Maatschappelijk jaarverslag TNO 2008
Maatschappelijk verantwoord ondernemen met eigen kennis Het maatschappelijk jaarverslag verschijnt op een dynamische manier op de TNO-website, zodat u zelf kunt bepalen welke onderdelen ervan u wilt bekijken of lezen. Uit duurzaamheidsoverwegingen hebben we besloten om geen geprinte versie beschikbaar te stellen.
Over dit verslag Dit is het eerste maatschappelijk jaarverslag van TNO. Graag laten we u weten hoe serieus we onze maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Voortaan doen we elk jaar verslag van ons duurzaamheidsbeleid en onze duurzaamheidsprestaties in een maatschappelijk jaarverslag. Volgens de G3-richtlijnen Voor de selectie van onderwerpen voor dit maatschappelijk jaarverslag hebben we gebruikgemaakt van de G3-richtlijnen. Dit zijn de richtlijnen van de Global Reporting Initiative (GRI), toegepast op niveau C.
Naast de verplichte informatie hebben we een selectie gemaakt van economische indicatoren, sociale indicatoren en milieuindicatoren. Daarbij geven we prioriteit aan GRI-indicatoren die aansluiten bij de duurzaamheidsonderwerpen, waarin wij in 2008 actief zijn geweest. Dat zijn de uitgevoerde projecten, het P&O-beleid en de milieuprestaties, die relevant zijn voor onze medewerkers, onze opdrachtgevers en de overheid. De onderdelen van TNO Deze rapportage gaat over het werk van TNO Corporate en onze vijf kerngebieden.
Het heeft geen betrekking op het werk van TNO Bedrijven B.V., kenniscentra of onze vestigingen in het buitenland. Alleen op de site U leest het verslag op onze website www.tno.nl/maatschappelijkjaarverslag We maken geen geprinte versie van het verslag. Meer informatie Heeft u vragen of opmerkingen over dit verslag? Neem gerust contact op met onze MVO-officer Suzanne de Vos. Haar e-mailadres is:
[email protected]
3 TNO » over dit jaarverslag
maatschappelijke jaarverslag 2008
voorwoord Maatschappelijk verantwoord ondernemen hoort bij TNO Maatschappelijk verantwoord ondernemen en TNO horen bij elkaar. Het onderzoek van TNO focust op twaalf thema’s die aansluiten op economische en maatschappelijke kennisvraagstukken. ‘Duurzaamheid’ is geen apart thema, maar loopt als rode draad door alle thema’s heen. Hiermee is duurzaamheid grondig verankerd in ons primaire proces. We denken mee, onderzoeken en ontwikkelen kennis over duurzaamheid. Denk aan de toepassing van bacteriën in de gezondheidszorg of het opsporen van warmte in de bodem. Sinds 2006 maken we structureel werk van maatschappelijk verantwoord ondernemen. In eerste instantie ging het om een onderzoek naar de mogelijkheden om bestaande TNO-kennis in te zetten in ontwikkelingslanden. Met partners als ICCO en Stichting Vluchteling werken we aan betere leefomstandigheden, armoedebestrijding en duurzame economische ontwikkeling. Een team van twintig gedreven TNO’ers is hiervoor speciaal opgeleid. Zij dragen kennis over aan lokale partners,
genereren nieuwe oplossingen en stimuleren innovatieprocessen. Deze activiteiten zijn uitgegroeid tot een volwaardig programma, met circa vijfentwintig projecten in vooral India, Ghana en Zambia. Hier gaan we mee door in 2009. Er zijn diverse initiatieven om TNO ook intern duurzamer te maken. Deze initiatieven kwamen in 2007 vanuit een aantal ‘talentengroepen’, vanuit Jong TNO en vanuit de Centrale Ondernemingsraad. De TNO Raad van Bestuur heeft de initiatieven omarmd. In 2008 hebben wij een MVO-officer aangesteld voor borging en uitbouw ervan. De interne activiteiten concentreren zich op drie thema’s: Energie en gebouwen, Mobiliteit en Duurzaam inkopen. Die kennis passen we toe in onze eigen organisatie. Welke stappen we precies zetten, leest u in dit jaarverslag. Onze ambitie bij al die stappen is: een vooraanstaande rol spelen op het gebied van duurzaamheid. In 2009 gaan we verder op de ingeslagen weg. Daarnaast voegen we twee thema’s toe: Duurzame ICT en extra aandacht voor gezonde medewerkers. Ook starten we in 2009 met het
formuleren van de nieuwe strategie voor de periode 2011-2014. Onze bijdrage aan de oplossingen van maatschappelijke vraagstukken, welke richtinggevend zijn voor ons onderzoek, zullen hierin nog nadrukkelijker aanwezig zijn dan in het verleden. Ook onze inspanning om zelf maatschappelijk verantwoord te ondernemen, zetten we krachtig door. De eerste stappen zijn gezet. Dit maatschappelijk jaarverslag 2008 is voor ons een primeur. Het doet verslag van de eerste visies en initiatieven op het gebied van duurzaam ondernemen. We zijn nog lang niet op de plaats waar we willen zijn maar door het enthousiasme van de medewerkers van TNO kijk ik uit naar het vervolg in 2009 en volgende jaren.
Ir. Jan Mengelers, Voorzitter TNO Raad van Bestuur
4 TNO » voorwoord
maatschappelijke jaarverslag 2008
inhoudsopgave » over dit verslag 3 » voorwoord 4 1 » OVER TNO 6 3 » 1.1 ORGANISATIE 7 » 1.2 PROFIEL 9 » 1.3 STAKEHOLDERSDIALOOG 12 2 » MVO in ons onderzoek 14 » 2 .1 thema’s 15 » 2.2 projecten UIT 2008 20 » 2 .3 O ntwikkelings-
» 2.4 Klanttevredenheid 32 4 » EEN BETER MILIEU BEGINT BIJ » 2.5 Dierproefbeleid 33 TNO 44 » Medewerkers MAKEN TNO 35 » 4.1 ONZE MILIEUBELASTING 45 » 3 .1 M edewerkers» 4.2 Energie en gebouwen 47 tevredenheid 36 » 4.3 Mobiliteit 48 » 3.2 Arbeidsvoorwaarden 37 » 4 .4 Duurzaam inkopen 49 » 3 .3 O pleiding en » GRI-INDEX 50 » »
ontwikkeling 38 3 .4 DE Bedrijfscode 41 3.5 Diversiteit 42
samenwerking 28
5 TNO » INHOUDSOPGAVE
maatschappelijke jaarverslag 2008
1 OVER TNO Het beleid voor ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ van een organisatie moet passen bij haar activiteiten. Daarom informeren we u graag over onze organisatie, ons profiel en onze samenwerking met stakeholders. Mocht u als medewerker, opdrachtgever of overheid bekend zijn met TNO, dan nodigen we u uit verder te lezen in de hoofdstukken naar uw interesse.
WAT IS ONZE KERNTAAK? Onze kerntaak is ‘wetenschappelijke kennis toepasbaar maken om het innovatief vermogen van bedrijfsleven en overheid te versterken’. TNO is de afkorting van ‘Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek’.
TNO kenmerkt zich door zelfregulering. We hebben een bedrijfscode, een klokkenluidersregeling en een klachtenprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht. TNO heeft vestigingen door heel Nederland. Ons centraal kantoor staat in Delft.
Hoe werken we? In de TNO-wet is vastgelegd hoe de organisatie is ingericht en wat de verhouding is tot de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Deze wet trad op 1 mei 1932 in werking. Wij functioneren onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de minister van OCW, maar wij voeren zelfstandig onze taken uit. De overheidsfinanciering leggen wij iedere vier jaar vast op basis van het Strategisch Plan. Dit Strategisch Plan brengen wij ook iedere vier jaar uit.
6 TNO » inhoudsopgave » 1 OVER TNO
maatschappelijke jaarverslag 2008
ORGANISATIE TNO Raad van Toezicht
TNO Bedrijven B.V.
TNO Raad van Bestuur
TNO raad voor het Defensieonderzoek
TNO Corporate Staforganen Kenniscentra met andere kennisinstellingen
TNO Kwaliteit van Leven
TNO Defensie en Veiligheid
Businessunits
TNO Industrie en Techniek
TNO Bouw en Ondergrond
Businessunits
Businessunits
Organisatiestructuur TNO heeft uiteenlopende disciplines geclusterd in vijf kerngebieden: • TNO Kwaliteit van Leven • TNO Defensie en Veiligheid • TNO Industrie en Techniek • TNO Bouw en Ondergrond • TNO Informatie- en Communicatietechnologie TNO heeft daarnaast: • een Raad van Toezicht (RvT) • een Raad van Bestuur (RvB) •e en Raad voor het Defensieonderzoek (RDO) • een Centrale Ondernemingsraad (COR
TNO Informatie- en Communicatietechnologie
Businessunits
Businessunits
7 TNO » inhoudsopgave » 1 OVER TNO » 1.1 Organisatie
maatschappelijke jaarverslag 2008
ORGANISATIE • Raad van Toezicht De TNO Raad van Toezicht (RvT) adviseert de Raad van Bestuur en houdt toezicht op het beleid van de Raad van Bestuur. De RvT is onafhankelijk en bestaat uit acht leden. Deze leden worden benoemd bij Koninklijk Besluit. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen benoemt de voorzitter en drie leden. De Centrale Ondernemingsraad beveelt één van die drie leden aan. De minister van Economische Zaken benoemt de overige drie leden. •R aad van Bestuur De TNO Raad van Bestuur (RvB) telt drie leden. Zij worden voor onbepaalde tijd benoemd bij Koninklijk Besluit. De RvB overlegt eens in de twee maanden met de Centrale Ondernemingsraad van TNO. Tweemaal per jaar is er een Algemene Gang van Zakenvergadering waarbij ook de RvT aanwezig is. •R aad voor het Defensieonderzoek De TNO Raad voor het Defensieonderzoek (RDO) stelt het beleid voor het TNO Defensieonderzoek vast. Daarbij nemen ze de verantwoordelijkheden van de Raad van Bestuur mee.
• Centrale Ondernemingsraad De Centrale Ondernemingsraad (COR) bestaat uit 17 leden: • 3 leden uit elk kerngebied; • 1 lid uit de centrale staforganisatie; • 1 lid uit TNO Bedrijven (die de arbeidsvoorwaarden van TNO volgen). • De COR adviseert over aanstellingen van de RvB-leden en de stafdirecteuren. Dit geldt niet voor adviezen en instemmingen op onderwerpen die genoemd worden in de Wet op de Ondernemingsraden. Daarnaast onderhandelt de COR zelf met de RvB over de arbeidsvoorwaarden voor de TNO-medewerkers. • De officer voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO-officer) De MVO-officer legt verantwoording af aan de Bestuursraad. De Bestuursraad bestaat uit de Raad van Bestuur, de algemeen directeuren van de kerngebieden en de stafdirecteuren Financiën en Bedrijfsvoering, P&O, Strategie en Planning en Corporate Communicatie. In 2008 is het onderwerp ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen bij TNO’ besproken met de RvT en de COR.
Kenniscentra Wij hebben negentien kenniscentra opgericht, samen met universiteiten en bedrijven. In die kenniscentra ontwikkelen we kennis op zorgvuldig geselecteerde terreinen. TNO Bedrijven B.V. TNO heeft een aantal private deelnemingen. Deze deelnemingen zijn ondergebracht in één centrale houdstermaatschappij: TNO Bedrijven B.V. (TBB). Dit jaarverslag gaat niet over TBB. TBB verlengt onze missie door nieuw hoogwaardig en innovatief mkb te creëren. TBB ondersteunt en begeleidt zelfstandige bedrijven een aantal jaren intensief. Na een aantal jaren verkoopt TBB die bedrijven. Zo zorgt TBB ervoor dat onze kennis wordt omgezet in economische en maatschappelijke waarde. TBB is een privaatrechtelijke holding. TBB maakt geen aanspraak op overheidsfinanciering. Ook is TBB juridisch geheel gescheiden van onze publieke organisatie. Met deze formele constructie voorkomen we kruissubsidiëring en staatssteun.
