RO 2011/35
RECHTSPRAAK ONDERNEMINCSRECHT
RO 201U35
HOF AMSTERDAM (ONDERNEMINGSIGMER) 14 februari 2011, nr.200.077.129/01 OK (Mrs. A.C. Faber, P.F. Goes, G.C. Makkink, prof. dr. R.A.H. vân der Meer, drs. J. van den Belt) BW art. 2:346 sub b
ARo 2011/36 LJN 8P5179
Minderheidsaandeelhouders. Emissie. Verwåtering. Is er sprake vangegronde redenen voor aan eenjuist beleid?
twijfel
Amtrada bestast uit een groep van vennootschappen
die in financíëIe problemen is gersakt en niet meer voldoet aan de bankconvenanten, De banken stellen vervolgens voorwaarden san de contínuenng vqn het v an nieuw kapítøal. Het bestuur van Amtrsdø stelt last dat € 10 miljoen noodzakelíjk ß om Amtrada te redden. Uleman, die 40% van het gepldatste kapítaal houdt, is bereíd zich in te spannen om (een deel van) dit bedrag ols eígen ver mogen ín te brengen op nieuw uit te geven aandelen. Voorwaorde is dat het voorkeursrecht wordt uítgeslo ten, opdst Uleman de meerderheid verkríjgt en wel 80%. Er is geen reëel concreet sltemsüef. Uiteíndelijk vindt een emissie plaats tegen nominalewaarde waar door Uleman 80lá verkrijgt, Bleekemolen 167. verkrijgt en de mínderheidssandeelhouder, Boschhuizen c.s., veruatert von 14% nasr 4%.
kr e diet, w aar onder het aantr ekken
Hof: Nu de emissie øanleidíng geeft om een onderzoek
te gelssten naar het beleid en de gong vøn zsken van Amtrsda brengen doel en strekking van het enquête recht mee dat aan Boschhuizen c.s. de bevoegdheíd tot het doen vsn een enquêteverzoek niet behoort te wor den ontzegd op grond dst zíj niet langet ten minste een tiende gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegen woordigen. Het enquêterecht strekt immers mede ter bescherming van minderheídsaandeelhouders tegen onder meer (mogelijk) mschtsmîsbruik door de meer derheid.
Aangenomen moet worden dat Amtrads zich voor øfgaand aan de emissie in een zeer precaire financíële
situstie bevond. Aannemelijk is dat zonder ingrwen ABN AMRO en de lvoriaanse banken hunvordenngen geheel of gedeeltelijk zouden hebben opgeëist en BNP Paríbss zich als mogelíjke finøncíer zou hebben terug getrokken met het aanzienlijke nsico van een faillisse
mentvanAmtrsdq, 5 -2077
545
RO 2011/35
RECHTSPRAAK ONDERNEMINGSRECHT
onder meer (mogelijk) machtsmisbruik door de meer-
Wenk:
derheid.
Deze uitspraak volgt op een reeks uitspraken die
Aangenomen moet worden dat Amtrad.a zichyoorafgaand aan de emissie in een zeer precaire financiëIe situatie bevond. Aannemelijk is dat zonder ingrijpen ABN AMRO en de lvoriaanse banken hun vorderingen geheel of gedeeltelijk zouden hebben opgeëist en BNp Paríbas zich als mogelijke financier zou hebben teruggetrokken met het aanzîenlijke risico van een faillîssement van Amtrada. Afgezien van het voorstel van IJleman was er geen conc-reet alternatief voorstel van andere aandeelhouders voorhanden. Boschhuizen c.s. als aandeelhouders zijn voldoende geïnformeerd over de aard en strekking van het voorstel van IJIeman. Het emissiebesluitis redelijk enin hetbelangvan Amtrada en de met haar v erbonden ond ememing. Daarmee is echter nog geenszins gezegd dat tegenover de aandelenuitgifte een zakelíjke en reële tegenprestatie staat. Bij gebreke van een deugdelijke waardering die ook achteraf niet heeft plaatsgevonden kan evenwel niet zonder meer worden asngenomen dat de waarde van Amtada (vrijwel) níhil-was, ook niet indien de verwachting gerechwaardigd was dat een kapítaalinjectie noodzakelijk was voor haar v oortbestaan. Ook de mate vanverwøteringroeptvrag,en op.
-
betrekking hebben op zogenoemde noodzaakfinanciering en daarmee gepaard gâande verwatering van aandelenbelangen van aandeelhouders die niet kunnen of willen meedoen aan de uiteifte van nieuwe aandelen teneinde het eigen ver*mogen van de vennootschap te versterken. Recent heeft de Ondernemingskamer in de lnter Acceszaak geoordeeld dat het onder biìzondere omstandigheden, mede gezien de financiële precaire toestand waarin een vennootschap verkeert. het bestaan van een ìmpasse binnen d-e organen van
-
-
een vennootschap, voorwaarden die door banken
worden gesteld voor continuering van kredietlijnen en geen conc¡eet reëel alternatiefvoorhan-
den is, gerechtvaardigd is dat een kapitaalverstrekking door een minderheidsaandéelhouder kan leiden tot een verwatering van het belang van een meerderheidsaandeelhouder. Ook in deze uitspraak doet zich de situatie voor van een vennootschap die zich in een pre-
-
caire fìnanciële situatie bevindt, waar spralie is van een impasse binnen de organen van de vennootschap, banken die nadere voorwaarden stellen voor continuering van de kredietlijnen en geen concreet reëel alternatiefvoorhanden is anders dan het concrete voorstel van een van de aandeelhouders om kapitaal te verstrekken onder de voorwaarde dat hij de meerderheid van de zeggenschap verkrijgt binnen de vennootschap. Voorts is niet gebleken dat Boschhuizen c.s. a'is
Zie ook:
.
HR 25 februari2011,RO2011130;Hof
Amster-
dam (OK) 31 december 2009, R0 2010124, IOR
2010/60, m.nt. Doorman ( Inter Access)i HR 19 oktober 2001, NJ 2002/92, m.nt. Ma,J0R 2002/5, m.nt. Van den Ingh (SkyGøfe);
. . HofAmsterdam(OK)29mei2009, RO200gl 56,JOR 2009/319, m.nt. Doorman(Triple E)., . HofAmsterdam (OK) 27 december 2007, RO 2008/16 (Secure Internet Machines); . HofAmsterdam(OK) 11 april 2007,,4RO2007 | 70 (Prins Holding); . HofAmsterdam(OI()29 april 2003,AR?20031
minderheidsaandeelhouder niet of niet voldoende is geïnformeerd over het voorstel van Uleman om de gevolgen daarvan te kunnen overzien. Onder deze bijzondere omstandigheden kon de algemene vergadering van Amtrada in alle redelijkheid besluiten tot her machtigen van het bestuur tot uitgifte van nieuwe aandelen aan Uleman en Bleekemolen met uitsluiting van Bosch-
79 (vervolg op OK'15 november2001, ¿JNAD5B j 2 en JOR 200216, m.nt Josephus Jitta) (Decidewise
huizen c.s.
