VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Van:
G. Kraaijkamp
Tel nr: 0620094919
Nummer: 14A.00805
Datum: 23 oktober 2014
Team: Onderwijs, Welzijn & Zorg
Tekenstukken: Nee
Bijlagen:
5
Afschrift aan: N.a.v. (evt. briefnrs.): Onderwerp: Ondertekening samenwerkingsovereenkomst
aanvraag ESF 2014-2016
Advies: 1. Bevestigen van de participatie in de regionale aanvraag ESF subsidie; 2. Akkoord te gaan met de afspraken zoals opgenomen in de concept-samenwerkingsovereenkomst (bijlage 1) en het memo van RBO en Berenschot aan het Directeurenoverleg Midden-Utrecht (bijlage 2); 3. De ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst (bijlage 1) te laten geschieden door de voorzitter van het dagelijks bestuur van Ferm Werk namens de deelnemende gemeenten voor zover gesitueerd in de AMR Midden-Utrecht. De burgemeester verleent zijn volmacht aan wethouder Y. Koster, voorzitter van het dagelijks bestuur van Ferm Werk, om de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen; 4. Ferm Werk vragen noodzakelijke gegevens aan te leveren en een adequate administratie bij te houden.
Begrotingsconsequenties B . e n W. d . d . :
Portefeuillehouder:
wethouder Koster
NEE
Inl ei din g: Regionaal (binnen de AMR Midden-Utrecht) wordt gewerkt aan het indienen van een gezamenlijke ESFaanvraag met betrekking tot de eerste periode (2014-2016) van de programmaperiode 2014-2020. De aanvraag wordt namens partijen (gemeenten en subregio’s) in de regio ingediend door centrumgemeente Utrecht. In dat verband sluiten regionale partijen een samenwerkingsovereenkomst. De hier aan de orde zijnde subsidieaanvraag staat los van de besteding van de te verwerven subsidie. De subsidie wordt aangevraagd op basis van reguliere activiteiten waarvoor de bekostiging reeds is geregeld. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de inzet van (al in dienst zijnde) jobcoaches in re-integratietrajecten. De helft van de kosten kan als subsidie worden ontvangen als aan de voorwaarden wordt voldaan. Omdat bedoelde activiteiten sowieso (ook zonder dat subsidie zou worden verkregen) worden uitgevoerd, is het te ontvangen subsidiebedrag voor andere activiteiten inzetbaar. Regionaal (in het Directeurenoverleg) is de intentie uitgesproken de subsidie (na aftrek van indirecte kosten van de aanvraag) aan te wenden voor nader te bepalen regionale projecten op het terrein van bevordering (arbeids)participatie.
Bev o egd he id: Het college is bevoegd te besluiten over deelname aan de gezamenlijke aanvraag en de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst op te dragen aan de voorzitter van het dagelijks bestuur van Ferm Werk.
Beo ogd ef fe ct: Beoogd wordt dat centrumgemeente Utrecht in staat wordt gesteld namens de regio de ESF-aanvraag in te dienen en op die wijze middelen te verwerven die kunnen worden ingezet voor regionale projecten op het terrein van bevordering (arbeids)participatie.
Ar g um ent en:
1. Bevestigen van de participatie in de regionale aanvraag ESF subsidie. De voorbereiding van de aanvraag vindt al enige tijd plaats. In eerste instantie was alleen Ferm Werk daarbij betrokken. Inmiddels is sprake van goede afstemming tussen Ferm Werk en de gemeenten Woerden, Oudewater en Montfoort (Bodegraven-Reeuwijk behoort niet tot de AMR Midden-Utrecht). De voorwaarden waaraan de aanvraag moet voldoen zijn minder complex dan bij eerdere aanvragen en de aanvraag wordt ondersteund door specialisten van RBO en Berenschot. Daardoor brengt participatie in de aanvraag weinig risico’s met zich mee terwijl de opbrengsten substantieel kunnen zijn. 2. Akkoord te gaan met de afspraken zoals opgenomen in de concept-samenwerkingsovereenkomst (bijlage 1) en het memo van RBO en Berenschot aan het Directeurenoverleg Midden-Utrecht (bijlage 2). Deze afspraken hebben met name betrekking op de taak- en verantwoordelijksheidsverdeling tussen centrumgemeente, ondersteunende bureaus en partners (regiogemeenten en subregio’s / gemeenschappelijke regelingen) en over de verdeling van de te ontvangen subsidie. Ten aanzien van het laatste wordt voorgesteld dat eerst de centrale indirecte kosten worden gedekt (kosten van ondersteunende bureaus) en vervolgens de decentrale indirecte kosten naar rato van de directe kosten per subregio (de kosten van activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd). Overigens zijn deze afspraken alleen relevant als de uiteindelijke subsidie erg tegenvalt en niet voldoende is om de indirecte kosten te dekken. De kans daarop is zeer klein.
3. De ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst (bijlage 1) te laten geschieden door de voorzitter van het dagelijks bestuur van Ferm Werk namens de deelnemende gemeenten voor zover gesitueerd in de AMR Midden-Utrecht. De aanvraag wordt ingediend door centrumgemeente Utrecht namens de gehele arbeidsmarktregio. In de aanvraag worden vijf clusters onderscheiden waarbij één cluster is gereserveerd voor indirecte activiteiten en kosten. Er is voor gekozen de clusters geografisch vast te stellen. Woerden maakt deel uit van het cluster ‘Stichtse Vecht en Ferm Werk’. Zoals gezegd levert Ferm Werk de gegevens aan ten behoeve van de aanvraag en wordt door Ferm Werk de uitvoering geadministreerd (voor het gehele cluster) conform de voorschriften. Het ligt daarom voor de hand dat de voorzitter van het DB van Ferm Werk de overeenkomst ondertekent namens de drie gemeenten Woerden, Oudewater en Montfoort. De gemeente Stichtse Vecht maakt geen deel uit van Ferm Werk en tekent derhalve zelfstandig. 4. Ferm Werk vragen noodzakelijke gegevens aan te leveren en een adequate administratie bij te houden. De aanvraag wordt gedaan op basis van reguliere activiteiten op het vlak van bevordering van de (arbeids)participatie. Deze activiteiten vinden voor de gemeente Woerden plaats bij Ferm Werk. Daar worden inwoners ondersteund door consulenten, jobcoaches, etc. Het is derhalve logisch dat Ferm Werk de noodzakelijke gegevens aanlevert (dit is inmiddels gebeurd) en een adequate administratie bijhoudt waarmee na afloop verantwoording aan het Agentschap kan plaatsvinden.
Kan tte k eni ng: De aanvraag dient uiterlijk 31 oktober a.s. te worden ingezonden. Op dat moment hoeft de samenwerkingsovereenkomst nog niet te zijn getekend. Wel is het noodzakelijk dat er een collegebesluit ligt waaruit blijkt dat Woerden deelneemt aan de aanvraag.
Fin an ci ën: Regiobreed kan voor het tijdvak 2014-2016 € 3,6 miljoen aan subsidie worden aangevraagd. 30% daarvan wordt aangevraagd door het onderwijs (PrO- en VSO-scholen). 70% (€ 2,5 miljoen) wordt aangevraagd door de gemeenten. Omdat de subsidie uiteindelijk ten hoogste 50% van de kosten bedraagt, moet de aanvraag ruim € 5,0 miljoen bedragen. Op basis van de aantallen inwoners met een bijstandsuitkering is een verdeling gemaakt over de subregio’s. De drie Ferm Werk –gemeenten leveren gezamenlijk een bijdrage in de aanvraag ter grootte van ongeveer € 212.000,=. Het voorgaande houdt niet in dat deze drie gemeenten bij toekenning van de subsidie ook de beschikking krijgen over dit subsidiebedrag. Zoals aangegeven wordt er naar gestreefd de totale subsidie in te zetten voor regionale projecten. Aan te nemen is dat deze projecten vorm krijgen in ‘het nieuwe werkbedrijf’ en dat Ferm Werk daar een (uitvoerende) rol bij kan spelen. De inzet van de subsidie wordt geregeld in een nog op te stellen bestedingsvoorstel.
Uitv o er ing : De gemeente Utrecht dient als centrumgemeente de aanvraag in namens de regio. Ferm Werk heeft gegevens aangeleverd ten behoeve van de aanvraag. Daarbij gaat het om reguliere activiteiten die worden geadministreerd onder de noemer van ESF-activiteiten. Ferm Werk verantwoordt e.e.a. in zijn administratie. De aanvraag staat los van de besteding van de subsidie. Begin 2015 wordt een regionale werkgroep ingericht met het doel een bestedingsvoorstel te ontwikkelen voor het te verwachten subsidiebedrag.
