Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding: Croho: Variant:
Communication & Multimedia Design, hbo-bachelor; 34092 Voltijd
Visitatiedatum:
10 juli 2007
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, december 2007
2/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Inhoud Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per facet en onderwerp
5 7 7 8 9 10
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 17 26 29 31 33
Deel C:
Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal Domeinspecifieke en opleidingscompetenties
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
37 38 43 47 48 49
3/51
4/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
5/51
6/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleiding Communication & Multimediadesign van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) heeft onderzocht. Het beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in mei 2007, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 10 juli 2007. Het panel bestond uit: Mw. drs. J.E.D. Ossewold (voorzitter, domeinpanellid); Dhr. A.W. Mulder (domeinpanellid); Mw. L. de Boois (studentpanellid); Mw. drs. M.J.J. van Beers (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (22 augustus 2005). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan het vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op het niveau/oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
De stichting Noordelijke Hogeschool Leeuwarden (NHL) is een instelling voor hoger beroepsonderwijs die is ontstaan in 1987. De NHL verzorgt hbo-bachelor en hbomasteropleidingen in Leeuwarden en telt momenteel bijna 10.000 studenten en ongeveer 1000 personeelsleden. De Hogeschool bestaat uit vier instituten en een ondersteunend facilitair bedrijf. De instituten bestaan uit afdelingen waaronder één of meerdere opleidingen zijn gebracht.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
7/51
Eén van de instituten is het Instituut Techniek, dat is verdeeld in vijf afdelingen. Een van deze afdelingen is Communication & Multimedia Design, waarbinnen de opleiding CMD valt. CMD is de enige opleiding binnen deze afdeling. De bacheloropleiding Communication & Multimedia Design leidt op tot multimediaspecialist, op het snijvlak van techniek en inhoud op het gebied van multimediaontwikkeling. De NHL heeft in 2000 bij het CRHO de opleiding CMD aangevraagd en is toen in 2001 van start gegaan. In het eerste jaar is de opleiding direct gestart met 180 eerstejaars. In de zomer van 2005 zijn de eerste studenten afgestudeerd. De opleiding CMD wordt aangeboden in een voltijdvariant. Momenteel telt de opleiding 674 studenten en zijn er 46 mensen werkzaam bij de opleiding. 1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in de periode mei 2007 inhoudelijk voor op het bezoek 10 juli 2007. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden in een beoordelingsformat hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd. De opleiding heeft vooraf aangegeven dat zij voor het facet Afstemming tussen vormgeving en inhoud een excellent (bijzonder kwaliteit) wil aanvragen, overeenkomstig de procedure van de NVAO (Addendum Bijzondere Kwaliteitskenmerken, 2006). Het panel heeft daarom
8/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
extra aandacht hieraan besteed tijdens de voorbereiding en tijdens het bezoek aan de opleiding. Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in september 2007 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in december 2007 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in december 2007. Het visitatierapport is uiteindelijk in december 2007 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door de NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: weging van de oordelen op facetniveau; benchmarking; generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; bepaalde accenten respectievelijk best practices . In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
9/51
1.5
Oordelen per facet en onderwerp
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet
Opleiding CMD
Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
10/51
Voldoende Goed Goed Positief Voldoende Goed Goed Goed Goed Voldaan Excellent Goed Positief Goed Goed Goed Positief Goed Goed Positief Goed Goed Goed Positief Goed Voldoende Positief
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Doelstellingen opleiding Het facet Domeinspecifieke eisen is beoordeeld als voldoende, de overige facetten als goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Programma Het facet Eisen HBO is beoordeeld als voldoende, het facet Duur als voldaan, het facet Afstemming tussen vormgeving en inhoud als excellent en de overige facetten als goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Inzet van personeel De drie facetten binnen dit onderwerp zijn beoordeeld als goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Voorzieningen Het facet Materiële voorzieningen en het facet Studiebegeleiding zijn beoordeeld als goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Interne kwaliteitszorg De drie facetten binnen dit onderwerp zijn beoordeeld als goed. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Resultaten Het gerealiseerd niveau is beoordeeld als goed, het facet rendementen als voldoende. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleiding POSITIEF is.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
11/51
12/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
13/51
14/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Voldoende
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De zeven opleidingen Communication & Multimedia Design (CMD) in Nederland delen een landelijk opgesteld competentieprofiel (Landelijk Beroeps- en competentieprofiel Communication & Multimedia Design, CMD, 2005). De opleiding CMD van de NHL maakt deel uit van het landelijk overleg waarin dit profiel is vastgelegd. In het beroepsprofiel zijn naast algemene beroepscompetenties ook domeinspecifieke competenties geformuleerd. De opleiding heeft een eigen set van competenties en maakt in een matrix inzichtelijk dat deze competenties aansluiten bij het landelijk beroeps- en opleidingsprofiel (Beroeps- en opleidingsprofiel CMD NHL). CMD heeft ervoor gekozen om in haar beroeps- en opleidingsprofiel met een indeling in kerntaken te werken, om zo in het profiel de relatie met de in de praktijk te vervullen beroepen te leggen. De student verwerft tijdens de studie alle verplichte competenties uit de major CMD op het in de tabel vermelde niveau. Dit verplichte deel vult hij aan met eigen keuzes voor competenties uit het beroeps- en opleidingsprofiel, ofwel verplichte competenties op een hoger niveau dan verplicht, ofwel facultatieve competenties. De kerntaken in het beroeps- en opleidingsprofiel zijn niet allemaal even zwaar. In het landelijk beroeps- en opleidingsprofiel staat wat betreft positionering ten opzichte van andere opleidingen beschreven: CMD wil echter vanuit beheersing van multimedia- en communicatietechnieken komen tot vormgevingsoplossingen binnen een gegeven digitaal communicatie- en/of kennisuitwisselingsvraagstuk. De opleiding onderschrijft dit standpunt niet en heeft dat bij het landelijk platform aangegeven. In de visie van de opleiding CMD werkt de multimediaspecialist vanuit de inhoud, de over te dragen boodschap en niet vanuit de techniek. De opleiding CMD redeneert vanuit de vraag uit de beroepspraktijk. De opleiding onderscheidt zich hiermee van andere CMD-opleidingen. Het panel stelt vast dat de opleiding zich baseert op de competenties waarmee de opleiding in 2001 is gestart en vindt deze adequaat. De opleiding heeft sindsdien in overleg met medewerkers en opleidingsadviesraad grondige praktische wijzigingen doorgevoerd, waaronder het reduceren van het aantal competenties en realiseert naar aanleiding van de ontwikkelingen op het multimediavakgebied in 2007-2008 een nieuw competentieprofiel in samenwerking met het beroepenveld, studenten en onderwijskundigen. Het panel is het met de opleiding eens dat het profiel gemoderniseerd kan worden. In eventuele nieuwe competenties zouden sociale,
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
15/51
maatschappelijke en culturele ontwikkelingen sterker vertegenwoordigd kunnen zijn. De opleiding heeft geen internationale vergelijking van de eigen of de landelijke competenties. Een landelijke aanpak lijkt de opleiding op dit punt optimaal, de opleiding heeft daarom de noodzaak voor internationale vergelijking aangekaart bij het landelijk platform. Dit initiatief heeft nog geen resultaat opgeleverd. Op basis van deze twee punten komt het panel tot het oordeel voldoende in plaats van goed.
Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De studenten kunnen de competenties op drie niveaus behalen te weten basis (B), gevorderd (G) en expert (E). Bij de invulling van de competenties zijn een drietal benaderingen van niveauverschil gehanteerd, te weten de mate van complexiteit: van basisniveau in bekende situaties of vanuit bekende methoden en technieken tot nieuwe onbekende situaties, waarbij relaties gelegd moeten worden of nieuwe zelf te ontwikkelen methoden moeten worden gehanteerd; de mate van zelfstandigheid: van begeleid werken (basis) tot zelfstandig werken (expert); en de mate van uitvoering: van uitvoerend werk naar beleidsmatige of ontwerpactiviteiten. Bij het opstellen van zowel het landelijke als het opleidingsberoepsprofiel is zorggedragen voor de dekking van Dublin descriptoren en hbo-kwalificaties. Op basis van de matrix van Dublin descriptoren en hbo-kwalificaties met het landelijke en het eigen beroeps- en opleidingsprofiel stelt het panel vast dat de opleidingscompetenties het hbo-bachelorniveau weerspiegelen. Een voorbeeld hiervan is de competentie making judgements die terugkomt in projectmatig werken, projectmanagement, acquireren en verwerven, eindproducten, bedrijfsomgeving, en initiatief en resultaatgericht.
