Maatschappelijk Jaarverslag 2008 Alliander
- Zichtbaar betrokken -
Versie - 1.0 d.d-
7 mei 2009
1
Zichtbaar betrokken
Voor u ligt het eerste Maatschappelijk Jaarverslag van netwerkbedrijf Alliander. Alliander is ontstaan als gevolg van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON, ook wel ‘splitsingswet energiebedrijven’ genoemd) en is een zelfstandige speler in de energiesector. Onze primaire taak is het onderhouden en beheren van de elektriciteits- en gas(distributie)netten in ons verzorgingsgebied.
Alliander wordt gevormd door Liander, Liandon en Liandyn. Liander is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wettelijke taken voor het beheer van elektriciteits- en gasnetten en het grootste onderdeel van het netwerkbedrijf. Liandon is het technische kenniscentrum van Alliander en actief op het gebied van complexe energie-infrastructuren zoals hoog- en middenspanning en technische automatisering. Liandyn is actief op het gebied van openbare verlichting en verkeerssystemen en realiseert daarmee concepten voor veiligheid en leefbaarheid in onze samenleving. ‘Voor een betere samenleving in de regio’s waarmee wij verbonden zijn’, dat is de missie van Alliander. Aan een betere samenleving dragen wij bij door een optimale leveringsbetrouwbaarheid na te streven en leidend te zijn op het gebied van duurzaamheid en energietransitie. Onze kernwaarden zijn: betrokken, betrouwbaar en de beste. Betrokken bij die regio’s waarmee wij verbonden zijn, betrouwbaar op het gebied van een ononderbroken en veilige levering van gas en elektriciteit en de beste dienstverlener in de ogen van onze klanten.
In een tijd waarin energievraagstukken hoog op de maatschappelijke agenda staan kan Alliander een belangrijke rol spelen door andere vormen van energieopwekking te faciliteren. Het opwekken van energie op huishoudenniveau met behulp van micro-WKK’s (warmtekrachtkoppelingen) stelt andere eisen aan het energienet dan ‘klassieke’ distributie van centrale naar consument. Voor energiebesparing op consumentenniveau dragen de zogenoemde ‘Slimme Meters’ bij aan het energiebewustzijn van gebruikers door hen een beter inzicht te geven in hun energieverbruik als zij dat willen. In de toekomst vergt duurzame mobiliteit (elektrische auto’s) van een netwerkbedrijf innovatieve oplossingen. Alliander neemt maatschappelijke verantwoordelijkheid met projecten als step2work. Hiermee bieden wij mensen die de verbinding met de arbeidsmarkt niet hebben kunnen maken, of hebben verloren, kans op werk en economische zelfstandigheid. Wij blijven in gesprek met onze klanten en onze omgeving. Zo weten wij wat er speelt en sluiten onze producten en diensten aan bij maatschappelijke behoeften.
Een groot deel van deze agenda gaan wij vanuit het maatschappelijk belang zoveel mogelijk oppakken in samenwerking met andere netwerkbedrijven. Samenwerking op het gebied van innovatie, marktfacilitering en inkoop ligt voor de hand en zal voordelen opleveren. Daarnaast zien wij mogelijkheden om distributie van energie en gas in één gebied te combineren en door vorming van drie tot vijf netwerkbedrijven, zoals
2
aanbevolen door de zogenoemde ‘Commissie Kist’, de efficiency van het netbeheer in Nederland verder te verhogen. Alliander wil betrouwbaar, betrokken en de beste zijn én blijven in de uitvoering van al haar maatschappelijke taken. In dit maatschappelijk jaarverslag laten wij zien hoe wij dat hebben vormgegeven.
Arnhem, 11 mei 2009
De directie,
Peter Molengraaf
Mark van Lieshout
Paul Corton
[handtekening]
[handtekening]
[handtekening]
3
Alliander in een oogopslag Alliander bestaat uit de bedrijfsonderdelen Liander, Liandon en Liandyn.
Liander Liander zorgt voor de aansluiting en distributie van gas en elektriciteit. Dit is een maatschappelijk onmisbare taak. Nederland kan immers geen dag zonder energie. Veiligheid en betrouwbaarheid staan hierbij voorop. De betrouwbaarheid van onze netten was ook in 2008 meer dan 99,99%. Liander is het grootste bedrijfsonderdeel van Alliander. De netbeheerder heeft ruim 2,8 miljoen klanten in Gelderland en Noord-Holland en in grote delen van Flevoland, Friesland en Zuid-Holland.
Liandon Technisch specialist Liandon ontwerpt, bouwt, beheert en onderhoudt complexe private energienetten en grote (industriële) installaties voor klanten in Nederland en daarbuiten. De medewerkers van dit bedrijfsonderdeel werken continu aan innovatieve maatwerkoplossingen en vertalen hoogwaardige technologische kennis naar de dagelijkse praktijk. Liandon is de innovatiemotor en het kennisbedrijf van Alliander.
Liandyn Liandyn is partner en adviseur van inrichters van openbare ruimte, zoals gemeenten en provincies. Liandyn ontwerpt, installeert en beheert licht-, verkeers- en cameravoorzieningen. Deze producten en diensten dragen bij aan verkeersveiligheid, leefbaarheid, mobiliteit en sociale veiligheid. Liandyn is actief in Nederland en daarbuiten.
4
Kerncijfers Alliander in 2008 Eenheid Financieel Netto omzet 1 Bedrijfsresultaat 1 Resultaat na belastingen 1 Balanstotaal (excl. niet geconsolideerde deelnemingen) 1,2 Maatschappij Afsluitingen van energielevering -Gas -Elektriciteit Gemiddelde stroomonderbrekingsduur per klant in Liander netwerkgebied Klanttevredenheid consumenten en kleinzakelijke klanten Klanttevredenheid grootzakelijke klanten
2008
€ miljoen € miljoen € miljoen € miljoen
1.487 384 269 6.233
aantal panden aantal aansluitingen aantal aansluitingen
4.962 3.210 3.988
minuten procent procent
24,0 89 75
Milieu Afval Milieu incidenten CO2 emissie
kton aantal kton CO2
Invoeding windenergie verzorgingsgebied
MW
9,34 53 158 1.368
Medewerkers Totaal medewerkers 2 Eigen medewerkers 2 Ingehuurde medewerkers 2 Eigen medewerkers 2 Ingehuurde medewerkers 2 Percentage vrouwen in management 2 Werkervaringsplaatsen Ziekteverzuim Ongevallen met verzuim tot gevolg Betrokkenheid van medewerkers
fte fte fte aantal aantal procent aantal procent aantal rapportcijfer
5.520 4.376 1.144 4.556 1.210 13 54 4.1 27 8,1
1 bron: geconsolideerde jaarrekening n.v. Nuon 2 cijfers per 31 december 2008
5
Inhoudsopgave 1
2
Profiel van de organisatie ....................................................................................................................... 7 1.1
Verbonden met de samenleving ..................................................................................................... 9
1.2
Bedrijfsonderdelen en activiteiten ................................................................................................. 10
1.3
Splitsing ......................................................................................................................................... 12
1.4
MVO-ambities en -resultaten Alliander in 2008 ............................................................................ 14
Over dit verslag .................................................................................................................................... 15 2.1
3
4
5
Wijziging structuur Nuon-groep ..................................................................................................... 15
Klant en Maatschappij .......................................................................................................................... 17 3.1
Betrokken bij onze klanten ............................................................................................................ 18
3.2
Leveringsbetrouwbaarheid ............................................................................................................ 23
3.3
Externe veiligheid .......................................................................................................................... 27
3.4
In dialoog met de samenleving ..................................................................................................... 28
3.5
Ketenverantwoordelijkheid ............................................................................................................ 30
Mens en Organisatie ............................................................................................................................ 32 4.1
Ontvlechting van Nuon .................................................................................................................. 33
4.2
Onze medewerkers ....................................................................................................................... 34
4.3
Opleidingen en arbeidsmarkt ........................................................................................................ 40
4.4
Interne veiligheid ........................................................................................................................... 43
4.5
Milieuverantwoorde bedrijfsvoering .............................................................................................. 44
Energietransitie en innovatie ................................................................................................................ 49 5.1
Energietransitie ............................................................................................................................. 50
5.2
Intelligent netbeheer...................................................................................................................... 53
5.3
Innovatie ........................................................................................................................................ 55
5.4
CO2-voetafdruk.............................................................................................................................. 57
GRI Index..................................................................................................................................................... 61 Bijlage .......................................................................................................................................................... 66 Verklarende begrippenlijst ........................................................................................................................... 67 Assurance-rapport ....................................................................................................................................... 72 Disclaimer .................................................................................................................................................... 74 Colofon ........................................................................................................................................................ 75
6
1 Profiel van de organisatie Het netwerkbedrijf Alliander is op 1 juli 2008 ontstaan door de organisatorische splitsing van de Nuongroep in een netwerkbedrijf en een productie- en leveringsbedrijf. Sinds die datum zijn beide ondernemingen operationeel zelfstandig. Alliander telt ruim 5.700 medewerkers (5.520 fte).
Op grond van de WON (Wet Onafhankelijk Netbeheer) mag een netbeheerder niet langer deel uitmaken van een groep, waarvan ook een productie- of leveringsbedrijf deel uitmaakt. Voor bestaande netbeheerders dient dat uiterlijk 1 januari 2011 het geval te zijn. De netbeheerder mag dan alleen nog deel uitmaken van een groep waarvan de activiteiten netwerk gerelateerd zijn. Daarom dienen energiebedrijven die bestaan uit een productie- en leveringsbedrijf en een netbeheerder voor 1 januari 2011 gesplitst te worden in twee onafhankelijke bedrijven. Gelet daarop heeft de Nuon-groep zich per 1 juli 2008 reeds operationeel gesplitst in een productie- en leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf. Het nieuwe netwerkbedrijf, sinds november 2008 Alliander genoemd, wordt gevormd door de netbeheerder Liander N.V. (tot en met november 2008 genaamd: N.V. Continuon Netbeheer), waarbinnen een groot deel van de onderdelen van het voormalige netwerkbedrijf van Nuon is opgenomen en Alliander N.V., waarbinnen de staf van de netwerkgroep, ICT en shared services zijn gepositioneerd. Dochtervennootschappen van Alliander N.V. zijn Liandon B.V. en Liandyn B.V.
7
Liandon B.V. ontwerpt, bouwt, beheert en onderhoudt complexe private energienetten en grote (industriële) installaties voor klanten in Nederland en daarbuiten. Liandyn B.V. is partner en adviseur van inrichters van openbare ruimte, zoals gemeenten en provincies en ontwerpt, installeert en beheert licht-, verkeers- en cameravoorzieningen. Governance De vorming van Alliander in 2008 betekent een belangrijke stap in het proces naar een zelfstandig netwerkbedrijf. Tot de daadwerkelijke (juridische) splitsing van de Nuon-groep worden de activiteiten van Alliander uitgevoerd door de twee vennootschappen Alliander N.V. en Liander N.V., welke beide hun eigen directies en medezeggenschap kennen. De netbeheerder Liander N.V. heeft op grond van de wet een eigen Raad van Commissarissen. Na de juridische splitsing zal Alliander bestuurd worden door een directie onder toezicht van een Raad van Commissarissen en met een centrale ondernemingsraad. Tot de splitsing is n.v. Nuon enig aandeelhouder van de Alliander groep, nadien zullen de aandeelhouders van n.v. Nuon direct aandeelhouder zijn.
Alliander De namen Liander, Liandon en Liandyn hebben als basis het Franse woord 'liaison' dat 'verbinding' betekent. Onze energienetten zijn niet alleen de letterlijke verbinding tussen productiecentrales en meterkast, maar ook als organisatie zijn wij nadrukkelijk verbonden met de samenleving, met onze klanten en met elkaar.
8
1.1
Verbonden met de samenleving
Onze maatschappij is sterk afhankelijk van een betrouwbare en continue energievoorziening. Onze klanten – of het nu particulieren of bedrijven zijn – vertrouwen daarop. De betrouwbaarheid van energienetten en daarmee de beschikbaarheid van gas en elektriciteit vormen hiervoor de basis. Met onze producten en diensten spelen wij in op maatschappelijke thema’s als duurzaamheid of veiligheid. Om goed te weten wat er speelt, zorgen wij dat wij in verbinding staan met de samenleving en onze klanten. Wij zijn geïnteresseerd en betrokken, want alleen zo kunnen wij onze producten en diensten verbeteren. Wij luisteren naar de wensen, ideeën en verwachtingen van de klanten, beleidsmakers, onze aandeelhouders en onze eigen medewerkers.
Missie De missie van Alliander is te zorgen voor een betere samenleving in de regio’s waarmee de onderneming is verbonden. Dat doen wij door netwerken te beheren die de samenleving energie geven en daarmee bijdragen aan maatschappelijke en economische groei. Door de dialoog aan te gaan mét die samenleving verbeteren wij onszelf als organisatie continu. Deze missie kan het netwerkbedrijf volbrengen door betrouwbaar te zijn in zijn dienstverlening en betrokken te zijn bij alle stakeholders. Wij hebben de ambitie de beste te zijn in de sector. Stakeholderdialoog Inspelen op de huidige behoeften van onze stakeholders staat bij ons hoog in het vaandel.
9
Alliander in directe interactie met haar stakeholders 2008 Stakeholder
Vorm
Klanten
Klantenraad (6 x per jaar) Klanttevredenheidsonderzoek Klantenman Klantenpanels Stakeholderconsultatie "maatschappij op de stoep"
Medewerkers
Betrokkenheidsbarometer Overlegvergaderingen met OR Jongerenplatform Tension Vrouwenplatform Lianne Personeelsvereniging Stakeholderconsultatie "maatschappij op de stoep" Deelname aan verenigingen en stichtingen Relaties met woningbouwcorporaties Relatienetwerk Alliander Foundation Stakeholderconsultatie "maatschappij op de stoep"
Maatschappelijke organisaties
Leveranciers
Nederlandse Mededingings Autoriteit Energiekamer Staatstoezicht op de Mijnen
Financiers en externe financiële beoordelaars
Samenwerkingsverbanden met aannemers en industrie Stakeholderconsultatie "maatschappij op de stoep" Issue overleg (ad-hoc) Periodieke bijeenkomsten inzake actuele onderwerpen en issues Standaard en adhoc informatieverzoeken Periodieke bijeenkomsten inzake actuele onderwerpen en issues Standaard en adhoc informatieverzoeken Periodieke update financiële prestaties
Strategie Het netwerkbedrijf neemt de klant als uitgangspunt voor haar activiteiten. Dat verklaart onze keuze voor een aantal netwerkgerelateerde activiteiten in de vrije markt, die de kernactiviteit versterken. Onze kernactiviteit is het beheer van elektriciteits- en gasnetten. Voor onze klant levert dat een logisch aanbod op van producten en diensten en meer expertise en mogelijkheden om duurzame energie-initiatieven te (helpen) realiseren.
1.2 1.2.1
Bedrijfsonderdelen en activiteiten Liander
Netbeheerder Liander heeft ruim 2,8 miljoen klanten, zowel zakelijk als particulier. Liander verzorgt als netbeheerder de aansluiting en distributie van gas en elektriciteit in de provincies Gelderland en NoordHolland en in delen van Flevoland, Friesland en Zuid-Holland. Dit betekent dat de klanten in het genoemde verzorgingsgebied gebonden zijn aan Liander als netwerkbeheerder.
10
Liander is eigenaar van de gas- en elektriciteitsnetten en voert het onderhoud, de uitbreiding, vervanging en innovatie van die netten uit. Ook is Liander verantwoordelijk voor het oplossen van stroomstoringen en gaslekken. Liander biedt ook aanvullende diensten aan. Hiertoe behoren onder andere het aanleggen, onderhouden en vernieuwen van gasaansluitingen op het net en aansluitingen op het elektriciteitsnet met een aansluitwaarde vanaf 10 MVA. Tevens biedt Liander meetinrichtingen aan, waarmee zakelijke klanten een beter inzicht in hun energieverbruik kunnen krijgen. Liander faciliteert de vrije energiemarkt door het voor particulieren en organisaties mogelijk te maken om over te stappen naar een andere leverancier.
Klanten 1 Aantal actieve aansluitingen Elektriciteit Gas 2.832.257 2.126.555 2.807.303 2.114.160 2.776.951 2.099.722
2008 2007 2006
1 betreft het aantal aansluitingen van Liander per 31 december
De Energiekamer (EK) controleert Liander op de juiste uitvoering van deze taken. De Energiekamer is onderdeel van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa).
Omvang transport- en distributienetwerk lengte in kilometer, per 31 december 2008 km Elektriciteit
1
Gas
2
Hoogspanning (110/150 kV) Middenspanning (3/10/20 kV) Tussenspanning (50 kV) Laagspanning (0,23 kV) Hoge druk (> 0,2 bar) Lage druk (< 0,2 bar)
2.567 39.354 2.289 54.259 6.067 31.196
1 Circuitlengte weergegeven naar drie fasen 2 Per 2008 onder beheer TenneT
1.2.2
Liandon
Technisch specialist Liandon maakt deel uit van het netwerkbedrijf Alliander en opereert in een geliberaliseerde, vrije energiemarkt. Liandon voert werkzaamheden uit in Nederland en het buitenland. Liandon biedt in concurrentie met derden maatwerk, gericht op de gehele keten van advies, ontwerp en nieuwbouw tot het beheer en onderhoud van complexe energienetten en -installaties. De voordelen van deze geïntegreerde projectaanpak zijn: betere interactie, meer overzicht, duidelijkere verantwoordelijkheden en kortere doorlooptijden en daardoor een hogere klanttevredenheid. De grootste opdrachtgever van Liandon is netbeheerder Liander. 11
1.2.3
Liandyn
Liandyn opereert in de vrije energiemarkt en is partner en adviseur van gemeenten en provincies op het gebied van openbare verlichting, lichtarchitectuur en verkeersregelinstallaties. Liandyn biedt concrete producten, diensten en oplossingen die bijdragen aan verkeersveiligheid, leefbaarheid, mobiliteit en sociale veiligheid. Naast klanten in Nederland, zoals de gemeente Amsterdam, is Liandyn partner van de gemeente Berlijn (Duitsland) voor de stadsverlichting en verkeersregelinstallaties.
1.3 1.3.1
Splitsing Wet Onafhankelijk Netbeheer
Door de operationele scheiding in een netwerkbedrijf en een productie- en leveringsbedrijf is een feitelijke splitsing, zoals de WON bedoelt, snel te realiseren. Op 30 oktober 2008 diende n.v. Nuon het wettelijk vereiste Splitsingsplan in bij het ministerie van Economische Zaken en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). Minister Van der Hoeven van Economische Zaken heeft n.v. Nuon een aanwijzing gegeven op het door dit bedrijf ingediende splitsingsplan. Dat schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. In deze brief concludeerde minister Van der Hoeven dat het splitsingsplan van n.v. Nuon met inachtneming van haar aanwijzing voldoet aan de wettelijke eisen. Naar verwachting zal de splitsing medio 2009 gerealiseerd worden.
1.3.2
Vorming brede netbeheerder
Vanwege de WON is per 1 juli 2008 de ‘brede’ netbeheerder gevormd die zich richt op de netwerkactiviteiten voor gas en elektriciteit en de daaraan verbonden werkzaamheden. Werkzaamheden en activiteiten die hier voor de klant logischerwijs bij horen, zijn aan het pakket van Liander toegevoegd. Het betreft bijvoorbeeld de levering, installatie en het beheer van transformatoren.
1.3.3
Overdracht beheer hoogspanningsnet
In de WON is opgenomen dat het beheer van de hoogspanningsnetten (HS-netten) van 110 kV en hoger met ingang van 1 januari 2008 dient te zijn overgedragen aan de landelijke netbeheerder TenneT. Per 1 januari 2008 werd TenneT formeel netbeheerder van de HS-netten, behalve de netten die onderdeel vormen van een cross border lease (CBL). Op dit moment zijn onderhandelingen gaande tussen Liander en TenneT omtrent de verkoop aan TenneT van de HS-netten
1.3.4
Marktmodel
In de loop van 2009 en de eerste helft van 2010 voert de energiesector het nieuwe Marktmodel Energie in fasen in. Dit marktmodel heeft tot doel de administratie van kleinverbruikaansluitingen
12
te vereenvoudigen. De Eerste Kamer heeft bij het drukken van dit verslag nog geen besluit genomen over de invoering van het marktmodel. De definitieve invoering van het model per 1 juli 2010 is dus nog onzeker.
Capaciteitstarief In 2008 is hard gewerkt aan de voorbereidingen op de invoering van het capaciteitstarief. De netbeheerders factureren sinds 1 januari 2009 de transport en distributiekosten van kleinverbruikers over het gas- en elektriciteitsnet geheel op basis van de capaciteit van de aansluiting in plaats van het verbruik. Het hanteren van een capaciteitstarief sluit beter aan bij de werkelijke kosten van het realiseren, onderhouden en uitbreiden van het energienetwerk. De kosten van het netwerk zijn namelijk hoofdzakelijk vaste kosten en worden dus niet of nauwelijks beïnvloed door het verbruik. Ook is dit nodig om leveranciersmodel mogelijk te maken.