Com mun ic at ie / Web s ite: Nvt
O nde rn em ing s r aad : N vt
S am enh ang m et e e rd er e b es lui tv or min g: Het college is eerder geïnformeerd over de achtergronden en voortgang van de aanvraag door middel van een memo dd 1 april 2014 (zie bijlage 4)
Bij l ag en: 1. (14i.04488) Concept samenwerkingsovereenkomst “ESF 2014-2016” 2. (14i.04489) Memo RBO / Berenschot ‘Gevraagde besluiten ESF-aanvraag gemeenten’ dd. 7 oktober 2014 3. (14i.04490) Memo RBO / Berenschot ‘ESF-aanvraag gemeenten: risico’s en samenwerkingsovereenkomst dd. 29 september 2014 4. (14i.04491) Memo ESF aanvraag 2014-2020 arbeidsmarktregio Utrecht (Claudia Drabik, 1 april 2014) 5. (14i.04492) Samenvatting ESF 2014-2020 versie 2, 16 april 2014
Arbeidsmarktregio Utrecht-Midden - Samenvatting ESF 2014-2020 Bron: CSanpoptregeling, versie 11 februari 2014
Aanvrager
Centrumgemeente Utrecht namens regiogemeenten en PrO- & VSO-scholen Doel: verder stimuleren regionale gezamenlijke aanpak om de mogelijkheden tot arbeidsinpassing van deze doelgroep (PrO/VSO) te vergroten
Subsidieplafond
Utrecht-Midden: € 3.601.000 voor eerste projectperiode 2014-2016 Eén regio-aanvraag (met tenminste 30% subsidie doelgroep PrO/VSO)
Vorm (keuze) Twee regio-aanvragen (één voor gemeenten en één voor PrO/VSO)
Startdatum
1 juli 2014 = beoogde datum indiening regio-aanvraag PrO/VSO 1 sept. / 1 okt. 2014 = beoogde datum indiening regioaanvraag gemeenten
Duur project
24 maanden
Doel ESF algemeen
Bevorderen actieve inclusie en bestrijding armoede en discriminatie
Doel projecten centrumgemeenten
1. Vergroten van de mogelijkheden tot arbeidsinpassing; én 2. Bevordering gelijkheid vrouwen en mannen en bevordering gelijke kansen en non-discriminatie
a. "Zes-maanden-doelgroep"
b. Nuo's (niet-uitkeringsontvangers)
c l . Arbeidsbelemmerden
Personen die (in de afgelopen 12 maanden) tenminste zes maanden een uitkering hebben ontvangen van gemeente of UWV - Dienstverband < 12 uur per week; of: - Gemiddeld aantal gewerkte uren in laatste 3 maanden < 12 uur/week Personen met Wwb-uitkering die naar het oordeel van B&W (schriftelijke verklaring) een lichamelijke, verstandelijke, psychische of psychosociale beperking hebben. N.B. Definitie wordt voor tweede aanvraagronde in 2016
Doelgroepen
aangepast aan definitie
Participatiewet
c2. Arbeidsbelemmerden
M e t uitkering WIA, W A O , W A Z , ZW of Wajong
d. 55-plussers
M e t uitkering W W B , IOAW, IOAZ of uitkering UWV
e. Jongeren
Personen t / m 27 jaar
f l . PrO-VSO
Ingeschreven leerlingen 15 jaar of ouder Ex-leerlingen van 15 jaar of ouder, in de eerste 24 maanden na uitschrijving school,
f2. PRO-VSO
met (naar oordeel school) behoefte aan: - ondersteuning regulier onderwijs; - begeleiding bij arbeidsintegratie.
•
Samenvatting ESF 2014-2020 versie 2
i*b^ GO / 1 6 april 2014
pag. 1
Doelgroepbepaling
Subsidiabele activiteiten
A. Kostensoorten
- Alleen op moment van instroom in project; - Hoeft niet opnieuw aangetoond te worden als individueel traject doorloopt in twee opeenvolgende ESF-projecten. Zijn gericht o p : - bestrijding jeugdwerkloosheid; - aansluiting PrO/VSO-onderwijs op arbeidsmarkt; -vergroten mogelijkheden arbeidsinpassing.
1. Plaatsingssubsidies
NIET: Toekomstige loonkostensubsidies uit inkomensdeel
Participatiewet ter overbrugging verschil tussen
directe activiteiten
B. Kostensoorten projectbeheer (max. 10% van A)
Subsidie
Subsidies aan werkgevers, stagebedrijven of leerkwerkbedrijven die arbeids-, leerwerkof stage-overeenkomsten met deelnemers sluiten met een minimale looptijd van 3 maanden minimumloon
en loonwaarde.
2. Externe kosten
Kosten van diensten/producten externe uitvoerders die voor deelnemers worden ingezet
3. Directe loonkosten
Loonkosten van ureninzet interne medewerkers die deelnemers begeleiden, coachen of instructie geven
4. Externe kosten projectcoördinatie en projectadministratie
Kosten extern ESF-bureau
5. Directe loonkosten projectcoördinatie en projectadministratie
Loonkosten van ureninzet interne medewerkers (tenminste 50% ESF)
50% van gerealiseerde kosten 12 maanden: 20% realisatie, anders verlaging subsidie {met niet gerealiseerde deel)
Realisatie-eis 24 maanden: 60% realisatie, anders malusregeling: geen 50% maar 40% subsidie
Structuur
Wijzigingen/ aanvullende uitleg
Opbouw ESF-project: Regioaanvraag gemeenten: Regioaanvraag PrO/VSO: Projectbeheer (B): Administratievoering : Controle Agentschap:
subprojecten met elk één kostensoort; maximaal vijf clusters van subprojecten; maximaal drie clusters van subprojecten; is één van de (drie of vijf} clusters; mag op één locatie per cluster; per cluster;
Zie ook document:
'Voorbeeld regio-aanvraag gemeenten 11 februari 2014", Agentschap SZW.
o o
Publiciteitsverplichtingen gelden vooralle betrokken partijen; Onderbenutting subsidie kan worden herverdeeld over aanvragers die overrealiseren;
o
Activiteiten die qua inhoud en/of organisatie logischerwijs bij elkaar horen, moeten samen één subproiect vormen met één kostensoort; Na één jaar is een voorschot mogelijk van max. 50%, indien 50% kosten gerealiseerd;
o o
Activiteiten ten behoeve van hele doelgroep zijn toegestaan (bijv. voorzieningen zoals jongerenloket) -> geen deelnemersadministratie nodig.
Samenvatting ESF 2014-2020 versie 2
7 | GO / 16 april 2014
pag. 2
1. PLAATSINGSSUBSIDIES:
subsidies voor werkgevers die arbeids-, leerwerk- of stage-overeenkomsten met deelnemers sluiten
Verantwoording kosten
- Toekenningsbrieven / - formulieren; - Betaalbewijzen
Verantwoording prestatie
Afhankelijk
van activiteit
en definitieve
inhoud HPA
ACTIVITEIT
VERWACHTE PRESTATIEVERANTWOORDING
Eenmalig bedrag of meerdere betalingen, bijv. - Loonkostensubsidies; - Jongerenvouchers; - Stagevergoedingen; - Leerwerkplekvergoeding;
- Deelnemeradministratie;
- Begeleiding door werkgever;
- Arbeidsovereenkomst; - Stagecontract; - Leerwerkovereenkomst
- Jobcoaching; - enz.
2. EXTERNE KOSTEN:
Voorwaarde
Kosten van diensten/producten van externe uitvoerders die voor deelnemers worden ingezet Inhuren externe uitvoerders volgens nationale en Europese aanbestedingsregels (marktconformiteit); anders gedeeltelijke/volledige correctie kosten.
Verantwoording marktconformiteit
Dossier inkoopprocedure
Verantwoording kosten
Facturen en betaalbewijzen
Verantwoording prestatie
Afhankelijk
van dienst/product
ACTIVITEIT Extern ingekochte cursussen en scholing, individueel of in groepen, bijv. - vakopleidingen; - werknemersvaardigheden; - taaltraining;
en definitieve
inhoud HPA
VERWACHTE PRESTATIEVERANTWOORDING
- Deelnemeradministratie; - Diploma / certificaat; en/of: - Verklaring deelname / Aanwezigheidsregistratie
- enz.
Extern ingekochte instrumenten, bijv. - arbeidskundige onderzoeken; - beroepeninteressetesten; - ioonwaarde-metingen;
- Deelnemeradministratie; - Onderzoeksrapportages; -Testuitslagen
- enz.
Samenvatting ESF 2014-2020 versie 2
G O / 1 6 a p r i l 2014
pag.3
- Deelnemeradministratie; -Trajectplannen;
Extern ingekochte trajecten, bijv. - re-integratietrajecten; - leerwerktrajecten;
- Voortgangsrapportages; - Eindrapportages.
- enz.
Extern ingekochte ureninzet, bijv. - jobcoaching; - individuele begeleiding; - enz.
- Deelnemeradministratie; -Trajectplannen; - Intakeverslagen; - Voortgangsrapportages; - Eindrapportages -> Evt.
3. DIRECTE LOONKOSTEN:
Verantwoording aantal uren
Verantwoording kosten
Verantwoording prestatie
caseloadverantwoording
Loonkosten van ureninzet interne medewerkers die deelnemers begeleiden, coachen of instructie geven
- Sluitende urenregistratie
- Salarisstrook start project; - Salarisstroken na wijzigingen salaris of wijziging parttimefactor; - CAO: bewijsstuk % eindejaarsuitkering & aantal contracturen fulltime
Afhankelijk
van activiteit
en definitieve
inhoud HPA
ACTIVITEIT
VERWACHTE PRESTATIEVERANTWOORDING
Interne ureninzet medewerkers groepsactiviteiten, bijv.: - voorlichtingsbijeenkomsten; - sollicitatieworkshops;
- Deelnemeradministratie; - Presentielijsten
- enz. Interne ureninzet medewerkers individuele activiteiten, bijv.: -
intake; voortgangsbewaking; begeleiding; uitstroomgesprekken;
- nazorg; - enz.
Samenvatting ESF 2014-2020 versie 2
- Deelnemeradministratie; - Intakeverslagen; - Voortgangsrapportages; - Eindrapportages; -> Evt.
caseloadverantwoording
G O / 1 6 a p r i l 2014
pag.4
Interne ureninzet medewerkers contacten scholen en werkgevers:
- Deelnemeradministratie (voor zover van toepassing);
- voorlichting; - banenmarkt; - voortgangsoverleg; -
- Logboeken; - Gespreksverslagen; - Intakeverslagen; - Voortgangsrapportages; - Eindrapportages;
jobhunting; zoeken leerwerkplekken; zoeken stageplekken; bemiddeling deelnemers;
-> Evt.
