EXPERIMENT
‘nieuwe buren’
experiment ‘nieuwe buren’
Cliënten zijn het best af als zij zoveel mogelijk op eigen kracht in zo ‘normaal’ mogelijke omstandigheden kunnen functioneren. Daar kan geen professional tegenop. Als we in staat zijn meer cliënten in hun eigen omgeving te helpen – of zo kort mogelijk aan hun eigen omgeving te onttrekken – dan kan de zorg stukken goedkoper en beter worden. En dat is winst voor iedereen: cliënt, professional, verzekeraar, instelling en samenleving. IrisZorg heeft een ambitie die is gebaseerd op dit inzicht. Een ambitie die wel eens binnen handbereik zou kunnen zijn. IrisZorg wil ontdekken of en hoe het mogelijk is om voor cliënten die uitstromen uit een intramurale omgeving (kliniek, detentie, opvang) niet alleen een huis en de juiste professionele ondersteuning te organiseren, maar ook een sociaal netwerk in hun eigen buurt ‘mee te geven’. Dit voorstel legt uit waarom en hoe IrisZorg een experiment wil uitvoeren, dat bij succes leidt tot een methode voor het genereren van een sociaal netwerk voor cliënten in hun eigen (nieuwe) buurt na een periode intern te zijn begeleid en/ of behandeld. Met als resultaat duurzamere uitstroom (minder terugval), minder zorgconsumptie, verhoging van maatschappelijke participatie en een stimulans voor vermaatschappelijking (gebruik VPT’s). Dit experiment is in samenwerking met het Instituut voor Publieke Waarden (IPW) ontworpen.
HET GAAT TE VAAK ALSNOG MIS ALS ALLES ʻGEREGELDʼ IS Als mensen een tijdje in een kliniek of een intramurale voorziening verbleven, en er klaar voor zijn om op eigen benen te gaan staan dan regelt een persoonlijk begeleider van desbetreffende zorginstelling meestal allerlei zaken. Zoals een plek om te wonen, eventueel budgettering of een schuldenregeling, ambulante ondersteuning, et cetera. In functionele en praktische zin wordt er alles aan gedaan opdat een cliënt zichzelf redt in zijn nieuwe bestaan. Steeds nadrukkelijker doen we daarbij een beroep op de ‘eigen kracht’ van die cliënt. En de wil om op eigen kracht het leven weer aan te kunnen, daar ontbreekt het meestal niet aan bij cliënten. Alleen is het in werkelijkheid zo ontzettend moeilijk om de daad bij het woord te voegen. Een cliënt die in een beschermde omgeving heeft gewoond, is het vaak verleerd om een ‘normaal’ leven te leiden. Dan kan het helpen als er iemand is die ondersteunt bij het maken van (nieuwe) kennissen en vrienden, in plaats van het opzoeken van ‘foute’ oude vrienden; die je helpt de moed op te brengen om te vragen aan de buurman wanneer de vuilnisbak voor moet; die misschien wel een begin kan maken van het herstel van contact met een moeder of met kinderen; die de weg naar het wijkcentrum wijst en je daar introduceert. Kortom: iemand die een cliënt helpt in korte tijd een sociaal netwerk op te bouwen dat hoor bij een ‘normaal’ leven in een netwerksamenleving. Niet om niet los te laten, maar juist om los te kunnen laten.
2
experiment ‘nieuwe buren’
Want te vaak zien we voormalig cliënten weer terug in klinieken en de maatschappelijke opvang, omdat zij niet in staat bleken hun nieuwe leven op te pakken. Die cliënten geven meestal aan dat ze de ‘eenzaamheid’ niet aan konden en dat ze blij toe zijn weer terug te zijn op hun ‘vertrouwde’ stek. IrisZorg wijt die terugval niet aan eenzaamheid, maar aan het gebrek aan een sociaal netwerk. De cliënt is niet in staat gebleken om een netwerk en een thuis op te bouwen. Of hij is alleen in staat gebleken om het oude netwerk van ‘foute vrienden’ uit het verslaafdencircuit te activeren in de nieuwe omgeving. Terugval wordt in veel gevallen niet veroorzaakt door het gebrek aan functionele begeleiding, of een niet aangeslagen behandeling. Heel vaak heeft dat te maken met het gemis van een netwerk en het onvermogen om dat op eigen kracht op te bouwen.
