Research – Maatschappelijk Betrokken Ondernemen Namen: Pamela Blaauw, Menno Knevelman, Leanne Miedema Studentnummers: 414581,291773, 274631 Instelling: NHL Hogeschool Minor: Bedrijfsjournalistiek Vak: Research Docenten: B. van der Meer, M. de Jong Datum: 22 juni 2015
Maatschappelijk Betrokken Ondernemen Researchdossier
NHL Hogeschool te Leeuwarden 22 juni 2015 B. van der Meer, M. de Jong Pamela Blaauw Menno Knevelman Leanne Miedema
1
Inleiding Maatschappelijk Betrokken Ondernemen (MBO) is altijd al een zeer essentieel onderdeel geweest binnen de Nederlandse samenleving. Het is dus zeker geen nieuw verschijnsel, maar wel iets wat nog steeds veel wordt gebruikt door bedrijven en juist dit maakt het interessant. Maar wat is MBO nou precies? Kort gezegd is MBO investeren in de samenleving door een combinatie van mensen, munten, middelen, massa en media Het maakt deel uit van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). MBO wordt namelijk gezien als dé praktische, lokale invulling van MVO. Bedrijven kunnen hiervoor financiële middelen gebruiken, maar wat opvalt is dat steeds meer ondernemingen kiezen voor immateriële zaken zoals kennis, contacten, apparatuur, tijd van medewerkers en leiding. Eigenlijk is MBO dus één van de weinige dingen in het bedrijfsleven waar het niet om geld hoeft te draaien. Het zorgt ervoor dat de maatschappij wordt betrokken bij het bedrijf en wordt verbeterd. Maar het belangrijkste nog: het zorgt voor cohesie binnen de maatschappij. En laat nou net deze cohesie van belang zijn in krimpregio’s. Het gaat er in deze regio’s om, om op lokaal niveau de stand van zaken in kaart te brengen en er met lokaal beleid op in te spelen. Hiervoor is cohesie binnen dit lokale gebied van belang. Op die manier kan ook de inrichting van de fysieke leefomgeving in krimpregio’s aansluiten bij lokale behoeften. Leeswijzer Allereerst wordt het Maatschappelijk Betrokken Ondernemen besproken. Vervolgens wordt het Maatschappelijk Betrokken Ondernemen behandeld. Hier wordt gesproken over het historisch perspectief, de definitie en de belangrijkste reden. Hierna komen de krimpregio’s aan bod. Vervolgens worden de mogelijke gastsprekers en het interview besproken, waarna het format aan bod komt. Dit wordt gevolgd door het draaiboek en de reflecties.
2
Inhoud Inleiding .................................................................................................................................... 2 1. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen ....................................................................... 5 2. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen ............................................................................ 5 2.1 Historisch perspectief ..................................................................................................... 5 2.2 Definitie .......................................................................................................................... 6 2.3 Belangrijkste redenen voor MBO .................................................................................... 7 3. Krimpregio’s .......................................................................................................................... 9 4. Stellingen ............................................................................................................................ 11 5. Mogelijke gastsprekers ....................................................................................................... 13 6. Format ................................................................................................................................ 15 6.1 Onderwerp .................................................................................................................... 15 6.2 Gastspreker en verloop interview ................................................................................. 15 6.3 Animatievideo ............................................................................................................... 16 7. Draaiboek ............................................................................................................................ 17 8. Reflecties ............................................................................................................................. 19 8.1 Reflectie Pamela Blaauw ............................................................................................... 19 Researchredactie ................................................................................................................ 19 Talkshow ............................................................................................................................. 20 8.2 Reflectie Menno Knevelman ......................................................................................... 22 Proces vooraf ...................................................................................................................... 22 8.3 Reflectie Leanne Miedema ........................................................................................... 23 Proces vooraf ...................................................................................................................... 23 Talkshow ............................................................................................................................. 24 Big formulier Menno ............................................................................................................... 29 Big formulier Leanne ............................................................................................................... 31 Bijlagen ................................................................................................................................... 34 Artikelen met betrekking tot MBO ..................................................................................... 34 15 Vrijwilligers aan de slag tijdens NL Doet, zaterdag 16 maart 2013 ............................ 34 Drentse bedrijven hebben hart voor maatschappelijke organisaties ............................. 34 Op het Plaza van Verpleeghuis Anholt in Assen wordt op woensdag 31 oktober de Beursvloer 2012 gehouden voor maatschappelijk betrokken ondernemen. ................. 35
3
Maatschappelijk betrokken ondernemen leeft in de regio ............................................ 36 Groninger Uitdaging: De Prinsenhof en Trip Advocaten & Notarissen gaan de uitdaging aan. ................................................................................................................................. 37 Hoofdstuk 4 en 5 afstudeeronderzoek MBO ...................................................................... 39 Hoofdstuk 4 ..................................................................................................................... 39 Hoofdstuk 5 ..................................................................................................................... 45 Bronnen .................................................................................................................................. 48
4
1. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is een vorm van ondernemen gericht op economische prestaties (profit), met respect voor de sociale kant (people), binnen de ecologische randvoorwaarden (planet), ook wel bekend onder de term de triple-‐P-‐ benadering. Waar grote multinationals over MVO spreken, gebruikt het MKB meestal de term Duurzaam Ondernemen. De theoretische achtergronden zijn hetzelfde, maar de praktische vertaling in het bedrijf is anders. Het MKB richt zich bij het vormgeven aan duurzaamheid in eerste instantie sterk op de interne organisatie (milieu en medewerkers). Vaak wordt pas in een veel later stadium aandacht besteed aan communicatie (duurzaamheidsverslagen) of keten overleg met stakeholders (klanten en leveranciers), waarbij ook de maatschappelijke kant in beeld komt (Samen voor Betrokken Ondernemen, 2013).
2. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen 2.1 Historisch perspectief De maatschappelijke betrokkenheid van ondernemers en bedrijven is altijd een belangrijk onderdeel geweest van de Nederlandse samenleving en het feit dat bedrijven zich actief inzetten in hun maatschappelijke omgeving is dus geen nieuw verschijnsel. Al in de industriële revolutie (begin 19e eeuw) gingen ondernemers zich bekommeren om de gezondheid, de huisvesting en scholing van hun medewerkers. De betrokkenheid van deze ondernemers en bedrijven bij hun sociale omgeving werd bepaald door het bedrijfsbelang en het sociaal belang. Investeringen in de infrastructuur bijvoorbeeld waren van wezenlijk belang voor het bedrijf. Daarnaast zagen bedrijven dat een positief welbehagen van de medewerkers (en hun familie) een positief effect had op de inzet en resultaten van het werk. De bedrijfseconomische en sociale belangen gingen gelijk op. Bedrijven en omgeving maakten samen een organische groei door. De bedrijven zorgden voor huisvesting, scholen, bouwden kerken, hadden bedrijfsartsen en ze organiseerden activiteiten voor werknemers. Bedrijven en omgeving waren nauw met elkaar verbonden. De rol van de overheid was in dit verband heel beperkt en staat bekend onder de term nachtwakersstaat. In de loop van de jaren ontwikkelt de rol van de overheid zich naar de huidige verzorgingsstaat. Bedrijven konden zich steeds meer beperken tot hun kerntaken. Na de Tweede Wereldoorlog, als bedrijven druk zijn met de wederopbouw van Nederland, is de verzorgingsstaat compleet. Echter, aan het einde van de twintigste eeuw wordt duidelijk dat de overheid de uitdagingen van de samenleving, in deze tijd van globalisering, niet meer alleen aankan.
5
In deze ontwikkeling waarin de overheid zich meer op haar kerntaken richt, past de huidige ontwikkeling waarbij bedrijven een grotere verantwoordelijkheid gaan voelen voor de sociale, fysieke en economische omgeving (Samen voor Betrokken Ondernemen, 2013).
2.2 Definitie Maatschappelijk Betrokken Ondernemen (MBO), ook wel community investment genoemd, betekent investeren in de (lokale) samenleving door een combinatie van mensen, munten, middelen, massa en media (Prof. dr. Lucas Meijs, hoogleraar vrijwilligerswerk, Civil Society en Ondernemingen). MBO maakt deel uit van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en wordt gezien als de praktische, lokale invulling van MVO (Samen voor Betrokken Ondernemen, 2013). Bedrijven kunnen financiële middelen bieden, maar steeds meer bieden zij immateriële zaken als kennis, contacten, apparatuur, tijd van medewerkers en leiding. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen omvat alle activiteiten die door het bedrijfsleven worden ondernomen om de kwaliteit van de lokale leefomgeving te verbeteren. MBO kent veel vormen maar laat zich makkelijk bundelen in 5 M’s: 1. Mensen Vrijwillige inzet van medewerkers. 2. Middelen Het beschikbaar stellen van faciliteiten of goederen. 3. 3) Massa Het openstellen van netwerken. 4. Media In-‐ en externe mediakanalen openstellen. 5. Munten Het beschikbaar stellen van financiële middelen. Door te investeren in Maatschappelijke Betrokken Ondernemen bouwen organisaties aan een positief imago (zowel intern als extern), naamsbekendheid en een breder netwerk. Daarnaast biedt Maatschappelijke Betrokken Ondernemen medewerkers tal van nieuwe ervaringen en contacten. Door organisaties en werknemers wordt het vaak als zeer positief ervaren om samen iets te doen voor de samenleving. De uitvoering van maatschappelijke projecten is leerzaam, plezierig, verrijkend, bevordert het teamgevoel en het maakt werknemers trots op de organisatie. Het zorgt tevens voor nieuwe ontmoetingen, ervaringen, netwerken en uw medewerkers ontwikkelen vaardigheden in een andere context (Vrijwilligersbaarn, z.d.). Om het verschil tussen MVO en MBO goed duidelijk te
6
maken is er gekozen om tijdens het interview een filmpje te laten zien over wat de verschillen tussen deze twee begrippen expliciet zijn.
2.3 Belangrijkste redenen voor MBO Uit onderzoek is gebleken dat de belangrijkste reden van bedrijven om MBO-‐activiteiten te ondernemen is omdat MBO inspireert en leuk is. Overige redenen zijn: • • • •
Omdat het hoort, bedrijven zien het als hun verantwoordelijkheid. Omdat andere marktpartijen eisen stellen op het gebied van MBO. Omdat het zakelijk rendement oplevert. Omdat het positieve zakelijke effecten heeft zoals het vergroten van de betrokkenheid van medewerkers bij en trots op het bedrijf.
De waarde van MBO ligt volgens bedrijven vooral in de maatschappelijke effecten ervan. Ook de mogelijkheid tot het profileren van het bedrijf op zijn afzetmarkt is een veel voorkomende waarde die aan MBO wordt toegekend (Vrijwilligersbaarn, z.d.).
2.4 Vormen van MBO Maatschappelijk Betrokken Ondernemen kan verschillende vormen aannemen. Onderstaand volgen deze vormen. • Adviseren PR-‐ en promotieplan opstellen, financieel advies, marketingplan etc.. • Bestuur en management Tijdelijk invullen van c.q adviseren over bestuursfunctie bij een stichting of vereniging door medewerkers met de juiste competenties. • Detachering Maatschappelijke detachering van oudere werknemers voor de VUT of bij leegloopuren. • Mentoring & coaching Van allochtone vrouwen op eerste werkplek, risicojongeren, VMBO scholieren, leeshulpprojecten voor basisschoolkinderen. • Middelen Accommodatie, kantoormeubilair, computers, busjes, etc. beschikbaar stellen. • Sociale agenda Maatschappelijke urgente thema’s zoals opgroeien, vergrijzing, integratie, participatie, onderwijs & arbeidsmarkt en leefbaarheid.
7
• Sociale hulp Dagjes uit met gehandicapten, kinderen, ouderen etc.. • Training Geven van cursussen of trainingen aan vrijwilligersorganisaties, bijvoorbeeld op het gebied van financiën. • Teambuilding In samenhang met een concreet maatschappelijk doel, zoals opknappen buurthuis (Vrijwilligersbaarn, z.d.).