Facet 1.3
Oriëntatie HBO bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding Communication & Multimedia Design leidt op tot multimediaspecialist, een nieuwe aanduiding voor een beroep dat het gat tussen techniek en inhoud op het
16/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
gebied van multimediaontwikkeling dicht. Het begrip multimedia wordt als volgt afgebakend: de integratie via computertechnologie van op zichzelf staande mediavormen als film, video, muziek, fotografie, tekst en dergelijke tot één digitaal product. Multimedia-producten hebben doorgaans een interactief karakter. Het ontwerpen en ontwikkelen van multimediaproducten vereist specifieke kennis en vaardigheden: elke keer weer zal overwogen moeten worden hoe beeld, geluid, tekst en interactie geïntegreerd het beste kunnen worden aangeboden. De multimediaspecialist kan een aantal kerntaken of -opgaven vervullen: - Interaction designer (ID): De interaction designer analyseert een praktijkprobleem en komt vanuit die analyse tot een interactief concept en een functioneel ontwerp. Daarbij overlegt hij met opdrachtgevers, developers, vormgevers en andere deskundigen. - Multimedia developer (MD): De multimedia developer verzorgt het technisch ontwerp en bouwt multimediaproducten. Hij selecteert, bewerkt en integreert hoogwaardig beeld-, geluid- en tekstmateriaal tot een nieuwe, interactieve toepassing. - Multimedia consultant (MC): De consultant adviseert opdrachtgevers, inventariseert hun wensen en bepaalt de daarmee samenhangende mogelijkheden van de techniek. Hij werkt daartoe samen met andere deskundigen op bijvoorbeeld het gebied van vormgeving en programmeren. - Contentmanager (CM): De contentmanager zet aangeleverde inhoud van gebruikers om naar effectieve inhoud in een bestaande multimediatoepassing. Ook is hij verantwoordelijk voor het invoeren van nieuwe multimediatoepassingen in de organisatie. Het beroeps- en opleidingsprofiel is gevalideerd door de opleidingsadviesraad. De reeds eerder verkregen validatie door de opleidingsadviesraad is in maart 2007 officieel vastgelegd door ondertekening van het beroeps- en opleidingsprofiel. Het landelijk overleg van CMD-opleidingen onderschrijft het beroeps- en opleidingsprofiel van de NHL. Het landelijk opgestelde profiel vormt 70% van het beroeps- en opleidingsprofiel van de opleiding.
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
Voldoende
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
17/51
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Studenten van de opleiding CMD beginnen in het eerste jaar in de major, vanaf het tweede jaar werken zij binnen minoren aan projecten. Ook in het eerste jaar werken studenten projectmatig aan echte opdrachten uit de beroepspraktijk. De opleiding Communication & Multimedia Design werkt met vraaggestuurd en praktijkgestuurd onderwijs, waarbij alle opdrachten direct uit de beroepspraktijk afkomstig zijn. De student werkt zo gedurende de gehele studie met opdrachten en opdrachtgevers uit de praktijk en de oplossing van de student wordt in de praktijk gebruikt. De leervraag van studenten is een criterium voor het aannemen van opdrachten uit de praktijk. Het panel heeft de opdrachten gezien en stelt vast dat deze allemaal direct uit de praktijk komen. Deze opdrachten worden verworven door het Kenniscentrum Multimedia. In de hoofdfase van de studie werken studenten in minoren, waarbij de projecten afkomstig zijn van het Kenniscentrum Multimedia. Het kenniscentrum onderhoudt contacten met de externe relaties van de opleiding en werft opdrachten voor het onderwijs. De minoren waar studenten uit kunnen kiezen zijn Educatie en Multimedia, 3D, Gamedesign, Crossmedia, Rich Internet Applications, Concepting, Ondernemen en de vrije minor. De minor Educatie en Multimedia is gerealiseerd vanuit het lectoraat ICT en veranderende didactiek. In het derde jaar lopen studenten een half jaar stage in de beroepspraktijk. In het vierde jaar studeren zij af op een kernonderwerp uit de multimediawereld. Docenten en studenten CMD zijn betrokken bij projecten van de Internetacademie. De Internetacademie richt zich op kennis, kunde, innovatie en onderzoek op het gebied van internet, intranet, extranet en mobiele toepassingen ter verbetering van bedrijfsprocessen in de brede zin van het woord. Parallel aan de projecten worden in de vorm van ondersteuning nieuwe vaardigheden en kennis aangeboden in consults, colleges en andere vormen van kennisoverdracht. Kennis en vaardigheden worden zodoende direct geplaatst in de context van de beroepsuitoefening. Vanaf het begin van de opleiding gaat de student zelf op zoek naar benodigde kennis en aan te leren vaardigheden. Wat betreft het gebruik van vakliteratuur heeft CMD in samenwerking met de mediatheek, contentbeheer en ict van de NHL in 2006 een project opgezet om een Digitale Boekenkast in te richten. Het project behelst de inrichting van het Digitale Bronnenportal voor de onderwijsafdeling CMD. Doel is het verzamelen en centraal beschikbaar stellen van interessante, relevante, en betrouwbare websites voor het vakgebied CMD, zodat studenten en docenten op eenvoudige wijze bruikbare informatie kunnen vinden. In de visie van de opleiding is de student binnen het competentiegericht onderwijs genoodzaakt relevante, actuele literatuur te raadplegen om het gewenste competentieniveau te bereiken. De opleiding definieert bij de competentie de multimediaspecialist verdiept zich in eigen en aangrenzende vakgebieden als één van de criteria dat de student gebruikte bronnen beoordeelt op relevantie en betrouwbaarheid en benadrukt daarmee het belang van het bewust omgaan met literatuur. Het panel heeft de literatuurlijst van de opleiding ingezien en stelt vast dat
18/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
deze voldoende actueel is, maar dat de literatuur zwaarder aangezet mag worden voor wat betreft niveau en diepgang in de opleiding. De literatuur is praktijkgericht en voor een belangrijk deel Engelstalig. Vanuit CMD hebben tot nu toe 15 studenten gebruik gemaakt van het starterscentrum Stable. Stable is een samenwerkingsverband tussen de drie hogescholen in Leeuwarden (NHL, CHN, VHL). Tijdens een periode van 12 maanden worden studenten intensief begeleid door een interne coach, afkomstig van één van de drie deelnemende hogescholen, en een externe coach uit het werkveld. In de communities werken studenten en docenten samen aan opdrachten uit de beroepspraktijk. Studenten leren hierbij ook van het functioneren van de docenten in de beroepssituatie. De docenten beoordelen de gebruikte bronnen als actueel. De mening van de studenten over de actualiteit en relevantie van de bronnen is verdeeld. Het panel stelt op basis van inzage in de POP s vast dat studenten nog te weinig kennisbronnen vastleggen hierin. De opleiding heeft ook in een evaluatie geconstateerd dat de student veelal nog niet zijn kennisbronnen in het POP benoemt en beargumenteert. In 2006-2007 is een nieuw POP-format ingevoerd, dat vanuit een beschrijving van de te ondernemen activiteiten uitgroeit tot een compleet plan met criteria en normen dat geschikt is voor beoordeling in een assessment. De norm in het kwaliteitssysteem zal daarom worden aangepast naar De student benoemt en verantwoordt zijn kennisbronnen als bewijsvoering bij een assessment. Uit een evaluatie onder studenten in de minoren blijkt dat zij tevreden zijn over de praktijkgerichtheid van de opleiding (Studentenenquête en Medewerkersenquête). Ook de werkveldvertegenwoordigers die het panel heeft gesproken zijn tevreden over de praktijkgerichtheid. Het panel stelt op basis van de gesprekken en het materiaal vast dat de opleiding goed aansluit bij de actuele ontwikkelingen, onder andere via de praktijkopdrachten en via gastdocenten. Het panel concludeert dat de actualiteit en beroepsvaardigheden sterk vertegenwoordigd zijn in het programma, maar dat de vastlegging van het theoretisch kader verbeterd kan worden. Hierdoor komt het panel tot het oordeel voldoende.
