Maatschappelijk jaarverslag 2009 - 2010
instituut Beleid & Management Gezondheidszorg
Maatschappelijk Jaarverslag 2009-2010
COLOFON Maatschappelijk jaarverslag 2009-2010 instituut Beleid & Management Gezondheidszorg Eindredactie en productiebegeleiding: Marketing & Communicatie iBMG Fotografie: Vertaling: Vormgeving: Druk: Oplage: www.bmg.eur.nl
Arno Bauman, Cok van den Berg, Eric Fecken, iBMG, Bill de Kimpe, Michelle Muus, Levien Willemse Impact Taalburo B&T ontwerp en advies Drukkerij van Deventer 2.000
Inhoud Met ambitie en betrokkenheid
4
Onderzoek
8
Marktordening en stelselinrichting in de gezondheidszorg
12
Toezicht op ziekenhuisfusies
14
Kwaliteit en doelmatigheid in de gezondheidszorg
16
Sociaal-medische wetenschappen
18
Management en organisatie van zorgverlening
20
Managed outcomes
24
Global Health: speerpunt in onderzoek en onderwijs
26
Zorg met behulp van datamanagement
28
Erasmus-Columbus 2013
30
Onderwijs
32
Bachelor Gezondheidswetenschappen, BMG
36
Master Zorgmanagement
38
Master Health, Economics, Policy & Law
40
Postacademisch onderwijs bij Erasmus CMDz
42
Academie voor Medisch Specialisten
44
Bedrijfsvoering
48
Feiten en cijfers
52
Personeel
54
Wetenschappelijke publicaties
60
Het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg is verbonden met Erasmus MC
1 Met ambitie en betrokkenheid Prof.dr. Wilfried Notten, prodecaan
De periode 2009-2010 wordt vooral gekenmerkt door verschillende belangrijke gebeurtenissen die van invloed zijn geweest op de positie-ontwikkeling van het iBMG binnen de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR).
Meest in het oog springend is toch wel de overgang van Erasmus MC naar de Erasmus Universiteit. De verkiezing van de BMG-raad in 2009 was hiervan een direct gevolg. Het is belangrijk te constateren dat de nauwe samenwerkingsrelatie van het iBMG met het Erasmus MC onder deze organisatorische overgang niet te lijden heeft gehad. Integendeel, gedurende de verslagperiode is op verschillende deelterreinen, zoals de zorglogistiek, de samenwerking verder geïntensiveerd en werden ook nieuwe gezamenlijke activiteiten gestart. Wat dit laatste betreft valt in het bijzonder het belangrijke deelgebied patiëntveiligheid te noemen. Het belang van de samenwerking op dit gebied wordt mede onderstreept door de benoeming van Jan Klein tot hoogleraar Veiligheid in de zorg. Tegelijkertijd is ook de samenwerking met andere faculteiten van de Erasmus Universiteit geïntensiveerd. Een goede illustratie hiervan is de in dit kader
4
ingestelde gezamenlijke leerstoel Recht en Gezondheidszorg (Martin Buijsen) van de Erasmus School of Law (ESL) en het iBMG. Te noemen zijn verder de start van een verkenning naar de kansen voor een samenwerking tussen de Rotterdam School of Management (RSM) en het iBMG voor een internationale MBA Health en de opzet van een gezamenlijke Diploma Course International Health & Policy Evaluation met International Institute of Social Studies (ISS) en de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg (MGZ) van Erasmus MC als opstap naar een breder samenwerkingsverband op het gebied van Global Health. Als vervolg op de mededeling in het vorige verslag over de nieuwe huisvesting van ons instituut, kan ik nu melden dat sinds 2010 alle onderdelen van het iBMG zijn ondergebracht in het J-gebouw op campus Woudestein. Met zijn fantastische uitstraling is deze locatie een echte vooruitgang in vergelijking met onze vroegere huisvesting.
Er zijn natuurlijk meer en ook ingrijpendere gebeurtenissen en ontwikkelingen geweest. Daarbij is het goed om te weten dat deze alleen mogelijk waren dankzij de enthousiaste inzet en de toewijding van alle medewerkers van het iBMG en dankzij de goede samenwerking met de vele partners op het terrein van de gezondheidszorg, binnen de Erasmus Universiteit Rotterdam maar ook daarbuiten. De samenwerkingsovereenkomst die we in 2010 met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) hebben gesloten, getuigt hiervan.
verregaande consequenties hebben gehad en zullen hebben voor de zorgsector in Nederland. De aard en complexiteit van de vraagstukken stellen bijzondere voorwaarden aan de wetenschappelijke ondersteuning die het iBMG hierbij kan bieden. Essentieel is een multidisciplinaire aanpak door onder andere juristen, bedrijfskundigen, economen en medici. Innovatie en toepassingsgeoriënteerdheid zijn cruciale begrippen voor het onderzoek van het iBMG om bruikbaar te zijn voor praktisch hanteerbare oplossingen, ook in situaties waarbij oplossingen niet direct voorhanden lijken te zijn.
POSITIE VAN HET IBMG
Ondanks zijn brede kennisbasis is het domein van de zorgsector zo veelomvattend dat het iBMG keuzes heeft moeten maken binnen het onderzoeksprogramma. Een traject van externe toetsing en intensieve gezamenlijke discussies met de onderzoekers van het iBMG
De zorgsector is het domein waarop de onderwijs- en onderzoeksprogramma’s van het iBMG zijn gericht. Het is evident dat politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in de afgelopen jaren
5
heeft in 2008 geresulteerd in de weloverwogen keuze voor een drietal thema’s als voornaamste aandachtsgebieden binnen het onderzoeksprogramma van het iBMG: u Marktordening en stelselinrichting u Kwaliteit en doelmatigheid in de zorg u Management en organisatie van zorgverlening Gedurende de verslagperiode vond nadere invulling van het onderzoek binnen deze thema’s plaats en werd met behulp van het innovatiebudget een extra stimulans gegeven aan de multidisciplinaire aanpak van (de invulling van) het onderzoek. Dit innovatiebudget voor onderzoek is in 2007 door het iBMG ingesteld en vormt een aanvulling op de al bestaande financiering op basis van wetenschappelijke output, zoals publicaties en promoties. Wat deze wetenschappelijke prestaties betreft: de wetenschappelijke kwaliteit van onderzoek van het iBMG – uitgedrukt in de CWTS score – laat na een iets mindere periode weer een stijging zien in de verslagperiode naar 1.25, ruim boven het wereldgemiddelde! In aanvulling hierop verschenen er in deze verslagperiode vijftien proefschriften en werden er zes inaugurele redes uitgesproken. Tevens werd er op initiatief van ons instituut een breed scala aan workshops, symposia en conferenties gehouden, zowel nationaal als internationaal. Voorbeelden hiervan zijn de Summer School on Health Law, the International Conference on Health Care Rationing en het congres Health Care and Trade. Vermeldenswaardig is verder dat in 2010 wederom vier economen uit de jaarlijkse ESB Economentop-40 bij het iBMG werkzaam zijn. Tot de onderscheidingen en prijzen die verder aan medewerkers van het iBMG werden toegekend behoren onder andere: de Prof. H.W. Lambersprijs, vijf prijzen van de International Society for Pharmacoeconomics and Outcomes Research
6
(ISPOR), de Scriptieprijs van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuisdirecteuren (NVZD) en de Harkness Fellowship van The Commonwealth Fund. De komende jaren zullen we prioriteit blijven geven aan het publiceren van onze onderzoeksresultaten via internationaal vermaarde, peer-review tijdschriften, zonder overigens hierbij het maatschappelijk belang van een goede informatievoorziening ten behoeve van de Nederlandse zorgsector uit het oog te verliezen. Dat het onderzoek van het iBMG in een maatschappelijke behoefte voorziet blijkt onder andere uit het gegeven dat meer dan vijftig procent van het onderzoek bekostigd wordt via de tweede en derde geldstroom; zelfstandige publieke organisaties zoals ZonMw en private instellingen waaronder zorgverzekeraars en farmaceutische bedrijven. Daarbij moet wel worden aangetekend dat de financiering vanuit met name de tweede geldstroom onder druk lijkt te zijn komen staan, vooral door recente politieke en maatschappelijke ontwikkelingen in combinatie met de economische neergang. Ook op onderwijsgebied zijn de resultaten indrukwekkend te noemen. Nog steeds namen in de verslagperiode de aantallen studenten jaarlijks met ongeveer 10% toe en steeg het aantal internationale studenten in de masteropleiding Health Economics, Policy & Law (HEPL) tot ongeveer 30% van het totale aantal studenten in die master. Dit heeft deels te maken met een groeiende behoefte van de zorgsector aan afgestudeerden met kennis en ervaring op het terrein van beleid, organisatie en bedrijfsvoering in de zorgsector. Voor een ander deel hebben deze successen zeker ook te maken met de kwaliteit van onze opleidingen. In samenwerking met de Erasmus School of Law ging tot slot in 2009 de masteropleiding
Recht & Gezondheidszorg van start. Een punt van aandacht vormt het rendement van onze opleidingen, dat naar onze mening nog verbetering behoeft. Daartoe zijn in 2010 de voorbereidingen gestart. Deze verbeteringen zijn onderdeel van een veelomvattend herstructureringsprogramma waarmee wij ons onderwijsbestel adequater willen toerusten voor het opleiden van een groeiend aantal studenten met een zeer grote diversiteit in bijvoorbeeld vooropleiding en nationaliteit. Naast het initiële onderwijs is via het aan het iBMG gelieerde Erasmus Centrum voor Management Development in de zorg (CMDz) een breed scala aan verfijnde post-initiële opleidingen en cursussen aangeboden ten behoeve van niet-medisch geschoolde bestuurders in de zorg. Daarnaast is door de Academie voor Medisch Specialisten – een samenwerkingsverband tussen het iBMG en de Orde van Medisch Specialisten en de VvAA – een postacademische opleiding aangeboden aan bestuurders met een medischspecialistische achtergrond. Verder ging, zoals eerder vermeld, in de verslagperiode de internationaal georiënteerde Diploma Course International Health & Policy Evaluation van start.
naar ongeveer 160 fte aan het eind van 2010. Mede gelet op de eerder genoemde ontwikkelingen rond de externe financiering voor onderzoek is de verwachting dat de omvang van het iBMG de komende jaren rond dit aantal zal stabiliseren. In de verslagperiode hebben we drie nieuwe hoogleraren mogen begroeten: Jan Klein (Veiligheid in de zorg), Paul Robben (Effectiviteit van het toezicht op de kwaliteit van de gezondheidszorg) en Hans Severens (Evaluatieonderzoek gezondheidszorg). Daarnaast heeft Werner Brouwer zijn functie als directeur onderzoek overdragen aan Erik Schut.
De groei van het aantal studenten en de toenemende belangstelling van externe partijen om onderzoeksopdrachten bij het iBMG te plaatsen, legden een toenemende druk op onze medewerkers en dat resulteerde in een snelle groei van het aantal vacatures bij het iBMG. De personele omvang van het iBMG is toegenomen van minder dan 120 fte aan het begin van 2009
Samenvattend: 2009 en 2010 waren voor het veld van de gezondheidszorg zeer dynamische, maar zeker ook boeiende jaren. Vele problemen en vraagstukken die hierbij zijn gerezen, zijn door onderzoekers van iBMG met grote ambitie en betrokkenheid opgepakt. Een bloemlezing hiervan treft u in dit verslag aan. Ik wens u veel leesplezier toe.
7
2 Onderzoek Prof.dr. Erik Schut, directeur onderzoek
Het iBMG is een multidisciplinair instituut dat zich op onderzoeksgebied vooral bezighoudt met complexe vraagstukken in de gezondheidszorg. Het onderzoeksprogramma bestaat uit drie hoofdthema’s: (i) Marktordening en stelselinrichting; (ii) Kwaliteit en doelmatigheid in de zorg; en (iii) Management en organisatie van zorgverlening.
De wetenschappelijke staf van het iBMG is verdeeld over vijf eigenstandige secties: Management & Organisatie van Zorgverlening, Gezondheidseconomie-iMTA, Recht & Gezondheidszorg, Bestuur & Beleid van de Gezondheidszorg en Ziektekostenverzekering. Vanuit elke sectie participeren onderzoekers in een of meer hoofdthema’s van het onderzoek. Groei, zowel op kwalitatief als op kwantitatief gebied, is het woord dat bij uitstek past bij het onderzoek van het iBMG over de jaren 2009 en 2010. Zo is het aantal publicaties in internationale wetenschappelijke peer review tijdschriften fors
8
toegenomen, van circa 100 in 2007 tot ruim 160 in 2010. Ook de invloed van ons onderzoek, gemeten met behulp van de citatiescore CWTS, is tot ons genoegen aanzienlijk gestegen tot ruim 60% boven het wereldgemiddelde voor wat betreft de belangrijkste onderzoeksgebieden van het iBMG. De groei komt ook tot uitdrukking in een sterke toename van het aantal promovendi bij het instituut. Daarnaast zijn er voor onderzoek meer externe subsidies binnengehaald uit de tweede en derde geldstroom (onder andere ZonMw en Europese subsidies).
Het totaal aan externe subsidies is tussen 2008 en 2010 gestegen van € 1,3 miljoen naar ruim € 2,3 miljoen. Met behulp van EU-financiering zijn vijf grote Europese projecten gestart, waarin nauw wordt samengewerkt met verschillende internationale universiteiten en onderzoeksinstituten (onder andere in China, Duitsland, Engeland, India, Noorwegen, Spanje, Thailand en Vietnam). Ter stimulering van de interne samenwerking heeft het iBMG in 2008 zelfstandig een innovatiefonds opgericht waarin jaarlijks € 500.000 vanuit de eerste geldstroom wordt gestort. Alle secties van het instituut kunnen onderzoeksvoorstellen indienen om in aanmerking te komen voor budget vanuit het innovatiefonds. Een iBMG-brede onderzoekscommissie beoordeelt in opdracht van de onderzoeksdirecteur alle projectvoorstellen op innovativiteit en multidisciplinariteit en brengt uiteindelijk
een advies uit over de te subsidiëren projecten. Sinds 2008 zijn er jaarlijks vier fraaie promotievoorstellen gehonoreerd. In de jaren 2009 en 2010 zijn er in totaal 15 onderzoekers binnen het iBMG gepromoveerd. Binnen de Erasmus Universiteit Rotterdam heeft het iBMG de samenwerking met andere faculteiten op het gebied van onderzoek de afgelopen jaren steeds meer geïntensiveerd. In het oog springende voorbeelden hiervan zijn de nauwere samenwerkingsbanden met Erasmus MC, de Rotterdam School of Management (RSM), de Erasmus School of Economics (ESE) en de Erasmus School of Law (ESL). Ook buiten de universiteitscampus werkt het iBMG steeds intensiever samen met een breed palet aan maatschappelijke partners, zoals het International Institute of Social Studies (ISS), het Rijksinstituut voor Volks-
9
gezondheid en Milieu (RIVM), IQ Healthcare, Nivel en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Voorts werkt het iBMG op onderzoeksgebied in toenemende mate samen met internationale partners. Naast samenwerking in verschillende EU-projecten heeft het iBMG samen met het ISS en de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg (MGZ) van Erasmus MC – gesteund door het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) en de EUR Holding – het Rotterdam Global Health Initiative (RGHI) ontwikkeld ter bevordering van onderwijs, onderzoek en advisering op het terrein van gezondheidszorg in ontwikkelingslanden. Het Rotterdam Global Health Initiative zal in 2011 daadwerkelijk van start gaan. Verschillende onderzoekers binnen het iBMG hebben zich op ook persoonlijk onderscheiden. Marleen Foets kon via
10
een aan haar toegekend fellowship van het Netherlands Institute for Advanced Study in the Humanities and Social Sciences (NIAS) een jaar lang onderzoeken in welke mate etnische verschillen in toegankelijkheid van zorg tot nog toe verklaard konden worden door middel van sociale en culturele mechanismen. Antoinette de Bont wist een prestigieuze Harkness Fellowship van The Commonwealth Fund binnen te halen, op grond waarvan zij bij Kaiser Permanente in de Verenigde Staten een jaar lang onderzoek verrichtte in samenwerking met toonaangevende Amerikaanse experts op het gebied van gezondheidszorgonderzoek. André den Exter en Mahsa Ghari wisten een Erasmus Mundus Erasmus-Columbus 2013 (ERACOL) beurs te verwerven op grond waarvan zij in Panama onderzoek hebben gedaan naar mogelijkheden ter verbetering van de volksgezondheid in Latijns-Amerika. Bachelorstudenten Anisma Gokoel en Zeynep Yildiz hadden door de SoFoKles
beurs van het Sociaal Fonds voor de Kennissector de mogelijkheid om extra onderzoekservaring op te doen binnen het iBMG. Diverse onderzoekers hebben in 2009 en 2010 onderzoeksprijzen gekregen. Pepijn Vemer, Margreet Franken en Annemieke Leunis ontvingen de prijs voor “Best New Investigator Research Podium Presentation” van de International Society for Pharmacoeconomics and Outcomes Research (ISPOR). Laura Burgers kreeg de prijs voor “Best New Investigator Research Presentation” en Maureen Ruttenvan Mölken mocht de “ISPOR Award for Excellence in Application of Pharmacoeconomics and Health Outcomes Research” in ontvangst nemen.
enerzijds de afnemende subsidiemogelijkheden en anderzijds de toenemende concurrentie op de nationale en internationale markt, is dit met recht een forse uitdaging te noemen. Daarom blijft het iBMG investeren in een optimale ondersteuning van het wetenschappelijk personeel, zodat onze onderzoekers vol enthousiasme en inzet hun werk kunnen (blijven) doen. In dit jaarverslag geven we deze onderzoekers graag de ruimte om de resultaten en het belang van hun onderzoek voor de maatschappij zelf toe te lichten.
Voor de komende jaren is het een uitdaging om het onderzoeksbudget en het aantal publicaties op peil te houden. Vanwege
11
Onderzoeksthema 1
Marktordening en stelselinrichting in de gezondheidszorg
12
Het onderzoek in dit thema wordt hoofdzakelijk uitgevoerd door de iBMG-secties Bestuur & Beleid van de Gezondheidszorg, Ziektekostenverzekering, Gezondheidseconomie-iMTA en Recht & Gezondheidszorg. ZORGSTELSEL
u Concurrentie en mededingingsbeleid in de gezondheidszorg en de zorgverzekeringmarkt (Schut, Varkevisser, Mosca) u De ratio en effecten van ziekenhuisfusies (Roos, Schut, Varkevisser) u De determinanten van het gebruik, de organisatie en financiering van langdurige zorg (Bakx, Van Doorslaer, De Meijer, Koopmanschap, Schut, Van de Ven) u Veranderingen in bestuur van de gezondheidszorg (Bal, Grit, Putters, Van der Grinten, Zuiderent-Jerak) u Strategieën van managers van zorginstellingen om aan de te stijgende eisen van het ondernemerschap te voldoen (Grit, Stoopendaal, Van der Scheer, Meurs, Putters) u Veranderingen in de posities van zorgprofessionals en de consequenties van training en onderwijs (De Bont, Meurs) u Transparantie in de zorg; de invloed van prestatie-indicatoren op onze visie op kwaliteit van zorg en de rol van ranglijsten in de gezondheidszorg (Bal) u Het besturen van innovatie; op weg naar een dynamisch innovatiebeleid (Putters, Zuiderent-Jerak) u De ontwikkeling en verspreiding van innovatie en innovatieprocessen in de hybride gezondheidszorg en in zorginstellingen (Putters, Stoopendaal, Meurs, Bal) u De relatie tussen wetenschap en beleid; het bouwen van nieuwe infrastructuren voor kennisoverdracht (Bal, De Bont, Van der Grinten) u Rechtvaardigheid en solidariteit in de gezondheidszorg vanuit het perspectief van mensenrechten (Buijsen) u Post mortem orgaandonatie in de context van het internationaal recht (Buijsen) u De uitvoering van orgaandonatie in Nederlandse ziekenhuizen (Bal, Paul)
VERZEKERINGSMARKT
u Risicoverevening tussen verzekeraars (Van Vliet, Van de Ven, Van Kleef) u Het delen van kosten door consumenten / patiënten (Van Vliet, Van de Ven, Van Kleef) u De bouw van (gezondheids)zorgmarkten en de consequenties voor de zorg (Grit, Van der Grinten, Zuiderent-Jerak, Bal) u Het gebruik van gestandaardiseerde overeenkomsten voor zorginkoop door zorgverzekeraars in het licht van het mededingingsrecht (Den Exter) u De invloed van voorkeursaanbieders van zorgverzekeraars op de keus van consumenten (Van der Geest, Laske) u Prestatiebeloning (Eijkenaar, Van Vliet, Van de Ven) u Aanvullende zorgverzekering en groepsverzekering (Schut, Van de Ven) u Billijkheid in zorggebruik in Europese landen (Van Doorslaer) u Billijkheid en financiële bescherming in de gezondheidszorg in Azië (Van de Poel, Van Doorslaer) u Community based zorgverzekeringen in India (Dror, Rutten)
PATIËNTENPERSPECTIEF
u Keuze- en verandergedrag van consumenten in de gezondheidszorg en op de zorgverzekeringsmarkt (Laske, Schut, Van der Geest, Varkevisser) u Het formuleren van het patiëntenperspectief in de gezondheidszorg (Adams, Grit, Putters, Van de Bovenkamp) u Nieuwe rollen en verantwoordelijkheden in het systeem van gereguleerde concurrentie door het bestuderen van netwerken in de gezondheidszorg; het mondiger maken van patiënten binnen de Wmo, Zvw en AWBZ (Putters, Stoopendaal, Grit) u Gelijke behandeling en toegang tot de gezondheidszorg en de implicatie van marktgerichte hervormingen in de gezondheidszorg (Buijsen) u Het eenzijdig opzeggen van een behandelingscontract door de zorgaanbieder om niet-medische redenen (Buijsen) u De motieven en kenmerken van zorgconsumenten met een persoonsgebonden budget (Oostrik, Huijsman) u Mensenrechten en biogeneeskunde (Den Exter)
13
Onderzoeksthema 1
Met de invoering van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) is de ruimte voor concurrentie in het Nederlandse zorgstelsel aanzienlijk toegenomen. Onderlinge concurrentie moet zorgaanbieders, waaronder ziekenhuizen, stimuleren om de zorg voortdurend te verbeteren en doelmatig te organiseren. In een zorgstelsel met concurrentie is adequaat mededingingstoezicht onmisbaar. Machtige marktpartijen mogen de werking van de markt niet frustreren door andere marktpartijen hun wil op te leggen. Met andere woorden, mededingingstoezicht moet zorgen voor eerlijke concurrentie. Toezicht op fusies maakt hier onderdeel van uit. Net als in andere markten lokt markwerking ook in de gezondheidszorg schaalvergroting uit. Omdat bij fusies de onderlinge concurrentie afneemt, moeten voorgenomen fusies vooraf streng worden getoetst. Als een fusie de concurrentie te sterk vermindert dan dient de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) deze te verbieden. Het toezicht op zorgfusies is een belangrijk onderzoeksthema bij het iBMG. Het mededingingstoezicht bij fusies van ziekenhuizen krijgt bijzondere aandacht. Voor effectieve concurrentie op deze belangrijke zorgmarkt is het noodzakelijk dat verzekeraars en patiënten uit voldoende ziekenhuizen kunnen kiezen. Dit is in Nederland niet zonder meer het geval. Het aantal ziekenhuisorganisaties is door
Toezicht
14
fusies in de loop van de tijd sterk gedaald. Om voldoende keuzemogelijkheden te behouden, is het cruciaal dat ziekenhuisfusies door de NMa streng worden getoetst. Helaas bestaat op dit punt reden voor ongerustheid. Eerdere besluiten van de NMa geven namelijk blijk van een onvoldoende kritisch oordeel over de potentieel nadelige effecten van deze fusies voor de concurrentie tussen ziekenhuizen. Belangrijke praktijkvoorbeelden zijn de beoordelingen van de fusies tussen Ziekenhuis Hilversum en Ziekenhuis Gooi Noord (2005), MC Alkmaar en Gemini Ziekenhuis (2007) en Ziekenhuis Walcheren en Oosterscheldeziekenhuizen (2009). Een strengere toetsing van ziekenhuisfusies is dringend gewenst. Een meer precieze afbakening van de relevante geografische markt vormt hiervan een belangrijk onderdeel. Om het fusietoezicht te kunnen verbeteren, brengt het iBMG gedetailleerd in kaart waarom sommige patiënten wel en andere patiënten niet naar verder weg gelegen ziekenhuizen reizen. Het iBMG doet vernieuwend empirisch onderzoek naar het keuzegedrag van patiënten om op die manier een beter beeld te krijgen van de uitwisselbaarheid van en onderlinge concurrentie tussen ziekenhuizen. Dit innovatieve onderzoek levert niet alleen een bijdrage aan de internationale wetenschappelijke literatuur. Ook worden via nationale publicaties beleidsaanbevelingen gedaan om het toezicht op ziekenhuisfusies in Nederland te verbeteren.