8 TNO » inhoudsopgave » 1 OVER TNO » 1.1 Organisatie
maatschappelijke jaarverslag 2008
profiel Onze omzet In 2008 is de totale geconsolideerde omzet 600 miljoen euro. Een derde hiervan – 195 miljoen euro – is via overheidsfinanciering beschikbaar gesteld voor het ontwikkelen van nieuwe kennis (zie grafiek 1). De marktomzet van 405 miljoen euro bestaat voor 318 miljoen euro uit contractopdrachten van de vijf kerngebieden. De overige 93 miljoen euro van de marktomzet is de kennisexploitatie van of door circa 55 bedrijven onder TNO Bedrijven B.V. Overheidsfinanciering De verdeling van de kennisontwikkeling via de vraaggestuurde programma’s over de departementen is weergegeven in grafiek 2. 27 miljoen euro van de overheidsfinanciering is beschikbaar voor ‘kennis als vermogen over de thema’s heen’. Dit is kennisontwikkeling die niet direct gekoppeld is aan vraagsturing vanuit de maatschappij of de departementen.
TNO » inhoudsopgave » 1 OVER TNO » 1.2 profiel
Marktomzet De 318 miljoen euro uit contractopdrachten is kennistoepassing gebaseerd op de onderscheidende positie die de kerngebieden binnen de twaalf thema’s hebben weten op te bouwen via het vraaggestuurde onderzoek (de kennisontwikkeling). In grafiek 3 is weergegeven hoe de marktomzet is verdeeld over het Nederlandse bedrijfsleven (42 procent), Internationaal (35 procent) en Nederlandse overheden (23 procent).
een aparte BV-structuur ondergebracht. Deze bedrijven zijn veelal ontstaan als ‘spin-off’s’ of ‘spin-outs’ van activiteiten binnen de vijf kerngebieden. Deze maatschappelijke rapportage heeft verder geen betrekking op TNO bedrijven B.V.
De 93 miljoen euro van de marktomzet door circa 55 bedrijven onder TNO Bedrijven B.V. is de geconsolideerde omzet van de groepsmaatschappijen waarin TNO nog een belang van 50 procent of meer heeft. Ook zijn er 29 bedrijven die zich al zo sterk hebben ontwikkeld dat TNO daar inmiddels een minderheidsbelang in heeft. Deze kennisexploitatie krijgt geen overheidsfinanciering en is daarom in
Aantal medewerkers Het aantal medewerkers (gemiddeld effectief) voor 2008 bedraagt 4.572 waarvan 739 medewerkers bij de TNO Bedrijven en de overige bij de TNO organisatie. TNO telt 102 medewerkers buiten Nederland.
Meer informatie over de financiën In het jaarverslag van TNO wordt meer toelichting gegeven bij de cijfers in tabel 1, en de grondslagen die gebruikt zijn om de cijfers vast te stellen.
9 maatschappelijke jaarverslag 2008
profiel Kerngegevens
(in EUR x miljoen)
(in EUR x miljoen)
TNO: (Organisatie TNO incl. groepsmaatschappijen)
2008
2007
2006
Organisatie TNO
2008
2007
2006
Kennis als vermogen Binnen de thema’s Over thema’s heen (KAVOT) Beleids- en toepassingsgerichte kennisinvesteringen Totaal omzet overheidsfinanciering Marktomzet Omzet
47,1 27,2 120,4 194,7 405,0 599,7
50,8 26,2 119,4 196,4 382,5 578,9
72,8 123,0 195,8 373,8 569,6
Kennis als vermogen Binnen de thema’s Over thema’s heen (KAVOT) Beleids- en toepassingsgerichte kennisinvesteringen Totaal omzet overheidsfinanciering Marktomzet Omzet
47,1 27,2 120,4 194,7 316,9 511,6
50,8 26,2 119,4 196,4 307,7 504,1
72,8 123,0 195,8 303,9 499,7
Netto omzet 1) Toegevoegde waarde 2)
504,6 407,8
501,9 401,8
497,8 390,7
Bedrijfsresultaat voor bijzondere waardeverminderingen Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa Bedrijfsresultaat Nettoresultaat Nettoresultaat als % van de marktomzet
-5,3 -5,3 -10,6 -5,7 -1,4%
8,1 8,1 12,3 3,2%
10,5 10,5 13,1 3,5%
Bedrijfsresultaat voor bijzondere waardeverminderingen Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa Bedrijfsresultaat Resultaat (excl. resultaat groepsmaatschapijen) Bedrijfsresultaat TNO-kerngebieden Nettoresultaat TNO-kerngebieden
-6,0 -4,2 -10,2 -6,6 1,7 4,2
5,0 5,0 9,1 7,5 10,2
6,6 6,6 9,4 15,7 17,7
Aantal medewerkers (gem. effectief) Aantal medewerkers (effectief ultimo jaar) Netto omzet per medewerker (gem. effectief) in EUR x duizend Toegevoegde waarde per medewerker (gem. effectief) in EUR x duizend Personele lasten per medewerker (gem. effectief) in EUR x duizend Personele lasten
4.572 4.580 110.4 89,2 82,8 378,6
4.634 4.658 108.3 86,7 78,2 362,5
4.600 4.590 108,2 84,9 75,8 348,9
Aantal medewerkers (gem. effectief) Aantal medewerkers (effectief ultimo jaar) Omlooptijd onderhanden werken en debiteuren in maanden (TNO-kerngebieden) Solvabiliteit
3.833 3.813 2,1
4.003 4.033 2,0
4.027 4.024 2,2
0,47
0,51
0,47
Omzet
92,8
79,7
73,7
Werkkapitaal Eigen vermogen Cash flow 3) Investeringen Organisatie TNO Investeringen Groepsmaatschapijen Current ratio Solvabiliteit
31,5 201,1 53,9 38,3 19,7 1,19 0,44
33,3 206,7 56,5 53,9 6,5 1,22 0,48
47,5 194,1 62,2 40,2 7,5 1,28 0,44
Bedrijfsresultaat Nettoresultaat
-0,4 0,9
3,1 3,2
3,9 3,6
Aantal medewerkers (gem. effectief) Aantal medewerkers (effectief ultimo jaar)
739 767
631 625
573 566
1) Netto omzet = omzet - directe projectkosten 2) Toegevoegde waarde = netto omzet + overige bedrijfsopbrengsten - overige bedrijfslasten 3) Cash flow = resultaat + afschrijvingen + desinvesteringen + mutatie egalisatierekening investeringsmiddelen
TNO » inhoudsopgave » 1 OVER TNO » 1.2 profiel
Groepsmaatschapijen
10 maatschappelijke jaarverslag 2008
profiel Geconsolideerde omzet TNO 2008 (EUR 600 miljoen) incl. omzet TNO Groepsmaatschappijen Geconsolideerd groepsmaatschappijen 2008 = EUR 93 miljoen Kennisexploitatie TNO Groepsmaatschappijen 93 mln
Kennisontwikkeling Overheidsfinanciering 195 mln
Kennistoepassing Contract opdrachten 312 mln 1)
Kennistoepassing Contract opdrachten 312 mln 1
Kennisontwikkeling Overheidsfinanciering 195 mln
1
Kennisexploitatie TNO Groepsmaatschappijen 93 mln
Geschoond voor interne omzet
TNO overheidsfinanciering 2008 (EUR 195 miljoen) Kennis als vermogen binnen thema's (KAV) Kennis als vermogen over thema's heen (KAVOT) Beleids- en toepassings gerichte kennis investeringen (BTK) ministeries:
EZ
OCW 74 mln, waarvan 27 mln KAVOT
OCW
V&W
DEF 51 mln
VROM
LNV 4 mln
VWS
SZW 6 mln
SZW LNV
VWS 7 mln VROM 7 mln V&W 3 mln
DEF
EZ 43 mln, waarvan DINO 16 mln
Geconsolideerde marktomzet 2008 (EUR 405 miljoen) 2008 2007
Nederlandse bedrijfleven
170 mln 161 mln
Internationaal
140 mln 126 mln
Nederlandse overheden
95 mln 96 mln 0
TNO » inhoudsopgave » 1 OVER TNO » 1.2 profiel
50
100
150
200
11 maatschappelijke jaarverslag 2008
stakeholdersdialoog Wij ontwikkelen toepasbare, wetenschappelijke kennis voor het bedrijfsleven en de overheid. Het is voor ons belangrijk om een directe relatie en goede communicatie te hebben met stakeholders uit bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen. Zo kunnen we onze werkzaamheden solide en strategisch afstemmen. De structuur van de dialoog met onze stakeholders zorgt ervoor dat we zo veel mogelijk waarde creëren voor onze stakeholders. Zo dragen we ons steentje bij aan de maatschappij. Overleg en bezoeken De Raad van Bestuur heeft jaarlijks regulier overleg met de ministers van OCW, EZ en Defensie. Daarnaast brengen we jaarlijks bezoeken aan een groot aantal stakeholders en brengen relaties een bezoek aan TNO.
Ook nodigen we belangrijke stakeholders elk jaar uit om deel te nemen aan de TNO Round Tables. We wisselen dan met hen van gedachten over een belangrijk strategisch onderwerp voor de organisatie. In 2008 was internationalisering het onderwerp van die Round Table gesprekken. Strategisch Plan Iedere vier jaar maken we een Strategisch Plan. Daarin staat ons onderzoeksprogramma rond maatschappelijke en economische thema’s. We werken dit plan uit in overleg met onze stakeholders. Via de minister van OCW moet de ministerraad het plan goedkeuren. Daarna werken we de thema’s uit in vraaggestuurde programma’s. Hierbij laten we tien regievoerende departementen kennisvragen articuleren.
Strategische Adviesraden De Strategische Adviesraden adviseren onze kerngebieden over: • strategie • positionering • prioriteitstelling • (sub)themakeuze • programma’s op het werkgebied van het kerngebied Een Strategische Adviesraad stellen we samen uit vertegenwoordigers die bestuurservaring hebben in relevante sectoren voor ons kerngebied. Dit zijn sectoren van het (internationale) bedrijfsleven, van de kennisinfrastructuur en van de overheid.
12 TNO » inhoudsopgave » 1 OVER TNO » 1.3 stakeholdersdialoog
maatschappelijke jaarverslag 2008
stakeholdersdialoog Samenwerkingsverbanden Goede aansluiting op fundamenteel onderzoek is noodzakelijk. Daarom hebben we samenwerkingsverbanden met alle universiteiten in Nederland opgebouwd. Op dit moment zijn zo’n 60 TNO’ers als hoogleraar actief aan universiteiten. We participeren in 18 kenniscentra. In die kenniscentra werken meer dan 250 promovendi.
MVO beleid Ons MVO-beleid hebben we besproken met de Raad van Toezicht. Het beleid geven we nu verder vorm met input van: • het management van alle kerngebieden • Jong TNO • de ondernemingsraden Jong TNO nam in 2008 deel aan Young Leaders For Nature. Dit is een IUCN-netwerk gericht op maatschappelijk verantwoord ondernemen van Young Professionals uit verschillende bedrijven.
13 TNO » inhoudsopgave » 1 OVER TNO » 1.3 stakeholdersdialoog
maatschappelijke jaarverslag 2008
2 MVO IN ONS ONDERZOEK Onderzoek doen is een van onze kerntaken. Onze maatschappelijke thema’s zijn de kapstokken voor onze kennisontwikkeling. Deze kennisontwikkeling heeft een grote impact op onze samenleving. Samen met overheid en bedrijfsleven werken we in vijfentwintig markten1 aan projecten, die bijdragen aan een betere toekomst. Daar zijn we trots op. De klanttevredenheid is daarbij voor ons van groot belang. Ook dragen we bij aan ontwikkelingssamenwerking. Voor sommige onderzoeken zijn dierproeven noodzakelijk. In dit jaarverslag leest u wat ons dierproefbeleid is.