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Goed
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
19/51
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het Programma Onderwijskader (2004) heeft de NHL geformuleerd, wat de ontwikkelingen zijn betreffende het opleidingsdidactisch model (competentieleren); de structuur (opleidingen, majors, minors en keuzeruimten); en het Learning Centre. Via de projecten verwerft de student een aantal uiteenlopende competenties in samenhang. Bij iedere volgende opdracht voegt hij andere competenties uit het beroeps- en opleidingsprofiel toe. Bovendien neemt de complexiteit toe, waardoor verbreding en verdieping plaatsvindt (vergelijk facet 1.2). Het panel stelt op basis van de gesprekken vast dat de studenten goed weten aan welke competenties zij werken en hoe zij deze gedurende de studie kunnen behalen. Voor elk project in de propedeuse en elke minor in de hoofdfase is een project- of minorwijzer opgesteld, waarin de projecten, overzichten van colleges en competenties, de wijze van beoordelen en de projectplanning zijn opgenomen. In de hoofdfase zijn er voor alle minoren minorwijzers, waarin de inhoud en het verloop van de minor, de competenties waaraan men kan werken, de wijze van kennisoverdracht, de gebruikte bronnen en de wijze van beoordelen worden beschreven. De student werkt bij de opleiding Communication & Multimedia Design rechtstreeks aan de competenties uit het beroeps- opleidingsprofiel CMD en wordt daar ook op beoordeeld. Hij neemt de competenties met bijbehorende criteria en normen op in zijn POP en koppelt ze aan projecten en andere opdrachten. De student legt zelf de competenties vast waaraan hij in het betreffende project wil gaan werken. Het panel stelt vast dat zelfreflectie sterk geïntegreerd is in het curriculum via het POP en tevens ook via het mentoraat, tutoren en peerreview. Elke competentie is op drie niveaus beschikbaar: basis, gevorderd en expert. Het uitstroomniveau wordt per competentie aangegeven in het competentieprofiel. De student verdeelt in de propedeuse de verplichte majorcompetenties zelf over de projecten. In de hoofdfase deelt de student de verplichte majorcompetenties en facultatieve competenties zelf in. Bij de stage en het afstuderen komt een aantal verplichte majorcompetenties aan de orde, dat de student zelf aanvult met facultatieve competenties of competenties op een hoger niveau. Op basis van de gesprekken stelt het panel vast dat het bij de studenten duidelijk is hoe en wanneer zij aan welke competenties werken.
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Goed
Criteria - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De integraliteit van het programma wordt geborgd door projectmatig en competentiegericht te werken. De student brengt vanuit zijn Persoonlijk Ontwikkelingsplan een eigen samenhang en integratie aan binnen de kaders van het competentieprofiel. Hij werkt steeds aan een samenhangende set competenties,
20/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
zowel in propedeuseprojecten, kenniscentrumopdrachten als tijdens stage- en afstudeerprojecten. Er is zowel sprake van parallelle als sequentiële samenhang. De student houdt zich bezig met meerdere samenhangende facetten binnen één project en is op dat moment alleen met dat project bezig, kan zich goed op dat ene onderwerp richten. De opleiding hanteert het leerlijnenmodel. Hierbij is de integrale lijn de kern. Kenmerkende beroepsvraagstukken worden door middel van opdrachten op een projectmatige manier aangepakt met een direct daaraan gerelateerde ondersteuning van een kennis- en een vaardigheidslijn (specifieke beroepsvaardigheden, projectvaardigheden, sociale en communicatieve vaardigheden). De omvang en complexiteit van de opdrachten neemt toe in de loop van de opleiding, de kennis- en vaardigheidslijn wordt minder expliciet aangebracht en georganiseerd. De ervaringsreflectie- en de studieloopbaanlijn ondersteunen het primaire leerproces. Het panel stelt vast dat de opleiding deze structuur inzichtelijk maakt in een afbeelding (studentenstatuut). De invoering van minoren en het werken in communities in september 2006 heeft de samenhang verder versterkt. De student werkt aan een samenhangende set competenties binnen een project, maar hij werkt ook in een leergemeenschap en deelt kennis met studenten die aan gelijksoortige projecten werken. Samenhang krijgt hierdoor een breder kader. In de Keuzegids (06/07) en in de NHL Studentenenquête (2006) zijn de studenten positief over de samenhang in het onderwijsprogramma. Het panel ziet dit bevestigd in het gesprek met de studenten.
Facet 2.4
Studielast
Goed
Criteria - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De student legt de eigen studieroute vast in het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en bespreekt dit plan met de mentor, die het accordeert. De student heeft met het POP veel invloed op de studeerbaarheid van het programma; hij ontwerpt door het opnemen van competenties in zijn POP zijn eigen assessment. Aan de hand van de competenties en behaalde EC wordt bekeken welke doelen zijn behaald en welke onderdelen nog niet voldoende zijn afgerond. De resultaten vormen input voor het POP voor de volgende periode en bevorderen zo de studeerbaarheid voor de student. De examencommissie bewaakt als onafhankelijk orgaan de studeerbaarheid.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
21/51
Om de selecterende en oriënterende werking van de propedeuse zo goed mogelijk tot haar recht te laten komen, biedt de opleiding CMD in het eerste jaar een afgebakende set competenties aan. Uitgangspunt bij het ontwerp van de propedeuse is het opnemen van alle verplichte competenties op basisniveau. In de hoofdfase werkt men naast verplichte ook aan facultatieve competenties. Voor de propedeuse is een overzicht van te behalen competenties met bijbehorende criteria en normen aan de studenten ter beschikking gesteld, voor de hoofdfase vervullen de minorwijzers, stage- en afstudeerwijzers deze functie. Deze overzichtelijkheid bevordert de studeerbaarheid. Wat betreft de tijdigheid van toetsuitslagen maken docenten CMD direct na afloop van assessments de uitslag bekend. De studeerbaarheid en de spreiding van de studielast over het jaar van CMD wordt zowel in de Keuzegids (06 /07) als in de NHL-studentenenquête als positief ervaren. Het panel concludeert dat de studenten door de opzet van het curriculum zelf de studeerbaarheid van de opleiding in de hand hebben, wat een positief effect heeft op de studenten.
Facet 2.5
Instroom
Goed
Criteria - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding Communication & Multimedia Design hanteert de wettelijk vastgestelde toelatingseisen. Zowel voor havo-, vwo- als mbo-instroom worden geen profieleisen gesteld. Studenten van 21 jaar en ouder die niet in het bezit zijn van een havo-, vwoof mbo-niveau diploma kunnen eventueel na een toelatingsonderzoek worden toegelaten. De opleiding CMD heeft geen deficiëntieprogramma s. Studenten kunnen bij aanvang van de studie wel beschikken over Eerder Verworven Competenties. Voor het verzilveren van EVC kunnen zij een intake-assessment aanvragen. Op grond van de resultaten hiervan en het portfolio wordt beoordeeld of de desbetreffende student een aantal competenties krijgt afgetekend en in welke fase van de opleiding hij instroomt. De examencommissie besluit over het toekennen van EVC; het toekennen van EC is gemandateerd aan docenten. Studenten die instromen in de opleiding CMD vanuit een afgeronde mbo-opleiding niveau 4 of vanuit een andere hbo-opleiding beginnen in principe in de propedeuse, studenten Multimedia Vormgeving (mbo) stromen na een intakeassessment eventueel in het tweede jaar in. Studenten die de opleiding Multi Media Vormgeving op mbo-niveau hebben gedaan werken in hun laatste jaar op het mbo al aan
22/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
projecten aan de propedeuse CMD. Zodoende komen ze al voor begin van het opleiding met haar werkwijze in aanraking, hetgeen de overgang versoepelt. De opleiding hecht veel waarde aan het bevorderen van de aansluiting met toeleverende scholen door voorlichtingsactiviteiten en is actief met wegwijsdagen, proefstuderen, loopbaanoriëntatie DIG IT, open dagen en beroepenvoorlichtingen op locatie. Met de nieuwe, maandelijkse Walk In voorlichting speelt de NHL in op de behoefte van scholieren, die niet willen wachten tot er een open dag is, maar zoeken naar directe persoonlijke voorlichting. Sinds november 2006 kunnen scholieren chatten met het Informatiecentrum van de NHL en direct antwoord krijgen op hun vragen. De NHL participeert met andere hogescholen en toeleverende HAVO en VWOscholen in Friesland in het overleg VO-HO, dat gericht is op verbetering van de aansluiting. Instromers beoordelen de aansluiting van de opleiding CMD op de eigen vooropleiding qua vorm en inhoud als voldoende. Uit de aansluitingsmonitor blijkt dat studenten de aansluiting als voldoende beoordelen. Het panel ziet dit bevestigd in de gesprekken. De studenten geven hierbij aan dat het verschil met name qua werkvormen groot is, maar dat zij hier heel snel aan gewend zijn, onder andere doordat zij eerst ruimte krijgen om zelf fouten te maken om van te leren. Het panel stelt daarnaast vast dat de studenten veel begeleiding krijgen om de aansluiting te bevorderen.
Facet 2.6
Duur
Voldaan
Criteria - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Uit het Studentenstatuut en de Onderwijs- en Examenregeling (OER) blijkt dat de totale omvang van de opleiding 240 EC bedraagt. De opleiding voldoet daarmee aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. De totale studieduur van 240 EC is gelijkmatig verdeeld over de verschillende onderwijsperiodes. De studiepunten zijn per studiejaar, periode en onderwijseenheid verantwoord in de OER en het Studentenstatuut.
