Emissie inventaris 2012
November 2013
Emissie inventaris 2012
Genemuiden November 2013 Versie 2.0 definitief
1
Emissie inventaris 2012
November 2013
Inhoudsopgave 1 Inleiding ............................................................................................................................................... 3 2 De organisatie ..................................................................................................................................... 4 2.1 Verantwoordelijke .................................................................................................................... 4 3 De rapportage periode ....................................................................................................................... 4 4 Organisatorische grenzen ................................................................................................................. 5 5 Operationele grenzen ......................................................................................................................... 6 6 De directe en indirecte GHG emissies 2010 .................................................................................... 7 6.1 Onderverdeling naar kantoren en projecten .............................................................................. 9 6.2 Onderverdeling elektra.............................................................................................................. 9 6.3 Onderverdeling gas .................................................................................................................... 9 6.4 Onderverdeling brandstofverbruik auto tankpas, auto privé en dieselolie ................................. 9 6.5 Verbranding biomassa ............................................................................................................... 9 6.6 GHG verwijderingen ................................................................................................................. 10 6.7 Uitzonderingen ......................................................................................................................... 10 7 Methoden ........................................................................................................................................... 10 8 Emissiefactoren ................................................................................................................................ 10 9 Onzekerheden .................................................................................................................................... 10 10 Rapportage volgens NEN-ISO 14064-1 ......................................................................................... 10
2
Emissie inventaris 2012
November 2013
1 Inleiding Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening heeft de overheid als belangrijke opdrachtgever. De overheid gebruikt steeds vaker de CO₂ prestatieladder als selectiecriteria bij haar leveranciers. De overheid probeert hiermee haar leveranciers uit te dagen en te stimuleren om de eigen CO₂ uitstoot te kennen en te reduceren. Sinds 16 maart 2011 heeft de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen het beheer en eigenaarschap van de CO2-Prestatieladder overgenomen van ProRail. De CO₂ prestatieladder kent 4 invalshoeken: A. Inzicht in eigen CO₂ uitstoot B. CO₂ reductie (de reductie ambities van het bedrijf) C. Transparantie ( op welke wijze het bedrijf naar buiten communiceert) D. Deelname aan initiatieven om CO₂ te reduceren Deze 4 invalshoeken zijn verdeeld in 6 verschillende niveaus, dit zijn de niveaus 0 t/m 5. In dit rapport wordt de emissie inventaris Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening weergegeven, van het jaar 2012. Dit rapport is een inventarisatie van de totale hoeveelheid uitstoot van broeikasgassen, ook wel GHG emissies (the Green House Protocol). Tevens geeft dit rapport inzicht in de herkomst van de GHG emissies, met daarin de verdeling naar directe en indirecte GHG emissies. Dit rapport is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de CO₂ prestatieladder. Het is uitgevoerd conform ISO 14064-1 Greenhouse gases part 1, paragraaf 7.3.1 van deze norm.
3
Emissie inventaris 2012
November 2013
2 De organisatie Wat is Nederland zonder waterbouwkundige werken? De grens van land en water vervult een belangrijke functie binnen onze natte infrastructuur. Van waterbodem tot oevers en van grote havengebieden tot de kleinste watergangen, wij voelen ons er thuis. Tebezo heeft een uitgebreide expertise opgebouwd, gericht op waterwerken aan de kust en de oeverzones van vaarwegen. Samen met overheden en andere opdrachtgevers werken we aan het realiseren, onderhouden en beheren van waterbouwkundige werken in heel Nederland. Betrouwbaar, betrokken en gedreven. Wij streven naar de best mogelijke oplossingen, die onze opdrachtgevers volledig ontzorgen. Oplossingen die gebaseerd zijn op affiniteit met de omgeving, gevoel voor kwaliteit en een brede ervaring. Maar ook op de betrokkenheid van geïnspireerde denkers en doeners, met een enorme passie voor de grenzen van land en water. Deze diep verankerde gedrevenheid maakt Tebezo al jaren tot een succesvolle, gewaardeerde partner in de Nederlandse waterbouw. Vanuit haar vestiging in Genemuiden werkt Tebezo al ruim 35 jaar aan de rijke natte infrastructuur waar Nederland trots op is. 55 ervaren vakmensen en hoogwaardig materieel maken Tebezo tot een veelzijdige partner. Van landelijke en regionale overheden tot bedrijven en particulieren: ze leggen hun projecten graag in de vertrouwde handen van Tebezo. In 2012 is door Tebezo voor € 11.714.000,00 aan omzet gegenereerd. Tebezo heeft een platte, toegankelijke organisatie, open voor vernieuwing. We hebben ruime ervaring met moderne contractvormen, van Design & Construct tot Systeemgerichte Contractbeheersing ( Systems Engineering ). Opdrachtgevers krijgen altijd een contract dat optimaal aansluit op het project. Vanzelfsprekend wordt Tebezo ook gedreven door duurzame en milieuvriendelijke oplossingen, bijvoorbeeld met gebruik van led-verlichting en zonnepanelen. Kwaliteit en veiligheid spelen binnen onze organisatie een belangrijke norm. Tebezo beheerst de volgende kwaliteit - en veiligheidsnormen: • Kwaliteit en procesbeheersing: NEN-ISO 9001 Versie 2008 • Beheer milieuaspecten en veiligheid: VCA** versie 2008/01 • Uitvoering bodemsanering: BRL SIKB 7000-7003 In 2013 worden wij gecertificeerd voor de Co2-prestatieladder, niveau 4. 2.1 Verantwoordelijke Dit rapport is opgesteld door Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening onder verantwoording van mevrouw M. Visscher (KAM-coordinator).
3 De rapportage periode Deze inventaris, van de GHG emissies voor Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening, is dit jaar voor het eerst uitgevoerd. Er zijn daarom geen gegevens beschikbaar die ouder zijn dan uit 2012. Deze meting kan beschouwd worden als nul-meting. Het boekjaar 2012 van Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening loopt van 01-01- 2012 tot 31-122012.
4
Emissie inventaris 2012
November 2013
4 Organisatorische grenzen Organogram op Holding niveau 2012
K. Beens Management B.V. Genemuiden
B.V. Aannemersbedrijf Tebezo Genemuiden
Tebezo Waterbouw B.V. Rotterdam
Voor de CO2-prestatieladder beperken wij ons tot B.V. Aannemersbedrijf Tebezo te Genemuiden.
5
Emissie inventaris 2012
November 2013
5 Operationele grenzen Om de scope duidelijk af te bakenen is gebruik gemaakt van de scope-indeling van het Green House Protocol (GHG protocol).
