2
Inhoudsopgave 1. Leeswijzer . . 2. Inleiding en samenvatting.
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
7 10
. . . . . . . .
15 18 21 22 25 26 29 32
Meerjarenraming 2014-2017 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Effecten 1e en 2e bestuursrapportage 2013 op meerjarenraming Financiële uitgangspunten . . . . . Tabel meerjarenraming . . . . . . Toelichting op de meerjarenraming . . . . Incidentele baten en lasten . . . . . Tabel en toelichting reserves . . . . . Kredieten . . . . . . . . Recapitulatie van de programma’s in geld . . .
. . . . . . . .
Programmabegroting 2014 Programma’s Programma’s (1 - 19), inclusief projecten
.
.
.
.
.
.
37
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
152 153 159 165 169 176 180 192
. .
. .
. .
. .
196 204
Paragrafen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Inleiding . . . . . Weerstandsvermogen en risicobeheersing Bedrijfsvoering . . . . Onderhoud kapitaalgoederen . . Financiering (treasury) . . . Lokale heffingen . . . . Verbonden partijen . . Grondbeleid . . .
Bijlagen 1. Kerngegevens . 2. Verklaring afkortingen
. .
. .
. .
. .
3
4
5
6
Leeswijzer (1) De Wet dualisering gemeentebestuur (2002) heeft geleid tot een begrotingsopzet die de raad beter ondersteunt in zijn kaderstellende en controlerende taak. Deze begrotingsopzet staat voorgeschreven in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
Deze duale begroting kent een programmabegroting en een productenraming. - De programmabegroting is het document waarin de gemeenteraad de doelen, beleid, prestaties en de daarbij behorende budgetten (middelen) vaststelt. Gemeenten zijn verplicht een programmabegroting op te stellen, maar zijn vrij om zelf hun programma’s samen te stellen. - In samenhang met de programmabegroting stelt het college de productenraming op. Deze productenraming ondersteunt het college bij het realiseren van de prestaties en de aansturing van het ambtelijke apparaat.
Hoofdindeling van dit boek Meerjarenraming Het eerste onderdeel van dit boek is de meerjarenraming 2014 - 2017. De totale lasten en baten en eventuele reservemutaties per programma zijn gebaseerd op de meerjarenraming. Dit is, per programma, in een overzicht weergegeven. Volgens de voorschriften van het BBV resulteert dit in een saldo voor bestemming voor alle programma’s totaal. Ook worden de mutaties op de reserves gepresenteerd. Uiteindelijk leidt dit tot een saldo na bestemming. In de raadsvergadering van 1 november 2012 heeft u de programmabegroting 2013 en de meerjarenraming (MJR) 2013 - 2016 behandeld en vastgesteld. Het startpunt voor de MJR 2014 - 2017 is de vastgestelde MJR 2013 - 2016 met daarbij de structurele doorwerking van de 1e bestuursrapportage 2013. Tevens zijn de structurele doorwerkingen vanuit de voorliggende 2e bestuursrapportage 2013 in deze MJR 2014 - 2017 verwerkt. Beverwijk actualiseert het meerjaren investeringsprogramma grote projecten op basis van de het meerjarenperspectief grondexploitaties. Daarnaast wordt de raad geïnformeerd over de voortgang middels de rapportage grote projecten. Het meerjarenperspectief grondexploitaties 2013 is reeds aan de raad aangeboden. De financiële gevolgen van dit meerjaren investeringsprogramma zijn, vooruitlopend op besluitvorming door de raad op 3 oktober as in de 2e bestuursrapportage 2013 verwerkt. De voorgestelde verwerking heeft effect op de exploitatie en op de bestemmingsreserve grondexploitaties. Programmabegroting 2014. De programmabegroting bestaat uit 19 programma’s en 7 paragrafen. De programma’s zijn smart beschreven en verwijzen zoveel mogelijk naar vastgesteld beleid, nota’s, besluiten en wetgeving. Ook de effecten van de bezuinigingen zijn verwerkt. In deze programmabegroting is o.a. extra aandacht geschonken aan het verhogen van de informatiewaarde en leesbaarheid. Om die reden zijn er meer tabellen, grafieken en illustraties toegevoegd. 7
Programma’s De programma’s zijn beschreven volgens een vaste indeling, deze bestaat uit 3 onderdelen: 1. Algemeen - Programmadoelstelling; te bereiken maatschappelijke effecten op programmaniveau, het beoogde gevolg - Context en achtergrond; waar staat Beverwijk met dit programma, actuele ontwikkelingen (lokaal, regionaal en landelijk), en invloed mogelijke exogene factoren - Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving; naam en eventueel registratienr. - Beknopte weergave van nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014; dit betreft het vigerende collegeprogramma 2010 - 2014, 2010/26513. - Bezuinigingen; effecten reeds vastgestelde bezuinigingen dec ’11 besluit raad 12 juli ’12, jaarschijf 2014 en verder, met verwijzing naar betreffende startnotitie(s) De inhoud van de programmabegroting 2014 - 2017 is verder doorontwikkeld. Onder invloed van aanbevelingen van de raad, accountant, provincie en wetswijzigingen is o.a. meer informatie over verbonden partijen verwerkt en is een verloopoverzicht van de voorzieningen opgenomen. 2. Doelstellingen (of deelproject) - Wat willen we bereiken?; het maatschappelijke effecten en beoogde gevolg, inclusief besluitvorming college en raad. - Wat gaan we daarvoor doen?; alle diensten en producten die de organisatie levert met beknopte opsomming activiteiten. Resultaten zijn ‘smart’ benoemd. - Welke producten dragen hier aan bij?; naam en nummer uit het productboek gemeente Beverwijk. 3. Financiële tabel - Per programma is een financiële tabel opgenomen. In de tabel staan, per product, de werkelijke lasten en baten uit de jaarrekening 2012, de begroting 2013 tot en met de 2e bestuursrapportage en de begroting van de jaren 2014 tot en met 2017. Door de presentatie in duizendtallen kunnen in de financiële en overige tabellen afrondingsverschillen ontstaan. - Tussen de kolommen rekening 2012 en begroot 2013 tot en met de 2e bestuursrapportage zijn altijd verschillen aanwezig. De kolom 2012 betreft namelijk de realisatie en de kolom 2013 de raming. Daarnaast zijn de effecten uit de productenraming 2014 al in de producten verwerkt zodat er ook verschillen aanwezig zijn tussen de kolom 2013 en de kolom begroting 2014. Onder de tabellen zijn de meest in het oog springende verschillen tussen de geraamde jaren op productniveau verklaard.
8
Paragrafen De paragrafen bevatten informatie over het financiële vermogen en financiële veerkracht van de gemeente, hoe de organisatie er voor staat en de samenwerkingsrelaties. - In de paragraaf weerstandsvermogen staat een inventarisatie van de risico’s en het beleid dat de gemeente voert aangaande de weerstandscapaciteit en de risico’s. - De paragraaf bedrijfsvoering gaat over de sturing en beheersing van alle primaire en ondersteunende processen in een organisatie. Het betreft de aansturing van de organisatie voor het maken van producten, het verlenen van diensten en van het bepalen van beleid. - Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft een overzicht van de onderhoudskosten ten behoeve van het inzicht in de financiële positie van de gemeente. - Het idee achter de paragraaf financiering is dat de raad op hoofdlijnen inzicht krijgt in de risico’s die de gemeente loopt in de financieringsfunctie en in hoe het risicobeheer effectief vorm krijgt. - De paragraaf lokale heffingen geeft de raad een betrouwbaar inzicht in de eigen inkomsten en de lastendruk die de lokale heffingen veroorzaken. - De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de verbonden partijen van de gemeente (welke, waarom) en de risico’s die hiermee (mogelijk) gelopen worden. Er is ten minste sprake van een financieel en bestuurlijk belang van de gemeente - In de paragraaf grondbeleid is voor de raad informatie beschikbaar over; . de visie op het grondbeleid in relatie tot de doelstellingen van de programma's . de uitvoering van het grondbeleid . een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie . Een onderbouwing van de geraamde winstneming . Beleidsuitgangspunten voor de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's
9
Inleiding (2) Bestuursperiode 2010 - 2014 De bestuursperiode 2010 - 2014 bevindt zich in de eindfase. In maart 2014 worden gemeenteraadsverkiezingen gehouden. De nieuwe raad en het nieuwe college zullen in de maanden april/mei met hun werkzaamheden starten. Tegen die achtergrond heeft de programmabegroting 2014 die wij u nu aanbieden een bijzondere status. De nieuwe begroting en de daarbij behorende financiële vooruitzichten vormen enerzijds het sluitstuk van de lopende en anderzijds het startpunt voor de nieuwe bestuursperiode. Met de begroting 2014 maken wij zowel beleidsmatig als financieel de tussenbalans op. De beleidsuitvoering blijft zich in 2014 richten op het uitvoeren en afronden van het collegeprogramma. Beverwijk blijft inzetten op continuïteit in de beleidsuitvoering. Solide financieel beleid was het uitgangspunt van het college in de periode 2010 - 2014. De bedrijfsvoering is onder de loep genomen omdat verregaande rationalisatie noodzakelijk bleek. Er zijn hierin forse stappen gezet door verbetering van het financieel beheer en de bedrijfsvoeringsprocessen. Voorts is, naast uitvoering van het collegeprogramma, een aantal zaken in gang gezet zoals de voorbereiding van de decentralisaties in het sociale domein. Daarnaast werkt het college aan verbetering van de dienstverlening om burgers, bedrijven en instellingen beter te kunnen bedienen. De inspanningen ten aanzien van de bedrijfsvoering in de afgelopen periode werpen daarmee hun vruchten af. Goede bedrijfsvoeringsprocessen liggen immers aan de basis van de verbetering van dienstverlening. Decentralisaties In 2014 zal veel aandacht uitgaan naar de drie decentralisaties: Participatiewet, AWBZ en Jeugdzorg. Deze overheveling van taken van het Rijk naar de gemeenten gaat gepaard met grote bezuinigingen. Er is nog grote onduidelijkheid over budgetten en de precieze inhoud van de wetgeving. Wel is zeker dat de focus steeds meer komt te liggen op het versterken van de eigen kracht van mensen. Dit proces is al ingezet met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in 2007, waarin stimuleren van eigen kracht een belangrijk uitgangspunt is. Hoewel het effect van de decentralisaties nog moet blijken, staat nu al vast dat de impact voor gemeenten groot zal zijn. Deze impact raakt burgers, de betrokken instellingen, de gemeentelijke organisatie maar zeker ook de financiële positie. De gemeente Beverwijk anticipeert hier samen met de IJmond gemeenten op, onder meer door actief de samenwerking op te zoeken met andere, omliggende gemeenten die voor eenzelfde vraagstuk staan. Met het project Zorginfrastructuur uit het Collegeprogramma is het fundament gelegd voor verandering van werkwijzen, zoals De Kanteling, en intensivering van de samenwerking met ketenpartners. Deze ontwikkeling is en wordt in de voorbereiding op de decentralisaties voortgezet. De voorbereidingen op de decentralisaties startten reeds in 2012. Gemeenten zijn op basis van de bekende contouren, voorlopige cijfers en bestuurlijke afspraken hard aan het werk gegaan om de invoering van de decentralisaties voor te bereiden. Na de val van het kabinet in 2012 is de voorbereiding doorgezet met een andere focus en intensiteit. In 2013 is een belangrijk deel van de inventarisatie afgerond en worden beleidskeuzes voorbereid die in 2014 uitgewerkt zullen worden. Er zijn zowel lokaal als regionaal pilots opgestart om al vast op kleine schaal te experimenteren en leren over hoe het anders en beter zou kunnen. De rol van de gemeente in de decentralisaties verschuift in algemene zin: niet langer een gemeente die regelt maar een gemeente die samen met ketenpartners en regiogemeenten 10
tot keuzes komt. Ervoor zorgen dat zaken worden geregeld wordt steeds belangrijker. De overheid dient er samen met bedrijven en instellingen voor te zorgen dat er voldoende faciliteiten beschikbaar zijn waardoor burgers in staat zijn zelf zaken te regelen, of het nou gaat om eenvoudige producten en diensten of om meer complexe vragen. Belangrijke elementen in die totale infrastructuur zijn: - het versterken van eigen kracht van mensen; - het aansluiten op de echte vraag van mensen; - het ondersteunen van mensen zodat zij het zelf op kunnen lossen. Dienstverlening De hierboven genoemde elementen zijn van belang voor alle gemeentelijke dienstverlening. Het leveren van de doorgaans simpele producten gaat veelal goed. Hier kan Beverwijk verbeteringen aanbrengen door het gebruik van digitale instrumenten. In september 2013 is hiermee gestart door “service op afspraak” voor producten en diensten van Burgerzaken. Inwoners kunnen hiervoor eenvoudig hun afspraak met de gemeente maken. De gemeten klantervaringen uit deze proef en een evaluatie leiden begin 2014 tot een besluit over service op afspraak. Als het gaat om eenvoudige dienstverlening is deze vaak prima te digitaliseren. Hierdoor kunnen steeds meer producten en diensten helemaal digitaal door de burger worden afgehandeld, zoals bijvoorbeeld een verhuizing binnen de gemeente. De ‘menselijke maat’ en het aansluiten op de ‘echte vraag’ in het contact tussen overheid en burgers, ondernemers en instellingen is met name belangrijk daar waar de vraag afwijkt van de standaard. Ook dan willen wij naar tevredenheid kunnen handelen. Dat betekent dat Beverwijk dan meer moet aansluiten bij de vraag. De verdere ontwikkeling van de dienstverlening geeft Beverwijk vorm in een aantal projecten en activiteiten, waaronder de verbetering van de digitale dienstverlening via www.beverwijk.nl en het verbeteren van de bereikbaarheid van de gemeentelijke organisatie. Financieel Voor 2014 en verdere jaren kan het college de raad een sluitende begroting aanbieden. Mede door het aannemen van de bezuinigingsmaatregelen in 2012 en ondanks de fors lagere algemene uitkering vanuit het rijk is de meerjarige begroting zonder lastenverzwaringen voor de Beverwijkse burgers tot stand gekomen. Een hele prestatie die volledig aansluit bij het huidige collegeprogramma. Voor de jaren 2014 - 2017 is tevens een spaardoelstelling van jaarlijks €423.557 verwerkt; hiermee wordt de vermogenspositie van Beverwijk structureel versterkt. Over de mutaties die voortvloeien uit de meicirculaire 2013 is de raad op 25 juni 2013 (UIT13-03504) separaat geïnformeerd. De in de meicirculaire vermelde lagere BBP-index voor 2014 en verder, heeft een positief effect op de exploitatie. Immers de toekomstige budgetten worden met een lager bedrag verhoogd. Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn vooruitlopend op de nog te ontvangen septembercirculaire signalen ontvangen die wijzen op een op handen zijnde korting op de algemene uitkering in jaarschijf 2014. Het in de meicirculaire aangekondigde hogere accres in 2014 zou gemeentebreed voor de helft worden teruggedraaid. De VNG onderschrijft deze berichten. Een correctie van die omvang betekent voor Beverwijk in 2014 een lagere algemene uitkering van maar liefst €700.000. Deze korting is voorzichtigheidshalve reeds volledig in de jaarschijf 2014 van de meerjarenraming 2014 - 2017 verwerkt. De septembercirculaire 2013 is medio september ontvangen. Doordat de aangekondigde rijksmaatregelen eerst moeten worden doorgerekend om de financiële effecten voor Beverwijk te bepalen, is verwerking in de programmabegroting 2014 niet meer mogelijk. De raad wordt separaat geïnformeerd over de financiële gevolgen van de septembercirculaire. Indien dit daartoe aanleiding geeft wordt de raad voorgesteld de mutatie in de algemene uitkering als 1e begrotingswijziging voor 2014 te verwerken. Omdat het college een reële 11
begroting wil aanbieden is deze begroting wel opgesteld met inachtneming van de geprognosticeerde daling van de algemene uitkering. Een verkort overzicht van het verloop van de meerjarenraming 2014 - 2017 is als volgt: Omschrijving
2014 2015 2016 2017 € € € € Stand MJR 2013-2016 1.534.302 1.497.364 3.810.367 3.631.667 Mutaties 1e berap 2013 -1.098.956 249.764 137.917 171.318 Mutatie meicirculaire 2013 498.593 -1.252.226 -2.313.212 -2.190.993 Effect productenraming 2014 44.328 172.337 403.519 761.204 Mutaties 2e berap 2013 -610.089 -600.997 -764.842 -638.851 Verwachte korting algemene uitkering -700.000 0 0 0 Lagere spaardoelstelling 222.912 0 0 0 (Overige) Mutaties MJR 2014-2017 108.910 244.000 331.000 352.000 Stand MJR 2014-2017 0 310.242 1.604.749 2.086.345
Werken aan een gezonde financiële toekomst De op 12 juli 2012 aangenomen bezuinigingsvoorstellen zijn administratief volledig verwerkt. Mede door deze bezuinigingen wordt er voor gezorgd dat Beverwijk financieel gezond blijft. In de 2e bestuursrapportage 2013 is informatie opgenomen over de voortgang in de realisatie van de bezuinigingen. Een van de fundamenten van het collegeprogramma is het op orde hebben en houden van de financiën. Beverwijk blijft investeren en geeft onverkort uitvoering aan het collegeprogramma. Uiterste terughoudendheid is geboden bij het aangaan van nieuwe (meerjarige) verplichtingen. Zo is Beverwijk zo goed mogelijk voorbereid op de maatregelen die vanuit het Rijk op ons afkomen. Herkomst middelen De middelen van de gemeente komen voor een belangrijk deel van het Rijk. Het gaat daarbij om de uitkering uit het gemeentefonds en de rijksbijdragen ten behoeve van specifieke taken, de zogenaamde specifieke uitkeringen. De prognose voor inkomsten van de Gemeente Beverwijk in 2014 is als volgt opgebouwd:
Omschrijving 1 - Bespaarde renten en dividenden 2 - Lokale heffingen 3 - Overige inkomsten 4 - Reserves 5 - Specifieke uitkeringen 6 - Uitkering gemeentefonds* 7 - Ontvangsten in grexen
2014 € miljoen 2,40 21,68 5,29 3,16 18,90 41,50 5,11 98,04
*inclusief bijdrage Heemskerk
12
De verdeling van de geraamde totale inkomsten van Beverwijk in 2014 is als volgt:
Hieruit blijkt dat de inkomsten van Beverwijk voor 43% bestaan uit de ontvangen algemene uitkering van het rijk en dat 23% van de geraamde baten wordt ontvangen uit lokale heffingen. 1. Het totaal van de rente en dividendopbrengsten is verwerkt in de raming van de financiële paragraaf (onderdeel programma 11 Middelen). 2. De opbrengst van de lokale heffingen is uitgebreid toegelicht in paragraaf lokale heffingen en wordt op diverse programma’s geraamd. 3. De overige inkomsten bestaan voornamelijk uit; huren, pachten, haveninkomsten, , verzekeringsuitkeringen en cateringopbrengsten. 4. Het bedrag dat vermeld is bij reserves betreft de geraamde onttrekking van de reserves ten gunste van de exploitatie. 5. De specifieke uitkeringen betreffen doeluitkeringen over diverse beleidsvelden. De grootste doeluitkeringen betreffen: Wwb (€11,68 mln.), sociale werkvoorziening (€5.25 mln.) en de uitstroombevordering (€1,31 mln.) 6. De uitkering gemeentefonds bestaat uit de raming van de algemene uitkering inclusief een bijdrage van de gemeente Heemskerk voor een onderwijsaccommodatie na een grenscorrectie. Een deel van het Kennemer College staat op grond van Heemskerk. Heemskerk ontvangt een bijdrage in de algemene uikering. Omdat Beverwijk de verbouwing van deze school betaald heeft, draagt Heemskerk dat bedrag aan ontvangen algemene uitkering over aan Beverwijk. 7. In programma stedelijke ontwikkeling (19) zijn de grondexploitaties opgenomen. Conform BBV dienen (vanaf 2013) uitgaven en inkomsten van grondexploitaties via de gemeenteexploitatie te lopen. Hierdoor worden de jaarschijven van de grondexploitaties inzichtelijk. Gevolg hiervan is dat baten en lasten op programma stedelijke ontwikkeling zijn verhoogd. Per saldo heeft dit geen effecten op de gemeente-exploitatie.
13
14
15
Effecten bestuursrapportages 2013 op meerjarenraming (1) De gevolgen van de 1e en 2e bestuursrapportage 2013 voor de begrotingsjaren 2014 tot en met 2017 (doorwerking structurele wijzigingen) zijn in de hierna volgende tabellen weergegeven. Voor toelichting op de onderdelen wordt verwezen naar de 1e bestuursrapportage 2013 en de voorliggende 2e bestuursrapportage 2013 Vastgestelde mutaties bij de 1e bestuursrapportage 2013 (INT-13-02929) Nr.
Progr
begroting begroting begroting begroting 2013 2014 2015 2016 Saldo begroting conform mjr 2013-2016
62.731
1.534.302
1.497.364
3.810.367
0
0
0
-430.000 0 39.316 -85.272 PM
-430.000 1.173.519 293.324 -85.272 PM
-430.000 1.154.694 293.324 -85.272 PM
-43.060
-43.060
-43.060
-68.531
-157.377
-215.543
-16.500
-16.500
-16.500
-176.031
-368.725
-306.366
-8.000
-8.000
-8.000
Raadsopdracht versterken vermogen 1 2 3
11 11 11
Opdracht raad: dekking project gebiedsvisie Plantage. Storting in algemene reserve Opdracht raad: dekking afsluiting krediet WKO. Storting in algemene reserve Opdracht raad: dekking voorbereidingskrediet Plantage. Storting in algemene reserve Subtotaal Raadsopdracht versterken vermogen
-461.687 -175.665 -54.000 -691.352
Mutaties 1e bestuursrapportage 4 5 6 7 8 9 10 11 12
11 11 div div div 1 2/9 3 3
13A
3
13B
3
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32A 32B 33A 33B 34 35
4/11 5 7 8 8 11 11 11 11 11 div div 11 11 11 11 11 11 12 12 12 12 16 16
Inschatting effect algemene uitkering nav extra bezuinigingen vanuit het Rijk Vrijval kapitaallasten Heliomare Verbonden partijen, 6% besparen. Effecten opstellen productenraming Bijstellen kapitaallasten Afrekening wethouderswedden 2012 Bijdrage aan VRK aanpassen in verband met indexering Opbrengst verkoop gronden/objecten Lagere leges bouwvergunningen als gevolg van economische crisis Inhuur tbv actualiseren bestemmingsplannen en afhandelen uitgebreide omgevingsvergunningen 1e kwartaal 2013 Inhuur tbv actualiseren bestemmingsplannen en afhandelen uitgebreide omgevingsvergunningen 2e, 3e en 4e kwartaal 2013 Kapitaallasten van beschikbaar gestelde kredieten meerjarenprogramma beheer en onderhoud Meerkosten baggeren Ringvaart Subsidie aan bibliotheek aanpassen ivm afwijkende indexering Transitiekosten vorming RUD's reserveren (algemene uitkering) Kosten meetnet luchtkwaliteit Subsidie ontvangen voor onderhoud kerktorens Lagere opbrengst precario als gevolg van uitblijven bouwprojecten door crisis Actualisatie renteresultaat Ontvangen BNG dividend 2012 Kosten HRM kennissysteem RAP Aanbesteding verzekeringen Verhoging assurantiebelasting van 9,7% naar 21% Taxeren onroerende goederen voor de verzekerde waarde Catering stadhuis en bedrijfsgebouw Huur archiefruimte om aan wettelijke bewaarplicht te voldoen Huur serverruimte in datacenter Kosten datatransport vanuit externe serverruimte Kosten vaste telefonie, afname dienst van externe partij Hogere rijksbijdrage gebundele uitkering inkomensvoorziening 2012 Hogere bijstandslasten Niet toe te rekenen kosten aan re-integratiebudget Taakstelling niet toe te rekenen kosten aan re-integratiebudget Hogere waterschapsbelasting areaal groen Hogere kosten voertuigen openbare ruimte (brandstof en belasting) Subtotaal mutaties 1e bestuursrapporage
PM 0 0 -21.684 181.486 61.177 -43.060 1.000.000 -240.000 -60.000 -45.000 0 -28.501 -16.500 -46.056 -22.797 18.959 -38.000 750.685 37.307 -8.000 36.414 -14.400 -10.000 -55.874 -20.000 -26.000 -34.000 -39.500 2.883.663 -2.883.663 -177.000 0 -8.000 -17.000
-14.400
-14.400
-14.400
-59.898 -18.000 -26.000 -34.000 -39.500 2.883.663 -2.883.663 -158.000 158.000 -8.000 -17.000
-59.898 -16.000 -26.000 -34.000 -39.500 2.883.663 -2.883.663
-59.898 -14.000 -26.000 -34.000 -39.500 2.883.663 -2.883.663
-8.000 -17.000
-8.000 -17.000
1.114.656
-1.004.876
143.111
130.479
Begroten in een ander jaar 36 37
19 19
-100.000
Verplaatsen kermis in 2013 naar Stationsplein Meerplein, kwaliteitsslag aansluitingswerken in 2016 Subtotaal mutaties begroten in een ander jaar
100.000 50.000
-50.000
-100.000
0
150.000
-50.000
-194.000
-194.000
-194.000
-194.000
-95.000 289.000 0 PM -45.000 -156.178
-95.000 289.000 6.414
-95.000 289.000 6.414
-95.000 289.000 6.414
-45.000 -55.494
-45.000 -4.761
-45.000 96.024
-201.178 122.126
-94.080 -1.098.956
-43.347 249.764
57.438 137.917
Voortgang bezuinigingen 38A 38B 38C 39 40 41 42
10 11 11 11 11 11 14
Als gevolg van niet wijzigen systematiek rioolheffing toch kwijtschelding Hogere perceptiekosten agv niet wijzigen systematiek rioolheffing Compensatie van woningbouwcorporaties agv niet wijzigen systematiek rioolheffing Bezuiniging als gevolg van aanbesteding verzekeringen Niet geheel realiseren precario opbrengsten op kabels en leidingen Niet te realiseren bezuiniging archief sociale dienst Afschrijving naar 25% restwaarde onderwijshuisvesting Subtotaal voortgang bezuinigingen Totaal mutaties 1e bestuursrapportage
Saldo begroting 2013 e.v. na 1e bestuursrapportage
184.857
16
435.346 1.747.128 3.948.284
Voorgestelde mutaties bij de 2e bestuursrapportage 2013 Nr.
Progr
begroting begroting begroting begroting 2013 2014 2015 2016
Saldo begroting 2013 e.v. na 1e berap zoals vastgesteld door Raad op 2 juli 2013
184.857
435.346
1.747.128
3.948.284
10.000 20.000 75.000 -75.000 15.000 -5.000 0 -5.511 80.000 -80.000
10.000 20.000 75.000 -75.000
10.000 20.000 75.000 -75.000
-209.653 -5.635 80.000 -80.000
-215.186 -5.635 80.000 -80.000
-220.000 -61.320
-220.000 -61.320
-220.000 -61.320
-3.750 -88.647
-3.408
-3.058
498.593 61.842 70.000
-1.252.226 48.930 -48.930 70.000
-2.313.212 48.930 -48.930 70.000
-7.532
-7.711
-7.894
-75.000
-75.000
-75.000
961.401 -961.401 -18.570 -10.641 -16.500 -125.000
961.401 -961.401
961.401 -961.401
-10.641 -16.104
-10.641 -15.708
-6.500
-26.000
-50.400
-392.670
31.464
-1.787.698
-2.878.054
189.275 10.000 59.210
-123.750 -10.000 -59.210
-65.525
150.000
50.000
0
-200.000
408.485
-142.960
-65.525
-200.000
Mutaties 2e bestuursrapportage 1A 1B 2 3 4A 4B 5A 5B 6 7 8 9 10 11A 11B 12 13 14 15 16 17 18A 18B 18B 18B 19 20 21A 21b 22 23A 23B 24 25A 25B 26 27 28 29 30 31A 31B 31B 31C 31C 31D 31D 32A 32B 33 34 35 36 37A 37B 38A 38B 39 40A
1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2+16 3 3 3 3 6 6 8 9 10 10 10 10 10 10 10 11 11 11 6 11 11 19 11 11 11 11 11 11 4 4 5 5 18 18 12 12 13 13 14 15 15 15 16 19 3 19
40B 41
15 19
Hogere legesopbrensten naturalisaties Hogeren afdracht aan rijk kosten naturalisaties Onderuitputting budget presentiegelden commissie bezwaar Aanbestedingsvoordeel accountantskosten Lagere afdracht pensioenen wethouders Storting lagere afdracht pensioenen in pensioenvoorziening Lagere loonkosten wethouders na vermindering aantal wethouders Tijdelijke inhuur bestuurssecretaresse AU Vanaf 2015 hogere loonkosten omdat aantal raadsleden niet wordt verminderd. Aframen legesontvangst brandweer ivm wetswijziging Te ontvangen bijdrage in de kosten van de automarkt Lagere vermakelijkhedenretributie Verhoging kwalitietsniveau beheer en onderhoud strand en blauwe vlag Kosten onderzoek grondaankoop RKZ Ontrekking uit Algemene reserve tbv onderzoekskosten RKZ Verkoop vastgoed Opbrengsten leges bouwvergunningen lager AU decentralisatie-uitkering buurtsportcoaches/brede impuls combinatiefuncties Afkoop openstaande schuld aan Miedema voorzieningenfonds Lasten begroten nav raadsbesluit stimuleren zonnepanelen AU Transitiekosten nieuwe Wmo Stijging aantal verzoeken vervoersvoorzieningen Lagere lasten PGB's voor hulp bij het huishouden Lageren lasten woonvoorzieningen Hogere inkomsten uit eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden Minimabeleid, stijging vezoeken schuldhulpverlening Minimabeleid, stijging verzoeken kwijtschelding afvalstoffenheffing Strijging aantal verzoeken kwijtschelding rioolheffing Vergoeding door woningbouwcorporaties voor hogere lasten kwijtschelding rioolrecht AU ontwikkeling algemene uitkering nav meicirculaire 2013 BTW voordeel sportaccomodaties BTW voordeel sportaccomodaties aanwenden voor investeringen buitensport Resutaat suppletie aangiften BTW/BCF voorgaande jaren Vergoeding Prorail voor ambtelijke kn 2008-2011 project goederenspoorverlenging Kosten 2013 project goederenspoorverlenging Verhogen bestemmingsreserve grondexploitaties obv meerjarenprognose GREX'n Hogere opbrengst OZB niet woningen Lagere opbrengst roerende zaakbelasting Ontvangst nav liquidatie verzekeringsmaatschappij Wettelijke beveiliging IT omgeving en website Verdeling gemeentelijke bijdrage Cocensus (product Algemeen belastingen) Verdeling gemeentelijke bijdrage Cocensus (product Parkeren) Onttrekking uit egalisatiereserve parkeren als dekking kosten Cocensus Verdeling gemeentelijke bijdrage Cocensus (product Riolering) Onttrekking uit egalisatiereserve riolering als dekking kosten Cocensus Verdeling gemeentelijke bijdrage Cocensus (product Afvalstoffenheffing) Onttrekking uit reserve ondergrondse afvalinzameling als dekking kosten Cocensus Hogere rijksbijdrage gebundele uitkering inkomensvoorziening Hogere bijstandslasten AU decentralisatie-uitkering invoeringskosten jeugdzorg AU decentralisatie-uitkering Centra voor jeugd en gezin Kapitaallasten krediet vervangen kozijnen basisschool De Sleutelbloem Opbrengsten zeehavengeld aframen Ontvangst nav beëindiging IJmond Veelzijdig (eindafrekening) Voostel tot aanwending gelden IJmond Veelzijdig Lagere opbrengst kermis Lagere kosten verplaatsen kermis Lasten begroten nav raadsbesluit startersleningen Verhogen budget kwaliteitsimpuls viaduct A22 Projectbudget herinrichting van de openbare ruimte De Pijp aanwenden voor kwaliteitsimpuls viaduct A22 Betaling aan Connexxion naar aanleiding van geschil Wijckerpoort Subtotaal mutaties 2e bestuursrapporage
42 43 44 45
8 11 13 15
Gemeentelijke bijdrage ISV Milieu begroten in 2014 en 2015 Hertaxatie onroerend goed ivm verzekeringportefeuille verschuiven naar 2014 Invoeringsbudget jeugdzorg overhevelen van 2013 naar 2014 Industrieterrein De Pijp Subtotaal mutaties begroten in een ander jaar
29.000 -16.000 10.000 20.000 75.000 -75.000 70.000 -13.000 0 -5.389 40.000 -80.000 -30.000 -75.000 75.000 250.000 -220.000 -61.320 -33.830 -2.500 -320.000 100.000 120.000 100.000 -21.000 -60.000 -40.000 40.000 -399.448 60.745 195.000 134.875 -70.000 -330.000 166.000 -7.394 32.792 -15.000 25.583 -7.713 7.713 -10.157 10.157 -7.713 7.713 961.401 -761.401 -58.023 -10.641 -125.000 125.000 -77.500 -40.000 40.000 0 -46.000 46.000 -115.620
Voortgang bezuinigingen 46
11
Niet geheel realiseren precario opbrengsten op kabels en leidingen
-120.000
Subtotaal voortgang bezuinigingen Totaal mutaties 2e bestuursrapportage
-120.000 -104.185
0 -111.496
0 -1.853.223
0 -3.078.054
80.672
323.850
-106.095
870.230
Saldo begroting 2013 e.v. na 2e bestuursrapportage
17
Financiële uitgangspunten (2) De uitgangspunten voor het opstellen van deze meerjarenraming zijn gebaseerd op uitgangspunten zoals grotendeels opgenomen in de financiële kadernota 2014 - 2017 (INT-13-02953). Deze uitgangspunten dragen bij aan het realiseren van een goede financiële basis. De uitgangspunten zijn hieronder opgesomd: Indexatie subsidies en overige goederen en diensten Bij het vaststellen van de meerjarenraming 2009 - 2013 heeft de raad besloten om in het vervolg de meicirculaire leidend te laten zijn voor het te bepalen indexcijfer en daarbij uit te gaan van de prijsmutatie BBP per 1 juni voorafgaand aan het begrotingsjaar. De meicirculaire geeft als prijsindex voor 2014 1,6% aan (was: 1,75%). De jaren erna is de prijsindex 0,9% (was: 1,75%). Effecten grote projecten Het meerjaren investeringsprogramma grote projecten wordt periodiek geactualiseerd middels de rapportage grote projecten welke 2 keer per jaar wordt opgesteld. Het meerjarenperspectief grondexploitaties 2013 is behandeld in de raadscommissie. De voortgangsrapportage grote projecten Beverwijk wordt nog aangeboden aan de raadscommissie. Op 5 september 2013 is er in de raadscarrousel een presentatie geweest over de voortgang van de grex Binnenduin. De financiële gevolgen (het bijstellen van de reserve grondexploitaties) is in deze programmabegroting verwerkt. Indexatie loonkosten De loonkosten zijn conform de BBP geïndexeerd met 1,6%. Deze indexatie is volledig nodig om de geraamde stijging van de sociale lasten en pensioenlasten te dekken. Interne rekenrente Het rentepercentage voor nieuwe investeringen in de periode 2014 - 2017 blijft gehandhaafd op 6%. Uitzonderingen hierop zijn het krediet stadhuis (5%) en de drie Grondexploitaties (5%). (Binnenduin, Wijkerbaan en bijgesteld ontwikkelingskader stationsgebied (BOS)). Verloop OZB tarieven Voor de verhoging van de OZB tarieven, de overige gemeentelijke belastingen en de leges wordt minimaal uitgegaan van een jaarlijkse verhoging op basis van de prijsindexatie van de overige goederen en diensten, subsidies en loonkosten. Daarbij wordt uitgegaan van de totale opbrengst van het voorgaande jaar bij gelijkblijvend areaal. De opbrengstmutatie is daarmee onafhankelijk van de mutaties in de WOZ waarde. Dat betekent dat mutaties in de WOZ-waarden van woning worden aangepast middels bijstelling (positief of negatief) van de tarieven. De totale WOZ-opbrengst van de gemeente groeit mee met een areaaluitbreiding. Tot en met 2013 werd, naast de bovengenoemde trendmatige compensatie voor de inflatoire ontwikkelingen, vastgehouden aan de in de meerjarenraming 2009 - 2013 vastgestelde 2% voor reële groei als extra dekkingsmiddel voor de gemeentebegroting. Voor 2014 en verder is dit aanvullende dekkingsmiddel niet ingezet. Heffingen/rechten Voor de tarieven afvalstoffenheffing, de rioolrechten en het reinigingsrecht wordt het uitgangspunt van kostendekkendheid gehanteerd. Deze tarieven blijven in de komende jaren kostendekkend, ook indien dit betekent dat de stijging hoger is dan het inflatiepercentage. De legestarieven worden opgenomen in de legesverordening.
18
Parkeertarieven Het verloop van de parkeertarieven vormt een uitzondering op de indexeringsystematiek. De parkeertarieven worden aangepast op basis van afzonderlijke besluiten. Immers de raad heeft met het vaststellen van de rapportage bebouwd parkeren de parkeerinkomsten en uitgaven als een gesloten systeem aan elkaar gekoppeld. Dat betekent dat het parkeerfonds met de parkeertarieven tenminste alle lasten van het maaiveld- en bebouwd parkeren moet dragen. In dit raadsbesluit zijn recente ontwikkelingen welke aanleiding gaven voor een herijking van de rapportage Bebouwd parkeren centrumplannen verwerkt. Het gaat, onder andere, om de herbezinning van het Stationsgebied, de vertraging in de start van het project Meerplein, de besluitvorming over de parkeertarieven 2013 en de parkeerinkomsten. Een herijking was noodzakelijk om een goed en actueel beeld te krijgen van het parkeren in het centrum van Beverwijk en van de egalisatiereserve parkeren, nu en in de nabije toekomst. Onderstaand een tabel van de hierin vastgelegde parkeertarieven: Als kader wordt voor toekomstige raadsbesluiten de volgende meerjarige ontwikkeling van de parkeertarieven aangehouden:
Garage Straat
aanloopfase opening 2012 2013 2014 2015 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 1,50 € 1,25 € 1,25 € 1,25 € 1,75
2016 € 1,62 € 1,87
groeifase (8 %) 2017 2018 2019 € 1,75 € 1,89 € 2,04 € 2,00 € 2,14 € 2,29
2020 € 2,20 € 2,45
stabilisatiefase (3 %) 2021 2022 2023 € 2,27 € 2,34 € 2,41 € 2,52 € 2,59 € 2,66
Huren De huren van welzijn-, sport- en overige accommodaties voor de periode 2014 - 2017 worden tenminste verhoogd met de in de huurovereenkomsten opgenomen indexering. Uitgangspunt is dat altijd geïndexeerd wordt, tenzij anders overeengekomen. Daar waar huurovereenkomsten aflopen is het uitgangspunt voor nieuwe overeenkomsten dat indexering wordt toegepast op basis van de prijsmutatie BBP zoals vermeld in de meicirculaire voorafgaand aan het begrotingsjaar. Bouwleges De opbrengsten aan bouwleges staan de laatste jaren flink onder druk. Ook de komende jaren lopen als gevolg van de economische crisis en de lagere bouwactiviteiten de legesopbrengsten terug. Wel staan er nog enkele grote projecten voor Beverwijk op stapel. Aangezien nog onvoldoende zicht is op de exacte momenten waarop deze grote, veel legesopbrengende, bouwplannen in de ontwikkelgebieden worden ingediend is het resultaat op de bouwleges op dit moment moeilijk exact te prognosticeren. Uit voorzichtigheid meent het college toch de opbrengst bouwleges vanaf begrotingsjaar 2013 structureel af te ramen. Reserves De vaste algemene reserve ad €5,1 mln. blijft gehandhaafd. Na de meerjarenraming is een verloopoverzicht met de verwachte toekomstige ontwikkeling van de algemene reserves opgenomen.
19
Algemene uitkering De meicirculaire van 2013 vormt in de programmabegroting het uitgangspunt voor de berekening van de algemene uitkering in de jaren 2014 t/m 2017. In een brief aan de raad van 25 juni 2013 (UIT-13-03504) zijn de mutaties meerjarig toegelicht. In deze brief heeft het college ook op onderdelen voorstellen tot aanwending gedaan. Zoals: - Gelden beschikbaar stellen voor impuls brede scholden; - De rijksvergoeding invoeringskosten decentralisatie Jeugdzorg ook daaraan besteden en - Invoeringskosten van de Wmo Zoals reeds uitgebreid in de inleiding vermeld meent het college, vooruitlopend op de te verwerken septembercirculaire, de algemene uitkering voor begrotingsjaar 2014 met €700.000 af te ramen. De mutaties uit de meicirculaire zijn in de 2e Bestuursrapportage van 2013 verwerkt. In de meerjarenraming 2014 - 2017 is een raming opgenomen voor de verwachte lagere algemene uitkering voor begrotingsjaar 2014.
20
Tabel meerjarenraming (3) In het schema is de stand van de MJR 2013 - 2016, inclusief de verwerking van de structurele posten uit de 1e bestuursrapportage 2013, als vertrekpunt genomen. Vervolgens is het effect van de structurele doorwerking, zoals ook opgenomen in de 2e bestuursrapportage opgenomen waardoor de vertreksituatie voor de MJR 2014 - 2017 ontstaat. Meerjarenraming 2014-2017 2014
2015
2016
2017
€ 1.497.364
€ 3.810.367
€ 3.631.667
1
Saldo meerjarenraming 2013-2016 bron: pag 17 prog begroting 2013
A
€ 1.534.302
2
Saldo Berap 2013-1 (INT-13-02929)
B
-1.098.956
249.764
137.917
171.318
3
Saldo meerjarenraming 2013-2016, NA Berap 2013-1
C=A+B
435.346
1.747.128
3.948.284
3.802.985
4
Effect Algemene uitkering uit meicirculaire (UIT-13-03504)
D
498.593
-1.252.226
-2.313.212
-2.190.993
5
Voorlopig saldo Berap 2013-2 (INT-13-XXX exclusief effect Algemene uitkering)
E
-610.089
-600.997
-764.842
-638.851
6
Saldo meerjarendoorkijk 2014-2017, na Berap 2013-2
F=C+D +E
323.850
-106.095
870.230
973.141
7
Effect productenraming 2014
G
44.328
172.337
403.519
761.204
8
Saldo meerjarendoorkijk 2014-2017 na aanpassing productenraming
H=F+G
368.178
66.242
1.273.749
1.734.345
9 10 11
I J K
-700.000 -8.000 116.910
pm -8.000 0
pm -8.000 0
pm -8.000 0
12 13 14
Verwacht effect Algemene uitkering uit septembercirculaire Hogere kosten raad door meer dan 40.000 inwoners Eenmalige afdracht parkeerexploitatie aan algemene middelen Hogere algemene uitkering door hogere uitvoeringslasten door groei bestand Bijstandscliënten Verwachte hogere uitvoeringslasten door groei bestand Bijstandscliënten Lagere spaardoelstelling
L M N
116.000 -116.000 222.912
368.000 -116.000 0
455.000 -116.000 0
476.000 -116.000 0
15
Saldo meerjarendoorkijk 2014-2017 na Berap 2013-1 en Berap 2013-2 = saldo niet bestemde middelen
O = H tm N
0
310.242
1.604.749
2.086.345
423.557
646.469
646.469
646.469
16 Het saldo meerjarendoorkijk is inclusief opgenomen spaardoelstelling van:
P
21
Toelichting op de meerjarenraming (4) Regel 1: Geeft de stand weer van de op 1 november 2012 vastgestelde MJR 2013 - 2016. Zoals opgenomen in de programmabegroting 2013 (pagina 17) Regel 2: Geeft het effect weer van de mutaties uit de vastgestelde 1e bestuursrapportage 2013. Regel 3: Telling (regel 1 + regel 2) Regel 4: Geeft het financiële effect weer van algemene uitkering na verwerking van de meicirculaire 2013. Hierover bent u separaat geïnformeerd in een brief van 25 juni 2013 (UIT-13-03504). Regel 5: Geeft het effect weer van de voorliggende 2e bestuursrapportage 2013 (exclusief effect algemene uitkering). Regel 6: Telling (regel 3 + regel 4 + regel 5) Regel 7: In Beverwijk werd t/m de programmabegroting 2013 eerst de programmabegroting opgesteld. Na vaststelling van de programmabegroting werd de productenraming opgesteld. Door hoofdzakelijk veranderingen in de geraamde uren van de personele inzet en herrekening van kapitaalslasten ontstond hier een saldo. Dit saldo werd vervolgens in de 1e bestuursrapportage van het lopende begrotingsjaar verwerkt. Voor het begrotingsjaar 2014 is eerst de productenraming opgesteld en vervolgens de programmabegroting. Voordeel is dat er in het begrotingsjaar geen bijstelling in de eerstvolgende bestuursrapportage volgt. Immers het financiële effect van onder andere de gewijzigde urenbesteding en berekende kapitaalslasten ten opzichte van 2013 zijn al in deze cijfers verwerkt. Het effect uit de productenraming 2014 betreft de volgende oorzaken: 2014 75.129 -1.761 71.402 -100.442 44.328
Effect aanpassen BBP index Activa BIP Diverse (inclusief effect urenraming op gesloten financiering)
2015 430.535 -84.634 -57.683 -115.881 172.337
2016 808.447 -186.120 -100.984 -117.824 403.519
2017 473.736 356.736 45.684 -114.952 761.204
Effect aanpassing BBP-index Als gevolg van de daling van de BBP-index van 1,75% naar 1,6% in 2014 en naar 0,9% in de jaren 2015 t/m 2017 (conform de meicirculaire) zijn de gevolgen voor de komende jaarschijven doorgerekend. De daling betekent voor de lokale heffingen en huurinkomsten een nadeel. Voor de lasten heeft dit echter een voordeel tot gevolg. MJR 2014-2017 OZB vertrekpunt
€
2014 7.897.237
€
2015 8.023.593
€
2016 8.095.805
€
2017 8.168.668
totaal trend (prijsmutatie BBP) (raadsbesluit prog begr 2009)
€
7.897.237
€
8.023.593
€
8.095.805
€
8.168.668
1,60% €
126.356
0,90% €
72.212
0,90% €
72.862
0,90% €
73.518
€
8.023.593
€
8.095.805
€
8.168.668
€
8.242.186
basis voor de tarieven
22
indexuitgangspunt meicirculaire 2013 = prog. Begroting 2014 Overige goederen en diensten volume
per jaar cumulatief
2014 2015 2016 2017 1,60% 0,90% 0,90% 0,90% 20.790.404 20.255.644 19.506.092 19.632.792 20.588.290 20.024.033 20.330.949 332.646 185.295 180.216 182.979 332.646 517.941 698.157 881.136
per jaar cumulatief
2014 2015 2016 2017 1,60% 0,90% 0,90% 0,90% 11.441.076 11.009.096 10.950.632 10.950.632 11.192.153 11.234.418 11.335.528 183.057 100.729 101.110 102.020 183.057 283.787 384.896 486.916
per jaar cumulatief
2014 2015 2016 2017 1,60% 0,90% 0,90% 0,90% 17.656.021 17.737.119 17.740.326 17.740.326 18.019.615 18.184.999 18.348.664 282.496 162.177 163.665 165.138 282.496 444.673 608.338 773.476
Basisbedrag basisbedrag + index = basis voor volgende jaar
Subsidies volume Basisbedrag basisbedrag + index = basis voor volgende jaar
Loonkosten Basisbedrag basisbedrag + index = basis voor volgende jaar
Effect doorrekening kapitaallasten activabestand en bedrijfsvoering investeringen (BIP) De inschatting van de kapitaallasten als gevolg van investeringen fluctueert jaarlijks. Dit is het gevolg van fasering van investeringen. De oorzaak hiervan kan zowel door interne als externe factoren worden beïnvloed. Voor de investeringen welke nodig zijn om de bedrijfsvoering uit te voeren (zoals voertuigen en computerapparatuur) verstrekt de raad een totaalkrediet. Hieruit worden afzonderlijke investeringen gedaan nadat dit door het college (middels een collegenota) is besloten. Als gevolg van mutaties in fasering en voortschrijdend inzicht zijn er verschillen te melden.
BIP 2014-2017 (inclusief kapitaallasten uit voorgaande jaren uit het BIP) Investeringen en kapitaallasten opgenomen in MJR 2013-2016 Mutatie (+ is voordelig, - is nadelig)
2014 859.250 365.000 -494.250
Investering 2015 2016 405.000 32.500 390.000 0 -15.000 -32.500
2017 70.000 0 -70.000
2014 699.942 771.344 71.402
Kapitaallasten 2015 2016 869.963 910.083 812.280 809.099 -57.683 -100.984
2017 763.415 809.099 45.684
Effect urenraming Bij het opstellen van de productenraming is de verwachte personele inzet over de producten en projecten verwerkt. Hierbij kunnen er verschuivingen plaatsvinden tussen belasting van de exploitatie (minder/ meer uren op exploitatieproducten) en bijvoorbeeld kapitaalkredieten en grondexploitaties. Het betreft hier een technisch effect van het toerekenen van salarislasten aan de begroting, kredieten en projecten. Het effect van de vastgestelde (meerjaren)begroting Cocensus 2014 is verwerkt in de productenraming (raadsbesluit INT13-00762). Regel 8: Telling (regel 6 + regel 7) Regel 9: Van het ministerie van Binnenlandse Zaken zijn, vooruitlopend op de te verwerken septembercirculaire, signalen ontvangen die wijzen op een korting op de algemene uitkering in jaarschijf 2014. Het in de meicirculaire aangekondigde hogere accres in 2014 zou gemeentebreed fors worden teruggedraaid. Dit betekent voor Beverwijk in 2014 een €700.000 lagere algemene uitkering. Deze korting is voorzichtigheidshalve reeds in de meerjarenraming 2014 - 2017 verwerkt. Regel 10: Doordat Beverwijk naar verwachting op 1 januari 2014 voor het tweede achtereenvolgende jaar op de peildatum meer dan 40.000 inwoners heeft, wordt het aantal 23
raadsleden na de verkiezingen in maart 2014 verhoogd van 25 naar 27. Dit brengt vanaf 2014 een structurele verhoging van de materiële budgetten met zich mee van €8.000. De hogere kosten van het bestuur en raad zijn reeds in de MJR 2013 - 2016 geraamd. Regel 11: Het college stelt voor om in 2014 incidenteel € 116.900 vanuit de parkeerexploitatie toe te voegen aan de algemene middelen. Door dit voorstel wordt het mogelijk de spaardoelstelling voor een substantieel deel te handhaven. Regel 12: Naar verwachting groeit het klantenbestand bijstand de komende jaren fors. Deze stijging heeft gevolgen voor algemene uitkering. Beverwijk krijgt een hogere vergoeding voor de uitvoeringskosten door het hogere aantal bijstandgebruikers. De hogere uitkeringskosten zelf worden via een hogere doeluitkering op het product vergoed. Tevens wordt daarnaast de uitkeringsfactor neerwaarts bijgesteld als gevolg van de landelijke trend. Per saldo wordt de te ontvangen algemene uitkering hoger. Regel 13: WWB-adviseurs en uitkeringsadministratie. Een werkbare caseload per fte, gebaseerd op de huidige manier van werken en organiseren, bestaat uit ongeveer 85 klanten. Op dit moment bedraagt de caseload ca. 114 klanten per Wwb adviseur. Eind 2013 groeit deze caseload per adviseur naar ongeveer 124 klanten. Tot eind 2013 is dit door aanwezigheid van externe inhuur werkbaar. De kosten van deze externe inhuur passen binnen het beschikbare budget. Door effectiever en efficiënter te werken is het mogelijk om de caseload op te hogen van 85 naar 95 cliënten per adviseur. De prognose is dat de caseload eind 2014 en de daarop volgende jaren bestaat uit 1.000 klanten. Dat betekent dat de benodigde bezetting toeneemt, daarvoor zal de €116.000 die beschikbaar komt via de algemene uitkering benut worden. De caseload eind 2013 is een extrapolatie van de afgelopen 8 maanden. Voor de jaren 2014 en verder betreft het een inschatting omdat de voorspelbaarheid van het aantal cliënten moeilijk is en afhankelijk is van de economische ontwikkelingen. Daarom wordt nu geen beroep gedaan op de extra middelen in 2015, 2016 en 2017. De ontwikkelingen worden nauwgezet gevolgd en in de volgende P&C documenten worden de gevolgen van groei of krimp van het bijstandsvolume gerapporteerd. Regel 14: Eindsaldo, is het saldo van de meerjarenraming. Regel 15: In 2014 wordt de spaardoelstelling verlaagd tot € 423.557 om de jaarschijf sluitend te krijgen. De jaren vanaf 2015 wordt er jaarlijks structureel €646.649 gespaard en vanuit de exploitatie toegevoegd aan de algemene reserve.
