NOTITIE KREDIETCRISIS GEMEENTE ZALTBOMMEL (stand van zaken 14 april 2009)
1 INLEIDING De kredietcrisis begint eigenlijk in 2007. In de Verenigde Staten van Amerika komen steeds meer huizenbezitters in de problemen met de aflossing van hun hypotheken. Het gaat om mensen met weinig inkomen en weinig eigen kapitaal, die relatief dure hypotheken hebben afgesloten. Hypotheekaanbieders hebben hypotheken verstrekt waarmee men de eerste jaren een lage rente betaalt, waardoor de maandelijkse lasten goed te dragen zijn. Daarna wordt de rente verhoogd en moeten er ineens honderden dollars meer per maand worden betaald. Het aantal niet geïnde aflossingen loopt hierdoor op, de eerste mensen worden uit hun huizen gezet, hun woningen worden gedwongen verkocht. De verstrekte hypotheken, waarin de banken handelen, worden minder waard. Huizen die gedwongen worden verkocht, leveren minder op dan de waarde waarvoor banken ze als onderpand op de balans hebben staan. De eerste Amerikaanse hypotheekbanken komen in de problemen. In eerste instantie zijn de effecten op internationale schaal beperkt. Dat verandert in de zomer 2008. Steeds meer hypotheken blijken niet te kunnen worden afgelost en de verliezen bij in Amerika actieve banken stapelen zich op. De banken die de hypotheken hebben verstrekt, hebben die leningen bovendien samengebundeld, opgeknipt en weer doorgeleend aan andere banken en financiële instellingen over de gehele wereld. Daardoor weet niemand meer precies wie de schade zal dragen van een niet-afgeloste hypotheek. Gevolg is dat banken elkaar onderling gaan wantrouwen. Omdat de markt voor interbancaire leningen opdroogt, wordt het steeds moeilijker de waarde vast te stellen van de pakketten aan hypotheekobligaties, de opgeknipte en weer doorgeleende hypotheken. Op basis van berekeningen beginnen banken de waarde van die pakketten op de balans te verminderen. De eerste miljardenafschrijvingen vinden plaats. De aanhoudende problemen op de Amerikaanse huizenmarkt raken intussen rechtstreeks de grootste hypotheekbedrijven in de Verenigde Staten: Fannie Mae en Freddie Mac. Samen garanderen zij bijna de helft van alle in de VS afgesloten hypotheken, met een waarde van 5.300 miljard dollar. Vervolgens gaat het snel. Doordat pakketten met beleggingen van de balans worden gehaald kunnen banken en verzekeraars de hoge rente die ze de beleggers hebben beloofd niet langer uitbetalen. Steeds meer banken en financiële instellingen komen in de problemen. De angst slaat toe en de wereldwijde kredietcrisis is een feit. 1.1 Van kredietcrisis tot recessie Niet alleen financiële instellingen, ook verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen komen in de problemen. De aandelenmarkt keldert gigantisch. Door de sterke daling van zowel het consumenten- als het producentenvertrouwen wordt daarnaast veel minder uitgegeven. En als reactie op de financiële crisis zijn banken strenger geworden bij het verstrekken van kredieten. Niet alleen onderlinge (internationale) leningen, maar ook leningen aan bedrijven, instellingen en gewone burgers worden later gegeven en tegen strengere voorwaarden. Dat zet een grote rem op de economische ontwikkeling. En zo ontstaat een recessie. 1.2 Vraagstelling notitie De recessie heeft gevolgen voor de inwoners en bedrijven van de gemeente Zaltbommel, maar ook voor de gemeentelijke organisatie zelf. Centrale vragen die zich daar bij voordoen zijn: •
• • •
Kunnen de in de begroting voorgenomen investeringen doorgaan zonder elders een probleem te veroorzaken en kan het MeerjarigInvesteringspProgramma (MIP) uitgevoerd worden? Wat betekent de kredietcrisis voor de inwoners van de gemeente Zaltbommel? Wat betekent de kredietcrisis voor het te hanteren financiële kader voor de begroting 2010 en verder? Valt de crisis mee, is het ernstig of is het zeer ernstig?