Leveranciersmodel De energieleverancier is aanspreekpunt voor de klant en stuurt één gecombineerde factuur met daarop de kosten van de levering van de energie, het transport en de aansluiting. Voor vragen over de aansluiting en meldingen van storingen heeft de klant direct contact met de netbeheerder. Leveranciers en netbeheerders in Nederland maken afspraken over de verrekening van de netbeheerkosten en spreken af hoe de leveranciers namens de klanten de betaling aan de netbeheerders zullen voldoen.
1.3.5
Toezicht Energiekamer
De Energiekamer is in 2008 overgestapt van toetsing van de naleving van wet- en regelgeving door het opvragen van informatie naar toetsing door onderzoek op basis van signalen uit de markt. In de regel bevestigen de onderzoeken dat Liander zich aan wet- en regelgeving houdt. In het verslagjaar heeft de EK bij het onderzoek naar de financiële compensatie van klanten bij ernstige storingen geconstateerd dat een aantal netbeheerders, waaronder Liander, niet altijd binnen de daarvoor gestelde termijn de compensatievergoeding heeft uitbetaald. Hiervoor is aan Liander een boete opgelegd.
13
1.4
MVO-ambities en -resultaten Alliander in 2008
Onze MVO-ambitie is het faciliteren van de energietransitie, het realiseren van een verantwoorde bedrijfsvoering en het zijn van een maatschappelijk betrokken netwerkbedrijf. Deze tabel geeft aan welke concrete inspanningen het afgelopen jaar tot welk resultaat hebben geleid.
MVO-ambities Alliander Ambitie Faciliteren energietransitie
Inspanning
Faciliteren invoeding duurzame opwek in Invoeden groengas energienetwerken Invoeden elektriciteit uit duurzame bronnen Energietransitie in samenwerking met brancheorganisatie Netbeheer Nederland
Resultaat 2008 Eerste groengasaansluiting gerealiseerd op netwerk van Liander Invoeding windenergie verzorgingsgebied Liander: 1.368 MW Sectorakkoord Energie 2008-2020 ondertekend met rijksoverheid Actieplan Decentrale Infrastructuur opgesteld met Platform nieuw gas en Platform duurzame elektriciteits voorziening
Verantwoorde bedrijfsvoering Maximale toegankelijkheid van producten Klanttevredenheid: beste in benchmark Nederlandse netbeheerders en diensten
Klanttevredenheid: 89% van de consumenten en kleinzakelijke klanten is tevreden Klanttevredenheid: 75% van de grootzakelijke klanten is tevreden
Maximale leverbetrouwbaarheid netbeheerder
Aantal storingen en uitvalduur elektriciteit onder nederlands sectorgemiddelde
Gemiddeld aantal storingsminuten per elektriciteitklant aangesloten door Liander Netbeheer is 24 minuten; het Nederlands gemiddelde is 22 minuten.
Duurzaamheid in bedrijfsvoering
Ketenmanagement
Project MVO Ketenmanagement
Duurzaam energiegebruik eigen faciliteiten
100% groene stroom op locaties in eigendom
Beperken en compenseren netverliezen
Compensatie van 1.4 Twh elektriciteteitsverlies door inkoop groen certificaten 12 certifcaten ISO 9001 3 certificaten ISO 14001
Veiligste werkomgeving van netbeheerders in Nederland
Milieu-, en kwaliteitsmanagementsystemen op basis van erkende normen Versterken veiligheidsmanagement op basis van LTIF 1 = 2,1 1 1 erkende normen Gezamenlijke persooncertificering BEI en VIAG met energiebedrijven
Medewerkersbestand is afspiegeling van Bevorderen doorstroom vrouwen naar managementfuncties de samenleving Vooraanstaande positie als aantrekkelijke Opleidingen en trainingen werkgever Erkenning goed werkgeverschap
Aandeel vrouwen in medewerkersbestand is 17% Aandeel vrouwen in management bedraagt 13% Percentage loonsom voor opleidingen is 3% Aantal dagdelen opleiding per fte is 3 Medewerkerstevredenheid als rapportcijfer is 8,1
Maatschappelijk betrokken netwerkbedrijf Actieve dialoog met maatschappelijke stakeholders Maatschappelijke betrokkenheid van medewerkers
Ontwikkelen stakeholderdialoog Alliander Foundation
Maatschappelijke dialoog over 8 maatschappelijke thema's met landelijke en regionale organisaties Circa 350 medewerkers actief als vrijwilliger € 264.000 is in het verslagjaar ten goede gekomen aan maatschappelijke organisaties of projecten
Meest transparante netwerkbedrijf
Maatschappelijk verslag op basis van GRIrichtlijnen Gepubliceerd financieel jaarverslag Liander
Eerste maatschappelijk jaarverslag: GRI G3 C-plus niveau Deelname in GRI Electric Utilities Sectorsupplement
1
1 Zie begrippenlijst
14
2 Over dit verslag Dit is het eerste Maatschappelijk Jaarverslag van Alliander, gepubliceerd over het eerste jaar van haar bestaan: 2008. Behalve een uitgebreide kennismaking met onze organisatie is het doel om u op heldere wijze te informeren en verantwoording af te leggen. Alliander betrekt haar stakeholders graag bij de wijze waarop zij invulling geeft aan maatschappelijk verantwoord ondernemen.
GRI Alliander volgde bij het samenstellen van dit Maatschappelijk Jaarverslag de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI). Deze universele richtlijnen zijn opgesteld voor de rapportage over duurzame prestaties en dragen bij aan een transparante verslaglegging voor stakeholders. Dit verslag geeft een beeld van de economische, milieugerelateerde en sociale gevolgen van de bedrijfsvoering van Alliander. Wij hebben ernaar gestreefd om te rapporteren over onderwerpen die relevant zijn voor een brede groep stakeholders. Voor dit verslag zijn de GRI G3-richtlijnen toegepast in combinatie met het concept Electric Utilities Sector Supplement, uitgave april 2009. De elementen en indicatoren van het sectorsupplement Energy Utilities zijn opgenomen achterin dit verslag. Voor dit verslag is invulling gegeven aan 26 van de 49 kernindicatoren van GRI G3 en 12 van de 30 sectorindicatoren.
Afbakening Dit jaarverslag beoogt een volledige rapportage te zijn over de Alliander-organisatie. Een uitzondering betreft de activiteiten van dochter Alliander AG (Duitsland). Dit bedrijfsonderdeel is niet meegenomen in de informatieverzameling voor dit verslag.
2.1 2.1.1
Wijziging structuur Nuon-groep Juridisch nog één bedrijf
Met de scheiding van activiteiten is de Nuon-groep volledig voorbereid om ook juridisch gesplitst te worden. Naar verwachting zal dat medio 2009 gebeuren, waarna sprake is van twee bedrijven met een eigen toekomst. Tot die tijd opereren Alliander en het productie- en leveringsbedrijf Nuon Energy onder de financiële holding n.v. Nuon. De holding behartigt de gezamenlijke belangen van productie- en leveringsbedrijf Nuon Energy en Alliander, rekening houdend met de specifieke wettelijke positie van Liander als netbeheerder. Zij levert het geconsolideerde Financieel Jaarverslag, onderhandelt met vakbonden en onderhoudt contact met de aandeelhouders. De onderdelen Nuon Energy en Alliander publiceren elk een afzonderlijk Maatschappelijk Jaarverslag. Daarnaast publiceert Liander een eigen
15
Financieel Jaarverslag. Dit is te raadplegen op de website www.liander.com. Contactinformatie is opgenomen in het colofon van dit verslag.
2.1.2
Organisatorische veranderingen met effect op vergelijkbaarheid van gegevens
De boven omschreven scheiding van activiteiten heeft gevolgen voor de volledigheid en vergelijkbaarheid van informatie. De werkzaamheden, aard en omvang van de Alliander-organisatie maakt vergelijking met gegevens van voorgaande jaren beperkt mogelijk. In dit jaarverslag is om die reden van een klein aantal indicatoren historische informatie opgenomen.
In een aantal gevallen is de data alleen beschikbaar voor de Nuon-groep als geheel en is noodzakelijkerwijs een verdeelsleutel toegepast voor het productie- en leveringsbedrijf en Alliander. Als dit het geval is wordt dit in de tekst vermeld. In het hoofdstuk ‘Profiel van de organisatie’ staat een toelichting bij de aard, omvang en activiteiten van Alliander. Als gevolg van de per 1 juli 2008 doorgevoerde splitsing, die met terugwerkende kracht voor het gehele boekjaar 2008 van toeapssing is, zijn de HR-data en de date van het Facilitair Bedrijf, voor zowel de erste helft van 2008 als ook de voor de vergelijkende cijfers van 2007, gesplitst en toegewezen aan Nuon Energy en Alliander. Hierbij hebben wij gebruik gemaakt van gestaafde aannames. De heriop betrekking hebbende data hebben der halve (deels) een proforma karakter.
2.1.3
Informatieverzameling
Medewerkers zijn een belangrijke bron van informatie voor maatschappelijk verantwoord ondernemen bij Alliander. Voor de inhoud van dit verslag is een aantal interviews gehouden met directieleden en medewerkers. De verzameling van kwalitatieve gegevens is gedaan via een schriftelijke vragenlijst. Voor de kwantitatieve dataverzameling is gebruikgemaakt van een gestandaardiseerde vragenlijst. Waar mogelijk zijn beschikbare informatiesystemen op groepsniveau gebruikt. Daarnaast is aan de bedrijfsonderdelen gevraagd vanuit eigen bronnen kwantitatieve gegevens te rapporteren. De kwaliteit van de informatie voor dit verslag is getoetst via interne controles.
2.1.4
Onafhankelijke verificatie
Met dit verslag willen wij openheid geven over de activiteiten en resultaten waarmee wij onze maatschappelijke verantwoordelijkheid vormgeven. PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. heeft de informatie in het verslag geverifieerd. Het assurancerapport is opgenomen achter in dit verslag.
16
3 Klant en Maatschappij Onze samenleving is maatschappelijk en economisch sterk afhankelijk van een betrouwbare energievoorziening. Iedereen moet op elk moment van de dag over elektriciteit en gas kunnen beschikken. Onze netten behoren tot de betrouwbaarste ter wereld en daar zijn wij best trots op. Daarbij is veiligheid een absolute topprioriteit. Of het nu gaat om medewerkers, klanten of onze omgeving: niemand mag gevaar lopen. Daarom geldt: wij doen het veilig of wij doen het niet. Wij willen laten zien dat wij betrokken zijn bij onze klanten en de maatschappij. Wij zijn dan ook continu bezig met de vraag hoe wij onze dienstverlening kunnen verbeteren. Onze ambitie is om in de ogen van de klant de nummer één te zijn als het gaat om dienstverlening. Alliander over…
Klant en Maatschappij Alliander heeft tot doel om te voldoen aan de maatschappelijke vraag naar ongestoorde levering van energie. Daarvoor staan wij 24 uur per dag in contact met onze omgeving. Ons netwerk moet voortdurend aan de vraag naar energie kunnen voldoen. Dat heeft tot gevolg dat wij continu investeren in onze netten om ze up-to-date te houden. Wij houden intensief contact met marktsegmenten, gemeenten en regio’s om tijdig te weten welke ontwikkelingsplannen er bestaan voor woonwijken, industrie- of kassengebieden. Deze hebben een forse invloed op de ligging en capaciteit van ons energienet.
In de dienstverlening aan klanten proberen wij een stap verder te gaan dan de wettelijke eisen door meer gebruiksgemak te bieden. Onze monteurs die klanten bezoeken scoren goed op het gebied van klanttevredenheid. Daar zijn wij trots op. Wat beter kan is onze klachtafhandeling. Daarvoor vergelijken wij ons met bedrijven die hierin goed presteren. Ons bedrijfsbeleid kan ook verder gaan dan de politiek ons voorschrijft. Dat geldt bijvoorbeeld voor ons afsluitbeleid dat terughoudender is dan de ministeriële regeling ons voorschrijft.
Wij hebben een belangrijke rol in het faciliteren van de vrije energiemarkt. Wij zorgen er bijvoorbeeld voor dat klanten kunnen wisselen van energieleverancier en regelen dan de juiste overdracht van gegevens.
Veiligheid voor burgers, klanten en medewerkers staat voorop. Onze verantwoordelijkheid strekt zich uit tot de ketens waarbinnen wij actief zijn. Wij verwachten van onze toeleveranciers dat zij op een maatschappelijk verantwoorde wijze hun werk doen. Bij inkoop en aanbesteding moeten zij duidelijke informatie geven over de totstandkoming van te leveren producten en diensten. 17
In 2008 hebben wij samen met stakeholders maatschappelijke thema’s verkend in het programma ‘maatschappij op de stoep’. Thema’s als klimaatverandering, vergrijzing en privacy bespraken wij zowel intern als extern om erachter te komen wat de buitenwereld van ons verwacht. De directe omgeving is ook het uitgangspunt van de Foundation, onze stichting die vrijwilligerswerk door onze medewerkers (financieel) ondersteunt. Onze collega’s kiezen projecten in hun omgeving en helpen met waar ze goed in zijn.
3.1
Betrokken bij onze klanten
Om een hoge leveringsbetrouwbaarheid te kunnen realiseren moet ons net technisch aan de verwachtingen voldoen. Daarnaast willen wij dat onze klanten tevreden zijn over onze dienstverlening. Daarom onderzoeken wij elk kwartaal de klanttevredenheid. Uit de onderzoeken in 2008 blijkt dat klanten onze inspanningen waarderen. Van de consumenten en kleinzakelijke klanten is 89% tevreden of zeer tevreden over onze dienstverlening. Voor grootzakelijke klanten ligt dat percentage op 75%. Onze grootzakelijke klanten zijn het meest tevreden over de meteropnemer en de monteur. Een belangrijk aandachtspunt voor onze dienstverlening is het verminderen van het aantal klachten en verbeteren van de klachtafhandeling. Hiervoor is bij Liander het verbetertraject Integraal Klantsignaal gestart. Wij kijken hoe wij het aantal klachten kunnen verminderen door klantsignalen zo vroeg mogelijk op te merken en effectief op te volgen, zodat er geen klachten ontstaan. Als er alsnog een klacht ontstaat, handelen wij die zo goed mogelijk af. Hiertoe hebben wij een Klantenman, die actief de dialoog aangaat. Ook proberen wij van klachten te leren en passen indien nodig de processen aan. Klanttevredenheid Liander, en haar voorganger, voert sinds oktober 2005 ieder kwartaal zelfstandig klanttevredenheidsonderzoeken (KTO’s) uit. De resultaten van deze onderzoeken laten zien hoe verschillende klantgroepen denken over Liander, haar imago en de producten. Wij vertalen de bevindingen van elk onderzoek naar concrete verbeterplannen. De tabellen geven aan hoeveel procent van de ondervraagden tevreden is.
18
Klanttevredenheid per klantgroep 2008 1 100 90
Percentage tevreden klanten
80
89
70
75
60
79
83
72
50 40 30 20 10 0 Consumenten en kleinzakelijk
Grootzakelijk
Gemeenten
Top 1000
Multisites
1 Dit betreft klanten van Liander Consumenten en kleinzakelijk: Capaciteitsaansluiting elektriciteit tot en met 3x80 Ampère en verbruik gas tot en met 170.000m3/ jaar Grootzakelijk: Capaciteitsaansluiting elektriciteit groter dan 3x80 Ampère en/of verbruik gas meer dan 170.000m3/ jaar en niet behorend tot de multisites, top 1000 of gemeenten Gemeenten: gemeenten Top 1000: 1000 grootste klanten gebaseerd op de grootte van de aansluiting; hierin zitten geen multisitevestigingen Multisites: Zakelijke klanten met meer dan 50 vestigingen; deze klanten komen niet terug in de top 1000 Cijfers per vierde kwartaal 2008
19
Klanttevredenheid trend 1 100 90
Percentage tevreden klanten
70
93
91
91 80
83
86
89
76
75
60 50 40 30 20 10 0 2005
2006
2007
2008
Consumenten en kleinzakelijk Grootzakelijk
Trend betreft klanttevredenheid netbeheeractiviteiten Liander Consumenten en kleinzakelijk: Capaciteitsaansluiting elektriciteit tot en met 3x80 Ampère en verbruik gas tot en met 170.000m3/ jaar Grootzakelijk: Capaciteitsaansluiting elektriciteit groter dan 3x80 Ampère en/of verbruik gas meer dan 170.000m3/ jaar en niet behorend tot de multisites, top 1000 of gemeenten cijfers gemeten per vierde kwartaal
20
3.1.1
World Class Customer Management
Wensen en behoeften van klanten ontwikkelen zich. Klanten willen steeds meer zaken via internet afhandelen, willen betrokken worden bij onderwerpen als de toekomstige energievoorziening en stellen steeds hogere eisen aan onze dienstverlening. Alliander heeft de ambitie om de nummer één in dienstverlening te worden in de ogen van onze klanten. Om deze ambitie te realiseren zijn wij begonnen met het programma World Class Customer Management.
Voor 2012 hebben wij de volgende ambitie geformuleerd: 1. De klant wordt verrast door innovatieve dienstverlening die aan zijn wensen is aangepast. 2. De klant ervaart geen transportbeperkingen en -onderbrekingen.
Met deze ambitie op het netvlies zijn wij in 2008 met de volgende diensten gestart:
Mijn Liander Mijn Liander is een online dienst voor grootzakelijke klanten. Zij kunnen op internet in een beveiligde omgeving zelf hun gegevens, facturen en verbruik inzien en wijzigingen doorgeven. Eind 2008 telde deze dienst ruim 3.300 geregistreerde klanten, meer dan 20% van het totaal aantal zakelijke klanten.
Digitaal advies voor grootverbruikaansluitingen Via www.liander.nl kunnen grootzakelijke klanten advies inwinnen over bestaande en nieuwe standaardaansluitingen. De klant voert onder meer zijn verbruiksbehoefte in en krijgt een advies over de meest geschikte aansluiting in zijn situatie, inclusief een kostenindicatie.
Digitale facturatie Klanten in de publieke sector kunnen naar wens voortaan digitale facturen ontvangen. Daardoor kunnen zij hun nota’s sneller en eenvoudiger verwerken en krijgen zij beter inzicht in hun energiekosten. Dat is praktisch, omdat klanten uit de publieke sector vaak op meerdere locaties zitten. Liander wil digitale facturatie stimuleren, omdat het verspilling van papier voorkomt en een significante kostenbesparing en kwaliteitsverbetering oplevert.
Energieatlas (E-Atlas) Een gemeente kan haar duurzaamheidsdoelstellingen realiseren als zij een nauwkeurig inzicht heeft in het energieverbruik. Liander heeft deze gegevens vaak op detailniveau voorhanden, zodanig verzameld dat aan privacy wetgeving voldaan wordt. Voor de gemeenten Nijmegen en Zutphen hebben wij deze gegevens gebruikt voor het ontwikkelen van de energieatlas of E-Atlas. De gemeente Amsterdam kreeg een digitale versie.
21
De E-Atlas geeft in overzichtelijke grafieken en tabellen het verbruik per deelgebied en per economischmaatschappelijke sector weer. Voor de genoemde gemeenten is de E-Atlas een handig instrument bij het terugdringen van het energieverbruik. Uit klantonderzoek blijkt dat veel gemeenten behoefte hebben aan deze E-atlas. Liander zal de E-atlas verder onder de aandacht brengen.
Kennis delen Samenwerking en kennisdeling tussen de verschillende bedrijfsonderdelen is essentieel voor het bieden van een goede dienstverlening. Daarvoor dient het digitale kenniscafé. Via laagdrempelige software kunnen medewerkers eenvoudig kennis met elkaar delen om uiteindelijk de klant beter te bedienen. Zo kunnen zij bijvoorbeeld via het kenniscafé een overzicht met veelgestelde vragen of beschrijving van procedures met elkaar delen.
3.1.2
Afsluitbeleid
Via een schuldhulpverleningsprogramma kunnen klanten met betalingsproblemen in veel gevallen goed worden geholpen. Een ministeriële regeling van december 2006 onderstreept dat. Die verplicht netbeheerders de klant aangesloten te laten en de gelegenheid te bieden tot schuldbemiddeling. De regeling verplicht dit alleen in de periode van 1 oktober tot 1 april. Liander gaat een stap verder en zal klanten die meewerken aan schuldhulpverlening het hele jaar door niet afsluiten. Wie illegaal energie afneemt of geen overeenkomst met een leverancier heeft, kan wel worden afgesloten. Liander werkt bovendien samen met bijna alle GGD’s in het verzorgingsgebied. Wij signaleren klanten die door persoonlijke problemen hun rekeningen niet betalen. Liander en de GGD’s willen voorkomen dat deze klanten terechtkomen in een situatie waarin het aanbieden van adequate hulp niet meer mogelijk is. Door de samenwerking met de GGD’s konden wij afsluiting van energie bij honderden klanten voorkomen. Wij hebben in 2008 beduidend minder klanten afgesloten ten opzichte van 2007, onder meer doordat wij hen niet afsluiten als er een ernstig gezondheidsrisico optreedt.