8
3. Krimpregio’s De komende jaren krijgen grote delen van Nederland te maken met een bevolkingsdaling. In bijvoorbeeld de kop van Friesland, delen van Oost-‐Nederland en Limburg varieert de afname van 5 procent tot meer dan 25 procent. TOP-‐krimpregio’s zijn: Parkstad Limburg, noordoost Groningen en Zeeuws-‐Vlaanderen. Gebieden waar op korte termijn ook krimp zal plaatsvinden, zijn onder andere: de Achtergoek, noord-‐ en midden-‐Limburg, Noord-‐Brabant en Drenthe. In deze regio’s is bij basisscholen meestal al sprake van een dalend aantal aanmeldingen (CNVO, z.d.). Delen van Friesland, Groningen en Drenthe zijn krimpregio’s. Deze noordelijke krimpregio’s scoren op diverse aspecten van gezondheid en zorg minder gunstig dan gemiddeld in Nederland, bijvoorbeeld qua ervaren gezondheid, gebruik van zorg en zorgkosten. Dit geldt vooral voor de krimpregio Oost-‐Groningen. Ook valt op dat er tussen en binnen krimpgebieden grote verschillen zijn (RIVM, z.d.). Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling De daling van de bevolking heeft geleid tot oprichting van het Nationaal Netwerk Bevolkingsdaling (NNB). CNV Onderwijs maakt deel uit van dit netwerk. In dit NNB zitten vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, diverse ministeries, de PO-‐Raad, VO-‐raad en CNV Onderwijs. Het NNB bestaat uit een aantal themagroepen. CNV Onderwijs werkt actief mee in de themagroep Onderwijs. Hierin wordt onder meer gewerkt aan een handboek Krimp (CNVO, z.d.). 8 puntenplan krimp In het 8 puntenplan krimp staat onder meer: “Stimuleer en ondersteun (maatschappelijke en financiële) initiatieven en bevorder samenwerking tussen besturen onderling en met andere maatschappelijke instellingen zoals kinderopvang, om efficiency winsten te boeken en kapitaalvernietiging, zoals leegstand te voorkomen.” (CNVO, z.d.). Landelijke aanpak Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar een krimpende bevolking. Op basis daarvan is een actieplan Krimpen met kwaliteit opgesteld. Drie basisvoorwaarden zijn belangrijk (CNVO. z.d.): 1. Tijdige lokale bewustwording 2. Duidelijke bestuurlijke rolverdeling en regionale bestuurskracht. 3. Een effectieve bekostigingssystematiek op drie doelgebieden: de herstructurering van de woningvoorraad, de inrichting van de openbare ruimte en de concentratie van onderwijs en andere voorzieningen (CNVO, z.d.).
9
Inspelen op lokale behoeften De verschillen binnen en tussen de krimpregio’s die uit het onderzoek naar voren komen pleiten ervoor om op lokaal niveau de stand van zaken in kaart te brengen en daar met lokaal beleid op in te spelen. Op die manier kan ook de inrichting van de fysieke leefomgeving in krimpregio’s aansluiten bij lokale behoeften. (RIVM, z.d.) Ondernemen in krimpregio’s Krimpregio’s blijken ideale vestigingsplaatsen voor nieuwe ondernemingen. Startende ondernemers kiezen bewust voor vestiging op het platteland en vergroten daarmee de leefbaarheid van krimpgebieden. De belangrijkste drijfveren om te starten zijn de wens om zelfstandig te zijn of een uit de hand gelopen hobby. Nieuwe ondernemers blijken bewust te kiezen voor vestiging op het platteland met de levensstijl die daarbij hoort. Ze kiezen voor een woonlocatie ongeacht de kansen op de arbeidsmarkt. De kleinschalige bedrijven die voorvloeien uit deze keuze voor ondernemerschap op het platteland passen niet alleen bij de landelijke omgeving, ze hebben vaak ook een toeristische functie. En, belangrijker nog, ze brengen levendigheid en werkgelegenheid in de regio. Door de sociale interactie tussen bewoners te bevorderen, hebben ze een positieve uitwerking op de kwaliteit van leven in de gemeenschap. Volgens een onderzoeker is het belangrijk om nieuwe bedrijvigheid te blijven stimuleren en faciliteren in krimpregio’s. Mensen moeten zich betrokken voelen bij de gemeenschap. Dat is een zeer belangrijke motivator voor potentiële en bestaande ondernemers (Binnenlandsbestuur, z.d.).
10
4. Stellingen Tijdens het tien minuten durende interview zal aan de gastspreker vijf stellingen voorgelegd worden. Deze stellingen zijn gebaseerd op voorgaande informatie uit de deskresearch en op de artikelen en aanvullende informatie die in de bijlagen te vinden zijn. • Maatschappelijk Betrokken Ondernemen is een containerbegrip. Aangezien er uit de deskresearch is gebleken dat er op veel verschillende manieren maatschappelijk betrokken wordt ondernomen is de conclusie getrokken dat MBO een containerbegrip is. En dat er dus meer benamingen voor te bedenken zijn. Vormen van MBO kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met: • Adviseren • Bestuur en management • Detachering • Mentoring & coaching • Middelen • Sociale agenda • Sociale hulp • Training • Teambuilding • Maatschappelijk Betrokken Ondernemen is hetzelfde als sponsoren. Er worden meerdere redenen genoemd waarom bedrijven aan MBO doen. Men geeft ook aan dat aan MBO doen een bepaalde verantwoordelijkheid is. Maar het sponsoren van de lokale voetbalclub is dit toch ook? • Er wordt alleen maar Maatschappelijk Betrokken Ondernomen door druk uit de maatschappij. Uit de deskresearch komt naar voren dat het blijkt dat krimpregio’s ideale vestigingsplaatsen zijn voor nieuwe ondernemingen. Startende ondernemers kiezen bewust voor vestiging op het platteland en vergroten daarmee de leefbaarheid van krimpgebieden. Als startende ondernemer zou er toch juist gekozen worden voor een levende omgeving om zo meer contacten op te doen en beter te kunnen netwerken. Worden ondernemers niet door het actieplan ‘Krimpen met kwaliteit’ in een bepaalde positie gedreven? Daarnaast zijn er bedrijven zoals BP Nederland die, zo blijkt uit het afstudeeronderzoek in de bijlagen, Maatschappelijk Betrokken Ondernemen vanuit een extrinsieke waarde. BP Nederland doet dit omdat het bedrijf graag iets wil doen voor de maatschappij, maar dit ook gebruikt voor eigen voordelen. De volgende stelling die hieraan gekoppeld is, heeft betrekking op de conclusie die uit de deskresearch wordt getrokken: er zijn bedrijven die Maatschappelijk Betrokken Ondernemen door druk uit de maatschappij.
11
• Maatschappelijk Betrokken Ondernemen is reclame maken. Door als organisatie Maatschappelijk Betrokken te Ondernemen kun je andere lokale en maatschappelijke organisaties steun bieden. Door dit te doen help je niet alleen die organisatie, maar zal ook je eigen organisatie positief in beeld komen en bedrijven zakelijk rendement opleveren. Dit is een manier om door maatschappelijke betrokkenheid ook reclame te maken. In de bijlagen zijn een aantal artikelen te vinden die betrekking hebben op het Maatschappelijk Betrokken Ondernemen van verschillende organisaties. Toch blijkt, uit het afstudeeronderzoek van Tjarda Polderman, dat veel MKB’ers niet communiceren naar de buitenwereld dat zij Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. Deze organisaties weten niet goed hoe. Terwijl grote organisaties als Shell, wel duidelijk in campagnes laten zien dat zij ook maatschappelijke betrokkenheid tonen. Door deze stelling in het interview mee te nemen kan er nog duidelijker het verschil worden laten zien tussen organisaties die vanuit intrinsieke en extrinsieke waarde Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. • Maatschappelijk Betrokken Ondernemen verhoogt betrokkenheid en trots van medewerkers met de organisatie. Uit de deskresearch is gebleken dat er om verschillende redenen Maatschappelijk Betrokken wordt Ondernomen. Één van die redenen is ook het vergroten van de betrokkenheid van medewerkers bij en trots op het bedrijf. Daarnaast is teambuilding een vorm van MBO, waarbij medewerkers aan de teambuilding werken door Maatschappelijk Betrokken te Ondernemen. Ze gaan bijvoorbeeld gezamenlijk iets opknappen voor de lokale omgeving. Verder komt uit het historisch perspectief van het Maatschappelijk Betrokken Ondernemen naar voren dat medewerkers van bedrijven na de Tweede Wereldoorlog al meer om elkaars welzijn gingen denken. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen draait puur om elkaars welzijn als algemeen woord. Bedrijven die aan MBO doen willen dat een ander bedrijf zich ‘beter’ voelt en kan blijven bestaan. De stelling die hieruit voort is gekomen of MBO de betrokkenheid en trots van de medewerkers van het bedrijf dat aan MBO doet ook verhoogt? Deze stelling sluit dus aan op de voordelen van MBO en heeft een toegevoegde waarde aan in het interview, omdat het gasten interne kansen laat zien en enthousiast kan maken om door dit voordeel aan MBO te doen.
12
5. Mogelijke gastsprekers Voor Ruis in de Regio hebben wij verschillende mogelijke gastsprekers benaderd. Uiteindelijk is het Peperzaken geworden, met als reserve Voys Telecom. Hieronder volgt een overzicht met de mogelijke gastsprekers, redenen waarom deze organisaties ons geschikt leken als gastspreker en waarom mogelijke gastsprekers het niet zijn geworden. ! Peperzaken Peperzaken is een full service app development organisatie en toont maatschappelijke betrokkenheid door lokale initiatieven in Groningen te steunen en te investeren in de toekomst van jonge programmeurs. Student van NHL Hogeschool, Tjarda Polderman, heeft haar afstudeerstage bij deze organisatie gelopen en haar afstudeeronderzoek had betrekking op Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. Zij heeft veel kennis van het onderwerp en kan dit goed onder woorden brengen. Nadat wij haar gevraagd hadden was ze direct enthousiast en besloten we om haar als definitieve gastspreker te nemen. ! Concept7 Concept7 is een ontwerpclub uit Groningen en Amsterdam. De organisatie ontwerpt digitale producten en ervaringen. Via Marijn kregen wij te horen dat Concept7 voor Peperzaken een voorbeeld is wat Maatschappelijk Betrokken Ondernemen betreft. We zijn bij hen gaan informeren en dit klopte inderdaad. Om deze reden leek Concept7 ons de ideale gastspreker, zodat zij tijdens Ruis in de Regio ook een voorbeeld kunnen zijn voor andere organisaties en deze kunnen enthousiasmeren om ook Maatschappelijk Betrokken te Ondernemen. Helaas na vaker contact gehad te hebben, bleek dat het Concept7 niet ging lukken om als gastspreker op te treden tijdens Ruis in de Regio ! Rabobank Foundation Een andere optie was Rabobank Foundation. Dit is een foundation opgericht door Rabobank die investeert in mensen die hard werken om op eigen benen te kunnen staan. Dit gebeurt in Nederland, maar ook in (verre) andere landen. Ook dit is een vorm van Maatschappelijk Betrokken Ondernemen en Rabobank zal voor de gasten een bekende onderneming zijn. Wij hebben contact gehad met Rabobank Foundation en het netwerkevenement uitgelegd. Ze waren enthousiast, maar ook voor hen ging het helaas niet lukken op te treden als gastspreker of überhaupt bij Ruis in de Regio aanwezig te zijn. ! IKEA Foundation De IKEA Foundation toont op korte en lange termijn betrokkenheid om het leven van kinderen in bepaalde gebieden te verbeteren. Met de IKEA Foundation worden projecten gesteund die kinderen betere kansen bieden. Bijvoorbeeld het verbeteren van sanitaire en gezondheidsvoorzieningen en het bieden van kwaliteitsonderwijs. Ook dit is een vorm van
13
Maatschappelijk Betrokken Ondernemen, en dan vooral gericht op arme gebieden in de wereld. De IKEA Foundation zou dus ook een geschikte kandidaat geweest zijn. Deze Foundation is het niet geworden, omdat ook zij lieten weten dat er geen medewerker aanwezig kon zijn bij het netwerkevenement. ! Voys Telecom Na veel contact te hebben gehad met diverse bedrijven belde Voys Telecom terug. Het nummer van Voys Telecom had het projectteam verkregen na het contact met Concept7. Voys Telecom zorgt ervoor dat bedrijven kunnen bellen en gebeld kunnen worden. Voys Telecom heeft dezelfde waarden als Concept7. Omdat helaas verschillende sprekers van Concept7 op vakantie waren tijdens de uitzending om 19 juni konden zij niet komen. Van Concept7 kregen het projectteam door dat Voys Telecom een goed alternatief was. Concept7 werkt nauw samen met Voys Telecom en staan hetzelfde tegenover het begrip Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. Er worden dezelfde normen en waarden gehanteerd en er wordt veel met elkaar samengewerkt. Voys Telecom is de reserve gastspreker geworden.
14
6. Format 6.1 Onderwerp Het hoofdonderwerp tijdens Ruis in de Regio is de krimp. Daarbij is Maatschappelijk Betrokken Ondernemen een deelonderwerp en daaruit vloeit imago als een subonderwerp. ! Invalshoek: Hoe kan Maatschappelijk Betrokken Ondernemen krimp in het noorden van Nederland tegengaan? ! Interessant voor doelgroep: Voorbeeld uit de praktijk zien en daarvan leren. Er heerst een trend in Nederland dat er steeds meer Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en Maatschappelijk Betrokken Ondernemen wordt verwacht van ondernemers. Ook de overheid stimuleert dit. Maar hoe geef je dit vorm aan je bedrijf en wat doe je precies als je aan MBO doet? Wat de voordelen zijn voor bedrijven en wat de eventuele nadelen zijn voor bedrijven. Is MVO/MBO niet bijvoorbeeld gewoon een andere benaming van sponsoring? Het onderwerp is interessant voor de doelgroep omdat wij met de gastspreker de bezoekers kunnen informeren en enthousiasmeren over MBO en MVO. ! Link met de krimp: Door Maatschappelijk Betrokken te Ondernemen kun je lokale maatschappelijke organisaties steunen die zonder de steun van ondernemers niet optimaal kunnen blijven bestaan. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen kan krimp van lokale maatschappelijke organisaties tegengaan. Medewerkers enthousiasmeren en zorgen voor een positief imago.