2
1.3 De recessie en de gemeentelijke overheid Een recessie betekent ander gedrag van de burgers en bedrijven. De burger is terughoudend geworden met consumeren. De bedrijven zijn terughoudend met investeren. Het keren van de recessie vraagt om adequaat reageren en anticiperen van de (rijks)overheid in het algemeen. Hierbij hoort ook de vraag of gemeente Zaltbommel hier zelf ook een rol in heeft. Nederland en zeker de gemeentelijke overheden zijn kleine spelers in het veld van deze crisis. De werkelijke mogelijkheden om iets aan de wereldwijde gevolgen van de kredietcrisis te doen zijn daarom beperkt. Echter het verkennen van de beleidsvelden waar de kredietcrisis de gemeente, maar ook onze inwoners en bedrijven raakt en het formuleren van een (re)actie op dat beleidsveld is wel aan de orde. Met andere woorden: We moeten problemen die de gemeentelijke overheid zelf raken aanpakken en ook bezien of we een steun in de rug kunnen zijn voor de inwoners en de bedrijven.
3
2. GEMEENTELIJK BELEID 2.1 Uitwerken van scenario’s Om een gericht gemeentelijk beleid te voeren dat snel kan inspelen op de effecten van de kredietcrisis en de recessie zijn een aantal scenario’s in beeld gebracht. Daarbij is met name gekeken op welke beleidsvelden er nu reeds effecten zijn, of in de toekomst te verwachten zijn. Het gaat dan om zowel het financieel perspectief als de maatschappelijke effecten. Er zijn drie scenario’s ontwikkeld: • • •
De ‘korte dip’. Een scenario dat uitgaat van een economisch herstel op korte termijn (binnen twee jaren) en niet al te grote financiële gevolgen op de langere termijn. Een recessie die een korte tijd duurt, maar wel grotere financiële gevolgen heeft (ook op de langere termijn). Een recessie die langer duurt en eveneens langduriger financiële consequenties heeft.
2.2 Crisis en investeringen De meest eenvoudige en wellicht voor de hand liggende oplossing lijkt om vanaf nu te gaan bezuinigen. De crisis ‘uitzitten’ en al het beleid dat geschrapt kan worden, ook daadwerkelijk voor dit moment stil te leggen. Daarmee is echter onze bevolking, maar ook de crisis niet geholpen. De bevolking vraagt van de overheid (ook van de gemeentelijke overheid) in deze tijden juist om op een aantal terreinen actief te zijn door investeringen van de overheid bedrijven aan het werk te houden. Sterker nog, het kan gezien de lage bouwkosten en de lage inflatie en rentepercentages ook financieel interessant zijn om investeringen uit te voeren. Vanuit de reguliere begroting staan een groot aantal investeringen op het gebied van onderwijs (Cambium, brede scholen en uitvoering IHP), infrastructuur (vrachtverkeer dijken en fietspaden) en grondexploitaties (Waluwe en Wildeman) gepland. Door deze investeringen volgens planning uit de voeren ontstaat al een stimulans voor de economie. Oftewel we kiezen nu niet voor bezuinigingen maar ook niet voor extra investeringen. We gaan uitvoeren wat we beloofd hebben.