1
De vijfentwintig markten waar TNO werkzaam in is zijn: Arbeid, Automotive, Bodem en Water, Bouw, Chemie, Defensie, Defensie-industrie, Glastuinbouw, High-End-Equipment, ICT, Luchtvaart, Maritiem, Medical, Milieu en leefomgeving, Mobiliteit, Olie en Gas, Pharma, Preventie en zorg, Procesindustrie, Ruimtevaart, Sport, Strategie en Beleid, Telecom, Veiligheid, Voeding
TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK
14 maatschappelijke jaarverslag 2008
THEMA’S Elke vier jaar formuleren we nieuwe onderzoeksprogramma’s. Dit zijn series van onderzoeken die aansluiten bij een overkoepelend thema. Die onderwerpen kiezen we niet willekeurig. We werken op basis van maatschappelijke en economische thema’s. Dat zijn actuele onderwerpen en kwesties die beleidsmatig interessant en relevant zijn. Onderwerpen en kwesties die vragen om nieuwe antwoorden. Na vier jaar beoordelen de verantwoordelijke ministeries ons onderzoek en stellen we de onderzoeksprogramma’s bij, als dat nodig is. In 2008 werkten we aan de volgende twaalf maatschappelijke thema’s.
»m aatschappelijke » » » » »
veiligheid defensie gezond leven Voeding Arbeidsparticipatie en vergrijzing Bereikbaarheid
» Bouwen voor ruimte » leven met water » energie(huishouding) » leefomgeving » Hoogwaardige »
systemen, processen en materialen Optimale inzet van ICT
15 TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.1 THEMA’S
maatschappelijke jaarverslag 2008
maatschappelijke veiligheid
defensie
gezond leven
Veiligheid is niet vanzelfsprekend. Wij dragen bij aan de veiligheid door wetenschappelijk onderzoek op verschillende vlakken te combineren, zoals intelligence, ICT en gedragswetenschappen. Onze focus ligt op drie hoofdonderwerpen: ‘effectief en veilig ingrijpen’, ‘inlichtingen en informatiegestuurd optreden’ en ‘systeembenadering van veiligheid en infrastructuren’.
De veranderende verhoudingen in de wereld vragen om ander militair optreden. Militaire veiligheid hangt daarbij steeds nauwer samen met politieke en sociaaleconomische ontwikkeling. In- en externe veiligheid zijn steeds meer met elkaar verweven. Daarom werken wij aan oplossingen die gecoördineerde inzet van militaire, politieke en ontwikkelingscapaciteiten mogelijk maken. Met onze overheidspartners en het bedrijfsleven ontwikkelen we slimmere systemen, richten we processen optimaal in en laten we mensen beter functioneren.
Nederland kan de vraag naar zorg nauwelijks meer aan. Daarom leveren wij kennis en expertise op het gebied van gezond leven. Onze focus ligt bij ‘jeugd en gezondheid’, ‘bewegen en gezondheid’ en ‘zorginnovatie’.
Vitale voorzieningen blijken te kwetsbaar voor natuurrampen, criminaliteit en terrorisme. Toch moeten mensen in Nederland veilig zijn én zich veilig voelen, zonder dat hun privacy en bewegingsvrijheid worden aangetast. Daarom streven we altijd naar verbetering van de veiligheid.
TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.1 THEMA’S
Zo werken we aan doeltreffende en betaalbare defensie. Betaalbare veiligheid met inzet van maatschappelijk geaccepteerde middelen. Als innovatiepartner van bedrijfsleven en overheid dragen we zo nationaal en internationaal bij aan de veiligheid van de samenleving.
Nederlanders leven steeds ongezonder. Vooral jongeren bewegen te weinig en eten liever een snelle hap dan een goede maaltijd. Bovendien vergrijst de bevolking en… ouderdom komt met gebreken. Creatieve oplossingen voor deze problemen zijn hard nodig.
16 maatschappelijke jaarverslag 2008
voeding Steeds meer Nederlanders kampen met overgewicht en andere gezondheidsproblemen. Wij denken mee aan oplossingen voor ‘voedselvraagstukken’. Dat doen we vanuit een waaier aan wetenschappelijke disciplines van chemie tot ICT. Goede voeding lijkt in een welvarend land als Nederland vanzelfsprekend. Maar vanwege overgewicht en andere gezondheidsproblemen, stellen we steeds hogere eisen aan wat we eten. Het moet lekker zijn en passen bij onze levensstijl, maar het mag ons niet dik maken. En het liefst willen we dat het ook nog onze gezondheid bevordert. Daarnaast moet ons voedsel natuurlijk veilig zijn en blijven. Oók als er nieuwe gevaren op de loer liggen, zoals nieuwe besmettingen en ziekteverwekkers of resistentie tegen antibiotica.
TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.1 THEMA’S
arbeidsparticipatie en vergrijzing De arbeidsproductiviteit daalt. Wij zorgen voor kennis en expertise om de arbeidproductiviteit op peil te houden. Werkgevers willen het liefst jonge, gezonde en ondernemende werknemers. Maar er zijn steeds meer ouderen op de arbeidsmarkt en minder jongeren. Bovendien neemt het totaal aantal werkende mensen in Nederland voortdurend af. Om te voorkomen dat de arbeidsproductiviteit nog verder daalt, moeten meer mensen tot op hogere leeftijd gezond en productief blijven. Wie nu nog niet actief is, moet worden gestimuleerd om in de nabije toekomst wél te werken.
BEREIKBAARHEID Nederlanders staan massaal in de file. Maar niet alleen op de weg is het druk. Ook water, rail en lucht zitten dicht bij de top van hun capaciteit. Wij leveren een bijdrage aan innovatieve en slimme alternatieven om dit probleem op te lossen. Europese samenlevingen staan voor grote problemen, als het personen- en goederenvervoer nog verder groeit. Ze moeten veel investeren in de aanleg en onderhoud van de infrastructuur en terminals. Maar er zijn ook gevolgen voor de leefbaarheid. Klassieke oplossingen, zoals meer asfalt, zijn niet langer toereikend om aan de groeiende vervoersvraag tegemoet te komen. Daarom is er een grote behoefte aan innovatieve en slimme alternatieven.
17 maatschappelijke jaarverslag 2008
bouwen voor ruimte
leven met water
energie(huishouding)
Er zijn verschillende belangen als het gaat om de inrichting van ons land. Wij kijken naar al die belangen en adviseren over verbetering van beleidsprocessen.
Nationaal en internationaal gelden waterdoelstellingen, om veilig met water te leven. Om aan deze doelstellingen te voldoen, moeten we actie ondernemen en innoveren. Wij leveren deze innovaties.
Onze energiebronnen raken uitgeput en het klimaat verandert. Daarom doen wij onderzoek naar de exploratie en productie van olie, gas en duurzame (geo-)energie.
Bewoners, bedrijven, verkeersdeelnemers, milieuverenigingen … iedereen heeft belangen bij de inrichting van ons land. Hoe stemmen we die belangen goed op elkaar af? En hoe kunnen we ons land duurzaam ontwikkelen? Voor de mensen die er wonen. Voor ons milieu. En voor onze economie.
Leven onder de zeespiegel vinden we in Nederland de gewoonste zaak van de wereld. Maar onze delta raakt steeds dichter bevolkt. Door klimaatveranderingen stijgt bovendien de zeespiegel. Waterdoelstellingen zorgen voor onze veiligheid. Voorbeelden van waterdoelstellingen zijn de Nederlandse doelstellingen van het Nationaal Bestuursakkoord Water, de Europese Kaderrichtlijn Water en de Millennium Development Goals van de VN.
We gebruiken steeds meer energie. Thuis stijgt ons energieverbruik door een overvloed aan huishoudelijke apparaten. Vliegen naar verre oorden is de gewoonste zaak van de wereld. Toch willen we dat ook onze kinderen later nog genoeg energie hebben. En dat ze kunnen schaatsen in de winter. Onze energiehuishouding moet dus veranderen. Maar hoe? Dat onderzoeken wij.
18 TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.1 THEMA’S
maatschappelijke jaarverslag 2008
leefomgeving De ruimte in Nederland wordt intensief en meervoudig benut. Wij willen de druk op de leefomgeving verminderen door kennis te ontwikkelen voor beleidsmakers. We richten ons op twee gebieden: ‘kwaliteit van de leefomgeving’ en ‘duurzaam gebruik en beheer van de ondergrond’. In ons land wonen steeds meer mensen, die ook nog eens mobieler en actiever zijn en meer consumeren. De ruimte díe er is, wordt daardoor intensiever en meervoudig benut.
hoogwaardige systemen, processen en materialen Nederlandse bedrijven willen hun concurrentievoorsprong vasthouden door innovatief gebruik van hightechmaterialen. Wij helpen hen daarbij door kennis en expertise in te zetten. Er komen steeds snellere en kleinere producten op de markt én de functionaliteit wordt steeds groter. Of het nu gaat om gehoorapparaten of mobiele telefoons. De productie van deze microsystemen vereist speciale hoogwaardige instrumenten en productieapparatuur, waarmee op micro-, nano- of zelfs op picoschaal wordt gewerkt. Deze systemen worden niet alleen in Japan en Amerika ontwikkeld, maar ook in Nederland.
optimale inzet van ict Hoe kunnen we ICT nóg beter inzetten in onze samenleving? Wij onderzoeken deze vraag. ICT speelt een steeds grotere rol in ons dagelijks leven. We kunnen vanuit onze luie stoel een bezoek aan de bank brengen, een dvd’tje bestellen en informatie bij het gemeentehuis ophalen. De inzet van ICT in onze samenleving is enorm en de grens is nog lang niet bereikt. We zoeken antwoorden op vragen, zoals: welke diensten en netwerken kunnen we ontwikkelen om de communicatie en informatie-uitwisseling nog verder te verbeteren? En welke strategie moeten we hiervoor uitzetten?
19 TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.1 THEMA’S
maatschappelijke jaarverslag 2008
projecten uit 2008 We zijn trots op de projecten waar we in 2008 aan gewerkt hebben. Er zijn vele voorbeelden van projecten waaruit blijkt dat we maatschappelijk verantwoord ondernemen. We beschrijven er hier zeven.
» Bacterie wordt medicijnfabriek » Gezond aanbod schept eigen vraag » Vinger aan de pols » Kruisbestuiving in de kas » Hulp op kritieke momenten » Satelliet meet luchtvervuiling » Het opsporen van aardwarmte
20 TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.2 projecten uit 2008
maatschappelijke jaarverslag 2008
projecten uit 2008
Bacterie wordt medicijnfabriek Bacteriën worden vaak geassocieerd met ziek wórden. Het is minder bekend dat bacteriën ook helpen om beter te worden. Hoe? Door als medicijnfabriek te fungeren. Dat is wat het Vlaamse bedrijf ActoGeniX nu samen met ons ontwikkelt.
Genetisch gemodificeerde melkzuurbacteriën kunnen het verstoorde immuunsysteem van patiënten corrigeren. Patiënten met de ziekte van Crohn bijvoorbeeld. De werking van dit middel hebben we eerst bij een aantal proefdiermodellen bewezen. Later deden we een klinische proef met echte patiënten. Ook toen bleek het middel succesvol.
Voordat we dit middel als medicijn kunnen registeren, zijn veel meer proeven en zekerheden noodzakelijk. Wij helpen ActoGeniX met de toxicologiestudies, om de veiligheid van het middel en zijn doorontwikkelingen verder vast te stellen. ActoGeniX zocht precies onze ervaring met zeer ingewikkelde moleculaire analyses in combinatie met geavanceerde bioanalyse van de levende en dode bacteriestammen in het lichaam. Met de systematiek van ActoGeniX zijn voorstadia van geneesmiddelen veel sneller te ontwikkelen dan met chemische synthese. Dat is belangrijk als je moet kiezen uit 30.000 soorten bacteriën in het menselijk lichaam om op door te bouwen.
TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.2 projecten uit 2008
21 maatschappelijke jaarverslag 2008
projecten uit 2008
Gezond aanbod schept eigen vraag Overgewicht bij kinderen is een groeiend probleem. Wij zijn op vele fronten actief om obesitas tegen te gaan, vooral bij kinderen. Te zware kinderen krijgen gezondheidsproblemen waar ze de rest van hun leven last van hebben. Twee voorbeelden van het werk dat we samen met partners deden: • stimuleren van gezonde tussendoortjes; • verbeteren van speelplaatsen. Het is goed om gezonde producten aan te bieden op school. Dat stimuleert scholieren om een gezond tussendoortje te kiezen. Dit blijkt uit een onderzoek dat wij deden
met het NIGZ en het Voedingscentrum. Het werkt veel minder goed om caloriearme snacks en lightfrisdranken goedkoper te maken of te labelen als gezond product. Veel scholen, maar ook aanbieders van versnaperingen zijn geïnteresseerd in de resultaten van ons onderzoek. Steeds meer kinderen in de grote steden bewegen te weinig. Dit komt onder andere door het ontbreken van voldoende geschikte en kwalitatief goede sport- en speelmogelijkheden in hun directe woonomgeving. Uit ons onderzoek blijkt dat gemeenten kinderen kunnen stimuleren om meer te bewegen door:
TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.2 projecten uit 2008
• speelplekken in wijken op maat in te richten; • activiteiten te organiseren; • de omgeving van de speelplekken schoon, veilig en goed bereikbaar te maken. We hebben zes bestaande speelplekken onderzocht om te achterhalen welk factoren een speelplek succesvol maken. Er is gekeken naar de motorische vaardigheden, de integratie en het beweegplezier van kinderen in de basisschoolleeftijd. Dit onderzoek deden we met subsidie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
22 maatschappelijke jaarverslag 2008
projecten uit 2008 Vinger aan de pols
In 2008 ging het nieuwe geavanceerde trainingscentrum van het Brandweer Opleiding Centrum Amsterdam Amstelland Schiphol (BOCAS) open. Het heeft ongekende en zeer realistische trainingsmogelijkheden. Wij hebben er een permanent fieldlab, dat we gebruiken voor realtimeonderzoek over brandweermensen. Tijdens oefeningen controleren we de fysieke gesteldheid van hulpverleners en testen en beoordelen nieuwe technische ontwikkelingen in de praktijk. Op deze manier dichten we de kloof tussen onderzoek en praktijk. De brandweer kan met het nieuwste van het nieuwste werken. Bovendien krijgen brandweerlieden directe feedback over hun prestaties en conditie. In het fieldlab kunnen wij onze kennisontwikkeling meteen toepassen. We doen steeds meer onderzoek in het veld, maar dat heeft het risico dat metingen niet reproduceerbaar zijn en we afhankelijk zijn van de situatie en incidenten. Het fieldlab is daarom een mooie tussenweg: alle mogelijke oefenscenario’s zijn computergestuurd en gecontroleerd. Dat geeft de experimenten een enorme waarde en maakt de onderzoeksresultaten significant. Dit komt de maatschappij ten goede. Maar vooral ook de veiligheid van de brandweermensen.
TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.2 projecten uit 2008
23 maatschappelijke jaarverslag 2008
projecten uit 2008 Kruisbestuiving in de kas
Wij zijn partner geworden in het Fieldlab Glastuinbouw dat in 2008 opende. In dit Fieldlab werken kwekers, onderzoekers, en toeleveranciers nauw samen aan nieuwe technologie voor toepassing in de kas. Door continue innovaties kan de Nederlandse glastuinbouwsector hiermee haar wereldwijde toppositie nog verder uitbouwen. Eén van de succesvolle projecten van het Fieldlab Glastuinbouw is ‘het meerlaags rozenteeltsysteem met LED-verlichting’. Het is steeds moeilijker om rendabel rozen te kweken in Nederland. Met dit meerlaags teeltsysteem kunnen de kwekers een hogere productie halen. Door de LED-verlichting hebben ze minder energie nodig. De rozen circuleren namelijk over beide lagen, waarbij de rozen onderin licht krijgen van LED-lampen. De warmte daarvan wordt weer gebruikt om de kas mee te verwarmen. Een mooi staaltje van samenwerking tussen teler en techniek. Het Fieldlab Glastuinbouw maakt ‘open innovatie’ mogelijk. Dat wil zeggen dat er met verschillende partijen wordt samengewerkt. Partijen die allemaal hun specifieke vragen hebben. En daarmee ook hun eigen inbreng. Het Fieldlab Glastuinbouw is op die manier een trefpunt van onderzoekers en gebruikers, die er samen en op proefondervindelijke wijze werken aan marktgerichte innovaties. Om het in toepasselijke termen te zeggen: er is hier sprake van kruisbestuiving tussen kennis en praktijk.
TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.2 projecten uit 2008
24 maatschappelijke jaarverslag 2008
projecten uit 2008 Hulp op kritieke momenten
Wij hebben samen met autoproducenten en onderzoeksinstituten het AIDE-systeem ontwikkeld. Het AIDE-systeem zorgt ervoor dat de bestuurder de belangrijkste boodschap het eerste ontvangt. Hiermee voorkomen we gevaarlijk situaties op de weg. Vooral in nieuwere en duurdere auto’s komen steeds meer systemen die de bestuurder ondersteunen bij zijn taak of die een handige gadget zijn. Al die systemen geven los van elkaar audiovisuele boodschappen door. Zo kun je op hetzelfde moment verschillende boodschappen doorkrijgen. Verwarrend én gevaarlijk. Het AIDE-systeem zorgt ervoor dat boodschappen pas binnen-komen als de verkeerssituatie en werklast van de bestuurder het toelaten. Bovendien komen de boodschappen binnen in volgorde van urgentie. AIDE staat voor Adaptive Integrated Driver-vehicle interfacE. Dit systeem integreert verschillende systemen in één interface. In april 2008 is het EU-project AIDE afgesloten. TNO had de leiding over het AIDE-subproject ‘Onderzoeksmethodologie’. In dit project hebben we met verschillende instituten een handboek met richtlijnen ontwikkeld, waarin staat hoe fabrikanten zelf de effectiviteit van hun nieuwe autosystemen kunnen onderzoeken en testen. Fiat koos voor het AIDE-systeem en vroeg ons dit te onderzoeken. De uitkomsten van het onderzoek waren positief. Het blijkt dat het AIDE-systeem het grootste effect heeft op kritische momenten. Dat namen we vooral waar in onze rijsimulator in Soesterberg.
In een simulator kun je systemen intensief testen, zonder mensen in gevaar te brengen. Bestuurders bleken met AIDE ‘aan’ langer en vaker op de weg te kijken en minder op het dashboard. En heel belangrijk: de meeste bestuurders vonden rijden met het AIDE-systeem ‘aan’ prettiger dan ‘uit’.
TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.2 projecten uit 2008
25 maatschappelijke jaarverslag 2008
projecten uit 2008
Satelliet meet luchtvervuiling
De klimaatproblematiek vereist hoe langer hoe meer geavanceerde methoden om te monitoren en analyses te maken. Wij leverden een belangrijke bijdrage aan het ontwerp, de fabricage en de calibratie van het Nederlands observatie-instrument TROPOMI (Trospospheric Ozone Monitoring Instrument). TROPOMI is een instrument dat vanaf een satelliet informatie genereert over luchtvervuiling, broeikasgassen, de atmosfeer en het ozongat. TROPOMI draait in 2014 in een baan rond de aarde.
Eind 2008 gaf ruimtevaartorganisatie ESA het groene licht om TROPOMI te bouwen. We hadden al eerder succes met ons eerste Ozone Monitoring Instrument (OMI). Met de ontwikkeling van Tropomi spelen we in op een van de speerpunten van het Nederlands Ruimtevaartbeleid: aardobservatie en het commercieel gebruik van aardobservatiedata. TROPOMI kan wetenschappers waardevolle gegevens opleveren voor onderzoek naar luchtvervuiling en klimaatverandering. Het instrument gaat dagelijks vanuit de ruimte meten, met een precisie die nog niet bestaat. Iedere dag kan een beeld van de aarde
TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.2 projecten uit 2008
worden geven met een pixelgrootte van 10 bij 10 kilometer. Een aanzienlijke verbetering ten opzichte van OMI! TROPOMI is zelfs in staat tussen de wolken door de atmosfeer te scannen en de uitstoot van luchtvervuiling door steden en voorsteden te onderscheiden. We kunnen dus zien of genomen milieumaatregelen wel het beoogde effect hebben. TROPOMI komt voort uit een samenwerking tussen KNMI, SRON, Dutch Space en TNO. De opdrachtgever is het NIVR (Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart).
26
maatschappelijke jaarverslag 2008
projecten uit 2008 Het opsporen van aardwarmte
Aardwarmte oftwel geothermie is een belangrijk energiebron voor de toekomst. TNO beschikt, als geologische dienst van Nederland, over veel belangrijke data. Met deze data kunnen we geothermie inzetten als nieuwe energiebron. Hoe dieper in de aarde, hoe hoger de temperatuur van het water is. De temperatuur van het grondwater in Nederland stijgt zo’n 30˚C per kilometer. Dat betekent dat we op een diepte van twee kilometer al aardwarmte kunnen winnen voor grootschalige verwarming van kassen en gebouwen. Nederland is bij uitstek geschikt voor de ontwikkeling van geothermie, door we erg veel kennis hebben van de diepe ondergrond.
De gegevens van onze geologische dienst en onze kennis van de ondergrond hebben gezorgd voor de eerste geothermische installatie in Bleiswijk voor een tomatenkwekerij. Binnenkort realiseren we een installatie voor de verwarming van meer dan 4.000 huizen in Den Haag. En dit is nog maar het begin. Begin 2009 waren er meer dan 30 opsporingsvergunningsaanvragen voor vergelijkbare projecten, verspreid over heel Nederland. TNO verwacht op grond van detailkennis van de ondergrond dat in de nabije toekomst een equivalent van 1 miljoen huizen voor een periode van 100 jaar met geothermie verwarmd kan worden. De stap die nu gezet moet worden,
is kijken op welke plekken in Nederland geothermie lokaal toegepast kan worden voor de verwarming van gebouwen of kassen. Ondernemers en overheden die aan de slag willen met geothermie hebben behoefte aan laagdrempelige informatie van de ondergrond om eenvoudig te kunnen bepalen of de betreffende locatie geschikt is voor het benutten van aardwarmte. Om aan deze vraag te voldoen heeft TNO een geothermisch informatiesysteem ontwikkeld dat medio 2009 beschikbaar komt. Met dit gratis internetsysteem kan iedereen in zijn leefomgeving nagaan of geothermie een interessante optie is. Ondertussen kijken wij naar de allernieuwste ontwikkeling: de productie van elektriciteit uit aardwarmte.
27 TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.2 projecten uit 2008
maatschappelijke jaarverslag 2008
Ontwikkelingssamenwerking Circa 2 miljard mensen in ontwikkelingslanden leven onder de armoedegrens met een inkomen van minder dan anderhalve dollar per dag. Deze zogeheten Base of the Pyramid (BoP) heeft een groot maatschappelijk en economisch potentieel. TNO wil vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid bijdragen aan verbetering van de levenskwaliteit van de BoP en zet daarom sinds 2007 haar innovatieve kennis en procesexpertise in voor vraagstukken van de BoP op het gebied van duurzame energie, klimaat, ict, voedsel en water. Zo stimuleren we lokale economische ontwikkeling op een duurzame manier om de onrechtvaardige onbalans in de wereld te reduceren.
Hiermee leveren we een bijdrage aan de Millennium Development Goals die door 189 VN-landen zijn ondertekend, waaronder door Nederland. TNO Flying Innovation Team In het TNO-programma Ontwikkelingssamenwerking lopen momenteel vijfentwintig projecten, voornamelijk in India, Ghana en Zambia. We werken hierin nauw samen met nationale en internationale NGO’s. TNO heeft een team van twintig projectmanagers die deze projecten inhoudelijk en financieeleconomisch organiseren. Dit TNO Flying Innovation Team, dat is opgestart met behulp van eigen financiële middelen, is speciaal opgeleid voor dit werk
door middel van onder andere een veiligheidstraining, een workshop ethiek, een module systeeminnovatie en een studiereis.
