doen we Maatschappelijk Jaarverslag 2008
1
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
inhoud
2
VOORWOORD
5
1
7 7
ACHMEA IN DE SAMENLEVING 1.1 Wie willen we zijn
2 THEMA 1 VERTROUWEN 2.1 Focus op lange termijn 2.2 Beleggingsverzekeringen 2.3 Zorgplicht 2.4 Toezichthouders 2.5 De kredietcrisis 2.6 Opnieuw: vertrouwen
15 16 16 18 20 21 21
3 THEMA 2 SOLIDARITEIT 3.1 Inleiding 3.2 Uitvoeren overheidsbeleid 3.3 Acceptatie, tarifering, premiedifferentiatie 3.4 Eigen verantwoordelijkheid 3.5 Ondermijning van solidariteit 3.6 Wel of niet solidair zijn? 3.7 Solidariteit organiseren is een vak
23 23 24 24 25 26 27 27
4 THEMA 3 PREVENTIE 4.1 Inleiding 4.2 Schadepreventie 4.3 Preventie in de Zorg 4.4 Sociale zekerheid 4.5 Alleen verzekeren wat er toe doet
29 29 30 31 33 34
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
3
5 THEMA 4 VERNIEUWING EN VERBETERING WERELDWIJD 5.1 Inleiding 5.2 Microverzekeringen 5.3 Eureko Achmea Foundation 5.4 Initiatieven overal in de organisatie
35 35 36 37 38
6 THEMA 5 KLIMAAT 6.1 Inleiding 6.2 Verzekerbaar maken klimaatrisico's 6.3 Kennisopbouw: onderzoek en projecten 6.4 Klimaat in producten en diensten 6.5 Eigen bedrijfsvoering
42 42 43 43 46 47
7 THEMA 6: DUURZAAM BELEGGEN 7.1 Duurzaam vermogensbeheer ten tijde van de kredietcrisis 7.2 ‘Enhanced engagement’ 7.3 Duurzaamheid in Vastgoed 7.4 Duurzaam vermogensbeheer voor klanten
48 48 49 50 50
8
DUURZAME INTERNE ORGANISATIE 8.1 Inleiding 8.2 MVO-organisatie 8.3 Milieubeleid 8.4 Duurzaam bouwen 8.5 Duurzaam inkopen
52 52 53 53 55 56
9
MEDEWERKERS 9.1 Sociale innovatie 9.2 Kwantitatieve gegevens 9.3 Training en opleiding 9.4 Toonaangevend werkgever 9.5 Evaluatie 2008
58 59 61 67 69 71
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
10 COMPLIANCE 10.1 Ambities van de compliance-organisatie 10.2 Invoering wetgeving en intern beleid 10.3 Compliance en awareness bij medewerkers 10.4 Fraude en bestrijding van fraude 10.5 Compliance bij Syntrus Achmea Vastgoed
73 73 74 75 75 76
11 PROFIEL EN KERNCIJFERS 11.1 Profiel 11.2 Veranderingen in de organisatie 11.3 Kerncijfers
77 77 81 82
12 VERANTWOORDING 12.1 Opzet van dit verslag 12.2 Assurance Rapport
85 86 87
89
Bijlage: GRI tabellen
13 COLOFON
4
95
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
voorwoord
doen we Waar zijn we mee bezig? Crisis alom, niet alleen een kredietcrisis, maar ook een milieucrisis, een klimaatcrisis, een armoedecrisis en een energiecrisis. Misschien moeten we wel spreken van een beschavingscrisis of van een ethische crisis. We kunnen zo niet doorgaan met onze samenleving en onze planeet. We zullen het spel anders moeten spelen. Dat zijn we verplicht aan toekomstige generaties. De kredietcrisis heeft iets weg van de orkaan Katrina. Die hield genadeloos huis in New Orleans. Net als een orkaan is de kredietcrisis in korte tijd op volle sterkte gekomen. Ze heeft wereldwijd door het financiële landschap rondgeraasd en heeft daarbij ongenadig hard toegeslagen. Veel harder dan we voor mogelijk hadden gehouden. De vergelijking met een natuurramp gaat echter slechts ten dele op. Anders dan een orkaan is de kredietcrisis geen van buiten komend onheil. We hebben deze crisis uiteindelijk met z’n allen zèlf veroorzaakt. Wij allen, die tesamen de gaandeweg dolgedraaide consumptiemaatschappij vormen. 5
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Tot voor kort leefden we in een moderne variant van de Gouden Eeuw. Neem de 20ste eeuw en daarbinnen vooral de tweede helft. Een historisch unicum: niet eerder in de geschiedenis heeft de samenleving een zo lange periode van welvaartsgroei meegemaakt. Daar moest wel een keer een einde aan komen. Een stap terug lijkt daarom realistisch. Het heeft er alles van dat we nu middenin die omslag zitten. Aan het einde van de èchte Gouden Eeuw vond er ook zo’n vrij plotselinge omslag plaats. Die kennen we o.a. van het ineenstorten van de windhandel in tulpenbollen. In de huidige tijd is sprake van een vergelijkbare situatie: het in korte tijd pijnlijk instorten van de markten voor aandelen, olie, huizen en grondstoffen. Heeft het nadeel in dit geval ook z’n voordeel? Dat zou best kunnen. Misschien vormt deze pijnlijke omslag voor ons allen tegelijkertijd wel een geluk bij een ongeluk: wat voor drama zou het verder uitdijen van die ‘windhandels’ hebben betekend voor de samenleving, voor ons allen? Het vertrouwen in de financiële bedrijfstak heeft hierdoor wel ernstige schade opgelopen. De verzekeringsbedrijfstak kampte bovendien al met het issue van de beleggingspolissen, dat het consumentenvertrouwen nadelig heeft beïnvloed. Verzekeraars staan nu voor de collectieve opgaaf om als bedrijfstak het vertrouwen van de verzekeringsconsument te herwinnen. Daarvoor is een sterkere consumentenfocus nodig, met een versterkte dienstbaarheid aan klant en samenleving. Dat is geen eenvoudige opgave, maar als verzekeraars hun onmisbare maatschappelijke functie naar behoren vervullen, mogen zij verwachten dat de consumenten hun vertrouwen aan hun verzekeraar zullen schenken. Waar zijn wij zèlf ondertussen mee bezig? Wij spannen ons ervoor in om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Wat dat is? Wij kunnen ons uitstekend vinden in de omschrijving van de commissie Burgmans, die in oktober 2008 een advies over MVO en corporate governance heeft uitgebracht aan de staatssecretaris van Economische Zaken. Volgens de commissie betekent MVO ‘niets meer of minder dan ondernemen op een manier die fatsoenlijk en netjes is en als zodanig door de samenleving wordt ervaren. […] Integratie van MVO in de bedrijfsvoering zorgt voor een betere binding met klanten, investeerders en werknemers. […] MVO verhoogt de kwaliteit van de bedrijfsvoering en daarmee ook de totale waarde van het bedrijf’, aldus de commissie. Die binding is iets wat ons bijzonder aanspreekt. Wij onderscheiden sinds enkele jaren vier stakeholders: klanten, distributiepartners, medewerkers en aandeelhouders. We willen de belangen van deze vier stakeholders op evenwichtige wijze behartigen. In deze gebalanceerde stakeholder-benadering ligt de kern van 6
het coöperatieve karakter dat ons bedrijf kenmerkt en waarmee wij ons in onze markten onderscheiden. Het zit dan ook in onze genen om bij te dragen aan duurzame oplossingen voor maatschappelijke problemen. En dat doen we. We organiseren de dialoog met klanten, businesspartners, medewerkers en aandeelhouders over de vraag ‘waar zijn we mee bezig?’ en zoeken nieuwe wegen en vernieuwende oplossingen. We geven onze maatschappelijke verantwoordelijkheid primair vorm via integratie van MVO in onze kernprocessen, want dat beschouwen wij als het meest wezenlijke van MVO. Zorgplicht is hierbij een kernbegrip. Verder participeren we in maatschappelijke debatten, integreren we MVO in onze fysieke bedrijfsvoering (binnen drie jaar willen we CO2-neutraal zijn) en we tonen onze maatschappelijke betrokkenheid via een grote variatie aan maatschappelijke initiatieven, o.a. via de Eureko Achmea Foundation en op het vlak van microverzekeringen. Dit Maatschappelijk Jaarverslag geeft een indruk van onze vele MVOgerelateerde activiteiten. We hebben gekozen voor een andere structuur van het verslag dan voorheen. Als vertrekpunt hebben we nu genomen welke onderwerpen of thema’s onze stakeholders graag in het verslag behandeld zouden willen zien. Deze keer dus niet voor elk bedrijfsonderdeel een eigen MVO-hoofdstuk. We tekenden de stakeholderwensen op in bijzonder waardevolle gesprekken met een aantal zorgvuldig geselecteerde vertegenwoordigers van onze stakeholders. Deze versterkte stakeholderbenadering heeft de volgende zes thema’s opgeleverd: Vertrouwen, Solidariteit, Preventie, Vernieuwing en Verbetering Wereldwijd, Klimaat en Duurzaam beleggen. Aan elk van deze thema’s hebben we in dit verslag een hoofdstuk gewijd. Wij hopen van harte dat deze benadering u aanspreekt. Namens Achmea wens ik u veel plezier bij het lezen van dit verslag. Misschien wilt u reageren op deze publicatie. Ik zou dat erg op prijs stellen. Ik zie uw reactie graag tegemoet via
[email protected].
Willem van Duin Voorzitter Raad van Bestuur Zeist, 7 april 2009 Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
1. achmea in de samenleving 1.1 Wie willen we zijn Visie: waardecreatie voor stakeholders Achmea heeft coöperatieve aandeelhouders. Ons doel en bestaansrecht is evenwichtige waardecreatie voor stakeholders: klanten, distributiepartners, aandeelhouders en medewerkers. Elke stakeholder kiest de dimensies waarop hij ons de maat neemt. En dat is meer dan het financiële resultaat. Wij zijn er - met onze stakeholders - van overtuigd dat waarde niet eendimensionaal is. Daarbij geldt de randvoorwaarde van een financieel gezond bedrijf. Zonder dat gaat het niet. We opereren immers in een wereld waarin financiële performance leidend is voor toegang tot de kapitaalmarkt, toezicht, rating, etc. Daarnaast is het een basisvoorwaarde ook in de toekomst waarde te kunnen creëren voor stakeholders, die veelal een lange-termijncontract met ons aangaan. In de huidige turbulente tijden wordt eens te meer duidelijk hoezeer een gezonde financiële basis nodig is om klappen te kunnen opvangen. We streven niet naar maximalisatie van ons financiële resultaat, maar leggen wel een ondergrens. En dat is ‘slechts’ een deel van onze uitdaging. Daarbovenop komt onze uitdaging om waarde te creëren voor stakeholders, (eind)klanten voorop.
7
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Ambitie | We willen de trend zetten in de Nederlandse markt. We willen niet zozeer de grootste zijn, maar de meest klantgerichte en innovatieve financiële dienstverlener. We streven ernaar voorop te lopen in maatschappelijk verantwoord ondernemen en een hoofdrol te spelen in het gesprek met overheid en belangenorganisaties. Daarbij hoort ook dat we voor onze mensen één van de beste werkgevers in de branche zijn. Hoger doel en kernwaarden | Vanuit deze achtergrond zijn we een proces gestart om onze identiteit te ‘herontdekken’. Het hoge doel van onze organisatie vatten we samen in de woorden: Wij vormen een gemeenschap van betrokken mensen waar klanten zich goed verzekerd weten. Samen creëren we innovatieve oplossingen voor klanten en voor de samenleving. Vanuit een coöperatief gedachtegoed is onze groep resultaatgericht en klantgestuurd.
Christiaan Buitenhuis
We weten waar onze klanten van wakker liggen
Inl
en ev
8
aa
W
Met het Intermediairpanel richten wij ons op de prestaties van Avéro Achmea zelf en hoe wij deze kunnen verbeteren. Ik vind het een uitdaging om op deze manier samen met diverse regieteams aan het stuur te zitten van verbetertrajecten. Naast tevredenheid vragen we intermediairs ook naar hun mening over verschillende marktontwikkelingen. De terugkoppeling van deze laatste resultaten is een belangrijke incentive voor de deelnemers. Zij leren zo bijvoorbeeld hoe andere inter mediairs omgaan met de marktsituaties van dit moment.
w en
Intermediairpanel
eu rni Ve
Marktonderzoeker Intermediairpanel Avéro Achmea
We bieden voortdurend betere oplossingen
r m a ken
We zeggen wat we doen en we doen wat we zeggen
We willen de best presterende, klantgestuurde verzekeraar in Nederland zijn. Centraal hierbij staan de klanten. Zij vormen immers de legitimatie van ons bestaan. We stellen hen in staat om de keuzes te maken die bij hen passen. We vertalen dat in: klanten begrijpen, kiezen en bepalen risico’s en producten. Daarbij hanteren we een drietal kernwaarden: inleven: we staan midden in onze omgeving, vernieuwen: we durven onze nek uit te steken en waarmaken: daar mag je ons op aanspreken. Deze kernwaarden komen in toenemende mate tot uitdrukking in cultuurdragers als managementstijl, werkomgeving, personeelsbeleid en communicatie.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Maatschappelijke verantwoordelijkheid | Onze diensten zijn - als het ware per definitie - maatschappelijk relevant. Het zit in onze genen om bij te dragen aan duurzame oplossingen voor maatschappelijke problemen. We organiseren de dialoog met klanten, distributiepartners, medewerkers en aandeelhouders over de vraag ‘waar zijn we mee bezig?’ en zoeken nieuwe wegen en vernieuwende oplossingen. We geven onze maatschappelijke verantwoordelijkheid als volgt vorm.
Wopke de Jong Business Development Manager Avéro Achmea
Business Excellence Programma Bij het Business Excellence Programma zijn wij partner van het intermediair en zijn we op gelijk niveau in gesprek. Het gaat er om hoe de intermediair zijn totale dienstverlening aan de klant kan verbeteren en niet specifiek om de producten van Achmea. Uit de pilot blijkt dat de intermediairs vaak kampen met gelijksoortige bedrijfsmatige problemen, en ook gebaat zijn bij gelijksoortige oplossingen. Dit biedt mogelijkheden om deze ervaringen te delen met een bredere groep intermediairs.
9
» MVO in kernprocessen | We herijken onze kernprocessen met zorgplicht en transparantie als uitgangspunt. We gaan in gesprek met verzekerden over hun risico’s, het beheersen daarvan en de wenselijkheid om die risico’s te verzekeren. We beleggen ons vermogen in aandelen duurzaam en brengen duurzaamheid ook bij businesspartners en klanten onder de aandacht. » Maatschappelijk debat | We zetten ons in om bij te dragen aan beleidsontwikkeling. We stellen onze deskundigheid beschikbaar in institutionele verbanden. We organiseren themabijeenkomsten en betrekken maatschappelijke organisaties daarbij. » MVO in bedrijfsvoering | We stellen doelen om het werkklimaat verder te verbeteren en de belasting op onze omgeving te reduceren. Binnen drie jaar willen we CO2-neutraal zijn. We streven naar een positie in de top drie van beste werkgevers. » Maatschappelijke initiatieven | We faciliteren medewerkers die een bijdrage willen leveren aan het verbeteren van de samenleving. Dat ondersteunen we met menskracht en met middelen. We maken een half procent van onze winst vrij voor de Eureko Achmea Foundation. Daarnaast nemen we initiatieven voor microverzekeringen.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Wat verwachten onze stakeholders Wat moet er in ons maatschappelijk jaarverslag staan? De onderwerpen die uit maatschappelijk oogpunt voor Achmea het meest van belang zijn. We hebben hiervoor externe partijen geraadpleegd. In de verantwoording op pagina 84 wordt uitgelegd hoe we deze ‘materialiteitstoets’ hebben uitgevoerd.
Betty van Arenthals
Rob van den Ende
Adriaan Sirks
Voorzitter van de Europese Vereniging van Fashion Retailers namens Mitex en Voorzitter van de Raad van Advies van de Divisie Sociale Zekerheid van Achmea
Directeur van Rabobank Tilburg
Voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad van Achmea (COR)
Achmea is een groot en coöperatief bedrijf en moet alleen al daarom zijn maatschappelijke verantwoor delijkheid nemen. Hiervoor is een duidelijk MVO beleid nodig met harde en feitelijke resultaten waarop Achmea kan worden afgerekend. Ik verwacht een duidelijke visie waar Achmea met de maatschappij naar toe wil en wat haar bijdrage daaraan is. Naast zelf het goede voorbeeld te geven op alle aspecten van MVO, kan ze maatschappelijk verantwoord gedrag bij klanten stimuleren door bijvoorbeeld een korting te geven op de verzekeringspremie.
10
Zorgplicht is een belangrijk thema voor nu en de toekomst en niet alleen omdat de wet dit voorschrijft. Door haar coöperatieve grondslag heeft Achmea, en natuurlijk ook de Rabobank, de verantwoordelijkheid zorg te dragen voor een toekomstvaste bediening van onze klanten, de deelnemers in de coöperatie. Ik verwacht dan ook dat Achmea haar maatschappelijke verantwoor delijkheid serieus neemt; heldere en eerlijke producten ontwikkelt en die op een transparante manier in de markt zet. Daarnaast is er ook een commercieel belang: het rendement van een goede en duurzame relatie door de zorg voor je klant. Op deze manier maakt Achmea de beweging van de wettelijke zorgplicht naar een collectieve zorgmentaliteit.
Achmea moet laten zien dat het een groot hart heeft. Naast het formele personeelsbeleid moet dat zich ook uiten in de manier waarop Achmea in de praktijk met mensen omgaat. Hierbij zijn ‘zachte zaken’ ook van belang, zoals het uitdelen van complimenten, het vieren van successen en het tegengaan van ongewenste omgangsvormen. Bij organisatieveranderingen is het ook erg belangrijk dat mensen op een goede manier afscheid nemen en niet met een negatieve wrok blijven zitten. Het Achmea Transfer Centrum (ATC) is hierin een belangrijk instrument gebleken. Sinds 2003 heeft het ATC al velen succesvol begeleid bij het vinden van een andere baan. Daar heb ik bewondering voor.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Rob Metz
Benne van Popta
Peter Gortzak
Wethouder in Apeldoorn
Directeur financiën en interne zaken van MKB Nederland
Vice-voorzitter/algemeen secretaris van de FNV
Achmea is een van de grootste werkgevers in Apeldoorn. Als Achmea zou vertrekken, zou dat ten koste gaan van de levendigheid van de stad. We hebben regelmatig contact met Achmea, bijvoorbeeld over de mobiliteit rondom de nieuwbouwlocatie. Dat gaat altijd op zeer constructieve wijze, met respect voor de wederzijdse standpunten en belangen. Die open houding illustreert de bedrijfscultuur van Achmea.
Als financiële dienstverlener kan Achmea een belangrijke bijdrage leveren aan de maatschappij. Voor Achmea is een grotere betrokkenheid bij kennis- en opleidings instituten in dit kader zeer waardevol. Door een degelijke en praktische bijdrage te leveren in de driehoek overheid-bedrijven-universiteiten/hogescholen laat Achmea zien dat ze haar maatschappelijke verantwoor delijkheid neemt. Dit kan ook een positieve wisselwerking hebben voor Achmea als (toekomstige) werkgever. Werknemers willen bedrijven met een goede reputatie, zowel zakelijk als maatschappelijk.
Er is geen heldere maatstaf voor wat MVO inhoudt. We moeten inzoomen op wat er relevant is voor een concrete bedrijfstak. Achmea spreekt de bedrijven waarin wordt belegd aan op hun maatschappelijke verantwoor delijkheid. Analoog hieraan moet Achmea zelf ook het goede voorbeeld geven. Als goede werkgever, maar ook door milieu-aspecten van de eigen bedrijfsvoering serieus te nemen: zoals bijvoorbeeld de CO2 uitstoot, de inkoop en het wagenpark. Milieu- en sociale onderwerpen zijn nevengeschikt.
11
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Ahmet Azdural
Atie Schipaanboord
Bouwe Taverne
Directeur Inspraakorgaan van Turken in Nederland (IOT)
Adjunct-directeur van de NPCF
Hoofd Duurzame Ontwikkelingen van het directoraat MVO Rabobank Nederland
In Nederland wonen een miljoen migranten en het aantal wijken waar allochtonen in de meerderheid zijn neemt sterk toe. Deze veranderingen in de bevolkingssamenstelling zouden zichtbaar moeten zijn in de producten en diensten van Achmea. Bij dit laatste kun je bijvoorbeeld denken aan zorgverlening in herkomst landen. Daarnaast kan Achmea een bijdrage leveren aan het aantrekkelijk maken van werken in de zorg, ook onder allochtonen. De werkloosheid onder Turken in Nederland is hoog, terwijl de zorg juist mensen nodig heeft.
Het contact tussen Achmea en de patiëntenorganisaties is sterk verbeterd. Achmea investeert in zorg en initieert interessante innovaties. In het kader van preventie ben ik benieuwd hoe Achmea omgaat met het elektronisch patiëntendossier. Hiermee kunnen artsen mensen uit risicogroepen gericht benaderen met hulp, bijvoorbeeld tegen roken of overgewicht. Wat ik ook graag wil terugzien, is hoe Achmea inzage heeft in de kwaliteit van de zorg, en hoe klanten daarover worden geïnformeerd. Transparantie over de keuzes en de voordelen voor de klant. Dat is voor mij MVO.
12
MVO hoort geen ‘add-on’ te zijn bij de strategie van de onderneming, maar moet daarmee verweven zijn. Bij de Rabobank hebben we gemerkt dat dat een kwestie is van lange adem. Juist daardoor echter, treedt diepe verankering op. In goede klantbediening en innovatieve producten, in het beheersen van risico’s, in positieve impact op mens en milieu en goede relaties met stakeholders. Het lange-termijnkarakter van MVO maakt stevig commitment van de top noodzakelijk. Daarnaast is een bestendige formatie van specialisten nodig die vanuit een stafomgeving ‘de lijn’ helpen om MVO in alle commerciële activiteiten en de bedrijfsvoering een vaste plek te geven. Ten nutte van klant, onderneming en samenleving. Nu en later.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Intermediairpanel Avéro Achmea
Zorgvisie ontwikkeld met stakeholders
Om beter te kunnen reageren op de markt heeft Avéro Achmea een intermediairpanel ingericht waarin 480 intermediairs zijn vertegenwoordigd. De resultaten uit de panelonderzoeken zijn hiermee een betrouwbare afspiegeling voor de intermediaire markt. De metingen worden verricht via online-vragenlijsten.
In 2007 heeft Achmea Zorg een nieuwe visie ontwikkeld. Hierbij is intensief samengewerkt met externe partijen waaronder zorgaanbieders, politici, vertegenwoordigers van patiëntenverenigingen, sociale partners en multinationals. Er is een ‘hoger doel’ geformuleerd en de strategie is uitgewerkt tot en met Kritische Succesfactoren en Key Performance Indicatoren. De KSF’en zijn gekozen vanuit perspectieven van onder andere de maatschappij, klanten, financiën en partners.
In 2008 zijn acht panelmetingen gehouden. Zes daarvan gingen over de de performance van Avéro Achmea, twee over de verkoopondersteunende middelen zoals brochures, het fiscaal adviesbureau en het extranet. Op basis van de uitkomsten van de panelonderzoeken werken we nu onder meer de volgende verbetermaatregelen uit: » maatregelen om de ‘deskundigheid’ en ‘pro-activiteit’ van de buitendienst te verbeteren » procesoptimalisatie op diverse afdelingen, met als doel een snellere verwerking met minimaal hetzelfde kwaliteitsniveau » vergroten van de online gebruiksmogelijkheden voor intermediairs » verbeteren van de kwaliteit van de commerciële binnendienst (bijvoorbeeld opleidingen ter verbetering van de deskundigheid van medewerkers en maatregelen om de acceptatiebevoegdheden te verruimen)
Interne ketenbeheersing In de organisatie van Achmea Zorg lopen processen en procesketens over verschillende organisatieonderdelen en afdelingen heen. Er is een grote complexiteit van processen, die we efficiënter en beter beheersbaar willen maken. Tegelijkertijd dient het serviceniveau structureel naar een hoog niveau gebracht te worden. De directie Zorg had zich ten doel gesteld om tussen juli 2006 en eind 2008 de interne beheersorganisatie 20% efficiënter te maken. Dit doel is behaald: de kwaliteit is hoger (er zijn 3% minder klachten) en de personeelskosten zijn sinds 2006 met 20% gedaald. Hiervoor is een praktische methodiek ontwikkeld om processen en hun onderlinge samenhang te beschrijven, en zijn verantwoordelijkheden voor procesketens belegd. Elke procesketen heeft een keteneigenaar en een ketenmanager. De keteneigenaar is een lid van de directie en zorgt ervoor dat de randvoorwaarden worden ingevuld en de ruimte wordt gecreëerd voor operationeel ketenmanagement. De ketenmanager is een manager die van begin tot eind eerstverantwoordelijk is voor de effectiviteit en eefficiëntie van het integrale proces in de beheerfase. Externe ketenbeheersing Maar liefst 74 procent van het budget van zorgverzekeringen wordt gebruikt voor vijf ziekten: diabetes, hartfalen, COPD (ademhalingsaandoeningen zoals astma), kanker en depressie. Samen met partners werken we aan zorgketens om deze ziekten en hun bijwerkingen zo goed mogelijk te voorkomen en te behandelen. Hiervoor staan binnen Achmea Zorg ketenmanagers opgesteld, die integrale segmentplannen maken om de processen binnen Achmea en met de zorgpartners zo vlot en efficiënt mogelijk te laten verlopen. In het hoofdstuk Preventie leest u hier meer over.
13
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Context Innovatie binnen de divisie Directe Distributie Context Innovatie is een methodiek om te innoveren vanuit het perspectief (de beleving, de leefwereld, de context) van de klant. Uitgangspunt hierbij is dat de klant expert is van zijn eigen belevingswereld met daarin specifieke behoeften en wensen. Hij is zich hier echter niet altijd van bewust. Met behulp van diepgaand onderzoek wordt achterhaald wat de context van de klant is en waar hij ècht behoefte aan heeft. Samen met de klant worden producten of diensten ontwikkeld die inspelen op zijn leefwereld. Een bijkomend voordeel is dat over het algemeen minder tijd en middelen nodig zijn bij de ontwikkeling en de uitrol van nieuwe producten en diensten omdat de klant vanaf het begin betrokken is. Context Innovatie maakt het voor Centraal Beheer Achmea mogelijk om, in het klein zakelijke segment, partner te worden van ondernemers door samen met hen dienstverle-ning te ontwikkelen die écht aansluit op hun specifieke behoefte.
14
Om stap voor stap de organisatie te leren duurzaam te innoveren vanuit klantperspectief en te bouwen aan de klantrelatie is in 2008 de ‘Mini Company’ gestart. In de Mini Company werken vertegenwoordigers van alle afdelingen die verantwoordelijk zijn voor het totale klantproces van kleine ondernemers, voor het eerst samen aan het verbeteren van dienstverlening vanuit de context van de klant. In 2008 heeft dit geresulteerd in een team van enthousiaste medewerkers dat zich samen sterk, verantwoordelijk en betrokken voelt om verbeteringen vanuit klantperspectief te signaleren en te implementeren. En in een aantal concrete procesverbeteringen waardoor niet alleen de klant beter bediend wordt, maar ook kosten worden bespaard. In 2009 wordt vanuit de Mini Company de volgende stap gezet om te innoveren vanuit klantperspectief. Vanuit de context van de kleine ondernemer wordt gekeken welke risico’s de ondernemer in een aantal specifieke situaties ervaart en wil beperken en hoe het productaanbod van Centraal Beheer Achmea hier succesvol op kan aansluiten.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
thema 1
2. vertrouwen Als direct gevolg van vooral de kredietcrisis was ‘vertrouwen’ in 2008 onder financiële dienstverleners een van de meest besproken issues. En eigenlijk ging het in de discussies meestal om het gebrek aan vertrouwen en de noodzaak tot het herstel van vertrouwen. Achmea wil de discussie over dit onderwerp graag voeren, juist omdat vertrouwen raakt aan de kern van onze business. De vraag die centraal staat is hoe het vertrouwen in financiële dienstverleners hersteld kan worden. Om antwoord te geven op die vraag gaan we in dit hoofdstuk in op vijf thema’s: » De discussie over de veel te sterke focus op korte termijnresultaten » De afwikkeling van de kwestie rond beleggingsverzekeringen » De manier waarop wij onze zorgplicht invullen » Onze relatie met toezichthouders, en de naleving van gedragscodes » De kredietcrisis 15
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
We behandelen deze thema’s en geven de visie van Achmea hierop. We behandelen het onderwerp ‘vertrouwen’ relatief uitgebreid, omdat we graag willen laten zien dat Achmea in al zijn activiteiten zijn best doet om te werken op een manier die we in het dagelijkse taalgebruik gewoon ‘fatsoenlijk zakendoen’ noemen, of met andere woorden: Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
2.1
Focus op lange termijn
Bij veel beursgenoteerde financiële dienstverleners is de ontwikkeling van de beurskoers sterk bepalend voor de hoogte van de variabele beloning van het topmanagement. Dit korte termijn perspectief, waarbij het accent vooral ligt op het creëren van aandeelhouderswaarde, leidt gemakkelijk tot gebrek aan aandacht voor het brede publieke belang en de stabiliteit op lange termijn. Door de kredietcrisis en het omvallen van enkele gerenommeerde financiële dienstverleners worden opnieuw vraagtekens gezet bij deze wijze van belonen.
Benne van Popta Directeur financiën en interne zaken van MKB Nederland
Aandacht voor de klant De aandeelhouders van Achmea zijn gericht op doelen als continuïteit, vernieuwing en meerwaarde. Ik vind dat verzekeraars weleens meer aandacht voor de klant mogen hebben. Waarom zeurt de woekerpolis zo lang? Hier is meer transparantie nodig: een goed en helder antwoord. Centraal moet staan: de klant niet verkopen waar hij geen belang bij heeft. Verzekeraars moeten eerst de situatie van de klant onderzoeken en hun producten daarop toesnijden.
Als coöperatieve verzekeraar heeft Achmea minder last van deze focus op de korte termijn. Wij zijn niet aan de beurs genoteerd en hoeven ons dus geen zorgen te maken over de dagkoersen van ons bedrijf. De variabele beloningen van het management van Achmea zijn niet uitsluitend gebaseerd op de waarde die gecreëerd wordt voor aandeelhouders, maar op Stakeholder Value Management (SVM). Dat houdt in dat eventuele bonussen afhankelijk zijn van de waarde die gecreeerd wordt voor elk van de vier expliciet benoemde stakeholdergroepen: klanten, distributiepartners, aandeelhouders en medewerkers. Voor het SVM worden doorlopend verschillende zaken gemeten, zoals medewerkersbetrokkenheid, klanttevredenheid en rendement. De uitkomsten van die metingen worden enerzijds vertaald in speerpunten voor beleid en bepalen anderzijds de hoogte van het variabele inkomen van het management. Vanuit de betrokkenheid bij hun bedrijf hebben de leden van de coöperatie veel minder de neiging om van de ene aanbieder naar de andere over te stappen. Dat houdt dus ook in dat de focus bij Achmea veel meer bij de lange termijn kan liggen dan bij beursgenoteerde ondernemingen. Een evenwichtige waardecreatie voor álle stakeholders is daarom in onze organisatie ingebakken. Zelf zijn we ervan overtuigd dat deze coöperatieve manier van denken en werken op langere termijn in alle opzichten leidt tot betere resultaten, zowel voor de stakeholders als voor de maatschappij als geheel.
2.2
Beleggingsverzekeringen
In Nederland leidde de verkoop van beleggingsverzekeringen tot commotie in de media en verlies aan vertrouwen in financiële dienstverleners. Sommige beleggingsverzekeringen werden achteraf beoordeeld door consumentenorganisaties als te duur en niet transparant in de communicatie van de productvoorwaarden. De Ombudsman Financiële Dienstverlening Jan Wolter Wabeke voegde daar in zijn aanbeveling in maart 2008 aan toe dat de kosten over de hele looptijd niet meer mochten zijn dan tussen de 2,5 en 3,5% van de opbrengst aan het 16
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
einde van de looptijd. In zijn advies meldde hij tevens de gedeelde verantwoordelijkheid voor de ontstane situatie door betrokken partijen als de verzekeraars (kosten), de overheid (fiscale regelgeving), de intermediair (provisie) en de klant (eigen vrije keuze) te wijzen op hun eigen rol en verantwoordelijkheid. Door de brede verankering in de Nederlandse samenleving, 6,5 miljoen polissen, is het ‘dossier woekerpolissen’ in 2008 verder op de maatschappelijke agenda gekomen.
Paul Brandt Hoofd Juridische Zaken, Achmea Bank
Gevolgen van de kredietcrisis voor de dagelijkse werkzaamheden De kredietcrisis heeft ertoe geleid dat er strengere juridische eisen worden gesteld wanneer Achmea Bank geld wil lenen in de internationale kapitaalmarkt en dat ook de eisen van regelgeving en toezicht zijn toegenomen. Het is dan ook een uitdaging om er voor te zorgen dat Achmea Bank aan die toegenomen eisen kan blijven voldoen. Evengoed willen we natuurlijk een betrouwbare partner blijven voor onze klanten, met redelijke tarieven en voorwaarden. Ook schenken we veel aandacht aan de begeleiding van klanten die door de recessie in problemen komen.
17
Een belangrijke conclusie van de door het Verbond van Verzekeraars in het leven geroepen Commissie De Ruiter is dat de voorlichting aan klanten verbeterd moet worden. Meer transparantie over kosten en opbrengsten van financiële producten moet ertoe leiden dat klanten meer dan voorheen een weloverwogen keuze kunnen maken. Achmea onderschrijft de aanbevelingen van de commissie en onderkent haar ‘zorgplicht’. Bij Achmea zijn de voor dit doel omschreven ‘Modellen de Ruiter’ in 2008 doorgevoerd in haar gehele portefeuille. Achmea stelt eveneens dat zij zich heeft gehouden aan de vigerende wet- en regelgeving die ten tijde van de verkoop van het product van toepassing was, maar dat er daarnaast incidenteel momenten zijn geweest dat de geldende regelgeving te laat, of niet geheel juist is ingevoerd. Achmea neemt haar verantwoordelijkheid in de maatschappelijke discussie over beleggingsverzekeringen en heeft zich dan ook gecommitteerd aan een tegemoetkoming in de kosten van tot 1 januari verkochte beleggingsverzekeringen. Bij het schrijven van dit verslag is Achmea nog in onderhandeling met consumentenorganisaties over de voorwaarden hiervan. Deze tegemoetkoming zal naar verwachting vergelijkbaar zijn met de andere overeenkomsten die in 2008 zijn gesloten met andere verzekeringsmaatschappijen. Achmea biedt sinds april 2008 geen beleggingsverzekeringen aan met een kostenpercentage van meer dan 2,5%, behalve als speciale omstandigheden daar reden toe geven en altijd in overleg met de klant. Op allerlei manieren, waaronder nieuwe wetgeving op dit gebied (Wft, Bgfo) is inmiddels vastgelegd dat de informatie over financiële producten moet verbeteren. Achmea gaat in een aantal gevallen een heel stuk verder dan dat: Interpolis hanteert vertrouwen in de klant als principieel vertrekpunt en heeft dit compromisloos verankerd in haar kernprocessen (verkoop, acceptatie, schaderegeling). Dit leidt tot ‘glasheldere’ polisvoorwaarden en een uiterst klantgedreven schaderegeling. Interpolis zegt inmiddels ook: verzeker alleen wat er echt toe doet. Hierbij krijgt de klant eerst een helder inzicht in de werkelijke risico's en hoe hij die via preventie kan verminderen of zelfs opheffen. Verzekeren is zo slechts één van de opties, niet de enige.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
2.3 Zorgplicht Sinds het uitbreken van de kredietcrisis wordt er openlijk aan getwijfeld of financiële dienstverleners wel altijd te goeder trouw hebben gehandeld. Met andere woorden: of ze hun zorgplicht wel voldoende serieus nemen. De zorgplicht van financiële dienstverleners is wettelijk vastgelegd en houdt in dat banken en verzekeraars verplicht zijn hun klanten goed te adviseren, bijvoorbeeld door het verstrekken van een financiële bijsluiter. Zo moet voorkomen worden dat klanten producten aanschaffen die niet bij hen passen. Achmea wil een stap verder gaan dan de wettelijke verplichtingen. We illustreren dat met enkele voorbeelden uit 2008.
Willem Noordman Penningmeester van FNV Bondgenoten
Afkoop kleine pensioenen De FNV verzet zich tegen de afkoop van kleine pensioenen. Jonge mensen hebben vaak meerdere korte contracten na elkaar. Het lijkt aantrekkelijk om de pensioenaanspraken daarvan af te kopen, maar dat levert samen een flink pensioengat op. Fondsen en Achmea zouden afkoop daarom niet moeten aanbieden. Dat hebben we hen gevraagd en dit heeft tot goede resultaten geleid. Massale afkoop is stopgezet. Maar de discussie is nog niet afgelopen. Nu moet de overheid ervoor zorgen, dat de kleine pensioenen gemakkelijk kunnen worden overgedragen. Nu duurt dat nog drie tot zes maanden. In deze tijd!