4
3. DE EFFECTEN VAN DE KREDIETCRISIS NADER IN BEELD GEBRACHT 3.1 De effecten voor de gemeente, de inwoners, instellingen en bedrijven Om de effecten van de kredietcrisis goed te kunnen bepalen is nader inzicht nodig in de beleidsvelden waarop de crisis zich doet gelden (zowel in negatieve als positieve zin) van belang. Ook is het van belang om zicht te hebben op de risico’s die de gemeente op dit moment zelf loopt. Dat geldt met name voor de grote projecten, oftewel de uitvoering van het MeerjarigInvesteringspProgramma (MIP). We spreken hierbij over een totaal bedrag van investeringen van ruim 27 miljoen euro. De onzekere economische situatie maakt het noodzakelijk om stevig grip te hebben op deze projecten en de bijbehorende risico’s. Daarom is het noodzakelijk de risico’s van de grote projecten nader te bezien, daarbij de laatste economische ontwikkelingen te betrekken en de vraag te beantwoorden of de grondopbrengsten gerealiseerd worden en of onze reserves toereikend zijn om bij ook bij tegenvallers de investeringen nog uit te voeren. Actiepunt • zorg voor een goede registratie, beheersing en voortgangsbewaking van de grote investeringen en van de grondexploitaties. • Grondexploitaties bijstellen op basis van nieuwste marktgegevens (minder/latere opbrengsten grondverkopen) en zonodig optimaliseren aan inkomsten- en uitgavenkant. 3.2 Op welke beleidsvelden doet de recessie zich vooral gelden? Op basis van rapportages van de VNG, andere gemeenten die een actief beleid ontwikkelen bij de kredietcrisis en onze eigen ervaringen tot op dit moment, komen we tot de navolgende beleidsvelden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Inflatie rente en financiering Verminderde bouwactiviteiten MeerjarigInvesteringsProgramma (MIP) Werkgelegenheid, uitkeringen en minimabeleid. Belastingen, tarieven en opbrengsten leges. Uitkering gemeentefonds en specifieke doeluitkeringen. Overige effecten.
3.2.1 Inflatie Nu de groei van de economie stagneert, is het te verwachten dat er naast een effect op de werkgelegenheid ook een drukkend effect zal zijn op de inflatie. Werd bij de begroting 2009 nog uitgegaan van een indexcijfer 1,75%, op basis van de cijfers van het CBS bedraagt het percentage tot en maart 2%, volgens de verwachtingen van het Centraal Plan Bureau zal het uiteindelijk percentage voor zowel 2009 alsook 2010 uitkomen op 1%. De budgetten in de begroting zullen daarom minder hard stijgen. Omdat de uitkering in het gemeentefonds hieraan gekoppeld is heeft deze variabele nauwelijks effect op de begroting.
5
Ontwikkeling prijsindexcijfer 103,50% 103,00% 102,50% 102,00% 101,50% 101,00%
Indexcijfer tov voorgaand jaar
100,50%
Jaarlijks indexcijfer
m rt09
ja n09
no v08
se p08
ju l-0 8
ei -0 8
m
m rt08
ja n08
no v07
se p07
ju l-0 7
ei -0 7
m
m rt07
ja n07
100,00%
3.2.2. Rente en financiering Een belangrijke factor voor het bepalen van het financiële beeld van de gemeente Zaltbommel is de renteontwikkeling. Door het rentesysteem en het niet toerekenen van rente in de gemeente aan de reserves, zal bij elke grote investering moeten worden gekeken naar het rente-effect. Lenen tegen een hoge rente of lenen tegen een lage rente heeft effect op het renteresultaat (het verschil tussen de werkelijke en de intern toegerekende rente). De door ons gebruikte lange termijn rente (10-jaars lening) leek zich tot 2008 te stabiliseren rond de 4,5%. Dit wordt, mede gelet op de nota activabeleid dan ook het uitgangspunt voor de begroting. De laatste maanden zien we echter weer een dalende tendens en ook de verwachtingen van het CPB gaan uit van een lagere rente.
Verloop 10-jaars geldlening
10-jaars rente
08 20
06 20
04 20
20
02
00 20
98 19
96 19
94 19
92 19
90 19
88
10-jarig gemiddelde
19
19
86
10,00 9,00 8,00 7,00 6,00 5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00
De korte rente (leningen voor een periode tot maximaal een jaar) kent een ander verloop. De rente voor deze leningen was tot het uitbreken van de kredietcrisis hoger dan de lange termijn rente. Inmiddels is door ingrepen van de Europees Central Bank ook voor onze leningen de rente sterk gedaald. De laatste lening (1 maand) kende een rente onder de 1%. In de onderstaande grafiek is deze tendens grafisch weergegeven.
