Mededeelingen van den
Nederlandschen Journalistenkring. No. 40.
De Commissie van Redactie is samengesteld uit de Heeren: J. F. ANKERSMIT, Het Volk; J. W. HELMER, De Tijd, en Mr. G. KELLER, Nieuwsblad voor Nederland. Het adres der Commissie is: Mr. G.KELLER, Gebouw „Concordia", Amsterdam.
Het secretariaat van den Nederlandschen Journalistenkring is gevestigd bij den Heer 0. K. Elout, Badhuisweg 24a (h/d Witte Brug) 's-Gravenhage. Het Bestuur vestigt de aandacht van de leden op het Plaatsingbureau, waarvan aard en werking zijn uiteengezet in No. 35 van de Mededeelingen (December 1902). Leden die van positie wenschen te veranderen of hoofdredacteuren en directeuren (mits lid van den Kring) aan wier bladen vacatures zijn ontstaan, gelieven daarvan opgaaf te doen aan den Secretaris, liefst volgens het model in genoemd nummer opgenomen. De Secretaris waarborgt geheimhouding van namen.
Officieele Mededeelingen. Bestuursvergadering van Zaterdag 2 Mei, gehouden in het Hotel de 1'Europe te Amsterdam, des middags te zes ure. Voorzitter de heer J. DOORMAN. Aanwezig voorts alle leden en gedelegeerden, behalve de heer BBUSSK, gedelegeerde van de Rott. Journalistenvereeniging. Het lezen der notulen wordt, wegens den beperkten tijd, uitgesteld tot een e volgende vergadering. Ingekomen stukken. — Schrijven van den Secretaris van het Bureau Central, gericht aan den Voorzitter van den Kring, waarin wordt medegedeeld, dat in de jongste vergadering van het Comité de Direction is besloten dat het Congres te St. Louis niet zal doorgaan en dat dit jaar geen Perscongres zal worden gehouden. In de bedoelde vergadering is de volgende motie aangenomen en onmiddellijk naar de Vereenigde Staten geseind: „Het Comité de Direction betreurt het, dat de wijzigingen, aangebracht in de voorwaarden die op het Congres te Bern den leden waren aangeboden door de Amerikaansche gedelegeerden, van dien aard zijn, dat aan het voornemen, om het Congres in 1903 te St. Louis te houden, geen gevolg kan worden gegeven". De hier bedoelde wijzigingen waren, blijkens het schrijven van den heer TAUNAY, de volgende: Het aantal genoodigden was met 100 verminderd; dames die de congresleden zouden willen vergezellen konden, met het oog op de beperkte ruimte op de stoombooten, niet worden toegelaten, zelfs niet indien zij geheel op eigen kosten zouden willen reizen; en eindelijk kon ook het vrije reizen op de Amerikaansche spoorlijnen niet worden toegestaan. Het schrijven werd voor kennisgeving aangenomen, nadat geconstateerd was, dat de Nederlandsche gedelegeerden op het Congres te Bern, die zich van den aanvang af tegen
Mei 1903.
het Amerikaansche plan hadden verzet, de zaak met juistheid hadden doorzien. Candidaturen. — De heeren P. A. IÏTEK Jr., verslaggever van het Alg. Handelsblad, W. KERREMANS, redacteur van de Bredasche Courant, G. M. NIEUWENHUIS, redacteur van het Alg. Handelsblad, A. J. CARRÉ, verslaggever van het Nieuwsblad voor Nederland, D. MANASSEN, Amsterdamsch correspondent van de Nieuwe Courant, Dr. L. A. RADEMAKER, redacteur van de Zwolsche Courant, en Mr. H. J. C. I. DE JONG, Parij sch correspondent van Nederlandsche bladen, worden toegelaten tot het gewoon-lidmaatschap. De heer D. A. HOOYER, uitgever van het Bataviaasch Nieuwsblad en de Preanger-Bode, wordt toegelaten tot het buitengewoon-lidmaatschap. Bepaling der plaats van de jaarvergadering. — De Secretaris deelt mede, dat hij, in opdracht van de laatste vergadering, zich bezig heeft gehouden met het omzien naar eene geschikte plaats voor de jaarvergadering, hetgeen hij alléén heeft moeten doen, daar zijn medeleden van het Dagelijksch Bestuur telkenmale door bijzondere omstandigheden waren verhinderd. Het D. B. had bepaald dat eene keuze zou worden gedaan tusschen Baarn of Soestdijk. en Muiden-Muiderberg. Daar ten aanzien van Baarn en Soestdijk voldoende inlichtingen waren verstrekt door een der leden van den Kring, bleef slechts ten aanzien van Muiden-Muiderberg het inwinnen van inlichtingen noodig. Te dien einde had de Secretaris zich daarheen begeven en was tot de overtuiging gekomen, ook na bespreking met autoriteiten zoowel te Muiden als in Den Haag, dat het vergaderen te Muiden en het daarna gezamenlijk dineeren te Muiderberg zeer wel mogelijk was (schoon enkele bezwaren daaraan verbonden bleven) en dat vele omstandigheden daarvóór pleitten. De vergadering zou moeten worden gehouden in de Ridderzaal van het Muiderslot en de gezamenlijke maaltijd in het Badhotel te Muiderberg. Voor het houden van de vergadering in het Muiderslot zou de goedkeuring moeten worden gevraagd van den Minister van Binnenlandsche Zaken; er bestaat gegronde reden om aan te nemen, dat die goedkeuring zal worden verkregen, te meer daar van het gebruik der Ridderzaal voor particuliere doeleinden (zij het ook bij uitzondering) wel reeds voorbeelden zijn aan te wijzen. Ten opzichte van het diner had de Secretaris de overtuiging gekregen dat dit op zeer voldoende wijze zou zijn te krijgen in het Badhuis te Muiderberg. Het eenige bezwaar was gelegen in de beperkte ruimte der zaal die, naar de schatting van den Secretaris, niet meer dan 30 a 40 personen kan bevatten (aan tafel gezeten). Men zou zich dus vermoedelijk moeten verdeelen over twee zalen, nl. over de zaal van het Badhuis zelf en een andere, op een kleinen afstand daarvan gelegen. Dit was ongetwijfeld een bezwaar, doch iets dat meer was voorgekomen, o.a. in 1898 te Edam en in 't afgeloopen jaar bij gelegenheid van het Congres te Bern.
MEDEDEELINGEN.
