Internationalisering in het curriculum van de toekomst Pagina 2
Pagina 6
Pagina 7
Veldconsultatie door EP-Nuffic #Onderwijs2032
Internationale competenties op een rij
Vreemde talen: onmisbaar gereedschap
Theo Douma & Jindra Divis
Theo Douma: “De maatschappelijke discussie
rondom Onderwijs2032 zit nu in de dialoogfase. We krijgen enorm veel input binnen van allerlei organisaties. De discussie leeft, dat is duidelijk. We richten ons specifiek op drie thema’s: kennis voor leren en werken, maatschappelijke toerusting en persoonsvorming.”
Wat is Platform Onderwijs2032? Kinderen die nu voor het eerst naar school gaan, solliciteren rond 2032 naar hun eerste baan. Wat moeten zij nú leren om straks een vliegende start te kunnen maken op de arbeidsmarkt? Welke kennis en vaardigheden hebben zij nodig om optimaal te kunnen functioneren in de samenleving van de toekomst? Het Platform Onderwijs2032 zoekt naar antwoorden op deze vragen. EP-Nuffic gelooft dat internationalisering thuishoort in het nieuwe curriculum en wil daarom graag een bijdrage leveren aan de lopende discussie. Deze publicatie is gebaseerd op enquêtes onder leerlingen en op een discussiebijeenkomst voor experts uit het onderwijs, die plaatsvond op 19 juni 2015 in EYE, Amsterdam.
“Er zijn allerlei bijeenkomsten en discussies gaande, elk met een eigen publiek en eigen focus. In al die diverse opvattingen begint langzamerhand een lijn te komen waar iedereen het wel zo’n beetje over eens is: het zoeken naar integratie. Integratie van vakken, vaardigheden, houding en kennis. Een belangrijk aandachtspunt is dat we blijven waken voor een overvol curriculum, er moeten keuzes gemaakt worden. De druk op het onderwijs is al enorm.”
Jindra Divis: “Er moeten inderdaad keuzes gemaakt
worden. Als EP-Nuffic geloven wij in internationalisering. We zijn ervan overtuigd dat dit de kwaliteit van het onderwijs ten goede komt. Internationalisering is geen vak, maar een dimensie die je aanbrengt in het curriculum en zo een verbindend element kan vormen. Daarbij moeten we nadenken over een zekere gelaagdheid: wat moet élke leerling meekrijgen – en wat stijgt daarbovenuit?
Theo Douma (r) is voorzitter van het college van bestuur van O2G2, Openbaar Onderwijs Groep Groningen. Hij is een van de leden van Platform Onderwijs2032. Jindra Divis (l) is vicevoorzitter van de directie van EP-Nuffic en was voorheen directeur van het Europees Platform – internationaliseren in onderwijs.
Theo Douma: “Het perspectief van de
leerling is ook heel belangrijk in deze discussie. We vragen leerlingen nadrukkelijk om elkaar te bevragen. Leerlingen kunnen de dingen vaak veel beter verwoorden dan wij dat doen.”
Jindra Divis: “We hebben dan ook om hun mening gevraagd. Daarnaast vinden we het heel belangrijk om de mensen uit het onderwijs bij elkaar te brengen, om na te denken over het belang van internationalisering en wat we ermee willen bereiken.”
3 | Internationalisering in het curriculum van de toekomst
2 | Internationalisering in het curriculum van de toekomst
“Zoek naar integratie van vakken, vaardigheden, houding en kennis”
Lagerhuisdebat: vragen en stellingen Stelling:
Verplicht drie uur Engels vanaf groep 3 n “Tweetaligheid moet de norm zijn in 2032. Dus ja, start vroeg met vreemdetalenonderwijs.” n “Moet het alleen maar Engels zijn? In de grensstreek is Duits ook heel belangrijk.” n “Als je kiest voor wereldburgerschap, kies je automatisch voor Engels.”
Stelling:
Scholen moeten zelf kunnen bepalen wat ze doen aan wereldburgerschap en internationalisering n “We moeten grote begrippen als ‘internationalisering’ ontleden in kleinere onderdelen. Dan worden ze wel degelijk toetsbaar.” n “Zorg voor minimumvoorwaarden, anders krijg je te grote verschillen tussen scholen. Maar geef ruimte voor eigen invulling.” n “Wereldburgerschap is vooral een attitude.” n “Er zijn wel degelijk vaardigheden aan verbonden die je kunt toetsen.”
Stelling:
Hoe zorg je voor verankering van internationalisering in het curriculum? n “Gelukkig is het meestal geen individuele hobby van een docent meer, maar het zou onderdeel moeten zijn van het HR-beleid van elke school.” n “We kunnen naar de voorlopers kijken, hoe zij het doen. Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden.” n “Je moet docenten de ruimte bieden om in het buitenland te kijken, dat is inspirerend. Collega’s die naar het buitenland zijn geweest, krijgen ineens zuurstof in hun les.” n “De afstemming met lerarenopleidingen over hoe je internationalisering aanpakt is belangrijk, want we vragen op scholen andere dingen van docenten dan die ze op de lerarenopleiding leren.”