24
Incidentele baten en lasten (5) De begroting van de gemeente bestaat uit structurele en incidentele baten en lasten. In dit overzicht zijn per begrotingsjaar en per programma de incidentele baten en lasten weergegeven. Positieve bedragen zijn kosten en negatieve bedragen een opbrengst. Prgr Omschrijving product 1 Gemeenteraad 1 College-/Bestuursondersteuni 2 3 3 3 3
Sociale veiligheid Ruimtelijke ordening Project Aagtenpark Project Aagtenpark Project Aagtenpark
4 Oostelijke Doorverbinding deel1 (OD1) 4 Oostelijke Doorverbinding deel1 (OD1) 4 Oostelijke doorverbinding deel 3 (OD3) 4 Oostelijke doorverbinding deel 3 (OD3) 4 Westelijke Randweg
Omschrijving in staat van incidentele baten en lasten Kosten wisselen raadsleden na gemeenteraadsverkieziengen Storting in de algemene reserve Interregionale samenwerking op het gebied van veiligheid en een veilig verloop van de Sail in 2015 Inrichting Wijckerpoort Totaal lasten project Aagtenpark Totaal baten project Aagtenpark Totaal reservemutatie project Aagtenpark Kosten voorbereiding oostelijke doorverbinding (OD) fase 1 deel B Bijdrage uit algemene reserve ter dekking van het voorbereidingskrediet OD1 deel B Kosten OD3 Bijdrage uit algemene reserve ter dekking van de kosten OD3 Afboeken krediet westelijke randweg, ivm ontvangsten vanuit de bommenregeling
15 Bedrijfscontacten 15 Industrie De Pijp
Bijdrage ISV3 ontwikkelingsprogramma onderdeel bodem Transitiekosten nieuwe Wmo Kosten zichtbare schakel BTW voordeel sportaccommodaties Suppletie aangiften BTW/ BCF voorgaande jaren Storting in de voorziening proceskosten en implementatie bezuinigingen Bijdrage uit de algemene reserve tbv voorziening proceskosten en implementatie bezuinigingen Versterken vermogen iNUP-programma (intensivering elektronische overheid) Hertaxatie onroerend goed Vergoeding vervoerskosten schakelklas de Fakkel Invoeringskosten jeugdzorg Invoeringsbudget jeugdzorg Baggeren haven Interregionale samenwerking op het gebied van promotie (Sail) Projectgelden De Pijp, tm 2015
15 Wijkerbaan
Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie te lopen
8 9 9 11 11
Milieu adviezen Wmo begeleiding Volksgezondheid Financiële paragraaf Financiële paragraaf
11 Apparaatskosten 11 11 11 11 13 13 13 15
Financiele paragraaf, reserve Financiele paragraaf, reserve Financiele paragraaf (K622) Verzekeringen Onderwijsachterstanden Jeugd- en jongerenwerk Jeugd- en jongerenwerk Haven
2014 x €1.000
2015 x €1.000
2015 x €1.000
2016 x €1.000
10 39
0 0
0 0
0 0
10 125 755 -720 166
35 0 493 -247 -247
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
25
11
0
0
-25 1.369
-11 0
0 0
0 0
-1.369
0
0
0
289
0
0
0
189 89 38 -62 -70
66 0 0 -49 -70
0 0 0 -49 -70
0 0 0 0 0
200
420
0
0
-200 424 65 10 13 19 59 150
-420 646 0 0 13 0 0 0
0 646 0 0 0 0 0 0
0 646 0 0 0 0 0 150
0 150
30 200
0 200
0 0
320
762
405
0
-320 250
-762 0
-405 0
0 0
-250
0
0
0
19 Hoofdwaterstructuur Grex BOS
Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie te lopen Kosten uitvoeringskrediet hoofdwaterstructuur Kosten uitvoeringskrediet hoofdwaterstructuur dekken uit algemene reserve
19 Grex BOS
Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie te lopen
1.501
1.821
515
547
19 Grex BOS
Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie te lopen
-1.501
-1.821
-515
-547
19 Binnenduin (Westelijk Beverwijk)
Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie te lopen
3.289
5.017
5.622
9.048
-3.289 0 301
-5.017 0 0
-5.622 50 0
-9.048 0 0
-301 1.748
0 871
0 778
0 796
15 Wijkerbaan 19 Hoofdwaterstructuur Grex BOS
19 Binnenduin (Westelijk Beverwijk) 19 Meerplein 19 Stationsgebied 19 Stationsgebied Totaal incidentele baten en lasten:
Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie te lopen Kwaliteitsslag aansluitingswerken Meerplein Afboeken boekwaarde busstation stationsgebied Dekking afboeken boekwaarde busstation stationsgebied uit algemene reserve
25
Toelichting reserves en voorzieningen (6) In de tabel hieronder is de stand van de algemene reserve, na doorvoering van de uitgangspunten in de nota reserves en voorzieningen, opgenomen. Daarbij is in beeld gebracht welke besluiten een effect hebben op de stand van de algemene reserve. Dit leidt tot het hierna volgende verloopoverzicht Onttrekking / Bedrag storting
Omschrijving
Raadsbesluit
6.567.557 -1.180.335 2.174.695 7.561.917
Saldo algemene reserve ultimo 2012 voor resultaatbestemming Onttrekking Onttrekking ivm budgetoverhevelingen 2012 Storting Resultaatbestemming jaarrekening 2012 Saldo algemene reserve ultimo 2012 na resultaatbestemming
704.691 -704.691 67.249 -1.000.000 461.687 175.665 54.000 -15.000 -54.000 -53.000 -75.000 7.123.518
Verwachte stortingen / onttrekkingen 2013: Storting Versterking vermogen Geen storting In 2013 geen versterking vermogen Storting Vrijval exploitatiebudget wachtgeld (B2-2010, item 2B) Onttrekking Storting in voorziening proceskosten en implementatie bezuinigingsvoorstellen Versterking vermogen, dekking project gebiedsvisie Plantage (B1-2013 item 1) Storting Versterking vermogen, dekking afsluiting krediet WKO (B1-2013 item 2) Storting Versterking vermogen, dekking voorbereidingskrediet Plantage (B1-2013 item 3) Storting Voorbereidingskrediet OD1 fase B (B1-2013 item N-5) Onttrekking Startnotitie project Plantage en voorbereidingskrediet (2012-60950) (B2-2013 item N10) Onttrekking Plantage projectfase 2 variantenstudie (INT-13-01379) (B2-2013 item N10) Onttrekking Krediet verkenning erfpacht RKZ (INT-13-0631) (B2-2013 item 11B) Onttrekking Verwacht saldo ultimo 2013
MJR 2010-2014 en MJR 2011-2014 MJR 2013-2016 Berap 2/2010 RB 2012/30529 d.d. 12-07-2012 Berap 1-2013 Berap 1-2013 Berap 1-2013 Berap 1-2013 Berap 2-2013 Berap 2-2013 Berap 2-2013
396.412 250.057 -222.912 39.249 -200.000 -1.368.565 -25.000 -250.000 5.742.759
Verwachte stortingen / onttrekkingen 2014: Storting Versterking vermogen Storting Verhogen storting t.b.v. versterken eigen vermogen Lagere storting Lagere spaardoelstelling Storting Vrijval exploitatiebudget wachtgeld (B2-2010, item 2B) Onttrekking Storting in voorziening proceskosten en implementatie bezuinigingsvoorstellen Onttrekking Dekking OD deel 3 (B2-2011, item N4) verschuift naar 2014 (B2-2012 item N-5) Voorbereidingskrediet OD1 fase B (B1-2013 item N-5) Onttrekking Hoofdwaterstructuur (B1-2013 item N23) Onttrekking Verwacht saldo ultimo 2014
MJR 2010-2014 en MJR 2011-2014 MJR 2011-2014 MJR 2014-2017 Berap 2/2010 RB 2012/30529 d.d. 12-07-2012 Berap 2/2012 Berap 1-2013 Berap 1-2013
Verwachte stortingen / onttrekkingen 2015: Onttrekking Storting in voorziening proceskosten en implementatie bezuinigingsvoorstellen Storting Versterking vermogen Voorbereidingskrediet OD1 fase B (B1-2013 item N-5) Onttrekking Verwacht saldo ultimo 2015
RB 2012/30529 d.d. 12-07-2012 MJR 2012-2015 Berap 1-2013
-420.000 646.469 -10.500 5.958.728
Rekening 2012 Rekening 2012 Rekening 2012
Verwachte stortingen / onttrekkingen 2016: 646.469 Storting Versterking vermogen 6.605.197 Verwacht saldo ultimo 2016
MJR 2013-2016
Verwachte stortingen / onttrekkingen 2017: 646.469 Storting Versterking vermogen 7.251.666 Verwacht saldo ultimo 2017
MJR 2014-2017
26
Reserves In onderstaande tabel is het meerjarige verloop van de reserves weergegeven. Bedragen x €1.000 Omschrijving Reserve vast eigen vermogen Algemene reserve Nog te bestemmen resultaat
Egalisatiereserve parkeren Kapitaallasten atletiekbaan Kapitaallasten stadhuis Milieu-innovatie Ondergrondse afvalinzameling Egalisatiereserve riolering Grondexploitaties Aagtenpark
Totaal reserves Bedragen x €1.000 Omschrijving Reserve vast eigen vermogen Algemene reserve Nog te bestemmen resultaat
Saldo prognose prognose prognose Raadsbesluiten Raadsbesluiten Raadsbesluiten Boekwaarde Boekwaarde betrekking op MJB 2014 Boekwaarde betrekking op MJB 2015 Boekwaarde t/m Berap 2013-II 31-12-2012 Toevoeging Onttrekking 31-12-2013 Toevoeging Onttrekking 31-12-2014 Toevoeging Onttrekking 31-12-2015 5.084 6.568 0 994 12.646
7.141 336 6.676 31 807 3.542 1.482 106 20.121 32.767
1.753
-1.197
1.753
-994 -2.191
480
903
-26 -1.297
7.183 270 5.839 31 733 3.780 1.812 80 19.728
2.656
-3.488
31.935
93 330
-438 -66 -837
5.084 7.124 0 0 12.208
-74 144
463
-1.844
463
-1.844
433
5.084 5.743 0 0 10.827
166 713
-1.314
7.616 204 5.049 31 576 3.893 1.511 247 19.126
1.176
-3.158
29.953
-66 -790 -157 113 -301
646
-431
646
-431
5.084 5.959 0 0 11.043
118
118
-247 -1.184
7.734 138 4.298 31 576 3.773 1.511 0 18.060
764
-1.615
29.103
-66 -752
-120
prognose prognose prognose Raadsbesluiten Raadsbesluiten Boekwaarde Betrekking op MJB 2016 Boekwaarde betrekking op MJB 2017 Boekwaarde 31-12-2015 Toevoeging Onttrekking 31-12-2016 Toevoeging Onttrekking 31-12-2017 5.084 5.959 0 0 11.043
646
646
Egalisatiereserve parkeren Kapitaallasten atletiekbaan Kapitaallasten stadhuis Milieu-innovatie Ondergrondse afvalinzameling Egalisatiereserve riolering Grondexploitaties Aagtenpark
7.734 138 4.298 31 576 3.773 1.511 0 18.060
121
121
Totaal reserves
29.103
767
0 0
5.084 6.606 0 0 11.690
646
646
0
5.084 7.252 0 0 12.336
124
-859
7.855 72 3.584 31 576 3.693 1.511 0 17.322
124
-780
7.978 6 2.909 31 576 3.654 1.511 0 16.666
-859
29.011
770
-780
29.002
-66 -713
-80
-66 -675
-39
De stand van de egalisatiereserve parkeren sluit niet aan met de stand genoemd in de brief van 9 juli 2013 (UIT-13-03280). In deze brief is de investering van de fietsenkelder namelijk als eenmalige onttrekking verwerkt. Volgens de BBV mag dit niet op deze wijze verwerkt worden, de fietsenkelder dient geactiveerd en afgeschreven worden. Hierdoor is vanaf 2015 in de egalisatiereserve parkeren de onttrekking verwerkt voor de exploitatielasten en de kapitaallasten van de fietsenkelder (conform raadsbesluit 2012/54403).
27
Voorzieningen In onderstaande tabel is het meerjarige verloop van de voorzieningen weergegeven. Bedragen x €1.000 Omschrijving Voorziening overgang Cosensus Voorziening FPU Voorz. wachtgeldverpl. voorm. pers. Voorz. wachtgeld wethouders Voorz. pensioenen wethouders Voorziening Prins Bernardlaan Voorz. afkoopsommen begraafplaats Voorz. Container terminal Beverwijk Voorziening grex BOS Voorziening proceskn en impl. bez. Voorziening oninbaarheid
Bedragen x €1.000 Omschrijving Voorziening overgang Cosensus Voorziening FPU Voorz. wachtgeldverpl. voorm. pers. Voorz. wachtgeld wethouders Voorz. pensioenen wethouders Voorziening Prins Bernardlaan Voorz. afkoopsommen begraafplaats Voorz. Container terminal Beverwijk Voorziening grex BOS Voorziening oninbaarheid
Saldo prognose prognose prognose Raadsbesluiten Raadsbesluiten Raadsbesluiten Boekwaarde Boekwaarde betrekking op MJB 2014 Boekwaarde betrekking op MJB 2015 Boekwaarde t/m Berap 2013-II 31-12-2012 Toevoeging Aanwenden 31-12-2013 Toevoeging Aanwenden 31-12-2014 Toevoeging Aanwenden 31-12-2015 21 90 248 650 2.221 3 580 79 6.568 0 2.059 12.519
75
-21 -65 -84 -276 -72 -3 -91
13 1.000
-1.000
1.088
-1.612
0 25 164 374 2.224 0 489 92 6.568 0 2.059 11.995
75
-25 -75 -202 -72 -91
13 200
-200
288
-665
0 0 89 172 2.227 0 398 105 6.568 0 2.059 11.618
prognose prognose prognose Raadsbesluiten Raadsbesluiten Boekwaarde Betrekking op MJB 2016 Boekwaarde betrekking op MJB 2017 Boekwaarde 31-12-2015 Toevoeging Aanwenden 31-12-2016 Toevoeging Aanwenden 31-12-2017 0 0 60 26 2.230 0 307 118 6.568 2.059 11.369
75
-30 -26 -72 -91
13
88
-219
0 0 30 0 2.233 0 217 131 6.568 2.059 11.238
28
-30 75
-72 -91
13 -6.568 88
-6.761
0 0 0 0 2.236 0 126 144 0 2.059 4.565
75
-29 -146 -72 -91
13 420
-420
508
-758
0 0 60 26 2.230 0 307 118 6.568 0 2.059 11.369
Kredieten (7) Openstaande kredieten 2013
Beschikbaar gesteld krediet
Bedragen (afgerond) in €
Cumulat. uitgaven t/m 10-9-2013
Restant krediet per 10-9-2013
MATERIËLE VASTE ACTIVA Gronden en terreinen Niet van toepassing Gebouwen en woonruimten Renovatie Belgiëlaan 2012
1.100.000
1.043.954
56.046
Subtotaal gebouwen en woonruimten
1.100.000
1.043.954
56.046
Bedrijfsgebouwen Nazorg Stadhuis vastgoed en beheer Nazorg Stadhuis optimalisatie Vernieuwen hooi-/stro-opslag De Baak Vervanging havenkantoor Unit bovengronds begraven
123.333 117.633 30.000 120.000 33.000
30.089 49.603 28.321 110.195 1.573
93.244 68.030 1.679 9.805 31.427
Subtotaal bedrijfsgebouwen
423.966
219.781
204.185
1.043.857 350.000 2.562.815 1.565.000 110.000 194.011 795.000 275.384 515.000 333.000 60.000 412.500 1.100.000 1.450.000 1.010.000
960.792 183.028 2.348.792 1.534.734 4.411 145.012 93.364 264.888 25.200 0 0 31.048 0 0 5.900
83.065 166.972 214.023 30.266 105.589 48.999 701.636 10.496 489.800 333.000 60.000 381.452 1.100.000 1.450.000 1.004.100
Subtotaal economisch nut (GRP)
11.776.567
5.597.169
6.179.398
Economisch nut (algemeen) Realisatie wielerbaan Caij- en Aagtenbelt Ondergrondse fietsenstalling stationsgebied Fietskelder stationsgebied Plantage fase 2 (nieuw) Meerplein algemeen (rente bijschrijven), raad 2009/791 Plantage fase 3 definitie Meerplein parkeergarage
300.000 100.000 2.332.954 54.000 0 53.000 20.733.543
0 129.884 13.130 89.009 905.079 2.340 0
300.000 -29.884 2.319.824 -35.009 -905.079 50.660 20.733.543
Subtotaal economisch nut (algemeen)
23.573.497
1.139.442
22.434.055
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Economisch nut (GRP) De Pijp (incl. Nrdkade) riolering GRP De Pijp terr. RWZI riolering GRP Loc. Oosterwijk riolering GRP dp3 WAZ Afkopp. Noord afkopp. dp5 WAZ Afkopp. Woningen dp2a WAZ Extra berging / afkoppelen dp2 WAZ Afkopp. centrum WAZ dp9 WAZ werkgroep CB Schuurmanstraat e.o. / riolering GRP CB Meerplein / riolering GRP Alkmaarseweg-Noord / riolering GRP Onderzoek / riolering GRP Waterstructuur / riolering GRP Diepriool GRP GRP-voorziening De Pijp
29
* 1) * 1) * 1) * 2) * 1)
Openstaande kredieten 2013 Bedragen (afgerond) in €
Beschikbaar gesteld krediet
Maatschappelijk nut (algemeen) Westelijke Randweg Hoofdwaterstructuur Grex BOS Oostelijke doorverbinding deel 3 (OD3) Aanleg busbaan 73 (achter station) Vervanging wegen, Parallelweg Vervanging wegen, Spoorsingel G&W plan omb nr 50021 Busstation stationsgebied
-1.128.150 250.000 2.030.454 0 92.254 516.779 755.900 301.228
1.222.029 119.079 3.937.183 -45.074 44.725 31.951 1.457.536 324.132
-2.350.179 * 3) 130.921 -1.906.729 * 2) 45.074 47.529 484.828 -701.636 * 4) -22.904
2.818.465
7.091.561
-4.273.096
38.168.529
13.828.172
24.340.357
57.000 10.000 25.000 11.500 60.000 12.500 12.500
0 0 0 0 0 0 0
57.000 10.000 25.000 11.500 60.000 12.500 12.500
Subtotaal vervoermiddelen
188.500
0
188.500
Machines, apparaten en installaties Upgrade informatiehuis fase 2 Vervanging desktops pc's en thin clients Vervanging servers bedrijfsvoering ESX/Windows Vervanging zitmaaier begraafplaats Aanschaf GPS-ontvanger Aanschaf hondenpoepzuiger Aanschaf hydraulische kraan Digitaal route informatie paneel Meerplein parkeerapparatuur
50.000 38.000 70.000 20.000 18.000 33.000 15.000 30.000 491.276
43.092 28.432 11.630 19.653 16.504 0 0 0 0
6.908 9.568 58.370 347 1.496 33.000 15.000 30.000 491.276
Subtotaal machines, apparaten en installaties
765.276
119.311
645.965
Onderwijs Verbouwing MFA / geschikt maken voor onderwijs 1e inr. OLP-meub. Panta Rhei en Zeester Uitbreiding huisvesting Kennemer College 1e inrichting leer- en hulpmiddelen (Kennemer College)
27.000 126.972 1.540.705 136.183
161.411 79.710 0 0
-134.411 * 2) 47.262 1.540.705 136.183
Subtotaal onderwijs
1.830.860
241.121
1.589.739
Subtotaal maatschappelijk nut (algemeen) Subtotaal grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Vervanging tractor Lindler Geotrack Vervangen waterwagen Aanhangwagen met hogedrukreiniger Vervangen voertuig 43-TR-DG Vervangen voertuigen handhaving parkeren Vervangen voertuig handhaving APV Vervangen voertuig bouwtoezicht
30
Cumulat. uitgaven t/m 10-9-2013
Restant krediet per 10-9-2013
Openstaande kredieten 2013
Beschikbaar gesteld krediet
Bedragen (afgerond) in €
Cumulat. uitgaven t/m 10-9-2013
Restant krediet per 10-9-2013
Overige materiële vaste activa Vervanging Docman Systeem digitaal aanvragen omgevingsvergunning Informatiehuis fase 3 GBA aanvullende modules, restantkrediet Officelicenties stadhuis Officelicenties thuiswerkers Officelicenties 2013 Aanschaf Cognos Upgrade Oracle database
220.000 40.000 50.000 49.642 120.000 60.000 12.000 40.000 50.000
251.909 0 0 0 23.762 0 32.574 0 0
-31.909 40.000 50.000 49.642 96.238 60.000 -20.574 40.000 50.000
Subtotaal overige materiële vaste activa
641.642
308.245
333.397
43.118.773
15.760.584
27.358.189
Bijdrage activa aan derden Bijdrage De Bareel / semi-permanente huisvesting
337.500
0
337.500
Subtotaal bijdrage activa aan derden
337.500
0
337.500
TOTAAL FINANCIËLE VASTE ACTIVA
337.500
0
337.500
43.456.273
15.760.584
27.695.689
TOTAAL MATERIËLE VASTE ACTIVA
* 5)
* 1) * 1) * 1)
FINANCIËLE VASTE ACTIVA
TOTAAL GENERAAL
*1) De projecten Ondergrondse fietsenstalling, Plantage en aanschaf Officelicenties bestaan uit meerdere kredieten en worden naar verwachting niet overschreden. *2) Negatief restantkrediet is ontstaan doordat de kosten vooruitlopen op de baten. Uiteindelijk wordt het netto krediet niet overschreden. *3) Negatief restantkrediet is ontstaan doordat vrijwel alle kosten reeds zijn gemaakt terwijl de ontvangsten pas in latere jaren komen. Geprognosticeerde boekwaarde ad €1.128.000 (neg.) zal door extra baten (bommenregeling uit algemene uitkering en verkoop grond) naar verwachting in 2013 positief worden afgesloten. *4) Krediet zal naar verwachting worden overschreden. Afsluiting wordt eind 2013, samen met krediet westelijke randweg, verwacht. *5) Krediet wordt naar verwachting niet overschreden.
31
Recapitulatie van de programma’s in geld (8) Staat van baten en lasten Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2012
Begroot 2013 t/m Berap II
2014
Begroting 2015 2016
2017
1 Openbaar bestuur
Lasten Baten Saldo
4.472,5 741,8 3.730,7-
3.958,7 708,5 3.250,3-
4.345,0 680,6 3.664,4-
4.293,3 681,3 3.612,0-
4.302,0 681,9 3.620,1-
4.307,9 682,6 3.625,3-
2 Integrale veiligheid
Lasten Baten Saldo
3.941,9 229,4 3.712,5-
4.070,5 223,1 3.847,4-
4.140,7 223,8 3.916,9-
3.969,1 224,2 3.744,9-
3.894,1 224,6 3.669,5-
3.894,1 225,0 3.669,1-
3 RO & stedenbouw
Lasten Baten Saldo
4.239,7 1.919,3 2.320,4-
4.471,9 3.329,9 1.142,0-
4.696,2 2.514,7 2.181,5-
4.566,0 2.059,4 2.506,6-
4.097,0 1.830,3 2.266,8-
4.095,9 1.846,3 2.249,6-
4 Verkeer en wegen
Lasten Baten Saldo
8.558,9 3.250,4 5.308,5-
7.954,0 2.345,9 5.608,0-
8.605,2 2.345,9 6.259,3-
7.365,1 2.345,9 5.019,1-
7.351,6 2.345,9 5.005,7-
7.348,6 2.345,9 5.002,7-
5 Water en riolering
Lasten Baten Saldo
3.264,9 4.375,6 1.110,7
4.003,4 4.407,1 403,6
4.136,2 4.474,3 338,1
4.408,2 4.512,7 104,6
4.406,4 4.551,5 145,1
4.404,6 4.590,6 186,0
6 Sport
Lasten Baten Saldo
2.697,4 162,9 2.534,5-
2.728,9 162,5 2.566,4-
2.743,8 165,1 2.578,7-
2.753,4 166,6 2.586,8-
2.753,4 168,1 2.585,3-
2.704,5 169,6 2.534,9-
7 Kunst en cultuur
Lasten Baten Saldo
3.142,1 305,0 2.837,1-
3.154,6 270,3 2.884,3-
3.015,9 274,6 2.741,3-
2.984,5 277,1 2.707,4-
2.961,8 279,6 2.682,2-
2.984,5 282,1 2.702,4-
8 Milieu
Lasten Baten Saldo
908,3 157,3 751,1-
971,9 50,5 921,4-
1.011,2 1.011,2-
879,1 879,1-
813,2 813,2-
812,8 812,8-
9 Maatschappelijke ondersteuning
Lasten Baten Saldo
4.315,6 142,4 4.173,2-
4.390,0 30,0 4.360,0-
4.257,1 4.257,1-
4.081,2 4.081,2-
4.075,2 4.075,2-
4.081,2 4.081,2-
10 Maatsch onderst. individuele voorz.
Lasten Baten Saldo
9.492,1 895,5 8.596,6-
9.641,0 875,0 8.766,0-
9.620,7 775,0 8.845,7-
9.509,7 775,0 8.734,7-
9.509,7 775,0 8.734,7-
9.509,7 775,0 8.734,7-
32
Staat van baten en lasten Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
2014
Begroting 2015 2016
2017
3.003,1 2.887,0 116,1-
3.464,1 3.620,3 156,3
2.936,4 4.217,9 1.281,6
2.694,0 4.126,8 1.432,8
22.128,0 18.862,5 3.265,5-
22.120,0 18.862,5 3.257,5-
22.120,0 18.862,5 3.257,5-
11 Middelen
Lasten Baten Saldo
2.611,4 3.130,0 518,6
12 Sociale Zaken + uitstroombevordering
Lasten Baten Saldo
21.264,8 18.238,5 3.026,3-
13 Jeugd
Lasten Baten Saldo
3.019,0 828,1 2.190,9-
3.154,3 675,5 2.478,8-
2.990,4 577,5 2.412,9-
2.911,0 575,5 2.335,5-
2.898,0 573,4 2.324,6-
2.898,0 573,9 2.324,0-
14 Onderwijs
Lasten Baten Saldo
4.867,5 52,4 4.815,1-
4.385,0 43,5 4.341,5-
4.443,5 44,2 4.399,3-
4.443,1 44,6 4.398,5-
4.442,7 45,0 4.397,7-
4.442,3 45,4 4.396,9-
15 Economische zaken
Lasten Baten Saldo
1.436,4 975,9 460,5-
1.360,9 745,0 615,9-
1.377,0 626,0 750,9-
1.304,6 756,0 548,6-
1.274,6 760,7 513,8-
1.224,6 765,5 459,1-
16 Inrichting en beheer openbare ruimte
Lasten Baten Saldo
5.505,1 722,7 4.782,4-
5.488,3 577,9 4.910,4-
5.383,6 668,9 4.714,6-
5.476,3 717,9 4.758,3-
5.482,1 722,5 4.759,5-
5.486,6 729,0 4.757,6-
17 Volkshuisvesting
Lasten Baten Saldo
323,3 23,0 300,4-
297,8 297,8-
301,8 301,8-
301,8 301,8-
301,8 301,8-
301,8 301,8-
18 Afvalbeheer
Lasten Baten Saldo
4.251,6 4.252,0 0,4
4.215,2 4.123,0 92,2-
4.431,7 4.251,2 180,5-
4.312,3 4.288,9 23,5-
4.350,4 4.326,9 23,5-
4.388,7 4.365,2 23,5-
19 Stedelijke ontwikkeling
Lasten Baten Saldo
8.670,2 6.664,9 2.005,2-
2.243,2 1.526,0 717,1-
5.973,7 5.146,3 827,4-
7.787,8 7.636,4 151,4-
6.780,1 6.578,6 201,4-
9.782,9 9.631,5 151,4-
Totaal Programma's
Lasten Baten Saldo
96.982,5 47.066,8 49.915,750.518,8 603,1 2.967,3 4.538,9 2.174,7
93.634,9 42.319,4 51.315,549.384,1 1.931,41.662,0 3.674,1 80,7
96.864,5 44.517,7 52.346,850.364,8 1.982,01.175,5 3.157,5 0,0
96.938,3 47.544,2 49.394,148.853,8 540,3764,4 1.614,9 310,2
94.750,3 46.944,4 47.805,949.319,0 1.513,1 767,3 859,0 1.604,7
97.482,6 50.016,9 47.465,849.542,7 2.077,0 770,3 779,7 2.086,3
Algemene dekkingsmiddelen Saldo voor bestemming Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo na bestemming
4.430,3 3.000,2 1.430,2-
22.715,1 22.387,7 19.225,4 18.862,5 3.489,7- 3.525,2-
33
34
35
36
Inhoudsopgave programma’s inclusief projecten
37
Openbaar bestuur (1) Algemeen Programmadoelstelling Een bestuur dat open en transparant opereert in samenwerking met en voor partners en burgers in de gemeente en regio. Context en achtergrond - Op 19 maart 2014 zijn er gemeenteraadsverkiezingen en op 22 mei 2014 verkiezingen voor het Europees Parlement. - De Wet basisregistratie personen (BRP) is aangenomen door de Eerste Kamer. De wet vervangt de Wet GBA en voegt de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI) toe. - De regering heeft op 4 juli 2013 een ‘verzamelwetsvoorstel’ ingediend om de Gemeentewet op diverse onderdelen te wijzigen. Het proces dat leidde tot dit wetsvoorstel loopt al een aantal jaren. Indien het voorstel leidt tot een wetswijziging in 2014 heeft dit gevolgen voor college en raad, bijvoorbeeld voor de samenstelling van bezwaarschriftencommissies of de rol van de burgemeester. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Dienstverleningsconcept Antwoord© op Maat . . . - Kansenonderzoek IJmondgemeenten . . . . - Wet basisregistratie personen (BRP) - Gemeentewet en verzamelwetsvoorstel wijziging Gemeentewet - Kieswet
. .
2011/23586 IN-13-05357
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Accent 3 transparante communicatie ‘Er wordt transparant en systematisch gecommuniceerd met de Beverwijkse samenleving. Dit geldt in het bijzonder voor de wijze waarop omgegaan wordt met de ambities enerzijds en de beperkte financiële middelen anderzijds’. Zie verder onder doelstelling 1 Accent 6 regionale samenwerking ‘De coalitiepartijen maken zich sterk voor regionale samenwerking waarbij IJmondiale samenwerking, gezien de verwevenheid van de gemeenten in de IJmond, de eerste prioriteit heeft. Intensivering van zowel de IJmondiale portefeuillehoudersoverleggen als het overleg Traversetafel zijn belangrijke doelstellingen’ (accent regionale samenwerking). Zie verder onder doelstelling 1 Bezuinigingen De vastgestelde bezuinigingen voor het programma openbaar bestuur zijn grotendeels in 2012 gerealiseerd. De uitwerking van de bezuinigingsmaatregel efficiëntere openingstijden is in 2013 voorbereid door een pilot service op afspraak (1 september - 31 december).
38
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? De raad en het college van burgemeester en wethouders besturen daadkrachtig. Wat gaan we daarvoor doen? - Het invullen van de randvoorwaarden en bieden van faciliteiten waardoor het college van burgemeester en wethouders zo optimaal mogelijk kan functioneren in zijn taak als dagelijks bestuur en in het bijzonder bij het vertegenwoordigen van de gemeente. - Het op een zo goed mogelijke wijze laten functioneren van de gemeenteraad en de door de raad ingestelde commissies. 2014 is een jaar met gemeenteraadsverkiezingen en dus wisseling van de gemeenteraad(sleden). De raad van Beverwijk zal vanaf maart 2014 bestaan uit 27 raadsleden (op dit moment 25) indien de gemeente Beverwijk op 1 januari 2014 40.000 inwoners of meer heeft. - In het 2e kwartaal van 2014 wordt een griffieplan (seniorenconvent) en een raadscommunicatieplan (raad) opgesteld en uitgevoerd. - Burgers actief informeren over rol en werkzaamheden van de gemeenteraad. De besluiten die de gemeenteraad neemt treffen inwoners en ondernemers. De raadsleden en medewerkers van de griffie werken er aan om burgers zoveel mogelijk te betrekken bij de besluitvorming. Vanaf 2013 bestaat de mogelijkheid om via de (iPad)app RaadDigitaal op de hoogte te blijven van de werkzaamheden van de gemeenteraad. Ook kunnen de vergaderingen via http://beverwijk.raadsinformatie.nl/ beluisterd worden. - Burgers, bedrijven en instellingen informeren over en betrekken bij besluiten en uit te voeren beleid. Voor goed contact tussen burgers, bedrijven, instellingen en bestuur is communicatie essentieel. Enerzijds is het van belang dat de gemeente op heldere en begrijpelijke wijze informeert over besluitvorming, beleid en projecten. Dat gebeurt op diverse momenten tijdens het besluitvormingsproces en op verschillende manieren; via bijeenkomsten, nieuwsbrieven, gemeentepagina, website, folders, brieven, sociale media etc. Anderzijds kan het bestuur alleen daadkrachtig optreden als er in de samenleving draagvlak bestaat voor het gemeentelijk beleid. Om dat te bereiken is al in de beleidsvoorbereidende fase contact tussen bestuur en bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden en participatie van deze doelgroepen aan de totstandkoming van beleid onontbeerlijk. - Steeds meer mensen maken gebruik van sociale media. Dat biedt de mogelijkheid om rechtstreeks met hen te communiceren, op een meer persoonlijke manier. Social media boort vaak een nieuwe (jongere) doelgroep aan en biedt de kans op meer interactiviteit. De gemeente volgt Twitter, plaatst proactief informatie en reageert op vragen/ opmerkingen op Twitter. - Koninklijke en gemeentelijke onderscheidingen en de Veteranendag. Het bestuur waardeert inwoners van Beverwijk die een bijzondere inzet hebben geleverd voor de samenleving, nu en in het verleden. Het college besteedt aandacht aan hen door het organiseren van een veteranendag en het uitreiken van Koninklijke en gemeentelijke onderscheidingen. - Inwoners van Beverwijk bewust maken van internationale solidariteit. De Wereldwinkel voert activiteiten uit om de beoogde bewustwording te realiseren. De Wereldwinkel wordt hierbij geholpen door veel vrijwilligers. - Actief bijdragen aan en sturen op samenwerkingsverbanden. Er is sprake van veel samenwerking in de regio: in verbonden partijen op de werkgebieden van onder meer re-integratie, milieu, belastingen en inkoop, maar ook op het gebied van zorg en welzijn (decentralisaties), onderwijs (met Heemskerk), economische zaken (Regionaal Economisch Bureau), vluchtelingen (Uitgeest/centrumgemeente), leerplicht (regionaal) en woonruimteverdeling. Er wordt zowel IJmondiaal als in andere verbanden samengewerkt. 39
IJmondiale samenwerking heeft in de collegeperiode 2010 - 2014, gezien de verwevenheid van de gemeenten in de IJmond, bijzondere aandacht gekregen. In opdracht van de vier IJmondgemeenten is in 2012 en 2013 onderzoek gedaan naar de opgaven waar de IJmond voor staat, de sterke en zwakke punten van de vier gemeenten en de samenwerking in de IJmond, de randvoorwaarden voor IJmondiale samenwerking en wat er nodig is om de kansen voor samenwerking in de IJmond te benutten. De stuurgroep kansenonderzoek regionale samenwerking IJmond heeft het kansenonderzoek in 2013 aan de leden van de gemeenteraden van Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen aangeboden. Het onderzoek wijst uit dat de opgaven waar gemeenten voor staan de gemeentegrenzen overstijgen en vragen om een gezamenlijk optreden. Samenwerking is nodig om de bovenlokale opgaven in het gebied aan te kunnen pakken. Uit het onderzoek komen vijf opgaven als belangrijkste opgaven voor de regio IJmond naar voren; 1. De economie moet versterkt en minder afhankelijk van de staalindustrie gemaakt worden om toekomstbestendig te zijn. 2. Er ligt een opgave rond luchtkwaliteit en de gevolgen van de beperkte milieuruimte in de IJmond. 3. Beperkte mobiliteit binnen en bereikbaarheid van de regio zorgen voor knelpunten die om een oplossing vragen. 4. De woningvoorraad van de gemeenten vraagt om herstructurering en doorontwikkeling richting levensloopbestendig wonen. 5. Tot slot is het in stand houden van regionale voorzieningen een opgave die steeds belangrijker wordt voor de vier IJmondgemeenten. De uitkomst van de bespreking van het onderzoek geeft richting aan verdere acties in 2014. De inhoudelijke doelstellingen ten aanzien van de verschillende onderwerpen worden in de andere programma’s verder uitgewerkt. - Organiseren van verkiezingen voor gemeente en Europa
Door bereikte en in gang gezette zaken van deze gemeenteraad is een solide basis gelegd voor verdere ontwikkeling van de gemeente in de komende raadsperiode. Vertrekpunt daarbij zijn de gemeenteraadverkiezingen op 19 maart 2014. De gekozen volksvertegenwoordigers vormen dan een nieuw college en gaan de accenten voor de komende periode bepalen. Het dan te vormen college zal hieraan uitvoering geven. Op 22 mei 2014 zijn er verkiezingen voor het Europees Parlement Het organiseren van verkiezingen omvat onder meer de benoeming van stembureauleden door het college en het faciliteren van een goed verloop van de verkiezingen.
40
Welke producten dragen hier aan bij? Gemeenteraad 10001 College-/Bestuursondersteuning 10002 Onderscheidingen 10005 Representatie 10006 Communicatie 10007 Verkiezingen 15020 Internationale solidariteit 13054 Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Dat burgers, bedrijven en instellingen tevreden zijn over de publieke dienstverlening op het gebied van burgerzaken en burgerlijke stand. Deze dienstverlening komt op correcte en efficiënte wijze tot stand. Wat gaan we daarvoor doen? - Correct en efficiënt leveren van alle producten en diensten van Burgerzaken en Burgerlijke stand. - Zorgen voor eenduidige en klantgerichte dienstverlening via alle kanalen. - Doorontwikkelen van de eerstelijns dienstverlening op basis van het dienstverleningsconcept Antwoord© op Maat. In 2013 is gestart met een pilot service op afspraak voor de producten en diensten van Burgerzaken. De gemeten klantervaringen uit de pilot en een evaluatie leiden begin 2014 tot een collegebesluit over service op afspraak. Om de doelstellingen van het dienstverleningsconcept Antwoord© op Maat te behalen, werkt Beverwijk aan de ontwikkeling van de eerstelijns dienstverlening in het klantcontactcentrum (KCC). Beoogde projecten en activiteiten voor ontwikkeling van de dienstverlening omvatten, naast service op afspraak, verbetering van de digitale dienstverlening, verbeteren van de bereikbaarheid/ beschikbaarheid van de gemeentelijke organisatie en integratie van de balie, telefonie, website/webcare en post. - Op orde houden van de gemeentelijke basisadministratie (GBA) Gemeente Beverwijk volgt de ontwikkelingen rondom de modernisering van de GBA nauwgezet en houdt de GBA, volgens de wetgeving GBA, actueel. In de loop van de komende jaren zal de GBA opgaan in een grote, door het rijk beheerde Basisregistratie Personen (BRP). Een omvangrijke en complexe operatie die gepaard gaat met het reduceren van dubbele opslag van gegevens en grote gevolgen heeft voor de informatiehuishouding van de gemeente en de systemen waarop deze is gebaseerd. De aansluiting op de BRP vraagt in 2014 om een intensief voorbereidingsproces. Welke producten dragen hier aan bij? Burgerlijke stand 15015 Documenten/verklaringen 15016 Huisnummering/straatnaamgeving 15017 Naturalisatie 15018 Persoonsinformatie 15019
41
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Begroting Begroting Begroting Begroting Berap II 2014 2015 2016 2017
lasten 10001 10002 10005 10006 10007 13054 15015 15016 15017 15018 15019 15020
Producten Gemeenteraad College-/Bestuursondersteuning Onderscheidingen Representatie Communicatie (Voorlichting) Internationale solidariteit Burgerlijke stand Documenten/Verklaringen Huisnummering/Straatnaamgeving Naturalisatie Persoonsinformatie Verkiezingen Totaal Lasten
684,1 1.827,6 16,9 64,1 368,5 4,0 295,6 515,8 20,0 79,9 437,7 158,0
920,9 1.170,6 18,4 61,5 250,7 4,7 343,9 654,0 31,7 58,8 423,6 19,9
961,4 1.445,7 19,0 63,2 256,6 4,7 337,6 645,2 32,5 42,2 427,8 109,1
898,9 1.456,5 19,0 63,2 256,6 4,7 337,6 645,2 32,5 42,2 427,8 109,1
906,8 1.457,4 19,0 63,2 256,6 4,7 337,6 645,2 32,5 42,2 427,8 109,1
912,7 1.457,4 19,0 63,2 256,6 4,7 337,6 645,2 32,5 42,2 427,8 109,1
4.472,5
3.958,7
4.345,0
4.293,3
4.302,0
4.307,9
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Begroting Begroting Begroting Begroting Berap II 2014 2015 2016 2017
baten 10001 10002 10005 10006 10007 13054 15015 15016 15017 15018 15019 15020
Producten Gemeenteraad Bestuursondersteuning Onderscheidingen Representatie Communicatie (Voorlichting) Internationale solidariteit Burgerlijke stand Documenten/Verklaringen Huisnummering/Straatnaamgeving Naturalisatie Persoonsinformatie Verkiezingen
0,2 0,163,7 596,5 77,0 4,5 -
76,4 581,3 50,0 0,8 -
77,5 581,3 21,0 0,8 -
78,2 581,3 21,0 0,8 -
78,9 581,3 21,0 0,8 -
79,5 581,3 21,0 0,8 -
741,8
708,5
680,6
681,3
681,9
682,6
Saldo
3.730,7-
3.250,3-
3.664,4-
3.612,0-
3.620,1-
3.625,3-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
85,2 18,0 3.798,0-
67,2 3.317,5-
39,2 3.703,7-
3.612,0-
3.620,1-
3.625,3-
Totaal Baten
10001 Gemeenteraad Begroting 2014 is hoger, dit komt onder andere door €10.000 extra lasten i.v.m. kosten wisselen raadsleden na gemeenteraadsverkiezingen. Daarnaast is bij de meerjarenraming 2012 - 2015 vanaf 2015 €264.500 afgeraamd e in verband met minder politieke ambtdragers. Bij de 2 bestuursrapportage (nr. 6) is dit grotendeels, €209.653 voor 2015, weer teruggedraaid. Bij de septembercirculaire wordt het restant teruggedraaid. Dit is een budgetneutraal effect wat wordt meegenomen bij de verwerking van de septembercirculaire. 10002 College-/ Bestuursondersteuning De lasten zijn hoger in 2014 ten opzichten van 2013, dit komt grotendeels door lagere wethouderslasten in 2013 (zie de 2e bestuursrapportage nr. 5). Doordat het aantal inwoners boven de 40.000 is zijn de lasten voor het college in 2014 hoger. Daarnaast is er een andere doorbelasting van personeelslasten. 15020 Verkiezingen In 2013 zijn er geen verkiezingen, hierdoor is de begroting 2013 lager.
42
Integrale veiligheid (2) Algemeen Programmadoelstelling Zorg voor een (sociaal) veilige woon-, leef-, en werkomgeving waarin inwoners zich beschermd weten, regels worden gehandhaafd en ernstige calamiteiten achterwege blijven. Context en achtergrond Integrale veiligheid heeft betrekking op inwoners, ondernemers en organisaties in Beverwijk. Dit beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen, het heeft ook relaties met regionale beleidsplannen en prioriteiten van politie en Openbaar Ministerie. De gemeente Beverwijk beperkt zich niet alleen tot datgene wat lokaal kan worden opgelost, maar wordt ook mede verantwoordelijk voor de doorontwikkeling van een regionale strategische veiligheidsagenda. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - kadernota “Integrale veiligheid 2013 - 2014 . . . - Uitvoeringsplan integrale veiligheid 2013 - 2014 . . . - Gemeentelijke handleiding art 13b Opiumwet, Damoclesbeleid - Zorgplan overvallen . . . . . . .
2012/54855 INT-13-01879 2011/23405 C-13-00527
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 niet van toepassing Bezuinigingen Niet van toepassing
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Een veilige woon- en leefomgeving Wat gaan we daarvoor doen? Conform het gestelde in het uitvoeringsplan integrale veiligheid: Samen met de verschillende ketenpartners de grootste inbreuken op de veiligheid zoals woninginbraak, fietsendiefstal, overvallen, straatroof, hennepplantages en (woon)overlast terugdringen. De primaire processen, die over diverse uitvoerende organisaties zijn verdeeld, worden geordend door de gemeente als regievoerder. - De gemeente zorgt voor regie c.q. afstemming van beleid tussen de partners en de uitvoering bij het ontruimen van hennepplantages en het sluiten van panden op basis van de gemeentelijke handleiding toepassing artikel 13b Opiumwet/Damoclesbeleid; - opstellen van een collegeadvies voor de aanpak van geweld in Beverwijk; - stimuleren dat bewoners, ondernemingen en directies van scholen vandalisme en vernielingen melden door consequent te reageren; - Het opstellen van een collegeadvies over vandalismebeleid waarbij speciale aandacht wordt besteedt aan scholen; - Uitvoering geven aan de Wet regulering en bestrijding misstanden seksbranche; - Het verder ontwikkelen van de gemeentelijke veiligheidsindex door onder andere het toevoegen van het aantal meldingen van incidenten, overlast en vandalisme. Deze index geeft door objectieve gegevens een score voor de veiligheid in d egemeente. 43
Welke producten dragen hier aan bij? Sociale Veiligheid 13021 Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Zowel de objectieve als subjectieve veiligheid op bedrijventerreinen en/of winkelgebieden verhogen waarbij gebruik wordt gemaakt van het instrument Keurmerk Veilig Ondernemen. Wat gaan we daarvoor doen? - Het college doet een onderzoek of er voldoende draagvlak bestaat bij ondernemers van bedrijventerreinen en winkelgebieden voor een gezamenlijke aanpak. - Opstellen van een gemeentelijk uitvoeringsprogramma. - Continueren en bevorderen van (veiligheids)netwerken op bedrijventerreinen en winkelgebieden door periodieke evaluatie van de maatregelen en de samenwerking. - Uitvoering geven aan het zorgplan overvallen door het bezoeken van de overvallen ondernemer Welke producten dragen hier aan bij? Sociale veiligheid 13021 Bedrijfscontacten 13035 Doelstelling 2a Wat willen we bereiken? Een veilig verloop van het evenement Sail Wat gaan we daarvoor doen? - Het inschatten van de risico’s - Het opstellen van veiligheidsplannen in regionale samenwerking. Welke producten dragen hier aan bij? Sociale veiligheid 13021 Rampenbestrijding 13024 Doelstelling 2b Wat willen we bereiken? Het vermijden van incidenten op en om de automarkt Beverwijk Wat gaan we daarvoor doen? - In 2013 is een evaluatie opgesteld over veiligheid bij de automarkt. Het college zorgt voor implementatie van de uitkomsten. - Conform het handhavingregime automarkt inzetten van toezichthouders en verkeersregelaars - Handhaven van “lik op stuk” beleid Welke producten dragen hier aan bij? Bedrijfscontacten 13035
44
automarkt Beverwijk
Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Het (verder) terugdringen van overlast door jeugdgroepen. Wat gaan we daarvoor doen? - Het verder ontwikkelen van het gemeentelijke meldpunt jeugd op basis van aanbevelingen uit het evaluatierapport dat volgens planning eind vierde kwartaal 2013 wordt vastgesteld; - Het opstellen van een gemeentelijke visie op opvoedondersteuning, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de mogelijkheden voor risicojongeren; - Het onderzoeken van mogelijkheden om jongerenontmoetingsplekken (JOP’s) te realiseren; - De gemeente stelt voor een overlastlocatie een plan van aanpak op en bij de uitvoering voert de gemeente de regie. De uitvoering gebeurt door de ketenpartners. (ambulant jongerenwerk, politie, team handhaving en corporaties) Welke producten dragen hier aan bij? Jeugd en jongerenwerk 13084 Sociale veiligheid 13021 Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Een kadernota integrale veiligheid voor de nieuwe raadsperiode Wat gaan we daarvoor doen? - Opstellen van een veiligheidsanalyse waarbij gebruik wordt gemaakt van het belevingsonderzoek leefbaar- en veiligheid, de politiescan, de veiligheidsindex, registraties van andere organisaties, het meldpunt zorg en overlast en signalen in de media en van bewoners - Benoemen van beleidsaccenten en prioriteiten van beleid - Opstellen van de kadernota integrale veiligheid. Welke producten dragen hier aan bij? Sociale veiligheid 13021
45
Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Het realiseren van een herkenbare en slagvaardige gemeentelijke crisisorganisatie, die realistisch en eigentijds opereert. Wat gaan we daarvoor doen? - De focus leggen op zelfredzaamheid, improvisatievermogen en flexibiliteit door implementatie van het nieuwe deelplan Bevolkingszorg dat eind 2012 is vastgesteld. - Verbetering van de multidisciplinaire rolherkenbaarheid en samenwerking door actieve deelname in multidisciplinaire overleggen op het gebied van paraatheid, planvorming en opleiden trainen en oefenen. Beverwijk draagt daarbij uit waar Bevolkingszorg Kennemerland (gemeentelijke crisisorganisatie) voor staat en welke rol de gemeente heeft in de voorbereidende fase, crisisfase en de nazorgfase. - Extra inzet op crisiscommunicatie. Op het gebied van crisiscommunicatie is bij oefeningen en incidenten geconstateerd dat er nog veel ruimte is voor verbetering. Daarom gaan we, op basis van het verbeterplan crisiscommunicatie, verbeteringen doorvoeren voor de kwaliteit van de voorzieningen, de planvorming en het OTO-programma (opleiden, trainen en oefenen). Welke producten dragen hier aan bij? Rampenbestrijding 13024 Doelstelling 6 Wat willen we bereiken? Een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling en het betaalbaar houden van de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) Wat gaan we daarvoor doen? - De verdere ontwikkeling van de VRK leidt tot een verbetering van de bestuurlijke en operationele slagkracht van partijen betrokken bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beverwijk stelt zich hierbij kritisch en constructief op via Beverwijkse vertegenwoordigers binnen het bestuur van de VRK. - College en gemeenteraad krijgen, met behulp van het regionaal crisisplan, het regionaal dekkingsplan brandweer en de jaarstukken VRK, goed inzicht in de kwaliteit, voortgang van de crisisbeheersing en het op orde brengen van de bedrijfsvoering van de VRK. Met deze instrumenten kunnen ze deze gemeenschappelijke regeling monitoren en toetsen. Welke producten dragen hier aan bij? Rampenbestrijding 13024 Brandweer 11023
46
financiële tabel Begroot 2013 t/m Berap II
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Lasten 11023 13009 13021 13023 13024
Producten Brandweer Regelingen / bijzondere wetten Sociale veiligheid CRIB proces, rampenplan Rampenbestrijding Totaal Lasten
2.780,7 669,6 228,0 1,9 261,6
2.788,4 747,4 271,3 3,9 259,5
2.759,3 832,2 292,6 3,9 252,6
2.562,7 832,2 317,6 3,9 252,6
2.522,7 832,2 282,6 3,9 252,6
2.522,7 832,2 282,6 3,9 252,6
3.941,9
4.070,5
4.140,7
3.969,1
3.894,1
3.894,1
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroot 2013 t/m Berap II
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Baten 11023 13009 13021 13023 13024
Producten Brandweer Regelingen / bijzondere wetten Sociale veiligheid CRIB proces, rampenplan Rampenbestrijding
75,3 154,1 -
122,6 100,5 -
123,3 100,5 -
123,7 100,5 -
124,1 100,5 -
124,5 100,5 -
229,4
223,1
223,8
224,2
224,6
225,0
Saldo
3.712,5-
3.847,4-
3.916,9-
3.744,9-
3.669,5-
3.669,1-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
71,0 3.641,5-
3.847,4-
3.916,9-
3.744,9-
3.669,5-
3.669,1-
Totaal Baten
13009 Regelingen/ bijzondere wetten Vanaf 2014 worden de uren welke besteed worden aan de automarkt geraamd op dit product, hierdoor zijn er hogere lasten. 13021 Sociale veiligheid Bij de meerjarenraming 2013 - 2016 zijn voor 2015 extra lasten opgenomen in verband met Sail.