Scope indeling volgens het GHG protocol Conform het GHG-protocol wordt onderscheid gemaakt tussen 3 bronnen van emissies (scopes). Deze 3 bronnen kunnen onderverdeeld worden in 2 categorieën, dit zijn indirecte en directe emissies. Scope 1: De directie emissies. De door de eigen organisatie gebruikte gassen en brandstoffen, van bijvoorbeeld machines en wagenpark Scope 2: De indirecte emissies. Dit zijn de emissies die ontstaan zijn door de opwekking van elektriciteit en die gebruikt worden door de eigen onderneming. Volgens de CO₂ prestatieladder vallen “de eigen auto zakelijk gebruikt” en “de zakelijke vliegtuig kilometers” ook onder deze scope. Het GHG protocol schrijft deze twee toe aan de scope 3. Scope 3: De overige indirecte emissies. Deze emissies zijn een gevolg van bronnen die geen eigendom zijn van het bedrijf zelf. Hier vallen bijvoorbeeld onder, verkeer, productie van aangekochte materialen en transport van de aangekochte materialen.
6
Emissie inventaris 2012
November 2013
Voor Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening zijn deze scopes als volgt ingevuld: Scope 1 Brandstof verbruik van het eigen wagenpark en het (varend) materieel (benzine, diesel). Verwarming van de kantoren. Scope 2 Elektriciteit verbruik op kantoor, werkplaatsen en projecten. Brandstof verbruik van zakelijke kilometers in privé auto’s. Scope 3 Brandstof verbruik woon-werk verkeer privé auto’s
6 De directe en indirecte GHG emissies 2012 De totale directe en indirecte GHG emissies van Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening bedroegen 1.096,67 ton CO₂. Deze totale directe en indirecte GHG emissies onderverdeeld naar scope 1 & 2: Om de komende jaren een goede vergelijking te kunnen maken is gekozen om totale GHG emissies in verhouding te zetten met het aantal medewerkers en de omzet. De GHG emissies per medewerker (FTE): De GHG emissies per 1 miljoen euro omzet:
19,94 ton CO₂. 93,73 ton CO₂
De verdeling van de emissies over de verschillende scopes wordt weergegeven in de onderstaande tabellen en grafieken. Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening
Scope 1
auto's tankpas
290,56
dieselolie
731,47
gasverbruik
Scope 2
7,37
auto’s op kilometervergoeding
37,38
elektriciteit
29,89
Totalen 1.029,40 67,27 Tabel 1: CO₂ emissies onderverdeed in scope 1 en 2 van Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening
7
Emissie inventaris 2012
November 2013
Co2 uitstoot in tonnen over 2012 750,00 700,00 650,00 600,00 550,00 500,00 450,00 400,00 350,00 300,00 250,00 200,00 150,00 100,00 50,00 0,00
CO2 uitstoot in procenten 3%
Elektra
1%
Gas
26%
Auto's met tankpas 67% 3%
Auto's op kilometervergoeding Dieselolie
8
Emissie inventaris 2012
November 2013
6.1 Onderverdeling naar kantoren en projecten Voor Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening geldt dat 32,18% van de CO₂-uitstoot is toe te schrijven is aan het kantoor, 2,52% aan de werkplaats en 65,30% aan de projecten.
Onderverdeling CO2 uitstoot per afdeling projecten
Werkplaats
kantoor
32% 3%
65%
6.2 Onderverdeling elektra Het elektra verbruik, toe te schrijven aan scope 2, is in 2012 2,72% van de totale CO₂-uitstoot. Onderverdeeld naar kantoren en werkplaats is deze 1,60% en 1,12%.
Onderverdeling elektra verbruik kantoor 41%
werkplaats
59%
6.3 Onderverdeling gas Het aardgas verbruik voor het verwarmen van het kantoor bestond voor 0,67% van het totaal CO₂-uitstoot. 6.4 Onderverdeling brandstofverbruik auto tankpas, auto privé en dieselolie Het brandstof verbruik verdeeld over: auto tankpas 26,49%, auto privé 3,41% en dieselolie 66,70% van de totale CO₂-uitstoot. Voor de CO₂-uitstoot van de groep auto privé geldt dat dit valt onder de scope 2.
Onderverdeling brandstofverbruik Auto tankpas
Auto op kilometervergoeding
Dieselolie
27% 69%
4%
6.5 Verbranding biomassa De verbranding van biomassa vond in 2012 binnen scope 1 en 2 niet plaats bij Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening
9
Emissie inventaris 2012
November 2013
6.6 GHG verwijderingen Broeikasverwijdering d.m.v. binding van CO₂ heeft niet plaats gevonden bij Tebezo Waterbouw & Nautische Dienstverlening in het basisjaar 2012. 6.7 Uitzonderingen Vliegreizen voor zakelijke doeleinden vallen onder de CO₂ Footprint evenals het gebruik van de HSL .Door Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening zijn in 2012 geen zakelijke vliegkilometers gemaakt en is ook geen gebruik gemaakt van de HSL. In 2012 is er geen onderhoud gepleegd aan het airco systeem en is deze niet bijgevuld. 7 Methoden Voor het bepalen van de GHG emissies van Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening is gebruik gemaakt van verschillende data. Voor het verbruik van brandstof is gebruik gemaakt van de overzichten van de tankpassen. Voor het verbruik van de dieselolie is gebruik gemaakt van de facturen. Voor het verbruik van gas en elektra is gebruik gemaakt van eind afrekeningen. Deze eindafrekeningen hebben betrekking op de periode 31-08-2011 tot en met 31-08-2012. Het verbruik van dieselolie is onderverdeeld naar verbruik door (bestel-) auto’s, materieel op de haven, schepen en overige materieel op projecten. Al deze verbruiken zijn omgerekend naar de GHG emissies met behulp van de conversiefactoren van de CO₂ prestatieladder. 8 Emissiefactoren Voor deze emissie inventaris van de CO₂-uitstoot van Tebezo Waterbouw & Nautische dienstverlening, zijn de verschillende emissiefactoren van de CO₂-prestatieladder 2.0 gebruikt. 9 Onzekerheden Alle resultaten moeten altijd geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge, maar op basis van de gegevens zoals in dit rapport weergegeven kunnen we stellen dat deze marges klein zijn. 10 Rapportage volgens NEN-ISO 14064-1 ISO 14064-1
4.1 4.2.2 4.2.2 4.2.2 4.3.1 4.2.3 5.3.1 4.3.3 4.3.5 5.4
§ 7.3 a b c d e f g h i j k l m n o p
Beschrijving description of the reporting organization person responsible reporting period covered Organizational boundaries Direct GHG emissions Combustion of biomass GHG removals Exclusions Indirecte GHG emissions Base year Changes of recalculations Methodologies Changes of methodologies Emissions or removal factors used uncertainties Statement in accordance with ISO 14064
Hoofdstuk in dit rapport 2 2.1 3 4 6 6.5 6.6 6.7 6 3 3 7 6.7 8 9 10
10
Communicatieplan 2013
November 2013
Communicatieplan 2013
Communicatieplan 2013
Genemuiden November 2013 Versie 1.0 definitief
xcvZXCVxvcxbv
1
Communicatieplan 2013
November 2013
Communicatieplan Tebezo CO2 prestatieladder In dit communicatieplan wordt weergegeven hoe Tebezo de communicatie richting haar stakeholders uitvoert wat betreft de CO2 prestatieladder. Dit communicatieplan is opgedeeld in twee delen, namelijk de interne communicatie en de externe communicatie.
