Reductie CO2-emissie
Materiaalkeuze
Reductie CO2-emissie
Materiaalkeuze
Luchtkwaliteit
Veiligheid
Reductie CO2-emissie
Luchtkwaliteit
Veiligheid
Innovatie Omgevingscommunicatie
Veiligheid Klantgericht bouwen Innovatie
Training en opleiding
naar weten.
Omgevingscommunicatie
Reductie CO2-
Reductie CO2-emissie Omgevingscommunicatie
Mobiliteit en bereikbaa Materiaalkeuze Klantgericht bouwen
Reductie CO2-emissie Afvalbeheer
Training en opleiding
Veiligheid
Training en opleiding
Luchtkwaliteit
Veiligheid
Mobiliteit en bereikbaarhe Omgevingsco
Afvalbeheer
Afvalbeheer
Inleiding
• De emissies van Interbeton en DMC bij BAM Civiel zijn ondergebracht; • De werkmaatschappij BAM PPP in de berekening onder Koninklijke BAM
In het eerste deel van deze publicatie is het thema klimaatverandering en energie in een breder perspectief geplaatst. De beschikbaarheid van fossiele brandstoffen staat onder druk en het gebruik van deze brandstoffen draagt,
Groep valt; • De deelnemingen in de bedrijven AM en Van Oord buiten beschouwing zijn gelaten.
door de emissie van CO2, sterk bij aan de klimaatverandering. Het thema staat bij veel overheden en een groeiend aantal bedrijven
In de hierna volgende groene kaders worden voorbeelden gegeven van
hoog op de agenda. Ook in de bouwsector, vanwege wet- en regelgeving,
initiatieven die BAM ontwikkelt of heeft ontwikkeld om de CO2-emissie te
veranderende maatschappelijke verwachtingen, economische factoren
verminderen. Het grote aantal projecten toont dat vele medewerkers, zowel
of eigen overwegingen van de bedrijven.
in Nederland als in de andere thuislanden van Koninklijke BAM Groep, zich inzetten voor duurzame oplossingen. Op basis van de resultaten van de
Om in de sector effectief en efficiënt te werken aan de reductie van
berekening wordt duidelijk hoe BAM effectiever en efficiënter kan bijdragen
CO2-emissie, is inzicht in de carbon footprint van essentieel belang.
aan de reductie van CO2-emissie. Het laatste hoofdstuk gaat daarom in op de
Daartoe doet Koninklijke BAM Groep een voorstel voor een carbon
strategische reductiedoelstellingen en de wijze waarop BAM nadere invulling
footprint-rekenmodel dat, naast de CO2-emissie van het eigen bedrijf,
geeft aan de verschillende onderdelen van de strategie, zoals het openen van
ook ingaat op de uitstoot van CO2 door toeleveranciers en de opgeleverde
de BAM CO2-desk.
producten in de gebruiksfase. BAM is het eerste Nederlandse bouwonderneming dat onderzoek doet naar Dit tweede deel van de publicatie beschrijft hoe het carbon footprint-
de CO2-emissie voor alle aspecten van de eigen bedrijfsvoering én de keten
rekenmodel is toegepast om de eigen CO2-emissie door BAM en de
van de kernproducten. Om die reden is relatief weinig informatie
carbon footprint van vier kernproducten (woningen, utilitaire gebouwen,
beschikbaar en ontbreken vaak referenties. In de publicatie worden uit-
spoorwegen en autowegen) in de keten te berekenen.
gangspunten benoemd, die voldoende nauwkeurig zijn om een berekening
De berekening is uitgevoerd over 2007 voor de Nederlandse bedrijven
rol in de markt gaat spelen, zal een verfijning van de berekening
van Koninklijke BAM Groep. Dit houdt in dat alle Nederlandse werkmaat-
noodzakelijk zijn.
op hoofdlijnen te kunnen maken. Naarmate CO2-emissie een belangrijkere
schappijen, inclusief de Nederlandse vestigingen van Tebodin en Interbeton in de berekening zijn meegenomen, waarbij: • De bedrijven Heilijgers en Pennings pro rato van de omzet onder BAM Woningbouw en BAM Utiliteitsbouw verdeeld zijn; • Het bedrijf Fort Unitbouw in de berekening is opgenomen onder BAM Utiliteitsbouw; • De asfaltcentrales, waarin BAM Wegen participeert, pro rato zijn meegenomen onder BAM Wegen; • De bedrijven Tebodin en Multiconsult verwerkt zijn in ‘Consultancy en engineering’;
2
3
Inhoud Inleiding
Pag. 2
1.
CO2-emissie van BAM
Pag. 4
1.1
Inleiding
Pag. 4
1.2
Energieverbruik van kantoren en bedrijfsruimten
Pag. 4
1.3
Brandstofverbruik van het wagenpark
Pag. 6
1.4
Brandstofverbruik bij vliegreizen
Pag. 7
1.5
Energieverbruik op bouwplaatsen en productielocaties
Pag. 8
1.6
De CO2-emissie van BAM in perspectief
Pag. 10
2.
CO2-emissie in de keten
Pag. 12
2.1
Inleiding
Pag. 12
2.2
Grenzen van de keten
Pag. 12
2.3
Methode
Pag. 13
2.4
CO2-emissie van woningen
Pag. 14
2.5
CO2-emissie van utilitaire gebouwen
Pag. 15
2.6
CO2-emissie van spoorwegen
Pag. 16
2.7
CO2-emissie van autowegen
Pag. 16
3.
Reductie CO2-emissie
Pag. 18
3.1
Inleiding
Pag. 18
3.2
Strategische CO2-reductiedoelstellingen
Pag. 18
3.3
Meten is weten
Pag. 19
3.4
Reductie van de CO2-emissie door BAM
Pag. 19
3.5
Reductie van de CO2-emissie in de keten
Pag. 20
3.6
Conclusie
Pag. 22
1. CO2-emissie van BAM 1.1 Inleiding
1.2 Energieverbruik van kantoren en bedrijfsruimten
De berekening van de CO2 -emissie van BAM is uitgevoerd op basis van het
Zonnepanelen in België
Green House Gas Protocol (GHG-protocol). Die emissies komen voort uit het
De materieelwerf van BAM in het Belgische Luik zal vanaf medio 2008 meer
energieverbruik van kantoren en bedrijfsruimten, het brandstofverbruik van
dan tien procent van de eigen energiebehoefte uit zonnepanelen halen.
het wagenpark, de zakelijke vliegreizen van medewerkers en het energie
Hiervoor worden 330 zonnepanelen geïnstalleerd, waarmee jaarlijks
verbruik op bouwplaatsen en productielocaties. De emissie upstream
47,5 MWh wordt opgewekt. Ook BAM’s waterzuiveringsspecialist Balteau zal
(door toeleveranciers) en downstream (door afnemers) komt aan bod in het
160 zonnepanelen installeren op het dak van het eigen kantoor in Louveigné.
volgende hoofdstuk.
Hiermee wordt jaarlijks 25,4 MWh geproduceerd, ongeveer een derde van de eigen energiebehoefte. De beide BAM-projecten vormen één van de belangrijkste investeringen in de toepassing van zonne-energie in Wallonië.
Uitgangspunten BAM beschikt over diverse soorten gebouwen. Naast de reguliere
Toepassing carbon footprint-rekenmodel De berekening van de CO2-emissie van BAM en de keten is, in samenwerking met KPMG, uitgevoerd met behulp van een carbon footprintrekenmodel, dat specifiek voor dit doel is ontwikkeld. Dit instrument is gebaseerd op het GHG-protocol en berekent de totale CO2-emissie van BAM in Nederland. Het model maakt onderscheid tussen de emissie van toeleveranciers (upstream) en de gerealiseerde producten (downstream). Uit de berekening van de carbon footprint van BAM volgt de CO2-emissie voor respectievelijk de eigen gebouwen, het wagenpark, de zakelijke vliegreizen, de bouwplaatsen en productielocaties. De CO2-emissie is onderverdeeld per werkmaatschappij. De berekening is zowel door KPMG als door KEMA gecontroleerd. Daarbij is gekeken naar: • de gebruikte data voor de invoer van het model; • de emissiefactoren die in het model worden gehanteerd; • de wijze waarop de ingevoerde data zijn verwerkt om te komen tot de CO2-emissie; • de resultaten van de berekening.
kantoorgebouwen heeft BAM bedrijfsruimten. De bedrijfsruimten worden voor uiteenlopende doeleinden gebruikt, bijvoorbeeld voor opslag van materialen of voor onderhoud van materieel. Dit resulteert in verschillend energieverbruik en verschillen in de emissie van CO2. De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd bij de inventarisatie van het energieverbruik van kantoren en bedrijfsruimten: • Het verbruik van stookolie en diesel voor aggregaten is niet verwerkt in de berekening, omdat het verbruik te verwaarlozen is. • Het brandstofverbruik van gebouwen is bepaald op basis van de hoeveelheid ingekocht aardgas. • Voor het bepalen van het elektriciteitsverbruik is gekeken naar de hoeveelheid ingekochte elektriciteit. • Het verbruik van energie in de vorm van stoom of warm water (stadsverwarming) is te verwaarlozen en daarom niet meegenomen in de berekening. • Bij de berekening is geen onderscheid gemaakt tussen gehuurde panden of kantoren en bedrijfsruimten die in eigendom zijn. BAM rekent het energieverbruik van deze locaties toe aan de eigen activiteiten.