•2
Een ander bezwaar was gelegen in den betrekkelijk geringen omvang van het beschaduwde gedeelte van Muiderberg. Daartegenover stond echter, dat men te Muiderberg, in tegenstelling tot Baarn of Soestdijk, meer verscheidenheid van vermaken had; er was gelegenheid tot baden, tot roeien op zee, tot het bezoeken van een vaartuig dat op eenigen afstand van den wal ligt, tot het bezoeken van de vermaarde echo, tot het bestijgen van een ouden historischen toren, vanwaar men een bijzonder mooi uitzicht heeft over het Gooi en de Zuiderzee — en te Muiden bovendien tot bezichtiging van het Muiderslot en van eene oude Kerk. Vóór eene vergadering te Muiden-Muiderberg pleit voorts de omstandigheid, dat het juist 20 jaar zal zijn geleden, dat aldaar, tijdens de Amsterdamsche tentoonstelling van 1883, de journalistenréunie werd gehouden, die aanleiding gaf tot het ontstaan van den Kring. Muiden zou op twee wijzen te bereiken zijn, n.1. per Gooische Stoomtram van Amsterdam of per rijtuig van Weesp. "Wegens den langen duur van de reis per G. S. T. was, zoo meende de Secretaris, de route via Weesp verreweg de meest verkieslijke. Men zou dan per spoor moeten gaan tot Weesp en verder per rijtuig naar Muiden hetgeen een goed kwartier zou vorderen en, blijkens opgaaf van een Weesper stalhouder, bij vervoer van een groot gezelschap, 50 cent per persoon zou kosten. Van Muiden naar Muiderberg zou men öf per G. S. T. moeten gaan öf te voet. Voor het eerste zou men een extra-tram noodig hebben en voor het laatste was de nog al zonnige weg min aanbevelenswaard. De Secretaris was daarom op het denkbeeld gekomen dit traject, ter afwisseling en onder den indruk van de antieke omgeving, eens per trekschuit af te leggen, indien zulks mogelijk bleek, 's Avonds terugkeerend van Muiderberg zou men echter een sneller vervoermiddel moeten hebben en om in niet te hooge kosten te vervallen en dus weer slechts van Muiden af een rijtuig te gebruiken, een extra-tram moeten hebben van Muiderberg naar Muiden. En hierbij deed zich nu de groote zwarigheid voor, dat men, blijkens schrijven van de directie der G. S. T., op een zoo drukken dag als den tweeden Pinsterdag geen extratram zou kunnen krijgen. Men stond dus voor deze keus: óf de vergadering op een anderen datum bepalen als men aan Muiden-Muiderberg de voorkeur wilde geven, öf op tweeden Pinksterdag vergaderen te Baarn of Soestdijk. Daar tevens was gebleken dat, voor het verplaatsen van eenige Congressen van Paschen op Pinksteren vele verslaggevers toch reeds bezwaar hadden gemaakt tegen den tweeden Pinksterdag als datum der vergadering, werd zonder discussie en met algemeene stemmen besloten, de vergadering te doen plaats hebben op een nader te bepalen dag in Juni, als plaats der vergadering en van den maaltijd Muiden-Muiderberg te kiezen, en de verdere regeling over te laten aan het Dagelijksch Bestuur. Niets meer aan de orde zijnde werd de vergadering gesloten.
Nieuwe leden. Toegelaten tot het (jetüoora-lidmaatschap: 1. F. A. ITTEB Jr., verslaggever van het Algemeen Handelsblad (Marnixkade 114, Amsterdam), gesteund door het Bestuur van De Amsterdamsche Pers, 2. W. KERREMANS, redacteur van de Bredasche Courant (Ginnekenstraat 149, Breda), gesteund door de gewone leden AKTS en VAN DER KALLEN, 3. G. M. NIEUWENHDIS, redacteur van het Algemeen Handelsblad (Prinsengracht 237, Amsterdam), gesteund door de gewone leden TERSTEEG en VAN LISSA,
4. A. J. CARRÉ, verslaggever van het Nieuwsblad voor Nederland (Da Costakade 26, Amsterdam), gesteund dooide gewone leden TERSTEEG en PISUISSE, 5. D. MANASSEN, correspondent van de Nieuwe Courant (Reguliersbreestraat 4, Amsterdam), gesteund door de gewone leden TIEKS KOENIKG en BOCHARDT, 6. Dr. L. A. KADEMAKER, redacteur van de Prov. Overvjselsche en Zwolsche Courant (Van Nagellstraat, Zwolle), gesteund door de gewone leden VAN PESCH en HAAXMAN, 7. Mr. H. J. C. 1. DE JONG, correspondent van Nederlandsche bladen te Parijs (Rue Lepic 41, Paris 18Ê), gesteund door de gewone leden PLEMP VAN DÜIVELAND en MORESCO.
Toegelaten tot het öiutewgewoow-lidmaatschap de heer D. A. HOOYER, uitgever van het Bataviaasch Nieuwsblad en de Preanger Bode (Batavia).
Jaarboekje 1903. Door vertraging in het uitgeven van het Jaarboekje over 1903 is de mogelijkheid van het aanbrengen van wijzigingen in de opgaven nog niet uitgesloten. De Secretaris verzoekt daarom nogmaals met den meesten aandrang aan die dagblad-directies, die tot dusverre geen opgaaf van noodige wijzigingen hebben gedaan, zulks te doen, opdat de samenstelling van hun redactiepersoneel ook in het nieuwe Jaarboekje juist kunne worden aangegeven.
Het orgaan van den Kring. In het archief van den Kring is geen complete legger aanwezig van de Mededeelingen. De Secretaris, die den legger gaarne met de ontbrekende nummers zou willen aanvullen, zou het op prijs stellen, indien die leden die in het bezit er van zijn, zich ten behoeve van het Kringarchief eene kleine opoffering wilden getroosten door hem die nummers toe te zenden. De ontbrekende nummers zijn: 5, 8, 19, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27.
Enquête-Commissie. Het verslag der enquête-commissie is bij het Bestuur ingekomen.
Adresveranderingen. Mr. J. H. TERSTEEG, Hofstraat 8, 's-Gravenhage. M. MORESCO, correspondent van Het Nieuwsblad v. Nederland, 's-Gravenhage, Smidswater 1. C. J. SCHOTEL PZN., Alexander Boersstraat 24, bovenhuis, Amsterdam. L. BRUMMEL, Swammerdamstraat 46, 's-Gravenhage. J. CH. BLOK, lid der redactie van De Telegraaf, Watergraafsmeer, Linnaeusparkweg 48.