op ziekenhuisfusies “Om voldoende keuzemogelijkheden te waarborgen, moeten ziekenhuisfusies in Nederland strenger worden getoetst. Onderzoek van het iBMG naar de reisbereidheid en het keuzegedrag van patiënten levert hieraan een belangrijke bijdrage.” Dr. Marco Varkevisser
15
Onderzoeksthema 2
Kwaliteit en doelmatigheid in de gezondheidszorg Het onderzoek in dit thema wordt hoofdzakelijk uitgevoerd door de iBMG-secties Bestuur & Beleid van de Gezondheidszorg, Management & Organisatie van Zorgverlening, Gezondheidseconomie-iMTA en Recht & Gezondheidszorg. DE METHODOLOGIE EN DE TOEPASSING VAN ECONOMISCHE EVALUATIE
u Kosten-batenanalyses van zorgprogramma’s (Al, Brouwer, Hakkaart, Koopmanschap, Poleij, Redekop, Rutten, Ruttenvan Mölken, Severens, Stolk, Uyl-de Groot, Van Baal) u Het meten van utiliteit in economische evaluaties van de gezondheidzorg; studies naar het gewicht van kwaliteit van leven en de ontwikkeling en validering van andere op utiliteit gebaseerde uitkomstmaten (Attema, Bleichrodt, Brouwer, Stolk, Van Exel) u Kostprijsberekening in economische evaluaties van de gezondheidszorg (Brouwer, Hakkaart, Koopmanschap, Severens, Tan, Van Baal) u Billijkheid in economische evaluaties; het gebruik van billikheidsmaten in economische evaluaties vanuit een maatschappelijk perspectief (Brouwer, Bleichrodt, Rutten, Stolk, Van Exel) u De rol en het gebruik van informatieanalyses voor waardebepaling (Al, Rutten-van Mölken, Severens) u Beoordelingen van technologische evaluatie (Al, Severens) u De monetaire waarde van gezondheid (Brouwer, Rutten, Van Exel)
HET BASISPAKKET EN RICHTLIJNEN
u Geneesmiddelenbeleid: hoe zijn op waarde gebaseerde vergoedingssystemen het best te organiseren en hoe valt de implementatie van de daaruit voortkomende beslissingen te bevorderen? (De Bont, Koopmanschap, Rutten, Bal) u Het inzetten van economisch bewijs in richtlijnen voor de praktijk (Brouwer, Buijsen, Hakkaart, Rutten, Rutten-van Mölken, Uyl-de Groot) u De rol en constructie van veiligheidsnormen en richtlijnen voor de gezondheidszorg (Bal, Zuiderent-Jerak) u Het opnemen van diversiteit in richtlijnen: hoe geven richtlijnontwikkelaars in de ouderenzorg diversiteit en variatie een plaats in richtlijnen? (Zuiderent-Jerak)
16
u Diversiteit in richtlijnen: wat is het probleem? (Zuiderent-Jerak, Van de Bovenkamp, Hakkaart, Brouwer, Swan, Bal) u Het koppelen van economische evaluaties en gezondheidszorgbeleid – afbakening van het basispakket (Brouwer, Koopmanschap, Redekop, Rijnsburger, Stolk, Van Baal)
UITKOMSTENONDERZOEK: EFFECTEN VAN GENEESMIDDELEN EN MEDISCHE TECHNOLOGIE IN DE PRAKTIJK
u Studies naar de kosteneffectiviteit van gezondheidstechnologie (nadruk op dure ziekenhuismedicijnen) (Rutten, Uyl-de Groot) u Studies naar verschillen in gezondheid, zorggebruik en toegankelijkheid tussen autochtone Nederlandse patiënten en patiënten uit etnische minderheden; grensoverschrijdende culturele validiteit van meetinstrumenten om de gezondheidstoestand te beoordelen (Agyemang, Denktaş, Foets) u Informele zorg: bestuderen van informele zorg, de impact op mantelzorgers en zorgontvangers (Brouwer, Koopmanschap, Van Exel) u De rol van databanken bij besluitvorming over het verzekerde pakket (De Bont, Bal) u Het bestuderen van de kosteneffectiviteit van complexe ingrepen en ziektemanagement (Rutten-van Mölken)
GEZONDHEID EN INKOMEN
u Economische studies in ontwikkelingslanden; kosteneffectiviteitsstudies, ziektelaststudies en zorgverzekeringen in ontwikkelingslanden (Dror, Rutten, Uyl-de Groot, Van de Poel, Van Doorslaer) u Billijkheid in de financiering en verstrekking van gezondheidszorg in ontwikkelingslanden (Van Doorslaer, O’Donnell, Van de Poel) u Inkomen, gezondheid en werk tijdens de levensloop; trends in de ongelijkheid van inkomen en gezondheid in Europa (Van Doorslaer, Van Ourti) u Economie van gezondheidsgedrag en volksgezondheid (Brouwer, Van Exel) u Gezondheid van migranten en etnische groepen (Foets, Koopmans) u Gezondheid, werk en productiviteit (Hakkaart, Koopmanschap, Lötters, Severens)
17
Onderzoeksthema 2
Sinds de oprichting van het iBMG in 1982 vormen de sociaal-medische wetenschappen een van de hoekstenen van de onderzoek- en onderwijsprogramma’s. Een onderzoeksgroep onder de leiding van professor Han Moll kreeg de verantwoordelijkheid om dit gebied verder te ontwikkelen. Onder zijn opvolgers kreeg het onderzoek een breder perspectief, met een verschuiving van het microniveau van de patiënt, de zorgverlener en hun onderlinge relaties naar het bevolkingsniveau. Centraal kwamen nu te staan de gezondheid van de bevolking en de determinanten daarvan, inclusief het zorgstelsel. De sociaal-medische onderzoeksgroep maakt nu deel uit van de sectie Gezondheidseconomie-iMTA. De belangrijkste aandachtspunten van de sociaal-medische onderzoeksgroep zijn: u het gebruik van, en de toegang tot de gezondheidszorg; u omgaan met (chronische) ziekte en de sociale steun daarbij; u kwaliteit van zorg. Verder is een deel van het onderzoek meer gericht op epidemiologische aspecten. Recent is bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar gezondheid op het werk en de relatie tussen risicovol gedrag en gezondheidsuitkomsten. Dit laatste onderwerp laat zich goed illustreren door het promotieonderzoek van Wim Labree over oudergedrag in relatie tot overgewicht bij Nederlandse schoolkinderen. Gezien deze brede focus spreekt het vanzelf dat onze
Sociaal-
18
onderzoek- en onderwijsprogramma’s multidisciplinair van aard zijn. Vooral de (sociale) epidemiologie, de medische sociologie, en de gezondheidspsychologie worden er vaak bij betrokken. Heel vaak ook is ons onderzoek nauw verweven met andere disciplines binnen het iBMG. In de afgelopen jaren zijn we ons sterk gaan richten op ongelijkheden tussen migranten en de autochtone Nederlandse bevolking wat betreft zowel de toegang tot als de kwaliteit van de zorg in verschillende settings, zoals de eerstelijnszorg, de geestelijke gezondheidszorg, de thuiszorg, en de prenatale zorg. In dit verband kunnen twee promotieonderzoeksprojecten worden genoemd, die van Semiha Denktaş en Anushka Choté. Beiden promoveren in 2011. Behalve observatiestudies hebben we ook experimenteel onderzoek uitgevoerd, waarin interventies zijn geëvalueerd die zouden moeten leiden tot betere toegang tot en betere kwaliteit van de zorg voor groepen migranten. In samenwerking met collega’s in het AMC is de ervaring op dit gebied in een leerboek vastgelegd. Een blijvende uitdaging vormt de vraag welke tussenmechanismen (zoals socio-economische status) verantwoordelijk zijn voor verschillen tussen migranten- en autochtone bevolkingsgroepen, omdat niet het migrant zijn op zich dergelijke ongelijkheden hoeft te veroorzaken. In dit verband kijken we naar belangrijke mechanismen zoals migratieervaringen, met inbegrip van discriminatie; maar ook naar culturele mechanismen en gezondheidsvaardigheid (health literacy).
medische wetenschappen “Een blijvende uitdaging vormt de vraag welke tussenmechanismen (zoals socio-economische status) verantwoordelijk zijn voor verschillen tussen migranten en autochtone bevolkingsgroepen” Dr. Marleen Foets
19
Onderzoeksthema 3
Management en organisatie van zorgverlening
20
Het onderzoek in dit thema wordt hoofdzakelijk uitgevoerd door de iBMG-secties Bestuur & Organisatie van de Gezondheidszorg en Management & Organisatie van Zorgverlening. KWALITEIT EN VEILIGHEID IN ZORGVERLENING
u Patiëntveiligheid in de gezondheidszorg, bijvoorbeeld in de eerste lijn, geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg (De Bont, ZuiderentJerak, Robben, Bal) u Effectiviteit van toezicht op de kwaliteit van zorg (Robben) u Evaluatie van ‘Zorg voor Beter’, een Nederlands zorgprogramma voor de verbetering van langdurige zorg (Nieboer, Strating, Zuiderent-Jerak, Stoopendaal, Bal) u Evaluatie van een grootschalig kwaliteitsverbeteringsprogramma voor de overgang van jonge mensen met chronische aandoeningen naar volwassenenzorg (Nieboer, Strating, Van Staa) u Geriatrisch Netwerk Rotterdam en Omgeving (GENERO), een zorgprogramma gericht op preventie en reactivering (Koopmanschap, Mackenbach, Nieboer, Van Wijngaarden) u Ziektemanagement: evaluatie van zorgprogramma’s voor COPD en neuropathische pijn en 22 praktijkprojecten van ZonMw (Cramm, Lemmens, Nieboer, Rutten-van Mölken, Huisman, Bal) u Kwaliteit en veiligheid in Europese ziekenhuizen (Bal, Weggelaar, Quartz) u Beheersen van kwaliteit en veiligheid in zorginstellingen (Bal, Øvretveit, Putters) u Evaluatie van doorbraakprojecten over gezamenlijke trombolytische zorg bij een acute beroerte (PRACTISE) (Huijsman, Niesen, Van Wijngaarden) u Time Out Procedure in operatiekamers (Dekkers-Van Doorn, Huijsman, Klein, Van Wijngaarden)
PROCESSEN VAN ZORGVERLENING
u Bedrijfsvoering en vraagafhankelijke benaderingen van zorguitkomsten en kosten-batenanalyses (Elkhuizen, Van de Klundert, Vissers) u Zorgpaden en logistieke controle; projecten in het Oogziekenhuis Rotterdam, zorgpaden in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), het Jeroen Bosch Ziekenhuis en het Catharina Ziekenhuis Eindhoven (Vissers, De Vries) u Doelmatigheidsverbetering in operatiekamers door variatievermindering (Vissers, De Vries, Stepaniak, Tweesteden Ziekenhuis) u Geïntegreerde bed- en personeelsplanning op verschillende controleniveaus (Vissers, De Vries, Berrevoets, UMC Radboud) u Geïntegreerde vertrekkingssystemen in de ouderenzorg (Fabbricotti, Huijsman, Meurs, Putters) u Organisatie van geïntegreerde eerstelijnszorg (De Bont) u Geïntegreerde zorg in lokale netwerken; relaties tussen zorgmanagement, lokale overheden en het opstellen van nieuwe overeenkomsten en regelingen in het verstrekken van geïntegreerde zorg (Grit, Putters, Stoopendaal) u Verbeteren van de uitvoering van palliatieve zorg (Van de Klundert, Van Wijngaarden)
HUMAN RESOURCE MANAGEMENT
u Evaluatie van de introductie van een op resultaat gebaseerd curriculum voor het opleiden van medisch specialisten (De Bont, Meurs) u Interventies om teamprestaties te verbeteren (Klein, Van Wijngaarden) u HRM en teamprestaties in de gezondheidszorg (Buljac, Paauwe, Veld, Van Wijngaarden) u Zorgketens (Van Wijk, Van Dijk, Paauwe)
FINANCIEEL MANAGEMENT IN ZORGVERLENING
u Het meten van de mogelijkheden van innovaties en ondernemerszin (Van Ineveld, Klein, Van de Klundert) u Zorginkoop (Van Ineveld, Van de Klundert)
21
INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE
u Het gebruik van informatietechnologie in de gezondheidszorg: de effecten van de implementatie van ICT in de gezondheidszorg op professionele relaties binnen en tussen zorgaanbieders en effecten van ICT op zorgprocessen en de kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg (De Mul, Aarts, Bal, De Bont) u Gezondheidsinformatietechnologie en medicatieveiligheid (Aarts, Bal) u Opbouw en effecten van zorgportalen (Adams, Bal, De Mul) u Patiënten en internet: bloggen, crowdsourcing en ontwikkeling van mobiele gezondheid (Adams) u Het gebruik van digitale buitenklinieken en nieuwe informatietechnologieën in het mondiger maken van patiënten en het verbeteren van de doelmatigheid van zorgpraktijken (MijnZorgNet) (Adams, Putters) u De betrouwbaarheid van informatie op internet; het gebruik van medische informatie van internet en de betrouwbaarheid van online gezondheidsinformatie die wordt beheerd door zowel patiënten en (non-)gouvernementele initiatieven (Adams, Bal, De Bont)
METHODOLOGIE VAN MANAGEMENT EN ORGANISATIEWETENSCHAPPEN IN DE GEZONDHEIDSZORG
u Evaluatie van complexe interventies in de gezondheidzorg (Bal, Nieboer) u Evaluatie van ziekenhuisprestaties tijdens de Nederlandse stelselhervormingen (Van Ineveld, Van de Klundert, Van Oostrum, Steenhoek) u Begrijpen van organisatieontwikkelingen van ziekenhuizen (Muijsers, Scholten, Van de Klundert)
22
23
Onderzoeksthema 3 24
Het iBMG is een van de deelnemers aan een driejarig project met de naam Managed Outcomes, gefinancierd via het Seventh Framework Programme Health 2009 van de Europese Unie. Dit project loopt van januari 2010 tot december 2012. De Aalto University in Helsinki fungeert als de wetenschappelijke coördinator van het project en er is een consortium gevormd van 10 partners uit 8 landen. Het projectteam van iBMG bestaat uit Jan Vissers, Sylvia Elkhuizen, Mahdi Mahdavi en Joris van de Klundert. Bij Managed Outcomes gaat men er van uit dat benaderingen vraaggericht zijn en op operationeel management bijdragen tot verbeterde gezondheidsuitkomsten en kosten / baten in de regionale zorgverlening. Dit wordt onderzocht voor vier verschillende aandoeningen: diabetes mellitus type 2, beroerte, heupoperatie, en hospitalisatie met dementie als co-morbiditeit. Deze selectie is gebaseerd op de veronderstelling dat alleen vernieuwende trajecten voor patiënten met deze aandoeningen de toegenomen vraag naar gezondheidszorg binnen Europa het hoofd kunnen bieden. In 2010 heeft het iBMG de methodologie voor het project ontwikkeld. De kern hiervan is een operationeel model om regionale netwerken van zorgaanbieders voor een specifieke patiëntengroep gestandaardiseerd te beschrijven. Het operationele model verbindt de vraag met de
diensten, het zorgpad, en de middelen en de kosten. Deze gestandaardiseerde beschrijving wordt aangevuld met klinische data van de procesuitkomsten en een enquête onder de gebruikers van de aangeboden diensten binnen het regionale zorgverleningsysteem. Pilotstudies met deze methodologie zijn uitgevoerd voor de vier gekozen patiëntengroepen. De ontwikkelde kwantitatieve modellen zullen worden gebruikt voor het verzamelen van gegevens en het analyseren daarvan in de volgende fasen. Bij het iBMG hebben we als pilot gekeken naar het zorgaanbod voor patiënten met diabetes type 2 in de regio’s Delft Westland Oostland en Nieuwe Waterweg Noord. Na deze pilotstudies zijn zes landen begonnen met het verzamelen van gegevens voor de casestudies voor de vier patiëntengroepen. Wat betreft Nederland voert het iBMG deze casestudies uit. In 2011 worden de resultaten voor deze zes landen vergeleken; dit zal duidelijk maken welke modellen als best practise aangemerkt kunnen worden. In een volgende fase worden de bevindingen besproken in zowel nationale en internationale workshops, en deze zullen input opleveren voor de ontwikkeling van een scenario. De scenarioanalyses zullen meer inzicht verschaffen in de mate waarin de best practise modellen de toekomstige uitdagingen in de Europese gezondheidszorg aankunnen.
Managed outcomes “Bij Managed Outcomes gaat men er van uit dat benaderingen die gebaseerd zijn op de vraag en op operationeel management bijdragen tot verbeterde gezondheidsuitkomsten en kosten / baten in de regionale zorgverlening.” Prof.dr.ir. Jan Vissers en dr.ir. Sylvia Elkhuizen
25
Global Health: speerpunt in onderzoek en onderwijs Dr. Ellen van de Poel, universitair docent en onderzoeker
Streven naar een betere gezondheid van de bevolking en een rechtvaardiger verdeling daarvan in ontwikkelingslanden is een internationale verantwoordelijkheid. In 2010 werd voor het eerst de Diploma Course International Health & Policy Evaluation (IHPE) aangeboden, opgezet door het iBMG samen met het International Institute of Social Studies (ISS) en de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg (MGZ) van Erasmus MC. Het 10 weken durende programma had als doel de deelnemers de essentiële kennis bij te brengen op het gebied van gezondheidszorgonderzoek om te komen tot rationele besluitvorming en beleidsevaluatie. De belangrijkste onderwerpen die aan bod kwamen waren ondermeer: het meten van de bevolkingsgezondheid, evaluatie van interventies en beleidsdocumenten, kosten-batenanalyse, het aangeven van prioriteiten, goed bestuur, en een evenwichtige voorziening en financiering van de gezondheidszorg. De veertien deelnemers in 2010 waren overwegend mid-career professionals uit ontwikkelingslanden. Naast van het feit dat deze Diploma Course een uitstekende bijdrage kan leveren aan gezondheidsverbeteringen wereldwijd, worden ook de banden tussen de deelnemende instituten verder versterkt. Verbeteringen van de gezondheid in ontwikkelingslanden kunnen alleen tot stand komen door onderzoek naar financiering van de gezondheidszorg. De Diploma Course International Health & Policy Evaluation past naadloos in een breder initiatief van het iBMG om de onderzoekslijnen en onderwijsprogramma’s op het gebied van de mondiale gezondheidszorg uit te breiden. Al eerder in 2009 werden twee grootschalige door de Europese Unie gefinancierde onderzoeksprojecten toegewezen aan het iBMG, beide gericht op het evalueren van innovatieve interventies in de financiering van zorg in Azië. In het ene project, Community Based Health Insurance (CBHI), wordt een innovatieve, op solidariteit gebaseerde zorgverzekeringmethode in India geëvalueerd. Health Equity and Financial Protection in Asia (HEFPA) is het andere project, waarin wordt gekeken naar de effecten
26
van recente grootschalige herstructureringen van de gezondheidszorg in zes Aziatische landen. Onderdeel van het HEFPA project is bijvoorbeeld een evaluatie van de impact van het zogenaamde New Cooperative Medical Scheme dat op het platteland in China is geïntroduceerd. Dit verzekeringsstelsel beoogt de boeren te verzekeren tegen de catastrofale kosten van ziekte en hen betere toegang te geven tot medische zorg. Binnen HEFPA zetten onderzoekers van het iBMG, de Shandong University en de Oxford University experimenten op waarmee men kan evalueren of bepaalde interventies – gericht op zowel de vraag- als de aanbodzijde – de impact van het programma op de toegang tot medische zorg en financiële bescherming kunnen vergroten. In 2010 heeft het iBMG zijn onderzoekshorizon uitgebreid naar het Afrikaanse continent, onder andere door partnerrelaties aan te gaan met het ISS, het Africa Study Center, de Ethiopian Economics Association en de Addis Ababa University voor een door het NWO gefinancierd project ter evaluatie van Community Based Health Insurance (CBHI) in Ethiopië. Ook wordt samengewerkt met het Amsterdam Institute for International Development bij het evalueren van verzekeringsmethoden in Kenia. De kennis die door deze projecten wordt gegenereerd, is waardevol voor beleidsmakers die voor de uitdaging gesteld zijn om belangrijke maatschappelijke gezondheidsproblemen aan te pakken terwijl er steeds minder geld en menskracht beschikbaar is.
27
Zorg met behulp van datamanagement Antoinette de Bont Harkness Fellow bij Kaiser Permanente
In 2010 ontving Antoinette de Bont een Harkness Fellowship for Health Care Policy and Practice van de Commonwealth Foundation. Harkness fellows worden benoemd op basis van goede prestaties in beloftevol onderzoek naar beleid en praktijk in de zorg. Antoinette kreeg dit prestigieuze fellowship om onderzoek te doen naar de organisatie van de eerstelijnszorg. Antoinette de Bont is universitair docent bestuur en beleid van de gezondheidszorg bij het iBMG. Haar onderzoekswerk is gericht op rolveranderingen van professionals. Ze heeft onderzocht hoe delegeren van taken mogelijk wordt door de informatietechnologie en hoe het gebruik van administratieve gegevens voor kwaliteitsbewaking de relatie tussen professionals en verzekeraars heeft gewijzigd. Tevens heeft ze onderzocht hoe de verhouding tussen specialisten in de ziekenhuizen enerzijds en hun managers anderzijds verandert door de invoering van een resultaatgericht curriculum voor medisch specialisten. In de afgelopen twee jaar heeft Antoinette zich in haar onderzoek voornamelijk gericht op patiëntveiligheid, omdat verwacht werd dat de verschuiving van kwaliteitsmanagement naar veiligheidsmanagement een nieuwe stap zou betekenen in de richting van klinisch bestuur. Antoinettes uitgebreide onderzoekservaring bij het iBMG bleek zeker waardevol tijdens haar fellowship. De Harkness Fellowship biedt mid-career zorgonderzoekers een unieke gelegenheid om samen te werken met toonaangevende
“Worstelen met de verschuivende grenzen tussen het normale en het abnormale” experts op het gebied van zorgbeleid in de Verenigde Staten. Antoinette deed onderzoek bij Kaiser Permanente, een geïntegreerde organisatie voor de gezondheidszorg in Oakland, Californië. In de zomer van 2009, vlak voordat de herstructurering van de zorgverzekering van kracht werd in de VS, complimenteerde president Obama Kaiser Permanente met de voorbeeldige rol die de organisatie speelt bij het betaalbaar maken van de zorg: “Als we er echt in zouden slagen ons zorgstelsel op het efficiëntieniveau van Kaiser Permanente te brengen (...), dan waren onze problemen in feite opgelost.” Ook Nederlandse beleidsexperts zien organisaties zoals Kaiser Permanente
28
als de voorlopers bij het realiseren van een werkelijk concurrerende zorgmarkt, waarin organisaties elkaar beconcurreren op prijzen, maar ook op service en kwaliteit. Bovendien is Kaiser Permanente voor Nederlanders een uitstekend voorbeeld van hoe doelmatige samenwerking in de eerstelijnszorg kan worden georganiseerd. Bij Kaiser Permanente is datamanagement de belangrijkste leidraad voor het verstrekken van eerstelijnszorg. Door de invoering van een algemeen elektronisch patiëntendossier is het werkterrein van de eerstelijnsartsen geleidelijk aan verschoven van de spreekkamer naar de werkkamer. Op een normale dag zien eerstelijnsartsen 20 tot 24 patiënten in persoon en 80 patiënten elektronisch. In de werkkamer controleren ze medicaties, schrijven ze herhalingsrecepten voor, beantwoorden ze e-mailberichten van patiënten, en – nog belangrijker – besluiten ze wat te doen met testuitslagen. Deze testuitslagen zijn centraal komen te staan in de opvattingen van zorgverleners en patiënten over ziekte en gezondheid. Een belangrijke vraag hierbij is of en onder welke omstandigheden het gebruik van gegevens productief is of juist misleidend. “Bij mijn observaties heb ik gezien hoe zowel de patiënten als de artsen worstelen met de verschuivende grenzen tussen het normale en het abnormale. Zij zijn vooral verontrust over de medicijnen die patiënten geacht worden in te nemen, en dan vooral over de directe kosten en bijwerkingen van die medicijnen. Toch is bij Kaiser Permanente, volgens hun eigen gegevens, het aantal sterfgevallen als gevolg van hart- en vaatziekten met 30% afgenomen, dankzij het wijdverbreide gebruik van bloeddruk- en cholesterolverlagende medicijnen en antidiabetica.” In 2011 en 2012 zal Antoinette de Bont verder onderzoek doen naar de effectieve organisatie van de eerstelijnszorg. Met de ervaring die ze heeft opgedaan bij Kaiser Permanente hoopt Antoinette een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van geïntegreerde en krachtige organisaties in de eerstelijnsgezondheidszorg.