18
Toezicht Intermediair – zorgplicht voor klanten | Avéro Achmea heeft in 2008 te maken gehad met de faillissementsgolf onder het intermediair. Als een intermediair failliet gaat kan deze de eisen die worden gesteld aan zijn advies- en zorgplicht voor klanten, niet langer invullen. Concreet betekent dit dat een klant bij zijn bestaande tussenpersoon geen advies meer kan inwinnen; of dit nu een mutatie van een bestaande polis, of het afsluiten van een nieuwe polis betreft. De afdeling Intermediair Toezicht van Avéro Achmea neemt bij faillissementen waarbij haar klanten betrokken zijn een coördinerende rol op zich om zo haar verantwoordelijkheid richting klant en intermediair in te vullen. Zo stelt Avéro Achmea bijvoorbeeld bij elk faillissement als noodvoorziening een telefoonnummer van de centrale klantenservice beschikbaar, waar klanten met vragen of mutaties van hun bestaande polis terecht kunnen. Omdat Avéro Achmea niet de rol van bemiddelaar op zich kan en wil nemen, wordt de klant voor de advisering over de verzekering doorverwezen naar een ander intermediair dat de Avéro-producten kent, zich in de buurt bevindt en klanten goed kan informeren. Wij hebben de indruk dat dit door klanten op prijs wordt gesteld. De afdeling Intermediair Toezicht van Avéro Achmea heeft een model ontwikkeld waarmee signalen van een aankomend faillissement tijdig worden onderkend. Indien deze situatie zich voordoet wordt bij de betreffende intermediair een onderzoek ingesteld om te bepalen of een hersteloperatie zinvol is. In dat geval wordt samen met de intermediair de bedrijfsvoering en financiële huishouding geanalyseerd. Er worden preventiemaatregelen geformuleerd die door de intermediair ingezet kunnen worden om een daadwerkelijk faillissement te voorkomen. Resultaat van deze aanpak is dat er ‘rust’ komt in de gefailleerde portefeuille, dat de zorgplicht aan klanten geborgd is en dat het intermediair de kans krijgt de noodzakelijke transformatie vorm te geven.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Modernisering van het intermediair Per 1 januari 2009 zijn de aanpassingen in het ‘Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen’ (Bgfo) ingevoerd. Vooralsnog is dit een laatste stap in de transformatie van de financiële branche. De nieuwe Bgfo wordt wel gezien als een revolutie in de financiële wereld, die vooral het intermediair van karakter zal doen veranderen. De doelen van het besluit zijn: » Waarborgen dat de consument gefundeerd besluiten neemt over het product dat hij afneemt. » Bewerkstelligen dat de adviseur het klantbelang voor ogen heeft bij zijn advies. Dit gebeurt onder meer door de beloning voor de dienstverlening los te koppelen van het belang van de aanbieder. » Bevorderen van de kwaliteit van het advies. Dat moet toegevoegde waarde hebben en in verhouding staan met de verkregen vergoeding. De beloning moet bovendien transparant zijn voor de klant, in exacte bedragen. Het Nederlandse intermediair is nog niet helemaal op deze nieuwe situatie aangepast en heeft vooral behoefte aan extra tijd. Achmea’s Divisie Intermediaire Distributie (DID, merknaam: Avéro Achmea) wil de intermediairs ondersteunen in de transformatie. We hebben in 2008 een scherpe segmentering aangebracht in intermediairs die op de nieuwe manier kunnen en willen gaan werken. Uitgangspunten hierbij zijn: onze primaire doelgroep bestaat uit de ‘top-50 professioneel intermediairs’ en wij brengen het aantal intermediair relaties fors terug, naar circa 2.000. Om als verzekeraar bij te dragen aan een eerlijke en transparante financiële markt hebben wij ook de afgelopen jaren al een groot aantal maatregelen genomen.
19
Zo hebben wij bij de introductie van de WFD informatiebijeenkomsten voor intermediairs georganiseerd, hanteren we een strikt aanstellingsbeleid en toetsen wij intermediairs periodiek op onder meer het hebben van de juiste vergunningen. Business Excellence Programma: zorgplicht voor intermediair Met het Business Excellence Programma (BEP) wil Avéro Achmea de dienstverlening van het intermediair naar een hoger niveau tillen en zo een zorgvuldige financiële dienstverlening aan klanten bevorderen. Het Business Excellence Programma is gericht op bedrijfskundige en marketingtechnische ondersteuning. In 2008 is een pilot met zes intermediairs doorlopen. In workshops wordt samen met het intermediair vastgesteld wat dit voor zijn organisatie betekent en wat geschikte maatregelen zijn om zijn advisering beter aan te laten sluiten bij de behoeften en wensen van zijn klanten. Uit een kwalitatief onderzoek onder de deelnemers aan de pilot blijkt dat het BEP uitstekend aansluit op de ontwikkelingen in de markt. “Je wordt hierdoor een soort van financiële huisarts voor iemand,” aldus één van de pilot-deelnemers. Een andere reactie: “Avéro Achmea is met het BEP een echte ‘partner in business’ en sluit aan bij de ontwikkelingen in de markt”. Transparantie producten Verzekeraars zullen meer activiteiten moeten ontplooien om het adviestraject voor intermediairs te vergemakkelijken. DID ontwikkelt alleen nog transparante producten, pakketten en bijbehorende voorwaarden. Onze eigen provisiemodellen worden aangepast en wij gaan ‘netto-pricing’ van producten faciliteren. Het aantal bonusdeals hebben wij in 2008 al flink teruggebracht en vanaf 1 januari 2009 zullen wij geen bonusdeals meer sluiten. Bonusdeals die voor 1 januari 2009 gesloten zijn, zullen voor het einde van 2009 worden afgewikkeld.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Procedures tekorten AWBZ 2006 en 2007 | In 2006 was er door de Nederlandse Zorgautoriteit te weinig budget beschikbaar gesteld om de door de zorgaanbieders geleverde zorg te vergoeden. Achmea heeft het standpunt, dat zorg die met een rechtsgeldige indicatie geleverd wordt aan een AWBZ-verzekerde, ook betaald moet worden aan de zorgaanbieder. Achmea heeft hierover eerst overleg gepleegd met het Ministerie van VWS en met de NZa, maar toen dat niet tot het gewenste resultaat leidde, is de kwestie aan de rechter voorgelegd. Over het jaar 2006 is vanuit Achmea gezien één procedure aanhangig bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Voor 2006 resteert nog een tekort van € 12 miljoen, waarvoor een aantal instellingen wel zorg hebben verleend, maar nog geen betaling hebben ontvangen. Ook de instellingen hebben beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven ingesteld. De bestuursrechtelijke procedures hierover lopen nog. In de loop van 2008 is gebleken dat er feitelijk wel voldoende budget was voor het jaar 2007, maar dat dit niet goed verdeeld was over de instellingen. Gedurende het kalenderjaar bestaat de mogelijkheid om budgetten tussen instellingen te herverdelen, maar na afloop van een jaar bestaat die mogelijkheid niet meer. Achmea Zorg zal een hoger beroep nog overwegen. Ondertussen is gebleken dat het door de NZa voor 2008 aan Achmea Zorgkantoor toegekende budget toe reikend was. Achmea kiest voor laagste prijsgarantie | Verzekeraars zoeken naar manieren om voor medicijnen niet meer te betalen dan nodig is. Veel verzekeraars hebben in het jaar 2008 voor een labelpreferentiebeleid gekozen. Achmea ziet hierin echter nadelen. Labelpreferentie beperkt de keuzevrijheid van klanten en artsen en bemoeilijkt ook de relatie met apotheekhouders, groothandels en de farmaceutische industrie. Achmea heeft daarom gekozen voor laagste prijsgarantie. We zien dat de kosten zich in de markt zo ontwikkelen, dat de laagste prijsgarantie lagere kosten oplevert. Een verklaring hiervoor is dat de laagste prijsgarantie voor de medicijnen die niet onder het regime van labelpreferentie zijn te plaatsen, kwalitatief en financieel voor alle betrokken partijen (verzekerden, apothekers en zorgverzekeraars) de gunstigste uitwerking heeft. Aan de andere kant profiteert de laagsteprijsgarantie ook van de effecten van labelpreferentie. Afkoop kleine pensioenen | Er zijn veel Nederlanders die een klein aanvullend pensioen hebben opgebouwd in een vroeger (kort) dienstverband. Als zij niet langer werkzaam zijn in dat bedrijf, worden ze ‘slaper’ voor het pensioenfonds. Dat betekent dat het opgespaarde pensioentegoed wordt bewaard totdat ze de 20
pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. De nieuwe pensioenwet maakt het mogelijk dit kleine pensioentegoed nu direct te incasseren. Dat levert voordeel op voor de pensioenfondsen en bespaart de uitvoerder Syntrus Achmea (waar in totaal circa 2,7 miljoen slapers staan geregistreerd!) veel administratieve ongemakken en kosten. Maar het dossier ‘afkoop kleine pensioenen’ is controversieel: in plaats van het laten incasseren van de opgebouwde slapersrechten kun je ook waardeoverdracht stimuleren. Dat wil zeggen dat je mensen het opgebouwde pensioen uit een eerder dienstverband mee laat nemen naar het pensioen van het actuele dienstverband. Dat geeft per saldo uiteindelijk recht op een hoger pensioen. Syntrus Achmea heeft samen met de pensioenfondsen een zorgplicht: het doel moet zijn dat deelnemers aan het eind van de rit een pensioenuitkering krijgen die hoog genoeg is. Dat betekent meestal stimuleren van waardeoverdracht. Bovendien houdt zorgplicht ook in dat we deelnemers wijzen op de risico’s van een uitkering nú. Want daardoor kan een bedrag vrijkomen dat huursubsidie, bijstandsuitkering, zorgtoeslag en dergelijke ‘in gevaar’ brengt. Tegen deze achtergrond hebben we het thema hoog op de agenda gezet. We hebben een tweetal bijeenkomsten georganiseerd voor de pensioenfondsen waarvan wij de administratie verzorgen om met elkaar van gedachten te wisselen en per fonds goed afgewogen besluiten te nemen. We bespraken het thema ook in de Raad van Advies. Tenslotte hebben we een proefproject gedaan om fondsen een goed beeld te kunnen bieden over de respons van de slapers. Verschillende bestuurders doen de review van dit proefproject. Een en ander heeft bijgedragen aan een gebalanceerde aanpak van de afkoop. Mensen die kiezen voor afkoop kennen nu de voordelen en risico’s daarvan.
2.4
Toezichthouders
Om het vertrouwen in Achmea een solide basis te geven hebben we in 2008 stappen gezet om het toezicht verder te verbeteren. Daarbij is vooral de relatie met de toezichthouders van belang, maar we gaan ook in op de manier waarop we zelf waarborgen dat de medewerkers van Achmea zich houden aan de regels. Relatie met toezichthouders | In tijden van crisis is het vanzelfsprekend dat toezichthouders meer informatieverzoeken richten aan onder hun toezicht staande instellingen. Zo vraagt DNB in de regel een keer per jaar een rapportage over de dekkingsgraad van pensioenfondsen, maar in 2008 heeft DNB dit met een hogere frequentie aan pensioenfondsbesturen gevraagd. Achmea heeft in deze een Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
coördinerende rol gespeeld tussen DNB en de pensioenfondsen die hun regeling door Achmea laten uitvoeren. Ook wij (Eureko/Achmea) hebben onze bijdrage geleverd om de toezichthouders frequenter dan normaliter gebruikelijk is te informeren over actuele ontwikkelingen binnen onze organisatie. Eureko verkiest in deze een open relatie met de toezichthouders. Dit is bijvoorbeeld ook expliciet richting de AFM uitgesproken en vastgelegd, tezamen met werkafspraken per eind november 2008. Deze werkafspraken zijn tot stand gekomen na de afronding van een pilot van de AFM ‘Toezicht op Maat’. Met deze pilot heeft de AFM een te hanteren vertrouwensmodel verder vorm willen geven. De pilot is gehouden bij een aantal grotere financiële instellingen. Gedragscodes Verzekeraars | In 2007 is een vanuit het Verbond van Verzekeraars opgestelde enquête ingevuld over de naleving van de Gedragscodes Verzekeraars. Daaraan is door verschillende disciplines uit de organisatie meegewerkt. Eén van de conclusies was dat veel van de punten die in de Gedragscodes Verzekeraars zijn opgenomen, nu via de Wet op het financieel toezicht (Wft), ook formeel in de wet zijn verankerd. Door te voldoen aan deze wet, wordt daarmee in feite aan de Gedragscodes Verzekeraars voldaan. Verder is de gedragscodes verwerkt in het Compliance Normenkader Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Het is de bedoelding dat dit thema het volgende jaar door de bedrijfsonderdelen wordt geëvalueerd, waarna het mee gaat draaien in de reguliere Compliance Rapportages. Meer informatie over de manier waarop Eureko/Achmea ervoor zorgt dat alle medewerkers zich houden aan de wetten, regels en gedragscodes is te vinden in het hoofdstuk Compliance.
2.5
De kredietcrisis en Achmea
Ook Achmea heeft op tal van manieren de effecten van de kredietcrisis ondervonden. Een van de belangrijkste effecten was de scherpe daling van de waarde van onze beleggingen. Voornamelijk als gevolg van beleggingsverliezen rapporteert Eureko een negatief resultaat over 2008 van 2,1 miljard euro. Achmea heeft echter niet bij de staat aangeklopt voor extra kredieten of garanties. Wel investeren onze aandeelhouders Vereniging Achmea en Rabobank in 2009 een miljard euro in Eureko. In het hoofdstuk Profiel en kerncijfers gaan we er uitgebreider op in. Uiteraard hebben ook andere institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, te maken met een significante vermindering van de waarde van hun bezittingen. De 21
pensioenfondsen waarvoor Achmea vermogensbeheerder is, sprongen er daarbij gunstig uit in vergelijking met het gemiddelde in de markt.
2.6
Opnieuw: vertrouwen
De discussie over de veel te sterke focus op korte termijnresultaten, de commotie rond beleggingsverzekeringen, de twijfel aan de manier waarop financiële dienstverleners omgaan met de zorgplicht, de relatie met toezichthouders en vooral de kredietcrisis hebben geleid tot een ernstig verlies van vertrouwen. En het lijkt erop dat deze algehele vertrouwenscrisis rond financiële dienstverleners nog niet ten einde is. Ook Achmea voelt dat, hoe weinig we daar volgens ons ook voor verantwoordelijk gehouden kunnen worden. Het herstel van vertrouwen zal bij ons de komende jaren niettemin een belangrijk thema zijn. Interpolis meest betrouwbare verzekeraar | Met een score van 14 procent is Interpolis het meest betrouwbare verzekeringsmerk van Nederland, gevolgd door Univé (10 procent) en Centraal Beheer Achmea (8 procent). Dit blijkt uit het jaarlijkse European Trusted Brandsonderzoek van Reader’s Digest. Het tijdschrift onderzocht in zestien landen de consumententrouw van merken in 37 productcategorieën en is daarmee het grootste merkenonderzoek van Europa. Voor het derde jaar achtereen wint Interpolis de prijs voor meest betrouwbaar verzekeringsmerk. Ten opzichte van vorig jaar is deze positie verstevigd (van 12 naar 14%). Interpolis scoort voornamelijk goed op ‘kwaliteit’, ‘consumentbehoefte’ en ‘waar voor uw geld’. Zilveren Kruis Achmea best bereikbaar | Zilveren Kruis Achmea is als eerste geëindigd in de AD Bereikbaarheidstest 2008, met een 9,9 als cijfer. De Bereikbaarheidstest wordt gehouden onder zeventig bedrijven en andere organisaties. Er wordt gevraagd naar onder meer wachttijd, juiste beantwoording van vragen en klantvriendelijkheid. Achmea Personenschade: vertrouwen in afhandeling letselzaken | Binnen het Achmea Claims Center (ACC), biedt Achmea Personenschade (APS) in samenwerking met Achmea Zorg direct hulp aan letselschade-slachtoffers met een acute hulpvraag. Dit traject staat bekend onder de naam CARE. Binnen 48 uur kan diverse soorten hulp worden gegeven, zoals huishoudelijke hulp, traumapsychologie, wachtlijstbemiddeling of vervoer. Ook indien aansprakelijkheid niet vaststaat mag het slachtoffer erop vertrouwen dat APS hem ‘ontzorgt’. Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Harde doelstellingen voor vertrouwen bij Divisie Zorg In het businessplan 2008-2010 van de Divisie Zorg is een van de meest ambitieuze doelen: 'In 2020 heeft Nederland het meeste vertrouwen in Achmea Zorg, als het gaat om gezondheid en vitaliteit'. Om aan dit doel te kunnen werken, hanteren we het model van Covey, dat vijf golven onderscheidt, beginnend bij het vertrouwen van medewerkers in zichzelf en uitlopend naar vertrouwen van de maatschappij in ons.
1
2
1. Zelfvertrouwen 2. Vertrouwen in collega’s 3. Vertrouwen in de organisatie 4. Vertrouwen van: zorgverleners patiënten Vertrouwen van: partners verzekerden 5. Vertrouwen van maatschappelijk veld
Klanttevredenheidscijfers laten zien dat slachtoffers vertrouwen hebben in de wijze waarop APS de letselzaken afhandelt. Achmea Personenschade: vertrouwen in afhandeling letselzaken | Binnen het Achmea Claims Center (ACC), biedt Achmea Personenschade (APS) in samenwerking met Achmea Zorg direct hulp aan letselschade-slachtoffers met een acute hulpvraag. Dit traject staat bekend onder de naam CARE. Binnen 48 uur kan diverse soorten hulp worden gegeven, zoals huishoudelijke hulp, traumapsychologie, wachtlijstbemiddeling of vervoer. Ook indien aansprakelijkheid niet vaststaat mag het slachtoffer erop vertrouwen dat APS hem ‘ontzorgt’. Klanttevredenheidscijfers laten zien dat slachtoffers vertrouwen hebben in de wijze waarop APS de letselzaken afhandelt.
3 4 5
In 2008 is Covey naar Nederland gekomen en is hij met directie en leidinggevenden in gesprek gegaan over het gedrag om vertrouwen te ontwikkelen. Het gaat hierbij om kwaliteiten als vertrouwen en integriteit, maar ook resultaatgerichtheid en waarmaken: zo leggen we de verbinding met de kernwaarden van Achmea. In de Springcourse, bijeenkomsten voor leidinggevenden, is verder gewerkt aan vertrouwen met 360 graden feedbacksessies. Hierbij zijn zorgaanbieders betrokken. Het werken aan vertrouwen vraagt om een actieve opstelling en een stimulerende benadering van leidinggevenden. We hebben dat gekoppeld aan harde doelstellingen. Met alle leidinggevenden zijn resultaatafspraken gemaakt over de eerste drie niveaus: zelfvertrouwen in relatie tot de functie en intern vertrouwen. Het streven is hetzelfde in de toekomst te doen voor niveau vier en vijf: vertrouwen van klanten en partners in leidinggevenden en medewerkers van de Divisie Zorg.
22
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
thema 2
3. solidariteit 3.1 Inleiding Achmea beschouwt haar hoofdtaak, verzekeren, als het ‘organiseren van solidariteit’. In de praktijk doen zich hierbij tal van dilemma’s voor. We geven inzicht in een aantal van deze dilemma’s omdat deze verband houden met een groot aantal maatschappelijke thema’s zoals de betaalbaarheid van de zorg, de kosten van vergrijzing en de omgang met zwakkere groepen in de samenleving. Solidariteit houdt in dat een groep onderling risico’s deelt, dat de lasten gezamenlijk worden gedragen. Door het betalen van AOW-premies zijn werkenden solidair met ouderen die niet meer werken. Door het afsluiten van een brandverzekering zijn de mensen die geen brand meemaken solidair met degene die dat wel overkomt. We constateren dat het in onze individualiserende samenleving steeds minder vanzelfsprekend is om solidair te zijn. 23
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Daar komt bij dat de overheid geleidelijk aan terugtreedt en minder de neiging heeft om solidariteit te organiseren of op te leggen. Ook wij worden hierdoor gedwongen steeds opnieuw na te denken over de manier waarop we solidariteit willen organiseren. Dat het voor ons een urgent thema is blijkt wel uit het feit dat het thema voor onze interne ‘Maatschappelijke debatten’ in 2009 ‘solidariteit’ zal zijn (na ‘Vergrijzing’ in 2007 en ‘Klimaatverandering’ in 2008).
insteek die Achmea hierbij voert is al jarenlang gebaseerd op het streven naar het ‘ontzorgen’ van de consument. Dat houdt in dat Achmea er alles aan doet om patiënten snel en efficiënt te helpen, zodat ze zo weinig mogelijk zorgen hebben. Die aanpak heeft veel verschillende aspecten, van de telefonische bereikbaarheid tot het ondersteunen van mantelzorgers.
Als het afbrokkelen van vrijwillige solidariteit niet gecompenseerd wordt door wettelijk afgedwongen solidariteit, zal het maatschappelijk gezien steeds makkelijker geaccepteerd wordt dat (zwakke) groepen of individuen uitgesloten of anderszins benadeeld worden. Dat vinden wij geen goede ontwikkeling. Het past bij onze identiteit om waar mogelijk de solidariteit in stand te houden. Dat houdt onder meer in dat we waar mogelijk en verantwoord een relatief ruimhartig acceptatiebeleid willen voeren.
3.3
De oorsprong van Achmea ligt in een groep ondernemers die in gezamenlijke afspraken hun brandrisico’s wilden delen. Zij realiseerden zich dat het verstandig was zich als groep met elkaar te verbinden door de risico’s onderling over de gehele groep te spreiden. Zolang het gaat om groepen met een tamelijk homogene samenstelling is deze oplossing vrij probleemloos: iedereen heeft dan ongeveer hetzelfde risico. Lastiger wordt het als de groep een meer heterogene samenstelling heeft: de individuele risico’s gaan dan uit elkaar lopen. De verschillen kunnen onder meer zitten in leeftijd of woonplaats maar ook in eetgewoonten en wel of niet roken. In een steeds diverser wordende samenleving levert het bepalen wie er wel en niet bij de verzekerde groep mag horen enkele lastige dilemma’s op.
3.2
Uitvoeren van overheidsbeleid
Bij de AOW bepaalt de wetgever in welke mate werkenden financieel solidair zijn met gepensioneerden. Hetzelfde geldt in grote lijnen voor de basisverzekering in de zorg: het is de overheid die bepaalt wat er in het basispakket zit en wat het mag kosten. Verzekeraars moeten dit overheidsbeleid uitvoeren en mogen daarbij niemand als klant weigeren. Het gaat hier dus om een private uitvoering van publieke taken. Onze speelruimte als onderneming benutten we hier om dit zo goed en zo efficiënt mogelijk te doen. De zorgverzekering is qua omvang het beste voorbeeld van door de overheid opgelegde solidariteit die door commerciële partijen wordt uitgevoerd. De
24
Acceptatie, tarifering, premiedifferentiatie
We constateren dat het in onze individualiserende samenleving steeds minder vanzelfsprekend is om solidair te zijn. Daar komt bij dat de overheid geleidelijk aan terugtreedt en minder de neiging heeft om solidariteit te organiseren of op te leggen. Desolidarisering kan commercieel interessant zijn | Hoe ver je wilt gaan met solidariteit komt voor een verzekeraar vooral tot uitdrukking in zijn acceptatiebeleid en tariferingsbeleid. Je kunt je premies differentiëren: hoe groter het risico, hoe hoger de premie. Als een verzekerde zelf door zijn gedrag (bijvoorbeeld al dan niet roken) zijn risico verkleint, kun je daar een lagere premie tegenover stellen. Zo kun je preventief gedrag belonen. Dat is commercieel gezien ook interessant. Als een verzekerde minder risico loopt door zijn -niet te beïnvloedenpersoonlijke situatie, dan blijft er een commercieel interessante mogelijkheid voor premiereductie. Maar deze is wel controversieel. Dat bleek in het debat dat enige jaren terug ontstond, toen een verzekeraar een overlijdensrisicoverzekering met een speciaal, laag tarief voor welgestelden op de markt bracht. Andere dilemma’s in de sfeer van desolidarisering zijn bekend van speciale polissen voor levensverzekeringen voor rokers, voor chronisch zieken of voor jongeren. Hieronder werken we enkele van deze dilemma’s verder uit. Solidariteit in zorgverzekeringen | Premiedifferentiatie is verboden in de basisverzekering. In aanvullende verzekeringen is deze mogelijkheid in beginsel wel aanwezig. Voor Achmea Zorg is dit een actueel onderwerp. Vanuit het oogpunt van marketing is het aantrekkelijk om verschillende doelgroepen apart aan te spreken. Mensen voelen zich graag erkend en herkend. Als verzekeraar kun je daarop inspelen door speciale polissen aan te bieden. Wij zien een dergelijke differentiatie echter als ongewenst vanuit het principe vam solidariteit. Er zijn allerlei verschillende groepen te definiëren met verschillende risicoprofielen; er zijn ook polissen denkbaar voor vrouwen, of
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
voor vegetariërs. Hoe ver ga je daarin? Het is essentieel om hierin als zorgverzekeraar een goede balans te vinden. Achmea Zorg heeft in dit vraagstuk het uitgangspunt dat solidariteit, het gezamenlijk dragen van de lasten, centraal blijft staan. Hiervoor hebben we twee redenen. De eerste is dat solidariteit gewoon belangrijk is als grondbeginsel van verzekeren en zeker voor het produkt zorgverzekering waar iedereen recht heeft op betaalbare, toegankelijke en kwalitatief goede zorg. De tweede is dat solidariteit essentieel is voor de continuïteit van het verzekeringsbedrijf. Als groepen met minder risico zich afsplitsen, wordt het voor de anderen moeilijker om de lasten te dragen, en worden deze minder goed verzekerbaar of te kostbaar. Dit leidt tot rechtsongelijkheid die in het kader van zorg ongewenst is. Solidaire welgestelden? | Er schijnt een statistisch verband te bestaan tussen de hoogte van iemands inkomen of vermogen en zijn levensverwachting: welgestelden zouden langer leven dan minderbedeelden. Sommige niche-players in de verzekeringsmarkt spelen hierop in met goedkopere levensverzekeringen voor welgestelden, academici of anderszins sterkere groepen. Doordat zij zich als aparte groep onderling solidair verklaren wordt de rest van de markt gemiddeld een klein beetje minder rijk en gezond. Dat werkt negatief uit op het risico, en uiteindelijk dus op de premies. Het gevolg is desolidarisering: de sterken zijn minder solidair met de zwakkeren. De ethiekcommissie van Achmea heeft hierover in 2008 gesproken en kwam tot de conclusie dat ze differentiatie op grond van risicofactoren, die niet via het gedrag beïnvloedbaar zijn, niet alleen ethisch onaanvaardbaar acht, maar ook een bedreiging voor het verzekeringsbedrijf en de solidariteit in de samenleving. Ook al zijn er commercieel gezien goede argumenten voor, dan nog wil Achmea vooralsnog geen polissen als een ‘welgesteldenpolis’ ontwikkelen. De belangrijkste argumenten daarvoor zijn dat Achmea als verzekeraar vorm wil geven aan solidariteit, en daarin ook de meeste waarborgen voor continuïteit en duurzaamheid ziet. Achmea wil deze opvatting actief uitdragen in het publieke debat en nieuwe vormen van solidariteit stimuleren. Het past bij de verzekeraar die Achmea wil zijn om niet voorop te lopen in het aanbieden van verzekeringsoplossingen die desolidariserend werken. De concurrentie kan dwingen om verder te differentiëren, maar Achmea wil dan volgend en dus zeker niet initiërend zijn. Het advies van de ethiekcommissie was vast te houden aan solidariteit zolang dit mogelijk is, rekening houdend met de marktomstandigheden. We hebben vooralsnog dus geen ‘welgesteldenpolis’. 25
Solidair met chronisch zieken | Wij vinden het belangrijk dat iedereen de mogelijkheid heeft zich adequaat te verzekeren; daarom sluiten we bij voorbaat dus geen doelgroepen uit, zoals ouderen bij een autoverzekering of HIV-patiënten bij een levensverzekering. Als een levensverzekering gewenst is, is de gezondheidssituatie een onderwerp dat automatisch ter sprake komt. Hierbij is het voor Interpolis van belang dat naar de huidige situatie wordt gekeken van degene die de verzekering aanvraagt. Deze is in belangrijke mate bepalend voor het vaststellen van de premie. Zo hanteert Interpolis niet één premie voor mensen met een chronische ziekte. Want als een klant op een goede manier met de ziekte omgaat, is dat merkbaar in het verloop van de ziekte. Interpolis legt meer nadruk op dat gedrag en minder op de ziekte zelf. Met deze benadering zie je dat mensen met een chronische ziekte vaker tegen een standaard of ‘gewone’ premie verzekerd kunnen worden. Ook vraagt Interpolis niet naar erfelijke aanleg. Volgens de Wet op de Medische Keuringen mag hiernaar worden gevraagd als de ziekte behandelbaar is of als de ziekte niet ernstig is. Interpolis vindt dat niet juist. Alleen als een klant al klachten of afwijkingen heeft van een erfelijke ziekte, wordt de ziekte meegewogen in de premieberekening. Dit betekent bijvoorbeeld dat een klant met aanleg voor kanker, vaak normaal verzekerd kan worden. Autoverzekeringen | De miljoenen automobilisten in Nederland kan men in drie groepen verdelen: jongeren, de middenmoot en ouderen. Ongelukken en schade worden statistisch gezien het meest veroorzaakt door de jongeren en de ouderen. Om die reden weigert tweederde van de autoverzekeraars oudere automobilisten een nieuwe polis te verkopen. Interpolis hanteert geen leeftijdsgrens. Wel betalen ouderen, net zoals jongeren, een op het risico afgestemde premie.
3.4
Eigen verantwoordelijkheid belonen
Een heel andere vraag die opkomt in dit kader, is de eigen verantwoordelijkheid van de verzekerde. Ook deze vraag raakt aan het onderwerp solidariteit. Zoals we reeds hebben aangegeven, is en blijft solidariteit voor Achmea een belangrijk uitgangspunt: gelijke monniken, gelijke kappen. Maar bij gezondheidsrisico’s waarop mensen via hun gedrag zelf een grote invloed kunnen uitoefenen, vinden we het echter te rechtvaardigen om gezond gedrag te belonen. Daarom bieden we voor levensverzekeringen een premievoordeel aan niet-rokers.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Hoge acceptatiegraad bij Interpolis
Niet solidair met oplichters
Interpolis heeft een hoge acceptatiegraad voor levensverzekeringen, onder meer doordat Interpolis niet vraagt naar erfelijke aanleg. Ook bij chronische ziekten en HIV/AIDS gaan we uit van de huidige situatie van de klant. Als de klant verstandig met de situatie omgaat, is er grote kans dat de ziekte gunstig verloopt. Dat ziet de klant terug in de verzekeringspremie.
Interpolis streeft ernaar de onderlinge solidariteit in de maatschappij zoveel mogelijk in stand te houden en zo weinig mogelijk mensen uit te sluiten. Uitgangspunt daarbij is dat wij onze klanten vertrouwen. Maar er is ook een groep met wie we nadrukkelijk niet solidair willen zijn en dat is de groep mensen die ons vertrouwen aantoonbaar beschaamt en verzekeringsfraude pleegt. Wij willen niet solidair zijn met fraudeurs, want dat gaat ten koste van eerlijke mensen. Daarom accepteren wij geen enkele vorm van bedrog. Overigens vinden we dat mensen die misbruik maken geen enkel excuus hebben, want onze aanpak van fraude staat duidelijk vermeld op onze uitingen. Zo staat er op onze webpagina een speciale uitleg van ons fraudebeleid. Hoewel verzekerden na gebleken fraude vaak excuses aanbieden, is dat nog geen rechtvaardiging voor het misbruik. Wel hebben we steeds de omstandigheden voor ogen die tot dat misbruik van de klant hebben geleid. Dit is mede bepalend voor de maatregelen die we nemen jegens de klant. Daarbij houden we rekening met de maatschappelijke taak die een verzekeraar heeft, waarin past dat we ons steeds rekenschap geven van de gevolgen van fraude voor degene die gefraudeerd heeft. (Ook) hierin leveren we maatwerk. Daarnaast levert het fraudemotief ons belangrijke bouwstenen aan voor verdere fraudepreventie. Wij zijn er namelijk bij gebaat om fraude te voorkomen, samen met onze bona fide verzekerden.
Na het invullen van een digitale gezondheidsverklaring wordt veruit het grootste deel direct geaccepteerd als klant. De rest moet een aanvullend traject ondergaan, bijvoorbeeld in de vorm van een medische keuring of het geven van schriftelijke toestemming om meer gegevens te verzamelen.
3.5
Tegen ondermijning van solidariteit
Evenzeer als we hechten aan solidariteit, treden we op tegen situaties waarin mensen de hand lichten met solidariteit. Bronheffing wanbetalers | In Nederland zijn op dit moment naar schatting 240.000 personen die hun basis-zorgverzekering structureel niet kunnen of willen betalen. Dat is ongeveer 1,5 procent van de verzekerden. De laatste jaren is de groep wanbetalers echter in omvang gestegen, met enkele duizenden mensen per maand. Het probleem wordt daardoor urgenter. Deze wanbetalers ondermijnen de solidariteit van het zorgstelsel en zetten het stelsel onder druk. Omdat de zorgkosten alleen over de betalende verzekerden kunnen worden omgeslagen, stijgt de zorgpremie. Minister Klink van VWS wil daarom een bronheffing introduceren: vanaf een betalingsachterstand van zes maanden wordt de premie geïncasseerd via werkgevers en uitkeringsinstanties. Achmea vindt het een goede zaak dat wanbetalers aangepakt worden. Wel zal dit voor werkgevers en zorgverzekeraars extra werk meebrengen.
26
Achmea Zorg probeert wanbetaling zoveel mogelijk te voorkomen, bijvoorbeeld door afspraken te maken met gemeenten. Verzekerden met een uitkering kunnen korting krijgen op hun premie als de premie rechtstreeks wordt ingehouden op de uitkering of betaald wordt met een automatische incasso. Daarnaast bieden we wanbetalers eenmalig de mogelijkheid de verschuldigde zorgpremie in termijnen te voldoen. Gaan ze op dit aanbod in dan zien wij af van het verhalen van kosten die wij hebben gemaakt, zoals bijvoorbeeld gederfde rente.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Achmea haalt miljoenen aan zorgfraude terug Achmea heeft in 2008 ongeveer 4 miljoen euro teruggevorderd bij zorgverleners en patiënten. Hierbij gaat het zowel om fraude die wij opspoorden, als gelden die wij hebben teruggehaald wegens ‘administratieve fouten’ of onterecht ingediende declaraties. Bij de teruggehaalde gelden werd ook fraude vermoed. Zorgverleners waren verantwoordelijk voor circa 70 procent van het fraudebedrag. Maar ook verzekerden frauderen geregeld. De opgespoorde fraude was 700.000 euro hoger dan in 2007. Vooral bij de persoonsgebonden budgetten werd meer gefraudeerd dan vorig jaar. Het bedrag dat daarmee was gemoeid liep op van 85.000 euro in 2007 tot 400.000 euro in 2008. Ook ontdekte Achmea voor ongeveer 400.000 euro aan zorgfraude in het buitenland. Zo lieten vijftien vrouwen in Iran een cosmetische neuscorrectie uitvoeren. Omdat dit soort ingrepen alleen wordt vergoed als zij medisch noodzakelijk zijn, vertelden zij alle vijftien dat zij een dichtslaande taxideur tegen hun neus hadden gekregen.
3.6
Wel of niet solidair zijn?
De vraag in welke gevallen je wel of niet solidair zou moeten zijn is een voortdurende bron van discussie. We geven drie voorbeelden die laten zien op welke manier Achmea hierbij betrokken is. Discussie over solidariteit tussen generaties | Sinds drie jaar organiseert Achmea Corporate Relations bijeenkomsten om te discussiëren over belangrijke maatschappelijke thema's. Hiervoor worden vertegenwoordigers uitgenodigd uit de kring van brancheorganisaties en besturen, werkgeversorganisaties, vakbonden en sociale partners. Er komen sprekers uit onder andere de politiek, de SER, de W.R.R., universiteiten en vakbonden.