Abonnementsverlaging voor journalisten. Tot uitvoering van het besluit der bestuursvergadering van 21 Maart jl. in zake reductie op dagblad-abonnementen voor journalisten is door den Secretaris een rondschrijven gericht aan de directies der in den Kring vertegenwoordigde bladen, waarin, na een korte toelichting, verzocht werd voor gewone leden van den Kring eene reductie te willen toestaan van 50 % op den gewonen abonnementsprijs of
3
MEDEDEELINGEN. van zooveel minder als de directie mocht willen bepalen. De resultaten vindt men in onderstaand lijstje, waarin het bedrag der reductie is aangegeven, dat de daarin genoemde bladen willen toestaan voor gewone leden van den Kring met aanduiding tevens van nadere voorwaarden die door enkele directies aan de reductie zijn verbonden. NAAM VAN HET BLAD.
Nieuws van Den Dag . . . . Dagblad v. Z.-H. en 's-Gravenhage Onafh. Isr. Orgaan N. Dagblad v. Overijsel en Gelderland Nieuwsblad v. Deventer. . . Apeldoorn's Dagblad Dagblad v. Twente De Telegraaf
BEDRAG
DEE
REDUCTIE.
50 o/0
Bniten den Haag i'rankeerkosten te betalen.
„Tegen verlaagden prijs" zonderverdere aanduiding. 50
%
50
%
50 o/„ 50 o/0 25 o/0
50 o/0
De Nieuwe Courant
50 o/0
Aanvragen rechtstreeks aan de directie te richten, onder overlegging v. bewijs v. lidmaatschap. Met verhooging van event. I'rankeerkosten. Overlegging van eene dooi' den aanvrager onderteekende verklaring dat het abonnement uitsluitend ten dienste is van hemzelf.
Ie. dat de leden zelven moeten zorgen voor het nakomen der eventueel gestelde nadere voorwaarden, daar de Secretaris in dat opzicht geen controle op zich wil nemen, zoodat de leden het aan zichzelven zullen hebben te wijten als hun aanvragen wegens niet voldoen aan de gestelde voorwaarden zonder resultaat mochten blijven,
50 o/o 20 o/o 50 o/o
2e. dat collectieve aanvragen, hetzij in dien zin dat ze voor meer dan één persoon zijn onderteekend, hetzij in dien zin dat ze gericht zijn tot meer dan één dagbladdirectie, door den Secretaris niet zullen worden doorgezonden. Zoodanige aanvragen immers zouden door den Secretaris eerst moeten worden gesplitst en met de daarvoor noodige administratie wenscht hij zich niet te belasten. De aanvragen moeten dus voor elk lid en aan elke directie als afzonderlijke brieven worden ingericht, zoodat de Secretaris ze slechts heeft te waarmerken om ze daarna aanstonds te kunnen doorzenden, met dien verstande dat natuurlijk meer dan één aanvraag in één omslag kan worden gesloten;
Boekhandelaarskorting.
Ned. Landbouwweekblad . . Rott. Nieuwsblad
50 % 100 o/o
Het Volk Middelb. Courant Prov. Geld. en Nijmeegsche Courant
10% 50 o/o
Het Vaderland De Residentiebode
NADERE VOORWAARDEN
50 o/0
Leeuwarder Courant
Utr. Prov. en- Sted. Dagblad Centraalblad v. Isr Deli-Courant De Echo
Van de Apeldoornsche Courant is ten antwoord gekregen dat, daar dit blad geen dagblad is en in het rondschrijven uitsluitend van dagbladen werd gewaagd, de directie zich meende te moeten onthouden. Een weigerend antwoord is ontvangen van de directie van de N. Eott. Crt., het Nieuwsblad voor Nederland (het antwoord, vragenderwijs gesteld, was althans blijkelijk als weigering bedoeld) en de Opr. Haarl. Courant, wat de eerste twee betreft met verwijzing naar den nu reeds lagen abonnementsprijs, die verdere verlaging niet toeliet en wat de laatste belangt onder opmerking dat de dagbladdirecties zelven hun correspondenten in staat behoorden te stellen om hun taak behoorlijk te vervullen. Van de overige directies is geen antwoord ontvangen. Voor zoover nu de dagbladdirecties, volgens bovenstaand lijstje, reductie hebben toegestaan, is de Secretaris van den Kring bereid, zijne bemiddeling tot het certiflceeren van het gewoon-lidmaatschap van den aanvrager te verleenen, ten einde den leden den omslag van het heen en weer zenden van diploma's te besparen. Wanneer dus de leden (dat wil in dit geval zeggen: de gewone leden) den Secretaris hunne, aan de betreffende dagbladdirecties gerichte, aanvragen om abonnementsreductie zenden, dan zal hij deze, gewaarmerkt, doorsturen aan die directies. Daarbij dient evenwel in 't oog te worden gehouden:
Vergoeding van event, porto. Het blad, waaraan de aanvrager is verbonden, moet op het Rott. Nieuwsblad geabonneerd zijn.
Abonnementsverlaging op f 5.— per jaar.
10 %
3e. dat de bemiddeling van den Secretaris wat de Telegraaf belangt niet wel doenlijk schijnt wegens door dat blad gestelde voorwaarden, zoodat de leden in dit geval zich rechtstreeks met de directie in verbinding zullen moeten stellen.
Abonnementsverlaging op f4.— per jaar.
50 o/0
Haarlem's Dagblad
Toezending aan het part. adres van den aanvrager.
Vraag en aanbod. De navolgende aanmelding van vraag is ingekomen:
N°.
Diensttijd.
In welken arbeid ervaren.
Aangeboden
Leeftijd.
1
—
—
—
Redacteur
betrekking.
binnenland.
Waar.
Salaris.
Amsterdam
f 800.— aanvangssalaris.
Gevorderde akten of diploma's.
Verdere bijzonderheden.
—
Aanvaarding 15 Juni e.k.
MEDEDEELINGEN. Bij den Secretaris zijn de onderstaande aanmeldingen van aanbod ingekomen:
N°.
Leeftijd.
Hoe lang reeds werkzaam bij de pers.
2
33
ruim
jaren.
5 jaren.
29
10
jaren.
jaren.
49
20
jaren.
jaren.
29
6
jaren.
jaren.
33
ruim
jaren.
4 jaren.
28
9
jaren.
jaren.
27
Ongev.
jaren.
7 jaren.
3
4
6
7
8
9
Aan welken arbeid.
Gewenschte
Waar.
betrekking.
Minimum Salaris.