6
Renteontwikkelingen
Kasgeld 5 jaar gelijk 10 jaar gelijk 25 jaar gelijk 5 jaar fix
ap r-0 7 ju n07 au g07 ok t- 0 7 de c07 fe b08 ap r-0 8 ju n08 au g08 ok t- 0 8 de c08 fe b09 ap r-0 9
5,50 5,00 4,50 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00
periode
De financieringsbehoefte van Zaltbommel is door de achterblijvende verkopen van grond erg groot geworden. Inmiddels lenen we 10 miljoen op basis van korte termijn rente. De vraag die zich voordoet: moeten we hiermee doorgaan met als gevolg het grootste voordeel met grote risico’s voor de toekomst, of moeten we komen tot een mix aan leningen met een lager risicoprofiel. Om hiervoor een juiste keus de kunnen maken is het noodzakelijk om inzicht te krijgen in de financieringsbehoefte van de investeringen alsook de ontwikkelingen van de grondexploitaties. Op basis van een behouden scenario becijferen we de voordelen van de lagere rente als volgt, door het verbeteren van het inzicht in de financieringsbehoefte kan dit inzicht verder verbeteren en mogelijk op korte termijn leiden tot grotere voordelen. Actiepunt • Inzicht te krijgen in de financieringsbehoefte van de investeringen alsook de ontwikkelingen van de grondexploitaties. • Keus te maken in aan te trekken financiering. 3.2.3 Effecten verminderde bouwactiviteiten De grootste effecten van de kredietcrisis doen zich gelden in de bouwsector. De bouw van woningen, kantoren en bedrijfsgebouwen ligt op dit moment landelijk vrijwel stil. Ook in de gemeente Zaltbommel zijn de gevolgen merkbaar. Deze trendbreuk is sinds oktober 2008 goed merkbaar en heeft ook al tot problemen geleid bij de ontwikkeling van plaatselijke bouwprojecten (Virieupark, Wildeman, Raadhuislocatie Kerkwijk en IKEA). Indien projecten slecht verkoopbaar zijn, hebben nieuwe ontwikkeling geen zin. Projectontwikkelaars geven op dit moment aan dat zij op termijn wel een herstel van de woningmarkt zien en dat zij daarop willen wachten, dan wel met specifieke maatregelen een deel van de woningen willen bouwen. Direct gevolg voor de gemeentelijke begroting is dat minder bouwleges te verwachten zijn.
De verwachte piek van de bouwleges hebben wij voorzichtig in de begroting opgenomen. Dit principe betaalt zich nu uit. In de begroting hebben we voor 2009 rekening gehouden met € 1,304 miljoen en meerjarig met € 0,754 miljoen aan bouwleges. Als gevolg van de crisis is de verwachting dat de opbrengsten later komen. We mogen er immers vanuit gaan dat de meeste bouwactiviteiten toch ooit zullen plaatsvinden. Het is dan mogelijk dat in de toekomst de opbrengst ten opzichte van de huidige raming zal stijgen. Het risico voor het niet halen van opbrengsten zal zich naar verwachting dus voordoen in de jaren 2009 en 2010. Voor 2009 bedragen de gerealiseerde opbrengsten tot en met half april € 425.000. Dit bedrag moet wel worden gecorrigeerd met € 85.000 over 2008.