22
Aantal afsluitingen wegens betalingsproblemen 1 10.000 8.000
7.868
8.362
8.043 5.965
6.000
4.962
4.000 2.000 0 2004
2005
2006
2007
2008
1 betreft betalingsproblemen met netbeheerder Liander
3.2
Leveringsbetrouwbaarheid
Het zeker stellen van een continue en veilige distributie van energie aan onze klanten via een betrouwbaar en veilig netwerk is de voornaamste doelstelling van Liander. Daarvan zijn burgers, bedrijven en overheden in onze regio’s afhankelijk. In 2008 hielden wij de beschikbaarheid van onze netwerken onverminderd hoog op meer dan 99,99%. De gemiddelde uitvalduur van elektriciteit kwam uit op 24 minuten; die van gas op 21 seconden.
Van gas was de gemiddelde uitvalduur in 2008 gelijk aan die in voorgaande jaren. Hetzelfde geldt voor de betrouwbaarheid van de middenspanningsnetten: die was in 2008 nagenoeg hetzelfde als in 2007. De laagspanningsnetten laten een iets minder goede prestatie zien. Hiervoor zijn geen direct aanwijsbare redenen te vinden. Ondanks dat Liander maatregelen nam om de risico’s van kabel- en leidingbeschadigingen door grondwerkzaamheden te reduceren (zie reductie graafschades) was het aandeel van graafschades op het aantal minuten storing groot. Bij midden- en laagspanning wordt meer dan een derde deel van de storingen veroorzaakt door onzorgvuldig graven. Voor 2009 is het reduceren van het aantal graafschades een speerpunt.
23
Jaarlijkse uitvalduur elektriciteit
1
50 40 30 20 10
Gemiddelde uitvalduur per klant [min]
50 48,4
40 35,6
30 20
27,4
25,4 24,2
33,1
29,7 24,0
24,3
22,0
10 0 2004
0 2004
2005
2005
Liander
2006
2006
Jaar 2007
2007
2008
2008
Liander Gemiddelde Nederland Gemiddelde Nederland
1 Jaarlijkse uitvalduur, gedefinieerd als gemiddelde uitvalduur per klant (CAIDI = Customer Average Interruption Duration Index) Betreft netbeheer-aansluitingen De waarde voor 2007 exclusief de storing Bommelerwaard bedraagt voor Liander 23,5 minuten; het totaalgemiddelde voor Nederland 23,8 minuten Bron gemiddeld Nederland: Kema betrouwbaarheid van elektriciteitsnetten in Nederland
In de bijlage van dit verslag zijn de grafieken voor de onderbrekingsfrequentie en de gemiddelde onderbrekingsduur voor elektriciteit .
Transportbeperkingen Het landelijke 220/380 kV transportnet, dat in beheer is bij TenneT , heeft in Friesland en in de Noordoostpolder beperkingen in de transportcapaciteit. Deze beperkingen hebben ook consequenties voor het invoeden op het net van Liander. TenneT heeft Liander begin 2008 opgedragen om verzoeken voor nieuwe invoeding op het net van Liander af te wijzen. Liander is verplicht de aanwijzingen van TenneT uit deze transportbeperkingen op te volgen. Het net van Liander is immers verbonden met dat van TenneT en kan het mogelijk in onbalans brengen. Ook de netten van alle andere netbeheerders zijn verbonden met het net van TenneT.
Voorbereid op de stijgende vraag De totale vraag naar elektriciteit groeit ieder jaar met gemiddeld 2%. Om ervoor te zorgen dat onze netten op deze groeiende vraag zijn voorbereid, stellen wij jaarlijks een capaciteitsplanning op.
24
Deze houdt rekening met plannen van provincies en gemeenten voor de aanleg van nieuwe industriegebieden en woonwijken. Bovendien publiceert Liander tweejaarlijks het wettelijk verplichte Kwaliteits- en Capaciteitsdocument.
3.2.1
Investeringen in onze netten
Om onze leveringsbetrouwbaarheid van energie ook in de toekomst te kunnen garanderen, moeten wij blijven investeren. In 2008 hebben wij voor € 290 miljoen geïnvesteerd in onze netten. Dit betreft vervangings- en uitbreidingsinvesteringen. Wij realiseerden 44.000 nieuwe elektriciteitsaansluitingen en 24.000 nieuwe gasaansluitingen. Ten behoeve van decentrale opwekeenheden, zoals windturbines en warmtekrachtkoppelingen, hebben wij in 2008 veel zware aansluitingen gerealiseerd op het middenspanningsnet. In totaal sloten wij 205 MW aan decentraal vermogen aan in 2008.
Wij hebben altijd een onderhoudsplan en voeren afhankelijk van de toestand van de netten onderhoud uit. Daarnaast voeren wij op verzoek van klanten verleggingen uit. De totale instandhoudingskosten in 2008 voor de bedrijfsvoering van de netten, preventief onderhoud, het oplossen van storingen inclusief de storingsorganisatie bedroegen € 165 miljoen.
Aanpassingen aan lokale behoeften De gemeente Amsterdam wil bedrijven en kennisinstituten voor wetenschappelijk en technologisch onderzoek een plaats bieden in het Sciencepark in de Watergraafsmeer. Liander en TenneT rondden hier in 2008 de bouw van een 150/10 kV-station af, dat voorziet in de verwachte toekomstige elektriciteitsbehoefte.
In 2008 is de keuze gemaakt om een flexibeler structuur voor het middenspanningsnet toe te passen. Vooral in de kop van Noord-Holland liggen nog veel 10 kV- en 50 kV-netten. Op termijn gaan wij die vervangen door 20 kV-netten. Dit zorgt er voor dat het middenspanningsnet beter geschikt is voor het aansluiten van systemen voor decentrale opwek en treedt minder netverlies op. De eerste investeringen hebben in 2008 al plaatsgevonden, waarbij 20 kV-netten naast de bestaande 50 kV-netten zijn aangelegd.
3.2.2
Reductie van het aantal graafschades
Een van de belangrijkste oorzaken van storingen is schade ten gevolge van graafwerk. Alliander heeft zich tot doel gesteld het aantal graafschades aanzienlijk te beperken. De afgelopen jaren zijn diverse maatregelen getroffen en is met alle betrokkenen in de keten voor graafwerk nauw samengewerkt aan het voorkomen van graafschade. Wij hebben gezamenlijk met betrokken partijen uit de graafketennormen ontwikkeld voor zorgvuldig graven en die vastgelegd in de Richtlijn Zorgvuldig Graafproces. Op 1 juli 2008 is de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten (WION of Grondroerdersregeling) ingegaan. Deze wet bevat de verplichting om zorgvuldig te graven.
25
Bovendien zijn netbeheerders en grondroerders volgens deze wet verplicht om alle gegevens over kabels en leidingen door te geven aan het Kadaster. Wie gaat graven is verplicht tekeningen op te vragen van de ondergrondse infrastructuur.
Ook zijn er ontwikkelingen op technisch gebied. Detectiemiddelen en ICT applicaties zullen op korte termijn flinke stappen voorwaarts betekenen in het reduceren van graafschades. Een eenvoudige aanpak om het probleem uit de wereld te helpen is er (nog) niet. Wij zijn ervan overtuigd dat volgende innovaties een stap in de goede richting zijn.
Signaleren met grondradar Digassist Met de grondradar Digassist kan de graafmachinist voor hij start met graven bepalen of er tot twee meter diep kabels en leidingen in de grond liggen. Zo kan hij zeer nauwkeurig en schadevrij graven. In eerste instantie was het grondradarsysteem gekoppeld aan de bak van de graafmachine, maar dit bleek niet effectief. Daarom is een los grondradarsysteem ontwikkeld. In 2009 maken wij de software gebruikersvriendelijker, waardoor het interpreteren van de beelden eenvoudiger wordt.
Controleren met Cabletracks Soms is informatie over kabel- en leidinggegevens wel beschikbaar, maar gebruiken uitvoerenden van aannemers deze niet. Dat kan Liander controleren met Cabletracks, wat ervoor heeft gezorgd dat het aantal graafschades bij betrokken aannemers met ongeveer 60% is afgenomen. Cabletracks legt vast of uitvoerenden ook echt zoeken naar kabels en leidingen voordat zij machinaal gaan graven. Wij verzamelen de informatie en vergelijken die met de Kadaster-gegevens over de locatie van kabels en leidingen.
Kwaliteit van de liggingsgegevens verbeteren met de MetroCart In de praktijk kan het voorkomen dat kabels en leidingen niet liggen op de plaats waar zij volgens de Kadaster-gegevens moeten liggen. Om de kwaliteit van de liggingsgegevens te verbeteren heeft Liander in 2008 de MetroCart aangeschaft. Daarmee kunnen wij de ligging van kabels snel en nauwkeurig in kaart brengen. De MetroCart kan een signaal zetten op het aardscherm of de ader van de kabel. Twee ontvangers, die op de wielen van een karretje zijn gemonteerd, signaleren de kabel. De MetroCart kan niet alleen de exacte plaats, maar ook de diepte van de kabel bepalen. Het systeem werkt tot nog toe alleen bij kabels en niet bij gasleidingen. In de toekomst kunnen wij meetgegevens verzamelen en aan het einde van de dag invoeren in het Geografisch Informatie Systeem.
26
3.3
Externe veiligheid
Veiligheid is de voorwaarde van Alliander om haar werk te doen. Wij registreren alle onveilige situaties volgens landelijk voorgeschreven criteria en melden deze aan het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) en de Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV). Voor één incident is een formeel onderzoek door de SodM en de OVV uitgevoerd. Het betrof hier een gasbuisbreuk in Amsterdam met een explosie in een kelderruimte als gevolg.
3.3.1
Gemeente en Veiligheid
Ook al komt het zelden voor, het is toch belangrijk om goed voorbereid te zijn op calamiteiten. De 25 veiligheidsregio’s in ons land organiseren daarom regelmatig crisisoefeningen om optimaal voorbereid te zijn op het mogelijk wegvallen van energie als er een calamiteit optreedt. Een veiligheidsregio is een gebied waarin gemeenten, brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en politie intensief samenwerken aan rampenbestrijding en crisisbeheersing. Wij participeren pro-actief in de samenwerking met veiligheidsregio’s in het verzorgingsgebied. In 2008 is een speciale afdeling opgericht die specifiek gericht is op crisisbeheersing in de brede zin. Samen met andere betrokken instanties namen wij deel aan oefeningen. Scenario’s worden dan getoetst en bij voorkeur zo realistisch mogelijk uitgevoerd. Een grootschalige oefening betrof de fictieve bedreiging van de energiecentrale en het hoogspanningsstation aan de Hemweg in Amsterdam. Gedurende een aantal dagen en nachten hebben wij realistische crisisscenario’s geoefend samen met onder meer TenneT, Nuon, Defensie (Natres) en de politie en brandweer Amsterdam. Ook namen wij deel aan een oefening waarbij werd gesimuleerd dat een deel van Nederland onder water kwam te staan. Deelname aan een aantal crisisteams van de veiligheidsregio in de provincie Noord-Holland leidde tot een beter inzicht in dergelijke complexe calamiteiten. Diverse afdelingen hebben technische ondersteuning gegeven.
Daarnaast zijn wij gestart met het houden van workshops. Daarin stemmen de gemeenten in de regio en wij de wederzijdse rollen, taken en verantwoordelijkheden tijdens een crisis af.
Mede doordat Liander haar netwerk continu monitort en onderhoudt, komt een langdurige onderbreking weinig voor. Toch valt het nooit uit te sluiten. Eind 2007 zette de botsing van een helikopter met ons net de Tieler- en Bommelerwaard twee dagen in het donker.
27
Evaluatie Tieler- en Bommelerwaard In december 2007 vloog een helikopter van de Koninklijke Luchtmacht tegen de hoogspanningslijnen
naar
onderstation
Zaltbommel.
Daardoor
zaten
de
Tieler-
en
Bommelerwaard gedurende twee dagen zonder elektriciteit. Leerpunten uit deze gebeurtenis zijn opgenomen in het evaluatierapport van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid. De leerpunten waren het onderwerp van een evaluatie bij Liander en hebben inmiddels tot verbeteringen geleid. Met veiligheidsregio’s en gemeenten is overleg opgestart over kwetsbare locaties.
3.3.2
Leren van incidenten: gasstoring in Amsterdam
Wanneer er toch incidenten plaatsvinden, doet Liander er alles aan om te voorkomen dat iets soortgelijks nogmaals gebeurt. Een voorbeeld is de gasstoring in Amsterdam. Op 9 maart 2008 vonden er in een appartementencomplex aan de Haarlemmer Houttuinen in Amsterdam een ontploffing en een brand plaats. De oorzaak van de explosie was een breuk in een nabijgelegen gietijzeren gasleiding. Door de breuk was gas ontsnapt dat zich vervolgens in de kelder onder het gebouw ophoopte en uiteindelijk tot ontploffing kwam. Twee personen raakten gewond en twee personen kregen ademhalingsproblemen.
Gietijzeren gasleidingen kunnen lang mee, vaak tientallen jaren. Wel zijn ze gevoeliger voor zakkende grond dan andere gasleidingen. Liander heeft na het incident onder meer de bestaande richtlijnen aangescherpt voor het vervangen van deze gasleidingen.
3.4
In dialoog met de samenleving
Om onze infrastructuur goed af te stemmen op de energiebehoefte en om te weten wat speelt in de samenleving, zijn wij in dialoog met onze stakeholders.
3.4.1
De maatschappij op de stoep
Moet Alliander een mening hebben over maatschappelijke thema’s als arbeidsparticipatie en vergrijzing? Waar liggen volgens de samenleving de grenzen van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid? Dat verkenden wij met het project ‘de maatschappij op de stoep’. Wij kozen acht thema’s die relevant zijn voor onze bedrijfsvoering: privacy, klimaatverandering, duurzaamheid, arbeidsparticipatie, leefbaarheid, vergrijzing, ketenverantwoordelijkheid en huiselijk geweld. Over deze thema’s discussieerden wij in oktober 2008 met vertegenwoordigers uit de samenleving, waaronder TNT Post, Achmea, het ministerie van Economische Zaken, de provincie Gelderland de gemeente Arnhem en diverse brancheorganisaties. Per thema spraken wij over de mogelijkheden voor het nieuwe netwerkbedrijf om door initiatieven in de bedrijfsvoering een bijdrage te leveren.
28
Na afronding van het project zijn gezamenlijk actiepunten opgesteld die in 2009 een vervolg krijgen. Voorafgaand aan de bijeenkomst met externe stakeholders konden onze medewerkers discussiëren over stellingen die verband hielden met de acht thema’s. Dat gebeurde via een reizende tentoonstelling van acht confrontatieobjecten in de vorm van een enorme kist. Deze rouleerden in een periode van acht weken over de stoepen van de grootste vestigingen. In deze objecten konden medewerkers stemmen op stellingen over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van Alliander.
3.4.2
Ondersteuning aan gemeenten bij energiebesparing openbare verlichting
Een aantal gemeenten in Nederland wil gezamenlijk het goede voorbeeld geven door uitdagende duurzaamheidsdoelstellingen voor openbare verlichting te realiseren. Met dat doel voor ogen hebben zij zich verenigd in de Taskforce Openbare Verlichting. Liandyn participeert in deze Taskforce, die advies uitbrengt aan minister Cramer. Andere deelnemers zijn de gemeente Apeldoorn, SenterNovem, de provincie Utrecht en Philips. De Taskforce ontwikkelde de koplopersaanpak naar het principe ‘goed voorbeeld doet goed volgen’.
Liandyn neemt deel aan de Taskforce om de onderwerpen openbare ruimte en licht op de politieke agenda te krijgen. Licht raakt diverse thema’s binnen de openbare ruimte, zoals duurzaamheid, veiligheid, lichthinder en leefbaarheid. Liandyn draagt bij aan de taskforce door het aangeven van het energiebesparingspotentieel. De koplopersgemeenten hebben onder meer de volgende uitdagende duurzaamheidsdoelstellingen geformuleerd: -
In 2010 worden er geen hoogdrukkwikdamplampen meer verkocht in Nederland.
-
Het realiseren van energiebesparing in openbare verlichting ten opzichte van 2007: 15% in 2011, 20% in 2013 en 30% in 2020.
Liandyn organiseerde in 2008 samen met de gemeente Apeldoorn een Masterclass Licht op Openbare Ruimte voor medewerkers van gemeenten en provincies. Het doel was te inspireren en laten zien hoe een koploper als Apeldoorn invulling geeft aan een integraal beleid op het gebied van openbare verlichting. De genodigden gingen op ‘lichtexcursie’ door de openbare ruimte van Apeldoorn. Door de bezichtiging van de LED-proeftuin in Apeldoorn kregen zij inzicht in beleid, innovaties (zoals dimmen en LED) en lichtarchitectuur.
3.4.3
Inpassen in beschermd stadsgezicht
In Amsterdam werkte Liander nauw samen met architecten van de gemeente om een oplossing te vinden voor het vervangen van de oude ijzeren peperbussen (straatmeubilair als huls voor transformators), die aan het einde van hun levensduur waren. De vervanging van de transformators werd bemoeilijkt doordat de binnenstad van Amsterdam een beschermd stadsgezicht heeft. Samen met de architecten zochten wij naar een oplossing die wordt geaccepteerd in de binnenstad en toch voldoet aan onze technische eisen.
29
De peperbus is een vast herkenningspunt voor de grachtengordel van Amsterdam. Een nieuw ontworpen peperbus is geplaatst die weer veertig jaar meekan.
3.4.4
Foundation
Alliander stimuleert medewerkers om vrijwilligerswerk te doen voor projecten in hun directe omgeving. Dat gebeurt via de Foundation. Vrijwilligerswerk is geen verplichting, maar een persoonlijke keuze. Het initiatief ligt altijd bij de medewerkers zelf. Het is onze overtuiging dat medewerkers een persoonlijke groei doormaken wanneer zij zich belangeloos inzetten voor een ander. Daardoor zullen zij ook in hun dagelijkse werkzaamheden meer maatschappelijke betrokkenheid tonen. De Foundation brengt vraag en aanbod van vrijwilligerswerk bij elkaar. Medewerkers dragen zelf een goed doel voor waarvoor zij vrijwilligerswerk willen doen. Een goed doel kan de Foundation niet benaderen voor financiële steun, maar wel met de vraag naar vrijwilligers. De Foundation gaat dan in het bedrijf op zoek naar medewerkers die zich willen inzetten voor dit doel. De Foundation organiseert laagdrempelige vrijwilligersactiviteiten waar iedereen aan mee kan doen. Zo zijn vrijwilligers van Alliander in 2008 naar de dierentuin geweest met ouderen, naar de film met mensen met een beperking, hebben ze gekookt met bewoners van een verpleeghuis en gingen zij naar een concert met autistische kinderen. De medewerkers doen het vrijwilligerswerk in hun eigen tijd. 3.4.5
Verbeteren van de veiligheid door openbare verlichting in Ghana
In Ghana pleegt men weinig tot geen onderhoud aan de openbare verlichting. Dat levert ’s nachts gevaar op voor de verkeers- en sociale veiligheid. Daarom werkt Liandyn sinds november 2008 mee aan een project van Philips Lighting om openbare verlichting in Ghana te plaatsen. Onze taak is een aanpak te bieden voor het onderhoud voor de lange termijn. Liandyn levert een onderhoudsfilosofie, onderhoudssoftware en trainingen in Ghana en Nederland. De hoeveelheid openbare verlichting in de twee grootste steden, Accra en Kumasi, zal door het project grofweg verdubbelen. Het project wordt gefinancierd door het ministerie van Economische Zaken in Nederland en het ministerie van Energie in Ghana. De verwachting is dat de opdracht voor Liandyn in augustus 2009 is afgerond.
3.5 Ketenverantwoordelijkheid Alliander wil niet alleen zelf maatschappelijk verantwoord ondernemen. Wij verwachten dat ook van onze toeleveranciers. Goederen en diensten die Alliander inkoopt moeten zowel tijdens productie en gebruik als in de afvalfase duurzaam zijn. In toenemende mate stelt Alliander eisen aan toeleveranciers door middel van afspraken en protocollen. Zo hanteren wij ondernemingsprincipes en werken wij aan de introductie van een supplier code of conduct, ofwel leveranciersgedragscode, waarin is vastgelegd op welke wijze wij zaken willen doen. In 2008 zijn wij begonnen met bepaalde categorieën ‘groen’ in te kopen en een tiental leveranciers heeft de leveranciersgedragscode ondertekend.
30
In de gedragscode staan voorwaarden die betrekking hebben op mensenrechten, arbeidsomstandigheden, integriteit, ketenmanagement en transparantie en toepassing van internationale richtlijnen en verdragen die zijn geformuleerd door de International Labour Organisation (ILO) en de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD). Vanaf 2009 is de gedragscode een vast onderdeel van ieder contract dat wij afsluiten met een toeleverancier. Bij twijfel voeren wij een audit uit. Als een toeleverancier zich niet aan de gedragscode houdt, nemen wij zo snel mogelijk afscheid van hem.
Wij proberen leveranciers ertoe te bewegen via technologische en andere innovaties duurzamer te worden. Daar waar de markt nog niet groot genoeg is om bepaalde initiatieven van de grond te krijgen, zoeken wij samenwerking met andere bedrijven. Zo stimuleren wij leveranciers om hun kennis in te zetten om het gas SF6 niet of zo veilig mogelijk toe te passen in schakelapparatuur. Waar mogelijk kiezen wij een leverancier op grond van onderscheidend op maatschappelijk gebied. Een voorbeeld is Valid Express, een koeriersdienst die uitsluitend mensen met een beperking in dienst heeft.