6.2 Gastspreker en verloop interview Het interview over Maatschappelijk Betrokken Ondernemen wordt gehouden met Tjarda Polderman, Marketing & Communicatie Manager van Peperzaken. Tijdens dit interview worden onderstaande stellingen aan de gastspreker voorgelegd. De kritische stellingen zullen verschillende meningen en discussie oproepen. De gastspreker kan dan juist de positieve kanten van het Maatschappelijk Betrokken Ondernemen benoemen, wat gasten tot nadenken kan zetten en gasten eventueel kan overtuigen om ook aan MBO te doen. 1. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen is een containerbegrip. 2. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen is hetzelfde als sponsoren. 3. Er wordt alleen maar Maatschappelijk Betrokken Ondernomen door druk uit de maatschappij. 4. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen is reclame maken. 5. Maatschappelijk Betrokken Ondernemen verhoogt betrokkenheid en trots van medewerkers met de organisatie. Voordat de stellingen aan de gastspreker worden voorgelegd wordt het interview op de volgende manier geïntroduceerd: Het licht gaat uit in de studio. Presentator vertelt dat Maatschappelijk Betrokken Ondernemen alleen zichtbaar is als je ook daadwerkelijk iets doet. Alleen dan zul je het
15
effect zien. Het bedrijf zal zich hiervoor gezamenlijk actief moet inzetten en altijd in beweging moeten blijven. Om weer licht te krijgen in de studio, zal de presentator dit moeten opwekken door te gaan fietsen. De definitieve tekst die vermeld wordt tijdens de opening staat hieronder vermeld: “Het klopt dat het scherm zwart is en dat jullie niks kunnen zien. Op dit moment ben ik nog niet in beweging. Bedrijven die aan Maatschappelijk Betrokken Ondernemen doen zijn alleen zichtbaar (op het moment dat dit woord benoemd wordt gaat het licht in de studio aan) als zij in beweging zijn. Alleen dan kan de rest van de wereld zien dat zij aan MBO (voluit uitspreken) doen. Bedrijven die Maatschappelijk Betrokken Ondernemen zijn een positieve aanvulling voor de lokale omgeving en ontwikkelen een goed imago.” Nadat de presentator het licht heeft opgewekt, wordt een introductievideo laten zien waarin het verschil tussen MVO en MBO wordt belicht. Na de introductievideo introduceert de presentator de gastspreker en vraagt of de gastspreker het eens is met de metafoor die zojuist getoond werd.
6.3 Animatievideo In de animatievideo wordt allereerst uitgelegd wat Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen is en wat het verschil is met Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. Dit wordt door de volgende beelden en een voice-‐over ondersteunt: -‐ Aardbol draait rond (hele wereld laten zien) -‐ Op een kaart is ingezoomd op het noorden van Nederland -‐ Twee bedrijven in beeld -‐ 1 bedrijf met neutraal poppetje -‐ 1 organisatie met treurig poppetje -‐ het bedrijf geeft steun (handen), materialen (laptop) en geld aan de organisatie -‐ poppetje met treurig gezicht wordt blij -‐ organisatie wordt groter -‐ poppetje met neutraal gezicht wordt blij -‐ imago daar wordt beter De animatievideo is via onderstaande link terug te zien: https://www.youtube.com/watch?v=0pcNg9tAygU
16
7. Draaiboek
17
18
8. Reflecties 8.1 Reflectie Pamela Blaauw Researchredactie Een aantal weken geleden begonnen we aan het vak Research. Het heeft bij mij best een poosje geduurd voordat ik echt helemaal doorhad wat er van mij verwacht werd. Naast de drukte van alle andere vakken vond ik het best lastig mijn aandacht ook vol te storten op Research. Tijdens de eerste vergaderingen werden de rollen verdeelt. Ik wilde in eerste instantie wel graag de rol van hoofdredacteur op mij nemen, maar besloot toen toch voor een (naar mijn idee) iets minder verantwoordelijke rol te gaan. Ik heb namelijk tijdens voorgaande projecten bij mijn opleiding Communicatiemanagement de rol van projectleider op mij genomen. Ieder semester neem ik mijzelf weer voor om minder verantwoordelijkheden te nemen en daarom wilde ik mij nu iets meer op de achtergrond houden. Ook omdat ik nog geen idee had hoe een live-‐uitzending in elkaar zit en mijn voorkeur meer uitgaat naar het schrijven van artikelen dan het maken van beelden. Marijn de Jong raadde ons aan een programma terug te kijken, genaamd ‘Achter het scherm bij Pauw & Witteman’. Ik ben dit gaan kijken en vond het erg leuk en inspirerend om te zien. Vooral het redactiewerk achter de hele show sprak mij aan. Het kwam dus maar goed uit dat ik besloot in een redactie te gaan, want ik heb soortgelijk werk uitgevoerd als bij Pauw en Witteman en dat vond ik best wel leuk! Vanaf het moment dat Menno Knevelman, Leanne Miedema en ik een groep vormden werd de opdracht concreter voor mij. We konden gericht aan de slag en ons volledig storten op Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. Ik vond het leuk dat ik me bij dit onderwerp kon aansluiten, omdat ik er eerder op deRuis drie artikelen over heb geschreven. En het onderwerp interesseert mij heel erg. Vooralsnog bleef ik het lastig vinden mij te concentreren op dit vak. Ik merkte ook aan mezelf dat ik er niet helemaal achter stond, omdat er lange tijd veel onduidelijkheden bleven qua gasten en gastsprekers. Naar mate het binnen mijn groep steeds beter ging met het researchdossier, format en draaiboek begon ik er weer zin in te krijgen. Ik moet zeggen dat ik wel blij ben dat Leanne, in de periode dat ik wat minder gemotiveerd was, zo erg de leiding nam. Hierdoor kreeg ik op ongemotiveerde momenten toch weer energie. Ik heb veel tijd gestoken in de research naar Maatschappelijk Betrokken Ondernemen en deze informatie ook overzichtelijk gemaakt in het researchdossier. Voor het format hebben we veel samengewerkt, door elkaar te zien of feedback te geven in Word. Ik vond dit een prettige manier van samenwerken. De gezamenlijke brainstormsessies werkten goed, maar
19
ook het zelfstandig werken aan bijvoorbeeld het format sprak mij aan. Nadat Leanne telefonisch met verschillende organisaties contact had opgenomen om hen te vragen als gastspreker, kwamen we uiteindelijk bij Peperzaken terecht. Alle voorgaande mogelijke gastsprekers waren enthousiast, maar konden helaas niet. Omdat ik eerder contact heb gehad met Peperzaken wilde ik ze wel bellen. Na contact gehad te hebben met de CEO, Dirk-‐ Jan Huizingh, kwam toch Tjarda Polderman weer op mijn pad. Zij had haar afstudeeronderzoek inmiddels afgesloten en wilde ons graag van informatie voorzien en ook optreden als gastspreker. Tijdens het voorgesprek dat wij met haar hielden via Skype bleek al dat zij vast een goede gastspreker zal zijn. Om het onderwerp te introduceren tijdens ‘Ruis in de Regio’ besloten wij een video te maken met daarin de uitleg en het verschil tussen Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. Het viel ons namelijk op dat deze begrippen nog weleens door elkaar gehaald worden en MBO is nog niet bij iedereen bekend. Voor de video maakten we gebruik van attributen van de opleiding Aardrijkskunde, een landkaart van Nederland en een wereldbol. Het schieten van de beelden verliep goed en ook het inspreken van de voice-‐over ging aardig goed. De voice-‐over heb ik ingesproken en achteraf gezien had ik toch beter op het volume van mijn stem moeten letten. Ik heb een zachte stem en als ik harder ga praten heb ik het gevoel dat ik zowat schreeuw, toch moet ik hier voor een volgende keer meer rekening mee houden. Ik ben tevreden over het proces vooraf aan Ruis in de Regio en de samenwerking. Ik ben perfectionistisch ingesteld, maar ik vind het soms nog wel lastig om anderen negatieve feedback te geven. Hierdoor heb ik niet altijd mijn stem duidelijk laten horen. Het was fijn dat Leanne de leiding nam en ik ben van mening dat ik haar daar wel in ondersteund heb.
Talkshow Afgelopen vrijdag 19 juni vond de talkshow Ruis in de Regio plaats. Ondanks dat we eigenlijk best kort de tijd hadden om de talkshow voor te bereiden voelde het wel als een lange voorbereiding. We hebben veel uren in de studio doorgebracht. Met deze oefenmomenten was ik wel heel blij, omdat ik achter de camera stond, terwijl ik daar voorheen nooit tot amper meegewerkt heb. Ik vond ook de uitleg en hulp van Frits van Essen aan Claryanne Okken en mij erg fijn. Mark Bremer heeft de rol als programmaleider erg goed vervuld vind ik. Hij gaf duidelijke aanwijzingen en was echt de schakel tussen de regie en de mensen in de studio. Ook de rol van regisseur nam Menno Knevelman goed op. Ik vond het prettig dat hij mij feedback gaf over hoe mijn camera stond. Wel vond ik dat het tijdens het oefenen het af en toe erg lang duurde voordat we echt aan de slag konden. Ik begreep dat niet alles qua techniek snel klaar is, maar naar mijn idee kon het soms wel wat sneller. De lunch voorafgaand aan de talkshow vond ik heel goed bedacht. We konden daardoor allemaal vervolgens ontspannen aan de slag. Ik heb ook het idee dat iedereen veel meer relaxt was op de echte dag van de talkshow, dan alle momenten in de studio hiervoor.
20
Met het eindresultaat ben ik heel erg tevreden! Ik vind het knap dat Annemarieke Visser haar rol heel goed vervuld heeft, ondanks dat zij één/twee dagen zich hier maar op heeft kunnen voorbereiden, omdat niet helemaal duidelijk was hoe het met gasten zat en wat we tussen de interviews door zouden doen. Dit is heel goed opgelost. Net als dat ik het knap vind dat het zo goed is gegaan met de live-‐stream. Ook de interviews verliepen goed. Ik vind dat alle interviews er heel natuurlijk uitzagen. Het leek niet ingestudeerd, wat soms wel een beetje het geval was door de voorgesprekken. Het camerawerk en het contact tussen de regie en programmaleider verliep ook goed. Eigenlijk ben ik van mening dat we tijdens het echte live-‐moment de beste talkshow hebben neergezet, vergeleken met de oefenmomenten. Hier mogen we trots op zijn!
21
8.2 Reflectie Menno Knevelman Proces vooraf Toen bij de eerste les bekend werd dat we een talkshow zouden gaan produceren, kreeg ik er direct zin in. Altijd al had ik een echte talkshow willen maken en ik bedacht me ook direct dat ik de regisseur van de talkshow wilde worden. Uiteindelijk is dit ook gelukt. Maar eerst moest er natuurlijk research worden gedaan. Ik kwam in de groep met Pamela Blaauw en Leanne Miedema. In het begin wisten we niet goed een lijn te vinden in het onderzoek. Maar naarmate het project vorderde leerden we elkaars kwaliteiten kennen en wisten wie wat het beste kon gaan doen. Ik heb vooral research gedaan, het researchdossier bijgewerkt en me beziggehouden met het regiewerk en daarnaast heb ik er voor gezorgd dat alles voor die dag zelf geregeld zou zijn. Als introductie van de talkshow besloten we creatief te gaan doen. Ik bedacht dat het misschien wel leuk zou zijn om iemand in het donker op een hometrainer neer te zetten en zodra deze zou gaan fietsen er een lampje in de studio zou gaan branden, die licht in de bracht. Deze metafoor had ik bedacht omdat een bedrijf altijd in beweging moet zijn om met Maatschappelijk Betrokken Ondernemen bezig te gaan. Terwijl de hometrainer en het lichtje een soort van duurzaamheid impliceren. Zoals gezegd was ik in het begin erg gemotiveerd voor dit project. Maar na een paar weken kwam het bericht dat we het niet voor echte bedrijven gingen doen, maar dat het een pilot werd voor alleen mensen binnen de NHL. Mijn motivatie werd minder, maar zolang er maar genoeg gasten zouden komen kon het project toch nog een succes worden. Al bleek dit een week voor aanvang van het project toch weer tegen te vallen. Het Kenniscentrum was er niet in geslaagd om gasten te regelen en er stonden zodoende nog nul op de lijst. Net als veel klasgenoten was ik daarin teleurgesteld. Na zoveel werk erin gestoken te hebben is het jammer dat er geen gasten komen kijken naar wat je gaat maken. Ook voor de gastsprekers is dit erg vervelend. Dit vond ik jammer en hierdoor verloor ik op het laatst ook de motivatie om het goed af te maken. Toch is dit nog wel gelukt. Het samenwerken ging vrij aardig. Wel merkte ik dat Leanne, Pamela en ik elkaars tegenpolen zijn. Ik ben iemand die het liefst individueel te werk gaat, terwijl Leanne en Pamela echte samenwerkers zijn en alles willen bespreken. Hier moest ik erg aan wennen, maar uiteindelijk hebben we ons aangepast en ging de samenwerking goed.