» Elektriciteit uit zonneovens en » »
biogas Steenwol in de mangoteelt Internet in Zambia
28 TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.3 ontwikkelingssamenwerking
maatschappelijke jaarverslag 2008
Ontwikkelingssamenwerking Elektriciteit uit zonneovens en biogas
Vluchtelingen uit Bhutan, ondergebracht in een kamp in India, mogen geen hout sprokkelen, omdat dat te grote nadelige gevolgen zou hebben op de omgeving. UNHCR geeft ze daarom petroleum om op te koken. Maar dat is nogal prijzig. Dus werd besloten om zonneparabolen in te zetten. Dat zijn grote schotels van reflecterend materiaal waarmee mensen zonnewarmte kunnen gebruiken om te koken. Het kamp heeft nu zesduizend zonneparabolen
voor twaalfduizend families. De vraag vanuit Stichting Vluchteling was of er meer gebruik kan worden gemaakt van zonne-energie, omdat er een tekort is aan alle vormen van energie. TNO heeft een warmtebatterij ontwikkeld waarbij ’s avonds een led-lampje kan branden op de energie die is opgevangen in de zonneparabool. Deze technische applicatie zal in 2009 uitontwikkeld en in de praktijk getest worden. Deze technologie blijkt ook bruikbaar bij biogasinstallaties. Biogas is een wijd verspreide energievorm in Azië. Door vergisting van
koeienmest en groenafval in een eigen biogasinstallatie heeft een gezin voldoende gas om dagelijks op te koken. Dit spaart het bos, voorkomt erosie, is gezonder, reduceert de CO2-uitstoot én is minder tijdrovend dan hout sprokkelen. Vaak is er meer gas dan nodig is. Dankzij TNO kan dit nu omgezet worden in elektriciteit. Zo kunnen mensen een led-lamp branden, mobiele telefoons en batterijen opladen en mogelijk zelfs een televisie of computer aansluiten op een biogasinstallatie.
29 TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.3 ontwikkelingssamenwerking
maatschappelijke jaarverslag 2008
Ontwikkelingssamenwerking
Steenwol in de mangoteelt
In drogere semi-aride gebieden in de wereld wonen arme mensen die leven van de teelt van gewassen rond hun huis. De grond in deze gebieden houdt slecht water vast en alleen met intensief irrigeren groeien er planten. Water is in deze gebieden schaars en kostbaar. TNO heeft een innovatieve manier gevonden waardoor de grond meer water kan vasthouden: het gebruik van steenwol, zoals we dit in Nederland kennen vanuit de kassen. Samen met ICCO en Adats heeft TNO in Bagepalli, India, in het voorjaar van 2008 een proefproject uitgevoerd. Na succesvolle resultaten zijn in juli 2008 op twee percelen ruim 2300 mangoboompjes
geplant. Met sensoren registreren we de waterhuishouding rond de wortels van de mangobomen. In juli 2009 kunnen we aangeven of deze werkwijze succesvol is. Doel is het verlies van mangobomen in de eerste drie jaar met 30% te verminderen en de tijd en kosten voor irrigatie met 50% te reduceren. Daarmee wordt het rendement van de mangoteelt sterk verhoogd. Hierdoor zal het inkomen van boeren naar verwachting na drie jaar verdriedubbelen. Momenteel bespreken we hoe steenwol lokaal geproduceerd en gedistribueerd kan worden en overleggen we met ondernemers en financiers die willen meewerken in dit innovatieve traject.
TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.3 ontwikkelingssamenwerking
30 maatschappelijke jaarverslag 2008
Ontwikkelingssamenwerking Internet in Zambia
In Nederland kun je internet ontvangen via de telefoonlijn, de kabel of zelfs op je mobiel. In een Zambiaans dorp kan dat niet. Wil je daar een internetverbinding hebben, dan ben je aangewezen op de satelliet. Linknet, een Zambiaanse organisatie, voorzag een dorp van internet door op een centrale plek een satellietschotel te plaatsen. De dorpsbewoners maakten via WiFi verbinding met de centrale. Linknet liet hiermee zien dat het mogelijk is om een ruraal dorp met internet te verbinden. De volgende stap is een verbinding voor 200 dorpen, de aansluitingen verspreid over het Zambiaanse platteland. Dit vergt nogal wat organisatie en kennis. TNO werkt hierin met Linknet samen. We dragen kennis over, maakten een uitgewerkt mastercurriculum voor een ICTopleiding met de Universiteit van Zambia en koppelen partners in interessante netwerken. In 2009 gaan we internet attractiever maken door de content meer af te stemmen op de Afrikaanse situatie en willen we de impact van alle activiteiten monitoren.
31 TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.3 ontwikkelingssamenwerking
maatschappelijke jaarverslag 2008
klanttevredenheid TNO wil het innovatief vermogen van de overheid en het bedrijfsleven vergroten. Maar dat doen we niet alleen. Onze opdrachtgevers zijn daarbij van groot belang. Alleen samen met hen kunnen we kennis omzetten in producten en diensten waar de maatschappij daadwerkelijk baat bij heeft. Daarom is klanttevredenheid een belangrijk item in een mvo-jaarverslag. TNO kent een uitgebreid systeem om de klanttevredenheid te meten. Zo worden de belangrijke projecten standaard geëvalueerd. In aanvulling hierop voert een extern bureau in een driejaarlijkse cyclus klanttevredenheidsaudits uit waarbij alle onderdelen van TNO
aan de beurt komen. Uit de audit van 2008 is gebleken dat TNO erin geslaagd is om alle tien de belangrijkste service- en productaspecten te verbeteren. Vooral inlevingsvermogen, communicatie en bereikbaarheid scoorden hoger. Kennis en deskundigheid zijn traditioneel aspecten die klanten sterk waarderen, evenals het ‘eindproduct’. Als zwak punt wordt de levertijd het meest genoemd. Door de gerealiseerde verbeteringen is de algemene klanttevredenheidsscore van TNO licht gestegen.
Hoe gaan we om met klachten? We hebben een zorgvuldig klachtenbehandelingsproces in het leven geroepen. Van elke uiting van ontevredenheid, stellen we de desbetreffende businessunitmanager op de hoogte. Een kwaliteitsfunctionaris analyseert de klachten elk jaar, zodat we eventueel structurele maatregelen kunnen nemen. De projectevaluaties, klanttevredenheidsaudits en klachtenbehandeling zijn onderdeel van onze stakeholderdialoog.
32 TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.4 klanttevredenheid
maatschappelijke jaarverslag 2008
dierproefbeleid Dierproeven zijn helaas nog steeds noodzakelijk bij onze onderzoeken. De redenen hiervoor zijn dat de wetgever deze eis stelt en dat er vaak nog geen alternatieven zijn. Wij zijn wel voortdurend op zoek naar alternatieven voor dierproeven. Als die er nog niet zijn houden we ons aan ons zorgvuldig geformuleerde proefdierbeleid. De uitgangspunten van ons dierproevenbeleid zijn: • We voeren alleen dierproeven uit als dit wettelijk vereist is of als er geen betrouwbare alternatieven zijn; •We leveren een actieve bijdrage aan de ontwikkeling en toepassing van alternatieven voor dierproeven (de drie V’s: Vervanging, Vermindering, Verfijning); • We houden ons uiteraard strikt aan de wettelijke regels en voorschriften.
We hechten veel belang aan de intrinsieke waarde van proefdieren. Bij alle experimenten toetsen we of het ethisch verantwoord is om een dierproef te doen. Zorgvuldige behandeling van de dieren staat voorop en we nemen actief deel aan de maatschappelijke discussie over het gebruik van proefdieren. Dankzij onze vooraanstaande positie op veel onderzoeksterreinen, zijn wij goed op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van proefdiergebruik. Het gaat dan om ontwikkelingen die tot een vermindering van het aantal proefdieren of tot een verbetering van hun levensomstandigheden leidt. Wij zijn erop gespitst om deze ontwikkelingen ook in ons eigen handelen toe te passen.
Zoeken naar alternatieven Samen met andere kennisinstellingen en bedrijven zoekt TNO naar alternatieven voor dierproeven op verschillende onderzoeksterreinen, waarvan we er hier drie weergeven.
33 TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.5 dierproefbeleid
maatschappelijke jaarverslag 2008
dierproefbeleid Opname van medicijnen en voedingsmiddelen Medicijnen of gezonde voedingsmiddelen werken pas als ze goed opgenomen worden in het lichaam. TNO heeft een in vitro maagdarmmodel (TIM) ontwikkeld dat al geruime tijd wordt gebruikt om de spijsvertering van de mens na te bootsen. In dit model wordt de interactie van voedingsmiddelen en medicijnen bestudeerd. Door koppeling van gegevens uit TIM en opname van stoffen over de darmwand kan met computermodellen de verdeling over het lichaam berekend worden. Op die manier wordt de biobeschikbaarheid van stoffen uit voeding en medicijnen in de mens voorspeld. We blijven in de toekomst modellen ontwikkelen die beter voorspellend zijn voor de mens.
Ontwikkeling van embryo’s De ontwikkeling van embryo’s kan verstoord worden door schadelijke stoffen. Onderzoek naar de ontwikkeling van embryo’s kost op dit moment veel proefdieren. TNO onderzoekt mogelijkheden om het aantal proefdieren en de mate van ongerief sterk te reduceren, bijvoorbeeld door het gebruik van beeldanalyse. TNO zoekt ook alternatieven. Zo wordt onderzocht of stamcellen, afkomstig van muizen, ingezet kunnen worden om een voorspelling te doen over de remmende werking van stoffen op de ontwikkeling tot hartcellen en de hersenen (embryotoxiciteit). Op deze manier kunnen nieuwe geneesmiddelen of chemicaliën sneller en zonder proefdieren geselecteerd worden.
TNO » inhoudsopgave » 2 MVO IN ONS ONDERZOEK » 2.5 dierproefbeleid
Reuma TNO zoekt naar alternatieven voor dierproeven voor onderzoek aan reuma. Reuma is een veelvoorkomende, sterk invaliderende ziekte, die patiënten ontstoken gewrichten en pijn bezorgt. Wetenschappers weten niet precies hoe de ziekteprocessen in het lichaam verlopen, maar het is duidelijk dat verschillende cellen betrokken zijn bij het ontstaan en de voortgang van de ziekte. Tot nu toe waren reumaonderzoekers vaak aangewezen op proefdieren, omdat ze hiermee een complexe ziekte het beste kunnen nabootsen. Een nieuw ontwikkeld model zonder proefdieren combineert twee relevante celtypen, waardoor ook de complexere ziekteprocessen te bestuderen zijn. Ook is het mogelijk de effecten van nieuwe geneesmiddelen te testen zonder dat daarvoor proefdieren nodig zijn. Dat kan het aantal dierproeven in vervolgonderzoek flink omlaag schroeven.
34
maatschappelijke jaarverslag 2008
3 medewerkers maken tno We zijn sterk afhankelijk van goed opgeleide, wetenschappelijke professionals. De vraagstukken van morgen vragen om verregaande oplossingen. Deze uitdaging vraagt creativiteit, onverschrokkenheid en enthousiasme van de werknemers. TNO wil graag de juiste werkomgeving creeëren om deze eigenschappen in de medewerkers en de teams naar boven te halen. Dit stimuleren we door diversiteit, jaarlijkse ontwikkelgesprekken, opleiding en persoonlijke competentieontwikkeling en goede mogelijkheden voor individuele arbeidsvoorwaarden. Ieder jaar peilt TNO de motivatie en wensen van de TNO’ers in het medewerkerstevredenheid-onderzoek. De gemeenschappelijke identiteit van alle TNO-medewerkers is samengevat in de zogenoemde TNO-bedrijfscode.
