Emissie inventaris 2013
Februari 2014
Emissie inventaris 2013
Genemuiden februari 2014 Versie 1.0 definitief
Inhoudsopgave 1 Inleiding ............................................................................................................................................... 3
1
Emissie inventaris 2013
Februari 2014
2 De organisatie ..................................................................................................................................... 4 2.1 Verantwoordelijke ...................................................................................................................... 4 3 De rapportage periode ....................................................................................................................... 4 4 Organisatorische grenzen ................................................................................................................. 5 5 Operationele grenzen ......................................................................................................................... 6 6 De directe en indirecte GHG emissies 2010 .................................................................................... 7 6.1 Onderverdeling naar kantoren en projecten .............................................................................. 9 6.2 Onderverdeling elektra............................................................................................................... 9 6.3 Onderverdeling gas .................................................................................................................... 9 6.4 Onderverdeling brandstofverbruik auto tankpas, auto privé en dieselolie ................................. 9 6.5 Verbranding biomassa ............................................................................................................. 10 6.6 GHG verwijderingen ................................................................................................................. 10 6.7 Uitzonderingen ......................................................................................................................... 10
6.8 Scope 3 analyse……………………………………………………………………………………………………………….10 7 Methoden ........................................................................................................................................... 10 8 Emissiefactoren ................................................................................................................................ 10 9 Onzekerheden ................................................................................................................................... 10
10 Verificatie……………………………………………………………………………………………………………………………….10 11 Rapportage volgens NEN-ISO 14064-1 ......................................................................................... 10
2
Emissie inventaris 2013
Februari 2014
1 Inleiding Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening heeft de overheid als belangrijke opdrachtgever. De overheid gebruikt steeds vaker de CO₂ prestatieladder als selectiecriteria bij haar leveranciers. De overheid probeert hiermee haar leveranciers uit te dagen en te stimuleren om de eigen CO₂ uitstoot te kennen en te reduceren. Sinds 16 maart 2011 heeft de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen het beheer en eigenaarschap van de CO2-Prestatieladder overgenomen van ProRail. De CO₂ prestatieladder kent 4 invalshoeken: A. Inzicht in eigen CO₂ uitstoot B. CO₂ reductie (de reductie ambities van het bedrijf) C. Transparantie ( op welke wijze het bedrijf naar buiten communiceert) D. Deelname aan initiatieven om CO₂ te reduceren Deze 4 invalshoeken zijn verdeeld in 6 verschillende niveaus, dit zijn de niveaus 0 t/m 5. In dit rapport wordt de emissie inventaris Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening weergegeven, van het jaar 2012. Dit rapport is een inventarisatie van de totale hoeveelheid uitstoot van broeikasgassen, ook wel GHG emissies (the Green House Protocol). Tevens geeft dit rapport inzicht in de herkomst van de GHG emissies, met daarin de verdeling naar directe en indirecte GHG emissies. Dit rapport is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de CO₂ prestatieladder. Het is uitgevoerd conform ISO 14064-1 Greenhouse gases part 1, paragraaf 7.3.1 van deze norm.