5 | Internationalisering in het curriculum van de toekomst
4 | Internationalisering in het curriculum van de toekomst
Welke kennis, vaardigheden en houding hebben leerlingen van nu straks nodig om in de mondiale samenleving te kunnen functioneren? Een debat tussen experts uit het onderwijs.
Onderwijs in vreemde talen
n Alle leerlingen krijgen een basis mee aan internationalisering. Kaderstelling voor internationalisering in het onderwijs is belangrijk voor kwaliteit en borging in de scholen. Laat daarbij wel veel ruimte aan docenten en scholen om op basis daarvan onderwijs te maken. Kerndoelen en eindtermen rondom internationalisering kunnen gebaseerd worden op de 21st Century Skills. Internationalisering biedt uitgelezen kansen om deze competenties aan bod te laten komen.
Algemeen (primair en voortgezet onderwijs): n Taal verbinden met internationalisering. De moderne vreemde talen zijn een onmisbaar middel bij internationalisering: ze vormen het gereedschap om te kunnen communiceren en een andere cultuur te kunnen begrijpen. Taalonderwijs is gericht op communicatie. n Meer aandacht voor verbinding van taalonderwijs met onderwijs in de andere vakken. Door zaakvakonderwijs (deels) in een vreemde taal te geven (Content and Language Integrated Learning, CLIL), wordt door middel van activerende didactiek een contextrijke leeromgeving geboden voor beide vakken.
n Leeruitkomsten van internationalisering worden beschreven en (h)erkend. Hierbij is niet alleen aandacht voor het eindproduct belangrijk (bijvoorbeeld werkstuk, verslag van uitwisseling), maar zeker ook voor de weg ernaartoe. Internationaliseringsactiviteiten moeten ingebed zijn in het lesaanbod.
21st Century Skills n n n n n n n
Reflectie, kritisch denken Persoonsvorming: zelfvertrouwen, zelfregulering, leergierigheid Samenwerken ICT-geletterdheid Creativiteit, innovatie Interculturele sensitiviteit en effectiviteit Communicatie
n Er moeten kerndoelen geformuleerd worden rond intercultureel effectief handelen en rond reflectie op eigen handelen in internationale situaties. Leerlingen zijn zich niet alleen bewust van culturele verschillen (intercultureel sensitief), maar kunnen hier ook effectief naar handelen (intercultureel competent). n Docenten worden goed toegerust om internationalisering vorm te geven. Eigen ervaring met internationalisering is daarbij cruciaal. Geef internationalisering daarom een plek in de docentenopleidingen en in nascholingen voor docenten uit primair en voortgezet onderwijs. Inspireren en ervaringen delen is daarbij belangrijk.
Primair onderwijs: n Heldere (streef)niveaus voor Engels voor de vier taalvaardigheden, gerelateerd aan het Europees Referentiekader voor talen (ERK). Dit kan op twee niveaus: voor scholen met vroeg Engels (vanaf groep 1) en voor scholen met versterkt Engels (vanaf groep 5). Zo kunnen middelbare scholen beter inspelen op de verschillende instroomniveaus. Engels moet net zoals in het voortgezet onderwijs als kernvak beschouwd worden. n Naast het kernvak Engels is het ook mogelijk andere moderne vreemde talen te kiezen. Voortgezet onderwijs: Kerndoelen en eindtermen worden duidelijk gerelateerd aan het Europees Referentiekader voor talen (ERK). Deze eindtermen gelden als minimumniveau per schooltype. Een leerling moet makkelijker examen in een taal kunnen doen op een hoger niveau, of op een eerder moment in de schoolcarrière. n Iedere leerling doet examen in twee moderne vreemde talen. Het examen hoeft niet altijd het centraal eindexamen te zijn; het kan ook een ander examen zijn dat wordt opgenomen in het Plusdocument. n Alle taalvaardigheden komen evenredig aan bod in het eindexamen. De verhouding tussen het schoolexamen en het centraal examen wordt zó aangepast dat alle vier taalvaardigheden (spreken, luisteren, schrijven, lezen) evenredig aan bod komen. n
Internationalisering dichtbij en ver weg n
“Twee van mijn leerlingen gingen op internationale stage. Eén vertrok naar een schapenboerderij in Nieuw-Zeeland, een ander liep stage bij een internationaal theatergezelschap in Breda. Ik weet zeker dat de leerling die in Nederland bleef meer internationale ervaringen opdeed en meer internationale competenties had verworven dan de leerling die naar de andere kant van de wereld vloog. Hij had met mensen samengewerkt uit allerlei verschillende landen en achtergronden. Daarvoor hoefde hij in dit geval het land niet uit.” (Docent uit het voortgezet onderwijs)
n
“Je kunt zeggen: wat heeft een werkgever eraan dat een leerling op uitwisseling naar Italië is geweest? Maar die leerling heeft daar – als de buitenlandervaring goed is ingebed – bepalende ervaringen gehad. Alleen door echt uit je comfort zone te komen, kun je je perspectief veranderen. Daarvoor moet je een disorienting dilemma meemaken, en die kom je pas tegen als je echt weg bent uit je dagelijkse omgeving. Een ervaring in het buitenland is dus onmisbaar.” (Onderzoeker uit het hoger onderwijs)
7 | Internationalisering in het curriculum van de toekomst
6 | Internationalisering in het curriculum van de toekomst
Internationale competenties
Wat vinden de leerlingen ervan? Basisschoolleerlingen: n
“Het is belangrijk om andere talen te leren dan Nederlands, bijvoorbeeld als je in het buitenland gaat werken; daar spreekt bijna niemand Nederlands.”