TNO » inhoudsopgave » 3 medewerkers maken tno
Dat onze medewerkers (inter)nationaal in hoog aanzien staan, wordt onder meer duidelijk uit de vele prijzen en erkenningen die zij het afgelopen jaar hebben ontvangen. In het financieel jaarverslag is een overzicht opgenomen van deze TNO-toppers. TNO zelf reikt ieder jaar de prijs ‘excellente jonge onderzoeker’ uit. TNO werd in 2008 door werkzoekenden gezien als een favoriete werkgever. TNO eindigde op de tiende plaats van favoriete werkgevers in het Intermediair Imago Onderzoek, en op de eertse plaats volgens bezoekers van het Bio Career Event.
Plannen 2009 In het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen schenken we in 2009 extra aandacht aan gezonde en vitale medewerkers. Dat sluit goed aan op lopende initiatieven, zoals onze arbocatalogus en de implementatie van ‘ProfiTaal’ met onze zorgverzekeraar. Vitaliteit is nodig om langdurig energiek, vol enthousiasme en optimaal te kunnen functioneren, om te kunnen vernieuwen en om alle aanwezige kennis ook optimaal in te kunnen zetten.
35 maatschappelijke jaarverslag 2008
medewerkerstevredenheid Iedere twee jaar onderzoeken we hoe tevreden onze medewerkers zijn. Daarmee krijgen we inzicht in de motivatie en wensen van onze medewerkers. In 2008 was de respons van 66% hoger dan voorheen. De medewerkers gaven TNO gemiddeld een rapportcijfer 7,4 en dat is ook hoger. We hebben het onderzoek in 2008 ook anders aangepakt. Het was nu een mix van kwantitatieve en kwalitatieve analyses, gericht op verbeteracties. Het onderzoek had als titel ‘Nieuw TNO Peil’.
Uit het onderzoek blijkt dat TNO-medewerkers veel plezier in hun werk hebben, betrokken en overwegend trots zijn op de organisatie. Er is steeds meer vertrouwen tussen medewerkers en leidinggevenden. Onze medewerkers nemen verantwoordelijkheid in het werk. Sterke motivatoren zijn de samenwerking met collega’s, de inhoud van het werk en de arbeidsvoorwaarden. Kritisch zijn ze over de werkorganisatie, de werkprocessen en de hoeveelheid werk.
36 TNO » inhoudsopgave » 3 medewerkers maken tno » 3.1 medewerkerstevredenheid
maatschappelijke jaarverslag 2008
arbeidsvoorwaarden Zelf je arbeidsvoorwaarden kiezen Wij hebben veel hoogopgeleide professionals in dienst. Voor hen is het belangrijk dat secundaire arbeidsvoorwaarden op hun individuele wensen worden afgestemd. Dat kan de motivatie van medewerkers namelijk bevorderen. Dit vereist maatwerk. Daarom kennen we sinds een aantal jaren een systeem van arbeidsvoorwaarden à la carte. Dat houdt in dat onze medewerkers kunnen kiezen tussen bepaalde arbeidsvoorwaarden, uiteraard binnen een aantal randvoorwaarden. Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen uit: • meer vrije tijd; • meer salaris tegen inruiling van vrije tijd; • een hogere bijdrage in de reiskostenvergoeding; • een werkgeversbijdrage in de levensloopregeling. In december kiezen onze medewerkers
hun arbeidsvoorwaarden voor het volgende Het bestuur heeft hiervoor een ethische jaar. Veel medewerkers maken gebruik commissie ingesteld die hierover adviseert. van deze mogelijkheid. Dit leidde tot het hanteren van een algemeen aanvaarde ‘zwarte lijst’ en Pensioenfonds de publicatie van de actuele beleggingen Onze pensioenvoorziening is ondergebracht op de website van het fonds. Het pensibij de Stichting Pensioenfonds TNO. oenfonds houdt zich bij de volgende De pensioenregeling van het Pensioenfonds onderwerpen aan de principes voor TNO is een voorwaardelijke goed pensioenfonds bestuur: middelloonregeling. Het voorziet in: • integere bedrijfsvoering • een ouderdomspensioen vanaf 65 jaar; • medezeggenschap • een arbeidsongeschiktheidspensioen op • verantwoording risicobasis; • toezicht • een partner- en wezenpensioen voor de • deskundigheid nabestaanden. • transparant functioneren. Deze punten heeft het pensioenfonds Het doel van het fonds is het streven uitgewerkt in zijn jaarverslag. naar een zo hoog mogelijk lange termijn rendement op het belegd vermogen, tegen een acceptabel risico. De beleggingen moeten maatschappelijk verantwoord en aanvaardbaar te zijn.
37 TNO » inhoudsopgave » 3 medewerkers maken tno » 3.2 arbeidsvoorwaarden
maatschappelijke jaarverslag 2008
Opleiding en ontwikkeling Opleiding en ontwikkeling van personeel zijn van cruciaal belang voor een kennisinstelling als TNO. Daarom hebben we hiervoor 5% van de loonsom gereserveerd. Onze visie op ontwikkeling is dat iedereen talent heeft. Van onze medewerkers verwachten we dat zij zich continu ontwikkelen en daarbij het heft in eigen handen nemen. Een TNO’er is zelf verantwoordelijk voor zijn of haar eigen ontwikkeling. De leidinggevende en de afdeling P&O bieden daarbij de nodige ondersteuning. Ontwikkeling kan gericht zijn op een horizontale of verticale loopbaanstap binnen of buiten de organisatie. Ontwikkelgesprekken In 2008 hebben we nieuw beleid gemaakt voor onze beloningen en de ROC’s.
Dat zijn Resultaat-, Ontwikkelings- en Coachingsgesprekken. Dit beleid geldt voor al onze medewerkers. Een belangrijk beleidsuitgangspunt is dat opleiding en ontwikkeling een gedeelde verantwoordelijkheid zijn van de medewerker en zijn leidinggevende. Minstens twee keer per jaar voeren leidinggevenden en medewerkers een gesprek. Het eerste gesprek binnen de ROC-cyclus is een ontwikkelgesprek; dit is toekomstgericht en heeft voornamelijk betrekking op de ontwikkeling van de medewerker op de langere termijn. Het tweede gesprek is een beoordelingsgesprek. Hierin staat het functioneren van de medewerker in de afgelopen periode centraal. De leidinggevende koppelt hier een beoordeling aan. In de nieuwe
TNO » inhoudsopgave » 3 medewerkers maken tno » 3.3 opleiding en ontwikkeling
beloningssystematiek is het salaris afhankelijk van het eindoordeel over het functioneren en de relatieve salarispositie. Er is veel tijd en aandacht besteed aan de implementatie van de nieuwe ROC gesprekken en beloning. Voor zowel leidinggevenden als voor medewerkers zijn voorlichtingssessies en/of trainingen opgezet. Ontwikkelingslijnen We hebben zes ontwikkelingslijnen uitgewerkt als hulpmiddel voor loopbaanontwikkeling, employability, talent development en management development. Een ontwikkelingslijn is bijvoorbeeld ‘Toegepaste Technologie en Commercie’. Elke ontwikkelingslijn beschrijft noodzakelijke en gewenste competenties en persoonskenmerken van
38
maatschappelijke jaarverslag 2008
Opleiding en ontwikkeling de medewerker op vier niveaus. Er worden programma’s ontwikkeld binnen alle ontwikkelingslijnen. TNO streeft naar flexibele en breed inzetbare medewerkers. Dat betekent ook dat het mogelijk en gewenst is om van de ene naar de andere ontwikkelingslijn over te stappen.
werkplek en door het bezoeken van (internationale) symposia en congressen. Op het gebied van employability en loopbaanontwikkeling is er een employability-toolbox ontwikkeld met allerlei self-tests om zicht te krijgen op persoonlijke loopbaangerelateerde vragen.
Training TNO biedt diverse competentiegerichte trainingen uiteenlopend van adviesvaardigheden tot timemanagement en presentatievaardigheden. Naast het volgen van training en opleiding kunnen TNO’ers kiezen voor taak- of functieroulatie, coaching, intervisie of informele leeractiviteiten op de werkplek. (Bij-)scholing op inhoudelijk vlak wordt vooral georganiseerd binnen de kerngebieden. Dat gebeurt vaak op informele wijze via het leren en opleiden op de
Ontwikkelen van nieuwe medewerkers Nieuwe medewerkers volgen onze introductiedagen (Net-werken@TNO). Ook volgen zij trainingen, die gericht zijn op werken in projecten, klantgericht handelen en persoonlijke effectiviteit. Startende medewerkers op hbo- en wo-niveau volgen een Talent Development Programma. Dit programma kent extra opleidingsmodulen over persoonlijke effectiviteit en klantbewustzijn. Bovendien onder-
TNO » inhoudsopgave » 3 medewerkers maken tno » 3.3 opleiding en ontwikkeling
steunen wij hen met coaching en management support, om te zorgen dat ze snel kunnen groeien. Na afloop van het Talent Development Programma, kiezen deze nieuwe medewerkers voor een ontwikkelingslijn. Binnen elke lijn bieden we weer diverse ontwikkelmogelijkheden aan. Ontwikkelen van potentials Voor (benoemde) potentials zijn diverse TNO-brede programma’s beschikbaar. Deze programma’s zijn bedoeld voor alle ontwikkelingslijnen en niet alleen voor het lijnmanagement. In de tabel ‘Potentialprogramma’s bij TNO’ leest u wat het niveau en de inhoud van deze programma’s is. Ons streven is om minimaal 80% van onze sleutelposities in te vullen met talentvolle interne kandidaten. 39 maatschappelijke jaarverslag 2008
TABEL: POTENTIALPROGRAMMA’S BIJ TNO POTENTIAALPROGRAMMA
NIVEAU
INHOUD
Developing Human Talent (DHT)
Medior potential
Het programma legt de verbinding tussen persoonlijke drijfveren en professionele ontwikkeling. Thema’s zijn: • wie ben ik • persoonlijke invloed vergroten • vergroten organisatiebewustzijn Deelnemers werken op basis van een Persoonlijk Ontwikkelplan.
TOTEM
Medior potential
TOTEM is gericht op het versterken van kennis en vaardigheden op het gebied van operationeel management en peoplemanagement. Thema’s zijn onder andere: • persoonlijk leiderschap • managen van organisatieverandering • waardering van innovatieprojecten Het traject ondersteunen we met intervisie.
ASMO
Senior potential
Het doel van ASMO is ‘(verdere) ontwikkeling van persoonlijk leiderschap, visie- en strategieontwikkeling en bestuurlijk handelen’. Het programma heeft een modulaire opbouw rond de thema’s: • verbinding • ondernemerschap • leiderschap • ontwikkelen van mensen en organisatie • strategie- en visieontwikkeling • implementatie
Comenius
(Staf)directie
Comenius is een executive programma over visie en leiderschap. Vanuit het concept van de ‘klassieke universiteit’ ontwikkelen deelnemers een geïntegreerde, maar vooral een toekomstgerichte kijk op besturen en ondernemen.
40 TNO » inhoudsopgave » 3 medewerkers maken tno » 3.3 opleiding en ontwikkeling
maatschappelijke jaarverslag 2008
DE Bedrijfscode De Bedrijfscode TNO verwoordt de kernwaarden die ten grondslag liggen aan het handelen van TNO-medewerkers. Het gaat daarbij om onze missie en identiteit: wie willen we zijn; om onze kernwaarden: waar houden we ons aan; en om onze zakelijke principes: hoe doen wij zaken en welke codes leven we na? Wat zijn onze kernwaarden? Onze kernwaarden vormen een belangrijk richtsnoer voor wat wij doen en laten. Zij zijn als het ware de identiteit van onze medewerkers, waarmee wij ons onderscheiden van andere organisaties. We hebben vier kernwaarden: • Integriteit; • Onafhankelijkheid; • Professionaliteit; • Maatschappelijke verantwoordelijkheid. Voor deze kernwaarden gelden duidelijke grenzen. Compromissen en afweging van andere belangen zijn nauwelijks mogelijk.