3
Emissie inventaris 2013
Februari 2014
2 De organisatie Wat is Nederland zonder waterbouwkundige werken? De grens van land en water vervult een belangrijke functie binnen onze natte infrastructuur. Van waterbodem tot oevers en van grote havengebieden tot de kleinste watergangen, wij voelen ons er thuis. Tebezo heeft een uitgebreide expertise opgebouwd, gericht op waterwerken aan de kust en de oeverzones van vaarwegen. Samen met overheden en andere opdrachtgevers werken we aan het realiseren, onderhouden en beheren van waterbouwkundige werken in heel Nederland. Betrouwbaar, betrokken en gedreven. Wij streven naar de best mogelijke oplossingen, die onze opdrachtgevers volledig ontzorgen. Oplossingen die gebaseerd zijn op affiniteit met de omgeving, gevoel voor kwaliteit en een brede ervaring. Maar ook op de betrokkenheid van geïnspireerde denkers en doeners, met een enorme passie voor de grenzen van land en water. Deze diep verankerde gedrevenheid maakt Tebezo al jaren tot een succesvolle, gewaardeerde partner in de Nederlandse waterbouw. Vanuit haar vestiging in Genemuiden werkt Tebezo al ruim 35 jaar aan de rijke natte infrastructuur waar Nederland trots op is. 55 ervaren vakmensen en hoogwaardig materieel maken Tebezo tot een veelzijdige partner. Van landelijke en regionale overheden tot bedrijven en particulieren: ze leggen hun projecten graag in de vertrouwde handen van Tebezo. In 2012 is door Tebezo voor € 11.714.000,00 aan omzet gegenereerd. Tebezo heeft een platte, toegankelijke organisatie, open voor vernieuwing. We hebben ruime ervaring met moderne contractvormen, van Design & Construct tot Systeemgerichte Contractbeheersing ( Systems Engineering ). Opdrachtgevers krijgen altijd een contract dat optimaal aansluit op het project. Vanzelfsprekend wordt Tebezo ook gedreven door duurzame en milieuvriendelijke oplossingen, bijvoorbeeld met gebruik van led-verlichting en zonnepanelen. Kwaliteit en veiligheid spelen binnen onze organisatie een belangrijke norm. Tebezo beheerst de volgende kwaliteit - en veiligheidsnormen: • Kwaliteit en procesbeheersing: NEN-ISO 9001 Versie 2008 • Beheer milieuaspecten en veiligheid: VCA** versie 2008/01 • Uitvoering bodemsanering: BRL SIKB 7000-7003 In 2014 worden wij gecertificeerd voor de Co2-prestatieladder, niveau 4. 2.1 Verantwoordelijke Dit rapport is opgesteld door Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening onder verantwoording van mevrouw M. Visscher (KAM-coordinator).
3 De rapportage periode De eerst emissie inventaris is over boekjaar 2012. Deze rapportage heeft betrekking op de boekjaar 2013.
4
Emissie inventaris 2013
Februari 2014
4 Organisatorische grenzen Organogram op Holding niveau 2013
K. Beens Management B.V. Genemuiden
Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening B.V. Genemuiden
Tebezo Waterbouw B.V. Genemuiden
Voor de CO2-prestatieladder worden alle genoemde ondernemingen meegenomen. In het verdere van deze documenten word echter gesproken over “Tebezo” waarbij dan de gehele groep wordt aangeduid. Een belangrijk onderdeel van de CO₂ prestatieladder is de bepaling klein, middelgroot en groot bedrijf. Deze bepaling wordt gemaakt aan de hand van de totale uitstoot van GHG emissies uit scope 1 en 2 van Tebezo In het handboek CO₂ prestatieladder 2.1 staat: De totale CO₂ uitstoot van de kantoren en bedrijfsruimten bedraagt maximaal 500 ton per jaar en de totale CO₂ uitstoot van alle bouw- plaatsen en productielocaties bedraagt maximaal 2.000 ton per jaar. De totale uitstoot GHG emissies van Tebezo over 2012 was 1096,67 ton. Voor boekjaar 2013 is dit 1102,66 ton Hiermee is bepaald dat Tebezo de bepaling krijgt “klein bedrijf”. Hier mee rekening houdend vermeld het handboek CO₂ prestatieladder 2.1 het volgende: Voor kleine bedrijven gelden de eisen 5A, 4C, 5C, 4D en 5D niet. Aan deze eisen is dan derhalve (fictief) voldaan.
5
Emissie inventaris 2013
Februari 2014
5 Operationele grenzen Om de scope duidelijk af te bakenen is gebruik gemaakt van de scope-indeling scope indeling van het Green House Protocol (GHG protocol).