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Excellent
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
23/51
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Het uitgangspunt van het onderwijsconcept bij Communication & Multimedia Design is dat de student zelf verantwoordelijk is voor zijn leerproces. De opleiding schept de condities, die effectief en efficiënt leren mogelijk maken. De activiteiten van de docent bestaan uit leiding geven aan het leerproces en ondersteuning van het leren van de student op eigen initiatief door het geven van opdrachten of door vragen van de student. Het panel stelt vast dat de inrichting van het onderwijs en de faciliteiten van de afdeling het zelfstandig leren optimaal ondersteunen. ICT speelt een belangrijke rol als ondersteuning van het leren (Studentenstatuut). Het leren van de student is er op gericht hem voldoende beroepsspecifieke startbekwaamheden op het vakgebied CMD te geven om als zelfstandig beroepsbeoefenaar op hbo-niveau in allerlei beroepssectoren van CMD te kunnen functioneren. Het leren is er ook op gericht om de student te leren leren. De toenemende eigen verantwoordelijkheid van de student komt naar voren in de geleidelijke ontwikkeling van de zelfsturing van zijn leerproces. In de loop van de opleiding wordt deze groter. De student als zelfstandig opdrachtgever verwerft op eigen initiatief opdrachten. Er is altijd sprake van een formele opdrachtgever. Maar het kan voorkomen dat de student een aanbod doet aan een bedrijf of de opleiding, waaruit een opdracht volgt (Studentenstatuut). De student maakt deel uit van een community, waarin hij samenwerkt met docenten en medestudenten uit verschillende leerjaren. De community biedt de student de mogelijkheid om zijn kennis te delen en van anderen te leren, feedback te geven en te krijgen. De community benut derhalve het leerpotentieel van de student en biedt een breder kader rondom de projecten waaraan de student in projectgroepen werkt. Het panel stelt vast dat voor iedere community een aparte, goed geoutilleerde, ruimte ingericht is, met een eigen identiteit. De materiële voorzieningen zijn daarmee ook afgestemd op het onderwijsconcept. Het competentiegerichte onderwijs is een van de speerpunten van de NHL (Strategisch Plan 2004-2007 van de NHL en Programma Onderwijskader NHL). CMD werkt vanaf de start van de studie in 2001 competentiegericht. Het panel stelt vast dat deze aanpak hierdoor overal in is uitgewerkt. In 2006 -2007 zijn in lijn met de invoering van de minoren en communities nieuwe, bijpassende werkvormen ontstaan zoals de kennisoverdrachtbijeenkomsten, waarin studenten en docenten kennis met elkaar delen. Door het samenwerken in een fysieke ruimte kan er door docenten direct worden ingespeeld op de onderwijsvraag van studenten in de vorm van consults en colleges. Studenten leveren zelf actief een bijdrage aan de leergemeenschap door regelmatig de stand van zaken binnen hun project aan elkaar te presenteren, maar ook door excursies te organiseren en gastsprekers uit te nodigen. Deze nieuwe manier van werken vormt een aanvulling op de in het studentenstatuut genoemde variatie in werkvormen, zoals hoorcolleges, werkcolleges, instructiecolleges, consulten, begeleide practica, projecten, excursies en gastcolleges en studievoortgangsactiviteiten (Studentenstatuut).
24/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
De evaluaties onder studenten in minoren in 2007 wijzen uit dat studenten het werken in communities als motiverend ervaren. In de projectevaluaties (2007) oordelen de studenten positief over de aansluiting van flankerend onderwijs op de projectopdracht en de mate van ondersteuning van de werkcolleges hierbij. In het gesprek van het panel met studenten en alumni zijn beide groepen zeer enthousiast over het onderwijsconcept. Door het werken in communities zijn zij actief bezig met hun opleiding. Het panel concludeert dat het didactisch concept heel integraal en consistent is uitgewerkt. Het concept wordt breed gedragen, niet alleen onder de docenten, maar ook onder de studenten en de werkveldvertegenwoordigers. Het panel is van mening dat het onderwijsconcept zich onderscheid van andere CMD-opleidingen. De opleiding heeft hiertoe een vergelijking gemaakt met de opleiding van Avans Hogeschool, de Haagse Hogeschool, de Hogeschool van Amsterdam, de HAN, de Hogeschool Rotterdam en de Hogeschool Zuyd. Hiermee vraagt de opleiding bij het panel en bij de NVAO bijzondere kwaliteit aan. Deze vergelijking is als bijlage met dit rapport verstuurd. De opleiding CMD in Leeuwarden onderscheidt zich van de andere opleidingen op de kernpunten van het concept met competentiegerichtheid, vraag- en praktijksturing en het werken in communities. De combinatie van deze punten is uniek ten opzichte van de andere opleidingen. In Leeuwarden is de mate van competentiegerichtheid ook verder doorgevoerd dan bij de andere opleidingen; studenten worden direct op hun competenties beoordeeld. Studenten worden in een assessment beoordeeld op de competenties en krijgen ook zo de EC toegekend. Deze werkwijze creëert een abstractielaag boven de competenties en stelt de opleiding in staat haar praktijksturing te organiseren, anders gezegd de match tussen vraagsturing en praktijksturing te realiseren. De wijze van beoordeling is uniek ten opzichte van de andere CMD-opleidingen. Het systeem, waarbij de student in samenspraak met de docent en mentor competenties, niveau, criteria en normen opstelt waarop hij ook direct beoordeeld wordt is bij geen van de andere opleidingen aanwezig. Uit de vergelijking blijkt tevens dat vraagsturing en praktijksturing verder zijn uitgewerkt in Leeuwarden. Het werken in communities zoals dat in Leeuwarden wordt gedaan, is uniek ten opzichte van de andere opleidingen. Uit de evaluaties blijkt dat de studenten deze manier van werken waarderen. Het panel concludeert dat de opleiding CMD een vernieuwend onderwijsconcept heeft, wat bijzonder goed is uitgewerkt en geïmplementeerd. Het panel is van mening dat de opleiding in deze een voorbeeldfunctie op zich heeft genomen. Door het vernieuwende concept en de goede uitwerking en implementatie hiervan komt het panel tot het oordeel excellent.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Goed
Criteria - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
25/51
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding CMD heeft haar toetsbeleid conform NHL-beleid (Onderwijskader NHL 2004) vastgelegd in een toetsplan. In het toetsbeleid van CMD staan assessments centraal. In deze integrale assessments wordt de student individueel beoordeeld op de competenties en bijbehorende criteria en normen, die hij in zijn POP heeft opgenomen. In dat proces wordt hij begeleid door zijn mentor en de betrokken consultant. De te toetsen kennis, houding en vaardigheden zijn beschreven in de criteria en normen. De assessments worden groepsgewijs afgenomen, de integraliteit heeft betrekking op het beoordelen van de door de student opgenomen competenties in relatie tot elkaar in plaats van afzonderlijk. In de propedeuse maakt de student een keuze uit gegeven competenties, criteria en normen, in de hoofdfase spreekt de student bij aanvang van een project zijn POP door met de mentor en beoordelend docent en stelt daarbij de criteria en normen vast. In beide gevallen weten student en docent van tevoren wat en hoe beoordeeld zal worden. Een voldoende afgerond assessment levert EC op voor de desbetreffende competenties. Bij stage en afstuderen beoordeelt de bedrijfsbegeleider in samenwerking met een docent de competentie van de student aan de hand van het POP en de ontplooide stage- en afstudeeractiviteiten. In beide gevallen wordt zoveel mogelijk integraal beoordeeld. Bij de beoordeling van de competenties waaraan de student tijdens de stage werkt, speelt het oordeel van de bedrijfsbegeleider een belangrijke rol. De stagedocent is eindverantwoordelijk voor de beoordeling. Het niveau van de beoordeling wordt hierbij geborgd, doordat het stageplan van de student met daarin de competenties op gevorderd of expertniveau met bijbehorende criteria en normen bij aanvang van de stage in gesprek met de stagedocent en de bedrijfsbegeleider wordt vastgesteld. De examencommissie bewaakt als onafhankelijk orgaan de borging van het niveau. Uit projectevaluaties blijkt dat de studenten vinden dat de toetsingswijze recht doet aan het project en dat de toetsingscriteria van het project helder zijn. De studenten geven in het gesprek met het panel aan dat zij geen cijfers krijgen, maar feedback. Zij vinden dit waardevoller dan het krijgen van een cijfer.
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
Goed
Criteria - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk.