7
Verloop legesopbrengsten bouwvergunningen 160.000 140.000
€
120.000 100.000 80.000
begroting
60.000 40.000 20.000 20.00040.000-
w erkelijk verschil totaal verschil jan
feb
mrt
apr
pe riode
Zoals in bovenstaande grafiek te zien is laten de cijfers tot nog toe een relatief positief effect zien. Het is maar zeer de vraag of dit schijnbare positief effect ook geldt voor de rest van het jaar of dat we te maken hebben met enkele vergunningen met zeer hoge leges. Acties: 1. De opbrengsten van bouwleges maandelijks monitoren net als de hoeveelheid aanvragen. 2. De prognose van de scenario’s blijven volgen. 3. De terugbetaling over 2008 meenemen in de eerstkomende bestuursrapportage. 3.2.4 MeerjarigInvesteringsProgramma (MIP) De effecten van verminderde bouwactiviteiten kunnen ook op andere terreinen groot zijn voor de gemeentelijke financiën. Projecten uit het investeringsprogramma 2009-2020 worden onder andere gedekt uit de winsten van de grondexploitaties. Zoals afgesproken zullen we de inkomsten en uitgaven periodiek monitoren. Deze eerste evaluatie is gebaseerd op de uitkomsten van de jaarrekening en raadsbesluiten die tot en maart genomen zijn. Omdat bij de jaarrekening de exploitaties herzien worden is hier nu ook rekening mee gehouden. Deze eerste evaluatie laat over de hele looptijd flink meer inkomsten zien als gevolg van herzieningen maar ook door afgesloten plannen. Ook de reserve bovenwijkse voorzieningen kent een hoger niveau. Hiertegenover staat de vertraging in de verkopen van de Wildeman. Per saldo ontstaat een beter beeld. Vervolgens zijn de effecten van de verslechterde economie in beeld gebracht dit levert een vertraging van de resultaten op in met name de Wildeman II. Geconcludeerd moet worden dat, met in achtneming van het raadsbesluit op eerst winsten te realiseren, we een keus moeten maken of de projecten uit het MIP ongewijzigd uitgevoerd kunnen uitvoeren.
In de onderstaande grafiek geven we weer wat het jaarlijks financieel effect is als we de investeringen ongewijzigd uitvoeren.
8
Investeringsprogramma 2009-2020 450000
Uitvoering raadsbesluit Actualisatie obv jaarrekening 2008
20 23
20 21
20 19
20 17
20 15
20 13
-150000
20 11
50000 20 09
Resultaat
250000
Voorjaarsnota
-350000 -550000 Jaar
3.2.5 Werkgelegenheid, uitkeringen en minimabeleid. Een belangrijk risico voor onze gemeente is de verwachte toename van de werkloosheid als gevolg van de economische recessie. Het CPB gaat uit van een forse toename in 2009 en 2010. In de jaren daarna treedt een licht herstel op. Wij gaan ervan uit dat deze tendens ook van toepassing is voor de Bommelerwaard. Op 31 december bedroeg de werkloosheid in Zaltbommel ca. 3,3%, hetgeen beduidend lager is dan het landelijk gemiddelde van 3,9%. Bij een verdieping van de crisis schatten wij in dat dit verschil nagenoeg geheel verdwijnt en de cijfers voor Zaltbommel opschuiven in de richting van het landelijk gemiddelde. Voor de jaren na 2010 wordt uitgegaan van een lichte verbetering. Meerjarig kan dit als volgt weergegeven worden:
W erkloze beroepsbevolking Landelijk Zaltbommel
2007 4,5% 3,9%
2008 3,9% 3,3%
2009 5,5% 5,2%
2010 8,75% 8,75%
2011 7,50% 7,50%
2012 6,25% 6,25%
In financiële zin is vervolgens van belang wat dit betekent voor de toename van het aantal bijstandsgerechtigden. Op dit moment komt ca. 8% van de werkloze beroepsbevolking na enige tijd terecht in de bijstand. Vraag is evenwel of dit percentage ook reëel is als sprake is van zwaar economisch weer. Mede hierom presenteren wij 2 scenario’s: instroom van 8% en een instroom van 25%. Grafisch levert dit het navolgende beeld op:
Werkloosheid 1200 bijstand 8%
800 Bijstand 25%
600 400
Niet werkend werkzoekend
200 jan-12
jan-11
jan-10
jan-09
jan-08
jan-07
0 jan-06
aantallen
1000
periode
9
Qua aantallen is sprake van een forse toename van het aantal bijstandsgerechtigden. In de onderstaande tabel worden de beide scenario’s vergeleken.