‘solidariteit tussen de generaties’. Hoe raken de veranderingen in de maatschappij de arbeidsvoorwaarden, hoe komen de arbeidsvoorwaarden nieuwe stijl er uit te zien? De discussie ging in op het fiscaliseren van de AOW, het flexibiliseren en individualiseren van de arbeidsvoorwaarden en het langer doorwerken na het 65e jaar. In december 2008 is een tweede diner pensant gehouden met als titel ‘Levenslang werken’. Zeefmodel | Achmea Pensioenen hanteert bij het ontwikkelen van nieuwe producten op de markt van verzekeringen het ‘zeefmodel’. Dit betekent dat er in principe altijd naar gestreefd wordt de groep die profiteert van een regeling zo groot mogelijk te maken, waardoor de solidariteitsgedachte zo goed mogelijk verwezenlijkt wordt. Het zeefmodel kent vier stappen. » Indien mogelijk wordt in overleg met sociale partners op CAO-niveau een collectieve regeling vastgesteld die geldt voor alle werknemers. » Als daar geen behoefte aan is, wordt in overleg met branche- en koepelorganisaties onderzocht of het mogelijk is mantelcontracten af te sluiten. » Als ook dat niet gaat, dan worden zo mogelijk op bedrijfsniveau regelingen voorgesteld. » Mocht het niet lukken om collectieve regelingen te treffen, dan worden individuele producten op de markt gebracht. Voor de zwakkeren in de groep is het het beste als op een zo hoog mogelijk niveau afspraken gemaakt worden. Hoe groter de groep is, hoe beter het risico gespreid wordt. Overstromingen verzekerbaar maken | Verzekeraars gebruiken de premies van alle verzekerden om schade te vergoeden aan degene die schade heeft geleden. Bij catastrofes waarbij iedereen tegelijkertijd schade heeft, zoals pandemieën of overstromingen, helpt het niet om de lasten te verdelen en zijn andere constructies nodig. Achmea zet zich ervoor in om daarvoor toch een verzekering in het leven te roepen. Zie hiervoor het hoofdstuk over klimaat pagina 41.
3.7
Solidariteit organiseren is een vak
Het organiseren van solidariteit is een bijzondere expertise die we ook buiten het reguliere verzekeringswerk inzetten. We geven twee voorbeelden.
In juni 2008 werd onder de noemen ‘diner pensant’ gesproken over het thema 27
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Solidariteit in ontwikkelingslanden | Achmea wil ook aandacht schenken aan solidariteit met mensen buiten Nederland. Verzekeringen vormen een belangrijke voorwaarde voor ontwikkeling. We zetten onze expertise graag in om toegang tot verzekeringen voor meer mensen mogelijk te maken. Hiervoor verwijzen we naar het hoofdstuk Vernieuwing en Verbetering Wereldwijd. Vertegenwoordiging Ondernemers zonder personeel in branche-organisaties | Solidariteit op het terrein van sociale zekerheid wordt gewaarborgd door afspraken tussen werkgevers- en werknemersorganisaties. Door het snel groeiende aantal Zelfstandigen (Ondernemers) Zonder Personeel, (ZZP-ers of OZP-ers) dreigt het ‘platform’ voor solidariteit op het terrein van Sociale Zekerheid echter onder druk te komen. Hoewel OZP-ers ondernemers zijn, zijn ze zelden aangesloten bij een ondernemers(branche)organisatie. MKB-Nederland en Achmea hebben deze problematiek onderzocht. De resultaten van het onderzoek zijn gepresenteerd op een congres. Dit heeft geleid tot een paper voor besturen van branche-organisaties, geschreven door Achmea in samenwerking met MKB-Nederland: hoe betrek je OZP-ers bij de brancheorganisatie? Inmiddels heeft het Hoofdbestuur van MKBNL, mede naar aanleiding van het paper, de aangesloten branche-organisaties geadviseerd OZP-ers actief te benaderen als ‘ondernemers behorend tot de branche-organisatie’.
28
WW goed te privatiseren Medio 2008 organiseerde ProgreSZ Hogeschool een debat over de (on) mogelijkheden van het stelsel van Sociale Zekerheid in Nederland. Onderwerp van discussie was het eventueel onderbrengen van de WW in het private stelsel. We zien steeds meer verschuiving van het publieke naar het private domein. Achmea ziet dit als een goede ontwikkeling die zorgvuldig verder moet worden ingezet. Voor ons staat hierbij centraal: welke veranderingen sluiten het beste aan bij de toekomst van het stelsel van sociale zekerheid? Aan welke voorwaarden moeten deze veranderingen voldoen? Vanuit Achmea kunnen en willen we hieraan – zowel in de discussie als in de uitvoering – een bijdrage leveren. De visie van Achmea sluit aan bij het advies van de commissie Bakker. Achmea vindt dat de wetgever duidelijke rechten en plichten moet formuleren voor werkgevers en werknemers, zoals ook bij de Wet Verbetering Poortwachter is gebeurd. Achmea wil werkgevers een oplossing bieden zodat zij het risico voor het eerste halfjaar loondoorbetalingverplichting kunnen verzekeren, vergelijkbaar met verzuimverzekeringen. Daarop aansluitend wil Achmea werkgevers een oplossing bieden zodat zij het risico voor het eerste halfjaar loondoorbetalingverplichting kunnen verzekeren. Achmea onderzoekt hiervoor de mogelijkheden.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
thema 3
4. preventie 4.1 Inleiding Achmea heeft preventie altijd een belangrijk thema gevonden. Niet alleen omdat schade aan bijvoorbeeld de auto, het huis of iemands gezondheid altijd vervelend is voor de betrokkene, maar ook omdat iedere schade uiteindelijk een economisch verlies is voor de samenleving als geheel. Achmea vindt het alleen al daarom maatschappelijk van belang ernaar te streven de schadelast zo laag mogelijk te houden. Achmea ziet het als haar taak de klant bij te staan bij zijn risicobeheer. Dit betekent voor Achmea: afwegen welke risico’s kunnen worden vermeden of verminderd en welke risico’s zelf te dragen zijn, en het overblijvende risico door een verzekeraar laten overnemen, oftewel verzekeren. Preventie kan risico’s verminderen of voorkomen. Preventie helpt om de totale schadelast te beperken, en dat werkt mee aan het betaalbaar houden van de verzekeringspremies en uiteindelijk ook aan het verzekerbaar houden van de risico’s. 29
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Achmea ziet het als haar kerntaak hieraan te werken, samen met allerlei bedrijven. In dit hoofdstuk behandelen we de volgende onderwerpen. » Schadepreventie. » Preventie in de zorg » Sociale zekerheid » Niet meer verzekeren
Willem Schonenberg
De eerste drie thema's zijn nauwelijks controversieel te noemen: het is in ieders belang dat schade zoveel mogelijk wordt voorkomen. Achmea heeft een zekere staat van dienst op het gebied van preventie (denk aan ‘de mannetjes van Interpolis’). Maar als preventie succesvol wordt, is het dan nog wel nodig om het laatste beetje risico te verzekeren? Of is het verstandiger om als particulier of als bedrijf te besluiten in sommige gevallen de verzekering op te zeggen en het risico maar liever zelf te dragen? Het klinkt raar uit de mond van een verzekeraar, maar Achmea rekent het tot haar taak kritisch te beoordelen of het af en toe niet wat minder kan met de verzekeringen. Achmea denkt van wel.
Accountmanager Zorg en Sociale Zekerheid
Preventie in de zorg Het bevorderen van gezondheid en vitaliteit van werknemers leidt tot een win-win situatie, iets waar werkgevers zich meer en meer bewust van worden. Achmea draagt die boodschap actief uit en is bereid met de klant mee te denken en ook te investeren. Met brancheorganisaties werkt Achmea aan een totaaloplossing door de collectieve zorgverzekering, de dienstverlening op het gebied van preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie en de verzekeringen rondom verzuim en WIA aan elkaar te koppelen. Het geeft mij persoonlijk veel voldoening om daar een bijdrage aan te mogen leveren.
4.2
Schadepreventie
De oorsprong van Achmea ligt in het verzekeren van brandschade. Bijna 200 jaar nadat de eerste voorloper van het huidige Achmea werd opgericht, is brand nog steeds een actueel thema. De laatste jaren waren er relatief veel grote branden. In 2008 heeft Interpolis een onderzoek gedaan naar de oorzaken daarvan. De brandveiligheid van elektrische installaties bleek een belangrijke rol te spelen, met name bij agrarische bedrijven. Kortsluiting kwam verhoudingsgewijs veel voor. Om elektrische installaties op een betaalbare manier te inspecteren op brandrisico’s, hebben we een methode ontwikkeld die nu onderdeel is van ons acceptatieproces. Bij de bollensector, waar de meeste gebreken werden aangetroffen, hebben we in bijeenkomsten en met mailings aandacht gevraagd voor onze bevindingen en geven we een extra stimulans in de vorm van een financiële ondersteuning. De andere sectoren worden daarna aangepakt. Met installateurorganisaties overleggen we hoe zoveel mogelijk voorkomen kan worden dat al bij de aanleg van de installaties fouten worden gemaakt. Interpolis heeft bij het niet-agrarische MKB intussen een vergelijkbare actie gestart. In 2007 ontwikkelde Centraal Beheer Achmea, gezamenlijk met de Brandweer Den Haag, certificatie-instelling Kiwa, ASCOM en Commit (inmiddels Achmea Vitale), het concept ‘Verzekerde Brandveiligheid’. De basis voor dit concept is de regeling Brandveilig Gebruik Bouwwerken en het bijbehorende keurmerk BGB. In 2008 hebben de betrokken partijen initiatieven genomen om de BGB-regeling completer te maken op het gebied van schadebeperking en bedrijfscontinuïteit. Zorginstellingen kunnen hiermee een optimale brandveiligheid realiseren, tegen beheersbare kosten en inspanningen. Als de zorginstelling het keurmerk krijgt, geeft Centraal Beheer Achmea een deel van de betaalde premie terug in de vorm van dienstverlening, bijvoorbeeld als advies van een risk management consultant of trainingen (Bedrijfs Hulp Verlening) of als korting op de keuringskosten van het volgende jaar. Met
30
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
deze dienstverlening wordt de brandveiligheid structureel verhoogd en wordt de continuïteit van de verbeteringen gewaarborgd. Vaak zien we een te verzekeren nieuw gebouw pas als het gebouwd is. We constateren dan niet zelden dat het gebouw, voor veelal dezelfde kosten, een stuk brand- en stormveiliger gebouwd had kunnen worden. Op dat moment is het daar echter te laat voor. Om verbetering in deze situatie te brengen hebben we het Bouwpakket geïntroduceerd; eerst voor de Glastuinbouw en binnenkort ook voor andere agrarische gebouwen. Het Bouwpakket houdt in dat we nog voor de realisatie start bij de bouwplannen worden betrokken. De ondernemer krijgt preventieadviezen en daarnaast tegen een bepaalde premie een extra dekking voor de risico’s tijdens de bouwperiode.
Eléonore Hendriks
Een aantal medewerkers van Achmea Agro heeft in dezelfde denktrant PinC Agro opgericht: een geheel nieuwe activiteit waarin wij diensten aanbieden in plaats van verzekeringen. PinC Agro is een zelfstandig bedrijf, dat structureel risicobeheer aanbiedt aan agrarische ondernemers. Veel schade blijkt voorkomen te kunnen worden door preventief onderhoud. PinC Agro werkt met een web-based systeem, dat onder andere aangeeft wanneer onderhoud nodig is, en met adviseurs die de bedrijven jaarlijks adviseren over het structureel beheer van hun risico’s.
Paprikakwekerij Hendriks
Kostenbesparing Sinds de zomer van 2008 gebruik ik het Continuïteit Management Systeem van PinC Agro. De grootste voordelen voor mij zijn dat ik een goed overzicht heb van mijn eigen taken en van de machines. Ik kan goed in de gaten houden wanneer er een reparatie moet worden uitgevoerd of wanneer er onderhoud nodig is. Een bijkomend voordeel is natuurlijk de kostenbesparing doordat er minder storingen optreden.
Centraal Beheer Achmea heeft in 2008 ongeveer 2.500 zakelijke klanten bezocht voor inspecties om brand en inbraak te voorkomen. Na de inspectie maakten we een risicorapportage. Eén op de tien bedrijven kreeg advies om concrete preventiemaatregelen te treffen. De klant die dat advies opvolgt, krijgt korting op gebruikte preventiemiddelen.
4.3
Preventie in de Zorg
Arbo, zorg en verzuim: alles onder één dak | Als enige in de markt van verzuim- en zorgverzekeringen, bedient Achmea vanuit eigen gelederen haar klanten als een werknemer verzuimt, met de servicedesk Zorg en Verzuim die najaar 2008 werd gelanceerd. Doel van deze servicedesk: werkgevers ontzorgen bij vraagstukken rondom verzuimende werknemers. De formule is simpel en doeltreffend: de werkgever krijgt één aanspreekpunt voor zorg, verzuim en arbo. Hierdoor heeft de werkgever geen gedoe rondom verzuim, want wij nemen alle zorg uit handen. Zijn werknemers krijgen maximale toegang tot uitstekende zorg en gedegen begeleiding bij verzuim. Onze zorgbemiddelaars hebben contact met het overgrote deel van de Nederlandse zorginstellingen. En zelfs met een aantal in België en Duitsland. Wij weten dus precies welk ziekenhuis de zorg biedt die de werknemer nodig heeft en in welk ziekenhuis hij of zij het snelst terecht kan. Deze aanpak maakt dat werknemers zo snel mogelijk weer op de been zijn. Verzuim kent sterke bedrijfsculturele aspecten. Verzuim kost het Nederlandse bedrijfsleven circa €14 miljard per jaar. Nog afgezien van de kosten die een werkgever heeft omdat hij mensen inhuurt die minder goed zijn ingewerkt dan zijn eigen werknemers. Het is dus in het belang van alle partijen (werkgever, werknemer, arbodienstverlener en (zorg)verzekeraar) om verzuim te voorkomen en – daar waar nodig – werknemers zo snel mogelijk weer terug te brengen in het arbeidsproces.
31
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
ID-check voor autodealers De in 2007 geïntroduceerde ID-Check, die Nederlandse autobedrijven moet helpen fraudeurs en oplichters te ontmaskeren, wierp in 2008 zijn vruchten af. Gemiddeld liep eens per twee maanden een bende internationale vervalsers tegen de lamp. De meeste aanhoudingen worden verricht tijdens feestdagen en de zomervakantie. ID-Check is een initiatief van verzekeraar Centraal Beheer Achmea en Oribi, een specialist op het gebied van het voorkomen van identiteitsfraude. Momenteel maken ruim 200 autoverhuurders en autodealers gebruik van IDCheck. Maandelijks wordt gemiddeld drie tot vier keer een persoon geweigerd op basis van zijn of haar identiteitsdo-cument en/of rijbewijs. Vermoedelijk zijn er in werkelijkheid veel meer pogingen tot fraude. Centraal Beheer Achmea heeft met de huidige aanpak in het eerste jaar een forse schadelastbesparing gerealiseerd. Deze besparing komt uiteindelijk via de premietarieven ten gunste van haar zakelijke klanten. Veel criminelen nemen al de benen als ze merken dat het proces langer duurt dan verwacht, of zeggen dat ze later terugkomen en verdwijnen dan voorgoed. De ene keer laten ze de vervalste documenten liggen, de andere keer grijpen ze de documenten weg en vluchten.
Achmea werkt samen met werkgevers aan preventie en verzuimbeheersing. Hierbij worden producten ingezet in alle stappen in de keten, van preventie, inkomensderving, arbo en reïntegratie. De resultaten worden weer besproken met de werkgevers, waarop de regelingen waar nodig kunnen worden bijgesteld. Binnen de bedrijfstak Metaal en Techniek zijn sociale partners o.a. actief op het bevorderen van gezondheid, veilig werken en verzuimbeheersing. Werkgevers en sociale partners hebben Achmea hierbij als partij gekozen. De branches hebben in samenwerking met Achmea een brancheloket opgericht om de werkgevers in het totale proces te ondersteunen. Deels hebben de bedrijven zelf regelingen getroffen (bijvoorbeeld voor arbo), deels hebben werkgeversorganisaties
32
zich hiervoor ingespannen, bijvoorbeeld voor mantelovereenkomsten voor branchespecifieke zorg, loondoorbetaling en Achmea Vitale. Ook met UNETO-VNI, de installatiebranche en de technische detailhandel werkt Achmea aan preventie middels een totaalaanpak voor inzetbaarheid en vitaliteit voor werkgevers en werknemers. Via een webportaal wordt informatie verstrekt die is afgestemd op wat medewerkers in de branche beweegt en aanspreekt op het gebied van gezondheidsthema’s, leefstijl en klachten. Vernieuwing in verzuimpreventie | Achmea werkt op vele manieren aan verzuimpreventie. Een heel praktische manier van verzuimpreventie is het verkorten van wachttijden. We maken daarvoor gebruik van openstaande capaciteit in de verschillende ziekenhuizen. In 2008 heeft Zilveren Kruis Achmea 25.227 aanvragen voor zorgbemiddeling ontvangen. De gemiddelde verkorting van de wachttijd bij Zilveren Kruis Achmea was in 2008 17 dagen. De hoogst bespaarde wachttijd was 390 dagen voor een verzekerde die in eerste instantie veertien maanden moest wachten op een operatie aan de enkel. In 2007 werden er 78.568 verzuimdagen cq. wachtdagen bespaard. Dit jaar waren dat er 41.712. We constateren dat klanten de afdeling Zorgbemiddeling eerder inschakelen dan in 2007: vaak al vóór er een afspraak is gemaakt in een ziekenhuis. Hiermee is in die gevallen geen concrete besparing aan te geven in wachtdagen cq. verzuimdagen, aangezien we, indien gewenst, rechtstreeks bemiddelen naar de zorgverlener met de kortste wachttijd. Met een aantal ziekenhuizen hebben we garantieafspraken over maximale wachttijden. Daarnaast hebben onze zorgbemiddelaars dagelijks contact met ziekenhuizen, waardoor we verzekerden een advies kunnen geven in welk ziekenhuis ze voor een bepaalde aandoening snel en goed geholpen kunnen worden. Verzekerden zijn daardoor veel sneller weer op de been, aan het werk, op school of aan het sporten. Onderzoekers van de Universiteit Maastricht ontwikkelden samen met ABN Amro Arbo Services een screeningsinstrument om langdurig verzuim te kunnen voorspellen. Het instrument, de Balansmeter, wordt op dit moment ingezet voor werknemers in een kantooromgeving. Samen met Achmea Vitale is een joint venture opgericht om aangepaste modules te ontwikkelen en de Balansmeter wetenschappelijk te valideren voor bijvoorbeeld de gezondheidszorg en de industrie. Achmea Vitale gaat het instrument bij een groot aantal werkgevers inzetten.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Focus op zorgketens voor chronisch zieken | Maar liefst 74 procent van het budget van zorgverzekaars wordt gebruikt voor vijf ziekten: hart- en vaatziekten, kanker, diabetes, depressie en COPD. Op deze ziekten ligt dan ook onze focus voor procesinnovatie om de kwaliteit te verbeteren en doelmatiger te werken. Voor deze ziekten worden zorgketens ontwikkeld en ingevoerd. Dat vraagt samenwerking tussen zorgaanbieders en zorgsegmenten onderling. Speerpunt is, te streven naar meer eenvoudige zorg of preventie en een sterke eerstelijn. Het gaat in feite om een verschuiving van de patiënt naar voren in de keten van preventie en zorg. Indien doelmatig, wordt hierbij arbeidsbesparende en kwaliteitsbevorderende innovatieve ICT ingezet. Achmea Zorg zal zich hierbij richten op het succesvol implementeren van proces- en productinnovaties in de gezondheidszorg. Het verwerven van commitment in de sector is hiervoor cruciaal. Met een focus op waardecreatie voor de klant willen we bijdragen aan vertrouwen en betere kwaliteit van zorg. De ketenzorg voor de vijf genoemde ziekten is in 2008 in verschillende fasen van ontwikkeling. Het plan is de ontwikkelde keten voor kanker verder uit te werken. In 2009 wordt een pilot voor contractering van transmurale kankerzorg en verbetertrajecten in Noord-Holland gestart. In 2010 wordt een zorgpad met borstkanker en prostaatkanker opgezet. Het protocol en de ‘best practice’ voor COPD worden getoetst op effecten voor zelfmanagement van de klant, kwaliteit en kosten. Als de resultaten positief zijn worden deze in 2009 ook in gebruik genomen in Rotterdam/Rijnmond en in 2010 in de andere kernregio’s. Het Institute for Medical Technology Assessment van het Erasmus Medisch Centrum voert het kosteneffectiviteitonderzoek uit. Het met succes ingevoerde project ‘Diabeteszorg beter’ in de regio NoordoostNederland wordt opgeschaald van 30.000 naar 100.000 patiënten in alle kernregio’s. Divisie Zorg en de samenwerkingspartner Kenniscentrum Ketenzorg breiden de methodiek uit naar de zorg bij andere chronische ziekten. Uit evaluatie bleek dat de toestand van diabetespatiënten door het project substantieel is verbeterd. Bij diabetici veel voorkomende complicaties, zoals chronisch hartfalen, hartinfarct en herseninfarct, zijn met tientallen procenten teruggebracht. Daarbij zijn de kosten gedaald. Achmea heeft besloten om verdere uitbreiding van Diabeteszorg Beter te ondersteunen in alle kerngebieden waar de zorgverzekeraars van Achmea actief zijn, te beginnen in Zaanstreek-Waterland.
33
Het Elektronisch Patiënten Dossier | Het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) biedt zorgverleners inzicht in de situatie van patiënten. Het EPD is niet toegankelijk voor verzekeraars, en om elke schijn van betrokkenheid bij het EPD te vermijden onderneemt Achmea ook geen activiteiten met zorgverleners, waarbij gebruik wordt gemaakt van het EPD. Onze aanpak van preventie baseren wij op de kennis uit onze eigen bestanden.
4.4
Sociale zekerheid
Preventie heeft als doel de totale schadelast te beperken. In de sociale zekerheid betekent dit dat Achmea ernaar streeft mensen in het arbeidsproces te houden. Aan de ene kant doen we dit door het bevorderen van de vitaliteit, via onder andere health checks en arbozorg. Aan de andere kant door mensen, die om een of andere reden hun baan verloren hebben, te helpen zo snel mogelijk terug te keren in de arbeidsmarkt. Deze diensten vormen de eerste en de laatste schakel in de keten die begint bij het voorkómen dat mensen ziek worden (of: het bevorderen van vitaliteit), het snel helpen van mensen die toch ziek worden (onder meer door zorgbemiddeling) of hun baan verliezen en het actief werken aan een zo snel mogelijke reïntegratie. ‘Voorsprong’ | In vier jaar tijd wil de overheid het aantal WWB-uitkeringen (Wet Werk en Bijstand) drastisch verminderen. Reden voor Achmea Vitale om ‘Voorsprong’ te ontwikkelen. Dit initiatief is gebaseerd op participatiedienstverlening om mensen met een WWB-uitkering te stimuleren weer te gaan werken. Door het ervaren van structuur, inhoud en waardering worden mensen gemotiveerd om het arbeidsproces (weer) te betreden. ‘Voorsprong’ biedt Nederlandse gemeenten de begeleiding die nodig is om langdurig werklozen weer aan de slag te helpen. Motivatie en zelfvertrouwen staan hierin centraal. Als de overstap naar werk is gerealiseerd, is deze ook blijvend. Uiteindelijk gaat het erom mensen weer te laten meedoen in de maatschappij. Als start van het traject van ‘Voorsprong’ worden alle zaken geïnventariseerd die een terugkeer in het arbeidsproces mogelijk in de weg staan. Daardoor kunnen er voorstellen worden gedaan om knelpunten op te lossen. Soms worden extra trajecten ingezet, variërend van fitness tot diëten, van een training sociale vaardigheden tot presentatie-advies om de inzetbaarheid te vergroten. Deze trajecten kunnen worden ondergebracht bij partners van Achmea of bij de eigen partners van de gemeenten of Sociale Werkvoorziening bedrijven.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
SIMpill en Motiva Het project SIMpill en het project Motiva zijn genomineerd voor de top 10 van meest baanbrekende zorginitiatieven in Nederland. Uit de ruim 130 inzendingen, die bij het Innovatieplatform binnenkwamen, zijn twee initiatieven van Zilveren Kruis Achmea geselecteerd voor de beste tien. SIMpill is een initiatief van het NIVEL (Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg), Zilveren Kruis Achmea, Mediq Apotheken en Evalan. SIMpill is een medicijndoosje dat een sms stuurt als de patiënt zijn medicijnen niet op tijd inneemt. In 2007 zijn hiermee de eerste onderzoeken gestart, bij patiënten met HIV en bij schildklierpatiënten. In juni 2008 is een onderzoek gestart bij 300 diabetespatiënten. Het wordt uitgevoerd bij 25 Mediq Apotheken, in drie regio’s – Rotterdam Rijnmond, de kop van Noord Holland en Drenthe. De resultaten zullen in de tweede helft van 2009 worden gepubliceerd. Motiva Remote Patiënt Management is een speciaal kastje dat geïnstalleerd kan worden bij patiënten thuis. Zij kunnen zo onder andere hun bloeddruk en gewicht thuis opmeten en via de televisie doorgeven aan het ziekenhuis. Zo kunnen de patiënten langer zelfstandig thuis blijven wonen, hoeven ze minder vaak op controle en neemt de kennis over de eigen chronische ziekte toe.
4.5
de klant hierbij te helpen. Dat doen we door inzichtelijk te maken wat zijn risico’s precies zijn, zodat de klant zelf ‘aan het stuur zit’ en bepaalt welk risico hij zelf wil dragen en welk risico hij wil verzekeren. Wij denken dat dit resulteert in een grotere klanttevredenheid en in meer vertrouwen van de klant. Dat zijn ook voor ons positieve effecten. De Divisie Bancaire Disitributie (Interpolis) zet als eerste deze nieuwe stap in het preventiedenken en bekijkt met klanten of ze al hun verzekeringen wel echt nodig hebben. Nederlanders hebben relatief veel verzekeringen, die elkaar soms zelfs overlappen. De cliëntadviseur gaat met de klant na of er dubbelingen zijn, en of er risico’s verzekerd zijn die men ook best zelf zou kunnen dragen, bijvoorbeeld verzekeringen voor niet te dure camera’s of mobiele telefoons. Uiteindelijk zal deze aanpak er misschien toe leiden dat we minder verzekeringen verkopen, maar ook dat we nog meer dan nu commercieel kunnen profiteren van onze expertise op het gebied van preventie. Gekoppeld aan deze kijk op preventie willen we ook onze verzekeringsproducten verder vereenvoudigen (bijvoorbeeld door het aanbieden van één verzekering met één totaal eigen risico, door de klant te bepalen) en willen we schades afwerken via het inschakelen van reparateurs e.d. (in plaats van via vergoedingen in geld). Interpolis zal deze nieuwe visie op preventie de komende jaren verder uitwerken. In 2008 zijn hiervoor al enkele voorbereidende stappen gezet.
Alleen verzekeren wat er toe doet
Als risico’s door vermijding of preventie zozeer worden teruggebracht dat men het overblijvende risico zelf kan dragen, komt er een moment dat het verstandiger is je voor sommige risico’s niet meer te verzekeren. Preventie levert voor een verzekeraar dus een dilemma op, want als mensen zich niet meer verzekeren, derft de verzekeraar premieinkomsten. Op het eerste gezicht snijdt de verzekeraar zich via de preventieadviezen in eigen vlees. Per saldo is elke schade uiteindelijk een economisch verlies voor de samenleving. Maatschappelijk gezien is het enige juiste antwoord op het genoemde dilemma voor ons daarom: verder gaan met preventie. Omdat preventie ook voor de individuele klant vaak de beste oplossing is, heeft Achmea de keuze gemaakt om 34
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
thema 4
5. v ernieuwing en verbetering wereldwijd 5.1 Inleiding De helft van de wereldbevolking heeft geen toegang tot verzekeringen. Terwijl volgens de VN verzekeren de (economische) kwetsbaarheid kan wegnemen (‘Insuring for Sustainability’, UNEP, 2007). Hiermee erkent de VN dat financiële diensten, zoals microverzekeringen, belangrijke instrumenten zijn voor economische ontwikkeling en sociale groei.
35
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
De afgelopen jaren heeft Achmea onderscheidende ervaring en expertise in microverzekeringen opgebouwd. Microverzekeringen heeft op verschillende manieren toegevoegde waarde voor Eureko/Achmea. Het is een uitstekende manier om invulling te geven aan onze maatschappelijke verantwoordelijkheid vanuit onze kennis van coöperatief verzekeren. Bovendien kunnen we zo medewerkers faciliteren bij vrijwilligerswerk en hun binding met de organisatie versterken. Ook andere stakeholders kunnen via microverzekeren betrokken worden bij de maatschappelijke kant van het bedrijf. Zo zijn veel mensen bereid om een paar euro meer te betalen voor hun verzekering als bijdrage aan microverzekeren. Dat is een van de opvallende conclusies uit het onderzoek ‘Op weg naar gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid’ een onderzoek uit 2008 van de Universiteit van Tilburg. Onderzocht werd of en in welke mate consumenten bereid zijn meer premie te betalen, waardoor mensen in ontwikkelingslanden zich kunnen verzekeren tegen de meest elementaire risico’s. De uitkomst van haar onderzoek vindt ze positief. Bijna de helft van de ondervraagden blijkt een opslag te willen betalen, ongeacht de hoogte van de premie van de verzekering die ze hebben. Ook willen ze eerder een bijdrage leveren aan microverzekeringen via een meerprijs op hun premie, dan een bijdrage leveren aan microverzekeringen via een liefdadigheidsinstelling. Zo kunnen bedrijven in samenwerking met hun klanten een grote rol hebben in mondiale ontwikkelingen.
Achmea heeft de laatste jaren meegewerkt aan het opzetten en verbeteren van samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld het Health Insurance Platform, waarbij vrijwel alle Nederlandse organisaties en instellingen die bij zorgfinanciering in ontwikkelingslanden zijn betrokken, zijn aangesloten. Achmea is nauw betrokken bij het Advanced Centre for Knowledge and Skill in Mutual Insurance in Madurai (India). In dat instituut wordt kennis van microverzekeren op coöperatieve basis verzameld, ontwikkeld en ter beschikking gesteld aan ontwikkelingsorganisaties. Het centrum is gevestigd bij de Tata-Dhan Academy for Development en richt zich vooral op ontwikkelingsorganisaties uit Azië, Afrika en Latijns-Amerika die zijn aangesloten bij Inafi, een koepel van NGO’s die zich met financiële dienstverlening aan de armen bezighouden.
5.2
Microverzekeringsinstellingen voorzien de komende vijf jaar een verdubbeling van hun activiteiten. Eureko/Achmea wil hieraan bijdragen en haar ondersteunende rol substantieel vergroten. Wij richten daarom het Achmea Servicecentrum Microverzekeringen op, dat de microverzekeringsactiviteiten van de eigen organisatie en ook MIAN ondersteunt.
Microverzekeringen
Bij Achmea gaat de historie van werken in ontwikkelingslanden terug tot 1999, toen Interpolis-medewerkers zijn gestart met het opzetten van een coöperatieve verzekeringsmaatschappij voor armen in Sri Lanka. Sinds 2004 is Achmea een van de grootste leveranciers van vrijwilligers voor de vereniging MIAN (Micro Insurance Association Netherlands), die zich met de opzet van microverzekeringen in ontwikkelingslanden bezighoudt. Achmea heeft sinds een paar jaar ook een samenwerking met HealthNet TPO om zorg- en zorgfinancieringssystemen in crisisgebieden op te zetten. Zonder de inzet van medewerkers kunnen wij geen rol spelen in dit domein en ons verbinden aan dit thema: het gaat niet om geld, maar om kennisoverdracht en mensen. Voor medewerkers die meedoen met MIAN heeft dit vaak te maken met zingeving. Wij ontwikkelen vrijwilligersbeleid gericht op microverzekeren, aansluitend op de hiervoor in de CAO vastgelegde mogelijkheden voor vrijwilligerswerk. Microverzekeren stelt medewerkers in staat op een andere manier bezig te zijn met hun vak en zo de basis van hun vak beter te begrijpen. Wij zien het meewerken aan microverzekeringsprojecten in die zin ook als opleidingsactiviteit. 36
Achmea is ook betrokken bij het Health Insurance Fund, een publiekprivate samenwerking met o.m. PharmAccess, Aegon, SNS en het Ministerie van Buitenlandse Zaken om zorgverzekeringen in ontwikkelingslanden toegankelijk te maken voor armen. Het pensioenbedrijf van Achmea ondersteunt op dit moment een pilot met micropensioenen in Tamil Nadu (India) en met herverzekeringen geeft Eureko Re financiële garanties voor startende verzekeraars in ontwikkelingslanden.
5.2.1 Servicecentrum voor Microverzekeringen
5.2.2 Kenniscentrum voor Microverzekeringen Omdat de ontwikkeling van microverzekeren op coöperatieve basis nog in de kinderschoenen staat en documentatie van de aanwezige ervaringen nog slechts fragmentarisch plaatsvindt, is er behoefte aan een kenniscentrum gericht op borging van (wetenschappelijke en toepassingsgerichte) kennis van coöperatief verzekeren in het algemeen en microverzekeren in het bijzonder. Daarom richten we een ‘Achmea Kenniscentrum Coöperatief Microverzekeren’ op en gaan we een Leerstoel Microverzekeren instellen. Naar verwachting zullen de gesprekken die in 2008 hebben plaatsgevonden met een van de Nederlandse universiteiten ertoe leiden, dat dit kenniscentrum in de loop van 2009 kan worden geopend. Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
5.2.3 MIAN MIAN is in 2004 opgericht om armen in ontwikkelingslanden toegang te geven tot verzekeringen. MIAN is een vrijwilligersvereniging waarvan 77 Achmeamedewerkers lid zijn. MIAN helpt NGO’s in ontwikkelingslanden bij het opzetten van verzekeringsactiviteiten. Ze doet dat door ter plaatse technische assistentie en consultancy te verlenen en werkt daarvoor samen met verschillende Europese ontwikkelingsorganisaties. MIAN heeft in 2008 missies georganiseerd naar India (Tamil Nadu), Nepal en Oeganda. Daarnaast is door Achmea deelgenomen aan een door het Koninklijk Instituut voor de Tropen georganiseerde missie naar Bangladesh en heeft een drietal medewerkers een workshop voor microverzekeren in India geleid. Healthnet TPO | HealthNet TPO is een non-profit organisatie die werkt in gebieden die door oorlog, rampen en armoede zijn ontwricht. Ze streeft ernaar, samen met de lokale bevolking noodhulp om te zetten in structurele opbouw en duurzame ontwikkeling van de gezondheidszorg. HealthNet TPO heeft een partnership met verzekeraar Eureko/Achmea. De samenwerking is gericht op het delen en overdragen van kennis over gezondheidszorg en verzekeringssystemen. Achmea heeft in 2008 vier vacatures uitgezet onder de medewerkers. Deze medewerkers krijgen de kans om een paar maanden ondersteuning te bieden op verzekeringsvlak in één van de conflictgebieden waar HealthNet /TPO actief is. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het ontwerpen van een systeem voor eerstelijnszorg. Dit zijn dus activiteiten die nog moeten starten. Wel zijn wij ook dit jaar betrokken bij HealthNet via een aantal projecten, waaronder ondersteuning van een centrum in Sri Lanka, dat zorgverleners opleidt tot hulpverleners die de bevolking kunnen bijstaan op mentaal /psychologisch vlak.
5.2.4 Andere initiatieven microverzekeringen In 2007 startte de samenwerking tussen Achmea (pensioenen) en WorldGranny met de bedoeling kennis, mensen en middelen ter beschikking te stellen aan ontwikkelingslanden voor de ontwikkeling van oudedagsvoorzieningen. Deze samenwerking is in 2008 verder verdiept en geconcretiseerd. Pension & Development Network (PDN) | Het Pension & Development Network is een samenwerkingsverband van organisaties uit de pensioenwereld, de overheid, ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties en de wetenschap. Het wil pensioenkennis ontsluiten voor ontwikkelingslanden en ook op andere manieren 37
bijdragen aan de ontwikkeling van oudedagsvoorzieningen in die landen. Achmea heeft actief meegewerkt aan de vorming van dit netwerk. Zij levert de voorzitter van het netwerk en is veelal de gastheer voor de bijeenkomsten ervan. Daarnaast ondersteunt Achmea het PDN financieel. Pensioenfondsen en ontwikkelingslanden | In 2008 vierden twee bedrijfs takpensioenfondsen hun 60-jarig bestaan. Achmea heeft die gelegenheid aangegrepen om met beide fondsen in gesprek te gaan over een mogelijke bijdrage aan projecten in ontwikkelingslanden als ‘jubileumgeschenk’. Deze actie heeft geresulteerd in de financiering van een tweetal projecten en een grotere betrokkenheid van beide fondsen bij de pensioenproblematiek in ontwikkelingslanden. De besturen hebben de deelnemers over de gift en de thematiek geïnformeerd. Pilot DHAN - India | Op verzoek van WorldGranny nam Achmea deel aan een conferentie over pensioenen in Chennai (India), en verzorgde daar een presentatie over het Nederlandse stelsel en de mogelijkheden om projecten in India te ondersteunen. Als vervolg daarop nodigde de DHAN Foundation (een Indiase NGO) ons uit om een workshop te verzorgen over pensioenen voor vertegenwoordigers van een aantal federaties. De workshop heeft geleid tot de indiening van een projectaanvraag van DHAN bij het PDN: het betreft de uitrol van een pensioenvoorziening voor 25.000 mensen in het zuiden van India. Achmea ondersteunde de aanvraag en werkte een eerste mogelijk model voor een dergelijke voorziening uit. UNEP FI | Achmea realiseert zich dat klimaatverandering niet alleen zaak is voor lokale en nationale aanpak, maar dat het thema ook mondiaal aandacht moet krijgen. Daarom zitten er twee afgevaardigden van Achmea in de UNEP FI Insurance Working Group (IWG), een samenwerkingsverband van het Environmental Programme van de Verenigde Naties en circa 180 financiële instellingen in de wereld, waaronder Achmea. Vanuit de IWG is het boekwerk “Insuring for Sustainability: Why and how the leaders are doing it” gepubliceerd, waaruit andere verzekeraars inspiratie kunnen putten voor duurzaam ondernemerschap. De IWG heeft in 2008 een commissie ingesteld die zich specifiek bezighoudt met microverzekeringen en catastrofebescherming voor mensen in ontwikkelingslanden. Zie ook www.unepfi.org.