22
8.3 Reflectie Leanne Miedema Proces vooraf in de vierde periode stond het vak ‘Research’ op het rooster. We hadden geen van allen een idee wat dit zou kunnen inhouden. De eerste les was ik niet aanwezig in verband met een afspraak. Wel begreep ik direct al van klasgenoten en ook van Marijn de Jong zelf dat het een project zou worden met veel regel werk. Een project dat gekoppeld moest zijn aan de krimp. Ruis in de Regio ging het heten. Ik was benieuwd wat ons te wachten stond, maar merkte in de groep veel onrust. Alsof de vinger er niet opgelegd kon worden. De week daarna was ik bij het college en werden de rollen definitief vermeld. Ik had die week daarvoor al vernomen dat we een talkshow zouden gaan maken en dat in de tweede week de rollen verdeeld zouden worden. Ik wou heel graag presentator zijn en had daarom een stuk tekst voorbereid die ik zou willen zetten en nam initiatief. Presenteren is iets wat ik altijd al wou. Vervolgens konden de rollen verdeeld worden en werden ook de groepjes ingedeeld. Samen met Pamela Blaauw en Menno Knevelman kwam ik in het projectteam dat gaat over het onderwerp Maatschappelijk Betrokken ondernemen. We verdiepten ons in het onderwerp en konden veel informatie vinden. Wel heb ik gedurende de eerste weken van het vak als ‘vaag’ ervaren. Op een gegeven moment hadden we het er met Esther van der Meer over tijdens het vak Bladformule dat het wel duidelijk was wat we gingen doen, maar dat niks concreet was. Dit waren wij als communicatiedeskundigen nog niet echt gewend. Esther gerustelde mij door te zeggen dat dit tot het einde zo zou blijven. Op 1 of andere manier kreeg ik er toen vrede mee. Samen met mijn groepje besloten we om voor onszelf alles duidelijk op papier te zetten. In het begin had ik er heel erg een handje van om een format te maken dat gekoppeld was een aan gastspreker. Marijn attendeerde mij erop dat je juist een format moet schrijven dat past bij welke gastspreker er ook komt. Op een gegeven moment viel het kwartje en kreeg ik ook meer rust toen er een format lag dat aansloot bij een medewerker van de Ikea of bij een medewerker van een vrijwilligersinstantie. Ik was de persoon die contact opnam met eventuele gastsprekers. Dit ging mij goed af. Ik vond het leuk om te bellen en merk dat ik hier echt voordeel mee heb door mijn stage bij het reclamebureau Noordwest12. Laat mij maar bellen zeg ik altijd. Doordat er een format lag dat bij elke organisatie kon aansluiten voelde ik mij niet meer zo erg gestresst. Wel hebben we veel tegenslagen gehad. Veel bedrijven die erg enthousiast waren en dolgraag wilden maar juist door omstandigheden niet konden. Wel heb ik er leuke contacten aan overgehouden. Uiteindelijk heeft Pamela door haar eerder geschreven artikelen over MBO bij Peperzaken Tjarda Polderman kunnen regelen. Op het moment dat ik dat hoorde viel er een last van mijn schouder. We besloten om een introductie te doen die anders was dan anders. Een introductie die eigenlijk een beetje grappig was. Zelf zagen wij het zo dat bedrijven die aan MBO doen ook daadwerkelijk in beweging moeten zijn, vandaar dat wij op het idee van de hometrainer
23
kwamen. Gelukkig viel dit in goede aarde bij Bartele en konden we aan de slag. Ook merkten we bij verschillende personen die wij spraken dat er vaak verwarring was rondom MVO en MBO. Vandaar de keuze om het gesprek in te leiden met een animatiefilmpje over de verschillen rondom deze twee begrippen. Het samenwerken ging wel aardig. Ik ben iemand die graag de leiding neemt. Wel heb ik ervaren dat Menno iemand is die heel goed werk kan leveren, maar hier wel op aangesproken moet worden. Door concreet tegen hem te zeggen van wil jij dit en dit doen komt het er wel. Ik moest hier erg aan wennen, maar ook voor mij is dit een leerproces. Echter wil ik wel aangeven dat ik in de toekomst liever niet meer met Menno samenwerk. Op alles wat gezegd wordt volgt een discussie, waardoor ik alleen nog de broodnodige informatie naar hem toe gecommuniceerd heb. Als een autist om het zo te zeggen. Menno is niet in staat om zichzelf van feedback te voorzien in het BIG formulier, wat ik zeer schokkend vind. In het komende jaar weet ik precies met wie ik niet ga samenwerken. Het animatiefilmpje maken lukte gelukkig vrij goed. Onze middelen konden we ophalen bij de opleiding Aardrijkskunde en hierdoor hebben we een filmpje neergezet wat de verschillen rondom de begrippen MVO en MBO duidelijk benadrukt.
Talkshow Eindelijk was het dan 19 juni. Na weken oefenen merkte ik op donderdag 18 juni dat ik er nu echt klaar voor was. Op een gegeven moment wil je gewoon live gaan. Je bent er klaar voor. Op donderdag 18 juni hebben we met Marijn met alle presentatoren en de hoofdredacteur samen de teksten doorgesproken. Dit heb ik zelf als zeer prettig ervaren. Ook hebben we gesproken over welke kleding er aangetrokken moest worden. Marijn kon hier ons goed in adviseren en de keuze was snel gemaakt. Ook werd er besloten om mij de visagie te laten doen. Iets wat ik erg leuk vind. Op vrijdag hebben we eerst met zijn allen geluncht bij 3JO. Erg leuk en goed voor de teambuilding. Na enige tijd gingen onze handen jeuken en wouden we aan de slag. Op naar de NHL. Ik begon met de visagie en het haar van Annemarieke en Marie-‐Annet. Make-‐up en het haar is een grote hobby van mij. Ik vind het super leuk om andere op te maken en het haar mooi te maken. Iedereen vond het eindresultaat mooi en ik ben er zelf ook erg blij mee. Het paste bij de persoon. Rond half 3 meldde Pamela mij dat Tjarda gearriveerd was. Samen hebben we haar opgehaald bij de receptie en heb ik vervolgens Tjarda een rondleiding gegeven. Daarna hebben we gezellig samen in het NHL cafe een kopje koffie gedronken en het hele plan nogmaals doorgenomen. Dit hebben we beide als zeer prettig ervaren. Eindelijk was het zo ver. We ging live. Samen met Tjarda voegde ik mij bij alle gasten en na de eerste live uitzending was het de beurt aan ons. De zenuwen gierden opeens door mijn live. Daar zat ik dan, op mijn fiets. Ik sprak mezelf in mijn hoofd even streng toe en op het moment dat de camera draaide verdwenen de zenuwen. Ik bleef rustig en kwam heel kalm op de camera over volgens Marijn. Erg fijn om te horen. Na de intro startte onze instart en begon het gesprek echt. Tjarda en ik hebben een fijne klik met elkaar en het gehele gesprek voelde het niet alsof er camera’s bij waren. Het liep lekker, voelde informeel en ik voelde mij op mijn gemak. De tijd vloog voorbij en ik ben erg blij dat we een voorgesprek gehad hebben. Op
24
deze manier wist ik en Tjarda precies was er gezegd ging worden en waar we op konden inhaken. Onze live uitzending werd goed ontvangen door het bedrijf Peperzaken waar Tjarda bij werkt. Hieronder het bewijs. Tjarda vond mij als gastvrouw zijnde het erg goed doen en voelde zich erg op haar gemak. Tjarda: “Je liet me niet in de steek en stelde mij gerust. Je was mijn houvast. Je bent heel sociaal en kletst er lekker op los. Ik heb een hele leuke middag gehad.”
We hebben een goede show neergezet. Door de goede begeleiding van Marijn en Bartele, die elkaar heel goed aanvullen is dit ons gelukt. Marijn is de docent die veel weet over hoe je je moet gedragen, over hoe je op de camera overkomt en weet veel over inhoudelijke zaken. Bartele weet alles over de studio en is echt de technische man. Een goede aanvulling voor het project. Ik ben trots op het eindresultaat en helemaal om het feit dat er 90 mensen naar de livestream hebben gekeken!
25
Big formulier Pamela Beoordelingsmodel individuele bijdrage aan het groepsproces Pamela Blaauw Het beoordelingsmodel bestaat uit een beschrijving van je eigen rol in het groepsproces en een reflectie daarop en een evaluatie van je medestudenten. Eigen rol in het groepsproces a. Beschrijf welke rol, welke functie, welke taken jij had in de groep. In de groep had ik een ondersteunende rol. Ik trok niet de rol van leider naar me toe, omdat ik vooral in het begin niet heel gemotiveerd was. En ik merkte al snel dat Leanne deze rol naar zich toetrok. Wel heb ik mij niet op de achtergrond gehouden, want ik heb invulling gegeven aan het researchdossier, format en draaiboek. Ook heb ik het contact met Tjarda onderhouden. 360°-‐feedback Omdat je in deze opdracht met anderen hebt samengewerkt, vormt de samenwerking een onderdeel van de beoordeling. We noemen dit de 360°-‐feedback. b. Beoordeel je eigen bijdrage aan het groepswerk. c. Beoordeel de bijdrage van je groepsgenoten aan het groepswerk. Deelnemers 1. Pamela Blaauw 2. Menno Knevelman 3. Leanne Miedema Eigen deelbijdrage
G
V
O
S
1. Ik heb voldoende tijd besteed aan de taken.
x
2. Ik heb vaak het initiatief genomen.
x
3. Ik heb evenredig bijgedragen aan de discussies.
x
4. Ik heb mijn werk steeds op tijd ingeleverd.
x
26
5. Ik kon mijn mening in deze groep voldoende kwijt.
x
6. Ik heb dingen van de andere groepsleden geleerd.
x
7. Ik heb, als het nodig was, kritiek gegeven.
x
8. Ik vind dat we professioneel hebben samengewerkt.
x
9. Ik voelde me thuis in deze groep.
x
10.Ik ben tevreden met het eindresultaat.
x
Evaluatie groepsleden
Student
Sterk punt
Verbeterpunt
Cijfer
Pamela Blaauw
Ik ga gedisciplineerd te werk en Ik had gemotiveerder aan het 7,3 houd mij aan afspraken en vak moeten beginnen, zodat ik deadlines. ook meer mijn stem had kunnen laten horen. Daar voelde ik me minder in geroepen, omdat de ideeën al zo goed als vaststonden en ik zelf niet veel betere ideeën had. Mede doordat ik wat ongemotiveerd was.
Menno Knevelman Menno heeft originele ideeën en kan zich goed aanpassen. Ook vind ik dat Menno de rol van regisseur goed heeft uitgevoerd. Deze rol paste bij hem.
7,0 Menno kan meer initiatief tonen en zijn stem laten horen buiten vergaderingen om. Zelf een taak naar je toetrekken in plaats van afwachten hoort ook bij samenwerken vind ik. Ook heb ik het idee dat Menno niet helemaal inziet dat feedback krijgen een leermoment is, en niet een moment van discussie waarin hij gelijk moet hebben.
Leanne Miedema Leanne kan goed contacten
Leanne kan nauwkeuriger zijn
7,8 27
aangaan met (nieuwe) mensen en deze ook onderhouden. Leanne is to the point en nam haar leidende rol binnen de groep serieus.
in haar schrijfwerk. En niet te snel van één plan uitgaan, maar ook openstaan voor andere of nieuwe ideeën.
Als je wilt, kun je hieronder nog een aanvulling geven op je eigen rol of die van de groepsleden. Ondanks onze verschillende karakters vind ik dat we goed werk hebben verricht als een groep.
28
Big formulier Menno Beoordelingsmodel individuele bijdrage aan het groepsproces Menno Knevelman Het beoordelingsmodel bestaat uit een beschrijving van je eigen rol in het groepsproces en een reflectie daarop en een evaluatie van je medestudenten. Eigen rol in het groepsproces d. Beschrijf welke rol, welke functie, welke taken jij had in de groep. Mijn rol in deze groep lag een beetje op de achtergrond. Leanne neemt van nature graag de leiding en ik ben er achter gekomen dat je hier beter geen verandering in kan brengen en dit heb ik dan ook niet gedaan. Ik heb research gedaan en mij beziggehouden met het researchdossier. Daarnaast heb ik veel werk gestoken in de rol als regisseur en heb ik er voor gezorgd dat alles op de dag zelf geregeld zou zijn. 360°-‐feedback Omdat je in deze opdracht met anderen hebt samengewerkt, vormt de samenwerking een onderdeel van de beoordeling. We noemen dit de 360°-‐feedback. e. Beoordeel je eigen bijdrage aan het groepswerk. f. Beoordeel de bijdrage van je groepsgenoten aan het groepswerk. Deelnemers 1. Pamela Blaauw 2. Leanne Miedema 3. Menno Knevelman Eigen deelbijdrage
G
V
O
S
1. Ik heb voldoende tijd besteed aan de taken.
x
2. Ik heb vaak het initiatief genomen.
x
3. Ik heb evenredig bijgedragen aan de discussies.
x
29
4. Ik heb mijn werk steeds op tijd ingeleverd.
x
5. Ik kon mijn mening in deze groep voldoende kwijt.
x
6. Ik heb dingen van de andere groepsleden geleerd.
x
7. Ik heb, als het nodig was, kritiek gegeven.
x
8. Ik vind dat we professioneel hebben samengewerkt.
x
9. Ik voelde me thuis in deze groep.
x
10.Ik ben tevreden met het eindresultaat.
x
Evaluatie groepsleden Student
Sterk punt
Verbeterpunt
Pamela Blaauw
Ze is serieus en heeft veel motivatie om er mee aan de slag te gaan.