31
4
Mens en Organisatie
Bij Alliander werken ruim 5.700 mensen, waarvan een groot deel in technische functies. In hun werk gaan zij dagelijks om met elektriciteit en gas en dat vereist uiterste zorgvuldigheid. Daarom hebben zij specifieke kennis nodig om hun werk veilig en goed te kunnen doen. Deze kennis moeten zij hun hele werkzame leven up-to-date houden. Intern verzorgen wij daartoe nationaal erkende en gecertificeerde opleidingen. Alliander probeert daarnaast in allerlei projecten om jongeren vanaf jonge leeftijd de liefde voor techniek in het algemeen en de energiesector in het bijzonder bij te brengen. Alliander over…
Mens en organisatie Voor de medewerkers was de organisatorische splitsing in juli 2008 een belangrijke verandering. Twee groepen kregen het meest te maken met veranderingen. Voor de mensen die al langere tijd bij Nuon werkten betekende de splitsing een afscheid van het vertrouwde, traditionele energiebedrijf. Maar ook voor medewerkers van de stafafdelingen was de impact van de splitsing aanzienlijk. Zij moesten in veel gevallen de keuze maken voor het productie- en leveringsbedrijf of voor het netwerkbedrijf. Sommigen konden daardoor een nieuwe stap maken in hun loopbaan. De splitsing heeft niet geleid tot gedwongen ontslagen en bij Alliander tot meer vacatures.
Het aantal technische medewerkers en hun kennis is een aandachtspunt voor de komende jaren. De instroom van gekwalificeerde mensen is onvoldoende groot om de ongeveer honderd medewerkers, die per jaar uitstromen, te compenseren.
Om de instroom van jonge, gekwalificeerde technici in de toekomst veilig te stellen brengen wij de jeugd al op jonge leeftijd op een plezierige en verantwoorde manier in aanraking met techniek. Dat doen wij samen met de hele technische sector. Of iemand uiteindelijk bij ons of bij een ander technisch bedrijf gaat werken, maakt niet zoveel uit, zolang de hele sector ervan profiteert.
Werken in de energiesector betekent levenslang leren. Alliander heeft daarvoor een eigen Technische Bedrijfsopleiding, die toonaangevend is in het geven van veiligheidsopleidingen en certificering van zowel interne als externe partijen. Veiligheid is een essentieel aspect van onze werkzaamheden. Wij instrueren en leiden onze medewerkers op om de veiligheid van hen en anderen te garanderen. De maatregelen die in 2006 en 2007 zijn genomen, hebben in 2008 geresulteerd in nagenoeg een halvering van het aantal ongevallen met verzuim.
32
Een kleine duizend monteurs en buitendienstmedewerkers komen bij de klant aan huis. Daar wordt de maatschappelijke betrokkenheid van onze organisatie tastbaar. Mensen helpen die, om welke reden dan ook, niet in staat zijn bepaalde zaken als het indraaien van een spaarlamp zelf te kunnen doen, getuigt daarvan. Monteurs signaleren soms sociale problemen. Daartoe hebben wij met dertien GGD’s in ons land een overeenkomst gesloten, waardoor wij zonder de Wet Bescherming Persoonsgegevens te overtreden, hulpverleningsinstanties hierover mogen informeren.
De economische recessie heeft grote gevolgen voor grote groepen werknemers in de maatschappij. In 2008 was de impact hiervan op onze organisatie zeer gering, aangezien energie behoort tot de primaire levensbehoeften.
4.1 Ontvlechting van Nuon De wijze waarop de medewerkers zijn verdeeld over Nuon Energy en Alliander is in februari 2008 goedgekeurd door de centrale ondernemingsraad. De blauwdrukken van beide organisaties waren inmiddels door de beoogde leidinggevenden afgerond. Alle medewerkers zijn persoonlijk door hun leidinggevenden geïnformeerd over plaatsing in een van de nieuwe bedrijven. Van meet af aan is het uitgangspunt geweest om arbeidsplaatsen te behouden voor onze medewerkers. Iedere medewerker is zoveel mogelijk geplaatst volgens het principe ‘mens volgt werk’. Slechts in een beperkt aantal gevallen gold een selectieprocedure, bijvoorbeeld daar waar nieuwe of gewijzigde functies ontstonden. Iedere medewerker wist voor 1 juli 2008 waar hij/zij geplaatst werd. Er was geen sprake van boventalligheid, voor circa tien medewerkers moest individueel een oplossing worden gezocht. Die kon in korte tijd worden gevonden.
Overstappen van Alliander naar Nuon Energy of omgekeerd Om medewerkers de tijd te geven een gefundeerde keuze te maken voor het netwerkbedrijf of het productie- en leveringsbedrijf, is besloten dat zij tot de datum van de juridische splitsing als interne kandidaat kunnen solliciteren bij Nuon Energy en omgekeerd. Op deze wijze kunnen medewerkers gemakkelijk overstappen met behoud van al hun opgebouwde rechten.
Telewerken om lange reistijden te beperken Om de balans werk en privé in evenwicht te houden, heeft Alliander voor medewerkers die door de splitsing meer reistijd kregen naar een oplossing gezocht. Daar waar mogelijk zijn medewerkers één of meer dagen per week gaan telewerken. Hierdoor sneed het mes aan twee kanten: goed voor de medewerker én voor het milieu.
33
4.1.1
Medezeggenschap via de ondernemingsraad
In 2008 werd de medezeggenschapsagenda beheerst door de splitsing. Om het splitsingsproces goed te kunnen volgen en erover te adviseren, heeft de centrale ondernemingsraad zich in twee sub-groepen gesplitst: één voor het netwerkbedrijf en één voor het productie- en leveringsbedrijf. De sub-groep netwerkbedrijf heeft met de ondernemingsraden die er al waren als het ware een nieuwe ondernemingsraad gevormd. Deze heeft in de eerste fase vooral geadviseerd over de bedrijfsonderdelen en de vorming ervan. Met de leidinggevenden is gesproken over hoe men de nieuwe organisatie wil vormgeven. Op deze wijze heeft de ondernemingsraad direct invloed kunnen uitoefenen op deze plannen en is de raad betrokken geweest bij de bemensing.
Vernieuwingen Na de splitsing in juli 2008 heeft de medezeggenschap een nieuwe start gemaakt. Uit een interne analyse bleek dat veel ondernemingsraden een teruglopende belangstelling kennen, vooral bij jongeren en vrouwen. Er is gekozen voor een nieuwe werkvorm met twee ondernemingsraden: één voor Liander en één voor de rest van het bedrijf. Uit beide is een overkoepelend platform van vijftien leden samengesteld.
Ook de verkiezingen voor de medezeggenschap zijn in 2008 vernieuwd. Voorheen kon men op lijsten stemmen, sinds afgelopen jaar voor het eerst op personen. Een mooi resultaat is dat er door de verkiezingen in de medezeggenschap werkgroepen verjonging is opgetreden en dat het aantal vrouwen is toegenomen.
4.2
Onze medewerkers
Ultimo 2008 was de verdeling van de mensen bij Alliander over de provincies als volgt:
34
Werkgelegenheid per provincie 1 2% 3% 5% 6%
48%
35%
Gelderland
Noord-Holland
Friesland
Zuid-Holland
Utrecht
Overig
1 medewerkers op basis van standplaats exclusief inhuur, per 31 december 2008 voor medewerkers wiens standplaats het huisadres is, is de woonplaats leidend
De verdeling van medewerkers naar type arbeidsovereenkomst is als volgt:
Medewerkers: naar type arbeidsovereenkomst 1
21% 5%
74%
Onbepaalde tijd
Bepaalde tijd
Inhuur
1 Gebaseerd op totaal aantal medewerkers per 31 december 2008
35
4.2.1
Samenstelling personeelsbestand
Vergrijzing Jaarlijks verlaten circa vijfenzeventig medewerkers onze organisatie vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde of vroegpensioenleeftijd. Daarmee verdwijnt veel kennis en ervaring uit onze organisatie. Alliander voert een actief beleid om dit op te vangen. Ervaren medewerkers hebben onze onderneming veel te bieden. Alliander wil dat zij hun kennis en kunde op peil houden door gerichte opleiding en training aan te bieden. Het is belangrijk dat de ervaring en kennis van oudere medewerkersgoed wordt benut. Vanaf de leeftijd van vijftig jaar brengen wij in functioneringsgesprekken onderwerpen als werkbelasting en loopbaanontwikkeling actief aan de orde. Zo wil Alliander ervoor zorgen dat deze medewerkers ook blijvend plezier hebben in hun werk.
Diversiteit in leeftijd
3% 22%
17%
22% 36%
< 25
26-35
36-45
46-55
> 55
1 verdeling op basis aantal medewerkers exclusief inhuurkrachten naar leeftijdsgroep per 31 december 2008
Participatie Alliander voert een beleid om medewerkers met gezondheidsklachten zo lang mogelijk te laten participeren. Waar mogelijk proberen wij te voorkomen dat arbeidsgehandicapten moeten instromen in de WIA (Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) of WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten). Als onderdeel van het project ‘maatschappij op de stoep’ gingen wij in 2008 in dialoog met de Reuma Patiëntenbond en UWV.
36
Diversiteit Bij externe werving houden wij rekening met de wens om tot een meer pluriform personeelsbestand te komen. In technische functies hebben wij nog weinig vrouwen in dienst. De fysieke belasting en werktijden vormen een struikelblok voor vrouwen om hierin aan de slag te gaan. Reparaties aan het leidingennet kunnen 24 uur per dag, 365 dagen per jaar voorkomen in weer en wind.
Van de 4.556 eigen medewerkers is 761 vrouw, zij zijn vooral werkzaam in HRM-, administratieve en communicatiefuncties. Ook op managementniveau willen wij meer vrouwen aantrekken. Om dit streven kracht bij te zetten, hebben wij een nieuw vrouwennetwerk opgezet. Dit netwerk richt zich op thema’s als diversiteit in organisaties, doorstroom, kennismaking en netwerken tussen vrouwelijke medewerkers.
Diversiteit naar geslacht
17%
83%
Man
Vrouw
1 Betreft medewerkers met arbeidsovereenkomst bepaalde/onbepaalde tijd per 31 december 2008
37
Diversiteit management naar geslacht
13%
87%
Man
Vrouw
1 gedefinieerd als: medewerkers met een arbeidsovereenkomst en een leidinggevende functie met een salarisniveau van schaal 10 of hoger, CAO bedrijfsprotocol Alliander
4.2.2
Werken bij Alliander
Vertrouwenspersonen Wie zich onheus bejegend voelt door een collega, moet terecht kunnen bij een vertrouwenspersoon. Het doel is altijd om het probleem op te lossen door met elkaar in gesprek te gaan. Als gevolg van de splitsing tussen het productie- en leveringsbedrijf en het netwerkbedrijf is in 2008 een wijziging aangebracht in de bestaande groep vertrouwenspersonen. Elke bedrijfslocatie van voldoende omvang heeft een mannelijke en/of vrouwelijke vertrouwenspersoon.
Klachtencommissie In 2008 is er één klacht ingediend bij de klachtencommissie die betrekking had op ongewenste omgangsvormen. Deze is in behandeling genomen en gegrond bevonden. Naar aanleiding van de klacht zijn disciplinaire maatregelen getroffen.
Klokkenluidersregeling In 2008 is geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om misstanden of vermeende misstanden in de onderneming op een centraal punt te melden.
38
Betrokkenheid en werkbeleving Alliander heeft over 2008 de betrokkenheid en werkbeleving van haar medewerkers onderzocht, dit kreeg het cijfer 8,1.
Gezondheid Door maatregelen die in 2006 en 2007 zijn ingezet om de veiligheid te verbeteren, is het aantal ongevallen met verzuim nagenoeg gehalveerd. Het ziekteverzuim is met 4,1% beduidend beter dan het landelijk gemiddelde van 4,7% voor de sector Nijverheid en energievoorziening.
In 2008 is gestart met een groot medisch onderzoek voor 679 technische medewerkers. Dit combineert het Periodiek Medisch Onderzoek (PMO) met het Gericht Periodiek Onderzoek (GPO). Het onderzoek zal naar verwachting eind 2009 afgerond zijn.
Gemiddeld ziekteverzuim 4.1%
1
27% 46%
27%
Lang (>42 dgn)
Middellang (8-42 dgn)
Kort (1-7 dgn)
1 Betreft voortschrijdend gemiddeld ziekteverzuimcijfer, opgebouwd uit de categorieën lang, middellang en kort.
\
Gedragscode Wat doe je wanneer je ziet dat een collega niet veilig werkt? Of je ziet dat een kamergenoot meer tijd aan internet besteedt dan aan zijn werk? Dergelijke onderwerpen komen aan bod in de Gedragscode. Deze schrijft voor hoe medewerkers van Alliander zich in het algemeen horen te gedragen. Er wordt van iedere Alliander-medewerker verwacht dat hij of zij deze gedragsregels naleeft en, indien nodig, collega´s helpt bij het maken van afwegingen en aanspreekt op naleving. De Gedragscode vormt een belangrijk onderdeel van onze Corporate Governance structuur. Aan bod komen zaken als integriteit, veiligheid en respectvol omgaan met klant, omgeving, collega’s, bedrijfseigendommen en zakelijke belangen. Heldere, gedeelde waarden en normen bevorderen een goede en open werksfeer. 39
Mobility Mixx Alliander bevordert alternatieve vervoerkeuzes in woon-werk- en dienstverkeer. Voor woon-werkverkeer kunnen medewerkers tegen zeer gunstige voorwaarden van het openbaar vervoer gebruikmaken. Voor dienstreizen is per afdeling een Mobility Mixx-arrangement beschikbaar. Daarnaast zijn bij de grote vestigingen dienstfietsen en hybride poolauto's beschikbaar.
4.3 Opleidingen en arbeidsmarkt Wij besteden 3% van onze loonkosten aan opleidingen. Dat maakt het interessant om bij ons te komen werken: medewerkers krijgen alle kansen om zich te ontplooien.
Alliander werkt actief aan voldoende kwantitatieve en kwalitatieve instroom van medewerkers. Daarom ontplooien wij veel initiatieven om techniek in het algemeen en de energiesector in het bijzonder te promoten. Er zijn technici nodig van alle niveaus: vmbo, mbo, hbo en universiteit. Voor monteurswerk zoeken wij vooral vmbo’ers en mbo’ers. Inmiddels nemen wij ook 16- en 17-jarigen in dienst die bij ons intern een opleiding volgen. Pas vanaf 18 jaar mogen ze echt aan het werk. Wanneer wij niet direct een plaats hebben binnen onze eigen organisatie, laten wij medewerkers in sommige gevallen op onze kosten een paar jaar ervaring opdoen bij een aannemer.
Alle medewerkers in dienst van Alliander, of die in onze opdracht werken en omgaan met gas- en elektriciteitsaansluitingen, moeten gedurende hun arbeidzame leven hun kennis op peil houden om de veiligheid te kunnen blijven garanderen. Zij hebben een veiligheidspaspoort, waarin staat welke cursussen en opleidingen gevolgd zijn en of deze nog up-to-date zijn. Zo zorgen wij voor de juiste opleiding op het juiste moment.
4.3.1
Interesse voor techniek stimuleren via het Vakcollege
Het Vakcollege wil de trots op vakmanschap vergroten en jongeren op het vmbo bekend maken met vakken als monteur laagspanningsnetten. Daarom sponsort Alliander het Vakcollege. De komende drie jaar zullen wij door praktijkbijdragen de interesse voor techniek stimuleren. Het Vakcollege is de nieuwe en verbeterde beroepsopleiding voor technisch talent op dertien vmbo-scholen. Het Vakcollege voorziet in informatie over technische vakrichtingen, stages ,bezoeken aan en samenwerking met de regionale bedrijven rondom de vmbo-scholen. Hierdoor krijgt vakmanschap een betere uitstraling, kunnen leerlingen een beter gefundeerde keuze maken en is er een goede aansluiting op de Beroep Begeleidende Leerweg (BBL).
40
4.3.2
Competentiegericht Leren in Bedrijven in de Energiesector
Een ander initiatief om techniek in het algemeen en de energiesector in het bijzonder te promoten is Competentiegericht Leren in Bedrijven in de Energiesector (CLIB-E). CLIB-E is een landelijk samenwerkingsproject tussen energiebedrijven en ROC’s. De bedoeling is om leerlingen via praktijkopdrachten vanaf het eerste leerjaar bekend te maken met techniek en hen op te leiden tot competente medewerkers voor de energiesector.
CLIB-E was een vier jaar durend project en is in 2008 afgerond. In die periode hebben bijna tweehonderd leerlingen stage gelopen of praktijkopdrachten uitgevoerd bij Alliander. Inmiddels zijn er sinds 2007 dertien leerlingen ingestroomd op een reguliere plek. Na afronding van het project heeft Alliander ervoor gekozen om de samenwerking met een aantal ROC’s voort te zetten via convenanten en uitvoeringsplannen. Deze bevatten afspraken over het aantal stagiairs, de stagebegeleiding, gastlessen, docentenstages en gezamenlijke promotieactiviteiten.
4.3.3
Stagiaires via ROC Op Maat
Een groot aantal leerlingen dreigt om allerlei redenen het onderwijs vroegtijdig te verlaten. Speciaal voor hen is er de ROC Op Maat-opleiding, onderdeel van het ROC van Amsterdam. Hier krijgen zij de kans om binnen een jaar een mbo-diploma ArbeidsmarktgeKwalificeerd Assistent (AKA) te halen. Daarbij ligt de nadruk op het ontwikkelen van sociale en persoonlijke vaardigheden en op het leren functioneren in een beroepsomgeving. Alliander werkt samen met dit ROC. In 2008 is samenwerking gezocht met het Novacollege en het Regiocollege Zaanstreek om het project uit te breiden.
In 2008 verzorgde een aantal medewerkers van Alliander sollicitatietrainingen voor vmbo-klassen. Onze medewerkers waren enthousiast over het leereffect op de scholieren.
4.4.4
Op weg naar werk met step2work
Alliander wil eraan bijdragen dat mensen die de verbinding met de arbeidsmarkt niet hebben kunnen maken of hebben verloren, betere kansen krijgen op werk en dus op economische zelfstandigheid. Het kan dan gaan om jonge werkzoekenden of langdurig werklozen boven de dertig jaar. Ook begon in 2008 een aantal jonggehandicapten die een Wajong-uitkering ontvangen aan een traject bij step2work. Met step2work bieden wij deelnemers een landelijk erkende vakopleiding en relevante werkervaring. De doelstelling van step2work is dat 60% van de deelnemers een jaar na het verlaten van de werkervaringsplaats een regulier betaald arbeidscontract heeft. Van de deelnemers die het traject bij Alliander step2work voltooiden heeft 77% een baan gevonden.
Tussen augustus 2006 en 1 januari 2009 zijn 112 leerlingen gestart in het voorschakeltraject. Met 96 leerlingen sloten wij een leerwerkovereenkomst.
41
De step2workdag Tientallen praktijkbegeleiders, mentoren en teamleiders zijn direct betrokken bij de ontwikkeling van de deelnemers en namen deel aan specifieke trainingen gericht op coachen en motiveren. In 2007 en in 2008 ontvingen alle deelnemers, praktijkbegeleiders en mentoren een training gedragsverandering van motivatie- en gedragsveranderingcoach Ben Tiggelaar volgens zijn model ‘dromen-durven-doen’.
Interesse uit bedrijfsleven en overheid Regionaal en landelijk bestaat er belangstelling voor het project step2work. Er vindt kennisuitwisseling plaats met zusterprojecten bij Nuon Energy, Schiphol en de NS. Een delegatie van de vaste Kamercommissie Onderwijs kwam in maart 2008 op werkbezoek. Step2work was een van de drie genomineerde initiatieven voor het Johan Stekelenburg Compliment van de Start Foundation, een prijs voor aansprekende initiatieven op het gebied van arbeidsparticipatie.
4.3.5
Praktijkopdrachten over duurzame energiewinning
In de toekomst zal ons energienet geschikt moeten zijn voor verschillende vormen van duurzame energiewinning. Ook onze toekomstige medewerkers moeten daarin thuis zijn. Daarom investeren wij de komende twee jaar in de New Energy Academy (NEA). De NEA is een samenwerkingsverband tussen onderwijsinstellingen, overheid en bedrijfsleven – waaronder ook Shell, Philips en Corus – voor innovatieve onderwijsprojecten in de technische sector in Amsterdam en omgeving. Wij laten heterogene teams van hbo-, mbo-, en vmbo-studenten opdrachten van bedrijven uitvoeren die om innovatieve oplossingen vragen. Alliander verleent hiervoor leerwerkopdrachten biedt deskundige ondersteuning. Hoewel het niet de primaire doelstelling is, hoopt Alliander dat het project uitstraling heeft naar mogelijk toekomstige werknemers met een vanzelfsprekende gedrevenheid voor het vinden van duurzame oplossingen.