5.3
Eureko Achmea Foundation
De Eureko Achmea Foundation bestaat nu twee jaar. De Foundation is in Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Prinses Máxima neemt Actieplan Microverzekeren in ontvangst Prinses Máxima, lid van de Raad voor Microfinanciering in Nederland, was aanwezig bij de conferentie “Microverzekeren; de maatschappelijke verantwoordelijkheid van onderlinge en coöperatieve ondernemingen”. Deze conferentie werd georganiseerd ter gelegenheid van de officiële opening van het nieuwe bestuurs- en conferentiecentrum van Eureko/Achmea in Zeist. Zij nam daar het ‘Actieplan Microverzekeren’ in ontvangst uit handen van Eureko’s financieel directeur Gerard van Olphen. Ook nam zij ruim een half uur de tijd voor een gesprek met een aantal MIAN-vrijwilligers die op de conferentie aanwezig waren.
Jos van Ophem
De conferentie had een afwisselend programma, met inleidingen van dagvoorzitter Willemijn Verloop (directeur van War Child Nederland), Noreena Hertz (Erasmus Universiteit) en Achmea’s CFO Gerard van Olphen. Daarnaast werden films vertoond over onder meer microverzekeren in Kenia en was er een forumdiscussie over de activiteiten van MIAN.
Actuaris Syntrus Achmea
Pensioenvoorziening India Ik vind het erg belangrijk dat Achmea open staat om haar expertise ter beschikking te stellen voor het opzetten van een robuuste en houdbare pensioenvoorziening in India. Dit vergroot absoluut mijn betrokkenheid bij Achmea. Toch heb je ook te maken met cynische reacties. Er is nog een lange weg te gaan, het opzetten van een duurzame pensioenvoorziening is niet van de ene op de andere dag gerealiseerd. Je moet daarom zorgen voor realistische verwachtingen, zowel bij collega’s als bij onze partners in India.
ontwikkeling: werd er in het begin vooral voor gekozen dat het geld goed besteed werd door vooral aansluiting te zoeken bij goed bekend staande organisaties als Liliane Fonds, Cordaid, War Child, Rode Kruis, Artsen zonder Grenzen en HealthNetTPO, nu telt het criterium ‘wij willen het verschil maken’ zwaarder, en wil de Foundation zelfgekozen initiatieven ondersteunen. De EAF kiest hierbij dus meer voor kleinschalige initiatieven. Omdat het één ding is om goede doelen te steunen, maar het ten minste zo belangrijk is dat dit ook doelmatig én doeltreffend gebeurt, heeft de Foundation in 2008 beleid op Monitoring en Evaluatie ontwikkeld. Hierbij wordt het toezicht op lopende projecten op basis van duidelijke criteria geregeld. Afhankelijk van de behoefte aan monitoring wordt het niveau van controle bepaald. Dit kan in voorkomende gevallen resulteren in onderzoek door externe organisaties. In 2008 is hiermee een aanzet gemaakt door het bureau Intrac als pilotonderzoek vijf projecten te laten monitoren. De resultaten hiervan worden in 2009 bekend. De financiële situatie van de Foundation ziet er door de kredietcrisis heel anders uit dan een jaar geleden. 0,5% van de nettowinst van Eureko wordt besteed aan de Foundation; bij dalende winst dalen de inkomsten van de Foundation dus in evenredige mate. De EAF bereidt zich reeds sinds september voor op de nieuwe situatie. Door in het laatste half jaar enige terughoudendheid te betrachten bij het honoreren van steunaanvragen kan de Foundation ook in 2009 nieuwe verplichtingen aangaan. Op grond van dit beleid is in 2008 voor bijna € 2,8 miljoen aan nieuwe projecten toegekend, bijna één miljoen minder dan het voorgaande jaar.
38
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Enkele donaties van de Eureko Achmea Foundation in 2008 In 2008 deed de EAF onder meer de volgende donaties. » De Stichting ter Bevordering van Vrolijkheid ontvangt € 180.000 voor de opvang van kinderen in asielzoekerscentra. » Een bedrag van €.105.000 voor de opzet van multifunctionele centra voor de emancipatie van meisjes op het platteland in Turkije. » Het project Microjustice in Bolivia ontvangt € 250.000 voor het ontwikkelen van rechtshulp voor mensen die daar normaal geen toegang toe hebben. » In Oeganda, Zambia, Zuid-Afrika ontvangt WorldGranny voor de reïntegratie van ouderen, die daarmee een functie krijgen in de opvang van kinderen die alleen zijn komen te staan, een bedrag van € 292.820.
Caroline van Dullemen Directeur WorldGranny
Gecommitteerde partner Bij Achmea krijg ik de indruk dat MVO geen window-dressing is. De combinatie van een Foundation én projecten waarin medewerkers deelnemen, vind ik heel sterk. Wij ontvangen zelf een donatie uit de Foundation en zien zo dat de projecten zorgvuldig worden gescreend. Ook lopen er veel activiteiten via het Pension & Development Network. Daarin is Achmea een bijzonder gecommitteerde partner. Medewerkers kunnen hun visie ontwikkelen en hun kennis delen in het netwerk en in projecten in ontwikkelingslanden. Deze combinatie heb ik nog niet bij andere bedrijven gezien.
Wanneer er in 2009 geen inkomsten voor de Foundation zijn, kan op deze wijze toch nog tot zo’n € 3 miljoen aan nieuwe projecten worden besteed. De reeds gedane toezeggingen kunnen zonder meer worden nagekomen omdat de gelden hiervoor gereserveerd zijn. Hierop zijn in 2008 geen verliezen geleden. Return to Sender Eindejaarscadeau | Medewerkers van Achmea konden hun eindejaarscadeau in 2008 kiezen uit een assortiment cadeaus samengesteld door de stichting Return to Sender. Een speciale voetbal uit Pakistan, een geborduurde tafelloper met servetten uit Vietnam en gevlochten manden uit Bangladesh zijn enkele voorbeelden uit het assortiment. De stichting zoekt naar bijzondere producten in de armste gebieden van de wereld om ze vervolgens te verkopen in Nederland. De winst gaat terug naar educatieve- en ontwikkelingsprojecten in de herkomstgebieden. Achmea is sinds 2007 aan deze stichting verbonden. Toegang tot financiële diensten, waarmee risico’s als langdurige ziekte, overlijden of arbeidsongeschiktheid kunnen worden gedekt, wordt steeds meer beschouwd als de sleutel in de ontwikkeling van mensen in ontwikkelingslanden. Ook de producenten van de producten van Return to Sender krijgen te maken met dergelijke risico’s. Achmea en Return to Sender gaan daarom komend jaar kijken naar mogelijkheden om gezamenlijk iets te kunnen betekenen op het gebied van microverzekeringen in deze landen.
5.4 Initiatieven overal in de organisatie In de organisatie van Achmea vinden veel eigen initiatieven voor maatschappelijke projecten plaats, van sponsoring en donaties tot vrijwilligerswerk. In deze paragraaf geven we daarvan slechts enkele voorbeelden.
39
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Vrijwilligerswerk is het ‘cement’ van de samenleving, wordt wel eens gezegd. Ook medewerkers van Achmea zetten zich vrijwillig in voor verschillende maatschappelijke doelen. Achmea vindt vrijwilligerswerk belangrijk, en heeft daarom in de arbeidsvoorwaarden opgenomen dat medewerkers dit onder werktijd kunnen doen, tot een maximum van vier dagen per jaar.
Patricia van Nispen tot Sevenaer Initiatiefneemster Microjustice
Microjustice in Bolivia Arme bevolkingsgroepen zijn niet in staat aanspraak te maken op hun basisrechten. Microjustice helpt hen daar bij. Door de financiële bijdrage van de Eureka Achmea Foundation heeft ILA (microjustice4all) een succesvolle Microjustice organisatie in Bolivia kunnen opzetten, die op dit moment 350 mensen per maand helpt. Als meest primaire behoefte van de armen kwam naar voren de vraag naar de juiste identiteitspapieren, die toegang geven tot maatschappelijke voorzieningen en sociaaleconomische basisrechten als scholen, sociale verzekeringen, banken en pensioenen. ILA heeft de methode voor het opzetten van een Microjustice organisatie vastgelegd in een handboek. Op basis daarvan worden momenteel Microjustice organisaties opgezet in Peru en Colombia. Met het handboek kan Microjustice ook worden geleverd in andere continenten!
40
» Avéro Achmea heeft een onderzoek onder haar zorgverzekerden uitgevoerd. Met het invullen van de vragenlijst steunden de respondenten een goed doel. Na afloop van het onderzoek kon Avéro Achmea de Nierstichting een cheque overhandigen van € 1.800. Avéro Achmea wil hiermee bijdragen aan het belangrijke werk dat de Nierstichting verricht. » Avéro Achmea sponsort de Stichting Ocean Care Foundation. Wij hebben de boot van de stichting, de Morgan Online, verzekerd. En omdat het een goed doel is, betalen wij zelf de premie. » Onder de noemer ‘ontzorgdagen’ gingen veertig medewerkers van de afdeling Klant en tussenpersoon Informatie Diensten (KID), onderdeel van de divisie Bancaire Distributie, in de weer als vrijwilliger. De medewerkers zijn in drie zorgcentra twee dagen lang aan het werk geweest met klussen en sociale activiteiten van de bewoners. » De medewerkers van de afdeling Marketing & Productmanagement van Achmea Vitale knapten de tuin van een verzorgingstehuis op. Zo’n twintig medewerkers waren een dag lang druk bezig met het opknappen van de binnentuin van zorgcentrum Rosendael in Utrecht. » Het shared servicecentrum Life&Pensions heeft zich ontfermd over een kindertehuis in Guiyang ‘China’, dat wordt gerund door een Nederlands echtpaar. Via een intranet veiling werd geld ingezameld voor het tehuis. L&P medewerkers gingen vanaf eind september een maand vrijwilligerswerk doen in het tehuis. » Na het betrekken van de nieuwe locatie in Zwolle is begin 2008 al het meubilair uit de panden Meppel Werkhorst en Zwolle Stolteweg beschikbaar gesteld aan goede doelen. Goede doelen konden zich aanmelden bij Achmea Zorg. Dat werd onder meer gedaan door Jeugdzorg Meppel, Het Rode Kruis en de Stichting Rusland Kinderhulp. Vanuit Achmea is de actie geco-ordineerd door Group Facility Services. Speciale verzekering voor vrijwilligers | In Nederland zijn ruim vier miljoen mensen (ongeveer 25% van de bevolking) actief als vrijwilliger. Zij zijn nu nog allemaal op een andere manier verzekerd tegen risico’s die ze lopen: sommige helemaal niet of onvoldoende, anderen via hun gemeente, organisatie of vereniging. Om een eind te maken aan deze verschillen heeft Centraal Beheer Achmea samen met VNG-Verzekeringen (een dochter van de Vereniging Nederlandse Gemeenten) een oplossing ontwikkeld waarbij iedere gemeente alle vrijwilligers collectief kan verzekeren. De gemeente betaalt een premie op basis van het aantal inwoners. De vrijwilliger hoeft zelf geen administratieve handelingen te verrichten. Er zijn een tweetal verzekeringspakketten ontwikkeld die aansluiten op het behoeftepatroon van vrijwilligers en hun organisaties. Vrijwilligers gratis verzekerd tijdens MADD 2008 | Vrijdag 31 oktober en zaterdag 1 november vond de Make a Difference Day (MADD) 2008 plaats. MADD is een jaarlijks terugkerend groot landelijk evenement, dat de schijnwerpers twee dagen op vrijwilligerswerk zet. Centraal Beheer Achmea heeft de vier miljoen vrijwilligers gratis twee dagen verzekerd tegen ongevallen.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Opgeven is geen optie - Alpe d’HuZes 2008 Op vijf juni 2008 heeft een team van Achmea GITS en Atos Origin meegefietst op de Alpe d’Huez, om geld voor KiKa op te halen. Er is voor ruim een ton aan sponsorgeld opgehaald. Het was weer een geweldige, emotionele ervaring om samen met mensen die kanker hebben (gehad) keer op keer de berg op te fietsen. Eén op de drie Nederlanders krijgt kanker. Dit is veel en geeft een gevoel van onmacht. Het verhaal van Alpe d’HuZes is dan ook, met zijn allen te doen wat eigenlijk niet kan en zoveel energie op te wekken dat je het onmogelijke toch doet. Het motto is helder: opgeven is geen optie. Het doel is zes keer, maar velen zijn op deze dag maar liefst acht maal de berg op gefietst. Volgend jaar weer!
Sponsoring en donaties Achmea-breed | Voor heel Achmea wordt op jaarbasis ongeveer € 20 miljoen besteed aan verschillende vormen van sponsoring en donaties, verdeeld over de verschillend divisies,de holding en een aantal stichtingen. Dit valt uiteen in circa € 9 miljoen voor verschillende vormen van commerciële sponsoring, € 0,5 miljoen voor kunstinkoop en circa € 11 miljoen voor donaties aan fondsen onder regie van onafhankelijke stichtingen, waaronder de EAF.
41
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
thema 5
6. klimaat 6.1 Inleiding Vanwege de enorme impact die klimaatverandering op zowel ecologie als economie zou kunnen hebben is klimaat sinds enige jaren een van de meest bediscussieerde maatschappelijke thema’s. Het belangrijkste gevaar voor Nederland is een toenemende kans op zout- en zoetwateroverstromingen als gevolg van het bezwijken van de zogenaamde primaire waterkeringen. We noemen dit hier verder het overstromingsrisico.
42
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
In de aanpak van klimaatverandering kunnen we de volgende drie groepen van maatregelen onderscheiden. » Mitigatie: het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen. In de praktijk betekent dit vooral streven naar energiebesparing. » Adaptatie: het beperken van de mogelijke schade door klimaatverandering, meestal door aanpassingen aan gebouwen, wijken, in de openbare ruimte of aan primaire waterkeringen (vooral dijken). » Het verzekerbaar maken van klimaatgerelateerde risico’s, zoals overstromings risico’s.
Het opzetten van een commerciële verzekering voor individuele zakelijke en particuliere polishouders is in het laaggelegen Nederland bijkans onmogelijk. De schade die zou kunnen ontstaan bij het overstromen van dichtbevolkte gebieden zou kunnen oplopen tot vele honderden miljarden. Zo’n groot bedrag gaat niet alleen de dekkingscapaciteit van elke individuele verzekeraar verre te boven maar zelfs die van de totale (inter)nationale verzekeringsmarkt als geheel. Om die reden is een reguliere verzekering voor de bedoelde overstromingsrisico’s in Nederland niet haalbaar, ook niet als de dekking per polis tot een beperkt bedrag wordt gelimiteerd.
In onze jaarverslagen over 2006 en 2007 besteedden we aandacht aan de visie van Achmea op klimaatverandering, en beloofden we in het jaarverslag over 2008 ons beleid te presenteren. Op verschillende punten zijn duidelijk vorderingen gemaakt, zeker als het gaat om het ontwikkelen van kennis, maar de geboekte voortgang op het gebied van het verzekerbaar maken van klimaatrisico’s vinden we teleurstellend. In dit hoofdstuk gaan we in op de volgende onderwerpen: » verzekerbaar maken van klimaatrisico’s; » kennisopbouw: onderzoek en projecten (adaptatie en mitigatie); » klimaat in producten en diensten van Achmea (mitigatie); » de eigen bedrijfsvoering van Achmea (adaptatie en mitigatie).
Een betere oplossing zou zijn het instellen van een overstromingspool, waarin verzekeraars en overheid gezamenlijk participeren, naar analogie van de terrorismepool. Via zo’n ‘gesloten fonds’ kan bijvoorbeeld een paar miljard euro beschikbaar komen voor het dekken van overstromingsschade. Dat zou bij calamiteiten een flinke bijdrage kunnen leveren aan het dekken van de herstelkosten, al blijft de schade die dit totaalbedrag te boven gaat nog steeds onverzekerbaar.
6.2
Verzekerbaar maken van klimaatrisico’s
Het risico van overstroming als gevolg van het bezwijken van primaire waterkeringen zoals dijken wordt nu nog beschouwd als ‘onverzekerbaar’, zodat hiervoor geen dekking in de markt is. Dit vinden wij geen goede situatie. Achmea was en is van mening dat er op een of andere manier een beperkte dekking voor het overstromingsrisico zou moeten komen. Dat is beter dan de huidige situatie in stand te houden, waarbij geen enkele dekking beschikbaar is: beter een half ei dan een lege dop. In theorie zijn de voor de hand liggende mogelijkheden daarvoor een ‘gewone’ verzekeringspolis voor het beperkt afdekken van overstromingsrisico’s en het oprichten van een overstromingspool. Geen van beide opties is in het afgelopen jaar dichter bij realisatie gekomen. Dat stelt ons voor het volgende dilemma: moet Achmea wellicht tevergeefs blijven streven naar zo’n klimaatpool of toch zelf een commerciële oplossing ontwikkelen?
43
In eerdere jaarverslagen hebben we uitvoerig beschreven hoe Achmea zich inspant om tot zo’n overstromingspool te komen. Over deze optie is in 2008 uitgebreid onderhandeld tussen de betrokken ministeries en het Verbond van Verzekeraars, maar dat heeft niet tot resultaten geleid. Een landelijke regeling voor het verzekerbaar maken van overstromingsschade is dus helaas nog niet in zicht. Ook preventiemaatregelen kunnen helpen bij het verzekerbaar maken van klimaatrisico’s. Dat is voor Achmea een belangrijk argument om mee te doen aan projecten als Hotspot en Klimaat voor Ruimte.
6.3
Kennisopbouw: onderzoek en projecten
Het verzekerbaar maken van klimaatgerelateerde risico’s is in 2008 niet gerealiseerd, maar er zijn wel verschillende onderzoeken en projecten geweest die de kennis over de impact van klimaatver-andering voor verzekeraars in 2008 verder hebben gebracht. Die gaan zowel over mitigatie (het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen) als over adaptatie (het aanpassen van bijvoorbeeld gebouwen aan klimaatveranderingen). We noemen er enkele.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Programma Klimaat voor Ruimte | Het hoofddoel van het onderzoeksprogramma Klimaat voor Ruimte is om zowel de Nederlandse overheid als het bedrijfsleven uit te rusten met een operationele kennisinfrastructuur die toegesneden is op de relatie tussen klimaatverandering, klimaatvariabiliteit en ruimtegebruik. Achmea participeert in het bestuur van Klimaat voor Ruimte. Met behulp van sectoroverstijgend onderzoek, samenwerking en dialoog, wil Klimaat voor Ruimte kennis ontwikkelen voor effectieve maatregelen gericht op zowel mitigatie als adaptatie.
Maarten van der Aa Manager Markt- en Distributiemanagement Achmea Sociale Zekerheid
Centraal staat de ontwikkeling van een publiekprivaat onderzoek- en kennisnetwerk. De afnemers van de kennis spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling ervan. Het achterliggende maatschappelijke doel van het programma is bevordering van klimaatverantwoord ruimtegebruik, ofwel het op een vernieuwende wijze invulling geven aan de economische, maatschappelijke en ecologische vragen naar ruimte door multifunctioneel en flexibel gebruik van de natte en droge, boven- en ondergrondse ruimte in Nederland. Zo wil Klimaat voor Ruimte ertoe bijdragen dat Nederland zijn aantrekkelijke vestigingsklimaat voor het bedrijfsleven, personen en natuur behoudt en versterkt. Klimaat voor Ruimte wil draagvlak creëren voor maatregelen gericht op vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en het opvangen van de risico’s van klimaatverandering. Het onderzoek wordt inmiddels uitgevoerd door een breed netwerk van experts bij onderzoeks- en kennisorganisaties, overheden, het bedrijfsleven en NGO's.
Gedragsverandering voor klimaat Voor dit project was ik behoorlijk sceptisch over de invloed van de mens op klimaatverandering. Gaandeweg ben ik echter tot het besef gekomen dat het niet uitmaakt of klimaatverandering wel of niet door mensen wordt veroorzaakt. Het is sowieso nergens voor nodig om schaarse bronnen te verspillen. Ook in mijn privéleven ben ik sindsdien overtuigd milieubewust, door het nemen van vrij simpele maatregelen (spaarlampen, droogmolens, standby-killers) kun je een behoorlijk verschil maken. Het zou fantastisch zijn wanneer we bij veel meer mensen deze gedragsverandering teweeg kunnen brengen.
44
Hotspot Tilburg | De gemeente Tilburg heeft het initiatief genomen om te werken aan een ambitieus klimaatprogramma, ‘Hotspot Tilburg’. Het project maakt deel uit van het programma Klimaat voor Ruimte. Achmea is een van de grootste werkgevers in Tilburg en mede daarom hebben we vanaf het begin deelgenomen in het kernteam, dat voor de sturing van dit project verantwoordelijk is. Het energiebeleid van de Gemeente Tilburg besteedt niet alleen veel aandacht aan het verminderen van het energieverbruik, maar gaat ook in op de effecten van klimaatverandering op lokaal niveau, wat natuurlijk voor verzekeraars en verzekerden heel belangrijk is. Hotspot Tilburg draait vooral om het proces en de systematiek die uiteindelijk hebben geleid tot het ambitieuze klimaatprogramma dat op 11 november 2008 is vastgesteld. Het Klimaatprogramma Tilburg 2009-2012 heeft als doel om de stad in 2045 klimaatneutraal én klimaatbestendig te laten zijn. Om dat te bereiken worden de komende jaren vele maatregelen uitgevoerd, waaronder het bouwen van windturbines en CO2-neutrale woningen, en gratis advies aan huishoudens. Eén van onze medewerkers is trekker van de werkgroep Organisatie en Finance. We noemen twee belangrijke projecten uit het programma. » Het vormgeven van het Klimaatschap als een organisatie van lokale partijen die verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en uitvoering van de toekomstige klimaatprogramma's. » Diverse communicatieprojecten gericht op met name gedragsbeïnvloeding van een breed scala aan doelgroepen (burgers, bedrijven).
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Op 28 januari 2009 vindt een Klimaatconferentie plaats in het kader van het Klimaatprogramma 2009 - 2012. Inmiddels hebben al meer dan 20 partijen aangegeven een 'klimaatverklaring' te willen ondertekenen, waaronder Achmea. Maatschappelijk debat Klimaatverandering | Sinds 2007 houdt Achmea onder de titel ‘Maatschappelijk Debat’ intern jaarlijks een serie discussiebijeenkomsten over actuele maatschappelijke issues. Na ‘Vergrijzing’ in 2007 was ‘Klimaat verandering’ het thema in 2008. De deelnemers aan dit Maatschappelijk Debat zijn voorgedragen door de leden van de Groepsraad en zijn niet geselecteerd op basis van inhoudelijke expertise, maar op betrokkenheid en enthousiasme. In september werd het resultaat van de discussie gepresenteerd aan de Groepsraad: een voorstel om het bewustzijn van Achmea-medewerkers te versterken en een voorstel om producten en diensten (verder) te ‘vergroenen’. De voorstellen zijn ‘geadopteerd’ door één van de leden van de EB voor verdere uitwerking en implementatie, mede in relatie tot de resultaten van de Eurekans, die hetzelfde thema uitwerkten (zie volgende alinea). De Groepsraad was geraakt door de presentatie, niet in het minst door het indringende filmpje ‘Open your eyes’, gemaakt door medewerkers met kinderen van medewerkers. De deelnemers aan het Maatschappelijke Debat over klimaatverandering waardeerden de debatbijeenkomsten met een 8,7. Eurekans project klimaat | In 2007 publiceerde een internationaal team van Eureko-managers samen met Ashridge Consulting een onderzoeksrapport over de gevolgen van klimaatverandering voor verschillende producten en markten van Achmea. Afgelopen jaar heeft een management developmentgroep van Eureko (de Eurekans) in hun verslag EurECO2 de aanbevelingen van dat rapport uitgewerkt in concrete actiepunten voor Eureko. Deze zijn: » Het implementeren van een cultuurveranderingsprogramma » De vorming van climate-change-units per bedrijfsonderdeel » Vorming van een kenniscentrum en een ondersteunende website De Raad van Bestuur heeft aangegeven de aanbevelingen op te willen pakken.
45
6.4
Klimaat in producten en diensten
De toegenomen kennis over de impact van klimaatverandering op onze business leidt ertoe dat ook in producten en diensten steeds vaker een klimaatcomponent verwerkt zit. We geven hiervan enkele voorbeelden uit 2008. WagenPlan | WagenPlan, een joint venture van Athlon Car Lease en Centraal Beheer Achmea, is vanaf 1 augustus 2007 de eerste CO2-neutrale leaseorganisatie van Nederland. De leaseorganisatie van Centraal Beheer Achmea draagt de kosten voor het ‘emissie-neutraal rijden’ volledig zelf. WagenPlan berekent van al haar auto’s de CO2-uitstoot op basis van de hoeveelheid getankte liters en soort brandstof. De totale CO2-uitstoot wordt gecompenseerd. Over 2008 ging het om circa 23.000 ton CO2. Hiervoor investeert de leaseorganisatie in duurzame energie en energiebesparingsprojecten aan de hand van zogenaamde CO2-credits. Elke credit staat voor het voorkomen van een bepaalde hoeveelheid uitstoot in de toekomst. Dit betekent voor WagenPlan een investering van 5 à 10 procent van de bruto jaarwinst. Naast neutraliseren van de CO2-uitstoot houdt WagenPlan zich ook actief bezig met andere oplossingen die het klimaat dienen en de CO2-uitstoot verminderen. Zo is WagenPlan in 2008 gestart met de uitrol van de NS Businesscard. Inmiddels hebben ruim 2.600 leaserijders de beschikking over deze kaart. Een treinkilometer levert slechts een derde van de CO2-uitstoot van een autokilometer. WagenPlan biedt haar leaserijders tevens ‘Eileen’ aan. Eileen is 24 uur per dag en 7 dagen per week bereikbaar en kan telefoontjes doorverbinden, flits- en file-informatie geven of online informatie opzoeken. Daarnaast kan de mobiele secretaresse gedicteerde e-mails versturen, klanten bellen en parkeerplaatsen reserveren.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Leaserijders kunnen brandstof en tijd besparen door uit te wijken naar een werkplek of vergaderruimte in de buurt. Wagenplan maakte hiervoor in 2008 afspraken met Regus, een leverancier van vergader-, conferentie- en kantoorlocaties. Proefproject Gouden Kust | Avéro Achmea ontwikkelde voor de bewoners van de semi-drijvende buitendijkse woningen van het Gouden Kust-complex in Maasbommel een speciale polis die ook overstromingen dekt. Het gaat hierbij om een proefproject. Klimaatberekening in vastgoedbeleggingen | Syntrus Achmea Vastgoed startte in 2008 een onderzoek naar de meest geschikte methode om de duurzaamheid van gebouwen vast te stellen. Het schoner en energiezuiniger maken van vastgoed heeft potentieel veel effect op het klimaat, want meer dan 30 procent van de CO2-uitstoot wordt veroorzaakt door gebouwgebonden verbruik van energie, zoals verwarming, koeling of verlichting. Zowel de gebruikers van gebouwen als de pensioenfondsen namens wie Syntrus Achmea Vastgoed belegt kunnen eisen gaan stellen aan de duurzaamheid van gebouwen. In 2008 is ervaring opgedaan met een methode voor het bepalen van de duurzaamheid van gebouwen. Voor één opdrachtgever heeft Syntrus Achmea Vastgoed een aantal scenario’s voor een nieuwbouwproject met ‘GreenCalc+’ laten doorrekenen. Omdat hierover voor de Nederlandse markt nog weinig gegevens beschikbaar zijn, is het op dit moment echter nog moeilijk om te bepalen wat de invloed is van de benodigde extra investeringen op huur- en verkoopprijzen en dus op het uiteindelijk te behalen rendement. Daarnaast is er ‘GPR Gebouw’, waarbij niet alleen milieuaspecten maar ook onder meer gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde gemeten worden.
6.5
Eigen bedrijfsvoering
In de eigen bedrijfsvoering van Achmea wordt al jaren gewerkt aan het zuiniger omgaan met energie en water. In 2008 is besloten dat de organisatie in het jaar 2011 klimaatneutraal wil zijn. Deze doelstelling is opgenomen in het businessplan van Eureko. Zie voor meer informatie over het energieverbruik en het milieubeleid van Achmea ook hoofdstuk Duurzame interne bedrijfsvoering. Energiebesparing op kernlocaties | In 2008 zijn door een extern expertisebureau voor een aantal kernlocaties energiebesparingsplannen opgesteld. De adviezen in deze plannen worden door Group Facility Services (GFS) in het eerste kwartaal van 2009 vertaald in actieplannen per locatie. In de praktijk komt dit neer op het nemen van passende en rendabele maatregelen op basis van het principe ‘as low as reasonably possible’. Dit op natuurlijke momenten en binnen de grenzen van het locatiebeleid. Voorbeelden zijn: » Aanpassingen en vervanging van koelinstallaties in Leeuwarden en Den Haag: efficiëntere machines en benutting van de koeling. » Bij renovatie en vervanging van verlichting wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van LED-verlichting en bewegingsmelders. Naast energiebesparing ligt de nadruk op het gebruik van groene stroom. Sinds 2007 neemt Achmea structureel groene stroom af. Duurzame energie, in eigen beheer, wordt in de afweging van rendabele maatregelen meegenomen. Er kan dan gedacht worden aan windenergie, zonne-energie maar ook aan warmte-/koudeopslag.
Naast deze twee bestaande keurmerken wordt momenteel het BREEAM-label voor de Nederlandse markt ontwikkeld. Syntrus Achmea Vastgoed is in 2008 partner geworden van de Dutch Green Building Council, die dat uitvoert. Met het BREEAM-label worden in Engeland al gebouwen gecertificeerd.
Achmea heeft deelgenomen aan de meerjarenafspraak energie-efficiency (MJA), een afspraak tussen het Verbond van Verzekeraars en het ministerie van Economische Zaken om tot structurele energiebesparing te komen. Wij hebben daar met een aantal eigendomspanden aan mee gedaan. In 2009 gaat Achmea deelnemen aan het vervolg op deze MJA (de MJA 3).
Welke van de drie systemen in 2009 gekozen wordt is nog niet duidelijk. Syntrus Achmea Vastgoed is lid van de in oktober 2008 opgerichte Taskforce Duurzaamheid van IVBN, de belangenbehartigingsorganisatie van institutionele beleggers in Nederlands vastgoed. Doel van deze taskforce is te komen tot één standaard norm voor de institutionele vastgoedsector.
Mobiliteit | Behalve het energiegebruik in kantoorgebouwen heeft ook de mobiliteit van Achmea-medewerkers een behoorlijke impact op onze CO2emissies. Om die reden proberen we het aantal autokilometers te reduceren door het bevorderen van videoconferencing, door het stimuleren van het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer en door de bevordering van thuiswerken.
46
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Het gebruik van videoconferencing binnen Achmea groeit nog steeds. In 2008 zijn de mogelijkheden verder uitgebreid; het is nu ook mogelijk een verbinding tussen oud-Achmea en oud-Interpolis locaties tot stand te brengen. Ook kan er nu vanaf vier locaties tegelijkertijd vergaderd worden via videoconferencing. Achmea stimuleert het fietsgebruik en wil het gebruik van openbaar vervoer door medewerkers bevorderen. Om die reden krijgen medewerkers die veel moeten reizen de beschikking over een NS Businesscard. Met deze kaart kunnen ze in hun woonplaats voordelig parkeren bij Qpark P&R en op de plaats van bestemming de treintaxi gebruiken. Dit project is Achmea in juni 2008 gestart, dus het is nog te vroeg om te zeggen hoeveel medewerkers de auto inderdaad laten staan. Wie toch met de auto gaat, kan sinds 2008 alleen nog kiezen uit leaseauto’s met een milieuvriendelijk A-/B-/of C-label.
29 jaar carpoolen Soms is het niet nodig mobiliteitsbeleid te maken en komen medewerkers zelf met initiatitieven. FBTO-medewerker Sjouke Walinga carpoolt al sinds 1980 met drie medewerkers van de Postbank, in Leeuwarden, buren van FBTO. Bijzonder is dat ze dat al 29 jaar in dezelfde samenstelling doen. Iedere deelnemer heeft in principe een vaste rijdag. Als dat een keer niet uitkomt wordt daar flexibel mee omgegaan. Alles wordt bijgehouden in een excelbestand dat te zien is op een eigen carpoolsite: www.carpoolteamvhn.tk. Ze schatten sinds 1980 in totaal 87 duizend liter benzine bespaard te hebben.
47
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
thema 6
7. duurzaam beleggen 7.1 Duurzaam vermogensbeheer in tijden van kredietcrisis Niet iedereen denkt bij verzekeraars direct aan hun activiteiten als institutionele belegger. Verzekeraars beleggen de premies die worden betaald om bij o.a. ziekte, schade en pensionering uit te kunnen keren. Daarom voelen ook verzekeraars de gevolgen van de financiële crisis. Achmea vormt hierop geen uitzondering. Ons in aandelen belegde vermogen is door de crisis beduidend minder waard geworden: eind 2007 bedroeg het 4 miljard euro en eind 2008 was dat verminderd tot 2 miljard euro. Het uitgangspunt voor Achmea is om het beleggingsrisico zoveel mogelijk te beperken, door te spreiden over verschillende assets, verschillende landen en verschillende sectoren en tenslotte over veel verschillende individuele obligaties, aandelen en vastgoedobjecten. 48
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
De kredietcrisis begon met scherpe waardedalingen in de financiële sector, een tot voor kort als relatief “veilig” aangemerkte categorie. Inmiddels heeft de kredietcrisis een uitstraling naar de hele markt, waardoor het spreiden van beleggingen minder effect had dan men onder meer normale omstandigheden mag verwachten. Daarom zijn veel van onze beleggingen in waarde gedaald. Een uitzondering wordt gevormd door staatsobligaties van landen met een hoge rating die juist in waarde stegen door de grote vraag naar een veilige vluchthaven.
7.2
‘Enhanced engagement’
Duurzaamheid wordt steeds meer een factor van betekenis in de beleggingsgemeenschap. In het licht van de financiële crisis kan de nadruk echter (tijdelijk) weer meer op de financiële kant komen te liggen.
Peter Gortzak Vice-voorzitter/algemeen secretaris van de FNV.
Rendement binnen verantwoorde kaders Beleggingen moeten uiteraard een goed rendement opleveren, maar er zijn grenzen aan de wijze waarop. Met andere woorden, het rendement moet wel binnen maatschappelijk verantwoorde kaders worden gerealiseerd. Gelukkig wordt meer en meer ingezien dat uitsluiting en engagement geen tegenpolen zijn van goed rendement, maar in elkaars verlengde liggen. Ik verwacht van Achmea als autoriteit in beleggingen dat ze niet alleen zelf verantwoord belegt, maar ook de partijen waarvoor ze vermogen beheert hierbij een spiegel voorhoudt en de discussie aanstuurt.
49
Het op peil houden van de dekkingsgraad of solvabiliteit is prioriteit waardoor er minder tijd en aandacht zou kunnen zijn voor duurzaamheid. De crisis heeft echter geen invloed gehad op het (enhanced) engagementbeleid van Achmea. Dit ligt als een soort paraplu over het onderliggende vermogensbeheerproces heen en blijft ongemoeid door eventuele accentverleggingen daarbinnen. Het is opgestart, het loopt en het wordt verder uitgebouwd. Achmea heeft haar gehele in aandelen belegde vermogen sinds januari 2006 duurzaam belegd via de methode van ‘engagement’. Dit betekent dat er een brede aandelenportefeuille is waarin het op voorhand uitsluiten van bedrijven minimaal voorkomt. Activiteiten die de Nederlandse overheid als controversieel ziet (zoals de productie van clusterbommen en landmijnen), worden wel op voorhand uitgesloten van de beleggingsportefeuille. Achmea gaat als aandeelhouder in dialoog met de bedrijven in de portefeuille die zich ‘onwenselijk’ gedragen. Achmea gelooft dat juist het aangaan van de dialoog met deze ondernemingen een manier kan zijn om een gedragsverandering tot stand te brengen. Wanneer simpelweg gekozen zou worden voor uitsluiting, zou Achmea geen invloed op het gedrag meer kunnen uitoefenen. Achmea wil haar invloed als aandeelhouder juist gebruiken om verbeteringen bij dergelijke bedrijven te bewerkstelligen. In 2007 is, na discussie over duurzaam beleggen in de Ethiek Commissie, de conclusie getrokken dat het beleid voor duurzaam beleggen ‘tanden’ nodig heeft: als een bedrijf niet de gewenste veranderingen realiseert, moeten er stappen ondernomen kunnen worden. De bedrijven krijgen drie jaar de tijd om aan de door Achmea gestelde criteria te voldoen. Als dat onvoldoende gebeurt, dan trekt Achmea zich terug als belegger. Begin 2008 is Achmea met het aangescherpte engagementbeleid van start gegaan onder de naam ‘enhanced engagement’. Er zijn voor 2008 drie thema’s geselecteerd: mensenrechten, dierproeven en klimaatverandering (CO2 emissie). Voor elk thema selecteert Achmea twee tot drie ondernemingen waarmee we de komende drie jaar een intensieve dialoog aangaan om verbeteringen te bewerkstelligen. We spreken met deze ondernemingen ook een termijn af waarop we verwachten dat de onderneming voortgang heeft gemaakt met onze thema’s. Dit is een intensief proces, dat tijd en geduld vergt. Voor 2008 zijn daarom twee tot drie ondernemingen per thema geselecteerd. In de
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
komende jaren zullen ieder jaar twee tot drie nieuwe thema’s worden gekozen, waarop een aantal bedrijven dan drie jaar actief zal worden aangesproken. De selectie van de thema’s vindt plaats in overleg met Robeco en F&C, de partijen die ons vermogensbeheer en het engagementbeleid uitvoeren. Voor 2009 zijn dit de thema’s Public Health (beschikbaar stellen van medicijnen in ontwikkelingslanden en obesitas) en Watermanagement (dit thema moet nog verder worden uitgewerkt). Er zullen voor elk van deze twee thema’s twee ondernemingen geselecteerd worden waarmee een intensieve dialoog wordt aangegaan.