Desondanks wijst de Ondernemingskamer het verzoek tot het instellen van een onderzoek toe omdat de gang van zaken rondom de emissie redenen geeft om te twijfelen aan eenjuist beleid. Dit lijkt tegenstrijdig met de overweging dat de algemene vergadering van Amtrada in alle redelijkheid heeft kunnen besluiten tot de emissie en het feit dat in het belang van Amtrada de verzochte voorlopige voorziening - schorsing stemrecht op de nieuw uitgegeven aandelen wordt
ilt);
. . . . . J.W Leedekerken,'lmpasses bij noodzaakfinanciering', TOP (4) 2010, p. 141-145; . B.F.Assink,'Op de rand vande afgrondgroeien
Hof Amsterdam (OI{) 29 november 2002,ÁRO 2002, 180 enJOR 200318 (Alcas); HofAmsterdam 25 april 2002,JOR20021128 (Gorillapark); Hof Amsterdam (OK)'15 november 2001,¡OR 2002 | 6 (D e cídewise II): Rb. Leeuwarden 30 juni 2010, RO 2010170 (Prins Holding);
de mooiste bloemen', Ondememingsrecht 2010, 65;
.
HJ. de Kluiver,'Noodzaakfinanciering en de
rol van de rechter', Financieing van de ondememin& Deventer: Kluwer 2006, p.31
344
e.v.
-
afgewezen. Toch is de overweging van de Ondernemingskamer in dit geval niet onbegrijpelijk. Zo blijkt uit de casus dat er geen onderbouwing ten grondslag heeft gelegen aan het bepalen van de uitgiftekoers van de nieuwe aandelen. Er is geen
waarderingsrapport of een fairness opinion van een externe deskundige beschikbaar. Overigens blijkt ook niet dat een dergelijk rapport is verzocht. De enkele stelling van Uleman datAmtrada zonder additionele kapitaalstorting zou failleren en dat reeds daarom de waarde van de (nieuwe)
AfI.5 - 2011
RO 2011/35
RECHTSPRAAK ONDERNEMINCSRECHT
rondom de emissie in te stellen. Zo is de 0nderne mingskamer in de eerdere Inter Access nauwe lijks ingegaan op de voorwaarden van het conver sievoorstel en de uitgiftekoers van de aandelen. Hier heeft Doorman een kanttekeninC brj ge plaatst in zün noot bij de Inter Acces uitspraak uoR 2010/60). Naast bovenståande problematiek doet zich de vraag voor naar de ontvankelijkheid van Boschhuizen c.s. Door de emissie en daarmee ge paard gaande verwatering voldoet Boschhuizen c.s. niet meer aan het vereiste voor ontvankelÜk heid, namelijk het houden van ten minste een tiende gedeelte van het geplaatste kapitaal ex art. 2:346 sub b BW. ln Ogem (OK 23 december 1983, NJ 1985/383) is bepaald dat voor de vraag of aan het vereiste inzake het geplaatste kapitaal is voldaan, beslissend is het tijdstip waarop het ver zoek wordt ingediend. Hierop is een uitzondering gemaakt door de ondernemingskamer inzake Leather Design Van der Eerden B.V. UOR 2000/ 125). In deze zaak deed zich de situatie voor dat de verzoekster als gevolg van een emissiebesluit verwaterde van 30% naar 6% waarvan zij in rechte de nietigverklaring vorderde. Nu zich in redelijk heid de mogelijkheid voordeed dat de dienaan gaand bevoegde rechter het emissiebesluit nietig zou achten, zou het kort gezegd onredelijk zijn om de verzoekster niet ontvankelijk te verklaren in haar verzoek nu de grondslag van dat verzoek
was gelegen in de gang van zaken rondom het emissiebesluit en de daarop volgende uitgifte van aandelen, Hoewel in casu de overweging van de onder nemingskamer ten ãanzien van de ontvankelijk heid van Boschhuizen c.s. begrijpelijk is mede ge zien het ontbreken van een deugdelijke waarde
ring van de uitgiftekoers, is een belangrijk ver schil met Leather DesignVan der Eerden B.V. dalin casu niet de nietigheid van het besluit tot machti ging van het bestuur tot uitgifte van de aandelen
is gevorderd. De overweging van de onderne mingskamer omtrent de redelijkheid van het emissiebesluit lijkt ook niet de nietigheid te ver onderstellen. Deze uitspraak laat zien dat het bestuur van ondernemingen die in acute financiêle nood ver keren en waarvan een of meer aandeelhouders bereid zijn om additioneel kapitaal te verstrekken tegen uitgifte van nieuwe aandelen als gevolg waarvan overige aandeelhouders verwâteren, er goed aan doet om de uitgiftekoers te laten onder
bouwen door externe deskundige alsmede
de
reden van de verkrijging van een bepaald percen tage aan zeggenschap te (laten) onderbouwen.
1.
2. 3. 4. 5.
RO
R. Boschhuizen, te Bunschoten, PJ. Hansen, te Naarden,
P.L.M. I(oopmans, te Zaandam, A.A. Molenaar. te Huizen, J.R.
Timmerman, te Croet,
6.
AJ.M. Veerkamp, te Aerdenhout, verzoekers, adv. mr. G,TJ. Hofl tegen Amtrada Holding 8.V., te Amsterdam, verweerster, adv.mrs. G. te Winkel,J.D. Kleyn en D.W.O.Jalink, en tegen J.G. Uleman, te Wassenaar, belanghebbende, adv. mr. P.D.0lden.