4
5 Methode
weergegeven en wordt voornamelijk bepaald door het vloeroppervlak van
Het energieverbruik van kantoren en bedrijfsruimten van BAM is bepaald
kantoren en bedrijfsruimten waarvan een werkmaatschappij gebruikmaakt.
in samenwerking met Energy Systems (het kenniscentrum van BAM Techniek op het gebied van duurzame energie) en het facilitair bedrijf van BAM. Daarvoor is het vloeroppervlak van BAM-gebouwen geïnventariseerd. Dit is onderverdeeld naar kantoorruimte en bedrijfsruimte.
CO2-emissie van BAM kantoren en bedrijfsruimten in Nederland 8%
Ook is aangegeven welke panden gehuurd worden, welke eigendom van BAM zijn en onder welke werkmaatschappij de gebouwen ressorteren. Vervolgens is gekeken naar het elektra- en gasverbruik van de verschillende locaties. Hiervoor zijn de volgende bronnen gebruikt:
5%
9%
13%
22%
12%
• het energieverbruik, dat is opgegeven door energiemaatschappijen waarmee BAM een contract heeft; • een geschat energieverbruik voor de resterende locaties aan de
7%
hand van kengetallen van SenterNovem (het agentschap van het
10%
Ministerie van Economische Zaken voor duurzaamheid en innovatie),
12%
2%
dat mede geverifieerd is op basis van het daadwerkelijke verbruik, zoals opgegeven door de energiemaatschappijen. De absolute CO2-emissie van kantoren en bedrijfsruimten van BAM in Nederland
Koninklijke BAM Groep
BAM Civiel
BAM Techniek
BAM Utiliteitsbouw
BAM Infratechniek
Consultancy en
BAM Woningbouw
BAM Rail
engineering
BAM Vastgoed
BAM Wegen
is 14,4 kiloton. De verdeling over de werkmaatschappijen is hiernaast
Onderzoek Young BAM naar het thema Energie Naar aanleiding van het BAM Symposium in 2006 over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is door Young BAM, jonge professionals van Koninklijke BAM Groep, een tweede symposium over dit onderwerp georganiseerd. Vanwege het grote enthousiasme onder de jongeren is een vervolgtraject ingezet, waarin leden verdere verdieping hebben gegeven aan een aantal maatschappelijke thema’s. Eén groep heeft in een halfjaar het thema ‘Klimaatverandering en energie’ uitgewerkt. De resultaten zijn gepresenteerd aan Nico de Vries, vice-voorzitter van de raad van bestuur van Koninklijke BAM Groep. De jongeren concluderen dat energiebesparing begint in de eigen organisatie en adviseren het energieverbruik op de bouwplaatsen en van de eigen gebouwen aan te pakken. Naar aanleiding van concrete voorstellen die door de groep zijn aangedragen, zijn afspraken gemaakt met de raad van bestuur en specialisten binnen de organisatie op het gebied van bouwplaatsen en kantoren om de voorgestelde maatregelen in de praktijk te brengen.
1.3 Brandstofverbruik van het wagenpark Uitgangspunten Het wagenpark van BAM is verdeeld in twee categorieën: voertuigen die BAM in eigendom heeft en leasewagens. Uit inventarisaties van de centrale inkoopafdeling van BAM, waarbij gekeken is naar personenauto’s, bedrijfswagens en vrachtwagens, blijkt dat de categorie leasewagens verreweg het grootste deel beslaat. Slechts een klein aantal vrachtwagens
Introductie Fietsplan bij verschillende werkmaatschappijen Diverse werkmaatschappijen hebben voor hun medewerkers een fietsplan geïntroduceerd. Een dergelijk plan maakt het mogelijk voor werknemers om met belastingvoordeel een fiets aan te schaffen. Tebodin heeft zich tevens aangesloten bij de campagne Fietsen Scoort, die tot doel heeft het fietsgebruik te stimuleren.
en bedrijfswagens is in eigendom. Het woon-werkverkeer en het werkverkeer van medewerkers die reizen met het openbaar vervoer is niet meegenomen in de bepaling van de
Methode
CO2-emissie, omdat hiervan geen betrouwbare gegevens beschikbaar zijn.
Via de centrale inkoopafdeling van BAM is informatie verkregen over de
Bovendien is de CO2-emissie per reizigerskilometer bij reizen per openbaar
verschillende soorten leaseauto’s en het brandstofverbruik van het eigen
vervoer aanzienlijk lager dan bij reizen met privaat vervoer. Ook het
wagenpark. Deze informatie heeft betrekking op het aantal en het soort
woon-werkverkeer van medewerkers die reizen met eigen vervoer is om
voertuigen, de soorten brandstoffen en het brandstofverbruik, en is per
dezelfde reden niet verwerkt in de bepaling van de CO2-emissie.
werkmaatschappij vastgesteld.
Daar staat tegenover dat bij het brandstofverbruik van leaseauto’s geen
De absolute emissie van CO2 van het wagenpark is 39,9 kiloton.
onderscheid wordt gemaakt tussen zakelijk en privé gebruik. Het totale
De verdeling over de werkmaatschappijen is hieronder weergegeven.
brandstofverbruik van leaseauto’s is in de berekening opgenomen.
CO2-emissie van het wagenpark van BAM in Nederland 9%
2%
3%
13%
Beperking verkeersbewegingen en files In de uitvoeringsfase van projecten probeert BAM het aantal verkeers
16% 19%
bewegingen en files te beperken. Dit betekent onder meer dat BAM een zo efficiënt mogelijke invulling van de logistieke processen rondom projecten nastreeft. Dit is ook een gunstig neveneffect van betrokkenheid van
1% 8%
BAM bij het proefproject Participatiemachine, waarin werkzoekenden uit 11%
de omgeving worden ingezet op het project en projectbenodigdheden
18%
zoveel mogelijk worden ingekocht bij lokale partijen. BAM Infratechniek onderzoekt de mogelijkheid om medewerkers, die
Koninklijke BAM Groep
BAM Civiel
BAM Techniek
meer dan 40.000 kilometer per jaar rijden, rijtrainingen voor Het Nieuwe
BAM Utiliteitsbouw
BAM Infratechniek
Consultancy en
Rijden te geven.
BAM Woningbouw
BAM Rail
engineering
BAM Vastgoed
BAM Wegen
6
7 1.4 Brandstofverbruik bij vliegreizen Uitgangspunten
CO2-emissie als gevolg van vliegreizen van bedrijven van BAM in Nederland
BAM is een internationaal opererende bouwonderneming. Hoewel voor dit onderzoek alleen is gekeken naar de Nederlandse activiteiten, ontwikkelt een aantal Nederlandse werkmaatschappijen ook activiteiten in
6% 38%
het buitenland. In verband hiermee worden regelmatig zakelijke vliegreizen gemaakt die zijn meegenomen in dit onderzoek. BAM heeft geen eigen bedrijfsvliegtuig en chartert geen vliegtuigen. Voor de bepaling van de CO2-emissie die voortkomt uit de zakelijke vliegreizen van BAM, is per werkmaatschappij het aantal gevlogen kilometers in kaart gebracht.
Methode De informatie over het aantal gevlogen kilometers is verkregen door de vluchtgegevens per luchtvaartmaatschappij te achterhalen. Op basis van het volledige overzicht van vliegreizen van medewerkers van BAM in Nederland is een onderverdeling per werkmaatschappij gemaakt. Daarnaast zijn de vluchten gesplitst in korte (<500 km), middellange (500 - 1600 km) en lange (>1600 km) vluchten. Omdat vliegtuigen met name bij de start en bij de landing veel brandstof verbruiken is de CO2-emissie per kilometer bij korte vluchten groter dan bij langere vluchten. De absolute CO2-emissie bij vliegreizen is 1,7 kiloton. De verdeling over de werkmaatschappijen is hieronder weergegeven en wordt bepaald door de internationale activiteiten van Koninklijke BAM Groep, Interbeton en DMC. Bij BAM Civiel betreft het de internationale activiteiten van Interbeton en DMC1 en bij Consultancy en engineering gaat het om de internationale activiteiten van Tebodin.