26/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Een zeer groot deel van de docenten heeft een baan in de beroepspraktijk en weet zo een goede verbinding te leggen tussen de opleiding en de praktijk. Het begeleiden van kenniscentrumopdrachten is één van de manieren waarop docenten in contact blijven met de beroepspraktijk. Naast de opdrachten van het kenniscentrum stimuleert CMD de interactie met de beroepspraktijk door in het formatieplan structureel 2 fte beschikbaar te stellen voor freelancers. Docenten en studenten nodigen gastsprekers uit bij de projecten en in de minoren. Het effect van het werken met kenniscentrumopdrachten is zeer groot vanwege het grote aantal opdrachten, waardoor alle docenten doorlopend intensief bij de opdrachten en dus bij de beroepspraktijk worden betrokken. De meeste docenten zijn betrokken bij de begeleiding van stage- en afstudeeropdrachten. Deze begeleiding biedt hen de gelegenheid om nieuwe ontwikkelingen uit de beroepspraktijk te volgen. Zeventien docenten met een hoofdtaak bij de opleiding Comunication & Multimedia Design zijn naast hun aanstelling actief met een eigen bedrijf. Een docent CMD is lid van de kenniskring ICT en veranderende didactiek en wendt haar kennis aan bij haar werkzaamheden voor de opleiding. De docenten geven in het gesprek met het panel aan dat zij congressen en beurzen bezoeken om op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen. CMD vindt de inzet van freelancers bij het onderwijs een belangrijk middel bij het binnenhalen van de beroepspraktijk en moedigt dit aan door structureel 2 fte beschikbaar te stellen in het formatieplan voor freelancers. Vanwege de snelle ontwikkelingen in het vakgebied, zou het panel dit nog sterker aan willen moedigen. Uit de evaluaties en de gesprekken blijkt dat de studenten tevreden zijn over de praktijkgerichtheid van de docenten.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Goed
Criteria - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het kader van het beleid van de NHL wordt ieder jaar een lange termijn formatieplan opgesteld voor de termijn van vier jaar. Binnen de NHL wordt tevens gestreefd naar een toenemende flexibilisering van het personeelsbestand. Op instituutsniveau is het streefcijfer wat betreft flexibele contracten vastgesteld op 20%. Het streefcijfer van de NHL voor de student/docentratio is 1:25. Het huidige personeelsbestand van de opleiding CMD bestaat uit 46 medewerkers, waaronder 6 mensen in het management. De totale omvang van het OP is 26 fte bij een studentenaantal van 674. De ratio is daarmee 1:24,6.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
27/51
Naast het reguliere personeelsbestand wordt nog 3 fte gefinancierd uit kenniscentrumopdrachten. Deze 3 fte wordt voor een groot deel ingezet als extra begeleiding van studenten. Alle docenten hebben mobiele telefoons gekregen, waarvan de nummers voor studenten beschikbaar zijn, en zij maken gebruik van het gemeenschappelijke elektronische agendasysteem Exchange, zodat zij beter bereikbaar zijn. De studenten geven in het gesprek met het panel aan dat de docenten goed bereikbaar zijn. De docenten geven in het gesprek met het panel aan dat zij het druk hebben, maar dat zij het met plezier doen, waardoor het geen probleem is. Zij geven aan dat met name begeleiding tijd kost in dit onderwijssysteem, maar dat dit uiteindelijk efficiënter is.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Goed
Criteria - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De NHL werkt sinds het studiejaar 2005 - 2006 met een competentieprofiel voor docenten. Het competentieprofiel is uitgangspunt voor het plangesprek in de cyclus coachen, beoordelen en belonen. Daarnaast kunnen docenten deelnemen aan het 360 instrument (Kei-wijzer) waarmee docenten zicht krijgen op de eigen competenties. Dit instrument wordt ingevuld door de docent zelf, de direct leidinggevende, collega-docenten en studenten en wordt gebruikt voor het vaststellen van ontwikkel- en resultaatdoelstellingen. Bij aanname van nieuwe docenten verwacht de opleiding, naast didactische kwaliteiten, de vaardigheid om studenten deskundig en enthousiast te begeleiden. Nieuwe docenten krijgen een coach toegewezen en docenten die bij aanstelling nog niet beschikken over een didactische bevoegdheid volgen daarvoor een cursus. De opleiding beschikt over een team van deskundige docenten op de verschillende terreinen in de multimedia, zoals informatica, grafische vormgeving, interaction design, audio, video, 3D, gamedesign, marketing, educatie, infotainment, e-commerce, concepting, ondernemen, onderzoek, persoonlijke en professionele ontwikkeling. CMD heeft een interne scholingsgroep, die scholingsactiviteiten gestructureerd voorbereidt. Elk jaar heeft de opleiding een thema waar scholing aan wordt opgehangen, bijvoorbeeld coaching, kwaliteit, ondernemerschap, communities. Jaarlijks worden ongeveer zes studiedagen georganiseerd, waarbij het gehele team zich over relevante thema s buigt.
28/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Voor de docenten die als begeleider optreden bij het Kenniscentrum is een uitgebreid scholingstraject ingezet onder begeleiding vanuit het Ondernemersinstituut in Leeuwarden. Ook hebben elf docenten een training acquisitie gevolgd. Op basis van de gesprekken en de resultaten van de NHL-Studentenenquête (2006) stelt het panel vast dat de studenten tevreden zijn over de docenten. Het panel stelt vast dat de docenten goed getraind zijn om in het onderwijsconcept les te geven. Voor de toekomst zou het goed zijn om de man-vrouw verhouding en de culturele diversiteit in de gaten te houden.
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Goed
Criteria - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding CMD is gehuisvest aan de Vondelstraat in Leeuwarden. In dit gebouw zijn alle onderwijsvoorzieningen en is een studielandschap ingericht. De opleiding CMD wil haar studenten en medewerkers een omgeving bieden die optimaal aansluit op het concept van competentieleren en projectmatig werken in communities. Hiervoor zijn voor de communities in de propedeuse en de minoren fysieke ruimten gecreëerd om samen te werken. Daarnaast is er ruimte voor iedereen om te werken in het studielandschap en zogeheten cubicles met werkplekken voor projectgroepen. De opleiding stimuleert het gebruik van laptops in combinatie met het draadloos netwerk, zodat studenten flexibel overal op de afdeling kunnen werken. Daarnaast biedt de opleiding zowel pc s als Apple-computerfaciliteiten. Omdat studenten bij CMD vaak en lang achter een computer werken, schenkt de opleiding expliciet aandacht aan de gevaren van RSI. De opleiding beschikt over computers met speciale software voor 3d design en gamedesign. De studenten geven in het gesprek met het panel aan tevreden te zijn over het aantal computers en de benodigde software. Zij geven aan dat zij meestal op eigen laptops werken. Uit evaluaties en de gesprekken met het panel blijkt dat de studenten tevreden zijn over de voorzieningen. Het panel heeft een rondleiding gehad en stelt vast dat de opleiding beschikt over voldoende voorzieningen om de opleiding te realiseren en dat alles met veel zorg voor uitstraling en leefbaarheid is aangekleed.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
29/51
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Goed
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: CMD gaat uit van de visie dat de student zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen onderwijsproces. De opleiding faciliteert dit proces door intensieve studiebegeleiding door mentoren aan te bieden. Die begeleiding richt zich op het bevorderen van de studievoortgang door het bespreken en beoordelen van het POP van de student. Studenten worden individueel en in groepsverband begeleid bij de studievoortgang. De besprekingen van het POP in het eerste en tweede studiejaar vinden regelmatig plaats, ongeveer twee keer per periode van 10 weken. Ook behaalde studieresultaten en plannen komen aan bod. De tutor is procesbegeleider van projectgroepen tijdens een project. De tutor woont wekelijks een vergadering van de groep bij en stelt de groepsleden kritische vragen over de voortgang van het project en de samenwerking in de groep. De tutor houdt zich inhoudelijk afzijdig, in tegenstelling tot de vakinhoudelijke consultant. Het panel stelt vast dat de docenten werkplekken hebben in de fysieke ruimten van de minoren, waardoor informele en inhoudelijke begeleiding direct plaats vindt. Wanneer de studievoortgang stagneert, kan de student een beroep doen op de studieadviseur studievaardigheden, financiering en studiemotivatie en studiekeuze. Uit de NHL studentenenquête (2005) blijkt dat de studenten redelijk tevreden zijn over de studiebegeleiding en de stagebegeleiding van de opleiding. Het decanaat van de NHL richt zich op problemen rond studievaardigheden, financiering en studiemotivatie en studiekeuze. Uit de onderwijsevaluaties (2007) blijkt dat de studenten tevreden zijn over de tutor en de mentor. In het gesprek met het panel geven de studenten aan dat de kwaliteit van het mentoraat nog verbetering behoeft. Zij zien dat er op dit moment al aan wordt gewerkt en ook de opleidingscommissie gaat met dit punt aan de slag. Door scholing heeft de opleiding de mentorbegeleiding bij de POP-cyclus geïntensiveerd. In 2006-2007 is een intervisietraject voor docenten op het gebied van mentoraat opgestart. Op diverse studiedagen is mentorbegeleiding het thema. Voor de informatievoorziening aan studenten maakt de opleiding gebruik van Blackboard, de CMD-website, mededelingenborden op de afdelingen. Via de Grade Extractor kunnen studenten hun studieresultaten inzien. Uit de NHL studentenenquête (2005) blijkt dat de studenten tevreden zijn over de informatievoorziening. Het panel ziet dit bevestigd in het gesprek.