Hof:
1. 1.1
H4verloopvanhelgeding Verzoekers zullen hierna gezamenlijk
Boschhuizen c.s. genoemd worden. Verweerster en belanghebbende zullen hierna onderscheidenlijk als Amtrada en Uleman worden aangeduid. Boschhuizen c.s. hebben bij op 15 novem ber 20.10 ter griffìe van de Ondernemingskamer in gekomen verzoekschrift met producties de 0nder
1.2
nemingskamerverzocht zakelijkweergegeven bij beschikking, uiWoerbaar bij voorraad, l. een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Amtrada over de periode van 1 oktober 2007 tot en met de datum waarop de 0n dernemingskamer in deze zaak haar beschikking zal
wijzen; 2. bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding,
a. de stemrechten op alle aandelen die zijn uitge geven bij de aandelenemissie op 1 oktober 2010 (hierna de Emissie te noemen) te schorsen, met als gevolg dat de oorspronkelijke stemverhouding in Amtrada van voor de Emissie wordt hersteld; b. een nieuwe commissaris van Amtrada te benoe men aan wie voor zoveel nodig in afwijking van en in aanvulling op de statuten in alle gevallen waarin de wet ofde statuten van Amtrada enige bevoegd heid toekennen aan de raad van bestuur en/of de algemene vergadering van aandeelhouders met be trekking tot (a) het vervreemden en verwerven van activa, waa¡ onder begrepen deelnemingen, (b) de uitgifte en verkrijging van aandelen en schuldbrieven ten laste van Amtrada, (c) (een voorstel tot) wijziging van de statuten, (d) (een voorstel tot) ontbinding van Amtrada, (e) aangifte van faillissement en aanvraag van sur séance van betaling en (f,) het aantasten van ongeldige besluiten en rechts handelingen die zijn genomen of aangegaan in de periode vanaf 1 oktober 2007 tot en met de datum waarop dit geding zal eindigen, bij uitsluiting de bevoegdheid toekomt om beslissin gen te nemen over deze onderwerpen en om Am trada te vertegenwoordigen in ieder overleg en bij iedere rechtshandeling met betrekking tot deze on
derwerpen;
c. althans zodanige voorzieningen te treffen als de Ondernemingskamer geraden acht met het oog op de belangen van Amtrada en de bij Amtrada betrok ken belanghebbenden;
Afl.5 - 201.t
345
RO
201rps
3,
Amtrada te veroordelen in de kosten van het
RECHTSPRAAK ONDERNEMINCSRECHT
geding.
1.3 Amtrada heeft bù op 25 november 2010 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen ver weerschrift met producties, verbeterd bij op 29 no vember 2010 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift, de Ondernemingskamer verzocht Boschhuizen c.s. in hun verzoeken niet onwankelijk te verklaren, althans hun verzoeken af te wijzen. 1.4
Uleman heeft bij op 23 november 20.10 ter
griffie van de Ondernemingskamer ingekomen ver weerschrift de Ondernemingskamer verzocht Boschhuizen c.s. in hun verzoeken niet ontvankeliik te verkiaren, althans hun verzoeken afte wijzen. 1.5 De verzoeken zijn behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 2 december 2010, alwaar de advocaten de standpun ten van partijen nader hebben toegelicht, allen aan de hand van aan de Onderneminsskamer over gelegde pleitnotities.
2. 2.1,
Devsststaandefeiten Amtrada, een op 30 augustus 1990 in het kader van een management buy out opgerichte ven
nootschap,houdt viahaardochtervennootschap
pen
Dientengevolge is het eigen vermogen van Cipexi gedaald beneden het in lvoorkust geldende wette lijke minimum van 50% van het totale vermogen en voldoet Cipexi niet meer aan de convenanten afge sloten met een syndicaat van vijf lvoriaanse banken, onder aanvoering van SGBI. Op initiatief van de raad van commissaris sen, toen bestaande uit R. van Boven en EJ.H.M Heunen, is op 26 augustus 2009 een interimmana ger, S.F.E. Rosenbaum, benoemd. Op 16 oktober 2009 hebben deze commissarissen de toenmalige finan cieel directeur H. Pijpers (hierna Püpers te noemen) geschorst. J.WM. Hendriksen, de toenmalige voor zitter van de raad van bestuur, (hierna Hendriksen te noemen) heeft zich vervolgens ziek gemeld. Tijdens de buitengewone vergâdering van aandeelhouders van 5 november 2009 is Pijpers ontslagen. Bij brief van 3 december 2009 heeft Fortis Nederland N.V. (thans ABN AMRO Bank N.V., hierna te noemen ABN AMRo), die op basis van een facility ågreement van 5 september 2008 een lening heeft verstrekt aan Continafter grootte van € 62,5 miljoen, aan de raad van commissarissen en het management van Amtrada onder meer geschreven: '(... ) In the letter ofNovember 3rd we expressed our concern about the recent developments at
2.4
2.5
Amtrada. Furthermore we stated that it is for IABN AMRO] of the utmost importance that Am trada Holding B.V. and all of its subsidiaries are managed by professional and experienced ma nagement teams and that the interests of its shareholders, RvC and management team are properly aligned. Furthermore, we urged the shareholders and the RvC to implement accepta ble solutions for the issues described in the letter of November 3rd in the interest of all relevant parties (including IABN AMRO] as lender). We agreed in the meeting of November 20th to summarize the relevant issues for IABN AMROI,
een onderneming in stand die zich toelegt op
internationale handel in kapitaalgoederen en ver bruiksartikelen (met name koffìe en cacao), Tot deze dochtervennootschappen behoren onder meer Con tinaf B.V. (hierna Continaf te noemen) en het in Ivoorkust gevestigde Cipexi S.A. (hierna Cipexi te noemen), Directvoorafgaand aan de Emissie bedroeg
2.2 het €
geplaatste aandelenkapitaal
65.124,42, verdeeld
van
Amtrada
in 3.256.221 aandelen met
een nominale waarde van € 0,02 elk. Boschhuizen c.s. hielden toen gezamenlük481.700 aandelen, met een gezamenlijke nominale waarde van € 9,634 en overeenkomend met 14,79% van het geplaatste aan delenkapitaal. Uleman, bestuurder van Amtrada tot 1 oktober 2005, en C.B.M. Bleekemolen Huijgens
being:
.
(hierna Bleekemolen te noemen) hielden toen
naf: The completion of the RvC (...);
. .
'|,.315320 onderscheidenlijk 1.307.991 aandelen, overeenkomend meï. 40,4125'/. onderscheidenlijk
Sufficient, competent and experienced con trol atAmtrada level (...); . Sufficient insight and a satisfactory solution for the issues at Cipexi (amongst others the pre paid 'Dust' in lvory Coast, solution of current issue with local banks in lvory Coast, etc); . A proper alignment of Amtrada's Sharehol
40,1 690% van het geplaatste aandelenkapitaal.
