HET CURRICULUM VOOR HET ONDERWIJS IN DE GROTE STAD
Arie Wilschut Lector didactiek van de maatschappijvakken Krachtvoer-lezing, 8 maart 2016
Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding 1
HOE PRATEN OVER ALEXANDER DE GROTE?
Hoe houd je rekening met diversiteit aan culturen?
Afghanistan Albanië Bulgarije Egypte Griekenland Irak Iran Jordanië Libië Macedonië Oezbekistan Pakistan Palestina/Israel Syrië Turkije Turkmenistan 2
HOE PRATEN OVER ALEXANDER DE GROTE?
Hoe houd je rekening met diversiteit aan culturen?
3
DRIE OPTIES VOOR CURRICULA 1 ‘Inclusief’: Zoveel mogelijk ‘andere’ culturen integreren. 2 ‘Nationaal’: De gezamenlijke cultuur van iedereen in dit land (de Nederlandse) versterken en benadrukken. 3 ‘Democratisch’: De cultuurverschillen overstijgen door algemeenmenselijke thema’s te behandelen.
4
MOGELIJKHEID 1: INCLUSIEF ‘In een curriculum voor een grotestadsschool moet ruimte en aandacht zijn voor de verschillende culturen die onder de leerlingen vertegenwoordigd zijn.’ Veronderstelde effecten: 1 Leerlingen zullen meer geïnteresseerd en gemotiveerd zijn om kennis te nemen van zaken die over ‘hun’ cultuur gaan. 2 Leerlingen zullen zich beter erkend voelen in hun eigen identiteit. 3 Er zal meer onderling respect en uitwisseling ontstaan tussen verschillende culturen.
5
Kortom: Doelstellingen van leraren en geconstateerde effecten liepen vaak erg uiteen.
MOGELIJKHEID 1: INCLUSIEF
‘In een curriculum voor een grotestadsschool moet ruimte en aandacht zijn voor de verschillende culturen die onder de leerlingen vertegenwoordigd zijn.’ Wat weten we uit onderzoek? 1 Somaliëproject in Londen: ‘They were afraid that the lessons would bring up aspects of their history that could make them the focus of ridicule, or that they personally might find it difficult to take pride in.’ 2 Lessen over slavernijgeschiedenis in GB en NL: leerlingen die dit als ‘hun erfgoed’ zouden kunnen beschouwen, distantiëren zich ervan. 3 Slavernijgeschiedenis VS: Zwarte leerlingen beschouwden dit als een argument om een eenzijdige interpretatie aan iedereen op te leggen. 4 Aardrijkskunde over Azië en Afrika: ‘Overall, the curriculum was reinforcing students’ existing perceptions of Asia, rather than deconstructing these and recognizing cultural diversities and differences among peoples.’
6
MOGELIJKHEID 2: NATIONAAL ‘In een curriculum voor een grotestadsschool moet de Nederlandse cultuur worden benadrukt omdat dat de gezamenlijke cultuur van iedereen in dit land is.’ Veronderstelde effecten: 1 Integratie en inburgering. 2 Het curriculum is ‘kleurenblind’: hetzelfde aanbod geldt voor iedereen, ongeacht zijn/haar achtergrond: dus meer cohesie in de samenleving. ‘Waar het om gaat, is dat dit de canon is van het land dat wij gezamenlijk bewonen. Kennis en begrip van hoe dit land zich heeft ontwikkeld (…) verschaft de samenleving een referentiekader dat rendeert bij onderling verkeer (…). De canon dus van Boulahrouz en Beatrix.’ (Entoen.nu, dl. A, p 24).
7
MOGELIJKHEID 2: NATIONAAL ‘In een curriculum voor een grotestadsschool moet de Nederlandse cultuur worden benadrukt omdat dat de gezamenlijke cultuur van iedereen in dit land is.’ Wat weten we uit onderzoek? 1 Leerlingen met diverse herkomsten en afkomsten kunnen inderdaad verschillende interessen hebben. NL gesch.
Wereldgesch.