Red.-verRedacteur Liefst te f 800.— a slagg. en Amsterdam of f 1000.— Redacteur doch ook binnenland. Verslaggever. elders. Redacteur Verslagg., daarna red. of binnenland, thans red. Verslaggever. buitenland.
Amst., Rott. of den Haag.
f 1600.—
Akten of Diploma's.
Verdere inlichtingen.
—
Kan terstond in functie treden.
Einddipl. Vrijzinnige politiek. Heeft H. B. S. twee jaar in Z.-Afrika aan 5 j . cursus. de pers gewerkt.
Einddipl. Nader Bekwaam Redacteur. Heeft geen tot zelfst. Ook bekwaam voorkeur. overeen te H. B. S. 5 j . en eenige komen. arbeid v. en geneigd tot onderwij sBinnenl. en verslaggeven. akten. Buitenl. Redacteur Liefst te f 1500.— Reportage of Amsterdam Buitenland redacteurBinnenland verslaggever Hoofdof redactie. correspondentredacteur. f 1200.— Buitenland. Liefst Redac- Liefst te teur, aan een Amsterdam protestantsch Rotterdam blad. of den Haag. Amst., VerslagKunst-Red. geverij, (Tooneel) Rott. of Buitenland, Reportage den Haag. Kunst. (geen vergaderingen). Verslagg., redacteur, hoofdred.
Nader te bepalen.
Verslagg. of In een der f 1200.— redacteur. hoofdsteden
P<msioenve rzekering AMÉSTERDAM, 3 1 Maart 1903.
Aa' i • E et Bestuur v an den Nede1rlandschen J oumalistenkrin 7Mijne 1ïeeren! Eers t thans ben ik in staat gevolg te g<ïven aan mijn c P de alg emeene led envergaderir g van 22 F ebruari j.1. geu it voorne men, om m ijn daar ged aan voorstel, betreffende eer e pensio 3nverzekerin g voor Nede rlandsche joiirnalisten schri ftelijk ï ïitgewerkt Elan Uw Bes tuur te doer i toekomen, De i edenen der vertraging -\ varen: 1°. h et nog niet on tvanger ï der verzoc tite mededee ling omtren t het gemidde^ d salaris op eiken leeftijd, 2°. de door son imige leden ui tgespro ken wensch, gelegenheic . te geven rïaast of in plaal;S der pc)nsioenverze kering eene gemengde verzekering 1 e kunnei ï sluiten, 3°. mededeeling 'en van somr lige verzekerin,y.r> maatsi happijen, d e van het behandelde (jenig bericht g kregen hadden en mij hare ta neven deder ï toekomen.
Cand. Rechten.
Rechts-liberale politiek.
Vooruitstr. vrijzinnige richting. Op dit oogenblik niet vast verbonden aan een dagblad.
—
Behandelt Fransche, Duitsche, Engelsche, Deensche en Zweedsche bladen. Kan ook als verslaggever optreden. Kan terstond functie aanvaarden.
—
Heeft voorkeur voor los-vaste medewerking met schetsen, correspondentie en aan kunstrubriek.
Einddiploma H. B. S.
Aanvaarding 1 Juli.
Ee n en ander heeft ten g(ivolge gehad, dat mijn voorstel than s in gewijzi,?den vorm iloor mij wordt gedaan. Hierbij moei rt ik van eerste rang s Nederlandsche verzekeringmaai schappijen d e grootste b(^reidwilligheid en medewerking onde rvinden, het geen ik des temeer op prijs stel, omdat ik voort )p zette, dt it mijn voc>rstel slechts het voorstel van een gewoon lid is, die no ch de bevoegdheid bezit, noch zich eenig recht aanmatigt, ook maar eene bloot zedelijke verp] ichting tot verder ondei •handelen en afsluiten met die maat schappijen, door het on tvangen dezer inlichtingen, te aanv aarden. Zei 's bij aann jming van mijn voorstel blijft men dus gehee vrij in de keuze der maatschappij, met welk e gecontract eerd zal wo rden. Ht t ligt evenr lin in mijnes bedoeling in te grijpen in het werk , zoo goed toevertrouw vd aan de commissie voor de pens [oenverzeker ing en de schets van een in artikelen gefoi muleerd reg•lement te c ntwerpen. Ik meen te kunnen volst aan met de volgende h xrfdtrekken van mijn voorstel uitee n te zetten AI.GEMEENE STREKKIN( j . Ik acht het niet alleen een belar ïg voor den journalist, inaar ook voor de geheele pers
M E D E D E EL I N G E N. en in niet mindere mate voor het Nederlandsche volk, dat de dagbladschrijver zoo onafhankelijk mogelijk zij, en bij het uiten zijner meeningen, zoowel als bij de mededeeling der feiten, met niets anders rekening hebbe te houden dan met zijn geweten, en zijn zedelijken plicht de waarheid en niets dan de waarheid te dienen. Daarvoor moet ook zijne finantieele positie sterk genoeg zijn om hem de stoffelijke onafhankelijkheid te geven. Een eerste vereischte hiertoe is dat geen nijpende zorg voor de belangen der zijnen na zijn dood, of voor zich zelf, als hij op hoogen leeftijd gekomen zal zijn, hem er toe behoeft te brengen, zijne pen te verkoopen. Om de redenen, mondeling op de algemeene vergadering uiteengezet, acht ik dit ook een belang voor de directies der bladen en vlei mij met de gedachte, dat deskundige dagbladdirecteuren met helder inzicht zullen beseffen, dat zekerheid voor den ouden dag of voor de nagelaten betrekkingen den bij hem werkzamen journalist veel grootere kracht zullen geven, dan hij te hunnen dienste kan stellen als die zorgen hem blijven drukken. Zij zullen ook beseffen dat, als orgaan der openbare meening, de bladen in den tegenwoordigen tijd noch de oude versleten werkers, noch hulpbehoevende weduwen en weezen van zich af kunnen schuiven. Een regeling der verzekering van den journalist zal stellig door alle direction, die slechts eenigszins de daaraan verbonden kosten kunnen dragen, aangenomen worden, daar zij tevens een verzekering is voor haar zelve tegen anders plotseling geboren wordende en niet alleen moreele verplichtingen van belangrijken omvang. Bovengenoemd doel zou echter niet bereikt worden, indien de finantieele onafhankelijkheid van den journalist gekocht moest worden door zijne gebondenheid aan eenig blad. Indien zoowel de directie als de journalist, ter wille der gesloten verzekering, de vrijheid verloor bij meeningverschil of om welke reden ook, te allen tijde, met betaling eener gematigde schadevergoeding van