Communicatieplan extern Tebezo zal continu communiceren via de website. De informatie is te vinden onder het onderdeel MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen). De relevante documenten worden minimaal 2 keer per jaar gepubliceerd op de website, zodat onze externe belanghebbenden kennis kunnen nemen van het energiebeleid, de reductiedoelstellingen, de maatregelen en de status van de doelstellingen. Tevens zal gecommuniceerd worden over het huidig energieverbruik en trends binnen het bedrijf en de projecten. Zo blijven onze opdrachtgevers en andere relaties op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen. De externe belanghebbenden zijn bepaald in het document “inventarisatie stakeholders”. Hieronder is in de tabel weergegeven op welke manier de communicatie plaats vindt en hoe de belanghebbende worden geïnformeerd. Tevens is opgenomen wie verantwoordelijk is voor welke communicatie.
Communicatieplan Intern Tebezo zal minimaal 2 keer per jaar communiceren met medewerkers van Tebezo via de interne nieuwsbrief, over haar energiebeleid, de reductiedoelstellingen, de maatregelen en de status van de doelstellingen. Tevens over het huidig energieverbruik, de mogelijkheden van individuele bijdrage en trends binnen het bedrijf en de projecten. Ook zal over deze zaken in een toolbox-bijeenkomst (minimaal 1x per jaar) en in overlegsituaties gecommuniceerd worden. Deze communicatie zal uitgevoerd worden door verschillende medewerkers binnen de organisatie. In dit document is een overzicht opgenomen waarin dit per doelgroep wordt weergegeven. De interne belanghebbenden zijn bepaald in het document “inventarisatie stakeholders”. In de tabel hieronder wordt weergegeven op welke manier met de medewerkers wordt gecommuniceerd. De volgende middelen worden ingezet, de nieuwsbrief, de website, de toolbox en vergadering/overleg. (MT 2x per jaar; uitvoerders minimaal 1x per jaar)
2
Communicatieplan 2013
Stakeholders Opdrachtgevers
Communicatie vorm
Rijkswaterstaat
website
Provincies
website
Business to Business
website
Gemeenten
website
Waterschappen
website
Havenbedrijven
website
Overheden Overheid
November 2013
Boodschap
Wie
Doelstellingen, activiteiten, status Doelstellingen, activiteiten, status Doelstelling, activiteiten, status. Doelstelling, activiteiten, status. Doelstellingen, activiteiten, status Doelstelling, activiteiten, status.
KBE
Website
Doelstellingen
KBE
Provincies
Website
Doelstellingen
KBE
Gemeenten
Website
Doelstellingen
KBE
Waterschappen
Website
Doelstellingen
KBE
Inspectie V&W
Website
Doelstellingen
KBE
Website, werkplekinspectie evt.
Doelstellingen, status
Collega aannemers ZZP-ers
Website.
Doelstelling, activiteiten, status, participatie. Doelstellingen, activiteiten.
KBE EDU KBE
Toeleveranciers hoofdmaterialen
Website.
Doelstellingen, activiteiten, status.
KBE
Branche-org landelijk
Website.
KBE
Ondernemers organisatie(s) regionaal Onderwijs Instellingen (Jacht)havens
Website
Doelstelling, activiteiten, status, participatie. Doelstelling , status.
Website
Doelstelling, status.
KBE
Website
Doelstelling, status.
KBE
Certificerende Instanties
Website
Doelstelling, status.
KBE
Uitzend-bureau’s
Website
Doelstelling, status.
KBE
Professionele relaties Onderaannemers.
Website.
Leveranciers Diensten Grondstoffen (hout/staal)
KBE KBE KBE KBE KBE
MVI
KBE
KBE Website
Doelstelling, status.
KBE KBE
3
Communicatieplan 2013
Stakeholders Leveranciers overige materialen. Algemeen publiek
Communicatie vorm Website
November 2013
Boodschap Doelstellingen, status
Wie KBE
Gemeente Zwartewaterland
website
Doelstellingen, status
KBE
Scheepvaart verkeer Nederland Om/aan-wonenden projectlocaties
website
Doelstelling, status
KBE
Website, extra info indien bij project noodzakelijk/passend.
Doelstellingen, status
KBE EDU
Website.
Doelstellingen, status.
KBE
Website en persoonlijk.
Doelstellingen, activiteiten, status
KBE
Website. Artikel ivm certificering ? Website./ Artikel ivm certificering ?
Doelstelling, activiteiten, status. Doelstelling, activiteiten, status.
KBE MVI KBE MVI
Financiële instellingen Banken
Website
Doelstellingen
KBE
Verzekeringen
Website
Doelstellingen
KBE
Werknemers Medewerkers uitvoerend
Nieuwsbrief, website, toolbox.
Doelstellingen, activiteiten, status, participatie.
MVI
Nieuwsbrief, website, toolbox,
Doelstellingen, activiteiten, status, participatie. Doelstellingen, activiteiten, status, participatie.
MVI
Concurrentie Concurrenten Strategische samenwerkings verbanden Strategische samenwerkingsverbanden Media Media lokaal Media ZW Ned
Medewerkers kantoor Leidinggevenden
Nieuwsbrief, website, toolbox, overleg/vergadering.
MVI
4
Energie Actieplan 2013
November 2013
Energie Actieplan 2013
1 Dit document zal minimaal 2 keer per jaar beoordeeld en aangepast worden.
Energie Actieplan 2013
November 2013
Scope 1 Maatregel
verantwoordelijke
Chippen bussen
CR
Start/Stop systeem kranen
KB
Benodigde middelen
Start datum
Verwachte reductie
01-102013
5,2 ton CO2 (op basis van 3 autobussen)
01-01-14
Onbekend, gaan we onderzoeken
Totalen
Controle verandering
Bron
Huidige status
Brandstof verbruik
Eigen berekeningen (toevoegen)
Brandstof verbruik
Facturen gasolie
Bus BL is gechipt, JM niet. Voor 01-04-2013 worden nog 2 autobussen gechipt.
Huidige gemeten reductie
12,4% verbetering op verbruik Vito
KB zal de mogelijkheden voor een eventueel systeem onderzoeken en een afweging maken tussen de kosten en de besparing daardoor.