2.3
Amtrada heeft een gebroken boekjaar dat
eindigt op 30 september. Het nettoresultaat van Amtrada heeft zich de afgelopen jaren als volgt ont wikkeld:
200512006: 200612007: 200712008:
200812009:
€ € €
€ 2009/2010 (tot €
9.576.366; 3.673.414;
ders, RvC and management;
Amtrada's shareholders supporting the stra tegy of Amtrada as being presented by the (pre vious) management of Amtrada ;
7.381.653negatief; 3.889.360negatief.
met het tweede
kwartaal): Cipexi is in fìnanciële problemen geraakt als gevolg van vooruitbetaling aan de lvoriaanse overheid van (naar achteraf is gebleken onverschuldigde) export belasting en vooruitbetaling aan lokale coöperaties
346
.
9.305.141 negatief;
van (uiteindelijk niet geleverde) koffìe en
The completion of experienced and compe
tent management teams ofAmtrada and Conti
. 2.6
written risk management policy ( ... )' Tijdens de buitengewone aandeelhouders vergadering van 24 maart 2010 is R.M. Landwehr (hierna Landwehr te noemen) benoemd tot financi eel directeur vân Amtrada. Op 23 juni 2010 is het A
cacao.
Afl.5 - 2011
RO
RO 2011/35
RECHTSPRAAK ONDERNEMINGSRECHT
contract met interimmanager Rosenbaum beëin digd.
2.7
Bij brief van 19 mei 2010 heeft ABN AMRO aan Amtrada onder meer hetvolgende bericht:
'(...) Ifby 28 May 2010, we shall not have recei ved
a
plan, backed up by all relevant stakeholders
that, in our opinion, ensures the stability that is necessary to attract an additional financier wit hin a reasonable period of time, that is ultimately by 30 September 2010, we will have no other option than to maintain our present position being that the facilities will as from 30 June 2010 will be reduced with 25%.'
2.8
Bij brief van 26 augustus 2010 heeft ABN AMRO aan Continaf medegedeeld dat Continaf vanaf
l8 augustus 2010 niet langer voldoet aan van de voorwaarden van de in 2.5 vermelde facility agree ment. ABN AMRO heeft Amtrada bij brief van 3 september 2010 laten weten dat haar kredietcomité goedkeuring heeft verleend voor een laatste uitstel van de termijnen voor de verlaging van de limieten van de facility agreement conform onderstaand schema: ' (... ) Per
i oktober 2010 dient Facility A (als be doeld in de Facility Agreement) verlaagd te zijn naar een limiet van € 55.000.000 (verlaging van
€ 7.s00.000) (...) Per 1 november 2010 dient Facility A verder verlaagd te zijn naar een limiet van € 45.000.000 (verlaging van € 17.500.000) (...)
'l
Per december 2010 dient Facility A verder verlaagd te zijn naar een limiet van € 32.500.000 (verlaging van € 30.000.000) (... ).' Tijdens een buitengewone vergadering van aandeelhouders op 13 september 2010 heeft Land wehr gesteld dât naar verwåchting een bedrag van € 10 miljoen noodzakelijk is om Amtrada te redden. Bij e mail van 14 september 2010 heeft Van Boven namens de raad van commissarissen aan de aandeel houders geschreven dat Uleman bereid is te partici peren in een aandelenemissie op voorwaarde dat hij niet langer minderheidsaandeelhouder blijft en aan de (overige) aandeelhouders gevraagd ofzij bereid zijn'te participeren in een kapitaalinjectie op basis van nader te bepalen modaliteiten'. Bij e mail van 14 september 20.10 heeft mr. Olden namens Uleman aan l¡ndwehr bericht dat'Uleman (...) in beginsel bereid Iisl een voorstel te doen voor een bijdrage aan het kapitaal van Amtrada Holding van € 10 miljoen' en dat'Uleman (...) thans doende [is] om zich een beter beeld te vormen van de toestand van Amtrada Holding, opdat de voorgestelde emissieprijs zoveel
2.9
mogelijk beredeneerd kan zijn.' Landwehr heeft deze e mail op 15 september 2010 aan de aandeel houders doorgestuurd, tezamen met de oproeping voor een buitengewone vergadering van aandeel houders op 30 september 2010. Bij e mail van 23 september 2010 heeft UIe man aan Amtrada een voorstel gedaan, welk voor stel diezelfde dag tijdens een informatieve aandeel houdersvergadering (buiten aanwezigheid van Ule
210
RO
man) is besproken. Het voorstel van Uleman houdt ondermeer in: '1. De uitkomsten van het beperkte onder zoek naar de boeken van Amtrada Holding en haar belangrijkste werkmaatschappijen (... ) zijn zodanig, dat de heer Uleman meent dat Amtrada Holding aan de rand staat van een faillissement en het zeer moeilijk zal zijn om dat te voorko men. Dat betekent dat de aandelen in het kapi taal van Amtrada Holding reeds op dit moment een waarde hebben van (nagenoeg) nihil. 2. De heer Uleman wil zich wel inspannen om een faillissement van Amtrada Holding te voorkomen en hij is in beginsel bereid om zo de banken niet overvragen garantiekapitaal in te brengen in Amtrada Holding in een door hem zelf te bepalen vorm en tot een door hemzelf te bepalen bedrag, een en ander uiteraard in onder handeling met de banken. Een verplichting tot het inbrengen van gårantiekapitaal is er onder dit voorstel niet (dus ook niet tot inbreng van de eerder besproken € 10 miljoen), anders dan tot het beloop van de nominale waarde van de op 1 oktober 20-10 uit te geven gewone aandelen (zie hierna). 3. De heer Uleman kan vanzelfsprekend niet garanderen dat zijn inspanningen succes zullen hebben. De beer Uleman is vrij om op ieder moment te besluiten zijn inspanningen te beëindigen en om vân het doen van hun (ver dere) kapitaalinbreng afte zien, ook na de hierna beschreven uitgifte van aandelen. 4. De heer Uleman is tot deze inspanning bereid onder de volgende voorwaarden:
)"'îüdens
de baua van 30 september 2010 zal de algemene vergadering besluiten tot het aanpas sen van het maatschappelijk kapitaal van Am trada Holding en het machtigen van het bestuur tot het doen van een uitgifte van aandelen en het uitsluiten en beperken van voorkeursrechten, teneinde de uitgifte van aandelen aan de heer Uleman onder uitsluiting van het voorkeursrecht als hierna beschreven mogelijk te maken; -1 Het bestuur zal op oktober 2010 onder uit voorkeursrecht sluiting van het aan de heer Ule man uitgeven 6.445.248 gewone aandelen in het kapitaal van Amtrada Holding tegen de nominale waarde ad € 0,02, dus voor een totaalbedrag van € 128.905,68; het gevolg van deze uitgifte zal zijn
.
