Inspiratiedocument
Medisch simulatieonderwijs in het nieuwe curriculum
September 2014 Thema Skills & Simulatie - EKO
1
1 Zie onderdeel 5: Meer informatie
Medisch simulatieonderwijs in het nieuwe curriculum Dit document is bedoeld ter inspiratie en ondersteuning bij het vormgeven en invullen van het nieuwe curriculum voor Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen, met betrekking tot (bio)medisch simulatieonderwijs. Het maakt onderdeel uit van een serie inspiratiedocumenten, namelijk: Ideeën voor ICT in het onderwijs Medisch simulatieonderwijs in het nieuwe curriculum Toetsing in het nieuwe curriculum In dit document wordt uitgelegd wat de meerwaarde is en kan zijn van medisch simulatieonderwijs, aangezien volgens de auteurs nog niet alle vormen van simulatieonderwijs optimaal benut worden in het huidige curriculum. Tevens wordt ingegaan op de vraag: op welke wijze kan medisch simulatieonderwijs bijdragen aan het verwerven van competenties in het nieuwe curriculum? Contactgegevens voor algemene vragen en voor specifieke onderdelen zijn opgenomen in het laatste hoofdstuk van dit document.
2
Inhoudsopgave
Medisch simulatieonderwijs in het nieuwe curriculum .......................................................................... 2 Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 3 1. Waarom medisch simulatieonderwijs? ........................................................................................... 4 2. Competenties en medisch simulatieonderwijs ............................................................................... 4 Kennis en inzicht .............................................................................................................................. 4 Technische vaardigheden ................................................................................................................ 5 Niet-technische vaardigheden ........................................................................................................ 5 Attitude............................................................................................................................................ 5 3. Toepassingen medisch simulatieonderwijs ..................................................................................... 5 Anatomieonderwijs ......................................................................................................................... 5 Communicatieonderwijs ................................................................................................................. 6 Complexe mechanismen in fysiologie en medische apparatuur..................................................... 6 Opvang en beoordeling zieke patiënt – o.a. samenwerken in teams ............................................. 7 Vaardigheidsonderwijs .................................................................................................................... 7 Simulatie en games ......................................................................................................................... 8 4. Toekomst kansen............................................................................................................................. 8 5. Meer informatie ............................................................................................................................ 10
3
1. Waarom medisch simulatieonderwijs? Het simuleren van een realistische situatie ten behoeve van het trainen van vaardigheden, maar ook voor kennis- en attitudevorming wordt in de gezondheidszorg in toenemende mate ingezet. Het doel van simuleren is het in praktijkcontext brengen van het geleerde, veelal het gebruiken van meerdere zintuigen tijdens het leerproces (wat het leerrendement vergroot), en zodoende het vergemakkelijken van transfer of learning naar de praktijk. Het gebruik van simulaties om processen in kaart te brengen en complexe relaties kwantitatief te beschrijven wordt veel toegepast in biomedisch onderzoek. Medisch simulatieonderwijs is in dit document een verzamelnaam voor alle vormen van onderwijs waarbij een omgeving en/of (deel van) een lichaam of apparaat fysiek of virtueel wordt gesimuleerd. Denk hierbij aan simulatiepatiënten, patiëntsimulatoren, stoffelijk overschotten in de snijzaal, siliconen prikarmen, computermodellen die fysiologie simuleren en serious games die de medische praktijk simuleren. De student kan gebruik maken van al deze verschillende mogelijkheden om in een veilige leeromgeving (trial and error) te oefenen en (eerder) geleerde theorieën toe te passen. Studenten bereiden zich voor op wat zij gaan ervaren (zien, meemaken, zouden moeten voelen, overleggen en beoordelen) in de praktijk. Tevens kunnen ze dit vervolgens aan medestudenten leren, of bijvoorbeeld scenario’s schrijven voor volgende groepen studenten. Gestructureerde feedback maakt deel uit van bijvoorbeeld simulatie teamtraining. Deze feedback geeft de student de kans zich bewust te worden van zijn valkuilen en krachten. Bewezen is dat studenten zich door deze trainingen meer competent voelen voor het uitvoeren van handelingen voor het beoordelen van ernstig zieke patiënten.