4.3.6
Alliander Vaktechnische bedrijfsopleidingen
Werken met laag-, midden- en hoogspanning vergt specialistische kennis om de veiligheid van medewerkers en omgeving te kunnen garanderen. Daarvoor hebben wij de Alliander Vaktechnische bedrijfsopleidingen. Dit interne opleidingsinstituut is toonaangevend voor de veiligheidsopleidingen en certificering van interne én externe partijen. Ook medewerkers van aannemers moeten opleidingen bij dit instituut volgen, willen zij aan onze energienetten kunnen werken.
Op vier vestigingen in Nederland verzorgt Alliander Vaktechnische bedrijfsopleidingen instructies en toetsen voor onder meer de Bedrijfsvoering Elektrische Installaties (BEI), de Veiligheidsinstructies
42
Aardgas (VIAG), het Veiligheidsvoorschrift Warmte (VEWA) en verzorgt zij basiscursussen voor niettechnisch personeel. Van onze medewerkers volgden in 2008 202 personen een technische opleiding bij ROC’s in het verzorgingsgebied. Specifieke aanvullende kennis over het energienet doen zij op bij Alliander Vaktechnische bedrijfsopleidingen.
4.3.7
Alliander College
Alliander College is het kenniscentrum waar wij de opleidingsvraag van medewerkers omzetten in een opleidingsadvies en koppelen aan een opleidingsinstituut en/of persoonlijk begeleider. Bij het samenstellen van het opleidingenpakket van Alliander College zijn de competenties die nodig zijn bij Alliander het uitgangspunt. Het opleidingenpakket kent zo’n zeventig leergangen, trainingen en workshops, verdeeld over een aantal categorieën.
4.4
Interne veiligheid
Werken aan de gas- en elektriciteitsinfrastructuur vereist zorgvuldigheid. Het is belangrijk om veiligheid continu onder de aandacht van alle betrokken medewerkers te brengen en te houden. Daarom is het een speerpunt van ons beleid. Via verschillende activiteiten vragen wij steeds weer aandacht voor veiligheid. Een veiligheidsdag voor alle uitvoerende medewerkers, campagnes voor incidenten die vaker voorkomen en cursussen ‘Werken in verontreinigde grond’ zijn voorbeelden hiervan. De focus van het veiligheidsbeleid van Alliander is in de afgelopen jaren steeds meer gericht op preventie en vergroting van het veiligheidsbewustzijn van medewerkers. Het ingezette beleid zullen wij de komende jaren voortzetten.
Geregistreerde (bijna-)ongevallen 2008 500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0
15 44
376 6 11
Eigen medewerkers Alliander Bijna-ongevallen
100
6 9 93
Inhuur
Overige derden
Ongevallen zonder verzuim
Ongevallen met verzuim tot gevolg 43
Lost Time Injury Frequency (LTIF) De steeds terugkerende aandacht voor het onderwerp veiligheid blijkt een goede aanpak. Dit beleid heeft geleid tot een substantiële verlaging van de zogeheten LTIF, het aantal verzuimongevallen per miljoen gewerkte uren. Voor 2008 komt de LTIF voor Alliander als geheel op 2,1. Als wij de samenstelling van de huidige organisatie projecteren op 2007, levert dat voor 2007 een Alliander-LTIF van 3,8 op en voor 2006 een Alliander-LTIF van 3,9. De cijfers laten voor 2008 een duidelijke verbetering zien. Door de verschillen in organisatiestructuren met onze collega’s in de branche is een objectieve vergelijking niet mogelijk.
Regelgeving voor veiligheid De energiebedrijven hebben een landelijke persoonscertificering voor de Bedrijfsvoering Elektrische Installaties (BEI) en de Veiligheidsinstructies Aardgas (VIAG) ontwikkeld. Voor het product gas zal deze naar verwachting medio 2009 klaar zijn voor gebruik. Daarmee vervallen de verschillende toetsingen en certificeringsstructuren van de diverse energiebedrijven. Deze ontwikkelingen moeten leiden tot een transparante en eenduidige regelgeving voor veiligheid.
Ontwikkeling kraanblaas Alliander heeft een speciale kraanblaas laten ontwikkelen. Met dit gereedschap wordt de veiligheid gewaarborgd bij het verwisselen van gashoofdkranen waarbij de aansluitleiding in de grond niet is afgesloten. Met name bij stedelijke hoogbouw met stijgleidingen was dit zeer wenselijk. Zonder speciaal gereedschap kwamen meer klanten zonder gas te zitten
4.5 Milieuverantwoorde bedrijfsvoering Een milieuverantwoorde bedrijfsvoering is speerpunt van ons MVO-beleid. Doordat wij kiezen voor een duurzame aanpak, maken wij onze voetafdruk op korte én langere termijn minder groot. De voetafdruk is het beslag op grondstoffen en energie die wij als persoon of bedrijf leggen op onze natuurlijke omgeving.
Ambitie Onze ambitie is om voor onze bedrijfsvoering meer gebruik te maken van duurzame bronnen zoals wind en zonne-energie en duurzame materialen. Zo verminderen wij de inzet van energie en grondstoffen die niet vernieuwbaar zijn. Onze tweede opdracht is om door goed milieumanagement zo min mogelijk schade te berokkenen aan het milieu. Daarvoor voldoen wij aan erkende normen en leven wij wet- en regelgeving na.
44
Onze ambitie komt tot uitdrukking in de volgende thema’s: -
Bij inkoop en investeringen houden wij ons aan milieucriteria.
-
Wij beperken onze CO2-voetafdruk. Daarvoor zetten wij programma’s op voor schoon energiegebruik, wij beperken en compenseren emissies door net- en lekverliezen uit de infrastructuur en maken bewuste keuzes bij mobiliteit en transport.
-
Wij zorgen voor een goede afvalzorg in al onze processen.
-
Wij onderzoeken de eventuele aanwezigheid van polychloorbifenyl (PCB’s) in bedrijfsmiddelen en zorgen voor verwijdering ervan.
-
Ons beleid is erop gericht om de biodiversiteit, ofwel het leven in alle mogelijke soorten en vormen, zoveel mogelijk te handhaven. Bij de aanleg van elektriciteits- en gasinfrastructuur door natuurgebieden houden wij rekening met de uitkomsten van studies en milieueffectrapportages om zo verantwoorde keuzes te kunnen maken.
4.5.1Afvalzorg Een belangrijke doelstelling van Alliander is om de hoeveelheid bedrijfsafval zo klein mogelijk te houden. Recyclebare delen van het afval zamelen wij in en voeren wij af naar externe verwerkers. Dat zorgt niet alleen voor minder afval, maar ook voor meer opbrengsten, doordat wij geld kunnen vragen voor recyclebare restmaterialen. Naast recyclebaar bedrijfsafval produceren wij ook gevaarlijk afval en restafval. Voor het afvalstoffenmanagement sluiten wij contracten af met afvaltransporteurs en verwerkers. Bij de selectie van bedrijven maken wij gebruik van een checklist voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Aan onze medewerkers stellen wij de eis dat zij het afval goed gescheiden aanleveren. Regelmatig organiseren wij voorlichtingssessies en workshops om medewerkers aan te sporen tot een goed afvalstoffen- en dus goed milieumanagement.
Afvalstromen 2008 in ton afval
Categorie Kantoorafval 1
subtotaal Bedrijfsafval
subtotaal Gevaarlijk afval subtotaal Totaal
Papier & karton Klein gevaarlijk Overig
ton 188 3 535
Totaal
726 Papier & karton Metalen Hout Kunststoffen Grond Overig
270 3.271 175 204 667 3.428 8.015
Divers afval
599 599 9.340
1 Volume kantoorafval is op basis van verdeling met Nuon Energy. Verdelingsprincipe per vermelde afvalstof is gebaseerd op verdeling naar rato Alliander medewerkers per standplaats.
45
4.5.2
Vervanging van transformatoren die zijn verontreinigd met PCB
Poly Chloor Bifenylen (PCB) is een giftige stof en was lange tijd een bestanddeel van bijvoorbeeld verf, inkt, lak, kit en lijm. Sinds 1985 is de productie en het gebruik van PCB’s streng verboden en moeten bedrijven vervuilde apparatuur saneren. Een aanzienlijk deel van de PCB's in Nederland bevond zich in transformatoren. In overleg met de energiebranche heeft het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM) besloten om over te gaan tot gefaseerde handhaving van de regelgeving. Liander heeft voldaan aan alle eisen van het ministerie van VROM. Alle vervuilde en verdachte transformatoren zijn vóór 1 januari 2004 vervangen. Alle overige transformatoren analyseren wij bij vervanging. Bij deze analyses treffen wij nog jaarlijks PCB’s aan. Wij zorgen voor een gecontroleerde afvoer van de olie en bieden deze aan afvalverwerkers aan die erkend zijn door de overheid
Milieuprestaties bedrijfsvoering netwerkspecifieke milieu-aspecten
Eenheid Transformatoren voorzien van olieopvangvoorziening Gietijzeren gasleidingen vervangen Oliedrukleidingen vervangen Vervangen PCB-verontreinigde transformatoren 2
1
2008
% km km #
100 83 4,9 46
2007 100 85 0 5
1 betreft transformatoren in waterwingebieden 2 In Nederland zijn door het ministerie van VROM alle transformatormerken op PCB's getest. Van 5 merken bleek minder dan 10% licht vervuild. Deze merken worden bij einde levensduur nogmaals getest en conform wetgeving afgevoerd. Liander heeft alle andere PCB houdende transformatoren gereinigd of verwijderd
4.5.3
Bodemsanering gasfabrieksterreinen
Het programma voor bodemsanering op de locaties van de voormalige gemeentelijke gasfabrieken begint zijn vruchten af te werpen. Tot voor enkele jaren geleden was Nuon nog voor een groot of klein gedeelte eigenaar of erfpachter van in totaal 28 terreinen in Gelderland, Noord-Holland en Zuid-Holland die in het verleden ernstig verontreinigd zijn geraakt door de productie van stadsgas door gemeentelijke gasbedrijven. Inmiddels zijn hiervan de nodige terreinen gesaneerd. Veel van de vroegere gasfabriekslocaties zijn nu nog (deels) in gebruik bij Alliander als kantoorlocatie of bij netbeheerder Liander als terrein voor gasontvangststation (GOS) voor de koppeling met het landelijke Gasunie-net.
Stadsgas werd vroeger gemaakt uit steenkool. Het geproduceerde gas werd vervolgens in een aantal stappen gezuiverd en opgeslagen in grote gashouders. Bij het proces kwamen veel bijproducten en
46
reststoffen vrij zoals teer, ammoniak, sintels, naftaleen en cyanideverbindingen. Hierdoor zijn de bodem en het grondwater op de gasfabrieksterreinen ernstig vervuild geraakt.
Vaak ontstaat bij bodemverontreiniging een juridisch steekspel tussen bedrijven en de overheid over aansprakelijkheid. Hierdoor kan de aanpak van de te saneren terreinen soms vele jaren vertraging oplopen. In dit geval is echter bewust gekozen voor een oplossingsgerichte aanpak door ministerie, de provincies en gemeenten op basis van financiële bijdragen van alle betrokken partijen, waaronder ons bedrijf.
De eerste sanering in deze constructie is gestart in 2003 bij de gemeente Purmerend. Sindsdien zijn de volgende bodemsaneringen afgerond. Op het voormalige Nuon-terrein in Velp (gemeente Rheden) staat nu een nieuwe woonwijk en ook de terreinen in Ede, Elburg, Hilversum, Krommenie, Purmerend, Putten en Zaandam zijn inmiddels gesaneerd. In Gelderland, Noord-Holland en Zuid-Holland zullen in de periode tot 2015 op deze manier al onze vervuilde gasfabriekslocaties aangepakt gaan worden. Vanaf 2003 tot ultimo 2008 heeft ons bedrijf € 23,8 miljoen bijgedragen aan de bodemsaneringen. Door de bodemsanering wordt deze milieuerfenis uit het verleden opgeruimd en worden de terreinen weer in hun oorspronkelijke waarde hersteld.
4.5.4
Incidenten
Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent ook dat alle afdelingen van Alliander zich moeten houden aan de milieuwet- en -regelgeving. Het aantal milieu-incidenten bij Alliander is dan ook één van de indicatoren voor het management van de betrokken afdelingen. Melden is verplicht. Ook als het milieuincident ogenschijnlijk klein is, bijvoorbeeld als er een kan olie omvalt. Als er namelijk meerdere meldingen van dergelijke kleine incidenten binnenkomen nemen wij structurele maatregelen. In 2008 hebben wij veel aandacht besteed aan milieu-incidenten die voorkomen tijdens werkzaamheden. In 2008 zijn bij het bevoegd gezag 13 milieu-incidenten gemeld.
Milieu-incidenten 2008 naar categorie
eenheid
Geregistreerde milieu-incidenten Opgeloste milieu-incidenten Meldingen bij bevoegd gezag Niet financiële sancties Niet financiële boetes Geldboetes
# % # # # €
2008 53 91 13 2 1 440
47
4.5.5
Organisatie
Milieumanagement is een verantwoordelijkheid van al onze bedrijfsonderdelen. Zij krijgen ondersteuning van gespecialiseerde stafdiensten voor veiligheid, gezondheid en milieu en kwaliteit. Bovendien is er een milieuhelpdesk en een afdeling Regulering en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Sinds 2006 is de Milieuhelpdesk van Liandon operationeel en toegankelijk voor alle Alliandermedewerkers met milieuvragen. De Milieuhelpdesk biedt laagdrempelige en adequate operationele ondersteuning. Verzoeken lopen uiteen van milieuondersteuning bij het werken in verontreinigde grond tot conflicten met bevoegd gezag en het uitvoeren van inventarisaties. De meeste vragen gingen over bodemverontreiniging en over vergunningen. Om de klantgerichtheid te vergroten hebben is een 24-uurs bereikbaarheid voor calamiteiten gerealiseerd.
48
5
Energietransitie en innovatie
Nederland moet zuiniger met energie omgaan en gebruik maken van schonere energie. Het Nederlandse doel is een duurzame energievoorziening in 2050. Dat houdt in dat energie schoon, voor iedereen betaalbaar en continu wordt geleverd. Overheden, bedrijfsleven en kennisinstituten werken daar gezamenlijk aan. Met deze ‘energietransitie’, zoals de overgang van energieopwekking uit fossiele brandstoffen naar een duurzame energievoorziening ook wel heet, zijn wij al volop bezig. Wij bereiden onze energienetten voor op nieuwe vormen van energiewinning, die fors in aandeel zullen groeien. Dat kunnen bijvoorbeeld zonnepanelen of windturbines zijn die op een groot aantal plekken in het netwerk energie leveren, terwijl wij gewend zijn aan een meer constante invoeding door een beperkt aantal elektriciteitscentrales. In dit hoofdstuk beschrijven wij welke innovatieve oplossingen wij ontwikkelen om de energietransitie mogelijk te maken. Alliander over…
Energietransitie en innovatie De transitie naar een meer duurzame energievoorziening is wereldwijd een grote opgave. Vanwege het broeikaseffect en het schaarser en duurder worden van fossiele brandstoffen moeten wij uitzien naar een schonere energievoorziening, die toch betaalbaar en betrouwbaar is. Nederland streeft naar een duurzame energievoorziening in 2050. Er zijn veel veranderingen nodig om de landelijke ambities op het gebied van duurzaamheid en CO2-besparing te realiseren. Het bereiken van deze doelstelling zal een aantal decennia duren; vandaar dat wij spreken van een transitie. Omdat Alliander een faciliterende en essentiële schakel is in de energievoorziening, bereiden wij ons proactief voor op alle ontwikkelingen. Wij richten ons vooral op het mogelijk maken van (decentrale) duurzame opwek, inzicht geven in verbruiken, invoeden van groengas en het bedenken van oplossingen voor het opladen van elektrisch vervoer.
Een belangrijk middel voor een duurzame energievoorziening is het gebruik van decentrale opwekking zoals warmtekrachtkoppeling (WKK), zonnepanelen en windturbines. WKK’s produceren warmte en elektriciteit. Veel tuinders gebruiken WKK’s in hun kassen en leveren elektriciteit terug aan het net. In de nabije toekomst komen er ook micro-WKK’s, zodat ook huishoudens bij het verwarmen van hun huis gelijktijdig elektriciteit produceren, niet alleen voor eigen gebruik maar ook voor anderen. Het elektriciteitsnet is van oorsprong gebouwd voor eenrichtingsverkeer van centrale naar gebruiker. Alle controles,metingen en veiligheid zijn daarop ingericht. Decentrale opwek zorgt voor tweerichtingsverkeer en een onvoorspelbaarder aanbod van elektriciteit doordat deze afhankelijk is van de wind, de zon en de buitentemperatuur.
49
Op ons gasnet is een vergelijkbare ontwikkeling gaande. Het produceren van biogas is in opkomst. Je kunt dit lokaal omzetten in elektriciteit of terugleveren aan ons gasnet. Daarvoor moet het gasnet het biogas kunnen opnemen en moet het gas van voldoende kwaliteit zijn.
Om het genoemde tweerichtingsverkeer te kunnen beheren is intelligent netbeheer, ook wel Smart Grids genoemd, noodzakelijk. Door het gebruik van sensoren en meters weten wij beter welke stromen en spanningen er door het net lopen, waardoor wij de betrouwbaarheid kunnen handhaven. Niet alleen de aanvoer van energie wordt minder voorspelbaar. Door de toename van warmtepompen en de opkomst van elektrisch vervoer wordt ook het verbruik anders, met meer piekbelasting in korte periodes. Een randvoorwaarde om de teruglevering goed te regelen is dat het ook financieel goed geregeld wordt.
Een belangrijk onderdeel van intelligent netbeheer is de Slimme Meter. Deze geeft afnemers meer zicht in hun elektriciteits- en gasverbruik, waardoor zij daar gemakkelijker op kunnen besparen. Het geeft de netbeheerder de mogelijkheid om zijn net beter en slimmer te beheren. De komende jaren verwachten wij vijf miljoen traditionele elektriciteits- en gasmeters voor kleinverbruik te vervangen door deze nieuwe generatie meters. Zo helpen wij de maatschappij om de doelstellingen met betrekking tot duurzaamheid te realiseren. De regelgeving voor Slimme Meters is nog in ontwikkeling.
Alliander wil graag een bijdrage leveren aan een duurzame energievoorziening. Wij blijven investeren in onderzoek en ontwikkelingen en streven hierbij naar samenwerking met andere netwerkbedrijven en partijen in onze omgeving. Op dit moment staan wij bekend als een van de meest innovatieve netwerkbedrijven van Nederland en ook daarbuiten. Op nationale en internationale conferenties worden wij regelmatig gevraagd vanwege onze innovatiekracht. Innovatie blijft ook de komende jaren speerpunt in het beleid van Alliander.
5.1
Energietransitie
Wij nemen actief deel aan een aantal onderzoeksprojecten in samenwerking met universiteiten, kennisinstituten, toeleveranciers en collega netbeheerders. Deze projecten worden vaak gesteund door subsidie vanuit de Nederlandse overheid (via SenterNovem) of door de Europese Unie.
Alliander was het afgelopen jaar actief betrokken bij landelijke discussies over de energietransitie doordat wij zitting hebben in een aantal werkgroepen, zoals de werkgroep Groen Gas en de werkgroep Decentrale Infrastructuren. Vanuit deze laatste werkgroep is het Actieplan Decentrale Infrastructuren opgeleverd en aangeboden aan de minister van Economische Zaken en aan Netbeheer Nederland. Hierin staat beschreven welke acties ingezet gaan worden om de energietransitie te faciliteren. Daarnaast is het Sectorakkoord Energie 2008-2020 ondertekend, waarbij vergelijkbare doelen en afspraken zijn benoemd als in het actieplan. Op Europees niveau is het Convenant Biogasinvoeding ondertekend.
50
Daarin is afgesproken dat wij in ons netwerk faciliteiten bieden voor het invoeden van biogas, onder voorwaarde dat het van voldoende kwaliteit is.
Ontwikkelingen in de consumentenmarkt De Europese Unie heeft zich tot doel gesteld dat in het jaar 2020 20% van de geleverde energie uit duurzame energie bestaat. Dat streven vertaalde zich in 2008 door naar nieuwe initiatieven en regelgeving. De duurzaamheidsambities zullen onder meer nieuwe vormen van bouwen tot gevolg hebben: duurzame woningen, met nog meer isolatie en andere oplossingen voor warmte en elektriciteit, zoals decentrale opwekking en warmtepompen. Ook voor vervoer worden andere oplossingen gezocht. Hybride auto’s winnen sterk aan populariteit. Alle toekomstscenario’s voorspellen een groter aandeel voor elektrisch vervoer, wat in de energieketen een grote stap vooruit zal gaan betekenen. De vraag naar elektriciteit zal door deze duurzaamheidsinitiatieven sterker groeien dan nu het geval is. De komende jaren zullen wij onze netten verder ontwikkelen om deze duurzame energievoorziening te faciliteren. Daarvoor zullen wij nauw samenwerken en afstemmen met de verschillende stakeholders op dit gebied.
5.1.1
Decentrale opwek
Decentrale opwek heeft wezenlijke invloed op de netten van Liander. De energietoevoer door de opwekkers is minder voorspelbaar. Ze zijn afhankelijk van het weer: zonnepanelen van de hoeveelheid zonuren; windturbines van de hoeveelheid wind en (micro-)WKK's van de buitentemperatuur. Daardoor krijgen wij te maken met onverwachte pieken en dalen in de energietoevoer. Toch zien wij decentrale opwek als een kans. Het past binnen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om deze opwekkers optimaal in te passen en te faciliteren. Daarom doen wij veel onderzoek en initiëren wij projecten om het exacte gedrag en de impact op onze netten te onderzoeken.