Aantal bijstandscliënten 8% scenario Aantal bijstandscliënten 25% scenario
2008 211 211
2009 250 332
2010 277 415
2011 284 437
2012 274 405
De gemeentelijke bijdrage in de uitkering bedraagt per cliënt ca. € 19.000. In beide scenario’s nemen de financiële lasten daarom sterk toe. Uitgaande van de bestaande praktijk worden de gemeenten gecompenseerd voor een toename van de lasten als deze groter is dan 10% van het zogenaamde macrobudget. Het macrobudget van de gemeente Zaltbommel is ca. € 2.050.000. De maximale tegenvaller is dus ca. € 205.000. Indien ons macrobudget stijgt zal ook de financiële tegenvaller toenemen. Vooralsnog wordt hier geen rekening mee gehouden. Naast een stijging in de kosten voor het inkomensdeel moet ook rekening gehouden worden met een toename van de organisatiekosten en een toename van de kosten voor de bijzondere bijstand en schuldhulpverlening en de taakstelling die we in onze begroting voor de SDB hebben opgenomen. Op grond van het voorgaande lijkt een forse tegenvaller onvermijdelijk. Inmiddels hebben we de 1e bestuursrapportage 2009 en de conceptbegroting 2010 van de SDB ontvangen. Ook de SDB houdt rekening met een forse toename van het aantal bijstandsgerechtigden. Toch stijgt de gevraagde bijdrage van de gemeente Zaltbommel maar beperkt. Dit heeft de volgende oorzaken: • •
Tot nu toe hield de SDB geen rekening met het feit dat de toename met meer dan 10% van het macrobudget gecompenseerd wordt door het Rijk. De verdeling van de kosten tussen Zaltbommel en Maasdriel is voor Zaltbommel gunstiger geworden.
3.2.6 Belastingen, tarieven en opbrengsten leges. De belangrijkste inkomstenbron van de gemeente in de belastingsfeer zijn de OZB en het rioolrecht. Een eventuele waardedaling in de onroerend goed sfeer kan worden goedgemaakt door overeenkomstige tariefstijgingen. De gemeente Zaltbommel hanteert het principe dat de tarieven slechts inflatoir worden aangepast. Nu de inflatie terugloopt kan dit effect hebben voor de tarieven 2010. Uitgaande van de laatste prognoses van het Centraal Plan Bureau betekent het dat, als de prijsstijging voor 2009 en de verwachting voor 2010 inderdaad uitkomen op 1%, de tarieven in 2010 niet zullen stijgen. 3.2.7 Ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds De groei van de algemene uitkering is gekoppeld aan de groei van de rijksuitgaven. Deze groei kent twee oorzaken ontwikkeling inflatiecijfer en beleidskeuzes.
Inflatiecijfer Werd in de zomer van 2008 nog uitgegaan van een inflatie van 3,6%, de laatste verwachtingen van het CPB houden rekening met een inflatie 1%. Omdat ook de budgetten gelijke tred houden met de inflatie heeft in geen groot effect op de begroting. Beleidskeuzes Tot voor kort gingen we ervan uit dat het rijk haar uitgaven en inkomsten in balans probeert te brengen. Dit zou betekenen dat als gevolg van de recessie het rijk en dus ook gemeenten minder middelen beschikbaar hebben. Eind maart zijn echter de uitkomsten van het crisisberaad bekend geworden. Het effect hiervan is dat het rijk niet gaan bezuinigen maar juist de komende jaren gaat intensiveren. Normalitair betekent dit een hogere uitkering in het gemeentefonds maar het rijk heeft besloten dat dit principe niet geldt in deze crisistijd. Financieel De algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2008, gecorrigeerd met de septembercirculaire 2009. Deze laatste circulaire ging uit van een aanzienlijke groei, om later niet geconfronteerd te worden met bijstellingen is toen besloten om een deel (€ 170.000) te reserveren op 10
tegenvallers op te vangen. Wij stellen nu voor dit beleid te continueren in afwachting van de uitkomsten van de meicirculaire 2009. De definitieve afrekening over 2008 is ontvangen. Dit resulteerde in een lagere uitkering die ook doorwerkt in 2009. Het bestuursakkoord laat verder zien dat de reële groei voor 2010 en 2011 op 0 wordt gesteld. 3.2.8 Overige effecten.