dat de heer Uleman in het totaal
80% van de
gewone aandelen houdt en de overige aandeel houders samen verwateren tot 20%'. Ten behoeve van de buitengewone verga dering van aandeelhouders vân 23 september 2010 heeft Landwehr door middel van een notitie van dezelfde datum de overige aandeelhouders geTnfor meerd over de risico's die uit het boekenonderzoek door Uleman naar voren zijn gekomen. In de notìtie worden voorts de bevindingen van Uleman bespro
2.'l'l
ken waarna l¿ndwehr concludeert dat uitblijven van een kapitaalinjectie zal leiden tot een totale
Aft. s - 2011
347
RO
2o1u3s
RECHTSPRAAK ONDERNEMINCSRECHT
kapitaalvernietiging en dat elke vorm van verster king van het eigen vermogen de kans op het voort bestaan van de onderneming vergroot. 2.12 Het bestuur en de commissarissen van Am trada hebben op 28 september 2010 het voorstel van Uleman met enige aanvullingen die geen betrek king hebben op de mate van verwatering van de overige aandeelhouders, de inb¡eng van garantieka pitaal of de te betalen prijs voor de uit te geven aandelen voorgelegd aan de aandeelhouders en te kennen gegeven dat zij het voorstel steunen om dat er geen alternåtiefvoorstel is gedaan door enige
aandeelhouder en het voorstel van Uleman het 'hoogst haalbare'l[kt. Bü e mail van 28 september 2010 heeft Landwehr aan de aandeelhouders een aantal e mails, onder andere van SGBI (namens de Ivoriaanse banken van Cipexi) en BNP Paribas (waar mee Amtrada in bespreking was om financiering te verkrijgen in verband met de beperking door ABN AMRO van de kredieten onder het facility agree ment) gestuurd en geschreven: 'Deze e mails bevatten allemaaj een boodschap met dezelfde strekking. Indien er noch duidelijk heid gegeven kan worden door de aandeelhou ders over de vereiste kapitaalinjectie in Amtrada noch een positief besluit genomen kan worden over de acceptatie van de voorgenomen schul denregeling tussen Cipexi en de lokale banken in Ivoorkust, zullen de banken (zowel de lvoriaanse banken, als BNP en ABN AMRO) hun handen van de onderneming aftrekken (... ). Dit zalonvermij
delijk het faillissement van om te beginnen CI PEXI, vervolgens vrijwel zeker Continafen waar schijnlijk de hele groep, tot gevolg hebben.' Bij e mailbericht van 30 september 2010 hebben het bestuur en de commissarissen de aan
2.13
deelhouders het voorstel van Uleman, met nog enige in overleg met Uleman aangebrachte wijzingen, op nieuw aan de aandeelhouders voorgelegd. Het be stuur en de commissarissen hebben daarbrj, onder verwijzing van de hierboven genoemde e mail van Landwehr aan de aandeelhouders van 28 september
2010, benadrukt dat 1 oktober 2010 de uiterste datum is waarop een defìnitieve oplossing moet zijn gevonden. Het (gewijzigde) voorstel houdt on der meer in: '(... ) 1. De heer Uleman zal zich inspannen om een mogelijke deconfiture van Amtrada Holding te voorkomen en is onder de navolgende voorwaar den in beginsel bereid zo de banken niet overvragen garantiekapitaal in te brengen in Amtrada Holding in een door hem zelfte bepalen vorm en tot een door hem zelfte bepalen bedrag, een en ander in onderhandeling met de banken. Een verplichting tot het inbrengen van garantie kapitaal is er onder dit voorstel niet, anders dan tot beloop van de nominale waarde van de op 1 oktober 20i0 uit te geven gewone aandelen (zie hierna). 2. De heer Uleman is vrij om op basis van het
om
om van het doen van (verdere) kapitaalinbreng af te zien, ook na de hierna beschreven uitgifte van aandelen. 3. Tijdens de bava van 30 september 20 10 zal de algemene vergadering besluiten tot het aanpas sen van het maatschappelijk kapitaal van Am trada Holding en het machtigen van het bestuur tot het doen van een uitgifte van aandelen en het uitsluiten en het beperken van voorkeursrech ten, teneinde de uitgifte van aandelen aan de
heer Uleman onder uitsluiting van het voor keursrecht als hierna beschreven mogelijk te maken. Het bestuur zal op 'l oktober 20.10 onder uit sluiting van het voorkeursrecht aan de heer Ule man uitgeven 6.445.248 gewone aandelen in het kåpitaal vanAmtrada Holdingtegen de nominale waarde ad € 0,02, dus voor een totaalbedrag van € 128.905,68; het gevolg van deze uitgifte zal zijn dat de heer Uleman in totaal 80% van de gewone aandelen houdt en de overige aandeelhouders samen verwateren tot 20%. 5. Indien en zodra in de periode tot 30 septem
4.
ber 2011 blijkt dat er geen overeenstemming tussen de heer Uleman en ABN Amro dan wel enige andere bank wordt bereikt over de voor waarden waa¡onder de bank bereid is de krediet lijn voort te zetten dan wel een nieuw krediet te
verstrekken, zal (...) het bestuur van Amtrada Holding tot uiterlijk 30 september 2011 gerech tigd zijn tot een emissie van aandelen tegen nominale waarde van € 0,02, zodanig dat de aandeelhouders van Amtrada Holding, indien en voor zover zij dat wensen, weer een belang in Amtrada Holding verkrijgen dat percentueel gelijk is aan het belang dat zij thans in Amtrada Holding hebben. De heer Uleman zal ìn het geval beschreven onder 5 tijdens een daartoe door het bestuur van
6.
Amtrada Holding bijeengeroepen Ibuitenge wone algemene vergadering van aandeelhou ders] voor de besluiten stemmen tot het aanpas sen van het maatschappelijk kapitaal van Am trada Holding en het machtigen van het bestuur tot het doen van een uitgifte van aandelen en het
uitsluiten en beperken van voorkeursrechten, teneinde de uitgifte van aandelen conform het bepaalde onder 5 aan de overige aandeelhouders
van Amtrada Holding die aan de emissie mee wensen te doen mogelijk te maken. Het bestuur zal vervolgens onder uitsluiting van het voor keursrecht hiervoor bedoelde emissie uitvoeren. 7. De heer Uleman verbindt zich om, ter be scherming van de belangen van minderheids aandeelhouders na de emissie, gedurende vijf jâren niet over te gaan tot uitsluiting van het voorkeursrecht bij een emissie van aandelen en stemt in met de benoeming van een bijzondere commissaris die tot speciale taak zal hebben de
behartiging van de belangen van de minder heidsaandeelhouders na de emissie.