47
Ruimtelijke ordening en stedenbouw (3) Algemeen Programmadoelstelling Het ontwikkelen van ruimtelijk beleid, vergroten van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente en scheppen van een ruimtelijk referentiekader voor toekomstige ruimtelijke ambities en ingrepen door: - Formuleren en vastleggen van ruimtelijk beleid in bestemmingsplannen en visies - Toetsen van bouwplannen op stedenbouwkundig en ruimtelijk beleid - Beheer van openbare gebouwen en terreinen - Actualiseren vastgoedbeleid, grondbeleid en grondprijsbeleid - Het initiëren en onderzoeken van mogelijke ontwikkelingsprojecten Context en achtergrond - Een belangrijk instrument om het gewenste ruimtelijke beleid te realiseren is een actueel bestemmingsplan. Om leges te mogen heffen moeten bovendien, conform de nieuwe wetgeving Wro/Bro, alle bestemmingsplannen per 1 juli 2013 jonger zijn dan 10 jaar. Om hieraan te kunnen voldoen zijn diverse conserverende bestemmingsplannen en beheersverordeningen opgesteld en is het vooroverlegtraject geminimaliseerd. Indien de markt en de economie weer aantrekken kunnen deze vastgestelde plannen op onderdelen weer aangepast worden om zo toch de gewenste ontwikkeling juridisch mogelijk te maken. - Regionale ontwikkelingen in bijvoorbeeld de IJmond, het NZKG en de MRA bieden kansen voor ruimtelijke en economische aspecten en duurzaamheid in Beverwijk. Het volgen en inspelen op deze bredere ontwikkelingen krijgt daarmee een hogere prioriteit in de komende jaren. - Er blijven altijd wenselijke bouwinitiatieven ontstaan die niet (volledig) passen in de bestemmingsplannen. Met het doorlopen van procedures als projectuitvoeringsbesluiten en (uitgebreide) omgevingsvergunningen zijn deze (particuliere) initiatieven planologisch toch mogelijk. De totale kosten (zowel apparaatkosten als ook noodzakelijke aanpassingen van de openbare ruimte), dienen volgens de Wro/Bro (juli 2008) verhaald te worden op aanvrager c.q. grondeigenaar indien sprake is van ontwikkelingen op particulier terrein met benodigde aanpassingen in het openbare gebied. - Ter bepaling en ondersteuning van de financiële haalbaarheid van bestemmingsplannen wordt een geactualiseerd grondbeleid en grondprijsbeleid opgesteld. (exploitatieplannen). Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving Actuele landelijke wetgeving waaraan het Beverwijkse ruimtelijk beleid moet voldoen zijn: - Wet ruimtelijke ordening (Wro), toelichting in Bro. (Juli 2008) - Besluit ruimtelijke ordening (Bro). (Juli 2008) - Regelgeving digitaal uitwisselbare plannen conform de IMRO-codering 2008 en per 1 juli 2013 norm 2012. - Crisis- en herstelwet (Chw) - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Op rijks-, provinciaal-, regionaal- en lokaal niveau zijn diverse visies en andere vormen van regelgeving leidend: - Europa : Te implementeren richtlijnen op velerlei gebied, waaronder regels omtrent . Natura 2000 gebieden; Milieunormen (o.a. luchtkwaliteit); MER-regels; . aanbestedingsregels; Kaderrichtlijn Water, etc. - Rijk : Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte - Provincie : Structuurvisie Noord-Holland 48
- Regio
: Metropool Regio Amsterdam (MRA) : Visie Noordzeekanaalgebied (NZKG) - Gemeentelijk : Structuurvisie Beverwijk 2015+
INT-13-02744 2009/76503
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014. Zie doelstelling 7 Bezuinigingen De vastgestelde bezuinigingen december 2011 besluit raad 12 juli 2012 zijn doorgevoerd en geëffectueerd.
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Ontwikkelen en vastleggen van Ruimtelijk Beleid. Wat gaan we daarvoor doen? - Het actualiseren van bestaande en opstellen van nieuwe bestemmingsplannen of beheersverordeningen, waarbij een voorkeur is voor beheersverordeningen. - Opstellen gebiedsvisies als stedenbouwkundig kader voor herstructureringsgebieden. - Het volgen en leveren van bijdragen aan provinciale en regionale visies als NZKG, MRA BEVERWIJK
ZAANSTAD VELSEN
AMSTERDAM
Noordzeekanaalgebied (NZKG)
- Om planologisch niet passende (particuliere) bouwinitiatieven toch mogelijk te maken werkt Beverwijk uitgebreide omgevingsvergunningen uit. Gemiddeld komen er jaarlijks circa 20 verzoeken binnen, die ieder een procedure doorlopen van 26 weken. - Onderzocht wordt of er efficiencywinst te halen is uit het verbeteren van de organisatie van vervaardiging van ruimtelijke plannen. - Indien ruimtelijke ontwikkelingen plaats vinden op particuliere terreinen waardoor ook ingrepen nodig zijn in de openbare ruimte is in principe sprake van het opstellen van een exploitatieplanberekening conform de wettelijke uitgangspunten zoals verwoord in de Wro en Bro van 1 juli 2008 en het afsluiten van een anterieure overeenkomst met betrokken grondeigenaren.
49
- Het actualiseren van het grondbeleid en grondprijsbeleid ten behoeve van ontwikkelingen op particuliere terreinen. - Beverwijk zorgt voor een goede afstemming tussen vastgoedbeleid (grond, opstallen en bestemming) en het grondbeleid en grondprijsbeleid. Welke producten dragen hier aan bij? Ruimtelijke ordening 13097 Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Het behouden en versterken van de kwaliteit en de (historische) karakteristieken van de gemeente door handhaving van het ruimtelijk beleid en het toetsen van bouwplannen. Wat gaan we daarvoor doen? - Opstellen van nieuw welstandsbeleid - Opstellen en uitvoeren van een aangepast handhavingsbeleid - Opstellen van ruimtelijke beleidsregels voor toetsing van aanvragen om reguliere Wabo omgevingsvergunningen die in strijd zijn met het bestemmingsplan (planologische kruimellijst) - Toetsen van bouwplannen aan bovengenoemd ruimtelijk beleid en toezicht op naleving. - Toetsen van bouwplannen (ontwikkeling en sloop) aan bouwregelgeving - Toetsen van de ruimtelijke onderbouwing voor aanvragen van omgevingsvergunningen die de uitgebreide Wabo procedure doorlopen Welke producten dragen hier aan bij? Basiskaart 16010 Bouwvergunning 14102 Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Beheer van openbare gebouwen en terreinen Wat gaan we daarvoor doen? Gemeente Beverwijk heeft een groot aantal kavels en vastgoedobjecten in bezit, welke zij verhuurt of anderszins in gebruik heeft gesteld. Het beheer hiervan was verspreid over diverse organisatieonderdelen en daardoor niet altijd efficiënte. Na de professionaliseringsslag vastgoedbeheer is het gemeentelijke vastgoed in één team bij elkaar gebracht. Er zijn enkele centrale doelstellingen geformuleerd, namelijk: - Inzicht in de status en de gegevens van het vastgoed; - Het streven naar een minimaal kostprijs dekkende exploitatie van de totale vastgoedportefeuille. Financieel inzicht is hierbij vereist; - Een eenduidige aanpak van en sturing op vastgoed. Deze doelstellingen zijn noodzakelijk om het reeds ingezette proces van professionalisering van vastgoed te continueren. Dit traject leidt begin 2014 tot toewijzingsbeleid, prijsbeleid en verkoopbeleid van gemeentelijk vastgoed en terreinen. Welke producten dragen hier aan bij? Niet openbare onroerende zaken 13037 Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Vastgoedbeleid en grondbeleid
50
Wat gaan we daarvoor doen? Om het ruimtelijk beleid op een zo economisch verantwoord mogelijke wijze te realiseren, wordt een mix van de volgende mogelijkheden ingezet: - Omdat er geen bestemmingsreserve vastgoed is voor strategische en gelegenheidsaankopen heeft de gemeente Beverwijk, buiten projecten om, een passief verwervingsbeleid; - Het efficiënt en effectief beheren van de gemeentelijke vastgoedportefeuille; - Goede contractuele afspraken, gronduitgifte en verwerving en financiële afspraken bij diverse ruimtelijke projecten. Verder hoort bij een verantwoord ruimtelijk beleid: - Actuele grondprijzen (het grondprijsbeleid heeft als uitgangspunt marktconformiteit); - Het actueel houden en herzien van het exploitatieplan Westelijk Beverwijk en van diverse grondexploitaties. Welke producten dragen hier aan bij? Niet openbare onroerende zaken 13037 Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Het initiëren en onderzoeken van mogelijke ruimtelijke processen en ontwikkelingen ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit en revitalisering van de gemeente tot aan een projectdefinitie of plan van aanpak. Wat gaan we daarvoor doen? - A22 zone en de kop van de Haven, zie doelstelling 6. - Opstellen notitie Strategische ontwikkeling Beverwijk vanaf 2014. Welke producten dragen hier aan bij? Ruimtelijke Ordening 13097 Doelstelling 6 Wat willen we bereiken Gegarandeerde bereikbaarheid van de gemeente waarbij een betere benutting van de A22 centraal staat en het verbinden van die delen van Beverwijk die door de A22 worden gescheiden, zoals o.a. het stadscentrum en de woonboulevard. Stimuleren en verbeteren van bedrijvigheid van de haven, het industriegebied de Pijp en de woonboulevard. (Zie ook “Startnotitie A22 / Kop van de haven 2012/38521 en de collegenota “Uitwerking startnotitie A22 in plan van aanpak A22 zone / Kop van de Haven” 2012/54885). Wat gaan we daarvoor doen De gemeente heeft het initiatief genomen om, samen met ondernemers en vastgoedeigenaren, een nieuw toekomstbeeld voor de woonboulevard te schetsen. Nadat de gemeente, ondernemers en vastgoedeigenaren dit toekomstbeeld bepaald hebben kan in het 2e kwartaal van 2014 een ruimtelijke- en verkeerskundige visie worden opgesteld. Beverwijk voert ook het project Handelskade / Kop van de Haven uit. Welke producten dragen hieraan bij? Ruimtelijke Ordening 13097 Verkeersvoorz., maatregelen 13031 Riolering Beheer en onderhoud 13090 Bedrijfscontacten 13033
51
Aagtenpark
Doelstelling 7 Wat willen we bereiken? Een van de mogelijkheden om de woon- en leefomgeving en het buitenstedelijke groen te verbeteren in de groene oostrand van Beverwijk is de realisatie van het Aagtenpark op de voormalige CAIJ- en Aagtenbelt. Een openbaar toegankelijk (natuurbeleving)park met mogelijkheden voor intensieve vormen van recreatie. Na realisatie vormt dit park enerzijds een aanvulling op de extensieve recreatiemogelijkheden van de Buitenlanden, de Omzoom en de cultuurhistorisch waardevolle stelling van Amsterdam en anderzijds is het een groenrecreatief uitloopgebied voor de Broekpolder. Door zijn centrale ligging, doorgaande voet- en fietspaden en uitzichtpunt (16m boven NAP) verbindt het de gemeente met het oostelijke buitengebied en wordt het gebied een aantrekkelijk groenrecreatieve buffer tussen Beverwijk en het landschap. Wat gaan we daarvoor doen? Beverwijk gaat het gebied (26 hectare) eerst, conform de Wet bodembescherming, voorzien van een nieuwe leeflaag als basis voor een milieuhygiënisch veilige inrichting. Vervolgens wordt fasegewijs de feitelijke inrichting ter hand genomen. Mits er door de recessie geen extra vertragingen in de grondleveranties zijn kan het totale park in de loop van 2016 worden opengesteld. Welke producten dragen hier aan bij? Project Aagtenpark 13102
52
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
13037 13097 13098 13102 13103 13104 14102 16010
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten Producten Niet openbare onroerende zaken Ruimtelijke ordening Geldleningen woningmarkt Project Aagtenpark Exploitatie warmte- en koudeopslag Ontwikkeling A22 zone Bouwvergunning Basiskaart
1.310,9 1.338,3 8,0 286,0 887,8 408,7
1.491,6 1.006,2 668,4 119,3 0 801,0 385,5
1.574,1 886,5 13,4 755,0 119,3 97,8 835,3 414,8
1.574,1 886,5 32,9 605,2 119,3 97,8 835,3 414,8
1.574,1 886,5 57,3 111,9 119,3 97,8 835,3 414,8
1.574,1 886,5 56,2 111,9 119,3 97,8 835,3 414,8
Totaal Lasten
4.239,7
4.471,9
4.696,2
4.566,0
4.097,0
4.095,9
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
13037 13097 13098 13102 13103 13104 14102 16010
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroot 2013 t/m Berap II
baten Producten Niet openbare onroerende zaken Ruimtelijke ordening Geldleningen woningmarkt Project Aagtenpark Exploitatie warmte- en koudeopslag Ontwikkeling A22 zone Bouwvergunning Basiskaart
535,1 120,5 8,0 191,1 1.031,2 33,4
2.295,5 536,6 143,6 337,1 17,1
1.061,7 6,9 719,5 119,3 589,9 17,4
1.071,7 6,9 246,8 119,3 597,2 17,5
1.081,9 6,9 119,3 604,5 17,7
1.090,3 6,9 119,3 612,0 17,8
Totaal Baten
1.919,3
3.329,9
2.514,7
2.059,4
1.830,3
1.846,3
Saldo
2.320,4-
1.142,0-
2.181,5-
2.506,6-
2.266,8-
2.249,6-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
105,6 442,5 1.983,5-
149,9 992,1-
166,5 49,0 2.299,0-
295,5 2.211,0-
49,0 2.217,8-
49,0 2.200,7-
13037 Niet openbare onroerende zaken De lasten zijn vanaf 2014 hoger doordat ook de kapitaallasten (afschrijving en rente) van de vastgoedobjecten welke een maatschappelijk doel dienen op dit product worden begroot. De lagere lasten staan op het programma 7 Kunst en Cultuur. De baten zijn in 2013 hoger door incidentele grondverkopen. 13097 Ruimtelijke ordening De lasten zijn lager doordat de lasten voor de goederenspoorverlenging en de ontwikkeling Wijckerpoort zijn overgegaan naar programma 19 (product 13105 Goederenspoorverlenging en 13106 Ontwikkeling Wijckerpoort). 13098 Geldleningen woningmarkt De lasten zijn geraamd conform het raadsbesluit INT-13-02067 13102 Project Aagtenpark De uitgaven zijn geraamd conform planning. Vanaf 2016 zijn de beheergelden voor het Aagtenpark geraamd. 14102 Bouwvergunning De lasten zijn in 2014 tot en met 2017 hoger dan 2013 door de nieuwe urenraming en door hogere kapitaallasten e De baten zijn in 2013 lager doordat er bij de 1 bestuursrapportage (nr. 12) €240.000 incidenteel is afgeraamd. 16010 Basiskaart De lasten zijn vanaf 2014 hoger door hogere afschrijvingslasten.
53
Verkeer en wegen (4) Algemeen Programmadoelstelling Een optimaal bereikbare gemeente met een veilig en onderhouden verkeerssysteem, nu en in de toekomst. Context en achtergrond Het gemeentelijk verkeer- en vervoerplan (GVVP 2011 - 2012) en het meerjarenprogramma beheer en onderhoud openbare ruimte (2012) legt de basis voor een robuust en toekomstvast verkeerssysteem in de gemeente Beverwijk. Het GVVP sluit aan bij regionale en landelijke ontwikkelingen op het gebied van verkeer en vervoer. Regionaal krijgt dit vorm binnen IJmond Bereikbaar. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan 2007/22571, 2011/6074 en 2011/20083 - Meerjarenprogramma beheer en onderhoud openbare ruimte 2012/51815 - Bebouwd parkeren centrumplannen en stand van zaken najaar 2013 2012/43111 Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 . De A22 zone is project 3 uit het collegeprogramma. Vanwege de aard van het project, het verbinden van die delen van de gemeente die door de A22 worden gescheiden, is het ondergebracht bij programma ruimtelijke ordening en stedenbouw doelstelling 6. Het verkeerskundige deel is verwerkt in de regionale mobiliteitsvisie IJmond Bereikbaar. . GVVP uitvoeringsprogramma heeft een relatie met accent 4 van het collegeprogramma. De uitwerking hiervan staat bij doelstelling 1 Bezuinigingen Niet van toepassing.
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? De gemeente moet bereikbaar en verkeersveilig blijven, nu en in de toekomst. Wat gaan we daarvoor doen? Centrumparkeren - Parkeren is essentieel voor de bereikbaarheid van Beverwijk. De belangrijkste fysieke wijziging voor het parkeren in Beverwijk is de parkeergarage Oude Haven, onderdeel van project Meerplein, waarvan de realisatie in 2014 gepland is. - Op basis van beleidsmatige en financiële onderbouwing voor parkeervoorzieningen in de nota Bebouwd parkeren centrumplannen wordt gewerkt aan een verdere implementatie van de beleidsbeslissingen voor parkeerfinanciering en de kadernota parkeren. - Het gaat om onder andere de parkeertarieven (besluitvorming raad eind 2014), het ontwikkelen en reguleren van de verschillende parkeerlocaties (Wijckerpoort begin 2014) en de aanbestedingen van parkeerapparatuur voor de parkeergarage Meerplein (eind 2014), alsmede het beheer en onderhoud van deze garage (eind 2014). De (tijdelijke) parkeersituatie wordt daarbij gemonitord. Daarnaast start begin 2014 de bouw van de fietsenstalling Stationsplein.
54
Parkeerbeleid - Op grond van de acties voortvloeiend uit de kadernota parkeren komen er op 1 januari 2014 digitale parkeervergunningen voor alle parkeervergunninghouders in Beverwijk. Daarnaast start het pasparkeren. Ook wordt gewerkt aan de resterende acties van het uitvoeringsprogramma parkeerregulering buiten centrum&vergunningparkeren (o.a. opheffen zone Rand, introductie ontheffing parkeren inritten). Doel hiervan is om het voor de klant makkelijker te maken en (uiteindelijk) efficiënter te kunnen werken, waarmee op termijn kosten kunnen worden bespaard. - Een goed parkeerbeleid valt of staat met voldoende handhaving. Net als in voorgaande jaren controleert Beverwijk op allerhande APV- en parkeerzaken, waaronder het gereguleerd parkeren. IJmond Bereikbaar De Milieudienst IJmond continueert in 2014 IJmond Bereikbaar, een samenwerking tussen wegbeheerders, regio en bedrijfsleven om de IJmond bereikbaar te houden en verbeteringen door te voeren. Enerzijds gebeurt dit door een mobiliteitsmanagementprogramma gericht op de werknemers in de IJmond (IJmond Bereikbaar Pas, stimuleren alternatieven voor de auto). Anderzijds door de regionale mobiliteitsvisie IJmond.(besluitvorming eindversie einde 2013). Op grond van deze visie met bijbehorend uitvoeringsprogramma, wordt gewerkt aan lobby / financiering / realisatie van de maatregelen.
A8/A9 Voor een verbeterde en robuuste verbinding tussen de IJmond en de Zaanstreek is een verbinding tussen de A8 bij Assendelft en de A9 ter hoogte van Heemskerk essentieel. Op grond van het in najaar van 2013 afgeronde MIRT-onderzoek (Meerjarenprogramma infrastructuur, ruimte en transport) voor de noordkant van Amsterdam neemt de minister een besluit over een eventuele rijksbijdrage. Dan is ook meer bekend over een eventuele start van de realisatie. Bij een positief besluit van de minister gaan we, onder regie van de provincie, samen met de regionale partners het plan in 2014 verder uitwerken. Ook komt er dan een voorstel aan college en raad over de in het verleden bestuurlijk toegezegde regionale bijdrage van Beverwijk aan de A8/A9 van €2 mln.
55
GVVP uitvoeringsprogramma Het GVVP beschrijft een groot aantal verkeersmaatregelen voor de korte en lange termijn in en rond Beverwijk. In het uitvoeringsprogramma staan alle onderzoeken en maatregelen die voortvloeien uit het nieuwe verkeersbeleid. Hiervoor is jaarlijks €200.000 beschikbaar. Op basis van vastgelegde prioritering legt het college begin 2014 de uit te voeren maatregelen voor 2014 vast (zoveel mogelijk werk-met-werk). Medio 2014 vraagt Beverwijk provinciale subsidie 2015 aan voor GVVP-projecten. Oostelijke doorverbinding 3 De aanleg van de laatste schakel in de oostelijke doorverbinding is in volle gang. Deze nieuwe weg langs het parkeerterrein van de Beverwijkse Bazaar vormt een alternatief voor de Ringvaartweg. De Noorderweg krijgt ook een herinrichting. In 2015 wordt het project afgerond. Gedetailleerde informatie over dit project is beschikbaar bij programma stedelijke ontwikkeling Welke producten dragen hier aan bij? Parkeren 13032 Verkeersvoorz. en maatregelen 13031 Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Het beheer van het verkeersnetwerk op orde. Wat gaan we daarvoor doen? Zonder een goed onderhouden verkeersnetwerk kan het verkeerssysteem in de gemeente niet functioneren. Onderhoud van wegen, verlichting, verkeersregelinstallaties, maar ook gladheidsbestrijding zijn noodzakelijk om het verkeersnetwerk functionerend te houden. Door het structureel naar beneden bijstellen van beheerbudgetten in de afgelopen jaren, de bezuinigingstaakstelling voor de komende vier jaar en door het niet toepassen van inflatiecorrecties, zijn de beschikbare middelen voor adequaat onderhoud volgens de geldende normen niet meer toereikend. De onderhoudsituatie voor een aantal wegen zakte daardoor snel onder een acceptabel niveau en het aantal klachten en schadeclaims nam toe. Daarom heeft de raad in 2012 een meerjarenprogramma beheer en onderhoud openbare ruimte (2012/51815) vastgesteld en extra budget beschikbaar gesteld in de periode 2013 2015 voor het geheel of gedeeltelijk vervangen van een aantal wegen. Hierdoor kunnen de locaties waar het meest urgent onderhoud noodzakelijk is, worden aangepakt. Dit betreft de Parallelweg (deels) en Spoorsingel (deels) in 2013 en de Zeestraat en Plesmanweg in 2014 en 2015. Beverwijk maakt hiermee een inhaalslag en kunnen het minimumkwaliteitsniveau en de veiligheid waarborgen (brief aan raad 2012/29167). Een groot deel van het beschikbare budget is bestemd als bijdrage aan de meerjarenprojecten in combinatie met het GRP of herstructureringsprogramma’s. Omdat deze projecten grotendeels zijn gerealiseerd of worden uitgesteld, komt de komende jaren budget vrij voor het uitvoeren van groot onderhoud. Toch blijft, mede door de afgesproken bezuinigingen, het onderhoud aan wegen een zorgpunt. Bij de begrotingsbehandeling in de raad komt een meerjarenplan voor onder andere wegen met een vooruitblik van 10 jaar aan de orde. In dit plan is een (financieel) uitvoeringsprogramma voor 2014 opgenomen. Met een jaarlijkse actualisatie van het meerjarenplan worden de benodigde en beschikbare budgetten in beeld gebracht zodat er zicht blijft op budget en kwaliteit. Uit efficiëntieoverwegingen wordt onderhoud en/of herinrichting van wegen zo veel mogelijk met andere onderhoudsprojecten gecombineerd, zoals vervanging van de riolering (werk met 56
werk maken). Dit betreft projecten uit programma water en riolering en programma inrichting en beheer openbare ruimte. Ook op de openbare verlichting is de afgelopen jaren bezuinigd, waardoor er een achterstand is ontstaan in de vervanging van armaturen. De raad heeft hier in juni 2012 kennis van genomen en besloten om het budget voor 2013 met €110.000 te verhogen (2012/14437) om zo de meest verouderde lichtmasten en armaturen uit te wisselen waardoor storingen en storingsduur afnemen. In 2014 wordt onderzocht of er binnen het product/programma structurele dekkingsmiddelen beschikbaar kunnen komen om ook voor de komende jaren de achterstand in vervanging verder weg te werken en de jaarlijks geplande inhaalslag om over te gaan op energiezuinige armaturen te realiseren. Verder worden de acties uit het uitvoeringsplan voor de vervanging van de openbare verlichtingsarmaturen opgepakt en wordt LED verlichting langzaam op experimentele basis ingevoerd. Welke producten dragen hier aan bij? Openbare Verlichting 13027 Projecten wegverhardingen 13029 Beheer wegverhardingen 13030 Gladheidsbestrijding 14026
57
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
13027 13029 13030 13031 13032 14026 30243 30244 50050
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten Producten Openbare verlichting Projecten wegverharding Wegverharding beheer Verkeersvoorzieningen en maatregelen Parkeren Gladheidsbestrijding Oostelijke doorverb, fase 1 deel B Oostelijke doorverbinding, fase 3 Westelijke randweg
577,4 1.447,0 2.232,1 1.177,5 2.181,0 74,0 6,1 863,9
721,9 1.659,9 1.767,4 1.467,2 1.944,3 58,4 28,4 306,5
739,4 1.307,7 1.811,9 1.455,1 1.549,9 58,6 25,0 1.368,6 289,1
739,4 1.307,7 1.811,9 1.455,1 1.981,9 58,6 10,5 -
739,4 1.307,7 1.811,9 1.455,1 1.978,9 58,6 -
739,4 1.307,7 1.811,9 1.455,1 1.975,9 58,6 -
Totaal Lasten
8.558,9
7.954,0
8.605,2
7.365,1
7.351,6
7.348,6
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
13027 13029 13030 13031 13032 14026 30243 30244 50050
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroot 2013 t/m Berap II
baten Producten Openbare verlichting Projecten wegverharding Wegverharding Verkeersvoorzieningen en maatregelen Parkeren Gladheidsbestrijding Oostelijke doorverb, fase 1 deel B Oostelijke doorverbinding, fase 3 Westelijke randweg
30,8 273,4 648,0 6,1 2.292,1 -
65,0 162,8 18,3 2.099,8 -
65,0 162,8 18,3 2.099,8 -
65,0 162,8 18,3 2.099,8 -
65,0 162,8 18,3 2.099,8 -
65,0 162,8 18,3 2.099,8 -
Totaal Baten
3.250,4
2.345,9
2.345,9
2.345,9
2.345,9
2.345,9
Saldo
5.308,5-
5.608,0-
6.259,3-
5.019,1-
5.005,7-
5.002,7-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
1.014,3 1.152,0 5.170,9-
479,9 1.186,3 4.901,6-
433,0 1.393,6 5.298,8-
117,9 10,5 5.126,6-
120,9 5.126,5-
123,9 5.126,5-
13029 Projecten wegverharding en 13030 Wegverharding beheer Vanaf 2014 wijken de budgetten door twee hoofdoorzaken af van 2013. Enerzijds is in de begroting 2013 de budgetoverhevelingen vanuit 2012 verwerkt. Anderzijds is er een verschuiving van de lasten binnen beide producten. 13032 Parkeren In 2013 zijn de lasten hoger door de kosten voor het tijdelijk parkeren binnenstad/ centrumparkeren en door de inrichting van het parkeerterrein Noorderwijkweg. Vanaf 2015 zijn de lasten voor de ondergrondse fietsenstalling opgenomen (kapitaallasten en exploitatielasten, conform het raadsbesluit 2012/54403). Omdat het product parkeren als een gesloten financiering wordt behandeld hebben deze hogere lasten tot gevolg dat er een onttrekking (2013) en een lagere storting (2014 tot en met 2017) in de egalisatiereserve parkeren plaats vindt. 30243 Oostelijke doorverbinding fase 1 deel B en 30244 fase 3 Dit betreffen projecten, hierdoor zijn er alleen lasten geraamd in 2013 en 2014. Deze projecten worden gedekt door een onttrekking uit de algemene reserve 50050 Westelijke randweg In 2013 en 2014 wordt er in de algemene uitkering nog een bedrag ontvangen welke ingezet wordt voor de e afboeking van het krediet westelijke randweg (zoals gemeld in de 2 bestuursrapportage 2011).
58
Water en riolering (5) Algemeen Programmadoelstelling Invulling geven aan de “gemeentelijke watertaken”, waarin de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater zijn beschreven. Deze taken zijn verankerd in de Waterwet en de Wet milieubeheer. Via de watertoetsprocedure bij bestemmingsplannen voorzien in ruimte voor oppervlaktewater Context en achtergrond De rioleringstaak is vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2010 - 2015. Hierin is beschreven hoe de gemeente invulling geeft aan de watertaken. In 2005 zijn afspraken gemaakt met Rijkswaterstaat en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) met als hoofddoel in 2015 te voldoen aan de milieueisen voor riolering. Landelijk wordt gestimuleerd om meer samenwerking te bereiken tussen overheden bij de uitoefening van watertaken. De VNG en Unie van Waterschappen voeren hierin de regie. Beverwijk onderzoekt mogelijkheden tot samenwerking met Heemskerk, Uitgeest en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Deze mogelijkheden worden beoordeeld op kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid. In september 2013 is een regionaal feitenonderzoek afgerond, waarin aanbevelingen zijn gedaan voor nadere samenwerking of voor nadere uitwerking in een businesscase. In 2007 is met HHNK, Uitgeest en Heemskerk, het Regionaal Waterplan opgesteld. Een belangrijke actie hieruit is de omleiding van de hoofdwaterlopen. De westelijke omleiding moet in 2014 aansluiting krijgen op de kop van de haven als integraal onderdeel van rioolaanpassingen. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2010 - 2015 . . - Waterwet - Wet milieubeheer - Bestuursakkoord - Regionaal waterplan (www.beverwijk.nl -> water in Beverwijk)
.
2010/58752
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing Bezuinigingen Effecten reeds vastgestelde bezuinigingen raad; nov ’11 en juli ’12; toerekenen van 50% van de veegkosten ad €150.000 aan product ‘riolering’ (13090) in plaats van product ‘schoonhouden openbare ruimte’ (14029), startnotitie 29, 41 en 42.
59
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Op een doelmatige wijze invulling geven aan de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Wat gaan we daarvoor doen? Beverwijk voert projecten uit om de riolering efficiënter te benutten en om woonwijken geheel of gedeeltelijk af te koppelen (afvalwater en hemelwater ontvlechten); - Oosterwijk fase 2; voorbereiding vervanging riolering en afkoppelen, heroverweging door bezuinigingen. Door capaciteitsgebrek staat het project stil. - Meerplein; rioleringswerkzaamheden vooruitlopend op nieuwbouw, zie rapportage grote projecten of programma stedelijke ontwikkeling project Meerplein. - Wijk aan Zee; afkoppelproject met als doel sluiting overstort op het strand. Afkoppelen in noordelijk deel en in centrum. In 2013 is de Blauwe Vlag verkregen. Het project wordt in 2014 afgerond, waarna de eindbeschikking wordt aangevraagd bij de provincie. - Plantage; vervanging riolering en afkoppelen. De beoogde herstructurering van het plangebied was financieel niet haalbaar. Het project is afgesloten en in 2013 is een nieuwe start gemaakt. In de startnotitie van het project zijn twee ambitieniveaus gepresenteerd aan het college. Er is nog geen duidelijke keuze gemaakt. Daarmee is het nog niet duidelijk of het project Plantage een afkoppelresultaat gaat leveren in het programma van het GRP. - Kop haven; de hoofdoverstorten worden verplaatst van het Meerplein naar de kop van de haven. In de kade worden nieuwe putten aangebracht. Uitvoering 2014. - Diepriool; het transportriool tussen Zwaansmeer en de Wijkermeerweg wordt in 2014 overgedragen van het HHNK aan de gemeente. Beverwijk start met de voorbereiding van aanpassingen en onderhoudsmaatregelen aan het diepriool. - Alkmaarseweg Noord, vervanging riolering; het project is doorgeschoven naar 2013 wegens tekort dekking in 2012 en de mogelijkheid voor subsidie in 2013. In verband met de subsidie start Beverwijk de werkzaamheden eind 2013. De uitvoering loopt door tot in 2014. - Uitwerken mogelijkheden voor samenwerking in de waterketen op basis van inventarisatie in 2012 met omliggende gemeenten en waterschap. Het feitenonderzoek van medio 2013 geeft richting aan de mogelijkheden voor samenwerking en besparing in de waterketen binnen de regio met Heemskerk, Uitgeest en HHNK. Omzet gemiddeld €5 mln./jr t/m 2015 met een productie van totaal ca. 24km riolering en 41ha afkoppelen. Zie ook GRP pagina 45 t/m 56 en bijlage 8 Welke producten dragen hier aan bij? Waterbeheersing/grondwaterbeh. 13034 Projecten riolering 13089 Riolering 13090 Investeringen riolering 380xx Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Een veilig en schoon watersysteem. Wat gaan we daarvoor doen? - Via de watertoets wordt een zorgvuldige afweging over het belang van een goed functionerend systeem van oppervlaktewater gemaakt. Bij elke ruimtelijke ontwikkeling beoordeelt de gemeente Beverwijk of er voldoende ruimte is voor water. Om dit te bereiken worden de benodigde acties in een waterparagraaf bij de ruimtelijke ordeningprocedure vastgelegd. 60
- De aanleg van de oostelijke omleiding is volgens planning gestart in 2012, grotendeels integraal met de oostelijke doorverbinding deel 3 in de Buitenlanden. Voor beide deelprojecten vindt goede afstemming plaats tussen Beverwijk en HHNK. Het HHNK werkt met Beverwijk een aantal varianten uit voor de doorvoer onder de A22 nabij de Aagtenpoort. De uitvoering staat gepland in 2014. Welke producten dragen hier aan bij? Waterbeheersing/Grondwaterbeh. 13034 Investeringen riolering 380xx
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 13034 13089 13090
Producten Waterbeheersing/grondwaterbeheer Riolering projecten Riolering beheer en onderhoud Totaal Lasten
284,5 2.126,7 853,7
458,8 2.583,1 961,5
401,8 2.807,6 926,7
401,8 2.807,6 1.198,7
401,8 2.807,6 1.196,9
401,8 2.807,6 1.195,1
3.264,9
4.003,4
4.136,2
4.408,2
4.406,4
4.404,6
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
baten 13034 13089 13090
Producten Waterbeheersing/grondwaterbeheer Riolering projecten Riolering beheer en onderhoud
98,0 4.277,6
181,3 4.225,7
181,3 4.293,0
181,3 4.331,4
181,3 4.370,1
181,3 4.409,3
Totaal Baten
4.375,6
4.407,1
4.474,3
4.512,7
4.551,5
4.590,6
Saldo
1.110,7
403,6
338,1
104,6
145,1
186,0
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
848,7 29,0 291,0
93,5 102,5207,7
113,3 224,9
120,3 224,9
79,7 224,9
38,8 224,9
13089 Riolering projecten en 13090 Riolering beheer en onderhoud De geraamde baten zijn geïndexeerd, zie paragraaf lokale heffingen. Deze producten worden als gesloten financiering behandeld, daarom neemt de onttrekking aan de reserve ieder jaar af.
61
Sport (6) Algemeen Programmadoelstelling Door middel van (on)georganiseerde sportbeoefening wordt de sociale samenhang, maatschappelijke participatie en een gezonde levensstijl bevorderd ook wordt de kans op een sociaal isolement verkleind. Dit geldt in het bijzonder voor jeugd en mensen die minder mobiel zijn of worden of die (een) beperking(en) hebben. De Gemeente Beverwijk zet sport tevens in als instrument voor het overbrengen van normen en waarden zoals sportiviteit, fair play, samen spelen en respect. Dit draagt bij aan een positieve sportbeoefening en in groter verband aan meer begrip voor en toepassing van normen en regels.
Context en achtergrond Het regeerakkoord 2012 - 2016 heeft op één aspect direct gevolgen voor het programma sport. Het voornemen om het aantal gymnastiekuren van 1.5 naar 3 uur per week te verhogen is van invloed op het minimaal aantal gymnastieklokalen dat aanwezig moet zijn om het gymnastiekonderwijs te huisvesten. Wanneer de verhoging van het aantal gymnastiekuren plaats zal vinden is nog niet bekend. In regionaal verband werkt Beverwijk op projectbasis samen met omliggende gemeenten. Bijvoorbeeld bij de toekomst van het zwembad of het uitwisselen van kennis en ervaringen rondom sportstimulering. Het onderhoud en beheer van de sportaccommodaties wordt uitgevoerd door de Stichting Sportaccommodaties Beverwijk (SSB) volgens het meerjaren onderhoudsplan (MOP). Er worden overleggen georganiseerd om de mogelijkheden tot IJmondiale samenwerking bij het onderhoud en beheer te onderzoeken. Op het gebied van sportstimulering werken de gemeente samen met de sportraad, sportverenigingen en overige sportgerelateerde instellingen/organisaties. Dit past in trends die, op landelijk niveau, ten gevolge van de recessie zichtbaar worden. Gemeenten gaan meer samenwerken om de kosten te verlagen. De relatie tussen gemeenten en sportverenigingen verandert waarbij de sportverenigingen zelf verantwoordelijk worden voor taken. De gemeente neemt hierin een ondersteunende rol aan via de sportraad. Sport heeft relaties met de volgende programma’s: - Maatschappelijke ondersteuning (9) voor participatie van mensen met een beperking. - Jeugd (13) voor participatie van jongeren in de samenleving met (on)georganiseerde sportactiviteiten. - Maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen (10) regelt financiële ondersteuning van kansarme gezinnen voor deelname aan sportactiviteiten. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Sportnota “Beverwijk vitaal en sportief . - Algemene subsidieverordening Beverwijk .
62
. .
. .
. .
2009/9539 2012/4744
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Participatie van burgers in de maatschappij door deelname aan (on)georganiseerde sportactiviteiten. Bezuinigingen Niet van toepassing
Verdeling budget programma Sport in % Gymlokalen 16% Sportstimulering 6%
Buitensport 41%
Binnensport 37%
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen realiseren door sport als instrument in te zetten. Wat gaan we daarvoor doen? - Financiële ondersteuning geven in de vorm van subsidies (waarderings-, budget-, project-, zaal en jeugdsportsubsidies) aan aanbieders van sportfaciliteiten, initiatiefnemers voor het organiseren van sportevenementen en/of aan sportverenigingen. Dit wordt gedaan op basis van transparante, rechtvaardige en gerichte regelingen. (Algemene subsidieverordening Beverwijk, beleidsgestuurde contract financiering) - De aandacht vestigen op het bevorderen van samen spelen, sportiviteit, Fair Play, respect, alcoholmatiging door communicatie en PR activiteiten bij sportaccommodaties en sportverenigingen. - De zichtbaarheid van sportverenigingen vergroten door het organiseren van de Sportfair 2014. - Op reguliere basis communiceren met uitvoerende instanties. Dit om de uitwisseling te bevorderen van deskundigheid/kennis en het sportieve aanbod van sportverenigingen en verenigingen/instellingen (stichting Sportaccommodaties, stichting Sportfondsenbad, sportraad Beverwijk, schoolsportcommissie). De Sportraad draagt via de website www.beverwijksesportraad.nl bij aan het verbeteren van de informatievoorziening. Welke producten dragen hier aan bij? Sportstimulering 13059
63
Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Het bevorderen van de sportbeoefening uit oogpunt van gezondheid. Wat gaan we daarvoor doen - Stimuleren, ontplooien en in stand houden van sport- en beweegactiviteiten voor doelgroepen, door subsidiëring (waarderings-, project-, zaal-, jeugdsport-, en budgetsubsidies) van sportverenigingen en andere instellingen. Hierbij worden per doelgroep de volgende resultaten nagestreefd: - Jeugd; tegengaan van motorische achterstand, voorkomen van overgewicht, stimuleren van een gezonde en actieve levenswijze en bevorderen van participatie van jongeren uit kansarme gezinnen; - Ouderen; door beweging, preventief, de gezondheid en conditie te behouden of te verbeteren en sociaal isolement te voorkomen. - Mensen met een beperking; waar mogelijk beperkingen opheffen om deel te kunnen nemen aan sportieve activiteiten - Met de instellingen die activiteiten aanbieden voor jeugd en ouderen zijn, door middel van beleidsgestuurde contractfinanciering, afspraken gemaakt over het aanbieden van sportieve activiteiten voor jongeren en ouderen. Welke producten dragen hier aan bij? Sportstimulering 13059 Binnensport 13061 Buitensport 13062
Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Het realiseren en in stand houden van voldoende toegeruste, goed bereikbare en betaalbare binnen- en buitensportaccommodaties. Wat gaan we daarvoor doen? - De kwaliteit van de sporthallen, gymlokalen en buitensportaccommodaties is geborgd met het uitvoeren van het meerjaren onderhoudsplan (MOP). Het beheer en dagelijks onderhoud is ondergebracht bij de Stichting Sportaccommodaties Beverwijk (SSB). - Beverwijk heeft zijn buitensportvoorzieningen geclusterd in een beperkt aantal, centraal gelegen en goed bereikbare sportparken, drie sporthallen, een zwembad en in Wijk aan Zee twee sporthallen. Het sportaanbod is divers en voor een aantal sporten vervult Beverwijk een regionale functie. Door het aanbod van betaalbare binnen- en buitensportaccommodaties kunnen (Beverwijkse) scholen, sportverenigingen en andere instellingen invulling gegeven aan schoolgymnastiek en sportbeoefening. - Regionale samenwerking met direct omliggende gemeenten over investeringen, onderhoud en beheer en gebruik van de sportaccommodaties. - Technische innovaties worden gebruikt (van natuur naar kunstgras) als middel om de mogelijkheden om sport te beoefenen te vergroten en het capaciteitsvraagstuk binnen het aanwezige ruimtebeslag blijvend te kunnen oplossen. Welke producten dragen hier aan bij? Gymlokalen 13044 Binnensport 13061 Buitensport 13062
64
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 13044 13059 13061 13062
Producten Gymlokalen Sportstimulering Binnensport Sportvelden Totaal Lasten
403,4 136,2 999,6 1.158,1
398,5 633,5 533,6 1.163,4
398,8 641,7 527,4 1.175,9
398,8 641,7 527,4 1.185,5
398,8 641,7 527,4 1.185,5
398,8 641,7 527,4 1.136,6
2.697,4
2.728,9
2.743,8
2.753,4
2.753,4
2.704,5
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
baten 13044 13059 13061 13062
Producten Gymlokalen Sportstimulering Binnensport Sportvelden
0,4 115,0 47,5
115,0 47,5
116,8 48,3
117,9 48,7
119,0 49,1
120,0 49,6
162,9
162,5
165,1
166,6
168,1
169,6
Saldo
2.534,5-
2.566,4-
2.578,7-
2.586,8-
2.585,3-
2.534,9-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
76,0 2.458,5-
66,0 2.500,4-
66,0 2.512,7-
66,0 2.520,8-
66,0 2.519,3-
66,0 2.468,9-
Totaal Baten
Geen significante afwijkingen
65
Kunst en cultuur (7) Algemeen Programmadoelstelling Versterken van de sociale en culturele infrastructuur en het verbeteren van de onderlinge samenwerking tussen gemeente, instellingen en particulier initiatief. Een aantrekkelijk cultureel leefklimaat draagt bij aan verbetering van de sociale samenhang en leefbaarheid in de gemeente. Kunst en cultuur levert een bijdrage aan de identiteit van de gemeente, de persoonlijke ontplooiing en sociale verbondenheid met de gemeente, maar ook aan ontspanning en vermaak. Het cultuurbeleid is erop gericht dat iedereen kennis kan maken met cultuur en actief of passief deel kan nemen aan kunstzinnige en culturele activiteiten, individueel of in groepsverband. Daarnaast stimuleert de gemeente Beverwijk multifunctioneel gebruik van ruimten binnen deze infrastructuur. Enerzijds om efficiënt gebruik te maken van gebouwen. Anderzijds vanwege de meerwaarde die kan ontstaan door sociaal-culturele functies, zorg en onderwijs met elkaar in verbinding te brengen. Context en achtergrond De culturele voorzieningen zijn gevestigd in het hart van Beverwijk in het multifunctionele gebouw op het Kerkplein, dit versterkt het beeld van Beverwijk als aantrekkelijke gemeente. De laatste jaren verandert Beverwijk in een moderne gemeente met mooie wijken. In de (herstructurerings)gebieden integreert de gemeente Beverwijk geschiedenis, ruimtelijke ordening, architectuur en stedenbouw, groen, water en kunst. Dit geeft Beverwijk een eigen identiteit waar inwoners trots op zijn. De wens van de IJmond gemeenten om te komen tot meer regionale samenwerking op cultureel gebied heeft ertoe geleidt dat de gemeenten Beverwijk, Velsen en Heemskerk de instellingen bij elkaar brengen met als doel kennisdeling en afstemming. Het rijksbeleid is erop gericht het bibliotheekwerk te herijken in verband met de digitale ontwikkelingen. Dat leidt mogelijk tot een afname van de uitkering in het Gemeentefonds voor het bibliotheekwerk in 2015. Daarnaast investeert het rijk in het programma “Cultuureducatie met kwaliteit” in de periode 2013 - 2016; Centrum voor de kunsten Beverwijk voert het programma uit op de basisscholen in Beverwijk. Het betreft hier een matchingsregeling, uit te voeren met bestaande gemeentebudgetten). Lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen vragen op termijn om actualisatie van het kunst en cultuurbeleid. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Cultuurnota Beverwijk Bruist 2005 - 2008 . . . . - Toekomstperspectief voor de theaterfunctie in Beverwijk”, raadsbesluit - Terugkoppeling lokale- en regionale samenwerkingsmogelijkheden - culturele instellingen Kerkplein, raadsbesluit . . . - Verkenning reg. samenwerking cult. instellingen IJmond gemeenten
2005/5850 2011/50203 2012/22873 C-13-00531
Beknopte weergave nog resterende projecten/accenten uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing Bezuinigingen Bezuinigingsmogelijkheden; raadsbesluit . . . . . . . Bezuinigingen Kerkplein 1e fase, collegenota Uitwerking motie bezuinigingen tot €7 mln., raadsbesluit . . Bezuinigingen op monumenten, raadsbesluit juli 2012 (r.33), voorgenomen bezuinigingen 6% op bibliotheekwerk (1e berap 2013) 66
2011/25323 2011/48579 2012/18450 INT-13-02929
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Vernieuwen van de sociaal culturele infrastructuur. Wat gaan we daarvoor doen? De gemeente Beverwijk gaat, op basis van de ‘Verkenning regionale samenwerking culturele instellingen IJmond Gemeenten’, samen met Velsen en Heemskerk een onderzoek starten voor regionale samenwerking en kennisdeling. Daarnaast wordt onderzocht of een gezamenlijke agenda voor in de regio georganiseerde evenementen gerealiseerd kan worden. Afspraken over gezamenlijke producten neemt Beverwijk dan op in de prestatieafspraken 2014. Met een pilot onderzoekt Beverwijk de mogelijkheden van uitwisseling van technisch medewerkers. Als de contouren van de rijksbeleid en de regionale samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van kunst en cultuur bekend zijn, wordt gestart met een nieuw beleidsplan. Welke producten dragen hier aan bij? Bibliotheek 13050 Kunst en cultuur 13051 Mediazaken 13055 Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Culturele voorzieningen en sociale infrastructuur Wat gaan we daarvoor doen? Het aanbod van de instellingen is in lijn met de beleidsuitgangspunten uit de cultuurnota “Beverwijk Bruist” en het Wmo beleid. De culturele instellingen wordt gevraagd om, binnen hun programmering, relatie te leggen met het Wmo beleidsplan. Hierin geeft de gemeente aan het belangrijk te vinden dat haar inwoners zoveel mogelijk zelfstandig en naar eigen keuze mee kunnen doen aan maatschappelijke activiteiten en sociale verbanden. Met drie culturele instellingen in het multifunctionele gebouw op het Kerkplein maakt Beverwijk actuele prestatieafspraken. Voor 2014 vragen wij de instellingen om de sociale en culturele infrastructuur te versterken door de onderlinge samenwerking tussen gemeente, organisaties en particulier initiatief te verbeteren en wij stimuleren multifunctioneel gebruik van ruimten binnen de infrastructuur. Nadrukkelijk wordt aandacht besteed aan het voorkomen van overlap en intensivering van de mogelijkheden om deskundigheid lokaal, dan wel regionaal te bundelen. De instellingen werken daarbij samen met de andere (welzijns)instellingen en in afstemming met het onderwijsveld. Voor het bibliotheekwerk wordt, in overeenstemming met de gemeenten Heemskerk en Uitgeest, in 2014 afspraken gemaakt voor 2015 inclusief een voorgenomen bezuiniging van 6%. De samenwerkende gemeenten willen in 2014 de vorm van de samenwerkingsovereenkomst aanpassen naar de eisen van deze tijd. De bibliotheek werkt hiervoor een toekomstschets 2015+ uit in relatie tot landelijke herijking bibliotheekwerk. Afhankelijk van besluitvorming van de gemeente Uitgeest in 2013 over het in stand houden van een bibliotheekvestiging in deze gemeente worden de consequenties hiervan in 2014 voor de samenwerking met Beverwijk en Heemskerk uitgewerkt. De bibliotheek moderniseert in 2014 de centrale bibliotheek op het Kerkplein. De nieuwe inrichting biedt kansen voor aantrekken van nieuwe (betalende) leden.