- matching deelnemers; - enz.
caseloadverantwoording
4. EXTERNE KOSTEN projectcoördinatie en administratie
Voorwaarde
Inhuren externe uitvoerder volgens nationale en Europese aanbestedingsregels (marktconformiteit); anders gedeeltelijke/volledige correctie kosten.
Verantwoording marktconformiteit Verantwoording kosten Verwachte verantwoording
Dossier inkoopprocedure
Facturen en betaalbewijzen
Geen
prestatie
5. DIRECTE LOONKOSTEN projectcoördinatie en administratie
Voorwaarde
Medewerker werkt tenminste 50% van zijn contracturen voor ESF-project
Verantwoording
- Sluitende urenregistratie; - Addendum arbeidsovereenkomst
aantal uren
Verantwoording kosten
Verwachte verantwoording
- Salarisstrook start project; - Salarisstroken na wijzigingen salaris of wijziging parttimefactor; - CAO: bewijsstuk % eindejaarsuitkering & aantal contracturen fulltime ••
Geen
prestatie
Samenvatting ESF 2014-2020 versie 2
TOTI
G
0
/ 16 april 2014
pag. 5
BIJLAGE: Excelbestand "Inventarisatie AMR Utrecht-Midden ESF 2014-2020" Toelichting Het Excelbestand is bedoeld om te inventariseren welke activiteiten mogelijk kunnen worden opgenomen in het eerste ESF-project (looptijd juli 2014 t / m juni 2016). Om te laten zien hoe het bestand werkt, is onderstaande fictieve situatie is als voorbeeld ingevuld op de eerste veertien regels met
activiteiten.
A 1 en 2: In gemeente A zal m.i.v. januari 2015 een ATC operationeel zijn, waar naar verwachting 36 arbeidsbelemmerden en 18 55-plussers geplaatst zullen worden. Alle 54 deelnemers zullen een extern ingekochte competentietest doen. 3 en 4: In totaal 45 deelnemers zullen gedurende gemiddeld 2 uur per week worden begeleid door interne medewerkers met een bruto maandsalaris van gemiddeld € 3.200. 5 en 6: In totaal 24 deelnemers zullen een extern ingekochte opleiding tot logistiek medewerker volgen.
B 7, 8, 9: Werkplein B zal, na afloop van het lopende project actie J, doorgaan met het uitgeven van jongerenvouchers. Door inzet van een fulltime jobhunter (salaris € 3.000) verwacht men 70 stagevouchers a € 500 en 50 werkvouchers a € 2.500 te kunnen uitgeven. LET OP: De jobhunter in dit voorbeeld werkt voor de hele doelgroep van 400 jongeren. De gemiddelde ureninzet per jongere is daarom fictief. Om toch een berekening te kunnen maken, wordt het totaal aantal werkbare uren voor 1 jaar (1.720) gedeeld door het totaal aantal jongeren: 1.720 / 400 = 4,3 uur.
10:
In 2016 zullen voor Nuo's met een taalachterstand externe taaitrajecten worden ingezet.
C 11:
12:
Op PrO-schooI C worden per jaar 15 leerlingen tijdens externe stages begeleid door een interne stagedocent met een salaris van € 3.500. Zijn gemiddelde ureninzet per leerling is 40 uur per schooljaar. leder schooljaar volgen 10 leerlingen een extern ingekochte branchecursus Horeca of Groen.
13:
Gedurende het gehele project worden gemiddeld 5 nazorgleerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, op hun werkplek begeleid door een extern ingehuurde jobcoach.
14:
Vanaf schooljaar 2015-2016 zullen gemiddeld 5 nazorgleerlingen naar de avondschool gaan om een branchecertificaat te halen.
Samenvatting ESF 2014-2020 versie 2
pag. 6
M E M O DATUM : 29 september 2014 AAN : Directeurenoverleg Midden-Utrecht VAN : RBO (Gerrita Otten) en Berenschot (Johan Stuiver) BETREFT : ESF-aanvraag gemeenten: risico s en samenwerkingsovereenkomst __________________________________________________________________________ Inleiding De arbeidsmarktregio (AMR) Midden-Utrecht is bezig met de voorbereiding van de eerste gemeentelijke ESF-aanvraag in de programmaperiode 2014-2020. De eerste PrO-VSO-aanvraag werd reeds op maandag 25 augustus jl. ingediend. Centrumgemeente Utrecht zal de gemeentelijke aanvraag indienen namens de vijf subD het indienen van de aanvraag is 31 oktober 2014. In het directeurenoverleg d.d. 4 september jl. werd de concept aanvraag besproken, waarna het overleg heeft gevraagd om aanvullende informatie. Deze memo betreft algemene informatie over de ESF-aanvraag, de indeling in clusters, risico s en de regionale samenwerkingsovereenkomst (zie bijlage voor de tweede conceptversie). Algemeen In een ESF-aanvraag worden kosten opgenomen van directe activiteiten (activiteiten gericht op ESFdeelnemers) en indirecte activiteiten (projectleiding en administratie). De kosten worden gemaakt door aanvrager gemeente Utrecht of één van de andere gemeenten, subof andere samenwerkende partijen. Directe kosten De aanvraag , die wordt voorbereid door het regionale ESF-projectteam, zal worden gevuld met subsidiabele activiteiten waarvoor al reguliere financiering beschikbaar is. Alle subsidiabele activiteiten moeten ESF-proof geadministreerd worden. Per kostensoort gelden hiervoor administratieve voorschriften. De subhierover geïnformeerd, zodat zij kunnen beoordelen welke kosten zij het meest geschikt achten voor de ESF-aanvraag. Subsidie Het door de Staatssecretaris vastgestelde subsidieplafond voor AMR Midden-Utrecht bedraagt voor D P O-VSO-aanvraag betrof al 30% van dit gemeentelijke aanvraag betreft de overige 70%: Voor alle gerealiseerde kosten die conform ESF-vereisten kunnen worden onderbouwd, ontvangt de aanvrager 50% subsidie. Om de maximale subsidie voor de regio binnen te halen, moet dus tenminste het dubbele aan subsidiabele kosten correct verantwoord worden: . De subsidie zal t.z.t. worden bestemd voor regionale arbeidsmarktprojecten conform het nog op te stellen subsidie-bestedingsplan. Indirecte kosten Iedere sub-regio maakt indirecte kosten. Deze kosten bestaan uit de ureninzet voor het ESFprojectteam (projectleiding en coördinatie) en de ureninzet voor het vastleggen en aanleveren verplichte ESF-brongegevens en documenten (administratie).
1
Daarnaast heeft centrumgemeente Utrecht ESF-adviesbureau RBO ingehuurd om alle betrokken partijen te adviseren en waar nodig te ondersteunen, de centrale projectadministratie te voeren, de voortgang van het project te monitoren en de einddeclaratie bij het Agentschap SZW in te dienen. Voor ieder ESF-project mag een bedrag ter grootte van maximaal 10% van de directe kosten worden opgevoerd voor indirecte kosten (projectleiding en administratie). Ook op deze indirecte kosten ontvangt de ESF-aanvrager 50% subsidie. Investering indirecte kosten Gedurende de looptijd van het project bestaat de investering van de subde extra interne ureninzet voor projectleiding en administratie. Daarnaast is er een gezamenlijke regionale investering die bestaat uit de externe kosten van ingehuurde ESF-expertise. Alle indirecte kosten moeten volledig voorgefinancierd worden, maar zijn voor 50% subsidiabel. De 50% cofinanciering blijft dus voor eigen rekening van de arbeidsmarktregio. Voorbereidingskosten Voorbereidingskosten voor ESF-projecten (gemaakt vóór het indienen van de aanvraag) zijn nooit subsidiabel. Voor de extra voorbereidingskosten voor de nieuwe programmaperiode ESF 2014-2020 hebben alle ontvangen. AMR Midden-Utrecht zou de gezamenlijke indirecte kosten t/m oktober 2014, dus tot de start van het eerste project, (deels) uit dit voorbereidingsbudget kunnen financieren. Clusters Een ESF-project mag worden ingedeeld in maximaal vijf clusters van subprojecten. Eén van deze clusters is verplicht gereserveerd voor de indirecte activiteiten projectleiding en administratie . De andere vier clusters moeten bestaan uit één of meer subprojecten die qua geografie, organisatie inhoud bij elkaar horen. Per subproject mag één kostensoort worden opgevoerd. Van ieder cluster mag de administratie op één locatie beschikbaar zijn. In de conceptaanvraag wordt daarom uitgegaan van de volgende geografische clusters: 1. Utrecht; 2. Kromme Rijn Heuvelrug; 3. Werk en Inkomen Lekstroom; 4. Stichtse Vecht en FermWerk.