n
“Om goed met mensen uit andere landen om te kunnen gaan, moet je leren samenwerken, mensen leren begrijpen en een andere taal leren.”
n
“Ik wil graag weten hoe mensen in andere landen leven en hoe school er daar uit ziet.”
Leerlingen voortgezet onderwijs: n
n
n
“Ik heb veel samengewerkt met leerlingen uit het buitenland. Daardoor maak ik makkelijker contact met mensen uit een ander land, dat is ook handig als ik ga studeren en voor een baan later.”
“Je leert sneller andere talen door naar het buitenland te gaan. Na een week Engels spreken op uitwisseling sprak ik zelfs af en toe Engels toen ik weer thuis was!” “Door de uitwisseling merk ik dat ik me beter kan aanpassen en sta ik meer open om kennis te maken met andere mensen.”
Een curriculum met aandacht voor internationalisering Een basis aan internationalisering voor elke leerling, dat is waar we naar streven. Elke leerling in basis- en voortgezet onderwijs verdient het om internationale kennis en vaardigheden mee te krijgen. Dat kan door internationale competenties op te nemen in de kerndoelen en eindtermen. En door taalvaardigheid in de moderne vreemde talen te koppelen aan het ERK en taalonderwijs nog meer te richten op communicatieve vaardigheden. Deze kaderstelling is er niet om scholen in te perken in hun vrijheid, maar om de kwaliteit te waarborgen en richting te geven. Internationalisering is geen doel op zich, maar voor een groot gedeelte een dimensie die je aan leerstof geeft. Dat kan door in te gaan op de internationale aspecten van de stof, maar ook door leerlingen contact te laten maken met buitenlandse medeleerlingen. Internationalisering is een goed instrument om leerlingen voor te bereiden op de mondiale maatschappij. Uit de leerlingenenquêtes blijkt ook dat leerlingen hier zelf om vragen. De gewenste internationale competenties liggen heel dicht bij de 21st Century Skills. Internationalisering is een uitstekende manier om deze aan bod te laten komen. Een doorlopende leerlijn is daarbij essentieel: leerlingen moeten kunnen voortbouwen op wat ze in een eerder stadium hebben geleerd. Docenten moeten goed toegerust zijn om in professionele vrijheid toe te werken naar vastgestelde doelen. Het is van belang meer internationalisering op te nemen in programma’s voor lerarenopleidingen en om nascholing en uitwisseling van goede ideeën te faciliteren. Er zijn veel scholen die vooroplopen op het gebied van internationalisering; van die kennis en ervaring kunnen andere scholen én beleidsmakers gebruik maken bij het herijken van het curriculum. In de aanbevelingen ligt een duidelijke boodschap van de scholen aan het Platform Onderwijs2032. Internationalisering is van belang voor álle leerlingen om succesvol deel te nemen aan de internationale maatschappij en dat moet terug te zien zijn in de nieuwe kerndoelen en eindtermen.
9 | Internationalisering in het curriculum van de toekomst
8 | Internationalisering in het curriculum van de toekomst
Aanbevelingen:
10 | Internationalisering in het curriculum van de toekomst
Dit is een uitgave van EP-Nuffic Tekst: Willemijn Balk, Suzan van Dieren, Myrna Feuerstake Foto’s: Wilco van Dijen (schoolfoto’s), Jeroen van Kooten (foto’s bijeenkomst) Gespreksleiding: &Maes Eindredactie: Cathalijne Boland Vormgeving: ConceptID, Rotterdam Met tekstbijdragen van: Marleen Dermout, Ab van Rheenen, Jolly Samahah, Nilay Avar