29
Erasmus-Columbus 2013 André den Exter en Mahsa Ghari in Panama met ERACOL beurs
In 2010 hebben André den Exter (docent gezondheidsrecht) en Mahsa Ghari (student van de bachelor Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidzorg) een ERACOL scholarship ontvangen. In het kader daarvan kregen beide de gelegenheid een tijdje door te brengen aan een van de partneruniversiteiten in Panama. ERACOL (Erasmus-Columbus 2013) scholarships zijn in het leven geroepen ter wederzijdse verrijking en een betere verstandhouding tussen de Europese Gemeenschap en Latijns-Amerikaanse landen. De doelgroep bestaat uit studenten en afgestudeerden van universiteiten in Colombia, Costa Rica en Panama, en van Europese partneruniversiteiten die in het kader van mobiliteitsprogramma’s enige tijd in het buitenland willen studeren of onderzoek willen doen. André den Exter ging twee keer naar Panama City in 2010. Hij implementeerde een onderwijsprogramma aan de Latin University of Panama en organiseerde een congres over gezondheidsrecht. Het onderwijsprogramma bestond uit een serie lezingen over internationaal gezondheidsrecht en gezondheidsethiek. Verder organiseerde Den Exter een international congres onder de titel Access to Health Care in the Latin American Region, waarin ideeën werden uitgewisseld en suggesties werden gedaan ter verbetering van de toegang tot de gezondheidszorg. De doelgroep bestond uit medisch professionals en geneeskunde- en/of rechtenstudenten, die de kans kregen hun kennis
“Het was een enorm waardevolle ervaring om in Panama vooral buiten mijn comfortzone te werken” op het gebied van de gezondheidszorg uit te wisselen. Verschillende onderwerpen kwamen aan de orde, zoals: het concept van het internationale gezondheidsrecht, huidige problemen in en de toekomst van het gezondheidsrecht, mensenrechten en de gezondheidszorg, rechten met betrekking tot genetisch onderzoek in relatie tot zorgverstrekking, ethiek van de gezondheidszorg, en richtlijnen voor klinische trials. Mahsa Ghari verbleef zeven maanden lang in Panama. Aan de faculteit voor Criminologie van de National University of Panama deed ze onderzoek naar de preventie van Intimate Partner Violence (IPV) en geschikte screeningmethoden. IPV is een speciale vorm van huiselijk geweld. Dit vormt een groot probleem vormt in
30
Panama, in hoofdzaak vanwege de machocultuur daar. Ghari merkte dat er enorme culturele verschillen zijn tussen Europese landen en Panama. Terwijl een strakke planning en bureaucratische regeltjes onvermijdelijk zijn in Europa, staan in Panama de LatijnsAmerikaanse flexibiliteit en een ontspannen houding op de voorgrond. In het begin was het voor Ghari niet gemakkelijk om van een hoogst doelmatige benadering over te schakelen naar een wat tragere versie. Achteraf gezien zijn de eerste drie maanden van innerlijke conflicten toch wel waardevol geweest. Ze kreeg de gelegenheid om Spaans te leren en zich op sociaal gebied verder te ontplooiien. Nadat ze nieuwe vrienden had gemaakt, het land had verkend en de Panamese keuken had leren kennen, had Ghari zich volmaakt aangepast aan de omgeving, de mensen en de taal. Tegen die tijd boekte ze ook vooruitgang in haar onderzoek. IPV wordt gedefinieerd als lichamelijk, seksueel en/of psychologisch geweld binnen een intieme relatie. Meestal zijn vrouwen slachtoffer worden van dit soort geweld. Mondiaal staat Panama op de tiende plaats wat betreft geweld tegen vrouwen. Die vrouwen hebben medische zorg nodig – hetzij voor zichzelf of voor hun kinderen – en in beide gevallen worden artsen het eerst geïnformeerd over hun lijden. Ghari beschreef daarom de IPV-screeningmethode en de mate van toepassing onder een groep artsen in een afdeling spoedeisende hulp. Het bleek dat slechts de helft van de artsen op IPV screenden, voornamelijk vanwege gebrek aan middelen en tijd. Verder werd een grote discrepantie gevonden tussen de training die men had gevolgd op het gebied van IPV en de training zoals men die zei te prefereren. Ten slotte waren deze artsen zich slechts weinig bewust van beleidsregels en protocollen. The conclusie van Ghari’s onderzoek luidde dat de preventie van IPV in Panama beter ontwikkeld zou moeten worden. Voor Mahsa Ghari is deze buitenlandstage een fantastische ervaring geweest. “Het was een enorm waardevolle ervaring voor mij om in Panama vooral buiten mijn comfortzone te werken en dagelijks nieuwe uitdagingen aan te gaan. Ik vind dat iedere student minimaal zes maanden in het buitenland zou moeten doorbrengen, om je zo te kunnen wapenen tegen de onvoorspelbaarheid van het leven na het afstuderen.”
31
3 Onderwijs Prof.dr. Roland Bal, directeur onderwijs
De gezondheidszorg kan zich de laatste jaren verheugen op een toenemende belangstelling. Geen dag gaat voorbij of er staat wel een aantal berichten in de krant over de gezondheidszorg.
De geleidelijke introductie van marktwerking houdt de gemoederen van velen bezig en moet leiden tot een efficiëntere organisatie van de zorg. Maar de markt brengt ook met zich mee dat zorginstellingen in financiële problemen kunnen raken. Problemen rond de kwaliteit en veiligheid van zorg – of het nu gaat over ‘pyjamadagen’, onnodige sterfgevallen in ziekenhuizen of het gebruik van isoleercellen in de geestelijke gezondheidszorg – zijn aan de orde van de dag. De zorg moet bovendien patiëntgerichter worden en beter inspelen op de mogelijkheden voor preventie. De organisatie van de gezondheidszorg wordt steeds complexer. De zogeheten ‘dubbele vergrijzing’ maakt dat er een toenemend beroep wordt gedaan op de zorg. Doordat overlevingskansen steeds beter worden, stijgt het aantal chronisch zieken snel. Bovendien neemt de
32
specialisatie steeds meer toe, met alle problemen van afstemming die daar bij komen kijken, en worden er steeds complexere medische technieken ingevoerd die ook organisatieveranderingen vragen. Steeds meer wordt er een beroep gedaan op de gezondheidszorg en dat heeft ook vergaande consequenties voor de arbeidsmarkt. Kortom: de gezondheidszorg staat voor een aantal grote uitdagingen. Om die uitdagingen aan te kunnen gaan, zijn veel slimme en goed opgeleide mensen nodig. Veel zorgprofessionals natuurlijk: artsen, verpleegkundigen, paramedici. Maar daarnaast ook veel mensen die juist kunnen helpen de gezondheidszorg op een andere manier in te richten: managers dus. Managers die veel verstand hebben van hoe de gezondheidszorg precies in elkaar steekt en die weten wat de juridische positie van patiënten, professionals en zorginstellingen
is. Managers die weten hoe financieringsstromen in de gezondheidszorg lopen, die snappen hoe zorginstellingen bestuurd moeten worden en die inzicht hebben in de soms complexe verhouding tussen leidinggevenden en professionals in de zorg. Managers die weten hoe zorgprocessen op een efficiënte manier kunnen worden ingericht en ondersteund door de nieuwste informatietechnologie. Maar vooral managers die de creativiteit en durf hebben om in deze complexe tijd met nieuwe ideeën te komen en die in te voeren. Het iBMG heeft zich de afgelopen jaren met succes ingezet om precies dat type studenten op te leiden, en niet zonder succes. In de afgelopen jaren heeft het iBMG zich wederom kunnen verheugen op een sterke groei van het aantal studenten: van 595 studenten in september 2008 naar 765 studenten in september 2010. Verheugend dat deze stijging mede wordt
ingegeven door de toename van het aantal internationale studenten naar ruim 30 in 2010. Studenten vinden bovendien snel hun weg op de arbeidsmarkt. Binnen drie maanden na het afstuderen heeft vrijwel iedereen emplooi gevonden binnen de gezondheidszorg. De kwaliteit van het onderwijs is, ondanks de sterke groei, goed gebleven. De accreditatie van de bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg (BMG) en van de master Health Economics, Policy & Law (HEPL) zijn vlekkeloos verlopen. De accreditatie van de master Zorgmanagement (Zoma) is met één jaar uitgesteld. Daarop vooruitlopend is binnen deze master sterk geïnvesteerd in de kwaliteit van het scriptietraject en het starten van een Honours Programme. Ook de rendementen zijn de afgelopen jaren gelukkig verbeterd, hoewel hier nog steeds werk ligt.
33
Zo is het rendement (na vier jaar) van de bacheloropleiding inmiddels 68% en het rendement (na twee jaar) van de master Zorgmanagement 65%. Alleen de master Health Economics, Policy & Law is met een rendement van 23% nog wel een zorg, hoewel ook het rendement van het Bindend Studieadvies (BSA) in de bacheloropleiding nog voor verbetering vatbaar is. Onze doelstelling is overigens om de rendementen van alle opleidingen naar minimaal 70% te krijgen. Daar wordt ook de komende jaren weer veel in geïnvesteerd, onder meer met behulp van het B1-project dat zich richt op het verbeteren van (het rendement van) de bacheloropleiding. Op onderwijsgebied timmert het iBMG ook internationaal steeds meer aan de weg. Zo zijn er nieuwe samenwerkingsrelaties beklonken met universiteiten in Innsbruck (Oostenrijk) en Ankara (Turkije), waardoor het aantal uitwisselingsstudenten inmiddels
34
is opgelopen tot zo’n 15 à 20 per jaar. Met de universiteiten van Oslo (Noorwegen), Innsbruck (Oostenrijk) en Bologna (Italië) wordt bovendien hard gewerkt aan het opzetten van een internationale joint master degree. Verder is ook de samenwerking met het Hoger Beroepsonderwijs (hbo) de afgelopen jaren versterkt. Zo is er een nieuw schakelprogramma ontwikkeld, dat vooral gericht is op zij-instromers: studenten die vanuit een hbo- of andere wo-opleiding willen doorstromen naar een van de masteropleidingen van het iBMG. Gesprekken met de Hogeschool Rotterdam zijn gaande om te onderzoeken of een drempelloze overgang van bepaalde hboopleidingen naar de masteropleidingen van het iBMG op termijn wellicht mogelijk zou zijn.
Hoewel er de afgelopen periode veel is bereikt, zijn er zeker nog diverse uitdagingen voor de komende jaren. Naast het verbeteren van de rendementen gaat het er vooral om de almaar groeiende aantallen studenten goed te kunnen blijven opvangen. Hiervoor zullen onder andere de onderwijsondersteunende processen aangepast moeten worden en dient het eveneens rap groeiende docentencorps steeds goed te blijven worden geëquipeerd via trainingen en feedback. De toenemende diversiteit van de studenten – deels door het groeiende aantal buitenlandse studenten – vereist bovendien aanpassingen in het onderwijs. Uiteraard zal het onderwijs daarnaast steeds moeten blijven inspelen op actuele ontwikkelingen in de zorgsector.
35
Bachelor Gezondheidswetenschappen, BMG Drs. Astrid van Keulen, adviseur onderwijs
Het gaat goed met de bachelor Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg. Niet alleen op het vlak van de studentenaantallen (ongeveer 160 nieuwe aanmeldingen voor 2010-2011 en een slagingspercentage van 68% na 4 jaar) en positieve onderwijsevaluaties, maar ook op het vlak van de verworven heraccreditatie. De jaren 2009 en 2010 hebben voor de bachelor Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de heraccreditatie. In 2009 is het zelfevaluatierapport geschreven en in april 2010 heeft de visitatie plaatsgevonden. Belangrijkste conclusie is dat de bachelor positief is geëvalueerd door de visitatiecommissie. De commissie sprak vooral haar waardering uit over de opbouw van het curriculum, de opbouw van mono-, naar multi- en interdisciplinaire inhoudelijke vakken, gecombineerd met de zichtbare M&T- en vaardighedenlijn. Uiteraard zijn er tijdens het accreditatietraject ook verschillende aandachtspunten geformuleerd en aanbevelingen gedaan om het curriculum van de bacheloropleiding verder te verbeteren. Zo is bijvoorbeeld gesuggereerd om de verdeling van het aantal ECTS tussen de vakken in met name het eerste jaar evenwichtiger te maken, na te gaan hoe het hoge percentage uitval onder studenten in het eerste jaar gereduceerd kan worden, meer aandacht te besteden aan schrijfvaardigheid wat zou moeten resulteren in betere scripties en tot slot te onderzoeken waarom studenten het eerste jaar qua studiebelasting als licht ervaren terwijl er tegelijkertijd relatief veel studenten uitvallen. Deze aanbevelingen sloten goed aan bij de initiatieven vanuit de Erasmus Universiteit (Goed uit de Startblokken, Nominaal is Normaal) en andere plannen vanuit het iBMG. In 2010 is het iBMG voortvarend aan de slag gegaan met de aanbevelingen en hebben we met behulp van een interne werkgroep een start gemaakt met curriculaire en extracurriculaire herzieningen in met name bachelor-1. Dit heeft in 2010 al geresulteerd in enkele wijzigingen in het vaardigheidsonderwijs (introductie van een verplichte taaltoets, eerder starten met studiebegeleiding, meer aandacht voor schrijfvaardigheid en de introductie van een digitaal portfolio)
36
en een betere afstemming tussen vakken (qua opdrachten en opbouw van schrijfvaardigheden). In 2011 gaat dit project onder de noemer B1 verder met de (grotere) innovaties voor de bacheloropleiding, wat tot curriculumherzieningen in het onderwijs voor het collegejaar 2012-2013 zal leiden. Enkele uitgangspunten: kleinschaligheid, activerend onderwijs met passende toetsvormen, minder concurrerende onderwijsactiviteiten, verbetering vaardigheidsonderwijs (schrijf- en academische vaardigheden), reducering aantal herkansingen, vakken van gelijkere omvang (ECTS), passende begeleiding (zowel voor studenten die extra begeleiding als extra uitdaging nodig hebben). Kortom, we zijn trots op de goede (externe) beoordeling van onze bacheloropleiding en staan de komende jaren voor de uitdaging om het onderwijs nog verder te verbeteren.
37
Master Zorgmanagement Dr. Kees van Wijk, opleidingscoördinator
De jaren 2009 en 2010 waren op vele vlakken enerverend voor de master Zorgmanagement. Het aantal studenten groeide fors door, het curriculum is uitgebreid met een extra vak en er zijn diverse verbeterprojecten van start gegaan. In 2009 en 2010 heeft de sterke groei in studentenaantallen een vervolg gekregen. Natuurlijk zijn we daar blij mee, maar de enorme groei heeft de onderwijsmethodiek van de master Zorgmanagement wel enigszins onder druk gezet. Het curriculum van de master is daarom op enkele punten vernieuwd. Het Nederlandstalige vak Communicatiemanagement is vervangen door het nieuwe Engelstalige vak Health Service Supply Management, dat in samenwerking met de Rotterdam School of Management (RSM) wordt verzorgd. Om de kwaliteit van de scripties te verbeteren, is de duur van het scriptietraject met een maand verlengd. Er is ook een speciaal afstudeertraject gestart voor excellente studenten. In dit traject werkt een selecte groep studenten onder begeleiding van enkele hoogleraren toe naar publicatie van een wetenschappelijk artikel in een Engelstalig peer review tijdschrift. Jaarlijks worden er vijf studenten geselecteerd om deel te nemen aan dit traject voor excellente studenten. In 2010 deden er zeven masterstudenten Zorgmanagement mee aan de uitwisselingsprogramma’s met de universiteiten van Oslo en Milaan (Bocconi). Vijfentwintig studenten van de beide masteropleidingen van het iBMG hebben deelgenomen aan de jaarlijkse excursie naar Londen. Gedurende die korte studietrip hebben deze studenten een goede indruk gekregen van het Engelse zorgstelsel in vergelijking met ons Nederlandse zorgstelsel. Er zijn ook fraaie successen geboekt in de verslagperiode. In zowel 2009 als 2010 werd de scriptieprijs van de Vereniging van bestuurders in de gezondheidszorg (NVZD) toegekend aan een student van de master Zorgmanagement. In 2009 won Trudie van Duin de prijs voor haar onderzoek naar prestatie-indicatoren in de ambulancezorg. Patricia Herber kreeg de scriptieprijs in 2010 voor haar onderzoek naar de toepasbaarheid van zorgpaden binnen zorginstellingen.
38
De jaren 2009 en 2010 verslagperiode stonden ook en vooral in het teken van de visitatie van alle opleidingen van het iBMG. In april 2010 is ook de master Zorgmanagement gevisiteerd en beoordeeld, mede op basis van ons zelfevaluatierapport. De visitatiecommissie beoordeelde de master Zorgmanagement in haar rapport met een voldoende en gaf aanbevelingen om de spanning die er bestaat tussen het academische niveau en de beroepsgerichtheid van de opleiding te verminderen. De commissie noemde het vrijdagonderwijs, het relatief grote aantal zij-instromers, het relatief kleine aantal studie-uren dat studenten naar eigen zeggen besteden aan hun studie en het niveau van de scripties (met een lage beoordeling) als verbeterpunten. Op basis van deze punten heeft de NederlandsVlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) eind 2010 besloten om de accreditatie van de master Zorgmanagement nog niet volledig te vernieuwen. De NVAO beoordeelt eind 2011 opnieuw het niveau van de afstudeerscripties en neemt daarna een definitief besluit. Binnen de master Zorgmanagement hebben we de aanbevelingen van de NVAO direct opgepakt, onder meer door de bovengenoemde vernieuwingen door te voeren. De uitdaging is om het onderwijs naar een nog hoger academisch niveau te tillen zonder daarbij de beroepscomponent uit het oog te verliezen. Wij gaan deze uitdaging om verder te werken aan diverse onderwijsvernieuwingen graag aan en kijken met vertrouwen uit naar het definitieve besluit tot heraccreditatie van de NVAO.
39
Master Health, Economics, Policy & Law Dr. Job van Exel, opleidingscoördinator
De jaren 2009 en 2010 waren zeer succesvolle jaren voor de masteropleiding Health Economics, Policy & Law (HEPL) van het iBMG. HEPL weet jaarlijks steeds meer studenten te trekken. Het aantal studenten is ten opzichte van 2008 meer dan verdubbeld tot ruim 120 studenten in 2010. De instroom van studenten is evenwichtig verdeeld over grofweg drie groepen: studenten afkomstig van de eigen bacheloropleiding Gezondheidswetenschappen, Beleid & Management Gezondheidszorg, studenten van andere Nederlandse bachelor- of masteropleidingen en studenten van buitenlandse opleidingsinstituten. Wij zijn vooral trots op de aldoor groeiende aantallen internationale studenten, die van overal ter wereld naar Rotterdam komen om HEPL te studeren. Mede door de kennis en ervaringen van deze groep studenten, die zij inbrengen tijdens discussies over de uitdagingen van gezondheidszorgsystemen wereldwijd, is HEPL uitgegroeid tot een volwaardige internationale masteropleiding. Deze groei in studentenaantallen heeft ons ook de kans gegeven om de master te verrijken met extra keuzevakken en om twee nieuwe specialisatierichtingen op te zetten naast de al bestaande en succesvolle specialisatie Health Economics, die in nauwe samenwerking met de Erasmus School of Economics (ESE) wordt aangeboden. De nieuwe specialisatie ‘The Pharmaceutical Market’ geeft gehoor aan de vraag van studenten en het bedrijfsleven om specialistische training op het gebied van de farmaceutische zorg. De specialisatie ‘Global Health’, die in samenwerking met het International Institute for Social Studies (ISS) en de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg (MGZ) van Erasmus MC wordt aangeboden, is gericht op studenten die geïnteresseerd zijn in het aanpakken van de enorme uitdagingen waarmee de gezondheidszorg in derdewereldlanden geconfronteerd wordt. Voor beide nieuwe specialisaties is veel werk verricht in de verslagperiode. De specialisaties zullen in ieder geval gedurende een pilotperiode van drie jaar (2011-2013) draaien. Een belangrijke mijlpaal voor HEPL was de eerste heraccreditatie van de opleiding na de start van de master in 2003. Het evaluatierapport
40
van de accreditatiecommissie bevestigde dat de kwaliteit van het onderwijs binnen HEPL hoog is en dat de carrièreperspectieven van afgestudeerden goed zijn. Maar het rapport liet ook een aantal belangrijke mogelijkheden voor verbeteringen binnen de opleiding zien, vooral met betrekking tot het studierendement. Er studeren ruim voldoende studenten af, maar de tijd die zij nodig hebben om hun studie af te ronden, is te lang. Wij zijn momenteel bezig om te inventariseren wat de meest voorkomende oorzaken van studievertraging zijn. Daarbij richten we ons aanvankelijk vooral op de studiebelasting van de vakken, de planning van studenten en op de procedures en de communicatie daarover. Verder werken we hard om ons internationale netwerk te versterken. Onze studenten kunnen nu al kiezen uit verschillende uitwisselingsprogramma’s met Europese universiteiten (zoals in Oslo en Milaan) en we hebben regelmatig gerenommeerde gastsprekers in de collegezalen. Op dit moment verkennen we de mogelijkheden om met partneruniversiteiten in het buitenland een ‘joint degree’ masteropleiding op te zetten. De master HEPL is nu ook al twee jaar vertegenwoordigd op de belangrijkste sociale en professionele netwerksites. Dit vergemakkelijkt de communicatie tussen studenten en afgestudeerden en biedt hen de mogelijkheid om contact te leggen of te onderhouden met (oud-)studiegenoten, docenten en potentiële werkgevers of werknemers. In de verslagperiode is de masteropleiding Health Economics, Policy & Law in vele opzichten sterk veranderd. Mede dankzij onze ervaren en gerenommeerde staf is het ons gelukt om een aantrekkelijke en uitdagende opleiding te blijven en om studenten kwalitatief hoogwaardig onderwijs en zeer goede vooruitzichten op de arbeidsmarkt te bieden.
41
Postacademisch onderwijs bij Erasmus CMDz Prof.dr. Pauline Meurs en drs. Wilma van der Scheer, directie
Het Erasmus Centrum voor Management Development in de zorg (Erasmus CMDz) kan met tevredenheid terugkijken op de succesvolle jaren 2009 en 2010. Ondanks de algemene crisis en kortingen op de verschillende zorgbudgetten heeft het Erasmus CMDz zijn solide marktpositie weten te behouden. De Master of Health Business Administration, een internationaal geaccrediteerde tweejarige mastercursus die zich richt op strategische en bedrijfskundige aspecten van organisaties in de gezondheidszorg ging in september 2010 van start met een nieuwe groep van 22 zorgvuldig geselecteerde deelnemers. Eerder dat jaar, in juni, werd aan alle deelnemers van de lichting 2008-2010 het diploma uitgereikt. De Master Class – waarmee het Erasmus CMDz zo’n goede reputatie heeft verworven – is onze langst lopende opleiding. Deze biedt een state-of-the-art overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van beleid en management in de gezondheidszorg, en geeft ruime gelegenheid tot het uitwisselen van ervaringen. In 2010 begon een groep van 22 cursisten aan de Master Class, en aan 18 personen werd een getuigschrift uitgereikt voor het succesvol afronden van de opleiding. Een opleiding die nog steeds aan reputatie wint is de Top Class voor toekomstige bestuurders in de gezondheidszorg. In 2010 was hier opnieuw overweldigende belangstelling voor. Verschillende belangstellenden moesten op de wachtlijst worden geplaatst. Jaarlijks worden 22 of 23 zorgvuldig geselecteerde managers in de gezondheidszorg en professionals uit diverse sectoren toegelaten tot het eenjarige programma. De Academische Leergang Zorg Management is gericht op
42
uitbreiding en verbetering van de kennis en professionele vaardigheden van managers en beleidsmakers in de zorgsector. Deze cursus, die geleidelijk wint aan reputatie, werd in 2010 voor de derde maal aangeboden. Voorts biedt het Erasmus CMDz verschillende cursussen voor connaisseurs. Bijvoorbeeld de Leergang Financieel Bestuur in de Zorg, die in 2010 tweemaal werd gegeven. Bovendien hebben in 2009 zeventien ervaren managers de cursus Values of Health Care afgerond. Ook heeft het Erasmus CMDz in nauwe samenwerking met verschillende sociale partners het European Health Leaders Programme (EUHLP) ontwikkeld. Dit programma is specifiek toegesneden op de behoeften van topfunctionarissen in de gezondheidszorg en sociale zorgstelsels in Europa. Het EUHLP is een samenwerkingsverband tussen de Durham University (Engeland), de National School of Public Health Madrid (Spanje), het Karolinska Institute (Zweden), de Semmelweis University (Hongarije) en het Erasmus CMDz. Wegens gebrek aan belangstelling hebben we besloten om de start van dit programma vooralsnog uit te stellen. Het Erasmus CMDz heeft in 2010 geïnvesteerd in internationale partnerovereenkomsten, zoals blijkt uit de nieuwe Europese studietrips voor de Master of Health Business Administration en de Master Class, intrede van de Top Class in Brussel, en de ontwikkeling van het European Health Leaders Programme. Andere investeringen betreffen het onderzoek naar beleid en bestuur van organisaties in de gezondheidszorg, loopbaanmogelijkheden, en vraagstukken rond de opvolging van topkader in de gezondheidzorg.