R A. Korting subsidie door fouten administratie Bij de eindcontrole wordt ieder cluster afzonderlijk beoordeeld. Het Agentschap SZW neemt steekproeven op de ESF-deelnemers en op subsidiabele kosten. Fouten (die niet alsnog weerlegd kunnen worden), leiden tot extrapolatie van de bijbehorende financiële correctie over het hele cluster. Voorbeeld: I kosten verantwoord. Van de 20 steekproefdeelnemers blijken er twee niet tot de ESFdoelgroep te behoren (10% fout). Deze fout leidt tot een geëxtrapoleerde correctie op de kosten van 10% = dus
2
B. Korting subsidie door malusregeling a. Uit de verplichte voortgangsrapportage na het eerste projectjaar moet een minimale tussenrealisatie van 20% van de aanvraag (en dus 20% van de subsidie) blijken. Is dit niet het geval, dan wordt het oorspronkelijk toegekende subsidiebedrag verlaagd met het niet gerealiseerde deel t.o.v. die 20%. b. Bij een eindrealisatie van minder dan 60% wordt het subsidiepercentage over de gehele einddeclaratie verlaagd van 50% naar 40%. C. Minder subsidie door onderrealisatie Onderrealisatie leidt tot een lager subsidiebedrag en, als niet tijdig een wijzigingsverzoek wordt ingediend, mogelijk ook tot verlaging van het subsidiepercentage. Een lager subsidiebedrag heeft uiteraard gevolgen voor het op te stellen subsidie-bestedingsplan. Onderrealisatie van het project kan verschillende oorzaken hebben. Bij onderrealisatie door overmacht c.q. niet beïnvloedbare externe factoren zijn er geen of onvoldoende ESF-deelnemers of zijn er geen of onvoldoende kosten (de beoogde interne loonkosten of externe kosten worden niet gemaakt of de plaatsingssubsidies worden niet verstrekt). Onderrealisatie kan ook het gevolg zijn van onvoldoende inzet van een sub-regio om de begrote kosten ESF-proof te administreren, waardoor besloten moet worden de kosten niet op te voeren in de einddeclaratie. Optie: Mocht in het subsidie-bestedingsplan zijn opgenomen, dat (een deel van) de subsidie op directe en/of op indirecte kosten rechtstreeks terugvloeit naar de subde regionale samenwerkingsovereenkomst worden bepaald, dat dit niet geldt bij verwijtbare nalatigheid door D. Indirecte kosten > 10% van directe kosten De omvang van de indirecte kosten is uiteraard (deels) afhankelijk van de realisatie van het project. Minder ESF-deelnemers en/of minder activiteiten leiden tot kleinere aantallen documenten en gegevens die verwerkt en vastgelegd moeten worden. Bij onderrealisatie zal dan ook sprake zijn van lagere indirecte kosten. Toch kan één of meer van de hierboven genoemde situaties leiden tot totale indirecte kosten die meer dan 10% van de directe kosten bedragen. Voorbeeld: Er is sprake van onderrealisatie. De werkelijke, goedgekeurde directe kosten bedragen D werkelijke indirecte kosten bedragen 400.000; meer dan 10%. V O 150.000 subsidie verstrekt; de overige is niet subsidiabel en blijft volledig voor eigen rekening. Optie: De arbeidsmarktregio kan in het subsidie-bestedingsplan opnemen, dat van de te ontvangen subsidie eerst een deel ter grootte van de geïnvesteerde indirecte kosten terugvloeit naar de sub, zodat de indirecte kosten altijd 100% gedekt zijn. In bovengenoemd voorbeeld N
Beperking risico O
beperken, zijn de volgende punten van belang.
3
1. Het indienen van een zo realistische mogelijke aanvraag vergroot de kans op een hoog realisatiepercentage en verkleint de kans op een korting wegens onderrealisatie. 2. Voor iedere sub-regio geldt, dat bij voorkeur méér dan de begrote kosten ESF-proof worden worden geadministreerd. Dit biedt ruimte voor eventuele correcties van het Agentschap SZW én voor het schrappen van (onvoldoende onderbouwde) kosten vóór het indienen van de einddeclaratie, zodat de kans op het maximale subsidiebedrag zo groot mogelijk blijft. 3. ESF-adviseur RBO: a. ondersteunt de vijf subESF-proof maken van de reguliere werkprocessen; b. voert de centrale projectadministratie; c. monitort en bewaakt pro-actief de realisatie binnen de clusters en subprojecten; d. dient zo nodig tijdig een wijzigingsverzoek in bij het Agentschap SZW; e. minimaliseert de kans op fouten door continue controle van documenten en gegevens in de administraties per cluster; f. beoordeelt vóór het indienen van de einddeclaratie of alle kosten voldoende verantwoord en onderbouwd zijn en dus geschikt om te worden opgenomen in de einddeclaratie.
Samenwerkingsovereenkomst In een samenwerkingsovereenkomst tussen centrumgemeente Utrecht en de subregiogemeenten worden Zie de bijlage bij dit document voor de tweede versie van de concept samenwerkingsovereenkomst.
Bijlage: Concept Samenwerkingsovereenkomst Gemeenten d.d. 29-9-2014
4
Tekst rood: aanvullingen t.o.v. versie 2 d.d. 29-9-2014 Tekst blauw: nog aan te passen / opties
Samenwerkingsovereenkomst betreffende Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht; ESF-programmaperiode 2014-2020; investeringsprioriteit A: bevordering van sociale inclusie en bestrijding van armoede en discriminatie; regio-aanvraag gemeenten eerste aanvraagtijdvak 2014-2016;
Samenwerkingsverband ESF 2014-2016: < projecttitel >
De ondergetekende, Gemeente Utrecht
P
en de ondergetekenden,
ondertekening door alle afzonderlijke gemeenten? ondertekening (deels) door subGemeente Zeist Gemeente Bunnik Gemeente De Bilt, statutair gevestigd Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeente Wijk bij Duurstede Gemeente Oudewater, st Gemeente Woerden Gemeente Montfoort Gemeente Houten Gemeente IJsselstein Gemeente Lopik Gemeente Nieuwegein Gemeente Vianen Gemeente Stichtse Vecht, statutair
, , , te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door , te dezen rechtsgeldig
te deze ,
CONCEPT versie 3 d.d. 7-10-2014 - Samenwerkingsovereenkomst E“F
-2016: < projecttitel >
1
P P
P
P
“
Overwegende dat: Het Samenwerkingsverband zich ten doel stelt om een maximaal subsidiebedrag voor de arbeidsmarktregio Midden-Utrecht te genereren, ten behoeve van de uitvoering van nader te bepalen regionale arbeidsmarktprojecten. Het Samenwerkingsverband hiertoe het project < projecttitel > heeft geïnitieerd en gaat P Het Samenwerkingsverband beschikt over de kennis, expertise, ervaring en infrastructuur die nodig is om het Project uit te voeren. De Penvoerder voor de financiering van het Project, namens het Samenwerkingsverband, een subsidieaanvraag indient uit hoofde van ESF 2014-2020, hierna A Het Samenwerkingsverband afspraken met betrekking tot het Project op schrift willen vastleggen.
Komen als volgt overeen:
Artikel 1 - Voorwerp van de overeenkomst 1.1 Het voorwerp van deze overeenkomst is de organisatie van een samenwerkingsverband om het Project te implementeren zoals aangegeven in de bijlagen. De bijlagen bevatten: 1.1.1 De subsidieaanvraag bij het Agentschap SZW met inbegrip van bijlagen, hierna te A (bijlage I); 1.1.2 De bij de Aanvraag ingediende begroting (bijlage (II); 1.1.3 De subsidiebeschikking van het Agentschap SZW, afgegeven bij aanvang van het Project, hi B (bijlage III). 1.2
De bijlagen met inbegrip van alle bepalingen waarop ze zijn gebaseerd en waarnaar ze verwijzen worden beschouwd als een integrerend deel van deze overeenkomst.
Artikel 2 - Onderwerp van de overeenkomst 2.1 Met deze Samenwerkingsovereenkomst zullen de Penvoerder en de Partners de procedures en regels binnen het opgerichte Samenwerkingsverband vastleggen om het Project te voltooien, zoals goedgekeurd door: < het regionaal directeurenoverleg Midden-Utrecht > < colleges van B&W van de Partners >
CONCEPT versie 3 d.d. 7-10-2014 - Samenwerkingsovereenkomst E“F
-2016: < projecttitel >
2
Artikel 3 - Duur van de Overeenkomst 3.1 Deze Samenwerkingsovereenkomst zal in werking treden vanaf
. 3.2
Ze zal worden beëindigd op de dag dat de definitieve ESF-betaling in het kader van dit project is ontvangen door de Penvoerder.
Artikel 4 - Verplichtingen 4.1 De Penvoerder en de Partners verbinden zich er toe om alles in het werk te stellen om de uitvoering van het project zoals omschreven in Artikel 1 van deze overeenkomst mogelijk te maken alsook de tijdige start en uitvoering van het Project in zijn geheel te garanderen met inachtneming van het tijdschema conform de verplichtingen jegens het Agentschap SZW, dat uit de Aanvraag en de Beschikking voortvloeit. 4.2
De Penvoerder zal alle verplichtingen die voortvloeien uit de Aanvraag en de Beschikking, met inbegrip van de bijlagen, vervullen.
4.3
De Penvoerder zal meer bepaald de volgende verplichtingen vervullen: 4.3.1 4.3.2 4.3.3
4.3.4
4.3.5 4.3.6 4.3.7 4.3.8
4.3.9
De algemene coördinatie, het beheer en de uitvoering van het Project verzekeren; Het Samenwerkingsverband in en buiten rechte vertegenwoordigen en alle plichten die uit deze vertegenwoordiging voortvloeien, vervullen; Een efficiënte en betrouwbare projectadministratie en een management- en controlesysteem opzetten conform de richtlijnen omtrent subsidiabiliteit in de Subsidieregeling ESF 2014-2020 R en de Handleiding Projectadministratie ESF 2014-2020, HPA De beschrijving van de projectadministratie, het management- en controlesysteem en de uitvoeringsafspraken die daar uit voortvloeien, vastleggen in een AO/IB (Administratieve Organisatie en Intern Beheer). Het Project opstarten en implementeren conform de Aanvraag, de Beschikking en de AO/IB. Het Samenwerkingsverband tenminste eenmaal per kwartaal op de hoogte stellen van de voortgang en realisatie van het Project; Het Samenwerkingsverband tijdig op de hoogte stellen van omstandigheden die de voortgang en/of de realisatie van het Project dreigen te beïnvloeden; Voortgangsrapporten, tussenrealisaties en de project-einddeclaratie opstellen en indienen bij het Agentschap SZW conform de eisen in de Beschikking, de Regeling en de HPA. Het Samenwerkingsverband vertegenwoordigen tijdens monitorgesprekken en controles door het Agentschap SZW.