elkaar te kunnen gaan, zoude het goede der verzekering niet opwegen tegen het kwade van dien band. Evenzeer moest ik in het oog houden de wisselvalligheid van de positie van den journalist, welke hem niet veroorlooft te rekenen op zijn tractement, als voor vele jaren vaststaande en vaste verplichtingen aan te gaan, die telkenjare terugkeeren. Elke verzekering tegen vaste premie van eenige beteekenis kan dus niet worden aangegaan als passend voor alle leden van den Kring. Zoodoende werd de keuze beperkt tot den vorm bekend als het pensioenboekje, waarbij elke gedane storting reeds terstond een recht schept op zeker pensioen, onverschillig of die storting door latere gevolgd wordt. Men kan bij dit stelsel, hetzij eenmaal in zijn leven, hetzij herhaaldelijk in hetzelfde jaar storten, men kan vele jaren ophouden, dan weder opnieuw beginnen, dan weder afbreken en later opnieuw storten, in éen woord men kan handelen naarmate de levensomstandigheden meebrengen, met de zekerheid dat elke gestorte gulden zijn van te voren bepaald resultaat zal afwerpen. Deze pensioenboekjes zijn zoodanig ingericht, dat men te allen tijde kan zien, welk pensioen men reeds verworven heeft, en welk resultaat men door een nieuwe storting kan verwerven. Men heeft dus de meest mogelijke vrijheid van beweging. Het eens gestorte op naam van den verzekerde, is en blijft door hem verkregen, waar hij ook heen gaat en onverschillig wat hij later wel of niet bijstort. Zoodoende maken wij de verzekering los van elke andere omstandigheid dan die, waarvoor men verzekerd is en wordt het pensioen alleen de vraag van het bereiken van den leeftijd waarop het zal ingaan, terwijl bij de gemengde verzekering ook dit gevaar, dat het gestorte ten slotte te loor zal gaan, geheel is verdwenen. De algemeene strekking van mijn voorstel is dus, dat
5
voor iederen journalist jaarlijks een zekere som wordt ter zijde gelegd, als vervanging van het door hem in dat jaar verbruikte arbeidskapitaal, en dat hij deze ter zijde gelegde sommen terugvindt wanneer hij daaraan behoefte heeft. DE MEDEWERKING DER DIRECTIES. In het bovenstaande zeide ik reeds, waarom ik meen, dat verstandige dagbladdirecties met beide handen het voorstel van den Kring zullen aannemen, om, door eene gematigde en van te voren overzienbare jaarlijksche opoffering, haar geheel redactiepersoneel te verzekeren. Ik meen, dat wij reeds zeer aannemelijke verzekeringen kunnen verkrijgen indien de directies der bladen zich tegenover den Kring verbinden telkenjare voor dit doel 5 % te storten van hetgeen zij als salaris aan hare redacteuren uitbetalen, met dien verstande echter, dat de storting voor een redacteur nooit minder dan f 50.— en nooit meer dan f 150.— zal zijn. Het minimum is vastgesteld, opdat jonge redacteurs niet een dubbel verlies zouden lijden door al te schrale tractementen. Het maximum is bepaald 1°. om geen enkele directie af te schrikken een redacteur meer dan f 3000.— salaris te betalen, 2°. omdat bij het stelsel van het pensioenboekje soliede verzekering-maatschappijen verplicht zijn een maximum van jaarlijksche storting vast te stellen. Naar mijne schatting zal eene dergelijke bijdrage aan de directie van het Nederlandsche blad, dat het talrijkst redactiepersoneel heeft, nog niet op f 3500.— per jaar komen te staan, een kleine uitgave dus, in vergelijking met de andere kosten die zulk een blad heeft om zijn inhoud steeds zoo goed mogelijk werk te doen zijn. De bijdrage der directies is alleen mogelijk door tusschenkomst van den Kring, doch sleept een eigenaardig, m. i. niet onoverkomelijk bezwaar mede, n.1. dat de directies zullen vragen, dat de verzekering zich uitstrekke over al hare redacteuren, onverschillig of deze wel of niet lid van den Kring zijn. Daar de verzekering geen finantieele opofferingen van den Kring vraagt, en de verzekerde door mede-onderteekening van de polis voor dit bepaalde doel het Kringbestuur de noodige machtiging geeft, is dit bezwaar m. i. niet groot, zoo men zich uitdrukkelijk voorbehoudt, dat niet-leden van den Kring, door een drievoudige schriftelijke verklaring aan directie, Kring en verzekeringmaatschappij, zich onherroepelijk buiten het verbond kunnen stellen. Een tweede gevolg van de bijdrage der directies is, dat deze zekerheid moeten hebben, dat hare gestorte bijdragen voor de verzekering worden besteed en niet vervreemdbaar zijn, noch in beslag genomen kunnen worden. Tusschenkomst van het Kringbestuur bij het teekenen der polis maakt vervulling dier voorwaarde mogelijk, wanneer eens een goede redactie van die polis is vastgesteld, hetgeen mij voorkomt niet op onoverkomelijke juridische bezwaren te zullen afstuiten, maar het werk zal moeten zijn van een grondig overleg tusschen de commissie ad hoc en de gekozen verzekering-maatschappij. DE MEDEWERKING DER LEDEN. Ten einde de gunstige voorwaarden van de verschillende verzekeringscontracten en bepaaldelijk die van de gemengde verzekering te kunnen geven, moet elke soliede maatschappij als voorwaarde stellen, dat haar niet alleen de slechte risico's worden aangeboden, maar dat alle leden van den Kring aan de verzekering deelnemen. Dit is ook noodig omdat de polis door den verzekerden journalist moet worden geteekend en het gewenscht is, dat hij zelf daarbij eene eerste storting doet. Ik heb gemeend die eerste storting te mogen stellen op f 10.—. Wil men haar lager stellen tot zelfs f 1.—, dan wijzigt dit het systeem niet. Deze storting is de eenige verplichte. De journalist behoeft nooit weder zelf iets bij te storten en zoo hij bij eene
6
M E D E D E E L I N GE N.
