Naam : _____________________________________ Klas : ______________________________________
W.O.- werkboekje
Nieuwe buren in het Grippelbos
We luisterden naar het verhaal van het Grippelbos. Meneer Mol redt in het verhaal Snip. Waarom is meneer Mol anders dan de andere dieren ? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ In ons W.O.-boekje gaan we wat dieper in op blind zijn.
1/ Blind of slechtziend ? Er is een verschil tussen blind zijn en slechtziend. Mensen die helemaal niets kunnen zien, zijn mensen die blind zijn. Er zijn ook mensen die veel minder zien dan anderen. Deze mensen zijn slechtziend. Blinde en bijna blinde personen leven anders. Ze proberen het voor hen aangenamer te maken door aangepaste middelen. Weet jij ook welke middelen blinde mensen zoal gebruiken ? _________________________________________ _________________________________________ _________________________________________ _________________________________________ _________________________________________
2/ Eventjes van dichtbij bekeken… Louis Braille (1809-1852) Wij kunnen een boek gewoon lezen. Mensen die blind zijn en hun ogen niet of bijna niet kunnen gebruiken kunnen ook een boek lezen ! Ze gebruiken hun vingers om te lezen ! De uitvinder van het brailleschrift is Louis Braille. Hij werd geboren op 4 januari 1809 in Coupvray, een klein dorpje op 40 km van Parijs. Dit is het geboortehuis van Louis Braille.
Zijn vader, Simon-René, was zadelmaker: hij maakte tuigen, beugels en riemen voor paarden. Toen de kleine Louis drie jaar was, sloop hij de werkplaats van zijn vader binnen en speelde er met het gereedschap van zijn papa. Op die manier verloor hij een oog. Het andere oog kreeg een infectie en zo werd de kleine Louis volledig blind.
De werkplaats van Simon-René Braille in Coupvray
Toch ging Louis naar een lagere school in het dorp. Zijn vader hielp hem met het leren van het alfabet door nagels in een plank te slaan. Zo kon Louis de letters voelen. Louis was tien jaar oud toen zijn ouders hem inschreven in het Koninklijk Instituut voor Jonge Blinden in Parijs. De blinde leerlingen leerden lezen en schrijven met behulp van Romeinse letters in reliëf. De Romeinse letters waren moeilijk op de tast te herkennen. Het lezen ging dus erg traag, zelfs voor een slimme leerling zoals Louis. Louis en zijn makkers kregen in 1821 speciale prikborden en een prikpen die door kapitein Barbier werden ontworpen om met punten te leren schrijven. De punten waren veel makkelijker te lezen en te schrijven dan de reliëfletters. Maar er waren ook nadelen: het ging over het horen van klanken en dat is anders dan hoe de woorden in het echt worden geschreven. Er konden ook geen leestekens of getallen mee worden geschreven In zijn vrije tijd probeerde Louis het systeem van Barbier beter te maken. Hij maakte een systeem waarmee alle woorden konden worden geschreven en ook muzieknoten, getallen en leestekens.
Het lezen Braille wordt van links naar rechts gelezen met beide handen. Ervaren braillelezers kunnen tussen 150 en 200 woorden per minuut lezen. Hoeveel woorden kunnen wij per minuut lezen ? We zullen het even testen ! _________________________ las ______________ woorden per minuut _________________________ las ______________ woorden per minuut
Het schrijven Braille kan met de hand worden geschreven op een speciaal prikbord met behulp van een prikpen. Rond 1892 kwamen schrijfmachines met zes toetsen en een spatiebalk op de markt. Ook vandaag gebruikt men soms nog deze machines.
Brailleschrijfbord met prikpen
De eerste brailleschrijfmachines Nu zijn er ook machines die tekst op een scherm omzetten in braille. Blinden kunnen op die manier ook vlot met de computer werken zoals iedereen !
Het brailleschrift Hieronder zie je een hoe het brailleschrift eruit ziet. Zoals je kan zien is het brailleschrift opgebouwd in puntjes. Deze worden niet op een blad getypt maar erin geprikt. Zo ontstaan er bobbeltjes en die kan je dan met je vingertoppen voelen.