Gesch. herkomstland
Familie
Religie
Autochtonen
87
67
-
73
-
Surinamers / Antillianen
65
60
77
89
-
Marokkanen
33
45
70
63
80
Turken
41
50
82
64
66
8
MOGELIJKHEID 2: NATIONAAL ‘In een curriculum voor een grotestadsschool moet de Nederlandse cultuur worden benadrukt omdat dat de gezamenlijke cultuur van iedereen in dit land is.’ Wat weten we uit onderzoek? 1 Leerlingen met diverse herkomsten en afkomsten kunnen inderdaad verschillende interessen hebben. 2 Jonge leraren die zich aanvankelijk vaak opstellen als ‘confident transmitters’ gaan zich met verloop van tijd in een veelkleurige klas ‘uncertain’ en zelfs ‘uncomfortable’ voelen. 3 Eén op de vijf leraren vindt het buitengewoon lastig om zogenaamde ‘gevoelige onderwerpen’ te behandelen in de klas. Daarmee wordt bedoeld: de holocaust, antisemitisme in het algemeen, moslimfundamentalisme en integratieproblemen (Onderzoek i.o.v. staatssecretaris Dekker). 9
MOGELIJKHEID 3: DEMOCRATISCH ‘In een curriculum voor een grotestadsschool moet onderwijs niet gebaseerd zijn op de diversiteit aan culturen, maar op de achterliggende algemeen-menselijke vragen.’
10
Een vergelijkende, analyserende, conceptuele aanpak.
MOGELIJKHEID 3: DEMOCRATISCH ‘In een curriculum voor een grotestadsschool moet onderwijs niet gebaseerd zijn op de diversiteit aan culturen, maar op de achterliggende algemeen-menselijke vragen.’ Argumenten: 1 Kennis is geen exclusief eigendom van een bepaalde groep, maar staat open voor iedereen: ‘mijn geschiedenis’ en ‘jouw geschiedenis’ bestaat evenmin als ‘mijn wiskunde’ en ‘jouw wiskunde’. 2 Het creëren van wij-/zij-tegenstellingen moet worden vermeden. 3 Het moet burgers van een land vrijstaan zélf over hun identiteit te beslissen. 4 Het gaat niet om het hebben van kennis, maar om het kunnen analyseren van problemen en het kunnen verklaren van de maatschappelijke werkelijkheid en daarover goed kunnen argumenteren. 11
MOGELIJKHEID 3: DEMOCRATISCH ‘In een curriculum voor een grotestadsschool moet onderwijs niet gebaseerd zijn op de diversiteit aan culturen, maar op de achterliggende algemeen-menselijke vragen.’ Voorbeelden: 1 Geen les over de ‘Nederlandse slavernijgeschiedenis’ in Suriname, maar over de transatlantische slavenhandel in het algemeen en (nog algemener:) de manier waarop slavenarbeid en vrije arbeid zich in de wereld hebben ontwikkeld. 2 Geen les over de ontwikkeling van de islam, maar over wereldgodsdiensten in vergelijking met elkaar en met de humanistische levensbeschouwing. 3 Geen les over ‘onze oorlogsmisdaden in Indonesië’, maar over kolonialisme en dekolonisatie in vergelijkend perspectief.
12
MOGELIJKHEID 3: DEMOCRATISCH ‘In een curriculum voor een grotestadsschool moet onderwijs niet gebaseerd zijn op de diversiteit aan culturen, maar op de achterliggende algemeen-menselijke vragen.’ Problemen: 1 De leerstof zal abstracter worden (geen concrete acties en gebeurtenissen als doel op zichzelf, maar in verband met achterliggende begrippen). 2 Afzien van eigenaarschap en wij-perspectieven is moeilijk te leren . 3 Een afstandelijke, wetenschappelijke houding is moeilijk op te brengen wanneer sprake is van emotionele betrokkenheid bij een onderwerp. Ook lijkt onderzoek te suggereren dat, naarmate zo’n betrokkenheid groter is, leerlingen meer geneigd zijn zich ergens mee te vereenzelvigen en alternatieve visies ronduit te verwerpen. Maar dat is de didactische uitdaging die we moeten aangaan.
13
VRAGEN EN DISCUSSIE
14