43
Academie voor Medisch Specialisten Drs. Pieter Wijnsma, directeur Academie MS
Sinds 2008 participeert het iBMG in de Academie voor Medisch Specialisten, samen met de Orde van Medisch Specialisten en de VvAA, een ledenorganisatie van en voor professionals in de gezondheidszorg. De Academie biedt cursussen voor medisch specialisten en artsassistenten, op individuele basis of in-company. Deze cursussen hebben de volgende onderwerpen: management voor medici, ziekenhuismanagement, gezondheidseconomie, kwaliteit en veiligheid, en persoonlijke vaardigheden, zoals samenwerking, conflictmanagement, onderhandelen, tijd- en stressmanagement, doeltreffend voorzitterschap van vergaderingen, enzovoorts. Sinds de oprichting in 2008 is de productie van de Academie meer dan verdubbeld. Tegen het eind van 2010 genoot de Academie goede bekendheid onder medisch specialisten, organisaties voor medisch specialisten, ziekenhuizen en geestelijke gezondheidsinstellingen. In 2009 heeft de Academie 57 cursussen georganiseerd (107,5 dagen) voor 673 deelnemers. In 2010 waren deze aantallen: 80 cursussen (167 dagen) voor 1051 deelnemers. Onder het cursusaanbod in 2010 waren 15 tweedaagse cursussen met als onderwerp Multi Source Feedback (MSF), speciaal bestemd voor auditors. De Orde van Medisch Specialisten adviseert de leden een systeem van functioneringsgesprekken te implementeren met gebruikmaking van hetzij de MSF-methode of Appraisal & Assessment (A&A). Hiervoor moeten auditors worden getraind om deze gesprekken te leiden. De Academie verzorgt deze training voor auditors in een-derde van alle ziekenhuizen. De Academie verzorgt ook training voor commissies van nationale verenigingen van medisch specialisten die collega’s visiteren in de ziekenhuizen. Voorts heeft de Academie namens de nationale verenigingen van anesthesiologen en chirurgen vier regionale conferenties georganiseerd voor 222 medisch specialisten met als onderwerp de implementatie van richtlijnen voor het preoperatieve proces. De Inspectie voor de Volksgezondheid heeft
44
implementatie van dergelijke richtlijnen verplicht gesteld. Sinds 2009 biedt de Academie jaarlijks cursussen op het gebied van medisch management voor arts-assistenten, op verzoek van twee academische ziekenhuizen en twee nationale verenigingen van medisch specialisten. Deze duren van 2 tot 6 dagen. In 2010 werden hiermee 225 arts-assistenten bereikt. Het leeuwendeel van alle scholing wordt gegeven aan medisch specialisten die parttime fungeren als medisch manager van een ziekenhuisafdeling en aan bestuursleden van de stafverenigingen in alle algemene ziekenhuizen. Deze specialisten maken kennis met de ‘harde’ en ‘zachte’ bestuurlijke aspecten, hetzij in landelijke of in in-house georganiseerde cursussen.
45
Twee scriptieprijzen voor studente Zorgmanagement Patricia Herber boekt dubbel succes met haar afstudeerscriptie
Drs. Patricia Herber heeft in 2009 de scriptieprijs van de master Zorgmanagement van het iBMG en de scriptieprijs van de Vereniging van bestuurders in de gezondheidszorg (NVZD) gewonnen voor haar scriptie getiteld: “Voorzorg voor zorgpaden”. De scriptie is tot stand gekomen onder begeleiding van dr.ir. Sylvia Elkhuizen. Prof.dr.ir. Jan Vissers was tweede lezer. De ondertitel van de scriptie – “een zoektocht naar factoren die een rol spelen bij de inschatting of de zorgpadmethodiek van toegevoegde waarde en inpasbaar is in een organisatie” – vormt een duidelijke uitleg van de inhoud van de scriptie. In veel zorginstellingen worden zorgpaden ontwikkeld om de zorgprocessen van bepaalde patiëntengroepen goed te organiseren en af te stemmen op de ziekenhuisorganisatie. Niet altijd wordt echter vooraf stilgestaan bij de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om zorgpaden tot een succes te maken. Op basis van een literatuuronderzoek, heeft Herber een prospectieve indicatorenlijst ontwikkeld waarmee een organisatie kan inschatten of zorgpaden van toegevoegde waarde en inpasbaar zijn in de organisatie. Om structuur te brengen in de hoeveelheid gevonden indicatoren werd in dit onderzoek onderscheid gemaakt tussen basisprincipes, randvoorwaarden en invloeden en consequenties. Basisprincipes zijn in dit onderzoek de principes die ten grondslag liggen aan vraaggerichte zorg, zoals een missie, visie en organisatiedoelstellingen die uitgaan van vraaggerichte zorg. Randvoorwaarden bepalen vooral de kans op succes van zorgpaden. Hieronder vallen onder andere de aanwezigheid van marktinformatie, ICT-mogelijkheden en de mate waarin afspraken mogelijk zijn over time-slots. Invloeden en consequenties hebben betrekking op factoren
waarmee een organisatie rekening moet houden als men zorgpaden wil organiseren. Zo kunnen de ontwikkelingen in het vergoedingensysteem binnen de zorgsector consequenties hebben voor zorgpaden en kan de grondvorm van een ziekenhuis van invloed zijn op de organisatie van zorgpaden. Het model is getoetst en aangevuld vanuit de ervaringen met zorgpaden bij de afdeling Neurologie in het St. Antoniusziekenhuis in Utrecht. In totaal heeft Herber 32 factoren gevonden die van invloed zijn op de organisatie van zorgpaden. Voor elke afzonderlijke indicator zou een organisatie of afdeling die wil starten met zorgpaden de volgende twee vragen moeten stellen: u In hoeverre speelt de betreffende factor een rol binnen mijn organisatie of afdeling? u Wat moet mijn organisatie of afdeling voor activiteiten ondernemen zodat deze factor geen belemmering vormt voor de organisatie op zorgpaden? Door deze vragen te beantwoorden, is een organisatie beter in staat een goede inschatting te maken of zorgpaden van toegevoegde waarde en of ze inpasbaar zijn in de organisatie. Als toevoeging hierop is de lijst met factoren vertaald naar een vragenlijst, om organisaties een bruikbaar handvat te geven bij het beoordelen van de toegevoegde waarde en inpasbaarheid van zorgpaden. Herber heeft haar scriptie zowel wetenschappelijke als praktische waarde gegeven, door theorie en praktijk aan elkaar te koppelen. Het resultaat is een goed geschreven en mooi uitgevoerde scriptie, waaraan een grote hoeveelheid werk ten grondslag ligt. Een wetenschappelijk artikel, gebaseerd op de resultaten van dit scriptieonderzoek, is momenteel in ontwikkeling.
47
4 Bedrijfsvoering Drs. Marieke Veenstra, directeur bedrijfsvoering
Net als in de vorige verslagperiode groeide het iBMG in 2009 en 2010 opnieuw. Teneinde het onderwijs en het onderzoek van het iBMG te laten floreren, werd ook geïnvesteerd in verdere personele groei.
48
VERDERE GROEI
SAMEN IN EEN NIEUWE SETTING
Vooral het aantal promovendi bij het instituut nam sterk toe, maar er werd ook geïnvesteerd in toponderzoekers, getuige de aanstelling van drie nieuwe hoogleraren en de benoeming van drie nieuwe universitair hoofddocenten. Het iBMG is een ondernemend instituut met veel samenwerkingsverbanden en ruimte voor jong talent. Ruim de helft van de omzet wordt binnengehaald via projecten die worden uitgevoerd voor NWO, ZonMw, de EU en andere externe opdrachtgevers.
Vanwege de groei van het instituut is het iBMG verhuisd naar een nieuwe locatie op campus Woudestein. De verhuizing van het L-gebouw naar het J-gebouw moest in drie fasen gebeuren en heeft daarom in totaal ruim drie jaar geduurd. Het proces was ingrijpend, maar de verhuizing heeft het iBMG veel goeds gebracht. Er is met behulp van een binnenhuisarchitect een ambiance gecreëerd die past bij de ambities van het iBMG. Het gebouw is representatief en inspirerend voor zowel medewerkers als gasten. Er is veel ruimte om elkaar te ontmoeten en kennis met elkaar te delen. Er zijn naast de
werkkamers veel gemeenschappelijke voorzieningen waarin een huiselijke sfeer is gecreëerd. De afronding van het verhuisproces is in oktober 2010 gevierd met een feest voor alle medewerkers en hun partners. Kort daarna zijn 200 oud-studenten van onze opleidingen in het gebouw verwelkomd tijdens de seminaravond ‘Zorg voor Kennis’. Deze alumni reageerden erg enthousiast op de mix van een hernieuwde kennismaking met het iBMG en met elkaar met de seminars die elk door een wetenschapper en een alumnus gezamenlijk werden gehouden.
SCULPTUUR VAN HET IBMG Tijdens het medewerkersfeest in oktober 2010 is tevens ‘de sculptuur van het iBMG’ onthuld. Deze sculptuur van de hand van Ad Haring wordt sinds de onthulling in klein formaat aangeboden als geschenk aan afgestudeerde masterstudenten. Ook medewerkers die het iBMG verlaten, krijgen de sculptuur mee als afscheids-
cadeau. In de sculptuur worden verschillende karakteristieke eigenschappen van het iBMG symbolisch weergegeven. Aan de basis staat de figuur van Erasmus. Hij wordt aan alle kanten geflankeerd door kubusvormen, die het multidisciplinaire karakter en de veelzijdigheid van het onderzoek binnen het iBMG symboliseren. De opeenstapeling van de kubusvormen suggereert de persoonlijke groei en de leergierigheid van studenten en medewerkers van het instituut. De bovenste kubusvorm is transparant en staat symbool voor de open geest. De zijde van het hoofd van Erasmus heeft de paarse kleur die typisch is voor het iBMG. De zachte gouden glans accentueert Erasmus’ figuur en symboliseert de unieke en prominente plaats van het iBMG in de maatschappij en vooral in de zorgsector.
49
50
TERUG BIJ DE EUR
INHOUDELIJKE SAMENWERKING
Eind 2008 is besloten dat het iBMG terugkeert naar de Erasmus Universiteit Rotterdam. Op 1 januari 2010 werd deze overgang een feit. Alle medewerkers werden overgeplaatst van het Erasmus MC naar de Erasmus Universiteit Rotterdam. Ook de financiële bedrijfsvoering werd overgeheveld en alle afspraken werden vastgelegd in een activa-passiva overeenkomst. Het iBMG functioneert de facto als faculteit binnen de Erasmus Universiteit en dit werd vastgelegd in een BMG-reglement en een beheersinstructie. Voor de medezeggenschap werd de BMGraad opgericht die functioneert als faculteitsraad met vier studentleden en vier stafleden. Voor de eerste verkiezingen was direct al veel animo bij zowel studenten als medewerkers. Het managementteam van het iBMG heeft er dus een serieuze adviespartner bijgekregen.
Het iBMG wil de inhoudelijke samenwerking met zowel het Erasmus MC als de faculteiten van de EUR blijven versterken. Er zijn al goede samenwerkingsrelaties op het gebied van gezondheidseconomie, zorglogistiek, patiëntveiligheid en gezondheidsrecht. Ook op het gebied van global health, sociale wetenschappen en bedrijfskunde is en wordt actief gezocht naar samenwerking op het domein gezondheid. Het gezamenlijke doel is om in Rotterdam een sterk kenniscentrum te creëren op het gebied van beleid en management in de gezondheidszorg. Deze ambities gelden uiteraard ook voor de komende jaren.
51
5 Feiten en cijfers
Onderwijs Aantal studenten
2008-2009
2009-2010
2010-2011
Bachelor 1
150
165
160
Bachelor 2
96
90
80
Bachelor 3
60
80
80
Pre-master
121
150
160
MSc Zoma
113
115
163
MSc HEPL
55
60
122
595 Internationale studenten
52
2008-2009 :
13
2009-2010 :
660 28
765 33
2010-2011 :
Onderzoek Aantal oraties
2009 :
Aantal promoties
2009 :
4 8
2010 :
2010 :
2 7
Bedrijfsvoering Personeel (FTE)
2009 :
140,2
2010 :
158,7
53
6 Personeel
xxx
SECTIE GEZONDHEIDSECONOMIE-IMTA Sectieleider F.F.H. Rutten (2009), W.B.F. Brouwer (2010) M.J. Al, A.E. Attema, P.H.M. van Baal, S.A. Baeten, P.L.H. Bakx, H. Binnendijk, E. Birnie, H. Bleichrodt, H.M. Blommestein, A. Bobinac, M.R.S. Boland, I.E.J. Bonfrer, G.J. Bonsel, C.A.M Bouwmans, L.T. Burgers, A.A. Choté, I. Corro Ramos, E.K.A. van Doorslaer, N.J.A. van Exel, M. Filko, M.G. Flores Pentzke, M. Foets, M.G. Franken, J.G. Gaultney, C.W.M. van Gils, L.M.A. Goossens, S. de Groot, J.A. Haagsma, L. Hakkaart- van Roijen, R.J. Hoefman, K.M. Holtzer-Goor, E.J.I. Hoogendoorn-Lips, T.A. Kanters, M.A. Kiel, C. Koedoot, G.T. Koopmans, M.A. Koopmanschap, H.M. Krol, L.J.W. Labree, A. Leunis, Y. Li, F.J.B. Lötters, C.A.M. de Meijer, L.M. Niëns, M. Oppe, E. van de Poel, M.J. Poleij, D.R. Rappange, W.K. Redekop, A.J. Rijnsburger, E.M. van Rooijen, M.P.M.H. Rutten-van Mölken, S.J. Schawo, J.L. Severens, H.M. Sonneveld, E.A. Stolk, S.S. Tan, A. Tsiachristas, C.A. Uyl-de Groot, P. Vemer, M.M. Versteegh, A. de Vries, E.J. van de Wetering
54
SECTIE RECHT & GEZONDHEIDSZORG
SECTIE BESTUUR & BELEID VAN DE GEZONDHEIDSZORG
Sectieleider M.A.J.M. Buijsen
Sectieleider R.A. Bal
A.P. den Exter, O.A.M. Floris, H.E.G.M. Hermans, E.H. Hulst, E.M.H. Loozen, B. Megens, T.J.C. van Noord, M. San Giorgi, G.E. van der Spoel, S.P. Zinzombe
J.E.C.M. Aarts, S.A. Adams, L. Behr, M.P.M. Bekker, A.A. de Bont, H.M. van de Bovenkamp, E. den Breejen, J. Dwarswaard-de Snoo, C. van Egmond, J. van Ellinkhuizen, K.J. Grit, B.J.A. WaltersHipple, E. Huisman, M. Janssen, S. Jerak, E. van Loon, P.L. Meurs, M.G.H. Niezen, W.R.F. Notten, L. E. Oldenhof, K.T. Paul, H. Pirnejad, K. Putters, J.G.U. Quartz, A.L. van Staa, A.M.V. Stoopendaal, A.A.W.M. van de Veerdonk, F.D. Vennik, J.A. Verhulst, I. Wallenburg, R.L.E. Wehrens, T. Zuiderent.
55
xxx
56
SECTIE ZIEKTEKOSTENVERZEKERING
SECTIE MANAGEMENT & ORGANISATIE VAN ZORGVERLENING
Sectieleider W.P.M.M. van de Ven
Sectieleider J.J. van de Klundert
L.H.H.M. Boonen, F. Eijkenaar, S.A. van der Geest, R.C. van Kleef, T. Laske-Aldershof, A.F. Roos, F.T. Schut, M. Varkevisser, R.C.J.A. van Vliet
M.J.C. Aspria, C.T. Boon, J.J.C. van den Broek, T. Broer, M. Buljac, J.M. Cramm, C.M. Dekkervan Doorn, A.J.A Donkers, S.G. Elkhuizen, I.N. Fabbricotti, R.S. van der Gaag, J.J.M.Geelhoed, M.A. Goossensen, M.L. Hagenbeek, J.M. Hartgerink, R. Huijsman, B.M. van Ineveld, B. Janse, J. Klein, D.F. de Korne, K.M.M. Lemmens, H. Machielsen, M. Mahdavi, P. Makai, B. van der Meij, J.J. Morsinkhof, L. Muijsers, M. de Mul, A.P. Nieboer, K.J. Nijmeijer, V.C. Pijpers, G.R.M. Scholten, S.S. Slaghuis, H.M. Sonneveld, M.M.H. Strating, E. Suurland, R.B. Teng, M.F.A. Veld, J.M.H. Vissers, G. de Vries, J.W.M. Weggelaar, E.J. van de Wetering, K.P. van Wijk, J.D.H. van Wijngaarden
ONDERSTEUNEND BUREAU
GASTDOCENTEN EN -ONDERZOEKERS / EXTERNE PROMOVENDI
M. Ajroud, E.P. Bakker, M. Brouns, S.P.A. Bus, A.A.A. Buysse, A. Dijkhoff, M.E. van der Does, B.Y. Froling, S. Groen, P.C. Heepke, G.M. van Heteren, I.M. van der Horst, W.A.A. Jaspar, A.M. Jonker, M.S. Kelder, A.P. van Keulen, K.E. de Klerk-Regt, J. Klomps, S.A.E. Konings, C. Kool, L.J.W. Labree, Y. Lengkeek, S. Meeuwsen, J.T. Meijer, D. Mevius, R. Molijn, A. Morais, L.M. Moreira, J.G. Muilenburg-Have, M.C.A. Muilenburg, K.C.H. van Oorschot, E. Pelit, E.B. Ritfeld, E. van der Schee-van Driel, M.K. Sieverts, E.D. Schoen, B. Schotpoort, I. Sjoerdsma, E.M. Sophia, R. Speek, B.A. Thiels, M.S. Veenstra, W.A.G. Verhoeven, M. Verschoor, M.M. Verschuren, W. Visser-Steinvoort, A.J. Wagner, K.P.M. van Winssen, S.S. Woelms, A.C. Zwaan.
J.C. Bouvy, J.D.C. Brugma, D.M. Dror, J. de Goede, T.L. Goffin, T.E.D. van der Grinten, R.M.C. Herings, R.J. de Koeijer, R.J.P. Kottenhagen, J.J. Luime, T.J. Malmström, Z. Niazkhani, M.P.M. Nuijten, J.M. van Oostrum, J. Paauwe, T.J. Pels, J.P. Postma, M. Quintussi, S.I. Rutz, N.A.F.M. Schreiner, P.J.A. Stam, K.M. van Steenbergen, A. Steenhoek, Y. Taghipour Bazargani, T.S.M. van der Velde, C. de Vos, J.P. Weemers, A.C.M. Winters, W. Xu
57
58
59
7 Wetenschappelijke publicaties Academic publications Onderzoeksthema 1: Marktordening en stelselinrichting in de gezondheidszorg Research theme 1: Competition and regulation in health care PROEFSCHRIFT PhD-THESIS Boonen, L.H.H.M. (2009). Consumer channeling in health care: (im)possible? Promotor: prof.dr. F.T. Schut. Bovenkamp, H.M. van de (2010). The limits of patient power. Examining active citizenship in Dutch health care. Promotor: prof.dr. M.J. Trappenburg. Jeurissen, P.P.T. (2010). For-profit hospitals. A comparative and longitudinal study of the for-profit hospital sector in four Western countries. Promotor: prof.dr. T.E.D. van der Grinten. Copromotor: prof.dr. F.T. Schut. Kleef, R.C. van (2009). Voluntary Deductibles and Risk Equalization: A complex interaction. Promotor: prof.dr. W.P.M.M. van de Ven. Copromotor: dr. R.C.J.A. van Vliet. Varkevisser, M. (2009). Patient Choice, Competition and Antitrust Enforcement in Dutch Hospital Markets. Promotor: prof.dr. F.T. Schut.
60
WETENSCHAPPELIJK ARTIKEL / BRIEF AAN DE REDACTIE SCIENTIFIC ARTICLE / LETTER TO THE EDITOR Adams, S.A. & Bal, R.A. (2009). Practicing Reliability: Reconstructing Traditional Boundaries in the Gray areas of Health information review on the web. Science, Technology & Human Values, 34, 34-54. Armstrong, J., Paolucci, F. & Ven, W.P.M.M. van de (2010). Risk equalisation in voluntary health insurance markets. Health Policy, 98, 1-2. Armstrong, J., Paolucci, F., McLeod, H.L. & Ven, W.P.M.M. van de (2010). Risk equalisation in voluntary health insurance markets: A three country comparison. Health Policy, 98, 39-49. Arrow, K., Auerbach, A.D., Bertko, J., Brownlee, S., Casalino, L.P., Cooper, J., Crosson, F.J., Enthoven, A.C., Falcone, E., Feldman, R.C., Fuchs, V.R., Garber, A.M., Gold, M.R., Goldman, D., Hadfield, G.K., Hall, M.A., Horwitz, R.I., Hooven, M., Jacobson, P.D., Jost, T.S., Kotlikoff, L.J., Levin, J., Levine, S., Levy, R., Linscott, K., Luft, H., Mashal, R., McFadden, D., Mechanic, D., Meltzer, D., Newhouse, J.P., Noll, R.G., Pietzsch, J.B., Pizzo, P., Reischauer, R.D., Rosenbaum, S., Sage, W., Schaeffer, L.D., Sheen, E., Silber, M., Skinner, J., Shortell, S.M., Thier, S.O., Tunis, S., Wulsin, L., Yock, P., Bin Nun, G., Stirling, B., Luxemburg, O. & Ven, W.P.M.M. van de (2009). Toward a 21st-Century health care system: recommendations for health care reform. Annals of Internal Medicine, 150, 493-495. 61
Bekker, M.P.M., Egmond, C. van, Wehrens, R.L.E., Putters, K. & Bal, R.A. (2010). Linking research and policy in Dutch healthcare: infrastructure, innovations and impacts. Evidence & Policy, 6(2), 237-253. Bettendorf, L., Geest, S.A. van der & Kuper, G.H. (2009). Do daily retail gasoline prices adjust asymmetrically? Journal of Applied Statistics, 36(4), 385-397. Bevan, G. & Ven, W.P.M.M. van de (2010). Choice of providers and mutual healthcare purchasers: can the English National Health Service learn from the Dutch reforms? Health Economics, Policy and Law, 5, 343-363. Boonen, L.H.H.M., Donkers, B. & Schut, F.T. (2010). Channeling consumers to preferred providers and the impact of status-quo bias: does type of provider matter? Health Services Research, accepted. Boonen, L.H.H.M., Schut, F.T., Donkers, B. & Koolman, A.H.E. (2009). Which preferred providers are really preferred? Effectiveness of insurers' channeling incentives on pharmacy choice. International Journal of Health Care Finance and Economics, 9(4), 347-366. Bovenkamp, H.M. van de (2009). Creating citizen-consumers: changing publics and changing public services. Acta Politica. Tijdschrift voor Politicologie, 44, 459-462. Bovenkamp, H.M. van de & Trappenburg, M.J. (2009). Reconsidering Patient Participation in Guideline Development. Health Care Analysis, 17, 198-216. Bovenkamp, H.M. van de, Trappenburg, M.J. & Grit, K.J. (2010). Patient participation in collective healthcare decision making: the Dutch model. Health Expectations, 13, 73-85. Bovenkamp, H.M. van de & Trappenburg, M.J. (2010). The relationship between mental health workers and family members. Patient Education and Counseling, 80, 120-125. Dixon, A.K., Robertson, R. & Bal, R.A. (2010). The experience of implementing choice at point of referral: a comparison of the Netherlands and England. Health Economics Policy and Law, (5), 295-317. Egmond, C. van & Zeiss, R. (2010). Modeling for Policy. Science-based models as perfomative boundary objects for Dutch policy making. Science Studies, 23(1), 58-78. Exter, A.P. den (2009). Chronically mentally ill people, and the neglect and abuse they experience, have become increasingly invisible. Lancet, 374(9690), 599-600. Exter, A.P. den (2009). PharmaNostra Under Fire. Croatian Medical Journal, 50, 507-508.
62
Exter, A.P. den (2010). Health System Reforms in The Netherlands: From Public to Private and its Effects on Equal Access to Health Care. European Journal of Health Law, 17, 223-233. Jedeloo, S., Staa, A.L. van, Latour, J.M. & Exel, N.J.A. van (2010). Preferences for health care and self-management among Dutch adolescents with chronic conditions: A Q-methodological investigation. International Journal of Nursing Studies, 47, 593-603. Kleef, R.C. van, Ven, W.P.M.M. van de & Vliet, R.C.J.A. van (2009). Shifted deductibles for high risks: More effective in reducing moral hazard than traditional deductibles. Journal of Health Economics, 28, 198-209. Kleef, R.C. van, Beck, K. & Buchner, F. (2010). Risk-Type Concentration and Efficiency Incentives: A Challenge for the Risk Adjustment Formula. The Geneva Papers, 35, 503-520. Loozen, E.M.H. (2010). The workings of article 101 TFEU in case of an agreement that aims to limit parallel trade (GlaxoSmithKline Services (C-501/06 P, C-513/06P, C-515/06 P and C-519/06 P). European Competition Law Review, 9, 349-353. Paolucci, F., Prinsze, F.J., Stam, P.J.A. & Ven, W.P.M.M. van de (2009). The potential premium range of risk-rating in competitive markets for supplementary health insurance. International Journal of Health Care Finance and Economics, 9, 243-258. Pollitt, C., Harrison, S., Dowswell, G., Jerak, S. & Bal, R.A. (2009). Performance Regimes in Health Care: Institutions, Critical Junctures and the Logic of Escalation in England and the Netherlands. Evaluation, 16, 13-29. Schut, F.T. & Berg, B. van den (2010). La sostenibilità del sistema di assicurazione universale per il long-term care nei Paesi Bassi. Politiche Sanitarie, 11(2), 98-112. Schut, F.T. & Berg, B. van den (2010). Sustainability of Comprehensive Universal Long-term Care Insurance in the Netherlands. Social Policy & Administration, 44(4), 411-435. Stam, P.J.A., Vliet, R.C.J.A. van & Ven, W.P.M.M. van de (2010). A limited-sample benchmark approach to assess and improve the performance of risk equalization models. Journal of Health Economics, 29, 426-437. Stam, P.J.A., Vliet, R.C.J.A. van & Ven, W.P.M.M. van de (2010). Diagnostic, Pharmacy-Based, and Self-Reported Health Measures in Risk Equalization Models. Medical Care, 48(5), 448-455. Swierstra, T., Bovenkamp, H.M. van de & Trappenburg, M.J. (2010). Forging a fit between technology and morality: The Dutch debate on organ transplants. Technology in Society, 32, 55-64.