Verwachte datum gereed
01-04-2014
01-04-2014 (onderzoek gereed)
5,2 ton CO2
Scope 2 Maatregel
Overstappen op windenergie
LED verlichting installeren in kantoorpand
verantwoordelijke
AP
CR
Benodigde middelen
Geen
Led-lampen en aanverwante zaken
Start datum
Verwachte reductie
01-012014
28 ton CO2
01-012014
1,43 ton CO2
Totalen
Controle verandering
Bron
Huidige status
Afrekening Energieafrekening
Afrekening
Energieafrekening
Huidige gemeten reductie
AP onderzoekt de mogelijkheden m.b..t ons huidige contract en leverancier
Verwachte datum gereed
31-03-2014
CR zal met OS de aanpassingen inventariseren en laten uitvoeren
31-12-2014
29,43 ton CO2
Scope 3 Maatregel
verantwoordelijke
Gebruikt hout inzetten
KB
Gebruikte buispalen inzetten
KB
Totaal
Benodigde middelen
Start datum
Verwachte reductie
Controle verandering
Bron
0,1373 ton per ton houten palen. De doelstelling is om dit in 40% van de projecten toe te passen. Tov 2012 derhalve een verwachte reductie van 277,95 ton CO2 3,947 ton per ton stalen buispalen. De doelstelling is om dit in 40% van de projecten toe te passen. Tov 2012 derhalve een verwachte reductie van 236,14 ton CO2
Huidige status
Ketenanalyse
Ketenanelyse
Huidige gemeten reductie
Verwachte datum gereed
Bij projecten waar dit mogelijk is en waar gebruikt materiaal beschikbaar is wordt hergebruik als alternatief voorgesteld.
Bij projecten waar dit mogelijk is en waar gebruikt materiaal beschikbaar is wordt hergebruik als alternatief voorgesteld.
514 ton CO2
2 Dit document zal minimaal 2 keer per jaar beoordeeld en aangepast worden.
Energie Actieplan 2013
November 2013
Samenvatting reductiedoelstellingen: CO2 emissie 2012
Scope 1
1029,4
Scope 2
67,27
TOTAAL
1096,7
Scope 3
CO2 emissie 2013 (op basis van gegevens 1e half jaar. 1088,8
Reductiedoelstelling 2014 Reductie in ton CO2
Reductiedoelstelling in percentage van de scope.
5,2
0,47 %
92,7
29,4
31%
1181,5
34,6
2,9 %
514,0
Toelichting maatregelen EN overige activiteiten:
Om de reductie in scope 1 te vergroten, wordt op korte termijn onderzocht hoe een reductie kan worden gerealiseerd op de kranen, bijvoorbeeld met een start-stop-systeem. Tevens zal in 2014 onderzocht worden of reductie mogelijk is op de schepen en met welke maatregelen, en zo ja, hoe we dit op een correcte wijze kunnen meten en monitoren. In toolbox-bijeenkomsten en werkoverleg zal regelmatig worden besproken dat alle motoren zoveel mogelijk stil gezet worden bij pauzes, stilstand etc. Dit geldt met name voor de kranen, schepen, aggregaten, auto’s en autobussen. In toolbox bijeenkomsten en werkoverleg zal worden besproken dat de juiste bandenspanning, de juiste belading en ‘bewust rijden’ (het nieuwe rijden) positief doorwerken in de CO2 reductie en dat we verwachten dat iedereen hierbij zijn bijdragen zal leveren. We overwegen om 1 of meerdere chauffeurs de cursus het Nieuwe Rijden te laten volgen en deze te monitoren. Tebezo zal actief deelnemen aan video-conferencing, waardoor het aantal zakelijke kilometers zal verminderen en tevens de CO2 emissie.
3 Dit document zal minimaal 2 keer per jaar beoordeeld en aangepast worden.
Ketenanalyse houten palen 2013
November 2013
Ketenanalyse houten palen 2013
Genemuiden November 2013 Versie 1.0 definitief
1
Ketenanalyse houten palen 2013
November 2013
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 2 2.1 2.2 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 4 5 6 7
Inleiding Doel van dit document Leeswijzer De CO2-prestatieladder Scopes Niveaus en invalshoeken Beschrijving van de waardeketen Hout Exploitatie van productiebossen Transport Houtzagerij Houthandel Walbeschoeiing Schematisering waardeketen Hout Identificeren van de partners in de waardeketen Kwantificeren van de CO2-emissie Conclusie Bronvermelding
3 3 3 4 4 5 6 6 6 6 6 6 7 7 8 8 9 9
2
Ketenanalyse houten palen 2013
November 2013
1 Inleiding 1.1 Doel van dit document Om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de mondiale vermindering van de CO 2-uitstoot heeft Tebezo Waterbouw en Nautische Dienstverlening B.V. (hierna, Tebezo) de wens om eind 2013 op niveau 4 van de CO2 prestatieladder te staan. Onderdeel van niveau 4 van de CO2-prestatieladder is het in kaart brengen van de scope-3 emissies van de organisatie. Scope 3-emissies ontstaan bij de productie van producten en de levering van diensten, die door de organisatie worden ingekocht. Het Greenhouse Gas (GHG) Protocol van de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) en de World Resources Institute (WRI) beschrijft een methodiek om de scope 3-emissies van een organisatie in kaart te brengen. Toepassing van deze methodiek wordt door de CO2-prestatieladder geëist. De methodiek bestaat uit vier stappen: 1. 2. 3. 4.
Het in hoofdlijnen in kaart brengen van de waardeketen; het bepalen van de relevante scope 3-emissiebronnen; het identificeren van de partners in het kader van de waardeketen; het kwantificeren van de data, vallende binnen de grenzen van scope 3.
In dit document worden, overeenkomstig de methodiek, de relevante scope 3-emissies bepaald die een gevolg zijn van de inkoop van houten palen van Noord-Europees naaldhout door Tebezo ten behoeve van het aanbrengen van walbeschoeiingen. 1.2 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt eerst een samenvatting gegeven van de CO2-prestatieladder. Hoofdstuk 3 gaat in op de afweging welke waardeketens binnen Tebezo geanalyseerd zullen worden. In dit hoofdstuk worden de gemaakt keuzes gemotiveerd. Hoofdstuk 4 beschrijft de waardeketen van hout, van productiebos tot en met de eindgebruiker. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de relevante emissiebronnen in de keten. Welke bronnen dragen aanzienlijk bij aan de totale CO2-emissie van de waardeketen. Daarbij wordt tevens stilgestaan bij de mate van beïnvloeding door Tebezo op de CO 2-emissies van derden. In hoofdstuk 6 wordt een opsomming gegeven van de verschillende partijen in de waardeketen. In hoofdstuk 7 worden de emissies waar mogelijk gekwantificeerd, waarna in hoofdstuk 8 conclusies worden getrokken uit de uitgevoerde ketenanalyse.
