de opcentiemen hebben doorgevoerd. We maken het ons dus niet gemakkelijk! Maar goed, kritiek zal er altijd zijn en de oppositie moet zijn werk doen. Ik stel alleen vast dat we ondanks alles , onze meerjarenplanning zullen afsluiten met een vermindering van de gemeentelijke financiële schuld met ongeveer 7.000.000 euro en een positieve autofinancieringsmarge. Tot zover mijn tussenkomst en ik kan enkel maar de inzet van de bestuursploeg toejuichen! Dank voor jullie aandacht.
Sofie Vermeulen, fractievoorzitter N-VA: Leden van het schepencollege, beste collega’s, Een van de belangrijkste prioritaire beleidsdoelstellingen sinds het begin van de legislatuur is het financieel gezond maken en houden van onze gemeentefinanciën. Het bijgewerkte meerjarenplan en de begroting 2016 bewijzen dat deze meerderheid daarin slaagt met vlag en wimpel. De schuldenlast is nu, na amper 3 jaar gezakt naar minder dan 30 miljoen euro.
Het maakt niet uit met welk startcijfer we vergelijken: de schuldpositie van 50 miljoen, dan wel de effectieve schuld van 43 miljoen. De daling is spectaculair en biedt ruimte voor investeringen in onder andere meer scholen, parken, wegen en voetpaden. Bovendien slaagt deze meerderheid daarin zonder de onvermijdbare belastingen te verhogen: zowel de aanvullende personenbelasting als de onroerende voorheffing blijven onveranderd. Veiligheid is voor de N-VA een topprioriteit. Ik wil dan ook de schepenen Monteyne en Desloovere bijzonder bedanken voor de inspanningen die zijn geleverd om de schoolomgevingen veiliger te maken, dankzij onder meer de rode asfaltstroken. Het werk is niet af, maar er is al veel gedaan en de rest komt in de komende jaren aan bod. Ook de goedkeuring gisteren van een opgefrist algemeen politiereglement na 35 jaar is belangrijk, al is het maar vanwege de invoering van GAS. Onze fractie deelt de bezorgdheid van de oppositie dat GAS geen pestboetes mogen worden, maar in tegenstelling tot de collega’s hebben wij er wel vertrouwen in dat het CBS daar in de concrete uitwerking over waakt. We hoorden gisteren ook duidelijk dat de jeugd, terecht, niet geviseerd wordt. GAS zal enkel voor 16-plussers gelden en eventuele overlast in en rond de jeugdlokalen wordt geregeld via de nieuwe gebruiksovereenkomsten. Collega’s, deze bestuursploeg vecht ook voor de leefbaarheid van de dorpskernen. Ook die van de landelijke deelgemeenten. Via de pas goedgekeurde subsidiereglementen lokale economie versterken we de uitstraling en de leefbaarheid van de kernen. Het bestuur neemt ook zijn verantwoordelijkheid door lastige keuzes te maken, zoals de afbakening van de handelskernen. Eigenlijk is het – gezien de omstandigheden - logisch dat men ervoor kiest om te beginnen met een beperkte kern. Specifiek voor deelgemeente Zwevegem is dat een lus die rekening houdt met de verschuiving van de handelskern richting Bekaertstraat, een verschuiving die het natuurlijk gevolg zal zijn van de ontwikkeling van het Leanderhof. En wanneer die kleine kern opbloeit, komt er ruimte om hem uit te breiden. Waar ik het nog niet over gehad heb, is welzijn, vrije tijd en onderwijs. Nochtans gebeurt ook hier heel wat: - in 2015 werd het armoedeplan gelanceerd, met vier hoofdacties die focussen op kinderen en die worden uitgevoerd in een regie van het pas opgerichte Huis van het Kind. - Het OCMW nam recent de beslissing om zwaar te investeren in ouderen met de aankoop van 50 assistentiewoningen op het Leanderhof. - De UiTPAS is gelanceerd. - Over dik een half jaar wordt de nieuwe school aan de Kouterstraat in gebruik genomen. De Kunstacademie heeft haar erkenning kunnen behouden en er wordt hard gewerkt aan de huisvestingsproblematieken van de Kunstacademie, de Klim-Op en Gemeenteschool Heestert. - Waar we nog het meest naar uitkijken, is het nieuwe zwembad. In 2015 zijn de juiste beslissingen genomen en we hebben er alle vertrouwen in dat Zwevegem straks een nieuw zwembad krijgt op maat, inclusief toegang tegen inwonersvoorwaarden in het nieuwe zwembad op Kortrijk-Weide. Collega’s, het is duidelijk: Zwevegem is in beweging, sterk in beweging, en dat op het juiste spoor.
Gerard Amelynck, fractievoorzitter Gemeentebelangen: Geachte heer burgemeester, collega's, Als fractieleider wens ik niet in herhaling te vallen. Ik heb geen tekst voorbereid enkel goed geluisterd en genoteerd wat belangrijk is. Geen commentaar geven kan in bepaalde omstandigheden meer indruk maken en overkomen dan een overvloed van woorden. De meerderheid van nu heeft haar gevoeligheden en ervaringen. Ongeacht alle tussenkomsten, beoordelingen en visies moet ik vaststellen dat:
-
het exploitatieresultaat positief is en ook op langere termijn dankzij een aantal logische maatregelen o.a. het beheersen van de technieken om de kosten onder controle te houden; degelijk en gedurfd personeelsbeleid; consolidatie en herstructurering van de diensten (die er reeds is en nog komen moet);
-
de lange termijn financiering (niveau van uitstaande leningen en leninglasten) gaat de goede richting uit als gevolg van nieuwe financieringstechnieken; de investeringen blijven op niveau zonder extra leningen.
Deze positieve resultaten kunnen niet bereikt worden zonder goede en weldoordachte beslissingen van het beleid, steun en efficiëntie bij de medewerkers. Dank voor uw luisterbereidheid.
De zitting wordt gesloten om 21.29 uur.
Namens de gemeenteraad: De gemeentesecretaris
De burgemeester-voorzitter
Jan Vanlangenhove
Marc Doutreluingne