directie werkzaam is, die niet is aangesloten, is het mogelijk dat zijn verzekerihgsboekje niets anders bevat dan die eerste storting. Het bezwaar der verplichte verzekering, dat ik volkomen deel, wordt zoodoende teruggebracht tot een enkele betaling, waardoor het eigenlijk geheel wordt opgeheven. Verder kunnen de leden telkens wanneer hun dit gelegen komt, en zoo noodig zelfs door bemiddeling der Rijkspostspaarbank, stortingen doen, mits niet meer dan f 150.— per jaar. Wellicht gelukt het de commissie dit maximum verdubbeld te krijgen voor journalisten, voor wie in dat jaar geen directoriale storting heeft plaats gehad. In elk geval kan nooit op eenzelfde verzekering gedurende een jaar meer dan f 300.— gestort worden. De meeste zullen niet bij machte zijn tot dat maximum te komen, maar is eens het stelsel algemeen doorgevoerd, dan hebben zij ook niet noodig ooit iets meer dan hunne eerste storting te doen, om nog een vrij bevredigend resultaat te mogen verwachten. Bij het teekenen der polis zullen de leden zich moeten verklaren, voor welke der drie soorten verzekeringen zij wenschen dat de stortingen worden ingeschreven. Bij de door mij ingewonnen inlichtingen stond de verzekeringmaatschappij nog op het standpunt, dat die keus onherroepelijk en voor alle stortingen zou gelden. Het is echter mogelijk, dat bij nadere onderhandelingen de commissie verkrijgt, dat deze keuze alleen geldt voor alle directoriale stortingen en de journalist de bevoegdheid blijft behouden als hij voor de directoriale stortingen gemengde verzekering heeft gekozen, ook nog voor zijne vrije stortingen, telkens bij elke storting, te kunnen aangeven welke verzekering hij hiervoor wenscht te verkrijgen. Meer dan deze concessie zal evenwel stellig niet verworven worden. DE TUSSCHENKOMST VAN DEN KRING. De Kring treedt in deze tweeledig tusschenbeiden, 1°. voor de organisatie, 2°. voor het beheer. Voor de organisatie moet de Kring overeenkomsten aangaan met de verschillende dagblad-directies, waarbij hij zich verbindt de door deze gestorte geldsommen voor de verzekering harer redacteuren onvervreemdbaar te zullen besteden. Tevens zal de Kring een contract met de gekozen levensverzekering-maatschappij moeten sluiten, waarbij alle bijzonderheden van het assurantie-contract nauwkeurig zijn geregeld en de polis voor eiken vorm nauwgezet is vastgesteld. Wat betreft het beheer, zal het daarvoor aangewezen bestuurslid, 1°. namens den Kring de polissen met den verzekerde mede moeten onderteekenen, 2°. mede moeten quiteeren en toezien bij het vervallen eener verzekering door intrede van het pensioen of door den dood van den verzekerde, 8°. de stortingen der dagblad-directies ontvangen en eveneens de vrije stortingen der leden, 4°. deze op vastgestelde tijden aan de verzekering-maatschappij overdragen en toezicht houden op het bijschrijven van de verzekeringsboekjes van eiken verzekerde. Met dit doel zullen de verzekeringsboekjes in triplo worden opgemaakt, een geteekend exemplaar bij de maatschappij, een tweede geteekend exemplaar berustend bij den Kring en een derde niet geteekend exemplaar in handen van den verzekerde. Al deze bemoeiingen zullen niet zonder kosten kunnen geschieden; wellicht zal eenige betaalde boekhouders-hulp noodig zijn. De verzekering-maatschappijen zijn bereid ter bestrijding der kosten 2 % van de jaarlijksche stortingen aan den Kring af te dragen, daar deze haar door zijne tusschenkomst eigen administratiekosten, waarop in de tarieven gerekend is, bespaart. Ik vermoed dat 2 % ruim voldoende zullen zijn tot bestrijding dezer administratiekosten van den Kring en zelfs een overschot zullen opleveren. Dit overschot zal men
kunnen bestemmen tot versterking van het ondersteuningsfonds. DE VERZEKERINGEN. Volgens mijn stelsel heeft de verzekerde de keus tusschen drie vormen van verzekering. A. De eenvoudige pensioenverzekering. Na het bereiken van den 50 jarigen leeftijd heeft de verzekerde te allen tijde, mits met toestemming van het Kringbestuur, het recht liquidatie der verzekering aan te vragen en het alsdan verschuldigd pensioen als jaarlijksche rente te genieten tot aan zijn dood. Heeft men niet vroeger den wensch daartoe geuit, dan wordt de verzekering geliquideerd bij het vervullen van het 65ste levensjaar. Liquidatie eener pensioen-verzekering is onherroepelijk. De maatschappij koopt hare verplichting tot lijfrente nimmer af door een betaling in eens. Hij die rente trekt, houdt op tot de verzekerden te behooren, tenzij hij, met toestemming van de maatschappij en van den Kring, opnieuw een polis sluit, bij welke de eens geliquideerde polis geheel buiten eiken invloed gelaten wordt. B. Pensioen- en gedeeltelijke invaliditeitsverzekering. De verzekerde ontvangt in dit geval op zijn 65sten verjaardag het pensioen, correspondeerend met zijne stortingen. Hij kan echter te allen tijde het loopende contract doen ophouden, mits een jaar van te voren het voornemen hiertoe te kennen gevend en met toestemming van het Kringbestuur. Deze zal die toestemming alleen geven als de verzekerde ophoudt journalist te zijn, hetzij tengevolge van invaliditeit, hetzij tengevolge van beroepsverandering. Het vroeger ontbinden van het verzekeringscontract is nooit verplicht, maar is het eens ontbonden, dan kan ditzelfde niet weder herleven, doch dan blijft wel de mogelijkheid open, dat bij terugkeer tot de journalistiek de verzekerde een nieuwe polis sluit, indien de maatschappij en het Kringbestuur beide toestemmen. Het pensioen der geliquideerde verzekering blijft loopen tot aan het overlijden, onverschillig op welk oogenblik het is begonnen. C. Gemengde verzekering. De verzekerde ontvangt hierbij op zijn 65sten verjaardag, of zijn erfgenamen ontvangen bij zijn vroegeren dood, eene