2. Competenties en medisch simulatieonderwijs Medisch simulatieonderwijs kan worden ingezet bij het vormgeven van onderwijs met verschillende beoogde competenties. Veelal wordt gedacht aan vaardigheidsonderwijs, echter zien wij dat in de praktijk tevens sprake is van attitudevorming en kennistoepassing. Bovendien liggen er kansen voor de studenten om binnen een gesimuleerde omgeving kennis te ontwikkelen. De kracht van simulatie is dat kennis direct in de context kan worden toegepast. Derhalve is gekozen voor een indeling naar onderdelen van competentie: kennis, technische en niet-technische vaardigheden en attitude. Kennis en inzicht De student kan met behulp van medisch simulatieonderwijs kennis en inzicht ontwikkelen over bijvoorbeeld anatomie of fysiologische processen. Het voordeel van simulatie hierbij is dat de context zorgt voor het leren met meerdere zintuigen, zoals het voelen van structuren binnen de anatomie, of het leren in een rijke context zoals de fysiologische computermodellen waarbij variabelen aangepast kunnen worden om de student inzicht te geven in verschillende fysiologische processen. Kennistoepassing is tevens een belangrijke factor in simulatieonderwijs. Denk hierbij aan het toepassen van de ABCDE-methodiek in simulatie teamtraining, of het toepassen van anamnese protocollen in een training met een simulatiepatiënt.
4
Technische vaardigheden Voor het aanleren van technische vaardigheden zoals infusen prikken, hechten en reanimeren is simulatieonderwijs uitermate geschikt. Hierbij kan de student in een veilige leeromgeving leren hoe deze vaardigheden uitgevoerd moeten worden. Er is ruimte om fouten te maken en deze vervolgens te corrigeren op basis van verkregen feedback door bijvoorbeeld medestudenten. Niet-technische vaardigheden Niet-technische vaardigheden zoals communicatie zowel met patiënt als met collega’s, het opdoen van situatieoverzicht, het leren werken met teamrollen kunnen uitermate goed getraind worden door middel van het simuleren van bijvoorbeeld patiëntengesprekken of de primaire beoordeling van een acuut zieke patiënt. Met behulp van gestructureerde feedback aan de hand van opgenomen videobeelden krijgt de student zicht op zijn ontwikkeling van niet-technische vaardigheden. Door hierop te reflecteren (met of zonder medestudenten) leert de student zijn krachten en valkuilen kennen en weet zodoende waaraan gewerkt dient te worden. Attitude Attitudevorming bij de student kan zich bijvoorbeeld richten op het zich bewust worden van de eigen houding en handelen in kritieke situaties, de omgang met cultuurverschillen binnen verschillende disciplines, het open staan voor samenwerken en daar zowel de kansen als valkuilen van zien. Bij simulatie teamtrainingen over de opvang van een acuut zieke patiënt komen veel van deze aspecten aan bod. Het samenwerken in teams wordt uitgebreid nabesproken en hierop wordt gereflecteerd aan de hand van een video van het opgenomen scenario. Daarbij krijgt de student zicht op zijn en andermans kijk op de besproken onderwerpen. Attitudevorming is een belangrijk onderdeel van dergelijke trainingen.