7,5 Ze is té onzeker over hoe het gaat en moet meer eigen plannen trekken en niet te veel naar anderen kijken.
Leanne Miedema Is erg enthousiast met het project bezig.
Leer tegen feedback kunnen. Veel wordt als kritiek opgevat en het eigen plan zit zo vast in het hoofd dat andere groepsleden hier weinig meer aan kunnen veranderen.
Cijfer
7,5
Als je wilt, kun je hieronder nog een aanvulling geven op je eigen rol of die van de groepsleden. We waren met elkaar een goed team. Vulden elkaar aan en hadden alle drie een hele andere rol. Het was goed om met elkaar samen te werken.
30
Big formulier Leanne Beoordelingsmodel individuele bijdrage aan het groepsproces Leanne Miedema Het beoordelingsmodel bestaat uit een beschrijving van je eigen rol in het groepsproces en een reflectie daarop en een evaluatie van je medestudenten. Eigen rol in het groepsproces g. Beschrijf welke rol, welke functie, welke taken jij had in de groep. Ik had een centrale rol in de groep en heb gezorgd dat alle zaken in de groep goed verliepen. Ik ben iemand die van nature graag de leiding neemt. Wel was het begin van het project een beetje vaag. Ik kon de vinger er niet expliciet opleggen. Na een gesprek hierover met Esther werd dit mij al duidelijker. Talkshows gaan nu eenmaal zo. Ik vind dat we met elkaar een show neer hebben gezet waar we trots op mogen zijn. Verschillende invalshoeken, verschillende onderwerpen, maar toch allemaal een link met elkaar en met de krimp. De rol van presentator paste bij mij en ik ben blij dat ik deze heb mogen vervullen. 360°-‐feedback Omdat je in deze opdracht met anderen hebt samengewerkt, vormt de samenwerking een onderdeel van de beoordeling. We noemen dit de 360°-‐feedback. h. Beoordeel je eigen bijdrage aan het groepswerk. i. Beoordeel de bijdrage van je groepsgenoten aan het groepswerk.
Deelnemers
1. Pamela Blaauw 2. Menno Knevelman 3. Leanne Miedema Eigen deelbijdrage
G
V
O
S
1. Ik heb voldoende tijd besteed aan de taken.
x
2. Ik heb vaak het initiatief genomen.
x
31
3. Ik heb evenredig bijgedragen aan de discussies.
x
4. Ik heb mijn werk steeds op tijd ingeleverd.
x
5. Ik kon mijn mening in deze groep voldoende kwijt.
x
6. Ik heb dingen van de andere groepsleden geleerd.
x
7. Ik heb, als het nodig was, kritiek gegeven.
x
8. Ik vind dat we professioneel hebben samengewerkt.
x
9. Ik voelde me thuis in deze groep.
x
10.Ik ben tevreden met het eindresultaat.
x
Evaluatie groepsleden Student
Sterk punt
Verbeterpunt
Cijfer
Pamela Blaauw
Ze heeft het overzicht om een goed rapport te maken en ziet verbindingen. Ze werkt taken op tijd uit en weet waar ze het over heeft.
Gewoon doen, niet afwachten 7,5 tijdens lessen. Trek je mond maar open en laat maar zien dat je er bent. Ik denk dat cameravrouw zijn nu heel goed voor je was, maar dat je hoofdredacteur ook iets voor je was geweest.
Menno Knevelman Het werk dat Menno aanlevert Menno kan ik niet tegen 7,0 is goed. Hij kan het wel feedback. Overal heeft hij een weerwoord op en zich ergens bij neerleggen is erg moeilijk. Hier kan ik mij aan ergeren. Soms heb ik het idee dat ik hem niet kan bereiken en ik ben iemand die graag terugkoppeling heeft. Tegen Menno moet vaak gezegd worden wat ie moet doen.
32
Initiatief tonen zou in de toekomst meer mogen. Communiceer naar je groepsgenoten toe. Ik kan niet in je hoofd kijken. Leanne Miedema Houdt het overzicht en neemt Het nadeel is van nature de 7,5 de leiding, stuurt de groep aan. leiding nemen dat dat bij heel veel projecten gebeurd. Soms vind ik het moeilijk om deze projecten dan los van elkaar te zien. Dit is een leerpunt voor mij. Als je wilt, kun je hieronder nog een aanvulling geven op je eigen rol of die van de groepsleden. We waren met elkaar een goed team. Vulden elkaar aan en hadden alle drie een hele andere rol. Het was goed om met elkaar samen te werken.
33
Bijlagen Artikelen met betrekking tot MBO 15 Vrijwilligers aan de slag tijdens NL Doet, zaterdag 16 maart 2013 De inzet van menskracht, kennis en kunde van het bedrijfsleven biedt maatschappelijke organisaties kansen om hun doelen te verwezenlijken. Met name door kennisoverdracht van het bedrijfsleven worden maatschappelijke organisaties duurzaam versterkt. Het biedt bedrijven de mogelijkheid om hun maatschappelijke betrokkenheid vorm te geven en de gemeente om de leefbaarheid en de sociale cohesie in de stad Assen te vergroten. MBO is geen liefdadigheid, het gaat om het creëren van samenwerkingsverbanden die voor alle betrokkenen een toegevoegde waarde hebben (Vrijwilligersbaarn, z.d.). Soms doen bedrijven, groot en klein, al zonder het van zichzelf te zien aan MBO. Grote bedrijven laten hun medewerkers in de tijd van de baas meewerken in kleinschalige projecten of een zelfstandige zonder personeel, die zijn kennis inzet bij een vereniging om hen verder te helpen (Vrijwilligersbaarn, z.d.) Drentse bedrijven hebben hart voor maatschappelijke organisaties Drentse bedrijven hebben hart voor maatschappelijk organisaties. Deze wens werd geuit door gedeputeerde Anneke Haarsma van de PvdA en directeur van de Drentse Kamer van Koophandek Wim de Kleuver bij de overhandiging van het eerste exemplaar van de nieuwsbrief ‘’Wees betrokken!’’. Deze nieuwsbrief wordt geproduceerd voor bedrijven en maatschappelijke organisaties en wordt uiegegevn door het Netwerk betrokken in Drenthe (BinD). Dit netwerk is eind 2005 in opdracht van de provincie Drenthe van start gegaan en wordt gecoordineerd door STAMM CMO Drenthe. Het Netwerk BinD wil het maatschappelijk betrokken ondernemen in Drenthe verder vormgeven en promoten. BinD zal dit doen met tal van activiteiten, zoals de uitgave van de nieuwsbrief “Wees betrokken!”, een wervingsflyer voor bedrijven en maatschappelijke organisaties, de website www.betrokkenindrenthe.nl en het organiseren van een eerste Drentse Beursvloer. Op deze beursvloer komen vraag en aanbod voor het vrijwilligerswerk letterlijk bij elkaar. De Drentse Beursvloer vindt op donderdagmiddag 2 november plaats. Al deze activiteiten worden ingezet om de samenwerking tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties te stimuleren. Dit kan op veel manieren, bijvoorbeeld door medewerkers van een bedrijf een dag een speeltuin op te laten knappen of hen te laten klussen in de natuur. Maar ook door het beschikbaar stellen van vergaderruimte of het organiseren van een workshop. Betrokken Ondernemen levert winst op voor iedereen. Bedrijven krijgen een positiever imago, medewerkers ontdekken verborgen taltenten en zijn trots op hun bedrijf. Maatschappelijke organisaties krijgen er deskundigheid bij, toegang tot nieuwe netwerken, positieve PR en vaak nieuwe vrijwilligers. Inmiddels zijn 17 toonaangevende bedrijven en maatschappelijke organisaties lid van BinD. Gedeputeerde Anneke Haarsma en Wim de Kleuver, de voorzitter van BinD, zijn zeer
34
verheugd met de oprichting van BinD. “Drentse bedrijven hebben écht hart voor maatschappelijke organisaties, dat merk ik aan het enthousiasme van de deelnemers. De kracht zit in de ontmoeting tussen burgers, beleidsmakers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties die een open gesprek aangaan over oplossingen en nieuwe samenwerkingsverbanden. Zó versterken we het vrijwilligerswerk en daarmee de leefbaarheid in onze provincie”, aldus Anneke Haarsma. Wim de Kleuver vult aan: ” De vraag is er en het aanbod ook! Het enige dat nog ontbreekt is een structuur om het bij elkaar te brengen. Een organisatie die de ideeën vertaalt naar een praktische aanpak. Dat, maar ook visieontwikkeling over betrokken ondernemen in Drenthe, is wat het netwerk Betrokken in Drenthe van plan is.” Op de website www.betrokkenindrenthe.nl vinden geïnteresseerden meer informatie over de ontwikkelingen rond betrokken ondernemen in de provincie Drenthe. Ook de nieuwsbrief, de wervingsflyer voor bedrijven en maatschappelijke ondernemers én nieuwtjes over de Drentse Beursvloer zijn daar te vinden. Op het Plaza van Verpleeghuis Anholt in Assen wordt op woensdag 31 oktober de Beursvloer 2012 gehouden voor maatschappelijk betrokken ondernemen. De Beursvloer is een initiatief van de Stichting Assen voor Assen en wordt geopend door wethouder Henk Matthijsse. Op de beurs ontmoeten tussen 17.00 en 19.00 uur vraag en aanbod elkaar. ‘De vragen komen van maatschappelijke organisaties en zorginstellingen. Het zijn organisaties die iets voor Assenaren doen, op wat voor manier ook’, vertelt Monique Huizenga van de organiserende werkgroep. Maar ook een particulier kan een goed initiatief hebben waar hulp bij nodig is. Bijvoorbeeld een fietstocht voor een goed doel. Bedrijven proberen de vragen in te vullen. ‘Het is een manier van profilering (Drenthejournaal, 2012). In plaats van te voldoen aan de vele verzoeken om sponsoring en donaties, kan je nu iets voor je vestigingsstad doen zonder dat het direct geld kost, want ook een bedrijf maakt deel uit van de samenleving.’ Soms worden bedrijven zelf benaderd, andere melden zich spontaan. De Stichting Sinterklaasintocht stelt bijvoorbeeld Sinterklaas en een paar hoofdpieten ter beschikking voor een bezoek aan een maatschappelijke instelling. Tijdens de Beursvloer worden alle afspraken vastgelegd door een aanwezige notaris. Zo kan er een maatschappelijke waarde aan worden gehecht en hebben partijen de garantie dat de afspraak ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Huizenga: ‘We willen als stichting graag weten hoeveel vraag en aanbod we bij elkaar hebben gebracht. Daarom laten we zowel de aanbieder als de vrager een formulier invullen. Na afloop willen we ook altijd weten of alles naar tevredenheid is uitgevoerd.’ Match Tijdens de Beursvloer begeleiden de beursmeester en de hoekmannen elke match en als partijen tot elkaar zijn gekomen wordt dat ook luid omgeroepen door de beursmeester. Aanmelden voor de Beursvloer kan nog via beursvloer @assenvoorassen.nl (Drenthejournaal, 2012)
35
Maatschappelijk betrokken ondernemen leeft in de regio HOORN -‐ Met een club collega's in de baas z'n tijd samen een klus oppakken voor NL Doet is hartstikke leuk, is goed voor de sfeer in het bedrijf en doet ook de naam van het bedrijf goed. Maar er is nog zoveel meer mogelijk. Alleen hebben veel West-‐Friese bedrijven nog veel vragen over hoe je maatschappelijk ondernemen nu in de pas zet. Dinsdag 29 januari kwamen meer dan tachtig bedrijven bijeen om daar wat aan te doen, met een 'kick off' voor het regionale Trefpunt Betrokken Ondernemers West-‐Friesland. Het realiseren van een Trefpunt Betrokken Ondernemers in de regio is een initiatief van Vrijwilligerspunt, Westfriese Bedrijvengroep en bedrijven Univé, Tempo Team, Rabobank en Intermaris. In de stuurgroep die de bedrijven hebben gevormd rond het onderwerp maatschappelijk betrokken ondernemen is er de ervaring dat 'maatschappelijk betrokken ondernemen' leeft in de regio. "Alleen al de steeds groter wordende belangstelling voor deelname aan NL Doet en de jaarlijkse Maatschappelijke Beursvloer zijn daarvan signalen," zegt Anne van Leeuwen. Zij is namens Vrijwilligerspunt projectleider op het onderwerp. Dat er tachtig bedrijven inschreven voor de kick-‐off bijeenkomst noemt ze een verrassing en het bevestigt volgens haar temeer de serieuze interesse van het bedrijfsleven. ,,En heel diverse bedrijven, vijf van de zeven gemeenten doen mee, maar ook een bouwbedrijf en het gaat van advocaten tot hoveniers; en daarbij bedrijven die ook voor ons nog onbekenden zijn." Voor bedrijven zijn er verschillende redenen om maatschappelijk betrokken te ondernemen. Het kan deel worden van de pr van het bedrijf, het werkt stimulerend voor binding onder het personeel, het geeft het bedrijf een bewuste band met de omgeving en bedrijf en personeel leren elkaar en de omgeving op een heel andere manier kennen. En heel praktisch ook: steeds vaker worden 'duurzaam' en 'maatschappelijk ondernemen' opgenomen in voorwaarden bij aanbestedingen. Kennis en mensen "En het kan op zoveel verschillende manieren," zegt Kim de Graaf-‐Vissers, coöperatie adviseur bij de Rabobank. De bank heeft al jaren ervaring met sponsoring en doet bijvoorbeeld al jaren mee aan NL Doet. Maar ook vanuit het personeel worden keuzes gemaakt, merkt De Graaf op, "zoals een collega die merkt dat het verzorgingshuis waar vader is terechtgekomen wel een activiteitendag kan gebruiken; die klus oppakken met collega's leverde een heel bijzondere ervaring op." Betrokkenheid tonen bedrijven verschillend: met inzet van kennis en kunde (hulp bij het bouwen van een website bijvoorbeeld), met het uitvoeren van klussen (het schoolpleintje dat nodig moest worden opgeknapt), met middelen (die 'oude laptop' die niemand meer gebruikt kan elders een uitkomst zijn) en het leveren van mensen voor mensen (een uitje