verloop van de onderhandelingen te besluiten
348
Afl.5 - 2011
RO
RO
RECHTSPRAAK ONDERNEMINCSRECHT
13. De heer Uleman zal zich inspannen om met ABN Amro of een andere bank tot overeenstem
ming te komen omtrent de voortgezette finan ciering van Amtrada Holding en zal in geval van overeenstemming het daarbij overeengekomen garantiekapitaal ter beschìkking stellen. 14. De heer Uleman zal trachten Amtrada Hol ding zo snel mogelijk te reorganiseren zodanig
datde'relevantissues'dieABNAmroin haarbrief van 3 december 2009 heeft geidentifìceerd als nog,worden geadresseerd.'
moeten zeggen: de waarde van de aandelen na
dert naar nul, want zo is het en dan zou
een emissie eigenlijk moeten leiden tot een verwate ring tot nul procent, want dat is nou eenmaal zo
als de vennootschap geen waarde meer heeft, geen equity value en geen eigen vermogen. De heer Hansen
Ervan uitgaande dat een onafhankelijk onder zoek is geweest. De heer Olden Dat is het niet.
(...I
z.lì '
tij¿ens de buitengewone algemene verga dering van aandeelhouders van Amtrada van 30 september 2010 is het voorstel van Uleman aldus aangepast dat Bleekemolen voor 10% van het aantal aan Uleman uit te geven aandelen deelneemt aan de emissie. De notulen houden onder meer het vol gende in:
Uit de notulen blijkt voorts dat het voorstel tot het machtigen van het bestuur tot uitgifte van nieuwe aandelen aldus dat na de Emissie Uleman 80%, Blee kemolen l6% en de overige aandeelhouders 4% van het geplaatste kapitaal van Amtrada zullen verte genwoordigen, in stemming is gebracht en is aange nomen. Hetzelfde geldt voor een voorstel tot statu
'IMr.]Te Winkel
tenwijziging, waarbij het maatschappelijk kapitaal
(...) [M]evrouw Bleekemolen Iis] met een aan vullend voorstel (...) gekomen. (...) [M]evrouw
van Amtrada tot € 324.000 wordt verhoogd. Bosch huizen c.s., op Timmerman na, die afwezig was en geen volmacht had verleend, hebben tegengestemd,
Bleekemolen stelt voor dat zÜ ook meedoet aan een mogelijke kapitaalinjectie en dan wel voor tien procent van datgene wat de heer Uleman aan injectie erin zal storten. (...) In het voorstel
worden (...) geen bedragen genoemd om de eenvoudige reden (...) dat het op dit moment niet bekend is (... ) wat er uiteindelijk aan garan tiekapitaal bij zou moeten. Maar de afspraak zou dan zijn datwat daar uitkomt dat de heer Uleman dan zal inbrengen dat mevrouw Bleekemolen tien procent daarvan ook inbrengt. En dat na tuurlijk onder de voorwaarde dat de voorge stelde uitgifte van aandelen wat nu op de agenda staat dat die dan ook zodanig zal plaatsvinden dat mevrouw Bleekemolen ook daarin voor tien procent participeert. (...) IDlat komt er dan op
neer dat de heer Uleman ongeveer op tachtig procent (80%) komt, mevrouw Bleekemolen op zestien procent en de rest op ongeveer vier pro cent samen bij elkaar opgeteld. öä
terwijl de overige aandeelhouders hun stem vóór beide voorstellen hebben uitgebracht. Bij akte van uitgifte verleden op 1 oktober 2010 heeft Amtrada, onder de opschortende voor waarde van het van kracht worden van de statuten
2.15
wijziging waartoe op 30 september 2010 door
de
buitengewone algemene vergadering van aandeel houders is besloten, onderscheidenlijk 1 1.601.51 1 en 1.289.057 aandelen in het kapitaal van Amtrada met een nominaal bedrag van € 0,02 elk uitgegeven aan onderscheidenlijk Uleman en Bleekemolen. 2.16 Hendriksen heeft op 1 oktober 2010 zijn werkzaamheden als voorzitter van de raad van be stuur hervat. Bij akte van statutenwijziging verleden op 8 oktober 2010 is het geplaatste aandelenkapitaal van Amtrada in die zin gewijzigd dat dit vanaf 8 oktober
2.17
20'|,0 €. 322.935,78 bedraagt en is verdeeld in 16.146.789 aandelen met een nominale waarde van € 0,02 elk. De 481.700 door Boschhuizen c,s gehouden aandelen komen vanaf 8 oktober 2010 overeen met
2.18
í,.., Hrnr.n
lk begrijp dat de heer Uleman de tachtig procent (80%) houdt zoals die hier vermeld staan. Dat zou inhouden dat voor de andere aandeelhouders er meer verwatering plâatsvindt door die tien pro
298% van het geplaatste aandelenkapitaal van Am
8 oktober 2010 houden Uleman Bleekemolen onderscheidenlijl< 12.917.431 trada. Vanaf
en en
cenI. De heer Olden
2.597.048 aandelen, overeenkomend met onder scheidenlijk 80,00% en 16,08% van het geplaalste
(...)Waar het op neerkomt, is dat er dus aan merkelijk meer aandelen worden uitgegeven.
2.19
De neer Hansen
en Pijpers tot commissarissen van Amtrada
Mag ik vragen wat de reden is van de tachtig
noemd, Boschhuizen c.s. hebben tegen deze beslui ten gestemd. Bij brief van 19 november 2010 heeft Ule man aan het bestuur en de raad van commissarissen van Amtrada onder meer het volgende geschreven: .l0%van '[lk] ben (... )bereid om de door mij uit de emissie van 1 oktober 2010 verkregen aandelen (,,. ) tegen betaling van de nominale waarde (... )
procent (80%). De heer 0lden Ja, eigenlijk zou het honderd procent moeten zÜn omdat de waarde van de aandelen in de vennoot schap die op de rand van faillissement staat nul is. (...) lEligenlijk is [80%l een arbitrair bedrag omdat bij de stand van zaken je eigenlijk zou
RO
201U3s
aandelenkapitaal van Amtrada.