63
Varkevisser, M., Geest, S.A. van der & Schut, F.T. (2009). Assessing hospital competition when prices don't matter to patients: the use of time-elasticities. International Journal of Health Care Finance and Economics, 10(1), 43-60. Ven, W.P.M.M. van de & Schut, F.T. (2009). Managed competition in the Netherlands: still work-in-progress. Health Economics, 18, 253-255. Wehrens, R.L.E., Bekker, M.P.M. & Bal, R.A. (2010). The construction of evidence-based local health policy through partnerships: Research infrastructure, process and context in the Rotterdam 'Healthy in the City' programme. Journal of Public Health Policy, 31(4), 447-460. Xu, W. & Ven, W.P.M.M. van de (2009). Purchasing health care in China: Competing or non-competing third-party purchasers? Health Policy, 92, 305-312. Zuiderent, T. (2009). Competition in the wild: Reconfiguring Healthcare Markets. Social Studies of Science, 39(5), 765-792.
BOEK(HOOFDSTUK) BOOK(CHAPTER) Adams, S.A. (2010). Sourcing the Crowd for Health Experiences: Letting the People Speak of Obliging Voice Through Choice? In R. Harris, N. Wathen & S. Wyatt (Eds.), Configuring Health Consumers Health Work and the Imperative of Personal Responsibility (Series Standing Order) (pp. 179/12-193/12). Basingstoke: Palgrave Macmillan. Buijsen, M.A.J.M. & Akveld, J.E.M. (2010). Bijzondere patiëntenrechten in de gezondheidszorg. In H.E.G.M Hermans & M.A.J.M Buijsen (Eds.), Recht en Gezondheidszorg (pp. 259-304). Maarssen: Elsevier. Buijsen, M.A.J.M. (2010). Rechtshandhaving in de gezondheidszorg. In H.E.G.M Hermans & M.A.J.M Buijsen (Eds.), Recht en Gezondheidszorg (pp. 593). Maarssen: Elsevier. Boonen, L.H.H.M., Geest, S.A. van der, Schut, F.T. & Varkevisser, M. (2010). Pharmaceutical Policy in the Netherlands: from price regulation towards managed competition. In Pharmaceutical markets and Insurance Worldwide (Advances in Health Economics and Health Services Research, 22) (pp. 53). Bingley: Emerald Group Publishing Limited. Exter, A.P. den (2009). Chapter IV: Equality and the Right to Health Care. In A.P. den Exter & M.A.J.M. Buijsen (Eds.), Human Rights and Biomedicine (pp. 69-86). Antwerpen/Apeldoorn/Portland: Maklu&Authors. Exter, A.P. den (2009). Introduction: The Biomedicine Convention. In A.P. den Exter (Ed.), Human Rights and Biomedicine (pp. 9-21). Antwerpen/Apeldoorn/Portland: Maklu&Authors.
64
Hermans, H.E.G.M. & Buijsen, M.A.J.M. (2010). Recht en Gezondheidszorg. Amsterdam: Elsevier Gezondheidszorg. Noord, T.J.C. van (2010). Wet- en regelgeving in de zorg (Preventiewetgeving en wetgeving publieke gezondheidszorg, 12). Eindhoven: SBO. Noord, T.J.C. van (2010). Openbare gezondheid en preventie. In H.E.G.M. Hermans & M.A.J.M Buijsen (Eds.), Recht en gezondheidszorg (pp. 461). Maarssen: Elsevier. Noord, T.J.C. van (2010). Preventiewetgeving en wetgeving openbare gezondheidszorg. In M.A.J.M. Buijsen & H.E.G.M. Hermans (Eds.), Weten regelgeving in de zorg (pp. 5/12-49/12). Euroforum. Schut, F.T. & Varkevisser, M. (2009). Marktordening in de gezondheidszorg. In F.T. Schut & F.F.H. Rutten (Eds.), Economie van de gezondheidszorg (pp. 247-288). Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. Schut, F.T. & Kam, C.A. de (2010). Het budgettaire zorgenkind. In C.A. de Kam, J.H.M Donders & A.P. Ros (Eds.), Miljardendans in Den Haag (pp. 89-6). Den Haag: SDU Uitgevers. Trappenburg, M.J., Schillemans, T. & Bovenkamp, H.M. van de (2009). Cliëntenraden en klantenfora. In M. Bovens & T. Schillemans (Eds.), Handboek publieke verantwoording (pp. 10). Den Haag: Lemma. Varkevisser, M. & Schut, F.T. (2010). Ziekenhuisfusies en concurrentie in het Nederlandse zorgstelsel (SMO Publicaties 2009, 5/6). Den Haag: SMO - Stichting Maatschappij en Onderneming.
VAKPUBLICATIE ARTICLE IN DUTCH JOURNAL Bal, R.A. (2009). Patiënten 'in onderzoek': een stap verder dan het RGO-advies. TSG, 87(8), 334-335. Boonen, L.H.H.M. & Schut, F.T. (2009). Zorgverzekeraars kampen met vertrouwensprobleem. Economisch-Statistische Berichten, 94(4572), 678-681. Bovenkamp, H.M. van de & Trappenburg, M.J. (2009). De moeizame relatie tussen hulpverleners en familieleden in de GGZ. MGV, 64(1-2), 27-38. Breejen, E. den & Putters, K. (2009). Voorwaarden voor innovatiekracht. Zorgmarkt, 5, 27-29. Buijsen, M.A.J.M. (2010). De bijzondere morele status van gezondheidszorg. Over marktwerking, gelijke behandeling en de noodzaak van zeggenschap. Filosofie en Praktijk, 31(3), 51-64.
65
Exter, A.P. den (2009). Apothekerverband. DocMorris en het Ministerie van Gezondheidszorg. SEW. Tijdschrift voor Europees en Economisch Recht, 57(10), 404-406. Exter, A.P. den (2009). Concurrentievervalsende praktijken van farmaceutische multinationals. Economisch-Statistische Berichten, 94, 509-509. Exter, A.P. den (2009). Farmacie rekt octrooien op. Medisch Contact, 64(47), 1973-1973. Exter, A.P. den (2009). FarmaNostra. Nederlands Juristenblad (NJB), 84, 2483-2485. Exter, A.P. den (2009). FarmaNostra. Antwerps Farmaceutisch Tijdschrift, 87(8), 20-21. Exter, A.P. den (2009). Internationale geneesmiddelen en het recht op gezondheid. Mensenrechten & Gezondheidszorg, 12, 15-18. Geest, S.A. van der & Varkevisser, M. (2010). Keuzebeïnvloeding via eigen risico werkt, maar kan beter. TPEdigitaal, 4(4), 34-48. Geest, S.A. van der & Varkevisser, M. (2010). Winstverbod ziekenhuizen onder voorwaarden loslaten. Economisch-Statistische Berichten, 95(4580), 152-154. Goris, A. & Varkevisser, M. (2009). Zorg zonder grenzen: veranderingen in vraag en aanbod in grensoverschrijdende zorg. Health Management Forum, 01(09), 6-10. Grit, K.J. & Bont, A.A. de (2009). Maakbare solidariteit. De impact van overheidsbeleid op de solidariteit van de burgers. Krisis, 2, 22-32. Hermans, H.E.G.M., Muijsers, L. & Scholten, G.R.M. (2010). Wetgever zet besturing zorginstellingen onder druk. Zorg en Financiering, 9(1), 11-21. Hulst, E.H. (2009). Bedrijvenpoli en gelijke toegang tot reguliere zorg. Zorg en Financiering, 10-20. Hulst, E.H. (2010). Wat kan je doen als je van cliënten veel klachten krijgt over een bepaalde tandarts? Wat is de procedure als een patiënt een klacht wil indienen? Mondhygiëniste Vademecum, 8(3), 1-3. Kleef, R.C. van, Ven, W.P.M.M. van de & Vliet, R.C.J.A. van (2010). Een solidair eigen risico in de zorg. Economisch-Statistische Berichten, 95(4592), 522-524. Noord, T.J.C. van (2010). De eerste Nederlandse farmacopee. TMA Tijdschrift voor Milieu en aansprakelijkheid, 24(3), 80-88. Noord, T.J.C. van (2010). De rook is nog niet opgetrokken: het rookverbod in de horeca. TMA Tijdschrift voor Milieu en aansprakelijkheid, 4, 154-170.
66
Noord, T.J.C. van (2010). Gezondheidsrecht op zijn plaats in TMA. TMA Tijdschrift voor Milieu en aansprakelijkheid, 24(1), 5-11. Sande, R. van der, Hellendoorn, E., Roosenschoon, B.J., Noorthorn, E.O., Nijman, H.L.I., Staak, C. van der & Mulder, C.L. (2009). De Crisismonitor. Het signaleren van agressie en het voorkomen van separatie. MGV, 64(6), 540-550. Schut, F.T. (2009). Is de marktwerking in de zorg doorgeschoten? S&D Polemiek, 7(8), 68-80. Schut, F.T. (2010). Marktwerking in de zorg: waar gaat het eigenlijk over? Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 154(B589). Schut, F.T., Ven, W.P.M.M. van de & Varkevisser, M. (2010). Prijsconcurrentie gaat niet samen met macrobudget ziekenhuizen. Economisch-Statistische Berichten, 95(4587), 374-376. Schut, F.T. & Ven, W.P.M.M. van de (2010). Structuur Duitse zorgpremies efficiënter dan Nederlandse. Economisch-Statistische Berichten, 95(4596), 662-665. Schut, F.T. & Ven, W.P.M.M. van de (2010). Uitvoering AWBZ door zorgverzekeraars onverstandig. Economisch-Statistische Berichten, 95(4591), 486-489. Varkevisser, M., Geest, S.A. van der, Appelman, M. & Struijs, J. (2009). Regionale machtspositie zorggroepen baart zorgen. EconomischStatistische Berichten, 94(4572), 701-701. Varkevisser, M. & Schut, F.T. (2010). Fusietoetsing in de zorg. Economisch-Statistische Berichten, 95(4576), 22-25. Ven, W.P.M.M. van de & Schut, F.T. (2010). Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico. TPEdigitaal, 4(2), 153-157. Ven, W.P.M.M. van de & Schut, F.T. (2010). Is de Zorgverzekeringswet een succes? TPEdigitaal, 4(1), 1-24.
ANNOTATIE ANNOTATION Hulst, E.H. (2010). Noot bij: 's-Hertogenbosch (20-07-2010), TMA 2010-4, HD 200.041.998, (Specifiteitsvereiste door het Hof afgezwakt). p.196-198. Hulst, E.H. (2010). Noot bij: RB Leeuwarden (21-07-2010), TMA 2010-4, 92832/HA ZA 08-912, (Conformiteitsvereiste, de plicht te reageren “binnen bekwame tijd” en de rol van een slechte reputatie). p.185-191.
67
Onderzoeksthema 2: Kwaliteit en doelmatigheid in de gezondheidszorg Research theme 2: Quality and safety in health care ORATIE INAUGURAL LECTURE Brouwer, W.B.F. (2009). De basis van het pakket.
PROEFSCHRIFT PhD-THESIS Galani, C.M. (2009). Health Technology Assessment of Medical Interventions in the Prevention and Treatment of Disease Directions of Further Research and Policy Implications. Promotor: prof.dr. F.F.H. Rutten. Copromotor: dr. M.J. Al. Poel, E. van de (2009). Urbanization, Health and Inequality in the Developing World. Promotor: prof.dr. E.K.A. van Doorslaer. Copromotor: dr. O.A. O'Donnell. Tan, S.S. (2009). Microcosting in Economic Evaluations. Promotor: prof.dr. C.A. Uyl-de Groot. Copromotor: dr. L. Hakkaart-van Roijen.
WETENSCHAPPELIJK ARTIKEL / BRIEF AAN DE REDACTIE SCIENTIFIC ARTICLE / LETTER TO THE EDITOR Abdellaoui, M., Attema, A.E. & Bleichrodt, H. (2010). Intertemporal tradeoffs for gains and losses: an experimental measurement of discounted utility. The Economic Journal, 120(545), 845-866. Abellan-Perpiñan, J.M., Bleichrodt, H. & Pinto-Prades, J.L. (2009). The predictive validity of prospect theory versus expected utility in health utility measurement. Journal of Health Economics, 28, 1039-1047. Aghdashi, M.M., Abbasivash, R., Hassani, E. & Pirnejad, H. (2009). Fatal respiratory thermal injury following accidental adminstration of carbon dioxide using the circle system for a cesarean delivery. International Journal of Obstetric Anesthesia, 18(4), 400-402. Agyemang, C.O., Vrijkotte, T.G.M., Droomers, M., Wal, M.F., Bonsel, G.J. & Stronks, K. (2009). The effect of neighbourhood income and deprivation on pregnancy outcomes in Amsterdam, The Netherlands. Journal of Epidemiology & Community Health, 63, 755-760.
68
Al, M.J., Hakkaart-van Roijen, L., Tan, S.S. & Bakker, J. (2010). Costconsequence analysis of remifentanil-based analgo-sedation vs. conventional analgesia and sedation for patients on mechanical ventilation in the Netherlands. Journal of Critical Care, 14(195), 1-10. Al-Janabi, H., Frew, E., Brouwer, W.B.F., Rappange, D.R. & Exel, N.J.A. van (2010). The inclusion of positive aspects of caring in the Caregiver Strain Index: Tests of feasibility and validity. International Journal of Nursing Studies, 47, 984-993. Attema, A.E. & Brouwer, W.B.F. (2009). The correction of TTO-scores for utility curvature using a risk-free utility elicitation method. Journal of Health Economics, 28, 234-243. Attema, A.E., Lugnér, A.K. & Feenstra, T.L. (2010). Investment in antiviral drugs: a real options approach. Health Economics, 19, 12401254. Attema, A.E. & Brouwer, W.B.F. (2010). On the (not so) constant proportional trade-off in TTO. Quality of Life Research, 19, 489-497. Attema, A.E. & Brouwer, W.B.F. (2010). The Value of Correcting Values: Influence and Importance of Correcting TTO Scores for Time Preference. Value in Health, 13(8), 879-884. Attema, A.E., Bleichrodt, H., Rohde, K.I.M. & Wakker, P.P. (2010). TimeTradeoff Sequences for Analyzing Discounting and Time Inconsistency. Management Science, 56(11), 2015-2030. Baal, P.H.M. van, Hoogenveen, R.T., Boshuizen, H.C. & Engelfriet, P.M. (2010). Indirect Estimation of Chronic Disease Excess Mortality. Epidemiology, 21(3), 1-2. Baal, P.H.M. van & Feenstra, T.L. (2010). Long-term effects of alcohol policies: an economic perspective. Addiction, 105, 395-396. Baeten, S.A., Baltussen, R.M.P.M., Uyl-de Groot, C.A., Bridges, J. & Niessen, L.W. (2010). Incorporating Equity-Effeciency Interactions in Cost-Effectiveness Analysis-Three Approaches Applied to Breast Cancer Control. Value in Health, 13(5), 573-579. Baeten, S.A., Exel, N.J.A. van, Dirks, M., Koopmanschap, M.A., Dippel, D.W.J. & Niessen, L.W. (2010). Lifetime health effects and medical costs of integrated stroke services - a non-randomized controlled clustertrial based life table approach. Cost Effectiveness and Resource Allocation, 8(21), 1-10. Baker, R., Exel, N.J.A. van, Mason, H. & Stricklin, M. (2010). Connecting Q & Surveys: Three Methods to Explore Factor Membership in Large Samples. Operant Subjectivity: The International Journal of Q Methodology, 34(1), 38-58.
69
Beeh, K.M., Hederer, B., Glaab, T., Muller, A., Rutten-van Mölken, M.P.M.H., Kesten, S. & Vogelmeier, C. (2009). Study design considerations in a large COPD trial comparing effects of tiotropium with salmeterol on exacerbations. International Journal of COPD, 4, 119-125. Berghout, C.C., Zevalkink, J. & Hakkaart-van Roijen, L. (2010). A costutility analysis of psychoanalysis versus psychoanalytic psychotherapy. International Journal of Technology Assessment in Health Care, 26(1), 3-10. Bijlenga, D., Birnie, E. & Bonsel, G.J. (2009). Feasibility, reliability, and validity of three health-state valuation methods using multipleoutcome vignettes on moderate-risk pregnancy at term. Value in Health, 12(5), 821-827. Bleichrodt, H. & Pinto, J.L. (2009). New Evidence of Preference Reversals in Health Utility Measurement. Health Economics, 18(6), 713726. Bleichrodt, H. & Filko, M. (2010). A Reply to Gandjour and Gafni. Journal of Health Economics, 29, 329-331. Bobinac, A., Exel, N.J.A. van, Rutten, F.F.H. & Brouwer, W.B.F. (2010). Caring for and caring about: Disentangling the caregiver effect and the family effect. Journal of Health Economics, 29, 549-556. Bobinac, A., Exel, N.J.A. van, Rutten, F.F.H. & Brouwer, W.B.F. (2010). Willingness to Pay for a Quality-Adjusted Life-Year: The Individual Perspective. Value in Health, 13(8), 1049-1055. Boormans, E.M.A., Birnie, E., Bilardo, C.M., Oepkes, D., Bonsel, G.J. & Lith, J.M.M. van (2009). Karyotyping or rapid aneuploidy detection in prenatal diagnosis? The different views of users and providers of prenatal care. Bjog-An International Journal of Obstetrics and Gynaecology, 116(10), 1396-1399. Boormans, E.M., Birnie, E., Oepkes, D., Galjaard, R.J.H., Schuring-Blom, G.H. & Lith, J.M. van (2010). Comparison of Multiplex LigationDependent Probe Amplification and Karyotyping in Prenatal Diagnosis. Bjog-An International Journal of Obstetrics and Gynaecology, 115(2), 297-303. Boormans, E.M.A., Birnie, E., Knegt, A.C., Schuring-Blom, G.H., Bonsel, G.J. & Lith, J.M.M. van (2010). Aiming at multidisciplinary consensus: what should be detected in prenatal diagnosis? Prenatal Diagnosis, 30, 1049-1056. Boormans, E.M.A., Birnie, E., Oepkes, D., Boekkooi, P.F., Bonsel, G.J. & Lith, J.M.M. van (2010). Individualized choice in prenatal diagnosis: the impact of karyotyping and standalone rapid aneuploidy detection on quality of life. Prenatal Diagnosis, 30, 928-936.
70
Boormans, E.M.A., Birnie, E., Oepkes, D., Bilardo, C.M., Wildschut, H.I.J., Creemers, J., Bonsel, G.J. & Lith, J.M.M. van (2010). The impact of rapid aneuploidy detection (RAD) in addition to karyotyping versus karyotyping on maternal quality of life. Prenatal Diagnosis, 30, 425433. Boot, C.R.L., Exel, N.J.A. van & Gulden, J.W.J. van der (2009). "My Lung Disease Won't Go Away, it's There to Stay": Profiles of Adaptation to Functional Limitations in Workers with Asthma and COPD. Journal of Occupational Rehabilitation, 3(13), 284-292. Bouwmans, C.A.M., Janssen, J., Huijgens, P. & Uyl de Groot, C.A. (2009). Costs of haematological adverse events in chronic myeloid leukaemia patients: a retrospective cost analysis of the treatment of anaemia, neutropenia and thrombocytopenia in patients with chronic myeloid leukaemia. Journal of Medical Economics, 12(2), 164-169. Brouwer, W.B.F., Grootenboer, S. & Sendi, P. (2009). The Incorporation of Income and Leisure in Health State Valuations When the Measure Is Silent: An Empirical Inquiry into the Sound of Silence. Medical Decision Making, 29, 503-512. Brouwer, W.B.F. & Rutten, F.F.H. (2010). The efficiency frontier approach to economic evaluation: will it help German policy making? Health Economics, 19, 1128-1131. Buijsen, M.A.J.M. (2010). Autonomy, Human Dignity, and the Right to healthcare: A Dutch Perspective. Cambridge Quarterly of Healthcare Ethics, 19(3), 321-329. Christiaans, I., Langen, I.M. van, Birnie, E., Bonsel, G.J., Wilde, A.A.M. & Smets, E.M.A. (2009). Genetic Counseling and Cardiac Care in Predictively Tested Hypertrophic Cardiomyopathy Mutation Carriers: The Patiens' Perspective. American Journal of Medical Genetics Part A, 149A, 1444-1451. Christiaans, I., Langen, I.M. van, Birnie, E., Bonsel, G.J., Wilde, A.A.M. & Smets, E.M.A. (2009). Quality of Life and Psychological Distress in Hypertrophic Cardiomyopathy Mutation Carriers: A Cross-Sectional Cohort Study. American Journal of Medical Genetics Part A, 149A, 602-612. Christiaans, I., Kok, T.M., Langen, I.M. van, Birnie, E., Bonsel, G.J., Wilde, A.A.M. & Smets, E.M.A. (2010). Obtaining insurance after DNA diagnostics: a survey among hypertrophic cardiomyopathy mutation carriers. European Journal of Human Genetics, 18, 251-253. Christiaans, I., Engelen, K. van, Langen, I.M. van, Birnie, E., Bonsel, G.J., Elliott, P. & Wilde, A.A.M. (2010). Risk stratification for sudden cardiac death in hypertrophic cardiomyopathy: systematic review of clinical risk markers. Europace, 12, 313-321.
71
Christiaans, I., Birnie, E., Langen, I.M. van, Spaendonck-Zwarts, K.Y., Tintelen, J.P. van, Berg, M.P. van den, Atsma, D.E., Helderman-van den Enden, A.T.J.M., Pinto, Y.M., Hermans-van Ast, J.F., Bonsel, G.J. & Wilde, A.A.M. (2010). The yield of risk stratification for sudden cardiac death in hypertrophic cardiomyopathy myosinbinding protein C gene mutation carriers: focus on predictive screening. European Heart Journal, 31, 842-848. Cleveringa, F.G.W., Welsing, P.M.J., Donk, M. van den, Gorter, K.J., Niessen, L.W., Rutten, G.E.H.M. & Redekop, W.K. (2010). CostEffectiveness of the Diabetes Care Protocol; a Multifaceted Computerized Decision Support Diabetes Management Intervention That Reduces Cardiovascular Risk. Diabetes Care, 33(2), 258-263. Cobden, D.S., Niessen, L.W., Rutten, F.F.H. & Redekop, W.K. (2010). Modeling the economic impact of medication adherence in type 2 diabetes: a theoretical approach. Journal of Patient Preference and Adherence, 4, 283-290. Cobden, D.S., Niessen, L.W., Barr, C.E., Rutten, F.F.H. & Redekop, W.K. (2010). Relationships among Self-Management, Patient Perceptions of Care, and Health Economic Outcomes for Decision-Making and Clinical Practice in Type 2 Diabetes. Value in Health, 13(1), 138-147. Craig, B.M. & Oppe, M. (2010). From a different angle: A novel approach to health valuation. Social Science & Medicine, 70, 169-174. Denktas, S., Koopmans, G.T., Birnie, E., Foets, M.M.E. & Bonsel, G.J. (2009). Ethnic background and differences in health care use: a national cross-sectional study of native Dutch and immigrant elderly in the Netherlands. International Journal of Equity in Health, 8(35), 1-9. Denktas, S., Koopmans, G.T., Birnie, E., Foets, M.M.E. & Bonsel, G.J. (2010). Underutilization of prescribed drugs use among first generation elderly immigrants in the Netherlands. Bmc Health Services Research, 10(176), 1-11. Dijk, M. van, Poley, M.J., Gischler, S.J., Mazer, P., Meijers-IJsselstijn, H., Tibboel, D. & Latour, J.M. (2010). Parental satisfaction with follow-up services for children with major anatomical congenital anomalies. Child Care Health & Development, 36(1), 101-109. Doctor, N.J., Miyamoto, J. & Bleichrodt, H. (2009). When are person tradeoffs valid? Journal of Health Economics, 28, 1018-1027. Doctor, J.N., Bleichrodt, H. & Lin, H.J. (2010). Health Utility Bias: A systematic review and meta-analytic evaluation. Medical Decision Making, 30, 58-67. Dror, D.M. (2009). A socio-economic profile of the micro (health) insurance target population. Asia Insurance Review, 12, 80-81.
72
Dror, D.M., Putten, O. van & Koren, R. (2009). Cost of illness: evidence from a study in five resource-poor locations in India. Indian Journal of Medical Research, 4(127), 343-357. Dror, D.M., Putten-Rademaker, O.W. van & Koren, R. (2009). Incidence of illness among resource-poor households: Evidence from five locations in India. Indian Journal of Medical Research, 2(130), 146-154. Dror, D.M. (2009). Micro health insurance: the quest for a balance between different interests of healthcare providers, clients and insurers. Health Action, 28(5), 10-12. Dror, D.M., Radermacher, R., Khadilkar, S.B., Schout, P., Hay, F.X., Singh, A. & Koren, R. (2009). Microinsurance: innovations in low-cost health insurance. Health Affairs, 28(6), 1788-1798. Drummond, M.F., Barbieri, M., Cook, J., Glick, H., Lis, J., Malik, F., Mphil, B.A., Reed, S.D., Rutten, F.F.H., Sculpher, M. & Severens, J. (2009). Transferability of Economic Evaluations Across Jurisdictions: ISPOR Good Research Practices Task Force Report. Value in Health, 12(4), 409418. Duin, M., Eijkemans, M.J., Koes, B.W., Koopmanschap, M.A., Burton, K.A. & Burdorf, A. (2010). The effects of timing on the costeffectiveness of interventions for workers on sick leave due to low back pain. Occupational and Environmental Medicine, 67, 744-750. Dwarswaard, J., Hilhorst, M.T. & Trappenburg, M. (2009). The robustness of medical professional ethics when times are changing: a comparative study of general practitioner ethics and surgery ethics in The Netherlands. Journal of Medical Ethics, 35, 621-625. Essers, B.A.B., Seferina, S.C., Tjan-Heijnen, V.C.G., Severens, J.L., Novak, A., Pompen, M., Oron, U.H. & Joore, M.A. (2010). Transferability of model-based economic evaluations: the case of trastuzumab for the adjuvant treatment of HER2-positive early breast cancer in the Netherlands. Value in Health, 13(4), 375-380. Exel, N.J.A. van & Rietveld, P. (2009). Could you also have made this trip by another mode? An investigation of perceived travel possibilities of car and train travellers on the main travel corridors to the City of Amsterdam, The Netherlands. Transportation Research Part A, 43, 374-385. Exel, N.J.A. van & Rietveld, P. (2009). When strike comes to town... anticipated and actual behavioural reactions to a one-day, preannounced, complete rail strike in the Netherlands. Transportation Research Part A, 43, 526-535. Exel, N.J.A. van & Rietveld, P. (2010). Perceptions of public transport travel time and their effect on choice-sets among car drivers. Journal of Transport and Land Use, 2, 75-86.