Annette van der Krogt Manager verantwoord beleggen, Syntrus Achmea
Verantwoord beleggen De financiële wereld wordt vaak gezien als een zeer zakelijke sector. Ik vind het mooie van mijn functie dat ik op het snijvlak van het zakelijke en het maatschappelijke opereer. Het inzicht groeit om met maatschappelijke onderwerpen steeds vaker rekening te houden. Het is enorm uitdagend om deze ontwikkelingen verder vorm te kunnen geven. We hebben het afgelopen jaar gesprekken gevoerd met een groot aantal pensioenfondsen. Uit deze gesprekken blijkt dat veel pensioenfondsen niet goed weten hoe ze verantwoord beleggen moeten vormgeven, ook omdat de definitie van verantwoord beleggen niet eenduidig is. Onze aanpak “verantwoord beleggen” kan hier behulpzaam zijn.
50
Het enhanced engagement beleid is een doorlopend proces. Ieder jaar komen er nieuwe thema’s en ondernemingen bij. Na drie jaar zijn de resultaten bekend van de eerste ronde op de thema’s mensenrechten, klimaat en dierproeven. De eerste resultaten worden nu zichtbaar. Ze zien er over het geheel genomen positief uit, maar het is nu nog te vroeg om in te kunnen gaan op de resultaten van het beleid. Pas in 2010 zal Achmea de eerste echte conclusies kunnen trekken. Intern debat | Er is een interne werkgroep (Achmea Bank, Staalbankiers, Syntrus Achmea Vermogensbeheer, Syntrus Achmea Vastgoed en Group Investment) opgericht om zoveel mogelijk dezelfde uitgangspunten te hanteren met betrekking tot duurzaam beleggen en om van elkaars kennis en inzichten gebruik te maken. In de praktijk blijkt het niet altijd mogelijk om dezelfde uitgangspunten te hanteren. Staalbankiers heeft bijvoorbeeld te maken met specifieke klantwensen die strenger of minder streng kunnen zijn dan de uitgangspunten die Achmea als verzekeraar hanteert.
7.3
Duurzaamheid in Vastgoed
Syntrus Achmea Vastgoed is in 2008 partner geworden van de Dutch Green Building Council, een stichting die het BREEAM-label voor de Nederlandse markt ontwikkelt. Met dit label worden in Engeland al gebouwen gecertificeerd. Ook is Syntrus Achmea Vastgoed lid van de in oktober 2008 opgerichte Taskforce Duurzaamheid van IVBN, de belangenbehartigingsorganisatie van institutionele beleggers in Nederlands vastgoed. Doel van deze taskforce is te komen tot één standaardnorm voor de institutionele vastgoedsector.
7.4
Duurzaam vermogensbeheer voor klanten
Syntrus Achmea beheert en belegt geld van anderen, en wil dat op een integere, verantwoorde manier doen. Ook hierin nemen we onze ketenverantwoordelijkheid serieus. Achmea Pensioenen heeft hiertoe een manager verantwoord beleggen aangesteld die begin 2008 de aanpak “Verantwoord Beleggen” heeft ontwikkeld en geïmplementeerd, speciaal voor pensioenfondsen waarvan de aandelen intern beheerd worden.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
De aanpak berust op vier pijlers. » Allereerst worden bedrijven waarin belegd wordt gescreend op controverses met de principes van de Global Compact, die de VN in 1999 voor ondernemingen vaststelde. » De tweede pijler is engagement, het aangaan van dialoog met ondernemingen. Syntrus Achmea koos het afgelopen jaar o.a. als thema “gedwongen arbeid” om met bedrijven in dialoog te gaan. » Uitsluitingen van producenten van controversiële wapens vormen de derde pijler. » De vierde pijler is corporate governance en stemmen op aandeelhouders vergaderingen. Daarbij wordt op afstand gestemd en worden vergaderingen bezocht om daar te stemmen en vragen te stellen aan de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Zeventig procent van de pensioenfondsen waarvoor Vermogensbeheer intern aandelen beheert, waaronder het pensioenfonds voor het schoonmaak- en glazenwassersbedrijf en het Interpolis Pensioenfonds, koos het afgelopen jaar voor de verantwoorde aanpak. We hebben een zogenoemde overlay gemaakt: over de bestaande beleggingsportefeuille is de Verantwoord Beleggen-aanpak gelegd. De pensioenfondsen voor wie wij het Verantwoord Beleggen-beleid uitvoeren, kregen eind deze zomer de eerste rapportage, met daarin onder andere een verslag van de engagementactiviteiten. In 2009 willen we verder uitbreiden. Bijvoorbeeld door verantwoord beleggen ook te introduceren bij beleggingen in vastrentende waarden. En we willen ook externe vermogensbeheerders warm maken voor deze aanpak.
51
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
8. d uurzame interne organisatie 8.1 Inleiding Duurzaamheid en maatschappelijke betrokkenheid zijn de twee pijlers waarop Group Facility Services Achmea (GFS) het MVO beleid voor de interne bedrijfs voering baseert. In dit hoofdstuk wordt uitgebreid stilgestaan bij ontwikkelingen, doelen en resultaten van ons duurzaamheidbeleid. De maatschappelijke betrokkenheid van GFS komt tot uiting in ons partner ship met Sociale Werkvoorziening-bedrijven voor bijvoorbeeld de totale buiten groenvoorziening en onze inspanningen om mensen met een arbeidshandicap een stageplaats aan te bieden. Ook doen wij al vier jaar zaken met koeriersdienst Valid Express. De Stichting VanHarte heeft wederom in 2008 ondersteuning van GFS gekregen in steden waar Achmea een kernlocatie heeft.
52
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Het jaar is feestelijk afgesloten met kerstdiners voor alle vrijwilligers en gasten van de RestoVanHarte’s in Leeuwarden, Amsterdam en Tilburg. In het Eureko Conference Centre in Zeist wordt in de vergaderaccommodaties Well-water geschonken. Van de opbrengst van iedere verkochte fles Well-water gaat 25% naar waterprojecten van Simavi. Stichting Aap ontvangt elk jaar een financiële bijdrage uit de ingezamelde lege toner-cartridges. In 2008 zijn 5.228 toner-cartridges ingezameld. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2007 (5.402 stuks).
Binnen het milieukernteam worden niet alleen diverse activiteiten onder nomen maar ook actuele ontwikkelingen besproken. Voorbeelden hiervan zijn de bedrijfsenergieplannen, actualisatie van het energiebeleid, het duurzaamheidconcept “cradle-to-cradle”. De stand van zaken van een aantal lopende activiteiten wordt besproken en er worden actiepunten benoemd en gemonitord.
8.2
Afval stond in 2008 als expliciet aandachtspunt benoemd. Vanuit het MVO-consulnetwerk is een aantal mogelijke afvalprojecten voorgesteld. Het Milieukernteam heeft hieruit een keuze gemaakt.
MVO-organisatie
De MVO consuls van GFS waren in april 2008 te gast bij SITA, één van onze strategische partners in afvalmanagement. Tijdens deze bijeenkomst is gezamenlijk een aantal afvalprojecten gedefinieerd voor Achmea die in 2009 hun vervolg krijgen. Het MVO-netwerk van GFS heeft een tweede MVO ambassadeur gekregen die zich specifiek richt op maatschappelijke betrokkenheid. Een nieuwe ontwikkeling daarin is een kort onderzoek naar de mate waarin medewerkers van GFS actief zijn als vrijwilliger. Op basis van dit onderzoek wordt in 2009 een plan gemaakt op welke wijze vrijwilligerswerk kan worden gestimuleerd. Door middel van diverse publicaties, waaronder een Nieuwsbrief voor de MVO-consuls en een site op het intranet van Achmea brengt GFS MVO onder de aandacht van zoveel mogelijk Achmea-medewerkers.
8.3
Milieubeleid
Binnen GFS maakt aandacht voor duurzaamheid expliciet onderdeel uit van de bedrijfsvoering. Hiervoor is het milieubeleidsplan uit 2007 de basis. Het milieubeleid richt zich op een spectrum van aandachtpunten, relevant binnen een kantooromgeving en vallend binnen de invloedssfeer van GFS. Het is van toepassing op alle locaties van Achmea die vallen binnen het servicegebied van GFS.
Het actualiseren van het milieubeleid stond voor 2008 gepland maar is nog niet uitgevoerd. Dit wordt meegenomen naar 2009.
Samen met onze strategische partner SITA is een aantal voorstellen onderzocht. Het gaat om het optimaliseren van afvalstromen op locaties, een betere afvalstroom voor papierenhanddoekjes en het inzamelen van kunststoffen. Daarnaast wordt samen met inkoop GFS gekeken naar alternatieven of retourneren van verpakkingen en alternatieve koffiebekers. Achmea Concern Huisvesting heeft voor de sloop van een gebouw gekeken naar de mogelijkheden om op een duurzame manier te slopen. De sloop is in oktober 2008 gestart. De sloper verwacht dat zo’n 98% van het materiaal een nuttige bestemming krijgt. Storten van het afval wordt zoveel mogelijk vermeden. Met betrekking tot het papierverbruik wordt sinds 15 december 2008 geadviseerd om voor printen en kopiëren 75 grams blanco papier te gebruiken in plaats van 80 grams papier. Het digitaal aanbieden van abonnementen en tijdschriften stond, in ieder geval binnen GFS, in 2008 gepland. Na onderzoek bleek dat het aantal abonnementen dat hiervoor in aanmerking kwam bijna nihil is. Daarom is invoering hiervan op dit moment niet zinvol. Afdeling inkoop blijft in gesprek met de leverancier om de ontwikkelingen op dit gebied te volgen.
In 2008 heeft het functioneren van het milieukernteam vorm gekregen. Het doel van het milieukernteam is het enthousiasme voor en de activiteiten op het gebied van milieu te bundelen, met het milieubeleid als basis.
53
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Hoeveelheid ingezameld afval 2008
2007
2008
2007
Afvalsoort
kg
kg
kg per fte
kg per fte
gevaarlijk afval/kga
2.933
3.134
0,18
0,20
bedrijfsafval/ restafval
1.331.719
1.266.147
82,37
81,38
papier (incl. vertrouwelijk)
1.060.581
1.141.337
65,60
73,36
314.573
317.960
19,46
20,44
ijzer/metaal/ schroot
2.460
9.195
0,15
0,59
hout B
36.240
32.820
2,24
2,11
bouw en sloop
226.440
169.940
14,01
10,92
swill/GFT
34.735
52.305
2,15
3,36
glas
40.648
19.035
2,51
1,22
3.050.329
3.011.873
189
194
karton
Totaal
Voor 2008 wordt voor de milieuverbruikscijfers gerekend met de FTE - gegevens per medio van het verslagjaar.
Het volume van afval is redelijk constant gebleven. Evenals in 2007 zijn er in 2008 weer grote verbouwingen en verhuizingen geweest met bijbehorende afvalmaterialen. Het glasverbruik is met name toegenomen door het verstrekken van Well-water in de vergaderzalen op de locatie in Zeist. Het volume swill afval is als gevolg van het prestatiecontract catering op een aantal locaties sterk gedaald. Water | In januari / februari 2008 zijn 216 kranen bij de toiletten en de koffiecorners op de twee locaties in Apeldoorn voorzien van nieuwe waterbesparende perlators met een doorstroomvolume van 3 in plaats van 5 liter per minuut. Deze 54
besparing van 40% op plaatsen waar de nieuwe perlators zijn geïnstalleerd is doorgerekend op financiële kosten en baten. Dit geeft een positief beeld. Er zal naar verwachting in 2009 worden voorgesteld dit waar mogelijk ook op andere locaties te realiseren. Aangezien de verbruikscijfers van water laat in het jaar bekend worden, publiceren we in dit verslag de cijfers van 2006 en 2007. De dekkingsgraad voor het waterverbruik is 82%. In 2006 verbruikte Achmea een kleine 127.000 m3, in 2007 ruim 107.000 m3. Het verbruik in 2006 was extra hoog vanwege de warme zomer. Daarnaast is op een locatie in 2006 in verband met legionellapreventie extra water verbruikt. Dit was in 2007 niet meer nodig. Ook is een koeltoren buiten gebruik gesteld. Papier | Voor het jaarverslag van 2007 waren de verbruiksgegevens van papier niet beschikbaar. In 2008 zijn deze gegevens alsnog verzameld. Achmea gebruikt papier van eucalyptuspulp en papier van PEFC houtpulp. In 2008 is met name papier van PEFC houtpulp gebruikt; het gebruik van eucalyptuspulp neemt af. Het verbruik is met 7% toegenomen. Hiervoor hebben we geen verklaring. De cijfers voor het papierverbruik betreffen het gebruik van blanco papier en zijn exclusief het gebruik van voorgedrukt briefpapier. 2008 Papier (kg)
636.000 kg
2007 34,54 kg/fte
590.000
32,02 kg/fte
Op basis van de fte gegevens per medio van het verslagjaar
Energie | Binnen het milieubeleid wordt bijzondere aandacht besteed aan het beperken van het energiever-bruik (mitigatie van klimaatverandering). In de praktijk komt dit neer op het nemen van passende en rendabele maatregelen op basis van het principe “as low as reasonably possible”. Dit op natuurlijke momenten en binnen de grenzen van het locatiebeleid. In het strategisch plan voor 2009-2011 heeft de Raad van Bestuur het doel gesteld, binnen drie jaar CO2-neutraal te zijn. Begin 2009 wordt binnen Achmea bepaald hoe deze doelstelling bereikt kan gaan worden. Sinds 2007 neemt Achmea structureel groene stroom af. Dit wordt voor 2009 gecontinueerd. In 2008 is veel energie gestoken in een vervolg op de Meerjarenafspraak Energieefficiency, gezamenlijk met de overheid, SenterNovem en een aantal andere banken Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
en verzekeraars. De afspraken van de MJA3 zijn nu rond. Achmea gaat deelnemen aan de MJA3; dit krijgt in 2009 een verdere uitwerking. In 2008 heeft een extern adviesbureau voor drie kernlocaties reeds energie besparingsplannen opgesteld. De overige vijf locaties worden in 2009 afgerond. Deze energiebesparingsplannen worden in 2009 binnen GFS vertaald in actieplannen voor energiebesparing. Daarbij moet wel worden aangetekend dat de financiële crisis gevolgen heeft voor de beschikbare budgetten. Dit kan gevolgen hebben voor de te nemen acties, het tempo of het moment. Natuurlijk krijgen energie-efficiency en duurzaam bouwen ook de aandacht bij nieuwbouwplannen en renovaties. Totaal energieverbruik elektriciteit en gas en bijbehorende CO2 uitstoot
Het elektraverbruik is licht gestegen, onder andere door de ingebruikname van het congrescentrum en doordat we gegevens hebben van meer locaties dan voorheen. Door de eigen warmte-krachtinstallatie van een locatie wordt er minder elektra ingekocht. Het gasverbruik is nagenoeg gelijk gebleven, terwijl de dekkingsgraad hoger is: de gegevens betreffen nu circa 85% van de kantoren. Net als in 2007 was er een zachte winter. Op een aantal locaties is er wel verschil met 2007. Het verbruik is lager door de energiemaatregelen die we genomen hebben, en ook doordat sommige installaties slecht hebben gefunctioneerd. De extra inzet van een warmte-krachtinstallatie maakt het weer hoger.
2008
2007
2006
Grijze stroom (kwh)
8.867.510
6.270.780
7.147.327
8.4
Groene stroom (kwh)
43.061.004
41.513.972
40.002.650
CO2-uitstoot stroom
5.953.646
4.210.202
4.798.716
Totaal elektra
51.928.514
47.784.752
47.194.985
Gas (m3)
4.918.870
4.933.707
5.819.558
Onderdeel van het milieubeleid is duurzaam bouwen. Voor Achmea betekent dat duurzame nieuwbouw, onderhoud en renovatie. Voor de in de komende jaren te verbouwen panden hebben wij het doel gesteld, een EPC-waarde te realiseren van tenminste 30 procent onder de (huidige) EPC-waarde of de eis uit het Bouwbesluit. Voor nieuwbouw huurpanden is het doel om tenminste 20% onder de EPC-eis uit het Bouwbesluit te blijven.
CO2-uitstoot gas
8.718.206
8.744.502
10.314.584
Totaal CO2-uitstoot
14.671.852
12.954.704
15.113.300
Dekkingsgraad voor elektra circa
84%
80%
80%
Dekkingsgraad voor gas circa
85%
80%
78%
Dekkingsgraad voor elektra op basis van fte Dekkingsgraad voor gas op basis van m2 kantooroppervlak. De fte gegevens komen uit de bestanden van Group Human Resources. Er is gerekend met de fte gegevens per medio van het verslagjaar. Voor het kantooroppervlak wordt uitgegaan van het verhuurbaar vloeroppervlak. De gegevens van het energieverbruik komen voor 90% van de leveranciers, verder van eigen opname van verbruiken en
Duurzaam bouwen
Activiteiten in 2008 | In 2008 is hard gewerkt aan de nieuwbouwprojecten voor Leiden en Apeldoorn. In Leiden is gestart met de bouw. De nieuwbouw wordt hier gerealiseerd met een projectontwikkelaar. De locatie bevindt zich midden in het centrum van Leiden. In Apeldoorn wordt onder eigen aansturing een campus in het groen gerealiseerd. De start van de bouw is medio 2009 gepland. De bouw loopt tot 2012. In 2008 is al wel gestart met het bouwrijp maken van een deel van het terrein middels de duurzame sloop van een gebouw. De projecten in Leiden en Apeldoorn bieden door hun kenmerken zeer verschillende mogelijkheden en uitdagingen op het gebied van duurzaam bouwen. Voor beide locaties is veel energie gestopt in het onderzoeken van duurzame energievoorzieningen zoals warmte-/koude-opslaginstallatie (WKO-installatie) en koudebuffersystemen. Inmiddels is voor Leiden met de projectontwikkelaar overeengekomen dat er een WKO-installatie zal worden gerealiseerd.
in enkele gevallen van facturen. Voor enkele kantoren zijn de gegevens van 11 naar 12 maanden geëxtrapoleerd of is een schatting gemaakt vanwege een defecte meter. Voor het overige zijn de gegevens niet geëxtrapoleerd.
55
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Op de locatie in Zeist is het nieuwe Eureko Conference Centre in 2008 gereed gekomen. Hiermee is voor Achmea een centrale vergader- en conferentieaccommodatie gerealiseerd. Ook bij de totstandkoming van dit gebouw is gekeken naar duurzame maatregelen; onder andere energiezuinige klimaatplafonds en luchtbehandelingsapparatuur, aanwezigheidsdetectie en geautomatiseerde regelingen ten behoeve van verwarming en verlichting. Op de locatie Den Haag zijn in 2008 oude VR-ketels vervangen door energiezuinige modulerende HR-gaswandketels. Daarnaast is het gebouw beheersysteem verbeterd wat naar verwachting naast comfort ook een gunstiger energieverbruik oplevert. Bij (regulier) onderhoud en renovaties op de overige locaties wordt duurzaamheid meegenomen. Voorbeelden daarvan zijn daglichtregelingen, bewegingsmelders en optimalisering klimaatregelingen. Op de locaties die binnen een paar jaar overgaan naar de nieuwbouw staat het onderhoud op een laag pitje. Plannen voor 2009 | Voor 2009 staat in Den Haag de vervanging van de luchtbehandelingskast gepland. Door de toepassing van een warmtewiel worden belangrijke verbeteringen gerealiseerd met betrekking tot het kantoorklimaat en het energieverbruik. In Leeuwarden wordt de renovatie van gebouw 5 in 2009 gerealiseerd. In ieder geval wordt de huidige arcade van het gebouw overkapt, waarmee het buitengeveloppervlak circa 40 procent wordt gereduceerd. Voor 2009 staat ook het uitwerken van acties uit de Energiebesparingplannen op de agenda. Dit binnen de beschikbare budgetruimte. En natuurlijk krijgt de nieuwbouw in Leiden en Apeldoorn de volle aandacht.
8.5
Duurzaam inkopen
Duurzaam inkopen staat nadrukkelijk op de agenda van GFS. Dit komt onder andere tot uiting in het standaard opnemen van een MVO-criterium in het request for proposal (RFP) bij inkooptrajecten. Samen met onze strategische partners zoeken we voortdurend naar innovaties op MVO-gebied. Een van de doelstellingen van GFS Inkoop voor 2009 is om de huidige wijze waarop duurzaamheid reeds wordt meegenomen in het inkoopproces vast te leggen in een apart beleidsdocument.
56
Good Origin koffie | Achmea koopt sinds 2007 Good Origin koffie van Douwe Egberts, een bewuste keuze om bij te dragen aan de verduurzaming van de koffiemarkt. Om ook onze medewerkers hier bewust van te maken zijn in 2008 de 280 koffieautomaten voorzien van stickers met informatie over deze duurzame koffie. Biologische catering | Achmea vindt het belangrijk dat haar medewerkers kunnen kiezen uit verschillende biologische producten in het assortiment van de bedrijfsrestaurants. Tot vorig jaar werd het aandeel biologische producten gemeten vanuit de omzetcijfers van de bedrijfsrestaurants. Met de introductie van zelfbedieningskassa’s is het niet meer mogelijk het aandeel biologische producten via de omzet te meten. We gebruiken hiervoor op dit moment nog geen alternatieve meetmethode. Inzet van het BLOE toiletsysteem | De BLOE is een toiletsysteem dat zichzelf fris en schoon houdt, en bovendien milieuvriendelijk, duurzaam en kostenbesparend is. Het is beschikbaar voor toepassing in toiletten en urinoirs. Daarom heeft Achmea gekozen voor het installeren van dit systeem in ver- en nieuwbouwlocaties. Ten aanzien van de BLOE urinoirs had het Eureko Conference Centre in 2008 zelfs de wereld primeur. Duurzame vloerbedekking | Met onze strategische partner InterfaceFLOR hebben we in 2008 weer een aantal vierkante meters vloeren van onze kantoren voorzien van duurzame tapijttegels. In totaal 13.113 m2. In het kader van ReEntry is 10.505 m2 tapijt teruggehaald. Dit tapijt wordt via zorgvuldig geselecteerde partners in Europa hergebruikt, gerecycled of als steunbrandstof verwerkt. In 2009 zullen alle locaties waar dat aan de orde is worden voorzien van Cool Carpet, waarbij de oude tegels gerecycled zullen worden. Uitbreiding dienstverlening door Valid Express | Voor de locaties Den Haag, Amsterdam, Zeist, Zoetermeer en De Meern wordt gebruik gemaakt van de koeriersdiensten van Valid Express. Dit bedrijf heeft uitsluitend koeriers met een ‘lastig lichaam’ in dienst; zij zijn fysiek gehandicapt en/of chronisch ziek. In totaal verzorgde Valid Express in 2008 2.290 opdrachten voor Achmea, een ruime stijging in het aantal opdrachten ten opzichte van de 958 in 2007. Momenteel wordt onderzocht of de samenwerking tussen Achmea en Valid Express voldoende basis geeft om in 2009 een vierde locatie van Valid Express te openen in Apeldoorn of nabije omgeving. Bijzonder is ook nog te vermelden dat Valid Express in Leiden in
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
2008 een contract heeft afgesloten om een auto op biogas te laten rijden. Het bedrijf heeft de intentie om biogas te gaan gebruiken voor het hele wagenpark. Bureaustoelen | GFS heeft in samenwerking met fabrikant BMA en leverancier !Pet, in het kader van duurzaam ondernemen, een systeem bedacht om gebruikte BMA bureaustoelen te revitaliseren en daarna te hergebruiken. Hiermee kan de levensfase van de stoel worden verlengd en de milieubelasting worden gereduceerd. In 2007 is er op de locatie Leusden een test uitgevoerd met 25 bureaustoelen. Deze test is succesvol verlopen. In juli 2008 heeft de directie van GFS daarom besloten voortaan gerevitaliseerde bureaustoelen aan te schaffen in plaats van nieuwe stoelen.
Marieke Bosch Facility manager kernlocatie Zwolle
Schoonmaakmiddelen | Binnen Achmea worden de schoonmaakwerkzaamheden uitgevoerd met micro vezelproducten. Het gebruik hiervan heeft verschillende voordelen, zowel voor het milieu als voor de schoonmaakmedewerkers. Microvezelproducten worden gebruikt zonder toevoeging van chemicaliën; er wordt alleen water gebruikt. Hierdoor komen er geen schadelijke stoffen meer in het afvalwater en hoeven we geen verpakkingsmaterialen meer af te voeren. Voor de schoonmaakmedewerkers betekent het een verminderde fysieke belasting ten aanzien van bijvoorbeeld uitwringen.
Milieukernteam Met het milieukernteam dragen we bij aan de bewustwording binnen Achmea op het gebied van milieu. Naast onze inspanningen op centraal niveau kan er ook op kleinere schaal veel worden bereikt. Bij Achmea zijn ongeveer 20 duizend medewerkers, als iedereen zijn computerscherm uitzet of als er meer met de trein zou worden gereisd dan levert dat een behoorlijke beperking in de CO2 uitstoot op. Aan ons de uitdagende taak om ervoor te zorgen dat aandacht voor het milieu doordringt in de genen van de medewerkers.
57
Op locaties met het BLOE toiletsysteem is het voordeel nog groter. Daar wordt er geen gebruik meer gemaakt van chemicaliën. Duurzaam ondernemen in contracten van GFS | In 2008 is door Inkoop GFS gewerkt aan de opzet van een nieuw model contractmanagement. Dit wordt ingevoerd in 2009. Hiermee worden de contacten met de leveranciers verder geprofessionaliseerd. Duurzaam ketenbeheer voor het Facilitair Bedrijf is onderdeel van de verantwoordelijk-heid van Inkoop GFS. In het nieuwe model staat MVO als gespreksonderwerp nadrukkelijk op de agenda. Verder is Inkoop GFS in 2008 gestart met het inzoomen op ketenverantwoordelijkheid met onze belangrijkste leveranciers. In gesprek met onze leveranciers wordt nu nadrukkelijk gekeken naar de wijze waarop de leverancier in zijn bedrijfsvoering een bijdrage levert aan betrokken en duurzaam ondernemen.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
9. medewerkers Achmea hanteert het 4 stakeholdersmodel. De medewerkers zijn een belangrijke stakeholder: zij maken onze organisatie en bepalen ons succes. De medewerker is de stakeholder die de verwachtingen van de andere stakeholders kan waarmaken. Achmea wil een goede invulling geven aan de rol van werknemer als stakeholder en heeft tevens de ambitie om een innovatieve werkgever te zijn. We willen toonaangevend zijn in de arbeidsmarkt en tot de beste en meest aantrekkelijke werkgevers behoren. We willen voorop lopen op het gebied van eigentijds, innovatief en onderscheidend werkgeverschap. Onze kernwaarden - inleven, vernieuwen en waarmaken - bepalen hoe we hier invulling aan geven.
58
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
9.1
Sociale innovatie
Het jaar 2006 stond voor Achmea in het teken van de fusie met Interpolis. In dit jaar werd de organisatorische basis gelegd voor het nieuwe Achmea. In dat jaar stonden harmoniseren en integreren hoog op de agenda. Er werd hard gewerkt aan één werkgeverschap voor alle medewerkers van Achmea-oud en Interpolis. Voor 2008 was ‘vernieuwen’ het belangrijkste aandachtspunt. Achmea heeft een duidelijke ambitie: het bedrijf wil tot de beste werkgevers van Nederland behoren. Om die ambitieuze doelstelling te realiseren werkt Achmea - in nauwe samenwerking met medewerkers, medezeggenschap en vakbonden - hard aan de vernieuwing van haar werkgeverschap. Onder de titel ‘Sociale innovatie, de kern van ons werkgeverschap’ werd in 2008 een position paper ontwikkeld: een basis om met de stakeholders te praten over de toekomst van Achmea als onderneming, organisatie en werkgever. Net als andere grote ondernemingen wordt Achmea geconfronteerd met een krappe arbeidsmarkt door vergrijzing en ontgroening en tegelijkertijd met een groter arbeidsaanbod van allochtonen. Daarnaast hebben we te maken met toenemende individualisering, een zelfbewustere mens, vraagstukken rond de balans werk-privé en ook met knelpunten in mobiliteit. Ons antwoord op deze ontwikkelingen is een eigentijdse, innovatieve invulling van het werkgeverschap, waarmee we talentvolle en ambitieuze medewerkers blijven aantrekken, behouden en ontwikkelen. Dit zien wij als voorwaarde voor de continuïteit en verdere groei van onze onderneming en het realiseren van toegevoegde waarde voor onze stakeholders. De basisgedachte hierbij is dat we een kostenefficiënt antwoord kunnen bieden op arbeidsmarktvraagstukken en dat we maatschappelijk verantwoord kunnen opereren. Wij geloven dat wederzijds vertrouwen tussen werkgever en werknemer de basis is voor een volwassen arbeidsrelatie en voor een open en innovatieve bedrijfscultuur, waar mensen het beste uit zichzelf kunnen halen. Onze visie op werkgeverschap zorgt ervoor dat medewerkers met succes, plezier en in goede gezondheid kunnen blijven werken, presteren en zichzelf ontwikkelen. Wij noemen dit sociale innovatie. Sociale innovatie: het realiseren van een werkklimaat waarin medewerkers met succes, plezier en in goede gezondheid kunnen blijven werken, presteren en zichzelf ontwikkelen. ‘Sociale innovatie, de kern van ons werkgeverschap’ is geen blauwdruk van
59
een van bovenaf opgelegd plan. Het is veel meer een routekaart op basis waarvan management, medewerkers, medezeggenschap en vakorganisaties gezamenlijk werken aan de ontwikkeling van een eigentijdse manier van samenwerken. Achmea wil een toonaangevende werkgever zijn. De kaders hiervoor zijn neergezet. Nu is het zaak ervoor te zorgen dat medewerkers en de buitenwereld Achmea ook daadwerkelijk als een sociaal en innovatief werkgever gaan ervaren en beschouwen. Aan de concrete instrumenten - regelingen, voorzieningen - die dit moeten bewerkstelligen, wordt nu gewerkt. Achmea Werkconcept | Een van de pijlers van het sociale innovatiebeleid is het Achmea Werkconcept. Het Achmea Werkconcept gaat over tijd- en plaats onafhankelijk werken, individueel en samen, met nieuwe vormen en omgevingen voor het ontmoeten van collega’s en anderen. Dit concept geeft medewerkers meer vrijheid en mogelijkheden om te bepalen waar en wanneer men werkt, anderen ontmoet en hoe men kennis en informatie deelt. Het Achmea Werkconcept biedt oplossingen voor problemen rond beschikbaarheid van personeel, bereikbaarheid van locaties en klanten en maatschappelijke vraagstukken rondom mobiliteit en duurzaamheid. Het Achmea Werkconcept verandert niet alleen de uitstraling van onze kantoren en de technologie waarvan we gebruikmaken, maar vereist ook een andere stijl van leidinggeven: autonoom en planmatig werken in combinatie met stimulerend leiderschap en aansturing van medewerkers op resultaat en kwaliteit in plaats van op aanwezigheid. Niet uniforme regels maar maatwerk is hierbij het uitgangspunt. Het Achmea Werkconcept: nieuwe manieren van (samen)werken, met nieuwe kantoren en omgevingen, gebruikmakend van nieuwe technologieën. In januari 2009 is een eerste proeftuin gestart bij Group Facility Services. In de eerste helft van 2009 volgen nog twee proeftuinen bij HR en de IT afdeling. Het streven is om in opeenvolgende pilots een basisproces neer te zetten waar de hele organisatie op natuurlijke momenten (bijvoorbeeld bij een samenvoeging of verhuizing) gebruik van kan maken. Maatwerk in de arbeidsrelatie | Een tweede innovatiepijler is het Levensfase bewust Diversiteitsbeleid. De ene medewerker is de andere niet. Denk aan levensfase, kennis/ervaring, etnische afkomst, sekse en de manier waarop hij of zij in het leven staat. Achmea wil de kracht van verschillen benutten. Het is de bedoeling dat
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
medewerkers hun talenten op het juiste moment kunnen inzetten voor activiteiten en werkzaamheden die passen bij hun levensfase, persoonlijke kwaliteiten, wensen en omstandigheden. Dat willen we bereiken met het veranderingsprogramma ‘Levensfasebewust Diversiteitsbeleid’ (LDB). Enkele concrete elementen uit het LDB: » Grote flexibiliteit ten aanzien van de inrichting van het werk (kantoor, thuis), » Medewerkers kunnen jaarlijks kiezen voor meer of minder werken, » Uitgebreide verlofvormen (o.a. diversiteitsdag), » Ruimte voor vrijwilligerswerk, deels in werktijd, » Empowermentprogramma voor vrouwelijk talent, » Werven in allochtone doelgroepen, » Bieden van werkervaringsplaatsen voor vluchtelingen. In het LDB-programma is gekozen voor vijf levensfasen, waaraan praktische instrumenten zijn gekoppeld. Startfase
Ambitiefase
Combinatiefase Deskundigheidsfase
Introductie
Vak- en management opleidingen
Flexibel werken/ thuiswerken
Passende opleidingen
Pensioen in zicht
Traineeship
Loopbaanadvies
Parttimewerken
Intervisie
Minder werken
Opleiding en coaching
Mentoring/ Coaching
Coaching balans werk/ privé
Kennisnetwerk
Deeltijdpensioen
Netwerken en community
Flexibele Arbeidsvoorwaarden Meer werken
Verlofsoorten, ouderschapsverlof. Zorgverlof
Mentorschap
Doorwerken na 65 jaar
Verlofregeling: vakantie
Kinderopvang
Stage andere afdeling
Levensloopregeling
Flexibele Arbeidsvoorwaarden Meer werken
Timemanagement
Loopbaanadvies
60
Landingsfase
LDB-enquête | Medio 2008 hebben de universiteiten van Utrecht en Tilburg een enquête (nulmeting) gehouden over LDB. In totaal deden 6.890 Achmeamedewerkers aan het onderzoek mee (respons: 45%). Zij beantwoordden vragen over o.a. de combinatie werk/privé, mogelijkheden voor ontplooiing, de waardering die men krijgt voor prestaties, werkdruk en beloning. De LDB-enquête leidde tot een aantal aanbevelingen: Ondersteuning van medewerkers | Zorg dat medewerkers voldoende worden ondersteund (bijvoorbeeld als het gaat om taakverandering of doorstroming), zowel door passende maatregelen als door het handelen van hun eigen leidinggevende. Voor bepaalde groepen is bijzondere aandacht nodig, zoals vrouwen met MD-aspiraties en oudere werknemers met beperkte opleidings- en ontwikkelingsambities. Ondersteuning van leidinggevenden | Zorg dat leidinggevenden in staat worden gesteld om voldoende aandacht te besteden aan (de ontwikkeling van) hun medewerkers. Dit vereist in elk geval dat hogere leidinggevenden het in de gesprekken met leidinggevenden hebben over de manier waarop zij de talenten van de mensen in hun team benutten, ontwikkelen en belonen. In 2008 is gewerkt aan de doorontwikkeling van het LDB-programma. De divisies hebben inmiddels diverse LDB-projecten in gang gezet: Maatwerk | Zorg dat de juiste voorwaarden worden gecreëerd om maatwerk afspraken met medewerkers te maken, zoals voldoende beleidsruimte en ondersteuning voor leidinggevenden. Ga na welke instrumenten (zoals een persoonlijk budget) kunnen bijdragen aan maatwerk en inventariseer good practices van zorgvuldig en verantwoord omgaan met afwijkende afspraken. Betrokkenheid bij en diversiteit in teams | Zorg dat medewerkers zich meer betrokken voelen bij hun team en de prestaties die worden geleverd, o.a. door het organiseren van teambuildingsactiviteiten. Zorg dat teams meer divers worden samengesteld en de verschillende kwaliteiten worden benut, onder andere door bepaalde competenties van leidinggevenden verder te ontwikkelen, zoals coaching op (culturele) diversiteit.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Het gesprek/ afspraken over functioneren, presteren en ontwikkeling
Talentontwikkeling van iedere medewerker
DDD DP
Leiderschapsontwikkeling
Inzetbaarheid oudere medewerker
Vrouwelijke managers; werk – privé
Omgaan met diversiteit (allochtone afkomst)
X X
X
9.2
Kwantitatieve gegevens
Legenda | Voor de aantallen medewerkers is uitgegaan van de medewerkers die vallen onder Achmea Personeel BV. Derdenbedrijven en Agis zijn niet meegenomen. Met uitzondering van de FTE-verdeling is overal uitgegaan van de interne medewerkers. Stagiaires en externen zijn niet meegenomen. In het overzicht met de FTE-verdeling zijn de externen wel meegenomen, maar de stagiaires niet. De FTE’s zijn op basis van 38 uur. FTE’s naar contractvorm
X
DSZ
12000
X
11000
DBD
X
10000 9000
DID DZ
X
8000 7000
X
6000
GFS Holding
X
FS
X
DDD: Divisie Directe Distributie DP: Divisie Pensioenen
X
5000 4000 3000
X
GITS
X
2000
X
X
X
X
1000 0 ■ ■ ■ ■
Consultant
Interim
Intern
Uitzendkracht
97,37
1368,57
7521,61
786,48
61,43
295,66
6508,39
948,98
7814,47
135,12 45,43
1840,86 414,88
7636,52 6500,79
502,89 748,62
10115,40 7709,72
2007 - Man 2007 - Vrouw 2008 - Man 2008 - Vrouw
totaal 9774,03
DSZ: Divisie Sociale Zekerheid DBD: Divisie Bancaire Distributie DID: Divisie Intermediaire Distributie DZ: Divisie Zorg GFS: Group Facility Services GITS: Group IT Services
FTE interne mannen laat een kleine stijging zien van 53,6% naar 54%. In totaal zijn er 14.137 fte’s intern, 1.251 fte’s als uitzendkracht en 2.255 fte’s op interim basis. Opgeteld zijn dit 17.643 fte’s. Dit zijn er 213 meer dan in 2007. Dit zijn in totaal ongeveer 20.000 voltijders en deeltijders.