Een van de effecten van de kredietcrisis en de recessie waar onze inwoners en bedrijven mee te maken krijgen zijn teruglopende inkomsten. Bij de paragraaf over de belastingopbrengsten is reeds aangegeven dat het past om als gemeentelijke overheid de (woon)lasten niet te laten stijgen. Wanneer sprake is van een langduriger recessie, is ook aan de orde om de woonlasten te laten dalen. Een heel praktisch iets is er ook voor te zorgen dat rekeningen aan bedrijven en instellingen snel worden betaald, zodat de liquiditeit van bedrijven en instellingen zo goed mogelijk blijft. Begroting 2009 In de onderstaande afbeelding geven wij een beeld wat de netto-uitgaven (kosten verminderd met de opbrengsten) per programma zijn en wat de totale verwachte inkomsten zijn.
11
4.
FINANCIËN
In de eerste bestuursrapportage 2009 is het saldo van de begroting voor de laatste keer geactualiseerd. Inmiddels is de jaarrekening afgerond en deze sluit met een tekort van € 3.500. In de onderstaande overzicht presenteren we de actuele saldi.
Saldo na 1e bestuursrapportage Rente en financiering Vermindering bouwactiviteiten Werkgelegenhuid en uitkering Uitkering gemeentefonds Effecte crisis Saldo effect na scenario 1 Sceanrio 2 Rente en financiering Vermindering bouwactiviteiten Effect scenario 2 Saldo effect na scenario 2 Scenario 3 Rente en financiering Vermindering bouwactiviteiten Effect scenario 3 Saldo effect na scenario 3
56.200-
37.300-
64.900-
121.700
526.800 85.000220.20057.100164.500 108.300
-
-
19.600158.500178.100215.400-
27.900355.600383.500448.400-
29.500355.600385.100263.400-
100.000100.0008.300
100.000 100.000215.400-
100.000 100.000448.400-
100.000100.000363.400-
100.000100.00091.700-
50.000 100.00050.000265.400-
25.000 100.00075.000523.400-
75.000 100.00025.000388.400-
-
Op basis van het bovenstaande blijkt dat we, afhankelijk van het gekozen scenario te maken krijgen met een duidelijk verslechterd beeld. In de komende bestuursrapportage willen we dit en eventueel andere effecten verder uitwerken. Zodat we in de voorjaarsnota noodzakelijke maatregelen kunnen nemen om te komen tot een verantwoord financieel perspectief.
12
5. VOORSTELLEN VOOR GEMEENTELIJKE MAATREGELEN BIJ DE KREDIETCRISIS
Op basis van het bovenstaande (met de kennis van vandaag) willen we komen met acties om de in deze notitie geschetste onderwerpen in beeld te houden. Algemeen • Sterke beheersing en voortgangsbewaking van de begroting. • Afgesproken ombuigingen waarmaken en dekking vinden voor bekende (bijvoorbeeld uit de jaarrekening en voorjaarsnota) structurele tegenvallers. Investeringen en grondexploitaties: • Zorg voor een goede registratie, beheersing en voortgangsbewaking van de grote investeringen en van de grondexploitaties. • Grondexploitaties bijstellen op basis van nieuwste marktgegevens (minder/latere opbrengsten grondverkopen) en zo nodig optimaliseren aan inkomsten- en uitgavenkant. Rente en financiering • Inzicht te krijgen in de financieringsbehoefte van de investeringen alsook de ontwikkelingen van de grondexploitaties. • Keus te maken in aan te trekken financiering. MeerjarigInvesteringsProgramma (MIP) • Maandelijks rapporteren over de voortgang van de verkopen (met name Wildeman)
13