1 Vanaf 2008 opereert Multiconsult, na het samengaan met ingenieursbureau Delta Marine Consultants, onder de naam BAM Infraconsult.
Koninklijke BAM Groep BAM Civiel Consultancy en engineering
56%
1.5 Energieverbruik op bouwplaatsen en productielocaties Uitgangspunten
Methode Bij het verzamelen van de benodigde gegevens voor de berekening van de CO2-emissie is geput uit de volgende bronnen: • Voor de bepaling van het elektriciteitsverbruik op bouwplaatsen is
Een bouwplaats is een afgezette plaats waar bouwactiviteiten plaatsvinden.
gebruikgemaakt van gegevens van energieleveranciers. Samen met de
Bouwplaatsen zijn zeer divers ingericht. Ook het realisatieproces is steeds
afdeling Energy Systems van BAM Techniek is op basis van de kosten
anders en is bijvoorbeeld afhankelijk van het soort object dat gebouwd
van het energieverbruik voor projecten het totale elektriciteitsverbruik
wordt en de beschikbare ruimte. In de praktijk betekent dit dat gebruik
berekend. Daarvoor is een inschatting gemaakt van de verhouding tussen
gemaakt wordt van diverse typen energiebronnen. Nadere beschouwing van
hoog- en laagtarief. Het elektriciteitsverbruik op bouwplaatsen is met
het energieverbruik op bouwplaatsen van BAM is daarom belangrijk
deze gegevens voor 98 procent inzichtelijk gemaakt.
om goed zicht te krijgen op de CO2-emissie.
• Het elektriciteitsverbruik op bouwplaatsen is gecontroleerd aan de hand van kengetallen op basis van omzetcijfers van projecten. Een aspect
Een kenmerk van de bouw is dat veel activiteiten ter plekke worden
waarmee rekening moet worden gehouden, is dat op bouwlocaties vaak
uitgevoerd. Het kan voorkomen dat deelactiviteiten worden uitgevoerd
wordt samengewerkt met een groot aantal andere bouwpartners.
op een andere locatie, bijvoorbeeld omdat de productieomstandigheden
Het is daarom moeilijk te bepalen welk deel van de energie daadwerkelijk
dan beter gecontroleerd kunnen worden. Een voorbeeld van een dergelijke
door BAM verbruikt is. Daarnaast maakt BAM gebruik van energie die door
productielocatie is een asfaltcentrale.
samenwerkingspartners wordt ingekocht. Voor de berekening van de CO2-emissie is aangenomen dat de energie die BAM inkoopt voor
Bij het in kaart brengen van het energieverbruik van bouwplaatsen is gekeken naar de hoeveelheid ingekocht aardgas, de hoeveelheid ingekochte elektriciteit, het verbruik van LPG en het verbruik van diesel voor locatie gebonden materieel, zoals shovels. Het energieverbruik voor de verwerking van afval van bouwplaatsen, is niet opgenomen in de berekening.
samenwerkingspartners gelijk is aan de energie die BAM gebruikt en door derden wordt ingekocht. • Het verbruik van rode diesel, LPG en halfzware olie wordt centraal geregistreerd. • Het energieverbruik van de asfaltcentrales is bepaald op basis van
Voor de berekening van het energieverbruik van asfaltcentrales zijn de
cijfers van BAM Wegen. Hierbij is het totale energieverbruik van de
hoeveelheid ingekocht aardgas, de hoeveelheid ingekochte elektriciteit,
asfaltcentrales en de exacte verdeling van de eigendomspercentages
het energieverbruik en het olieverbruik meegenomen.
gehanteerd.
8
9
Energiebesparing bij de productie van asfalt Laag Energie Asfalt Beton (LEAB) is een door BAM Wegen ontwikkeld asfaltproces. Het asfalt wordt bij een lagere temperatuur geproduceerd en verwerkt dan traditioneel asfalt, namelijk bij 95 0C in plaats van 165 0C. Dit is mogelijk door bitumen te verschuimen met water.
De absolute emissie van CO2 op bouwplaatsen en productielocaties is 61,1 kiloton. De verdeling over de werkmaatschappijen is hieronder weergegeven. Het aandeel van BAM Wegen is met 71 procent opvallend groot. Dit wordt vooral bepaald door de CO2-emissie van de asfaltcentrales (32,9 kiloton).
De lagere productietemperatuur zorgt voor een energiebesparing van minstens dertig procent, waardoor de emissie van CO2 sterk vermindert. De eigenschappen van LEAB zijn gelijk aan die van traditioneel asfalt. LEAB wordt momenteel geproduceerd in Breda. Binnen BAM Wegen
CO2-emissie van bouwplaatsen en productielocaties van BAM in Nederland
wordt onderzoek gedaan naar productie op meerdere locaties.
6%
10% 6% 2%
Biogestookte asfaltcentrales In de asfaltcentrale in Breda experimenteert BAM Wegen met de
71%
toepassing van CO2-neutrale bio-olie in plaats van normale stookolie. Bio-olie is een verzamelnaam voor een mengsel van diverse soorten plantaardige oliën en vetten en wordt specifiek toegepast voor duurzame energieproductie. Naast de toepassing van bio-olie maakt de centrale ook gebruik van groene stroom.
BAM Utiliteitsbouw
BAM Infratechniek
BAM Woningbouw
BAM Rail
BAM Civiel
BAM Wegen
5%
1.6 De CO2-emissie van BAM in perspectief
Onderstaande figuur toont de verdeling van de totale emissie over de werkmaatschappijen van BAM.
De totale CO2-emissie van BAM De CO2-emissie van BAM, als gevolg van de bedrijfsactiviteiten in 2007 in Nederland, is berekend op 117 kiloton. In dit getal is de emissie van
Verdeling werkmaatschappijen
toeleveranciers en van het gebruik van de geleverde producten niet
4%
meegenomen. De onderstaande figuur geeft aan hoe de totale emissie verdeeld is over de verschillende bronnen.
2%
2%
9% 13%
45%
1%
De bijdrage van de zakelijke vliegreizen is relatief laag. In onderstaand figuur valt het relatief hoge aandeel van de CO2-emissie door bouwplaatsen en
8%
productielocaties op. Deze uitstoot wordt voor een groot deel bepaald door de asfaltcentrales waarvan BAM (mede)eigenaar is. Voor de productie 9%
van asfalt is veel energie nodig. 7%
Totale CO2-emissie van BAM in 2007 in Nederland
Koninklijke BAM Groep
BAM Civiel
BAM Techniek
BAM Utiliteitsbouw
BAM Infratechniek
Consultancy en
BAM Woningbouw
BAM Rail
engineering
BAM Vastgoed
BAM Wegen
12% 53% 34%
Koninklijke BAM Groep, BAM Vastgoed en Consultancy en engineering hebben een relatief kleine bijdrage, omdat deze bedrijfsonderdelen geen bouwplaatsen hebben.
1%
De CO2-emissie van BAM in relatie tot bedrijven uit andere sectoren De CO2-emissie van BAM vergelijken met andere bedrijven is niet eenvoudig.
Kantoren en bedrijfsruimten
Bedrijven in de bouwsector zijn niet verplicht te rapporteren over de uitstoot
Wagenpark
van broeikasgassen. Daardoor zijn van Nederlandse bouwondernemingen
Vliegreizen Bouwplaatsen en productielocaties
slechts zeer beperkt cijfers beschikbaar. Een aantal Nederlandse bedrijven in andere sectoren, zoals verzekeringsmaatschappijen en banken, rapporteert in het jaarverslag of in een separaat duurzaamheidsverslag over de emissie van CO2. Via het Carbon Disclosure Project (CDP) zijn cijfers van bedrijven beschikbaar, waaronder cijfers van een aantal internationale bouwondernemingen.