FS: Financial Services
61
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
In- en Uitstroom | In 2008 was de uitstroom 12,9% en de instroom 12,4%. De uitstroom is inclusief de gevolgen van de outsourcing bij GITS, het IT-onderdeel van Achmea. Deze getallen zijn exclusief stagiaires en externen. Aantal werknemers naar bedrijfsonderdeel AB = Achmea Bank ACR = Achmea Corporate Relations DBD = Divisie Bancaire Distributie DDD = Divisie Directe Distributie DI = Divisie Intermediaire Distributie DP = Divisie Pensioenen DSZ = Divisie Sociale Zekerheid DZ = Divisie Zorg GFS = Group Facility Services GHR = Group Human Resources GITS = Group IT Services SB = Staalbankiers
1600 1400 1200 1000 800 600 400 200
André van der Sluis
0
AB
AC
DBD
DDD
DI
DP
DSZ
DZ
GFS
GHR
GITS
SB
Overig
24 10 23 19
944 1111 939 1153
1076 1230 1093 1221
443 306 327 147
1371 1256 1406 1338
994 1374 944 1286
626 1450 718 1430
290 283 275 263
100 162 99 151
1000 205 1055 235
158 93 138 85
770 778 853 822
Manager data storage bij ATOS origin, over geplaatst naar ATOS Origin als gevolg van de outsourcing van de ICT.
■ ■ ■ ■
Outsourcing netjes geregeld
Het percentage interne mannen is licht gestegen van 48,5% naar 49%
De periode voordat er door Achmea een definitieve beslissing werd genomen over de outsourcing duurde erg lang, wat grote onzekerheid met zich meebracht. Alles bij elkaar genomen ben ik zeker niet ongelukkig. Achmea heeft het netjes geregeld, alle extra’s die ik in 23 jaar tijd heb opgebouwd zijn keurig meegenomen door Atos Origin en ik heb bij Atos Origin meer mogelijkheden om door te groeien. Wel betekent de outsourcing voor veel mensen dat ze nu meer kilometers maken omdat ze verder van hun werkplek wonen, dit is natuurlijk strijdig met maatschappelijk verantwoord ondernemen.
150 166 149 170
2007 - Man 2007 - Vrouw 2008 - Man 2008 - Vrouw
Locaties A = Amersfoort B = Amsterdam C = Apeldoorn D = De Meern E = Den Bosch F = Leeuwarden G = Noordwijk H = Tilburg I = Zest J = Zwolle K = Overig
2500
2000
1500
1000
500
0 ■ 2007 - Man ■ 2007 - Vrouw ■ 2008 - Man ■ 2008 - Vrouw
A
244 164
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
734
1857
489
160
824
384
1559
178
436
1325
878 779 899
1538 1967 1638
445 537 504
146 143 139
689 791 694
813 399 762
1448 1592 1533
103 191 95
703 440 664
1661 935 1228
Aantal werknemers in de categorie Overig (niet kernlocaties) is in 2008 fors gedaald als gevolg van de sluiting van o.a. Rotterdam
62
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Salarisschalen 2500
2000
1500
1000
500
0 ■ 2007 - Man ■ 2007 - Vrouw ■ 2008 - Man ■ 2008 - Vrouw
A
B
C
D
E
F
G
I
J
K
Overig
3 13
24 152
152 560
688 2350
884 1874
1111 1207
1230 726
1339 651
H
798 290
704 271
432 132
581 198
2 10
22 135
122 471
690 2224
874 1902
1102 1247
1247 746
1372 663
857 335
728 292
477 129
525 166
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
65-69
Totaal
114 197 113 226
564 946 553 892
1015 1527 983 1396
1523 1921 1450 1817
1428 1444 1459 1516
1273 1046 1307 1045
1051 756 1100 773
732 471 729 505
240 113 319 148
2
7946 8424 8018 8320
Leeftijdschalen 8500 7650 6800 5950 5100 4250 3400 2550 1700 850 0 15-19 ■ 2007 - Man ■ 2007 - Vrouw ■ 2008 - Man ■ 2008 - Vrouw
63
4 3 2 2
3
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
DIENSTJAREN 8500 7650 6800 5950 5100 4250 3400 2550 1700 850 0
0-4
5-9
10-14
15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
Totaal
■ 2007 - Man ■ 2007 - Vrouw
1814 2034
2374 3025
989 1223
852 1078
638 505
592 325
458 168
196 59
31 7
2
7946
■ 2008 - Man ■ 2008 - Vrouw
2159 2404
1913 2409
1182 1385
819 1032
686 541
524 286
496 184
203 67
35 12
1
8424 8018 8320
Achmea CAO | De huidige CAO van Achmea loopt tot 1 juli 2009. In het voorjaar van 2009 starten de besprekingen met de vakbonden over een nieuwe CAO. Van de 14.137 fte’s valt 4% niet onder de CAO. Dit zijn met name boven-CAO’ers. Achmea Select | In de Achmea CAO zijn veel persoonlijke keuzemogelijkheden. Met Achmea Select kunnen medewerkers hun arbeidsvoorwaardenpakket zelf herschikken om het aan te passen aan eigen voorkeuren. Natuurlijk zijn de keuzes aan een aantal spelregels en grenzen gebonden. Hieronder een overzicht van de keuzes van meer of minder uren werken per week. Achmea Select 4000 3800 3600 3400 3200 3000 2800 2600 2400 2200 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 ■ ■ ■ ■
64
2007 - Man 2007 - Vrouw 2008 - Man 2008 - Vrouw
1 meer
2
3
4
1minder
2
3
4
Totaal
108 103 113 130
1467 1597 1642 1786
0 0 0 20
0 0 0 564
100 108 112 144
682 716 719 843
0 0 0 1
0 0 0 25
2357 2524 2586 3513
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Hieronder een overzicht van het aantal meer of minder vakantie-uren per jaar. meer vakantie-uren 2400 2200 2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0 ■ 2007 - Man ■ 2007 - Vrouw ■ 2008 - Man ■ 2008 - Vrouw
1-10
11-20
21-30
31-40
41-50
51-60
71-80
91-100
101-110
Totaal
42
415
433
1315
0
0
0
0
0
2205
37 26 33
439 402 364
461 501 541
1339 1279 1353
0 0 1
0 0 1
0 0 3
0 0 1
0 0 1
2276 2208 2298
minder vakantie-uren 600 500 400 300 200 100 0
65
1-10
11-20
21-30
31-40
41-50
51-60
61-70
71-80
81-90
141-150
Totaal
■ 2007 - Man
2
32
48
224
22
20
130
0
0
0
478
■ 2007 - Vrouw ■ 2008 - Man ■ 2008 - Vrouw
8
36
38
420
0
0
0
0
0
0
502
4 10
29 34
48 51
412 390
0 1
0 1
0 0
0 2
0 1
0 1
493 491
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Meer vrouwen in de top | Achmea ondertekende in mei 2008 het charter ‘Talent naar de Top’. Het charter is een initiatief van TopBrainstorm, een platform dat de overheid, het bedrijfsleven en vrouwen wil stimuleren op structurele basis meer vrouwelijk talent aan de top te krijgen. Met het ondertekenen van het charter geeft Achmea aan dat het de uitgangspunten van TopBrainstorm onderschrijft. Tegelijkertijd verplicht het Achmea tot het voeren van een actief beleid om te komen tot meer vrouwen in de eigen top. Achmea moet onder meer rapporteren over haar strategie en aanpak, streefcijfers afgeven en regelmatig meten hoeveel vrouwen het in topfuncties heeft. Deze rapportages en het plan van aanpak zullen in de eerste helft van 2009 worden opgesteld. Achmea gaat stevig inzetten op meer vrouwen in de top van het bedrijf. Niet omdat het charter is ondertekend, maar juist omdat het aansluit op de sociale innovatie, het moderne werkgeverschap en het diversiteitsbeleid waar Achmea voor staat. Achmea wil een cultuur creëren waarin het meer vanzelfsprekend wordt om een vrouw in een topfunctie te benoemen.
Carine Leemereise
vrouwen aan de top 300
MD consultant en programmamanager ‘talent naar de top’.
250 200
Vrouwen naar de Top Uiteindelijk gaat het om kwaliteit. Dat betekent een juiste 'mix' aan de top. Een mix van vrouwen en mannen en van vrouwelijke en mannelijke eigenschappen, vanuit een goed evenwicht tussen carrière en privé. Om dit te bewerkstelligen richten we ons binnen Achmea niet alleen op instrumenten als flexibele werktijden en doorstroombeleid. Vooral het creëren van een op diversiteit gerichte cultuur is cruciaal voor het vergroten van het aantal vrouwen aan de top. We hanteren dan ook een consistente op communicatie en cultuur gerichte aanpak om vrouwen én mannen te boeien en te binden aan deze ingeslagen weg.
66
150 100 50 0 1
2
3
Directie - Sr. Mgt - Subtop ■ Vrouwen ■ Mannen ■ Totaal
4 34 38
12 32 44
78 216 297
Ongewenste omgangsvormen | Discriminatie, pesterijen, seksuele intimidatie en agressie zijn vormen van gedrag die binnen Achmea niet getolereerd worden. Voor Achmea zijn respect en integriteit uiterst belangrijk. Toch komen soms zaken voor die strijdig zijn met deze uitgangspunten. Daarom zijn door het hele concern heen vertrouwenspersonen aangesteld. Medewerkers kunnen bij hen terecht als ze zich – op welke manier dan ook – niet correct behandeld of in hun belangen aangetast voelen. De vertrouwenspersoon luistert naar de medewerker, biedt eerste opvang, geeft advies, kan aanbieden een bemiddelingspoging te ondernemen en geeft morele steun bij het indienen van een eventuele klacht. In 2008 werd bij de commissie voor ongewenste omgangsvormen één melding gedaan van ongewenst gedrag door collega’s.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Overleg met medezeggenschap en vakorganisaties | De medezeggenschapsorganen hadden in 2008 diverse overlegvergaderingen met de bestuurders. Ook de vakorganisaties voerden regelmatig overleg met de bestuursorganen. Daarnaast vond er ook in 2008 wekelijks informeel overleg plaats tussen het Dagelijks Bestuur van de COR, de voorzitter van de Raad van Bestuur en de directeur Group HR. In 2008 kreeg de COR in totaal 28 adviesaanvragen en instemmingsverzoeken voorgelegd. Adviesaanvragen, verslagen en agenda’s zijn openbaar en worden bekendgemaakt op het intranet. Het medezeggenschapintranet kent een forum waarop gediscussieerd wordt over medezeggenschaponderwerpen. De COR en de vakorganisaties hebben regelmatig formeel en informeel onderling contact en wisselen informatie uit. De Wet Harrewijn (september 2006) verplicht werkgevers hun ondernemingsraad jaarlijks te informeren over de beloningsverhoudingen binnen de onderneming. De wet beoogt met name dat de OR inzicht krijgt in de ontwikkeling van topinkomens in relatie tot de ontwikkeling van het loongebouw in de gehele organisatie. Achmea heeft de Centrale Ondernemingsraad in 2008 opnieuw – ruimer dan wettelijk verplicht – geïnformeerd over de bedoelde beloningsverhoudingen; onder andere over de salarissen van de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen, inclusief hun optieregelingen, pensioenopbouw, onkostenvergoedingen, etc. Achmea heeft in 2008 de Algemene Gedragscode Achmea ontwikkeld. Hierin staan de belangrijk-ste spelregels op het gebied van gedrag plus een overzicht van alle onderliggende regelingen die op Achmea-medewerkers van toepassing zijn. De gedragscode is voorgelegd aan de COR en aan de Ethiek Commissie van Achmea. Achmea vindt de gedragscode zo belangrijk, dat de code op het Achmea-intranet is geplaatst en medewerkers zijn opgeroepen erop te reageren. De COR wacht ook deze reacties af en zal in het voorjaar 2009 haar mening bepalen. Na overleg van de Raad van Bestuur met de COR zal de Gedragscode worden ingevoerd. Verzuim en ongevallen | Achmea houdt de aan werk gerelateerde ongevallen en het verzuim structureel bij. In 2008 werden er 34 (in 2007 waren dat er 74) ongevallen en bijna-ongevallen gemeld. Hiervan waren er 14 privé-ongevallen, 10 sportongevallen, 1 bedrijfssportongeval en 9 verkeersongevallen. Ook wordt bijgehouden hoeveel ongevallen of bijna-ongevallen door de inzet van BHV (BedrijfsHulpVerlening) zijn afgehandeld. Over 2008 is BHV in 10 gevallen ingezet. 67
Aantal
BHV Inzet
Ziekenhuis/ arts
Onwelwording
63
63
50
Ongeval
30
26
7
Bijna-arbeidsongeval
26
23
12
Het verzuim bedroeg in 2008 4,34% (excl. zwangerschapsverlof). In 2007 was dat 4,9%. Van het totaal aantal verzuimgevallen zijn 1378 gevallen door de bedrijfsarts gevolgd. Hiervan zijn 168 (12 %) gevallen door de bedrijfsarts geboekt als arbeidsgerelateerd. Achmea Compas | In 2007 werd Achmea Compas ontwikkeld, een nieuw beoordelings- en ontwikkelingsinstrument. Achmea Compas helpt leidinggevenden en medewerkers bij het gericht sturen van hun prestaties en ontwikkeling. De essentie van Achmea Compas is het voeren van open en eerlijke gesprekken tussen leidinggevende en medewerker over functie, resultaten en persoonlijke groei. Jaarlijks maakt de medewerker met zijn leidinggevende concrete resultaat- en ontwikkelafspraken, die worden vastgelegd in een Werkplan. Daarnaast werkt de medewerker aan zijn persoonlijke groei en ambitie. Dat kan zowel binnen als buiten de functie bij Achmea zijn. Afspraken die met de leidinggevende op dit vlak worden gemaakt, worden vastgelegd in een Groeiplan. De medewerker wordt wel beoordeeld op het Werkplan maar niet op de afspraken uit het Groeiplan. Achmea Compas werd in 2008 Achmea-breed ingevoerd. Begin 2009 worden medewerkersbijeenkomsten georganiseerd om het nieuwe beoordelings- en ontwikkelingsinstrument te evalueren.
9.3
Training en opleiding
Een van de centrale thema’s in Achmea’s werkgeverschap is de professionele en persoonlijke groei en ontwikkeling van medewerkers. Op alle niveaus in de organisatie worden medewerkers gestimuleerd en in staat gesteld om opleidingen te volgen en zichzelf verder te ontwikkelen. Er worden centraal veel opleidingen aangeboden. Daarnaast organiseren veel divisies hun eigen vakgerichte opleidingen en trainingen.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Ook buiten Achmea dragen we bij aan opleidingen. In 2001 is Hogeschool ProgreSZ voor Sociale Zekerheid opgericht, omdat er in het veld behoefte bleek te bestaan aan een school voor sociale zekerheid. ProgreSZ biedt inmiddels een scala aan rijkserkende opleidingen op MBO-, HBO- en Masterniveau. Achmea heeft een mantelovereenkomst met ProgreSZ. De opleidingen worden gegeven op locaties van Achmea, we leveren experts voor de Kenniskring ten behoeve van de lector Sociale Zekerheid en hebben zitting in de Beroepenveldcommissie. Achmea ondersteunt de Masteropleiding actief. Vier van de tien Masterstudenten van dit jaar zijn medewerkers van Achmea. Daarnaast geeft ProgreSZ veel in-company trainingen voor Achmea-medewerkers, onder andere voor nieuwe medewerkers binnen Achmea Sociale Zekerheid.
Richard Korteling
Management Development | Management Development (MD) is een op maat gesneden ontwikkelaanpak voor (aankomende) managers en specialisten. In het Individueel Ontwikkel Traject (IOT) gaat het om de persoonlijke ontwikkeling: medewerkers leren zichzelf beter kennen, gaan in gesprek over hun ontwikkeling en gaan zichzelf op basis van een stappenplan verder ontwikkelen. Het Achmea Ontwikkelingsmodel richt zich op de ontwikkeling van vaardigheden en competenties die Achmea belangrijk vindt. In 2008 namen 926 medewerkers deel aan het MDprogramma en zijn 735 medewerkers gestart met een Individueel Ontwikkel Traject (IOT).
Clustermanager Achmea Sociale Zekerheid, volgt de Masteropleiding Sociale Zekerheid
ProgreSZ Het interessante aan deze opleiding is dat er mensen uit zowel de private als de publieke sector deelnemen. Door deze verschillende visies op sociale zekerheid kan ik mijn eigen scope verbreden. Ook vergelijken we verschillende sociale zekerheidstelsels binnen Europa. Hierbij behandelen we vraagstukken als de betaalbaarheid van de stelsels met het oog op de toenemende vergrijzing. Binnen Eureko zijn we actief in verschillende Europese landen, dus is het erg waardevol om te kijken hoe we met elkaar kunnen leren van de ervaringen in de sociale zekerheid in de ons omringende landen.
68
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Eureko Academy | De Eureko Academy ontwikkelt en verzorgt leergangen die zich specifiek richten op verdere aanscherping van de kennis en vaardigheden van het management van Eureko/Achmea, zowel op nationaal als internationaal niveau. Opleidingen op het gebied van specifieke (bijvoorbeeld verzekeringstechnische) kennis worden decentraal, dat wil zeggen door de divisies zelf, gegeven. In 2008 volgden 443 medewerkers een leergang aan de Eureko Academy en 360 waren aanwezig bij de kennismakingsdag Eureko/Achmea. Daarnaast volgden 167 medewerkers een opleiding van de Business School Finance.
Douwe Mulders
Eurekans | Het Eurekans Management Development Programme (EMDP) is een ontwikkelingsprogramma met verschillende opleidingsmodules en individuele en groepsopdrachten. Deelnemers worden in staat gesteld een breed scala van strategische managementvaardigheden te ontwikkelen en hun begrip van de business te vergroten. EMDP is speciaal ontwikkeld voor jonge, ambitieuze managers. Zij moeten bereid zijn twee jaar in het buitenland te werken of ten minste zes maanden mee te werken aan een groot project. Via het programma investeren ze in zichzelf en verruimen ze hun mogelijkheden om door te groeien naar een hogere positie.
Directeur Eureko Academy
The Challenge Managers leren te opereren buiten hun vertrouwde kennisveld, terwijl de samenwerkende maatschappelijke organisatie wordt geholpen op een manier die ze nooit hadden durven dromen. Met The Challenge krijgt de organisatie niet alleen de beschikking over de vaardigheden van topmanagers, maar ook over financiële middelen, waardoor het bereiken van hun doelstelling in een stroomversnelling terecht kan komen.
The Challenge | Het programma ‘The Challenge’ richt zich op het ontwikkelen van persoonlijk leiderschap, lef en durf van onze huidige en toekomstige leiders. Het is een programma waarin deelnemers van de verschillende divisies met elkaar naar een oplossing zoeken voor een complex maatschappelijk vraagstuk. Opdracht: zet het thema zo hoog mogelijk op de (publieke en politieke) agenda. Het programma ging in 2005 van start en werd in 2008 afgesloten. In totaal hebben zeven groepen van 15 managers eraan deelgenomen. Diverse thema’s zijn aan bod gekomen: Dementenhuisvesting, Jeugdwerkloosheid, Zwerfjongeren, Laaggeletterdheid, Veiligheid & Zorg, Diabetes en Mantelzorg.
9.4
Toonaangevend werkgever
Inspanningen van Achmea om een toonaangevend werkgever te zijn, blijken vruchten af te werpen. Zo eindigde Achmea op de vierde plaats in het Intermediair Beste Werkgevers Onderzoek 2008. In dit onderzoek worden de arbeidsvoorwaarden van bedrijven onder de loep genomen en wordt de medewerkerstevredenheid gemeten. Intermediair riep Achmea ook uit tot de ‘beste werkgever voor multicultureel talent’. Daarnaast eindigde Achmea in de Top 8 van de verkiezing ‘Beste bedrijven voor werkende ouders 2008’ van Lof, ‘magazine voor moeders met ambitie’. Op de onderdelen flexibiliteit, beleid en cultuur werd Achmea als ‘zeer onderscheidend’ bestempeld. In diverse bladen was er aandacht voor het werkgeverschap van Achmea. Achmea-medewerkers lieten zich positief uit over de mogelijkheden om werk en privé te combineren: in het artikel ‘Mama werkt’ (Carp, 26 april) vertelden drie vrouwelijke hogere leidinggevenden bij Achmea dat het hebben van kinderen geen carrièrekiller hoeft te zijn. In ‘Laat los en stuur op output’ (HRPraktijk Magazine nr. 8) ging Henk Bot, programmamanager sociale innovatie, in op Het Nieuwe Werken bij Achmea. In het artikel ‘Sociale innovatie vanuit het bedrijfsleven’
69
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
MBO 2008: enkele uitkomsten |
(Telegraaf, 20 november) gaf Hans van den Brink, directeur Achmea Group Human Resources, een toelichting op sociale innovatie binnen Achmea.
Kernindicatoren MBO
MedewerkerBetrokkenheidsOnderzoek | Achmea wil weten wat er leeft onder haar medewerkers. Daarom wordt elk jaar een MedewerkerBetrokkenheidsOnderzoek (MBO) gehouden. Op basis van de uitkomsten worden speerpunten vastgesteld waar de organisatie het jaar erop aan gaat werken. Vervolgens wordt gemeten of de inspanningen resultaat hebben gehad. Het was een plezierige constatering dat in het MBO van 2008 op vrijwel alle onderdelen een hogere score is behaald en met name ook op de onderdelen die als speerpunten waren benoemd. Opvallend bij het MBO van 2008 was dat op de onderdelen ‘betrokkenheid’ en ‘overall tevreden-heid’ significant hoger werd gescoord dan een jaar eerder. De respons bleef vrijwel gelijk: 69% in 2008 tegenover 70% in 2007. Deze ronde konden alle medewerkers wederom goede doelen selecteren uit een door de COR vastgestelde lijst. Op basis van het responspercentage hebben vijf goede doelen elk € 7.000,- ontvangen (War Child, Wereld Natuur Fonds, Artsen zonder Grenzen, Villa Pardoes en de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind). Deze cheques werden persoonlijk overhandigd door twee collega’s van de COR waaronder de voorzitter.
Achmea IT. Steeds aantrekkelijker als werkgever voor professionals. Achmea heeft veel vacatures voor IT’ers. Achmea is niet een van de eerste werkgevers waar aan wordt gedacht door hoogopgeleide IT-ers die op zoek zijn naar een nieuwe baan. Dat willen we veranderen. Daarom heeft Achmea IT in 2008 verschillende initiatieven genomen om juist bij deze groep van specialisten “Top of Mind” te worden. Achmea is met een stand gaan staan op specifieke IT beurzen en bijeenkomsten als de Devdays in de Rai, en de J-fall. Het directe contact met potentiële medewerkers, levert leuke, spontane en goede reacties op. De positieve gesprekken die plaatsvinden, brengen vele interessante contacten mee. In 2009 gaan we door met deze aanpak. We faciliteren onder andere Engineering World, en verwelkomen dan 300 Engineers in het Eureko Conference Center.
70
MBO 2008
Stijging/daling t.o.v. 2007
Response
69%
- 1%
SVM-indicator Medewerkerbetrokkenheid
63%
+4%
Betrokkenheid Achmea Ik ben er trots op bij Achmea te werken
54% 62%
+5% +9%
Betrokkenheid Bedrijfsonderdeel
71%
+3%
Tevredenheid
76%
+3%
Arbeidsmotivatie
80%
+1%
Vertrouwen
62%
+1%
Communicatie en informatie
69%
+3%
Talentbenutting en ontwikkeling
55%
+7%
SVM-indicator kwaliteit directe leiding
71%
+4%
Speerpunten 2008
Maarten cafés | ‘Méér in gesprek gaan met de medewerkers’ was voor 2008 een van de speerpunten van de Raad van Bestuur. Uit het MBO 2007 bleek dat medewerkers behoefte hebben aan een persoonlijke toelichting door de voorzitter van de Raad van Bestuur op onderwerpen die hen bezighouden. Op de vraag ‘Als ik Maarten Dijkshoorn was…’ was het meest voorkomende antwoord: “Ga meer met de medewerkers in gesprek”. Maarten Dijkshoorn heeft aan die oproep gehoor gegeven. In 2008 is een aantal ‘Maarten cafés’ gehouden op verschillende Achmea locaties: kleinschalige medewerkersbijeenkomsten waar medewerkers hem kunnen vragen wat ze willen. Voor 2009 heeft de Raad van Bestuur de volgende speerpunten benoemd: » Talentontwikkeling en -benutting van medewerkers » Kwaliteit van leidinggeven
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Deze onderwerpen waren ook al speerpunt in 2008 en die lijn zetten we door in 2009. We kunnen via de MBO score van 2009 constateren of we daar weer beter scoren.
gemelde herplaatsers 900 800
Van controle naar vertrouwen | In Tilburg en De Meern was het al langer gebruikelijk: het zelf afrekenen van lunchartikelen door de medewerker, zonder tussenkomst van een kassière. Een concept dat werkt op basis van vertrouwen in de medewerker. Dit concept werd in 2008 ook ingevoerd in Zeist en Zwolle. Invoering van het systeem op andere locaties volgt op natuurlijke momenten, bijvoorbeeld na nieuwbouw of verbouwing van een restaurant. Ook bij het internetgebruik gaat Achmea nu uit van vertrouwen in de medewerker en eigen verantwoordelijkheid. Voorheen hadden medewerkers geen internet op hun werkplek, tenzij ze dat voor hun werk nodig hadden en daarvoor toestemming van hun leidinggevende hadden. Vanaf eind 2008 krijgt iedereen internettoegang op de werkplek. Tegelijkertijd werden de Regeling Internet op de Werkplek en de Gedragscode Computergebruik ingevoerd. Herplaatsen medewerkers | Het Achmea Transfer Centrum (ATC) ondersteunt herplaatsingskandidaten bij het vinden van een passende andere functie binnen of buiten Achmea. Herplaatsingskandidaten zijn medewerkers met een functie die als gevolg van een reorganisatie wijzigt, komt te vervallen of verplaatst wordt. In 2008 zijn 621 herplaatsers het ATC ingestroomd, het op één na hoogste aantal sinds de oprichting van het ATC. Het ATC slaagde erin om 52,4% te herplaatsen. Het gemiddelde plaatsingspercentage over de jaren 2002-2008 is 68,9%. Het lagere plaatsingspercentage over 2008 is vooral te wijten aan de gevolgen van de sluiting van de Achmea-locatie Rotterdam. Er was geen Achmea-locatie in de buurt waar ATC-herplaatsingskandidaten intern herplaatst konden worden.
71
700 600 500 400 300 200 100 0
9.5
t/m2002
2008
2004
2005
2006
2007
2008
Evaluatie 2008
In het maatschappelijk jaarverslag van 2007 hebben we 7 KPI’s genoemd voor de stakeholder Medewerker. Hieronder de resultaten over 2008: KPI
Doelstellingen
Realisatie
MBO
Verbeteren speerpunten
Alle onderdelen hebben hoger gescoord in 2008
Beleving managementstijl
Beleving verbeteren
6 procentpunt gestegen
Verzuim
Terugbrengen van 4,8% 2006 naar 4% in 2009
4,34% in 2008
Percentage vrouwen
Meer vrouwen op topposities
Nulmeting in 2008
Mobiliteit MD
Individuele ontwikkeltrajecten (IOT’s) starten
735 individuele ontwikkel trajecten gestart (79,3%)
Vast/tijdelijk
Flexibele schil noodzakelijk
Maandelijkse sturing op verhouding
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
De zevende KPI is Opleidingen. Hierbij behoort de doelstelling om 4% van de loonsom aan opleiding te besteden. Aangezien we de gegevens hierover nog niet centraal registreren, kunnen we hieromtrent geen resultaten melden. Vooruitblik 2009 | KPI
Doelstellingen
MBO
Verbeteren speerpunten met minimaal twee procentpunten
Realisatie
Beleving managementstijl Beleving verbeteren Verzuim
Terugbrengen van 4,34% 2008 naar 4% in 2009
Percentage vrouwen
Nulmeting en streefcijfers bekend
Mobiliteit MD
95% IOT’s gestart
Vast/tijdelijk
Overeensteming tussen EB en divisies over % externen en sturing hierop in Maandelijkse monitoring
Maandelijkse sturing op verhouding
In 2009 zullen de gevolgen van de kredietcrisis ook voor Achmea nog duidelijker merkbaar worden. We zullen ons extra inspannen om collega’s die boventallig worden te herplaatsen. Die extra inspanning leveren we op basis van afspraken in het nieuwe sociaal plan en interne richtlijnen hierover. We handhaven onze doelstelling over sociale innovatie omdat we ervan overtuigd zijn dat die juist ook in een dergelijke situatie belangrijk is.
72
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
10. compliance 10.1
Ambities van de compliance-organisatie
Als een grote financiële dienstverlener zoals Achmea niet zou voldoen aan de nationale en internationale wetten, of aan de eigen gedragscodes, zou dat risico’s opleveren voor onze financiële situatie en voor onze reputatie. Om dat te voorkomen is het management van de diverse groepsonderdelen ervoor verantwoordelijk dat wij voldoen aan die regels, codes en afspraken. De Compliance-organisatie van Achmea ondersteunt hierbij met als doel, als een betrouwbare organisatie te worden ervaren. Daarmee wordt meteen ook het verband tussen Compliance en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen gelegd. Klanten moeten het gevoel krijgen met een betrouwbare organisatie te maken te hebben, die haar maatschappelijke verantwoordelijkheid neemt. 73
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Onze ambitie op het gebied van Compliance, vastgelegd in het Eureko Compliance Program, ligt hoog. Daarom heeft de Compliance-organisatie de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het ontwikkelen van het complianceinstrumentarium. Eind 2008 is de invoering hiervan grotendeels afgerond. Dat we op dit gebied een voorbeeldfunctie kunnen vervullen voor de branchegenoten blijkt wel uit het feit dat de manier waarop Compliance bij Achmea georganiseerd is, op de website van het Verbond van Verzekeraars als basis wordt aanbevolen om compliance in te richten. Eén van de uitgangspunten van het Eureko Compliance Program is het businessgericht en pragmatisch omgaan met regelgeving. Daarom is ervoor gekozen te werken aan de hand van procesgerichte compliancethema’s waarbinnen de op het thema van toepassing zijnde regelgeving wordt geclusterd en vertaald naar procesgerichte normen. In 2007 zijn tien van de 17 thema’s uitgewerkt en vastgesteld. In 2008 gold dit ook voor de laatste zeven thema’s. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen was één van deze thema’s. Een aantal belangrijke aspecten van MVO is sindsdien opgenomen in het compliance instrumentarium.
Dick Simmers Senior manager afdeling Control, GHR
10.2 Invoering van wetgeving en intern beleid
Gedragscode
In 2008 hebben we niet te maken gehad met grote regelgevingstrajecten zoals in 2007. Wel waren de naweeën van deze trajecten in 2008 nog goed merkbaar. De Compliance-organisatie is vooral betrokken geweest bij het begeleiden van het inbedden van de regelgeving de organisatie. Een belangrijk aspect hierbij was vooral het voldoen aan de steeds strengere zorgvuldigheidseisen die aan financiële instellingen worden gesteld in hun contacten met klanten. Belangrijke eisen kwamen onder meer uit ‘Europa’ (de Markets in Financial Instruments Directive, MiFID) en van de Commissie De Ruiter (informatieplicht aan consumenten).
Het doel van de vernieuwde gedragscode is dat hij goed toegankelijk is voor alle medewerkers. Ik denk dat we daar goed in zijn geslaagd. De gedragscode bestaat nu uit een index met een inleidend verhaal over de werkgever en organisatie die Achmea wil zijn en wat we daarbij van de medewerkers verwachten. Vanuit de index wordt doorverwezen naar de specifieke onderliggende documenten. Met de komst van Achmea.net is het de bedoeling dat een simpele klik op de link volstaat om terecht te komen in het juiste document.
Interne ontwikkelingen waaraan we veel aandacht hebben besteed, zijn het vernieuwde privacybeleid en de interne gedragscodes.
Gedragscodes Achmea onderschrijft de belangrijkste nationale en internationale gedragscodes, zoals de Gedragscode Verzekeraars. Deze gedragscode is te vinden op www.verzekeraars.nl, net als andere relevante codes, zoals de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen. Internationaal zijn vooral de codes van de ILO en de OECD van belang.
74
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
In het kader van het vernieuwde privacybeleid is een periodiek groepsbreed overleg ingesteld, de zogenaamde Privacytafel. Aan deze tafel worden issues aan de orde gesteld die voor de hele organisatie van belang zijn. Op deze manier kunnen acties en processen die het omgaan met persoonsgegevens betreffen worden gecoördineerd. Dit is met name van belang voor de klanten. Zij moeten er op kunnen vertrouwen dat zorgvuldig met hun persoonsgegevens wordt omgegaan. Ook is in 2008 het project afgerond, om de interne gedragscodes van Achmea en Interpolis te inventariseren en te ‘ontdubbelen’. Er is nu een Algemene Gedragscode Achmea, gebaseerd op de kernwaarden van Achmea: Inleven, Vernieuwen en Waarmaken. Basis voor de code is vertrouwen. Vertrouwen tussen de medewerkers onderling, waardoor er ook een voor de klant betrouwbare organisatie ontstaat. De gedragscode is een concept waarop alle medewerkers nog hun commentaar kunnen leveren.
Erik Jan Sattler Accountmanager, Compliance
Integriteitthermometer Compliance is voor veel medewerkers een nogal abstract begrip. Door de integriteitthermometer wordt duidelijk waar het om gaat. Dan realiseert men zich hoe belangrijk zaken als normen, gedrag, en kwaliteit zijn. Helaas geeft de integriteitthermometer niet aan hoe de integriteit van onze organisatie is. Het gaat er echt om hoe integriteit wordt beleefd. Dat medewerkers beseffen dat compliance van grote waarde is voor de reputatie van de organisatie waar ze werkzaam zijn. Het mooie van de thermometer is dat je een spiegel voorgehouden krijgt van waar je staat.
10.3 Compliance en awareness bij medewerkers Bij een financieel dienstverlener zoals Achmea draait het om vertrouwen. Dit vraagt van management en medewerkers een bewustzijn van het belang van integer handelen. Om dit bewustzijn voor integriteit en compliance in beeld te brengen is in april 2008 met een ‘integriteitthermometer’ gemeten wat de beleving is van leidinggevenden en medewerkers op het gebied van integriteit bij Achmea. In de thermometer werd medewerkers gevraagd naar hun mening over acht organisatiekwaliteiten, waaronder Helderheid van normen, Voorbeeldgedrag en Aanspreekbaarheid. De thermometer geeft geen absoluut beeld, maar wel inzicht in hoe de medewerkers het integriteitklimaat beleven. Van de ondervraagde medewerkers heeft uiteindelijk 53 procent de gehele vragenlijst ingevuld. De uitkomsten zijn door een klankbordgroep geanalyseerd. Er zijn drie speerpunten geselecteerd voor de komende periode: Helderheid, Zichtbaarheid en Aanspreekbaarheid. Naast deze groepsbrede speerpunten kunnen de groepsonderdelen zelf aanvullende speerpunten oppakken. In aansluiting op de thermometer is de toolbox ‘hoe zijn we bezig’ opgeleverd die ingezet kan worden om dilemmasituaties en integriteitkwesties op de werkvloer bespreekbaar te maken. Tot slot komen e-learning modules en themaworkshops beschikbaar die het kennisniveau van de medewerkers over wetten en regels kunnen verhogen.