67
In 2014 vindt tenminste eens per halfjaar (of zoveel als nodig) overleg plaats met de culturele instellingen op het Kerkplein. Eenmaal per jaar vindt op initiatief van de instelling een bestuurlijk overleg plaats. Dit gebeurt veelal op basis van een signaleringsverslag. 22 verenigingen ontvangen in 2014 een subsidie als blijk van waardering voor de activiteiten die zij, als vrijwilligersorganisaties, organiseren voor de Beverwijkse samenleving. Denk hierbij aan Museum Kennemerland, Radio Beverwijk, KeK, Stichting Kunst&Cultuur Beverwijk, zangkoren, muziekverenigingen en dergelijke. In 2014 zijn 8 evaluatiegesprekken gepland om goed in beeld te houden wat de organisaties/verenigingen doen, hiervan wordt een verslag gemaakt. Jaarlijks exposeren 11 amateurkunstenaars in de publiekshal van het stadhuis. De jaarstukken van de organisaties en verenigingen worden geëvalueerd, beoordeeld en vastgesteld. We verstrekken projectsubsidies voor (eenmalige) evenementen of activiteiten waarvoor een subsidieaanvraag is ingediend. Voorbeelden hiervan zijn het Young Art Festival en Ezels en Kwasten in Wijk aan Zee, waar mensen met verschillende culturele achtergronden met elkaar in contact komen of IJmond Pop, een evenement om popmuziek in de IJmond een platform te geven. Daarnaast verstrekt Beverwijk incidenteel projectsubsidies voor lokale en (in samenwerking met buurgemeenten) regionale activiteiten en evenementen. Welke producten dragen hier aan bij? Bibliotheek 13050 Kunst en cultuur 13051 Mediazaken 13055 Begroting 2014
147.655
77.352
Budgetsubsidie Waarderingssub. Projectsubsidie
1.843.012
Diagram subsidies programma kunst & cultuur 2014
68
Budgetsubsidies: Kennemer Theater, Centrum voor de Kunsten , bibliotheek IJmond-Noord. Waarderingssubsidies: 22 kleine organisaties en verenigingen. Projectsubsidies: Evenementen zoals Young Art en Beverwijk Uit de Kunst en op aanvraag. Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Kunst betrekken bij ruimtelijke ontwikkeling Wat gaan we daarvoor doen? De Adviescommissie kunstzinnige aankleding Beverwijk (AKAB) adviseert de gemeente over kunstuitingen in de gemeente. Desgevraagd geeft de AKAB in 2014 advies over kunsttoepassingen op ontwikkellocaties (bijvoorbeeld om en nabij het Stationsgebied, Meerplein en herstructureringslocaties). We maken een begin met een onderhoudsplan voor kunst in de openbare ruimte. In 2014 worden de laatste kunstopdrachten in de Broekpolder gerealiseerd. Het gaat om een JOP naast de skatebaan in de vorm van het kengetal van Beverwijk en Heemskerk “0251” en een kunsttoepassing op de fly-over A9. In de loop van 2014 vervalt de website www.kunstinbroekpolder.nl en wordt de informatie toegevoegd aan de website www.beverwijk.nl Welke producten dragen hier aan bij? Kunst en cultuur 13051 Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Culturele vermogen beter zichtbaar maken. Wat gaan we daarvoor doen? Het gemeentelijke monumentenregister is uitgebreid met 58 gemeentelijke monumenten. Deze extra monumenten hebben wij in 2013 definitief aangewezen. De beleidsnota cultuurhistorie Beverwijk is in 2013 vastgesteld. Een versobering van beleid kan tot gevolg hebben dat Beverwijk niet verder gaat met de inventarisatie en registratie van beeldbepalende objecten (zaken). De werkgroep “Deuren open voor het cultureel erfgoed van Beverwijk” komt met een voorstel om het cultureel erfgoed nog beter voor de burgers toegankelijk te maken. We gaan de e bestaande gegevensbank Beverwijkse cultuurhistorie verder digitaliseren in het Informatiehuis. Voor nieuwe bestemmingsplannen inventariseren en beschrijft Beverwijk de cultuurhistorische waarden, waaronder de onderzoeksresultaten uit het rapport “Beverwijk een historisch-geografische inventarisatie”. De cultuurhistorische waarden worden verwerkt per bestemmingsplangebied in de cultuurhistorische kaders in de toelichting van de bestemmingsplannen. Beverwijk houdt de actualiteitswaarde van de gemeentelijke cultuurhistorie op www.beverwijk.nl op voldoende niveau, waardoor de inwoners van Beverwijk en ook andere belangstellenden in staat worden gesteld het historisch bewustzijn te versterken. Welke producten dragen hier aan bij? Monumenten 13066
69
Doelstelling 5 Wat willen we bereiken Diversiteit in aanbod en van het publiek verhogen Wat gaan we daarvoor doen? In Beverwijk wonen mensen met verschillende achtergronden. Beverwijk wil ook in 2014 de diversiteit in de samenleving gebruiken om het culturele aanbod te verrijken, verschillen te overbruggen en mensen samen te brengen. Daarnaast wil de gemeente Beverwijk dat mensen zoveel mogelijk in hun eigen kracht staan en zelfstandig functioneren. Beverwijk stimuleert deelname van jongeren en ouderen aan kunstzinnige- en culturele activiteiten door afspraken te maken met instellingen en (kleine) organisaties over (laagdrempelig) aanbod, deelname en bereik van jongeren en ouderen. Welke producten dragen hier aan bij? Bibliotheek 13050 Kunst en cultuur 13051
70
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 13050 13051 13055 13066 13069
Producten Bibliotheek Kunst en cultuur Mediazaken Monumenten Multifunctionele voorzieningen Totaal Lasten
923,7 1.562,7 28,1 161,0 466,5
935,3 1.473,7 30,6 212,3 502,8
949,6 1.337,8 30,9 206,8 490,9
895,5 1.360,5 30,9 206,8 490,9
895,5 1.337,8 30,9 206,8 490,9
895,5 1.360,5 30,9 206,8 490,9
3.142,1
3.154,6
3.015,9
2.984,5
2.961,8
2.984,5
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
baten 13050 13051 13055 13066 13069
Producten Bibliotheek Kunst en cultuur Mediazaken Monumenten Multifunctionele voorzieningen Totaal Baten Saldo Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
101,0 203,9
270,3
274,6
277,1
279,6
282,1
305,0
270,3
274,6
277,1
279,6
282,1
2.837,1-
2.884,3-
2.741,3-
2.707,4-
2.682,2-
2.702,4-
2.837,1-
2.884,3-
2.741,3-
2.707,4-
2.682,2-
2.702,4-
13050 Bibliotheek De lasten zijn vanaf 2015 lager doordat de bezuiniging van 6% op de bibliotheek is ingeboekt e (conform nr. 6 1 bestuursrapportage 2013). 13051 Kunst en Cultuur De lasten zijn vanaf 2014 lager doordat de kapitaallasten (afschrijving en rente) van de vastgoedobjecten geraamd worden op het programma 3 ruimtelijke ordening, product 13037 Niet openbaren onroerende zaken. De fluctuatie in de jaren komt doordat er in de oneven jaren extra lasten zijn geraamd voor ‘Beverwijk uit de Kunst’.
71
Milieu (8) Algemeen Programmadoelstelling Waarborgen en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving en het bevorderen van duurzame ontwikkeling. Context en achtergrond De Milieudienst IJmond is een gemeenschappelijke regeling (GR) van de gemeente Beverwijk, Velsen, Heemskerk en Uitgeest. De Milieudienst IJmond bereidt alle wettelijke milieutaken en alle beleidstaken van de deelnemers voor en voert deze, met in achtneming van hoofdstuk III paragraaf 2 van de GR aangeduide bevoegdheden, uit.
Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Milieubeleidsvisie (begin 2014 nieuwe versie vastgesteld) - Wet milieubeheer - Gemeenschappelijke regeling Milieudienst IJmond . - Visie luchtkwaliteit . . . . . .
. .
. .
2003/23756 2012/26900
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing Bezuinigingen Doordat de stijging van de personeelslasten, ten gevolgen van de cao-stijging, toenemende werkgeverslasten en doorgroei van medewerkers, nagenoeg gecompenseerd wordt door de afname van de formatie, dalen de kosten voor de deelnemende gemeenten alleen ten gevolgen van nieuwe of uitbreiding van lopende dienstverleningsovereenkomsten. Naast het vasthouden van deze nullijn, hebben nieuwe gemeenten aangegeven om, in het kader van de RUD, een deel van hun taken uit te willen laten voeren door de GR Milieudienst IJmond. De baten van deze dienstverlening komen volledig ten goede aan de vier deelnemende gemeenten, wat een besparing oplevert van ruim 4%. Over 2012 resteert een saldo resultaatbestemming van €26.500. Dit resultaat kan worden aangewend om de tariefstelling voor 2014 bij te stellen. Per saldo komt dit neer op een besparing van 5% ten opzichte van de bijdrage 2013. Vanaf 2003 is ons kostenniveau nagenoeg gelijk gebleven, echter de milieuproblemen in de IJmond en de milieudruk als gevolg van de stijgende bedrijvigheid en mobiliteit is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Gezien het streven naar een gelijkblijvend ambitieniveau in de taakuitvoering van zowel wettelijke als overige taken, is de realisatie van de bezuiniging een uitdaging.
72
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Borgen van de kwaliteit van de leefomgeving. Uitgangspunt is het voldoen aan de wettelijke normen. Wat gaan we daarvoor doen? De Milieudienst geeft uitvoering aan reguliere, wettelijke milieutaken zoals vergunningverlening en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer en advisering over en toetsing van milieuaspecten als externe veiligheid, bodem, geluid etc. Vanwege het aflopen van het vigerende milieubeleid gaat de Milieudienst, in samenwerking met de gemeente Beverwijk, nieuw meerjarig beleid opstellen waarin de doelstellingen en ambities ten aanzien van duurzame ontwikkeling worden geactualiseerd. De milieutaken zijn opgenomen in de begroting 2014 van de Milieudienst IJmond en worden uitgewerkt in het milieuwerkplan 2014. Dit plan wordt in januari 2014 vastgesteld door het dagelijks bestuur van de Milieudienst IJmond en daarna ter kennisname aangeboden aan het college. De Milieudienst kent een eigen begrotingscyclus waarin elke vier maanden aan het bestuur gerapporteerd wordt over de voortgang van het werkplan. Verantwoording vindt plaats via de jaarstukken van de Milieudienst IJmond. Welke producten dragen hier aan bij? Milieuadviezen 13092 Doelstelling 2 Bevorderen duurzame ontwikkeling Wat willen we bereiken? Breder draagvlak creëren onder de Beverwijkse samenleving voor duurzame ontwikkeling. De voorbeeldfunctie van de gemeente is groot. Het bevorderen van deze ontwikkeling bereiken wij onder andere door in te zetten op duurzame energie en luchtkwaliteit. Wat gaan we daarvoor doen? We voeren alle taken uit van het Milieuwerkprogramma 2014 . Er zijn twee regionale projecten die staan voor het waarborgen en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving en het bevorderen van duurzame ontwikkeling, dit betreft’
1. Route du Soleil Dit project heeft als doel om zonnepanelen te stimuleren voor diverse doelgroepen. Dit wordt gedaan door het inzetten op drie pijlers: 1. plaatsen van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen 73
2. stimuleren van zonnepanelen op bedrijfsdaken 3. stimuleren van zonnepanelen voor inwoners Voor de inwoners van Beverwijk is in 2012 en 2013 vooral ingezet op een totaalconcept (zonnepanelen en installatie in een) om de aankoop voor inwoners zo laagdrempelig mogelijk te maken. In 2013 is voor inwoners een extra financiering mogelijk gemaakt in de vorm van het verstrekken van een lening. Het stimuleren van de aankoop van zonnepanelen door het geven van voorlichting wordt in 2014 voort gezet. Ook wordt ingezet op zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen en bedrijfsdaken.
2. IJmond bereikbaar Dit is een samenwerkingsverband tussen het georganiseerde bedrijfsleven en de wegbeheerders van de IJmond gemeenten (Velsen, Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest). Deze gemeenten werken samen aan de bereikbaarheid van de IJmond en verbetering van de luchtkwaliteit. Een goede bereikbaarheid is van belang voor de economische ontwikkeling van de IJmond. Nadere informatie is te vinden op www.ijmondbereikbaar.nl Regionale mobiliteitsvisie IJmond De IJmondgemeenten zetten zich elk afzonderlijk met plannen en maatregelen in om de bereikbaarheid van hun woon- werk- en recreatiegebieden te verbeteren. Maar omdat verkeer, net als milieu, niet ophoudt bij de gemeentegrens hebben de gemeenten in 2011 besloten samen op te trekken om de bereikbaarheid van de IJmond te verbeteren. Dit heeft geresulteerd in de regionale mobiliteitsvisie IJmond. De visie bevat de gezamenlijke ambitie van de IJmond gemeenten, een analyse van huidige en toekomstige knelpunten en een lijst met maatregelen om deze knelpunten op te lossen. De visie is naar verwachting in het najaar van 2013 vastgesteld. Welke producten dragen hier aan bij? Milieuadviezen 13092
74
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 13092
Producten Milieu adviezen Totaal Lasten
908,3
971,9
1.011,2
879,1
813,2
812,8
908,3
971,9
1.011,2
879,1
813,2
812,8
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
baten 13092
Producten Milieu adviezen Totaal Baten Saldo Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
157,3
50,5
-
-
-
-
157,3
50,5
-
-
-
-
751,1-
921,4-
1.011,2-
879,1-
813,2-
812,8-
751,1-
131,3 790,1-
1.011,2-
879,1-
813,2-
812,8-
13092 Milieu adviezen In de begrote lasten van 2013 zijn kosten opgenomen voor de vorming van regionale uitvoeringdiensten (RUD) e en voor het meetnet luchtkwaliteit (zie nr. 17 en 18 van de 1 bestuursrapportage 2013). De gemeentelijke bijdrage voor ISV Milieu is begroot in de jaren 2014 en 2015.
75
Maatschappelijke ondersteuning (9) Algemeen Programmadoelstelling Met dit programma geeft de gemeente Beverwijk invulling aan 7 van de 9 prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Doel van de Wmo is dat iedereen zoveel mogelijk kan meedoen aan de maatschappij en zo lang mogelijk zelfstandig kan blijven wonen. Prestatieveld 2 (Preventieve ondersteuning jeugd) is verwerkt in programma 13, prestatieveld 6 (Individuele voorzieningen voor mensen met een beperking) in programma 10. Beverwijk voert taken uit op het gebied van de volksgezondheid op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg), tegengaan van discriminatie op grond van de Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen en op het gebied van dierenwelzijn. Context en achtergrond De uitvoering van de Wmo is een nieuwe fase ingegaan (Wmo 2e fase, de ‘Kanteling’). Daarin komt de focus steeds meer te liggen op preventie en algemene, collectieve voorzieningen zoals het welzijnswerk, ondersteuning van mantelzorgers en vrijwillige inzet van burgers voor elkaar. Dit mede om overschrijdingen, op het vlak van de individuele Wmovoorzieningen, zoveel mogelijk te voorkomen. Dit vraagt om een omslag van zowel gemeente, instellingen als burgers. Het project zorginfrastructuur (doelstelling 6) is feitelijk de ‘paraplu’ boven alle activiteiten die de gemeente Beverwijk uitvoert om de Kanteling vorm te geven. Een grote stelselwijziging waarop Beverwijk zicht regionaal voorbereidt is de decentralisatie van de functies begeleiding en persoonlijke verzorging van AWBZ naar Wmo. Steeds meer raken de sociale thema’s van dit moment (Kanteling Wmo, werk en inkomen, schuldhulpverlening, jeugdzorg, gezondheidszorg) met elkaar verbonden. Actuele thema’s zijn vertaald in de regionale (IJmondiale) sociale agenda (RSA), op basis waarvan provinciale subsidies worden aangevraagd. Ook in 2014 worden regionale pilotprojecten uit de RSA uitgewerkt (doelstelling 1 en 3). Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) - Wet publieke gezondheid (Wpg) - Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen - Wet dieren - Wmo beleidsplan . . . . . - Nota mantelzorg en vrijwillige inzet . . - Nota lokaal gezondheidsbeleid 2013 - 2016 . - Nota dierenwelzijn 2012 - 2014 gemeente Beverwijk
. . . .
. . . .
2011/55849 2012/41671 2012/41406 2011/63025
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 - Integraal project zorginfrastructuur (project 4) is beschreven bij doelstelling 6. - Regionale samenwerking (accent 6); in dit programma spitst zich dat toe in de RSA (doelstelling 1). Inhoudelijk wordt op vele taakgebieden, waaronder de vormgeving van de transities, samengewerkt door zowel de gemeenten als de betrokken instellingen. Bezuinigingen Op 12 juli 2012 heeft de raad besloten tot een bezuinigingsopdracht ad €100.000 op financiering van Stichting Welzijn Beverwijk (SWB). Dit betreft startnotitie 58, zie verder doelstelling 1.
76
Ook heeft de raad besloten tot een tweetal bezuinigingsopdrachten (totaal €200.000, startnotitie 5, doelstelling 1) inzake het wijkgericht werken in brede zin. Dit betreft enerzijds de gemeentelijke organisatie en anderzijds SWB. Het college gaat deze bezuinigingen in samenhang uitwerken. Deze bezuiniging heeft een relatie met de programma’s integrale veiligheid en wegen en verkeer. De raad heeft verder besloten tot een bezuinigingsopdracht op de subsidieverlening (€50.000 vanaf 2014, startnotitie 54). Deze opdracht betreft ook programma sport, kunst en cultuur en jeugd. Tenslotte is dit programma betrokken bij de bezuiniging op programma maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen, oplopend tot €200.000 vanaf 2015 (startnotitie 35). Bij de presentatie van deze bezuiniging is aangegeven dat deze afhankelijk is van door te voeren maatregelen op algemene en collectieve voorzieningen (programma 9 doelstelling 1, 3 en 6, programma 10 doelstelling 1). Er is geen additioneel budget ter beschikking gesteld om te investeren in collectieve voorzieningen.
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Bevorderen van sociale samenhang, leefbaarheid en maatschappelijke participatie in Beverwijk en Wijk aan Zee. Ook inwoners met een beperking, een chronisch psychisch probleem of psychosociaal probleem nemen deel aan het maatschappelijk verkeer en functioneren zelfstandig (prestatievelden 1 en 5 van de Wmo) Wat gaan we daarvoor doen? Sociale samenhang, leefbaarheid, wijkgericht werken: SWB is partner van de gemeente op de terreinen sociale samenhang en participatie. SWB vult de jaarschijf 2014 van de bezuinigingsopdracht in, dit leidt mogelijk tot afbouwen of transformeren van bestaand aanbod. Beverwijk en Heemskerk zijn gezamenlijk opdrachtgever voor het sociaal-cultureel werk door SWB in de Broekpolder. Heemskerk heeft besloten met ingang van 2015 verder te gaan bezuinigen op het werk in de Broekpolder. In 2014 bekijkt het college samen met Heemskerk hoe deze bezuiniging wordt ingevuld. Op voorhand is de intentie te bezuinigen op huisvestingslasten in de Citadel. In 2013 is de samenwerking in de Broekpolder geëvalueerd. Afhankelijk van de conclusies nemen beide colleges in 2014 een besluit over het al dan niet (eventueel gewijzigd) voortzetten van de samenwerking en de samenwerkingsovereenkomst. De prestatieafspraken met SWB worden jaarlijks geactualiseerd gelet op alle veranderingen in het sociale domein. Het college legt de focus steeds meer naar het stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken in buurten, ondersteuning van kwetsbare groepen zoals kinderen en jongeren, (beginnend dementerende) ouderen en mensen met een verstandelijke beperking. SWB is als kernpartner betrokken bij het experimenteren met en opzetten van sociale wijkteams in Beverwijk (doelstelling 2). Wijkgericht werken verandert, het college zet in op zelfredzaamheid van de burger: samen zelfredzaam. Beverwijk gaat meer werken met sociale media om in interactie te gaan met burgers. Beverwijk ontwikkelt in 2014 manieren om burgers van Beverwijk door middel van inzet van sociale media te betrekken bij vraagstukken of problemen omtrent leefbaarheid. Samen met de partners richt het college zich op de grootste problemen in de gemeente. Er komt voor geheel Beverwijk een plan van aanpak leefbaarheid en een focus wordt daarin aangebracht. In 2014 maakt Beverwijk daarmee ruimte om de ontwikkelingen als gevolg van de Wmo, jeugd etc. te kunnen ondersteunen. 77
Het college werkt de bezuiniging op het wijkgericht werken in 2014 uit en voert het in. Ouderen met een zorgbehoefte blijven steeds langer in de wijk wonen. Hierdoor bestaat het risico dat een deel van de ouderen in een isolement terecht komt. Ouderenontmoetingscentra de Stut, paviljoen Westerhout en SWB zoeken en realiseren gezamenlijk mogelijkheden om deze ouderen te bereiken, dit door middel van ontmoetingsmogelijkheden, activiteiten in de buurt en/of versterken van het eigen netwerk. Deze organisaties ontvangen hiervoor budgetsubsidie. Met Dorpshuis de Moriaan worden prestatieafspraken voor 2015 gemaakt. Met de betrokken partijen worden afspraken gemaakt over verder clusteren van welzijnsactiviteiten in het dorpshuis. De gemeente Beverwijk geeft waarderingssubsidies aan Cultureel Dorp Wijk aan Zee (waarin begrepen het collectief ‘De Werkplaats’ en de Seniorenkring Wijk aan Zee), de Dorpsraad Wijk aan Zee en aan de werkgroep buitenlandse vrouwen. Bureau Discriminatiezaken Kennemerland (BDK) ontvangt een budgetsubsidie voor het in stand houden van een antidiscriminatievoorziening (meld- en steunpunt) voor Midden- en Zuid-Kennemerland (wettelijke verplichting).
Decentralisatie AWBZ naar de Wmo Het Rijk is voornemens om per 2015 taken te decentraliseren van de AWBZ naar de Wmo. Het gaat om de functies extramurale begeleiding en persoonlijke verzorging. Deze taken komen over met een forse bezuiniging van respectievelijk 25 en 15%. Het voornemen van het Rijk wordt naar verwachting begin 2014 door wetgeving (nieuwe Wmo) bekrachtigd. Beverwijk bereidt zich in regionaal verband voor op deze transitie. Er is een IJmondiale projectgroep en de projectleider wordt gefinancierd door de provincie Noord-Holland. Voor financiering van de Regionale (IJmondiale) Sociale Agenda (RSA) is een subsidieverzoek bij de provincie ingediend. Het project telt op dit moment drie werkgroepen: inkoop, toegang en vernieuwing. Met subsidie van de provincie Noord-Holland gaat het college in 2014 pilots uitvoeren om nieuwe vormen van ondersteuning “uit te proberen”. Begin 2014 biedt het college een keuzenota voor besluitvorming aan de raad aan. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen taken die in eerste instantie 1-op-1 worden overgenomen uit de AWBZ en taken waarmee Beverwijk vernieuwing gaan invullen door bijvoorbeeld afstoten, vernieuwend aanbod of slim combineren. Voor het laatste onderdeel zoekt het college nadrukkelijk samenhang met de twee andere transities in het sociale domein: jeugdzorg en participatie. Op basis van de keuzenota bereid het college, samen met zorgaanbieders, zorgverzekeraar en cliënten, de decentralisatie verder voor. Volgens planning wordt dit in de 2e helft van 2014 vertaald naar contracten, werkprocessen en verordening. Welke producten dragen hier aan bij? Belangenbehartiging 13052 Culturele minderheden 13058 Ouderenwerk 13079 Wmo Begeleiding 13080 Sociaal-cultureel werk 13083 Volksgezondheid 13087 78
Wijkbudget wijkcoördinatoren
14083
Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Het geven van duidelijke informatie, advies en cliëntondersteuning op het gebied van zorg en welzijn (prestatieveld 3 van de Wmo) Wat gaan we daarvoor doen? De boodschap in het sociale domein is aan het veranderen (de Kanteling). Hiermee verandert ook de verhouding tussen overheid en burgers. Beverwijk doet, waar mogelijk, meer beroep op het eigen vermogen van burgers en/of hun netwerk. Beverwijk geeft hiervoor op veel plaatsen in de gemeente informatie. Het is belangrijk dat de boodschap overal eenduidig is en dat duidelijk is waar burgers terecht kunnen voor informatie, advies en ondersteuning. Dit doet Beverwijk op verschillende manieren; - binnen de transities met aanbieders van zorg en welzijn; - in prestatieafspraken met instellingen waarmee een subsidierelatie bestaat op het brede terrein van informatie en advies zoals Socius, MaatjeZ, Stichting Thuiszorg Gehandicapten, Context, Steunpunt Huiselijk Geweld, BDK, etc.; - door verdere ontwikkeling van sociale wijkteams. Met Socius zijn nieuwe BCF afspraken gemaakt voor de periode 2013 - 2015. Deze worden in 2014 gemonitord op basis van voortgangsrapportages en zo nodig bijgesteld in regulier ambtelijk en bestuurlijk overleg. In 2013 is Beverwijk kleinschalig gestart met sociale wijkteams om te komen tot laagdrempelige oplossingen in de wijk en om partijen met elkaar te verbinden. Deze wijkteams worden, samen met partners, volgens een ontwikkelmodel verder vormgegeven. Het Rijk is voornemens om de middelen die MEE ontvangt voor cliëntenondersteuning in 2015 over te hevelen naar gemeenten. Het college maakt daarover in 2014 concrete afspraken met MEE. Sinds 2009 is een digitale, regionale sociale kaart in de lucht (www.lokaalloket.nl/beverwijk). Naar verwachting vindt in 2014 een update plaats van deze website zodat deze meer aansluit bij de gekantelde werkwijze in de Wmo. Belangrijk daarbij is de aansluiting op de nieuwe boodschap van de gekantelde Wmo. Het Ouderenplatform Beverwijk ontvangt waarderingssubsidie voor het gevraagd en ongevraagd adviseren van het gemeentebestuur. Daarnaast organiseren zij, al dan niet samen met partners, informatiebijeenkomsten over uiteenlopende onderwerpen. Welke producten dragen hier aan bij? Algemeen maatschappelijk werk 13076 Ouderenwerk 13079 Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers (prestatieveld 4 van de Wmo) Wat gaan we daarvoor doen? De prestatieafspraken met de Vrijwilligerscentrale Heemskerk/Beverwijk (onderdeel welzijnsorganisaties) worden in 2014 gemonitord en geactualiseerd voor de actiepunten in de beleidsnota mantelzorg en vrijwillige inzet. Met ingang van 2013 is al extra aandacht gevraagd voor de collectieve vrijwilligersondersteuning, met name voor zorgvrijwilligers; dit wordt in 2014 verder uitgewerkt. Concreet betekent dit dat zij met de organisaties die vrijwilligers inzetten inventariseren welke cursusaanbod nodig is en waar mogelijk worden deze opleidingen gezamenlijk georganiseerd. De vrijwilligerscentrale fungeert daarbij als spin in het web. De overname van de uitvoering van het vrijwilligerswerk door de SWB gaat 79
steeds meer gestalte krijgen. De vrijwilligerscentrale zit dichter bij de welzijnsactiviteiten waardoor synergie ontstaat en de inwoners van Beverwijk kunnen de centrale beter vinden. De rijksoverheid heeft besloten de subsidie voor de functie stagemakelaar per 1 juli 2015 te beëindigen. Ook de scholen ontvangen per deze datum geen subsidie meer voor de maatschappelijke stages. Gelet op de maatschappelijke ontwikkelingen wordt de vraag naar vrijwilligers de komende tijd groter. Er is dan ook behoefte aan jonge, nieuwe vrijwilligers en het is noodzakelijk om het belang van vrijwilligerswerk bij jongeren onder de aandacht te blijven brengen. Ook de scholen zien de noodzaak hiervan in. In 2014 wordt samen met de scholen gekeken naar mogelijkheden van jongerenparticipatie. In 2014 wordt het 2e deel van de RSA-pilot vrijwillige inzet in de wijk met de regiogemeenten verder uitgewerkt. Getest wordt of met behulp van aanschaf en installatie van een digitale marktplaats de vrijwillige inzet van mensen voor elkaar in de wijk bevorderd kan worden.
Met gerichte subsidieafspraken over mantelzorg zorgt het college voor uitvoering van de speerpunten van de beleidsnota mantelzorg en vrijwillige inzet. Dit betreft de organisaties die zich bezig houden met mantelzorgondersteuning zoals MaatjeZ, Stichting Thuiszorg Gehandicapten en GGZ Dijk en Duin. Het college bewaakt de afspraken en stelt ze zo nodig, in overleg, bij. Aan de regionale werkgroep mantelzorgondersteuning nemen diverse organisaties op het vlak van zorg en welzijn deel. Informatie en kennis wordt hier uitgewisseld en met concrete acties wordt de mantelzorgondersteuning in de gemeente en de regio steeds verder ontwikkeld, bijvoorbeeld door inzet van de mantelzorgconsulent in het lokale loket, het onderhouden van een expertisecentrum, training van zorgvrijwilligers en voorkomen overbelasting door respijtzorg. De gemeente blijft middels ambtelijk en bestuurlijk overleg betrokken bij de ontwikkelingen in de dementieketen. De gemeente Beverwijk heeft prestatieafspraken met Alzheimer Nederland over het Alzheimercafé in Beverwijk. Het Rijk heeft voor de periode 2013 - 2014 subsidie beschikbaar gesteld voor het ZonMwprogramma Zichtbare schakel. In dit programma hebben wijkverpleegkundigen een rol in het tijdig signaleren van dreigende gezondheidsproblemen of overbelasting van mantelzorgers. In 2014 bewaakt het college de subsidieafspraken die zijn gemaakt met Viva!Zorggroep als uitvoerder van dit programma. Indien noodzakelijk worden afspraken in overleg bijgesteld. Het Rijk stelt in 2015 landelijk €200 mln. ter beschikking voor voortzetting van de inzet van wijkverpleegkundigen. In 2014 onderzoekt Beverwijk de zorgverlener hoe we, met inzet van de wijkverpleegkundigen, de samenhang tussen preventie, zorg en welzijn kunnen verbeteren. Welke producten dragen hier aan bij? Belangenbehartiging 13052 Mantelzorg 13078
80
Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheid (OGGZ) en ambulante verslavingszorg en het bieden van maatschappelijke opvang (prestatievelden 7,8 en 9 van de Wmo) Wat gaan we daarvoor doen? Samen met centrumgemeente Haarlem en de regiogemeenten voert de gemeente Beverwijk het uitvoeringsprogramma Regionaal Kompas 2013 - 2014 uit. Besluitvorming vindt plaats in de gemeenteraad van Haarlem na, wettelijk verplichte, afstemming met de regiogemeenten. Beverwijk is betrokken bij het opstellen en monitoren van afspraken met partners als de GGD, RIBW, het Leger des Heils, Brijder Verslavingszorg en Vangnet en Advies. Haarlem heeft aangekondigd de contracten met de partners op te zeggen met ingang van 1-1-2015. Dit omdat onzeker is of Haarlem vanaf 2015 van het rijk de gelden blijft ontvangen als centrumgemeente. In 2014 volgt Beverwijk de landelijke ontwikkelingen en vertaalt dit naar wat lokaal nodig is. In Beverwijk werkt het Noodteam ook in 2014 op basis van de afspraken in het regionaal convenant Noodteam. In 2014 gaat Beverwijk verder met de opvang- voorziening Kennemerhof I (mede met advies van het Noodteam kunnen mensen hier voor 6 maanden verblijven) en de kanswoningen, waarbij cliënten op aanvraag van een zorginstelling woonruimte kunnen krijgen van de corporatie, al dan niet met begeleiding, en waarbij wordt toegewerkt naar een zo zelfstandig mogelijke wooncarrière. Kennemerhof I en kanswoningen liggen vaak in elkaars verlengde. In 2014 geeft Beverwijk samen met centrumgemeente Haarlem uitvoering aan de regiovisie huiselijk geweld. Ook wordt uitvoering geven aan het protocol kindermishandeling en huiselijk geweld. GGZ Dijk en Duin ontvangt subsidie voor het uitvoeren van activiteiten op het gebied van collectieve preventie. De prestatieafspraken worden gemonitord en zo nodig bijgesteld. Welke producten dragen hier aan bij? Geestelijke gezondheidszorg 13074 Maatschappelijke opvang 13075 Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Het handhaven en verbeteren van de lokale gezondheidstoestand (Wpg) Wat gaan we daarvoor doen? In 2014 werkt Beverwijk verder aan de uitvoering van de beleidsagenda 2013 - 2016 behorend bij de nota Lokaal gezondheidsbeleid gemeente Beverwijk. In 2014 besteedt Beverwijk onder meer aandacht aan het terugdringen van alcohol- en drugsgebruik door jongeren. De thema’s lokale gezondheidspreventie en het verbinden van zorg- en welzijnsactiviteiten staan centraal bij de ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Daarmee sluit het gemeentelijke gezondheidsbeleid aan bij de uitvoering van de Wmo en de “Kanteling”. Belangrijke partner bij het lokaal gezondheidsbeleid is de GGD (onderdeel van de Veiligheidsregio Kennemerland) als uitvoerende instelling op het gebied van de volksgezondheid. Beverwijk voert met de GGD overleg over de uitvoering van taken binnen de gemeenschappelijke regeling. Welke producten dragen hier aan bij? Volksgezondheid 13087
81
Doelstelling 6 Wat willen we bereiken? Het realiseren van een zorginfrastructuur, project 4 uit collegeprogramma 2010 - 2014 Wat gaan we daarvoor doen? Het project Zorginfrastructuur heeft geleid tot concrete uitvoeringsactiviteiten. Als onderdeel van het collegeprogramma loopt het project als zodanig door tot aan de verkiezingen. Echter de noodzaak om te komen tot een vernieuwde (gekantelde) zorginfrastructuur blijft bestaan en ontwikkelde activiteiten zullen dan ook ‘in de lijn’ verder worden vormgegeven (zie ook onder de doelstellingen 1,2 en 3). Op basis van een viertal verkenningen (2011) zijn met partners plannen ontwikkeld (2012) en in uitvoering genomen (2013). In 2014 worden de pilots op het gebied van algemene, collectieve voorzieningen (boodschappen- en klussendienst, rolstoel- en scootmobielpools) geborgd en verbreed. Waar nodig worden ontmoetingsmogelijkheden voor ouderen uitgebreid en de bekendheid door middel van te ontwikkelen of te actualiseren communicatiemiddelen vergroot. Onder meer wordt het 65+ informatieboekje herzien. Collectieve ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers krijgt verder vorm. Met partners wordt het gebiedsgericht werken uitgetest (sociale wijkteams) en uitgewerkt. De samenwerking met de eerstelijns zorgverleners wordt zowel ambtelijk als bestuurlijk versterkt via de stuurgroep ZONH. De ontwikkelde zorginfrastructuur wordt verder geoptimaliseerd om deze toekomstbestendig te maken voor de overheveling van taken naar de gemeenten vanaf 2015 (transities AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet). Het ingezette communicatietraject over de Kanteling van de Wmo loopt door en wordt verbreed naar de taken die in het kader van de transities overkomen naar de gemeente. Welke producten dragen hier aan bij? Belangenbehartiging 13052 Algemeen maatschappelijk werk 13076 Mantelzorg 13078 Ouderenwerk 13079 Wmo Begeleiding 13080 Sociaal-cultureel werk 13083 Wijkbudget wijkcoördinatoren 14083 Doelstelling 7 Wat willen we bereiken? Invulling geven aan de wettelijke taken en juridische (en morele) verantwoordelijkheden van de gemeente op het gebied van dierenwelzijn. Wat gaan we daar voor doen? In de vastgestelde nota Dierenwelzijnsbeleid 2012 - 2014 is de bestaande situatie in kaart gebracht en een aanzet gegeven voor gemeentelijk beleid. Waar nodig wordt het beleid in 2014 geactualiseerd of aangevuld. Met de in de nota genoemde dierenwelzijnsorganisaties zijn overeenkomsten afgesloten om zo de gemeentelijke zorgplicht voor dieren te waarborgen. Deze afspraken betreffen het vervoeren, opvangen, verzorgen en herplaatsen van (zwerf-)dieren en het ruimen van kadavers. Het college bewaakt en evalueert dit jaarlijks en stelt het zo nodig bij in overleg met alle partijen. Welke producten dragen hier aan bij? Dierenwelzijn 13025
82
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 13025 13052 13058 13074 13075 13076 13078 13079 13080 13083 13087 14083
Producten Dierenwelzijn Belangenbehartiging Culturele minderheden Geestelijke gezondheidszorg Maatschappelijke opvang Algemeen maatschappelijk werk Mantelzorg Ouderenwerk Wmo begeleiding Sociaal cultureel werk Volksgezondheid Wijkbudget Wijkcoördinatoren Totaal Lasten
63,7 260,6 9,3 37,2 73,5 408,4 182,2 505,2 94,5 1.249,4 716,8 714,9
75,3 224,5 9,0 43,0 87,0 416,5 245,5 523,6 164,6 1.259,7 796,8 544,5
77,2 135,7 9,1 43,3 87,4 422,4 217,7 524,0 176,7 1.195,2 807,0 561,4
77,2 135,7 9,1 43,3 87,4 422,4 217,7 530,0 88,0 1.170,2 738,7 561,4
77,2 135,7 9,1 43,3 87,4 422,4 217,7 524,0 88,0 1.170,2 738,7 561,4
77,2 135,7 9,1 43,3 87,4 422,4 217,7 530,0 88,0 1.170,2 738,7 561,4
4.315,6
4.390,0
4.257,1
4.081,2
4.075,2
4.081,2
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
baten 13025 13052 13058 13074 13075 13076 13078 13079 13080 13083 13087 14083
Producten Dierenwelzijn Belangenbehartiging Culturele minderheden Geestelijke gezondheidszorg Maatschappelijke opvang Algemeen maatschappelijk werk Mantelzorg Ouderenwerk Wmo begeleiding Sociaal cultureel werk Volksgezondheid Wijkbudget Wijkcoördinatoren
0,594,1 27,0 21,9
Totaal Baten
142,4
30,0 -
-
-
-
-
30,0
-
-
-
-
Saldo
4.173,2-
4.360,0-
4.257,1-
4.081,2-
4.075,2-
4.081,2-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
48,1 4.125,1-
22,6 4.337,4-
4.257,1-
4.081,2-
4.075,2-
4.081,2-
13052 Belangenbehartiging e In 2013 zijn incidentele lasten geraamd voor de beleidsmatige ontwikkeling 2 fase Wmo en voor het opstellen van een plan van aanpak algemene collectieve voorzieningen. 13078 Mantelzorg De baten en lasten zijn in 2013 incidenteel hoger door het mantelzorgproject e (nr. N-8 van de 1 bestuursrapportage 2012). 13080 Wmo begeleiding In 2013 en 2014 zijn incidentele lasten geraamd in verband met transitiekosten decentralisatie AWBZ naar Wmo e e (nr. 14 1 bestuursrapportage 2012 en nr. 17 2 bestuursrapportage 2013). 13083 Sociaal cultureel werk De geraamde lasten nemen af door de ingeboekte bezuinigingen (korting op beleid sociaal cultureel werk en samenwerking wijkcoördinatie). 13087 Volksgezondheid Voor de jaren 2013 en 2014 zijn er incidentele lasten geraamd voor de zichtbare schakel. Daarnaast zijn de geraamde lasten vanaf 2015 lager door ingeboekte bezuiniging van 6% op verbonden partijen e (nr. 6 1 bestuursrapportage 2013).
83
Maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen (10) Algemeen Programmadoelstelling Het bieden van inkomensondersteunende maatregelen voor personen op of onder het minimum inkomen en het stimuleren van maatschappelijke participatie, het verstrekken van schuldhulpverlening en het verstrekken van individuele voorzieningen aan mensen die daartoe geïndiceerd zijn. Context en achtergrond Bij maatschappelijke ondersteuning individuele verstrekkingen gaat het om verstrekkingen op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), het minimabeleid en of de schuldhulpverlening. - De individuele Wmo-voorzieningen zijn bedoeld om mensen met beperkingen te compenseren zodat zij hun huishouden kunnen voeren, zich kunnen verplaatsen en medemensen kunnen ontmoeten. - De voorzieningen van het minimabeleid hebben tot doel het direct of indirect stimuleren van participatie van inwoners van Beverwijk met een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. - In het kader van de schuldhulpverlening worden de problematische schulden stevig aangepakt. De eigen verantwoordelijkheid en de bereidheid om mee te werken aan een gedragsverandering zijn de kernwoorden binnen deze aanpak. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Wmo-beleidsplan 2012 - 2015 . . . . . . . - Kadernota schuldhulpverlening 2012 - 2015 . . . . - Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 - 2015 . . . . - Beleidsregels schuldhulpverlening 2013 - 2016 . . . . - Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning - Kadernota minimabeleid 2012 - 2015 . . . . . - Beleidsregels minimabeleid 2013 - 2016 . . . . . - Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning (najaar 2013)
2011/19323 2012/2801 2012/2801 C-13-00652 2012/ 55059 2011/60295 2013/41665
- Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) - Wet werk en bijstand (Wwb) - Nieuwe Wet schuldhulpverlening Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Project 5 Uitvoeren minimabeleid 2012 - 2015 en beleidsregels Minimabeleid 2012 - 2015 Het minimabeleid is uitgevoerd en een beleidsverslag minimabeleid is opgesteld. Dit verslag, waarin de stand van zaken is vastgelegd, wordt jaarlijks opgesteld. Project 7 Uitvoeren beleid schuldhulpverlening. Schuldhulpverlening is een apart product geworden en losgehaald van het minimabeleid. De volgende acties zijn gerealiseerd: - Beleidsplan schuldhulpverlening 2012 - 2015 (2012/2801) - Beleidsregels schuldhulpverlening 2013 - 2016 - Uitvoeren beleid schuldhulpverlening 2011 - 2015 (doelstelling 3) 84
Bezuinigingen Op 3 november 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met het voorstel bezuinigingen 2012 - 2014 (raadsvoorstel 2011/53394 met bijlage 2011/53403). Onderdeel van deze maatregelen betreft het voorstel om: - jaarlijks €50.000 te bezuinigen op Wmo individuele voorzieningen, te realiseren door indicaties door Wmo adviseurs te doen ipv door een extern bureau. - de heffingsmethodiek van de rioolbelasting te wijzigen waardoor de eigenaar belastingplichtig wordt. Voor huurwoningen betekent dit, dat niet de bewoner/gebruiker, maar de eigenaar belastingplichtig is. De kwijtschelding voor rioolheffing vervalt dan, want eigenaren van panden beschikken over vermogen en komen niet in aanmerking voor kwijtschelding omdat zij niet tot de minima behoren. Echter, door de heffingssystematiek te wijzigen in een eigenarenheffing in plaats van het gebruik te belasten, worden de woningbouwverenigingen zwaar belast. Ons college is sinds 2011 in gesprek met Woon op Maat en Pre wonen om te komen tot een aanvaardbare oplossing voor alle partijen. De twee woning bouwverenigingen hebben zich bereid verklaard om het financiële nadeel dat de gemeente Beverwijk in de bezuinigingsopdracht oploopt wanneer een eigenarenheffing niet wordt door gevoerd, te compenseren. Onder andere is afgesproken dat de voor 2013 en volgende jaren het college de raad voorstelt om de huidige heffingssystematiek voort te zetten (2012/60243) Op 12 juli 2012 heeft de gemeenteraad besloten om; - oplopend van €50.000 in 2013, €100.000 in 2014 en €200.000 in 2015, in 2016 in totaal netto €200.000 te bezuinigen op de uitgaven van de Wmo individuele verstrekkingen. Beverwijk realiseert dit door investeringen in programma 9 Welzijn nieuwe stijl afstemming met programma 9, staat daar niet zo in door te voeren. - oplopend van €100.000 in 2014 en €200.000 in 2015, in 2016 in totaal €300.000 te bezuinigen op kosten van uitvoering van bijstand en minimabeleid (programma 10). Het college realiseert dit door onder andere het leveren van minder maatwerk, meer en zakelijker klantgericht en resultaatgericht (gestandaardiseerd en lean) te werken en beperken van de dienstverlening.
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Individuele Wmo-voorzieningen dragen bij aan maatschappelijke participatie. Wat gaan we daarvoor doen? - Op basis van het compensatiebeginsel in de Wmo worden individuele voorzieningen verstrekt; hulp bij het huishouden, woon- en vervoersvoorzieningen en rolstoelen. - Elk jaar wordt een klanttevredenheidsonderzoek Wmo uitgevoerd. - Om het beroep op individuele voorzieningen te ontlasten werkt Beverwijk aan collectieve algemene voorzieningen zoals een scootmobielpool. Deze collectieve voorzieningen worden gefinancierd uit programma 9 maatschappelijke ondersteuning en uit maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen. Dit is gerelateerd aan de bezuinigingstaakstelling van de raad van 12 juli 2012. - De Kanteling is een project van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om gemeenten te stimuleren anders invulling te geven aan het compensatiebeginsel. De Kanteling vraagt om een andere werkwijze bij het toepassen van het compensatiebeginsel. In het Wmo beleidsplan 2012 - 2015 is dit als actie opgenomen. In 2014 werkt Beverwijk op basis van de gekantelde verordening en beleidsregels maatschappelijke ondersteuning.
85
- Gemeente Beverwijk richt de gemeentelijke werkprocessen en bijbehorende documenten rondom de Kanteling in. Die sluiten aan bij het dienstverleningsconcept van de gemeente Beverwijk en de vorming van het klantcontactcentrum (KCC) - 2014 is het jaar van de voorbereidingen op de decentralisaties (jeugdzorg, AWBZ ondersteunende begeleiding en persoonlijke verzorging, Participatiewet). Er is ook een nieuwe wettekst voor de Wmo in voorbereiding. Deze ontwikkeling is van invloed op de Wmo individuele voorzieningen. Welke producten dragen hier aan bij? Wmo individuele voorzieningen 15083
86
Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Voorzieningen voor minima dragen bij aan maatschappelijke participatie. Wat gaan we daarvoor doen? - Het bieden van inkomensondersteunende maatregelen voor personen op of onder het minimum inkomen en het stimuleren van maatschappelijke participatie. - De gemeente heeft de taak inwoners, die een inkomen hebben tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, te ondersteunen zodat zij niet in armoede vervallen en/of sociaal geïsoleerd raken. Dit kan financieel en met voorzieningen uit het minimabeleid; bijzondere bijstand voor noodzakelijke en medische kosten, kwijtschelding gemeentelijke belastingen, vergoeding deelname maatschappelijke activiteiten, vergoeding aanvullende ziektekosten en een langdurigheidstoeslag. - Beverwijk voert het minimabeleid uit volgens de vastgestelde beleidsregels. Daarbij zijn eenvoudige processen en goede communicatie via de gemeentepagina in een huis-aanhuis krant, gemeentelijke website, informerende folder omtrent de mogelijkheden van het minimabeleid en nieuwsbrieven een speerpunt. - De gemeente Beverwijk maakt de effecten van het minimabeleid en de nieuwe beleidsregels inzichtelijk met behulp van een beleidsverslag. Welke producten dragen hier aan bij? Voorziening voor minima 15072 Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Voorzieningen in het kader van schuldhulpverlening dragen bij aan maatschappelijke participatie. Wat gaan we daarvoor doen ? Het voortduren van de economische crisis brengt veel mensen in de financiële problemen. Dit vertaalt zich in een hoog aantal aanvragen ondersteuning bij schuldhulpverlening. Op 1 juli 2012 is de nieuwe Wet schuldhulpverlening (m.u.v. een aantal artikelen) in werking getreden. Op basis van deze wet is een beleidsplan schuldhulpverlening 2012 - 2015 opgesteld. Beverwijk werkt op basis van dit beleidsplan en de beleidsregels schuldhulpverlening Welke producten dragen hier aan bij? Schuldhulpverlening 15073
87
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 15072 15073 15083
Producten Voorzieningen voor minima Schuldhulpverlening WMO Individuele voorzieningen Totaal Lasten
2.155,6 248,8 7.087,7
2.135,7 316,7 7.188,5
2.039,5 294,3 7.286,8
2.028,5 294,3 7.186,8
2.028,5 294,3 7.186,8
2.028,5 294,3 7.186,8
9.492,1
9.641,0
9.620,7
9.509,7
9.509,7
9.509,7
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
baten 15072 15073 15083
Producten Voorzieningen voor minima Schuldhulpverlening WMO Individuele voorzieningen
41,6 853,9
75,0 800,0
75,0 700,0
75,0 700,0
75,0 700,0
75,0 700,0
895,5
875,0
775,0
775,0
775,0
775,0
Saldo
8.596,6-
8.766,0-
8.845,7-
8.734,7-
8.734,7-
8.734,7-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
8.596,6-
8.766,0-
8.845,7-
8.734,7-
8.734,7-
8.734,7-
Totaal Baten
15072 Voorzieningen voor minima De lasten zijn in 2013 incidenteel hoger door de stijging van het aantal kwijtscheldingsverzoeken e (nr. 20 en 21A 2 bestuursrapportage 2013). 15083 Wmo Individuele voorzieningen De lasten zijn vanaf 2015 lager door ingeboekte bezuiniging op welzijn nieuwe stijl.