Wat zijn onze randvoorwaarden? We hebben drie randvoorwaarden opgesteld voor het functioneren binnen en buiten TNO, die van groot belang zijn voor het goed opereren van TNO. Deze randvoorwaarden hebben we als aanvullende kernwaarden in de bedrijfscode uitgewerkt. Ze zijn namelijk voor onze identiteit en het handelen van onze medewerkers net zo belangrijk. De randvoorwaarden zijn: • Markt- en klantgerichtheid; • Samenwerken; • Mensgerichtheid.
Implementatie van de bedrijfscode In 2008 is de bedrijfscode verder binnen TNO geïmplementeerd. Tijdens veertien introductiecursussen voor in totaal 440 nieuwe medewerkers is voorlichting gegeven over de TNO-bedrijfscode en is geoefend met het bespreken van dilemma’s. Bij meerdere afdelingen van TNO is de bedrijfscode zowel op leidinggevend niveau als binnen afdelingsoverleg aan de orde gekomen of hebben activiteiten plaatsgevonden rond dilemma’s. Bijvoorbeeld: trainingen voor commerciële medewerkers en workshops voor directie, leidinggevend en jonge talenten over omgaan met dilemma’s. Verder zijn in vergaderingen en het werkoverleg concrete dilemma’s op basis van praktijksituaties besproken.
41 TNO » inhoudsopgave » 3 medewerkers maken tno » 3.4 de bedrijfscode
maatschappelijke jaarverslag 2008
diversiteit Kwaliteit is ons belangrijkste criterium. Dat geldt bij het aannemen van nieuwe medewerkers, het beoordelen van huidige werknemers en het gezamenlijk vormgeven van loopbanen. Dit staat los van geslacht, nationaliteit, ras, religie, seksuele geaardheid of fysieke handicaps. We zijn er bovendien van overtuigd dat een organisatie beter functioneert als er mensen met uiteenlopende achtergronden werkzaam zijn. Strategische Stuurgroep Diversiteit In 2007 heeft de Raad van Bestuur een Strategische Stuurgroep Diversiteit ingesteld. Deze stuurgroep onderzocht hoe we ons diversiteitsbeleid concreet kunnen maken. Dat deed zij onder begeleiding van diversiteitsdeskundigen van TNO Kwaliteit van Leven. Op grond hiervan heeft de stuurgroep een aantal aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen hebben we in 2008 uitgewerkt. In 2009 gaan we daarmee verder.
Beleid Ons belangrijkste uitgangspunt is: ‘We geloven in de meerwaarde van diversiteit in een team en we sturen bewust met elkaar om die diversiteit te behouden en te versterken.’ Daarbij focussen we allereerst op het vergroten van het aantal vrouwelijke werknemers, specifiek in de top van TNO. Een eerste stap in de goede richting was het ondertekenen van de Charter ‘Talent naar de Top’. Dat deden we samen met 49 andere grote organisaties in Nederland. Hiermee zeggen we toe dat we de komende jaren concrete maatregelen nemen om meer vrouwelijk talent aan boord te krijgen, te behouden en te benoemen.
TNO » inhoudsopgave » 3 medewerkers maken tno » 3.5 diversiteit
Ons doel is dat voor 2013 onze top- en subtopposities voor 20% vervuld worden door gekwalificeerde vrouwelijke werknemers. Daarvoor bereiden we beleid en acties voor op het gebied van instroom, doorstroom en retentie van vrouwen. Voor het hoger management is deze doelstelling in 2008 al gerealiseerd. Op de langere termijn is ons doel dat: • de bezetting in het management een afspiegeling is van de totale TNO-populatie. Dat betekent dat 30,5% van het management vrouw is. • we het diversiteitsbeleid verder optimaliseren. Het beleid is en wordt ontwikkeld en geïmplementeerd door onze Bestuursraad.
42 maatschappelijke jaarverslag 2008
diversiteit LEEFTIJD De grootste groep instromende medewerkers (45%) is jonger dan 30 jaar. De leeftijdsverdeling van al onze medewerkers is als volgt:
MAN/VROUW In 2008 tellen we 30,5% vrouwelijke medewerkers op het totaal van 4572 medewerkers. Er stroomden in 2008 440 nieuwe medewerkers in, waarvan 40% vrouwen.
Break-down per agegroup
man/vrouw verhoudonG
2006 2007 2008
30.5% VROUW 69.5% MAN
800
Internationale medewerkers Bij TNO werkten op 31 december 2008 183 medewerkers met een niet-Nederlandse nationaliteit. Dat is 4,3% van al onze medewerkers. Hieronder vallen niet de medewerkers van buitenlandse afkomst met een Nederlandse nationaliteit en medewerkers met een dubbele nationaliteit (waarvan één de Nederlandse nationaliteit is). Van de instroom van medewerkers heeft 12% een niet-Nederlandse nationaliteit. We werken aan tweetalige interne communicatie. De nieuwsbrief van de Raad van Bestuur verschijnt bijvoorbeeld in het Engels en Nederlands en ons personeelsblad ‘High Five’ heeft een Engelse samenvatting.
700 600 500 400 300 200 100 0
< 25
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
> 65
agegroup
43 TNO » inhoudsopgave » 3 medewerkers maken tno » 3.5 diversiteit
maatschappelijke jaarverslag 2008
4e en beter milieu begint bij tno Bij maatschappelijk verantwoord ondernemen hoort uiteraard aandacht voor het milieu. We hebben eerst onze milieubelasting in kaart gebracht. Zo konden we in 2008 gericht werken aan verbetering aan de hand van drie speerpunten: Energie en gebouwen Mobiliteit Duurzaam inkopen
onze milieubelasting Om de milieu-impact van TNO te kunnen bepalen hebben we een ‘milieufootprint’ gemaakt voor de hele productieketen van energie, vervoer en ingekochte producten en diensten1. Deze footprint hebben we uitgedrukt in ‘schaduwprijzen’ of ‘milieu-euro’s’. Verschillende milieueffecten die optreden door bijvoorbeeld vliegreizen, opwekking van elektriciteit of gebruik van kopieerapparaten zijn bij elkaar opgeteld met behulp van schaduwprijzen (op basis van emissiereductiekosten). De methode van berekenen lijkt op het bepalen van ‘embodied energy’, maar heeft een bredere scope doordat meerdere milieueffecten
De milieubelasting van energie, woon-werkverkeer en dienstreizen is bepaald op basis van het ‘fysieke’ verbruik; reizigers-kilometers, kWh elektriciteit, m3 aardgas etc. De milieu-impact van de overige categorieën is bepaald op basis van de inkoopwaarde en de gemiddelde milieudruk per euro.
worden meegewogen (o.a. broeikaseffect, verzuring, vermesting, toxiciteit).
1
TNO » inhoudsopgave » 4 een beter milieu begint bij tno
44 maatschappelijke jaarverslag 2008
onze milieubelasting Milieukentallen 2008 • Energie: TNO gebruikte in 2008 37 miljoen kWh elektriciteit en 9 miljoen m3 gas. • Vervoer: voor dienstreizen werd 17 miljoen kilometer in de auto afgelegd en ongeveer 27 miljoen km in het vliegtuig. • Papier: TNO gebruikte 166 ton papier, ofwel gemiddeld ongeveer 1 kg per week per fte. Papier droeg 0,13% bij aan de totale milieudruk van TNO. • Het energiegebruik, vervoer en ingekochte producten en diensten in 2008 vertegenwoordigen een (in)direct energieverbruik van 3,8 PJ en 214 duizend ton (in)directe broeikasemissies gemeten in CO2-equivalenten.
Milieubeleid Op basis van onze milieufootprint, hebben we begin 2008 beleid geformuleerd (zie pagina 46). Met als doel om onze milieuprestatie te verbeteren. Daarvoor hebben we de volgende speerpunten opgesteld: • Energie en gebouwen; • Mobiliteit; • Duurzaam inkopen.
In 2009 gaan we verder met de initiatieven uit 2008. En er komt een vierde speerpunt bij: Energie en ICT. Met dit speerpunt willen we maatregelen nemen om ons energieverbruik voor ICT terug te dringen.
In onze organisatie is kennis aanwezig over het milieu. Als het mogelijk is gebruiken wij die kennis om effectieve maatregelen te nemen voor deze drie speerpunten.
45 TNO » inhoudsopgave » 4 een beter milieu begint bij tno » 4.1 onze milieubelasting
maatschappelijke jaarverslag 2008
onze milieubelasting Milieudruk van TNO in 2008 (buitencirkel) en indeling van de milieuspeerpunten (binnencirkel). Gebouwen Energie
Ondersteunende diensten Drukwerk en relaties
1. Energie en Gebouwen
Vervoer
2. Mobiliteit 3. Duurzaam inkopen
Lab- en deskresearch
[a] Kantoorbenodigdheden en ICT omvat de milieudruk door productie van ingekochte kantoorapparatuur (computers, printers, kopieerapparaten, etc.), internet, papier en kantoorbenodigdheden. [b] Labbenodigdheden omvat de milieudruk van productie van laboratoriumbenodigdheden, labapparatuur, chemicaliën, etc.
Elektriciteit Gas Warmte Dienstreizen (auto) Dienstreizen (vliegen) Woonwerk verkeer Post/Koerier Kantoorbenodigdheden en ICT [a] Water Labbenodigdheden [b] Inhuur van research en personeel [c] Opleiding Drukwerk en relaties [d] Inhuur ondersteunende diensten [e] Gebouwen [f]
[c] Inhuur van research en personeel omvat de milieudruk van uitzendorganisaties toegerekend aan de uitzendkrachten ingehuurd door TNO, ingehuurde onderzoeksinstituten, TNO Bedrijven, en universiteiten. [d] Drukwerk en relaties omvat de milieudruk van drukwerk in opdracht van TNO en van de productie van relatiegeschenken, ingekochte tijdschriften, beurzen, symposia en congressen.
TNO » inhoudsopgave » 4 een beter milieu begint bij tno » 4.1 onze milieubelasting
[e] Inhuur ondersteunende diensten omvat de milieudruk van catering, beveiliging en adviseurs (accountants, werving en selectie, markonderzoek, etc.). [f] Gebouwen omvat de milieudruk van bouw, gebouwonderhoud en renovatie, schoonmaak en onderhoud van de omliggende terreinen
46 maatschappelijke jaarverslag 2008
eneRgie en gebouwen Duurzaamheid is geen uitgeschreven onderdeel van ons vastgoedbeleid. Wel toetsen we voortdurend welke duurzame innovaties verantwoord zijn om in onze bouwprojecten op te nemen. Vastgoedmanagement De afdeling Vastgoedmanagement van Financiën en Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor onze huisvesting (huren, kopen en ontwikkelen van gebouwen). Deze gebouwen worden tegen kostprijs verhuurd aan onze kerngebieden. Vastgoedmanagement heeft dus direct invloed op de duurzaamheid van ons vastgoed en het initiële energiegebruik daarvan. Maar natuurlijk hebben de gebruikers van onze gebouwen ook direct invloed op het energieverbruik van het gebouw door hun gedrag en werkzaamheden. In 2008 heeft Vastgoedmanagement een aantal sessies georganiseerd over het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarbij hebben
teams van specialisten van TNO Bouw en Ondergrond en het bedrijfsleven twee grootschalige renovatieprojecten tegen het licht gehouden. Uit deze sessies kwamen goede ideeën naar voren. Ook hebben we plannen gemaakt om te zorgen voor duurzame huisvesting van TNO. Meten van duurzaamheid Om de duurzaamheid van onze gebouwen te verbeteren, moeten we eerst weten wat de huidige staat is. De huidige staat ‘meten’ we en beschouwen we als ‘nulpunt’. De duurzaamheid leiden we af uit de energie prestatie, in combinatie met een praktische berekening voor materialen. Zo bepalen we waar de belasting op het milieu het grootst is. Eind 2008 hebben we deze berekening als pilot toegepast op de locatie Utrechtseweg in Zeist. Wat doen we in 2009? In 2009 maken we ook Energie Prestatie-
TNO » inhoudsopgave » 4 een beter milieu begint bij tno » 4.2 energie en gebouwen
berekeningen van de gebouwen die we bezitten en huren. We kijken naar het huidige energieverbruik en hoe we dat kunnen verminderen. Op basis van deze uitkomsten maken we een stappenplan om ons energieverbruik te verminderen. We zetten een Life Cycle Costing-model in om een juiste (investerings)beslissing te maken voor energiebesparingsmaatregelen. We vergroten het draagvlak voor energiebesparing door gericht te communiceren. Met de opbrengsten van de verbetering van het energiegebruik kopen we groene stroom. We willen dat de energiebesparing blijvend succesvol is. Daarom zetten we binnen ons Facility Management Systeem een systeem voor energiemonitoring op. Daarbij is het mogelijk om te benchmarken; om het energieverbruik te vergelijken met eerdere resultaten en met het energieverbruik op andere locaties.