10.4 Fraude en bestrijding van fraude Het is bekend dat criminelen misbruik maken van het (inter)nationale financiële stelsel om uit criminaliteit verkregen gelden te witwassen. Daarnaast wordt aangenomen dat terroristen het stelsel gebruiken ter financiering van hun activiteiten.
75
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
De financiële instellingen nemen, mede op basis van verplichtingen hierover in de wet, allerlei interne maatregelen om te voorkomen dat zij hiervoor misbruikt worden. Op deze wijze wordt het financiële stelsel zuiver en integer gehouden. Immers, betrokkenheid bij dergelijke activiteiten brengt het publieke vertrouwen ernstige schade toe.
integriteitinbreuken binnen de projectontwikkelingsector. Ook is de gedragscode van NEPROM op onderdelen geactualiseerd en aangescherpt. Zo is er een paragraaf toegevoegd over gedrag bij vastgoed- en grond-transacties en is er een Commissie Gedragscode ingesteld. Deze commissie behandelt incidenten en dilemma’s die betrekking hebben op mogelijke overtredingen van de gedragscode.
Eureko acht het haar maatschappelijke taak om maatregelen te treffen en bij te dragen aan het zuiver en integer houden van de financiële sector. Elk onderdeel binnen de organisatie dat geraakt kan worden door deze illegale activiteiten, heeft maatregelen ingevoerd die ervoor zorgen dat iedere (potentiële) klant wordt onderzocht op betrokkenheid hierbij. Daarnaast zijn maatregelen ingericht die ervoor moeten zorgen dat verdachte transacties en personen worden gemeld bij de daarvoor aangewezen (opsporings)instanties. Aan de hand van deze informatie kunnen deze vervolgens hun werk doen en betrokken personen eventueel justitieel laten vervolgen.
De externe accountant heeft een aantal frauderisico’s bij Achmea onderzocht en aanbevolen overwegingen van frauderisico’s zichtbaarder en gestructureerder vast te leggen.
10.5 Compliance bij Syntrus Achmea Vastgoed In het najaar van 2007 werd de vastgoedsector opgeschrikt door berichten over een onderzoek naar fraude bij vastgoedtransacties door (ex)medewerkers van institutionele vastgoedbeleggers. Daarom willen we in dit hoofdstuk verder ingaan op Compliance bij Syntrus Achmea Vastgoed.
Vanaf 2009 zal het risicomanagement op kwartaalbasis worden besproken met de Raden van Toezicht van de beleggingsfondsen van Syntrus Achmea Vastgoed.
10.5.1 Boete DNB heeft Syntrus Achmea een boete opgelegd omdat zij als uitvoerder van bedrijfstakpensioenfondsen informatie zou hebben verstrekt over regelingen die niet door het BPF worden uitgevoerd. Het gaat erom dat sommige websites van door Syntrus Achmea geadministreerde bedrijfstakpensioenfondsen links bevatten naar websites van PVF Achmea en van Interpolis. De websites zijn voorlopig aangepast aan de wensen van DNB, maar Syntrus heeft om principiële redenen bezwaar gemaakt tegen het besluit.
In reactie op de berichten over fraude hebben De Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed Nederland (IVBN) en de Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (NEPROM) besloten een kader op te stellen over fraudebestrijding en integriteitbevordering. In beide gevallen is Syntrus Achmea Vastgoed hierbij direct betrokken. Daarnaast hebben de koepelorganisaties van pensioenfondsen een advies ‘vastgoed en integriteit’ uitgebracht. De taskforce “Toezicht” van IVBN, waarvan Syntrus Achmea Vastgoed lid is, heeft in september 2008 een rapport gepubliceerd met beheersmaatregelen voor professionele vastgoedbeleggers om de kans op fraude en de mogelijke gevolgen daarvan te beperken. Uit een inventarisatie bij Syntrus Achmea Vastgoed blijkt dat de maatregelen grotendeels bij Syntrus Achmea Vastgoed van kracht zijn. Ook is Syntrus Achmea Vastgoed lid van de werkgroep Integriteit en Fraudebestrijding van NEPROM. Deze werkgroep publiceerde in oktober 2008 een notitie met kaders voor de bevordering van integriteit en de bestrijding van 76
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
11. profiel en kerncijfers 11.1
Profiel
Achmea is een van de grotere financiële dienstverleners in Nederland. Met zijn circa 20.000 medewerkers biedt Achmea bedrijven, instellingen en particulieren een breed pakket verzekeringen en bancaire- en hypothecaire producten en diensten. Achmea is de grootste verzekeringsgroep in de Nederlandse markt. Niet alleen groot, maar vooral een maatschappelijk betrokken, toonaangevende en innoverende dienstverlener.
77
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Achmea staat achter merken zoals Centraal Beheer Achmea, Interpolis, Zilveren Kruis Achmea, Avéro Achmea en FBTO. Gemeenschappelijke ambitie van alle verzekeraars en dienstverleners in Achmea is het ontzorgen van klanten. Centrale vraagstukken hierbij zijn veiligheid, gezondheid, geld voor later, arbeidsparticipatie, bedrijfscontinuïteit en arbeidsvoorwaarden. Om klanten op deze vraagstukken te ontzorgen wil Achmea zich kenmerken als een organisatie waarin de kernwaarden ‘inleven, verbinden en waarmaken’ centraal staan.
» » » » » »
Marjolein Appels Klachtenmanager van Achmea Bank en voorzitter van de OR van Achmea Bank
OR goed betrokken De OR wordt goed betrokken bij het tot stand komen van het MVO-beleid voor Achmea Bank. Wij vinden het belangrijk dat MVO serieus wordt opgepakt. Omdat MVO nog niet echt leeft bij al onze medewerkers is ons voorstel om te starten met iets dat dicht bij hen staat. Dit draagt bij aan het draagvlak dat nodig is voor de verdere implementatie van een volwaardig MVO beleid.
Ontzorgen in de praktijk | Achmea biedt: Verzekeringen (schade, leven, zorg, verzuim, inkomen, uitvaart etc.) Bancaire en hypothecaire producten Pensioenadministraties Hulpverlening in binnen- en buitenland Preventie- en re-integratiediensten Services die een gezonde leefstijl bevorderen.
Achmea wil klanten de juiste combinatie bieden van financiële producten en diensten, waardoor zorgen uit handen worden genomen. Immers: ontzorgen vormt de rode draad van onze visie op verzekeren. Daarbij staat een menselijke benadering van onze klanten centraal. De producten en diensten van Achmea zijn te koop via alle distributiekanalen (intermediair, bank, direct), zodat klanten met ons kunnen zakendoen op de manier zoals zij willen. Klanten van Achmea | Achmea heeft klanten onder particulieren, overheden, en kleine- en middelgrote bedrijven, maar ook onder mensen met vrije beroepen. Grote industrieën en instellingen maken een belangrijk deel uit van het klantenbestand. De wortels van Achmea, als coöperatief bedrijf, liggen bij de agrarische sector en het midden- en kleinbedrijf. Ook nu nog heeft Achmea veel klanten via ‘collectieven’: netwerken en groepen waar de klanten deel van uitmaken, zoals hun bedrijf, hun branche- of koepelvereniging. Organisatiestructuur van Achmea | Zes divisies verzorgen de dienstverlening, samen met de andere bedrijfsonderdelen zoals de bankonderdelen, de staven en de diensten. Drie divisies zijn ‘productdivisies’: de divisies Sociale Zekerheid, Pensioenen en Zorg. Daarnaast zijn er drie divisies ingedeeld naar hun distributiekanaal: Bancaire, Directe en Intermediaire distributie. Als laatste is AGIS onderdeel geworden van Achmea. De divisies hebben hun eigen kernactiviteiten en opereren naar de markt onder verschillende merknamen.
78
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Divisiestructuur en merken Achmea
Achmea AGIS Zorg AGIS
79
Productdivisies Zorg
Sociale Zekerheid
Kanaaldivisies Pensioenen
Bancaire Distributie
Directe Distributie
Intermediaire Distributie
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Bestuur | Achmea is het Nederlandse bedrijf van Eureko, een financiële dienstverlener gevestigd in Zeist met ondernemingen in dertien Europese landen. Eureko’s belangrijkste activiteit is verzekeren. Achmea is het grootste onderdeel van Eureko en beslaat ongeveer 90 procent van de activiteiten van Eureko. Eureko heeft een Raad van Bestuur en een Raad van Commissarissen, die deze functies tevens vervullen voor Achmea. Samenstelling van de Raad van de Bestuur in 2008 | » Maarten Dijkshoorn, voorzitter en CEO » Willem van Duin, vice-voorzitter per 1 oktober 2008 » Gerard van Olphen, financieel directeur per 1 juli 2008 en vice-voorzitter per 1 oktober 2008 » Thomas van Rijckevorsel, per 1 april 2008 » Jeroen van Breda Vriesman, per 1 oktober 2008 » Danny van der Eijk, per 1 oktober 2008 Huub Hannen, Eerste vice-voorzitter, is per 1 oktober met pensioen gegaan. Roel Wijmenga, de voormalige financieel directeur, is per 1 juli uit de Raad getreden. Per 1 januari 2009 is Maarten Dijkshoorn afgetreden. Willem van Duin is aangesteld als de nieuwe CEO. Voor portefeuilles, korte cv’s en nevenfuncties van de leden van de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen verwijzen wij naar het Eureko jaarverslag. Het jaarverslag van Eureko is te downloaden van de website van Achmea, www.achmea.nl, Over Achmea, Financiële cijfers. Eigendomsstructuur | De Vereniging Achmea en de Rabobank hebben het grootste belang in Achmea. De Vereniging Achmea bestaat uit bedrijven die lid zijn van de Ledenraad Achmea. Deze Vereniging is voor 50,9 procent eigenaar van Eureko. De Rabobank is voor 36,9 procent eigenaar van Eureko. Verder heeft Eureko nog een zevental kleinere aandeelhouders. Het hoofdkantoor van Achmea is gevestigd in Zeist. Het adres staat in het colofon op pagina 95. Daarnaast werkt Achmea vanuit een aantal regionale kantoren. Op het kaartje zijn de kernlocaties aangegeven. Inspraak en samenwerking met stakeholders | Achmea is op vele manieren vervlochten met partijen in de samenleving. De Vereniging Achmea, die voor ruim 80
de helft eigenaar is van Achmea, heeft een getrapte structuur met een bestuur en een ledenraad. De ledenraad bestaat uit een kleine honderd leden. De samenstelling van zowel het bestuur als van de ledenraad is zodanig dat ook de met de vereniging verbonden bedrijven zich hierin kunnen herkennen. Zo zitten er in de ledenraad een aantal natuurlijke personen die deel uitmaken en uitmaakten van toezichthoudende organen van de met de vereniging verbonden bedrijven. Ook heeft een aantal leden zitting namens rechtspersonen die zakelijk samenwerken met Achmea. De vereniging Achmea is vertegenwoordigd in de Raad van Commissarissen. Het beleid van Achmea, waarvan MVO onderdeel uitmaakt, wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Commissarissen. In de productdivisies zijn adviesraden en klantenraden ingesteld, die de directies gevraagd en ongevraagd advies geven. Zo functioneert voor pensioenen een Raad van Advies waarin de drie vakcentrales (FNV, CNV en Unie) en de centrale werkgeversorganisaties (VNO/NCW, MKB en LTO) vertegenwoordigd zijn. De Raad wordt voorgezeten door een onafhankelijk voorzitter. En voor Achmea Agro functioneert de Raad van Advies Agro, met stakeholders uit de agrarische sector. De divisie Sociale Zekerheid heeft eveneens een Raad van Advies waarin de belangrijkste klantgroepen zijn vertegenwoordigd. Verschillende Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
bedrijfsonderdelen hebben klantenraden, waarin vertegenwoordigers van grote klanten en branche-organisaties zitting hebben. Binnen Achmea rijzen regelmatig vragen die raakvlakken hebben met ethiek. Deze vraagstukken worden besproken in de Ethiek Commissie Achmea, die hiervoor enkele malen per jaar vergadert onder voorzitterschap van de CEO. De commissie heeft twee externe leden. Organisatie voor MVO | De eindverantwoordelijkheid voor MVO is belegd bij de voorzitter van de Raad van Bestuur. Achmea heeft een full-time CSR Officer op Groepsniveau die fungeert als de spin in het web van het MVO-netwerk binnen Achmea. Hij stimuleert, jaagt aan, bedenkt ideeën en dient als kennisbron voor anderen. Alle wat grotere bedrijfsonderdelen hebben een eigen MVO-Ambassadeur, die in sommige gevallen weer wordt ondersteund door collega’s uit het eigen bedrijfsonderdeel (ook wel ‘MVO-Consuls’ genoemd). Het gaat om medewerkers die deze activiteit naast hun reguliere werk uitvoeren. Naar gelang MVO dieper doordringt in de organisatie, breidt het MVO netwerk zich verder uit met enhousiaste en maatschappelijk betrokken medewerkers. Binnen Group Facility Services heeft de MVO ambassadeur in 2008 een Milieukernteam opgericht, dat eraan werkt om milieuonderwerpen meer bij alle medewerkers ‘tussen de oren’ te krijgen (zie kader op pagina 57). Verschillende bedrijfsonderdelen hebben in 2008 een eigen MVO beleidsplan ontwikkeld, hetgeen bijdraagt aan de zozeer gewenste verankering van MVO in de organisatie.
Zij heeft de principiële bereidheid uitgesproken pensioenfondsen te laten deel- nemen in de eigendom van Syntrus Achmea. Bij de grootste fondsen is de belangstelling voor deelname gepolst. Verder zijn er verschillende gesprekken hierover met de Raad van Advies geweest en zijn er twee bijeenkomsten met de besturen van de pensioenfondsen georganiseerd. Integratie van de backoffice van Avéro Zorg in Achmea Zorg | Sinds de invoering van de basisverzekering zijn er bij Achmea verschillende zorgverzekeraars actief, waaronder Avéro Zorg. Eind 2007 is besloten de backoffice van Avéro Zorg over te dragen aan Achmea Zorg om efficiency- en schaalvoordelen te bereiken. Het jaar 2008 heeft zowel bij Avéro Zorg als Achmea Zorg volop in het teken gestaan van deze integratie. De impact van de integratie is vooral groot voor de ruim 300 collega’s van Avéro Zorg in Amsterdam. Door de integratie van de backoffice van Avéro Zorg gaan de werkzaamheden van Klantenservice, Polisservice en Declaratieservice in Amsterdam over naar Achmea Zorg in Zwolle en/of Noordwijk. Medewerkers zijn via o.a. diverse bijeenkomsten, berichten en nieuwsbrieven geïnformeerd over de wijzigingen en de impact. Zij konden aangeven of ze al dan niet mee wilden verhuizen met het werk. De daadwerkelijke integratie vindt gefaseerd plaats. De eerste afdelingen zijn eind november 2008 verhuisd. Na maart 2009 resteert er alleen nog een kernteam in Amsterdam, dat voorlopig nog de nota’s over 2008 afwikkelt.
11.2 Veranderingen in de organisatie Splitsing pensioenbedrijf | In 2007 kreeg het pensioenfondsenbedrijf binnen de divisie pensioenen een eigen naam (Syntrus Achmea), eigen rapportagelijnen naar de Raad van Bestuur en een eigen Raad van Advies. Dit jaar is deze lijn op verzoek van de pensioenfondsbesturen verder ontwikkeld. Werkgevers-organisaties en vakbonden hebben nadrukkelijk aangedrongen op deze beweging. De grootste pensioenuitvoeringsorganisaties in Nederland staan alle los van pensioenverzekeraars. Bovendien zijn deze uitvoeringsorganisaties (APG, PGGM, MnServices) allemaal eigendom van sociale partners. Tegen deze achtergrond heeft Achmea, op verzoek van de Raad van Advies pensioenen, een stap verder gezet. 81
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
11.3 Kerncijfers1 KERNCIJFERS EUREKO
2008
2007
MEDEWERKERS ACHMEA
2008
2007
19.804
19.865
(bedragen in miljoen euro)
Aantal medewerkers 5
Winst en verliesrekening
Medewerkerstevredenheid 6
76%
73%
Verzuim 7
4,3%
4,9%
Gas (m3) 8
4.918.870
4.933.707
Winst voor belastingen
-2.620
1.041
Winst na belastingen
-2.118
979 ENERGIEVERBRUIK ACHMEA
Verzekeringsbedrijf Bruto premies Leven
4.231
4.417
Grijze stroom (kWh) 9
8.867.510
6.270.780
Bruto premies Schade
3.084
2.915
Groene stroom (kWh) 9
43.061.004
41.513.972
Bruto premies Zorg 2
11.991
7.521
CO2-uitstoot (kg)
14.671.852
12.954.704
Resultaat voor belastingen Leven
-1.360
470
-208
296
85
141
Resultaat voor belastingen Schade Resultaat voor belastingen Zorg 3
Legenda bij de tabel | 1. In dit verslag tonen we de kerncijfers van Eureko als geheel. Aangezien Achmea geen marktgenoteerde financiële instrumenten (obligaties) meer heeft waarvoor dit wettelijk verplicht is, worden de betreffende cijfers van Achmea niet meer afzonderlijk berekend. Het onderdeel Achmea binnen Eureko is goed voor bijna 90 procent van het totaal. De cijfers geven daarom een goed beeld van
Bankbedrijf Netto rentemarge Resultaat voor belastingen
de resultaten van Achmea. De cijfers zijn inclusief Agis. De kerncijfers van Achmea worden samen
191 36
157 48
met die van de andere onderdelen van Eureko gepubliceerd in het Eureko jaarverslag, dat te downloaden is van de website van Achmea, www.achmea.nl » Over Achmea » Financiële Cijfers. 2. Inclusief Agis (€ 3.472 miljoen) en derdenbedrijven 3. Inclusief € 29 miljoen van Agis
Balans
4. Embedded value is geen onderdeel van de gecontroleerde jaarrekening 5. Vaste fte’s (op basis van 38 uur), tijdelijke arbeidskrachten, externe arbeidskrachten en consul-
Balanstotaal
92.453
100.582
Beleggingen (exclusief unit-linked)
38.768
40.328
Kredieten bankbedrijf
18.921
18.035
7. Exclusief zwangerschap
Eigen vermogen
7.451
10.375
8. De dekkingsgraad (op basis van m2 kantooroppervlak) voor gas was 85% in 2008 en 80% in 2007
Embedded Value Levensverzekeringen 4
4.123
6.374
82
tants 6. Positief antwoord op de stelling: ‘ik ben tevreden met het werk bij Achmea’
9. De dekkingsgraad (op basis van het aantal fte’s) voor elektriciteit was 84% in 2008 en 80% in 2007
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
In financieel opzicht was het verslagjaar zeer moeilijk en teleurstellend. De omstandigheden waarin we moesten ondernemen waren zonder meer uniek te noemen. De financiële crisis zorgde ervoor dat de waarde van aandelen instortte, rentepercentages naar historisch lage niveaus daalden en credit spreads omhoog schoten; en dat allemaal tegelijkertijd. Gerenommeerde financiële instituten kwamen in de problemen en de overheid moest met miljardensteun de financiële sector overeind houden. Wat begon als een kredietcrisis sloeg snel over naar de reële economie.
rente laag was en de garantiekosten hoog.Het grootste deel van de new business is gerealiseerd door divisie Bancaire Distributie (Interpolis).
Deze ontwikkelingen hebben hun tol geëist van de financiële positie van Eureko. In 2008 leden we een verlies van € 2,1 miljard tegenover een winst van € 979 miljoen in het jaar ervoor. Het eigen vermogen van Eureko daalde met 28 procent tot € 7,5 miljard aan het eind van 2008. Met onze aandeelhouders Vereniging Achmea en de Rabobank hebben we begin 2009 overeenstemming bereikt over een kapitaalversterking door middel van uitgifte van aandelen van in totaal € 1 miljard. Ook beperken we het risico in onze portfolios door enerzijds te desinvesteren en anderzijds het aandeel van onze vastrentende investeringen te vergroten, met name in partijen met een AAA rating.
Schade | Ondanks agressieve nieuwe partijen in de markt is de brutopremie in lijn gebleven met vorig jaar: (2008: € 2.469 miljoen en 2007: € 2.472 miljoen). Achmea’s merken wisten met een marktaandeel van 22% hun plaats als marktleider te behouden. We zijn marktleider in directe distibutie met een marktaandeel van bijna 8%. De brutopremies bedroegen in 2008 € 892 miljoen (in 2007 € 903 miljoen). De netto kostenratio steeg naar 23,6% (in 2007 19,5%), voornamelijk door projecten voor verbetering van de front-office IT systemen. Interpolis neemt een toppositie in als door klanten gekozen schadeverzekeraar met een marktaandeel van meer dan 11%. Meer dan de helft van de agrarische sector is verzekerd bij Interpolis, in sommige segmenten is dit zelfs 80%. Interpolis werkt nauw samen met de Rabobank. Het bankdistributiekanaal behaalde een bruto premieomzet van € 1.247 miljoen (in 2007 € 1,195 miljoen). De netto kostenratio daalde van 35,4% in 2007 naar 34,2% in 2008.
De teleurstellende resultaten in 2008 zijn vooral toe te schrijven aan de scherpe daling van de waarde van onze bezittingen in aandelen. Operationeel waren vooral de zorgverzekeringen en het bankbedrijf winstgevend. Door felle concurrentie in de dienstverlening voor pensioenen en zorg daalde ons marktaandeel waardoor de gemiddelde kosten stegen en we maatregelen moesten nemen om de organisatie in te richten op lagere productieniveaus. De totale premie-inkomsten stegen met 30 procent tot € 19 miljard in 2008 (2007: € 15 miljard). Deze stijging was voor een groot deel te danken aan de acquisitie van zorgverzekeraar Agis in Nederland (€ 3.472 miljoen) en van Eureko Sigorta in Turkije. Ook was er een kleine groei in premie-inkomsten bij zorg en schade, tegenover een kleine daling in premie-inkomsten bij de levensverzekeringen. Leven | De brutopremies daalden met 4% (van € 3.886 miljoen in 2007 naar € 3.748 miljoen in 2008) door de felle concurrentie in de Nederlandse markt. Vanaf 2008 mogen banken evenals verzekeringen spaarproducten met belastingvoordeel aanbieden. Door de discussie over beleggingsverzekeringen wordt grotere transparantie vereist. In vergelijking met 2007 is de waarde aan new business goed op peil gebleven met een lichte daling van € 37 miljoen tot € 33 miljoen, voornamelijk doordat de 83
De brutopremies van Pensioenen daalden van € 1.251 miljoen in 2007 naar € 1.197 miljoen in 2008. De brutowinst daalde scherp van € 123 miljoen naar € -28 miljoen. Door dalende rentestanden moest Eureko voor € 136 miljoen voorzieningen treffen voor pensioenverzekeringen waarin een minimum jaarlijks rendement is gegarandeerd.
Met een marktaandeel van bijna 3% is het indirecte distributiekanaal van Avéro Achmea een bescheiden speler in de schadeverzekeringen. Voor bedrijven blijft het intermediaire kanaal belangrijk, maar de toekomstverwachting is dat particulieren voor eenvoudige producten steeds meer zullen overstappen naar directe of bancaire distributie. De brutopremies voor indirecte distributie waren € 326 miljoen (in 2007: € 318 miljoen). De netto kostenratio steeg van 37% naar 44,7% in verband met het beëindigen van de samenwerking met een aantal intermediairs en een algehele stijging van de operationele kosten. Zorg | Met de merken Achmea en Agis heeft Eureko sterke expertise in de Nederlandse zorgsector. We zijn marktleider en het is ons doel om deze positie te behouden en uit te bouwen door innovatieve zorg van hoge kwaliteit voor een redelijke premie. De brutopremies voor basis en aanvullende verzekeringen stegen naar € 10.990 miljoen (in 2007: € 6.474 miljoen). Deze stijging komt voornamelijk door de fusie met Agis (€ 3.472 miljoen). Bovendien droeg de introductie van geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in de basisverzekering voor € 755 miljoen bij. De brutowinst van de basisverzekeringen steeg tot € 8 miljoen (in 2007: € -52 miljoen). Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
De efficiëntie in de operationele processen voor de basisverzekering is vergroot, wat zichtbaar was in de kostenratio. Ook zijn de premieniveaus verbeterd. Agis is voor de eerste maal meegenomen in de cijfers. Agis presteerde goed en droeg voor € 9 miljoen bij aan de winst op de basisverzekering. Door de introductie van het verplichte eigen risico in 2008 waren er meer slechte betalers, wat een verlies opleverde van € 24 miljoen. Na de excessieve claims in 2007 was het nodig om de polisvoorwaarden aan te passen. Dit resulteerde in een lagere claim ratio dan in 2007. De brutowinst in de aanvullende ziektekostenverzekeringen steeg hierdoor van € 38 miljoen in 2007 naar € 102 miljoen in 2008. Agis droeg voor € 20 miljoen bij aan de brutowinst.
Staalbankiers | De brutowinst daalde naar € 4 miljoen (2007: € 11 miljoen), voornamelijk door teruglopende commissies voor vermogensbeheer en door het dalende aantal transacties. Het verslagjaar is voor alle private banken moeilijk geweest. Staalbankiers vormt daarop geen uitzondering en zag haar beheerd vermogen met 37% teruglopen tot € 1,6 miljard. De spaargelden groeiden met 3% tot € 2,6 miljard. De liquiditeit en solvabiliteit bleven sterk, met solvabiliteitsratio boven 20% en een Tier 1 ratio van 16,1%. Volgens een recente peiling versterkte de bank haar customer based ranking in de top van Nederlandse private banken verder in 2008.
Sociale zekerheid biedt klanten de mogelijkheid zich te verzekeren tegen verzuim en arbeidsongeschiktheid (19% marktaandeel). De bruto premies daalden van € 773 miljoen naar € 732 miljoen, vooral doordat preventie en verzuimmanagement succesvol waren. De verslechterde marktomstandigheden zijn zichtbaar in de individuele arbeidsongeschiktheid en het verzuim. De brutowinst daalde van € 166 miljoen naar € 113 miljoen. De belangrijkste oorzaken zijn de marktomstandigheden en het feit dat er in 2007 sprake is van een eenmalige vrijval van een voorziening van € 67 miljoen vanwege lager verzuim en lagere arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Bank | De Achmea Hypotheekbank had een brutowinst van € 43 miljoen, (€ 20 miljoen in 2007), ondanks een afboeking van € 10 miljoen op het mid-office IT systeem. De Tier 1 ratio (kernvermogen) is 9,6%, bijna 6% boven de vereiste 4%. Terwijl de markt voor hypotheken in Nederland met 15,5% kromp, wist Achmea Hypotheekbank de kredietportefeuille tot €14,8 miljard te vergroten, deels door de introductie van nieuwe modulaire hypotheken via FBTO. Het marktaandeel groeide van 1,5% naar 2%. De brutowinst van Achmea Retailbank was € 7 miljoen (2007: € 8 miljoen), inclusief een verplichte bijdrage aan het Nederlandse Deposito Garantieprogramma na de ondergang van Icesave. Achmea Retailbank biedt leningen en spaarproducten aan en zag het klantengedrag significant veranderen in 2008. Veel klanten trokken zich terug uit investeringsfondsen en kozen voor spaarproducten. Sparen via internet wordt steeds populairder. Achmea Retailbank ontwikkelde een succesvol spaarproduct met hoge rente waarmee Centraal Beheer Achmea € 190 miljoen spaartegoed ophaalde en FBTO € 67 miljoen.
84
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
case
12. verantwoording 12.1
Opzet van dit verslag
Dit is het maatschappelijk jaarverslag van Achmea over 2008. Achmea brengt jaarlijks een maatschappelijk jaarverslag uit. In dit verslag staan de geconsolideerde gegevens van Achmea’s organisatie onderdelen. Tenzij anders aangegeven, hebben de gegevens in dit verslag betrekking op het geheel van alle organisatieonderdelen. Per 31 december 2007 is de fusie tussen Zorgverzekeraar Agis en Achmea afgerond. Agis behoort nu tot de holding, maar aangezien Agis de eerste jaren volledig autonoom blijft opereren, zijn de activiteiten van Agis niet opgenomen in dit maatschappelijk jaarverslag. Het jaarverslag van Agis is te vinden op www.agisweb.nl, over Agis, jaarverslagen.
85
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Achmea heeft enkele bedrijfsonderdelen in het buitenland die relatief bescheiden van omvang zijn en daarom ook relatief weinig impact hebben op de meeste relevante MVO-aspecten. Om deze reden worden deze bedrijfsonderdelen niet beschreven in dit verslag. De informatie over de verschillende divisies en diensten van Achmea is aangeleverd door contactpersonen uit deze bedrijfsonderdelen en is in overleg met hen uitgewerkt. Voor het overige zijn de reikwijdte, afbakening en meetmethodes van dit verslag niet veranderd ten opzichte van het vorige verslag. De gebruikte definities en berekeningsmethodes zijn aangegeven in de tekst. Bepaling van de materialiteit | Dit jaar is voor de bepaling van de materialiteit van het maatschappelijk jaarverslag een nieuwe methode gebruikt. Eerder werd de inhoud van het jaarverslag gebaseerd op thema’s in eerdere maatschappelijk jaarverslagen, interne en externe media en de trendanalyse die binnen Achmea doorlopend wordt gedaan. Nu is daarnaast intern een sessie gehouden met de MVO ambassadeurs, waarin de belangrijke issues die in hun werkveld naar voren waren gekomen, werden besproken en geprioriteerd. Vervolgens is in overleg met de MVO ambassadeurs een lijst gemaakt van externe contactpersonen, die de verschillende stakeholdergroepen representeren. Aan deze personen is tijdens individuele interviews de open vraag gesteld, op welke issues zij Achmea ‘de maat zouden willen nemen’. De weerslag van de uitkomsten hiervan is opgenomen op pagina 10-12. Deze issues bleken opmerkelijk goed overeen te komen met de intern genoemde issues. We kunnen hieruit opmaken dat de ‘voelhorens’ van de organisatie goed op orde zijn. De geprioriteerde issues zijn leidend geworden voor de indeling van dit maatschappelijk jaarverslag, dat daardoor dit jaar een andere structuur heeft gekregen. De opmerkingen van de stakeholders zijn gebruikt bij het verder invullen van de hoofdstukken.
over de GRI indicatoren is gerapporteerd en welke redenen ten grondslag liggen aan het (gedeeltelijk) ontbreken van indicatoren. Verificatie | Evenals het vorige maatschappelijk jaarverslag is dit verslag geverifieerd door KPMG Sustainability. De opdracht aan KPMG is het verschaffen van een ‘redelijke mate van zekerheid’ of de financiële informatie in de tabel met Kerncijfers op pagina 82 aansluit met de gecontroleerde jaarrekening 2008 van Eureko B.V. en een ‘beperkte mate van zekerheid’ over de juistheid van de rest van dit jaarverslag. De quotes van medewerkers worden hierbij buiten beschouwing gelaten. Het assurance rapport van KPMG Sustainability staat op pagina 87-88.
Doel en doelgroep van het verslag | Achmea werkt samen met in- en externe stakeholders, oftewel onze belanghebbenden, aan de maatschappelijke issues die ons raken. Dit maatschappelijke jaarverslag rapporteert daarover en is ook bedoeld als discussiestuk. Dit verslag is dan ook bestemd voor de personen en partijen die belang stellen in het werk en de invloed van Achmea en met wie Achmea samenwerkt. Rapportageprincipes | Dit maatschappelijk jaarverslag is opgesteld op basis van de richtlijnen van het Global Reporting Initiative (GRI), versie G3. Ook is gebruik gemaakt van de Handreiking voor Maatschappelijke Verslaggeving en de Transparantiebenchmark. Op pagina 89 is een tabel opgenomen met de relatie tussen de beschreven onderwerpen en de indicatoren van GRI-G3 en de Transparantiebenchmark. Dit jaar is in de GRI tabel nog niet vermeld in hoeverre 86
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
12.2 Assurance Rapport Aan de lezers van “Doen we”, het maatschappelijk jaarverslag 2008 van Achmea. Introductie | De Raad van Bestuur van Eureko B.V. heeft ons verzocht zekerheid te verschaffen bij de informatie in “Doen we”, het maatschappelijk jaarverslag 2008 van Achmea (verder: het Verslag). De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het opstellen van het Verslag, inclusief het bepalen van de materiële onderwerpen. Het is onze verantwoordelijkheid een assurance rapport inzake het Verslag te verstrekken. Context en reikwijdte | In het Verslag beschrijft Achmea de inspanningen en resultaten op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Onze werkzaamheden waren gericht op: » het verschaffen van een redelijke mate van zekerheid dat de financiële informatie opgenomen in de tabel op pagina 82 op juiste wijze is ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening 2008 van Eureko B.V. » het verschaffen van een beperkte mate van zekerheid dat de overige informatie in het Verslag juist is weergegeven. De werkzaamheden die worden verricht bij het verkrijgen van een beperkte mate van zekerheid zijn gericht op het vaststellen van de plausibiliteit van informatie en zijn geringer in diepgang dan de werkzaamheden die worden verricht bij het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Om verdergaand inzicht in de financiële resultaten en de vermogenspositie van Achmea te verkrijgen, dient de lezer de geconsolideerde jaarrekening van Eureko B.V. over 2008 te raadplegen. Standaarden en criteria | We hebben onze opdracht uitgevoerd in overeenstemming met de Standaard 3410N “Assurance-opdrachten inzake maatschappelijke verslagen” van het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants. Op basis van deze standaard is het onder andere vereist dat de leden van het assuranceteam over de specifieke kennis, vaardigheden en vaktechnische bekwaamheden beschikken die nodig zijn om de informatie in het Verslag te kunnen begrijpen en beoordelen, en dat die leden voldoen aan de vereisten van de Ethische Code voor Professionele Accountants van de IFAC teneinde hun onafhankelijkheid te waarborgen.
87
Er bestaan geen algemeen aanvaarde richtlijnen voor rapportages op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Achmea hanteert de Sustainability Reporting Guidelines (G3) van de Global Reporting Initiative (GRI) voor het opstellen van het Verslag. Wij zijn van mening dat de verslaggevingscriteria toepasbaar zijn binnen de context van onze assurance-opdracht. Werkzaamheden | Voor de financiële informatie hebben wij vastgesteld dat deze op juiste wijze is ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van Eureko B.V. over 2008. Onze werkzaamheden voor de overige informatie in het Verslag bestonden uit: » het uitvoeren van een media- en internetanalyse naar onderwerpen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen in relatie tot Achmea, om inzicht te krijgen in de relevante MVO-onderwerpen en -vraagstukken in de rapportageperiode; » het beoordelen van de systematiek en de grondslagen van informatieverzorging en verslaggeving die bij het opstellen van het Verslag zijn gebruikt; » het afnemen van interviews met relevante medewerkers op groeps- en business unit-niveau ter beoordeling van de in het Verslag opgenomen informatie; » het beoordelen van de opzet en het bestaan van de systemen en processen van informatieverzameling en -verwerking, waaronder de aggregatie van gegevens tot de informatie in het Verslag; » het beoordelen van de informatie in het Verslag aan de hand van interne en externe documenten. Tijdens ons onderzoek hebben wij de noodzakelijke wijzigingen in het Verslag besproken en hebben wij vastgesteld dat deze wijzigingen adequaat zijn verwerkt in de definitieve versie. Conclusies | Op basis van onze werkzaamheden kunnen wij concluderen dat: » de in de tabel opgenomen financiële informatie op pagina 82 op juiste wijze is ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van Eureko B.V. over 2008; » ons niet is gebleken dat de overige informatie in het Verslag onjuist is weergegeven.
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Commentaar | Ons onderzoek heeft geleid tot de volgende bevinding voor de verdere procedurele en inhoudelijke verbetering van het Verslag, zonder dat deze bevinding de strekking van ons assurance rapport aantast: In 2008 heeft Achmea met interne en externe stakeholders gesproken over hun verwachtingen omtrent het Verslag. Deze dialoog was deels onderdeel van structureel overleg en werd deels specifiek voor het opstellen van het Verslag gevoerd. Wij bevelen aan verdere stappen te zetten die de stakeholderdialoog over verslaglegging een nog structureler karakter zullen geven. Daarmee kunnen zowel de MVO-agenda als het Verslag verder worden vormgegeven en blijvend worden afgestemd op de informatiebehoeften van stakeholders. Amstelveen, 7 april 2009 KPMG Sustainability drs. W.J. Bartels RA
88
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Bijlage
Tabellen GRI (versie G3 en Financieel Sector Supplement) en Transparantiebenchmark (versie 2007)
NVT: niet van toepassing NG: niet gerapporteerd Indicator
Plaats in het verslag
3.6 Afbakening van het verslag (bv. landen, divisies, dochterondernemingen, gehuurde faciliteiten, samenwerkingsverbanden, leveranciers). Zie het GRI Reporting Boundaries Protocol voor nadere toelichting.
H12 Verantwoording
1.1 Een verklaring van de hoogste beslissingsbevoegde van de organisatie (bv. bestuursvoorzitter, directeur of gelijkwaardige leidinggevende functie) over de relevantie van duurzame ontwikkeling voor de organisatie en haar strategie.