36
realiseren als begeleiders van mensen die slecht ter been zijn). "En je kunt ook via je netwerk een ander verder helpen (Dichtbij, 2013)." Platform Het Trefpunt is een platform, met drie bijeenkomsten per jaar (met thema gastsprekers); een vraagbaak en een actuele website met informatie en 'vraag en aanbod' lijst. Deelname kost bedrijven 100 euro (Dichtbij, 2013). Siteadres: www.tbowf.nl Groninger Uitdaging: De Prinsenhof en Trip Advocaten & Notarissen gaan de uitdaging aan. “Aan de Groninger Uitdaging zouden alle Groninger ondernemers mee moeten doen. Maatschappelijke organisaties en betrokken ondernemers worden efficiënt aan elkaar gekoppeld. Dit is zo’n goed concept dat zich bovendien in de praktijk al bewezen heeft, ik kan geen reden verzinnen om het niet te doen!”, zeggen Tieneke Klinkert van de Prinsenhof en Jaap-‐Jan Plas van Trip Advocaten & Notarissen. Samen met zo’n 20 andere ondernemers uit de stad maken zij deel uit van de initiatiefgroep die de Groninger Uitdaging op gaan zetten. Groningen volgt hiermee het voorbeeld van onder meer Arnhem, Zutphen en Doetinchem, waar de Uitdaging al jaren een groot succes is. Het concept is eenvoudig. Bedrijven willen graag op een praktische manier en bij voorkeur in hun eigen omgeving invulling geven aan maatschappelijk betrokken ondernemen. En tegelijk zijn er in diezelfde omgeving maatschappelijke organisaties die grote behoefte hebben aan de kennis en inzet van deze bedrijven. De Uitdaging brengt deze bedrijven en organisaties bij elkaar en zorgt voor een match tussen vraag en aanbod. Daarbij gaat het om materialen, middelen en menskracht. Matchgroep met Oude rotten en Jonge honden De Uitdaging is een stichting, die voor de organisatorische kant een manager in dienst heeft. In de stad Groningen is dat Thomas de Boer. Zijn voornaamste taak zal straks zijn om de vragen en behoeften van de lokale maatschappelijke organisaties te inventariseren. “Daarvoor zal ik organisaties benaderen, maar het belangrijkste medium hiervoor is de website die straks in februari online gaat. Daar kunnen overigens ook ondernemers terecht die iets aan willen bieden.” Vervolgens worden vragen voorgelegd aan een zogeheten matchgroep. De Boer: “Een matchgroep bestaat uit zo’n 10 tot 15 ondernemers. Vier van hen zijn ‘Oude rotten’; senior-‐ ondernemers met veel ervaring en vooral een groot netwerk, die hun netwerk in willen zetten. De rest van de matchgroep bestaat uit Jonge honden: jongere werknemers of zelfstandigen die nog bezig zijn om hun eigen netwerk op te bouwen.” De matchgroep komt 4 keer per jaar bij elkaar om de aanvragen van organisaties te bespreken. De Oude rotten kijken welke ondernemers in hun netwerk een bijdrage zouden kunnen leveren om de vraag te beantwoorden en zorgen voor een introductie voor de Jonge honden. Die gaan vervolgens aan de slag om alles te organiseren en tot het gewenste resultaat te komen.
37
De Boer geeft een voorbeeld uit Arnhem: “Daar was een hotel die zijn bedden ging vervangen. Vraag was of de Uitdaging voor de oude bedden een goede bestemming kon vinden. Meer dan genoeg zo bleek: de behoefte aan bedden was zelfs groter dan dit aanbod. Vanuit de matchgroep zijn diverse ondernemers benaderd, ook andere hotels, en hebben de jonge honden alles geregeld: ophalen van de bedden door een verhuisbedrijf, vervoer naar en opslag in een bedrijfsloods en vervoer naar diverse maatschappelijke instellingen in de stad. Een mooi voorbeeld, dat ook aantoont dat bij sommige uitdagingen een hele groep ondernemers betrokken wordt.” Iedereen profiteert Het succes van de Uitdaging ligt volgens Klinkert en Plas in het feit dat het een heel praktische aanpak kent, waar bovendien alle partijen voordeel van hebben. “De Uitdaging helpt organisaties om hun vraag goed te formuleren op een manier waar ondernemers ook mee uit de voeten kunnen”, zegt Klinkert. “Vaak vragen ze om geld, terwijl ze eigenlijk behoefte hebben aan advies, extra handen of spullen zoals die bedden. Dit gaat met gesloten beurzen en dat spreekt ondernemers veel meer aan. Als ondernemer profiteer je omdat je in zo’n matchgroep ondernemers buiten je eigen werkveld treft en dus contact krijgt met hele andere netwerken. Een mooie kruisbestuiving, tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties en tussen bedrijven onderling.” Daarnaast willen veel bedrijven graag maatschappelijk betrokken zijn, aldus Plas, maar wordt vraag en aanbod onvoldoende bij elkaar gebracht. “Zowel Prinsenhof als Trip Advocaten & Notarissen steunen op allerlei manieren maatschappelijke doelen, maar het leuke hieraan is dat het laagdrempelig is, elk bedrijf kan een zinvolle bijdrage leveren, dat het meer inhoud heeft dan alleen de portemonnee te trekken én dat het lokaal is. En het netwerk van de betrokken ondernemers geeft de maatschappelijke organisaties de mogelijkheid de benodigde hulp snel te kunnen regelen. Dit is zo’n mooi concept, dit spreekt volgens mij iedereen aan”, stelt Plas vol overtuiging. “Dat blijkt wel uit het feit dat nu al zo’n groot aantal serieuze bedrijven hebben toegezegd zich te willen verbinden aan de Groninger Uitdaging. Maar we hebben de hele breedte van het Groninger bedrijfsleven nodig.” De eerste uitdaging is om een matchgroep te realiseren: ondernemers met veel ervaring en vooral een groot netwerk, die dat netwerk beschikbaar willen stellen om aan vragen van maatschappelijke organisaties te voldoen (Groninger ondernemerskrant, 2015).
38
Hoofdstuk 4 en 5 afstudeeronderzoek MBO Hoofdstuk 4 4.1 Containerbegrippen Maatschappelijke betrokken ondernemen (MBO) gaat volgens MVO Nederland over de concrete invulling van de maatschappelijke betrokkenheid van een bedrijf. Veel bedrijven ondernemen al betrokken, maar zien dit niet als maatschappelijke betrokkenheid. Volgens MVO Nederland is hier nog veel terrein op te winnen (Swart, z.d.). Uit de diepte-‐interviews komt naar voren dat de verschillende organisaties op de hoogte zijn van de begrippen MVO en MBO, Het idee achter MBO is dat bedrijven een onmisbaar onderdeel zijn van de samenleving. Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat bedrijven MBO zien als hun verantwoordelijkheid. Dit komt ook naar voren in de diepte-‐interviews met verschillende organisaties/bedrijven. Bedrijven kiezen voor MBO omdat het leuk is, omdat er een zakelijk belang bij is en om de externe druk vanuit de samenleving. De motivaties van verschillende bedrijven zijn een combinatie van verantwoordelijkheden en zakelijke overwegingen (Swart, z.d.). 4.2 Beweegredenen voor maatschappelijk betrokken ondernemen Bedrijven worden steeds bewuster van de gevolgen van hun gedrag op de maatschappij. Zoals eerder te lezen was, kiezen bedrijven voor MBO vanuit ideële redenen en zakelijke overwegingen (Swart, z.d.). Uit de diepteinterviews komt naar voren dat het vrijwel altijd een combinatie van beide is. maar deze begrippen niet gebruiken in hun eigen bedrijfsvoering. Zo
blijkt uit het interview met Jacoline Poldervaart, Manager
Communications & External Affairs bij BP Nederland, dat BP gebruik
maakt van de term ‘social investment’. De eigenaar van Coffeecentral in
Leeuwarden, Bouwinus Sikkes, noemt het liever social
entrepreneurship, omdat dit veel dichterbij hetgeen staat wat
Coffeecentral doet. Andere termen die voorbij komen zijn DNA, passie,
cultuur en iets goeds doen voor de omgeving. Arnold Bouman,
eigenaar van STORM in Recruitment, geeft aan dat het niet erg is als MVO en MBO lege container begrippen blijven. “Laat het maar een container begrip zijn, perfect! Dan denk je er alleen maar over
na. Hoe meer erover gepraat wordt, hoe meer mensen creatief gaan worden. Het moet niet zo zwart wit zijn”. Uit een interview met Thyrza Ruiter, Marketing Coördinator van Doppio, blijkt dat Doppio de keuze voor MVO en MBO heeft gemaakt, omdat beide eigenaren het belangrijk vinden om iets goeds te doen voor de omgeving. Doppio heeft de speerpunten meer op duurzaam ondernemen liggen. Vanuit de consument is er dan ook vaak de vraag naar duurzame producten, zoals rietsuiker en een fairtrade logo. Voor Doppio gaat het dus om een combinatie van persoonlijke idealen van de oprichters en de vraag van de consument naar
39
duurzame producten. Uit de diepte-‐interviews komt naar voren dat bijna alle ondernemers, die de keuze hebben gemaakt voor maatschappelijk betrokken ondernemen, in eerste instantie instrinsiek gemotiveerd zijn. Dit houdt in dat de ondernemers ervan overtuigd zijn dat het zinvol is om betrokken te ondernemen (Nederstigt & Poeisz, 2010). Daarnaast zijn er organisaties die de keuze voor MBO voornamelijk maken vanwege
extrinsieke motivatie. Dit zijn internationale, grote organisaties zoals BP Nederland. Dit soort
bedrijven geven aan dat het bedrijf graag iets wil doen voor de maatschappij, maar dit ook weer gebruikt voor eigen voordelen. Er wordt hier dus een splitsing gemaakt in bedrijven die voornamelijk betrokken ondernemen van intriensieke motivatie en bedrijven die voornamelijk betrokken ondernemen vanuit extrinsieke motivatie. Beide partijen hebben een positieve houding (attitude) tegenover MBO. Het is iets wat bedrijven nu eenmaal voor de samenleving horen te doen. ‘‘De kern waaruit wij bestaan is om die opbrengsten terug te brengen naar alle Nederlanders. In de kern is dat een belangrijke maatschappelijke activiteit.’’ aldus Ewout Pikaar, Public Affairs Advisor van EBN. 4.3 De behoeftenhiërarchie en de verwachtingstheorie Maatschappelijke betrokken ondernemen vanuit intrinsieke motivatie vervult volgens de behoeftenhiërarchie van Maslow sociale behoeften, de ego behoeften en zelfverwezenlijking. In eerste instantie vindt de omgeving van het individu het goed dat diegene zich met zijn bedrijf inzet voor de maatschappij, vervolgens vervult dit bij diegene de behoefte naar status en aanzien. De persoon wil zich onderscheiden van de rest, niet alleen als persoon maar ook met het bedrijf. Als laatste volgt zelfverwezenlijking, dit is het hoogst haalbare in de behoeftenhiërarchie van Maslow. Uiteindelijk streeft de persoon ernaar om bepaalde idealen te bereiken, zoals
een goed gevoel hebben voor het werk dat gedaan wordt (Nederstigt & Poeisz, 2010).