Bij het grootschalig toepassen van decentrale opwek kunnen de beschikbaarheid en de kwaliteit van de elektriciteit in het geding komen. Via proefopstellingen onderzoeken wij de effecten van het grootschalig toepassen op de betrouwbaarheid en stroom- en spanningskwaliteit en ontwikkelen wij mogelijkheden om bij te sturen. Eén proefopstelling staat in een vakantiepark in Zutphen. Hier lukte het in 2008 om het park volledig op zonne-energie te laten draaien, zelfs wanneer de zon niet scheen. Samen met Enexis en Stedin hebben wij een proefopstelling gemaakt bij Kiwa Gastec in Apeldoorn, om te testen welke invloed het gebruik van micro-WKK’s heeft op onze netten.
Facilitering windenergie Windturbines en windparken bevinden zich in het algemeen op windrijke locaties in ons land. Dit zijn vaak ook gebieden waar weinig mensen wonen. Dit betekent dat er van oudsher een relatief laaggedimensioneerd net aanwezig is. Deze netten hebben genoeg capaciteit voor de vraag in dit gebied, maar niet voor de inpassing van windenergie. Windturbines leveren al gauw een aantal megawatt op, waardoor ook behoorlijke zogeheten diepe netinvesteringen nodig zijn. 51
Dit zijn de investeringen die wij moeten doen om het openbare net te verzwaren. De afgelopen jaren heeft Liander hier enkele tientallen miljoenen in geïnvesteerd.
Ons voorzieningsgebied bevat een aantal windrijke gebieden, denk aan de kop van Noord-Holland, Friesland en met name Flevoland. Zo’n 60% van het opgesteld vermogen van windenergie in Nederland (op land) is aangesloten op ons net.
5.1.2
Warmtepompen
Ook warmtepompen zijn een voorbeeld van een energie-efficiënte toepassing. Een warmtepomp gebruikt de omgevingswarmte om een huis te verwarmen. Daarvoor is meestal elektriciteit nodig, wat zorgt voor extra vraag op ons net. Wij zien een ontwikkeling dat in nieuwbouwwijken elektrische warmtepompen worden geïnstalleerd in gebouwen en huizen, waardoor geen gasnet meer nodig is, maar wel een sterk verzwaard elektriciteitsnet. In plaats van rekening te houden met 1 kW per huis, kunnen wij rekening moeten houden met het net opwaarderen naar zo'n 8 kW per huis. Dit betekent dan dat de netten veel zwaarder moeten worden, wat de nodige kosten met zich meebrengt. Ook zal het verzwaren van de netten een extra beslag op de openbare ruimte betekenen, omdat wij meer trafohuisjes moeten plaatsen. Die passen vaak niet in de plannen van gemeenten en projectontwikkelaars.
5.1.3
Elektrisch vervoer
Door het vervoer meer te elektrificeren kan onze maatschappij grote hoeveelheden CO 2 uitstoot reduceren en energie besparen. Deze ontwikkeling is de laatste jaren opgekomen en de verwachtingen zijn hooggespannen. Gebruikers van elektrisch vervoer zullen hun auto via ons net opladen. Dat heeft tot gevolg dat over ons net aanzienlijk meer elektriciteit zal worden getransporteerd dan nu het geval is. Op korte termijn verwachten wij geen problemen in onze netten. Wanneer er grote aantallen gaan komen, moeten gebruikers hun auto op een slimme manier opladen, zodat de bestaande pieken in de netten niet hoger gaan worden. Voor het opladen van auto’s zullen naar verwachting in Nederland grote aantallen laadmogelijkheden moeten komen, bijvoorbeeld laadpaaltjes bij elke parkeerplek. Als netwerkbedrijf kunnen wij hier in faciliteren door de aansluiting te realiseren en eventueel de laadpalen te verzorgen.
5.1.4
Groengas
Een van de successen van het afgelopen jaar was de teruglevering van groengas aan het netwerk. Dit ontstaat na vergisting van organisch materiaal, zoals mest, landbouwafval en groente-, fruit- en tuinafval (GFT). Door het gas te zuiveren en op te waarderen tot dezelfde kwaliteit als aardgas, kan het in het aardgasnetwerk worden ingevoed. Op praktijkcentrum De Marke in Hengelo (Gelderland), een onderdeel van Wageningen Universiteit en Researchcentrum, is begin 2008 een gaszuiveringsinstallatie geplaatst. Het is de eerste groengasaansluiting op het netwerk van Liander. Nu dit eerste groengasproject is gerealiseerd, is de stap kleiner naar volgende groengasinvoedingen in het netwerk.
52
Hiervoor zijn al pilotprojecten in ontwikkeling. Energiebedrijven uit Frankrijk en Argentinië hebben interesse getoond in het project. Dit voorbeeld onderschrijft het innovatieve karakter van onze organisatie.
5.2
Intelligent netbeheer
Door ontwikkelingen als decentrale opwek en de invoeding van biogas wordt de energiehuishouding steeds complexer en ontstaat tweerichtingsverkeer. Bij de gebruikers van energie zien wij een trend naar een toenmae van het elektriciteitsgebruik door nieuwe toepassingen, zoals electrische auto’s, scooters, fietsen, warmtepompen en elektrisch koken. De huidige netten zijn voor dit (snel) groeiende verbruik niet ontworpen en zullen hiervoor verzwaard moeten worden. Door meer te meten in het net verkrijgen wij prestatiegegevens, zodat wij het transport kunnen optimaliseren en netverzwaringen kunnen beperken. Om dit mogelijk te maken is een geïntegreerd energie/IT netwerk nodig, ofwel Smart Grid. Dit noemen wij intelligent netbeheer, een strategisch speerpunt van Alliander. Door intelligent netbeheer maken wij het mogelijk dat energieleveranciers hun klanten nauwkeuriger inzicht geven in hun verbruik. Zo helpen wij de maatschappij om duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren.
Digitale bedrijfsvoering door het op afstand monitoren en sturen van energiestromen gaat de basis vormen voor intelligent netbeheer. Alliander voerde in 2008 een aantal projecten uit om asset management (het beheer van het net) en netmanagement slimmer te maken. Voor een aantal projecten werkten wij samen met externe partijen, waaronder Cap Gemini, Gasunie, klanten en leveranciers van apparatuur.
5.2.1
Slimme Meter
Een belangrijk onderdeel van intelligent netbeheer is de Slimme Meter. Via de Slimme Meter kan Liander op afstand gegevens uitlezen over de meetstanden en statusinformatie van de meter. Dat geeft ons meer inzicht in de ‘haarvaten’ van ons net en levert belangrijke parameters op als direct verbruik, directe opwek, spanning en storingen. Innovatief is dat het Slimme Meter-systeem communiceert via het stroomnet van Liander (Power Line Communication). De Slimme Meter kan een bron worden voor een huisenergiemanagementsysteem. Op verzoek van klanten kunnen commerciële partijen een dergelijk systeem aanbieden om hen meer inzicht te geven in hun energieverbruik en besparingsmogelijkheden te signaleren. De energiesector kan door de Slimme Meter processen makkelijker regelen, bijvoorbeeld een verhuizing of het switchen van leverancier.
De grootschalige introductie van een innovatief product als de Slimme Meter vraagt om een gedegen voorbereiding. Daarom heeft Liander in 2008 verschillende pilots uitgevoerd met als doel de technisch complexe uitdagingen te leren kennen en beheersen. Inmiddels zijn al meer dan 80.000 Slimme Meters geïnstalleerd bij onze klanten.
53
Over een grootschalige uitrol wordt op een later moment na evaluatie door de wetgever besloten. Deze discussies worden met name gevoerd vanwege twijfels in de maatschappij of de privacy van de mensen voldoende gewaarborgd is.
5.2.2
Autonoom netbeheer Zutphen
Kun je een energienet bouwen dat volledig draait op duurzame energie en onafhankelijk van het openbare net functioneert? Dat is de onderzoeksdoelstelling van More Microgrids, een Europees project dat subsidie ontvangt van de Europese Unie. Liander is partner in dit project. Door in Europa meerdere autonome netten te bouwen, kunnen de deelnemers ervaringen uitwisselen. Het project duurt vier jaar en loopt tot en met juni 2009.
Liander realiseerde in 2008 een dergelijk autonoom net in vakantiepark Bronsbergen te Zutphen. In dit park staan zo’n 200 huizen die het hele jaar door bezet zijn en voor de helft zijn voorzien van zonnepanelen. Op zonnige dagen is het park netto terugleverancier van elektriciteit. Als er teveel opwek is wordt de elektriciteit opgeslagen in accubatterijen. Als er elektriciteit nodig is, wordt die uit de batterijen gehaald. Zo kan het park een bepaalde tijd, zes uur tot een hele dag, zelfstandig opereren. Door de opslag en de bijbehorende vermogenselektronica zorgen wij dat de spanningshuishouding binnen alle normen blijft. Bij zonne-energie is dat meestal een flink probleem. Eind 2008 is aangetoond dat alle onderdelen naar wens en veilig werken. In 2009 zullen wij het totale systeem uittesten. Liander werkte in Zutphen samen met het Nederlandse bedrijf EMforce dat zorgde voor de vermogenselektronica en de bijbehorende regelingen. De accu’s zijn geleverd door een Griekse partner in het project.
5.2.3
Meten op het middenspanningsnet met SASensoren
Ook voor het middenspanningsnet ontwikkelen wij hulpmiddelen voor intelligent netbeheer. In de onderstations van het netwerk maakt Liandon gebruik van 'secundaire' apparatuur, die stromen en spanningen meet, de netten beveiligt, de kwaliteit in de gaten houdt en op afstand schakelt. Deze apparatuur heeft een levensduur van maximaal vijftien jaar. De primaire componenten in het netwerk, zoals transformatoren en kabels, gaan vaak meer dan vijftig jaar mee. Dat betekent dat wij gedurende de levensduur van een onderstation de secundaire systemen een aantal keer moeten vervangen. Dit kost erg veel geld en tijd.
Om dit op te lossen heeft Liandon samen met Locamation de SASensor ontwikkeld. Deze heeft een levensduur van minimaal dertig jaar. De sensoren meten stromen en spanningen die via glasvezels naar een computer worden gestuurd. Alle benodigde intelligentie voor het meten, beveiligen en sturen zit in deze computer. Dat maakt het beheer, de standaardisatie en het updaten veel eenvoudiger en goedkoper. In 2008 is het systeem vervolmaakt en, is de beveiligingsmodule uitgevoerd en getest. Ook is de benodigde software verder ontwikkeld.
54
Daardoor is met de gemeten data een snellere lokalisatie van fouten in het middenspanningsnet mogelijk, zodat wij klanten weer sneller van elektriciteit kunnen voorzien. Bovendien hebben wij continu inzicht in de kwaliteit van de geleverde spanning en kunnen wij maatregelen nemen als dat nodig is.
In 2008 is de technische pilot om het systeem in tien stations uit te rollen nagenoeg afgerond. Liander staat aan de vooravond van een grootschalige uitrol van het SASensor-systeem voor alle 10 kVinstallaties in onderstations en schakel/regelstations. Daarmee hebben wij een belangrijke bouwsteen in handen om intelligent netbeheer verder uit te bouwen.
5.2.4
Testen van apparatuur om druk, flow en temperatuur in de gasnetten te monitoren
Bij een pilot in Zutphen en Zeewolde zijn sensoren in het gasnet ingebouwd waarmee op afstand druk, flow en temperatuur van het gas wordt gemonitord. Met de data uit de sensoren kunnen wij naar verwachting de distributie van gas optimaliseren. Verder is dit meten mogelijk een voorloper voor het op afstand kunnen sturen van de gasstromen.
5.3
Innovatie
Veel van onze innovatieve projecten dragen bij aan het mogelijk maken van de energietransitie. Maar ook om andere redenen innoveren wij. Bijvoorbeeld om de betrouwbaarheid van het netwerk te vergroten. Wij ontwikkelen apparatuur om het aantal storingen te verminderen. En als er dan toch een storing optreedt, de storingsduur zo kort mogelijk te houden. Ook innoveren wij om de klantvriendelijkheid te vergroten. ‘Mijn Liander’ en digitale facturatie zijn daar voorbeelden van. Een belangrijk doel van innovatie is om de energievoorziening betaalbaar te houden. Wij voeren bijvoorbeeld projecten uit om de restlevensduur van onze netcomponenten te verlengen of om een slimmere en voordeliger manier van onderhoud te vinden.
In 2008 hebben wij het innovatieproces van de voorgaande jaren geëvalueerd: er is veel onderzoek uitgevoerd en vele ontwikkelingen zijn in gang gezet. Wij blijven de komende jaren investeren in research en development en willen de ontwikkelde technieken en hulpmiddelen breder inzetten om onze investeringen in innovatie terug te verdienen.
5.3.1 Energie uit water Liandon sponsorde drie onderzoeken, waarbij energie gehaald wordt uit water
Blue Energy Liandon heeft de sponsoring van het watertechnologisch instituut Wetsus in Leeuwarden, oorspronkelijk gesponsord door n.v. Nuon, voortgezet. Met het geld dat wij beschikbaar stellen wordt onderzoek gedaan naar het verbeteren van Blue Energy techniek: het winnen van elektriciteit uit het concentratieverschil van zout tussen zoet en zout water.
55
Het onderzoek wordt uitgevoerd door promovendi verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen , de Universiteit Twente en de Wageningen Universiteit . Verder werken wij samen met een aantal andere bedrijven.
Microbiële brandstofcellen Ook vindt onderzoek plaats naar microbiële brandstofcellen. Dit zijn brandstofcellen met levende bacteriën, die opgeloste organische stoffen omzetten in CO 2 en elektriciteit of met een kleine aanpassing zelfs in waterstof. Met deze technieken is het mogelijk om de energiebehoefte van afvalwaterzuivering te verminderen of zelfs om te draaien naar energielevering. De techniek beperkt zich echter niet tot afvalwaterzuivering. Het is ook mogelijk het toe te passen bij levende planten. Planten lozen hun overtollige energie in suikers, die uitgescheiden worden door de wortels. Deze suikers worden in de bodem door bacteriën afgebroken. Door nu de kennis van microbiële brandstofcellen te combineren met de natuurlijke processen in de grond, wordt het mogelijk om elektriciteit te winnen uit de afvalstoffen van levende planten. Ook bij dit onderzoek is Liandon nauw betrokken. De industrieel vertegenwoordiger en voorzitter van het onderzoek ‘energie uit water’ is werkzaam bij Liandon en wij dragen bij aan de financiering van het onderzoek.
Biobrandstoffen uit microalgen In 2008 is binnen Wetsus het onderzoeksthema ‘biobrandstoffen uit microalgen’ opgestart. Het onderzoek richt zich erop om de energiebehoefte van het kweken, oogsten en gedeeltelijk ook het verwerken van algen drastisch terug te brengen. Om deze biomassa te maken is veel koolstof nodig, dit komt uit CO 2. Door een koppeling te maken tussen de CO2 die wij uitstoten en het kweken van biomasssa is het mogelijk om effectief het gebruik van fossiele brandstoffen te beperken. Liandon ondersteunt ook dit onderzoeksthema, omdat wij duurzame bedrijfsvoering belangrijk vinden.
5.3.2
LED-verlichting
LED-verlichting is de lichtbron van de toekomst. De belangrijkste voordelen van LED zijn dat het een laag energieverbruik en een lange levensduur heeft. Liandyn heeft op het Prins Hendrikplein in Apeldoorn een proeftuin ingericht met de nieuwste LED-techniek. Gedurende twee jaar wil de gemeente ervaring opdoen met deze nieuwe vorm van openbare verlichting. Op het plein staan acht verschillende lantaarnpalen met LED-verlichting, die door zeven fabrikanten beschikbaar zijn gesteld. Zo kan de gemeente de verschillende technieken die de fabrikanten toepassen met elkaar vergelijken, voordat zij overgaat tot vervanging van de huidige straatverlichting. De armaturen zijn in het laatste kwartaal van 2008 geplaatst. De testperiode duurt twee jaar. Tijdens het experiment meet Liandyn de betrouwbaarheid en het energieverbruik van de verlichting. En de gemeente houdt een enquête over de lichtbeleving onder de omwonenden. De metingen vonden plaats in november 2008 en zullen in 2009 en 2010 doorgaan. De meetresultaten vergelijkt Liandyn met die van de bestaande, traditionele verlichting. Het project heeft een eigen website: www.ledverlichting-apeldoorn.nl. 56
5.3.3
Dynadimmer Flex
De gemeente Groningen had behoefte aan een product waarmee ze de openbare verlichting kon dimmen. Liandyn ontwikkelde daarom de Dynadimmer. Hiermee is de openbare verlichting eenvoudig te dimmen door het instellen van ‘dimregimes’. Het product kan 30% energiebesparing opleveren. In 2008 begon Liandyn met het uitvoeren van pilots. Wij merkten een toenemende vraag vanuit heel Nederland. De vraag werd zelfs dermate groot dat massaproductie nodig was. Diverse gemeenten stapten over naar de Dynadimmer en wilden al hun verlichting hiervan voorzien. Voor Liandyn werd het te grootschalig; onze organisatie is daar niet op ingericht. Bovendien wilden wij het product ook in het buitenland onder de aandacht brengen. Medio 2008 zochten wij contact met Philips. Die vond de innovatie dermate interessant, dat zij het intellectueel eigendom heeft overgenomen.
5.4
CO2-voetafdruk
Onze CO2-emissie bestaat uit drie componenten: emissies vanwege transport en distributieactiviteiten van elektriciteit en gas, verbruik van elektriciteit en gas binnen onze gebouwen en reizen en vervoer. In 2008 hebben wij de CO2 emissies die gerelateerd zijn aan netverliezen elektriciteit en ons wagenpark gecompenseerd. De elektriciteit voor onze gebouwen is CO2 neutraal ingekocht. Het terugdringen van CO2 emissies is een speerpunt in ons MVO beleid.
57
CO2 voetafdruk Alliander 2008 1 In ton CO2 CO2 equivalent emissie Elektriciteit Netverlies elektriciteitstransport/-distributie 2 SF6 schakelapparatuur elektriciteitnetwerk vanaf 110 kV 3 SF6 schakelapparatuur elektriciteitnetwerk tot 110 kV Gas Lekverlies aardgasnetwerk 4 Gebouwen Alliander locaties 5 Elektriciteitsverbruik 6 Gasverbruik Reizen en vervoer Woon-werk, dienstreizen, wagenpark, vliegreizen 7 Totaal
Gecompenseerde CO2 emissie
653.292 11.412
610.260 0
7.361
0
92.042
0
6.316 2.695
6.316 0
13.856
12.205
786.974
628.781
Emissie na compensatie
158.193
1 Exclusief emissies tengevolge van levering aan eindgebruikers door energieleveranciers 2 Voor 1,4TWh van totaal netverlies van 1,5 TWh is CO2 -emissie middels certificaten gecompenseerd; CO2-emissie gebaseerd op brandstofmix productie Nuon Nederland 3 Betreft netverlies totale elektriciteitnetwerk Liander. SF6 betreft lekkages uit hoogspanning schakelinstallaties. Emissie is inclusief Tennet 4 Methaanemissies uit gasleidingnetwerk 5 Gebouwen: kantoorgebouwen exclusief huurpanden 6 Voor elektriciteitsverbruik van gebouwen van Alliander wordt CO2 neutrale stroom ingekocht 7 CO2-emissie wordt gecompenseerd voor de uitstoot van de lease- en bedrijfswagens
Energiemanagement gebouwen Hoeveel energie verbruiken wij in onze eigen gebouwen? Dat hebben wij onderzocht met behulp van de GreenCalc + milieu-index. Daaruit blijkt dat een aantal gebouwen goed scoort, maar dat er nog ruimte is voor verbetering. De komende jaren zullen wij ons energieverbruik verder verduurzamen. Alliander koopt voor haar eigen gebouwen klimaatneutrale natuurstroom in.
5.4.1
Net- en lekverliezen uit infrastructuur
Op alle elektriciteitsnetten treden energieverliezen op. Het netverlies bestaat uit drie componenten: technisch netverlies, administratief verlies en fraude. Technisch netverlies treedt op door het transport van elektriciteit. Als er stroom door een elektriciteitskabel loopt, wordt deze warm waardoor er energie verloren gaat. Er moet dus meer energie ingestopt worden dan er uiteindelijk uitkomt. Ongeveer 4% van de energie gaat zo verloren. Administratief verlies ontstaat door meetfouten, niet-geregistreerde aansluitingen of andere administratieve fouten.
58
Het grootste deel van het netverlies door fraude is toe te schrijven aan illegale hennepteelt. Het technisch en administratief netverlies bedroeg in 2008 1,5 TWh. Dat is evenveel als het jaarlijks verbruik van ongeveer 441.000 huishoudens.