88
Middelen (11) Programmadoelstelling Raad en burgers laten ervaren dat de gemeente resultaatgericht presteert en op een doordachte manier met gewenste ambities omgaat. Het college zorgt hiervoor door: - de financiële uitgangspunten voor lastendruk en vermogenspositie te bewaken; - effectief en efficiënt inzetten van de beschikbare middelen; - het evenwichtig verdelen van middelen over de afgesproken activiteiten en prestaties van alle programma’s. Context en achtergrond Programma middelen heeft een bijzonder karakter. De gemeente Beverwijk voert de werkzaamheden uit binnen de kaders van de programmabegroting. In elk programma zijn doelstellingen en prestaties benoemd. Om de activiteiten die hiermee gepaard gaan effectief en efficiënt te kunnen uitvoeren is er behoefte aan een programma waarin een, door de raad geprioriteerde, verdeling en inzet van middelen over de programma’s wordt gemaakt en bewaakt (de programmering). Het programma middelen is de bindende factor tussen de programma’s en vormt als het ware ‘het cement tussen de stenen’. Dit programma regelt de toewijzing van beschikbare middelen en de bewaking van toegewezen middelen. Hiermee blijven de andere programma’s op hun plaats. De effectiviteit van inzet van middelen hoort thuis binnen de programma’s zelf, niet binnen het programma middelen. De efficiëntie van inzet van middelen daarentegen is wel een onderwerp in het programma Middelen. Een groot deel van de informatie rondom het programma middelen is verbijzonderd en uitgediept in het hoofdstuk paragrafen. Het college heeft allereerst de ambitie om de afdelingen resultaatgericht te laten denken, werken en sturen. Ieder vanuit een eigen functie/rol en daardoor ook vanuit een eigen verantwoordelijkheid. Door deze ambitie te realiseren, worden de beschikbare middelen van de gemeente Beverwijk effectiever en efficiënter ingezet. Maar het werk is pas goed gedaan als de raad en de burgers ervaren dat de gemeente resultaat heeft geboekt. Een 2e ambitie is om de financiële uitgangspunten voor lastendruk en vermogenspositie vast te stellen en te bewaken. Bij het vaststellen van de financiële uitgangspunten zorgt de gemeente Beverwijk er voor dat op een verantwoorde en respectvolle manier wordt omgegaan met de wettelijke kaders uit Europa, Den Haag, provincie Noord-Holland en de bestuurlijke kaders uit coalitie- en collegeprogramma en meerjarenraming. Vervolgens worden de vastgestelde financiële uitgangspunten bewaakt bij het proces van toewijzing van middelen en de aanwending van gelden in het uitvoeringsjaar. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving Besluit begroting en verantwoording voor provincies en gemeenten (BBV) Financiële verordening . . . . . . 2012/53382 Treasury statuut . . . . . . . 2010/58445 Spoorboekje Planning & Control 2012 . . . . 2011/67226 Normenkader 2013 . . . . . . . INT-13-04520 Beknopte weergave resterende projecten/accenten uit collegeprogramma in 2014 Bezuinigingstraject (project 2); is uitgewerkt bij doelstelling 3 Bezuinigingen De ambtelijke organisatie zorgt voor begeleiding en monitoring van de realisatie van het gestarte bezuinigingstraject. 89
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Doorontwikkelen van risicomanagement Wat gaan we daarvoor doen? Een belangrijk onderdeel van interne controle is risicomanagement. Risicomanagement geeft de organisatie inzicht in de kansen en bedreigingen die zich voordoen, alsmede de gevolgen en financiële impact hiervan. Adequaat risicomanagement heeft als toegevoegde waarde dat de organisatie tijdig en doeltreffend kan inspelen op actuele aandachtsgebieden. Bovendien draagt risicomanagement bij aan het ‘in control’ zijn van de organisatie. In 2014 gaat Beverwijk, met behulp van beschikbare ondersteunende software, het risicomanagement verder optimaliseren. Het college verzorgt een kadernota ‘risicomanagement en weerstandsvermogen’ die aan de gemeenteraad aangeboden wordt. Onderdeel van deze uitwerking is ook een risico-inventarisatie. Omdat de diepgang van deze risico-inventarisatie afhankelijk is van de nog op te stellen kadernota ‘risicomanagement en weerstandsvermogen’ en de gewenste strategie wordt vooralsnog geen tijdpad gegeven aan de risico-inventarisatie en daarop volgende stappen. Welke producten dragen hier aan bij? Financiële paragraaf 17106 Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Inzicht in de status en ontwikkeling van de diverse lopende en op te starten projecten en implementatie van projectmatig werken. Wat gaan we daarvoor doen? Vanuit de ambities van gemeente Beverwijk zijn een aantal projecten opgestart en gaan er nog een aantal volgen. Het is belangrijk om goed inzicht te hebben in de noodzakelijke uitgaven en mogelijke opbrengsten voor deze projecten. Om projectbeheer verder te ontwikkelen wordt de administratieve vastlegging van de projecten geoptimaliseerd en afgestemd op de informatiebehoefte. Daarmee legt Beverwijk een goede basis voor periodieke verantwoording in de bestuursrapportages. Ook de administratie van grondexploitaties wordt verder geprofessionaliseerd. In 2006 en2011 heeft de rekenkamercommissie, ondermeer op verzoek van de gemeenteraad, onderzoek gedaan naar de beheersing van de projecten. De rekenkamer heeft met name gekeken naar de aspecten informatievoorziening en verantwoording. In het laatste rekenkameronderzoek ‘Sturing en beheersing van grote projecten’ zijn een aantal aanbevelingen gedaan, te weten: - Borging van aanbevelingen in een nota van uitgangspunten en inbedding in bestaande kwaliteitsontwikkelingen. - Ontwikkel en implementeer kaders voor projectmatig werken. - Beleg nadrukkelijke taken en verantwoordelijkheden in de project- en lijnorganisatie op bestuurlijk-, directie- en ambtelijk niveau. - Richt de financiële projectcontrole beter in en laat deze aansluiten op de financiële administratie. - Ontwikkel richtlijnen voor informatievoorziening en verantwoording bij projecten. - Benut de voortgangsrapportage grote projecten om de raad te informeren over de verschillende beheersaspecten. - Borg kennis ten aanzien van projecten middels richtlijnen voor het projectmatig werken. 90
Op 5 april 2012 heeft de gemeenteraad middels raadsbesluit 2012/9904 het college opdracht gegeven een nota van uitgangspunten op te stellen om de aanbevelingen te implementeren. Op 25 september 2012 heeft het college het plan van aanpak projectmatig werken vastgesteld (2012/48180) en ter informatie naar de leden van de raad verstuurd. Op 23 mei 2013 is in de raadscarrousel een presentatie gegeven over de voortgang van de invoering van het projectmatig werken. Lopende en nog te starten projecten worden opgezet en uitgevoerd volgens het model projectmatig werken zoals geïmplementeerd in Beverwijk. Welke producten dragen hier aan bij? Financiële paragraaf 17106 Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Een sluitende meerjarenraming, waarbij de geplande ruimte voor versterking van het vermogen behouden blijft. Wat gaan we daarvoor doen? De gemeenteraad heeft op 12 juli 2012 een omvangrijk meerjarig bezuinigingspakket vastgesteld. Dit besluit borduurt voort op een op 3 november 2011 genomen besluit. In de paragraaf bedrijfsvoering gaat het college in op het onderwerp bezuinigingen. Welke producten dragen hier aan bij? Financiële paragraaf 17106 Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Continu aandacht voor uitvoering treasurybeheer Wat gaan we daarvoor doen? Treasurybeheer heeft blijvende aandacht nodig om de huidige risico’s rondom de financiële aspecten van de grote projecten te beheersen en te minimaliseren. - Continue ambtelijke aandacht voor het liquiditeitsmanagement - Regelmatig aanleveren van managementinformatie over treasurybeheer aan college en raad. Onderdeel van het gesloten Lenteakkoord is dat het Rijk een uitgeklede versie van schatkistbankieren invoert. Dit betekent dat overheidslichamen (tijdelijke) overschotten aan liquide middelen bij het rijk dienen te stallen. Hiervoor geeft het rijk een minimale rentevergoeding gebaseerd op de marktrente; momenteel bedraagt deze vergoeding ca 0,05% op jaarbasis. Geld lenen bij het rijk maakt geen onderdeel uit van deze vorm van schatkistbankieren. Eind 2013 of uiterlijk begin 2014 wordt het schatkistbankieren effectief. Vanaf dat moment moeten dagelijks liquide middelen boven de drempel van 0,75% van het begrotingstotaal worden afgestort en geparkeerd bij het Rijk. Als het saldo van de beschikbare liquide middelen onder de drempel komt kan het tekort worden teruggevraagd bij het rijk. De drempel van 0,75% van het begrotingstotaal wordt per kwartaal herzien. De lagere renteopbrengst is al meerjarig geraamd en volledig verwerkt in onze begroting.
91
Welke producten dragen hier aan bij? Financiële paragraaf 17106 Financiële effecten in programmabegroting 2014 Algemene dekkingsmiddelen Naast specifieke programmagerelateerde opbrengsten zijn er een aantal algemene dekkingsmiddelen zoals de uitkering uit het gemeentefonds (algemene uitkering) en de gemeentelijke belastingen, die binnen het programma middelen zijn opgenomen. Algemene uitkering De meicirculaire van 2013 vormt voor de programmabegroting 2014 het uitgangspunt voor de berekening van de algemene uitkering in de jaren 2014 t/m 2017. In de brief aan de raad van 25 juni 2013 (UIT-13-03504) zijn de mutaties en het effect op de exploitatie meerjarig toegelicht. De mutaties die voortvloeien uit de meicirculaire 2013 zijn in de 2e bestuursrapportage 2013 meerjarig verwerkt. Voor het jaar 2014 is de algemene uitkering voor Beverwijk voorlopig verhoogd met ca €330.000. Dit komt hoofdzakelijk door een hoger accres door geplande hogere rijksuitgaven voor infrastructurele werken. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het rijk al heeft aangegeven dat het nog niet zeker is dat dit hogere accres en dus hogere algemene uitkering gehandhaafd blijft. Uitgaande van mededelingen door het rijk is vooruitlopend op de nog te ontvangen septembercirculaire in jaarschijf 2014 een korting van €700.000 op de algemene uitkering verwerkt. De septembercirculaire 2013 is half september ontvangen. Omdat de aangekondigde rijksmaatregelen doorgerekend moeten worden om de financiële effecten voor Beverwijk te bepalen, is verwerking in deze programmabegroting niet meer mogelijk. De raad wordt separaat geïnformeerd over de financiële gevolgen van de septembercirculaire. Indien dit daartoe aanleiding geeft wordt de raad voorgesteld de mutatie in de algemene uitkering als 1e begrotingswijziging voor 2014 te verwerken. Gemeentelijke belastingen Conform de tot nu toe gehanteerde beleidslijn worden de tarieven van de gemeentelijke heffingen jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van de BBP-index (bruto binnenlands product) zoals die is gepubliceerd in de algemene uitkeringcirculaire mei 2013 van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dit geldt uiteraard voor zover dat mogelijk en wettelijk is toegestaan. Het percentage beoogt de belastingtarieven te compenseren voor inflatie. In 2014 bedraagt de BBP-index 1,6%. In het separaat aangeboden raadsvoorstel over de belastingmaatregelen voor 2014 stelt het college daarom een verhoging van de belastingtarieven voor van 1,6%. Uitzondering hierop vormt het tarief voor de onroerende (OZB), de roerende zaakbelastingen (RZB) en hondenbelasting. Voor de OZB en de RZB kan de verhoging niet aan de tarieven gekoppeld worden omdat deze afhankelijk zijn van de ontwikkeling van de WOZ-waarden. Uitgaande van gelijkblijvende opbrengsten leiden hogere waarden immers automatisch tot lagere tarieven en lagere waarden tot hogere tarieven. Anders dan bij de andere belastingsoorten vormt daarom bij de OZB en de RZB de gewenste opbrengst de constante factor die nieuwe dekkingsmiddelen kan genereren. Een nadere toelichting op de OZB is te vinden in de paragraaf lokale heffingen en de toelichting op de meerjarenraming. Het tarief van de hondenbelasting wordt gedurende een aantal jaar stapsgewijs verhoogd.
92
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
14028 14107 16108 16150 17004 17012 17105 17106 17107 17109
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten Producten Reclame Precariorechten Algemene belasting Groot onderhoud Ondernemingsraad/GO Kosten voormalig personeel Financiering en dekkingsmiddelen Financiële paragraaf Indexatie Apparaatskosten
14,7 524,2 219,4 234,5 97,7 611,3 481,7 427,7
0,4 36,1 468,5 412,6 278,1 49,0 1.057,6 933,4 1.194,5
0,4 37,2 464,1 356,1 283,0 49,0 1.656,5 475,9 319,1-
0,4 37,2 455,6 356,1 283,0 49,0 1.656,5 388,0 448,2 209,9-
0,4 37,2 447,1 356,1 283,0 49,0 1.656,5 257,0 893,2 1.043,1-
0,4 37,2 438,5 356,1 283,0 49,0 1.656,5 424,91.343,3 1.045,1-
Totaal Lasten
2.611,4
4.430,3
3.003,1
3.464,1
2.936,4
2.694,0
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
14028 14107 16108 16150 17004 17012 17105 17106 17107 17109
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroot 2013 t/m Berap II
baten Producten Reclame Precariorechten Algemene belasting Groot onderhoud Ondernemingsraad/GO Kosten voormalig personeel Financiering en dekkingsmiddelen Financiële paragraaf Indexatie Apparaatskosten
30,8 295,2 19,0 2.164,9 576,9 43,2
38,8 449,5 19,0 2.030,5 462,5 -
39,4 409,5 2.306,3 131,8 -
39,7 409,5 3.052,2 119,0 -
40,1 409,5 3.649,4 119,0 -
40,4 409,5 3.676,8 0,1 -
Totaal Baten
3.130,0
3.000,2
2.887,0
3.620,3
4.217,9
4.126,8
Saldo
518,6
156,3
1.281,6
1.432,8
Algemene dekkingsmiddelen: Alg. uitkering gemeentefonds Onroerend Zaakbelasting Roerende Zaakbelasting Toeristenbelasting Hondenbelasting Precariobelasting Dividend Totaal Algemene dekkingsmiddelen:
1.430,2-
116,1-
42.053,2 7.804,7 5,3 152,0 132,0 273,1 98,4 50.518,8
40.442,8 8.243,2 5,5 154,2 142,8 268,0 127,6 49.384,1
41.501,9 8.023,6 5,6 156,7 154,0 432,8 90,2 50.364,8
39.902,9 8.095,8 5,6 158,1 164,2 436,9 90,2 48.853,8
40.279,8 8.168,7 5,5 159,5 174,4 440,9 90,2 49.319,0
40.423,0 8.242,2 5,6 160,9 176,0 444,8 90,2 49.542,7
Saldo voor bestemming
51.037,4
47.954,0
50.248,7
49.010,1
50.600,6
50.975,5
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
704,9 1.199,0 51.531,558
1.021,4 1.908,8 48.841,5
423,6 940,9 50.766,1
646,5 1.122,6 49.486,2
646,5 664,3 50.618,4
646,5 625,9 50.955,0
17105 Financiering en dekkingsmiddelen De verschillen in de jaren betreft het renteresultaat welke jaarlijks fluctueert. 17106 Financiële paragraaf Op dit product staan diverse lasten en baten geraamd welke jaarlijks fluctueren, onder andere betreft dit de kapitaallasten. 17107 Indexatie De indexatie op overige goederen en diensten, subsidies en loonkosten zijn voor 2014 reeds verwerkt op de producten. Vanaf 2015 is de indexatie op dit product geraamd. 17109 Apparaatskosten De fluctuatie in de jaren wordt grotendeels veroorzaakt door de ingeboekte bezuinigingen. Op dit product wordt onder andere de storting in de voorziening proceskosten en implementatie bezuinigingen geraamd. Daarnaast staan de bezuinigen op de formatie, welke pas vanaf 2015 zijn ingeboekt, op dit product. 93
Sociale zaken en uitstroombevordering (12) Algemeen Programmadoelstelling Verstrekken van een (periodieke) uitkering tot het wettelijk aangegeven niveau aan gezinnen of alleenstaanden om in het levensonderhoud te voorzien. Mensen met een arbeidshandicap aan een aangepaste baan helpen, activeren van uitkeringsgerechtigden richting arbeid, uitvoering geven aan Wet inburgering en voorkomen en repareren van educatieachterstand bij volwassenen. Context en achtergrond Er is een grote toename van het aantal bijstandscliënten vanwege de voortdurende economische crisis en daardoor gespannen arbeidsmarkt, een grote druk op de budgetten vanuit het Rijk en met belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving. Het aantal bijstandscliënten heeft gevolgen voor de uitvoeringslasten. Een stijging van het bestand betekent een stijging van de uitvoeringslasten, waarvoor een vergoeding wordt ontvangen vanuit het gemeentefonds. Vanaf 2010 is door het Rijk reeds een verlaging van het re-integratiebudget doorgevoerd en in 2011 heeft dit geleid tot een aantal keuzes voor inzet van re-integratie-instrumenten. De verwachting is dat het re-integratiebudget, onderdeel van het participatiebudget, in 2014 verder verlaagd wordt. In de periode tot 2015 daalt het budget dus nog verder (Zie ook de toelichting op de meerjarenraming voor een toelichting op de WWB budgetten). In 2013 is een nieuwe IJmondiale organisatie opgericht voor werk en re-integratie, genaamd IJmond Werkt!. Deze organisatie voert de re-integratietaken van de vier deelnemende IJmondgemeenten uit. De verwachting is, dat de gemeenschappelijke regeling (GR) De Meergroep op 01 januari 2014 is gewijzigd in de GR IJmond Werkt!
Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - De Wet werk en bijstand (WWB) - Wet sociale werkvoorziening (Wsw) - Wet Participatiebudget - Wet Inburgering (WI) - Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) - Participatiewet - Kadernota Wet inburgering . . . - Verordening inburgering gemeente Beverwijk - Visiedocument Wet participatiebudget . - Re-integratiebeleidsplan 2010 - 2011 . - Implementatieplan participatieladder - Kadernota “Naar één organisatie voor werk” - Re-integratieverordening . . . - Businessplan IJmond Werkt .
. . . . .. . . .
. . . . . . . .
. . . . . . . .
2006/10322 2006/13710 2009/48727 2009/50037 2010/32976 2012/20348 2009/27800 C/R-13-00471
Beknopte weergave nog resterende projecten/accenten uit collegeprogramma in 2014 niet van toepassing.
94
Bezuinigingen Op 3 november 2011 heeft de raad besloten om over de jaren 2012 tot en met 2016 jaarlijks €10.000 te bezuinigen op integratie nieuwkomers, te realiseren door een nieuwe aanbesteding van het vluchtelingenwerk. (doelstelling 2) Op 12 juli 2012 heeft de raad besloten om; - oplopend van €100.000 in 2014 en €200.000 in 2015, in 2016 in totaal €300.000 te bezuinigen op kosten van uitvoering van bijstand en minimabeleid (programma 10, doelstelling 2). Het college gaat dit realiseren door onder andere minder maatwerk te leveren, meer en zakelijker klantgericht en resultaatgericht (gestandaardiseerd en lean) te werken en het beperken van de dienstverlening. - per 2014 op de formatie voor volwasseneneducatie 0,2 fte te bezuinigen. Vooruitlopend op deze bezuiniging is de urenraming al verlaagd van 657 uur in 2011 naar 250 uur in 2012.
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Een aangepaste werkplek creëren voor mensen met een arbeidshandicap, die door lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen uitsluitend in staat zijn onder aangepaste omstandigheden arbeid te verrichten. Dit gebeurt binnen de sociale werkvoorziening. De doelstelling is om de arbeidsbekwaamheid van de arbeidsgehandicapte te behouden en te bevorderen en hem zo mogelijk uit te laten stromen naar een reguliere baan Wat gaan we daarvoor doen? - Realiseren taakstelling Wet sociale werkvoorziening (Wsw). - De taakstelling wordt, in opdracht van de gemeente, door IJmond Werkt! en een aantal andere SW-bedrijven gerealiseerd. Welke producten dragen hier aan bij? Sociale werkvoorziening 15074 Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Uitvoering geven aan de Wet inburgering zoals is vastgelegd in de kadernota Wet inburgering (raadsbesluit 2006/10322 d.d. 23 november 2006), waardoor inburgeraars de Nederlandse taal beheersen, zelfredzaam zijn en participeren in de samenleving. Wat gaan we daarvoor doen? - We hebben tot en met 2012 inburgeringcursussen aangeboden. Met deze kennis en vaardigheden heeft hij/zij een basis om actief deel te kunnen nemen aan het economische, sociale, culturele en politieke leven in Nederland. - De doelgroepen zijn vastgesteld in de verordening Inburgering. - We hebben een informerende en handhavende rol. - Omdat er vanaf 2013 een beperkt budget beschikbaar is biedt Beverwijk geen nieuwe inburgeringtrajecten meer aan. De gestarte trajecten blijven wel, teneinde deze succesvol te voltooien, gefinancierd. Welke producten dragen hier aan bij? Integratie nieuwkomers 15080
95
Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Het voorkomen en repareren van educatieachterstand bij volwassenen. Wat gaan we daarvoor doen? - Jaarlijks sluiten we, op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB), overeenkomsten af met regionale opleidingencentra (ROC’s ) voor volwasseneneducatie. We werken hierbij IJmondiaal samen. - Met ingang van 1 januari 2013 is de WEB gewijzigd, gemeenten kopen alleen nog basiseducatie in. De bekostiging van het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) vindt rechtstreeks plaats door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) aan de ROC’s. - Op 16 mei 2013 heeft de minister van OCW de Tweede Kamer in een brief geïnformeerd, dat zij voornemens is het educatiebudget bij gemeenten te laten en hen niet langer te verplichten dit budget uitsluitend bij de ROC’s te besteden. De bedoeling is dit met ingang van 2015 in werking te laten treden. Om versnippering van het educatiebudget te voorkomen, wordt onderzocht of het mogelijk is het budget te verdelen over regio’s in plaats van over individuele gemeenten. Welke producten dragen hier aan bij? Volwasseneneducatie 13049
96
financiële tabel Begroot 2013 t/m Berap II
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 13049 15071 15074 15075 15080
Producten Volwasseneneducatie Uitkering inkomensvoorziening Sociale werkvoorziening Uitstroombevordering Integratie nieuwkomers Totaal Lasten
326,5 13.229,5 5.501,2 1.618,8 588,8
105,1 15.573,0 5.249,5 1.552,9 234,6
104,8 15.505,9 5.249,5 1.373,3 154,3
104,8 15.318,2 5.249,5 1.373,3 82,3
104,8 15.318,2 5.249,5 1.373,3 74,3
104,8 15.318,2 5.249,5 1.373,3 74,3
21.264,8
22.715,1
22.387,7
22.128,0
22.120,0
22.120,0
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroot 2013 t/m Berap II
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
baten 13049 15071 15074 15075 15080
Producten Volwasseneneducatie Uitkering inkomensvoorziening Sociale werkvoorziening Uitstroombevordering Integratie nieuwkomers Totaal Baten
302,8 10.902,4 5.500,4 1.215,6 317,2
84,3 12.431,7 5.247,6 1.312,9 148,9
84,3 12.217,7 5.247,6 1.312,9 -
84,3 12.217,7 5.247,6 1.312,9 -
84,3 12.217,7 5.247,6 1.312,9 -
84,3 12.217,7 5.247,6 1.312,9 -
18.238,5
19.225,4
18.862,5
18.862,5
18.862,5
18.862,5
Saldo
3.026,3-
3.489,7-
3.525,2-
3.265,5-
3.257,5-
3.257,5-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
3.026,3-
3.489,7-
3.525,2-
3.265,5-
3.257,5-
3.257,5-
15071 Uitkering inkomensvoorziening De baten en lasten zijn in 2013 incidenteel hoger door de detacheringopbrengst IJmond Werkt! en inhuurkosten e voor werkzaamheden bijstand (nr. N17 1 bestuursrapportage 2013). 15075 Uitstroombevordering Met ingang van 2014 is er een taakstelling ingeboekt voor de niet toe te rekenen kosten aan het ree integratiebudget (nr. 33 1 bestuursrapportage 2013). 15080 Integratie nieuwkomers De lasten nemen af door de afwikkeling van de lopende inburgeringstrajecten en de rijksbijdrage vervalt met e ingang van 2014 (nr. N-14 1 bestuursrapportage 2013)
97
Jeugd (13) Algemeen Programmadoelstelling Het algemene doel van jeugdbeleid is de jeugd in de gemeente Beverwijk optimale kansen te geven zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen, die naar vermogen mee doen in de samenleving. Context en achtergrond Het jeugdbeleid is veelomvattend en speelt zich af op vele terreinen. Het algemene jeugdbeleid voorziet in een sociale infrastructuur gericht op ontwikkeling, vrije tijd, participatie en veiligheid. Het specifieke jeugdbeleid is gericht op individuele hulpverlening en het voorkomen van uitval. Daarnaast heeft de gemeente preventieve taken op het terrein van de jeugdgezondheidszorg, onderwijsachterstanden, opvoeden en opgroeien. Speerpunten uit de kadernota jeugd 2012 - 2015 Beleidsagenda en speerpunten worden in de periode 2013 - 2015 uitgevoerd. Deze speerpunten zijn: een actieve en gezonde jeugd, vermindering van overlast door jeugdigen, versterking van de voor- en vroegschoolse educatie, aanpak van de jeugdwerkloosheid, schuldhulpverlening aan jongeren en deelname aan maatschappelijke activiteiten door jeugd met een minimuminkomen. Het jeugdbeleid wordt uitgebreid door nieuwe taken en meer verantwoordelijkheden die voortkomen uit landelijke ontwikkelingen zoals de transitie van de jeugdzorg, de decentralisatie van de begeleiding van de AWBZ naar de Wmo, Participatiewet en de Wet passend onderwijs. In 2014 bereidt de gemeente zich voor op deze nieuwe taken en verantwoordelijkheden. In maart 2013 is landelijk het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg (JGZ) geëvalueerd door de commissie de Winter. Gekeken is naar het uniforme deel en het maatwerkdeel in het basistakenpakket. Deze evaluatie was noodzakelijk gezien de ontwikkelingen in het jeugdstelsel. Het Rijk zal voor de zomer 2013 een standpunt innemen op het advies. De uitwerking van het advies loopt gelijk op met de Jeugdwet per 2015. Gevolgen van het landelijke standpunt op de rol en positie die de gemeente aan de functie JGZ wilt geven in het jeugdstelsel worden meegenomen in de prestatieafspraken 2015 met Jeugdgezondheidszorg Kennemerland 0 - 4 jaar en de GGD. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), - Wet Publieke Gezondheid, - Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, - Wet primair onderwijs - Wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur (’Good Governance’) - Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie - Leerplichtwet - Wet passend onderwijs - Wet op de jeugdzorg - Kadernota jeugd 2012 - 2015 Beleidsagenda en speerpunten - Wmo beleidsplan 2012 - 2015 . . . . - Lokaal gezondheidsbeleid . . . . - Verordening kinderopvang Beverwijk . . . - Algemene subsidieverordening Beverwijk . . - Convenant CJG regio midden Kennemerland . . - Convenant centrale opvang neveninstromers nt-2 2011-2015 98
. . . . .
2012/12167 2011/55849 2012/41406 2006/12200 2012/4744 2011/12562 In-13-1778
- Gemeenschappelijke regeling GGD - Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen - Afwegingsmodel handhaving kinderopvang gemeente Beverwijk 2011/15802 - Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen, raadsbesluit 2011 20508 Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Er zijn geen projecten of accenten direct gekoppeld aan het programma jeugd. Er zijn wel een aantal projecten met een link naar jeugd, dit betreft de projecten; - Integraal project zorginfrastructuur (project 4) . . . programma 9 - Integraal jeugdbeleid (project 5). . . . programma 10 - Schuldenproblematiek (project 7) . . . programma 10 Bezuinigingen Op 12 juli 2012 heeft de raad besloten om op de formatie voor leerplicht, product 13048 per 2014 te bezuinigen, zodat deze conform de Ingrado-norm is. (0,5 fte). De bezuiniging is uitgewerkt in doelstelling 7: het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten.
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Versterken van de sociale samenhang en leefbaarheid voor de jeugd op grond van de Wmo, prestatieveld 1 Wat gaan we daarvoor doen? - Lokale of wijkgerichte voorzieningen zoals o.a. jongerencentra Place2be en Inside54 en de speeltuincentrale subsidiëren die zijn gericht op ontwikkeling, vrije tijd, participatie openbare orde en veiligheid.
- Voortzetten van het gemeentelijke meldpunt jeugd. - Prestatie-eisen en voorwaarden afspreken met uitvoerende instanties aan de hand van BCF systematiek en/of Subsidieverordening Gemeente Beverwijk 2012. - Door het maken van afspraken met de lokale en regionale instellingen de samenwerking en afstemming verbeteren. De Stichting Welzijn Beverwijk, de Evenementenmakelaar (Streetrulez), Stichting Welschap Heemskerk, kinderboerderij Animalfarm, Stichting Speeltuincentrale Beverwijk, Bureau Halt etc. zijn betrokken bij de uitvoering. Er is een relatie met programma integrale veiligheid (voorkomen van overlast en ontwikkeling veiligheidshuis), sport en kunst en cultuur, maatschappelijke ondersteuning (vrijwilligerswerk) en maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen (minimabeleid). Welke producten dragen hier aan bij? Kunst en Cultuur 13051 Vrijwilligersbeleid 13052 Sportstimulering 13059 Minimabeleid/participatie 15071 Jeugd- en jongerenwerk 13084 Peuterspeelzalen 13086 99
Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Het realiseren en in stand houden van een preventief aanbod gericht op ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien (Wmo, prestatieveld 2) Wat gaan we daarvoor doen? - Voortzetten regionale samenwerking met de (door)ontwikkeling van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) en jeugd(zorg)beleid. - Samenwerkingsafspraken maken tussen jeugdzorginstellingen, onderwijs en gemeente om passend onderwijs en opvoed- en opgroeiondersteuning voor kind en gezin aan te bieden. - Voorbereiden op de transitie jeugdzorg naar de gemeenten per 2015 in regionaal verband. Het door de raad vaststellen van het beleidsplan en de verordening in het kader van de Transitie jeugdzorg. - Uitvoeren van de IJmondiale aanpak DOMST (druggebruik onder minderjarigen structureel terugbrengen) door de ketenpartners zoals o.a. het voortgezet onderwijs, politie, Halt, Brijder waarbij drank en drugsgebruik door jongeren wordt ontmoedigd vanuit verschillende uitgangspunten zoals volksgezondheid en openbare orde. Welke producten dragen hier aan bij? Jeugd- en jongerenwerk 13084
100
Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Actueel houden van de preventieve jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor de jeugd van 0 -19 jaar op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg). Wat gaan we daarvoor doen? - Monitoren en zo nodig aanpassen van subsidieafspraken met Jeugdgezondheidszorg Kennemerland 0 - 4 jaar, inclusief de ontwikkeling van de prenatale zorg. Inzet is handhaving van het hoge bereik, (2012: 99,0%) - De jeugdgezondheidszorg 4 - 19 wordt uitgevoerd door de GGD en voor een groot deel gefinancierd via de gemeenschappelijke regeling. - De ketenaanpak versterken vanuit het CJG. Welke producten dragen hier aan bij? Jeugdgezondheidszorg 13082 Volksgezondheid 13087 Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Uitvoering van de wettelijk (verplichte) taken op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Wat gaan we daarvoor doen? De gemeente verstrekt vier keer per jaar informatie aan het inlichtingenbureau over tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang door de rijksoverheid. Deze informatie is bestemd voor de Belastingdienst en betreft de doelgroepouders die hier recht op hebben. Ook geeft de gemeente aan deze ouders een verklaring af waaruit blijkt dat zij recht hebben op deze tegemoetkoming. - De gemeente keert in bepaalde gevallen een aanvullende compensatie uit van de eigen bijdrage voor doelgroepouders. Verder behandelt de gemeente aanvragen voor bijzondere bijstand voor kinderopvangkosten op basis van sociale medische indicatie. - Om het landelijk register kinderopvang actueel te houden registreert de gemeente de gegevens van de houders van de kindercentra en specifieke gegevens van de kinderopvanglocaties (kinderdagverblijven, peuterspeelzalen locaties voor buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders) in dit register. - De GGD voert, in opdracht van de gemeente, het toezicht op kinderopvangorganisaties en peuterspeelzaalwerk uit. De toezichtinspanning wordt gericht ingezet; intensief waar nodig, minder waar mogelijk. Indien de rapportages van de GGD over klachten of signalen daartoe aanleiding geven, voert de gemeente een actief handhavingsbeleid. Welke producten dragen hier aan bij? Kinderopvang 13085 Peuterspeelzalen 13086 Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Instandhouding van het openbaar onderwijs (Wet op het primair onderwijs, art. 17 en 48) Wat gaan we daarvoor doen? De gemeente benoemt de leden van de raad van toezicht bij de Stichting Openbaar Primair Onderwijs IJmond. Deze stichting houdt het openbaar onderwijs in stand. Daarnaast neemt de gemeente kennis van de begroting en jaarstukken van de stichting en monitoren we, in samenwerking met de gemeenten Heemskerk en Velsen, op afstand de financiële gezondheid. Het op afstand monitoren is een gevolg van de Wet goed onderwijs en goed bestuur (’Good Governance’). 101
Welke producten dragen hier aan bij? Openbaar onderwijs 13039 Doelstelling 6 Wat willen we bereiken? Het vroegtijdig signaleren en bestrijden van onderwijsachterstanden op basis van de Wet primair onderwijs en Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie. Wat gaan we daarvoor doen? - Afspraken maken met schoolbesturen, houders van kindercentra en peuterspeelzalen en JGZ over de resultaten van voor- en vroegschoolse educatie (VVE). - Het bevorderen van de ouderbetrokkenheid in onderwijsachterstandenbeleid. - Groeien naar een aanbod voor 100% van de doelgroep aan voorschoolse programma’s. Dit doet Beverwijk onder andere door extra aandacht te besteden aan het belang van voorschoolse educatie in relatie met de taalontwikkeling van het kind via een informatieboekje over de verschillende vormen van kinderopvang. Dit boekje wordt aan alle ouders toegestuurd op het moment dat hun kind 1,5 jaar wordt en komt op plekken te liggen waar ouders met hun kinderen komen zoals het consultatiebureau, CJG enz. - Screening van schoolkinderen van 5 jaar door een logopedist van de GGD. - Instandhouding schakelklassen voor kinderen van 6 - 12 jaar die onvoldoende Nederlands spreken om op de basisschool goed mee te kunnen komen. - Instandhouding van de taalklas (voorheen de kopklas) voor leerlingen van 12 tot maximaal 14 jaar, die op basis van hun kwaliteiten met een extra impuls Nederlandse lessen een hogere opleiding kunnen volgen. Leerlingen kunnen vanuit groep 8 doorstromen naar de taalklas. Ook 12/13 jarige leerlingen die rechtstreeks uit het buitenland komen en die geen of weinig Nederlands spreken, kunnen in de taalklas geplaatst worden. - De gemeente maakt in het LEA overleg (lokaal educatieve agenda) gezamenlijke afspraken over het onderwijs- en jeugdbeleid met de besturen van basis- en voortgezet onderwijs, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en jeugdgezondheidszorg. De uitvoering van bovenstaande punten heeft een relatie met doelstelling 1 van dit programma, specifiek bij het in stand houden van reguliere plekken in de peuterspeelzalen.
Welke producten dragen hier aan bij? Onderwijsachterstanden 13045 Kinderopvang 13085 Peuterspeelzalen 13086
102
Doelstelling 7 Wat willen we bereiken? Het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Wat gaan we daarvoor doen? - Handhaving van de Leerplichtwet 1969 en Kwalificatieplicht 2007. Alle jongeren zijn volledig leerplichtig tot het einde van het schooljaar waarin ze zestien jaar worden. Daarna geldt de kwalificatieplicht voor jongeren die nog geen achttien jaar zijn en nog geen startkwalificatie hebben behaald en de volledige leerplicht achter de rug hebben. - Vroegtijdig bespreken van zorgleerlingen om uitval te voorkomen in spijbelspreekuur en door deelname aan zorgadviesteams op scholen en zorgoverleg risicojeugd. - Schoolverzuim kan een teken zijn dat er problemen zijn bij de leerling en is tevens een voorspellende indicator voor voortijdig schoolverlaten. Er wordt nauw samengewerkt met scholen, hulpverlenende instanties en andere partners als het gaat om signalering en melden van verzuim en voortijdig schoolverlaten en de registratie hiervan. Inzake het schoolverzuim is met de Onderwijsinspectie een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. - De bezuiniging van 0,5 fte op de formatie leerplicht per 2014 wordt gerealiseerd door de functie secretarieel medewerker geheel of gedeeltelijk te laten vervallen. De ondersteuning wordt binnen de afdeling geregeld. Er is een relatie met het jongerenloket en programma sociale zaken en uitstroombevordering. Welke producten dragen hier aan bij? Leerplicht 13048 %
Percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters
5,5 5
5
4,5
4,4
4 Beverw ijk % vsv
3,7
Landelijk % vsv
3,5
3,4 3,2
3
3
3 2,7
2,5 2 2008/09
2009/10
2010/11
103
2011/12
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 13045 13046 13048 13082 13084 13085 13086
Producten Onderwijsachterstanden Schoolzwemmen Leerplicht Jeugdgezondheidszorg Jeugd- en jongerenwerk Kinderopvang Peuterspeelzalen Totaal Lasten
665,1 55,0 262,5 580,6 839,9 164,1 451,7
650,4 42,8 199,0 592,1 1.064,6 142,4 463,1
652,6 43,3 195,7 601,0 938,8 116,1 442,8
652,6 43,3 195,7 599,4 861,0 116,1 442,8
639,6 43,3 195,7 599,4 861,0 116,1 442,8
639,6 43,3 195,7 599,4 861,0 116,1 442,8
3.019,0
3.154,3
2.990,4
2.911,0
2.898,0
2.898,0
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2017
baten 13045 13046 13048 13082 13084 13085 13086
Producten Onderwijsachterstanden Schoolzwemmen Leerplicht Jeugdgezondheidszorg Jeugd- en jongerenwerk Kinderopvang Peuterspeelzalen
477,8 30,2 79,1 201,7 39,3
458,2 29,7 164,0 23,6
458,2 29,7 66,0 23,6
458,2 29,7 64,0 23,6
458,2 29,7 61,9 23,6
458,2 29,7 62,4 23,6
828,1
675,5
577,5
575,5
573,4
573,9
Saldo
2.190,9-
2.478,8-
2.412,9-
2.335,5-
2.324,6-
2.324,0-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
100,0 2.090,9-
2.478,8-
2.412,9-
2.335,5-
2.324,6-
2.324,0-
Totaal Baten
13084 Jeugd- en jongerenwerk De baten en lasten zijn in 2013 en 2014 hoger door invoeringskosten jeugdzorg. e (nrs. N-18 en N19 1 bestuursrapportage 2013)
104
Onderwijs (14) Algemeen Programmadoelstelling Het realiseren van adequate onderwijshuisvesting in Beverwijk, zowel voor basis-, speciaalen voortgezet onderwijs. Onderwijsgebouwen bieden ruimte aan meerdere functies, waardoor kinderen binnen het gebouw op meerdere manieren kunnen worden opgevangen of ondersteuning kunnen krijgen. Hierdoor kunnen zij zich breed ontplooien en opgroeien tot zelfstandige burgers die kunnen participeren in de maatschappij. Er kan dan ook beter worden gesproken over accommodaties waarin een school is gehuisvest dan over schoolgebouwen. Context en achtergrond Leerlingenaantal De verwachting is dat tot 2016 het aantal leerlingen nog licht gaat stijgen. Daarna is de daling van het aantal leerlingen structureel en dit vraagt om herbezinning over de huisvesting. Vooralsnog is er alleen sprake van leegstand in diverse schoolgebouwen en geen sprake van afstoten van gebouwen.
3.900 3.700 3.500 3.300 3.100 2.900 2.700 2.500 Leerlingen
2013
2015
2017
2022
2027
2032
3.647
3.670
3.605
3.370
3.104
2.947
Ontwikkelingen huisvesting onderwijs Het buitenonderhoud en aanpassing gaat in 2015 over van de gemeenten naar de schoolbesturen. Het is lastig te bepalen wat de waarde en de kosten van het (achterstallig) onderhoud zijn. Het is ook nog onbekend (juli 2013) of er een overgangsregeling komt dan wel dat er sprake is van een ‘koude’ overdracht. Deze regeling heeft financiële consequenties voor de gemeenten. De doordecentralisatie betekent een verlaging van de algemene uitkering. Deze gelden gaan dan rechtstreeks naar de schoolbesturen. Daarnaast worden de gemeenten voor een totaalbedrag van €256 mln. gekort. Dat heeft te maken met het onderzoek naar uitgaven onderwijs in de afgelopen jaren. 105
Hieruit is gebleken dat gemeenten op macroniveau te weinig hebben uitgegeven aan onderwijs. Hoewel dit zeker niet van toepassing is op de gemeente gaat de korting van ca. €95 per leerling ook voor Beverwijk gelden. Op landelijk niveau wordt nagedacht over andere vormen van financiering van de huisvesting. Het aantal onderwijsvoorzieningen, dat in de afgelopen jaren is gerealiseerd door of in samenwerking met woningcorporaties, laat een stijging zien. Daarnaast zijn er ook steeds meer schoolbesturen die (deels) zelf hun onderwijshuisvesting financieren. Op basis van afspraken met gemeenten over doordecentralisatie gaan schoolbesturen leningen bij financiële instellingen aan. Daartoe biedt het ministerie van Financiën schoolbesturen de mogelijkheid te ‘schatkistbankieren”. Deze vorm lijkt veel op de traditionele vorm maar kent een beperkter dienstenpakket. Het bovenstaande geeft duidelijk aan dat de traditionele rolverdeling tussen gemeenten en schoolbesturen aan het veranderen is. Dit vraagt om kennis van zaken in een relatief complexe materie. Hiertoe is een nieuw landelijk kenniscentrum opgericht, stichting Ruimte voor Onderwijs en Kinderopvang (Ruimte-OK). Regionaal overleg Na overleg met de schoolbesturen is in de gemeente Heemskerk en Beverwijk onderzocht wat het effect is van krimp van het aantal leerlingen in het komende decennium op de huisvesting van het onderwijs. Op basis hiervan wordt een integraal huisvestingsplan opgesteld. Dit document is echter niet statisch, door allerlei ontwikkelingen (waaronder ‘passend onderwijs’) is het lastig een goed beeld te geven. In dit kader wordt ook nadrukkelijk gekeken naar de mogelijkheden/kansen om de leegstand in te vullen met gebruik door derden, zoals maatschappelijke instellingen. Tevens wordt de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs aangepast zodat verwezen kan worden naar leegstaande accommodaties in de andere gemeente. Ontwikkelingen MFA’s Het beheer en de exploitatie van het gebouw blijft ingewikkeld en kost veel inspanning van alle gebruikers. In 2014 worden afspraken gemaakt met de schoolbesturen over het onderhoud van het gebouw na de decentralisatie van het onderhoud. De gemeente is juridisch eigenaar van het gebouw, maar heeft voor het schooldeel geen budget voor het onderhoud. Een van de oplossingen is het bundelen van de onderhoudsbudgetten bij een partij die zorg draagt voor alle onderhoud. Passend onderwijs Vóór 1 mei 2014 wordt het ondersteuningsplan door de gemeenten in het samenwerkingsverband ondertekend. Vanaf augustus 2014 is de invoering van een feit. De invoering van ‘passend onderwijs’ heeft gevolgen voor de huisvesting van scholen, zoals de toegankelijkheid van het gebouw en de ruimte in de leslokalen. Ook kunnen fluctuaties in omvang van de reguliere en de (v)so-scholen ontstaan. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Wet op het Primair Onderwijs - Wet op de Expertise Centra - Wet op het Voortgezet Onderwijs - Vigerend Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2010 - 2014 - Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2012 - Nog vast te stellen integraal huisvestingsplan onderwijs 2013 - 2017
2009/394 2011/4008 .
Beknopte weergave nog resterende projecten/accenten uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing. 106
Bezuinigingen De restwaarde van investeringen voor gebouwen is met ingang van 2013 bepaald op 25%. Dit levert een besparing op van €500.000. (doelstelling 1) Voor leerlingenvervoer is in 2013 een bezuiniging opgenomen van €10.000. (doelstelling 3).
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Adequate huisvesting voor het onderwijs in Beverwijk Basisonderwijs - De Wilgeroos Deze basisschool is de enige school die op twee locaties is gehuisvest. Het schoolbestuur pleit er al jaren voor om de school op de hoofdlocatie te huisvesten via een uitbreiding van het gebouw op de Wilgenhoflaan. In het in november/december vast te stellen integraal huisvestingsplan onderwijs (IHP) 2014 - 2018 wordt duidelijk hoe de huisvesting van deze school er komt uit te zien. - Basisschool Bethel Deze basisschool maakt op papier gebruik van de leegstand bij basisschool De Wilgeroos. In praktijk is één groep leerlingen gehuisvest in het gebouw Populierenlaan 41. Als de huisvesting voor basisschool De Wilgeroos ‘passend’ gemaakt is, is de verwijzing naar leegstand voor leerlingen van basisschool Bethel geen optie meer. In het IHP 2014 - 2018 wordt de huisvesting van deze school geregeld. Voortgezet Onderwijs - Kennemer College In juli 2012 is een krediet beschikbaar gesteld voor de uitbreiding van de huisvesting van het Kennemer College. Het college maakt nadere afspraken met het schoolbestuur over de uitvoering. Het schoolbestuur is in 2013 gestart met de bouw van 9 lokalen. De oplevering staat gepland voor augustus 2014. Wat gaan we daarvoor doen? In het aanstaande IHP onderwijs 2014 - 2018 staan de nog te realiseren voorzieningen voor onderwijshuisvesting vermeld. Samen met de gemeente Heemskerk overlegt Beverwijk over het plan met alle schoolbesturen Welke producten dragen hier aan bij? Openbaar basisonderwijs 13039 Bijzonder basisonderwijs 13040 Speciaal onderwijs 13041 Voortgezet onderwijs 13042
107
Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? De schades aan en overlast rondom schoolgebouwen neemt de laatste jaren toe. In overleg met de schoolbesturen, team openbare orde en veiligheid en politie onderzoekt de gemeente Beverwijk hoe dit verminderd kan worden. Ook wordt onderzocht op welke wijze de gemeente sneller kan inspelen op schades die de schoolbesturen melden in het kader van de schaderegeling onderwijsgebouwen. De verwachting is dat deze regeling in 2014 ingevoerd zal worden. Wat gaan we daarvoor doen? Na overleg met de schoolbesturen doet het college voorstellen om de schaderegeling efficiënter toe te passen. Een van de voorstellen is om deze regeling op te nemen in een beleidsregel of in de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Naar verwachting vindt deze besluitvorming begin 2014 plaats.
Welke producten dragen hieraan bij? Sociale veiligheid 13021 Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Alleen de leerlingen die door een handicap niet zelfstandig aan het openbaar vervoer kunnen deelnemen, mogen gebruik maken van passend vervoer naar en van de dichtst bijzijnde toegankelijke school. Dit betekent dat bij elke aanvraag voor leerlingenvervoer de noodzaak kritisch door de adviseur wordt beoordeeld. Wat gaan we daarvoor doen? We overleggen met de gemeenten Heemskerk, Castricum en Uitgeest over de wenselijkheid van een aanbesteding of contract met de vervoerder. Dit zal in 2014 plaatsvinden. Daarnaast is er een project “bovenregionaal doelgroepenvervoer”. Doel van dit project is om het doelgroepenvervoer (o.a. het leerlingenvervoer) te inventariseren en te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor een effectievere en efficiëntere organisatie van de verschillende vervoersstromen. De gemeente Beverwijk participeert hier in. Dit alles is ook nog afhankelijk van de mogelijke invoering van het ‘passend onderwijs’. De verwachting is, dat het onderzoek “bovenregionaal doelgroepenvervoer” in het 1e kwartaal van 2014 zal zijn afgerond. Welke producten dragen hieraan bij? Leerlingenvervoer 15047
108
financiële tabel Begroot 2013 t/m Berap II
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 13039 13040 13041 13042 15047
Producten Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Leerlingenvervoer Totaal Lasten
2.068,6 842,9 553,0 1.077,9 325,1
1.869,6 706,7 462,3 948,2 398,3
1.900,0 717,1 435,5 981,8 409,1
1.900,0 716,7 435,5 981,8 409,1
1.900,0 716,3 435,5 981,8 409,1
1.900,0 715,9 435,5 981,8 409,1
4.867,5
4.385,0
4.443,5
4.443,1
4.442,7
4.442,3
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroot 2013 t/m Berap II
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
baten 13039 13040 13041 13042 15047
Producten Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Leerlingenvervoer Totaal Baten
12,6 38,5 1,3 -
5,5 38,0 -
5,6 38,6 -
5,6 39,0 -
5,7 39,3 -
5,7 39,7 -
52,4
43,5
44,2
44,6
45,0
45,4
Saldo
4.815,1-
4.341,5-
4.399,3-
4.398,5-
4.397,7-
4.396,9-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
78,0 4.737,1-
4.341,5-
4.399,3-
4.398,5-
4.397,7-
4.396,9-
De fluctuaties in de jaren komen door de kapitaallasten.
109
Economische zaken (15) Algemeen Programmadoelstelling Bevorderen van een gezond ondernemingsklimaat en concurrentiekracht van het Beverwijkse bedrijfsleven. Dit leidt tot economische groei, werkgelegenheid en participatie. Context en achtergrond De economische crisis laat overal zijn sporen na. Om de crisis het hoofd te bieden werkt Beverwijk, samen met de regiogemeenten, aan het stimuleren van de economie. In 2012 is IJmond Veelzijdig gestopt. Ter vervanging zijn in 2013 het regionaal economische bureau (3 IJmondgemeenten, Uitgeest doet nog niet mee) en het regionaal economisch overleg (overheden, ondernemers en onderwijsinstellingen) opgericht en deze worden in 2014 verder vormgegeven. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Regionaal economische visie IJmond . - Detailhandelstructuurvisie . - Bedrijventerreinenvisie Beverwijk Bedreven - Visie openbare ruimte De Pijp . . - Verbeterprogramma Haven De Pijp
. . . . .
. . . . .
. . . . .
2010/9436 2010/3900 2009/68809 2011/55449 2012/55779
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing Bezuinigingen Niet van toepassing
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Het bevorderen van een gezond ondernemingsklimaat in Beverwijk en van de concurrentiekracht van het Beverwijkse bedrijfsleven. Dit leidt tot economische groei, werkgelegenheid en participatie. Wat gaan we daarvoor doen? - Onderhouden reguliere overleggen tussen gemeente en bedrijfsleven - Verwoorden economische belang in interne plan- en besluitvormingsprocessen - In samenwerking met de ondernemers ontwikkelen van een ruimtelijk economische visie op het centrum. Onderdeel van die visie is een plan voor ingrepen in de openbare ruimte. - In samenwerking met de ondernemers en pandeigenaren ontwikkelen van een ruimtelijk economische visie op de Parallelweg, inclusief de Woonboulevard. - Aanwenden van de HIRB-subsidie voor de verbetering van de openbare ruimte op De Pijp. Welke producten dragen hier aan bij? Bedrijfscontacten 13035 Ruimtelijke Ordening 13097 Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Professioneel havenbeheer met als resultaat een goed functionerende haven. 110
Wat gaan we daarvoor doen? - Aanwijzen havencoördinator binnen de bestaande formatie die, in aanvulling op de publieke taken van de havenmeester, de ambtelijke inzet voor de haven coördineert - Continu actualiseren havenhandboek, waarin alle beschikbare informatie over de haven is opgenomen - Uitvoering onderhoud conform het meerjarenonderhoudsplan, inclusief baggeren - Intensivering van de samenwerking met het Centraal Nautische Beheer en de Haven - Amsterdam op het gebied van meldingen en toezicht Welke producten dragen hier aan bij? Haven 13033 Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Ondersteunen van ondernemersinitiatieven, met als resultaat een hogere organisatiegraad en grotere weerbaarheid van de ondernemers tegen economische tegenslagen en veilige en schone bedrijventerreinen en winkelgebieden Wat gaan we daarvoor doen? - De ondernemerscoördinator is eerste aanspreekpunt voor ondernemers, zowel bij concrete problemen, als bij de organisatie van evenementen en themabijeenkomsten. - Afhankelijk van besluitvorming eind 2013 over een ondernemersfonds gaat de gemeente in 2014 een dergelijk fonds opzetten. Dit gebeurt in nauw overleg tussen gemeente en ondernemers. - Bevorderen toerisme, onder andere door middel van financiële en organisatorische ondersteuning van Toeristisch Informatie Punt Wijk aan Zee en deelname aan Amsterdam Bezoeken Holland Zien. - Meewerken aan invoering en continuering Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) in de binnenstad en bedrijventerreinen, inclusief het opstellen van een uitvoeringsprogramma Welke producten dragen hier aan bij? Bedrijfscontacten 13035 Sociale Veiligheid 13021
Het DNA van Wijk aan Zee
111
Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Regionalisering economische zaken met als resultaat effectiever economisch beleid ten behoeve van economische groei Wat gaan we daarvoor doen? - In samenwerking met het Regionaal Economisch Bureau opstellen en uitvoeren van de regionale uitvoeringsagenda. Hierin zijn projecten opgenomen ten behoeve van de versterking van de (maak)industrie en logistiek. - Vertegenwoordiging in het Regionaal Economische Overleg Welke producten dragen hier aan bij? Bedrijfscontacten 13035 Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Een goed functionerende, attractieve weekmarkt op de Breestraat als aanvulling op het vaste winkelaanbod. Wat gaan we daarvoor doen? - Overleg met de marktcommissie - Aansturen op intensivering van de contacten tussen de marktcommissie en de detailhandel, met aandacht voor gezamenlijke promotie en aansluiting van de indeling van de markt op de winkels. - Onderzoeken mogelijkheden om de marktgelden meer ‘marktconform’ te maken. - Actualiseren marktgeldverordening - Actualiseren brancheringslijst - Onderzoeken mogelijkheden van uitbreiding en eventueel een andere opstelling van de weekmarkt in het Centrum - Aanpassen dienstverleningsovereenkomst HVC Welke producten dragen hier aan bij? Bedrijfscontacten 13035 Weekmarkt 13036 Doelstelling 6 Wat willen we bereiken? Verbeteren openbare ruimte De Pijp, zodat het gebied aantrekkelijk blijft voor ondernemers. Wat gaan we daarvoor doen? Deze doelstelling wordt niet meer apart benoemd, maar is ondergebracht bij doelstelling 1. Welke producten dragen hier aan bij? Zie doelstelling 1.
112
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 13033 13035 13036 50080
Producten Haven Bedrijfscontacten Weekmarkt Indust. De Pijp
Totaal Lasten
806,5 516,9 75,8 37,1
537,3 733,0 86,0 4,5 -
701,6 449,3 68,2 157,9
549,2 479,3 68,2 207,9
549,2 449,3 68,2 207,9
699,2 449,3 68,2 7,9
1.436,4
1.360,9
1.377,0
1.304,6
1.274,6
1.224,6
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
baten 13033 13035 13036 50080
Producten Haven Bedrijfscontacten Weekmarkt Indust. De Pijp
Totaal Baten Saldo Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
771,9 119,8 74,1 10,0
552,9 125,0 67,1 -
557,9 68,2 -
687,2 68,8 -
691,3 69,4 -
695,5 70,0 -
975,9
745,0
626,0
756,0
760,7
765,5
460,5-
615,9-
750,9-
548,6-
513,8-
459,1-
460,5-
615,9-
750,9-
548,6-
513,8-
459,1-
13033 Haven In 2014 en 2017 zijn lasten geraamd voor het baggeren van de haven. 13035 Bedrijfscontacten In 2013 zijn lasten geraamd voor Citymanagement. Vanaf 2014 zijn de lasten lager door andere doorbelasting van personeelslasten. In 2015 zijn extra lasten opgenomen in verband met Sail. 50080 Industriegebied De Pijp Voor herinrichting van de openbare ruimte staat budget begroot in 2014, 2015 en 2016.