uitkeering in eens van een kapitaal, aangewezen door het door hem of voor hem gestorte bedrag. Als de verzekerde in leven blijft, heeft hij niet het recht het kapitaal op te vragen vóór hij zijn 65»te jaar heeft vervuld. De maatschappij behoudt zich het recht voor bij het teekenen der polis een geneeskundig onderzoek te vragen en dan een al te gevaarlijk risico af te wijzen, doch wellicht kan de commissie bij hare onderhandelingen verkrijgen dat zij ook hiervan afstand doet. Tot nadere toelichting der drie verzekeringen diene, dat de vorm a. het grootste pensioen geeft, maar tengevolge van overlijden vóór het 51ste jaar of voor dat] men de verzekering op lateren leeftijd geliquideerd heeft, den verzekerde de kans doet loopen, dat hij van het gestorte geld ten slotte geen of weinig vruchten plukt. Dit is trouwens het geval bij elke pensioen-verzekering. De verzekering sub b. geeft, als men 65 jaar wordt, een minder hoog pensioen dan sub a, maar heeft de gelegenheid gegeven, bij vroeger ingevallen uittreding uit de journalistiek, reeds eenige rente te trekken en kan bij volslagen invaliditeit dus een groot nut zijn geweest. Men houde hierbij in het oog dat het bedrag der jaarlijksche lijfrente snel daalt naarmate men deze vroeger begint te trekken, omdat niet alleen volgens de sterfte-tafels de rente dan zooveel minder moet zijn, maar ook omdat het bedrag dat men gestort heeft zooveel minder is, daar de stortingen ophouden als men rente begint te trekken. De verzekering sub c. geeft om dezelfde reden een des
MED E D E E L I N G EN. te kleiner kapitaal, naarmate men vroeger gestorven is, daar het aantal stortingen dan zooveel minder is geworden. De gemengde verzekering in den vorm van een verzekeringsboekje is volkomen nieuw en uitgedacht om tegemoet te komen aan de bezwaren van die leden van den Kring, welke meenen dat het niet aangaat wel te zorgen voor zijn eigen ouden dag en niet in de eerste plaats voor vrouw en kinderen. Wij bedachten daarom dat, terwijl het pensioenboekje eigenlijk bestaat uit een serie aankoopen tegen storting in eens van een uitgestelde lijfrente, men ook tegen storting in eens op eiken leeftijd een gemengde verzekering kan koopen. Men kan dus ook die aankoopen telken jare volgens het tarief als eene serie doen. Het bezwaar is echter, dat bij den aankoop van zulk eene gemengde verzekering telkens geneeskundig onderzoek noodig is. De maatschappij, met welke ik dit besprak, overwoog evenwel dat dit herhaald geneeskundig onderzoek en misschien elk geneeskundig onderzoek zou kunnen vervallen als verzekering voor alle leden verplicht werd gesteld en de keus van het contract onherroepelijk bij de polis geschiedde. Jk meen hierdoor een bijzonder bruikbaren vorm aangegeven te hebben, te meer daar hij, die door het bereiken van den vijf en zestigjarigen leeftijd zelf in het genot van het verzekerd kapitaal komt, dit, zoo zijn omstandigheden zulks gewenscht maken, dan terstond in een pensioen kan omzetten volgens het op dat oogenblik bij de maatschappij van kracht zijnd tarief voor aankoop van terstond ingaande lijfrente. Zijn pensioen zal dan minder zijn dan bij de verzekeringen a of b, maar daarvoor heeft hij ook de zekerheid verkregen bij vroeger overlijden zijn nabestaanden eenig kapitaal na te laten. BEREKENINGEN. Ik heb gemeend bij het bovenstaande ter nadere beoordeeling van mijn stelsel eenige berekeningen te moeten voegen, door mij opgemaakt uit de mij bekende ofhcieele tarieven. Hierbij moet ik er op wijzen, dat ik bij de berekening der verzekeringen sub a het tarief gebruikte van eene andere maatschappij, dan die waarvan ik bij de verzekering sub b en c de tarieven gebruikte, en dat ik niet weet of deze die beide andere, of de andere maatschappij het eerste tarief zal willen overnemen. Bij aanneming van mijn stelsel is dit een der vele punten waarover de commissie zal hebben te onderhandelen. Verder moet ik opmerkzaam maken dat, daar mijn voorbeelden berusten op een door mij aangenomen gemiddeld loontarief, de praktijk natuurlijk wijzigingen zal aanbrengen in elk speciaal geval en dat ook kleine veranderingen het gevolg zullen zijn van de verhouding tusschen den stortingsdatum en den laatsten verjaardag van den verzekerde. Ik heb daarom de berekende resultaten tot tientallen guldens afgerond, maar men kan, als men nauwkeurig de gegevens van een bepaald persoon heeft, die resultaten tot op een gulden na nauwkeurig vaststellen. Bij de nu volgende voorbeelden heb ik de loonschaal op de algemeene vergadering gebruikt, naar aanleiding der mij daar gemaakte opmerkingen, aldus gewijzigd. Beginnende met de nieuwe meerderjarigheid, 21 jaar, reken ik dat de journalist gemiddeld verdient van zijn 22ste tot en met zijn 25ste levensjaar ƒ 1000.— per jaar, van zijn 26ste tot en met zijn 30ste ƒ 1500.— per jaar, van zijn 31ste tot en met zijn 35ste ƒ 2000.— per jaar, van zijn 36ste tot en met zijn 40ste f 2500.— per jaar en van zijn 41ste jaar af gemiddeld ƒ 3000.— per jaar of hooger tot dat hij na zijn 65ste levensjaar vervuld te hebben het otium met pensioen verkrijgt. Verder rekende ik bij het onderstaande, dat de verzekerde alleen de eerste storting ad ƒ 10.— heeft gedaan en dat
7