Tijdens een buitengewone aandeelhou dersvergadering op 26 oktober 2010 zijn J.B. Kroeze be
2.20
Afl. s - 2011
349
RO 2011/35
RECHîSPRAAK ONDERNEMINCSRECHT
over te drågen aan een stichting die wordt belast met de uitvoering van een werknemerspartici patie plan. (... ) De noodzaak van versterking van het kapitaal van Amtrada is door met name de heer Landwehr bij herhaling benadrukt. Ik begrijp dat u nog
doende bent om u een goed beeld te vormen van de situatie en met name (...) bij Cipexi in Ivoorkust. Ik ben, gegeven deze onduidelijkheid, op dit moment bereid om een bedrag van € 5.000.000 bij wijze van achtergestelde lening aan Amtrada Holding beschikbaar te stellen. (... ) Over de rente valt te praten. Ik denk zelf aan een tariefvan 5% perjaar. Ik ga vanuit dat u mevrouw Bleekemolen vraagt om eentiende van dit bedrag op dezelfde voorwaarden aan Amtrada Holding
beschikbaar te stellen. Ik heb inmiddels kennisgenomen van het ver zoek tot het bevelen van een enquête (... ). Beide voorstellen worden (...) gedaan onder de op schortende voorwaarde dat uiterlijk 3l decem ber 2010 in eerste aanleg vast staat dat dit stem recht niet bij wijze van onmiddellijke voorzie ning wordt geschorst en/of het emissiebesluit
niet op andere wijze de facto buiten effect ge steld wordt.'.
3. 3.1
grondenvan de beslissing Amtrada en Uleman hebben in de eerste plaats aangevoerd dat Boschhuizen c.s. in hun ver zoek niet ontvankelijk dienen te worden verklaard, omdat zij niet aan de vereisten van artikel 2:346 aanhef en onder b BW voor het indienen van een De
enquêteverzoek voldoen. Boschhuizen c.s. betogen, met verwijzing naar de beschikking van de Ondernemingskamer naar de Ondernemingskamer begrijpt 27 april 2000 inzake Leâther Design Van der Eerden B.V. (128/2000 OK,JOR 2000, 125) dat bij de beoordeling
3.2
van
van de ontvankelijkheid de verwatering van hun belang als gevolg van de Emissie van 14,79% tot 2,98% buiten beschouwing moet blijven omdat zich de reële mogelijkheid voordoet dat de Onderne mingskamer het emissiebesluit (waaronder kenne lijk (mede) moet worden verstaan het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders tot het machtigen van het bestuur tot uitgifte van aandelen) in de tweede fase van deze procedure zal vernietigen bij wijze van voorziening op de voet van artikel 3:256 BW Het emissiebesluit is vernietigbaar we gens strijd met de redelijkheid en billijkheid, in het bijzonder misbruik van meerderheidsmacht, en we gens strüd met artikel 2:233 lid 2 BW. Daarbij komt dat de gang van zaken rond de Emissie een gegronde reden oplevert om te twijfelen aan de juistheid van het beleid, aldus Boschhuizen c.s. Amtrada en UIe man hebben gemotiveerd bestwist dat het emissie besluit vernietigbaar is.
3.3
De Ondernemingskamer overweegt het
volgende. Als uitgangspunt heeft te gelden dat in dien ten tijde van het indienen van een verzoek niet wordt voldaan aan de in artikel 2:346, aanhef en onder b, BW gestelde vereisten met betrekking tot
350
Afl.5
de bevoegdheid tot het indienen van een verzoek als
het onderhavige, verzoekers in hun verzoek niet onwankelijk zijn.
3.4
Boschhuizen c.s. vertegenwoordigden on
middellijk voorafgaand aan de Emissie 14,79%van het geplaatste aandelenkapitaal van Amtrada en zij waren toen dus bevoegd een verzoek als het onder havige te doen. Tengevolge van de Emissie is hun positie in zover¡e veranderd dat zij niet meer vol doen aan het vereiste van artikel 2:346, aanhef en onder b, BW dat zij gezamenlijk ten minste 10% van het plaatste kapitaal van Amtrada vertegenwoordi gen.
3.5
De Ondernemingskamer ziet aanleiding om
in het kader van het in 3.1 bedoelde ontvankelijk heidverweer de bezwaren van Boschhuizen c.s. be treffende het emissiebesluit en de daaropvolgende Emissie eerst te bespreken. fn de kern komen die bezwaren er op neer dat het emissiebesluit en de Emissie gepaard zijn gegaan met misbruik van macht door de meerderheidsaandeelhouders, ver onachtzaming van belangen van minderheidsaan deelhouders en het ontbreken van een reële tegen prestatie tegenover de aandelenuitgifte. 3.6 Ten aanzien van de Emissie overweegt de Ondernemingskamer het volgende. 0p grond van de hierboven weergegeven feiten (in het bijzonder 2.3 tot en met 2.11) moet åangenomen worden dat Amtrada zich op 30 september 20.10 in een zeer precaire financiële situatie bevond. Aannemelijk is dat zonder ingrijpen ABN AMRO en de Ivoriaanse banken hun vorderingen geheel ofgedeeltelijk zou den hebben opgeëist en BNP Paribas zich als moge lijke financier zou hebben teruggetrokken met het
aanzienlijke risico van een faillissement van Am trada. Afgezien van het voorstel van Uleman was er geen concreet alternatief voorstel van andere
aandeelhouders voorhanden en ook tijdens de mondelinge behandeling hebben Boschhuizen c.s. niet gesteld welke concrete alternatieve stappen Amtrada had kunnen zetten om de dreigende de confiture af te wenden. De Ondernemingskamer acht verder van belang dat gesteld noch gebleken is dat het bestuur van Amtrade in de periode vooraf gaand aan de vergadering van 30 september 2010 Boschhuizen c.s. als aandeelhouders onvoldoende heeft geïnformeerd over de toestand van de ven nootschap. Voorts kan niet worden aångenomen dat Boschhuizen c.s. onvoldoende zijn geinformeerd over de aard en strekking van het voorstel van Ule man. Vanaf 23 september 2010 (zie hierboven in 2.10) kon het hen duidelijk zijn dat dit voorstel in essentie inhield dat Uleman in verband met de emissie tegen nominale waarde slechts een inspan ningsverplichting op zich zou nemen en zich niet zou verplichten tot het inbrengen van garantiekapi taal. Dit alles in aanmerking genomen kan niet wor den gezegd dat de algemene vergadering van aan deelhouders en het bestuur, mede gelet op de belan gen van de andere betrokkenen (waaronder Bosch
huizen c.s. als minderheidsaandeelhouder) niet in redelijkheid in het belang van Amtrada en de met
- 2011
RO
Ro 201U3s
RECHTSPRAAK ONDERNEMINGSRECHT
haar verbonden onderneming konden besluiten tot een emissie. Daarmee is echter nog geenszins gezegd dat tegenover de aandelenuitgifte een zakelijke en reële tegenprestatie staat. De omstandigheid dat de aan
3.7
delen zijn uitgegeven tegen de nominale waarde berust kennelijk op de opvatting van Uleman, zoals weergegeven in zijn e mail van 23 september 2010 (zie hierboven in 2.10), dat de aandeelhouders waarde van Amtrada (nagenoeg) nihil was. Dit uit gangspunt steunt niet op een waardering van de onderneming door of onder verantwoordelijkheid van het bestuur van Amtrada, maar slechts op de verwachting dat het uitblijven van een kapitaalin jectie (uiteindelijk) zou leiden tot het faillissement van Amtrada. Bij gebreke van een deugdelijke waar dering die ook achterafniet heeft plaatsgevonden kan evenwel niet zonder meer worden aangeno men dat de waarde van Amtrada (vtijwel) nihil was, ook niet indien de verwachting gerechtvaardigd was dat een kapitaalsinjectie noodzakelijk was voor haar voortbestaan.