CONCEPT versie 3 d.d. 7-10-2014 - Samenwerkingsovereenkomst E“F
-2016: < projecttitel >
3
4.4
Iedere Partner of samenwerkende combinatie van Partners, zal alle verplichtingen vervullen die voortvloeien uit de Aanvraag, de Beschikking en de AO/IB, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de projectactiviteiten in zijn werkgebied binnen de arbeidsmarktregio en/of betrekking hebben op de projectkosten die voor zijn rekening komen.
4.5
Iedere Partner zal meer bepaald de volgende verplichtingen vervullen: 4.5.1 4.5.2 4.5.3
4.5.4
4.5.5
4.5.6
4.5.7
De Penvoerder de bevoegdheid geven de Partner in het Project te vertegenwoordigen; Zijn deel van het Project uitvoeren en administreren conform de Aanvraag, de Beschikking en de uitvoeringsafspraken in de AO/IB; Zich houden aan de in de Aanvraag en de projectbegroting omschreven projectplanning en uitvoering van activiteiten qua aantallen, hoeveelheden en bedragen. Uitsluitend zelf verantwoordelijkheid dragen voor de juistheid en geldigheid van de door hem aangeleverde gegevens betreffende subsidiabele activiteiten en uitgaven binnen zijn deel van het Project. De Penvoerder, indien deze dat nodig acht, alle gevraagde informatie verstrekken en inzage geven in zijn deel van het Project ten behoeve van het indienen van voortgangsrapporten, tussenrealisaties en de einddeclaratie bij het Agentschap SZW; De Penvoerder onmiddellijk op de hoogte stellen van iedere gebeurtenis of omstandigheid die zou kunnen leiden tot een tijdelijke of definitieve wijziging van het Project of zijn deel van het Project. De Penvoerder, indien deze dat nodig acht, ondersteunen bij monitorbezoeken of controles van het Agentschap SZW.
4.6
De uit de verplichtingen van de Penvoerder voortvloeiende indirecte, centrale kosten van projectleiding, coördinatie en administratie worden door de Penvoerder voorgefinancierd, ongeacht of het gaat om de kosten van interne ureninzet of extern ingehuurde expertise.
4.7
Iedere Partner financiert zijn eigen indirecte kosten van projectleiding, coördinatie en administratie vóór.
4.8
Na ontvangst van de toegekende subsidie zullen eerst alle voorgefinancierde indirecte projectkosten terugvloeien naar de Penvoerder en de Partners.
4.9
Indien de subsidie ontoereikend is om de totale indirecte kosten te dekken, zullen eerst de voorgefinancierde centrale kosten terugvloeien naar de Penvoerder en daarna een deel van de indirecte kosten naar iedere Partner, naar rato van het aandeel van die Partner in de werkelijk gerealiseerde directe projectkosten.
CONCEPT versie 3 d.d. 7-10-2014 - Samenwerkingsovereenkomst E“F
-2016: < projecttitel >
4
4.10
Indien in het geheel geen subsidie wordt toegekend, dan zullen de Partners bijdragen in de door de Penvoerder voorgefinancierde centrale indirecte kosten, naar rato van de verdeelsleutel in de ingediende ESF-aanvraag. De eigen indirecte kosten van de Partners zullen volledig voor eigen rekening blijven.
Artikel 5 Aansprakelijkheid en overmacht 5.1 Elke Partner is aansprakelijk jegens de andere Partners en zal de andere Partners vrijwaren en beschermen tegen alle schade en kosten die voortvloeien uit het niet naleven van de plichten en verplichtingen zoals omschreven in deze overeenkomst en haar bijlagen. 5.2
Geen enkele Partner zal aansprakelijk worden gehouden voor het niet naleven van de verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien ingeval van overmacht. In een dergelijk geval moet de betrokken Partner dit onmiddellijk schriftelijk melden aan de andere Partners.
Artikel 6 - Organisatorische structuur van het Samenwerkingsverband 6.1 Om het beheer van het Samenwerkingsverband en de realisatie van het Project tot een succes te maken, is een ESF-Projectteam in het leven geroepen. Het ESF-Projectteam is verantwoordelijk voor het toezicht op de uitvoering van het Project. Leden van het ESFProjectteam zijn medewerkers van de Penvoerder en de Partners of andere organisaties voor zover de Penvoerder en de Partners dit nuttig achten. Het ESF-Projectteam wordt voorgezeten door < de Penvoerder > < één van de Partners > < een onafhankelijke partij > 6.2
Het Samenwerkingsverband maakt nadere afspraken over de samenstelling, rol en taken van het ESF-Projectteam en legt deze vast in een bijlage bij de AO/IB.
Artikel 7 - Samenwerking met derden, delegatie en uitbesteding 7.1 Ingeval van een samenwerking met derde partijen met inbegrip van leveranciers van goederen/diensten, zal de betrokken Partner volledig verantwoordelijk blijven jegens de Penvoerder voor wat betreft de overeenstemming met zijn verplichtingen zoals vastgelegd in deze Samenwerkingsovereenkomst. 7.2
De Penvoerder zal door de Partner geïnformeerd worden inzake het voorwerp en de inhoud van elke samenwerkingsovereenkomst die wordt gesloten met een derde partij en die het Project betreft.
7.3
Geen enkele Partner zal het recht hebben om zijn rechten en verplichtingen in het kader van deze Samenwerkingsovereenkomst over te dragen zonder de voorafgaande toestemming van
CONCEPT versie 3 d.d. 7-10-2014 - Samenwerkingsovereenkomst E“F
-2016: < projecttitel >
5
de andere Partners. 7.4
De uitbesteding aan deskundigen of leveranciers van goederen/diensten die het Project betreffen, moet plaatsvinden in overeenstemming met de procedures vermeld in de voorschriften voor openbare aanbestedingen die gelden voor de Partner, in overeenstemming met de EU-richtlijnen inzake openbare aanbestedingen en in overeenstemming met de daarvoor geldende richtlijnen in de Regeling en de HPA.
Artikel 8 - Afstand van rechten en plichten, wettelijke opvolging 8.1 De Penvoerder noch de Partners mogen hun plichten en rechten in het kader van deze overeenkomst afstaan zonder de voorafgaande toestemming van de Partners. De Partners zijn op de hoogte van de bepalingen in de Beschikking op basis waarvan de Penvoerder en de Partners verplichtingen en rechten kunnen toewijzen zoals vastgelegd in de Beschikking, namelijk enkel middels het verkrijgen van de voorafgaande schriftelijke toestemming van het Agentschap SZW. 8.2
Ingeval van een wettelijke opvolging is de Penvoerder of de betrokken Partner verplicht alle plichten in het kader van deze overeenkomst over te dragen aan de wettelijke opvolger.
Artikel 9 Financieel Beheer en besteding subsidie 9.1 De Penvoerder ontvangt de voor het Project toegekende subsidie en is verantwoordelijk voor het reserveren en beheren van het ontvangen bedrag tot aan het moment van besteding en/of verdeling van de gelden conform het door de Partners overeen te komen subsidiebestedingsplan. Artikel 10 - Toezicht, Evaluatie en Rapportering 10.1 De Penvoerder draagt de algemene verantwoordelijkheid voor het Project en zorgt voor het continue toezicht op de projectactiviteiten door de Partners. De criteria inzake toezicht, evaluatie en rapportering voor alle Partners worden vermeld in de AO/IB . 10.2
De Penvoerder is gedurende de projectduur verantwoordelijk voor het indienen van de voortgangsrapportages, de tussenrealisatie en de eindrapportage aan het Agentschap SZW. Het doel van deze rapporten wordt beschreven in de vastgestelde AO/IB. De rapporteringperiodes zoals vermeld in de vastgestelde AO/IB evenals de instructies inzake de rapporteringformulieren moeten worden nageleefd.
10.3
Elke projectpartner is verplicht alle informatie aan de Penvoerder te verschaffen die deze laatste nodig acht voor de voorbereiding van bovenstaande rapporten en voor elke andere specifieke documentatie die de Project Stuurgroep of de Programma-autoriteiten zouden kunnen opvragen.
CONCEPT versie 3 d.d. 7-10-2014 - Samenwerkingsovereenkomst E“F
-2016: < projecttitel >
6
10.4
De Penvoerder zal de partners systematisch en op regelmatige basis informeren inzake alle relevante communicatie met de organisaties die het project implementeren.
Artikel 11 - Communicatie en Publiciteit 11.1 Alle Partners zullen voldoen aan de criteria zoals vermeld in hoofdstuk 6 van de HPA omtrent de publiciteitsverplichtingen van het Project. Artikel 12 - Verspreiding van de projectresultaten 12.1 De Penvoerder en de Partners nemen nota van het feit dat de projectresultaten openbaar gemaakt kunnen worden en aanvaarden dat de projectresultaten ter beschikking gesteld worden aan geïnteresseerde partijen. 12.2
Bovendien verbinden ze zich ertoe een actieve rol te spelen in alle acties die worden georganiseerd om te kapitaliseren op de projectresultaten en om kennis te delen.
Artikel 13 - Niet-naleving van verplichtingen 13.1 Indien één van de Partners in gebreke blijft, moet de Penvoerder de betrokken Partner melden dat hij binnen een maand zijn verplichtingen moet zijn nagekomen. De Penvoerder moet al het nodige doen om de Partners te contacteren om de moeilijkheden op te lossen. 13.2
Indien de niet-naleving van de verplichtingen blijft aanhouden, mag de Penvoerder beslissen de betrokken Partner uit te sluiten van deelname aan het Project met de toestemming van < het regionale directeurenoverleg >. Het Agentschap SZW zal onmiddellijk worden geïnformeerd indien de Penvoerder van plan is een Partner uit te sluiten van deelname aan het project.
13.3.