73
Gani, R., Griffin, J., Kelly, S. & Rutten-van Mölken, M.P.M.H. (2010). Economic analyses comparing tiotropium with ipratropium or salmeterol in UK patients with COPD. Primary Care Respiratory Journal, 19(1), 68-74. Gerhards, S.A.H., Graaf, L.E. de, Jacobs, L.E. de, Severens, J.L., Huibers, M.J.H., Arntz, A., Riper, H., Widdershoven, G., Metsemakers, J.F.M. & Evers, S.M.A.A. (2010). Economic evaluation of online computerised cognitive-behavioural therapy without support for depression in primary care: randomised trial. British Journal of Psychiatry, 196, 310-318. Goedhart, G., Wal, M., van der, Cuijpers, P. & Bonsel, G.J. (2009). Psychosocial problems and continued smoking during pregnancy. Addictive Behaviours, 34, 403-406. Goor, K.M., Sprundel, E. van, Lemij, H.G., Plochg, T., Klazinga, N.S. & Koopmanschap, M.A. (2010). Cost-effectiveness of monitoring glaucoma patients in shared care: an economic evaluation alongside a randomized controlled trial. Bmc Health Services Research, 10(312), 1-11. Goossens, L.M.A., Riemersma, R.A., Postma, D.S., Molen, T. van der & Rutten-van Mölken, M.P.M.H. (2009). An Economic Evaluation of Budesonide/Formoterol for Maintenance and Retriever Treatment in Asthma in General Practice. Advances in Therapy, 26(9), 872-885. Goossens, L.M.A., Standaert, B., Hartwig, N.G., Hovels, A.M. & AL, M.J. (2009). Conclusions on cost-effectiveness of rotavirus vaccination highly dependent on assumptions. Vaccine, 27, 2531-2532. Graaf, G. de & Exel, N.J.A. van (2009). Using Q Methodology in Administrative Ethics. Public Integrity, 11(1), 63-78. Grit, K.J. & Bont, A.A. de (2010). Tailor-made finance versus tailormade care. Can the state strengthen consumer choice in healthcare by reforming the financial structure of long-term care? Journal of Medical Ethics, 36, 79-83. Groenendijk, A.G., Birnie, E., Boeckxstaens, G.E., Roovers, J.P.W. & Bonsel, G.J. (2009). Anorectal Function Testing and Anal Endosonography in the Diagnostic Work-Up of Patients with Primary Pelvic Organ Prolapse. Gynecologic & Obstetric Investigation, 67, 187-194. Groenendijk, A.G., Birnie, E., Blok, S. de, Adriaanse, A.H., Ankum, W.M., Roovers, J.P.W. & Bonsel, G.J. (2009). Clinical-decision taking in primary pelvic organ prolapse; the effects of diagnostic tests on treatment selection in comparison with a consesus meeting. International Urogynecology Journal and Pelvic Floor Dysfunction, 20, 711-719. Groot, C.A. de, Stupp, R. & Bent, M. van den (2009). Cost-effectiveness of temozolomide for the threatment of newly diagnosed glioblastoma multiforme. Expert review of pharmacoeconomics & outcomes research, 9(3), 235-241.
74
Hakkaart-van Roijen, L., Verboom, P., Philips, R. & Al, M.J. (2009). The cost utility of solifenacin in the threatment of overactive bladder. International Urology and Nephrology, 41, 293-298. Heesch, M.M. van, Bonsel G.J., Dumoulin, J.C., Evers, J.L.H., Hoeven M.A.H.B.M. van der, Severens J.L., Dykgraaf RH.M., Veen, F. van der, Tonch, N., Nelen, W.L.D.M., Zonneveld, P. van, Goudoever, J.B. van, Tamminga, P., Steiner, K., Koopman-Esseboom, C., Beijsterveldt, C.E. van, Boomsma, D.I., Snellen, D., Dirksen, C.D. (2010). Long term costs and effects of reducing the number of twin pregnancies in IVF by single embryo transfer: the TwinSing study. BMG Pediatrics, 10(75), 1-11. Hendrix, A., Werf, C. van der, Bots, M.L., Birnie, E., Smagt, J.J. van der, Borleffs, C.J.W., Vink, A., Weert, H.C. van, Doevendans, P.A.F.M., Wilde, A.A.M., Mosterd, A. & Langen, I.M. van (2010). Rationale and design of the CAREFUL study. Netherlands Heart Journal, 18(6), 286-290. Hendrix, M., Pavlova, M., Nieuwenhuijze, M.J., Severens, J.L. & Nijhuis, J.G. (2010). Differences in preferences for obstetric care between nulliparae and their partners in the Netherlands: a descrete-choice experiment. Journal of Psychosomatic Obstetrics and Gynecology, 31(4), 243-251. Herk-Sukel, M.P.P. van, Poll-Franse, L.V. van de, Voogd, A.C., Nieuwenhuijzen, G.A.P., Coebergh, J.W.W. & Herings, R.M.C. (2010). Half of breast cancer patients discontinue tamoxifen and any endocrine treatment before the end of the recommended treatment period of 5 years: a population-based analysis. Breast Cancer Research and Treatment, 122(3), 843-851. Herk-Sukel, M.P.P. van, Poll-Franse, L.V. van de, Lemmens, V.E.P.P., Vreugdenhil, G., Pruijt, J.F.M., Coebergh, J.W.W. & Herings, R.M.C. (2010). New opportunities for drug outcomes research in cancer patients: The linkage of the Eindhoven Cancer Registry and the PHARMO Record Linkage System. European Journal of Cancer, 46(2), 395-404. Hoogendoorn, E.J.I., Wetering, C.R. van, Schols, A.M.W.J. & Rutten-van Mölken, M.P.M.H. (2009). Self-report versus care provider registration of healthcare utilization: impact on cost and cost-utility. International Journal of Technology Assessment in Health Care, 25(4), 588-595. Hoogendoorn, E.J.I., Feenstra, T.L., Hoogenveen, R.T. & Rutten-van Mölken, M.P.M.H. (2010). Association between lung function and exacerbation frequency in patients with COPD. International Journal of COPD, 5, 435-444. Hoogendoorn, E.J.I., Wetering, C.R. van, Schols, A.M.W.J. & Rutten-van Mölken, M.P.M.H. (2010). Is INTERdisciplinary COMmunity-based COPD management (INTERCOM) cost-effective? European Respiratory Journal, 35(1), 79-87.
75
Hoogendoorn, E.J.I., Feenstra, T.L., Hoogenveen, R.T, Rutten-van Mölken, M.P.M.H. (2010). Long-term effectiveness and costeffectiveness of smoking cessation interventions in patients with COPD. Thorax, 65, 711-718. Hooren, A.C.G., Brouwer, J., Bree, R. de, Hoekstra, O.S., Leemans, C.R. & Uyl-de Groot, C.A. (2009). The cost-effectiveness of FDG-PET in selecting patients with suspicion of recurrent laryngeal carcinoma after radiotherapy for direct laryngoscopy. European Archives of OtoRhino-Laryngology, 266, 1441-1448. Holland, J., Exel, N.J.A. van, Schut, F.T. & Brouwer, W.B.F. (2009). Some pain, no gain: experiences with the no-claim rebate in the Dutch health care system. Health Economics, Policy and Law, 4, 405-424. Hout, F.A.G., Nienhuis, E.D., Robben, P.B.M., Frederiks, B.J.M. & Legemaate, J. (2010). News and Views. Supervision by the Dutch Healthcare Inspectorate. European Journal of Health Law, 17, 347-360. Ista, W.G., Dijk, M. van, Gischler, S., Leeuw, M. de, Poley, M.J. & Tibboel, D. (2010). Weaning of opioids and benzodiazepines at home after critical illness in infants: a cost-effective approach. Journal of Opioid Management, 6, 55-62. Jacobs-van der Bruggen, M.A.M., Spijkerman, A., Baal, P.H.M. van, Baan, C.A., Feskens, E.J.M., Picavet, S.J., A, D.L. van der & Verschuren, W.M. (2010). Weight Change and Incident Diabetes: Addressing an Unresolved Issue. American journal of Epidemiology, 172(3), 263-270. Jansen, Y.J.F.M., Foets, M.M.E. & Bont, A.A. de (2009). The contribution of qualitative research to the development of tailor-made communitybased interventions in primary care: a review. European Journal of Public Health, 2(20), 1-7. Jansen, Y.J.F.M. & Bont, A.A. de (2010). The Role of Screenings Methods and Risk Profile Assessments in Prevention and Health Promotion Programmes: An Ethnographic Analysis. Health Care Analysis, 18, 389-401. Janssen, M.P., Cator, E.A., Poel, C.L. van der, Schaasberg, W.P., Bonsel, G.J. & Hout, B.A. van (2009). Monitoring viral incidence rates: tools for the implementation of European Union regulations. Vox Sanguinis, 96(4), 298-308. Keulen, H. van, Bosmans, J.E., Tulder, M.W. van, Severens, J.L., Vries, H. de, Brug, J. & Mesters, I. (2010). Cost-effectiveness of tailored print communication, telephone motivational interviewing, and a combination of the two: results of an economic evaluation alongside the VItalum randomized controlled trial. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity, 7(64), 1-12. Kippersluis, J.L.W. van, Ourti, T.G.M. van, O' Donnell, O. & Doorslaer, E.K.A. van (2009). Health and Income across the Life Cycle and Genererations in Europe. Journal of Health Economics, 28(4), 818-830.
76
Kippersluis, J.L.W. van, O'Donnell, O.A., Doorslaer, E.K.A. van & Ourti, T.G.M. van (2010). Socioeconomic Differences in Health over the Lifecycle in an Egalitarian country. Social Science & Medicine, 70(3), 428-438. Koelewijn, J.M., Haas, M. de, Vrijkotte, T.G.M., Schoot, C.E. van der & Bonsel, G.J. (2009). Risk factors for RhD immunisation despite antenatal and postnatal anti-D prophylaxis. Bjog-An International Journal of Obstetrics and Gynaecology, 116, 1307-1314. Koelewijn, J.M., Vrijkotte, T.G.M., Haas, M. de, Schoot, C.E. van der & Bonsel, G.J. (2009). Risk factors for the presence of non-rhesus D red blood cell antibodies in pregnancy. Bjog-An International Journal of Obstetrics and Gynaecology, 116, 655-664. Kooij, S.M. van der, Hehenkamp, W.J,K., Volkers, N.A., Birnie, E., Ankum, W.M. & Reekers, J.A. (2010). Uterine artery embolization vs hysterectomy in the treatment of symptomatic uterine fibroids: 5-year outcome from the randomized EMMY trial. American Journal of Obstetrics & Gynecology, 105, 1-13. Koopmanschap, M.A., Stolk, E.A. & Koolman, A.H.E. (2010). Dear policy maker: Have you made up your mind? A discrete choice experiment among policy makers and other health professionals. International Journal of Technology Assessment in Health Care, 26(2), 198-204. Korte, D. de, Schayck, O.C.P. van, Spiegel, P. van, Kaptein, A.A., Sachs, A., Rutten-van Mölken, M.P.M.H., Chavannes, N., Tromp-Beelen, T., Bes, R, Allard, R., Peeters, G., Kliphuis, L., Schouten, J.W., Gennip, A.H. van, Ommen, R. van & Asin, J.D. (2010). Supporting smoking cessation in healthcare: obstacles in scientific understanding and tobacco addiction management. Health, 2(11), 1272-1279. Krol, H.M., Sendi, P. & Brouwer, W.B.F. (2009). Breaking the Silence: Exploring the Potential Effects of Explicit Instructions on Incorporating Income and Leisure in TTO Exercices. Value in Health, 12(1), 172-180. Labree, L.J.W., Nijman, H., Marle, H.J. van & Rassin, E.G.C. (2010). Backgrounds and characteristics of arsonists. International Journal of Law and Psychiatry, 33(3), 149-153. Labree, L.J.W., Foets, M.M.E. & Weisglas-Kuperus, N. (2010). Continuity and coordination of care during and after neonatal intensive care. Jounal of Child Health Care, 14(3), 239-249. Leunis, A. & Varkevisser, M. (2010). Internal Medicine Residents' Perceptions of the Learning Environment in Dutch Teaching Hospitals. Medical Teacher, 32, 90-94. Linden, M.W. van der, Gaugris, S., Kuipers, E.J., Herk Sukel, M.P.P. van, Bemt, B.J.F. van den, Sen, S.S. & Herings, R.M.C. (2009). COX-2 inhibitors: complex association with lower risk of hospitalization for gastrointestinal events compared to traditional NSAIDs plus proton pump inhibitors. Pharmacoepidemiology and Drug Safety, 18(10), 880-890.
77
McGrail, K.M., Doorslaer, E.K.A. van, Ross, N.A. & Sanmartin, C. (2009). Income-related health inequalities in Canada and the United States: a decomposition analysis. American Journal of Public Health, 99(3), 1856,1863. McLaughlin, T., Buxton, M., Mittendorf, T., Redekop, W.K., Mucha, L., Darba, J., Jonsson, L., Lacey, L. & Leibman, C. (2010). Assessment op potential measures in models of progression in Alzheimer disease. Neurology, 75, 1256-1262. Meerding, W.J., Bonsel, G.J., Brouwer, W.B.F., Stuifbergen, M.C. & Essink-Bot, M.L. (2010). Social Time Preferences for Health and Money Elicited with a Choice Experiment. Value in Health, 13(4), 368-374. Meijer, C.A.M. de, Koopmanschap, M.A., Koolman, A.H.E. & Doorslaer, E.K.A. van (2009). The Role of Disability in Explaining Long-Term Care Utilization. Medical Care, 47(11), 1156-1163. Meijer, C.A.M. de, Brouwer, W.B.F., Koopmanschap, M.A., Berg, B. van den & Exel, N.J.A. van (2010). The value of informal care-A further investigation of the feasibility of contingent valuation in informal caregivers. Health Economics, 19, 755-771. Niëns, L.M. & Brouwer, W.B.F. (2009). Better measures of affordability required. Lancet (UK), 373, 1081-1081. Niëns, L.M. & Lowery, D. (2009). Gendered Epidemiology: Sexual Equality and the Prevalence of HIV/AIDS in Sub-Saharan Africa. Social Science Quarterly, 90(5), 1134-1144. Niëns, L.M., Cameron, A., Poel, E. van de, Ewen, M., Brouwer, W.B.F. & Laing, R. (2010). Quantifying the Impoverishing Effects of Purchasing Medicines: A Cross-Country Comparison of the Affordability of Medicines in the Developing World. PLoS Medicine, 7(8), 1-8. Niezen, M.G.H., Bont, A.A. de, Busschbach, J.J. van, Cohen, J.P. & Stolk, E.A. (2009). Finding legitimacy for the role of budget impact in drug reimbursement decisions. International Journal of Technology Assessment in Health Care, 25(1), 49-55. Nooten, F.E. van, Koolman, A.H.E. & Brouwer, W.B.F. (2009). The influence of subjective life expectancy on health state valuations using a 10 year TTO. Health Economics, 18, 549-558. Olieman, J.F., Poley, M.J., Gischler, S.J., Penning, C., Escher, J.C., Hoonaard, T.L. van den, Goudoever, J.B. van, Bax, N.M.A., Tibboel, D. & Meijers-IJsselstijn, H. (2010). Interdisciplinary management of infantile short bowel syndrome: resource consumption, growth, and nutrition. Journal of Pediatric Surgery, 45, 490-498. Ourti, T.G.M. van, Doorslaer, E.K.A. van & Koolman, A.H.E. (2009). The effect of income growth and inequality in incomes on health inequality: Theory and empirical evidence from the European Panel. Journal of Health Economics, 28(3), 525-539.
78
Poel, E. van de & Speybroeck, N. (2010). Decomposing malnutrition inequalities between Scheduled Castes and Tribes and the remaining Indian population. Ethnicity & Health, 14(3), 271-287. Poley, M.J., Stolk, E.A. & Brouwer, W.B.F. (2009). The use and impact of HTA in decision making in the Netherlands. Euro Observer, 11(1), 7-8. Rappange, D.R., Brouwer, W.B.F. & Exel, N.J.A. van (2009). Back to the Consideration of Future Consequences Scale: Time to Reconsider? The Journal of Social Psychology, 149(5), 562-584. Rappange, D.R., Brouwer, W.B.F., Hoogenveen, R.T. & Baal, P.H.M. van (2009). Healthcare Costs and Obesity Prevention Drug Costs and Other Sector-Specific Consequences. Pharmacoeconomics, 27(12), 1031-1044. Rappange, D.R., Baal, P.H.M. van, Exel, N.J.A. van, Feenstra, T.L., Rutten, F.F.H. & Brouwer, W.B.F. (2009). I costi sanitari indiretti (non correlati) durante gli anni di vita guadagnati: devono essere inclusi nelle vilutzioni economiche degli interventi sanitari? Pharmacoeconomics Italian Research Articles, 11(1), 55-70. Rappange, D.R., Brouwer, W.B.F., Rutten, F.F.H. & Baal, P.H.M. van (2010). Lifestyle intervention: from cost savings to value for money. Journal of Public Health, 32(3), 440-447. Ravelli, A.C.J., Tromp, M., Huis, M. van, Steegers, E.A.P., Tamminga, P., Eskes, M. & Bonsel, G.J. (2009). Decreasing perinatal mortality in The Netherlands, 2000-2006: a record linkage study. Journal of Epidemiology & Community Health, 63(9), 761-765. Risselada, R., Straatman, H., Kooten, F. van, Dippel, D.W.J., Lugt, A. van der, Niessen, W.J., Firouzian, A., Herings, R.M.C. & Sturkenboom, M.C.J.M. (2009). Withdrawal of Statins and Risk of Subarachnoid Hemorrhage. Stroke, 40(8), 2887-2892. Ruchlewska, J.M., Mulder, C.L., Smulders, R., Roosenschoon, B.J., Koopmans, G.T. & Wierdsma, A.I. (2009). The effects of crisis plans for patients with psychotic and bipolar disorders: a randomised controlled trial. BMC Psychiatry, 9(41), 1-8. Rutten, F.F.H., Uyl-de Groot, C.A. & Vulto, A.G. (2009). Innovative payment systems for medicines in Europe. EJHP Practice, 15(3), 60-62. Rutten, F.F.H. & Vulto, A.G. (2010). The social value of innovation. European Journal of Hospital Pharmacy Practice, 16(3), 70-73. Rutten-van Mölken, M.P.M.H., Hoogendoorn, M. & Lamers, L.M. (2009). Holistic Preferences for 1-Year Health profiles Describing Fluctuations in Health. Pharmacoeconomics, 27(6), 465-477. Rutten-van Mölken, M.P.M.H. (2009). Raising the awareness: projecting the future burden of COPD with the BOLD model. European Respiratory Journal, 34(4), 787-789.
79
Schie, R.M.F. van, Wadelius, M., Kamali, F., Daly, A.K., Manolopoulos, V.G., Boer, A. de, Barallon, R., Verhoef, T.I., Kirchheiner, J., Haschke Becher, M., Briz, M., Rosendaal, F.R., Redekop, W.K., Pirmohamed, M. & Maitland - van der Zee, A.H. (2009). Genotype-guided dosing of coumarin derivatives: the European pharmacogenetics of anticoagulant therapy (EU-PACT) trial design. Pharmacoeconomics, 10(10), 1287-1295. Smit, F., Willemse, G., Meulenbeek, P., Koopmanschap, M.A., Balkom, A.J.L.M. van, Spinhoven, Ph. & Cuijpers, P. (2009). Cost Effectiveness and Resource Allocation. Preventing panic disorder: cost-effectiveness analysis alongside a pragmatic randomised trial. BioMed Central, 7(8), 1-12. Staring, A.B.P., Gaag, M. van der, Koopmans, G.T., Selten, J.P., Beveren, J.M. van, Hengeveld, M.W., Loonen, A.J.M. & Mulder, C.L. (2010). Treatment adherence therapy in people with psychotic disorders: randomised controlled trial. British Journal of Psychiatry, 197, 448-455. Stolk, E.A., Bont, A.A. de, Halteren, A.R., Bijlmer, R.J. & Poley, M.J. (2009). Role of health technology assessment in shaping the benefits package in The Netherlands. Expert review of pharmacoeconomics & outcomes research, 9(1), 85-94. Stolk, E.A., Oppe, M., Scalone, L. & Krabbe, P.F.M. (2010). Discrete Choice Modeling for the Quantification of Health States: The Case of the EQ-5D. Value in Health, 13(8), 1005-1013. Tan, S.S., Oppe, M., Zoet-Nugteren, S.K., Niezen, R.A., Kofflard, M.J.M., Cate, F.J. ten & Hakkaart van Roijen, L. (2009). A microcosting study of diagnostic tests for the detection of coronary artery disease in the Netherlands. European Journal of Radiology, 72(1), 98-103. Tan, S.S., Ineveld, B.M. van, Redekop, W.K. & Hakkaart van Roijen, L. (2009). Comparing Methodologies for the Allocation of Overhead and Capital Costs to Hospital Services. Value in Health, 12(4), 530-535. Tan, S.S., Rutten, F.F.H., Ineveld, B.M. van, Redekop, W.K. & Hakkaart van Roijen, L. (2009). Comparing methodologies for the cost estimation of hospital services. European Journal of Health Economics (HEPAC), 10, 39-45. Tan, S.S., Linschoten, R. van, Middelkoop, M. van, Koes, B.W., BiermaZeinstra, S.M.A. & Koopmanschap, M.A. (2010). Cost-utility of exercise therapy in adolescents and young adults suffering from the patellofemoral pain syndrome. Scandinavian Journal of Medicine & Science in Sports, 20(4), 568-579. Tan, S.S., Gils, C.W.M. van, Franken, M.G., Hakkaart-van Roijen, L. & Uyl - de Groot, C.A. (2010). The Unit Costs of Inpatient Hospital Days, Outpatient Visits and Daycare Treatments in the Fields of Oncology and Hematology. Value in Health, 13(6), 712-719. Tilling, C.J., Krol, H.M., Tsuchiya, A., Brazier, J. & Brouwer, W.B.F. (2010). In or Out? Income Losses in Health State Valuations: A Review. Value in Health, 13(2), 298-305. 80
Tromp, M., Eijsden, M. van, Ravelli, A.C.J. & Bonsel, G.J. (2009). Anonymous non-respinse analysis in the ABCD cohort study enabled by probabilistic record linkage. Paediatric and Perinatal Epidemiology, 23, 264-272. Tromp, M., Eskes, M, Reitsma, J.B., Erwich, J.J.H.M., Brouwers, H.A.A., Rijninks, G.C., Bonsel, G.J. & Ravelli, A.C.J. (2009). Regional perinatal mortality differences in the Netherlands; care is the question. BMC Public Health, 9(102), 1-9. Uiters, E., Deville, W., Foets, M.M.E., Spreeuwenberg, P.M. & Groenewegen, P.P. (2009). Differences between immigrant and nonimmigrant groups in the use of primay medical care; a systematic review. BMC Health Services Research, 9(76), 1-10. Utens, C.M.A., Goossens, L.M.A., Smeenk, F.W.J.M., Schayck, C.P. van, Litsenburg, W. van, Janssen, A., Vliet, M. van, Seezink, W., Demunck, D.R.A.J., Pas, B. van de, Bruijn, P.J. de, Pouw, A. van der, Retera, J.M.A.M., Laat-Bierings, P. de, Eijsden, L. van, Braken, M., Eijsermans, R. & Rutten - van Mölken, M.P.M.H. (2010). Effectiveness and costeffectiveness of early assisted discharge for Chronic Obstructive Pumonary Disease exacerbations: the design of a randomised controlled trial. BMC Public Health, 10(618), 1-12. Uyl-de Groot, C.A., Senft, A., Bree, R. de, Leemans, R. & Hoekstra, O.S. (2010). Chest CT and Whole-Body 18F-FDG PET Are Cost-Effective in Screening for Distant Metastases in Head and Neck Cancer Patients. Journal of Nuclear Medicine, 51(2), 176-182. Uyl-de Groot, C.A., Groot, S. de & Steenhoek, A. (2010). The economics of improved cancer survival rates: better outcomes, higher costs. Expert review of pharmacoeconomics & outcomes research, 10(3), 283-292. Vehmeijer, J.T., Christiaans, I., Langen, I.M. van, Birnie, E., Bonsel, G.J., Smets, E.M.A. & Wilde, A.A.M. (2009). Risk stratification for sudden cardiac death in hypertrophic cardiomyopathy: Dutch cardiologists and the care of mutation carriers. Netherlands Heart Journal, 17(12), 464469. Vemer, P. & Rutten-van Mölken, M.P.M.H. (2010). Crossing Borders: Factors Affecting Differences in Cost-Effectiveness of Smoking Cessation Interventions between European Countries. Value in Health, 13(2), 230-241. Vemer, P., Rutten-van Mölken, M.P.M.H., Kaper, J., Hoogenveen, R.T., Schayck, C.P. van & Feenstra, T.L. (2010). If you try to stop smoking, should we pay for it? The cost-utility of reimbursing smoking cessation support in the Netherlands. Addiction, 105, 1088-1097. Verhoef, T.I., Redekop, W.K., Darba, J., Geitona, M., Hughes, D.A., Siebert, U., Boer, A. de & Maitland-van der Zee, A.H. (2010). A systematic review of cost-effectiveness analyses of pharmacogeneticguided dosing in treatment with coumarin derivates. Pharmacogenomics, 11(7), 989-1002.