3.8
Ook de mate van verwatering roept vragen op. Het is, gelet op de voorheen bestaande moeizame verhoudingen tussen de aandeelhouders, het be
stuur en de commissarissen en het daaruit voort vloeiende gebrek aan daadkracht (zoals ook gecon stateerd door ABN AMRO in haar brieven van 3 november 2009 en 3 december 2009), begrijpelijk dat Uleman als voorwaarde voor de door hem te verrichten inspanningen doorslaggevende zeggen schap verlangde in de aandeelhoudersvergadering. Daarmee is echter nog niet gerechwaardigd dat Ule man als resultaat van de Emissie 80% van alle aan
delen houdt. Tüdens de mondelinge behandeling heeft Uleman daarover gezegd dat dit percentage tot op zekere hoogte willekeurig is. Daarbij komt dat de hiervoor in 2.13 weergegeven onderdelen 5 en 6 van het voorstel van 30 september 2010 geen daad werkelijke bescherming bieden aan de positie van Boschhuizen c.s. als minderheidsaandeelhouders omdat daarin slechts de mogelijkheid wordt gebo den om door uitgifte van aandelen de verwatering ongedaan te maken indien de benodigde bancaire financiering niet zal worden verkregen terwijl bij het emissiebesluit nu juist tot uitgangspunt is ge nomen dat Amtrada slechts kan overleven indien de benodigde bancaire financiering zal worden gevon
zoek verzoeken op gronden die die emissie betref fen, brengen doel en strekking van het enquêterecht naar het oordeel van de Ondernemingskamer mee dat aan hen de bevoegdheid tot het doen van een enquêteverzoek niet behoort te worden ontzegd op de grond dat zij niet langer ten minste een tiende gedeelte van het geplaatste kapitaal vertegenwoor
digen. Het enquêterecht strekt immers mede ter bescherming van minderheidsaandeelhouders te gen onder meer (mogelijk)machtsmisbruik door de meerderheid. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de 0ndernemingskamer bij de beoordeling van de ont vankelijkheid van verzoekers de gevolgen van de 3.1
1
Emissie buiten beschouwing laat en het verweer van Amtrada en Uleman dat Boschhuizen c.s. in hun verzoek niet ontvankelijk dienen te worden ver klaard verwerpt. 3.12 Zoals blijkt uit rechtsoverweging 3.9 acht de Ondernemingskamer een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Amtrada gerecht vaardigd. Dat onderzoek zal worden bevolen en zal in het bijzonder gericht dienen te zijn op de in 3.7 en 3.8 bedoelde omstandigheden. Gelet op de toestand van Amtrada acht de Ondernemìngskamer het treffen van onmiddellijke voorzieningen niet aangewezen. De Ondernemings kamer voegt daar nog âan toe dat, gelet op hetgeen
3.13
in 3.6 en 3.8 is overwogen, in het bijzonder
geen
aanleiding bestaat om (bij wege van onmiddellijke voorziening) de stemverhouding in Amtrada van voor de Emissie te herstellen, zoals bedoeld in 1.2, onder 2.a. De slotsom is het dat een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Amtrada als bedoeld in 3.1 2 zal worden bevolen. Amtrada zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroor deeld in de kosten van deze procedure.
3.14
4.
De beslissing De Ondernemingskamer: beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Amtrada Holding 8.V., gevestigd te Amsterdam, over de periode van af 1 oktober 2007, in voege zoals omschreven in rechtsoverweging 3.1 2 van deze beschikking; benoemt een nader aan te wijzen en aan partijen
3.9
bekend te maken persoon teneinde voormeld on derzoek te verrichten; stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoogste
leid van Amtrada, die een onderzoek naar dat beleid zouden rechtvaardigen. In de hiervoor omschreven omstandighe
mag kosten vast op € 10.000, de verschuldigde om zetbelasting daarin niet begrepen ; bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Amtrada Holding B.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoege van de onderzoeker zekerheid dientte stellen voor de aanvangvan diens
den.
Hetgeen in 3.7 en 3.8 is overwogen met betrekkingtot de gangvan zaken rondom de Emissie levert naar het oordeel van de Ondernemingskamer gegronde redenen op voor hvijfel aan een juist be
3.10
den, waarin minderheidsaandeelhouders, die niet langer voldoen aan het proportionele vereiste van artikel 2:346, aanhefen onder b, BW ten gevolge van een emissie die aanleiding geeft om een onderzoek te gelasten naar het beleid en de gang van zaken van de betrokken vennootschap, om een zodanig onder
RO
werkzaamheden: veroordeelt Amtrada Holding B.V. in de kosten van het geding, deze aan de zijde van Rijk Bosch huizen, Paulus Jacobus Hansen, Paulus Louis Maria I(oopmans, Arthur Aescwine Molenaar, Jacob Rein
Afl. s - 2011
Jf, I
RO 2011136
stelt het bedrag dat het onderzoek ten hoosste llg1
zerDelastrng daarin niet begrepen; bepaalt rtat de kosten vin hãt onde¡zoek ten laste *,n Amtrada Holding B,V. en dat zij voor de Detallng. daarvan ten genoege van de ondlrzoeker zeKernetcl dient te stellen voor de aanvangvan
,
IT,ln
diens
werkzaamheden: v-eroordeelt Amtrada Holding B.V. jn de kosten van hetgeding, deze aan de zi¡'ãe van nijf< soiihl
nurzen, PaulusJacobus Hansen, paulus Louis Maria Kooptnans, Arthur Aescwine Molenaar, Jacob Rein_ oen ¡ tmmerman en Antonius Johannes Maria Veer_ Kamp, tezamen tot op heden begroot op €3.322; verKlaart deze beschikking uitvoerbaar bii voor_
råã(1.