Indien een Partner op grond van artikel 13.2 wordt uitgesloten van het project, zijn artikel 4.8 en 4.9 voor deze Partner niet van toepassing, ongeacht het aan het project toegekende subsidiebedrag. Deze Partner vergoedt zijn deel van de centrale kosten aan de Penvoerder naar rato van de verdeelsleutel in de aanvraag en draagt zijn eigen indirecte kosten.
Artikel 14 - Geschillen tussen Partners 14.1 Indien er zich een geschil voordoet tussen Partners, zijn de Partners verplicht om tot een minnelijke schikking te komen. De Penvoerder informeert alle Partners over het geschil. Artikel 15 - Nietigheid 15.1 Indien een bepaling van deze overeenkomst geheel of gedeeltelijk nietig zou zijn, zullen de Partners van deze overeenkomst zich ertoe verbinden de nietige bepaling te vervangen door een geldige bepaling die zo dicht mogelijk aansluit bij het doel van de nietige bepaling.
CONCEPT versie 3 d.d. 7-10-2014 - Samenwerkingsovereenkomst E“F
-2016: < projecttitel >
7
Artikel 16 - Wijziging van de Samenwerkingsovereenkomst, terugtrekkingen 16.1 Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk worden gewijzigd middels een daartoe voorzien amendement dat werd ondertekend door alle Partners. Elke wijziging aan deze Samenwerkingsovereenkomst zal het voorwerp uitmaken van een aanvullende clausule bij deze overeenkomst, die zal worden ingediend ter goedkeuring door alle ondertekenende Partners. 16.2
Wijzigingen in het Project die door het Agentschap SZW worden goedgekeurd, kunnen worden uitgevoerd zonder de overeenkomst te wijzigen.
16.3
De Penvoerder en de Partners komen overeen om zich niet terug te trekken uit het project tenzij er onvermijdbare redenen zijn om dit te doen. Indien dat zou gebeuren, zullen de Penvoerder en de Partners proberen de deelname van de terugtrekkende Partner te dekken.
Artikel 17 - Vestigingsplaats binnen arbeidsmarktregio 17.1 Voor de uitvoering van deze overeenkomst zullen de Partners hun vestigingsplaats onherroepelijk kiezen op het adres dat wordt vermeld bij de Aanvraag waar alle officiële kennisgevingen geldig worden gedaan. 17.2
Elke wijziging van vestigingsplaats zal via aangetekende zending aan de Penvoerder worden gemeld binnen 15 dagen na de adreswijziging.
Artikel 18 - Overmacht 18.1 Geen enkele partij zal aansprakelijk worden gehouden voor het niet naleven van de verplichtingen die voortvloeien uit deze Samenwerkingsovereenkomst ingeval van overmacht. 18.2
Alle gebeurtenissen of omstandigheden buiten de controle van de Partners, die de uitvoering van de overeenkomst verhinderen worden geacht een geval van overmacht te zijn.
18.3
Wanneer een van de partijen wordt geconfronteerd met een geval van overmacht dat aanleiding kan geven tot een verzuim of vertraging van haar rol in de uitvoering van deze overeenkomst, zal deze partij de Penvoerder terstond hierover verwittigen. Tevens zal de betreffende partij de Penvoerder, indien mogelijk, een indicatie geven van de vermoedelijke duur van de overmacht.
18.4
Indien het waarschijnlijk is dat het geval van overmacht gedurende een ononderbroken periode van meer dan een maand zal aanhouden, zullen de Partners bijeenkomen om overeenstemming te bereiken over alternatieve regelingen voor de voortzetting van het overeenkomst , of de uitvoering van de doeleinden van Artikel 18 van deze overeenkomst.
CONCEPT versie 3 d.d. 7-10-2014 - Samenwerkingsovereenkomst E“F
-2016: < projecttitel >
8
Bijlage I: Bijlage II: Bijlage III:
De goedgekeurde subsidieaanvraag Begroting Subsidiebeschikking ESF
CONCEPT versie 3 d.d. 7-10-2014 - Samenwerkingsovereenkomst E“F
-2016: < projecttitel >
9
Memo Memo ESF aanvraag 2014-2014 regio Utrecht 1 april 2014
Onderwerp Aan CC Van Datum
Memo ESF aanvraag 2014-2020 arbeidsmarktregio Utrecht Y. Koster, J. Vlaar, J. van Everdingen I.Korte C. Drabik 1 april 2014
ESF 2014-2020 Nederland krijgt de komende zeven jaar (2014-2020) bijna een half miljard euro uit het ESF om mensen in staat te stellen een baan te vinden door zichzelf te ontwikkelen voor de arbeidsmarkt. Het indienen ESF onderdeel voor de scholen van het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en het praktijkonderwijs (PrO) is verplicht gesteld door het Rijk. Utrecht is als centrumgemeente gestart met het voorbereiden van een gezamenlijke aanvraag met de regio. Het is aan de subregio's of zij daarin willen participeren. Hieronder wordt in hoofdlijnen de regeling Europees Sociaal Fonds (ESF) 2014-2020 beschreven. Beschikbaar budget Voor de regio Utrecht komt er € 3.601.000,-beschikbaar voor een tijdvak van twee jaar. Van dit subsidiebudget dient dus 30% toegewezen te worden aan activiteiten voor VSO/PrO scholen. Hierbij staat de arbeidstoeleiding van (ex)leerlingen van dit onderwijs centraal. (Het gaat om leerlingen en schoolverlaters die geen startkwalificatie behalen en die voor het vinden van werkgevers hulp nodig hebben.) Dit bedrag wordt verdeeld over drie tranches van twee jaar (per jaar komt er dus 75 miljoen euro beschikbaar). De arbeidsmarktregio Utrecht-Midden kan € 3.601.000,- aanvragen voor de eerste tranche van twee jaar. Minimaal 30% hiervan is bestemd voor de doelgroep van het VSO en het PrO. Maximaal 70% is bestemd voor de doelgroepen van de gemeenten. Twee ESF-aanvragen 2014-2020 Er zullen twee aparte aanvragen worden ingediend in plaats van een overkoepelende gezamenlijke aanvraag. Hiervoor is gekozen omdat de aanvraag van de scholen en de aanvraag van de gemeenten volgens verschillende processen verlopen. Voor de scholen is het van belang om de aanvraag in te dienen voordat het nieuwe schooljaar in augustus 2014 start. Hun aanvraag moet daarom voor de zomer klaar zijn. De gemeenten hebben meer tijd (nodig) en willen eerst de participatiewet nader voorbereiden/uitwerken om te kunnen bepalen welke activiteiten in 2015 en 2016 uitgevoerd gaan worden. De aanvraag voor de gemeenten wordt daarom over de zomer heen getild naar het einde van het aanvraagtijdvak (september- oktober 2014). ESF aanvraag 2014-2020 Pro/VSO o De inzet van 30% van het budget voor de doelgroep leerlingen Pro/VSO wordt geborgd door dit te beleggen bij de Pro/VSO scholen. o Deze keuze wordt regionaal uitgedragen en ter accordering voorgelegd aan regiogemeenten. Pagina 1 van 8 Onderwerp memo
Auteur
Datum
Gericht aan
Versie
Memo Memo ESF aanvraag 2014-2014 regio Utrecht 1 april 2014
In de landelijke ESF regeling is 30% van het budget bestemd voor de doelgroep PrO/VSO. In de regio Utrecht-Midden willen we een stap verder gaan en met elkaar afspreken dat 30% van de middelen toekomt aan de PrO/VSO scholen en dat zij deze vervolgens inzetten voor de doelgroep PrO/VSO. Hiervoor is gekozen omdat de scholen nu al de activiteiten voor het schooljaar 2014-2015 voor moeten bereiden. Zij zijn daarbij afhankelijk zijn van ESF subsidie en moeten zeker weten of zij straks daadwerkelijk over het budget te kunnen beschikken. o
De bestuurlijke besluitvorming over de aanvraag Pro/VSO (30% van de middelen) wordt op het bestuurlijk overleg Entree/Participatie georganiseerd (schoolbesturen, onderwijs wethouders en MBO's).
ESF aanvraag 2014-2020 gemeenten o Er wordt een inhoudelijk goede aanvraag voorbereid voor de brede doelgroep van gemeenten (70% van de middelen) op basis van de uitwerking van de participatiewet. De participatiewet wordt in verschillende regionale werkgroepen nader uitgewerkt, zoals de werkgroep entree/participatie en de werkgroep regionaal werkbedrijf. Op basis daarvan kunnen de ESF middelen worden geclaimd. (Het is ESF technisch mogelijk om dan ook nog deelnemers en/of activiteiten van scholen mee te nemen in de aanvraag van gemeenten.) o
o
De bestuurlijke besluitvorming over de aanvraag van de gemeenten (70% van de middelen) zal in het bestuurlijk overleg Participatie worden georganiseerd. Daaraan nemen 5 wethouders sociale zaken/ werk en inkomen deel. De ambtelijke besluitvorming over de aanvraag van de gemeenten zal in het directeurenoverleg Sociale Zaken/ Werk en Inkomen worden georganiseerd.