30/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten
Goed
Criteria - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De NHL heeft hogeschoolbreed een kwaliteitszorgsysteem vastgelegd (NHL systeem voor interne kwaliteitszorg, juni 2003). Dit is in 2006 aangevuld met de Notitie Kwaliteitszorg Onderwijsvernieuwing. Hierin worden tevens kwalitatieve doelstellingen (streefdoelen) geformuleerd. Bij evaluaties wordt de norm van 80% tevredenheid gehanteerd. Op instituutsniveau heeft de Kwaliteitskring Techniek het Kwaliteitszorgsysteem Instituut Techniek vastgesteld, dat gebaseerd is op het NHL-brede systeem (Kwaliteitszorgsysteem Techniek, 2004). De visie van de opleiding CMD op kwaliteitszorg sluit bij de bovenstaande eisen aan. Ter bevordering van de integraliteit van het systeem, de aantoonbaarheid van resultaten en zichtbaarheid van de PDCAcyclus heeft de opleiding er voor gekozen om met het gehele team het algemene kwaliteitszorgsysteem uit te breiden met meetbare normen en heeft deze normen ook vastgesteld (Kwaliteitszorgsysteem Communication & Multimedia Design). In 2005 heeft de opleiding CMD een midterm audit uit laten voeren Sinds 2004 stelt de opleiding CMD elk jaar expliciet een jaarplan op en vanaf 2005 worden ook jaarverslagen vastgelegd. Het panel heeft deze verslagen ingezien en stelt vast dat deze goed worden bijgehouden. Studenten worden tweejaarlijks bevraagd via de NHL-brede studentenenquête en daarnaast via regelmatige evaluaties van propedeuseprojecten, minoren, stage en afstudeertrajecten, evaluatie van de begeleiding door de mentor. Docenten nemen jaarlijks deel aan het tweejaarlijkse hogeschoolbrede medewerkerstevredenheidsonderzoek. Tevens vinden er evaluaties van onderwijsonderdelen door docenten plaats in de betreffende overlegorganen. Het werkveld wordt bevraagd over de kwaliteit van de opleiding via de opleidingsadviesraad en via de evaluatie van stages onder bedrijfsbegeleiders. De opdrachten van het Kenniscentrum Multimedia worden geëvalueerd onder opdrachtgevers. Evaluaties onder alumni zijn nog niet gehouden, omdat de opleiding pas recent afgestudeerden heeft. De opleiding is wel voornemens dit te gaan doen. Het panel heeft de evaluaties ingezien en stelt vast dat deze van goede kwaliteit zijn en dat de evaluaties regelmatig worden afgenomen.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
31/51
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Goed
Criteria - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: In het jaarplan 2007 staan de verbeterpunten vermeld die als prioriteit worden gezien. In het jaarverslag 2006 worden de verbeteracties uit het jaarplan 2006 en de bijbehorende uitkomsten tegen het licht gehouden. Het panel heeft het jaarverslag 2006 ingezien en stelt vast dat de opleiding de afgelopen jaren veel verbeteracties heeft doorgevoerd en dat deze goed zijn gedocumenteerd. Bij de verbeteracties is een status en een verantwoordelijke vermeld. De verbeteracties worden naar aanleiding van de notulen besproken in de communityvertegenwoordiging en de opleidingscommissie. Uit deze besprekingen blijkt dat studenten tevreden zijn over zichtbare verbeteracties. De studenten bevestigen dit in het gesprek met het panel en kunnen hier ook voorbeelden bij noemen. Het panel heeft in het materiaal verschillende voorbeelden gezien van uitgevoerde verbeteracties.
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Goed
Criteria - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De verschillende groepen worden betrokken bij de kwaliteitszorg via de evaluaties (zie facet 5.1). In het kwaliteitszorgsysteem wordt expliciet aangegeven welke groepen over welke kwaliteitseisen een oordeel wordt gevraagd. Het werkveld is vertegenwoordigd in de opleidingsadviesraad. Deze komt twee maal per jaar bijeen. In deze raad hebben vanuit de opleiding het afdelingshoofd, de onderwijscoördinator en een docent zitting. De opleidingsadviesraad bespreekt en beoordeelt ontwikkelingen in de opleiding, met name die ontwikkelingen die betrekking hebben op de aansluiting met het werkveld. Zowel studenten als docenten zijn vertegenwoordigd in de opleidingscommissie. Deze commissie bespreekt de uitkomsten van evaluaties en brengt advies uit over te ondernemen verbeteracties. De docenten worden daarnaast betrokken via het afdelingsoverleg, het kernteam en het minorenoverleg.
32/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Studenten worden betrokken via het community-overleg en -vertegenwoordiging. De opleiding heeft nog niet veel alumni. Uit het gesprek met de alumni blijkt dat zij op verschillende manieren contact onderhouden met de opleiding. De opleiding volgt hen bijvoorbeeld via webpagina s, maar ook vragen zij nog wel advies bij de opleiding voor bijvoorbeeld het opstarten van een eigen bedrijf.
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerd niveau
Goed
Criteria - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: De opleiding CMD ziet het afstuderen als een proeve van bekwaamheid, waarin de student laat zien dat hij de kennis en vaardigheden van een beginnend beroepsbeoefenaar beheerst. Een afstudeeropdracht wordt, individueel of door twee studenten, intern of extern uitgevoerd. De doelstellingen van de afstudeerfase zijn geformuleerd op basis van de generieke hbo-kwalificaties. De afstudeeropdracht voldoet aan de volgende eisen: - Duur van de afstudeerfase ligt tussen de 3 en de 5 maanden. - Er moet een duidelijke relatie zijn met het gekozen beroepsprofiel. - Het merendeel van de competenties wordt op expert niveau beoordeeld. - Zowel acquisitie als uitvoering vinden plaats op basis van zelfstandigheid. - Onderzoek, probleemanalyse, probleemoplossingen, realisatie en feedback staan centraal. - Een eigen visie moet blijken. Bij de zelf gekozen competenties moet er een duidelijke relatie zijn met: - het door de student beoogde beroepsprofiel, - de toekomstverwachtingen, waar de student bij de differentiatie/specialisatie al aan gewerkt heeft, - de taken waaruit de afstudeeropdracht bestaat (Afstudeerwijzer CMD). Het gerealiseerd niveau kan door het werken met de competenties uit het beroepsen opleidingsprofiel heel goed worden vastgesteld. In het competentieprofiel staat aangegeven welke competenties op welk niveau verplicht te behalen zijn. De examencommissie bewaakt als onafhankelijk orgaan de borging van het niveau. Op basis van de gesprekken en de evaluatieresultaten stelt het panel vast dat de studenten het afstuderen positief waarderen op verschillende aspecten. Het panel heeft tien afstudeerscripties ingezien en stelt vast dat deze van hbo-niveau zijn. Het panel is van mening dat de scripties adequaat beoordeeld zijn en dat de onderwerpen goed aansluiten bij de vraag vanuit het werkveld.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
33/51
Het panel heeft tijdens het bezoek ook verschillende eindproducten gezien en vindt deze van een goed niveau. Het werkveld geeft in het gesprek met het panel aan tevreden te zijn over de alumni. Zij kunnen direct aan de slag en behoeven nauwelijks bijscholing. Zij noemen de studenten volwassen en verantwoordelijk, zij nemen initiatief, zijn ondernemend en hebben een hoge mate van zelfsturing. Het panel is van mening dat het voor de toekomst goed is om verdere verdieping in de opleiding aan te brengen op gebied van 2d vormgeving en op culturele en maatschappelijke context. Ook kan het goed zijn om studenten meer te laten freewheelen ( think outside the box ). Het panel concludeert dat de studenten goed zijn op het snijvlak van vormgeving en techniek en komt daarmee tot het oordeel goed.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Voldoende