HET EXPERIMENT IrisZorg wil experimenteren met de inzet van een ‘netwerkmakelaar’ die een cliënt, die op korte termijn uitstroomt uit een intramurale voorziening (kliniek, detentie, maatschappelijke opvang), ondersteunt bij de opbouw van een (nieuw) opbouwend sociaal netwerk. Bij wijze van nazorg na verblijf. Bij wijze van voorzorg voor terugval. De inzet van de netwerkmakelaar is gericht op het veroorzaken van een sociaal netwerk op drie niveaus. Samen met desbetreffende cliënt. 1.
Een sociaal netwerk in de nieuwe woonbuurt (nabuurschap);
2.
Een sociaal netwerk dat voortkomt uit (voormalige) relaties met familie en vrienden;
3.
Een netwerk dat gebruikt wordt voor algemene dagelijkse levensactiviteiten (ADL), zoals boodschappen doen, vrije tijd (sport, wijkcentrum, bibliotheek) et cetera.
Om die netwerken te veroorzaken maakt de netwerkmakelaar gebruik van instrumenten zoals eigen kracht conferenties (familie en vrienden). Maar ook maakt de makelaar samen met de cliënt kennis met de nieuwe buren en doen ze een rondgang door de wijk om te ontdekken welke voorzieningen er zijn en onder welke voorwaarden de cliënt daar gebruik van zou kunnen maken. Het opbouwen van een sociaal netwerk kan worden ondersteund door de inzet van social media. Die bieden een veilige omgeving om opnieuw kennis te maken met familie, oude vrienden en nieuwe kennissen. De netwerkmakelaar blijft tenslotte zes maanden na uitstroom uit een voorziening back-up voor consultatie.
DOELSTELLINGEN Dit experiment kent doelstellingen op het niveau van individuele cliënten en op het niveau van methodiekontwikkeling. Die worden hieronder opgesomd. De doelstellingen voor cliënten zijn gericht op het verduurzamen van de uitstroom en het aarden van cliënten in hun nieuwe leven. Op het gebied van methodiekontwikkeling is alles erop gericht ervaring op te doen met nieuwe manieren en instrumenten die snel en concreet resultaat opleveren als het gaat om de opbouw van een sociaal netwerk. In de veronderstelling dat een sociaal netwerk essentieel is in een volledig en stabiel leven.
3
experiment ‘nieuwe buren’
Doelen op cliëntniveau -
Bevordering van de maatschappelijke participatie;
-
Bevordering burgerschap;
-
Voorkomen van terugval;
-
Stimuleren van zelfredzaamheid;
-
Afname zorgconsumptie;
-
Ontwikkelen van een ‘thuis’-gevoel in eigen huis en buurt.
Doelen op niveau van methodiekontwikkeling -
Ontwikkelen van nieuwe manieren en instrumenten om pro-actief te sturen op de opbouw van een sociaal netwerk;
-
Ontwikkelen van inzicht in het belang van een sociaal netwerk om terugval en (onnodige) zorgconsumptie te voorkomen.
DE EXPERIMENTGROEP: N = 15 IrisZorg wil samen met zorginstellingen experimenteren met een groep van vijftien cliënten die uit verschillende intramurale voorzieningen (kliniek, detentie, maatschappelijke opvang) uitstromen naar een woning. Zodra bekend is bij de zorginstelling dat één van die vijftien binnenkort uitstroomt komt de netwerkmakelaar (van de instelling) in actie. Die gaat nog voordat iemand uitstroomt aan de slag met de voorbereidingen om op alledrie de niveaus die hierboven zijn beschreven netwerken te veroorzaken. Dat betekent dat de netwerkmakelaar met desbetreffende cliënt alvast in de nieuwe buurt gaat kijken, familie en vrienden in beeld brengt en een eigen kracht conferentie voorbereidt. Zodra een cliënt daadwerkelijk uitstroomt, zijn dus al de nodige voorbereidingen getroffen. De kennismaking met de nieuwe buren gebeurt pas als de woning is ingericht en is betrokken. De netwerkmakelaar is een ambulante begeleider op HBO-niveau die heel goed in staat is om contacten te leggen en die het vertrouwen heeft van de cliënten die hij of zij begeleidt.