81
Verhoef, T.I., Schalekamp, T., Redekop, W.K., Boer, A. de & Maitlandvan der Zee, A.H. (2010). Clinical and economic consequences of pharmacogenetic-guided dosing of warfarin. Expert review of pharmacoeconomics & outcomes research, 10(4), 375-378. Vermaire, J.H., Hoogstraten, J., Loveren, C. van, Poorterman, J.H.G. & Exel, N.J.A. van (2010). Attitudes towards oral health among parents of 6-year-old children at risk of developing cariers. Community Dentistry & Oral Epidemiology, 38, 507-520. Versteegh, M.M., Rowen, D., Brazier, J.E. & Stolk, E.A. (2010). Mapping onto EQ-5D for patients in poor health. Health and Quality of Life Outcomes, 8(141), 1-26. Wakkee, M., Meijer, W.J., Neumann, H.A.M., Herings, R.M.C. & Nijsten, T.E.C. (2009). Psoriasis May Not Be an Independent Predictor for the Use of Cardiovascular and Anti-diabetic Drugs: A 5-year Prevalence Study. Acta Dermato-Venereologica, 89(5), 476-483. Wal, M.F., Eijsden, M. van & Bonsel, G.J. (2009). First-trimester working conditions and birthweight: A prospective Cohort Study. American Journal of Public Health, 99(8), 1409-1416. Wallenburg, I., Exel, N.J.A. van, Stolk, E.A., Scheele, F., Bont, A.A. de & Meurs, P.L. (2010). Between Trust and Accountability: Different Perspectives on the Modernization of Postgraduate Medical Training in the Netherlands. Academic Medicine, 85(6), 1082-1090. Wetering, C.R. van, Hoogendoorn, M., Broekhuizen, R., GeraertsKeeris, G.J.W., Munck, D.R.A.J. de, Rutten - van Mölken, M.P.M.H. & Schols, A.M.W.J. (2010). Efficacy and Costs of Nutritional Rehabilitation in Muscle-Wasted Patients With Chronic Obstructive Pulmonary Disease in a Community-Based Setting: A Prespecified Subgroup Analysis of the INTERCOM Trial. JAMDA Journal of the American Medical Directors Association, 11, 179-187. Wetering, C.R. van, Hoogendoorn, E.J.I., Mol, S.J.M., Rutten-van Mölken, M.P.M.H. & Schols, A.M.W.J. (2010). Short- and long-term efficacy of a community-based COPD management programme in less advanced COPD: a randomised controlled trial. Thorax, 65(1), 7-13. Wetering, E.J. van de, Exel, N.J.A. van & Brouwer, W.B.F. (2010). Piecing the jigsaw puzzle of adolescent happiness. Journal of Economic Psychology, 31, 923-935. Wolleswinkel, J., Stolk, E.A., Francois, M., Gasparini, G.L. & Brosa, M. (2010). The health care burden and societal impact of acute otitis media in seven European countries: Results of an Internet survey. Elsevier, 28(6), 39-52. Wong, A., Elderkamp-de Groot, R., Polder, J. & Exel, N.J.A. van (2010). Predictors of Long-Term Care Utilization by Dutch Hospital Patients aged 65+. Bmc Health Services Research, 10(110), 1-14.
82
Wyers, C.E., Breedveld, J.J.L., Reijven, P.L.M., Helden, S., Guldemond, G.A., Severens, J.L., Verburg, A.D., Meesters, B., Rhijn, L.W. van, Dagnelie, P.C. (2010). Efficacy and cost-effectiveness of nutritional intervention in elderly after hip fracture: design of a randomized controlled trial. BMC Public Health, 10(212), 1-6.
BOEK(HOOFDSTUK) BOOK(CHAPTER) Adams, S.A. (2010). Use of 'serious health games' in health care: a review. From Safe Systems ot Patient Safety. In C. Nohr & J. Aarts (Eds.), Information Technology in Health Care: Socio-Technical Approaches 2010 (Studies in Health Technology and Informatics, 157) (pp. 160-166). IOS Press. Bekker, M.P.M. & Goede, J. de (2010). Policy. In A. Haveman-Nies, S. Jansen, H. van Oers & P. van ‘t Veer (Eds.), Epidemiology in public health practice (pp. 275/13-303/13). Wageningen: Wageningen Academic Publishers. Bleichrodt, H. & Brouwer, W.B.F. (2010). Disconteren. In M. Rutten-Van Mölken, F.F.H Rutten & C.A. Uyl-De Groot (Eds.), Van Kosten Tot Effecten Een Handleiding Voor Evaluatiestudies in De Gezondheidszorg (pp. 8-9). Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. Brouwer, W.B.F (2009). Welfare, welfarism and extra-welfarism. In: M. Katan (ed). Encyclopedia of Medical Decision Making. Thousand Oaks/London/New Delhi/Singapore: SAGE Publications. Brouwer, W.B.F., Tilford, M. & Exel, N.J.A. van (2009). Incorporating caregiver and family effects in economic evaluations of child health. In: W.J. Ungard (ed). Economic evaluation in child health (chapter 3). Oxford: Oxford Scholarship Online Monographs. Brouwer, W.B.F. & Rutten, F.F.H. (2009). Cost containment and efficency in national health systems; a global comparison. In J. Rapoport, P. Jacobs & E. Jonsson (Eds.), Cost containment and efficency in national health systems; a global comparison (chapter 6). Weinheim: WileyBlackwell. Brouwer, W.B.F. (2010). Perspective, costs, outcome and discounting in pharmacoeconomic evaluations. In F.F.H. Rutten & A.G. Vulto (Eds.), PharmacoEconomics for European hospital pharmacists (pp. 12-1). Mol, Belgie: Pharma Publishing and Media Europe. Brouwer, W.B.F. & Koopmanschap, M.A. (2010). Overige kosten binnen en buiten de gezondheidszorg. In M. Rutten-Van Mölken, F.F.H Rutten & C.A. Uyl-De Groot (Eds.), Van Kosten Tot Effecten Een Handleiding Voor Evaluatiestudies in De Gezondheidszorg (pp. 19-4). Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg.
83
Buijsen, M.A.J.M. (2010). Filosofie & Praktijk: praktische problemen in filosofisch perspectief. In Filosofie en Praktijk (Filosofie & Praktijk, 3) (pp. 51-5). Budel: Damon. Doorslaer, E.K.A. van & O'Donnell, O.A. (2010). Measurement and explanation of inequality in health and health care in low-income settings. In M. McGillivray, I. Dutta & D. Lawson (Eds.), Health inequality and development, Studies in Development Economics and Policy (pp. 25-2). Basingstoke: Palgrave McMillan. Evers, J.C. & Staa, A.L. van (2010). Qualitative Analysis in Case Study. In A. Mills, G. Durepos & W. Elden (Eds.), Encyclopedia of Case Study Research (pp. 749-757). Thousand Oaks, Ca.: Sage Publications. Halffman, W. & Bal, R.A. (2010). Regulatory Futures in Retrospect. In J. Eriksson, M. Gilek & C. Ruden (Eds.), Regulating Chemical Risks (pp. 19/340-19/348). Dordrecht: Springer. Jansen, Y.J.F.M. (2010). The Taming of Chance and the Actual Practice of Prevention; Rationalised Prevention and >the social<. In T. Mathar & Y.J.F.M Jansen (Eds.), Health Promotion and Prevention Programmes in Practice. How Patients' Health Practices are Rationalised, Reconceptualised and Reorganised (pp. 147). Bielefeld: Transcript Verlag. Paolucci, F., Ergas, H., Hannan, T. & Aarts, J.E.C.M. (2010). The Effectiveness of Health Informatics. In S.M. Kabene (Ed.), Healthcare and the Effect of Technology: Developments, Challenges and Advancements (pp. 13-2). Hershey, New York: Medical Information Science reference. Poel, E. van de, O'Donnell, O.A. & Doorslaer, E.K.A. van (2009). Productie van de gezondheid. In F.T. Schut & F.F.H. Rutten (Eds.), Economie van de gezondheidszorg (pp. 27-49). Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. Rutten, F.F.H. & Vulto, A.G. (2010). Pharmacoeconomics for European hospital pharmacists. In M. Gallacher & E. Kurt (Eds.), European Journal of Hospital Pharmacy Practice. Mol, Belgie: Pharma Publishing and Media Europe. Rutten-van Mölken M.P.M.H. & Feenstra T. (2010). The health and economic consequences of smoking and smoking cessation interventions: the Dutch perspective. In: Preedy VR, Watson RR (eds). Handbook of disease burdens and quality of life measures (pp 16611679). New York: Springer. Rutten-van Mölken M, Uyl-de Groot C, Rutten F. (2010. Van kosten tot effecten. Een handleiding voor economische evaluatiestudies in de gezondheidszorg. Tweede herziene druk. Elsevier, Amsterdam. Schut, F.T. & Rutten, F.F.H. (2009). Economie van de Gezondheidszorg (3e geheel herziene druk). Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg.
84
Zuiderent, T. & Berg, M. (2010). The Sociology of Quality and Safety in Health Care. Studying a Movement and Moving Sociology. In C.E. Bird, P. Conrad, A.M. Fremont & S. Timmermans (Eds.), Handbook of Medical Sociology; Sixth Edition (pp. 19/324-19/336). Nashville: Vanderbilt University Press.
VAKPUBLICATIE ARTICLE IN DUTCH JOURNAL Attema, A.E. (2009). De TTO-methode en correctie voor tijdsvoorkeur. VGE Bulletin, 2(26), 14-17. Baal, P.H.M. van (2010). Economische evaluaties en de zorgkosten van levensverlenging. VGE Bulletin, 3, 26-28. Buijsen, M.A.J.M. (2010). Autonomie en rechtvaardigheid in de gezondheidszorg. Pro Vita Humana, 17(1), 12-18. Buijsen, M.A.J.M. (2010). De rechtvaardige verdeling van gezondheidszorg. Socialisme en Democratie, 67(10/11), 61-68. Hakkaart-van Roijen, L., Tan, S.S., Goossens, L., Schawo, S., Brouwer, W.B.F., Rutten-Van Mölken, M.P.M.H. & Rutten, F.F.H. (2010). Doelmatigheid in praktijkrichtlijnen voor medicijnen: resultaten van een 'quickscan'. TSG, 88(4), 172-181. Hoefman, R.J., Klerk, M.M.Y. de & Foets, M.M.E. (2009). Het aanvragen van voorzieningen door personen met een lichamelijke beperking. TSG, 87(1), 20-27. Hoefman, R.J., Exel, N.J.A. van & Brouwer, W.B.F. (2010). Het meten en waarderen van mantelzorg met CarerQol. TSG, 88(4), 172-176. Hoefman, R.J., Exel, N.J.A. van & Brouwer, W.B.F. (2010). Laat zorgverlener bij ouderenzorg samenwerken met vrienden en familie. VGE Bulletin, 10, 16-18. Hoomans, T., Roer, N. van der, Severens, J.L. & Delwel, G. (2010). Kosteneffectiviteit van nieuwe geneesmiddelen. Van belang bij geneesmiddelenvergoeding, maar voor verbetering vatbaar. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 154(A958), 1-9. Huijgens, P.C., Posthuma, E.F.M., Coebergh, J.W.W., Poll-Franse, L.V. van de, Uyl - de Groot, C.A. & Sonneveld, P. (2010). Een 'population based registry' voor hemato-oncologie. Nederlands Tijdschrift voor Hematologie, 7(8), 321-324. Huisman, A., Robben, P. & Kerkhof, A. van (2010). Melding van suicide aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. MGV, 65, 499-506. Huisman, A., Robben, P.B.M. & Kerkhof, A. van (2010). Melding van suicide aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Evaluatie van de procedure. MGV, 65, 499-506.
85
Hulst, E.H. (2009). Grondrechten en civiele aansprakelijkheid, van Zutphen tot Europa. TMA Tijdschrift voor Mileu en aansprakelijkheid, 1(2), 4-14. Hulst, E.H. (2009). Zwaarwegend maatschappelijk belang als nieuwe toverformule. TMA Tijdschrift voor Mileu en aansprakelijkheid, 1(2), 24-28. Hulst, E.H. (2010). De Codarcea-zaak: aanzet tot betere bescherming van de gelaedeerde. TMA Tijdschrift voor Mileu en aansprakelijkheid, 24(3), 75-79. Hulst, E.H. (2010). Redelijkheid in zaken van medische aansprakelijkheid. De Halcion-zaak nader beschouwd aan de hand van een rechterljk vonnis uit 2010. TMA Tijdschrift voor Mileu en aansprakelijkheid, 1(2), 12-18. Jansen, Y.J.F.M. (2009). Etnografisch onderzoek onder collega's; voortdurende spanning tussen betrokkenheid en distantie. KWALON. Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek in Nederland, 14(3), 27-31. Kippersluis, J.L.W. van, Doorslaer, E.K.A. van & Ourti, T.G.M. van (2009). Inkomen alleen maakt niet gezond. Economisch-Statistische Berichten, 94(4551), 20-23. Lötters, F.J.B., Slockers, M.T. & Tilburg, Y. van (2010). De onderste onderkant van de samenleving. Medisch Contact, 65(50), 2706-2707. Rutten, F.F.H. (2009). Zicht op zorgpakketten in Europa; resultaten van het Health Basket Project. Health Management Forum, 1, 28-30. Rutten, F.F.H. & Brouwer, W.B.F. (2010). Behoedzaam bezuinigen in de zorg. Economisch-Statistische Berichten, 95(4586), 343-344. Schulte, P.F.J., Bogers, J.P.A.M. & Steenhoek, A. (2010). Antwoord aan Lieverse en Bet. Ingezonden stuk. Tijdschrift voor Psychiatrie, 52(5), 358-359. Schulte, P.F.J., Bogers, J.P.A.M. & Steenhoek, A. (2010). Nieuwe versus oude antipsychotica: weinig voordelen in echte wereld. Tijdschrift voor Psychiatrie, 52(3), 181-190. Steenhoek, A. & Koopmanschap, M.A. (2010). Doelmatigheid dure medicijnen afwegen. Medisch Contact, 65(35), 1709-1711. Steenhoek, A., Koopmanschap, M.A., Franken, M.G. & Rutten, F.F.H. (2010). Nieuwe geneesmiddelen: niet goed, geld terug? Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG), 154(A2042), 1-5.
86
Thunnissen, M.M., Duivenvoorden, H.J., Busschbach, J.J. van, Hakkaart-van Roijen, L., Tilburg, W. van, Verheul, R. & Trijsburg, W. (2009). De effectiviteit van re-integratietraining versus boostersessies na kortdurende klinische psychotherapie: een gerandomiseerd klinisch onderzoek. Tijdschrift voor Psychiatrie, 51, 75-86.
ANNOTATIE ANNOTATION Steenbergen-Wijenburg, K.M. van, Vroege, L. de, Ploeger, R.R., Brals, J.W., Vloedbeld, M.G., Veneman, T.F., Hakkaart-van Roijen, L., Rutten, F.F.H., Beekman, A.T.F. & Feltz-Cornelis, C.M. van der (2010). Validation of the PHQ-9 as a screening instrument for depression in diabetes patients in specialized outpatients clinics. Bmc Health Services Research, 10(235), 1-14.
87
Onderzoeksthema 3: Management en organisatie van zorgverlening Research theme 3: Management and organisation of health care ORATIE INAUGURAL LECTURE Klundert, J.J. (2009). Value-Conscious Health Service Organisations. Klein, J. (2010). Tussen de modder van de praktijk en de schone wetenschap. Putters, K. (2009). Besturen met duivelselastiek. Robben, P.B.M. (2010). Toezicht in een glazen huis. Effectiviteit van het toezicht op de kwaliteit van de gezondheidszorg.
PROEFSCHRIFT PhD-THESIS Cramm, J.M. (2010). Health and social burdens of people living in an economically and health-deprived area. Promotor: prof.dr. J.J. van de Klundert. Copromotor: dr. A.P. Nieboer. Lemmens, K.M.M. (2009). Improving Chronic Care Developing and testing disease-management interventions applied in COPD care. Promotor: prof.dr. R. Huijsman. Copromotor: dr. A.P. Nieboer. Mul, M. de. (2009). Managing Quality in Health Care. Promotor: prof.dr. M. Berg. Copromotor:dr. A. de Bont. Niazkhani, Z. (2009). A Fit between Clinical Workflow and Health Care Information Systems. Promotor: prof.dr. M. Berg. Copromotor: dr. J.E.C.M. Aarts. Stepaniak, P.S. (2010). Modeling and management of variation in the operating theatre. Promotor: prof.dr.ir. G. de Vries. Copromotor: prof.dr. J. van de Klundert.
88
WETENSCHAPPELIJK ARTIKEL / BRIEF AAN DE REDACTIE SCIENTIFIC ARTICLE / LETTER TO THE EDITOR Aarts, J.E.C.M. & Koppel, R. (2009). Implementation Of Computerized Physician Order Entry In Seven Countries. Health Affairs, 28(2), 404-414. Aarts, J.E.C.M. (2009). Computerized Order Entry: The Authors Respond. Health Affairs, 28(4), 1232-1232. Aarts, J.E.C.M. & Sijs, H. van der (2009). CPOE, alerts and workflow: taking stock of ten years research at Erasmus MC. Studies in Health Technology and Informatics, 148, 165-169. Aarts, J.E.C.M., Callen, J., Coiera, E. & Westbrook, J. (2010). Information Technology in Health Care: Socio-technical approaches. International Journal of Medical Informatics, 79, 389-390. Adams, S.A. (2010). Blog-based applications and health information: Two case studies that illustrate important questions for Consumer Health Informatics (CHI) research. International Journal of Medical Informatics, 79, e89-e96. Adams, S.A. (2010). Revisiting the online health information reliability debate in the wake of "web 2.0": An inter-disciplinary literature and website review. International Journal of Medical Informatics, 79, 391-400. Adan, I., Bekkers, J., Dellaert, N.P., Vissers, J.M.H. & Yu, X. (2009). Patient mix optimisation and stochastic resource requirements: A case study in cardiothoracic surgery planning. Health Care Management Science, 12, 129-141. Ahaus, C.T.B., & Huijsman, R. (2009). A four phase development model for integrated care services in the Netherlands. BMC Health Services Research, 9, 42-42. Berg, M. van den, Frenken, R. & Bal, R.A. (2009). Quantitative data management in quality improvement collaboratives. BMC Health Services Research, 9(175), 1-11. Beuscart Zephir, M.C., Aarts, J.E.C.M. & Elkin, P. (2010). Human factors engineering for healthcare IT clinical applications. International Journal of Medical Informatics, 79(4), 223-224. Broer, T., Nieboer, A.P. & Bal, R.A. (2010). Opening the black box of quality improvement collaboratives: an Actor-Network theory approach. Bmc Health Services Research, 10(265), 1-9. Broer, T., Nieboer, A.P. & Bal, R.A. (2010). Quest for client autonomy in improving long-term mental health care. Issues in Mental Health Nursing, 19(6), 385-393.
89
Buljac, M., Dekker van Doorn, C.M., Wijngaarden, J.D.H. van & Wijk, K.P. van (2010). Interventions to improve team effectiveness: A systematic review. Health Policy, 94(3), 183-195. Cramm, J.M., Finkenflugel, H., Kuijsten, R., & Exel, N.J.A. van (2009). How employment support and social integration programmes are viewed by the intellectually disabled. Journal of Intellectual Disability Research, 53(6), 512-520. Cramm, J.M., Moller, V. & Nieboer, A.P. (2010). Improving Subjective Well-being of the Poor in the Eastern Cape. Journal of Health Psychology, 15(7), 1012-1019. Cramm, J.M., Exel, N.J.A. van, Moller, V. & Finkenflügel, H.J.M. (2010). Patient Views on Determinants of Compliance with Tuberculosis Treatment in the Eastern Cape, South Africa: An Application of QMethodology. The patient: Patient-Centered Outcomes Research, 3(3), 159-172. Cramm, J.M., Finkenflugel, H.J.M., Moller, V. & Nieboer, A.P. (2010). TB treatment initiation and adherence in a South African community influenced more by perceptions than by knowledge of tuberculosis. BMC Public Health, 10(72), 1-8. Duckers, M., Makai, P., Vos, L., Groenewegen, P., & Wagner, C. (2009). Longitudinal analysis on the development of hospital quality management systems in the Netherlands. International Journal for Quality in Health Care, 21(5), 330-340. Evers, J. & Staa, A.L. van (2010). Niet eenvoudiger, wel creatiever en efficiënter. KWALON. Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek in Nederland, 15(1), 17-19. Evers, J. & Staa, A.L. van (2010). 'Thick analysis": strategie om de kwaliteit van kwalitatieve data-analyse te verhogen. KWALON. Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek in Nederland, 15(1), 5-12. Glass, C.A. & Oostrum, J.M. van (2010). Bun splitting: a practical cutting stock problem. Annals of Operations Research, 179, 15-33. Goud, R., Engen Verheul, M. van, Keizer, N.F. de, Bal, R.A., Hasman, A., Hellemans, I. & Peek, N. (2010). The effect of computerized decision support on barriers to guideline implementation: A qualitative study in outpatient cardiac rehabilitation. International Journal of Medical Informatics, 79(6), 430-437. Groot, S.A. de, Haisma, J.A., Post, M.W.M., Asbeck, F.W.A. van & Woude, L.H.V. van der (2009). Investigation of bias due to loss of participants in a dutch multicentre prospective spinal cord injury cohort study Journal of Rehabilitation Medicine, 41(5), 382-389. Hartley, S., Finkenflugel, H.J.M., Kuipers, P. & Thomas, M. (2009). Community-based rehabilitation: opportunity and challenge. Lancet (UK), 374, 1803-1804.
90
Hasman, A., Andersen, S.K., Klein, G.O., Schulz, S., Aarts, J.E.C.M. & Mazzoleni, M.C. (2009). MIE 2008: eHealth beyond the Horizon - Get IT there. Methods of Information in Medicine, 48, 135-136. Jedeloo, S., Havers, J. & Staa, A.L. van (2009). From research to innovation: a breakthrough in transitional care for adolescents with chronic conditions. International Journal of Integrated Care, 9, 1-1. Klundert, J.J. van de & Wormer, L. (2010). ASAP: The After-Salesman Problem. Manufacturing and Service Operations Management, 12(4), 627-651. Klundert, J.J. van de & Otten, B. (2010). Improving LTL truck load utilizations on line. European Journal of Operational Research, 210, 336-343. Klundert, J.J. van de, Gorissen, P. & Zeemering, S. (2010). Measuring clinical pathway adherence. Journal of Biomedical Informatics, 43 (6), 861-872. Korne, D.F. de, Sol, J.C.A., Custers, T., Sprundel, E. van, Ineveld, B.M. van, Lemij, H.G. & Klazinga, N.S. (2009). Creating patient value in glaucoma care: applying quality costing and care delivery value chain approaches. International Journal of Health Care Quality Assurance, 22(3), 232-251. Korne, D.F. de, Wijngaarden, J.D.H. van, Hiddema, F., Bleeker, F.G., Pronovost, P.J. & Klazinga, N.S. (2010). Diffusing Aviation Innovations in a Hospital in the Netherlands. Joint Commission Journal on Quality and Patient Safety, 36(8), 339-352. Korne, D.F. de, Sol, J.C.A., Wijngaarden, J.D.H. van, Vliet, E.J. van, Custers, T., Cubbon, M., Spileers, W., Ygge, J., Ang, C.L & Klazinga, N.S. (2010). Evaluation of an international benchmarking initiative in nine eye hospitals. Health Care Management Review, 35(1), 23-35. Lemmens, K.M.M., Nieboer, A.P. & Huijsman, R. (2009). A systematic review of integrated use of disease-management interventions in asthma and COPD. Respiratory Medicine, 103, 670-691. Lemmens, K.M.M., Strating, M.M.H., Huijsman, R. & Nieboer, A.P. (2009). Professional commitment to changing chronic illness care: results from disease management programmes. International Journal for Quality in Health Care, 21(4), 233-242. Lemmens, K.M.M., Nieboer, A.P., Rutten-van Mölken, M.P.M.H., Schayck, C.P., Asin, J.D., Dirven, J.A.M. & Huijsman, R. (2010). Application of a theoretical model to evaluate COPD disease management. Bmc Health Services Research, 10(81), 1-10. Makai, P., Klazinga, N.S., Wagner, C., Boncz, I. & Gulacsi, L. (2009). Quality management and patient safety: Survey results from 102 Hungarian hospitals. Health Policy, 90, 175-180.