113
Inrichting en beheer openbare ruimte (16) Algemeen Programmadoelstelling De openbare ruimte duurzaam inrichten, onderhouden en beheren binnen de vastgestelde budgetten en beleid. Hierbij geldt als leidraad het motto “schoon, heel en veilig”. Context en achtergrond Het groenstructuurplan (GSP), het bomenbeleidsplan en het meerjarenprogramma (MJP) beheer en onderhoud openbare ruimte leggen de basis voor een robuuste en duurzame groenstructuur in de gemeente Beverwijk. Het GSP en het bomenbeleidsplan sluiten aan bij regionale en landelijke ontwikkelingen op het gebied van groen, landschap, recreatie en natuur. Regionaal sluit dit aan bij het strategisch groenproject. Met het vastgestelde beeldkwaliteitplan en bijbehorend maatregelenpakket en beheerbudget blijft de openbare ruimte schoon, heel en veilig. De mate van verzorging, inrichting en gebruiksmogelijkheden bepaalt de kwaliteit van de leefruimte of woonomgeving in Beverwijk. De domeinen groen, natuur, natuureducatie, begraven, recreëren en spelen, wegen en water zijn onderdelen van de openbare ruimte. De problematiek rond onderhoud en beheer in samenhang met teruglopende budgetten van al deze domeinen is vergelijkbaar. Wegen en straatmeubilair wordt behandeld bij programma verkeer en wegen en in programma water en riolering. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving Wetgevingen - Normale onderhoudsplicht in de wegenwet - Aansprakelijkheidsverplichting (burgerlijk wetboek en de jurisprudentie) - Nationaal actieplan Duurzame gewasbescherming naar aanleiding van Europese wetgeving - Flora en Faunawet - Wet op de Lijkbezorging - Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen Beleidsnota’s - Groenstructuurplan (GSP) . . . . - Bomenbeleidsplan (BBP) . . . . - Groenonderhoud plan 2011/2012 . . . - MJP beheer en onderhoud openbare ruimte . - Beleidsagenda groen . . . . - Beeldkwaliteitplan actualisatie 2012 (BKP) . - Beheersverordening begraafplaats Duinrust 2007 - Beleidsnotitie kinderboerderijen nieuwe stijl . - Verordening grafrechten 2012 . . .
. . . . . . . . .
. . . . . . . . .
2005/7670 2010/42408 2011/27129 2012/51815 2012/9885 2012/27270 2006/13940 2007/7959 2011/44633
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Accent 5, woonomgeving. Handhaving en waar nodig verbetering van de kwaliteit van de groene woonomgeving en het tegen gaan van verloedering. Om het deels grijze imago van de gemeente te veranderen en een algeheel gevoel van verloedering te voorkomen wordt de woonomgeving voldoende onderhouden. Het groenonderhoudsplan en de actualisatie van het beeldkwaliteitplan 2012 geven hiervoor de kaders. Een aangepast onderhoudsplan 2014 - 2016 en diverse omvormingsvoorstellen voor 114
een economisch gunstiger onderhoud en verbeterde beeldkwaliteit worden, afhankelijk van het hiertoe beschikbare budget, verder uitgewerkt en uitgevoerd in 2014. Zie ook doelstelling 1, 2 en 6. Bezuinigingen Raadsbesluit 12 juli 2012; - Groenbeheer - Recreatieve voorzieningen (voornamelijk speelplekken) - Schoonhouden openbare ruimte - Begraafplaats
€ € € €
215.000 63.000 27.000 40.000
Deze bezuinigingen zijn in gang gezet in 2012 en lopen tot en met 2014. Dit resulteert onder andere in: - verlaging van de kwantiteit van bomen, heestervakken, speeltoestellen en straatmeubilair (zitbanken, afvalbakken, etc.); - nieuwe onderhoudsbestekken met aangepaste maatregelen en verlaagde onderhoudsintensiteiten.
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Het realiseren van een heldere groenstructuur op basis van vastgestelde stedelijke groenbeleidsplannen (GSP, BBP, BKP) en het strategisch groenproject (SGP), zodat de gemeente aantrekkelijk is om te wonen, verblijven, werken en recreëren. Deze doelstelling draagt hiermee ook direct bij aan eerder genoemde accent 5 (woonomgeving) uit het collegeprogramma.
115
Wat gaan we daarvoor doen? - Voorbereiden en uitvoeren van plannen voor groenomvormingen in relatie met de beschikbare middelen voor omvorming en de bezuinigingsopgave. - Leveren van beleidsmatige of planmatige bijdragen aan integrale stedelijke projecten - Leveren van beleidsmatige en planmatige bijdragen aan het SGP en projecten zoals wandelnetwerk Noord Kennemerland en de Groene Oostrand (Buitenlanden, Aagtenpark) Welke producten dragen hier aan bij? Groenprojecten 14066 Groenbeheer 14067 Recreatieve voorzieningen 14068 Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Het volgens het vastgesteld beeldkwaliteitplan 2012, het bijbehorende maatregelenpakket en het groen onderhoudsplan onderhouden en beheren van de openbare ruimte zodat zij “schoon, heel en veilig” is. Goed onderhoud en beheer houdt het bestaande groen in stand en gaat verloedering van de woonomgeving tegen. (accent 5 collegeprogramma) Wat gaan we daarvoor doen? - Uitwerken groen onderhoudsplan 2014/2016 - Uitwerken nota “groen in balans”. - Onderhouden en beheren van de (groene) openbare ruimte volgens vastgestelde kaders en bijbehorende financiën. - Inboet afstemmen op de bezuinigingen en waar mogelijk middelen inzetten voor omvormingen naar goedkoper te onderhouden groengroepen en/of vermindering van de hoeveelheid bomen en heesters. - Opstellen, vaststellen en aanbesteden van onderhoudsbestekken. Welke producten dragen hier aan bij? Groenprojecten 14066 Groenbeheer 14067 Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Binnen de beschikbare budgetten in stand houden van de openbaar toegankelijke recreatieve gebruiksmogelijkheden van de openbare ruimte. Wat gaan we daarvoor doen? - Opstellen, vaststellen en uitvoeren van een speelruimteplan waarbij evenwicht is tussen het aantal speelplekken, de spreiding over de gemeente en de beschikbare middelen voor beheer en onderhoud. - In stand houden, onderhouden en beheren van zowel plaatselijke als regionaal afgestemde recreatieve voorzieningen zoals parken, pleinen, speelplekken, het strand, recreatiegebieden (van het RAUM) en verbindingen hiertussen. - Het leveren van hand- en spandiensten aan diverse activiteiten. Welke producten dragen hier aan bij? Recreatieve voorzieningen 14068 Groenprojecten 14066 Groenbeheer 14067
116
Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Primaire doelstelling van kinderboerderij – NME centrum De Baak is mensen, in het bijzonder kinderen, in aanraking te brengen en kennis te laten maken met de dieren op de boerderij. Hiermee wordt begrip en respect voor dieren bijgebracht. Afgeleide doelstellingen zijn educatie en een belangrijke recreatieve functie. De Baak heeft ook een sociale functie als ontmoetingsplek en heeft het keurmerk van de Stichting Kinderboerderijen Nederland. Wat gaan we daarvoor doen? - Dagelijks onderhoud van het terrein, opstallen en bijbehorende voorzieningen als speeltoestellen en meubilair conform het jaarlijks op te stellen werkplan. - De verzorging van boerderijdieren. - Centrum (boerderij en terrein) aantrekkelijk houden voor het ontvangen van bezoekers van diverse leeftijden. - Actief uitdragen van natuur- en van milieueducatie door het organiseren van Baakbelevenissen, het samenstellen en uitlenen van leskisten, informatie geven over het wel en wee van dieren, insecten en flora conform de dienstverleningsovereenkomst. Welke producten dragen hier aan bij? Kinderboerderij / NME centrum 14069 Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Het op een doelmatige wijze beheren van de begraafplaats waarbij de mogelijkheid wordt geboden mensen te begraven en de grafrust te garanderen. Nabestaanden kunnen een persoonlijke invulling geven aan de plechtigheid, het graf en het rouwproces. Wat gaan we daarvoor doen? Onderhouden en beheren van de openbaar toegankelijke begraafplaats volgens het vastgestelde maatregelenpakket, de beheersvisie begraafplaats Duinrust, inclusief uitvoerings- en bedrijfsplan (2011/54506, 2011/54504 en 2011/63210) en de bezuinigingen daarop. Aandachtspunten voor de gemeente zijn kwaliteitsverbetering van de producten en diensten met van het graf, de infrastructuur en het personeel. Hierbij staan vragen van de klant (terminale patiënten, nabestaanden en uitvaartondernemer) centraal. De gemeente speelt in op ontwikkelingen van de uitvaartwereld met als uitgangspunten: - Service aan bezoekers/klanten handhaven en vergroten/uitbreiden van mogelijkheden. - Meer inkomsten genereren. - Bedrijfsvoering mag niet in gevaar komen. Welke producten dragen hier aan bij? Begraafplaats 14096 Groenbeheer 14067
117
Doelstelling 6 Wat willen we bereiken? Op duurzame wijze schoonhouden van de verhardingen en het groen en het verfraaien van de gemeente volgens vastgestelde niveau in het beeldkwaliteitplan. (Collegeprogramma accent 5, woonomgeving) Wat gaan we daarvoor doen? - Verwijderen van graffiti en aanbrengen anti-graffiti systemen, o.a. op electriciteitskasten - Uitvoering geven aan het vastgestelde hondenbeleid. - Plaatsen van bloemvoorzieningen, zoals hanging baskets en geraniumzuilen - Organiseren van de straat van de week (in verband met de financiële situatie in een lagere frequentie en soberder dan voorheen) - Plaatsen van een kerstboom op het Stationsplein Welke producten dragen hier aan bij? Schoonhouden openbare ruimte 14029 Beheer wegverhardingen 13030
118
financiële tabel
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 14029 14066 14067 14068 14069 14096
Producten Schoonhouden openbare ruimte Groen projecten Groenbeheer Recreatieve voorzieningen Kinderboerderij/NME -centrum Begraafplaats
705,1 655,1 2.692,8 618,8 268,2 565,1
540,5 1.085,3 2.314,7 734,0 269,9 543,9
555,7 932,3 2.345,3 730,9 275,6 543,7
555,7 982,3 2.345,3 729,3 275,6 588,1
555,7 982,3 2.345,3 730,6 275,6 592,5
555,7 982,3 2.345,3 730,6 275,6 597,1
5.505,1
5.488,3
5.383,6
5.476,3
5.482,1
5.486,6
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
21,4 278,2 2,4 418,3
9,2 79,0 489,8
9,2 120,6 539,2
9,2 120,7 588,1
9,2 120,8 592,5
9,2 122,7 597,1
722,7
577,9
668,9
717,9
722,5
729,0
Saldo
4.782,4-
4.910,4-
4.714,6-
4.758,3-
4.759,5-
4.757,6-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
5,8 4.776,6-
130,9 4.779,5-
4.714,6-
4.758,3-
4.759,5-
4.757,6-
Totaal Lasten
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
baten 14029 14066 14067 14068 14069 14096
Producten Schoonhouden openbare ruimte Groen projecten Groenbeheer Recreatieve voorzieningen Kinderboerderij/NME -centrum Begraafplaats
2,4
Totaal Baten
14066 Groen projecten De begroting 2013 is incidenteel hoger door de verwerking van de budgetoverhevelingen uit 2012. 14096 Begraafplaats De baten van de begraafplaats stijgen (excl. de inflatie) met 10% voor de jaren 2013, 2014 en 2015. Hierdoor wordt het product begraafplaats vanaf 2015 kostendekkend.
119
Volkshuisvesting (17) Algemeen Programmadoelstelling Het in samenwerking met partijen voorzien in kwalitatief en kwantitatief voldoende woningaanbod in aantrekkelijke en leefbare woonmilieus voor alle ingezetenen. Context en achtergrond Beverwijk heeft een ruime woonmarkt. Sociale huurwoningen worden eerlijk en rechtvaardig verdeeld. Door onzekerheid over het rijksbeleid en de economische ontwikkeling is er geen goede doorstroming en zijn investeringen onzeker. De gemeenten in de IJmond en Zuid Kennemerland zoeken steeds meer naar samenwerking en afstemming van het beleid. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Huisvestingswet - Woningwet - huisvestingsverordening Beverwijk . . . . . - convenant woonruimteverdeling . . . . . - Woonvisie 2015+ . . . . . . . - Regionaal actieprogr. wonen IJmond/Zuid-Kennemerland 2011 - 2015 - Prestatieafspraken wooncorporaties 2013 - 2015.
2007/15459 2007/15463 2009/77084 2012/17506
Beknopte weergave nog resterende projecten/accenten uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing. Bezuinigingen Vanaf 1 januari 2014 gaan bezuinigen op urgentieverlening, zie voor de uitwerking doelstelling 4.
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Realiseren en in stand houden van een kwalitatief en kwantitatief goed woningbestand in een kwalitatief goede woonomgeving, waarbij aan de positie van de primaire doelgroep extra aandacht wordt geschonken. Wat gaan we daarvoor doen? - Economische ontwikkelingen en nieuwe rijksbeleid bewaken en in samenwerking met derden passend implementeren in beleidsdoelstellingen, afspraken en projecten. - Uitvoeren vierjaarlijks lokaal woonmarkt onderzoek - Ontwikkelen Woonvisie Beverwijk - Heemskerk 2015 - 2020 - Ontwikkelen en uitvoeren prestatieafspraken met wooncorporaties op de wettelijke prestatievelden van corporaties; kwaliteit en verhuur van de woningen, leefbaarheid, wonen en zorg, financiële continuïteit. - Uitvoeren van de inspanningsverplichtingen in het Regionaal Actieprogramma Wonen IJmond - Zuid Kennemerland 2011 t/m 2015. - Ontwikkelen rapport doorstromingsmaatregelen op de woonmarkt. - Coördineren convenant ontwikkellocaties wooncorporaties. 120
- Advisering bouwprojecten; waar mogelijk een groot aandeel eengezinswoningen, seniorenwoningen, middenklasse huur- en koopwoningen en vervanging sociale huurwoningen inplannen. - Uitvoeren plan van aanpak samenhangende woonruimteverdeelsystemen IJmond – Zuid Kennemerland. Evalueren beleidsgegevens uit het woonruimteverdeelsysteem alsmede de uitvoering aandeel vrije woningtoewijzing door corporaties en werking van de statiegeldregeling. - Herziene huisvestingsverordening en convenant woonruimteverdeling op basis van de nieuwe Huisvestingswet. - Uitvoeren taakstelling huisvesting statushouder. - Implementeren ambities duurzaam en energiezuinig bouwen in afspraken met derden. - Actualisering proces van verwijderen huisraad uit openbaar gebied na woningontruiming. Welke producten dragen hier aan bij? Volkshuisvesting 13101 Ontruiming woningen 13100 Doelstelling 2 Wat willen wij bereiken? Realiseren van voldoende woningen geschikt voor ouderen, gehandicapten en voldoende combinaties van wonen met zorg. Wat gaan wij daarvoor doen? - Actualisatie van de onderzoekgegevens vraag - aanbod verhouding zorgwoningen. - Invoeren modern verhuurproces voor senioren- en zorgwoningen en verbetering van de inzage in het woningaanbod voor de doelgroep. Welke producten dragen hier aan bij? Volkshuisvesting 13101 Huisvesting en woonruimteverg. 15103 Doelstelling 3 Wat willen wij bereiken? Samenwerking zoeken met regiogemeenten, ontwikkelaars, wooncorporaties, zorg- en maatschappelijke instellingen en de burgers van Beverwijk om, al dan niet gebundeld in huurdersverenigingen, buurtcommissies, projectteams of anderszins, gemeentelijke doelstellingen te realiseren. Wat gaan wij daarvoor doen? - Het woonbeleid wordt in de metropoolregio Amsterdam en met de provincie afgestemd. Beverwijk bespreekt in de regio de resultaten van de inspanningverplichtingen in het Regionaal Actieprogramma Wonen IJmond - Zuid Kennemerland 2011 t/m 2015. - Beverwijk stemt, in het kader van de gezamenlijke woonvisie, het woonbeleid periodiek af met gemeente Heemskerk. - In het wijkgericht werken 2.0 wordt het beheer in samenwerking opgepakt met burgers. - Beverwijk betrekt buurtbewoners actief bij nieuwbouwontwikkeling op projectniveau. - Met Wooncorporaties prestatiecontracten 2014 overeenkomen. Een contract met Pré Wonen en WOONopMAAT en gemeente Heemskerk samen. Welke producten dragen hier aan bij? Volkshuisvesting 13101
121
Doelstelling 4 Wat willen wij bereiken? Correcte (juridische) afhandeling aanvragen woonvergunning, splitsing- en onttrekkingvergunning, urgentieaanvragen en bezwaarschriften op basis van de huisvestingsverordening Beverwijk, afhandelen aanvragen SVn Startersleningen, alsmede een optimale dienstverlening aan (potentiële) huurtoeslaggerechtigden. Wat gaan wij daarvoor doen? - Afhandelen alle vergunningaanvragen en bezwaarschriften - Voorkomen woningonttrekking van woonruimte voor nieuwe pensions in Wijk aan Zee. - In 2014 moet 0,65 fte bezuinigd zijn op de taken van de zorgfunctionaris van Beverwijk. Vanaf januari 2014 is de corporatie het loket voor aanleunwoningen waarmee 0,2 fte (€10.000 per jaar) is bezuinigd. De resterende 0,45 fte (€22.500 per jaar) moet bezuinigd worden op het afhandelen van aanvragen voor urgentieverlening voor zelfstandige woonruimte. De realisatie hiervan is minder zeker daar het een wettelijke overheidstaak betreft. Het volledige wegbezuinigen van de kosten voor urgentieverlening is niet mogelijk. Een efficiëntere werkwijze en regionale samenwerking moeten leiden tot kostenbesparing met behoudt van rechtvaardige en regionaal eenduidige regelgeving en werkwijze. - In 2014 is de beleidsmatige inzet (100 uur) voor de ontwikkeling van een nieuwe regionale werkwijze, de implementatie van een aangepaste huisvestingsverordening en convenanten met derden als ook de kennisoverdracht aan nieuwe medewerkers noodzakelijk. Welke producten dragen hier aan bij? Volkshuisvesting 13101
Beverwijk zoekt naar regionale samenwerking, afstemming en afspraken over het woonbeleid. 122
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
13100 13101 15103 15104
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten Producten Ontruiming van woningen Volkshuisvesting Huisvestings- en woonruimtevergunning Huursubsidie/huurtoeslag
16,0 220,2 87,0 0,1
25,7 185,2 86,2 0,8
25,7 192,0 84,1 -
25,7 192,0 84,1 -
25,7 192,0 84,1 -
25,7 192,0 84,1 -
Totaal Lasten
323,3
297,8
301,8
301,8
301,8
301,8
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
13100 13101 15103 15104
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroot 2013 t/m Berap II
baten Producten Ontruiming van woningen Volkshuisvesting Huisvestings- en woonruimtevergunning Huursubsidie/huurtoeslag
23,0 -
-
-
-
-
-
Totaal Baten
23,0
-
-
-
-
-
Saldo
300,4-
297,8-
301,8-
301,8-
301,8-
301,8-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
300,4-
297,8-
301,8-
301,8-
301,8-
301,8-
Geen significante afwijkingen
123
Afvalbeheer (18) Algemeen Programmadoelstelling - Laagdrempelige en gebruiksvriendelijke afvalinzamelvoorzieningen voor burgers, tegen aanvaardbare kosten met een acceptabel serviceniveau, die bijdragen aan het behalen van de scheidingsdoelstellingen voor alle afvalfracties. - Een positieve beleving over de kwaliteit van de openbare ruimte. Context en achtergrond De Wet milieubeheer vormt de wettelijke grondslag voor de gemeentelijke zorgplicht om huishoudelijke afvalstoffen binnen Beverwijk in te zamelen. Het landelijke afvalbeheerplan (LAP) vormt de basis voor de invulling van het afvalbeleid voor de gemeente. Dit beleid krijgt vorm in het gemeentelijk afvalbeheerplan 2010 - 2015. In 2014 gaat de gemeente Beverwijk door met onderzoek naar maatregelen die bijdragen aan een verdere reductie van het restafval en daarmee verhoging van scheiding van alle afvalfracties. Het betreft verbetervoorstellen op het gebied van brenggedrag van grofvuil naar het afvalbrengstation, huis-aan-huis inzameling van herbruikbare goederen in samenwerking met kringloopbedrijven en het apart inzamelen van herbruikbare goederen op het afvalbrengstation voor kringloop. Verder wordt begonnen met een inventarisatie van voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van een nieuwe concessie met HVC, of andere inzamelaar, na ultimo 2016. Het in 2013 in gang gezette onderzoek naar passende maatregelen om te komen tot materiaalhergebruik van 65% zoals door het Rijk als doelstelling is neergelegd, wordt in 2014 in samenspraak met de gemeenten voortgezet (resultaten begin 2015) Uitgangspunt bij de afvalinzameling is het behalen van resultaten op het gebied scheidingsdoelstellingen voor alle fracties, milieu, service en kosten.
De afvalinzameling en taken voor beheer van de openbare ruimte zijn ondergebracht bij het energie- en afvalnutsbedrijf HVC. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Wet milieubeheer - Landelijke afvalbeheerplan - Het meerjarig Afvalbeheerplan 2010/2015 . - Beeldkwaliteitplan . . . .
. .
. .
. .
2011/14680 programma 16
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing 124
Bezuinigingen In 2012 is door de raad een motie aangenomen om te onderzoeken of, op grond van nieuwe verbeterde technieken die tot gevolg hebben dat HVC goedkoper kan werken, de bijdrage van Beverwijk aan HVC de komende jaren verminderd kan worden. HVC beziet deze mogelijkheid als onderdeel van het in 2013 ingezette onderzoek naar passende maatregelen om te komen tot materiaalhergebruik van 65% zoals door het Rijk als doelstelling is neergelegd. Dit onderzoek wordt in 2014 in samenspraak met de gemeenten voortgezet waarbij resultaten in 2015 worden verwacht.
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Het bieden van laagdrempelige en gebruiksvriendelijke afvalinzamelvoorzieningen voor de burgers van Beverwijk: Wat gaan we daarvoor doen? - De gemeente Beverwijk zorgt voor afvalinzameling binnen de afspraken en kaders uit het afvalstoffenplan Beverwijk 2003 (2003/3003) en aanvullende beleidsuitgangspunten 2008/2487). - Bij herstructurering wordt per project, aan de hand van vastgestelde criteria (2011/5601), een afweging gemaakt over de financiering van de ondergrondse afvalcontainers. - Bij het herinrichtingsproject Alkmaarseweg (noordelijk deel) wordt in 2014 ondergrondse containers geplaatst. - In plaats van de geplande modernisering van het bestaande afvalbrengstation in Heemskerk onderzoekt HVC of er een geschiktere locatie in Beverwijk of Heemskerk is voor een nieuw afvalbrengstation. Welke producten dragen hier aan bij? Afvalverwijdering 14089 Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Terugdringen van onjuist aangeboden afval: Wat gaan we daarvoor doen? Door de inzameling bij “hotspots”, gericht handhavingsbeleid, gerichte communicatie door de gemeente, HVC en andere belanghebbenden moet het aantal meldingen van onjuist aangeboden afval ook in 2014 verder dalen. Voor Beverwijk wordt ook gebruik gemaakt van onder andere huis-aan-huis informatie, de website en ad hoc acties. Dumpingen worden binnen één werkdag na melding opgeruimd. Welke producten dragen hier aan bij? Afvalverwijdering 14089
125
aantal meldingen 1400 1200
1253 1164
1000
1036
1036
1000
800 600 400 200 0 2010
2011
2012
2013
2014
Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Het behalen van de afvalscheidingsdoelstellingen: Wat gaan we daarvoor doen? - De overheid stimuleert het scheiden van afval, vanuit het oogpunt van milieu en kosten, en heeft hiervoor bronscheidingsnormen vastgesteld. Eind 2009 is een nieuwe, 2e landelijk afvalbeheerplan (opvolger van LAP1) 2010 - 2015 in werking getreden. Het LAP2 kent geen afgeleide doelstellingen naar stedelijkheidsklasse en geen bronscheidingsnormen. Maar wel maximalisering van het hergebruik (bron- en nascheiding) van het totaal aan huishoudelijk afval van 51% in 2006 naar 65% in 2015, minimalisering van het te verbranden restafval en algemene afvaldoelstellingen voor afvalpreventie en nuttige toepassing. - HVC adviseert Beverwijk over de verdere uitwerking en doorwerking van LAP2. Omdat de doelstelling voor nuttige toepassing van huishoudelijk afval zowel in LAP1 als LAP2 hetzelfde zijn (65%) wordt voorlopig als indicatie ook de afgeleide doelstellingen per afvalstroom bijgehouden. Ook houdt Beverwijk toezicht op het uiteindelijk gerealiseerde percentage nuttige toepassing en materiaalhergebruik volgens het LAP2. - De normen voor 2015 voor de gescheiden afvalstromen die in het afvalbeheerplan 2010 2015 voor Beverwijk zijn opgenomen, zijn gebaseerd op een stedelijkheidsklasse die neigt naar zeer sterk stedelijk.
126
doelstelling inzameling afvalstromen per inwoner 80 70 60 50 40 30 20 10 0
kg kg Grof HH % Grof HH % % Bron Kunststof restafval gescheiden Materiaalhe scheiding
kg GFT
kg Papier
kg Glas
kg Textiel
kg KCA
2015
60
53
34
4,5
0,6
3,5
15,9
75
65
43
2012 werkelijk
60
46
20
2,8
0,6
3,4
29,7
51
45
33
2014
65
51
22
4,3
0,6
3,4
22,6
64
55
38
2015
2012 werkelijk
2014
- Om de doelstelling van 65% materiaalhergebruik te realiseren lijkt een trendbreuk noodzakelijk. De traditionele inzamelsystemen bieden daarvoor onvoldoende perspectief. De inmiddels ontplooide nieuwe inzamelinitiatieven zoals Droog & Herbruikbaar, Omgekeerd inzamelen zijn het meest bekend. Het in 2013 in gang gezette onderzoek naar de verschillende inzamelconcepten en combinaties daarvan wordt in 2014 uitgewerkt tot een gemeentespecifieke business case. Aan de hand hiervan wordt een advies opgesteld waarbij de maatregelen uit het meerjarig Afvalbeheerplan met betrekking tot de inzameling van Kunststof Flessen en Flacons (KFF) en oud papier en karton, niet separaat worden uitgevoerd , maar onderdeel worden van dit advies hetgeen eind 2014 danwel begin 2015 beschikbaar komt. - In de nieuwe raamovereenkomst Verpakkingen is overeengekomen dat er aanvullende afspraken gemaakt zullen worden tussen bedrijfsleven, VNG en de rijksoverheid over de ketenregie voor kunststof verpakkingsafval. De verantwoordelijkheid hiervoor komt per 2015 bij de gemeente te liggen. In 2014 zullen de benodigde voorbereidingen hierop worden opgepakt. - In de jaarplannen stelt de gemeente Beverwijk maatregelen voor om deze normen te bereiken. Ook in 2014 wordt dit verder uitgewerkt. Het betreft maatregelen zoals stimulering brenggedrag grofvuil naar afvalbrengstation, het vormgeven van huis-aan-huis inzameling van herbruikbare goederen in samenwerking met kringloopbedrijven en het apart inzamelen herbruikbare goederen op afvalbrengstation voor kringloop. Welke producten dragen hier aan bij? Afvalverwijdering 14089 Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Afvalinzameling tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten: Wat gaan we daarvoor doen? Bestaand beleid voor 2014 (mede op basis van de motie “kostenreductie door beter scheiden afval” van 8 december 2007) is een gelijk of lager tarief afvalstoffenheffing dan het tarief 2013 (behoudens prijsindex). Het tarief afvalstoffenheffing (één- en meerpersoonshuishoudens) is in de periode 2002 tot en met 2013 met 6,7% gering gestegen in vergelijking met een gemiddelde stijging van 19,7% bij alle andere gemeenten. Voor een concessieperiode van 10 jaar gelden tariefafspraken per woonhuisaansluiting tot 1-1-2017 met de HVC. Daarmee wordt een stabiel tarief voor de afvalstoffenheffing ook de komende jaren mogelijk (uitvoeringsovereenkomst: 2008/26135). 127
Welke producten dragen hier aan bij? Afvalverwijdering 14089 Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Het uitvoeren van beheer openbare ruimte (BOR) taken en overige taken volgens de overeengekomen kwaliteit: Wat gaan we daarvoor doen? Bij het uitvoeren van BOR- en overige taken gaat het onder andere om beheersing van zwerfafval en afvalbakken, kolkenreiniging, rioolreiniging, gemalen reinigen, gladheidsbestrijding en ongediertebestrijding. Dit gebeurt op basis van een beeldkwaliteitbestek (2012/27270 met kaart INT-04238) en is bestaand beleid ook voor 2014. Deze doelstelling raakt tevens programma inrichting en beheer openbare ruimte (16) waarbij het beheren van de openbare ruimte, op basis van het beeldkwaliteitplan, als strategische doelstelling is opgenomen. Welke producten dragen hier aan bij? Weekmarkt 13036 Rioolbeheer 13090 Gladheidsbestrijding 14026 Schoonhouden openbare ruimte 14029 Groenbeheer 14067 Recreatieve voorzieningen 14068 Afvalverwijdering 14089 Ongediertebestrijding 14095
128
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
lasten 14089 14095
Producten Afvalverwijdering Ongediertebestrijding Totaal Lasten
4.227,4 24,1
4.192,5 22,6
4.408,2 23,5
4.288,9 23,5
4.326,9 23,5
4.365,2 23,5
4.251,6
4.215,2
4.431,7
4.312,3
4.350,4
4.388,7
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2013 t/m Berap II
baten 14089 14095
Producten Afvalverwijdering Ongediertebestrijding
4.252,0 -
4.123,0 -
4.251,2 -
4.288,9 -
4.326,9 -
4.365,2 -
Totaal Baten
4.252,0
4.123,0
4.251,2
4.288,9
4.326,9
4.365,2
Saldo
0,4
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
208,5 184,0 24,1-
92,2-
180,5-
23,5-
23,5-
23,5-
73,7 18,5-
157,1 23,5-
23,5-
23,5-
23,5-
14089 Afvalverwijdering In 2014 zijn eenmalig lasten geraamd voor het verplaatsen van het afvalbrengstation.
129
Stedelijke ontwikkeling (19) Programmadoelstelling De stedelijke ontwikkeling is er op gericht Beverwijk meer kwaliteit, meer allure te geven. Het gaat daarbij om herstructurering van oude wijken, verbeteren van de wegenstructuur, uitbreiden, opknappen en beter benutten van de groenvoorzieningen, vernieuwen van de sociale infrastructuur van onderwijs, zorg, welzijn en cultuur, investeringen in de winkelcentra en het versterken van de regiofunctie van het centrum van Beverwijk. Context en achtergrond De afgelopen jaren is grote voortgang geboekt met herstructurering van oude wijken (Meerestein en Prinsenhof), verbetering van de wegenstructuur (Binnenduinrandweg N197), verbetering van groenvoorzieningen (groen- en waterplan), renovatie van winkelcentra (Wijkerbaan), aandacht voor Wijk aan Zee en het versterken van de regiofunctie van het stadscentrum (Stadhuis, 1e fase openbare ruimte Stationsgebied). De accenten binnen het programma stedelijke ontwikkeling liggen nu op de ontwikkeling van het Meerplein en Binnenduin, herstructurering van de Plantage, revitalisering Wijkerbaan en de A22 zone, aanleg van de oostelijke doorverbinding, de bouw van een ondergrondse fietsenstalling en de aanleg van een busbaan Wijckermolen in het stationsgebied. In programma stedelijke ontwikkeling (19) zijn de grondexploitaties opgenomen. Conform BBV dienen (vanaf 2013) uitgaven en inkomsten van grondexploitaties via de gemeente-exploitatie te lopen. Hierdoor worden de jaarschijven van de grondexploitaties inzichtelijk. Gevolg hiervan is dat baten en lasten op programma stedelijke ontwikkeling zijn verhoogd. Per saldo heeft dit geen effecten op de gemeente-exploitatie. Nota’s, plannen, notities, wetgeving - Structuurvisie 2015+ . . . . . - Gemeentelijk verkeer- en vervoersplan . . . - Kadernota parkeren 2012 . . . . . - Nota bebouwd parkeren centrumplannen september 2012 - Uitvoeringsprogramma Parkeerregulering buiten het centrum & vergunningparkeren . . . . .
. . . .
2009/77862 2011/6074 2012/50998 2012/43111
.
INT-13-03027
Beknopte weergave resterende projecten/accenten uit collegeprogramma in 2013 - Herbezinning van het Stationsgebied. (accent 1) - Wegenstructuur; realisatie van de oostelijke doorverbinding (accent 4) - Project A22 (in initiatieffase), zie ook programma verkeer en wegen (proj. 3 collegeprogr.) Bezuinigingen Niet van toepassing.
130
Project stationsgebied Algemeen Projectdoelstelling In 2011 is door de gemeenteraad het bijgesteld ontwikkelingskader stationsgebied (BOS) vastgesteld. Het BOS voorziet in de korte- en lange termijnontwikkeling van het stationsgebied. Op korte termijn, de komende tien jaar, realiseert de gemeente Beverwijk een ondergrondse fietsenstalling, een busbaan en de herinrichting van de openbare ruimte. Daarnaast faciliteert de gemeente bij de realisatie van een restaurant op het Stationsplein. Op lange termijn is herontwikkeling van het Stationsplein met woningen, park, water en een hotel mogelijk. De ontwikkeling van het stationsgebied draagt hiermee bij aan de attractiviteit en vitaliteit van het centrum. De verblijfskwaliteit en ruimtelijke samenhang van het stationsgebied en de relatie met het bestaande stadscentrum en omgeving wordt verbetert. Context en achtergrond De deelprojecten van het project stationsgebied bevinden zich in verschillende fasen. - Het stadhuis en de 1e fase herinrichting openbare ruimte zijn respectievelijk in 2011 en 2012 gerealiseerd. - In het najaar van 2013 is het laatste deel van het busstation definitief ingericht. - De realisatie van een ondergrondse fietsenstalling start in 2014. - De realisatie van een busbaan Wijckermolen achter het NS station langs en de reconstructie van het kruispunt Velserweg - Vondellaan - Halve Maan start respectievelijk in 2014 en 2015. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Voorlopig stedenbouwkundig plan stationsgebied 2008 - Bijgesteld ontwikkelingskader stationsgebied . - Financieel kader stationsgebied (inclusief grex) . - Voorlopig ontwerp openbare ruimte stationsgebied
. . . .
. . . .
2007/22707 2011/29396 2011/30374 2011/44992
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Het project stationsgebied staat in het collegeprogramma genoemd bij accent 1 ‘herbezinning stationsgebied’. De ontwikkelingen zijn uitgewerkt bij de doelstellingen. Bezuinigingen Niet van toepassing.
131
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Realisatie van een openbaar toegankelijke, gratis, bewaakte, ondergrondse fietsenstalling met een capaciteit van 2440 fietsenplekken voor het huidige NS station in 2014. Wat gaan we daarvoor doen? Start uitvoering Oplevering
jan. 2014 dec. 2014
Welke producten dragen hier aan bij? Bouwvergunning 14102 Verkeersvoorziening/maatregelen 13031 Parkeren 13032 Niet openbare onroerende zaken 13037 Deelproject 2 Wat willen we bereiken? Realisatie van een busbaan Wijckermolen achter het NS station langs Wat gaan we daarvoor doen? Aanvraag BDU subsidie provincie NH Ontwerp en voorbereiding (bestek) Grondverwerving ProRail Verkrijging vergunningen Kredietaanvraag gemeenteraad Aanbestedingsprocedure * Functie vrijmaken terrein door ProRail * Start realisatie en oplevering busbaan *
juli ’13 - mei ‘14 sept.‘13 - apr.’14 sept.‘13 - apr.’14 sept.‘13 - apr.’14 jan. ’14 - mei ‘14 mei ’14 - nov. ‘14 nov.‘14 - mrt.’15 2015
* Bovengenoemde planning is afhankelijk van eventuele subsidietoekenning provincie Noord-Holland begin 2014.
Welke producten dragen hier aan bij? Bouwvergunning 14102 Verkeersvoorziening/maatregelen 13031 Parkeren 13032 Niet openbare onroerende zaken 13037 Deelproject 3 Wat willen we bereiken? Reconstructie kruispunt Velserweg - Vondellaan - Halve maan Wat gaan we daarvoor doen? Bestek Verkrijging vergunningen* Aanbestedingsprocedure * Start uitvoering en oplevering **
1e kwartaal 2014 2e helft 2014 2e helft 2014 2015
* Bovengenoemde planning is afhankelijk van een eventuele subsidietoekenning door de provincie Noord-Holland begin 2014. ** Bovengenoemde planning is afhankelijk van subsidietoekenning door de provincie begin 2014 als wel de planning werkzaamheden Velsertunnel van Rijkswaterstaat.
132
Welke producten dragen hier aan bij? Bouwvergunning 14102 Verkeersvoorziening/maatregelen 13031 Parkeren 13032 Deelproject 4 Wat willen we bereiken? Herinrichting Wijckerpoort, realisatie van een nieuwe spoorwegovergang en busbaan. Wat gaan we daarvoor doen? In 2013 zal overleg plaatsvinden met externe partijen om te komen tot realisatie van een busbaan en een nieuwe spoorwegovergang. De uitkomsten van deze overleggen zullen bepalend zijn voor de voortgang van de herinrichting van de Wijckerpoort in 2014. Voor de voortgang van de realisatie busbaan Wijckerpoort is de gemeente afhankelijk van de provincie Noord-Holland, welke in deze leidend is. Een mogelijke realisatie van een nieuwe spoorwegovergang zal, mede door de andere ontwikkelingen binnen het stationsgebied, niet eerder gerealiseerd worden dan in 2015. Welke producten dragen hier aan bij? Niet openbare onroerende zaken 13037 Deelproject 5 Wat willen we bereiken? Verder ontwikkelen van het stationsgebied tot een aangenaam woon, werk en verblijfsgebied in aansluiting op het centrum van Beverwijk. Wat gaan we daarvoor doen? Faciliteren van een initiatief tot realisatie van een restaurant op het Stationsplein in 2014 - 2015. Welke producten dragen hier aan bij? Niet van toepassing.
133
Project Meerplein Algemeen Projectdoelstelling Versterking van de regiofunctie van de gemeente. Het project Meerplein zorgt voor de aanzet van het versterken van het centrum van Beverwijk, die daarna door de markt wordt overgenomen. Context en achtergrond Beverwijk is het laatste decennium haar regiofunctie meer en meer kwijtgeraakt. Deze functie is een voorwaarde om de inwoners van Beverwijk een aantrekkelijk binnenstedelijk voorzieningenniveau te kunnen blijven bieden. Door het project wordt de binnenstad kwalitatief en kwantitatief op het niveau gebracht dat hoort bij de herstructurering van woonwijken en uitbreiding met de Broekpolder en Binnenduin. Deze doelstelling is destijds geformuleerd in het masterplan economisch centrum. Het project is in de voorbereidingsfase, de omgevingsvergunning is verstrekt. De bouw van de parkeergarage is aanbesteed. De start van de uitvoering van het project is nog niet ingepland (juli 2013) door de nog onvoldoende afzet van het commerciële programma. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Project Meerplein, realiseringsovereenkomst, raadsbesluit . - Herontwikkelingsvoorstel, collegebesluit . . . . - 2e, 3e en 4e herontwikkelingsvoorstel en voorwaardelijke goedkeuring DO Collegebesluit . . . . . . .
2009/791 2011/14633 2012/41119
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing Bezuinigingen Niet van toepassing
134
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Versterking van de regiofunctie van de gemeente; - Zorgen voor een goede structuur in het winkelhart, met een goede winkelroute. - Voorzien in een attractief winkelaanbod. - Verbeteren van het verblijfsklimaat in de binnenstad met een centraal plein en daghoreca zoals grand cafés met een gezellig terras. - Zorgen voor een attractieve en functionele inrichting van de openbare ruimte - Voorzien in goede en voldoende parkeervoorzieningen - Het stimuleren van de markt voor verdere revitalisering van het winkelcentrum in de binnenstad. Er is een sterke relatie met het horeca- en economisch beleid (detailhandel). Het project draagt, samen met het aangrenzende project Stationsplein, bij aan een homogeen stedelijk weefsel in het binnenstedelijk gebied. Wat gaan we daarvoor doen? - Collegebesluit over de inrichting van de openbare ruimte - Collegebesluit over het DO - De nutsvoorzieningen op het werkterrein van het project worden buiten gebruik gesteld - De verhardingen worden opgenomen en er wordt een tijdelijke infrastructuur in werking gesteld om de functies in de binnenstad in bedrijf te houden. - De bouwpunt voor de parkeerkelder wordt gegraven. - De funderingen voor het bouwproject worden gerealiseerd. Welke producten dragen hier aan bij? Wegverhardingen 13030 Verkeersmaatregelen 13031 Openbare verlichting 13027 Parkeren 13032 Bedrijfscontacten/EZ 13035 Kunst en cultuur 13051 Riolering 13090 Milieu 13092 Groenbeheer 14067 Afvalverwijdering 14089 Bouwvergunning 14102 Precario 14107 Deelproject 2 Wat willen we bereiken? Zorgen voor meer werkgelegenheid in de binnenstad Door toevoegingen aan het bestaande programma in de binnenstad, zoals nieuwe winkels en kantoren, wordt de economische functie van de binnenstad versterkt. Wat gaan we daarvoor doen? Met de start van de bouwactiviteiten wordt een initiële, maar tijdelijke werkgelegenheid gecreëerd Welke producten dragen hier aan bij? Zie doelstelling 1
135
Project Wijkerbaan Algemeen Projectdoelstelling Het verouderde winkelcentrum de Wijkerbaan en aanliggende woningaanbod uit de jaren 60 samen met de woonomgeving vernieuwen. Context en achtergrond In samenwerking met de eigenaar van het winkelcentrum, woningcorporatie WOONopMAAT en de gemeente Beverwijk is het herstructureringsproject Wijkerbaan ontwikkeld. Partijen realiseren hier het volgende: - moderniseren en vergroten van het winkelcentrum, - toevoegen van kwalitatief goede woningen - renoveren van bestaande woningen - bouw van een wijkzorgcentrum en aangepaste en zorggebonden wooneenheden voor ouderen - opnieuw inrichten van de openbare ruimte De samenwerking tussen de drie partijen is in 2009 vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst die over meerdere jaren strekt, namelijk tot medio 2016. De renovatie van het winkelcentrum is gereed. De woningen worden in drie fasen gebouwd, verdeeld over de woontorens A tot en met E. De 1e serie, toren A, is gereed, de 2e serie, torens B en C, bestaande uit voornamelijk zorggerelateerde woningen, wordt in 2013 opgeleverd en de derde en laatste fase, torens D en E, bestaande uit koop- en huurwoningen, inclusief de ondergrondse parkeergarage worden volgens planning de 1e helft van 2016 opgeleverd. Deze fase is in 2013 gestart en komt op de locatie van de gesloopte torenflat aan de Plesmanweg. Gelijktijdig met de oplevering van de bouwactiviteiten verzorgt de gemeente de herinrichting van de openbare ruimte. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Uitwerking van stedenbouwkundig model, raadsbesluit . - Uitbreiding plangebied, wijziging stedenbouwkundige opzet, aanvullend krediet bouw- en woonrijpmaken, raadsbesluit . - Samenwerkingsovereenkomst, raadsbesluit . . . - Vaststellen voorlopig ontwerp (VO), collegebesluit . . - Herziening grondexploitatie, raadsbesluit . . . - Faseringdraaiboek versie 1.91 (11 december 2012)
.
2007/8716
. . . .
2009/4760 2009/72855 2009/35620 2010/49742.
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing Bezuinigingen Niet van toepassing.
136
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Een prettige woon- en leefomgeving bij nieuwe moderne woningen en een geheel gerenoveerd winkelcentrum.
Mei 2013, Frank Sinatraplein met zicht op torens B en C
Wat gaan we daarvoor doen? Woningbouwcorporatie WOONopMAAT is in 2013 gestart met de bouw van toren D met 61 huurwoningen. Op de begane grond en in het deel tussen toren D en de kooptoren E komt een gezondheidscentrum, waarin een groep huisartsen en fysiotherapeuten zich gaan vestigen. Bovenop het gezondheidscentrum komen 2 lagen van 2 huurwoningen, in totaal 8 woningen. De oplevering hiervan wordt eind 2015 verwacht. Onder de bebouwing van de 2e en 3e fase bouwt WOONopMAAT een parkeergarage. Een deel van de garage is vanaf eind 2013 open gesteld voor het stallen van 91 auto’s. De economische situatie leidt ertoe dat de bouw van de 107 middeldure en dure koopappartementen (in toren E) met de bijbehorende ondergrondse parkeerplaatsen vermoedelijk moet worden uitgesteld. De beslissing hierover valt in 2014. Welke producten dragen hier aan bij? Bouwvergunning 14102
137
Deelproject 2 Wat willen we bereiken? Een kwalitatief goede en duurzame openbare ruimte. Wat gaan we presteren? Onderdeel van de herstructurering is de vernieuwing van de openbare ruimte en riolering in opdracht van de gemeente. In 2014 zijn de activiteiten van de gemeente beperkt en ligt het accent op de bouw van de 3e fase. De aangebrachte openbare voorziening worden na een bepaalde onderhoudsperiode gefaseerd overgedragen aan de beheersorganisatie. Welke producten dragen hier aan bij? Rioolbeheer 13090
Wijkerbaan, overzicht deelgebieden openbare ruimte en overdracht naar beheer.
138
Project Broekpolder Algemeen Projectdoelstelling Voorzien in een aanvullend woningbestand in het hogere segment waarvan de bewoners in positieve zin bijdragen aan het bestaansrecht van de openbare en particuliere voorzieningen. Zorgen voor een evenwichtig woningbestand in de gemeente, afgestemd op de functies werk, recreëren, winkelen en verkeer Context en achtergrond Het project is gereed opgeleverd, met uitzondering van de afzet en bebouwing van 45 vrije kavels in het deelplan Waterwijk in Beverwijk en 9 vrije kavels in deelplan Het Groene Balkon in Heemskerk. Door stagnatie op de woningmarkt is vertraging van de ontwikkeling opgetreden. Daarom is de samenwerking in de Broekpolder verlengd tot (uiterlijk) 1 januari 2014. De GEM Broekpolder wordt op 1 januari 2014 geliquideerd, een en ander overeenkomstig de 2e verlengingsovereenkomst die eind 2011 is gesloten. De gemeente ontvangt de haar toekomende middelen uit de ontwikkeling, voor zover die niet eerder zijn geïncasseerd. De marktpartijen en de gemeenten zijn in overleg over de wijze van omgaan met de kavels die op 1 januari 2014 nog niet zijn afgezet. Afhankelijk van de uitkomst kan het project worden afgesloten danwel in gewijzigde vorm worden voortgezet. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving Samenwerkingsovereenkomst Broekpolder, raadsbesluit sept. 1999 Collegebesluit 2e verlenging samenwerkingsovereenkomst Broekpolder 2011/69800 Raadsbesluit jaarlijkse actualisatie gezamenlijke restexploitatie Broekpolder Beverwijk en Heemskerk, peildatum 1 januari 2012 2012/20472 Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing Bezuinigingen Niet van toepassing
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Voorzien in een aanvullend woningbestand in het hogere segment waarvan de bewoners in positieve zin bijdragen aan het bestaansrecht van de openbare en particuliere voorzieningen. Wat gaan we daarvoor doen? Door het binden van de hogere middenklasse aan de gemeente kunnen de voorzieningen rekenen op een klandizie die het bestaansrecht van die voorzieningen waarborgen. Bovendien kan deze klandizie nieuwe hoogwaardige voorzieningen mogelijk maken. Hiervan profiteert de gehele Beverwijkse samenleving. Door het verhuizen van bewoners uit Beverwijk en Wijk aan Zee naar de Broekpolder ontstaat in de bestaande gemeente ruimte voor herstructurering van oude wijken. Hier ligt een belangrijke relatie met het programma volkshuisvesting. Een uitbreiding van de gemeente, waarbij de groei plaatsvindt in de duurdere segmenten, draagt bij aan een betere financiële positie van de gemeente. Zo kan de gemeente de openbare voorzieningen verbeteren en uitbreiden.
139
Welke producten dragen hier aan bij? Wegverhardingen 13030 Verkeersmaatregelen 13031 Openbare verlichting 13027 Parkeren 13032 Bedrijfscontacten/EZ 13035 Kunst en cultuur 13051 Riolering 13090 Milieu 13092 Groenbeheer 14067 Afvalverwijdering 14089 Bouwvergunning 14102 Precario 14107 Deelproject 2 Wat willen we bereiken? Zorgen voor een evenwichtig woningbestand in de gemeente, afgestemd op de functies werk, recreëren, winkelen en verkeer Wat gaan we presteren? Door het aanbieden van een evenwichtig woningbestand kan de forensenstroom naar werkstad Beverwijk worden beperkt. Beverwijk krijgt een betere opbouw van de bevolking, doordat beter opgeleide werknemers met goede functies bij Beverwijkse bedrijven passende woningen aangeboden kunnen worden. De sociaal-maatschappelijke structuur van Beverwijk verbetert daardoor. Welke producten dragen hier aan bij? Zie doelstelling 1
140
Project Binnenduin Algemeen Projectdoelstelling Realiseren van een “groene” woonwijk met circa 230 woningen in het (middel)duurdere segment met een dichtheid van ca 12 woningen per hectare (ruime kavels). Het vigerende bestemmingsplan en exploitatieplan zijn leidend. Context en achtergrond Het bestemmingsplan en het exploitatieplan zijn onherroepelijk. In 2012 is gestart met de verkoop van 8 gemeentelijke kavels en 5 particuliere kavels in het noordelijk veld van het plangebied. Medio augustus 2013 zijn er vanwege een stagnerende woningmarkt 6 kavels, waaronder 1 gemeentelijke, verkocht. In de 2e helft van 2013 wordt het bestek voor het bouwrijpmaken van het noordelijk veld afgerond en aanbesteed. Begin 2014 start het werk met het bouwrijp maken van de Bankenlaan. De stagnatie op de woningbouwmarkt heeft er toe geleidt dat de planvoorbereiding voor het middenveld en het zuidelijk veld zijn stilgelegd. In de 2e helft van 2013 gaan college en raad bepalen hoe en wanneer de ontwikkeling van Binnenduin in en na 2014 verder wordt opgepakt. De gevolgen van deze besluitvorming worden in het 2e kwartaal 2014 zichtbaar in de herziening van de grondexploitatie en het exploitatieplan. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving Structuurplan Westelijk Beverwijk 1e grondexploitatie raadsbesluit Westelijk Beverwijk 1e herziening grondexploitatie raad 4 februari 2010 2e herziening van de grondexploitatie Definitief bestemmings- en exploitatieplan Westelijk Beverwijk Herziene exploitatieplan Beeldkwaliteitplan Westelijk Beverwijk, voorlopig inrichtingsplan noordelijk veld Vaststelling verkoopdocumenten en verkoopprijs vrije kavels
2006/4442 2006/11767 2010/49742 2009/9236 2011/35171 2011/53979 2012/1087
Beknopte weergave resterende projecten/accenten uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing . Bezuinigingen Geen directe relatie met bezuinigingen. Er is wel uiterste behoedzaamheid bij de benodigde planvoorbereiding en het bouw- en woonrijp maken betracht. Tevens is de grondverwerving in het middenveld stilgelegd. Alleen als er zicht is op ontwikkeling en realisatie van woningen en daarmee op het verkrijgen van inkomsten (grondopbrengsten) wordt er geïnvesteerd.