overigens elk jaar de dagbladdirecties voor hem 5 % stortten met een minimum van ƒ 50.— en een maximum van ƒ 150.— per jaar. Heeft hij zelf kans gezien telken jare ook 5 % van zijn salaris te storten, dan is het resultaat het dubbele van hetgeen ik hier aangeef, kon hij slechts 2VÜ % jaarlijks storten, dan wordt het resultaat met de helft verhoogd. X. begint met zijn 22ste jaar, gaat geregeld voort tot het einde van zijn 65ste jaar- Volgens de verzekering a. ontvangt hij dan een levenslang pensioen van ƒ 2190.— per jaar, volgens verzekering b. een levenslang pensioen van ƒ 1710.— per jaar en volgens verzekering c. ontvangt hij of zijn nabestaande een kapitaal van ƒ 9310.— hetgeen hij volgens het thans geldig tarief van ƒ 956.— als aankoopsom van ƒ 100.— lijfrente op 65 jarigen leeltijd kan omzetten in een pensioen van ƒ 970.—. Y. begint met zijn 21ste jaar en liquideert op 65 jaar, maar heeft vanaf zijn 36ste tot en met zijn 45ste jaar geen storting doen inschrijven, ook niet van de directies. Het pensioen volgens a. is dan ƒ 1580.—, volgens b. is het pensioen ƒ 1150.—, volgens c. is het kapitaal ƒ6780.—, of omgezet in pensioen, zooals boven aangegeven, eene lijfrente van ƒ 710.—. Z. begint in zijn 21ste jaar en eindigt met de vervulling van zijn 60ste jaar. Volgens a. is zijn pensioen ƒ1180.—, volgens b. is zijn pensioen, dat eerst na een jaar ingaat, ƒ 990.—, volgens c. verkrijgen als hij in zijn 61ste jaar overlijdt zijne rechthebbenden een kapitaal van ƒ8490.—. Hierbij zij opgemerkt, dat ik bij de verzekering c. alleen sprak van overlijden als de verzekering voor het 66stc jaar eindigt. Mocht zij niet door den dood zoo vroeg geëindigd zijn, dan ontvangt de verzekerde in dit en de volgende voorbeelden bij het vervullen van zijn 65ste jaar hetzelfde kapitaal, evenals zijne nabestaanden ditzelfde cijfer ontvangen onverschillig op welk oogenblik de verzekerde komt te overlijden. W. begint 21 jaar oud en eindigt op 40 jarigen leeftijd. Is dit door den dood, dan heeft hij geen pensioen kunnen trekken, alleen de verzekering sub c. heeft aan zijn nabestaanden een kapitaal van ƒ 3930.— doen uitkeeren. Eindigt hij door invaliditeit, dan worden er geen verdere stortingen gedaan. Na een jaar begint hij volgens b. een levenslang pensioen te trekken van ƒ 140.—. Volgens de verzekering a. ontvangt hij niets tenzij hij 50 jaar wordt en begint dan een pensioen te trekken van ƒ 290.— tot aan zijn dood. T. begint als hij 25 jaar oud is, en eindigt als hij 50 jaar oud is. Volgens a. heeft hij een terstond ingaand levenslang pensioen van ƒ 370.—, volgens b. ontvangt hij na een jaar een levenslang pensioen van ƒ 360.—. Is hij in zijn 51ste jaar gestorven, dan ontvangen volgens c. zijn nabestaanden een kapitaal van ƒ 5940.—. R. begint 35 jaar oud en eindigt 60 jaar oud. Zijn pensioen volgens a is ƒ 680.—, volgens b. is het pensioen ƒ 600.—, ingaande een jaar na de beëindiging, volgens c. is, als hij op 60 jarigen leeftijd overlijdt, het uit te keeren kapitaal ƒ 5850.—. H. begint als hij 45 jaar oud is en eindigt 65 jaar oud. Volgens os. is zijn pensioen ƒ 630.—, volgens b. is zijn pensioen terstond ingaande ƒ 510.—, volgens c. ontvangt hij of zijn nabestaanden een kapitaal van ƒ 4040.—, waarvoor hij een lijfrente kan koopen van ƒ 420.—. OVERGANGSBEPALINGEN. Bij het vele, dat blijkens bovenstaande bij aanneming van mijn stelsel door den Kring nog door de commissie uitgewerkt en geregeld zal moeten worden, behooren bepalingen of leden boven zekeren leeftijd van de deelneming vrijgesteld zullen worden, hetgeen niet bepaald noodig is, en of bestaande kleine kassen bij sommige bladen op gunstige voorwaarden
M E D E D E E L I N G E N. zich in deze verzekering kunnen oplossen. Ook of het wellicht mogelijk is de eerste storting bij het in werking treden van het stelsel voor de reeds oudere journalisten grooter te doen zijn dan het vastgestelde maximum, om zoo dagbladdirecties, die dit mochten begeeren, in staat te stellen beter te zorgen voor hun ouder redactiepersoneel dan het geringe bedrag, dat op gevorderden leeftijd beginnend, door dit stelsel kan worden verkregen. De verschillen tusschen de cijfers van bovenstaande berekeningen en die opgenomen in het, wat het door mij gesprokene betreft, zoo hoogst nauwkeurig verslag van de jongste algemeene vergadering, vloeien voort uit de wijziging die ik in de loonschaal heb meenen te moeten brengen. Voor het overige hoop ik voldoende duidelijk te zijn geweest om eene beslissing over het stelsel te kunnen doen nemen, terwijl de regeling in bijzonderheden eerst na deze principieele beslissing als gevolg van onderhandelingen der commissie met de directies en met de verzekering-maatschappij kan worden vastgesteld. Hoogachtend, Uw dw. Collega, Mr. H. LOUIS ISRAELS.
leieleelinpQ uit ie plaatselijke vereÉppi. De Amsterdamsche Pers. Voor het lidmaatschap hebben zich aangemeld de heeren: A. J. CARRÉ, verslaggever van het Nieuwsblad voor Nederland; D. MANASSEN, correspondent van De Nieuwe Courant; G. M. NIEUWENHUIS, redacteur van het Alg. Handelsblad; P. A. ITTER Jr., verslaggever van het Alg. Handelsblad; P. E. PEAUX, verslaggever van het Nieuws van den Dag. J. W. HELMER, secretaris.
KUUl'KT BIJ
Als gevolg van de „vraag" in het vorig nummer van ons orgaan en op de inteekenlijst van ons bestuur mochten wij voor den bedoelden Amsterdamschen collega de volgende bijdragen ontvangen. De namen der verschillende gevers zijn door de initialen aangeduid. Het Ondersteuningsfonds van den Ned. Journalistenkring /' 100.— Vereeniging „De Amsterdamsche Pers" . . . „ 25.— J. L. P. Amsterdam „ 2.50 D. A. Z. „ „ 2.50 Chr. N. „ „ 2.50 A. O. R. „ „ 2.50 G. d. V. „ , 2.50 H. L. I. „ „ 2.— A. G. B. „ „ 2.50 J. W. H. „ „ 2.50 F. W. „ 2.50 J. F. d. B. V. „ „ 2.50 D. M. „ „ 2.50 J- F. ,. 2.50 J. K. „ „ 2.50 G. F. C. V. postbewijs Arnhem „ 2.50 J. D. Amsterdam „ 15.— J. D. 's-Gravenhage „ 10.— G. K. Amsterdam „ 2.50 D. A. v. W. „ „ 25.— R. C. V. „ „ 2.50 CS. „ „ lo.— Rott. Journalisten Vereeniging , 25.— H. T. Amsterdam „ 2.50 N. N. „ „ 2.Van eenige Rotterdamsche collega's, waarvan specificatie in een volgend nummer . . . „ 38.— In totaal f 297.—. Onder betuiging van onzen hartelijken dank aan de gevers, houden wij ons voor verdere bijdragen gaarne aanbevolen. C. SCHLICK, penningmeester.
AMSTERDAM.