Scope indeling volgens het GHG protocol Conform het GHG-protocol protocol wordt onderscheid gemaakt tussen 3 bronnen van emissies (scopes). Deze 3 bronnen kunnen onderverdeeld worden in 2 categorieën, dit zijn indirecte en directe emissies. • Scope 1: De directie emissies. De door de eigen organisatie gebruikte gassen en brandstoffen, van bijvoorbeeld machines en wagenpark • Scope 2: De indirecte emissies. Dit zijn de emissies die ontstaan zijn door de opwekking van elektriciteit en die gebruikt worden door de eigen onderneming. Volgens de CO₂ CO prestatieladder vallen en “de eigen auto zakelijk gebruikt” en “de zakelijke vliegtuig kilometers” ook onder deze scope. Het GHG protocol schrijft deze twee toe aan de scope 3. • Scope 3: De overige indirecte emissies. Deze emissies zijn een gevolg van bronnen die geen eigendom zijn jn van het bedrijf zelf. Hier vallen bijvoorbeeld onder, verkeer, productie product van aangekochte materialen zoals houten palen en stalen buispalen en transportt van de aangekochte materialen,
6
Emissie inventaris 2013
Februari 2014
Voor Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening zijn deze scopes als volgt ingevuld: Scope 1 Brandstof verbruik van het eigen wagenpark en het (varend) materieel (benzine, diesel). Verwarming van de kantoren. Scope 2 Elektriciteit verbruik op kantoor, werkplaatsen en projecten. Brandstof verbruik van zakelijke kilometers in privé auto’s. Scope 3 Brandstof verbruik woon-werk verkeer privé auto’s, houten palen, stalen buispalen
6 De directe en indirecte GHG emissies 2013 De totale directe en indirecte GHG emissies van Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening bedroegen 1.102,67 ton CO₂. Deze totale directe en indirecte GHG emissies onderverdeeld naar scope 1 & 2: Om de komende jaren een goede vergelijking te kunnen maken is gekozen om totale GHG emissies in verhouding te zetten met het aantal medewerkers en de omzet. De GHG emissies per medewerker (FTE): Per 31december 2013 bedroeg het aantal FTE’s:
20,81 ton CO₂. 53
De GHG emissies per 1 miljoen euro omzet: 83,88 ton CO₂ De omzet in miljoenen euro’s per 31 december 2013 bedroeg : 13,146 De verdeling van de emissies over de verschillende scopes wordt weergegeven in de onderstaande tabellen en grafieken. Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening
Scope 1
auto's tankpas
314,59
dieselolie
697,94
gasverbruik
Scope 2
12,55
auto’s op kilometervergoeding
45,40
elektriciteit
32,21
Totalen 1.025,09 77,61 Tabel 1: CO₂ emissies onderverdeed in scope 1 en 2 van Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening
7
Emissie inventaris 2013
Februari 2014
Co2 uitstoot in tonnen over 2013 700,00 650,00 600,00 550,00 500,00 450,00 400,00 350,00 300,00 250,00 200,00 150,00 100,00 50,00 0,00
CO2 uitstoot in procenten 1% 3% 29% Elektra Gas Auto's met tankpas
63%
Auto's op kilometervergoeding Dieselolie 4%
8
Emissie inventaris 2013
Februari 2014
6.1 Onderverdeling naar kantoren en projecten Voor Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening geldt dat 35,70% van de CO₂--uitstoot is toe te schrijven is aan het kantoor, 3,54% 4% aan de werkplaats en 60,77% 60 aan de projecten.
Onderverdeling CO2 uitstoot per afdeling projecten
Werkplaats
kantoor
36% 61%
3%
6.2 Onderverdeling elektra Het elektra verbruik, toe te schrijven aan scope sc 2, is in 2013 2,92% % van de totale CO₂-uitstoot. CO Onderverdeeld naar kantoren en werkplaats is deze 1,91% en 1,01%.
Onderverdeling elektra verbruik kantoor
werkplaats
35% 65%
6.3 Onderverdeling gas Het aardgas verbruik voor het verwarmen van het kantoor bestond voor 1,14% 1, % van het totaal CO₂-uitstoot. CO 6.4 Onderverdeling brandstofverbruik auto tankpas, auto privé en dieselolie Het brandstof verbruik wordt verdeeld over: auto tankpas 29,73%, 2 auto privé 4,29% % en dieselolie 65,97% van de totale CO₂-uitstoot uitstoot met betrekking tot brandstof. Voor de CO₂-uitstoot CO uitstoot van de groep auto privé geldt dat dit valt onder de scope 2.