141
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Noordelijk Veld, zie projectdoelstelling Wat gaan we daarvoor doen? - Beoordelen en verstrekken omgevingsvergunningen. - Innen van exploitatiebijdragen voor de verkochte kavels. - Verkoop van de resterende 7 beschikbare (gemeentelijke) vrije kavels. - Afronden bouwrijp maken en voorbereiden woonrijp maken van het noordelijk veld. - Reclame en andere activiteiten ter bevordering van de verkoop van de kavels. - Onderhandelingen en contractvorming potentiële projectontwikkelaars. - Actualiseren grondexploitatie, vaststelling bij meerjarenplan (MJP) 2014 - Herziening exploitatieplan (wettelijke verplichting); vaststelling in gemeenteraad. Welke producten dragen hier aan bij? Water en Riolering 13089 Niet openbare onroerende zaken 13037 Ruimtelijke ordening 13097 Deelproject 2 en 3 Zuidelijk Veld en Midden Veld, niet van toepassing, zie context en achtergrond. 142
Project oostelijke doorverbinding Algemeen Projectdoelstelling Verbeteren van het woon- en leefklimaat in het centrum en de bereikbaarheid van Oostelijk Beverwijk, waaronder de bedrijventerreinen, door de aanleg van de oostelijke doorverbinding (verder OD) . Context en achtergrond Door bestaande infrastructuur te verbeteren en ontbrekende schakels aan te brengen wikkelt de oostelijke doorverbinding het lokale en doorgaande verkeer af zodat een duidelijk verkeersroute ontstaat tussen de Binnenduinrandweg (N197) en de A9. De route mag geen barrière vormen tussen de aanliggende woonwijken. De oostelijke doorverbinding is opgenomen in het GVVP. De verkeersafwikkeling tussen de A9 en de bedrijventerreinen en woonwijken vindt voor een groot deel plaats via de bestaande Ringvaartweg die daar niet voor is ingericht. De Ringvaartweg is tevens de verbinding met de Beverwijkse Bazaar. Tijdens de marktdagen is de Ringvaartweg voor doorgaand verkeer afgesloten en is de verkeersafwikkeling van en naar de Bazaar en de gemeente niet optimaal waardoor files op de A9 ontstaan. Tevens ontbreekt een duidelijke fietsverbinding met het buitengebied. De OD bestaat uit drie fasen (zie kaartje):
- OD1: tussen de N197 (Binnenduinrandweg) tot de gemeentegrens met Heemskerk en de Laan der Nederlanden tot en met de tunnelbak onder de spoorlijn. Op dit traject wordt de bestaande infrastructuur aangepast. Hiervan zijn onderdelen gerealiseerd. - OD1: Laan der Nederlanden, Italiëlaan-Spoortunnel (gereed) - OD2: gedeelte in de Broekpolder, dit onderdeel is gereed. - OD3: gedeelte tussen de Broekpolder en de A9, dit is in uitvoering. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Voorbereidingskrediet OD1, Plesmanweg tussen Alkmaarseweg en gemeente Heemskerk, raadbesluit . . . . . - Herstart OD3, collegebesluit . . . . . . 143
. .
2011/20257 2009/21610
- Herijking ontwerp en vaststelling DO van de OD 3, collegebesluit . - Uitvoeringskrediet OD3, raadsbesluit . . . . - Omgevingsvergunning OD3, collegebesluit . . .
. . .
2010/55315 2011/13106 2012/36889
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 De oostelijke doorverbinding maakt deel uit van project 3; A22 en accent 4; wegenstructuur Bezuinigingen Niet van toepassing
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Een onderdeel van OD1, de Plesmanweg tussen het kruispunt met de Alkmaarseweg en de aansluiting met de gemeente Heemskerk, is actueel geworden door de ontwikkeling van het project Wijkerbaan. Uit onderzoek blijkt dat de gemeente de gewenste doelstelling kan realiseren door aanleg van een voorrangsplein op dit wegvak. De plannen voor een ingrijpende reconstructie van het kruispunt Wijk aan Duinerweg Plesmanweg - Kuikensweg, nodig om de verkeersstromen tussen de Binnenduinrandweg en de verschillende woonwijken beter te reguleren, zijn bijgesteld door het treffen van eenvoudige en beperkte verkeersmaatregelen. Deze maatregelen zijn inmiddels functioneel. Wat gaan we daarvoor doen? In 2014 werkt het college, middels een door de gemeenteraad vastgesteld voorbereidingskrediet, het schetsontwerp voor de voorrangsrotonde op de Plesmanweg uit tot een VO en onderzoekt mogelijke subsidies en andere dekkingsmiddelen. Op deze wijze anticipeert het college op de ontwikkeling van het project Wijkerbaan dat volgens planning in 2016 is afgerond. Welke producten dragen hier aan bij? Nader te bepalen.
OD1: Laan der Nederlanden, Italiëlaan - Spoortunnel (gereed)
144
Deelproject 2 Wat willen we bereiken? De realisatie van OD3 biedt de mogelijkheid om knelpunten op een verkeersveilige en robuuste wijze op te lossen. Afsluiten van de Ringvaartweg voor doorgaand verkeer. Het aangrenzende gebied landschappelijk inrichten waarbij rekening wordt gehouden met de cultuurhistorische- en ecologische waarden in deze omgeving. Op basis van het stedelijk waterplan ‘Schoon water van duin tot meer’ realiseren van een open waterberging met het Noordzeekanaal via de Ringvaart.
Juli 2013, aanleg waterpartijen OD3
Wat gaan we daarvoor doen? Op 1 november 2012 is de realisatie gestart. De gemeente faseert de realisatie in verband met mitigerende maatregelen die voortvloeien uit de ontheffing op de Flora- en Faunawet en de aanwezige vleermuizenpopulatie. Deze maatregelen zijn opgenomen in een daarvoor opgesteld ecologisch werkprotocol. Verdere fasering is noodzakelijk, ten eerste omdat ter plaatse van het nieuwe tracé een voorbelasting noodzakelijk was om later zettingen van het wegdek te voorkomen en ten tweede om het verkeer van en naar de A9 zo min mogelijk tijdens de uitvoering te belemmeren. In dit verband heeft afstemming plaatsgevonden met geplande werkzaamheden aan de Spoorsingel die weliswaar buiten het project vallen maar die van invloed zijn op de verkeersafwikkeling in Beverwijk. In juni 2013 is het ingestelde beroep tegen de omgevingsvergunning behandeld. Dit, en het feit dat belangrijke kabels en leidingen niet tijdig verlegd konden worden leidde tot de aanpassing van de planning op onderdelen. Naar verwachting kan het project in het laatste kwartaal van 2014 worden afgerond.
145
OD3: Uitvoeringstekening
Welke producten dragen hier aan bij? Niet van toepassing
146
Project Plantage Algemeen Projectdoelstelling De wijk herstructureren naar de wensen en eisen van deze tijd. Context en achtergrond De herstructurering van de Plantage is, na het vastlopen van de uitvoering van de gebiedsvisie, met een aangepast plan van de corporatie nieuw leven ingeblazen. Dat plan voorziet in het bouwen van nieuwe woningen binnen de bestaande stedenbouwkundige structuren, waardoor de openbare ruimte niet noodzakelijkerwijs vernieuwd behoeft te worden. Het project zit in de voorbereidingsfase en gaat fasegewijs de uitvoeringsfase in. In 2014 wordt gestart met het gedeelte achter het winkelcentrum (fase 2). De uitbreiding van de supermarkt aan de Plantage is voorbereid. De aanvraag omgevingsvergunning, met daarbij het verzoek het plan planologisch in te passen is gedaan. Met de corporatie wordt nog in 2013 een overeenkomst op hoofdlijnen gesloten, waarin, mede gelet op de ontwikkelingen bij corporaties, het programma en de planning fasegewijs definitief worden vastgelegd. De gemeente bepaalt per fase, zodra daarvoor plannen worden ingediend, in welke mate de openbare ruimte mede wordt aangepakt. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Startnotitie - raadsbesluit - raadsbesluit met nota van uitgangspunten - Integraal PvE (grondexpl., plan en overeenkomst), 2e helft 2013
2012/53161 INT-13-00739 INT-13-01379
Beknopte weergave nog resterende projecten/acties uit collegeprogramma in 2014 Niet van toepassing Bezuinigingen Niet van toepassing
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Plannen voor (her)ontwikkeling van fase 2, 3 en 4, van Pré Wonen in behandeling nemen. Afhankelijk van de plannen van Pré Wonen gaat de gemeente hierin faciliteren, en wordt besloten over de eventuele uitvoering van eigen aansluitende verbeteringen / aanpassingen aan de openbare ruimte. Wat gaan we daarvoor doen? Overleg met Pré Wonen en de vastgoedontwikkelaar voor de marktwoningen. Steeds indien de plannen concreet zijn, wordt de projectgroep actief.
147
Welke producten dragen hier aan bij? Wegverhardingen 13030 Verkeersmaatregelen 13031 Openbare verlichting 13027 Parkeren 13032 Bedrijfscontacten/EZ 13035 Kunst en cultuur 13051 Riolering 13090 Milieu 13092 Groenbeheer 14067 Afvalverwijdering 14089 Bouwvergunning 14102 Precario 14107 Deelproject 2 Wat willen we bereiken? Uitbreiding van een supermarkt aan de Plantage faciliteren als onderdeel van het project Wat gaan we daarvoor doen? Samenwerken met initiatiefnemer en de uitvoering door de initiatiefnemer controleren en bewaken. Welke producten dragen hier aan bij? Zie deelproject 1
148
financiële tabel Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
13103 13104 13105 13106 39001 40100 40250 50020 50021 50030 50090 50154 50156 50160 50161 50180
lasten Bestuurlijke Projecten WKO (warmte koude opslag) Ontwikkeling A22 zone Goederenspoorverlenging Ontwikkeling Wijckerpoort Hoofdwaterstructuur grex BOS Grex Wijckerpoort Grex BOS Binnenduin (Westelijk Beverwijk) Groen en Waterplan Broekpolder Wijkerbaan herstructurering Kuenenplein/ Burgerh. herstructurering Plantage Meerplein Voorbereidingskosten Heliomare Stationsgebied
0,2 2.329,1 2.009,3 31,7 97,6 2.544,0 152,9 495,4 794,2 -
139,9 119,0 272,5 137,0 893,3 18,7 35,1 460,6 107,0 60,0 -
Totaal Lasten
8.670,2
2.243,2
215,9 -
Rekening 2012
Bedragen in EUR x 1.000
13103 13104 13105 13106 39001 40100 40250 50020 50021 50030 50090 50154 50156 50160 50161 50180
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroot 2013 t/m Berap II
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
100,1 156,9 250,0 1.501,2 3.288,8 19,4 36,5 319,8 301,0
100,1 31,9 1.821,0 5.017,1 19,4 36,5 761,7 -
100,1 31,9 515,2 5.621,8 19,4 36,5 405,2 50,0 -
100,1 31,9 546,9 9.048,1 19,4 36,5 -
5.973,7
7.787,8
6.780,1
9.782,9
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
baten Bestuurlijke Projecten WKO (warmte koude opslag) Ontwikkeling A22 zone Goederenspoorverlening Ontwikkeling Wijckerpoort Hoofdwaterstructuur grex BOS Grex Wijckerpoort Grex BOS Binnenduin (Westelijk Beverwijk) Groen en Waterplan Broekpolder Wijkerbaan herstructurering Kuenenplein/ Burgerh. herstructurering Plantage Meerplein Voorbereidingskosten Heliomare Stationsgebied
34,1 1.931,0 2.009,3 67,3 2.544,0 79,2 -
137,0 893,3 35,1 460,6 -
1.501,2 3.288,8 36,5 319,8 -
1.821,0 5.017,1 36,5 761,7 -
515,2 5.621,8 36,5 405,2 -
546,9 9.048,1 36,5 -
Totaal Baten
6.664,9
1.526,0
5.146,3
7.636,4
6.578,6
9.631,5
Saldo
2.005,2-
717,1-
827,4-
151,4-
201,4-
151,4-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
1.135,4 869,8-
107,0 610,1-
551,0 276,4-
151,4-
201,4-
151,4-
In het programma Stedelijke ontwikkeling zijn de diverse projecten en grondexploitaties opgenomen, hierdoor fluctueert de begroting in de diverse jaren.
149
150
151
Inleiding (1) In de paragrafen worden onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. De paragrafen bevatten de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en lokale heffingen. Conform het BBV worden hierna de volgende paragrafen beschreven: - Weerstandsvermogen en risicobeheersing (2) - Bedrijfsvoering (3) - Onderhoud kapitaalgoederen (4) - Financiering (5) - Lokale heffingen (6) - Verbonden partijen (7) - Grondbeleid (8)
152
Weerstandsvermogen en risicobeheersing (2) Inleiding Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat de normale bedrijfsvoering wordt aangetast. Door aandacht voor het weerstandsvermogen kan voorkomen worden dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigingen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (de middelen waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn, te dekken zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden) en de benodigde weerstandscapaciteit (de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of verzekeringen voor afgesloten). Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen
= Benodigde weerstandscapaciteit
In de nota reserves en voorzieningen is aangegeven dat Beverwijk een ratio nastreeft die overeenkomt met categorie C in de onderstaande tabel. Waarderingscijfer
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
A
2,0 < x
Uitstekend
B
1,4 < x < 2,0
Ruim voldoende
C
1,0 < x < 1,4
Voldoende
D
0,8 < x < 1,0
Matig
E
0,6 < x < 0,8
Onvoldoende
F
x < 0,6
Ruim onvoldoende
In deze paragraaf worden de volgende items behandeld; - het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's - een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; - een inventarisatie van de risico's;
Beleid Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en risico’s is in hoofdlijnen vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen. Derhalve wordt verwezen naar dit document.
Weerstandscapaciteit De gemeente beschikt over middelen om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn te dekken zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden. Dit betreft de algemene reserve en de verwachte winst grondexploitatie
153
Andere middelen die tot de weerstandscapaciteit kunnen behoren zijn; - Bestemmingsreserves - Post onvoorzien - Onbenutte belastingcapaciteit - Stille reserves Bestemmingsreserves Bij bestemmingsreserves heeft de raad een bedrag gereserveerd om een bepaald doel te realiseren. De raad kan te allen tijde besluiten de middelen anders aan te wenden. De bestemmingsreserves kunnen incidenteel ingezet worden om tegenvallers het hoofd te bieden. Dit geldt echter niet voor alle bestemmingsreserves, zoals bijvoorbeeld de reserve dekking kapitaallasten. Deze reserve is bedoeld als dekkingsmiddel. Vooralsnog is het beleid dat bestemmingsreserves geen onderdeel vormen van de weerstandscapaciteit, omdat de bestemmingsreserves niet vrij besteedbaar zijn. Post onvoorzien Het bedrag aan onvoorzien is een begrotingspost ter dekking van relatief kleine bedragen die bij het opstellen van de begroting 2014 niet konden worden voorzien. De gedragslijn binnen Beverwijk is dat de post onvoorzien niet in de berekening van de weerstandscapaciteit wordt meegenomen. Deze gedragslijn blijft in 2014 gehandhaafd. Onbenutte belastingcapaciteit Met onbenutte belastingcapaciteit wordt de “ruimte” bedoelt die de gemeente Beverwijk nog heeft om opbrengsten te verwerven via belastingheffing. Het college neemt de onbenutte belastingcapaciteit niet mee in de berekening, omdat het beleid van de belastinginkomsten gericht is op basis van 100% kostendekking. Stille reserves Beverwijk hanteert als waarderingsgrondslag de historische kostprijs of de lagere marktwaarde. Op het moment dat de marktwaarde hoger ligt dan boekwaarde ontstaan er stille reserves. De activa zijn dan feitelijk meer waard dan in de boekhouding is opgenomen. Gezien de huidige marktomstandigheden houd het college vanuit voorzichtigheidsprincipe geen rekening met eventuele stille reserves bij de bepaling van de weerstandscapaciteit. Verwachte winst grondexploitatie De gemeente voert meerdere grondexploitaties. Per saldo vertegenwoordigen de positieve grondexploitaties een netto contante waarde van €5,4 mln. positief (op basis van de meest actuele actualisatie). Het negatieve grondexploitatiesaldo inzake grex BOS is voorzien in de jaarrekening 2012 en valt daarom buiten de bepaling van de weerstandscapaciteit. Het saldo van de positieve grondexploitaties ad €5,4 mln. wordt gebruikt om de weerstandcapaciteit mede te bepalen. Recapitulatie weerstandscapaciteit middelen algemene reserve
bedrag (€) 7.123.518
verwachte winst grex
5.417.000
totaal
12.540.518
154
Risico-inventarisatie Algemeen Een risico is de kans op het optreden van een gebeurtenis die een negatief gevolg met zich mee kan brengen. Voor het weerstandsvermogen is het relevant om de risico’s te inventariseren waarvoor geen maatregelen zijn getroffen (bijvoorbeeld door risico’s te voorzien of te verzekeren). In deze paragraaf worden de meest relevante risico’s van gemeente Beverwijk uiteengezet. Gemeentefonds Het gemeentefonds is gebaseerd op de Rijksbegroting waaruit de gemeenten jaarlijks een algemene uitkering krijgen. De algemene uitkering uit het gemeentefonds kent een aantal onzekere factoren. De belangrijkste hiervan zijn de ontwikkeling van de rijksuitgaven en de economische ontwikkeling van Nederland. De voeding van het gemeentefonds is gekoppeld aan de rijksuitgaven, de zogenaamde normeringsystematiek. Er is sprake van een algemeen risico, omdat de omvang van het gemeentefonds jaarlijks daalt en stijgt met de rijksuitgaven en bovendien wordt beïnvloed door wijziging in taken van gemeenten. Drie kalenderjaren na dato wordt de werkelijke Algemene Uitkering pas definitief vastgesteld. Hierdoor kunnen gedurende het jaar de nodige verrekeningen uit voorgaande jaren plaatsvinden. Daarnaast wordt de algemene uitkering voor het nieuwe jaar berekend op basis van geschatte eenheden. De werkelijke uitkering kan dus in positieve of negatieve zin afwijken van de prognose. Doordat het risico niet te kwantificeren is en algemeen van aard is, wordt het risico als PM opgenomen. Gemeentelijke garantstellingen De gemeente stelt zich garant voor leningen van diverse instellingen en kan aangesproken worden voor tekorten bij gemeenschappelijke regelingen. Op het moment dat de financiële situatie verslechtert bij instellingen en gemeenschappelijke regelingen kan dit financiële gevolgen hebben voor de gemeente. Er wordt dan een beroep gedaan op de gestelde garanties en/of tekorten dienen door de gemeente (gedeeltelijk) te worden aangevuld. Om het risico zo veel mogelijk te beperken staan hier in veel gevallen contragaranties van waarborgfondsen en activa van corporaties en stichtingen tegenover. Het risico wordt om die reden ook als PM opgenomen. Subsidies - bijdrage van derden De gemeente maakt regelmatig gebruik van subsidiemogelijkheden voor specifieke beleidsterreinen, trekt stimuleringsgelden aan van derden (ISV-UNA) of stelt zich garant voor subsidies aan maatschappelijke instellingen. Het aantrekken van subsidies, verkrijgen van bijdragen van derden en garantstellingen geeft een hoger risico dan de inzet van eigen middelen omdat de naleving van de voorwaarden voor verstrekking van gelden vaak strikte kaders kent. Deze risico’s worden ingecalculeerd bij de kredietaanvragen en actualisatie daarvan en worden als PM opgenomen. Openeinde regelingen Als gevolg van openeinde regelingen kan een onvoorziene groei en daarmee lastenstijging optreden bij toename van het aantal aanvragen voor regelingen waarbij een openeinde regeling van toepassing is. Omdat de effecten hiervan onzeker zijn is dit risico als PM opgenomen. Exploitatierisico’s Dit betreft een ingeschatte gemiddelde overschrijding van 10% van de totale lasten binnen de gemeentelijke begroting 2013. Omdat de grondexploitaties met ingang van 2012 administratief op een andere wijze worden verwerkt worden zowel de gemeentelijke baten en lasten verhoogd met de mutaties binnen grondexploitaties. De risico’s binnen de 155
grondexploitaties worden afzonderlijk behandeld binnen deze paragraaf. Derhalve worden grondexploitatielasten in mindering gebracht op de totale lasten zodat ze niet meetellen voor berekening van de exploitatierisico’s. Dit om dubbeltellingen te voorkomen. De omvang van de exploitatierisico’s is als volgt; €93.635.000 - €1.598.000 (betreft de som van de lasten inzake grondexploitaties) X 10% = €9.204.000 Risico’s in projecten en grondexploitaties Dit betreffen risico’s die zich na actualisatie van de projecten kunnen voordoen. Een uitgebreide toelichting op de projecten staat in de voortgangsrapportage projecten (oktober 2012, 2012/41457) en het meerjarenperspectief grondexploitaties 2013 (INT-13-05236). In de jaarrekening 2012 werd ingegaan op een aantal projectspecifieke risico’s. Voor de programmabegroting 2014 is beoordeeld of deze nog van kracht zijn. Eventuele nieuwe risico’s worden gemeld voor zover deze een afzonderlijke toelichting behoeven en invloed kunnen hebben op het weerstandsvermogen. Voor de grondexploitaties wordt volstaan met een verkorte opsomming van de risico’s in de grondexploitatiesfeer welke afgeleid zijn van het meest recente MJP 2013. - Broekpolder De samenwerkingsovereenkomst eindigt per 31 december 2013. Vooralsnog is het onzeker op welke wijze de GEM CV ontbonden wordt. Omdat niet alle gronden verkocht zijn dienen er nadere afspraken gemaakt te worden over de ontbinding door de eigenaren. Bij het opstellen van deze begroting is het niet bekend welk effect het beëindigen van de GEM CV op de gemeente Beverwijk heeft. Derhalve zijn eventuele risico’s als PM opgenomen. - Bebouwd parkeren Het project Meerplein is voor de gemeente budgetneutraal. Het risico is daardoor laag. Het is voorstelbaar dat het project Meerplein op enig moment voor de ontwikkelaar niet langer haalbaar is. Het opstalrecht zal dan niet worden gevestigd en de boekwaarde voor de gemeente is dan niet langer gedekt. De huidige boekwaarde bedraagt ca €900.000. Door de vertraging van het project ontstaat voor de gemeente Beverwijk het risico dat indexaties van aankoopbedragen van parkeerplaatsen niet gedekt kunnen worden uit het oorspronkelijk beschikbaar gestelde krediet. Dit risico is als PM post opgenomen. De gemeente is in het verleden een lening aangegaan bij de ontwikkelaar als gevolg van de aankoop van een tankstation in 2007 op het te ontwikkelen gebied (zie raadsvoorstel 2009/791). Indien het project niet tot uitvoering komt is de gemeente terugbetaling van de lening verschuldigd inclusief een overeengekomen rente vanaf 2007. Bij uitvoering van het project is geen rente verschuldigd en zal terugbetaling van de lening verrekend worden met het te verwerven opstalrecht. Uitgaande van het laatste scenario is het risico niet nader gekwantificeerd. - Stadhuis Er is precario ad €160.000 in rekening gebracht voor het in gebruik hebben van gemeentegrond voor de realisatie van het nieuwe stadhuis. Tegen deze aanslag is door de bouwer van het stadhuis bezwaar aangetekend. Het bezwaar is ongegrond verklaard. Vervolgens is beroep ingesteld bij de rechtbank. De behandeling van het beroep moet nog plaatsvinden. Het eventuele risicobedrag maakt deel uit van de totale exploitatierisico’s. - Project Meerplein Eind 2012 heeft V.O.F. Meerplein een Wob (Wet openbaarheid van bestuur) verzoek ingediend over de heffing en invordering van leges. De gemeente Beverwijk heeft aan dit Wob verzoek voldaan. Daarnaast heeft V.O.F. Meerplein bezwaar en beroep ingediend op de aanslag leges omgevingsvergunningen van €620.000. De behandeling van het beroep 156
moet nog plaatsvinden. Het eventuele risicobedrag maakt deel uit van de totale exploitatierisico’s. - Oostelijke doorverbinding deel 3 De gemeente Beverwijk heeft een verschil van inzicht met TenneT over de kostenverdeling voor het verleggen van hoogspanningskabels. Naar verwachting zal een gerechtelijke uitspraak bepalen welke partij de kosten draagt. De totale kosten bedragen ca €180.000. Vooralsnog wordt een eventueel risico niet meegewogen in het totale risicobedrag. Risico’s in de grondexploitatie (bron; MJP 2013) Het risico van een grondexploitatie ontstaat feitelijk doordat kosten hoger kunnen worden en opbrengsten lager. Dit heeft effect op het resultaat van de grondexploitatie, waardoor de beschikbare middelen om tegenvallers op te vangen lager worden. Maar het effect komt ook tot uitdrukking in een toenemende boekwaarde wat moet worden afgedekt. De berekeningen zijn uitgevoerd door de parameters van de grondexploitaties zoals in het MJP zijn opgenomen aan te passen waardoor er een verschil in resultaat zal ontstaan. Hiermee worden effecten als hogere kostenstijgingen en sterkere opbrengstendalingen gesimuleerd. Dit zijn de generieke risico’s. Daarnaast zijn er per project wat scenario’s doorgerekend waarbij de scope van het project verandert, dit zijn de planspecifieke risico’s. De scope verandert bijvoorbeeld als er delen van het plan niet worden uitgevoerd of de doorlooptijd van het project sterk verandert. De totale risico’s in de grondexploitatie worden gekwantificeerd op €3,6 mln. Dit bedrag is een optelling van negatieve en positieve risico’s. Het risicobedrag geeft weer wat op enig moment de verwachte maximale boekwaarde is die, na aftrek van de verliesvoorziening, gedekt moet kunnen worden. Onderstaande opstelling geeft inzicht in risico’s per grex; Grex Grex Bos Grex Wijkerbaan Grex Binnenduin Totaal
Risicobedrag (€) 540.000 2.040.0005.100.000 3.600.000
Voor een toelichting op de afzonderlijke grondexploitaties verwijzen we naar het MJP 2013 (INT-13-05236).
157
Bepaling benodigd weerstandsvermogen risico's exploitatierisico's Bebouwd parkeren Risico's grex totaal
bedrag (€) 9.204.000 900.000 3.600.000 13.704.000
Conclusie De berekening van het weerstandsvermogen is geen exacte wetenschap. Het besluit begroten en verantwoorden (het BBV) geeft ruimte om de weerstandscapaciteit op verschillende manieren samen te stellen. Een vergelijking met andere gemeenten wordt daardoor ook bemoeilijkt. Het college hecht aan een consequente gedragslijn en heeft derhalve de berekensystematiek van voorgaande jaren voortgezet. Deze systematiek leidt tot onderstaande berekening; Het ratio weerstandsvermogen bedraagt €12.540.518 / €13.704.000 = 0,92. Deze uitkomst correspondeert conform de bovenstaande tabel met de kwalificatie “matig.” Opgemerkt dient te worden dat de post exploitatierisico’s conservatief is berekend. Er is namelijk gerekend met 10% van de totale exploitatielasten (minus de lasten van de grondexploitaties) als risico. Dit wil zeggen dat bijvoorbeeld ook voor de lonen en salarissen rekening wordt gehouden met een risicoprofiel van 10%. In werkelijkheid is de laatste jaren slechts een afwijking van ca 1,5% gerealiseerd. Door een betere beheersing van de interne organisatie is het mogelijk om voor het formatiebudget een lager exploitatierisico te hanteren. Uitgaande van een overschrijding van maximaal 3 % in plaats van 10 % op het budget van € 17.656.000, wordt het exploitatierisico verlaagd met € 1.236.000 tot € 7.968.000. Het totaal van de risico’s is dan € 12.468.000. Het percentage van 3 % betreft het gemiddelde van de overschrijding van het formatiebudget in 2012 (1,5 %) en het percentage ziekteverzuim (4,8 %) in Beverwijk in 2012 en is een voorzichtige benadering van een mogelijke toekomstige overschrijding van het formatiebudget. Na deze aanpassing zou de berekening van het weerstandsratio als volgt zijn: €12.540.518 / €12.468.000 = 1,01. Deze uitkomst classificeert als “voldoende”.
158
Bedrijfsvoering (3) Algemeen - De gemeentelijke organisatie wil de taken die door de raad zijn vastgesteld graag zo goed mogelijk uitvoeren. Adequate bedrijfsvoering, dat wil zeggen goede interne sturing en beheersing van primaire en ondersteunende processen, is een belangrijke voorwaarde om die taken ook daadwerkelijk en volgens afspraak uit te voeren. - Bedrijfsvoering is geen doel op zich maar dient om doelstellingen te realiseren zoals die door het bestuur van de gemeente Beverwijk zijn vastgesteld en opgenomen in de diverse programma’s. Voor deze bedrijfsvoeringprocessen kan onderscheid gemaakt worden tussen uitvoering (primair proces) en ondersteuning (secundair proces). - Uitgangspunten voor een goede bedrijfsvoering zijn doelmatigheid en doeltreffendheid (efficiency en effectiviteit). De rekenkamercommissie heeft in 2012 haar aanbevelingen uit het onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de aanwending van budgetten gedaan (2012/26836). Het college onderzoekt nu jaarlijks de doelmatigheid van minimaal 2 (onderdelen van) organisatie-eenheden of procesonderdelen van de gemeente en de uitvoering van taken door de gemeente. - De bedrijfsvoering ondersteunt de programma’s van de programmabegroting. Het gaat om de functies: personeel, inkoop, organisatie, financiën, automatisering, huisvesting (in de literatuur aangeduid als PIOFAH), juridische ondersteuning en communicatie. Deze worden in deze paragraaf toegelicht. Kortom alle randvoorwaardelijke zaken die moeten zijn geregeld wil het verantwoordelijke organisatieonderdeel voor de primaire processen goed kunnen functioneren. Bezuinigingen Op 12 juli 2012 heeft de gemeenteraad van Beverwijk een bezuinigingspakket voor de jaren 2012 tot en met 2016 vastgesteld. Dit besluit borduurt voort op het eerder genomen besluit over bezuinigingsvoorstellen genomen op 3 november 2011. De vastgestelde te bezuinigen bedragen per jaarschijf zijn als volgt: € 6.000.000 € 5.000.000 € 4.000.000 € 3.000.000 € 2.000.000 € 1.000.000 €0 Bezuiniging
2012
2013
2014
2015
2016
€ 1.923.500
€ 3.507.302
€ 4.633.520
€ 4.857.322
€ 5.226.030
In de 1e en 2e bestuursrapportage van het begrotingsjaar meldt het college welke bezuinigingsdoelstellingen geheel, gedeeltelijk of (nog) niet gerealiseerd zijn. Voor niet gerealiseerde bezuinigingsdoelstellingen zoekt het college vervangende bezuinigingsmaatregelen.
159
Personeel en Organisatie Natuurlijk organiseren: Begin 2012 is gestart met het traject Natuurlijk Organiseren. Deze organisatieontwikkeling wordt de komende jaren fasegewijs verder uitgerold. Dit plan beoogt medewerkers hun talenten beter te laten benutten en ze kansen te geven het beste uit zichzelf te halen. Dit met volledige steun van de gemeente Beverwijk als werkgever. De kernboodschap daarbij is ‘’professionele mensen in een professionele organisatie”. Doelstelling is het zo effectief en efficiënt mogelijk inzetten van mensen zodat de organisatie de diensten en producten kan leveren waarbij een optimale verhouding wordt bereikt tussen personeel, kosten en kwaliteit. Dat kan alleen als de medewerker op de goede plek zit. Beverwijk zet stevig in om dat te bereiken. Natuurlijk Organiseren is hiervoor bedoeld. Voor het bereiken van een hoogwaardige kwaliteit van de producten en diensten in Beverwijk is samenwerking, klantgerichtheid en resultaatgerichtheid, alertheid en professionaliteit een belangrijke uitgangspunt. Eind 2012 is als onderdeel van Natuurlijk Organiseren, Natuurlijk Structureren door het college vastgesteld. Hierdoor zijn de nieuwe afdelingen (en teams) ook formeel een feit. De nieuwe structuur is als volgt:
Gemeentesecretaris
Afdeling Samenleving
Afdeling Ontwikkeling
Afdeling Ruimte
Afdeling Bedrijfsvoering
In fase 1 heeft een shuffle tussen teams van hoofdzakelijk de afdelingen Ontwikkeling, Ruimte en Samenleving plaatsgevonden. In 2013 is ook fase 2 van start gegaan waarin een wijziging van de afdeling Bedrijfsvoering gepland staat. De eerste opzet van de gewijzigde opbouw van de afdeling Bedrijfsvoering is met het management, de ondernemingsraad en de medewerkers van de afdeling Bedrijfsvoering besproken. Doelstelling is dat de afdeling Bedrijfsvoering in de nieuwe vorm vanaf 1 januari 2014 actief is. Daarnaast staat het jaar 2014 voornamelijk in het teken van houding en gedrag en investeren in in mensen en processen. Ziekteverzuim: De signaalfunctie is verder verbeterd. Een en ander heeft in Beverwijk geleid tot een structurele verlaging van het ziekteverzuim. Het ziekteverzuimcijfer van Beverwijk in 2012 is vergeleken met 2011 gedaald tot 4,8%. (in 2011 was dat 4,9%). Het ziekteverzuimpercentage van Beverwijk afgezet tegen het landelijk gemiddelde bij gemeenten in de afgelopen jaren is als volgt:
160
7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0%
2009
2010
2011
2012
Verzuim % Beverwijk
6,0%
5,6%
4,9%
4,8%
Verzuim % Landelijk
5,4%
5,3%
5,4%
5,3%
Verzuim % Beverwijk
Verzuim % Landelijk
In 2014 wordt getracht het ziekteverzuim te splitsen in kortdurend en langdurig verzuim. Beverwijk spitst het beleid om het ziekteverzuim nog meer terug te dringen daarop toe. Daarnaast wordt ook de meldingsfrequentie gevolgd om deze terug te dringen.
Informatisering en automatisering Ontwikkeling klantcontactcentrum (KCC) Maatschappelijke en technische ontwikkelingen gaan snel en dat verandert het verwachtingspatroon van burgers en bedrijven ten aanzien van dienst¬verlening. Beverwijk wil inwoners, ondernemers en instellingen in de gemeente goed blijven bedienen. In 2014 gaat Beverwijk op basis van die uitgangspunten onder meer werken aan: - Verbetering van de digitale dienstverlening en sturen op het kanaal internet - Organisatorische integratie van de kanalen, post, email, balie, telefonie en website - Verbeteren van de bereikbaarheid/beschikbaarheid - Optimaliseren van dienstverleningsprocessen - Doorontwikkeling zaakgericht werken - Ontwikkeling van medewerkers op het gebied van klantgericht werken Het totaal aan acties voor de ontwikkeling van de eerstelijns dienstverlening is te complex om alleen binnen de lijnorganisatie van de gemeente te beleggen. Door het inrichten van een programma eerstelijns dienstverlening kunnen alle activiteiten in samenhang met elkaar worden uitgevoerd. Met de uitvoering van dit programma kunnen eveneens de opgelegde bezuinigingen door de opzet van het KCC worden gehaald.
161
Ondersteuning gemeenteraad De huidige raad heeft een forse stap gemaakt met de digitalisering van bestuurlijk informatie. Beverwijk zet deze ontwikkeling voort door aan de nieuwe raad de informatievoorziening uitsluitend digitaal te laten plaatsvinden Implementatie nationaal uitvoeringsprogramma (i-NUP) Rijk en medeoverheden hebben zich tot doel gesteld de kwaliteit van de dienstverlening aan burger en bedrijf waar mogelijk te verbeteren. Daarvoor is een basisinfrastructuur voor de elektronische overheid ontwikkeld (i-NUP), de overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid. Het i-NUP maakt deel uit van het bestuursakkoord tussen VNG en Rijk en bevat de aanbevelingen en maatregelen na een evaluatie van het eerdere uitvoeringsprogramma “betere dienstverlening, minder administratieve lasten”. De realisatie van een landelijk stelsel van basisregistraties moet er toe leiden dat het principe van eenmalige vastlegging en meervoudig gebruik op landelijke schaal wordt toegepast. Voorbeeld daarvan is de belastingdienst die aangifteformulieren al zoveel mogelijk invult met bij de overheid bekende gegevens. Gemeentelijke formulieren kunnen ook op een dergelijke wijze vooringevuld worden of helemaal achterwege blijven als voldoende gegevens bekend zijn. Het i-NUP programma loopt tot 2015. Regionalisatie informatiemanagement en automatisering Er is een overeenkomst tussen de IJmondgemeenten om op het gebied van informatiemanagement en automatisering regionaal samen te werken en per 1 januari 2017 een gezamenlijke informatie- en automatiseringsorganisatie te vormen, in welke vorm dan ook. Voor 1 juli 2015 wordt daarvoor een businesscase opgesteld. 2014 staat in het teken van de voorbereiding hiervan. Informatiebeveiliging Door de toenemende digitalisering is het zorgvuldig omgaan met de informatie en gegevens van burgers en organisaties ook voor gemeenten van groot belang. Uitval van computers of telecommunicatiesystemen, het in ongerede raken van gegevensbestanden of het door onbevoegden kennisnemen dan wel manipuleren van bepaalde gegevens kan ernstige gevolgen hebben voor de continuïteit van de bedrijfsvoering en het primaire proces. Een betrouwbare, beschikbare en correcte informatiehuishouding is essentieel voor de dienstverlening van gemeenten. Het is niet ondenkbaar dat hieraan ook politieke consequenties verbonden zijn of dat het imago van de gemeente en daarmee van de overheid in het algemeen wordt geschaad. De Diginotar-crisis en geconstateerde lekken in websites van overheidsorganisaties in 2011 hebben aangetoond dat de ICT-infrastructuur van gemeenten kwetsbaar is. De belangrijkste les uit de incidenten is dan ook dat er behoefte is aan een fundamentele oplossing van het informatieveiligheidsprobleem bij gemeenten. De rijksoverheid gaat eveneens nadere eisen stellen aan de beveiliging van de gemeentelijke informatiehuishouding, bijvoorbeeld als voorwaarde om aangesloten te zijn en te blijven op DigiD. Ook in het onderzoek van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid naar het Diginotar-incident is een dergelijke aanbeveling opgenomen. Landelijk is er een strategische en tactische baseline ontwikkeld die de komende jaren als standaard bij gemeenten geïmplementeerd dient te worden en een normaal onderdeel van de bedrijfsvoering gaat worden. Dit vergt de komende jaren een forse inspanning van de gehele gemeentelijke organisatie.
162
Regiefunctie informatievoorziening Het adequaat borgen van de informatievoorziening wordt een steeds belangrijkere en noodzakelijke opgave. De informatievoorziening kan gezien worden als de verbinding tussen enerzijds de informatievraag vanuit de bedrijfsvoering en anderzijds het aanbod vanuit de ICT. Daarbij zal de informatievoorziening onder andere rekening moeten houden met zaken zoals voormelde informatiebeveiliging, ketenpartners, landelijke basisregistraties, regionalisering en technische (architectuur)standaarden en uitgangspunten. Ook is de tendens zichtbaar dat de informatievoorziening steeds minder tot het domein van ICT behoort, maar juist een plaats behoort te krijgen binnen de normale bedrijfsvoering. Het moet onderdeel worden van de planning- en controlcyclus. In het door het college vastgestelde informatiebeleidsplan 2012 - 2015 is aangegeven dat deze regiefunctie gerealiseerd wordt door een informatiemanager. In het organisatieontwikkelingsproces Natuurlijk Organiseren wordt dit verder uitgewerkt. Financieel beheer en de administratie - Beheer Het team financiële administratie van de afdeling Bedrijfsvoering zorgt voor registratie van de financiële functie. Dit team zorgt ervoor dat, met een minimum aan controlemiddelen, er een optimale verwerking is. De invoering van het schatkistbankieren, als onderdeel van het in het voorjaar van 2012 gesloten regeerakkoord, zorgt in 2014 voor een extra inspanning van het team financiële administratie. Dagelijks moet het saldo aan beschikbare liquide middelen worden vastgesteld. Het (tijdelijke) overschot aan liquide middelen moet worden afgestort bij het rijk. Als Beverwijk onvoldoende liquide middelen heeft om betalingen te verrichten, dient Beverwijk dit weer terug te vragen van het rijk. - Planning & Control en financieel beleid Interne controles op rechtmatigheid en getrouwheid Het team P&C coördineert de uitvoering van de interne controles op rechtmatigheid en getrouwheid van de administratieve organisatie. In 2013 heeft Beverwijk deze controles frequenter uitgevoerd. De betreffende afdelingen worden nauwer bij het proces betrokken om zodoende alle expertise optimaal te benutten en een gewenste functiescheiding te waarborgen. Voor 2014 wordt de opzet, uitvoering en rapportage van de controle op de rechtmatigheid in een daarvoor beschikbare applicatie vastgelegd. Hierdoor verbetert de archivering van de ondersteunende documenten en daarnaast biedt dit betere mogelijkheden voor de rapportage van bevindingen. Tenslotte maakt deze applicatie het mogelijk dat de accountant op afstand mee kan kijken met de voortgang en bevindingen van de controle op de rechtmatigheid. Bevindingen vanuit de interne controles en van de externe accountant zijn leidend bij het verder optimaliseren van de administratieve organisatie. Ook werkt Beverwijk aan een verdere implementatie van risicomanagement om de mate van control op een hoger plan te brengen. Accountant De auditcommissie heeft in 2013 de aanbesteding van de accountantsdiensten afgerond. Uit deze aanbesteding bleek dat accountantskantoor Baker Tilly Berk de economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan. De auditcommissie heeft Baker Tilly Berk voorgedragen om voor de periode 2013 - 2017 de accountantsdiensten binnen Beverwijk te verzorgen. Op 27 juni 2013 heeft de raad van Beverwijk besloten (INT 2013-03377) om accountantskantoor Baker Tilly Berk voor deze periode te benoemen als accountant van de gemeente Beverwijk. Communicatie Het is van groot belang dat de inwoners van Beverwijk weten wat er in hun gemeente gebeurt en gaat gebeuren. Zo raken zij betrokken bij de ontwikkeling van de plannen en kunnen ze erover meepraten. Ook het verkrijgen van draagvlak voor de ontwikkelingen is van groot belang. Dit gebeurt door aan de hand van communicatieplannen, gebruikmakend 163
van beschikbare communicatiemiddelen zoals twitter, de mensen in de gemeente te bereiken. Daarnaast zijn er de reguliere werkzaamheden, o.a. het maken van de gemeentepagina, de openbare bekendmakingen, het organiseren van persbijeenkomsten en evenementen, het beantwoorden van persvragen, het schrijven van speeches, voorwoorden en persberichten en het verzorgen van de representatie van het bestuur.
164
Onderhoud kapitaalgoederen (4) Algemeen De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft, via een dwarsdoorsnede van de begroting, inzicht in de mate van onderhoud en de financiële lasten van de onderhoudsbegroting en beheerplannen van de gemeentelijke bezittingen. De uitgaven voor het onderhoud aan deze duurzame goederen zijn namelijk in diverse programma’s begroot. Met het onderhoud van kapitaalgoederen is een substantieel deel van de begroting gemoeid. In artikel 18 van de verordening financieel beheer (gebaseerd op artikel 212 van de Gemeentewet) worden de kaders gesteld waaraan de begrotings- en verantwoordingsinformatie moet voldoen. De gemeentelijke bezittingen kunnen als volgt worden gerubriceerd: - Infrastructuur; wegen en kunstwerken, water en riolering; - Voorzieningen; groen, speelplaatsen, openbare verlichting, sportfaciliteiten; - Gebouwen; huisvesting gemeente, welzijns- en onderwijsgebouwen. Om de duurzaamheid van deze kapitaalgoederen te waarborgen, is goed onderhoud van belang. Bij achterstallig onderhoud kunnen de financiële gevolgen van een renovatie of groot onderhoud een behoorlijk beslag leggen op de beschikbare middelen. Bij het samenstellen van het jaarprogramma zoeken we zoveel mogelijk aansluiting bij de vervangingscyclus van riolering (GRP) en wegen. Voor gedetailleerd inzicht in het financiële effect van de diverse uitvoeringsplannen kan het betreffende uitvoeringsplan / beheerplan geraadpleegd worden. Onderstaande tabel presenteert de onderhoudsbudgetten per programma die meerjarig geraamd zijn. Er kan geen relatie met de onderhoudsplannen worden gelegd omdat in de onderstaande tabellen ook bedragen voor klein onderhoud zijn opgenomen. Programma 1 Openbaar bestuur
2014
2015
2016
2017
2.794
2.794
2.794
2.794
2 Integrale veiligheid
214
214
214
214
3 Ruimtelijke ordening en stedenbouw
163.430
163.430
163.430
163.430
4 Verkeer en Wegen
778.261
778.261
778.261
778.261
5 Water en riolering
343.210
343.210
343.210
343.210
71.996
71.996
71.996
71.996
135.202
135.202
135.202
135.202
403.456
403.456
403.456
403.456
762
762
762
6 Sport 7 Kunst en cultuur 11 Middelen 12 Sociale zaken en uitstroombevordering 13 Jeugd 14 Onderwijs 15 Economische zaken 16 Inrichting en beheer openbare ruimte totaal
150.343
150.343
150.343
762 150.343
43.863
43.863
43.863
43.863
982.195 3.075.726
982.195 3.075.726
982.195 3.075.726
982.195 3.075.726
165
Beleidskader Integrale meerjarenplannen: Om tot een effectieve en efficiënte besteding van beschikbare middelen te komen zijn, als vervolg op de genoemde besluitvorming. voor de diverse disciplines beheerplannen in voorbereiding. Deze plannen bieden een concrete basis voor de komende tien jaar voor sturing, planning en uitvoering van alle beheerwerkzaamheden in de openbare ruimte. Beheer openbare ruimte Met het vaststellen van de gewenste beeldkwaliteit is de norm bepaald waaraan het beeld van de gemeente moet voldoen. De beeldkwaliteit is in 2007 vastgesteld op: - normaal voor de woonwijken; - hoog voor het centrumgebied en de hoofdwegen en - sober voor de buitengebieden. Uitgangspunt hierbij is dat de onderhoudsintensiteit hierop wordt afgestemd en het resultaat wordt vergeleken met het gewenste beeld en daar waar nodig bijgestuurd. Hierdoor is er een directe relatie tussen het gewenste beeld, beheer en onderhoud en de feitelijke situatie. De beeldkwaliteitskaart is in juni 2012 geactualiseerd. (2012/27270) Met de bezuinigingsopgave (2012/2913) zijn keuzes gemaakt voor versobering van het aanzien en een vermindering van de leefbaarheid en het comfort in de openbare ruimte.
Wegen Een van de doelen in het programma verkeer en wegen is te komen tot een duurzaam en goed onderhouden wegennetwerk (incl. kunstwerken). Het minimale uitgangspunt is daarbij, bij de vaststelling van het meerjarenprogramma beheer en onderhoud 2013 - 2022 “heel en veilig” (2012/51837). In 2007 is het meerjarenprogramma 2007 - 2015 voor het beheer en onderhoud van wegen, groen en riolering vastgesteld, gebaseerd op de kwaliteitsvariant. Projecten zoals Meerestein, Oranjebuurt , Zwaansmeer, Oosterwijk en Wijk aan Zee zijn de afgelopen jaren gerealiseerd. Voor 2016 zullen ook de nu nog lopende projecten zijn uitgevoerd.
Groen Binnenstedelijk groen: Voor handhaving en verbetering van groen in het stedelijk gebied is een groenbeleidsplan richtinggevend. Dit plan bestaat uit drie onderdelen: - Het groenstructuurplan (2005/7670) geeft het wensbeeld voor de groenstructuur op stadsen stadsdeelniveau. - Het groenomvormingsplan, vastgesteld in 2007, vertaalt de doelstellingen uit het groenstructuurplan naar concrete projecten (2011/31248). - Het onderhoudsplan of groenbeheerplan, wordt gefaseerd uitgewerkt. Hierin wordt beschreven hoe de openbare ruimte meer integraal en volgens welke onderhoudscategorie (extensief, standaard, standaard+ en/of intensief) onderhouden moet worden. Groenonderhoud plan 2011 - 2012, (2011/27129) - In 2008 - 2009 is een masterplan voor de begraafplaats Duinrust opgesteld. Buitenstedelijk groen Het beleidskader voor het groene buitengebied wordt hoofdzakelijk bepaald door het ontwikkelingsplan Groene IJmond met als hoofdonderdelen het groen- en waterplan voor het westelijk deel en het strategisch groenproject voor het oostelijk deel. Beide plannen worden in deelprojecten (clusters van maatregelen) en gefaseerd uitgevoerd. Doelstellingen zijn:
166
- Groen- en waterplan: zorg voor de samenhang op het gebied van recreatie en flora & fauna in de binnenduinrand. - Strategisch groenproject IJmond - Zaanstad (SGP zorgt voor verbeterde mogelijkheden voor landelijk recreëren (wandelen, fietsen, varen en paardrijden) middels aanleg van recreatiegebied De Buitenlanden en groene verbindingen van Beverwijk naar en door de landelijke omgeving.
De Buitenlanden
In samenhang met dit SGP wordt de inrichting van het Aagtenpark verzorgd waardoor een nieuw type natuurbelevingpark met nieuwe recreatieve mogelijkheden kan worden gerealiseerd.
Gebouwen Het beheer van gebouwen omvat niet alleen de gebouwen (niet) openbare dienst, maar ook de sportinfrastructuur en de onderwijshuisvesting. Het beheer van de gebouwen (niet) openbare dienst is vastgelegd in een meerjaren onderhoudsplan. Jaarlijks wordt dit plan geactualiseerd aan de hand van inspectierondes. Onderhoud dat nog niet direct noodzakelijk is wordt doorgeschoven en onderhoud dat eerder noodzakelijk blijkt wordt naar voren gehaald. De planning wordt hierop jaarlijks aangepast maar de hoofdlijnen blijven gehandhaafd. Met sportinfrastructuur wordt bedoeld het geheel van sportverenigingen, organisaties en accommodaties, regelingen, organisatorische arrangementen en activiteiten voor de sportbeoefening in Beverwijk. Binnen de gemeente Beverwijk is een groot aantal binnensportaccommodaties te vinden. De Stichting Sportaccommodaties Beverwijk beheert de gemeentelijke sportvelden (wielerbaan, sportpark Adrichem, sportpark Duinrand en hockeycomplex Overbos) en de gemeentelijke gymnastieklokalen en sporthallen in Beverwijk. Investeringen in sportaccommodaties die in eigendom zijn van de gemeente vinden overeenkomstig het huidige MGOIP plaats.