Opdracht : 1. Jullie krijgen allemaal een brailleblad. Doe jullie blinddoek aan en voel over het blad. Wat voel je ? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 2. Probeer zonder blinddoek te ontcijferen wat er op je brailleblad gedrukt staat. Schrijf het hieronder op. ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 3. Is het makkelijk / moeilijk om het brailleschrift te lezen ? Waarom wel ? Waarom niet ? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Stoklopen en blindegeleidehonden… A. Stoklopen Op straat kun je iemand die blind of slechtziend is vaak herkennen aan een witte stok. Dat is officieel vastgelegd in de wet. Ze gebruiken de stok als een soort voelspriet. In het verkeer hebben blinden de stok altijd bij zich. Iemand die deze stok omhoog houdt, heeft voorrang bij het oversteken. Als de buschauffeur iemand met zo'n stok op de bushalte ziet staan, vindt hij het logisch dat hij moet stoppen. De blindenstok is lang, wit en heeft rode banden. Dat is overal hetzelfde. Mensen die blind zijn hebben het moeilijker om zich te verplaatsen. In de gymzaal verliep het ook niet altijd even makkelijk. Blinden gebruiken een stok om dingen op de weg te voelen voordat ze ertegenaan lopen. Dat is niet zo makkelijk maar dat wist je al ! Huguette Verboven, juf stoklopen bij de Koninklijke Maatschappij voor Blinden legt het zo uit :
"Hou de stok met je hand in het midden van lichaam en tik tegen de muur van de huizenrij aan je rechterkant, tegelijk zet je je linkervoet naar voren. Je glijdt dan laag over de grond naar links en zet je rechtervoet naar voor. Zo zwaai je de stok voortdurend heen en weer, maar je hand blijf je in het midden van lichaam houden." "Als je een hindernis voelt, moet je onmiddellijk stoppen en voorzichtig rond het obstakel stappen terwijl je met de stok blijft voelen." Bron :
http://www.kimbols.be/artikels/mobiliteit_toegankelijkheid/stoklopen_voelen.php
Pas na de Eerste Wereldoorlog werden hulpmiddelen voor blinde mensen uitgevonden. Dit komt omdat veel soldaten in de oorlog blind waren geworden. De belangrijkste uitvindingen waren de blindenstok en de getrainde geleidehond. B. Blindegeleidehonden
Je kunt een geleidehond niet in een dierenwinkel kopen of uit een dierenasiel halen. Zo`n hond wordt speciaal getraind en opgeleid. De honden waarmee gewerkt wordt leren snel en zijn gehoorzaam. Ze doen hun baasje graag een plezier en dat is precies wat een blinde nodig heeft. Er worden vooral 3 rassen gebruikt: Labradors, Duitse Herders en Golden Retrievers.
Golden Retriever
Labrador
De fokhonden ( de honden waarmee gekweekt wordt )wonen eerst gewoon bij een gezin, daar worden ook de puppy's geboren. Elke pup krijgt een naam. Deze moet kort en duidelijk uit te spreken zijn. Alle pups die uit hetzelfde nest komen krijgen een naam die begint met dezelfde letter.De pasgeboren pups blijven bij hun moeder tot ze 7 weken oud zijn. Dan gaan de puppy's naar hun pleeggezin. Het pleeggezin Een pleeggezin is een gewoon gezin. De mensen in dat gezin zorgen een tijd voor de pup, ze krijgen daarvoor geen geld. De honden moeten alles leren wat elke jonge hond moet weten, gehoorzaamheid en goed gedrag. Ze mogen bijvoorbeeld ook niet bang zijn van onweer ! Leren op school Voordat een hond naar de blindengeleidehondenschool mag, moet hij eerst gekeurd worden. Hij mag geen problemen hebben met zijn heupen en poten, en ook zijn gehoor moet goed zijn. Op het terrein zijn dingen te zien die je op een gewone weg ook ziet, zoals stoepen, bankjes, bloembakken, telefooncel en nog veel meer dingen. Ook lopen er allemaal dieren los zoals eenden, poezen , katten en schapen. De instructeur ( de leraar van de hond ) begint hier met de hond te oefenen.