9
Emissie inventaris 2013
Februari 2014
Onderverdeling brandstofverbruik Auto tankpas
Auto op kilometervergoeding
Dieselolie
30%
66% 4%
6.5 Verbranding biomassa De verbranding van biomassa vond in 2013 binnen scope 1 en 2 niet plaats bij Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening 6.6 GHG verwijderingen Broeikasverwijdering d.m.v. binding van CO₂ heeft in 2013 niet plaats gevonden bij Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening . 6.7 Uitzonderingen Vliegreizen voor zakelijke doeleinden vallen onder de CO₂ Footprint evenals het gebruik van de HSL .Door Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening zijn in 2013 geen zakelijke vliegkilometers gemaakt en is ook geen gebruik gemaakt van de HSL. In 2013 is er onderhoud gepleegd aan het airco systeem echter is deze niet bijgevuld. 6.8 Scope 3 analyse Onder scope 3 heeft Tebezo een uitstoot van 90.346,75 ton CO2 met betrekking tot de aankoop van goederen. Bij de transportbeweging om deze goederen op het project te krijgen wordt een uitstoot gerealiseerd van 173,86 ton CO2. De uitstoot die vrijkomt bij het afval is te verwaarlozen. Aan het eind van de levensduur is er nog een uitstoot van 74,87 ton CO2 voor de verwerking van het afval. 7 Methoden Voor het bepalen van de GHG emissies van Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening is gebruik gemaakt van verschillende data. Voor het verbruik van brandstof is gebruik gemaakt van de overzichten van de tankpassen. Voor het verbruik van de dieselolie is gebruik gemaakt van de facturen. Voor het verbruik van gas en elektra is gebruik gemaakt van de eindafrekening Sasdijk 15 welke begin februari is ontvangen. Voor Sasweg 13 is een eigen aanname. Het verbruik van dieselolie is onderverdeeld naar verbruik door (bestel-) auto’s, materieel op de haven, schepen en overige materieel op projecten. Al deze verbruiken zijn omgerekend naar de GHG emissies met behulp van de conversiefactoren van de CO₂ prestatieladder. 8 Emissiefactoren Voor deze emissie inventaris van de CO₂-uitstoot van Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening, zijn de verschillende emissiefactoren van de CO₂-prestatieladder 2.0 gebruikt. 9 Onzekerheden Alle resultaten moeten altijd geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge, maar op basis van de gegevens zoals in dit rapport weergegeven kunnen we stellen dat deze marges klein zijn. Er wordt gebruik gemaakt van gas, onder andere voor het verwarmen van de keet. Dit verbruik is minimaal en niet afzonderlijk inzichtelijk te maken. Deze uitstoot is derhalve niet meegenomen in deze inventaris.
10
Emissie inventaris 2013
Februari 2014
10 Verificatie Deze emissie inventaris is niet geverifieerd door een daartoe bevoegde certificerende instantie.
11 Rapportage volgens NEN-ISO 14064-1 ISO 14064-1
4.1 4.2.2 4.2.2 4.2.2 4.3.1 4.2.3 5.3.1 4.3.3 4.3.5 5.4
§ 7.3 a b c d e f g h i j k l m n o p q
Beschrijving description of the reporting organization person responsible reporting period covered Organizational boundaries Direct GHG emissions Combustion of biomass GHG removals Exclusions Indirecte GHG emissions Base year Changes of recalculations Methodologies Changes of methodologies Emissions or removal factors used uncertainties Statement in accordance with ISO 14064 Statement of describing wether this inventory hase verified
Hoofdstuk in dit rapport 2 2.1 3 4 6 6.5 6.6 6.7 6 3 3 7 6.7 8 9 10 10
11