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: Voor het voortgangsrendement van jaar 1 en 2 stelt de opleiding een streefnorm van 48,6 EC per jaar. In studiejaar 2005 haalden studenten in het eerste jaar gemiddeld 42,9 EC. In studiejaar 2004 werd er gemiddeld 46,5 EC in het eerste jaar gehaald en 36,1 EC in het tweede jaar. In studiejaar 2003 werd gemiddeld 47 EC gehaald in het eerste jaar en 37,2 EC in het tweede jaar. Hiermee wordt de streefnorm voor jaar 1 bijna gehaald en voor jaar 2 niet. De opleiding heeft als streefnorm voor de gemiddelde verblijfsduur van afgestudeerden 4,3 jaar vastgesteld. In studiejaar 2006 is de gemiddelde verblijfsduur 4,59 jaar en in studiejaar 2005 4,43 jaar. Hiermee wordt de streefnorm net niet gehaald. De streefnorm voor de gemiddelde verblijfsduur van studiestakers is minder dan 2 jaar. De gemiddelde studieduur van uitvallers in 2006 is 2,17 jaar, in 2005: 2,13 jaar en in 2004 2,06 jaar. De opleiding voldoet hiermee net niet aan de streefnorm. Het propedeuserendement is in 2004 22% na 1 jaar en 45% na 2 jaar. In 2003 is dit 29% na 1 jaar en 36% na 2 jaar. Er wordt dus niet voldaan aan de streefnorm van 50% na 1 jaar en 60% na 2 jaar. Het percentage uitvallers onder de eerstejaars is in 2006 18,5 % en in 2005 17,7%. De opleiding heeft hierbij nog geen streefnorm vastgesteld. De opleiding is gestart in 2001 waardoor er nog onvoldoende rendementscijfers beschikbaar zijn. De eerste gerealiseerde cijfers voldoen nog niet aan de streefcijfers. De opleiding heeft stevige verbetertrajecten ingezet om de rendementscijfers te verbeteren. Dit zijn onder andere verbeteringen in het onderwijsconcept, waardoor de
34/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
student zelf per project kan bepalen aan welke competenties hij gaat werken, een nieuwe opzet van het POP, trainingen en resultaatbesprekingen mentoren en studieadviezen. Omdat de opleiding reeds aan de slag is met het verbeteren van het rendement en het panel dit goede acties vindt, komt het panel tot het oordeel voldoende.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
35/51
36/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
37/51
Bijlage 1:
38/51
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
39/51
40/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
41/51
42/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
Studentgebonden deskundigheid Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: Mevrouw drs. M.J.J. van Beers
Panellid student: mevrouw L. de Boois
Deskundigheid cf. Protocol VBI s; 22 augustus 2005
Panellid: de heer A.W. Mulder
Deskundigheden panelleden
Panellid domein: Mevrouw drs. J.E.D. Ossewold
Bijlage 2:
X X
X
X
X
X
Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden:
Panellid mevrouw drs. J.E.D. Ossewold Mevrouw Ossewold is ingezet als panellid vanwege haar grote expertise in de wereld van Communication en Multimedia Design. Sinds 1989 is zij werkzaam in het creatieve werkveld als filmmaker, ontwerper, consultant en als manager. Zij levert al jaren kennisintensieve, creatieve producten die zich bevinden op het snijvlak van design, media, technologie en communicatie aan opdrachtgevers als het Van Gogh Museum, Hogeschool voor de Kunsten Amsterdam, Universiteit Leiden en Hogeschool Windesheim. Centraal in haar werk staan conceptontwikkeling, productinnovatie en coaching. Op grond van haar expertise wordt zij regelmatig gevraagd voor lezingen en om plaats te nemen in een forum of een jury (b.v. Nederlandse Designprijzen). Daarnaast neemt zij deel aan (internationale) congressen en seminars. Sinds 1990 is mevrouw Ossewold tevens werkzaam in het hoger onderwijs als docent, onderwijsontwikkelaar, manager en beleidsontwikkelaar. Opleiding: 1977 1983 1983 1988 1985 1988
1994
VWO, Gymnasium Nederlandse taal- en letterkunde, Radboud Universiteit Nijmegen Filosofie, Radboud Universiteit Nijmgen Didactiek voor het Kunstvakonderwijs, Hogeschool van Amsterdam
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
43/51
Werkervaring: 1988 1990 Curator en onderzoeker, Amsterdams Historisch Museum 1990 1997 Directeur van Ossewold Productions; een film en audiovisuele productiemaatschappij voor documentaires, experimentele films en interactieve producties 1994 1997 Consultant digitale media en productontwikkeling voor omroepen, culturele en onderwijsorganisaties (o.a. het Internationale Filmfestival Rotterdam, NCRV, Media Academy, Utrecht University) 1997 2001 Creatief directeur, chair en partner van TBWA/e-Company, een internationaal bureau op het gebied van digitale communicatie en realisatie van e-producten, eproductinnovatie en e-business strategie 2001 2002 Senior consultant Communication & Design , Eden Design & Communication, een groot, multidisciplinair ontwerpbureau in Amsterdam 2005 heden eigenaar en directeur vanThe Creative Media Consultancy, adviesbureau voor de creatieve industrie en het hoger creatief onderwijs Werkervaring in onderwijsfuncties: 1991 1994 Docent lineair en nonlineair scriptschrijven, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht 1993 1997 Hoofd masteropleiding European Master of Arts - Interactieve Multimedia, Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht 1994 1997 Hoofd afdeling Interactief Ontwerpen, Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht 1995 2001 Docent Nieuwe Media en interactieve verhalen, Universiteit Utrecht 1998 1999 Docent Media ontwerp aan de Gerrit Rietveld Academie 1997 2000 Gastdocent Digitale Cultuur, Universiteit van Amsterdam 2000 Gastdocent Interactief Ontwerpen, Academie voor Kunst en ontwerpen St Joost, Breda 2001 2005 Hoofd afdeling Communication & Multimedia Design , Academie voor ICT en Media (AIM) en Academie voor Kunst en ontwerpen St.Joost, Avans Hogeschool Breda 2003 2005 Externe Examinator van de Master of Arts in Interactive Multimedia, Dublin Institute of Technology 2005 Externe Examinator van de Master of Arts in Interactive Multimedia, Michaelis School of Art & Design, Universiteit van Kaapstad, Zuid Afrika 2005 2006 Hoofd van de afdeling Lab , Design Academy Eindhoven 2006 heden Lector Design en Technologie, Design Academy Eindhoven
Panellid de heer A.W. Mulder De heer Mulder is ingezet als panellid vanwege zijn domeindeskundigheid op het gebied van communication en multimediadesign en vanwege zijn internationale en onderwijsdeskundigheid in dit werkveld. Hij is oprichter geweest en partner van De InformatieWerkPlaats in Den Haag en daarnaast lector Informatie, Technologie en Samenleving aan de Haagse Hogeschool en docent aan diverse opleidingsinstituten. De heer Mulder heeft diverse masterclasses op het gebied van kunst en media en informatiesamenleving verzorgd, zowel nationaal als internationaal. Hij heeft talloze publicaties op het gebied van praktische toepassing van ICT op zijn naam staan en vele presentaties op conferenties en congressen in binnen- en buitenland. De heer Mulder heeft een grote expertise op het gebied van ICT en communicatie en voorwaarden voor gebruik van multimedia. Vanaf 1987 heeft de heer Mulder zitting gehad in diverse besturen en heeft vanaf 2004 zitting in verschillende juries, onder meer voor de Nederlandse Design Prijzen, het Nederlands Kampioenschap Infromatie Architectuur en voor het International contest ICT in Public Space .