Eerst moet hij leren waar hij moet lopen. Elke dag worden de oefeningen herhaald totdat de hond weet hoe hij het moet doen. De oefeningen duren eerst kort, maar daarna duurt het steeds langer, zolang dat de hond het wel een paar uur achter elkaar kan volhouden. Dit moet hij later ook kunnen. Al snel gaat de hond ook op andere plaatsen oefenen bijvoorbeeld in een woonwijk en op de markt. Hij leert ook om bij elke stoeprand te stoppen, dat weet zijn baas later dat hij op moet letten. Zo struikelt hij niet en de hond leert ook om recht over te steken. De blinde baas luistert zelf ook wanneer hij over kan steken. De hond leert ook commando's, bijvoorbeeld: Vooraan - links - rechts - zoek de zebra - zoek plaats. Sommige mensen denken dat een hond Nederlands kan verstaan, maar dat is niet zo. Hij weet niet wat rechts is, maar hij weet wel wat hij moet doen als hij het woord ‘rechts’ hoort. De instructeur leert de hond om een hindernis heen te lopen, bijvoorbeeld een bloembak. Hij leert ook om op te letten op zonneschermen en laaghangende takken, niemand wil namelijk graag zijn hoofd stoten. Steeds maar weer worden deze oefeningen herhaald totdat de hond het weet. Ook leert de hond om commando's te weigeren als ze gevaarlijk zijn, want hij mag nooit zijn baas in gevaar brengen. Als ze dit alles goed kennen gaan ze het in de grote stad oefenen. Er is daar veel verkeer en er zijn veel mensen op straat. De hond heeft geleerd dat als hij een tuig aan heeft ( een soort leiband ) dat hij dan moet werken voor zijn baas. Hij laat zich nergens door afleiden. Als het tuig uit gaat mag hij spelen, hij draagt dan alleen een halsband. Na ongeveer een half jaar oefenen krijgt de hond een blinde baas.
Welke baas Als je een geleidehond aanvraagt moet je volwassen zijn en niet bang zijn voor honden. Ook moet je goed kunnen lopen. Een blinde die niet goed kan lopen kan de hond namelijk ook geen 4 keer per dag uitlaten. Een blinde moet zelf goed de weg in de omgeving kennen. Hij moet weten: in mijn straat eerst rechts en dan links als hij bijvoorbeeld naar het postkantoor wil. Als je een hond aanvraagt gaan zullen de mensen van de blindegeleidehondenschool eerst met je praten. Samen op school Als je een hond hebt aangevraagd kiezen de mensen van de school een hond die klaar is met zijn opleiding. Het nieuwe baasje moet de hond goed leren kennen. Hij moet de hele tijd samen zijn met de hond zodat ze vlug aan elkaar gewend raken. De hond moet leren wie zijn baas is. Ook alle commando's moeten geleerd worden. Als je niets tegen de hond zegt doet hij ook niets. Na ongeveer 3 weken is de hond klaar om mee naar huis genomen te worden. De instructeur gaat dan nog mee om de routes thuis mee te lopen en nog even te helpen. Daarna kunnen het nieuwe baasje en de hond alles zelf.
C/ Een blinde op bezoek in onze klas. We leerden al heel veel over mensen die blind zijn. Misschien hebben jullie nog meer vragen die jullie graag zouden willen stellen… We krijgen bezoek in onze klas. Mijnheer/mevrouw __________________________________ zal graag jullie vragen beantwoorden. Kunnen jullie ook een leuke manier bedenken om mevrouw/meneer te bedanken ? _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________ _______________________________________________________________________________ Per groepje krijgen jullie een vragenblad. Er is ook ruimte om jullie antwoorden op te schrijven !
TIP : Vergeet niet iemand uit de klas aan te duiden die onze gast zal bedanken !
Groep 1 : kapitein : Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Groep 2 : kapitein : Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Groep 3 : kapitein : Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Groep 4 : kapitein : Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Vraag : Antwoord : ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
3/ Wat kan en wat kan niet ? In de klas bespraken we een aantal cartoons. Wat heb je uit deze cartoons geleerd ? 1) _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ 2) _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ 3) _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ 4) _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ 5) _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________ _____________________________________________________________________
Opdracht : Op het volgende blad vind je een aantal tekeningen en uitspraken. Bespreek in je groepje wat je van deze tekeningen en uitspraken vindt. 1)_________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
2)_________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
3)_________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________
Blind Genieten door: Melanie McGrath een schaap blaat gefluit van de vogels in de bomen een zacht briesje strijkt door mijn haar de schaduw van een boom geeft koelte de geur van lavendel hangt in de warme lucht de oren, de huid en de neus vertellen een blinde genoeg juni 2003
Sommige mensen denken dat blinden ongelooflijk zielig zijn. Maar waarom zou je, alleen omdat je toevallig niks kan zien, niet op andere manieren van dingen kunnen genieten?