Voorwoord
3.7 Vermeld eventuele specifieke beperkingen voor de reikwijdte of afbakening van het verslag.
H12 Verantwoording, H8 Duurzame interne organisatie
Voorwoord, H1 Achmea in de samenleving, alle verdere hoofdstukken
3.8 Basis voor verslaggeving over samenwerkingsverbanden, dochterondernemingen in gedeeltelijk eigendom, gehuurde faciliteiten, uitbestede activiteiten of andere entiteiten die de vergelijkbaarheid tussen verschillende verslagperioden of verslaggevende organisaties aanzienlijk beïnvloeden.
H12 Verantwoording
1.2 Beschrijving van belangrijke gevolgen, risico’s en mogelijkheden. Deel 1. Gevolgen van organisatie voor duurzame ontwikkeling en effecten op belanghebbenden. Deel 2. Gevolgen van duurzaamheidstrends, -risico’s en mogelijkheden op de vooruitzichten voor lange termijn en financiële prestaties.
3.9 De technieken en berekeningsgrondslagen voor gegevensmetingen, waaronder de voor schattingen gebruikte aannames en de technieken die zijn toegepast op de samenstelling van de indicatoren en overige informatie in het verslag.
H8 Duurzame interne organisatie, H9 Medewerkers H8, Duurzame interne organisatie
H8 Duurzame interne organisatie, H9 Medewerkers
1
2.
Strategie en analyse
Organisatieprofiel
2.1 Naam van de organisatie.
H 11 Profiel
2.2 Voornaamste merken, producten en/of diensten.
H 11 Profiel
2.3 Operationele structuur van de organisatie, met inbegrip van divisies, werk maatschappijen, dochterondernemingen en samenwerkingsverbanden.
H 11 Profiel
3.10 Uitleg over de gevolgen van eventuele herformuleringen van eerder verstrekte informatie (bijvoorbeeld fusies of overnames, verandering van referentiejaar of verslaggevingsperiode en veranderingen met betrekking tot de aard van de activiteiten of de meetmethoden).
2.4 Locatie van het hoofdkantoor van de organisatie.
H 11 Profiel
3.11 Significante veranderingen ten opzichte van vorige verslagperiodes ten aanzien van reikwijdte, afbakening of meetmethoden die voor het verslag zijn toegepast.
2.5 Het aantal landen waar de organisatie actief is en namen van landen met ofwel grootschalige activiteiten, ofwel met specifieke relevantie voor de duurzaamheids kwesties die in het verslag aan de orde komen.
H 11 Profiel, H12 Verantwoording
GRI-inhoudsopgave
2.6 Eigendomsstructuur en de rechtsvorm.
H 11 Profiel
2.7 Afzetmarkten (geografische verdeling, sectoren die worden bediend en soorten klanten/begunstigden).
H 11 Profiel
2.8 Omvang van de verslaggevende organisatie.
H 11 Profiel
2.9 Significante veranderingen tijdens de verslagperiode wat betreft omvang, structuur of eigendom.
H 11 Profiel
2.10 Onderscheidingen die tijdens de verslagperiode werden toegekend.
H2 Vertrouwen, H9 Medewerkers
3.12 Tabel waarin staat waar in het verslag de standaardonderdelen van de informatievoorziening te vinden zijn.
GRI-tabel
Assurance 3.13 Beleid en huidige praktijk met betrekking tot het betrekken van externe assurance van het verslag.
H12 Verantwoording
4. Bestuur, verplichtingen en betrokkenheid Bestuursstructuur
3. Verslagparameters Verslagprofiel 3.1 Verslagperiode (bijvoorbeeld fiscaal jaar of kalenderjaar) waarop de verstrekte informatie betrekking heeft.
H12 Verantwoording
3.2 Datum van het meest recente verslag (indien van toepassing).
H12 Verantwoording
4.1 De bestuursstructuur van de organisatie, met inbegrip van commissies die vallen onder het hoogste bestuurslichaam en verantwoordelijk zijn voor specifieke taken, zoals het bepalen van de strategie of het overzicht over de organisatie.
H 11 Profiel
4.2 Geef aan of de voorzitter van het hoogste bestuurslichaam eveneens een leidinggevende functie heeft (en, zo ja, zijn/haar functie binnen het kader van de organisatie en de redenen voor deze situatie).
H 11 Profiel
4.3 Voor organisaties met een enkelvoudige bestuursstructuur: vermeld het aantal onafhankelijke en/of niet-leidinggevende leden van het hoogste bestuurslichaam.
NVT
3.3 Verslaggevingscyclus (jaarlijks, tweejaarlijks, etc.).
H12 Verantwoording Voorwoord, Colofon
4.4 Mechanismen die aandeelhouders en medewerkers de gelegenheid geven om aanbevelingen te doen aan of medezeggenschap uit te oefenen op het hoogste bestuurslichaam.
H9 Medewerkers, H 11 Profiel
3.4 Contactpunt voor vragen over het verslag of de inhoud ervan.
4.5 Een koppeling tussen vergoedingen voor leden van het hoogste bestuurslichaam, topmanagers en leidinggevenden (met inbegrip van vertrekregelingen) en de prestaties van de organisatie (met inbegrip van sociale en milieugerelateerde prestaties).
H2 Vertrouwen
H12 Verantwoording
Reikwijdte en afbakening van het verslag 3.5 Proces voor het bepalen van de inhoud van het verslag, met inbegrip van: relevantie, materialiteit en stakeholders.
89
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
4.6 Processen waarmee het hoogste bestuurslichaam waarborgt dat strijdige belangen worden vermeden.
H10 Compliance
EC2 Financiële implicaties en andere risico’s en mogelijkheden voor de activiteiten van de organisatie als gevolg van klimaatverandering.
H6 Klimaat
4.7 Proces voor het bepalen van de kwalificaties en expertise van de leden van het hoogste bestuurslichaam voor het sturen van de strategie van de organisatie aangaande economische, milieugerelateerde en sociale onderwerpen.
NG
EC3 Dekking van de verplichtingen in verband met het vastgestelde uitkeringenplan van de organisatie.
NG
4.8 Intern ontwikkelde missie- of beginselverklaringen, gedragscodes en uitgangspunten die van belang zijn voor de economische, milieugerelateerde en sociale prestaties, met vermelding van de mate van invoering ervan.
H9 Medewerkers, H 10 Compliance
4.9 Procedures van het hoogste bestuurslichaam voor het overzien van de inventarisatie en het beheer door de organisatie van economische, milieu gerelateerde en sociale prestaties, met inbegrip van relevante risico’s en mogelijkheden en naleving van of conformiteit met internationaal overeengekomen standaarden, gedragscodes en principes.
H2 Vertrouwen, H10 Compliance
4.10 Processen voor het evalueren van de eigen prestaties van het hoogste bestuurslichaam, in het bijzonder betreffende economische, milieugerelateerde en sociale prestaties.
NG
Verplichtingen i.v.m. externe initiatieven 4.11 Toelichting over de toepassing van het voorzorgsprincipe door de verslaggevende organisatie.
H2, H3, H4, H7, H10, H11
4.12 Extern ontwikkelde economische, milieugerelateerde en sociale handvesten, principes of andere initiatieven die de organisatie onderschrijft.
H11 Compliance
4.13 Lidmaatschap van verenigingen (zoals brancheverenigingen) en/of nationale/ internationale belangenorganisaties.
H6 Klimaat, H10 Compliance
Overleg met belanghebbenden 4.14 Lijst van groepen belanghebbenden die de organisatie heeft betrokken.
H11 Profiel, H13 Verantwoording
4.15 Basis voor inventarisatie en selectie van belanghebbenden die moeten worden betrokken.
H11 Profiel, H13 Verantwoording
4.16 Benadering van het betrekken van belanghebbenden, waaronder de frequentie ervan.
H9 Medewerkers, H11 Profiel, H13 Verantwoording
4.17 De voornaamste onderwerpen en vraagstukken die naar voren zijn gekomen door de betrokkenheid van belanghebbenden en hoe de organisatie hierop heeft gereageerd, onder meer via haar verslaggeving.
H13 Verantwoording
Management DMA Economische aspecten EC.
H11 Profiel
DMA Milieu aspecten EN.
H8 Duurzame interne organisatie
DMA Arbeidsomstandigheden aspecten LA.
H9 Medewerkers
DMA Mensenrechten aspecten HR.
H7 Duurzaam beleggen, H9 Medewerkers
DMA Maatschappij aspecten SO.
H2 Vertrouwen
DMA Productverantwoordelijkheid aspecten PR.
H2 Vertrouwen, H3 Solidariteit, H4 Preventie
Prestatie-indicatoren Economische prestatie-indicatoren EC1 Directe economische waarden die zijn gegenereerd en gedistribueerd, waaronder inkomsten, operationele kosten, personeelsvergoedingen, donaties en overige maatschappelijke investeringen, ingehouden winst en betalingen aan kapitaalverstrekkers en overheden.
90
H5 Vernieuwing en verbetering, H11 Profiel
EC4 Significante financiële steun van een overheid.
NVT
EC5 Spreiding in de verhouding tussen het standaard aanvangssalaris en het lokale minimumloon op belangrijke bedrijfslocaties (additionele indicator).
NVT
EC6 Beleid, methoden en deel van uitgaven betreffende lokaal gevestigde leveranciers op belangrijke bedrijfslocaties.
NG
EC7 Procedures voor lokale personeelswerving en aandeel van het topkader dat afkomstig is uit de lokale gemeenschap op belangrijke bedrijfslocaties.
H9 Medewerkers
EC8 Ontwikkeling en gevolgen van investeringen in infrastructuur en diensten die voornamelijk ten behoeve van het algemeen nut worden geboden door middel van verplichtingen van commerciële aard, dan wel in natura of probono.
H5 Vernieuwing en verbetering
EC9 Inzicht in en beschrijving van significante indirecte economische gevolgen, waaronder de omvang ervan (additionele indicator).
H4 Preventie, H11 Profiel en kerncijfers
Milieu prestatie-indicatoren EN1 Totale hoeveelheid gebruikte materialen naar gewicht of volume.
H8 Duurzame interne organisatie
EN2 Percentage van de gebruikte materialen dat bestaat uit afval uit externe bronnen.
NG
EN3 Direct energieverbruik door primaire energiebron.
H8 Duurzame interne organisatie
EN4 Indirect energieverbruik door primaire bron.
H8 Duurzame interne organisatie
EN5 Energie die bespaard is door besparingen en efficiëntieverbeteringen (additionele indicator).
H8 Duurzame interne organisatie
EN6 Initiatieven ten behoeve van energie-efficiëntie of op duurzame energie gebaseerde producten en diensten, evenals verlagingen van de energie-eisen als resultaat van deze initiatieven (additionele indicator).
H8 Duurzame interne organisatie
EN7 Initiatieven ter verlaging van het indirecte energieverbruiken reeds gerealiseerde verlaging (additionele indicator).
H8 Duurzame interne organisatie
EN8 Totale wateronttrekking per bron.
H8 Duurzame interne organisatie
EN9 Waterbronnen waarvoor wateronttrekking significante gevolgen heeft.
NVT
EN10 Percentage en totaal volume van gerecycled en hergebruikt water (additionele indicator).
NG
EN11 Locatie en oppervlakte van land dat eigendom is, gehuurd wordt, beheerd wordt in of grenst aan beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteitswaarde buiten beschermde gebieden.
NVT
EN12 Beschrijving van significante gevolgen van activiteiten, producten en diensten op de biodiversiteit in beschermde gebieden en gebieden met een hoge biodiversiteits waarde buiten beschermde gebieden.
NVT
EN13 Beschermde of herstelde habitats (additionele indicator).
NVT
EN14 Strategieën, huidige maatregelen en toekomstige plannen voor het beheersen van de gevolgen van de biodiversiteit (additionele indicator).
NVT
EN15 Aantal op de rode lijst van de IUCN vermelde soorten en soorten op nationale beschermingslijsten met habitats in gebieden binnen de invloedssfeer van bedrijfsactiviteiten, ingedeeld naar hoogte van het risico van uitsterven (additionele indicator).
NVT
EN16 Totale directe en indirecte emissie van broeikasgassen naar gewicht.
H8 Duurzame interne organisatie
EN17 Andere relevante indirecte emissie van broeikasgassen naar gewicht.
NVT
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
EN18 Initiatieven ter verlaging van de emissie van broeikasgassen en gerealiseerde verlagingen (additionele indicator).
H8 Duurzame interne organisatie
LA12 Percentage medewerkers dat regelmatig wordt ingelicht omtrent prestatie- en loopbaanontwikkeling (additionele indicator).
H9 Medewerkers
EN19 Emissie van ozonafbrekende stoffen naar gewicht.
NVT NVT
LA13 Samenstelling van bestuurslichamen en onderverdeling van medewerkers per categorie, naar geslacht, leeftijdsgroep, het behoren tot een bepaalde maatschappelijke minderheid en andere indicatoren van diversiteit.
H9 Medewerkers, H11 Profiel
EN20 NO, SO en andere significante luchtemissies naar type en gewicht.
LA14 Verhouding tussen basissalarissen van mannen en vrouwen per medewerkers categorie.
H9 Medewerkers
EN21 Totale waterafvoer naar kwaliteit en bestemming.
NVT
EN22 Totaalgewicht afval naar type en verwijderingsmethode.
H8 Duurzame interne organisatie
EN23 Totaal aantal en volume van significante lozingen.
NVT
EN24 Gewicht van getransporteerd, geïmporteerd, geëxporteerd of verwerkt afval dat als gevaarlijk geldt op grond van bijlage I, II, III en VII van de Conventie van Bazel en het percentage afval dat internationaal is getransporteerd (additionele indicator).
H8 Duurzame interne organisatie
HR1 Percentage van en totaal aantal aanmerkelijke investeringsovereenkomsten waarin clausules over mensenrechten zijn opgenomen of waarvan de naleving van de mensenrechten is getoetst.
H7 Duurzaam beleggen
EN25 Benaming, grootte, beschermingsstatus en biodiversiteitswaarde van wateren en gerelateerde habitats die significante gevolgen ondervinden van de waterafvoer en –afvloeiing van de verslaggevende organisatie (additionele indicator).
NVT
HR2 Percentage belangrijke leveranciers en aannemers die getoetst zijn op naleving van de mensenrechten en op getroffen maatregelen.
H8 Duurzame interne organisatie
H6 Klimaat, H8 Duurzame interne organisatie
HR3 Totaal aantal uren personeelstraining over beleid en procedures betreffende aspecten van mensenrechten die relevant zijn voor de activiteiten, met inbegrip van het percentage van het personeel dat de trainingen gevolgd heeft. (additionele indicator).
NG
EN26 Initiatieven ter compensatie van de milieugevolgen van producten en diensten en de omvang van deze compensatie. EN27 Percentage producten dat is verkocht en waarvan de verpakking is ingezameld, naar categorie.
NVT
HR4 Totaal aantal gevallen van discriminatie en de getroffen maatregelen.
H9 Medewerkers
HR5 Activiteiten waarvan is vastgesteld dat daarbij een aanzienlijk risico zou kunnen gelden voor het recht op de uitoefening van de vrijheid van vereniging en collectieve arbeidsonderhandelingen, alsmede de maatregelen die zijn getroffen ter ondersteuning van deze rechten.
H7 Duurzaam beleggen
HR6 Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is van gevallen van kinderarbeid, alsmede de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van kinderarbeid.
H7 Duurzaam beleggen
HR7 Activiteiten waarvan is vastgesteld dat er een aanzienlijk risico is van gevallen van gedwongen of verplichte arbeid, alsmede de maatregelen die zijn getroffen gericht op de uitbanning van gedwongen of verplichte arbeid.
H7 Duurzaam beleggen
EN28 Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van milieuwet- en regelgeving.
NVT
EN29 Significante milieugevolgen van het transport van producten en andere goederen en materialen die worden gebruikt voor de activiteiten van de organisatie en het vervoer van personeelsleden (additionele indicator).
H6 Klimaat
EN30 Totale uitgaven aan en investeringen in milieubescherming naar type (additionele indicator).
NG
Sociale prestatie-indicatoren: Arbeidsomstandigheden
Sociale prestatie-indicatoren: Mensenrechten
LA1 Totale personeelsbestand naar type werk, arbeidsovereenkomst en regio.
H9 Medewerkers H9 Medewerkers
HR8 Percentage van het beveiligingspersoneel dat training heeft gevolgd in het beleid of de procedures van de organisatie betreffende aspecten van de mensenrechten die relevant zijn voor de activiteiten (additionele indicator).
NG
LA2 Totaal aantal en snelheid van personeelsverloop per leeftijdsgroep, geslacht en regio. LA3 Beloningen voor voltijd medewerkers die niet beschikbaar zijn voor deeltijd medewerkers, per grootschalige activiteit (additionele indicator).
NVT
HR9 Totaal aantal gevallen van overtreding van de rechten van de inheemse bevolking, alsmede de getroffen maatregelen (additionele indicator).
NG
LA4 Percentage medewerkers dat onder een collectieve arbeidsovereenkomst valt.
H9 Medewerkers
Sociale prestatie-indicatoren: Maatschappij
LA5 Minimale opzegtermijn(en) in verband met operationele veranderingen, inclusief of dit wordt gespecificeerd in collectieve overeenkomsten.
NG
SO1 Aard, reikwijdte en effectiviteit van alle programma’s en methoden die de effecten van de activiteiten op gemeenschappen bepalen en beheren, waaronder vestiging, activiteiten en vertrek.
H7 Duurzaam beleggen, H9 Medewerkers
LA6 Percentage van het totale personeelsbestand dat is vertegenwoordigd in formele gezamenlijke arbo-commissies van werkgevers en werknemers die bijdragen aan de controle op en advies over arbo-programma’s (additionele indicator).
NG
SO2 Percentage van en totaal aantal bedrijfseenheden geanalyseerd op corruptie gerelateerde risico’s.
H3 Solidariteit, H10 Compliance
LA7 Letsel-, beroepsziekte-, uitvaldagen- en verzuimcijfers en het aantal werk gerelateerde sterfgevallen per regio.
H9 Medewerkers
SO3 Percentage van het personeel dat training in anticorruptiebeleid en –procedures van de organisatie heeft gevolgd.
NG
LA8 Opleidings-, trainings-, advies-, preventie- en risicobeheersingsprogramma’s ten behoeve van personeelsleden, hun families of omwonenden in verband met ernstige ziekten.
NVT
LA9 Afspraken over arbo-onderwerpen vastgelegd in formele overeenkomsten met vakbonden (additionele indicator).
NG
LA10 Gemiddeld aantal uren dat een werknemer per jaar besteedt aan opleidingen, onderverdeeld naar werknemerscategorie.
NG
LA11 Programma’s voor competentiemanagement en levenslang leren die de blijvende inzetbaarheid van medewerkers garanderen en hen helpen bij het afronden van hun loopbaan (additionele indicator).
H9 Medewerkers
91
SO4 Maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van gevallen van corruptie.
H3 Solidariteit, H10 Compliance
SO5 Standpunten betreffende publiek beleid en deelname aan de ontwikkeling ervan, evenals lobbyen.
H1 Achmea in de samenleving, H3 Solidariteit
SO6 Totale waarde van financiële en in-naturabijdragen aan politieke partijen, politici en gerelateerde instellingen per land (additionele indicator).
NVT
SO7 Totaal aantal rechtszaken vanwege concurrentiebelemmerend gedrag, antikartel-, en monopolistische praktijken, alsmede de resultaten van deze rechtszaken (additionele indicator).
NVT
SO8 Monetaire waarde van significante boetes en totaal aantal niet-monetaire sancties wegens het niet naleven van wet- en –regelgeving.
H10 Compliance
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
Sociale prestatie-indicatoren: Productverantwoordelijkheid PR1 Levensduurstadia waarin de gevolgen van producten en diensten voor gezondheid en veiligheid worden beoordeeld met het oog op verbetering en het percentage van belangrijke product- en dienstencategorieën die aan dergelijke procedures onderhevig zijn.
H2 Vertrouwen
PR2 Totaal aantal gevallen van niet-naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende gevolgen voor gezondheid en veiligheid van producten en diensten gedurende de levensduur, naar type resultaat (additionele indicator).
H2 Vertrouwen
PR3 Type informatie over producten en diensten dat verplicht wordt gesteld door procedures en het percentage van belangrijke producten en diensten die onderhevig zijn aan dergelijke informatie-eisen.
NG
PR4 Totaal aantal gevallen van niet-naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende informatie over en etikettering van producten en diensten, naar type resultaat (additionele indicator).
NG
PR5 Beleid ten aanzien van klanttevredenheid, met inbegrip van resultaten van onderzoeken naar de klanttevredenheid (additionele indicator).
H1 Achmea in de samenleving, H2 Vertrouwen
PR6 Programma’s voor de naleving van wetten, standaarden en vrijwillige codes met betrekking tot marketingcommunicatie, waaronder reclame, promotie en sponsoring.
NG
PR7 Totaal aantal gevallen van niet-naleving van regelgeving en vrijwillige codes betreffende marketingcommunicatie, waaronder reclame, promotie en sponsoring, naar type resultaat (additionele indicator).
NG
PR8 Totaal aantal gegronde klachten over inbreuken op de privacy van klanten en het kwijtraken van klantgegevens. PR9 Monetaire waarde van significante boetes wegens het niet-naleven van wet- en regelgeving betreffende de levering en het gebruik van producten en diensten.
FS11 Percentage of assets subject to positive and negative environmental or social screening.
H6 Duurzaam beleggen
FS12 Voting polic(ies) applied to environmental or social issues for shares over which the reporting organization holds the right to vote shares or advises on voting.
H6 Duurzaam beleggen
FS13 Access points in low-populated or economically disadvantaged areas by type (of access).
H5 Vernieuwing en verbetering wereldwijd
FS14 Initiatives to improve access to financial services for disadvantaged people.
H5 Vernieuwing en verbetering wereldwijd
FS15 Policies for the fair design and sale of financial products and services.
H2 Vertrouwen, H3 Solidariteit
FS16 Initiatives to enhance financial literacy by type of beneficiary.
H2 Vertrouwen
Criteria voor de Transparantiebenchmark (versie2007) Profiel 1
De belangrijkste producten en/of diensten van de onderneming worden beschreven.
H11 Profiel
2
De landen waarin de onderneming actief is, worden toegelicht.
H11 Profiel, H 12 Verantwoording
3 Het aantal medewerkers van de onderneming, alsmede de omzet en de resultaten worden gespecificeerd naar regio en/of naar producten/diensten.
H11 Profiel
NG
4 Er wordt een toelichting gegeven op concernrelaties en eigendomsverhoudingen (waaronder vermelding van de belangrijkste aandeelhouders).
H11 Profiel
NG
5 Er wordt een expliciete beschrijving gegeven van de kernprocessen en -activiteiten van de onderneming, waarbij een toelichting wordt gegeven op de impact van de bedrijfsvoering op mens, milieu en samenleving.
O.a. H1 Achmea in de samenleving, H8 Duurzame interne organisatie
6 Er wordt een expliciete beschrijving gegeven van de keten waarin de onderneming opereert, waarbij een toelichting wordt gegeven op de impact van de keten op mens, milieu en samenleving.
H2 Vertrouwen
Sector supplement: Financiële Dienstverlening Management Approach FS1 Policies with specific environmental and social components applied to business lines.
H2 Vertrouwen, H7 Duurzaam beleggen
Visie en strategie
FS2 Procedures for assessing and screening environmental and social risks in business lines.
NG
7 De visie en de strategie van de onderneming in relatie tot maatschappelijk verantwoord ondernemen of duurzaam ondernemen wordt uitgelegd.
H1 Achmea in de samenleving, H2 Vertrouwen, H3 Solidariteit, H4 Preventie
FS3 Processes for monitoring clients’ implementation of and compliance with environmental and social requirements included in agreements or transactions.
H2 Vertrouwen, H7 Duurzaam beleggen
Voorwoord, H1 Achmea in de samenleving
FS4 Process(es) for improving staff competency to implement the environmental and social policies and procedures as applied to business lines.
NG
8 In de verslaggeving wordt een toelichting gegeven op de toekomstverwachtingen van het bestuur ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen of duurzaam ondernemen.
H2 Vertrouwen, H3 Solidariteit, H4 Preventie, H7 Duurzaam beleggen, H9 Medewerkers
9 De verslaggeving geeft een toelichting op interne richtlijnen met betrekking tot gewenst gedrag (waaronder bijvoorbeeld kernwaarden, bedrijfsprincipes, gedragscodes en klokkenluiderregelingen).
H10 Compliance
FS5 Interactions with clients/investees/business partners regarding environmental and social risks and opportunities.
10 De verslaggeving geeft een toelichting op externe richtlijnen waaraan de onderneming zich al dan niet gehouden acht (zoals bijvoorbeeld sectorspecifieke richtlijnen, de OESOrichtlijnen voor multinationale ondernemingen, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, Global Compact van de Verenigde Naties).
H10 Compliance
11 De verslaggeving geeft inzicht in de activiteiten van de onderneming met betrekking tot sociaal-maatschappelijke betrokkenheid. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om sponsoring vanuit MVO perspectief, pro bono dienstverlening of projecten die gestart zijn vanuit het oogpunt een bijdrage te leveren aan de samenleving.
H5 Vernieuwing en verbetering wereldwijd
Specific Performance indicators FS6 Percentage of the portfolio for business lines by specific region, size (e.g. micro/ SME/ large) and by sector.
NG
FS7 Monetary value of products and services designed to deliver a specific social benefit for each business line broken down by purpose.
NG
FS8 Monetary value of products and services designed to deliver a specific environmental benefit for each business line broken down by purpose.
NG
FS9 Coverage and frequency of audits to assess implementation of environmental and social policies and risk assessment procedures.
H7 Duurzaam beleggen, H 10 Compliance
12 Er wordt een toelichting gegeven op het bestuur van de onderneming en de achtergronden en bestuurstaken van bestuurders.
H11 Profiel, Eureko Report 2008
FS10 Percentage and number of companies held in the institution’s portfolio with which the reporting organization has interacted on environmental or social issues.
H6 Duurzaam beleggen
13 Er wordt inzicht gegeven in de organisatiestructuur van de onderneming.
H11 Profiel
92
Ondernemingsbestuur en Managementsystemen
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
14 Er wordt een beschrijving gegeven van de taken en verantwoordelijkheden binnen de onderneming ten aanzien van maatschappelijk verantwoord ondernemen en/of duurzaam ondernemen.
H11 Profiel
15 Er wordt een beschrijving gegeven van het proces van sturing en beheersing met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen en/of duurzaam ondernemen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om: » proces van strategiebepaling » risicomanagement » compliance met wet- en regelgeving » audits van managementsystemen (inclusief eventuele certificatie) » beoordelings- en beloningsystemen » feedback en evaluatiesystemen (inclusief beleidsevaluaties)
2 Vertrouwen, H4 Preventie, H10 H Compliance, H11 Profiel
Ketenverantwoordelijkheid 16 De verslaggeving geeft inzicht in het beleid dat de onderneming voert ten aanzien van ketenbeheer en –verantwoordelijkheid.
H2 Vertrouwen, H4 Preventie, H7 Duurzaam beleggen, H8 Duurzame interne organisatie, H10 Compliance
17 De onderneming geeft een toelichting op de activiteiten die zij ontplooit om te komen tot verantwoord ketenbeheer.
H2 Vertrouwen, H4 Preventie, H7 Duurzaam beleggen, H8 Duurzame interne organisatie, H10 Compliance
18 Er wordt een beschrijving gegeven van het proces van sturing en beheersing met betrekking tot verantwoord ketenbeheer. Het gaat hier bijvoorbeeld om: » verankering van maatschappelijke overwegingen in het inkoopproces » risicomanagement in de keten » het bewaken van naleving van interne en externe regelgeving » proces van evaluatie en eventuele bijsturing
H2 Vertrouwen, H4 Preventie, H7 Duurzaam beleggen, H8 Duurzame interne organisatie, H10 Compliance
Stakeholders 19 De onderneming benoemt haar belangrijkste stakeholders.
H1 Achmea in de samenleving, H2 Vertrouwen, H9 Medewerkers
20 De onderneming geeft aan wat de invloed is geweest van stakeholderdialoog op de verslaggeving.
H1 Achmea in de samenleving, H12 Verantwoording
21 De onderneming geeft een toelichting op de wijze waarop een dialoog wordt gevoerd met stakeholders op terreinen die gelet op het profiel van de onderneming relevant zijn in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen of duurzaam ondernemen.
H1 Achmea in de samenleving, H2 Vertrouwen, H 4 preventie, H7 Duurzaam beleggen, H9 Medewerkers
22
H1 Achmea in de samenleving, H2 Vertrouwen, H 4 preventie, H7 Duurzaam beleggen, H9 Medewerkers, H11 Profiel
Uit de verslaggeving blijkt hoe stakeholderdialoog is verankerd in de onderneming.
28 Er wordt uitleg gegeven over het milieubeleid dat de onderneming voert.
H6 Klimaat, H8 Duurzame interne organisatie
29 De verslaggeving geeft inzicht in de resultaten van de onderneming met betrekking tot de milieuaspecten van de bedrijfsvoering. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om: » het gebruik van niet-vernieuwbare hulpbronnen (waaronder energieverbruik) » het (her)gebruik van materialen en grondstoffen (waaronder gevaarlijke stoffen) » effecten naar lucht, water en bodem (waaronder emissies van broeikasgassen) » afval (waaronder chemisch afval).
H8 Duurzame interne organisatie
30 De verslaggeving bevat doelstellingen met betrekking tot de milieuaspecten van de bedrijfsvoering.
H8 Duurzame interne organisatie
31 In de verslaggeving wordt expliciet ingegaan op de verbeteringen die de onderneming heeft doorgevoerd met betrekking tot het milieubeleid.
H8 Duurzame interne organisatie
32 In de verslaggeving wordt expliciet ingegaan op de resultaatverbetering dan wel –verslechtering in relatie tot het milieu die de onderneming heeft laten zien in de afgelopen verslaggevingsperiode.
H8 Duurzame interne organisatie
Sociale aspecten van de bedrijfsvoering 33 Er wordt uitleg gegeven over het sociale beleid dat de onderneming voert.
H9 Medewerkers
34 De verslaggeving geeft inzicht in de resultaten van de onderneming met betrekking tot de sociale aspecten van de bedrijfsvoering. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om: » ethiek en integriteit » arbeidsvoorwaarden (waaronder personeelsverloop, opleiding en training en ontplooiingsmogelijkheden) » veiligheid en gezondheid (waaronder verzuim en letsel- en beroepsziektes) » diversiteit (waaronder man-vrouw-verdeling, vrouwen in managementposities, percentage allochtone medewerkers en percentage medewerkers met een lichamelijke en/of geestelijke beperking) » productverantwoordelijkheid (waaronder dierwelzijn, voedselveiligheid en genetische modificatie) » mensenrechten (waaronder discriminatie, kinderarbeid, dwangarbeid, vrijheid van organisatie en collectieve onderhandeling, beveiliging, rechten van inheemse volken)
H9 Medewerkers, H11 Profiel
35 De verslaggeving bevat doelstellingen met betrekking tot de sociale aspecten van de bedrijfsvoering.
H9 Medewerkers
36 In de verslaggeving wordt expliciet ingegaan op de verbeteringen die de onderneming heeft doorgevoerd met betrekking tot sociale beleidsterreinen.
H9 Medewerkers
37 In de verslaggeving wordt expliciet ingegaan op de resultaatverbetering dan wel –verslechtering in relatie tot sociale aspecten, die de onderneming heeft laten zien in de afgelopen verslaggevingsperiode.
H9 Medewerkers
Verificatie
Economische aspecten van de bedrijfsvoering 23 Er wordt uitleg gegeven over het beleid dat de onderneming voert met betrekking tot financieel-economische aspecten van de bedrijfsvoering.
H11 Profiel
24 De verslaggeving geeft inzicht in de resultaten van de onderneming met betrekking tot de economische aspecten van de bedrijfsvoering.
H11 Profiel, H3 Solidariteit, H4 Preventie, H9 Medewerkers, H10 Compliance
25 De verslaggeving bevat doelstellingen met betrekking tot de economische aspecten van de bedrijfsvoering.
H2 Achmea in de samenleving, H11 Profiel
26 In de verslaggeving wordt expliciet ingegaan op de verbeteringen die de onderneming heeft doorgevoerd met betrekking tot het financieel-economische beleid.
H2 Achmea in de samenleving, H7 Duurzaam beleggen, H11 Profiel
27 In de verslaggeving wordt expliciet ingegaan op de resultaatverbetering dan wel –verslechtering in relatie tot de financieel-economische aspecten die de onderneming heeft laten zien in de afgelopen verslaggevingsperiode.
H2 Achmea in de samenleving, H7 Duurzaam beleggen, H11 Profiel
93
Milieuaspecten van de bedrijfsvoering
38 De onderneming geeft een toelichting op het al dan niet laten verifiëren van de maatschappelijke verslaggeving door een onafhankelijke, deskundige partij. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om informatie over: » de redenen voor het al dan niet laten verifiëren van de maatschappelijke verslaggeving » de keuze voor een onafhankelijke, deskundige partij » de reikwijdte van eventuele verificatie en de diepgang van uitgevoerde verificatiewerkzaamheden
H12 Verantwoording
39 De verslaggeving bevat een verklaring van materiedeskundigen (zoals maatschappelijke organisaties, sectorspecialisten, milieu auditors, sociale auditors, accountants, etc.) over de kwaliteit van de maatschappelijke verslaggeving en/of over de behaalde resultaten van de onderneming op het gebied van mens, milieu en samenleving.
H1 Achmea in de samenleving, H12 Verantwoording, quotes verspreid in het verslag
40 De verslaggeving bevat een verklaring van een onafhankelijke, deskundige partij die de inhoud van de maatschappelijke verslaggeving heeft geverifieerd en die tot een publiek oordeel komt over de betrouwbaarheid van de gepresenteerde informatie.
Assuranceverklaring
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
41 De aard en de reikwijdte van de uitgevoerde verificatiewerkzaamheden leiden tot een conclusie van de onafhankelijke, deskundige partij dat met redelijke mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de informatie in het maatschappelijke verslag betrouwbaar is.
Assuranceverklaring
Uitwerking 42 De verslaggeving geeft inzicht in een aantal dilemma’s waar de onderneming mee geconfronteerd wordt.
H3 Solidariteit, H4 Peventie, H6 Klimaat
43 Er wordt een toelichting gegeven op de reikwijdte van de maatschappelijke verslaggeving.
Rapportageprincipes
44 De onderneming is transparant over het aan de maatschappelijke verslaggeving ten grondslag liggende verslaggevingsbeleid en het verslaggevingsproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om informatie over: » gehanteerde rapportage standaarden » de keuze van prestatie-indicatoren » de gehanteerde definities van indicatoren » de wijze van dataverzameling » de wijze van consolideren van informatie (inclusief eventuele extrapolatie van gegevens) » methodes van meten, schatten en berekenen » inherente beperkingen in de betrouwbaarheid van de gepresenteerde informatie » aan de gegevens ten grondslag liggende veronderstellingen
Rapportageprincipes
45 De relatie tussen verschillende vormen van externe verslaggeving wordt verduidelijkt met onderlinge verwijzingen waar van toepassing.
Colofon
46 De verslaggeving vermeldt contactinformatie.
Colofon
47 De verslaggeving bevat een kernachtige samenvatting van de belangrijkste resultaten op economisch, milieu en sociaal gebied in de verslaggevingsperiode.
H11 Profiel
94
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008
13. colofon Redactie | Jan Pieter Six en Jac van der Horst Advies en tekst | BECO Ontwerp | Koeweiden Postma Vormgeving | Achmea Studio Fotografie | Herre Joostensz en Fred Tigelaar (portretten). André Thijssen (sfeerfoto’s). De coverfoto toont een luchtvaartpionier. Het beeld is afkomstig uit de campagne Waar zijn we mee bezig? en verbeeldt de ambitie en het lef die nodig zijn om vernieuwend bezig te zijn. Jaarverslagen | Dit is het maatschappelijk jaarverslag van Achmea over 2008. Het wordt uitsluitend digitaal gepubliceerd en is te downloaden op de website van Achmea: www.achmea.nl, via Over Achmea, MVO, Jaarverslagen. Daarnaast verschijnt een samenvatting in druk. Deze kan worden aangevraagd via 030 - 693 70 00 en
[email protected]. Achmea ontvangt graag uw reactie op het jaarverslag via onderstaand adres. KPMG Sustainability heeft dit jaarverslag geverifieerd. Het Assurance Rapport staat op pagina 87. Achmea is onderdeel van Eureko. De financiële cijfers van Achmea zijn opgenomen in het geconsolideerde jaarverslag van Eureko. Het jaarverslag van Eureko is te vinden op internet, via www.achmea.nl, Over Achmea, Financiële cijfers. De Eureko Achmea Foundation geeft een eigen jaarverslag uit. Dit kan worden aangevraagd via onderstaand adres en is te downloaden op www.eurekoachmeafoundation.nl. Achmea Holding NV, Handelsweg 2, 3707 NH Zeist, Postbus 866, 3700 AW Zeist, Nederland, telefoon 030 - 693 70 00, fax 030 - 693 72 25,
[email protected], www.achmea.nl
95
Achmea Maatschappelijk Jaarverslag 2008