Liander doet er veel aan om het netverlies te verkleinen, bijvoorbeeld door innovatie van onze infrastructuur. Zo kan de keuze van goed materiaal in onze netten het technisch netverlies verminderen. In 2008 hebben wij acties uitgevoerd om administratieve fouten te herstellen en fraude op te sporen. Om energiefraude terug te dringen sluit Liander in haar verzorgingsgebied energiefraudeconvenanten af met gemeenten, politie, woningbouwverenigingen en het Openbaar Ministerie. Wij streven naar volledige dekking. In het convenant liggen de verantwoordelijkheden tussen de partijen vast. Door de persaandacht hebben de convenanten ook een preventieve werking. Aandacht voor energiefraude is belangrijk, omdat onze bonafide klanten de gederfde opbrengsten moeten bekostigen. Daarnaast spelen er bij energiefraude nog andere aspecten, zoals brandgevaar, overlast voor de buurt, criminaliteit en gevaar voor de continuïteit van de energielevering.
De netverliezen compenseren wij door voor een gelijk volume aan elektriciteit in te kopen. Het bedrag dat hiermee jaarlijks gemoeid is, bedraagt ongeveer € 150 miljoen. De elektriciteit die wij inkopen is voor meer dan 90% uit duurzame bronnen opgewekt. Garanties van Oorsprong geven de zekerheid dat de elektriciteit duurzaam is opgewekt. De opbrengst van de Garanties van Oorsprong wordt na aftrek van administratieve kosten gebruikt voor de promotie van duurzame initiatieven. Als gevolg van maatschappelijke zorg over de vergroening van certificaten zullen wij opnieuw onderzoeken op welke wijze wij een duurzaam alternatief kunnen ontwikkelen voor het vergroenen van het netverlies. Samen met andere netbeheerders kijken wij bijvoorbeeld naar opwekking van groene energie in ons eigen gebied.
Netverliezen bij gas Ook bij gas hebben wij te maken met netverliezen. Bij een gaslek komt aardgas vrij, dat bijdraagt aan het broeikaseffect. Wij doen er dan ook alles aan om lekkages te voorkomen, te vinden en op te lossen. Als een gasbuis wordt beschadigd, bestaat het risico dat er gas wegstroomt of dat er op een later moment een breuk ontstaat. In 2008 heeft Liander hieraan gewerkt. Er is een methode ontwikkeld om te controleren of een buis goed is geïnstalleerd, zonder te hoeven graven. Ook hebben wij de beschikking gekregen over een snellere meetmethode om te controleren op lekkage. Daarnaast werkt Liander mee aan de ontwikkeling van een autonome mini-inspectierobot voor inwendige inspectie van gasleidingen. Deze robot 'rijdt' door de gasleidingen heen en kijkt hierbij hoe de toestand van de leidingen is. Hiermee kunnen lekken gedetecteerd worden, maar ook zwakke plekken, voordat het een daadwerkelijk lek wordt. Dit gebeurt in samenwerking met Kiwa Gastec Technology, Demcon en Universiteit Twente .
59
5.4.2
Reizen en vervoer
Alliander voert een bewust leasewagenbeleid. Door de aanschaf van nieuwe leaseauto’s en vervanging van oudere is het wagenpark schoner geworden. 85% van de 695 auto’s heeft een energielabel A tot en met C. Het leasewagenbeleid van Alliander voldoet aan de uitgangspunten van maatschappelijk verantwoord leasewagenbeleid van de vereniging Milieudefensie. In 2008 is de service ‘Band op Spanning’ ingevoerd, waardoor medewerkers alert werden gemaakt op het belang van het rijden met de juiste bandenspanning.Om energiezuiniger rijgedrag verder te stimuleren kunnen onze medewerkers met een leaseauto de cursus ‘het nieuwe rijden’ volgen. De cursus is in 2008 door 158 medewerkers gevolgd. De CO2-uitstoot van ons wagenpark wordt volledig gecompenseerd. Alliander bevordert schonere vervoerkeuzes voor langere reisafstanden met een zogenoemd Mobility Mixx-arrangement. Per afdeling zijn kaarten beschikbaar waarmee snel en gemakkelijk van een groot aantal vormen van openbaar vervoer gebruikgemaakt kan worden.
60
GRI Index Index GRI G3, inclusief sector supplement electric utilities, uitgave April 2009. Kernidicatoren zijn met grijze kleurbalk gemarkeerd. Sectorindicatoren zijn gemarkeerd door EU nummer sectorsupplement Pagina Toelichting/ verwijzing GRI Element Strategie en analyse 1.1
Verklaring Directie/ Raad van Bestuur
Voorw
1.2
Belangrijke gevolgen, risico's en mogelijkheden met betrekking tot duurzame ontwikkeling voor belanghebbenden en organisatie
Voorw Transitie
Organisatieprofiel 2.1
Naam van de organisatie
Profiel
2.2
Voornaamste merken, producten en/ of diensten
Profiel
2.3 2.4
Operationele structuur en omschrijving divisies, onderdelen, dochterondernemingen Profiel en samenwerking Locatie hoofdkantoor Profiel
2.5
Landen van vestiging en activiteiten
Profiel
2.6
Eigendomsstructuur en rechtsvorm
Profiel
2.7
Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren, klanten)
Profiel
2.8
Omvang van de organisatie
Profiel
2.9
Over v
2.10
Significante veranderingen tijdens verslagperiode t.a.v. omvang, structuur of eigendom onderneming Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode zijn toegekend
EU 1
Opgesteld productievermogen
_
Alliander heeft geen productievermogen energieopwek
EU 2
Netto energie productie naar primaire bron en regulatorisch regiem
_
Alliander heeft geen productievermogen energieopwek
EU 3
Klantaansluitingen
kl & mij.
Gerapporteerd worden de aantallen netaansluitingen van Liander Netbeheer
EU 4
Transport en distributielijnen
transitie
Gerapporteerd als zogenaamde 3-fasen (circuit-) lengte
EU 5
Allocatie CO2 emissierechten
_
Europees Handelssysteem, ETS, is niet van toepassing voor Alliander
tbd
Verslagprofiel 3.1
Verslagperiode
over v
Dit verslag betreft de periode 01 januari 2008 tot en met 31 december 2008
3.2
Meest recente periode voorgaand verslag
over v
3.3 3.4
Verslaggevingscyclus Contactpunt voor vragen
over v Colofon
Continuon Innovatie & Duurzaamheidsverslag 2007 alsmede Nuon Maatschappelijk verslag 2007 Jaarlijks per kalenderjaar
Reikwijdte en afbakening 3.5
Proces inhoudbepaling
Over v
3.6
Afbakening en reikwijdte
Over v
3.7
Beperkingen bij afbakening verslag
Over v
3.8
Over v
3.9
Organisatorische veranderingen t.o.v. vorig verslagjaar met effect op vergelijkbaarheid van gegevens Technieken, grondslagen, aannames bij totstandkoming gegevens
3.10
Herformuleringen van eerder verstrekte informatie
_
3.11
Veranderingen die vergelijkbaarheid met vorige verslagen kunnen beperken
Over v
Over v Herformuleringen worden toegelicht in de tekst of als voetnoot bij tabel of grafiek Veranderingen worden toegelicht in tekst of als voetnoot bij tabel/ grafiek
GRI inhoudsopgave 3.12
GRI inhoudsopgave
bijlage
GRI G3 richtlijnen zijn toegepast, alsmede sectorsupplement Electric Utilities, uitgave april 2009
Assurance 3.13
Onafhankelijke verificatie
Over v
61
Bestuursstructuur 4.1
Bestuursstructuur
Profiel
4.2
Leidinggevende rol van de voorzitter van de Raad van bestuur
Profiel
4.3
Aantal onafhankelijke en/ of niet-leidinggevende leden van het hoogste bestuurslichaam Adviesmogelijkheden en medezeggenschap van aandeelhouders en medewerkers naar hoogste bestuursorgaan Beloning directieleden in relatie tot financiële en niet financiële prestaties
Profiel
N.V. Nuon en Liander N.V. kennen een meervoudige bestuursstuctuur
Profiel M en O _
Tekst in paragraaf 4.1.1. Medezeggenschap
4.4 4.5 4.6 4.7
Processen waarmee het hoogste bestuurslichaam waarborgt dat strijdige belangen Profiel worden vermeden Proces voor bepalen van kwalificaties en expertise van de RvB voor het sturen van _ de organisatie inzake duurzame ontwikkeling
4.8
Missie/ beginselverklaringen, gedragscodes en uitgangspunten en mate van invoering van beleid voor duurzame ontwikkeling
_
4.9
Beoordeling duurzaamheidsprestaties door Raad van Bestuur / Raad van Commissarissen
_
4.10
Evalueren eigen prestaties van het hoogste bestuurslichaam inzake duurzaamheidsprestaties
_
Prestaties op gebied van Duurzaamheid zijn onderdeel van beloningsafspraken Is onderdeel corporate governance N.V. Nuon Duurzame ontwikkeling is onderdeel van de opdracht van de directie van Alliander. De Raad van Commisarissen bepaalt in haar aanname en selectie beleid voor bestuurders de criteria hiervoor Duurzame ontwikkeling is onderdeel van de missie van Alliander. Jaarlijks, voorafgaand aan de business planning, worden door de directie de prioriteiten aangegeven. Duurzaamheidsindicatoren zijn onderdeel van de interne maand- en kwartaal rapportage. Tevens worden resultaten uit interne audits en benchmarkgegevens aan de directie gerapporteerd. De prestaties zijn onderdeel van de jaarlijkse prestatieafspraken en het beloningsbeleid.
Verplichtingen en externe initiatieven 4.11
Toepassing voorzorgprincipe
_
4.12
Vrijwillige overeenkomsten/ convenanten
4.13
Belangrijkste lidmaatschappen van brancheverenigingen en belangenorganisaties
kl & mij. Transitie _
Intern risicomanagement is onderdeel van Corporate Governance; Alliander werkt aan verdere invulling voor haar operationele planning. In 2007 heeft Netbeheerder Liander vanwege mogelijkse risico's van Magnetische straling besloten het advies van het Ministerie van VROM te volgen en bij aanleg van nieuwe hoogspanningsleidingen een lager stralingsniveau dan de wettelijke grenswaarde tot uitgangspunt te nemen. Liander heeft convenanten afgesloten met: regionale GG en GD's ivm afsluitbeleid kwetsbare groepen; Sectorakkoord Energietransitie Alliander is lid van een groot aantal organisaties; belangrijke lidmaatschappen betreffen NetbeheerNederland
Overleg met belanghebbenden 4.14
Overzicht stakeholders en relatie met Alliander
Profiel
4.15
Identificatie en selectieproces stakeholders
kl & mij.
4.16
Benadering, aard en frequentie van stakeholder overleg
Profiel
4.17
Resultaten stakeholderdialoog en toepassing daarvan
kl & mij. Transitie
Alliander hanteert de stakeholderfilosofie als uitgangspunt voor de bedrijfsvoering. Stakeholders zijn vertegenwoordigd in vaste overleg of dialoog situaties of betrokken bij incidenteel overleg
Economische prestatie-indicatoren EC
Managementbenadering en specifieke toelichtingen
_
EU 6
kl & mij.
Capaciteitsplanning is onderdeel paragraaf 3.2: leveringsbetrouwbaarheid
EU 7
Capaciteitssplanning gericht op korte en lange termijn beschikbaarheid en betrouwbaarheid elektriciteit. Demand-side management programma's voor huishoudens, diensten en industrie
_
Dit is primair een taak voor energieleveranciers.
EU 8
Onderzoek en ontwikkeling
transitie
EU 9
Voorzieningen voor ontmanteling nucleaire installaties
transitie
In paragraaf 5.3 wordt ingegaan op onderzoeksinspanningen gericht op innovatie. Alliander bezit en beheert geen opwekcapaciteit of nucleaire installaties.
EC 1
Gegenereerde en gedistribueerde economische waarden
oogop
Informatie is opgenomen in overzicht met kerncijfers
EC 2
Financiele implicaties, risico's en mogelijkheden vanwege klimaatverandering.
_
Niet gerapporteerd
EC 3
Dekkingsgraad van verplichtingen uitkeringenplan bij uitdienst (ontslag, -vroegpensioen).
_
EC 4
Ontvangen subsidies/ overheidssteun
_
Medewerkers in dienst van Alliander zijn op grond van Nederlandse wetgeving verplicht verzekerd voor pensioen en werkloosheid. In geval van reorganisatie geldt een sociaal plan dat is afgesloten met werknemersvertegenwoordigers. Looptijd sociaal plan: 2008 - 2011 Niet gerapporteerd
EC 5
Verhouding standaard aanvangssalaris en lokale minimumloon
_
Niet gerapporteerd
EC 6
Beleid, methoden en aandeel uitgaven bij lokaal gevestigde leveranciers
_
Niet gerapporteerd
EC 7
Lokale personeelswerving en aandeel van topkader afkomstig uit de lokale gemeenschap
m en o
Alliander ondersteunt groepen met afstand tot de arbeidsmarkt middels het Step2work initiatief en werkervaringsplaatsen. Alliander medewerkers zijn voor een groot deel woonachtig in de provincies die aandeelhouder zijn van Alliander; Alliander draagt zo bij aan lokale werkgelegenheid.
EC 8
Bijdrage aan ontwikkeling en omvang van investeringen ten behoeve van gemeenschap Significante indirecte economische invloed
kl & mij
Gerapporteerd worden investeringen in netinfrastructuur
Capaciteitsplanning elektriciteitsproductie in relatie tot toekomstige vraag
_ _
Niet gerapporteerd Alliander bezit en beheert geen opwekcapaciteit.
EU 11
Gemiddelde opwekefficiency
_
Alliander bezit en beheert geen opwekcapaciteit.
EU 12
Efficiency van transport en distributie
transitie
Alliander rapporteert net- en lekverliezen van het elektriciteits- en gasnet in beheer bij Liander Netbeheer
EC 9 EU 10
62
Milieu prestatie-indicatoren EN
Management benadering en specifieke toelichtingen Materiaalgebruik Gebruik van gerecycled materiaal en afval afkomstig van derden
m en o transitie transitie _
Gerapporteerd wordt over organisatie MVO, PCB's, mobiliteit, compliance en biodiversiteit PCB onderzoek gerapporteerd in tabel milieuprestaties bedrijfsvoering Indicator is niet van toepassing voor -primaire- processen van Alliander
EN 1 EN 2 EN 3
Direct energieverbruik
transitie
Gerapporteerd worden eigen energieverbruiken en netverliezen
EN 4
Indirect energieverbruik
transitie
Gerapporteerd worden energieverbruiken gebouwen in eigendom
EN5
Energiebesparing en effiencyverbeteringen
Gerapporteerd worden besparingen vanwege vervangen gietijzeren leidingen
EN 8
m en o transitie Initiatieven tbv energie efficiente of op duurzame energie gebaseerde producten en kl & mij. diensten. Initiatieven ter verlaging van het indirecte energiegebruik en reeds gerealiseerde transitie verlaging. Totale waterontrekking per bron _
EN 9
Waterbronnen waarvoor waterontrekking significante gevolgen heeft
_
Alliander betrekt geen water voor koeldoeleinden
EN 10 EN 11
Percentage en totaal volume van gereycled en hergebruikt water Landgebruik in/ nabij beschermde gebieden met hoge biodiversiteit
_ _
Alliander gebruikt geen gerecycled water (0%). Niet gerapporteerd
EN 12
Gevolgen van bedrijfsvoering op gebieden met hoge biodiversiteit
_
EN 13 EU13
Beschermde of herstelde habitats Biodiversiteit van compensatie gebieden
_ _
Gerapporteerd worden: vervangen van oliedrukkabels en opvangvoorzieningen waterwingebieden Niet gerapporteerd Niet gerapporteerd
EN 14
EN 16
Strategieen, maatregelen of plannen voor beheersen van de gevolgen voor _ biodiversiteit Aantal soorten op rode lijst IUCN met habitats in gebieden binnen invloedssfeer van _ bedrijfsactiviteiten Totale directe en indirecte emissie van broeikasgassen transitie
EN 17
Andere relevante indirecte broeikasgas emissies
transitie
Alliander publiceert voetafdruk CO2 en compensatie daarvan. Alliander heeft geen energie opwekfaciliteiten CO2 voetafdruk
EN 18
transitie
Gerapporteerd worden maatregelen in relatie tot verkeer en vervoer
EN 19
Initiatieven ter verlaging van emissie van broeikasgassen en gerealiseerde verlagingen Emissie van ozonafbrekende stoffen
_
Niet gerapporteerd
EN 20
NO, SO en andere significante luchtemissies
transitie
EN 21
Totale waterafvoer
_
Gerapporteerd wordt over transportgerelateerde emissies (CO2 en roetdeeltjes). Alliander heeft geen productievermogen energie-opwek Niet gerapporteerd
EN 22
Totale hoeveelheid afval
m en o
PCB afval wordt gerapporteerd in tabel milieuprestaties bedrijfsvoering
EN 23
Significante lozingen
m en o
EN 24
_ _
Niet van toepassing
EN 26
Gewicht van getransporteerd, geimporteerd, geexporteerd of verwerkt gevaarlijk afval Wateren en gerelateerde habitats die significante gevolgen ondervinden van waterafvoer Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van producten en diensten
Gerapporteerd worden de geregistreerde milieu-incidenten en vervangen oliedrukleidingen Niet van toepassing
Liander compenseert de netverliezen in het elektriciteitsnetwerk
EN 27
Gedeelte verkochte producten waarvan verpakking is ingezameld
transitie kl & mij _
EN 28
m en o
EN 29
Signifcante boetes en totaal aantal sancties wegens niet naleving milieu wet en regelgeving Significante milieu-effecten t.g.v. transport
transitie
CO2 voetafdruk
EN 30
Totale uitgaven en investeringen milieu bescherming
_
Niet gerapporteerd
EN 6 EN 7
EN 15
EN 25
Liandyn ondersteunt gemeenten met efficiënte openbare verlichting. Liander heeft E-Atlas ontwikkeld voor gemeenten Alliander werkt aan programma voor vermindering energiegebruik in gebouwen en wagenpark. Alliander betrekt geen (koel-) water
Niet gerapporteerd Niet gerapporteerd
Indicator is niet van toepassing voor -primaire- processen van Alliander
Sociale prestatie-indicatoren Arbeidsomstandigheden en volwaardig werk
_
LA
Management benadering en specifieke toelichtingen
m en o
EU 14
Kennis- en competentiemanagement
m en o
EU 15
LA 1
Percentage medewerkers dat in aanmerking komt voor pensioenregeling over 5 en _ 10 jaar naar functiegroep en regio Beleid en voorwaarden inzake gezondheid en veiligheid van medewerkers en _ (onder-) aannemers. Profiel personeelsbestand m en o
LA 2
Werkgelegenheid en personeelsverloop
m en o
EU 17
Totaal arbeidsvolume bij onderaannemers
_
Gerappoteerd worden eigen medewerkers en inhuur. Geen voldoende gegevens (onder-) aannnemers beschikbaar Gerapporteerd wordt de werkgelegenheid naar standplaats. Gemiddelde duur arbeidsrelatie is niet geïnventariseerd/ gerapporteerd Niet gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar
EU 18
Onder- aannemers met relevante arbo en veiligheidstraining
_
Niet gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar
LA 3
Verschil in arbeidsvoorwaarden tussen voltijd en deeltijdcontracten
_
Niet gerapporteerd
LA 4
Gedeelte medewerkers onder CAO
_
Gerapporteerd is 99% contracten op basis CAO. Geen gegevens van (onder-) aannemers gerapporteerd
EU 16
Gerapporteerd wordt over opleidingen, Alliander College en veilig werken Niet gerapporteerd: dit is een nieuwe indicator in sectorsupplement EUSS. Niet gerapporteerd: dit is een nieuwe indicator in sectorsupplement EUSS.
63
LA 5
Minimale opzegtermijnen bij reorganisatie.
_
LA 6
Vertegenwoordiging personeelsbestand in formele gezamenlijke arbo-commissies van werkgever en werknemers die bijdragen aan controle op en advies over arboprogramma's Ziekteverzuim, ongevallen, beroepsziekten en werkgerelateerde sterfgevallen
m en o
Voor Alliander is een sociaal plan vastgesteld en voor tijdelijke contracten geldt de wettelijke standaard par 4.1
m en o
par 4.2 Geen gegevens voor (onder-) aannemers gerapporteerd
LA 7 LA 8 LA 9
Opleidings, trainings, advies, preventie en risicobeheersingsprogramma's tbv m en o personeel, hun families of omwonenden Afspraken over arbeidsomstandigheden vastgelegd in formele overeenkomsten met _ vakbonden
Alliander College, opleidingen veiligheidsvoorschriften elektriciteit en gas Stakeholder medewerker:de ondernemingsraad heeft als werknemersvertegenwoordiging een wettelijke status in Nederland. De ondernemingsraad heeft een advies- en instemmingsrecht. Bedrijfsregelingen die onder meer de arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en (re-) organisatie betreffen worden aan de ondernemingsraad al dan niet ter instemming voorgelegd. Gerapporteerd wordt het gemiddeld aantal dagdelen dat via Alliander College aan opleiding per medewerker is gevolgd
LA 10
Gemiddeld aantal uren dat een werknemer besteedt aan opleidingen
m en o
LA 11
Programma's competentiemanagement en levenslang leren
m en o
LA 12
Medewerkers informatie over prestatie en loopbaanontwikkeling
m en o
LA 13
Diversiteit
m en o
Medewerkers rapporteren jaarlijks middels deelname in medewerkersonderzoek. Jaarlijks bespreken leidinggevende en medewerker individuele- prestaties en ontwikkeling Gerapporteerd worden de dimensies leeftijd en geslacht
LA 14
Verhouding basissalaris mannen en vrouwen.