3
Ketenanalyse houten palen 2013
November 2013
2 De CO2-prestatieladder 2.1 Scopes De CO2-prestatieladder is grotendeels gebaseerd op het Greenhouse Gas (GHG) Protocol van de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) en de World Resources Institute (WRI). Het GHG-protocol verdeelt de uitstoot van broeikasgassen in drie scopes op basis van de plaats waar de gassen worden uitgestoten. De CO2-prestatieladder heeft de scopes overgenomen, maar heeft de invulling ervan enigszins aangepast. Hieronder volgen de definities van de scopes. Scope 1: directe emissies Emissies die binnen de eigen organisatie ontstaan als gevolg van haar activiteiten, zoals emissies door de verbranding van brandstoffen in installaties, machines en eigen vervoermiddelen. Scope 2: indirecte emissies Emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit die de organisatie gebruikt, zoals emissies door centrales die deze elektriciteit leveren. In tegenstelling tot het GHG-protocol rekent de CO2-prestatieladder ‘zakelijke vliegreizen’ (Business air travel) en ‘gebruik van privé-auto’s voor zakelijke reizen’ (Personal cars for business travel) tot scope 2. Scope 3: indirecte emissies Emissies die het gevolg zijn van de activiteiten van de organisatie, maar die voortkomen uit bronnen waarvan de organisatie noch eigenaar, noch beheerder is. Voorbeelden zijn emissies bij de productie van ingekochte materialen, de verwerking van het bedrijfsafval en het gebruik van het door de organisatie geleverde product, dienst of levering. In de volgende figuur wordt de invulling van de scopes, zoals dat door de CO 2prestatieladder is uitgevoerd, grafisch inzichtelijk gemaakt.
Figuur 1: Scopediagram
4
Ketenanalyse houten palen 2013
November 2013
2.2 Niveaus en invalshoeken De CO2-prestatieladder heeft zes treden, opklimmend van 0 naar 5, die ‘niveaus’ worden genoemd. Per niveau is een vaste set van eisen gedefinieerd. Deze eisen komen voort uit vier invalshoeken, elk met een eigen weegfactor. De vier invalshoeken met bijbehorende weegfactor zijn: Invalshoek Weegfactor A Inzicht 40% B Reductie (ambitie) van CO2-emissie 30% C Transparantie (intern en extern) 20% D Participatie in CO2-initiatieven 10% De plaats van een organisatie op de ladder wordt bepaald door het hoogste niveau waarop de organisatie aan de eisen voldoet. Keuze ketenanalyses Vanuit de, door Tebezo uitgevoerde, scope 3 analyse is een top zes ontstaan met hoogste CO2 uitstoot. Deze top 6 bestaat uit de volgende producten: -
Houten palen Stalen damwand Dekplanken Stortsteen Houten gordingen Stalen buispalen.
Om in aanmerking te komen voor een ketenanalyse zijn een vijftal punten van belang, namelijk: * Relevantie * Mogelijkheden voor kostenbesparing * Het voorhanden zijn van betrouwbare informatie * Potentiële reductiebronnen * Beïnvloedingsmogelijkheden.
Tijdens de scope 3 analyse is de keuze gemaakt om de keten van houten palen verder te gaan analyseren. Wat verder in dit document beschreven zal worden.
5
Ketenanalyse houten palen 2013
November 2013
3 Beschrijving van de waardeketen 3.1 Hout Hout vormt het binnenste deel van de stam van bomen. Het wordt voor vele nuttige doelen gebruikt. Het is een belangrijke grondstof voor diverse bouw-gerelateerde toepassingen. Daarnaast is hout de grondstof voor papier en kan het als brandstof worden gebruikt.
3.2 Exploitatie van productiebossen Het hout dat nodig is voor het maken van houtproducten wordt onttrokken uit bossen. Om ontbossing tegen te gaan, worden hiervoor productiebossen of houtakkers aangeplant. Dergelijke bossen kunnen gedurende enkele jaren groeien totdat de bomen geschikt zijn om er de gewenste houtproducten mee te kunnen maken. Bij productiebossen staat de productie van hout voorop, de ecologische waarde is hieraan ondergeschikt. Door het omzagen of omhakken van bomen worden bomen geveld. De oogst vindt tegenwoordig het hele jaar door plaats. Het vellen van bomen vormt een onderdeel van gestructureerde houtkap. Houtkap vindt machinaal plaats met behulp van speciale bosbouwmachines, die de boomstammen beetpakken, bij de voet afzagen en tegelijkertijd automatisch takvrij strippen en op lengte afkorten. 3.3 Transport De op lengte afgekorte boomstammen worden per as over onverharde boswegen vervoerd naar verzamelplaatsen waar ze worden overgeladen op vrachtwagens. Deze vervoeren de boomstammen verder naar de zagerijen. 3.4 Houtzagerij In de zagerij worden de boomstammen gezaagd en/of geschaafd tot standaard handelsmaten en klantspecifieke afmetingen. De boomstammen worden bij binnenkomst gemeten en op kwaliteit en diameter gesorteerd, waarna het wordt opgeslagen. Vóór het zagen worden de boomstammen ontschorst. De schors verbrandt men voor de eigen energievoorziening van zagerij of droogkamers. Afhankelijk van kwaliteit, diameter en type zagerij stelt de zager het zaagprogramma vast. Er wordt voornamelijk gewerkt met in lijn opgestelde bandzagen. Deze delen het vervolgens op in handelsmaten.
Na het zagen wordt het hout per afmeting opgeslagen en aan de lucht of in droogovens gedroogd. Daarna volgt kwaliteitssortering en het samenstellen van pakketten voor transport naar de eindbestemming. Het afval dat bij het zagen ontstaat, kan worden gebruikt bij de fabricage van houtplaten of andere van hout afgeleide producten.
3.5 Houthandel Houthandelaren importeren het hout vanuit Noord-Europa naar Nederland. Eventueel via tussenhandelaren komen de houtproducten uiteindelijk bij de houtverwerkende bedrijven terecht.
6
Ketenanalyse houten palen 2013
November 2013
3.6 Walbeschoeiing
De basis van een walbeschoeiing bestaat meestal uit een rondhoutpaal. Hiervoor wordt vaak de houtsoort Lariks toegepast. Deze palen komen veelal uit Noord-Europese bossen vanwege de kwaliteit van de palen. De Noord Europese bossen liggen meest op een hoger niveau. Dit in combinatie met het klimaat wat daar heerst zorgt er voor dat de levensduur van palen uit de omgeving hoger ligt dan hout van elders. De uitstoot die vrijkomt bij het aanbrengen van de walbeschoeiing valt binnen de uitstoot onder scope 1 & 2 3.7 Schematisering waardeketen Hout Onderstaande figuur geeft de waardeketen van hout schematisch weer. In de daaropvolgende tabel wordt nader ingegaan op de CO2-emissie bij elke stap in de keten.