91
Makai, P., Koopmanschap, M.A., Bal, R.A. & Nieboer, A.P. (2010). Costeffectiveness of a pressure ulcer quality collaborative. Cost Effectiveness and Resource Allocation, 8(11), 1-31. Minkman, M., Ahaus, K., Fabbricotti, I.N., Nabitz, U. & Huijsman, R. (2009). A quality management model for integrated care: results of a Delphi and Concept Mapping study. International Journal for Quality in Health Care, 20, 66-75. Minkman, M.M.N., Ligthart, S.A. & Huijsman, R. (2009). Integrated dementia care in the Netherlands; a multiple case study of case management programs. Health & Social Care in the Community, 17(5), 485-494. Niazkhani, Z., Sijs, H. van der, Pirnejad, H., Redekop, W.K. & Aarts, J.E.C.M. (2009). Same system, different outcomes: Comparing the transitions from two paper-based systems to the same computerized physician order entry system. International Journal of Medical Informatics, 78, 170-181. Niazkhani, Z., Pirnejad, H., Berg, M. & Aarts, J.E.C.M. (2009). The Impact of Computerized Provider Order Entry Systems on Inpatient Clinical Workflow: A Literature Review. Journal of the American Medical Informatics Association, 16(4), 539-549. Niazkhani, Z., Pirnejad, H., Sijs, H. van der, Bont, A.A. de & Aarts, J.E.C.M. (2010). Computerized Provider Order Entry System. Methods of Information in Medicine, 49(1), 20-27. Niazkhani, Z., Pirnejad, H., Bont, A.A. de & Aarts, J.E.C.M. (2010). CPOE in Non-Surgical Versus Surgical Specialties: A Qualitative Comparison of Clinical Contexts in the Medication Process. The Open Medical Informatics Journal, (4), 206-213. Nieboer, A.P., Koolman, X. & Stolk, E.A. (2010). Preferences for longterm care services: Willingness to pay estimates derived from a discrete choice experiment. Social Science & Medicine, 70(9), 1317-1325. Oertle, M. & Bal, R.A. (2010). Understanding non-adherence in chronic heart failure: a mixed-method case study. Quality & Safety in Health Care, 19(37), 1-5. Oostrum, J.M. van, Bredenhoff, E. & Hans, E.W. (2009). Suitability and managerial implications of a Master Surgical Scheduling approach. Annals of Operations Research, 178, 91-104. Peute, L.W., Aarts, J.E.C.M., Bakker, P.J.M. & Jaspers, M.W.M. (2010). Anatomy of a failure: A sociothechnical evaluation of a laboratory physician order entry system implementation. International Journal of Medical Informatics, 79(4), 58-70. Pirnejad, H., Niazkhani, Z., Sijs, H. van der, Berg, M. van den & Bal, R.A. (2009). Evaluation of the Impact of a CPOE System on Nurse-physician Communication - A Mixed Method Study. Methods of Information in Medicine, 48(4), 350-360.
92
Pirnejad, H. (2009). Invited commentary. Information Technology in Health Care, 7(1), 43-45. Ringburg, A.N., Buljac, M., Stolk, E.A., Lieshout, E.M.M. van, Beeck, E.F. van, Patka, P. & Schipper, I.B. (2009). Willingness to pay for lives saved by helicopter emergency medical services. Prehospital Emergency Care, 13(1), 37-43. Schouten, L.M.T., Hulscher, M.E.J.L., Everdingen, J.J.E. van, Huijsman, R., Niessen, L.W. & Grol, R.P.T.M. (2010). Short- and long-term effects of a quality improvement collaborative on diabetes management. Implementation Science, 5(94), 1-10. Sijs, H. van der, Mulder, A., Gelder, T. van, Aarts, J.E.C.M., Berg, M. & Vulto, A.G. (2009). Drug safety alert generation and overriding in a large Dutch university medical centre. Pharmacoepidemiology and Drug Safety, 18, 941-947. Sijs, H. van der, Lammers, L.A., Tweel, A.M.A. van den, Aarts, J.E.C.M., Berg, M., Vulto, A.G. & Gelder, T. van (2009). Time-dependent DrugDrug Interaction Alerts in Care Provider Order Entry: Software May Inhibit Medication Error Reductions. Journal of the American Medical Informatics Association, 16, 864-868. Sijs, H. van der, Kowlesar, R., Aarts, J.E.C.M., Berg, M., Vulto, A.G. & Gelder, T. van (2009). Unintended consequences of reducing QT-alert overload in a computerized physician order entry system. European Journal of Clinical Pharmacology, 65, 919-925. Sijs, H. van der, Bouamar, R., Gelder, T. van, Aarts, J.E.C.M., Berg, M. & Vulto, A.G. (2010). Functionality test for drug safety alerting in computerized physician order entry systems. International Journal of Medical Informatics, 79(4), 243-251. Sijs, H. van der, Gelder, T. van, Vulto, A., Berg, M. & Aarts, J.E.C.M. (2010). Understanding Handling of Drug Safety Alerts: a Simulation Study. International Journal of Medical Informatics, 79, 361-369. Staa, A.L. van, Jedeloo, S., Roebroeck, M.E. & Latour, J.M. (2009). Bridging the gap between paediatric to adult care: experiences with the transition of adolescents with chronic conditions in the Netherlands. International Journal of Integrated Care, 9, 1-1. Staa, A.L. van (2010). Managing transition. Support for individuals at key point of change. International Journal of Integrated Care, 10, 1-2. Staa, A.L. van, Jedeloo, S, Latour, J.M. & Trappenburg, M.J. (2010). Exciting but exhausting: experiences with participatory research with chronically ill adolescents. Health Expectations, 13(1), 95-107. Stege, H.A. van der, Staa, A.L. van, Hilberink, S.R. & Visser, A.Ph. (2010). Using the new board game SeCZ TaLK to stimulate the communication on sexual health for adolescents with chronic conditions. Patient Education and Counseling, 81(3), 324-331.
93
Stege, H.A. van der, Staa, A.L. van, Vonk, M.R., Jedeloo, S. & Visser, A.Ph. (2010). Analyse van voor- en achternamen voor bepalen van respons van allochtone jongeren: een bruikbare methode? TSG, 88(3), 70-70. Stepaniak, P.S., Heij, C., Mannaerts, G.H.H., Quelerij, M. & Vries, G. de (2009). Modeling Procedure and Surgical Times for Current Procedural Terminology-Anesthesia-Surgeon Combinations and Evaluation in Terms of Case-Duration Prediction and Operating Room Efficiency: A Multicenter Study. Anesthesia & Analgesia, 109(4), 1232-1245. Stepaniak, P.S., Mannaerts, G.H.H., Quelerij, M. & Vries, G. de (2009). The effect of the operating room coordinator's risk appreciation on operating room efficiency. Anesthesia & Analgesia, 108(4), 1249-1256. Stepaniak, P.S., Vrijland, W.W., Quelerij, M. & Vries, G. de (2010). Working With a Fixed Operating Room Team on Consecutive Similar Cases and the Effect on Case Duration and Turnover Time. Archives of Surgery, 145(12), 1165-1170. Stepaniak, P.S., Heij, C. & Vries, G. de (2010). Modeling and prediction of surgical procedure times. Statistica Neerlandica, 64(1), 1-18. Steuten, L.M.G., Lemmens, K.M.M., Nieboer, A.P. & Vrijhoef, H.J.M. (2009). Indentifying potentially cost effective chronic care programs for people with COPD. International Journal of COPD, 4, 87-100. Stoopendaal, A.M.V. (2009). Healthcare executives as binding outsiders in fragmented and politicised organisations. The Official Journal of the European Health Management Association, 2(2), 184-194. Strating, M.M.H. & Nieboer, A.P. (2009). Psychometric test of the Team Climate Inventory-short version investigated in Dutch quality improvement teams. BMC Health Services Research, 9(126). Strating, M.M.H. & Nieboer, A.P. (2010). Norms for creativity and implementation in healthcare teams: testing the group innovation inventory. International Journal for Quality in Health Care, 22(4), 275-282. Veld, M.F.A., Paauwe, J. & Boselie, P. (2010). HRM and strategic climates in hospitals: does the message come across at the ward level? Human Resource Management Journal, 20(4), 339-356. Vliet, E.J. van, Reus, N.J., Sermeus, W, Vissers, J.M.H., Sol, J.C.A. & Lemij, H.G. (2010). Patients' experiences and preferences with comanaged care in a cataract pathway. British Journal of Ophthalmology, 94(10), 1363-1368. Wetering, E.J. van de, Lemmens, K.M.M., Nieboer, A.P. & Huijsman, R. (2010). Cognitive and behavorial interventions for the management of chronic neuropathic pain in adults - A systematic review. European Journal of Pain, 14(7), 670-681.
94
Wijngaarden, J.D.H. van, Weggelaar-Jansen, J.W.M. & Buljac, M. (2009). Commentary. British Journal of Healthcare Management, 15(11), 489-489. Wijngaarden, J.D.H. van, Dirks, M., Huijsman, R., Niessen, L.W., Fabbricotti, I.N. & Dippel, D.W.J. (2009). Hospital Rates of Thrombolysis for Acute Ischemic Stroke: The Influence of Organizational Culture. Stroke, 40, 3390-3392. Winters, S., Strating, M.M.H., Klazinga, N.S., Kool, R.S.B. & Huijsman, R. (2010). Determining the interviewer effect on CQ Index outcomes: a multilevel approach. BMC Medical Research Methodology, 10(75), 1-25. Zuiderent, T., Strating, M.M.H., Nieboer, A.P. & Bal, R.A. (2009). Sociological refigurations of patient safety; ontologies of improvement and 'acting with' quality collaboratives in healthcare. Social Science & Medicine, 69(12), 1713-1721. Zuiderent, T. (2010). Embodied Interventions-Interventions on Bodies: Experiments in Practices of Science and Technology Studies and Hemophilia Care. Science, Technology & Human Values, 35(5), 677-710.
BOEK(HOOFDSTUK) BOOK(CHAPTER) Aarts, J.E.C.M. & Nøhr, C. (2010). From Safe Systems to Patient Safety (Studies in Health Technology and Informatics, 157). Amsterdam: IOS Press. Bal, R.A., Büscher, M., Goodwin, D., Mesman, J., Sangiorgi, D. & Smith, A. (2010). Moving towards a New View of Diagnostic Work: Some Implications. In Ethnographies of Diagnostic Work (pp. 245/260-14). Basingstoke UK: Palgrave Macmillan. Bekker, M.P.M. & Veerman, L. (2010). Gezondheidseffectschatting: wetenschappelijke onderbouwing en beleidscoordinatie van intersectoraal gezondheidsbeleid. Assen: Koninklijke Van Gorkum. Bijker, W.E., Bal, R.A. & Hendriks, R. (2009). Paradox of Scientific Authority. The role of Scientific Advice in Democracies. Boston: The MIT Press. Buijsen, M.A.J.M. (2010). Inleiding (gezondheidsrecht). In H.E.G.M. Hermans & M.A.J.M. Buijsen (Eds.), Recht en Gezondheidszorg (pp. 231). Amsterdam: Elsevier Gezondheidszorg. Buijsen, M.A.J.M. (2010). Kwaliteitsregulering in de gezondheidszorg. In H.E.G.M. Hermans & M.A.J.M. Buijsen (Eds.), Recht en Gezondheidszorg (pp. 179-4). Amsterdam: Elsevier Gezondheidszorg.
95
Cramm, J.M., Kraan, M. van der, Brinkman, A., Wulp, M., Koppenolvan Hooijdonk, M. & Huijsman, R. (2009). Palliatieve dagzorg: een brug slaan tussen patiënt en zorg. In H. Rosendal, K. Ahaus, R. Huijsman & C. Raad (Eds.), Ketenzorg: praktijk in perspectief (hoofdstuk 25). Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. Fabbricotti, I.N. (2009). Wonen, zorg en welzijn geketend. In H. Rosendal, K. Ahaus, R. Huijsman & C. Raad (Eds.), Ketenzorg: praktijk in perspectief (hoofdstuk 6). Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. Finkenflugel, H.J.M. (2009). Prospects for Community-Based Rehabilitation in the New Millennium. In Quality of Life and the Millennium Challenge (pp. 265-274). Dordrecht: Springer Netherlands. Groot, G. de & Jansen, J.W.M. (2009). Instrumenten om onproductieve gesprekken te analyseren. In G. Smit & E. Rouwette (Eds.), Ruimte maken voor onderzoekende professionaliteit (hoofdstuk 3.7). Assen: Koninklijke Van Gorcum BV. Putters, K., Breejen, E. den & Frissen, P.H.A. (2009). De winst van zorgvernieuwing. Assen: Koninklijke Van Gorcum. Vissers, J.M.H. (2009). Logistiek van Zorgketens. In H. Rosendal, K. Ahaus, R. Huijsman & C. Raad (Eds.), Ketenzorg: praktijk in perspectief (hoofdstuk 28). Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg. Weggelaar-Jansen, J.W.M. (2009). Argyris onproduktieve gesprekken. In M. Bellersen & I. Kohlmann (Ed.), Praktijkboek Intervisie (pp. 89-99). Deventer: Kluwer. Zuiderent, T. & Grinten, T.E.D. van der (2009). Zorg voor medische technologie. Over het ontwikkelen van zorgtechnologie, vormgeven van technologiebeleid en behartigen van publieke belangen. In L. Asveld & M. Besters (Eds.), Medische technologie: ook geschikt voor thuisgebruik (hoofdstuk 3). Den Haag: Rathenau Instituut.
VAKPUBLICATIE ARTICLE IN DUTCH JOURNAL Bekker, M.P.M. & Putters, K. (2009). Totstandkoming intersectoraal gezondheidsbeleid vergt meer dan heldere systeemvoorwaarden. TSG, 87(6), 239-240. Buljac, M. & Wijngaarden, J.D.H. van (2009). De weg naar een effectiever werkend team. Kennis, 01, 36-43. Dijk, van - Jonkman, A. & Vries, G. de (2009). Sturen met ZZP's?! Zorgarrangementen als basis voor de personeelsplanning. Zorg & Financiering, 5, 10-15. Duin, T. van der, Jerak, S. & Bal, R.A. (2009). Meer tijd voor triage. Medisch Contact, 64(16), 705-708.
96
Hout, E. van, Stibane, R., Frederiks, B.J.M., Legemaate, J. & Robben, P.B.M. (2010). De Inspectie voor de Gezondheidszorg en het tuchtrecht. Meer uniformiteit bij het indienen van tuchtzaken en minder jaarlijkse fluctuatie in aantal tuchtklachten gewenst. Tijdschrift voor Toezicht, (1), 46-64. Huijsman, R. (2009). Digitale snelweg geen concurrentiemiddel. ZM Magazine, 12(25), 22-25. Huijsman, R. (2009). Ziekenhuismanagers in de branding. ZM Magazine, 10(25), 4. Huijsman, R. & Wesseling, M. (2010). Sterke zorg voor kwetsbare oudere. Medisch Contact, 65(16), 710-713. Huizinga, A. & Vries, G. de (2009). Netwerkorganisaties en hiërarchie: spanningsvol. ZM Magazine, 8/9, 2-15. Jedeloo, S., Janssen, I. & Staa, A.L. van (2009). Doorbraak in transitiezorg: Actieprogramma op Eigen Benen Vooruit! KiZ, 2, 10-13. Jedeloo, S. & Staa, A.L. van (2009). Dupliek. KWALON. Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek in Nederland, 41(2), 19-21. Kaaij, R. & Huijsman, R. (2009). PGB als een van de strategische pijlers in de portfolio van zorgaanbieders. ZM Magazine, 4(25), 4-9. Korne, D.F. de & Hiddema, U.F. (2009). Muziek terwijl u opereert. Medisch Contact, 64(3), 124-124. Korne, D.F. de, Hiddema, F., Bleeker, F & Klazinga, NS (2009). Operatie in beeld Patientveiligheid houdt niet op bij een time-out procedure. Medisch Contact, 64(2), 72-77. Korne, D.F. de (2010). Amerika bestaat niet. Zorgvisie Magazine, 4, 23-23. Korne, D.F. de (2010). De kunst van het vergelijken. Zorgvisie Magazine, 1, 13-13. Korne, D.F. de (2010). Doctors Hospital. Zorgvisie Magazine, 3, 19-19. Korne, D.F. de (2010). Geloven in Hopkins. Zorgvisie Magazine, 5, 17-17. Korne, D.F. de (2010). Het verdiende loon. Zorgvisie Magazine, 2, 27-27. Luschen, K. & Huijsman, R. (2009). Regieraad is geen oplossing. Medisch Contact, 8(64), 341-343. Meij, B. van der, Huijsman, R. & Nieboer, A.P. (2009). Informatiebehoefte van ouders/vertegenwoordigers van kinderen en jongeren met een verstandelijke beperking bij het kiezen van een zorgaanbieder. NTZ Nederlands Tijdschrift voor de Zorg, 3(35), 151165.
97
Minkman, M.M.N., Ahaus, K. & Huijsman, R. (2010). Het Ontwikkelingsmodel voor Ketenzorg. Tijdschrift voor Management & Organisatie, (5), 26-43. Oostrum, J.M. van & Klundert, J.J. van de (2009). EPDs: Hefboom verbetering van zorgprocessen. ZM Magazine, 12, 4-6. Pons, H., Lingsma, H.F. & Bal, R.A. (2009). De ranglijst is een slechte raadgever. Medisch Contact, 64(47), 1969-1972. Schreiner, N.A.F.M. (2009). Mentoraat aantoonbaar zinvol voor HR. Gids voor Personeelsmanagement, 11, 22-25 Schreiner, N.A.F.M. (2010). Loopbaan- en talentontwikkeling voor het individu. Rotterdam: Uitgave in eigen beheer. Sonnaville, H. de, Hamers, H. & Huijsman, R. (2009). Scenario's strategische GGz keuzes. ZM Magazine, 7(25), 16-20. Staa, A.L. van & Jedeloo, S. (2009). Q-methodologie, een werkelijke mix van kwalitatief en kwantitatief onderzoek. KWALON. Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek in Nederland, 14(2), 5-15. Staa, A.L. van (2009). Snakes & Ladders: Hoe meer participatie, hoe beter? KWALON. Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek in Nederland, 14(1), 15-21. Staa, A.L. van & Adams, S.A. (2010). Internet & kwalitatief onderzoek. KWALON. Tijdschrift voor Kwalitatief Onderzoek in Nederland, 15(2), 3-11. Staa, A.L. van, Havers, J. & Sonneveld, H.M. (2010). Overstappen; Transitie van chronisch zieke jongeren. Tijdschrift voor Kindergeneeskunde, 1, 4-5. Staa, A.L. van, Eysink Smeets-van de Burgt, A.E., Stege, H.A. van der & Hilberink, S.R. (2010). Transitie in zorg van jongeren met chronische aandoeningen in Nederland nog onder de maat. Tijdschrift voor Kindergeneeskunde, 78(6), 227-236. Steenkamer, B., Goede, J. de, Treurniet, H.F., Putters, K. & Oers, H. van (2010). Het gebruik van (volks)gezondheidsinformatie door beleidsmakers: een studie in Midden-Holland. TSG, 88(8), 461-469. Stege, H.A. van der & Staa, A.L. van (2010). Let's talk about sex ontwikkeling van en eerste ervaringen met SeCZ TaLK, bordspel voor chronisch zieke jongeren. Tijdschrift voor Kindergeneeskunde, 78(1), 91-92. Stoopendaal, A.M.V. (2009). Afstand tussen zorgbestuur en werkvloer. Nederlands Tijdschrift voor Ergotherapie, 2, 14-18.
98
Stoopendaal, A.M.V. (2009). De zorgbestuurder als verbindende buitenstaander. Goed Bestuur, 4, 52-59. Stoopendaal, A.M.V., Strating, M.M.H., Mostert, H., Zuiderent, T., Nieboer, A.P. & Bal, R.A. (2009). Het Eten en Drinken traject in Zorg voor Beter. TvZ. Tijdschrift voor Verpleegkunde, 10, 17-21. Stoopendaal, A.M.V. (2009). Zorg met afstand. ZM Magazine, 3, 2-6. Stoopendaal, A.M.V., Nieboer, A.P., Zuiderent, T., Strating, M.M.H. & Bal, R.A. (2009). Zorg voor beter. Een nationaal verbeterprogramma in de langdurige zorg. TvZ. Tijdschrift voor Verpleegkunde, 10, 12-16. Strating, M.M.H., Stoopendaal, A.M.V., Zuiderent, T. & Nieboer, A.P. (2009). Op weg naar duurzaam verbeteren in de zorg? Tussenresultaten van het nationaal verbeterprogramma Zorg voor Beter. TSG, 87(8), 374-383. Vissers, J.M.H. & School, M.A.A. (2009). Goede zorglogistiek is goud waard bij prestatiebekostiging. Tijdschrift voor Zorgadministratie en Informatie, 138(36), 14-17. Wallenburg, I. (2010). Een Hobbelige Opleiding: Drempels, Kansen en Strategieën in het Medisch Opleidingstraject. : Koninklijke Broese & Peereboom. Wauben, L.S.G.L., Goossens, R., Lange, J. & Dekker-van Doorn, C.M. (2010). Blackbox, checklists en ergonomie. Meervoudige benadering. OK Management, 2, 14-17. Wauben, L.S.G.L. & Dekker-van Doorn, C.M. (2010). TOPplus: Team Checks in de Operatiekamer. Tijdschrift voor Ergonomie, 35(6), 5-11. Zuiderent, T., Grit, K.J. & Grinten, T.E.D. van der (2010). Zorgmarkten en publieke belangen. Beleid en Maatschappij, 37(3), 221-231.
99
Rapporten en working papers Reports and working papers BMG reeks BMG series
RAPPORTEN REPORTS Blommestein, S.G.R., Cornelissen, H.M., Huijgens, P.C. & Uyl-de Groot, C.A., Verelst, J.J., (2010). Kostprijzen van autologe en allogene hematopoietische stamceltransplantaties voor hematologische ziekten. Boonen, L.H.H.M., Laske-Aldershof, T. & Schut, F.T. (2009). Het effect van CQ-informatie op de keuze voor een zorgverzekeraar. Bont, A.A. de, Jerak, S., Mul, M. de & Zwart, D. (2009). Vragen voor veiligheid. De betekenis van patiëntveiligheid in de eerste lijn.
100
effectiveness and efficiency of a Glaucoma follow-up unit, staffed by nonphysician health care professionals, as an intermediate step towards glaucoma monitoring in primary care. Al, M.J. & Feenstra, T., Hoogendoorn, Hoogenveen, R., E.J.I., Rutten-van Mölken, M.P.M.H., (2010). Comparing the costeffectiveness of a wide range of COPD interventions using a stochastic, dynamic, population model for COPD. Neefjes, F.C.J. & Bal, R.A., Niezen-van der Zwet, M.G.H., (2010). Leren van toezicht. Over effectiviteit van thematisch toezicht door de inspectie voor de gezondheidszorg.
Bal, R.A. & Meurs, P.L., Bont, A.A. de, Jerak, S.A., Zuiderent, T., (2009). Veiligheid in de zorg. Achtergrondstudie bij de staat van de gezondheidszorg.
Grit, K.J., Janssen, M., Putters, K., Schmidt, D. & Meurs, P.L. (2010). Governance of local care & social service.
Holtzer-Goor, K.M., Klazinga, N.S., Koopmanschap, M.A., Lemij, H.G., Plochg, T. & Sprungel, E. van (2010). Monitoring of stable glaucoma patients. Evaluation of the
Geest, S.A. van der & Schut, F.T., Varkevisser, M., (2009). Mededingingsvraagstukken bij de medisch specialistische vervolgopleidingen in Nederland.
WORKING PAPERS WORKING PAPERS Attema, A.E. & Brouwer, W.B.F. (2009). The value of correcting values. Influence and importance of correcting TTO scores for discounting. Attema, A.E. & Brouwer, W.B.F. (2009). In search of a preferred preference elicitation method. A test of the internal consistency of choice and matching procedures. Attema, A.E. & Brouwer, W.B.F. (2009). Constantly proving the opposite. A test of CPTO using a broad time horizon and correcting for discouting. Attema, A.E. & Brouwer, W.B.F. (2009). The way that you do it? An elaborate test of procedural invariance of TTO, using a choicebased design.
Cameron, A., Ewen, M., Laing, Niëns, L.M., Poel, E. van de, R. & Brouwer, W.B.F. (2009). Practical measurements of affordability: an application to medicines. Evers, L., Oostrum, J.M. van & Wagelmans, A.P.M. (2010). More levelled bed occupancy and controlled waiting lists using master surgical schedules. Grit, K.J. & Grinten, T.E.D. van der, ZuiderentJerak, T., (2010). Markets and public values in healthcare. Leunis, A. & Varkevisser, M. (2009). Internal medicine residents’ perceptions of the clinical learning environment in Dutch teaching hospitals – use of the Postgraduate Health Educational Environment Measure (PHEEM). Roos, A.F. & Schut, F.T. (2009). Spillover effects of supplementary on basic health insurance: evidence from the Netherlands. Varkevisser, M. & Schut, F.T. (2009). Hospital merger control. An international comparison. 101
Dit maatschappelijk jaarverslag geeft een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen van het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) in de jaren 2009 en 2010. In deze dynamische en boeiende jaren speelde het iBMG wederom een vooraanstaande rol in het veld van de gezondheidszorg. Op het gebied van zowel onderwijs als onderzoek zijn verschillende noemenswaardige successen geboekt. Veel leesplezier.