40
Afbeelding 21: De behoeftenhiërarchie van Maslow Bedrijven die vanuit extrinsieke motivatie betrokken ondernemen, maken weloverwogen rationele keuzes. Hierbij worden de verwachtingen over de haalbaarheid en de waarde van het doel goed in overweging genomen (Nederstigt & Poeisz, 2010). Vroom stelt dat er vanuit zijn verwachtingstheorie er drie elementen zijn die een belangrijke rol bij motivatie spelen. Allereerst is er de instrumentaliteit, dit houdt in dat het individu bekijkt in welke mate het gestelde doel als middel geschikt is om een hoger gelgen doel te bereiken. Uit de interviews komt naar voren dat betrokken medewerkers een specifiek doel kan zijn om met MBO activiteiten te bereiken. Daarna speelt het aspect valentie een belangrijke rol. Dit is de waarde die het te behalen doel voor de organisatie heeft. Uit het interview met Jacoline Poldervaart van BP Nederland, komt naar voren dat BP Nederland MVO en MBO voornamelijk inzet voor de eigen medewerkers. “Het leeft echt wel bij de mensen, het geeft mensen ook een trots gevoel. Dat zijn dingen waar mensen graag over praten en ook naar buiten toe. Het gevoel hebben dat ze werken bij een club die ergens voor staat.” De waarde ‘tevreden medewerkers’ is zeer belangrijk voor BP Nederland. Het laatste aspect is verwachting. Dit is de mate waarin het bedrijf van mening is dat het gestelde doel haalbaar is door het vertonen van bepaald gedrag. Het gedrag wat in dit voorbeeld van belang is, is om te kiezen voor maatschappelijk verantwoord en betrokken ondernemen. MVO Nederland heeft met de nationale MBO Monitor een panelonderzoek gedaan onder 1.973 Nederlandse MKB bedrijven. In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat 55% van de panelleden aan MBO doet omdat het inspireert en leuk is. Een kwart van de MKB’ers vindt dat het hoort, slechts 13% maakt de keuze voor betrokken ondernemen omdat het iets oplevert (Swart, z.d.). 4.4 Betrokkenheid van bedrijven bij goede doelen Goede doelen kunnen voor bedrijven een goede invulling zijn voor MBO.
Uit de diepte-‐ interviews blijkt dat niet ieder bedrijf zich bewust is van hetgeen wat het bedrijf doet voor de maatschappij. Veel bedrijven zijn zich nog niet bewust van het feit dat sponsoring ook onder maatschappelijk betrokken ondernemen valt. Opvallend is dat de meningen hierover verdeeld zijn. De ene organisatie geeft aan dat sponsoring een financiële ondersteuning is, dus dat er een tegenprestatie tegenover moet staan. Andere bedrijven geven later in het interview aan dat er een soort bewustzijn komt van het feit dat sponsoring ook een manier is om invulling te geven aan MBO. Op de vraag of bedrijven lokale initiatieven/goede doelen
steunen werd veelal ‘ja’ op geantwoord. Opvallend hierin is dat
bedrijven alleen goede doelen/lokale initiatieven
41
steunen die heel
dicht bij de kernwaarden van het bedrijf liggen. Een enkeling
steunt helemaal geen goede doelen/lokale initiatieven, maar
geeft daarbij ook aan niet te weten wat voor soort initiatief er gesteund
moet worden. Er mist kennis over MBO en hoe daar duidelijke
invulling aan te geven. Bij andere bedrijven is het namelijk zo dat het bedrijf al wel maatschappelijk betrokken bezig is, maar nog geen MVO beleid heeft. De overige bedrijven geven aan al een MVO beleid te hebben, maar een duidelijkere strategie en rode draad voor het beleid zoeken. Uit onderzoek van MVO Nederland met de Nationale MBO Monitor, blijkt dat er onder de panelleden ruim een derde van de ondervraagde MKB’ers aangeeft dat er nog geen duidelijke lijn in de MBO activiteiten zit. Veel MBO activiteiten worden door toeval bepaald. Ongeveer 45% van de panelleden ers geeft aan dat er wel een duidelijke lijn in de MBO activiteiten van het bedrijf zit. De MKB’ers die aangeven dat er nog geen duidelijke lijn in de MBO activiteiten zit, geven aan hier wel overna te denken (Swart, z.d.). Uit de diepte-‐interviews blijkt dat bedrijven hoog betrokken zijn bij de keuze om een goed doel/ lokaal initiatief wel of niet te steunen. Reden hiervoor is de risico’s die bedrijven lopen op bijvoorbeeld imagoschade. Het vertrouwen in goede doelen daalt (Volkskrant, 2015). Bedrijven geven aan niet in zee te willen gaan met goede doelen die slecht in de media komen. Er is sprake van duurzame betrokkenheid. Er wordt voor een langere tijd aandacht geschonken aan het winnen van informatie over een goed doel/lokaal initiatief. Bedrijvendie hoog betrokken zijn maken gebruik van cognitief leren, het bedrijf is bereid informatie te verzamelen, te verwerken en de voor-‐ en nadelen uiteindelijk tegen elkaar af te wegen. Hoge betrokkenheid bij bedrijven betekent dat bedrijven dieper en uitgebreider nadenken over beslissingen. Kijkend naar het Elaboration Likelihood Model van Petty en Cacioppo volgen hoog betrokken bedrijven de centrale route tot overreding. Hierbij is het verschaffen van goede, inhoudelijke argumenten van groot belang. Hoog betrokken bedrijven denken na over de keuzes die gemaakt
worden, er is dus sprake van gepland gedrag. Dit is gedrag waar over na
gedacht wordt en dat tot stand komt na het maken van overwegingen
en afwegingen. De theorie van gepland gedrag van Azjen geeft inzicht over
de tot standkoming van gepland gedrag. De attitude van het bedrijf is hierin de belangrijkste factor. Uit de interviews komt naar voren dat hoog betrokken bedrijven zich daadwerkelijk in willen zetten voor de maatschappij en hier dus ook positief tegenover staan. Of de attitude in gedrag wordt omgezet hangt af van de omgeving van het bedrijf (de subjectieve norm). Consumenten kiezen steeds vaker voor bedrijven die iets goeds doen voor de maatschappij, de externe druk op bedrijven neemt dus toe. De laatste factor is de waargenomen gedragscontrole. Dit houdt in dat het bedrijf in staat moet zijn om
het gewenste gedrag uit te voeren. Wanneer er bijvoorbeeld geen budget is voor sponsoring, wordt het uitvoeren van het gewenste gedrag ‘doneren’ al moeilijk. Uit de interviews blijkt
42
dat intrinsiek gemotiveerde bedrijven moeite zullen hebben om het gewenste gedrag, een samenwerking aangaan met Peperzaken Foundation, uit te voeren. Hoog betrokken bedrijven kunnen wel budget vrij maken om bijvoorbeeld te doneren of te sponsoren, een samenwerking met Peperzaken Foundation is haalbaar (Pol e.a., 2012). 4.5 Keuzeproces van bedrijven bij goede doelen Uit de diepte-‐interviews blijkt dat het keuzeproces om een goed doel wel of niet te steunen verschilt per bedrijf. De bedrijven die betrokken ondernemen vanuit extrinsieke motivatie doorlopen een uitgebreid keuzeproces. Bij dit soort bedrijven is het zo dat meerdere mensen samen een keuze maken om bijvoorbeeld een geldbedrag te doneren. Bedrijven die betrokken ondernemen vanuit intrinsieke motivatie maken duidelijke goede afwegingen, vaak is één iemand verantwoordelijk voor de uiteindelijke beslissing om een goed doel wel of niet te steunen. De decision making unit bestaat over het algemeen uit de beslisser, dit is de persoon die uiteindelijk de beslissing neemt (Floor & Van Raaij, 2010). Wanneer er gekeken wordt naar de desicion making unit bij bedrijven, die opereren vanuit extrinsieke motivatie, zijn er gatekeepers aanwezig. Deze mensen zorgen ervoor dat de eindbeslissers voorzien zijn van de juiste informatie. Uit de diepte-‐interviews komt naar voren dat de bedrijven het liefst kiezen voor een lange termijn samenwerking met een goed doel. De bedrijven geloven dat er zo meer voordeel uit de samenwerking te behalen is. Daarnaast hebben bedrijven op die manier meer invloed, omdat ze langer betrokken zijn bij het goede doel. Het meest opvallende is dat niet ieder bedrijf in wil zetten op financiële steun. De bedrijven geven aan betrokken te willen zijn bij het goede doel en daarom ook liever eigen medewerkers inzetten. Dit draagt direct weer bij aan de medewerkerstevredenheid binnen het bedrijf en verhoogt de betrokkenheid van medewerkers. een goed doel/lokaal initiatief bij het bedrijf past, vertrouwen hebben in een samenwerking met het goede doel is belangrijk. Aan de hand daarvan wordt er een bewuste keuze gemaakt om een goed doel/lokaal intiatief wel of niet te steunen (Nederstigt & Poeisz, 2010). Sommige bedrijven geven aan dat het geven van geld te makkelijk is en niet meer van deze tijd. Een andere reden is het teruglopende sponsorbudget van bedrijven. De economische crisis speelt hierbij een belangrijke rol, bedrijven hebben tegenwoordig zelf geen budget meer beschikbaar om goede doelen te ondersteunen. Om die reden zijn bedrijven op zoek naar andere manier om iets te doen voor de maatschappij, zonder dat dit ten koste gaat van budget. Uit onderzoek van ING Nederland blijkt ook dat financiële steun aan de kant gezet moet worden. Grotere bedrijven zijn ervan overtuigd dat het doneren in natura/mankracht veel meer toevoeging heeft in een samenwerking. ING conludeert dat het noodzaak is voor
43
goede doelen om minder te focussen om geld en juist meer op expertise van bedrijven (ING, 2014) 4.6 Communicatie en goede doelen Uit de interviews is naar voren gekomen dat bedrijven hoog betrokken zijn wanneer het gaat om het steunen van goede doelen en hierdoor dus ook veel informatie verwerken (Nederstigt & Poeisz, 2010). Daarnaast zijn bedrijven op zoek naar goede doelen die aansluiten bij de kernwaarden van het bedrijf, zodat het een logisch gevolg is dat het bedrijf en het goede doel gaan samenwerken. Verder kiezen bedrijven liever voor een langere termijn samenwerking dan voor een eenmalige donatie. Bedrijven zijn dus loyaal naar goede doelen als het gaat om een samenwerking. Als laatste zetten bedrijven niet meer in op het doneren van geld, maar wordt er gekozen voor de inzet van eigen medewerkers of voor een combinatie van medewerkers en geld.
Tijdens de interviews kwam naar voren dat bedrijven hun inzet voor goede doelen en de maatschappij moeilijk meetbaar kunnen maken. Daarom zijn bedrijven op zoek naar manieren om het effect van hun inzet aan te kunnen tonen, dit heet social return on investment (Floor & Van Raaij, 2010). Geïnterviewden geven aan dat goede doelen vrijwel nooit laten zien wat er met de steun van het bedrijf gebeurt. Op de vraag of de geïnterviewden meer van het goede doel willen zien door middel van communicatiemiddelen, werd unaniem ‘ja’ op geantwoord. De vraag van bedrijven en het aanbod van
de goede doelen sluit niet op elkaar aan. Op de vraag wat voor soort communicatiemiddelen de goede doelen dan in moeten zetten, werd de voorkeur gegeven aan online communicatiemiddelen.