10
11 Ook met de beschikbare emissiecijfers van andere bedrijven is een vergelijking met BAM moeilijk. Het energieverbruik voor de processen van bedrijven kan onderling aanzienlijk afwijken. Ook binnen een sector kunnen de verschillen groot zijn, bijvoorbeeld wanneer het marktaandeel in een energie-intensief deelsegment relatief groot is. Verder kan de wijze van berekenen van de carbon footprint onderling verschillen, omdat de grenzen voor emissies die wel of niet meegenomen
Dienstverlenende bedrijven
BAM
Industriële bedrijven
worden, anders gehanteerd worden of omdat andere emissiefactoren gebruikt zijn. Om toch een beeld te krijgen van de verhouding tussen de emissie van BAM en die van andere bedrijven is een quick scan uitgevoerd. Op basis
Toenemende CO2-emissie
van beschikbare cijfers van een aantal bedrijven in verschillende sectoren is gekeken naar de CO2-emissie per medewerker en per euro omzet. Wanneer het aandeel van de asfaltcentrales wordt weggelaten uit de cijfers
De emissie van CO2 in nationaal perspectief
van BAM, lijkt de bedrijfsvoering van BAM en de daarmee samenhangende
Op internet kan op verschillende sites de eigen carbon footprint worden
CO2-emissie vergelijkbaar met een dienstverlenende organisatie.
berekend, bijvoorbeeld met de CO2-calculator van Milieu Centraal.
De bijdrage van de asfaltcentrales aan de emissie van CO2 is in vergelijking
De CO2-emissie bedraagt in Nederland bij benadering gemiddeld elf ton
tot andere industriële processen relatief laag.
per persoon per jaar. Dit gemiddelde per Nederlander ligt overigens tien keer hoger dan het wereldgemiddelde. Op basis van dit getal staat de
Het figuur hiernaast geeft een indicatie van de positie van BAM als
carbon footprint van BAM dus gelijk aan de CO2-emissie van circa 10.600
bouwonderneming, inclusief de asfaltcentrales, ten opzichte van bedrijven
Nederlanders. Het aantal werknemers van BAM in Nederland is 12.779. De
in andere sectoren.
emissie van BAM per medewerker per jaar staat bij benadering gelijk aan de emissie van een gemiddelde Nederlander per jaar. De totale CO2-emissie
Vanwege de grote verschillen tussen bedrijven onderling, ook binnen een
in Nederland wordt door het Centraal Bureau voor de Statistiek geschat op
sector, en verschillende berekeningswijzen kan aan deze positionering geen
172.400 kiloton. Met 117 kiloton bedraagt de CO2-emissie van BAM
harde conclusie worden verbonden.
0,07 procent van de totale Nederlandse uitstoot in 2006, zonder daarbij de emissies upstream en downstream te betrekken.
2. CO2-emissie in de keten
2.2 Grenzen van de keten
2.1 Inleiding
grenzen van de keten te bepalen. Voor het upstream deel van de keten wordt
Als bouwonderneming staat BAM midden in de keten. Deze centrale positie
bekeken van welke toeleveranciers de CO2-emissie wordt meegerekend.
Om een uitspraak te doen over de carbon footprint van de keten is het nodig de
geeft de mogelijkheid invloed uit te oefenen op de CO2-emissie in de keten.
Voor het downstream deel wordt bepaald welke productgroepen BAM
BAM wil dat deel van de emissies waarop mogelijk invloed kan worden
meeneemt in de carbon footprint voor de keten.
uitgeoefend, mee laten wegen in de berekening van de eigen carbon footprint. Om deze emissies te berekenen is bepaald vanaf waar in de keten
Bij het maken van een keuze is gekeken naar toeleveranciers en producten die
upstream en tot waarin de keten downstream BAM de CO2-emissies wil
een substantiële bijdrage leveren aan de totale carbon footprint van de keten.
meetellen.
Ook is de berekening van de carbon footprint beperkt tot toeleveranciers van producten en diensten die in de Nederlandse markt toegepast zijn en producten
Vervolgens is een analyse gemaakt van de verhouding tussen de
van BAM die in Nederland zijn gerealiseerd.
CO2-emissies door toeleveranciers, BAM zelf en de geleverde producten in de gebruiksfase. De samenstelling van de keten kan op verschillende momenten in de tijd veranderen. Het is daarom niet mogelijk om een waarde van de totale CO2-emissie van de keten te berekenen die de absolute waarheid weergeeft. Het doel van dit onderzoek ligt dan ook meer op strategisch vlak: het verkrijgen van het noodzakelijk inzicht voor het ontwikkelen van initiatieven die bijdragen aan de reductie van CO2-emissie.
Toeleverancier
BAM
Producten
CO2-emissie in de keten
12
13 Toeleveranciers
Omdat maatschappelijk veel aandacht is voor energiebesparing in de gebouwde
De toeleveranciers zijn op te splitsen in leveranciers van grondstoffen,
omgeving, is van veel gebouwen de energieprestatie in de gebruiksfase bekend,
halffabrikaten en diensten. De lijst van geleverde grondstoffen en halffabrikaten
zodat de CO2-emissie te bepalen is. Ook is het van belang te beseffen dat een
is zeer lang. BAM maakt gebruik van een groot aantal dienstverleners waarvan
product verschillende gebruiksfasen kent.
de diensten onderling aanzienlijk verschillen. Voor de bepaling van de carbon footprint is de volgende afbakening gemaakt: In de berekening van de carbon footprint zijn alleen de toeleveranciers van grondstoffen meegenomen. Omdat het aantal grondstoffen dat wordt verwerkt in de producten die BAM oplevert erg groot is, zijn voor de berekening van de carbon footprint alleen de belangrijkste grondstoffen per product meegenomen. Deze grondstoffen zijn ook CO2-intensief en bepalen
• De CO2-emissie is bepaald op basis van het gebruik van producten na oplevering tot het einde van de technische levensduur. • De CO2-emissie als gevolg van het beheer van en het onderhoud aan de producten is niet meegenomen, omdat hierop nog onvoldoende zicht is. • Het verminderde energieverbruik van een product na renovatie, waarvan
daardoor in belangrijke mate de carbon footprint van de toeleverende keten.
de reductie van de CO2-emissie in mindering mag worden gebracht op de
De emissiefactoren van de verschillende grondstoffen zijn beschikbaar of
carbon footprint, wordt niet verwerkt in de berekening, omdat hiervoor
kunnen met een eenvoudige berekening worden bepaald.
niet voldoende data beschikbaar zijn. • Het effect op de CO2-emissie van de producten bij sloop is niet meegenomen, omdat de data niet beschikbaar zijn.
BAM maakt voor het eerst een berekening van de carbon footprint. Bij het maken hiervan is gebleken dat niet van alle grondstoffen en halffabrikaten de CO2-emissie kan worden achterhaald. BAM hoopt in samenwerking met
2.3 Methode
toeleveranciers de komende tijd meer gegevens te verkrijgen om deze mee te
De informatie voor de berekening van de carbon footprint in de keten voor de
kunnen nemen in de berekening van de carbon footprint van de keten. Een
vier kernproducten is als volgt verkregen:
analyse leert dat voor de berekening wel de gegevens beschikbaar zijn van de
• Voor de bepaling van de CO2-emissie van de belangrijkste grondstoffen
grondstoffen die het meest worden toegepast en van de grondstoffen die het
zijn de inkopers van alle werkmaatschappijen van BAM benaderd om
grootste aandeel hebben in de CO2-emissie.
na te gaan welke grondstoffen dat zijn en hoeveel BAM ervan inkoopt. • De CO2-emissie van de door BAM opgeleverde producten is bepaald op basis van interviews met experts binnen het bedrijf, waarbij gekeken is
Producten Ook de producten die BAM oplevert, in zowel grote als kleine projecten, zijn zeer divers. Om een indicatie te geven van de CO2-emissie van opgeleverde
hoeveel producten door BAM in 2007 zijn opgeleverd en wat het energieverbruik in de gebruiksfase is. • De CO2-emissie van BAM voor de realisatie van de producten is berekend
producten heeft BAM zich in de berekening van de carbon footprint gericht op
door het deel van de eigen carbon footprint dat een relatie heeft met het
vier kernproducten van het bedrijf: woningen, utilitaire gebouwen, spoorwegen
product, te bepalen.
en autowegen.
2.4 CO2-emissie van woningen Bij het bepalen van de CO2-emissie bij woningbouw is uitgegaan van nieuwe woningen die door BAM in 2007 zijn opgeleverd. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen appartementen en eengezinswoningen. Bij het berekenen
Verhoudingen CO2-emissie in de keten voor woningen Inkoop
Bouw
Gebruik
18%
2%
80%
van de CO2-emissie is het positieve effect van revitalisering van bestaande woningen niet meegenomen. Uit de berekening blijkt dat het grootste deel van de CO2-emissie in de keten plaatsvindt in de gebruiksfase van de woningen.