C O 2
C O 2
Natuurlijke grondstof
Transport uit het bos
C O 2
Houtzagerij/bewerking
C O 2
Transport
C O 2
Tussenhandel
C O 2
Transport
Hout Beschrijving van de milieueffecten bij de verschillende ketenstappen 1
2 3
4 5 6
Voor het laten groeien van bomen in een productiebos hoeven geen grondstoffen te worden onttrokken aan de aarde. Dit betekent niet dat bosbouw geen milieueffecten heeft. Bij de productie van hout wordt CO2 onttrokken aan de atmosfeer, dit bedraagt ongeveer 2,0 ton / 1 ton hout (Europees naaldhout) Europees naaldhout wordt per as vervoerd naar de zagerijen, dit geeft een CO2 belasting van 110 gr/tonkm. Hout moet worden gezaagd en gedroogd. Het zagen geeft een CO2 uitstoot als gevolg van het gebruik van elektrische energie. Het drogen van het hout vergt veel energie en geeft daarmee een relatief grote CO2 uitstoot, circa 500 gr/ton. Het gezaagde hout wordt per as naar Nederland vervoerd. Dit geeft een CO2 belasting van 110 gr/ton/km. Tussenhandel zal geen verdere bewerkingen meer doen aan het hout, dit betreft enkel intern transport en opslag, met een relatief lage CO 2 emissie Vervoer van het hout naar onze projectlocatie gaat per as, dit geeft een CO2 belasting van 110 kg/ton/km
7
Ketenanalyse houten palen 2013
November 2013
4 Identificeren van de partners in de waardeketen Binnen de waardeketen van hout zijn verschillende partijen te onderscheiden die bijdragen aan de totale CO2-uitstoot van hout. Onderstaande, niet-uitputtelijke, lijst geeft een overzicht van te onderscheiden partijen: • • • • • •
exploitant productiebos houttransporteur houtzagerij houtimporteur / -handel bouwbedrijf eindgebruiker
5 Kwantificeren van de CO2-emissie Uit de visualisatie van het productieproces van hout blijkt dat er op een groot aantal punten CO2-emissies optreden. Per emissie wordt er in de onderstaande tabel aangegeven een kwalificatie alsmede of wij als Tebezo deze emissie positief kunnen beïnvloeden. Uitgangspunt in de berekening is een jaarlijks houtverbruik ter grootte van 5.061 ton door Tebezo Procesnummer CO2-uitstoot / ton 1, aanwas hout 5061 * -2,0 = -10.122 ton beschouwing worden gelaten daar de prestatieladder dit niet toestaat. (bron: Timmer aan minder Klimaatverandering, pagina 12) 2, div. transport km per vrachtwagen (bron: handboek SKAO)
Deze berekening zal verder buiten
400 *5061 * 110 g/tonkm = 222,68 ton CO2 Transportafstand gemiddeld 400
3, houtzagerij /-bewerking niet van toepassing CO2 emissie komt uit zaagafval (bron: Bomen over Lariks, het houtblad november) 4 transport naar tussenhandel 1030*5061* 110 g/tonkm = 573,41 ton CO2 Transport per as, afstand vanuit Tsjechie is ca. 1.000 km Totaal 222,68+573,41 = 796,09 ton CO2. (bron: handboek SKAO)
5.061 ton houtgebruik geeft een scope 3 uitstoot van circa 796 ton CO2. Per ton hout resulteert dit in een CO2 uitstoot van 0,1572 ton.
8
Ketenanalyse houten palen 2013
November 2013
6 Conclusie
Tebezo heeft in 2013 ongeveer 5.061 ton hout verbruikt. In deze hoeveelheid hout is 2,0 * 5.061 = 10.122 ton CO2 opgeslagen maar de prestatieladder staat niet toe deze waarde te gebruiken. Voordat het hout echter wordt toegepast, moet dit eerst een aantal processen doorlopen. Allereerst het kappen en het transporteren van het hout naar de zagerij. Na het zagen wordt het hout gedroogd. Zagerijen gebruiken voor het drogen van hout in hun verbrandingsovens het zaagafval. Bij het drogen komt dus wel CO 2 vrij, maar omdat dit niet uit fossiele brandstoffen afkomstig is, wordt dit niet meegeteld. De palen worden vervolgens getransporteerd naar Nederland, alwaar de tussenhandel dit verder distribueert. Al deze processen hebben CO2 emissies. Door hergebruik van houten palen kunnen de huidige bossen langer in takt blijven en zo bijdragen aan het opslaan van CO2 en behoeft er geen nieuw bos te worden gekapt. CO2 wordt bespaard doordat de transportbewegingen niet meer of in ieder geval in mindere mate nodig zijn. Bij hergebruik komt er alleen extra Co2 vrij bij het trekken van de reeds bestaande palen en een stukje transport van de projectlocatie naar de opslag en later naar de nieuwe projectlocatie. Voor het trekken van bestaande palen wordt, bij deze hoeveelheid, 75 ton CO 2 uitgestoten. Voor de transport naar de tussenopslag wordt 27 ton CO2 uitgestoten, in totaliteit dus 102 ton CO2. Door hergebruik van houten palen kan dus een CO2 besparing gerealiseerd worden van 695 ton CO2 bij een totaal verbruik van 5.061 ton hout. Per ton houtverbruik kan derhalve een besparing worden gerealiseerd van 0,1373 ton.
9
Ketenanalyse houten palen 2013
November 2013
7 Bronvermelding Bij het opstellen van dit document is gebruik gemaakt van de onderstaande bronnen: 1) website www.centrum-hout.nl 2) website www.houtinfo.nl 3) Bomen over Lariks, Het houtblad november 2001 4) Timmer aan minder Klimaatverandering, gebruik hout ! http://www.cei-bois.org 5)Handboek CO2 prestatieladder SKAO
10
Ketenanalyse stalen buispalen 2013
November 2013
Ketenanalyse stalen buispalen 2013
Genemuiden November 2013 Versie 1.0 definitief
\1
Ketenanalyse stalen buispalen 2013
November 2013
Inhoudsopgave 1
Inleiding 1.1
2 2.1 2.2 3 3.1 3.2 4 5 6 7
Leeswijzer De CO2-prestatieladder Scopes Niveaus en invalshoeken Beschrijving van de waardeketen Stalen buispalen Schematisering waardeketen Stalen buispalen Identificeren van de partners in de waardeketen Kwantificeren van de CO2-emissie Conclusie Bronvermelding
3 3 4 4 5 6 6 7 8 8 9 10
\2
Ketenanalyse stalen buispalen 2013
November 2013
1 Inleiding 1.1 Doel van dit document Om een wezenlijke bijdrage te leveren aan de mondiale vermindering van de CO2-uitstoot heeft Tebezo Waterbouw en Nautische Dienstverlening B.V. (hierna, Tebezo) de wens om eind 2013 op niveau 4 van de CO2 prestatieladder te staan. Onderdeel van niveau 4 van de CO2-prestatieladder is het in kaart brengen van de scope-3 emissies van de organisatie. Scope 3-emissies ontstaan bij de productie van producten en de levering van diensten, die door de organisatie worden ingekocht. Het Greenhouse Gas (GHG) Protocol van de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) en de World Resources Institute (WRI) beschrijft een methodiek om de Scope 3-emissies van een organisatie in kaart te brengen. Toepassing van deze methodiek wordt door de CO2-prestatieladder geëist. De methodiek bestaat uit vier stappen: 1. 2. 3. 4.