47 maatschappelijke jaarverslag 2008
mobiliteit In 2008 is een inventarisatie gemaakt van de maatregelen die TNO kan nemen om de milieudruk van dienstreizen te beperken. Dit heeft geresulteerd in een shortlist van 9 maatregelen, bekrachtigd door de Raad van Bestuur, die in 2009 op haalbaarheid van implementatie zullen worden onderzocht. Deze maatregelen zijn gericht op: • het beperken van dienstreizen door verbetering van de mogelijkheden voor videoconferencing; • het stimuleren van vervoersmodaliteiten met een lagere milieudruk, zoals fiets of openbaar vervoer in plaats van auto, of trein in plaats van vliegtuig;
• actieve voorlichting over de mogelijkheden om milieuvriendelijker te reizen inclusief een terugkoppeling aan de leaserijders van TNO over rijgedrag en brandstofverbruik; • schonere huurauto’s en schonere leaseauto’s. Aan het voornemen om gebruik te maken van schonere huurauto’s wordt invulling gegeven door duurzaam in te kopen bij het opnieuw afsluiten van het contract met de autoverhuurder.
Wat hebben we gedaan in 2008? In 2008 zijn de videoconferencingfaciliteiten binnen TNO uitgebreid om het aantal dienstreizen te beperken. In één van de kerngebieden is een pilot gestart met NS-businesskaarten om het openbaar vervoer laagdrempeliger te maken. En er zijn 17 TNO-fietsen aangeschaft en verdeeld over 8 locaties. Verder is de keuze van een auto voor leaserijders beperkt tot energieklasse A, B of C, en kunnen medewerkers in plaats van een leaseauto ook kiezen voor een 1e klas NS-jaarkaart. Overigens kent TNO een restrictief leaseautobeleid (iets meer dan 300 leaseautorijders in 2008).
48 TNO » inhoudsopgave » 4 een beter milieu begint bij tno » 4.3 mobiliteit
maatschappelijke jaarverslag 2008
duurzaam inkopen Duurzaam inkopen stond in 2008 hoog op ons lijstje van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Meer dan de helft van onze belasting op het milieu wordt veroorzaakt door ingekochte producten en diensten. Het inkoopproces kan dan ook een significante bijdrage leveren bij het halen van onze duurzaamheidsdoelstellingen. We hebben daarom in 2008 verschillende acties ondernomen. Acties in 2008 We hebben de volgende acties ondernomen om duurzaam inkopen op de kaart te zetten: • Op 9 juli organiseerden we een informatiedag over duurzaam inkopen voor ons hele inkoopteam; • We hebben een coördinator aangesteld voor de implementatie van duurzaam inkopen;
• We hebben een plan van aanpak gemaakt met als titel ‘TNO maatschappelijke verantwoord en verstandig inkopen’. Met dit plan stellen we het beleid vast en benoemen we doelstellingen en acties. Zodat we in 2009 duurzaamheid verder kunnen integreren in het inkoopproces; • We hebben een duurzaamheidsparagraaf opgesteld. Daarmee kunnen we vanaf 2009 de duurzaamheid van onze leveranciers toetsen; • We ontwikkelen basiscriteria voor producten en diensten die we inkopen. Met die basiscriteria bepalen wij onze keuzes op het gebied van duurzaam inkopen. Richtinggevend bij het vaststellen van die basiscriteria waren de SenterNovem-criteria en onze eigen duurzaamheidskennis en ervaring. Als het nodig was, hebben we deze kennis aangevuld met externe duurzaamheidskennis;
• We hebben een eerste verkenning gemaakt met het monitoren van duurzaam inkopen, waarbij milieuindicatoren en inkoopkosten de uitgangspunten zijn. In 2009 gaan we dit operationaliseren. Bij actuele inkoopprojecten benutten we direct de mogelijkheden voor een duurzame inkoop. Voor deze projecten ontwikkelen we criteria, die we opnemen in de aanbesteding. ‘Gewoon doen!’ is hierbij ons motto.
49 TNO » inhoudsopgave » 4 een beter milieu begint bij tno » 4.4 duurzaam inkopen
maatschappelijke jaarverslag 2008
gri-index Voor dit verslag hebben wij gebruikgemaakt van de G3-richtlijnen van de Global Reporting Initiative (GRI), toegepast op niveau C. In de GRI-indextabel leest u welke GRI-onderwerpen u terugvindt in ons verslag. De sectienummering is gebaseerd op de
inhoudsopgave, waarbij 0.1 verwijst naar ‘Over dit verslag’ en 0.2 naar de inleiding ‘Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen hoort bij TNO’. Een + betekent dat het onderwerp in ons maatschappelijk jaarverslag staat.
Een ± betekent dat het onderwerp gedeeltelijk in ons maatschappelijk jaarverslag staat. JV betekent dat het onderwerp in ons jaarverslag staat. NR betekent dat het onderwerp voor ons niet relevant is.
Strategie en analyse Beschrijving 1.1 Verklaring van de CEO 1.2 Gevolgen, risico’s en mogelijkheden
Opgenomen + +
sectie 0.2 1,2,3 en 4
3
Opgenomen + + + + + + + + NR + (JV)
sectie 1 1.2 1.1, 1.3 1 1 1 2 1
pagina 6 6, 14-19 6-8, 12-13 6 6 6 14 6-11
3
35
Organisatieprofiel Beschrijving 2.1 Naam organisatie 2.2 Merken, producten en/of diensten 2.3 Operationele structuur van de organisatie 2.4 Locatie hoofdkantoor 2.5 Landen van vestiging 2.6 Eigendomsstructuur en rechtsvorm 2.7 Afzetmarkten 2.8 Bedrijfsomvang 2.9 Organisatieveranderingen tijdens verslagperiode 2.10 Onderscheidingen tijdens verslagperiode
50 TNO » inhoudsopgave » GRI-INDEX
maatschappelijke jaarverslag 2008
gri-index Verslagparameters Beschrijving 3.1 Verslagperiode 3.2 Voorgaand verslag 3.3 Verslaggevingscyclus 3.4 Contactperso(o)n(en) 3.5 Proces inhoudsbepaling van het verslag 3.6 Afbakening 3.7 Beperkingen voor de reikwijdte of afbakening 3.8 Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden 3.9 Berekeningsgrondslagen 3.10 Herformuleringen 3.11 Veranderingen in de verslaglegging 3.12 Standaardonderdelen van de informatievoorziening
Opgenomen + NR + + + + + + + NR NR +
sectie 0.1
pagina 3
0.1 0.1 0.1 0.1 0.1, 1.1 1.3 4.1, JV
3 3 3 3 3, 8 12-13 45-46
5
50-53
Opgenomen + + + + + + + +
sectie 1.1 1.1 1 1.1,1.3,2.4,3.1 2.1 0.1, 1.3 0.1,1.3 1.3, 2.3, JV
pagina 7-8 7-8 6 8,12-13,32,36 15-19 3, 12-13 3, 12-13 12, 28-31
Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid Beschrijving 4.1 Bestuursstructuur 4.2 Voorzitter van het hoogste bestuurslichaam 4.3 Onafhankelijkheid 4.4 Mechanismen voor aandeelhouders en medewerkers 4.12 Niet-verplichte externe initiatieven 4.14 Lijst van groepen belanghebbenden 4.15 Inventarisatie en selectie van belanghebbenden 4.16 Benadering van belanghebbenden
51 TNO » inhoudsopgave » GRI-INDEX
maatschappelijke jaarverslag 2008
gri-index Economische indicatoren Beschrijving EC 1 Directe economische waarde EC 2 Financiële implicaties als gevolg van klimaatverandering EC 3 Dekking uitkeringenplan EC 4 Financiële steun van de overheid EC 6 Lokaal gevestigde leveranciers EC 7 Lokale personeelswerving EC 8 Investeringen in infrastructuur
Opgenomen +
sectie 1.2
pagina 9-11
JV +
1.2
9-11
opgenomen
sectie
pagina
+ + + + +
4.1 4.1 4.1
46, 47 46, 47 46, 47
4.1
46, 47
+ +
4.1 4.1
46, 47 46, 47
+
4.2-4.4
48-50
Milieu-indicatoren Beschrijving EN 1 Gewicht van materialen EN 2 Gebruikte materialen uit externe bronnen EN 3 Direct primair energieverbruik EN 4 Indirect energieverbruik EN 5 (add.) Energiebesparing EN 8 Totale waterverbruik EN 11 Locatie land in/aan beschermde gebieden EN 12 Significante gevolgen op de biodiversiteit EN 16 Emissie van broeikasgassen EN 17 Andere indirecte emissie van broeikasgassen EN 19 Emissie van ozonafbrekende stoffen EN 20 NO- en SO-luchtemissies EN 21 Totale waterafvoer naar kwaliteit EN 22 Totaalgewicht afval EN 23 Aantal en volume van significante lozingen EN 26 Initiatieven om de milieugevolgen te verminderen EN 27 Terugvorderbaar percentage van gewicht verkochte producten EN 28 Monetaire waarde van significante boetes
52 TNO » inhoudsopgave » GRI-INDEX
maatschappelijke jaarverslag 2008
gri-index Sociale indicatoren Beschrijving LA 1 Profiel personeelsbestand LA 2 Netto werkgelegenheid LA 4 Lidmaatschap vakbond LA 5 Minimale opzegtermijn(en) in verband met operationele veranderingen LA 7 Arbeidsongeschiktheid LA 8 Risicobeheersingprogramma’s in verband met ernstige ziekten LA 10 Opleidingen en trainingen LA 11 (add.) Programma’s voor competentiemanagement en levenslang leren LA 12 (add.) Resultaat- en carrière-ontwikkelingsgesprekken LA 13 Diversiteit van personeel LA 14 Verhouding tussen basissalarissen van mannen en vrouwen HR 1 Investeringsovereenkomsten waar mensenrechtenclausules zijn opgenomen HR 2 Toetsing belangrijke leveranciers op naleving van de mensenrechten HR 4 Discriminatie HR 5 Vrijheid van vereniging HR 6 Kinderarbeid HR 7 Gedwongen of verplichte arbeid SO 1 Maatschappelijke activiteiten SO 2 Bedrijfseenheden geanalyseerd op corruptiegerelateerde risico’s SO 3 Training in anticorruptiebeleid SO 4 Maatregelen naar aanleiding van corruptie SO 5 Standpunten publiek beleid SO 8 Monetaire waarde van significante boetes PR 1 Beoordeling gevolgen gezondheid en veiligheid PR 3 Verplichte informatie over producten en diensten PR 5 (add.) Klanttevredenheid PR 6 Marketingcommunicatie PR 9 Monetaire waarde van significante boetes
Opgenomen ±
sectie 3.5
pagina 42-43
+ + + +
3.3 3.3 3.3 3.5
38-40 38-40 38, 39 42-43
NR NR + + +
2 3.4 3.4
14-31 41 41
±
1.3
12-13
+
2.4
32
NR
53 TNO » inhoudsopgave » GRI-INDEX
maatschappelijke jaarverslag 2008