EFFECTMETING Om de resultaten van het experiment ‘Nieuwe Buren’ te kunnen volgen en waarderen worden die nauwgezet door IrisZorg gevolgd. Met behulp van kwalitatief onderzoek wordt vastgesteld welke waarde cliënten toekennen aan de netwerkmakelaar en aan de kwaliteit van de netwerken die in korte tijd tot stand zijn gekomen. Daar tegenover wordt een controlegroep van vijftien vergelijkbare cliënten gevolgd en bevraagd op hun ervaringen nadat ze uitgestroomd uit een intramurale voorziening. Daarnaast wordt bijgehouden in welke groep (die met of die zonder netwerkmakelaar) de meeste terugval op korte termijn plaatsvindt. Tenslotte wordt achteraf gemeten hoe de zorgconsumptie van de twee groepen cliënten zich heeft ontwikkeld.
4
experiment ‘nieuwe buren’
De effectmeting van dit experiment kent dus de volgende ingrediënten. -
experimentgroep (N=15);
-
controlegroep (N=15);
-
kwalitatief onderzoek: waarde en kwaliteit van de netwerken of het gebrek daaraan: o
de volgende indicatoren worden gebruikt om dit te kunnen vaststellen: •
Kwaliteit van leven: ervaren lichamelijke en psychische gezondheid. Meetmomenten: direct na uitstroom en na een half jaar;
•
Verhoging van de maatschappelijke participatie: is de cliënt lid geworden van een sportclub?, doet de cliënt vrijwilligerswerk?, et cetera;
•
In kaart brengen van (de omvang en diversiteit van) het sociale netwerk. Meetmomenten: direct na uitstroom en na een half jaar;
•
Ervaren kwaliteit van de relatie met
vrienden en kennissen door cliënt.
Meetmomenten: direct na uitstroom en na een half jaar. -
kwantitatief onderzoek: verloop terugval en zorgconsumptie. o
de volgende indicatoren worden gebruikt om dit te kunnen vaststellen: •
Aantal maal terugval in het half jaar;
•
Intensiteit van de terugval in het half jaar: denk aan gebruik van welk middel, van meer dan één middel, gebruik voor korte duur of langere duur, et cetera;
•
Aantal maal bezoek huisarts in het eerste half jaar na uitstroom;
•
Aantal maal bezoek ziekenhuis in het eerste half jaar na uitstroom;
•
Aantal maal bezoek psycholoog in het eerste half jaar na uitstroom;
•
Aantal maal bezoek ambulante begeleider in het eerste half jaar na uitstroom;
•
Aantal maal in contact met politie en justitie in het eerste half jaar na uitstroom.
OUTPUT IPW en IrisZorg willen dit experiment gebruiken om vast te stellen of en hoe het mogelijk is om samen met cliënten in korte tijd actief te bouwen aan hun sociale netwerken als vorm van nazorg. Bovendien willen ze vaststellen wat het effect van die inspanningen is. Zowel in termen van kwaliteit van leven van de cliënten, als in termen van voorkomen van terugval en verminderen van zorgconsumptie. Tenslotte is het te doen om lessen te leren en nieuwe methoden of uitgangspunten te ontwikkelen die ook andere zorgorganisaties kunnen gebruiken. De inspanningen die IrisZorg levert in dit experiment laten zich als volgt opsommen. -
inzet netwerkmakelaar voor 15 cliënten;
-
onderzoek naar de effecten van die inzet;
-
omschrijven van uitgangspunten en/ of ontwikkelen van een methode voor een (succesvolle) aanpak van actieve netwerkontwikkeling als vorm van nazorg en terugvalpreventie/ recidive.
5
experiment ‘nieuwe buren’
OUTCOME Een experiment is en blijft een proef op de som. Dat betekent dat het mogelijk is dat het experiment slechts op onderdelen succesvol is. IrisZorg heeft vanzelfsprekend de ambitie en het vertrouwen dat dit experiment volledig succesvol verloopt. En dat houdt in dat aan het einde van de experimentperiode een methode is ontwikkeld waarmee op de (midden)lange termijn de volgende resultaten kunnen worden geboekt: -
het bevorderen van de maatschappelijke participatie en burgerschap van cliënten;
-
dalende zorgconsumptie (incluis terugval, recidive);
-
lagere drempels voor de inzet van VPT’s (bijdrage aan vermaatschappelijking);
-
gemakkelijkere toegang tot een eigen huis via woningtoewijzing;
-
meer vertrouwen van instellingen om ambulant te begeleiden in plaats van in verblijf;
-
hogere kwaliteit van leven voor cliënten;
-
doelmatiger zorg.
6