Keten Bouwketen
Initiatieven in de woningbouwsector BAM vervult een voortrekkersrol bij de ontwikkeling en bouw van passief huizen. Het energieverbruik in passiefhuizen, die zo goed zijn geïsoleerd dat ze nauwelijks verwarming en koeling nodig hebben, ligt ongeveer 45 procent lager dan dat van een gemiddelde nieuwe woning, terwijl het wooncomfort erg hoog is. BAM is één van de eersten in Nederland die de mogelijkheden van passiefbouw ten volle onderkent en daarin ook investeert. Het concept zal verder worden ontwikkeld tot tachtig procent lager energieverbruik is bereikt.
BAM Duurzaam BAM Duurzaam ontwikkelt en exploiteert duurzame energiesystemen in
In het project Zonnegolven in Boxtel heeft BAM Vastgoed 41 woningen
de gebouwde omgeving. BAM Duurzaam heeft met de gemeente Goes een
gebouwd die een energieprestatiecoëfficiënt hebben die lager is dan 0,75. De
intentieovereenkomst getekend voor de realisatie en exploitatie van een
woningen beschikken onder meer over een zonneboiler voor warm tapwater.
energieopwekkingsysteem op basis van bodemwarmte voor ongeveer 400
Door de oriëntatie van de woningen en toepassing van grote raampartijen
woningen in de nieuw te bouwen woonwijk Mannee. De woningen worden
wordt optimaal gebruikgemaakt van passieve zonne-energie.
voorzien van een energiezuinige warmtepomp, die is gekoppeld aan bodembronnen. Met dit concept kan een reductie van de CO2-emissie van
In de wijk Nijland in Nijmegen ontwikkelt BAM Vastgoed, samen met BAM
ruim 35 procent worden behaald ten opzichte van conventionele systemen.
Woningbouw, 101 woningen, waarvan de energieprestatiecoëfficiënt minder
In het Groningse Euroborg wordt bovendien gewerkt aan een centraal
dan 0,6 bedraagt. Deze woningen voldoen daarmee aan het energielabel A+.
energiesysteem voor warmte- en koudeopwekking voor de te bouwen
Het lage energieverbruik wordt onder meer behaald door toepassing van een
woontorens Stoker en Brander. Het hoofdkantoor van BAM in Bunnik beschikt
warmtepomp.
al sinds vele jaren over een warmte- en koudeopslagsysteem.
14
15 2.5 CO2-emissie van utilitaire gebouwen De markt voor utiliteitsbouw is veelzijdig en omvat onder meer kantoren, fabrieken, ziekenhuizen en commercieel vastgoed zoals winkelcentra. In 2007 heeft BAM een groot aantal utiliteitsbouwprojecten opgeleverd. Dit draagt mede bij aan de CO2-emissie. Ook hier is het positieve effect van de revitalisatie van gebouwen op de CO2-emissie niet meegenomen in de berekening.
Toolkit Duurzame Kantoren Op basis van het succes van de Toolkit Duurzame Woningbouw is door VROM besloten dit succes te kopiëren naar Duurzame Kantoren. BAM Techniek en BAM Utiliteitsbouw participeren in de ontwikkeling van de Toolkit Duurzame Kantoren. In deze Toolkit worden gebouw concepten en installatieconcepten omschreven, met alle relevante aspecten, zoals comfort, gezondheid, energieverbruik en energieprestatie
Net als bij woningen, vindt bij utilitaire gebouwen het grootste deel van de CO2-emissie plaats in de gebruikfase van de gebouwen, waarbij het energieverbruik van utilitaire gebouwen verhoudingsgewijs hoger is dan
(EPC, Energielabel). Het doel van de Toolkit Duurzame Kantoren is partijen in de utiliteitsbouw te faciliteren en te stimuleren om duurzame utilitaire gebouwen te ontwikkelen.
van woningen. De CO2-emissie als gevolg van het energieverbruik van een gebouw tijdens de levensduur is aanzienlijk hoger dan de emissie ten gevolge van de inkoop en de realisatie van het gebouw.
Internationale initiatieven • Energieklasse A kantoor in Birmingham HBG UK, een werkmaatschappij van Koninklijke BAM Groep in het
Verhouding CO2-emissie in de keten voor utilitaire gebouwen Inkoop
Bouw
Gebruik
Verenigd Koninkrijk, ontwikkelt een energieklasse A Kantoorgebouw in Birmingham. Door de toegepaste maatregelen wordt een verbetering van 27 procent op de meest recente CO2-emissievereisten gerealiseerd. • Cressex Community School De door HBG UK ontworpen Cressex Community School realiseert een zestig procent lagere CO2-emissie dan op basis van de huidige bouwnormen vereist is. Het project omvat diverse innovatieve duurzaamheidsaspecten om de carbon footprint te verkleinen. Het gebouw voldoet aan de hoogste energiestandaard. • Rekencentrum Frankfurt am Main In Frankfurt am Main bouwt BAM Deutschland aan een nieuw
7%
2% Keten Bouwketen
91%
rekencentrum voor de Citibank. Het gebouw bespaart door het ontwerp 16.000 MWh aan stroom en 11.000 ton CO2-emissie per jaar.
2.6 CO2-emissie van spoorwegen Om een indicatie te kunnen geven van de CO2-emissie in de keten voor spoorwegen, is uitgegaan van nieuwe spoorwegen die door BAM in 2007 in Nederland zijn aangelegd. Bij het energieverbruik van spoorwegen is het elektriciteit- en gasverbruik van infragebonden systemen, zoals seinen, wissels en treinbeveiliging, meegenomen. Energieverliezen zijn niet in de berekening verwerkt. Het energieverbruik van treinstellen (tractie) en stations is ook niet meegenomen in de berekening van de carbon footprint, omdat bij de opzet van het model is uitgegaan van de invloed die BAM
Revitalisatie spoorwegen BAM Rail heeft samen met Ascon, de Ierse werkmaatschappij van Koninklijke BAM Groep, de uitbreiding van het succesvolle lightrailnetwerk in Dublin voor haar rekening genomen en in Schotland heeft Edmund Nuttall een oude spoorlijn nieuw leven ingeblazen. Deze succesvolle projecten zorgen voor een toenemend gebruik van het openbaar vervoer en helpen verkeersdrukte in te dammen, wat een gunstig effect heeft op de reductie van CO2-emissie.
redelijkerwijs kan uitoefenen op gerealiseerde producten. De verhoudingen in de keten liggen anders dan bij woningen en utilitaire gebouwen. Hoewel het energieverbruik in de gebruiksfase van spoorwegen fors is, is het aandeel ten opzichte van de rest van de keten lager dan bij
2.7 CO2-emissie van autowegen
gebouwen. Voor de realisatie van spoorwegen worden ook relatief veel
Om een indicatie te kunnen geven van de CO2-emissie van autowegen in
CO2-intensieve grondstoffen gebruikt, zoals beton, staal en steenslag
de keten, is gekeken naar door BAM in 2007 nieuw aangelegde wegen voor
voor ballast. Wanneer ook het gebruik van het spoor door treinen wordt
het hoofdwegennet. Om het energieverbruik van een kilometer snelweg te
meegenomen zal het beeld veranderen. Treinen gebruiken relatief veel
bepalen, zijn technische systemen, zoals matrixborden en lantaarnpalen,
stroom voor de tractie.
meegenomen in de berekening. De CO2-emissie als gevolg van het rijden van auto’s is niet verwerkt in de berekening van de carbon footprint, omdat bij de opzet van het model is uitgegaan van de invloed die BAM redelijkerwijs
Verhouding CO2-emissie in de keten voor spoorwegen Inkoop
Bouw
Gebruik
kan uitoefenen op gerealiseerde producten. Een kilometer snelweg2 verbruikt in de gebruiksfase weinig energie wanneer het verbruik door voertuigen wordt uitgesloten. De grootste emissie van CO2 wordt veroorzaakt door de inkoop van grondstoffen voor asfalt. Ook de realisatie van wegen levert een aanzienlijke bijdrage aan de CO2-emissie. Die emissie wordt vooral bepaald door het energieverbruik van de asfalt centrales. Indien het wegverkeer wordt meegenomen in de berekening van de carbon footprint, verandert het beeld volledig. De emissie van CO2 in de gebruiksfase zal in dat geval sterk toenemen, waardoor de relatieve bijdrage van de ingekochte grondstoffen en de bouw flink afneemt. De CO2-emissie in de gebruiksfase van autowegen wordt mede veroorzaakt door verlichting.
63%
9%
28%
BAM heeft onder de noemer Emissieloze weg een aantal ideeën ontwikkeld om de emissie terug te dringen.