Het in hoofdlijnen in kaart brengen van de waardeketen; het bepalen van de relevante scope 3-emissiebronnen; het identificeren van de partners in het kader van de waardeketen; het kwantificeren van de data, vallende binnen de grenzen van scope 3.
In dit document worden, overeenkomstig de methodiek, de relevante scope 3-emissies bepaald die een gevolg zijn van de inkoop van stalen buispalen door Tebezo ten behoeve van het realiseren van afmeervoorzieningen en aanverwante zaken. 1.2 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt eerst een samenvatting gegeven van de CO2 prestatieladder. Hoofdstuk 3 gaat in op de afweging welke waardeketens binnen Tebezo geanalyseerd zullen worden. In dit hoofdstuk worden de gemaakt keuzes gemotiveerd. Hoofdstuk 4 beschrijft de waardeketen van ruwe grondstof tot en met de eindgebruiker. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de relevante emissiebronnen in de keten. Welke bronnen dragen aanzienlijk bij aan de totale CO2-emissie van de waardeketen. Daarbij wordt tevens stilgestaan bij de mate van beïnvloeding door Tebezo op de CO2-emissies van derden. In hoofdstuk 6 wordt een opsomming gegeven van de verschillende partijen in de waardeketen. In hoofdstuk 7 worden de emissies waar mogelijk gekwantificeerd, waarna in hoofdstuk 8 conclusies worden getrokken uit de uitgevoerde ketenanalyse.
\3
Ketenanalyse stalen buispalen 2013
November 2013
2 De CO2-prestatieladder 2.1 Scopes De CO2-prestatieladder is grotendeels gebaseerd op het Greenhouse Gas (GHG) Protocol van de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) en de World Resources Institute (WRI). Het GHG-protocol verdeelt de uitstoot van broeikasgassen in drie scopes op basis van de plaats waar de gassen worden uitgestoten. De CO2-prestatieladder heeft de scopes overgenomen, maar heeft de invulling ervan enigszins aangepast. Hieronder volgen de definities van de scopes. Scope 1: directe emissies Emissies die binnen de eigen organisatie ontstaan als gevolg van haar activiteiten, zoals emissies door de verbranding van brandstoffen in installaties, machines en eigen vervoermiddelen. Scope 2: indirecte emissies Emissies die ontstaan door de opwekking van elektriciteit die de organisatie gebruikt, zoals emissies door centrales die deze elektriciteit leveren. In tegenstelling tot het GHG-protocol rekent de CO2-prestatieladder ‘zakelijke vliegreizen’ (Business air travel) en ‘gebruik van privé-auto’s voor zakelijke reizen’ (Personal cars for business travel) tot scope 2. Scope 3: indirecte emissies Emissies die het gevolg zijn van de activiteiten van de organisatie, maar die voortkomen uit bronnen waarvan de organisatie noch eigenaar, noch beheerder is. Voorbeelden zijn emissies bij de productie van ingekochte materialen, de verwerking van het bedrijfsafval en het gebruik van het door de organisatie geleverde product, dienst of levering. In de volgende figuur wordt de invulling van de scopes, zoals dat door de CO2 prestatieladder is uitgevoerd, grafisch inzichtelijk gemaakt.
Figuur 1: Scopediagram
\4
Ketenanalyse stalen buispalen 2013
November 2013
2.2 Niveaus en invalshoeken De CO2-prestatieladder heeft zes treden, opklimmend van 0 naar 5, die ‘niveaus’ worden genoemd. Per niveau is een vaste set van eisen gedefinieerd. Deze eisen komen voort uit vier invalshoeken, elk met een eigen weegfactor. De vier invalshoeken met bijbehorende weegfactor zijn: Invalshoek Weegfactor A Inzicht 40% B Reductie (ambitie) van CO2-emissie 30% C Transparantie (intern en extern) 20% D Participatie in CO2-initiatieven 10% De plaats van een organisatie op de ladder wordt bepaald door het hoogste niveau waarop de organisatie aan de eisen voldoet. Keuze ketenanalyses Vanuit de, door Tebezo uitgevoerde, scope 3 analyse is een top zes ontstaan met hoogste CO2 uitstoot. Deze top 6 bestaat uit de volgende producten: -
Houten palen Stalen damwand Dekplanken Stortsteen Houten gordingen Stalen buispalen.
Om in aanmerking te komen voor een ketenanalyse zijn een vijftal punten van belang, namelijk: * Relevantie * Mogelijkheden voor kostenbesparing * Het voorhanden zijn van betrouwbare informatie * Potentiële reductiebronnen * Beïnvloedingsmogelijkheden.
Tijdens de scope 3 analyse is de keuze gemaakt om de keten van stalen buispalen verder te gaan analyseren. Wat verder in dit document beschreven zal worden.
\5
Ketenanalyse stalen buispalen 2013
November 2013
3 Beschrijving van de waardeketen 3.1 stalen buispalen De fabricage van stalen buispalen start met het winnen van ruwe materialen die vervolgens naar de productiefaciliteiten worden getransporteerd. De ruwe materialen worden vervolgens verwerkt tot ijzer en aansluitend tot een toepasbaar staal product. Vervolgens wordt het staal getransporteerd naar de verwerker die de platen walst en vervolgens verwerkt tot buizen. De buizen worden getransporteerd naar de tussenhandelaar in Nederland die verder geen bewerkingen meer uitvoert. Van de tussenhandelaar vind het transport plaats tot de projectlocatie. De uitstoot die vrijkomt bij het aanbrengen van de stalen buispalen valt binnen de uitstoot onder scope 1 & 2
\6
Ketenanalyse stalen buispalen 2013
November 2013
3.2 Schematisering waardeketen stalen buispalen Onderstaande figuur geeft de waardeketen van stalen buispalen schematisch weer. In de daaropvolgende tabel wordt nader ingegaan op de CO2-emissie bij elke stap in de keten.