Cofinanciering Het subsidiebedrag is 50% van de totale kosten en 50% dient gemeentelijke cofinanciering zijn. Hoe hoog dit bedrag exact per deelnemende gemeente gaat worden moet nog regionaal worden afgesproken. Voorschot De subsidie wordt verstrekt op basis van de realisatie en moet dus moet volledig worden voorgefinancierd. (Na het eerste projectjaar moet een voortgangsrapportage worden ingediend. Op basis daarvan kan een subsidievoorschot worden verstrekt van maximaal 50% van het aangevraagde bedrag. De termijn van uitbetaling is naar verwachting binnen een maand: 1 september 2015. Het voorschot wordt later verrekend met de uitbetaling na afloop van het project.) Doelgroepen Volgens de ESF-richtlijnen behoren de volgende categorieën tot de doelgroep van deze subsidie: 1. Niet uitkeringsontvangers (de zogenaamde Nuggers); 2. Arbeidsbelemmerden, of personen met een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, Ziektewet; Pagina 2 van 8 Onderwerp memo
Auteur
Datum
Gericht aan
Versie
Memo Memo ESF aanvraag 2014-2014 regio Utrecht 1 april 2014
3. 55-plussers met een WWB-uitkering, een IOAW-uitkering, een IOAZ- uitkering, of een uitkering het UWV; 4. Jongeren; 5. Personen die een WWB-uitkering, een aanvullende IOAW-uitkering, een aanvullende IOAZ-uitkering, of een uitkering van het UWV ontvangen en in de twaalf maanden voorafgaand aan hun deelname aan een project deze uitkering(en) zes maanden of langer hebben ontvangen; 6. Leerlingen, die 15 jaar of ouder zijn en die geïndiceerd zijn voor, en ingeschreven staan bij een school voor voortgezet speciaal onderwijs of praktijkonderwijs, alsmede leerlingen die 15 jaar of ouder zijn en die in de periode van 12 maanden, onmiddellijk voorafgaand aan de start van hun deelname aan het project, ingeschreven hebben gestaan bij een school zoals hiervoor omschreven, en die naar het oordeel van de school in aanvulling op het regulier onderwijs ondersteuning nodig hebben en/of die na het verlaten van de school begeleiding nodig hebben ten behoeve van arbeidsintegratie. Subsidiabele activiteiten De gemeente heeft de mogelijkheid om een of meerdere doelgroepen te kiezen om het accent op te leggen. De volgende activiteiten zijn subsidiabel: Activiteiten gericht op de bestrijding van jeugdwerkloosheid; De bevordering van de aansluiting praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs op de arbeidsmarkt of vervolgonderwijs; Het vergroten van de mogelijkheden van arbeidsinpassing (inclusief wegwerken van taalachterstand). Looptijd De subsidieaanvraag wordt ingediend voor een periode van 2 jaar (24 maanden). Het aanvraagtijdvak loopt van 1 mei 2014 t/m 30 september 2014. Risico Het is van groot belang de risico’s te minimaliseren. Dit betreft zowel de subsidieaanvraag, de realisatie, alsook de uitvoering van de ESF-administratie. Het agentschap stelt nadere regels op voor de realisatie van de aanvraag en de sancties. Het is dus van belang uitsluitend activiteiten op te nemen, waarvan op voorhand maximale zekerheid is dat deze gerealiseerd zullen worden. Daarom gelden in elk geval de volgende uitgangspunten: o De aanvraag en administratieve organisatie worden uitgevoerd door een gespecialiseerd extern bureau. De project- en administratie kosten we ook opvoeren, maar ook hier wordt 50% cofinanciering gevraagd. We kunnen de kosten dus niet volledig dekken en er zal een bijdrage van deelnemende gemeenten worden gevraagd. De hoogte is ook afhankelijk van de mate waarin we ondersteuning nodig hebben. o In overleg met dit bureau wordt bepaald hoe de risico’s voor de centrumgemeente tot een minimum kunnen worden beperkt (bijvoorbeeld via overeenkomsten met sanctiebepalingen1). o Met de scholen kan worden afgesproken dat bij de eindcontrole elk deelproject afzonderlijk beoordeeld en gecontroleerd wordt (met andere woorden als school 1 de 1 •Bijvoorbeeld: indien na 1 jaar minder dan 20% van de projectkosten gerealiseerd is wordt het beschikte subsidiebedrag naar beneden bijgesteld; indien na 2 jaar minder dan 60% van de projectkosten gerealiseerd is worden hier sancties aan verbonden.
Pagina 3 van 8 Onderwerp memo
Auteur
Datum
Gericht aan
Versie
Memo Memo ESF aanvraag 2014-2014 regio Utrecht 1 april 2014
o
administratie en verantwoording niet op orde heeft worden de andere scholen hier niet op afgerekend). Met betrekking tot de activiteiten de volgende uitgangspunten te hanteren: zoveel mogelijk bestaande modules/activiteiten, die eenvoudig te verantwoorden en te controleren zijn en die zorgen voor een zo minimaal mogelijk administratieve lastendruk.
Projectteam ESF. Doordat er geen overkoepelende gezamenlijke aanvraag wordt gedaan en de doelgroep breder is getrokken dan alleen kwetsbare jongeren wordt de volgende projectstructuur voorgesteld. Het projectteam ESF wordt opgesplitst. Met de projectleden ESF Pro/VSO (Frank Cok en Jasper Swuste) wordt de aanvraag Pro/VSO verder voorbereid. Met de projectleden ESF van de regiogemeenten wordt de aanvraag van gemeenten voorbereid. De projectleden namens het RMC en MBO (Lazlo van Donkelaar en Robert Koch) kunnen hun input leveren in de werkgroep entree/participatie. Proces Inhoudelijk is de lijn gekozen om het ESF budget in te zetten voor de gezamenlijk geformuleerde ambities over de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt (zie bijlage). De aansluiting van onderwijs naar werk voor kwetsbare jongeren uit PrO, VSO en Entree is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van zowel scholen als gemeenten. Gemeenten zouden al in beeld moeten zijn bij jongeren tijdens de schoolcarrière. Met name bij overgangsmomenten van onderwijs naar werk van kwetsbare jongeren die niet zelfstandig of met hulp van school de weg naar duurzame arbeid kunnen vinden. Om de gezamenlijke ambities waar te kunnen maken zijn de extra (ESF)middelen essentieel. Deze ambitie is besproken in het Bestuurlijk overleg Entree van 6 maart jl. Ambtelijk is dit op 14 februari 2014 besproken in een regionale bijeenkomst met gemeenten en scholen. Op korte termijn zal het Projectteam ESF met een voorstel voor de besluitvorming en afstemming met de gemeenten over de aanvraag ESF 2014-2020 komen. De Ferm Werk gemeenten die behoren tot de regio Utrecht dienen zich tijdig te beraden of zij besluiten deel te gaan nemen aan de twee ESF aanvragen 2014-2020. In dat geval dienen zij: o te zorgen voor bestuurlijke afstemming tussen de portefeuillehouders onderwijs en de portefeuillehouders werk en inkomen; o te bepalen hoe zij de cofinanciering van de middelen gaan bekostigen; o in ruggespraak met de centrumgemeente Utrecht en met input van Ferm Werk te kiezen uit de mogelijke doelgroepen en activiteiten van de ESF-aanvraag 2014-2020; o de integrale afstemming tussen het participatiebeleid, het onderwijsbeleid en het operationele beleid Ferm Werk (aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt) te borgen; o te besluiten of zij opdracht geven aan Ferm Werk om aan de ESF activiteiten uit te voeren; o te besluiten of zij de ESF middelen 2014-2020 overdragen aan Ferm Werk. Bestand Ferm Werk en invulling van de activiteiten De invoering van de Participatiewet, de veranderingen in het onderwijs en eventuele problemen in de aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt vormen de komende jaren het kader waarin Ferm Werk zal opereren. Pagina 4 van 8 Onderwerp memo
Auteur
Datum
Gericht aan
Versie
Memo Memo ESF aanvraag 2014-2014 regio Utrecht 1 april 2014
Hierbij kan regionaal worden opgetrokken en het instrumentarium op elkaar worden afgestemd. Daarnaast blijft er ruimte is voor lokale accenten. Onderstaande is een doorkijk naar het zittende bestand van Ferm Werk op 2 april 2014. Samen met een prognose van de te verwachten knelpunten bij de invoering van de Participatiewet kan dit helpen bij het bepalen waarvoor ESF budget 2014-2020 kan worden ingezet. aantal cliënten
Langdurig werklozen
volledige ontheffing arb. verpl.
Gedeeltelijke ontheffing arb. verpl.
trede 1 of 2
vluchtelingachtergrond
alleen st. ouder
Montfoort Oudewater
80 85
26 36
3 12
2 9
28 36
14 14
25 24
Woerden
499
193
47
39
184
53
108
Totalen
664
255
62
50
248
81
195
indeling naar leeftijdsgroepen nominatief aantal cliënten
tot 27
27 tot 40
40 tot 50
ouder dan 50
Montfoort Mudewater
80 85
4 3
22 31
33 23
21 28
Woerden
499
28
155
159
157
totalen
664
35
208
215
206
aantal cliënten
tot 27
27 tot 40
40 tot 50
ouder dan 50
Montfoort Oudewater
80 85
5% 4%
28% 36%
41% 27%
26% 33%
Woerden overall fermwerk
499
6%
31%
32%
31%
664
5%
31%
33%
30%
indeling naar leeftijdsgroepen relatief
Voorbeelden voor lokale accenten kunnen bijvoorbeeld zijn: o In 2014 inzetten op trajecten voor personen die een WW uitkering hebben bij het UWV. Extra budget voor bemiddeling naar de arbeidsmarkt zou kunnen bijdragen aan het voorkomen van instroom in de Wwb in 2014 en in de Participatiewet in 2015. o Empowerment en trainingen om beter om te gaan met afwijzing/frustratie, versterken motivatie van o Intensief inzetten op het wegwerken van taalachterstand die de arbeidsinschakeling belemmert o Promotie van 55 plussers bij werkgevers en inzet van extra ondersteuning/middelen o Trajecten voor personen met een arbeidsbelemmering en (gedeeltelijke) ontheffing van de arbeidsverplichtingen (veelal trede 1 en 2) om hen arbeidsfit te maken en houden tot er plek is op de arbeidsmarkt. o (Vanaf 2015) Extra budget voor de begeleiding van Jongeren met een negatief studie advies of niet in staat zijn door te stromen naar niveau 2. Zijn zullen moeten worden toegeleid naar arbeid. Vaak gaat het om kwetsbare studenten, die door een beperkt leervermogen, taalproblemen of een combinatie van meerdere problemen (gedragsproblemen, justitieel verleden, schulden e.d.) niet in staat zijn een diploma te Pagina 5 van 8 Onderwerp memo
Auteur
Datum
Gericht aan
Versie
Memo Memo ESF aanvraag 2014-2014 regio Utrecht 1 april 2014
behalen. Inzetten op alternatieve praktische wegen om hen klaar te stomen voor opleiding en/of arbeidsmarkt. Tot slot Naast de ESF aanvraag 2014-2020 is er op moment nog een andere ESF aanvraag actueel. In het kader van het Regionale Actieplan Jeugdwerkloosheid (Actie J) loopt er een aanvullende ESF aanvraag over 2014-2015. Montfoort, Oudewater en Woerden nemen deel aan de Utrechtse Actie J. De uitvoering hiervan gebeurd door Ferm Werk. De doelgroep van de Actie J is helemaal toegespitst op jongeren onder de 27 jaar. Vooral kwetsbare jongeren krijgen daarbij de aandacht. Als kwetsbare jongeren worden beschouwd: jongeren van alle opleidingsniveaus die ook in een goede conjunctuur extra steun nodig hebben op weg naar betaald werk. In het eerste kwartaal 2014 werden gemiddeld ca. 50 jongeren uit Woerden, Montfoort en Oudewater door Ferm Werk actief begeleid naar scholing en werk of (als dit nog niet haalbaar is) participatie. Jongeren in de regio Utrecht krijgen naast het reguliere aanbod, gefinancierd middels participatiebudget dus ook extra voorzieningen aangeboden in het kader van Actie J. Deze voorzieningen zijn centraal ingekocht en gefinancierd.