Keten Bouwketen
2 Voor een kilometer snelweg is uitgegaan van twee rijbanen, inclusief een vluchtstrook.
16
17
Verlichting van autowegen De CO2-emissie in de gebruiksfase van autowegen wordt mede veroorzaakt
BAM heeft, op basis van LED-verlichting, de producten Smartleds en
door verlichting. BAM heeft een aantal ideeën ontwikkeld om het energie-
SmartStud ontwikkeld. Deze zijn toepasbaar bij openbare verlichting en om
verbruik en daarmee de emissie van CO2 terug te dringen.
de weg te markeren. LED-verlichting kenmerkt zich door een bijzonder hoge lichtopbrengst en een laag energieverbruik. LED-verlichting is bovendien
VTN Verkeers- & Besturingstechniek, een dochtermaatschappij van
onderhoudsvrij, zelfreinigend en gaat lang mee.
BAM Infratechniek, heeft samen met twee partners een dynamisch openbaar verlichtingssysteem (Dynov) ontwikkeld. Afhankelijk van het
Toepassing van het witgekleurde asfalt, Luxfalt, resulteert in een betere
verkeersaanbod en de weersomstandigheden dimt de straatverlichting in de
reflectie. Dit verbetert het zicht op wegen waardoor de verkeersveiligheid
nachtelijke uren tot twintig procent van de normale sterkte. Het energie
wordt verhoogd. Bovendien is minder of geen openbare verlichting nodig.
verbruik neemt daardoor tot veertig procent af, zonder dat dit ten koste gaat van de verkeersveiligheid. Het systeem is toegepast in een proefopstelling voor de verlichting van de provinciale weg N288 in Koudekerke, Zeeland.
Verhouding CO2-emissie in de keten voor autowegen Inkoop
Bouw
Gebruik
83%
13%
4%
Keten Bouwketen
3. Reductie CO2-emissie
3.2 Strategische CO2-reductiedoelstellingen
3.1 Inleiding
reductie van CO2-emissie komen. De strategie die daarvoor wordt uitgezet
BAM ontwikkelt, bouwt en beheert projecten die voorzien in maatschappelijke
bestaat uit vier onderdelen:
behoeften, met respect voor mens en milieu. Het beleid van BAM is erop gericht
1. BAM is gestart met de berekening van de eigen carbon footprint en de
BAM wil in samenwerking met haar partners in de keten tot een substantiële
alle werkzaamheden zodanig uit te voeren, dat niet alleen wordt voldaan aan
berekening van de carbon footprint upstream en downstream in de keten.
de wettelijke vereisten, maar daar waar mogelijk op nieuwe regelgeving wordt
Deze berekening verschaft het noodzakelijke inzicht om te bepalen waar de
vooruitgelopen. Nadelige gevolgen voor het milieu moeten worden voorkomen
grootste reductiekansen liggen. BAM heeft de intentie dat inzicht de
en bedrijfsprocessen dienen beheerst te verlopen en voortdurend te worden
komende jaren verder te verdiepen.
verbeterd. BAM onderkent het energieverbruik van de gebouwde omgeving en ziet uitdagingen voor de sector om te anticiperen op klimaatverandering. Daarom zet BAM zich in om de energie-efficiëntie van de activiteiten, producten en diensten te verbeteren. Zoals vastgelegd in de BAM Ondernemingsprincipes, zal BAM de activiteiten en prestaties regelmatig evalueren om na te gaan hoe verkeersbewegingen en het gebruik van energie verminderd kunnen worden.
2. BAM richt zich op directe reductie van de CO2-emissie binnen het eigen bedrijf. 3. BAM zoekt samen met ketenpartners naar reductiekansen, zowel upstream als downstream in de keten. 4. BAM onderzoekt de mogelijkheid om een deel van de overgebleven CO2-emissie te compenseren. De volgende paragrafen gaan in op de wijze waarop BAM nadere invulling geeft
Koninklijke BAM Groep ziet twee trends die het voor de organisatie van groot
aan de verschillende onderdelen van de reductiestrategie.
belang maken om vooruitstrevend te handelen bij duurzame toepassingen in de bouw: 1. De maatschappij vraagt in toenemende mate om energiezuinige producten. Diverse partijen, zoals politiek, opdrachtgevers, maar ook medewerkers en consumenten vragen de bouwsector steeds energie-efficiëntere producten op te leveren. 2. De brandstofprijzen stijgen al jaren harder dan de inflatie. Dit maakt het voor BAM niet alleen maatschappelijk verantwoord, maar ook van economisch belang om energiezuinig te bouwen. BAM onderkent hiermee de eigen verantwoordelijkheid voor klimaat verandering en energieverbruik. BAM is van mening dat bedrijfsprestaties op dit gebied commerciële kansen bieden. Duurzaam bouwen daagt BAM uit om slimmer te werken: minder materiaalgebruik en minder energieverbruik versterken de positie van BAM.
Leidende principes Voor de relatie met toeleveranciers (en ook andere bouwpartners) heeft BAM in 2007 mede het initiatief genomen tot de leidende principes die door zeven grote Nederlandse bouwondernemingen zijn geformuleerd. Dit zijn uitgangspunten om professionele samenwerking en keten verantwoordelijkheid in de bouw te bevorderen. Deze zeven ondernemingen hebben op basis van de leidende principes een serie gedragsregels opgesteld. Het behalen van een succesvol eindresultaat wordt daarbij beschouwd als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De opdrachtgevende bouwonderneming zorgt dat er verantwoord, veilig en duurzaam gewerkt en uitgevoerd kan worden. Van toeleverancier en opdrachtnemer wordt gevraagd dat de kwaliteit van diensten en producten bijdraagt aan een verantwoord (bouw)proces en eindresultaat.
18
19 3.3 Meten is weten Uit de berekening van de totale carbon footprint van BAM blijkt dat het grootste deel van de emissies plaatsvindt in het toeleverende en afnemende deel van de keten. De berekening geeft inzicht in de verhoudingen van CO2-emissie in de keten, waardoor duidelijk wordt waar de meeste reductie kan plaatsvinden. Ook voor het eigen bedrijf laat de carbon footprint zien hoe de verdeling van CO2-emissies per bedrijfsonderdeel is. Vanuit deze inzichten onderzoekt BAM nieuwe mogelijkheden voor energiebesparing binnen de eigen bedrijfsonderdelen, maar vooral ook bij toeleveranciers en geleverde producten. BAM draagt het initiatief tot het berekenen van de carbon footprint breed uit,
Het BAMhuis in Den Haag Op 5 mei 2008 is het BAMhuis in Den Haag in gebruikgenomen. Het BAMhuis dient als huisvesting voor BAM Utiliteitsbouw, BAM Woningbouw en BAM Techniek. Naast de mogelijkheden die het gebouw biedt voor onderlinge samenwerking, wordt door de drie werkmaatschappijen ook efficiënter gebruikgemaakt van de huisvesting. Dit resulteert onder andere in verminderd energieverbruik. Eerder zijn onder andere in Capelle aan den IJssel en Enschede BAMhuizen geopend. Ook in Maastricht is de realisatie van een BAMhuis gepland.
met de wens dat het ook buiten BAM effect zal hebben in de bouwsector. Tot slot heeft BAM de ambitie om het instrument in samenwerking met de rest van de keten verder te ontwikkelen.
Wagenpark De carbon footprint van het wagenpark heeft na de bouwplaatsen en de
3.4 Reductie van de CO2-emissie door BAM
productielocaties een stevig aandeel in de totale CO2-emissie. De uitstoot
De carbon footprint van BAM zelf is onderverdeeld in gebouwen,
van CO2 van het wagenpark wordt uiteraard veroorzaakt door het gebruik
bouwplaatsen en productielocaties, het wagenpark en de vliegreizen.
van brandstoffen. BAM doet er alles aan om de logistieke processen zo
Uit de analyse van de carbon footprint is gebleken dat meer dan de helft
efficiënt mogelijk in te richten en hiermee het brandstofverbruik te
van de emissies toe te schrijven is aan de bouwplaatsen en de productie
beperken. Het uitsluiten van brandstofgebruik in het wagenpark is niet
locaties. Daarna volgt het wagenpark en de gebouwen. De vliegreizen
mogelijk. Daarom heeft BAM gezocht naar mogelijkheden voor het gebruik
hebben slechts een heel klein aandeel. Afhankelijk van het aandeel van
van schonere brandstoffen. Resultaat hiervan is een contract met Shell
de CO2-emissie in de eigen carbon footprint neemt BAM maatregelen om
Nederland voor het tanken van V-Power brandstof.
deze te verminderen.