3. Toepassingen medisch simulatieonderwijs Anatomieonderwijs Anatomieonderwijs is een bijzonder voorbeeld van een vakgebied waar simulatie niet weg te denken is. Tijdens anatomiepractica op de snijzaal werken studenten in kleine groepjes samen aan het vergroten van hun kennis en inzicht in de ruimtelijke verhoudingen tussen organen, bloedvaten, spieren, botstukken en gewrichten. Met behulp van opdrachten worden studenten aangezet tot actief exploreren van bijpassende preparaten. De ruimtelijke verhoudingen van bijvoorbeeld de diepe kernen van het brein wordt gestimuleerd door studenten de opdracht te geven deze anatomische structuren met behulp van klei na te bootsen. Het ‘door de huid heen’ kunnen aanwijzen van de positie van belangrijke organen, wordt geoefend met behulp van bodypaint opdrachten. Hierdoor doen studenten tevens ervaring op met het palperen van een patiënt. De opdrachten kunnen aan het 5
eind van het practicum ‘gecontroleerd’ worden met een echoapparaat. Ten slotte is het anatomisch museum een bron van kennis, waar studenten op eigen initiatief, bijvoorbeeld met begeleidende opdrachten, hun kennis van anatomie kunnen verbreden en verdiepen. Wil je meer weten, neem contact op met: Jan Kooloos1. Communicatieonderwijs Voor communicatie met zowel de patiënt als teamleden is Voorbeelden training van groot belang. Communicatie met teamleden communicatieonderwijs: wordt voornamelijk getraind tijdens simulatie team- Anamnese trainingen (zie kopje opvang en beoordeling zieke patiënt). - (vervolg) Consult Voor communicatie met de patiënt wordt veelal gebruik - Preventieve gesprekken gemaakt van simulatiepatiënten. Simulatiepatiënten zijn - Lichamelijk onderzoek goed getraind in het spelen van een rol én in het geven van feedback. Dit maakt het mogelijk voor de student om zelf met een grote variatie aan consulten te oefenen en gerichte feedback te ontvangen waarmee direct verder kan worden geoefend. Dit zijn kenmerken die deze manier van trainen zeer geschikt maken om op persoonlijke manier te leren om patiëntgericht te communiceren. Wil je meer weten, neem contact op met dr. Evelyn van Weel-Baumgarten1. Complexe mechanismen in fysiologie en medische apparatuur Het inzicht krijgen in complexe mechanismen kan voor veel studenten inzichtelijk gemaakt worden door deze mechanismen zelf te beïnvloeden en vervolgens te bekijken wat de gevolgen daarvan zijn. Met behulp van computergebaseerde simulatiemodellen is dit mogelijk. Hoe verandert de geleiding op het hart en het ECG als de geleidingssnelheid van de AV knoop wordt verandert? Hoe verandert een MRI afbeelding als ik instellingen van het MRI apparaat verander? Dit zijn vragen waar studenten spelenderwijs antwoord op kunnen krijgen met deze computerprogramma’s. Studenten kunnen tevens zelf modellen bouwen over bijvoorbeeld de verspreiding van een ziekte of het functioneren van reflexen. Wil je meer weten, neem contact op met dr. Thom Oostendorp1. Complete patiëntsimulatoren of de computermodellen die daarbij horen, zijn zeer geschikt voor het demonstreren van andere fysiologische processen of medische apparatuur. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het effect van vullen bij patiënten met hypovolemische en cardiogene shock, het effect van een mogelijke behandeling bij patiënten met longproblemen, of de werking van verschillende instellingen van een beademingsapparaat. Wil je meer weten, neem contact op met ir. Charlotte Lommen1.