Pagina 6 van 8 Onderwerp memo
Auteur
Datum
Gericht aan
Versie
Memo Memo ESF aanvraag 2014-2014 regio Utrecht 1 april 2014
Bijlage: Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Met de komst van de Participatiewet ontstaat er met name voor leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en praktijkonderwijs (PrO) een aansluitingsvraagstuk. Waar deze leerlingen voorheen vaak een beroep konden doen op de Wajong, vallen zij straks onder de doelgroep van de Participatiewet. Om een indruk te geven van de samenloop: bijna de helft van de huidige Wajongers heeft een achtergrond in het speciaal onderwijs of praktijkonderwijs. Een groot deel van de leerlingen uit het VSO en PrO is niet in staat een vervolgopleiding te volgen en zal moeten gaan werken (of komt in aanmerking voor dagactivering). Omdat veel leerlingen een beperkte loonwaarde hebben, zal het niet eenvoudig zijn om zelfstandig aan de slag te komen en te blijven. Veel van hen zullen een beroep doen op de gemeente voor een bijstandsuitkering, als zij er niet in slagen aan het werk te komen (en te blijven). Een deel van de jongeren zal overigens niet in aanmerking komen voor een uitkering (voor de bijstand geldt, anders dan voor de Wajong, naast een inkomenstoets immers ook een vermogenstoets). Het aansluitingsvraagstuk wordt versterkt doordat er in het MBO een stelselherziening gaande is waarbij niveau 1 en de AKA-opleiding worden vervangen door de entreeopleiding. De entreeopleiding staat in het basisscenario in principe alleen open voor leerlingen zonder diploma van wie redelijkerwijs verwacht mag worden dat zij het diploma Entree kunnen behalen en kunnen doorstromen naar MBO niveau 2 of hoger. Voor leerlingen die niet in staat zijn binnen een jaar en zonder extra begeleiding succesvol de entreeopleiding af te ronden, worden momenteel complementaire scenario's ontwikkeld. Voor alle leerlingen van de entree geldt een wettelijk bindend studieadvies na vier maanden. Leerlingen die een negatief advies krijgen of niet in staat zijn door te stromen naar niveau 2, zullen moeten worden toegeleid naar arbeid. Vaak gaat het om kwetsbare groepen studenten, die door een beperkt leervermogen, taalproblemen of een combinatie van meerdere problemen (gedragsproblemen, justitieel verleden, schulden e.d.) niet in staat zijn een diploma te behalen. Het aansluitingsvraagstuk onderwijs arbeidsmarkt in schema
Pagina 7 van 8 Onderwerp memo
Auteur
Datum
Gericht aan
Versie
Memo Memo ESF aanvraag 2014-2014 regio Utrecht 1 april 2014
Gezamenlijke opgave De uitdaging zal zijn om ervoor te zorgen dat leerlingen die niet kunnen doorstromen naar vervolgonderwijs om een startkwalificatie te verwerven (zie 2 in het schema) succesvol worden toegeleid naar werk (zie 3 in het schema) of als dat niet haalbaar is dagactivering (zie 4 in het schema). We zien dit als een gezamenlijke opgave van scholen en de gemeente. Waar dat kan, wordt aan de voorkant een effectieve toeleiding naar werk gezamenlijk georganiseerd. Dat begint al bij de keuze voor een uitstroomprofiel in het primair onderwijs (zie 1 in het schema). Omdat veel van de leerlingen in het VSO en PrO en ook de entreeopleiding een beperkte loonwaarde hebben, zal het niet eenvoudig zijn voor deze groep om zelfstandig aan de slag te komen en te blijven. Dat vraagt gerichte ondersteuning vanuit zowel de school als de gemeente in nauwe samenwerking met werkgevers. Deze gezamenlijke opgave wordt uitgewerkt in de werkgroep entree/participatie onder leiding van Amy-Jane Gielen. Aan de regiogemeenten is gevraagd hier de juiste ambtelijke en bestuurlijke vertegenwoordiging voor te leveren.
Pagina 8 van 8 Onderwerp memo
Auteur
Datum
Gericht aan
Versie
M E M O DATUM : 7 oktober 2014 AAN : Directeurenoverleg Midden-Utrecht VAN : RBO (Gerrita Otten) en Berenschot (Johan Stuiver) BETREFT : Gevraagde besluiten ESF-aanvraag gemeenten _________________________________________________________________________________ Inleiding Onder verwijzing naar onze memo d.d. 29 september 2014 volgt hier een aantal adviezen over te nemen besluiten betreffende de eerste gemeentelijke ESF-aanvraag 2014-2020. 1. Indirecte kosten De indirecte kosten van het ESF-project betreffen projectleiding en administratie en mogen 10% bedragen van de directe kosten. Indirecte kosten bestaan uit twee componenten: kosten per subregio voor projectleiding en administratie en centrale kosten voor de inhuur van externe ESFexpertise. De inzet van indirecte kosten is gericht op een zo hoog mogelijk realisatie van correct verantwoorde directe kosten. In de aanvraag zal de maximale ruimte voor indirecte kosten benut worden. Te nemen besluiten: a. Centrumgemeente Utrecht financiert de centrale indirecte kosten vóór. b. D eigen indirecte kosten vóór. c. Alle indirecte kosten worden uiteindelijk volledig gefinancierd met de te ontvangen subsidie. d. Mocht de totale subsidie ontoereikend zijn om de indirecte kosten te dekken, dan worden eerst de centrale kosten gefinancierd. Daarna wordt het resterende bedrag naar rato van het aandeel in de werkelijk gerealiseerde directe e. Mocht in het geheel geen subsi een naar rato deel van de centrale kosten. De eigen indirecte kosten blijven dan voor eigen rekening. f. Een sub-regio die op grond van het niet nakomen van verplichtingen (overeenkomst art. 13.2) wordt uitgesloten van het project, ontvangt geen vergoeding voor zijn eigen indirecte kosten en vergoedt zijn deel van de centrale kosten naar rato van de verdeelsleutel in de aanvraag. 2. Vervolg aanvraagproces De reeds aan u voorgelegde conceptaanvraag d.d. 28-8-2014 bestaat uit vijf deelaanvragen van de vijf sub. Het aanvraagbudget is verdeeld over de subbijstandshuishoudens in de betreffende gemeenten. De deelaanvragen per sub-regio kunnen in de komende weken nog gewijzigd worden, als antwoorden op aan het Agentschap SZW gestelde vragen over de projectadministratie daartoe aanleiding geven. Deze wijzigingen zullen alleen details betreffen (denk aan geschatte aantallen deelnemers of het vervangen van de ene kostenpost door een andere die eenvoudiger te onderbouwen is). Te nemen besluiten Akkoord gaan met het vervolgproces: a. Het ESF-projectteam optimaliseert de conceptaanvraag en stelt deze definitief vast. 1
b. RBO stelt het definitieve ESF-aanvraagdocument plus de verplichte bijlagen voor het Agentschap SZW op. c. René Groen, ESF-tekeningsbevoegde van de centrumgemeente Utrecht, accordeert de definitieve ESF-aanvraagdocumenten namens de arbeidsmarktregio.
3. Samenwerkingsovereenkomst Centrumgemeente Utrecht is verantwoordelijk voor het indienen van de ESF-subsidieaanvraag en de ESF-einddeclaratie namens de gehele arbeidsmarktregio. Afspraken over plichten en verantwoordelijkheden van de centrumgemeente en alle regiogemeenten moeten daarom worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Zie de bijlage voor versie 3 van de concept overeenkomst. Te nemen besluiten: a. Akkoord met het formaliseren van afspraken in een regionale samenwerkingsovereenkomst; b. Details tekst: Pagina 1:
Artikel 2.1: Artikel 6.1:
Per sub-regio besluiten of de overeenkomst namens de sub-regio of namens de afzonderlijke gemeenten ondertekend kan / moet worden. Gewenste tekst bepalen. Gewenste tekst bepalen.
c. Na wijziging van bij b genoemde details wordt de concept samenwerkingsovereenkomst juridisch getoetst door centrumgemeente Utrecht. d. Na wijzigingen akkoord met inhoud samenwerkingsovereenkomst.
2