Vliegreizen Gebouwen
Het aandeel van vliegreizen binnen de totale carbon footprint van BAM is
De kantoren en bedrijfsruimten van BAM hebben een relatief klein aandeel
verreweg het kleinst. Toch kijkt BAM naar mogelijkheden voor reductie.
in de totale carbon footprint van BAM. Toch liggen hier goede kansen voor de
Dit gebeurt door te bepalen welke vliegreizen daadwerkelijk noodzakelijk
reductie van de CO2-emissie. BAM onderzoekt de mogelijkheden om in de
zijn. In sommige gevallen zullen reizen per vliegtuig vervangen worden door
kantoren energiebesparing te realiseren, bijvoorbeeld door kantoren samen
reizen per trein. En in andere gevallen is reizen niet nodig door gebruik te
te voegen in BAMhuizen.
maken van videoconferencing.
V-power Op 1 juni 2007 heeft Koninklijke BAM Groep een contract met Shell Nederland getekend voor het tanken van V-Power voor de circa 6.000 lease- en bedrijfswagens van BAM in Nederland. Deze brandstof zorgt voor betere prestaties door optimale verbranding en resulteert in een lager brandstofverbruik. Hiermee wordt een besparing van circa negen procent op de CO2-emissie van het wagenpark gerealiseerd en wordt de uitstoot van zwavel beperkt.
de concurrentiepositie te verzwakken. Hierin speelt de ontwikkeling van LEAB3 een belangrijke rol. Ook wordt bekeken welke besparingen op bouwplaatsen mogelijk zijn.
3.5 Reductie van de CO2-emissie in de keten Voor het bereiken van een substantiële reductie van CO2-emissie binnen de bouw is samenwerking tussen toeleveranciers, bouwondernemingen en opdrachtgevers cruciaal. Zowel de wijze waarop de opdrachtgever zijn vraag formuleert, als het aanbod van toeleveranciers heeft invloed op de mogelijkheden voor reductie. Hieronder staan de kansen op energiebesparing per product beschreven.
Meerjarenafspraak energie-efficiëntie en modernisering van de asfaltcentrales Het Ministerie van Economische Zaken maakt afspraken met het bedrijfs leven over het effectiever en efficiënter inzetten van energie. Ook de asfaltbranche neemt deel aan die Meerjarenafspraak energie-efficiëntie. De maatregelen zijn gericht op het verbeteren van de procesefficiëntie, het beperken van het gebruik van fossiele energie, de inzet van duurzame energie en de optimalisatie van logistiek en transport. BAM Wegen is in 2007 actief geweest met de modernisering van de diverse asfaltinstallaties. Per asfaltcentrale is onder andere gekeken naar mogelijkheden voor energiebesparing. Op basis van een door zuster onderneming Tebodin uitgevoerd onderzoek naar het energiegebruik bij asfaltcentrales zijn diverse besparingsmogelijkheden geïdentificeerd. Hiervan is inmiddels een deel uitgevoerd en geïntegreerd in het productie proces, zoals het terugdringen van het aantal processtops, omdat het opnieuw opstarten van de centrale veel energie vraagt.
De markt voor woningen Van de Nederlandse woningvoorraad zijn veel woningen niet energie zuinig. Binnen deze categorie komt tachtig procent van de CO2-emissie voor rekening van huurwoningen. Om deze kwestie aan te pakken heeft de overheid besloten tot opwaardering van in ieder geval 300.000 bestaande woningen per jaar. BAM beschouwt dit gegeven als een markt met een enorm potentieel. De focus in de woningmarkt ligt echter op nieuwe woningen. Volgens de wet moeten alle nieuwe woningen een energieprestatiecoëfficiënt hebben van 0,8 en voorzien zijn van een energielabel. In 2011 wordt de norm voor de energieprestatiecoëfficiënt bijgesteld naar 0,6. BAM wil hierop vooruit lopen. In antwoord op de kansen voor energiebesparing in de woningmarkt is BAM Vastgoed betrokken bij het ontwikkelen van de Toolkit Duurzame Woningbouw.
De markt voor utilitaire gebouwen In de utiliteitsbouw liggen grote kansen voor energiebesparing bij bestaande gebouwen. Ongeveer 65.000 kantoorgebouwen in Nederland zijn aan revitalisatie toe. Naar schatting kan door deze revitalisatie de energie
Bouwplaatsen en productielocaties
besparing oplopen tot wel zestig procent. Voor nieuwe utiliteitsbouw is
Bouwplaatsen en productielocaties vormen het grootste aandeel in de
genoeg technische kennis aanwezig om energiezuinig te bouwen.
totale CO2-emissie van BAM. De oorzaak hiervoor is het aandeel van BAM
Helaas zijn in de praktijk bestaande technieken nog steeds de norm.
in asfaltcentrales. De komende periode zal worden onderzocht hoe de CO2-emissie van de asfaltcentrales kan worden gereduceerd, zonder daarbij
3 Zie kader pagina 9.
20
21 Een trend is dat steeds vaker wordt gekeken naar huurlasten. Aanleiding hiervoor is de stijgende energieprijs. Deze maakt de terugverdientijd van investeringen in duurzame systemen steeds korter, wat een toenemende motivatie van eigenaren en investeerders om energiezuinig te bouwen tot gevolg heeft. Tot slot vormt ook voor beleggers de stijgende olieprijs een reden om geen gebouwen meer in hun portefeuille te
Green-Up Tool Voor de utiliteitsbouw wordt door BAM de Green-Up Tool ontwikkeld. Om de communicatie met opdrachtgevers te ondersteunen kan met het instrument in een vroeg stadium inzicht worden gegeven in de financiële consequenties van duurzame concepten. De Green-Up Tool is een combinatie van instrumenten voor verschillende gebouwtypen binnen de utiliteitsbouw. Na het invoeren van enkele gegevens geeft de Green Up Tool
Toolkit Duurzame Woningbouw en Toolkit Duurzame Woningverbetering
een tabel met maatregelenpakketten voor verschillende duurzaamheid-
BAM Vastgoed is, samen met het ministerie van Economische Zaken en
meer investeringen, terugverdientijden, exploitatielasten en milieueffecten.
SenterNovem, de initiatiefnemer voor het ontwikkelen van de Toolkit
Vanaf juni 2008 is informatie beschikbaar over duurzame kantoren.
Duurzame Woningbouw die in 2007 is geactualiseerd. Deze toolkit is met
Later zullen Green-Up Tools beschikbaar komen voor andere doelgroepen
name bedoeld voor projectontwikkelaars van nieuwe woningen en biedt
zoals hotels, bedrijfs- en sporthallen, datacenters, retail en projecten
pakketten met samenhangende maatregelen voor duurzame woningbouw,
met gecombineerde functies.
niveaus. Per maatregel en per pakket wordt een goed beeld gegeven van
onder andere op het gebied van energie. Vanuit verschillende ambitieniveaus wordt ingegaan op de gevolgen van de keuze van een bepaalde installatie en de te gebruiken materialen. Met de concepten zijn, voor zowel grond gebonden woningen als voor gestapelde woningen, CO2-reducties van tientallen procenten mogelijk. BAM werkt, samen met andere marktpartijen, een aantal woningcorporaties en SenterNovem aan de ontwikkeling van de Toolkit Duurzame Woning verbetering. Het grote potentieel aan energiebesparing en inzet van duurzame energie is te vinden in de bestaande voorraad woningen. Vanwege de grote diversiteit zijn vele verbeterconcepten denkbaar. De Toolkit wordt een handzaam hulpmiddel voor woningcorporaties, planontwikkelaars en beleidsmakers om integraal inzicht te krijgen in de vele aspecten van duurzame renovatiemogelijkheden en besteedt expliciet aandacht aan reductie van CO2-emissie voor verschillende ambitieniveaus. De Toolkit toont bijvoorbeeld welke energiesystemen in een bepaalde context realistisch zijn en de consequenties van conceptkeuzen.
willen, die veel energie verbruiken. In reactie op deze marktontwikkeling bouwt BAM aan de Green-Up Tool. Dit is een instrument voor de verduur zaming van de utiliteitsbouw, te beginnen bij kantoren.