44/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Werkervaring: 1984 1993 Veronica Omroep Organisatie, Hilversum; Hoofd automatisering (1988 - 1993), Medewerker automatisering (1984 1988) 1993 1998 VOTA Consultancy, Bussum; Zelfstandig gevestigd adviseur nieuwe media en ICT 1998 2001 Tweede Kamer der Staten Generaal, Den Haag; Informatieadviseur 2001 heden De InformatieWerkPlaats, Den Haag; Oprichter en partner 2002 heden Haagse Hogeschool, Den Haag; Lector Informatie Technologie en Samenleving
Panellid student: mevrouw L. de Boois Mevrouw De Boois is ingezet als studentlid van het panel. Zij beschikt over studentgebonden deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein Interactieve media. Voor deze visitatie is mevrouw De Boois individueel geïnstrueerd over het accreditatieproces in het hoger onderwijs en de werkwijze van NQA. Zij is sinds februari 2006 voorzitter van de Opleidingscommissie Interactieve Media, te Amsterdam Leeuwenburg. Opleiding: 1993 1997 1997 2001 2003
Coornhert Lyceum, Heemstede, Mavo op D-niveau. Opleiding MBO Nimeto,Utrecht, Grafische vormgeving, Reclame, Communicatie en Presentatietechnieken. heden Hogeschool van Amsterdam, Amsterdam. Opleiding HBO Interactieve Media. Stroming: Content & Communicatie
Werkervaring 2001 2002 Au-pair, Amerika, California 2003 heden DHL International, te Hoofddorp, Koerier 2005 2006 VNU, te Haarlem, Stagiaire Stage op Emerce Redactie
Panellid NQA mevrouw drs. M.J.J. van Beers Mevrouw Van Beers is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft ervaring als NQA-auditor en als studentpanellid bij meerdere visitaties. Zij is getraind als auditor Hoger Onderwijs NQA in samenwerking met Lloyd s Register. Door haar ervaring heeft zij tevens deskundigheid in het beoordelen van afstandsonderwijs. Opleiding: 1997 1998 1998 2004
Bio-farmaceutische wetenschappen, Rijksuniversiteit Leiden Psychologie, Universiteit Utrecht
Werkervaring: 2004 Gezondheidspsycholoog bij Emotional Brain, Almere 2005 heden Auditor NQA Relevante ervaring: 1998 2004 Actief in studenteninspraak, onder andere faculteitsraad en helpdesk medezeggenschap. Lid Advies Commissie Kwaliteit Onderwijs, UU 2000 2001 Bestuurslid Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport Cursus: Maart 2004
Training Auditor Hoger Onderwijs, NQA i.s.m. Lloyd s Register
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
45/51
46/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Programma visitatie Communication & Multimediadesign op 10 juli 2007 Tijdstip Programmaonderdeel Gesprekspartners
09.00 uur
Ontvangst
09.00
09.30 uur
Rondleiding ter kennismaking
09.30
09.45 uur
Accreditatiefilm
09.45
11.00 uur
Documentenonderzoek
11.00
11.45 uur
Gesprek met opleidingsmanagement
Opleidingsmanagement
11.45
12.30 uur
Gesprek met studenten Communication & Multimedia Design
Studenten
12.30
13.15 uur
Besloten lunch
panel
13.15
14.00 uur
Gesprek met docenten Communication & Multimedia Design
Docent
14.00
14.45 uur
Gesprek met werkveld en alumni
Werkveldvertegenwoordigers en alumni
14.45
15.30 uur
Afstudeerpresentaties en andere projecten
docenten CMD
15.30
17.00 uur
Intern overleg commissie
panel
17.00
17.30 uur
Tweede gesprek met opleidingsmanagement en afronding
Opleidingsmanagement
17.30
18.00 uur
Afsluitend paneloverleg
Panel
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
47/51
Bijlage 4:
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
1. Kwaliteitszorgsysteem CMD 2. Strategisch plan NHL 2004-2007 3. Organogram NHL 4. Beleidsplan Instituut Techniek 200 -2007 5. Studentenstatuut, opleidingsspecifiek deel 2006-2007 6. Landelijk beroeps- en opleidingsprofiel CMD versie 2-2 7. Matrix dekking Dublin descriptoren en hbo kwalificaties 8. NHL-studentenenquête 2003, 2005 9. Overzicht stagiairs 200 -2007 10. Keuzegids Hoger Onderwijs 200 -2007 11. Elsevier Thema Studeren 200 12. Programma Onderwijskader NHL 2004 13. Begroting en jaarplan Techniek 2007 14. Internationalisering Techniek 15. Internationaliseringsplanning CMD 16. Overzicht van competentiebeschrijvingen propedeuse 17. Mentorwijzer 18. Exitonderzoek 200 -2005 19. Toetsplan CMD 20. Toetsbeleid NHL 21. Handreiking positionering en ontwerp competentiegerichte toetsen 22. Personeelsplan CMD met curricula vitae 23. Sociaal jaarverslag 2005 24. Middelenplan CMD 25. NHL systeem voor interne kwaliteitszorg, juni 2003 26. Kwaliteitszorgsysteem instituut Techniek, maart 2004 27. Overzicht verbeteracties CMD 28. Verantwoording van wijziging normen kwaliteitszorgsysteem CMD 29. Notitie Kwaliteitszorg Onderwijsvernieuwing 30. Jaarplan CMD 2007 31. Afstudeerwijzer 32. Overzicht laatste 25 afstudeerprojecten
48/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Bijlage 5:
Domeinspecifieke en opleidingscompetenties
Beroeps- en opleidingsprofiel Communication & Multimedia Design NHL (per kerntaak): Multimedia designer Code Trefwoord ID.01 Analyse ID.02 ID.03
Functioneel ontwerp Grafisch ontwerp
ID.04
Productie tekst
ID.05
Productie audio
ID.06
Productie beeld
ID.07
Productie bewegend beeld Didactische aspecten
ID.08
ID.09 ID.10 ID.11
Spelontwerp of gamedesign Marketing en Communicatie Eindproducten
Multimedia Developer Code Trefwoord MD.01 Hedendaagse technieken MD.02 Technisch ontwerp MD.03
Objectoriëntatie
MD.04
Ontwikkelomgeving
MD.05 MD.06 MD.07
Programmeren Databases Testplan
Competentie De multimedia designer analyseert en vertaalt de wensen van de opdrachtgever naar een interactief, multimediaal concept De multimedia designer maakt op basis van analyse en concept een functioneel ontwerp De multimedia designer maakt op basis van analyse en concept een grafisch ontwerp De multimedia designer bewerkt en produceert tekst doelgericht en beoordeelt deze op toepasbaarheid De multimedia designer bewerkt en produceert audio doelgericht en beoordeelt deze op toepasbaarheid De multimedia designer bewerkt en produceert beeld doelgericht en beoordeelt deze op toepasbaarheid De multimedia designer bewerkt en produceert bewegend beeld (animatie en video) doelgericht en beoordeelt deze op toepasbaarheid De multimedia designer past onderwijskundige en didactische aspecten die van belang zijn bij het ontwikkelen multimedia in de educatieve sector adequaat toe De multimedia designer past basisprincipes die van belang zijn bij het ontwikkelen van games adequaat toe De multimedia designer past marketing en communicatie-theorieën en strategieën adequaat toe De multimedia-specialist ontwikkelt en bouwt een prototype en een werkend eindproduct
Competentie De multimedia developer beoordeelt hedendaagse technieken op waarde voor de multimedia-toepassingen. De multimedia developer vertaalt een functioneel ontwerp naar een technisch ontwerp. De multimedia developer hanteert objectgeoriënteerde ontwerpmethoden en technieken. De multimedia developer maakt effectief gebruik van softwareontwikkelomgevingen. De multimedia developer programmeert. De multimedia developer bouwt databases. De multimedia developer stelt een testplan op en voert dit uit.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
49/51
Multimedia Consultant Code Trefwoord MC.01 Vakgebieden MC.02 MC.03 MC.0 MC.05
Analysemethoden Onderzoek Omgevingsfactoren Inhoudelijk adviseren
Content manager Code Trefwoord CM.01 Effectieve ondersteuning CM.02 Evaluatie applicaties CM.03 Onderhoud en beheer
Competentie De multimedia consultant verplaatst zich in eigen en aangrenzende vakgebieden. De multimedia consultant past analysemethoden toe. De multimedia consultant verricht onderzoek. De multimedia consultant betrekt omgevings¬factoren bij het advies. De multimedia consultant brengt mondeling en schriftelijk advies uit.
Competentie De content manager ondersteunt gebruikers en organisatie effectief bij de invoering en toepassing van een interactieve applicatie. De content manager evalueert applicaties met als doel het verbeteren van een applicatie. De content manager onderhoudt en beheert bestaande applicaties.
Werken in een arbeidsorganisatie Code Trefwoord Competentie AO.01 Functioneren in een De multimedia-specialist functioneert als medewerker in een bedrijfsomgeving arbeidsorganisatie. AO.02 Projectmatig De multimedia-specialist werkt projectmatig aan werken multimediaproducties. AO.03 Projectmanagement De projectmanager plant ontwerptraject, bewaakt tijdpad en budget en geeft sturing aan projectleden. AO.04 Overleg met De multimedia-specialist overlegt met externen. externen AO.05 Presenteren De multimedia-specialist presenteert het eigen werk in het Nederlands aan derden. AO.06 Presenting The multimedia-specialist presents his own work in correct English. AO.07 Schriftelijke De multimedia-specialist kan zich schriftelijk uitdrukken in het vaardigheden Nederlands. AO.08 Written English The multimedia-specialist is able to express himself in correct written English. AO.09 Zelfstandig De multimedia-specialist onder-neemt zelfstandig. ondernemen AO.10 Acquireren en De multimedia-specialist schat kosten van een multimediaontwerp verwerven realistisch in (voorcalculatie en begroting), maakt een passende offerte, factureert en voert de nacalculatie uit. AO.11 Wet- en regelgeving De multimedia-specialist past de wet- en regel-geving m.b.t. auteursrecht, privacy, enz. toe als het gaat om gebruik van elektronische media in een ontwerp.
50/51
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
Persoonlijke ontwikkeling Code Trefwoord PO.01 Zelfontwikkeling PO.02 Begrijpen en probleemoplossen PO.03 verzorging eigen werk PO.0 Initiatief en resultaatgerichtheid PO.05 Communicatief en sociaal vaardig
Competentie De multimedia-specialist ontwikkelt zich zelfstandig. De multimediaspecialist heeft een analytisch en probleemoplossend vermogen. De multimediaspecialist draagt zorg voor vorm en structuur van afgeleverd werk. De multimediaspecialist neemt initiatief, werkt planmatig en resultaatgericht. De multimediaspecialist is communicatief en sociaal vaardig.
© NQA - visitatie NHL: hbo-bacheloropleiding Communication & Multimedia Design (vt)
51/51