1
Zie onderdeel 5: Meer informatie
6
Opvang en beoordeling zieke patiënt – o.a. samenwerken in teams Tijdens zogenaamde simulatie teamtrainingen kan een student in een gesimuleerde ziekenhuisafdeling de beoordeling van een acuut zieke patiënt oefenen. De student leert kennis en vaardigheden toepassen en een gewenste attitude ontwikkelen. Hij of zij werkt samen in een (wanneer passend multidisciplinair) team. De patiënt (een geavanceerde patiëntsimulator) laat allerlei fysiologische signalen zien, waarmee het scenario vorm krijgt, en waarop de studenten handelen zoals zij zouden doen in real life. Het scenario wordt op video opgenomen, en naderhand in groepsverband uitgebreid nabesproken. Hierbij krijgt de student inzicht in zijn houding en handelen tijdens de beoordeling van een acuut zieke patiënt. Leerdoelen zijn onder andere het toepassen van kennis (bijv. protocollen) en vaardigheden in een realistische context. De vaardigheden worden uitgesplitst in technische vaardigheden zoals de ABCDE methodiek, en niet-technische vaardigheden met als voornaamste doel het samenwerken in een (multidisciplinair) team. Door verschillen in complexiteit, inhoud van het scenario en groepssamenstelling kan het scenario aangepast worden aan het niveau en de leerdoelen op dat moment van de student (just-in-time learning). Met simulatie teamtraining zijn we in staat te differentiëren tussen studenten. Dat maakt simulatie teamtraining flexibel en goed aansluitend op de visie van het nieuwe curriculum. Wil je meer weten, neem contact op met Charlotte Lommen1. Vaardigheidsonderwijs Vaardigheidsonderwijs kan verdeeld worden in trainingen van handelingen direct bij de patiënt en trainingen in het gebruik van apparatuur op een patiënt. Denk bij de eerste categorie bijvoorbeeld aan reanimatie en EHBO training, maar ook aan infuus prikken en hechten. In het initiële curriculum worden deze vaardigheden met name in het klinisch trainingscentrum of skills & simulatielab getraind. Wil je meer weten, neem contact op met Charlotte Lommen1 Voor (postacademisch) onderwijs van meer complexe vaardigheden wordt regelmatig in het Centraal Dierenlaboratorium of in de snijzaal van het Preparatorium getraind. Complexe technische handelingen zoals bijvoorbeeld damage control surgery, het plaatsen van een heupprothese of laparoscopie of kunnen zonder tijdsdruk of risico voor een patiënt worden geoefend. Het trainen van technische vaardigheden wordt veelal gecombineerd met teamtrainingsaspecten. Wil je meer weten, neem contact op met Marit Rensink1 Voor het trainen van vaardigheden in het gebruik van medische apparatuur kan onder andere gedacht worden aan het trainen van bijvoorbeeld laparoscopische vaardigheden. Hiervoor zijn enkele zeer realistische, technologisch complexe Virtual Reality simulatoren beschikbaar voor het aanleren van volledige procedures, tot laag complexe videotrainers 1
7 Zie onderdeel 5: Meer informatie
waarmee basisvaardigheden zoals camera assistentie, het hanteren van laparoscopisch gereedschap, en ruimtelijk inzicht getraind kunnen worden. Wil je meer weten, neem contact op met Jan-Maarten Luursema1. Tevens is er de mogelijkheid om in een simulatie unit medische apparatuur binnen een realistische omgeving in werking te zien. Studenten kunnen hier de technische infrastructuur van de omgeving bekijken en, voor zover mogelijk, enkele medische apparaten op zichzelf of een patiëntsimulator uitproberen. Mogelijkheden zijn bijvoorbeeld een patiëntmonitor, een infuuspomp, beademingsapparatuur, of meer complexe apparatuur zoals een hart-long machine. Wil je meer weten, neem contact op met Charlotte Lommen1 Simulatie en games Een aantal van bovenstaande, maar ook andere leerdoelen, kunnen getraind worden met behulp van digitale games waarin simulatie een element vormt. Dit kunnen e-learning modules zijn met een simulatie en game component, maar ook meer complexe games, ook wel serious games genoemd. Meer informatie hierover is tevens te vinden in het inspiratiedocument Ideeën voor ICT in het onderwijs. Wil je meer weten, neem contact op met Carolien Kamphuis1.