De markt voor autowegen Nederland heeft meer dan 135.000 kilometer wegen. De totale lengte van de Nederlandse (rijks)wegen is al enkele jaren stabiel. Toch wordt in Nederland jaarlijks ongeveer tien miljoen ton asfalt geproduceerd en verwerkt in wegen. Voor een deel wordt het asfalt gebruikt voor de verbreding van wegen, maar het grootste deel van de productie zit in het onderhoud en de vervanging van bestaande wegen. De belangrijkste opdrachtgevers voor het aanleggen, beheren en onderhouden van wegen zijn Rijkswaterstaat, provinciën, waterschappen, gemeenten en bedrijven. Voor BAM komt de nadruk steeds meer te liggen op de grotere projecten. Daarnaast verandert de verhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Steeds meer
verantwoordelijkheden verschuiven van opdrachtgever naar opdrachtnemer.
3.6 Conclusie
Dit geeft BAM de kans om meer invloed uit te oefenen op het ontwerp en
Veel opdrachtgevers in de bouwsector hebben ambities op het gebied van
de productie van de wegen. De opdrachtgever selecteert bovendien steeds
duurzaamheid. De rijksoverheid heeft als doel om in 2010 honderd procent
vaker op meer dan alleen de prijs.
duurzaam in te kopen. Om duurzaamheid en Maatschappelijk Verantwoord
Buitendienststellingen van wegen zijn steeds lastiger te realiseren,
Ondernemen een vaste plaats te geven in het bouwproces heeft
waardoor de productiesnelheid belangrijker wordt. Ook wordt bij de aanleg
Koninklijke BAM Groep in 2006 een voorstel uitgewerkt om maatschappelijke
van wegen het minimaliseren van de uitstoot van fijn stof, stikstofoxiden en
thema’s mee te nemen in de selectie- en gunningcriteria in het aanbestedings-
geluid van toenemend belang. Ondanks het feit dat sommige opdrachtgevers
proces. BAM wil in haar markt graag competitief uitgedaagd worden op het
terughoudend zijn in het toepassen van nieuwe, duurzame technieken,
gebied van de reductie van CO2-emissie en is van mening dat een werkwijze
neemt de vraag toe. BAM wil hierin koploper zijn en biedt de overheid aan om
volgens het eerder geformuleerde voorstel uitstekend past bij de realisatie van
proactief mee te denken over mogelijke innovaties in de wegenbouw.
de duurzaamheidsambities van opdrachtgevers.
De markt voor spoorwegen
Cruciaal voor de reductie van CO2-emissie in de bouwsector is samenwerking.
Het Nederlandse spoorwegennet bestaat uit ongeveer 6.500 kilometer spoor.
Uit het onderzoek naar de carbon footprint is gebleken dat de sector over
Recente nieuwbouwprojecten, zoals de Betuweroute, de Noord-Zuidlijn en
veel kennis beschikt, maar deze te weinig actief gebruikt. Verder zijn veel
de Hogesnelheidslijn krijgen veel media-aandacht, maar zijn relatief klein ten
opdrachtgevers in de sector niet op de hoogte van de kansen die de markt-
opzichte van het bestaande netwerk.
biedt voor energiebesparing. BAM spreekt daarom de ambitie uit om de
De werkzaamheden van BAM kunnen worden onderscheiden in vier onderdelen:
kennisontwikkeling in de sector te bevorderen. In een faciliterende rol wil
1. klein cyclisch onderhoud;
BAM optreden als adviseur bij vraagstukken rond het ontwikkelen van
2. groot onderhoud en vernieuwingen;
klimaatdoelstellingen of het nemen van concrete reductiemaatregelen.
3. aanpassing of uitbreiding van een deel van het netwerk;
De uitvoer van deze doelstelling krijgt vorm in de BAM CO2-desk.
4. aanleg of vernieuwing van gehele infrastructuren. De levensduur van een spoorweg varieert van gemiddeld 20 jaar voor de elektrische systemen, van 25 tot 40 jaar voor de bovenbouw tot globaal 50 jaar voor de onderbouw. Ongeveer tweederde van de projecten van BAM bestaat uit (klein) onderhoud en vernieuwingen. De opdrachtgevers voor het bouwen, vervangen, vernieuwen en onderhouden van spoorwegen zijn ProRail, de gemeentelijke vervoersbedrijven en de industrie. BAM ziet een aantal mogelijkheden voor energiebesparing in de toelevering en het gebruik van spoorwegen. BAM stelt zich proactief op om met opdrachtgevers samen te werken aan energiezuinige oplossingen en de realisatie daarvan.
Platform Energietransitie Gebouwde Omgeving (PEGO) BAM speelt een actieve rol in het Platform Energietransitie Gebouwde Omgeving (PEGO). Dit platform is een initiatief van de Nederlandse overheid. Het Platform beoogt in 2030 een energiereductie van vijftig procent te behalen in de gebouwde omgeving door toepassing van energiebesparingsmaatregelen op brede schaal en het gebruik van duurzame energie. Pieter Hameetman, innovatiemanager bij BAM Vastgoed, zit de werkgroep Innovatie voor. De werkgroep heeft zich tot doel gesteld binnen vijf jaar projecten te realiseren waarmee de CO2-emissie met 45, 60 en 80 procent kan worden teruggedrongen. Met het passiefhuis is de eerste stap van 45 procent al mogelijk.
22
23 BAM CO2-desk
• gezamenlijk nadenken over innovatieve, energiezuinige oplossingen;
Bij het uitbrengen van deze publicatie is ook de BAM CO2-desk geopend.
• advies over toepassing van selectie- en gunningscriteria op de reductie
Met de CO2-desk stelt BAM de kennis rond de reductie van CO2-emissie die
van CO2-emissie.
in het bedrijf aanwezig is, beschikbaar voor partners in het bouwproces. Doelgroepen zijn opdrachtgevers en toeleveranciers, die respectievelijk in de
Door toeleveranciers:
gebruiksfase en in de toeleverende keten de CO2-emissie in de toeleverende
• mogelijke producten die bijdragen aan verminderd energieverbruik;
keten willen reduceren. Voor de beantwoording van de vragen van
• advies over het in kaart brengen van de CO2-emissie van grondstoffen
toeleveranciers en opdrachtgevers wordt gebruikgemaakt van de expertise van een team van specialisten bij BAM. Eventueel wordt met de vragende partij een proces gestart om het antwoord gezamenlijk te vinden. De BAM CO2-desk kan
en halffabrikaten; • de wijze waarop de toeleverende markt wordt ingeschakeld op het gebied van energiebesparing (bijvoorbeeld bij selectie- en gunningscriteria);
bijvoorbeeld worden benaderd voor de volgende vragen:
• gezamenlijk nadenken over innovatieve, energiezuinige oplossingen.
Door opdrachtgevers:
De BAM CO2-desk is vanaf 25 juni 2008 bereikbaar. Opdrachtgevers
• advies over CO2-bewust of klimaatneutraal aanbesteden;
en toeleveranciers kunnen de CO2-desk inschakelen via de accountmanager
• vragen over de CO2-emissie van producten en realisatieprocessen;
of via de inkoopverantwoordelijke van BAM. Vragen kunnen ook direct
• optimalisatie bij integrale oplossingen;
worden voorgelegd aan de BAM CO2-desk via www.bamco2desk.nl.
Klimaattafel
Duurzaam inkopen
BAM is één van de partijen die met onder meer energieproducent Nuon
BAM beschikt over een professionele inkooporganisatie. Op jaarbasis
en gemeente Amsterdam de intentie heeft uitgesproken om het stedelijk
wordt voor ongeveer zeventig procent van de omzet bij leveranciers en
gebied Buiksloterham aan de noordelijke IJ-oever van Amsterdam zo
(onder)aannemers ingekocht. Koninklijke BAM Groep gaat nadrukkelijk
klimaatneutraal mogelijk te ontwikkelen. Dit gebied is nu een bedrijven-
hechte relaties aan op basis van co-makership of partnership met
terrein en moet in de komende twintig jaar uitgroeien tot een omgeving
geselecteerde partijen. De werkmaatschappijen HBG UK en Interbeton
om te wonen (circa 4.000 woningen) en te werken. Het onderzoek
lopen in Koninklijke BAM Groep voorop en hebben zich, als onderdeel van
naar de klimaatneutrale ontwikkeling van Buiksloterham is intussen
hun duurzaamheidsbeleid, concreet gecommitteerd aan het uitgangs-
afgerond. De ondertekening van de intentieovereenkomst vond plaats
punt om bouwmaterialen te kiezen met minimale schadelijke effecten
tijdens de eerste Amsterdamse ‘klimaattafel’. Met deze bijeenkomsten
voor de omgeving. Gezien de invloed van toeleveranciers op de carbon
wil de gemeente Amsterdam allianties sluiten en bedrijven aanmoedigen
footprint in de keten wordt bekeken hoe aan dit initiatief bredere invul-
milieubewuster te denken en werken.
ling gegeven kan worden.
24
25