C O 2
C O 2
Ruw staal
Transport naar bewerker
C O 2
bewerking tot buispaal
C O 2
Transport
C O 2
Tussenhandel
C O 2
Transport
Beschrijving van de milieueffecten bij de verschillende ketenstappen 1
2 2
4
5 6
Voor het verwerken van ruwe materialen tot ruw staal zijn diverse bewerkingen nodig. Deze bewerkingen geven een CO2 belasting van 1,8ton CO2 per ton staal. (bron: Worldsteel Association, sustainable steel) Het ruwe staal wordt voor circa 45% in China geproduceerd. De CO2 emissie die hierbij vrijkomt is weergegeven in de emissie van stap 3. De ruwe materialen worden verwerkt tot ronde buispalen. De CO2 emissie hierbij bedraagt 2,13 ton CO2 per ton staal. (bron: website Arcelor Mittal) Vanuit de verwerker, in dit geval Arcelor Rotterdam vind het transport plaats richting de de tussenhandel. Gemiddeld wordt hiervoor 75 km. gerekend, per as, dit geeft een CO2 belasting van 110 kg/ton/km Per vracht kan circa 25 ton geladen worden. (bron: handboek CO2-prestatieladder, SKAO) Tussenhandel zal geen verdere bewerkingen meer doen aan de buispalen, dit betreft enkel intern transport en opslag, met een relatief lage CO2 emissie. Vervoer van de buispalen naar onze projectlocatie gaat per as, dit geeft een CO2 belasting van 110 kg/ton/km. Hier wordt eveneens 75 km. voor gerekend. (bron: handboek CO2-prestatieladder, SKAO)
\7
Ketenanalyse stalen buispalen 2013
November 2013
4 Identificeren van de partners in de waardeketen Binnen de waardeketen van stalen buispalen zijn verschillende partijen te onderscheiden die bijdragen aan de totale CO2-uitstoot van hout. Onderstaande, niet-uitputtelijke, lijst geeft een overzicht van te onderscheiden partijen: • • • • • •
winning ruw materiaal verwerker ruw materiaal transporteurs staal verwerkende bedrijven bouwbedrijven eindgebruiker
5 Kwantificeren van de CO2-emissie Uit de visualisatie van het productieproces van stalen buispalen blijkt dat er op een groot aantal punten CO2-emissies optreden. Per emissie wordt er in de onderstaande tabel aangegeven een kwalificatie alsmede of wij als Tebezo deze emissie positief kunnen beïnvloeden. Uitgangspunt in de berekening is een jaarlijks verbruik van stalen buispalen ter grootte van 149,57 ton door Tebezo Procesnummer 1, ruw staal
CO2-uitstoot / ton 149,57*1,8 = 269,22 ton CO2
2, div. transport
deze emissie is meegenomen in de uitstoot van proces 3
3, bewerking tot buispaal
149,57*2,13= 318,58 ton CO2
4 transport naar tussenhandel 75*149.57*110= 1,29g CO2 per ton. 5 transport naar eindlocatie
75*149.57*110= 1,29g CO2 per ton.
In totaliteit komt de uitstoot daarmee op 590,38 ton CO 2 bij een verbruik van 149,57 ton stalen buispalen. Per ton stalen buispaal bedraagt de uitstoot derhalve 3,947 ton.
\8
Ketenanalyse stalen buispalen 2013
November 2013
6 Conclusie
Tebezo heeft in 2013 ongeveer 149 ton stalen buispalen verbruikt. Na het winnen van de ruwe grondstoffen worden deze bewerkt tot ruw staal. Het ruwe staal wordt vervolgens getransporteerd en verwerkt tot een bruikbaar eindproduct. Het eindproduct komt via diverse transportbewegingen op de projectlocatie. Door hergebruik van stalen buipalen hoeft geen gebruik gemaakt te worden van nieuwe bodemgrondstoffen en kan de CO2 uitstoot aanzienlijk beperkt worden. CO2 wordt eveneens bespaard doordat de transportbewegingen niet meer of in ieder geval in mindere mate nodig zijn. Bij hergebruik komt er alleen extra CO2 vrij bij het trekken van de reeds bestaande palen en een stukje transport van de projectlocatie naar de opslag en later naar de nieuwe projectlocatie. Voor het trekken van bestaande palen wordt, bij deze hoeveelheid, 1,42 ton CO2 uitgestoten. Voor de transport naar de tussenopslag wordt 0,82 ton CO2 uitgestoten, in totaliteit dus 2,24 ton CO2. Door hergebruik van stalen buispalen kan dus een CO2 besparing gerealiseerd worden van 588 ton CO2 berekend op een totale levering van 149,57 ton stalen buispalen. Per ton stalen buispaal bedraagt de besparing 3,931 ton CO 2
\9
Ketenanalyse stalen buispalen 2013
November 2013
7 Bronvermelding Bij het opstellen van dit document is gebruik gemaakt van de onderstaande bronnen: 1) www.worldsteel.org 2) http://corporate.arcelormittal.com/corporate-responsibility/environment/climate-change-andenergy/performance 3) handboek CO2-prestatieladder SKAO
\10
Video conferencing 2013
November 2013
Video conferencing (tele-vergaderen)
Genemuiden November 2013 Versie 1.0 definitief
1
Video conferencing 2013
November 2013
Video conferencing Tebezo is een landelijk werkende organisatie. Een mooi voorbeeld van een landelijk project is het onderhouden van alle vaste vaarwegmarkeringen die onder de verantwoordelijkheid vallen van Rijkswaterstaat. Zo onderhouden wij bijna 2000 objecten langs de Nederlandse kust en Binnenwateren. Deze objecten variëren van alle vuurtorens tot de oeverlichten langs de Nederlandse rivieren. Onze opdrachtgever Rijkswaterstaat initieert de werkzaamheden vanuit haar kantoor in Rijswijk. Echter er zijn veel mensen in het projectteam die vanuit regionale kantoren in bijvoorbeeld Den Helder en Vlissingen en Harderwijk hun werkzaamheden uitvoeren. Omdat er met regelmaat overleg dient plaats te vinden tussen de beide projectteams maar ook onderling binnen de projectteams wordt er heel veel gereisd. De meeste vergaderingen worden nu gehouden in Rijswijk waar de projectteamleden uit alle uithoeken van Nederland dan naar toe reizen. Openbaar vervoer is daarbij veelal moeilijk omdat er geen goede aansluitingen zijn. De meeste mensen komen dan ook met auto’s en hebben verder geen mogelijkheden met elkaar te reizen of te carpoolen. Rijkswaterstaat is nu landelijk gestart met een project om video conferencing mogelijk te maken op haar kantoren en regionale steunpunten. Zo zouden de medewerkers onderling gemakkelijke kunnen communiceren via beeldschermen in daarvoor ingerichte vergader- ruimtes. Zo kunnen de medewerkers dan face- tot face vergaderen zonder daarvoor te hoeven reizen. Tebezo gaat dit initiatief ondersteunen en zal investeren in apparatuur voor video - conferencing. Zo kunnen onze medewerkers op gezette tijden dan vergaderen met de medewerkers van Rijkswaterstaat in de daarvoor bestemde ruimtes. Het systeem waarin Tebezo wil investeren moet kunnen inloggen op het systeem van Rijkswaterstaat zodat wij landelijk toegang krijgen tot hun vergadernetwerk. Inmiddels zijn er gesprekken geweest met Rijkswaterstaat over hun plannen en de manier waarop wij daarin kunnen meeliften. In februari 2014 worden deze contacten weer geïntensiveerd.
2