Gedurende een samenwerking is communicatie van essentieel belang. Gebrek aan goede communicatie is vaak de oorzaak voor een falende samenwerking. Communicatie is belangrijk voor het vetrouwen, voor de verantwoordelijkheden en voor het creëren van draagvlak onder de werknemers van bedrijven (Roza, Stubbe & Meijs, 2014). Wat maakt het dat bedrijven goede doelen gaan steunen? Hierbij geven de geïnterviewden twee antwoorden: het gaat om het krijgen van een goed gevoel en of het goede doel een goed en geloofwaardig verhaal heeft. Een verhaal waarmee het goede doel daadwerkelijk laat zien dat het een verschil maakt in de samenleving. 4.7 Conclusie Bedrijven die betrokken ondernemen vanuit extrinsieke motivatie zijn het meest interessant voor Peperzaken Foundation. De foundation wil namelijk dat meerdere bedrijven zich aansluiten, zodat er meer impact voor de maatschappij gerealiseerd kan worden. Deze bedrijven maken namelijk gebruik van een combinatie tussen munten en mensen. Dit houdt in dat dit soort bedrijven budget vrij kunnen maken om goede doelen te steunen. Bedrijven die extrinsiek gemotiveerd zijn volgen de centrale route tot overreding, waardoor er de
44
voorkeur wordt gegeven aan het verkrijgen van uitgebreide informatie en goede inhoudelijke argumenten. Op basis daarvan vormen bedrijven een attitude en vertonen dan pas een bepaald gedrag. Hoofdstuk 5 5.4 Fondsenwervende organisaties en techniek De laatste belangrijke maatschappelijk ontwikkeling is de technologische ontwikkeling. Deze is met name gericht op het gebied van informatietechnologie, internet en mobiele telecommunicatie. Maatschappelijke organisaties moeten meegroeien met razendsnelle technologische ontwikkelingen. Maatschappelijke organisaties kunnen zelf een stimulerende rol spelen, er kan gekeken worden naar nieuwe manieren om doelgroepen te bereiken via social media en smartphones (Meijs, 2014). Mobiel doneren wordt mogelijk dankzij mobiel internet en de populariteit van smartphones (Bekkers, 2013). Daarnaast groeit crowdfunding de laatse maanden exponentieel. Veel jongeren maken op de basisschool al kennis met filantropie door acties te doen voor goede doelen. Geven via internet staat in Nederland nog in de kinderschoenen, wat zeer opvallend is aangezien iedereen in Nederland toegang tot internet heeft (Meijs, 2014). 5.5 Trends en ontwikkelingen Peperzaken Foundation is door Peperzaken opgericht om de maatschappelijke betrokkenheid van het bedrijfsleven te tonen. Vrijwillige lokale initiatieven vallen onder het begrip maatschappelijke betrokkenheid. In de wetenschap heet dit ‘filantropie’ en in een internationaal wetenschappelijke context heet het ‘private action for the public good’ (De Volkskrant, 2014). Maatschappelijk ondernemen is een containerbegrip geworden en kent veel verschillende termen. Tot op de dag van vandaag is het lastig om een duidelijke, algemeen toepasselijke en een door iedereen geaccepteerde definitie te vinden (SER, 2000). In dit adviesplan spitst maatschappelijk betrokken ondernemen zich toe op ondernemingen in de marktsector. 5.5.1 Op naar maatschappelijke betrokkenheid Met het streven naar maatschappelijke welvaart wordt maatschappelijk ondernemen omschreven als: Het bewust richten van ondernemingsactiviteiten op waardecreatie op langere termijn in drie dimensies: niet alleen in financieel-‐economische grootheden, zoals winstgevendheid en beurswaarde, maar ook in ecologische en sociale zin. Ze beïnvloeden elkaar, ze vullen elkaar aan en kunnen niet zonder elkaar”
(SER, 2000) De afgelopen jaren hebben diverse ontwikkelingen de maatschappelijke en economische verhoudingen in Nederland sterk veranderd. Het gaat hierbij om de emancipatie van de mens. In vergelijking met de behoeften piramide van Maslow komt er een grotere nadruk te liggen op niet-‐ materiële behoeften, zoals een prettige leefomgeving, sociale cohesie en
45
meer kwaliteits-‐ kenmerken van een goede samenleving (SER, 2000). Maatschappelijk ondernemen kenmerkt zich hedendaags door de Tripple Bottom Line: de drie P’s. People omvat de effecten op mensen. Hierbij gaat het om goede arbeidsomstandigheden, veiligheid, een goed gevoel hebben etc. Planet gaat over ecologie en de effecten van bedrijven op de natuurlijke omgeving. Profit gaat om de economie en op de waardecreatie van goederen en diensten, zorgen voor werkgelegendheid en inkomsten. Samengevat gaat profit over het bedrijfsleven, people over de burgers en planet over de overheid. In Nederland maken we onderscheid tussen maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en maatschappelijk betrokken ondernemen (MBO). MBO is in Nederland vaak een onderdeel van MVO. MBO wordt gezien als de invuller van de P van People. Een definitie van MBO is: “De activiteiten van een onderneming gericht op het verbeteren van de directe leefomgeving door sociale initiatieven te ondersteunen en betrokkenheid met sociale issues in de directe en indirecte omgeving van de organisatie te tonen”
(Bedrijf & Mij, z.d.) Waar maatschappelijk ondernemen voornamelijk om de drie P’s gaat, heeft maatschappelijk betrokken ondernemen de vijf M’s: mass, money, means, manpower en media. Money gaat over het financieel ondersteunen van een maatschappelijke organisatie. Means is tastbaar materiaal die een organisatie aan een maatschappelijke organisatie kan geven. Manpower gaat over vrijwilligers, tegenwoordig zetten organisatie eigen medewerkers in als vrijwilligers. Wanneer een organisatie besluit mass in te gaan zetten, dan stelt de organisatie haar netwerk open voor de maatschappelijke organisatie. Media gaat over het beschikbaar stellen van de mediakanalen van een organisatie (Bedrijf & Mij, z.d.) 5.5.2 Minder rijk, meer eigen verantwoordelijkheid Maatschappelijke betrokkenheid raakt de publieke sector. De Rijksoverheid treedt de laatste twee jaar terug. Door bezuinigingen en aan andere taakopvatting is de Rijksoverheid genoodzaakt bepaalde verantwoordelijkheden te laten vallen. Dit betekent dat mensen steeds vaker de verantwoordelijkheid krijgen om zelf problemen op te lossen. Door decentralisatie van Europa en deregulering wordt de Rijksoverheid kleiner. Taken worden doorgeschoven naar andere overheden, bedrijven of burgers. 5.5.3 Nieuwe betrokkenheid in de doe-‐democratie Met het terugtreden van de Rijksoverheid raken burgers steeds meer betrokken bij de eigen omgeving. Burgers ontwikkelen steeds vaker lokale initiatieven voor publieke zaken.
De doe-‐democratie komt erop neer dat mensen meer zelf doen, zonder dat de overheid verantwoordelijkheden moet overdragen. Dit wordt mogelijk gemaakt door de inzet van internet. Mensen met een zelfde gedachtegang kunnen elkaar online makkelijk vinden via
46
websites als WeHelpen.nl (Hoedt, 2013). 5.6 Gedragsbeïnvloeding Bij publieke communicatie werd jarenlang vastgehouden aan de traditionele manier van het beïnvloeden van gedrag. Tegenwoordig gaat het meer om het faciliteren van gedrag. Uit literatuuronderzoek van de Rijksoverheid is gebleken dat men van communicatie niet veel meer moet verwachten, omdat de mens geen rationeel wezen is. Mensen maken keuzes op basis van gewoontegedrag en emoties. Mensen moeten een duwtje in de goede richting krijgen om het gewenste gedrag te gaan vertonen. In het geval van Peperzaken Foundation is het gewenste gedrag een donatie/ samenwerking. Volgens strategische communicatie adviseur, Harrie van Rooij, moet er veel meer aandacht gericht worden op de materiële omgeving, spullen die ervoor zorgen dat het gedrag vanzelf gewenst is. Motivatie is volgens van Rooij lastiger te beïnvloeden (Hoedt, 2013). 5.7 Vertel een goed verhaal Wanneer een organisatie de omgeving wil bereiken, wordt geadviseerd dat er een verhaal wordt verteld die aansluit bij de belevingswereld van de mensen die de organisatie wil raken. Pas dan staan mensen open voor een boodschap en vertellen de mensen het in hun eigen netwerk door. Verhalen duiden informatie en geven het betekenis. Draagvlak valt niet te organiseren. Wanneer mensen niet willen helpen, verandert communicatie daar niks aan. Als mensen ruimte krijgen om individueel betekenis te geven aan een verandering, is dat van positieve invloed op bereidheid iets te accepteren (Hoedt, 2013). Bij storytelling wordt er gebruik gemaakt van het benadrukken van informatie door middel van framing. Wanneer storytelling ingezet wordt is het belangrijk dat er gekozen wordt voor een bepaald frame (Wilde Ganzen, z.d.). In de fondsenwerving zijn er een aantal frames te gebruiken: het slachtoffer, onze verantwoordelijkheid, sociaal ondernemerschap, sociale rechtvaardigheid en internationale solidariteit (ViceVersa, z.d.)
47
Bronnen Binnenlandsbestuur. (z.d.). Krimpgebieden ideaal voor nieuwe ondernemers. http://www.binnenlandsbestuur.nl/ruimte-‐en-‐milieu/nieuws/krimpgebieden-‐ideaal-‐voor-‐ nieuwe-‐ondernemers.9472588.lynkx. Geraadpleegd op 25 mei 2015. CMO, A,. (2015). Oost Drenthe wil krimpregio heten. http://www.cmostamm.nl/nieuws/oost-‐drenthe-‐wil-‐krimpregio-‐heten/. Geraadpleegd op 25 mei 2015. CMO, B. (2015). Leefbaarheid en krimp. http://www.cmostamm.nl/krimp-‐leefbaarheid/. Geraadpleegd op 25 mei 2015. CNVO. (z.d.). Krimpregio’s. https://www.cnvo.nl/actueel/actuele-‐themas/krimpregios.html. Geraadpleegd op 25 mei 2015. De Waaier. (z.d.). Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. http://www.de-‐ waaier.nl/maatschappelijk-‐betrokken-‐ondernemen. Geraadpleegd op 07 mei 2015. Dichtbij. (2013). Maatschappelijk Betrokken Ondernemen leeft in de regio. http://www.dichtbij.nl/west-‐friesland/regionaal-‐nieuws/artikel/2614320/maatschappelijk-‐ betrokken-‐ondernemen-‐leeft-‐in-‐de-‐regio.aspx. Geraadpleegd op 06 mei 2015. Drenthejournaal. (2012). Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. http://www.drenthejournaal.nl/nieuws/assen/12770/maatschappelijk-‐betrokken-‐ ondernemen.html. Geraadpleegd op 10 mei. Duurzaam Ondernemen. (2006). Drentse bedrijven hebben hart voor maatschappelijke organisaties. http://www.duurzaam-‐ondernemen.nl/drentse-‐bedrijven-‐hebben-‐hart-‐voor-‐ maatschappelijke-‐organisaties/. Geraadpleegd op 25 mei 2015. Groninger ondernemerskrant. (2015). Groninger uitdaging De Prinsenhof en trip advocaten en notarissen gaan de uitdaging aan. http://www.groningerondernemerscourant.nl/nieuws/groninger-‐uitdaging-‐de-‐prinsenhof-‐ en-‐trip-‐advocaten-‐notarissen-‐ga. Geraadpleegd op 09 mei 2015. LexisNexis. (2015). De Rijnpost: Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. Geraadpleegd op 25 mei 2015. LexisNexis. (2015). Groot Eindhoven: NLdoet het ook uitgebreid in 040. Geraadpleegd op 25 mei 2015. MVO Nederland. (2013). http://tips.mvonederland.nl/100-‐tips-‐2/. 100 tips. Geraadpleegd op 06 mei 2015.
48
MVO oplossingen. (2014) Waarom een bedrijf maatschappelijk verantwoord onderneemt. http://www.mvoplossingen.nl/waarom-‐een-‐bedrijf-‐maatschappelijk-‐verantwoord-‐ onderneemt/. Geraadpleegd op 13 mei 2015. Omrop Fryslân. (z.d.). Noordoost Friesland strijd om krimpregio status. http://www.omropfryslan.nl/nieuws/noordoost-‐friesland-‐strijdt-‐om-‐krimpregio-‐status. Geraadpleegd op 25 mei 2015. PMOG, A. (z.d.). De uitdaging. http://www.pmog.nl/debeursvloer/index.php/oproep/de-‐ uitdaging/. Geraadpleegd op 06 mei 2015. PMOG, B. (z.d.). De beursvloer. http://www.pmog.nl/debeursvloer/. Geraadpleegd op 06 mei 2015. Rijksoverheid, B. (2015) Schippers actie voor goede zorg in krimpregio. http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2015/03/06/schippers-‐actie-‐voor-‐goede-‐zorg-‐in-‐ krimpregio-‐s.html. Geraadpleegd op 25 mei 2015. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. (2015). Krimpregio’s Noord Nederland: grotere afstand tot voorzieningen, meer gebruik van zorg. http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Algemeen_Actueel/Nieuwsberichten/201 5/Krimpregio%E2%80%99s_Noord_Nederland_grotere_afstand_tot_voorzieningen_meer_g ebruik_van_zorg. Geraadpleegd op 25 mei 2015. RTV Drenthe. (2015). Minister Blok: Oost Drenthe geen officiële krimpregio. http://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/minister-‐blok-‐oost-‐drenthe-‐geen-‐offici%C3%ABle-‐ krimpregio. Geraadpleegd op 25 mei 2015. Samen voor betrokken ondernemen. (2013). Wat is maatschappelijk betrokken ondernemen. http://www.samenvoorbetrokkenondernemen.nl/publish/wat-‐is-‐ maatschappelijk-‐betrokken-‐ondernemen/. Geraadpleegd op 07 mei 2015. Vrijwilligersbaarn. (z.d.). MBO. http://www.vrijwilligersbaarn.nl/mbo/mbo. Geraadpleegd op 08 mei 2015. Vrijwilligerspunt. (z.d.). Bedrijven. http://www.vrijwilligerspunt.com/bedrijven. Geraadpleegd op 09 mei 2015.
49