_
Niet gerapporteerd
Mensenrechten
_
HR
Management benadering en specifieke toelichtingen
kl & mij.
HR 1
HR 3
Investeringsovereenksomten waarin clausules over mensenrechten zijn opgenomen kl & mij. of waarvan naleving van de mensenrechten is getoetst. Belangrijke leveranciers en aannemers die getoetst zijn op naleving van de kl & mij. mensenrechten en op getroffen maatregelen Borging universele mensenrechten in bedrijfsvoering m en o
Indicator niet gerapporteerd. Alliander werkt aan inbedding van haar Gedragscode in investerings- en inkoopprocessen Indicator niet gerapporteerd: geen volkomen registratie aanwezig. Wel omschrijving in hoofdstuk opgenomen Gedragscode en protocol HRM
HR 4
Gevallen van discriminatie en maatregelen
m en o
HR 5
_ kl & mij.
Alliander sluit kinderarbeid uit bij haar eigen activiteiten middels Gedragscode
_
Niet van toepassing
HR 8
Activiteiten met risico voor recht op uitoefening universele vrijheid van vereniging en CAO en maatregelen tbv ondersteuning deze rechten Activiteiten met risico van kinderarbeid alsmede maatregelen gericht op uitbanning daarvan Activiteiten met risico van gevallen gedwongen arbeid alsmede maatregelen gericht op uitbanning daarvan Training beveiligingspersoneel op relevante aspecten mensenrechten
Gerapporteerde waarde is 8 gevallen bij vertrouwenspersonen en 1 bij klachtencommissie Niet geïnventariseerd en niet gerapporteerd.
_
Niet gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar
HR 9
Rechten inheemse bevolking, naleving en maatregelen
_
Niet materieel: Alliander is actief in Nederland en Duitsland
HR 2
HR 6 HR 7
Maatschappij SO Managementbenadering en specifieke toelichtingen
_ kl & mij.
EU 19
Participatieve besluitvorming en deelname van stakeholders en uitkomsten daarvan kl & mij.
In beperkte mate gerapporteerd
EU 20
Regelingen voor onvrijwillige verhuizing, bedrijfsverplaatsing, onteigening
_
Niet gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar
EU 21
Noodplannnen en herstel van schade
m en o
SO 1
Managementprogramma's ivm beperken nadelige effecten op gemeenschappen
kl & mij.
EU 22
Aantal mensen betrokken bij onteigening/ gedwongen verhuizing
_
Gerapporteerd wordt over sanering van voormalige gasfabrieksterreinen en over beleid externe veiligheid Gerapporteerd worden omgevingsklachten, externe veiligheid alsmede vormgeving Peperbus Amsterdam Gerapporteerde waarde is 0. Informatie betreft Liander Netbeheer
SO 2
Gedeelte bedrijfsunits met analyse voor corruptierisico's
_
Niet gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar
SO 3
Training medewerkers in anti-corruptieprocedures en -beleid
_
Niet gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar
SO 4
Maatregelen n.a.v. corruptie gevallen
_
Niet volledig gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar
SO 5
Standpunten t.a.v. publiekbeleid en deelname aan de ontwikkeling ervan alsmede lobby. Totale waarde van bijdragen aan politieke partijen, politici en gerelateerde instellingen Totaal aantal rechtszaken in verband met markttoegang en uitkomst daarvan Boetes en sancties vanwege niet naleving van wet en regelgeving
_
Niet gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar
kl & mij.
Gerapporteerde waarde is 0
_ kl & mij.
Niet gerapporteerd: niet toepasbaar in verband met wettelijke positie Gerapporteerde waarde is 1 boete: € 552.000 boete opgelegd door Energiekamer
SO 6 SO 7 SO 8
64
Productverantwoordelijkheid
_
PR
Management benadering en specifieke toelichtingen
kl & mij.
EU 23
Programma's gericht op verbeteren en handhaven van toegang tot elektriciteit voor kl & mij. kwetsbare groepen
EU 24
Maatregelen ter ondersteuning van toegang tot en bevordering van veilig _ energiegebruik Beoordeling van gevolgen voor gezondheid en veiligheid van producten en diensten kl & mij.
PR 1
Alliander werkt samen met lokale organisaties om door energiebesparing en specifieke programma's de toegang tot energie voor kwetsbare groepen te ondersteunen Niet gerapporteerd
Gevallen van niet-naleving van regelgeving en codes t.a.v. gevolgen voor gezondheid en veiligheid van producten en diensten Ongevallen en gezondheidsklachten van burgers in relatie tot bedrijfsmiddelen Type informatie over producten en diensten dat verplicht is gesteld en gedeelte van producten en diensten dat hieraan moet voldoen Niet naleving van afspraken betreffende informatie en etikettering producten en diensten Beleid ten aanzien van en resultaten op gebied van klanttevredenheid
_
In 2007 heeft Netbeheerder Liander vanwege mogelijkse risico's van Magnetische straling besloten het advies van het Ministerie van VROM te volgen en bij aanleg van nieuwe hoogspanningsleidingen een lager stralingsniveau dan de wettelijke grenswaarde tot uitgangspunt te nemen. Niet gerapporteerd/ Toelichting: geen registratie beschikbaar
_ _
Niet gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar Niet gerapporteerd
_
Niet gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar
kl & mij.
Gerapporteerd worden klanttevredenheidscijfers voor Liander Netbeheer
_
PR 7
Programma's voor de naleving van wetten, standaarden en codes m.b.t. marketingcommunicatie Niet-naleving van wetgeving en codes m.b.t. marketingcommunicatie
Niet gerapporteerd Toelichting: geen registratie beschikbaar Niet gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar
PR 8
Gegronde klachten ivm inbreuk privacy klant en klantgegevens
_
PR 9
_
EU 26
Boetes wegens niet naleven van wet- en regelgeving m.b.t. de levering en het gebruik van producten en diensten. Niet aangesloten deel bevolking in concessiegebied netbeheerder
Niet gerapporteerd:: geen geregistreerde klachten. Er wordt geen separate administratie in klachtdossiers bijgehouden. Er zijn wel richtlijnen mbt informatieverstrekking bij klantafdeling van kracht. Niet gerapporteerd: er is geen volkomen registratie beschikbaar
_
Niet gerapporteerd; er geldt een wettelijke aansluitplicht op het elektriciteitsnet
EU 27
Afsluitingen en duur afsluiting wegens wanbetaling
kl & mij
EU 28
Frequentie stroomonderbreking
kl & mij.
Alleen aantal afsluitingen wegens wanbetaling Netbeheerder wordt gerapporteerd. Er vindt geen registratie plaats van de duur van de afsluiting Alliander rapporteert internationale stroomonderbrekingsfrequentie
EU 29
Stroomonderbrekingsduur
kl & mij.
EU 30
Beschikbaarheidsfactor stroomopwekfaciliteiten
_
PR 2 EU 25 PR 3 PR 4 PR 5 PR 6
_
Alliander rapporteert internationale stroomonderbrekingsduur index en jaarlijkse uitvalduur Alliander bezit en beheert geen opwekcapaciteit.
65
Bijlage Bijlage bij leveringsbetrouwbaarheid (Klant en Maatschappij)
Onderbrekingsfrequentie per jaar
Onderbrekingsfrequentie elektriciteit
1,2
0,4 0,35
0,37
0,36
2004
2005
0,39
0,38
0,37
0,3 0,25 0,2 0,15 0,1 0,05 0 2006
2007
2008
1 Onderbrekingsfrequentie, gedefinieerd als SAIFI = Standard Average Interruption Frequency Index 2 Betreft netbeheer-aansluitingen
Gemiddelde onderbrekingsduur elektriciteit1,2
140 120
127,5
100 80 60
76,3 67,8
65,6
40 20 0 2005
2006
2007
2008
1 Gemiddelde onderbrekingsduur, gedefinieerd als SAIDI = System Average Interruption Duration Index 2 Betreft netbeheer-aansluitingen
66
Verklarende begrippenlijst Bar Meeteenheid voor gasdruk BEI Bedrijfsvoering Elektrische Installaties (veiligheidsvoorschrift) Caidi Customer average interruption duration index (gemiddelde uitvalduur elektriciteit per aansluiting) CBL Een cross border lease is een gestructureerde financiële transactie waarbij een bedrijf de gebruiksrechten op bepaalde materiële vaste activa verkoopt of voor lange tijd verhuurt aan een buitenlands bedrijf en daarna terughuurt. CDM Clean Development Mechanism, projecten gericht op de reductie van broeikasgas die door de CDMuitvoeringsraad zijn geregistreerd in landen buiten het Protocol van Kyoto CER Certified Emission Reductions, een certificaat wat wordt gebruikt ter compensatie van CO 2-emissies uit CDM-projecten CertiQ Dochter van TenneT, onder andere belast met de uitgifte van Garanties van Oorsprong CO2 Koolstofdioxide; komt voornamelijk vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen zoals aardgas en steenkool; draagt bij aan de versterking van het broeikaseffect CO2-equivalent Omrekening van het effect van andere broeikasgassen dan CO 2 naar CO2-waarden EK (Energiekamer) De Energiekamer is een dienst die behoort tot het ministerie van Economische Zaken en als kamer is ondergebracht bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). De uitvoering van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet en het toezicht op de naleving van deze wetten is opgedragen aan de Energiekamer Fte Fulltime equivalents, aantal medewerkers omgerekend naar volledige werkweek GJ Gigajoule, 1.000.000.000 joule. 1 GJ komt overeen met circa 29 m3 gas of 278 kWh GRI Global Reporting Initiative, multistakeholderorganisatie die internationale richtlijnen uitgeeft voor duurzaamheidsverslaglegging
67
GRI G3 C plus GRI heeft drie toepassingsniveau’s: A, B en C aan de hand waarvan de mate van toepassing van de richtlijnen wordt uitgedrukt. A is hoogst, C is laagste niveau. Een plus wordt toegekend indien het verslag door een onafhankelijke externe partij is geverifieerd GvO Garanties van Oorsprong zijn certificaten van oorsprong voor groene energie. De certificaten geven de klant garanties over de manier waarop stroom is opgewekt. Garanties van Oorsprong zijn verhandelbaar GW Gigawatt, 1.000.000 kW GWh Gigawattuur, 1.000.000 kWh HS Hoogspanning Huishoud-equivalent Het gemiddelde elektriciteitsverbruik per huishouden. Dit is circa 3.500 kWh IFRS International Financial Reporting Standards ILO International Labour Organisation, een internationale arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties die zich bezighoudt met arbeidsvraagstukken J Joule, eenheid voor energie meestal gebruikt voor warmte Kernindicatoren Kernindicatoren zijn indicatoren die in de GRI richtlijnen worden aangemerkt als belangrijk voor de meeste belanghebbenden en als relevant, tenzij op basis van de GRI-verslagleggingsprincipes anders wordt bepaald KEMA Een onderneming die wereldwijd onafhankelijke onderzoeks-en adviesdiensten op het gebied van de elektrische energievoorziening verleent kV Kilovolt; dit is 1.000 volt kW Kilowatt, 1.000 watt (kWe is een eenheid elektrisch vermogen, kWth is een eenheid thermisch vermogen) kWh Kilowattuur, de energie die wordt gebruikt als een vermogensbron één kilowatt gedurende één uur moet leveren LTIF Lost Time Injury Frequency (aantal ongevallen leidend tot verzuim naar totaal aantal gewerkte uren) 68
Methaan Gasvorm, hoofdbestanddeel van aardgas MJ Megajoule, 1.000.000 joule MVO Maatschappelijk verantwoord ondernemen MW Megawatt, 1.000 kW MWh Megawattuur, 1.000 kWh Natres Korps nationale reserves van de Nederlands Koninklijke Landmacht NMa De uitvoering van de Mededingingswet is opgedragen aan de Nederlandse Mededingingsautoriteit. De NMa handhaaft het verbod op kartels en op misbruik van een economische machtspositie, toetst fusies en overnames en reguleert de energie- en vervoerssector. NOx Stikstofoxiden, gassen die bij verbranding van brandstoffen ontstaan. Deze gassen veroorzaken zure regen en smogvorming OECD Organisation for Economic Cooperation and development is een samenwerkingsverband van 30 landen om sociaal en een economisch beleid te coördineren en gezamenlijke problemen op te lossen en beleid af te stemmen OVV De Onderzoeksraad Voor Veiligheid doet onafhankelijk onderzoek naar oorzaken van rampen, ongevallen en incidenten die een ongelukkige afloop hadden kunnen hebben op alle denkbare terreinen Pa Pascal, eenheid voor druk (1000 Pa = 0,01 bar) PCB Poly Chloor Bifenylen, chemische benaming voor chloorverbinding met sterke warmte-resistente eigenschappen Prestatie-indicator Kwalitatieve of kwantitatieve informatie over resultaten of uitkomsten die samenhangen met de organisatie waarmee door vergelijking veranderingen van jaar tot jaar zijn af te leiden Saidi System average interruption duration index (gemiddelde onderbrekingsduur elektriciteit)
69
Saifi System average interruption frequency index (gemiddelde aantal elektriciteitsonderbrekingen per aansluiting) Senter Novem Een agentschap van het Ministerie van Economische zaken dat regelingen en programma’s aanbiedt op het gebied van duurzaamheid en innovatie SF6 Zwavelhexafluoride, een sterk broeikasgas (23.000 keer sterker dan CO2) dat toegepast wordt in de elektrotechniek bij hoogspanning en middenspanning SO2 Zwaveldioxide, een gas dat ontstaat bij de verbranding van zwavel of stoffen die zwavel bevatten (bijvoorbeeld steenkool). SO2 is de belangrijkste veroorzaker van zure regen SodM Staatstoezicht op de Mijnen houdt toezicht op de naleving van wettelijke regelingen die van toepassing zijn op het opsporen, winnen, opslaan en transporteren van delfstoffen Stakeholder Onder stakeholders, letterlijk belanghebbenden, worden groepen of personen verstaan: (a) waarvan/van wie redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij significante gevolgen ondervinden van de activiteiten, producten en/of diensten; of (b) die activiteiten ontplooien waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat deze van invloed zijn op het vermogen van de organisatie om haar strategieën met succes te implementeren en haar doelen te bereiken Standaard kubieke meter aardgas De hoeveelheid aardgas, die bij een temperatuur van 15 °C (288, 15 K) en een druk van 1 atmosfeer (1,01325 bar of 101,325 kPa), een volume inneemt van 1 kubieke meter TenneT De beheerder van het landelijke transportnet bewaakt de continuïteit van de Nederlandse elektriciteitsvoorziening en leveringszekerheid TWh Terawattuur, 1.000.000.000 kWh TJ Tera Joule, 1.000.000.000Joule V Volt, eenheid voor elektrisch potentiaal VER Verified Emission Reductions, een certificaat wat wordt gebruikt ter compensatie van CO2-uitstoot. Het certificaat komt van CDM-projecten die niet door de CDM-uitvoeringsraad zijn geregistreerd VEWA Veiligheidsvoorschrift Warmte 70
VIAG Veiligheidsinstructie Aardgas W Watt, eenheid van vermogen WE Woning Equivalent, een huishouden of 10 kWh aansluitvermogen van een grootverbruiker Wetsus Expertisecentrum voor duurzame water technologie
71
Assurance-rapport @@**CONCEPT !!
Aan de Directie van Alliander N.V. en van Liander N.V.
Opdracht en verantwoordelijkheden Wij hebben opdracht gekregen van de Directie van Alliander N.V. te Arnhem en van Liander N.V. te Arnhem om de inhoud van het Maatschappelijk Jaarverslag 2008 (hierna te noemen ‘het Verslag’) van Alliander N.V. en Liander N.V, (hierna te noemen ‘Alliander’) te beoordelen. In het verslag legt Alliander verantwoording af over de maatschappelijke prestaties in 2008. Een beoordeling is gericht op het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid op basis van werkzaamheden die minder diepgaand zijn dan bij een controle. De mate van zekerheid bij beoordelingswerkzaamheden is daarom ook lager dan bij controlewerkzaamheden. Wij geven geen zekerheid bij de vooronderstellingen en de haalbaarheid van toekomstgerichte informatie in het Verslag (zoals doelstellingen, verwachtingen en ambities). Het Verslag is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de Directie van Alliander N.V. en van Liander N.V.. Het is onze verantwoordelijkheid een assurance-rapport inzake het Verslag te verstrekken. Verslaggevingcriteria Alliander heeft verslaggevingscriteria ontwikkeld die zijn gebaseerd op de in oktober 2006 gepubliceerde ‘G3 Richtlijnen’ van het Global Reporting Initiative, als vermeld in het hoofdstuk ‘Over dit verslag’. Wij achten deze verslaggevingcriteria relevant en toereikend om de inhoud van het Verslag te kunnen beoordelen. Werkzaamheden Wij hebben onze beoordeling verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder standaard 3410N ‘Assurance-opdrachten inzake maatschappelijke verslagen’. De in dit kader uitgevoerde werkzaamheden bestonden in hoofdzaak uit: Het uitvoeren van een omgevingsanalyse en het verkrijgen van inzicht in de branche, relevante maatschappelijke issues, relevante wetten en regels en de kenmerken van Alliander. Het beoordelen van de aanvaardbaarheid van het verslaggevingsbeleid, mede gelet op de informatiebehoeften van de beoogde groepen van belanghebbenden, waaronder het beoordelen van de uitkomsten van de stakeholderdialoog, inclusief het uitvoeren van een mediasearch en een branche-review. Het houden van interviews met verantwoordelijke functionarissen, vooral gericht op: o Het onderkennen van risico’s in de externe omgeving en de organisatie zelf, en onderzoeken in hoeverre deze risico’s worden afgedekt door interne beheersmaatregelen.
72
o
Het beoordelen van de plausibiliteit van de kwalitatieve en kwantitatieve informatie in het Verslag. Het beoordelen van de kwantitatieve gegevens, met name door het uitvoeren van cijferbeoordelingen. Het aansluiten van de financiële kerngegevens in het Verslag met de geconsolideerde jaarrekening n.v. Nuon voor het jaar eindigend op 31 december 2008, waarbij een goedkeurende accountantsverklaring is afgegeven. Het beoordelen van het toepassingsniveau volgens de G3 Richtlijnen van het Global Reporting Initiative.
Het beoordelen van de processen van informatieverzameling en verwerking, waaronder de aggregatie van gegevens tot informatie zoals opgenomen in het Verslag. Het beoordelen van de opgeleverde informatie door de verschillende onderdelen van Alliander en het analyseren van achterliggende systemen en/of brondocumenten op basis van deelwaarnemingen.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie.
Conclusie Op grond van onze beoordeling hebben wij geen reden te concluderen dat het Maatschappelijk Jaarverslag, in alle van materieel belang zijnde aspecten, geen betrouwbare en toereikende weergave bevat van het beleid van Alliander ten aanzien van duurzaam ondernemen en van de bedrijfsvoering, de gebeurtenissen en de prestaties op dat gebied in het verslagjaar 2008, in overeenstemming met verslaggevingscriteria van Alliander.
Den Haag, 11 mei 2009 PricewaterhouseCoopers Accountants NV
Origineel getekend door drs. V.W.J. Kooistra – Voorwald RA
73
Disclaimer Als wij in dit jaarverslag spreken over ‘wij’, ‘Alliander’, ‘de onderneming’, ‘het netwerkbedrijf’ of vergelijkbare aanduidingen dan bedoelen wij daarmee het netwerkbedrijf Alliander, onder meer bestaande uit Alliander N.V. en Liander N.V. en hun dochtervennootschappen waaronder Liandon B.V. en Liandyn B.V. Dit verslag bevat ook vooruitzichten naar de toekomst. Dat kunnen – zonder beperking – verwachtingen zijn ten aanzien van operationele resultaten, overheidsmaatregelen of de invloed van regulerende maatregelen op de activiteiten van het netwerkbedrijf. Dergelijke uitspraken worden voorafgegaan of gevolgd door of bevatten woorden als ‘gelooft’, ‘verwacht’, ‘meent’, of ‘anticipeert’ of vergelijkbare uitdrukkingen. Ze zijn gebaseerd op huidige aannames. De uitkomst van dergelijke verwachtingen is afhankelijk van vele factoren, die vaak buiten de invloedssfeer van het netwerkbedrijf liggen. Hierdoor kunnen toekomstige, feitelijke resultaten materieel afwijken van deze verwachtingen.
74
Colofon Alliander N.V. Utrechtseweg 68 6812 AH Arnhem
Postbus 50 6920 AB Duiven
www.alliander.com (let op in opmaak staat .nl)
Het jaarverslag is evenals voorgaande jaarverslagen online beschikbaar op onze website. Een gedrukt exemplaar is tevens via de site aan te vragen.
Uitgave Alliander N.V., © Alliander N.V.
Advisering en realisatie: Publicis Consultants | Van Sluis
Papier Cover: OLIN Binnenwerk: Splendorgel
FHC-keurmerk
75