4. Toekomst kansen Het nieuwe curriculum biedt mogelijkheden om onderwijsvormen anders in te zetten, competenties (bijv. samenwerken) en leerdoelen waar eerder minder aandacht voor was , nu voldoende aan bod te laten komen. Enkele voorbeelden concreet uitgewerkt: E-learning voor medisch simulatieonderwijs: het is mogelijk en wordt al voor enkele trainingen ontwikkelt, om met behulp van e-learning een stukje basiskennis op te halen of te introduceren voor het medisch simulatieonderwijs. Dit kan tevens dienen als instapmodules, om studenten alleen toegang te geven tot het soms dure medisch simulatieonderwijs als de modules zijn doorlopen of succesvol zijn afgerond. Laagdrempelige toegang voor studenten: voor sommige vormen van medisch simulatieonderwijs is het mogelijk een laagdrempelige toegang te organiseren. Studenten kunnen (eventueel na het doorlopen van een e-learningmodule) zich in dat geval zelf inschrijven voor mogelijkheden om vaardigheden te trainen, eventueel onder begeleiding van een ouderejaars student. Dit geeft de mogelijkheid om op directe vraag of motivatie van studenten in te spelen, waarmee zij in een veilige leeromgeving op hun eigen ontwikkelingsniveau aan persoonlijke (en/of groeps-) leerdoelen kunnen werken die voor hen op dat moment van belang zijn. Simulatieonderwijs voor biomedische wetenschappers. Binnen biomedisch onderzoek spelen modellen een belangrijke rol als middel om het verloop van processen in kaart te brengen en complexe relaties kwantitatief te beschrijven. Dit geldt voor heel 1
8 Zie onderdeel 5: Meer informatie
verschillende gebieden binnen de biomedische wetenschappen, zoals het bestuderen van de verspreiding van ziektes, van het gedrag van bot rondom implantaten en van regelkringen binnen het brein. Modelmatig denken en het gebruik van computersimulaties om modelvoorspellingen te doen zijn dan ook van groot belang voor toekomstige biomedisch wetenschappers. Het nieuwe curriculum biedt hiervoor nieuwe mogelijkheden, door het inzetten van verschillende vormen van simulatieonderwijs en het laagdrempelig toegang geven tot deze mogelijkheden. Competenties Radboudarts: hieronder valt o.a. goed en efficiënt kunnen samenwerken met verschillende learning professionals (o.a. artsen, verpleegkundigen, arts-assistenten, coassistenten, studenten) maar zeker ook met patiënten. Het toepassen van deze geleerde kennis, vaardigheden en attitude kan op verschillende niveaus van complexiteit en momenten in de opleiding plaatsvinden tijdens bijvoorbeeld simulatie teamtraining. Ter illustratie: huidig simulatieonderwijs tijdens CKO8 laat zien dat studenten het een hele veilige en geschikte manier vinden om geleerde aspecten met elkaar te integreren tot daadwerkelijk handelen en hierop te reflecteren met de groep. Simulatie in het curriculum vanaf dag 1: Het geleerde toepassen in een realistische setting kan in verschillende vormen (van eenvoudige handelingen tot complexe teamtrainingen) met aandacht voor diverse aspecten (kennis, vaardigheden en attitude) vanaf dag één in het nieuwe curriculum plaatsvinden. Door vanaf het begin regelmatig met simulatie in aanraking te komen, wordt de drempel om vaker te komen trainen en hierop te reflecteren verlaagd.
Training in gebruik medische apparatuur: Met de huidige ontwikkelingen in technologie voor de zorg, wordt het steeds belangrijker dat artsen en onderzoekers inzicht krijgen in de werking én risico’s van het gebruik van medische apparatuur. Het is van essentieel belang dat dit in het basiscurriculum aan de orde komt
9
5. Meer informatie U kunt bij vragen contact opnemen met: Ir. Charlotte Lommen, adviseur onderwijs en technologie / themaleider skills en simulatie Bezoekadres Gerard van Swietenlaan 4 | Route 11 | Kamer -1.49 Telefoon (024 81)8 70 74 bgg (024 36)1 77 46 E-mail
[email protected] Voor specifieke vragen over: - Skills en simulatie en trainingen gebruik medische technologie: ir. Charlotte Lommen, zie boven. - Anatomie/snijzaalonderwijs: dr. Jan Kooloos, afdelingshoofd anatomie a.i.
[email protected], tel 16957 - Simulatiepatiënten: dr. Evelyn van Weel-Baumgarten, huisarts UHD
[email protected], tel 10331 - Computermodellen: dr. Thom Oostendorp
[email protected], tel 14240 - Postacademisch onderwijs: Marit Rensink, projectmanager PAO
[email protected] , tel 17050 - Trainen van vaardigheden minimaal invasieve chirurgie: dr. Jan-Maarten Luursema post doc.
[email protected], tel 17612 - Simulatie en games: drs. Carolien Kamphuis, themaleider ICT in het onderwijs
[email protected], tel 68082
10