167
Riolering en Water De deelgebieden water en riolering horen tot hetzelfde programma (5) omdat de twee beleidsvelden nauw met elkaar verweven zijn. De zorg voor het oppervlaktewater ligt grotendeels bij hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Het beleid is in 2007 vastgelegd in het regionaal waterplan. De zorg voor afvalwater, hemelwater en grondwater zijn per 2008 gemeentelijke zorgplichten. Het beleid is vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Het huidige plan loopt over de periode 2010 t/m 2015 Gemeentelijke watertaken In 2009 is gestart met de afkoppel- en uitvoeringsmaatregelen zoals afgesproken in het meerjarenplan in relatie met het GRP. De investering en het onderhoud riool is middels de tarievenstructuur in het GRP 2010 - 2015 verwerkt. Het GRP valt samen met de invulling van beleid om gevolg te geven aan de zogenaamde verbrede zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater volgens de Wet gemeentelijke watertaken. De afkoppelprojecten zijn afhankelijk van de afstemming op vervangingsprojecten en zijn uiterlijk eind 2015 gereed. Deze projecten hebben een grote invloed op de wijken. Door een gebiedsgerichte aanpak ontstaan kansen om meerdere problemen in een wijk integraal aan te pakken en een kwaliteitsslag te maken in de buitenruimte. De gevolgen zijn merkbaar in de wijken Zwaansmeer en Oosterwijk 1e fase, Oranjebuurt, Meerestein en Wijk aan Zee Noord. Oosterwijk 2e fase, Wijk aan Zee centrum en industriegebied De Pijp volgen. De verschillende waterstromen zijn van elkaar afhankelijk, hebben een interactie met elkaar. Met dit GRP wordt het beleidskader voor de gemeentelijke watertaken neergezet en krijgt vorm met de genoemde (her-)inrichtingen. Met het huidige budget zijn wij redelijk in staat om de riolering te onderhouden. Er vindt zowel synergie plaats tussen rioolonderhoud en rioolverbeteringen als door de integrale aanpak van wijksgewijze rioolverbetering in woonwijken. Oppervlaktewater Het regionaal waterplan Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest 2008 - 2017 beschrijft de maatregelen en afspraken om het watersysteem op orde te krijgen. De zwaarste en meest kostbare maatregelen betreffen de omleiding van de hoofdwaterstromen. Het HHNK investeert minimaal €2 mln. in het waterplan voor Beverwijk. Er vindt regelmatig op projectniveau overleg plaats om goede afstemming te bereiken met gemeentelijke projecten.
168
Financiering (5) Algemeen In artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 13 van het BBV is geregeld dat gemeenten verplicht zijn een financieringsparagraaf in de programmabegroting op te nemen. Deze paragraaf bevat in ieder geval de beleidsvoornemens over het risicobeheer van de financieringsportefeuille. In 2010 is het treasurystatuut 2010 door de raad vastgesteld (2010/58445). In dit document zijn de doelstellingen van het treasurybeleid en richtlijnen en limieten voor de dagelijkse uitvoering van de het treasurybeleid vastgelegd. Deze paragraaf is, in combinatie met het treasurystatuut (2010/58414) een belangrijk instrument voor het transparant maken, en daarmee het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Het financieringsstatuut geeft de infrastructuur voor de inrichting van de financieringsfunctie, de uitwerking vindt zijn weerslag in de financieringsparagraaf. Treasurybeleid De treasury houdt zich bezig met risico’s, die samenhangen met alle toekomstige kasstromen. Deze risico’s komen zowel voort uit de financieringsbehoefte, als uit de modaliteiten van de bestaande portefeuilles (onder meer: vervroegde aflossingen, herfinanciering, herbelegging, renteaanpassingen en dergelijke). Het treasurybeleid is primair gericht op het waarborgen van financiële continuïteit door het resultaat en vermogen te beschermen tegen financiële risico’s en de organisatie financierbaar te houden. Deze bescherming vindt plaats door de renterisico’s en risico’s uit financiële posities te vermijden en te spreiden. Deze twee soorten risico’s zijn leidend en gaan in de uitwerking verder dan de wettelijke kaders. In principe zijn de uitgangspunten als volgt: - Zorg dragen voor voldoende financierbaarheid op korte en lange termijn; - Bewerkstelligen van passende financieringslasten; - Beheersen van wettelijke en feitelijke rente- en/of financieringsrisico’s; - Risicomijdend uitzetten van gelden en afgeven van garanties; - Zorg dragen voor een effectief, veilig en efficiënt betalingsverkeer; - Actief onderhouden van contacten met marktpartijen om toegang tot de financiële markten open te houden. Deze uitgangspunten leiden in ieder geval tot het zo nauwkeurig mogelijk toepassen van de “matching” tussen opgenomen en uitgezette gelden. Daarnaast wordt actief gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheden om passende financieringslasten te bewerkstelligen. Onder meer in het zo maximaal mogelijk betrekken van de kasgeldlimiet bij financieringsbeslissingen. Informatievoorziening Het voorzien van juiste, tijdige en volledige informatie moet worden gerekend tot één van de belangrijkste voorwaarden voor het kunnen beheersen van risico’s. Het college maakt in tussentijdse rapportages melding van relevante afwijkingen op de financieringsparagraaf. Voor een goede uitvoering van de treasuryfunctie is het verder van groot belang dat de administratieve organisatie en informatievoorziening goed zijn geregeld. De richtlijnen en limieten, de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, delegatie en mandatering zijn geregeld in het treasurystatuut.
169
Ontwikkelingen Externe ontwikkelingen In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden verplicht worden deel te nemen aan het schatkistbankieren. Dit houdt in dat gemeenten hun overtollige gelden alleen nog bij de schatkist kunnen onderbrengen tegen een rentevergoeding gelijk aan de inleenrentes van de Nederlandse staat op de financiële markten. Dit heeft voor Beverwijk tot gevolg dat de renteopbrengst op overtollige gelden minimaal zal zijn. De in deze begroting verwerkte renteopbrengsten zijn gebaseerd op de verwachte rentevergoeding bij schatkistbankieren. Interne ontwikkelingen De uitvoering van de treasuryfunctie vindt in 2014 plaats op grond van de regelgeving zoals vastgelegd in het treasurystatuut. Het tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie over grote kasstromen is van wezenlijk belang om de treasurywerkzaamheden naar behoren te kunnen uitvoeren. Die financiële informatie dient vooral te komen uit daarvoor op te stellen liquiditeitsplanningen. Grote investeringen en desinvesteringen hebben hun invloed op de omvang van de gemeentelijke vaste leningenportefeuille. In deze financieringsparagraaf wordt een beeld geschetst van de verwachtingen over de ontwikkeling van deze portefeuille. Liquiditeitsplanning 2013 - 2019 In het 1e kwartaal 2013 is, op basis van een inventarisatie van de projecten een nieuwe liquiditeitsplanning opgesteld. Deze planning is terug te vinden in de financiële kadernota 2014 - 2017. (INT-13-02953) Het niet doorgaan van het project Heliomare en vertraging bij andere projecten heeft tot gevolg dat het liquiditeitsoverschot langer aanhoud. De verwachting is dat het overschot ultimo 2019 verdwenen zal zijn. De negatieve effecten van het liquiditeitsoverschot zijn zichtbaar in de jaarlijkse renteresultaten.
170
Risicobeheer Treasurystatuut De raad heeft als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat, in verband met het risicobeheer, alleen uit hoofde van de “publieke” taak leningen of garanties worden verstrekt. Indien middelen worden uitgezet dienen deze een prudent karakter te hebben en niet te zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico’s. Het prudente karakter wordt gewaarborgd door richtlijnen en limieten, zoals deze zijn neergelegd in het treasurystatuut. Volgens dit statuut is gebruik van derivaten niet toegestaan, uitgangspunt is dat voldaan wordt aan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De belangrijkste algemene financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn; renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en koersrisico’s. Hierna wordt aangegeven in welke mate deze risico’s zich bij de gemeente Beverwijk voordoen en op welke wijze het college deze risico’s beheerst. Renterisico’s Gemeente Beverwijk loopt renterisico’s door fluctuaties die optreden in de door derden (banken etc.) gehanteerde rentetarieven. Beverwijk financiert een deel van haar investeringen met externe middelen waarover een rentevergoeding is verschuldigd en loopt hierbij een financieel risico als de rentetarieven stijgen. Met de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) beperkt de wetgever dit risico door het instellen van de zogenaamde kasgeldlimiet en renterisiconorm. Hierdoor worden gemeenten verplicht om de renterisico’s binnen aanvaardbare normen te houden. Hierna wordt ingegaan op de risico’s bij kortlopende financiering (kasgeldlimiet) en langlopende financiering (renterisiconorm). Kasgeldlimiet De Wet fido bepaalt, dat de gemiddeld netto-vlottende schuld per kwartaal niet de kasgeldlimiet mag overschrijden. De kasgeldlimiet stelt een grens aan korte financiering. Hiermee kan het renterisico op de korte financiering beperkt worden. De kasgeldlimiet wordt berekend als een bepaald percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. Hieronder volgt een overzicht van de hoogte van de kasgeldlimiet over 2014: ( x €1.000) Omvang begroting per 1 januari 2014
93.635
Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag
8,5%
Kasgeldlimiet in bedrag
7.959
Renterisiconorm Het renterisico op de vaste schuld (leningen met een looptijd langer dan één jaar) mag de renterisiconorm niet overschrijden. Streven is hierbij geen overmatige renterisico’s op de vaste schuld te lopen. In de Wet fido worden normen gesteld voor het renterisico op de vaste schuld. Met het stellen van deze normen is een kader beschikbaar om tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille te komen, dat het renterisico door renteaanpassingen en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. De renterisiconorm wordt berekend door een vastgesteld percentage (20%) te vermenigvuldigen met de totale vaste schuld bij aanvang van het jaar. Het renterisico wordt berekend door te bepalen welk deel aan vaste schuld in enig jaar geherfinancierd moet worden uit het aangaan van nieuwe leningen en voor welk deel van de vaste schuld een wijziging van rente op basis van de leningvoorwaarden niet kan worden beïnvloed.
171
Gezien het navolgende overzicht is de verwachting dat de gemeente Beverwijk in 2014 binnen de wettelijke norm blijft. Renterisiconorm
2013 (x €1.000)
1a renteherziening vaste schuld o/g 1b renteherziening op vaste schuld u/g -
2 renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 3a Nieuw aangetrokken vaste schuld
-
3b Nieuw uitgezette lange leningen
-
4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b)
-
5 betaalde aflossingen
4.156
6 herfinanciering (laagste van 4 en 5)
-
7 renterisico op vaste schuld (2 + 6)
-
Renterisiconorm 8 Stand vaste schuld per 1 januari
131.780
9 normpercentage
20%
Toets risiconorm 26.356
10 Renterisiconorm (8 * 9) 7 renterisico op vaste schuld
-
12 Ruimte (10-7)
26.356
Kredietrisico’s Kredietrisicobeheer geeft de risico’s aan van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit. De gemeente loopt kredietrisico’s bij: - Het uitzetten van overtollige middelen (middelen die niet dienen voor de uitoefening van de publieke taak); - Het verstrekken van leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak. Gemeente Beverwijk beperkt de kredietrisico’s door onder meer het stellen van eisen van kredietwaardigheid aan de tegenpartij. Voor 2014 gelden voor de genoemde kredietrisico’s de risicobeperkende maatregelen, dit betreft: - Uitzetten van overtollige middelen; in afwachting van de definitieve invoering van het schatkistbankieren zijn de bepalingen van de Wet fido en het treasurystatuut van toepassing. - Verstrekken van leningen en garanties; als gevolg van de Wet fido kan de gemeente slechts leningen en garanties verstrekken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. In het treasurystatuut is bepaald dat hierbij de maximale zekerheden en garanties moeten worden verkregen die in de specifieke situaties mogelijk zijn. Wettelijk gezien is het college bevoegd om leningen en garanties te verstrekken. De gemeente staat indirect garant voor woningbouwleningen middels een achtervangovereenkomst, waarbij in eerste instantie het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) garant staat. Liquiditeitsrisico’s dit is van belang om te voorkomen dat er onnodig kort geld moet worden aangetrokken voor het doen van lopende betalingen. Liquiditeitsrisico’s doen zich bijvoorbeeld voor wanneer de uitgaande geldstromen onvoldoende zijn afgestemd op de inkomende geldstromen zodat 172
onnodig kort geld moet worden aangetrokken om te kunnen voldoen aan de lopende betalingen. Ook kunnen risico’s worden gelopen als middelen worden uitgezet voor een bepaalde periode en blijkt dat deze middelen (onverwachts) nodig zijn voor het doen van een investering. Koersrisico’s Dit betreft het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde vermindert door negatieve koersontwikkelingen. Aandelen zijn hiervan een goed voorbeeld. Uitgangspunt voor het college is dit risico zoveel mogelijk uit te sluiten. Dit risico wordt beperkt door uitsluitend financiële producten te hanteren waarvan in ieder geval de inleg gegarandeerd is en waarover weinig risico wordt gelopen, zoals uitzetten in rekening-courant en deposito. De koersrisico’s van de gemeente zijn zeer beperkt omdat uitsluitend middelen worden uitgezet in vastrentende waarden, zoals deposito’s en rekening-courant. Door afstemming van de looptijden op de liquiditeitsplanning kunnen deze in principe tot het einde van de looptijd worden aangehouden. Vastrentende waarden garanderen dat op de einddatum de nominale waarde wordt uitgekeerd. Op deze einddatum is dus geen sprake van koersrisico’s. Ook de koersschommelingen gedurende de looptijd zijn beperkt, omdat de uitzettingen een relatief korte gemiddelde looptijd hebben.
173
Gemeentefinanciering financieringsmiddelen De investeringen van de gemeente worden gefinancierd met interne en externe financieringsmiddelen (eigen en vreemd vermogen). Onder interne financieringsmiddelen vallen reserves en voorzieningen, onder de externe financieringsmiddelen de opgenomen langlopende leningen. Financieringen voor een periode van één jaar en langer worden alleen aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van een publieke taak. Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn uitsluitend onderhandse leningen. Er worden bij minimaal drie instellingen offertes opgevraagd alvorens een financiering wordt aangetrokken. Leningenportefeuille Het is van groot belang zicht te hebben op de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen. Deze rentegevoeligheid blijkt onder meer uit de hiervoor omschreven renterisiconorm. In onderstaand schema geven wij de verwachte mutaties in de leningenportefeuille. Mutaties in leningenportefeuille Stand per 1 januari 2014 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Stand per 31 december 2013
Bedrag (x €1.000) € 131.780 €0 € 4.156€0 € 127.624
Relatiebeheer De gemeente Beverwijk heeft met de volgende bankinstellingen een rekening-courant verhouding: Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), ING Bank, Rabobank en ABN-AMRO Bank. De gemeente heeft een “verplichte” relatie met de BNG omdat alle rijksuitkeringen via de BNG lopen. Daarnaast verzorgt de BNG het betalingsverkeer voor alle publieksrechtelijke vorderingen, belastingen, leges, etc. De aanslagoplegging en invordering van deze publieksrechtelijke vorderingen zijn ondergebracht bij Cocensus. De ING Bank verzorgt momenteel het overige betalingsverkeer. Bij de Rabobank, ABNAMRO bank en de ING Bank worden rekeningen aangehouden om overtollige gelden uit te zetten. Bij het definitief van kracht worden van het schatkistbankieren worden de rekeningen bij de Rabobank, ABN-AMRO bank en de ING Bank overbodig omdat alle overtollige gelden dan dagelijks moeten worden afgestort bij de staat. Het dagelijks bepalen van het overtollige saldo en het afstorten naar de staat kan het meest efficiënt plaatsvinden als al het betalingsverkeer wordt uitgevoerd door één bank. Gelet op de verplichte relatie met de BNG concentreert Beverwijk al het betalingsverkeer bij de BNG.
174
Berekening renteresultaat
1
Rentedekking MVA
2
Prognose rentedekking MVA: BIP
3
Rentedekking FVA
4
Rentekosten leningen Saldo rentedekking
5
2013
2014
2015
2016
2017
6.282.058
6.429.928
6.567.580
6.574.119
6.465.156
0
71.430
77.583
80.946
56.649
153.803
169.805
164.633
159.454
154.268
-6.205.259
-6.004.760
-5.368.619
-4.744.696
-4.558.446
230.602
666.403
1.441.177
2.069.823
2.117.627
Rentebaten / rentelasten
758.092
20.021
11.806
1.162
1.594
Renteresultaat
988.694
686.424
1.452.983
2.070.985
2.119.221
1. Dit betreft de rentebate die ontstaat door de jaarlijkse belasting van producten en/of kredieten met een interne opslagrente over de boekwaarde van de materiële vaste activa per 1 januari van elk begrotingsjaar. 2. Dit betreft de rentedekking, berekend op basis van de prognose van (nog niet aangevraagde) BIP-investeringen over de periode 2013-2016 (zie tab: BIP 2013-2016). 3. Dit betreft de rentebate die ontstaat door de jaarlijkse contractuele rente over de boekwaarde van de financiële vaste activa dan wel door de jaarlijkse belasting van producten met de interne opslagrente over de boekwaarde van de financiële vaste activa op 1 januari van elk begrotingsjaar. 4. Dit zijn de verwachte rentekosten van de opgenomen leningen. 5. Dit betreffen de geschatte ontvangen rentebaten die verwacht worden op het overschot aan liquide middelen.
175
Lokale heffingen (6) Gemeentelijke belastingen vormen, samen met de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de doeluitkeringen van het rijk en de provincie, de belangrijkste inkomstenbron voor de gemeente. Deze belastingen leveren een significante bijdrage in het totaal van de gemeentelijke inkomsten.
Inkomsten gemeente Beverwijk raming 2013 na bestuursrapportage 1
Er zijn 2 soorten gemeentelijke belasting: - Belastingen; bijvoorbeeld onroerendezaakbelasting (OZB), toeristenbelasting, precariobelasting en parkeerbelasting. De opbrengst daarvan gaat naar de gemeente en is vrij besteedbaar. - Heffingen (retributies); dit zijn rechten, tarieven en leges. Bijvoorbeeld rioolrecht of de kosten voor een paspoort. De gemeente krijgt hiermee alleen de kosten vergoed die ze gemaakt heeft. De totaalopbrengst mag de totale kosten niet overschrijden. De tarieven van de meeste gemeentelijke heffingen worden, voor zover mogelijk en wettelijk toegestaan, gelijk met de financiële kadernota jaarlijks geïndexeerd op basis van een door de raad vast te stellen indexpercentage. Gehanteerd wordt de BBP-index (bruto binnenlands product), voor 2014 is dit 1,6% (meicirculaire 2013). Kwijtschelding De gemeente is op grond van de Invorderingswet 1990 bevoegd om kwijtschelding van gemeentelijke heffingen te verlenen. Het gemeentelijk beleid is gebaseerd op de normen en richtlijnen van het Rijk. Kwijtschelding is mogelijk voor aanslagen (on)roerende zaakbelastingen (gebruikers), rioolrechten en afvalstoffenheffing. De gehanteerde kwijtscheldingsnorm is 100%.
176
€ 4.269.028
€ 4.186.179
€ 4.153.157
Rioolheffing
Afvalstoffenheffing
OZB eigenaren woningen
€ 4.500.000
Lokale belastingen 2014
€ 4.000.000
€ 156.664
€ 154.019
€ 137.817
€ 136.786
€ 100.500
Toeristenbelasting
Hondenbelasting
Binnenhavengeld
Overige leges/rechten*
Vermakelijkhedenretributie
Marktgelden
€ 5.588
€ 165.000 Parkeervergunningen
Zeehavengeld
Precariorechten
Parkeerboetes
Bouwleges
Niet te indexeren overige leges**
Parkeergelden
OZB gebruikers nietwoningen
OZB eigenaren niet woningen
€0
Roerende zaakbelastingen
€ 211.701 Grafrechten onderhoud
€ 68.170
€ 236.654 Grafrechten nota algemeen
€ 500.000
€ 325.180
€ 1.000.000
€ 447.820
€ 592.323
€ 1.500.000
€ 450.000
€ 2.000.000
€ 586.379
€ 2.500.000
€ 1.424.812
€ 3.000.000
€ 1.628.576
€ 2.241.860
€ 3.500.000
Staafdiagram geraamde opbrengsten gemeentelijke belastingen 2014 * onder overige leges/rechten wordt verstaan leges archief, leges bijzondere wetten, burgerlijke stand, leges basiskaart. ** onder niet te indexeren overige leges wordt verstaan leges reisdocumenten, rijbewijzen, documenten en verklaringen, eigen verklaringen en naturalisatie.
Belastingen Onroerende zaakbelastingen Conform het BBP-index gaat het college uit van een verhoging van 1,6% voor inflatiecompensatie. De WOZ-waarden voor 2014 komen volgens planning in het 4e kwartaal van 2013 beschikbaar. De OZB-tarieven worden dan berekend en toegepast in het belastingvoorstel dat in de raadsvergadering van december 2013 aan de orde komt. Roerende zaakbelastingen Omdat de tarieven voor de roerende zaakbelastingen wettelijk gekoppeld zijn aan die van de onroerende zaakbelastingen geldt hiervoor hetzelfde als hierboven. Parkeerbelastingen De parkeerbelastingen bestaan uit drie componenten; parkeergelden, parkeerboetes en parkeervergunningen. De inkomsten en uitgaven zijn aan elkaar gekoppeld met de reserve parkeren als vereveningsfonds. De tarieven vallen buiten de indexeringssystematiek, ze worden aangepast op basis van afzonderlijke besluiten. 177
Tarieven parkeervergunningen De gemeenteraad heeft in zijn raadsvergadering van 27 juni 2013 de tarieven van de parkeervergunningen besproken. Daarbij is besloten om de 1-op-10 regeling voor bedrijvenvergunningen met ingang van 1 januari 2014 te laten vervallen en gelijktijdig het tarief van deze vergunning te verhogen. Ook is besloten om de tarieven van de 2e en volgende bewonersvergunning te verhogen. De tarieven zijn zoals gebruikelijk deelbaar door 12 en afgerond op 5 cent vanwege eventuele maandelijkse restitutie. De opbrengst zoals opgenomen in de financiële tabel in programma 4 Verkeer en wegen sluit niet aan met de opbrengst zoals opgenomen in bovenstaande tabel. Het verschil ontstaat doordat de gemeente een vergoeding ontvangt voor opgelegde rijksboetes. Tarief straatparkeren Het tarief voor straatparkeren blijft, conform het besluit bebouwd parkeren centrumplannen van 6 november 2012 (2012/28983), gelijk zolang de garage Oude Haven niet opent: €1,25 per uur voor alle betaald parkeerzones. Toeristenbelasting In het kader van de bezuinigingsvoorstellen is in november 2011 een verhoging voor de toeristenbelasting in 2012 doorgevoerd. Het tarief voor de toeristenbelasting is in 2012 van €0,63 naar €1,50 gestegen. Voor 2013 heeft de gemeenteraad de verordening gewijzigd en het belastingtarief gesplitst vastgesteld. Het bedrag per overnachting bedroeg in 2013 €1,15 per persoon, maar in afwijking hiervan bedroeg de toeristenbelasting bij verblijf in hotels, hostels en pensions €1,85 per overnachting. Voor 2014 wordt voorgesteld de trendmatige verhoging van 1,6% te hanteren. Daarnaast is op verzoek van de gemeenteraad geïnventariseerd of voor 2014 een andere heffingssystematiek gehanteerd kan worden. Het college stelt voor om voor campings en strandhuisjes een forfaitaire heffing in de verordening op te nemen. Precariobelasting Het college stelt de raad voor om de tarieven voor 2014 met het BBP-index te verhogen. Hondenbelasting Een verhoging van de hondenbelasting is één van de in 2012 aangenomen bezuinigingsvoorstellen. In 4 jaar tijd wordt 25% extra aan inkomsten verwacht. Voor 2014 wordt derhalve voorgesteld de tarieven trendmatig te verhogen met 1,6% en vervolgens extra te verhogen met 6,25%. Omdat de tarieven deelbaar moeten zijn door 12 en afgerond op een (veelvoud) van 5 cent, zijn er kleine correcties.
Heffingen 178
Rioolheffing Volgens de afspraken in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) worden de rioolbelastingopbrengsten in het rioleringsfonds gestort van waaruit vervolgens de omvangrijke rioleringsinvesteringen voor de komende jaren worden bekostigd. Om die investeringen te kunnen doen zijn in het GRP afspraken gemaakt over de jaarlijkse verhoging van de tarieven. Voor 2014 stelt het college voor om de tarieven met het trendmatige percentage van 1,6% te verhogen. Dit betekent een tarief van €210,56 bij een waterverbruik t/m 300 m3 en €295,41 voor elke volgende 300 m3 water of deel daarvan. Dit voorstel sluit aan bij een eerdere uitwerking van een motie waarin de raad het college de opdracht heeft gegeven om een actuele berekening te geven ter onderbouwing van de rioolheffing (2012/13469). Afvalstoffenheffing Een eenpersoonshuishouding betaalt minder afvalstoffenheffing dan een meerpersoonshuishouding. Daarnaast wordt uitgegaan van kostendekkende opbrengsten. Deze tarieven vallen buiten de indexeringssystematiek omdat de afvalwerkingskosten van de HVC/inzameling de basis vormen. De opbrengsten 2014 worden vastgesteld op basis van de geraamde kosten die afvalinzamelaar HVC gemeente Beverwijk in rekening brengt. Dit betekent in 2014 een stijging van iets minder dan 1,4% in afwijking van de voorgestelde stijging prijsindex 1,6% op basis van de junicirculaire. Het college stelt de volgende tarieven voor; - Eenpersoonshuishoudens €174,00 - Meerpersoonshuishoudens €261,60 Omdat de tarieven deelbaar moeten zijn door 12 (maanden) en afgerond op een (veelvoud) van 5 cent uit moeten komen, zijn er kleine correcties. Leges Uitgangspunt voor leges is kostendekkendheid, rekening houdend met eventuele landelijk geldende maximum bedragen. Ook hier stelt het college de BBP-index voor. De leges zijn onderverdeeld in drie componenten te weten; 1. Algemene dienstverlening (burgerzaken, reisdocumenten, archief- en bestuurstukken) 2. Dienstverlening; omgevingsvergunning zoals bijvoorbeeld bouwleges 3. Dienstverlening volgens Europese dienstrichtlijnen; horecavergunningen en evenementen Grafrechten De raad wordt voorgesteld om de tarieven voor 2014 met het trendmatige percentage van 1,6% te verhogen. Daarnaast heeft de gemeenteraad in het kader van de bezuinigingsvoorstellen besloten om de grafrechten de komende 3 jaar, jaarlijks met 10% te verhogen om zodoende kostendekkendheid van de begraafplaats te creëren. Marktgelden De raad wordt voorgesteld om de tarieven voor 2014 met het trendmatige percentage van 1,6% te verhogen.
179
Verbonden partijen (7) Inleiding Conform artikel 15 van het BBV is de paragraaf verbonden partijen opgenomen. Met verbonden partijen worden sec de partijen bedoeld waarmee de gemeente Beverwijk zowel een financiële als een bestuurlijke relatie heeft. De verbonden partijen kennen bestuursorganen (aandeelhoudersvergaderingen, ledenvergaderingen, raad van bestuur, enz.) die voor een concreet omschreven doel beleid moet uitvoeren voor de gemeente. Dit beleid kan in principe ook door de gemeente in eigen beheer worden uitgevoerd. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij, maar blijft wel eindverantwoordelijk voor het realiseren van het beoogde doel. Dit betreft de volgende verbonden partijen:
Afvalschap IJmond-Zaanstreek (AIJZ)
18
Bank Nederl. Gemeenten (BNG)
11
Cocensus
11
GEM Broekpolder
19
Reinunie
18
IJmond Werkt! (Meergroep)
lid
beëindiging
start
V.G.A.Kellenaar
L.P.T.Stam
2010
pvl lid
1999 2014
lid lid
9,12
lid
pvl lid
Recreatieschap Alkm.- Uitg.meer (RAUM)
16
lid
Stichting Rijk
11
Veiligheidsregio Kennemerland (VRK)
2
1997 2014
lid
8
pvl
M.L.Kerssens
1995
lid
Milieudienst IJmond
bron: www.beverwijk.nl
raadsleden J.W.J.Dorenbos-de Hen
H. Erol
F.H.J.Koster
J.F.C.v.Leeuwen
Verbonden partijen 2014
programma
college
lid pvl pvl
1999 1972 2009
lid
lid
2008
= plaatsvervangend lid
De presentatie van de navolgende tabellen zijn overeenkomstig het BBV (besluit begroten en verantwoorden). Artikel 15 lid d BBV geeft aan dat het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar opgenomen moet worden in de paragraaf. Lid e van artikel 15 BBV geeft aan dat het resultaat vermeld moet worden. Omdat niet alle begrotingen beschikbaar waren op het moment van schrijven van deze paragraaf of omdat balansgegevens (eigen en vreemde vermogen) veelal niet begroot worden is in bepaalde gevallen volstaan met het opnemen van de financiële gegevens over 2012.
180
Afvalschap IJmond - Zaanstreek (AIJZ)
Rechtsvorm en financiële gegevens.
Doel
Visie
In 1995 zijn de gemeenten Zaanstad, Velsen, Heemskerk en Beverwijk een gemeenschappelijke regeling (GR) AIJZ aangegaan en hebben hierin hun aandelenbezit in de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) qua gezamenlijk beheer ondergebracht.. De GR is gevestigd in Zaanstad. Het verwachte resultaat over 2014 is neutraal. Het eigen vermogen per 31-12-2012 bedraagt €45.504. Het vreemde vermogen €996. Het resultaat over 2012 bedroeg €-204. Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen voor het beheer van de aandelen HVC, het op een doelmatige en milieuhygiënisch verantwoorde wijze verwijderen van afvalstoffen en het ontwikkelen van beleid en uitvoering op het terrein van preventie en hergebruik. De visie van de gemeente ten aanzien van het samenwerkingsverband is een efficiëntere uitvoering van taken. De HVC heeft bij haar oprichting de beleidslijn vastgesteld dat voor deelname in haar aandelenkapitaal de voorkeur wordt gegeven aan gemeentelijke samenwerkingsorganen zoals de GR AIJZ, die taken en bevoegdheden uitoefenen op het gebied van het regionale afvalverwijderingsbeleid. Dit in plaats van afzonderlijke gemeenten die in een dergelijk samenwerkingsorgaan deelnemen.
Publiek belang Hiervoor wordt verwezen naar de tekst bij “doel.” De aandelen GR AIJZ in HVC kent een verdeling naar de deelnemers van de GR zijnde Zaanstad 50%, Velsen 25% en Beverwijk en Heemskerk ieder 12,5%. De voorzitter van het AIJZ vertegenwoordigt de deelnemende gemeenten in de Algemene vergadering van aandeelhouders van HVC. Het AIJZ beheert 18,15% van de aandelen HVC. Deze aandelen hebben een gering gestort eigen vermogen van €45,45 per aandeel. De overige financiering vindt plaats met geleend geld. In de bijbehorende ballotageovereenkomst is vastgelegd dat de aandeelhouders garant staan voor aflossing van deze financiering door derden en hiervoor garantstellingsprovisie ontvangen. De gemeente Beverwijk loopt risico’s als gevolg van de garantstellingen “aandelen A” met een omvang ultimo 2012 ad. €591,1 mln. Voor het Beverwijkse aandeel van 12,5% in het 18,15% belang van AIJZ in de HVC geldt vervolgens een risico voor Beverwijk van €13,4 mln. Hiervoor ontvangen de aandeelhouders Beleidsvoornemens een garantstellingprovisie en staan zij garant voor financieringsverplichtingen die voortvloeien uit de core business activiteiten van HVC. Het aantrekken van financiering voor niet aan afval gerelateerde activiteiten, zoals een eventuele uitbreiding van een belang in een windmolenpark, heeft geen direct effect op de huidige garantstelling van de aandeelhouders. Op voorspraak van de BNG bouwt HVC de komende jaren haar totale leningenportefeuille af en worden niet gegarandeerde leningen die verband houden met overige energiebronnen beperkt. Een deel van deze in het verleden aangegane niet gegarandeerde leningen wordt ondergebracht in de omvang gegarandeerde leningen, zonder dat daarbij het vastgestelde maximum van €671 mln. van deze gegarandeerde leningen wordt overschreden. In 2014 is de bijdrage van de gemeente Beverwijk aan het afvalschap €1.256. Wijzigingen in het samenwerkingsverband worden niet voorzien.
181
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
De BNG, opgericht in 1914, is een structuurvennootschap. De Staat is houder van 50% van de aandelen. De andere 50% is in bezit van andere overheden zoals gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De BNG bank is gevestigd in Den Haag. Rechtsvorm en financiële gegevens.
Doel
Onderstaande financiële cijfers (in miljoenen €) zijn gebaseerd op de jaarrekening 2012. Begrotingscijfers over 2014 zijn (op moment van schrijven) nog niet bekend; Eigen vermogen: 2.752 Vreemd vermogen: 139.476 Resultaat:332 De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de bank bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke zaak. Deelname is financieel van aard en vooral gericht op het ontvangen van jaarlijks dividend. Dit dividend wordt op het moment van ontvangst verwerkt.
Visie
Publiek belang Hiervoor wordt verwezen naar het “doel.” Bestuurlijk belang: De Nederlandse gemeenten hebben zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten. Gemeenten die aandelen van de BNG bezitten, delen jaarlijks mee in de winst in de vorm van dividend. Het aandelenkapitaal van de BNG bestaat uit 100.000.000 aandelen, waarvan 55.690.720 aandelen zijn geplaatst en volgestort. Beverwijk heeft hiervan 85.605 (= ca. 0,15%) in haar bezit.
Beleidsvoornemens
Het financiële belang: De gemeente Beverwijk bezit 85.605 aandelen (van nominaal €2,50) van de BNG, i.c. €214.013. Jaarlijks ontvangt Beverwijk hierover dividend. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het dividend onder druk staat en lager zal uitvallen dan in voorgaande jaren het geval was. Het in 2013 hogere ontvangen dividend ten opzichte van 2012 is bijgeraamd bij bestuursrapportage I 2013. (regel 22). Er is geen voornemen om het huidige beleid te veranderen.
182
€ 3,00
€ 2,50
€ 2,00
€ 1,50
€ 1,00
€ 0,50
€ 0,00 Dividend per aandeel
2010
2011
2012
2013
€ 2,49
€ 2,30
€ 1,15
€ 1,49
183
Cocensus
Rechtsvorm
Cocensus is een gemeenschappelijke regeling (GR). Deze GR is op 1 januari 2007 door de gemeenten Haarlem en Haarlemmermeer opgericht. In de loop van 2009 heeft de gemeente Hillegom zich hierbij aangesloten. En met ingang van 1 januari 2010 maakt de gemeente Beverwijk hier ook deel van uit. Vanaf januari 2012 is de GR uitgebreid met de OVER-gemeenten (Wormerland en Oostzaan). In 2013 hebben een zestal gemeenten het voornemen geuit om, met ingang van januari 2014, ook aan te sluiten bij GR. Het gaat hierbij om de gemeenten Alkmaar, Bergen, Graft-de Rijp, Heerhugowaard, Langedijk en Schermer. Bij toestemming van alle overige gemeenten treedt de gewijzigde GR met ingang van 1 januari 2014 in werking. Cocensus is gevestigd in Hoofddorp. Cocensus verwacht in 2014 een neutraal resultaat (nihil) te behalen. Het eigen vermogen was ultimo 2012 €-4.019 het vreemde vermogen bedroeg €4.844.067. Het voor 2014 begrote eigen- en vreemde vermogen is (op moment van schrijven) niet bekend. De GR zorgt voor; - de heffing en invordering van onroerendezaakbelasting; - rioolrechten en afvalstoffenheffing; - de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en; - voert de Wet waardering onroerende zaken uit. Deze werkzaamheden worden zo efficiënt mogelijk uitgevoerd en beheerd.
Doel
Daarnaast verzorgd de GR voor de gemeente Beverwijk de; - heffing en inning van de havengelden; - grafrechten; - marktgelden; - precario; - leges; - hondenbelasting; - toeristenbelasting en ; - vermakelijkhedenretributie Een efficiëntere en effectievere uitvoering van de belastingtaken doormiddel van het samenwerkingsverband.
Visie
Beleidsvoornemens
Publiek belang: Het uitvoeren van belastingtaken. Na toetreding van de laatste groep gemeenten heeft Cocensus een taakstelling van 2% kostenreductie.
184
GEM Broekpolder
De GEM Broekpolder CV is een publiek-privaat samenwerkingsverband (PPS), gesloten in 1999 tussen gemeente Beverwijk, gemeente Heemskerk, AVG deelnemingen Amsterdam BV (AVG), Exploitatiemaatschappij Rosmalen III B.V.(EMRIII), Amstelland Vastgoed B.V. en Heijmans Vastgoed Realisatie B.V. De GEM CV is gevestigd in Beverwijk.
Rechtsvorm en financiële gegevens.
Doel
Visie
Beleidsvoornemens
Het eigen vermogen van de GEM Broekpolder CV per 31/12/2012 is €1.043.694. Het vreemde vermogen per 31/12/2012 bedraagt €2.578.633. Het is onduidelijk hoe deze vermogens aan het einde van het begrotingsjaar 2014 zullen zijn omdat (op moment van het opstellen van de begroting) niet bekend is in welke vorm de GEM Broekpolder CV zal voortbestaan. Het verwachte resultaat uit de grondexploitatie is €1,2 mln (op basis van netto contante waarde). Bovenstaande financiële gegevens zijn gebaseerd op de jaarrekening van GEM Broekpolder CV. Op deze jaarrekening is nog geen accountantscontrole toegepast. De GEM Broekpolder beheert de grondexploitatie van het plangebied Broekpolder in de gemeenten Beverwijk en Heemskerk, waaronder begrepen het bouwrijp en woonrijp maken alsmede het doen realiseren van de hoofdinfrastructuur en de daarbij behorende kunstwerken en al hetgeen daartoe nuttig dan wel bevorderlijk is. De visie van de gemeente Beverwijk over het samenwerkingsverband is een efficiëntere uitvoering van de taken. Dit sluit aan bij de doelstelling van de gemeente Beverwijk om een zo groot mogelijke zeggenschap te koppelen aan het zoveel mogelijk wegleggen van risico's. Daartoe wordt samengewerkt met de bovengenoemde partijen, de GEM Broekpolder is de werkmaatschappij van de samenwerking.
Publiek belang; Met het aangaan van de verbonden partij wil de gemeente Beverwijk tegemoet komen aan de groeiende woningbehoefte in de regio. Met collegebesluit 2011/69800 van 20 december 2011 is, na het horen van de gemeenteraad, besloten de GEM Broekpolder ook het laatste deel van de realisering van de Broekpolder te laten uitvoeren. Daartoe is de samenwerkingsovereenkomst opnieuw met 2 jaar verlengd. De vertegenwoordiging van de gemeente in de GEM Broekpolder is ongewijzigd gebleven. Per 1 januari 2014 wordt de GEM Broekpolder geliquideerd. De Broekpolder is dan nog niet volledig gereed. De gemeente Beverwijk en Heemskerk zijn in overleg met de ontwikkelaars over het afronden van de GEM Broekpolder. In 2014 wordt, afhankelijk van de uitkomsten van het overleg, beoordeeld worden hoe de broekpolder afgerond wordt.
185
ReinUnie
Rechtsvorm en financiële gegevens
De gemeente heeft vanuit de Wet milieubeheer de taak om wekelijks het vrijkomende afval (gft, restafval, grof huishoudelijk afval) bij elk huishouden op te halen. De verantwoordelijkheid voor het inzamelen van huishoudelijk afval evenals voor de reiniging is vanaf 1997 overgedragen aan de GR ReinUnie. De NV Huisvuilcentrale NoordHolland (HVC) heeft met ingang van 1 april 2007 voor een concessieperiode van 10 jaar de afvalinzameling en reiniging van ReinUnie overgenomen. Na de overname is ReinUnie in afgeslankte vorm verder gegaan met een eveneens aangepaste doelstelling. De ReinUnie is gevestigd in Heemskerk. Het verwachte eigen vermogen per 1/1/2014 van de ReinUnie is €113.040. Per 31/12/2014 bedraagt het eigen vermogen naar verwachting €83.040 Het vreemde vermogen bedraagt respectievelijk €6.924.324 en €6.138.303. Het verwachte resultaat voor 2014 is €-30.000. De ReinUnie heeft in de afgeslankte vorm als aangepaste doelstelling het toezicht houden op de uitvoering en naleving van de met de HVC gesloten overeenkomsten. Daarnaast bevordert de ReinUnie ook, waar nodig, de gemeenschappelijke standpuntbepaling van de deelnemende gemeenten op het gebied van afvalverwerking en reiniging.
Doel
De gemeente betaald jaarlijks een voorschot bijdrage. In 2013 was dit in totaal €4.743.398. Dit is gesplitst in een bijdrage voor afvalinzameling ad. €3.883.868 op basis van het geprognosticeerde gemiddelde aantal woonhuisaansluitingen en een bijdrage voor de reinigingstaken voor een bedrag ad. €859.522. Met HVC zijn dusdanige afspraken gemaakt over de tarieven dat een stabiel tarief voor de afvalstoffenheffing voor de contractperiode mogelijk is. Het efficiënt laten uitvoeren van de te verrichten taken zoals opgenomen bij de te realiseren doelstellingen. Publiek belang; Visie Door deelname in deze GR houdt de gemeente Beverwijk adequaat toezicht op uitvoering en naleving van overeenkomsten met HVC omtrent afvalverzameling. Met de ReinUnie zijn afspraken vastgelegd over te realiseren doelstellingen. De belangrijkste afspraken zijn; -zorg dragen voor de naleving van de gesloten koop- en verkoopovereenkomst tussen de ReinUnie en NV HVC/ReinUnie. In deze overeenkomst is bepaald dat alle activiteiten en bezittingen door de ReinUnie worden overgedragen aan de NV HVC/ReinUnie, met uitzondering van de het onroerend goed en ondergrondse containers. -het financieel beheer van het onroerend goed, opgenomen in de Beleidsvoornemens lening- en huurovereenkomst, zoals Tolhek en het gebouwencomplex in Velsen-Zuid, de vestigingsplaats van ReinUnie, alsmede ca. 1.250 ondergrondse containers. -het bevorderen van de gemeenschappelijke standpuntbepaling van de deelnemers op het gebied van afvalverwerking en reiniging. In 2014 begint Beverwijk met een gezamenlijke inventarisatie van voorbereidende werkzaamheden voor een nieuwe concessie met HVC of andere inzamelaar na ultimo 2016. Wijzigingen in het samenwerkingsverband worden niet voorzien. 186
IJmond Werkt! (Meergroep)
De Meergroep is een gemeenschappelijke regeling (GR) Het is een samenwerkingsverband van de vier IJmondgemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen. IJmond werkt wordt gevestigd in Beverwijk. Rechtsvorm en financiële gegevens
Doel
Visie
Beleidsvoornemens
Het eigen vermogen per 31/12/2012 bedraagt €8.536.672. Het vreemd vermogen bedraagt per 31/12/12 €3.099.186. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de verwachte stand van het vreemde vermogen primo en ultimo het begrotingsjaar. Het verwachte resultaat over 2014 is -/- €461.000 Vooruitlopend op nieuwe wetgeving op het gebied van sociale werkvoorziening, WWB en Wajong, hebben de IJmond-gemeenten hun krachten gebundeld in een nieuwe organisatie. Deze organisatie zorgt in 2014 onder de naam IJmond Werkt! Voor uitvoering van de nieuwe Wet sociale werkvoorziening (nWsw). Dit gebeurt in hetzelfde samenwerkingsverband als waarin de Wsw eerder door de Meergroep werd uitgevoerd. Efficiënte uitvoering van de door het Rijk opgelegde WSW-taakstelling. IJmond Werkt! zorgt voor werkgelegenheid voor kwetsbare werknemers die vanwege psychosociale of lichamelijke handicaps zijn aangewezen op werk in een beschermde werkomgeving In 2013 is het Businessplan door het college vastgesteld. In het Businessplan is de eerste aanzet gegeven voor prestatie-indicatoren. Deze prestatieindicatoren zijn in 2013 beschikbaar. Over de juridische vorm van IJmond Werkl! vind overleg plaats en per januari 2014 wordt de gemeenschappelijke regeling ‘De Meergroep’ van 2 maart 2010 gewijzigd in de gemeenschappelijke regeling ‘IJmond Werkt!’.
187
Milieudienst IJmond
Milieudienst IJmond (GR) Milieudienst IJmond is een openbaar lichaam, dit openbaar lichaam is rechtspersoon en gevestigd in Beverwijk. Rechtsvorm en financiële gegevens
Doel
Het eigen vermogen per 31/12/2012 bedraagt €447.801. Het verwachte vermogen per 31/12/2014 is naar verwachting eveneens €447.801 omdat de milieudienst een sluitende begroting heeft gepresenteerd voor 2013 en 2014. Het vreemde vermogen bedraagt per 31/12/12 €8.822.612. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de verwachte stand van het vreemde vermogen primo en ultimo het begrotingsjaar. Het verwachte resultaat over 2014 is €0.
De GR is ingesteld in het belang van bescherming van het milieu in het samenwerkingsgebied. Het uitvoeren van de wettelijke milieutaken en alle milieubeleidstaken van de deelnemers.
Visie
Publiek belang; Het uitvoeren van milieutaken met als doel het milieu te beschermen.
Beleidsvoornemens
De beleidsvoornemens voor de verbonden partij blijven onveranderd. De inhoudelijke uitvoerende beleidsvoornemens zijn opgenomen in het milieuwerkprogramma. De Milieudienst IJmond stelt dit programma jaarlijks op.
188
Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM)
Rechtsvorm en financiële gegevens
Het RAUM is een gemeenschappelijke regeling (GR) Deelnemers zijn: Alkmaar, Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Heiloo, Uitgeest, Zaanstad en de provincie Noord-Holland. Beverwijk participeert sinds 1972 in de regeling. In 2007 is het oorspronkelijke werkingsgebied van de GR uitgebreid met de recreatiegebieden "De Buitenlanden" bij Beverwijk en "De Omzoom" bij Zaanstad. (goedkeuring Gemeenteraad Beverwijk 10 oktober 2008). Het RAUM is gevestigd in Uitgeest. Het eigen vermogen per 1/1/2014 bedraagt naar verwachting €741.193. Per 31/12/2014 wordt dit begroot op €843.136. Het vreemde vermogen per 1/1/14 is begroot op €107.717 en per 31/12/2014 op €48.470. Het resultaat over 2014 wordt geraamd op €111.943. Bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van de openluchtrecreatie en de watersport, het tot stand brengen, bewaren en onderhouden van het landschap en een evenwichtig natuurlijk milieu dat is afgestemd op het bovenstaand geformuleerde.
Doel
Visie
Beleidsvoornemens
De gemeenten werken samen met de Provincie Noord-Holland aan de realisering van nieuwe recreatiegebieden tussen de IJmond en Zaanstad. (strategisch groenproject tussen IJ&Z). Het RAUM is hierbij betrokken als toekomstig beheerder van de aan te leggen voorzieningen. De verbinding met het RAUM is vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling (GR) voor het Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM). Door de regionale samenwerking is ook de plaatselijke doelstelling op het gebied van een leefbare woonomgeving en groenrecreatieve mogelijkheden dichtbij huis beter te realiseren en in stand te houden. Het in stand houden of beheren van de recreatiegebieden is een van de voorwaarden waarop de aanlegsubsidies van Rijk en Provincie verkregen zijn. Dit gemeenschappelijk beheer is doeltreffend en efficiënt ondergebracht bij het RAUM.
Publiek belang; Het verzorgen van recreatieve mogelijkheden die openbaar toegankelijk zijn. Voor 2014 worden er geen essentiële wijzigingen in het samenwerkingsverband voorzien. Wel wordt gesproken over het mogelijk samenvoegen van diverse schappen om efficiënter te kunnen werken. Verder onderzoek moet uitwijzen of dit zinvol is. De provincie heeft het voornemen om het RAUM opdracht en middelen te geven om het project de Buitenlanden in 2014 en 2015 in afgeslankte vorm te voltooien. De stadsboerderij is hier onderdeel van.
189
Stichting Rijk
Rechtsvorm en financiële gegevens
Doel
De stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond en Kennemerland (RIJK) is op 22 april 2009 officieel van start gegaan. Bij de start betrof het een samenwerking van de gemeenten Bennebroek, Beverwijk, Bloemendaal, Castricum, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Uitgeest, Wormerland en Zandvoort. - In 2010 zijn daar de gemeenten Aalsmeer, Uithoorn en Diemen bijgekomen. De gemeenten Ouder-Amstel en Velsen zijn er in 2012 bijgekomen. - In 2013 zijn Hillegom, Lisse en Noordwijkerhout ook toegetreden. - Met ingang van april 2013 (einde contractperiode) is de gemeente Aalsmeer uit de stichting getreden in verband met een fusie. Stichting RIJK is gevestigd in Heemstede. Het eigen vermogen per 31/12/2012 bedroeg €175.207. Het vreemde vermogen had per 31/12/2012 een omvang van €97.210. Deze cijfers zijn gebaseerd op de jaarrekening 2012 omdat recentere balansgegevens niet bekend zijn. Uit de begroting 2014 van de stichting blijkt dat het verwachte resultaat voor resultaatbestemming €-20.000 is. Het algemene doel van de stichting is synergie en efficiencyvoordelen behalen. Andere doelstellingen zijn: - Kwalitatief; verbetering van levertijden, concurrentie onder leveranciers, bepalen van specificaties en inkoopvoorwaarden. - Procesmatig; beheersing en transparantie van processen, begroting/budgetten, aanbestedingen/regels en controle. - Financieel; betere prijzen en condities, lagere inkoopkosten. De visie van de gemeente Beverwijk voor het samenwerkingsverband is een efficiënter uitvoering van de taken.
Visie
Beleidsvoornemens
Publiek belang: Het realiseren van een doelmatig en doeltreffend inkoopregime zodat publieke middelen optimaal ingezet worden. De stichting is in gesprek met gemeenten die interesse hebben om tot de stichting toe te treden. Toetreden bij de stichting leidt tot verdere schaalvergroting en professionalisering. Gemeente Beverwijk is in overleg met de stichting Rijk om de dienstverlening naar een hoger niveau te tillen, door richtlijnen en beleidskaders beter in de gemeentelijk organisatie vast te leggen en in te bedden. Met de komst van de nieuwe Aanbestedingswet, die op 1 april 2013 in werking is getreden, zijn de nodige aanpassingen in het bestaande beleid en verschillende formats noodzakelijk.
190
Veiligheidsregio Kennemerland (VRK)
Rechtsvorm en financiële gegevens
De Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) is een, bij wet verplichte, gemeenschappelijke regeling (GR, artikel 9 Wet veiligheidsregio’s), als openbaar lichaam verantwoordelijk voor de uitvoering van wettelijke taken en landelijke beleidsdoelstellingen in deze regio. Wettelijke taken en landelijke beleidsdoelstellingen vormen het wetsfundament voor het werk van de VRK. Het verzorgingsgebied van de GR omvat de volgende tien gemeenten: Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede & Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort. Het verzorgingsgebied telt ruim een half mln. inwoners. De VRK is gevestigd in Haarlem. Het resultaat over 2014 wordt geraamd op €300.000. Het eigen- en vreemde vermogen ultimo 2012 bedraagt respectievelijk €1.604.000 en €32.805.000.
Doel
Visie
De VRK heeft tot doel om ter behartiging van de gemeentelijke belangen uitvoering te geven aan de Wet veiligheidsregio’s en de Wet publieke gezondheid. Dit houdt in dat zij verantwoordelijk is voor de uitvoering van de basisbrandweerzorg, de GGD taken en de bestrijding van rampen en crises in de regio. Daarbovenop fungeert de VRK als overlegplatform voor onderwerpen op het gebied van veiligheid, brandweer en gezondheid, maatschappelijke zorg en jeugd in brede zin (voor zover deze het verzorgingsgebied van de deelnemende gemeenten gezamenlijk betreffen). Tenslotte geeft de VRK ook uitvoering aan andere gemeentelijke taken op het terrein van veiligheid, brandweer en gezondheid, maatschappelijke zorg en jeugd.
Het samenwerkingsverband levert, naast de wettelijke verplichting, een efficiëntere en effectievere uitvoering van taken op. De continue aanpassing aan veranderende omstandigheden en het hoge risicoprofiel van Beverwijk en de regio IJmond vragen om kwalitatief hoogwaardige dienstverlening tegen zo laag mogelijke kosten. Dit geldt zowel op het gebied van volksgezondheid als veiligheid in brede zin.
Publiek belang: Hiervoor wordt verwezen naar het “doel.”
Beleidsvoornemens
De gemeente is voornemens om binnen afzienbare tijd te bereiken dat de bijdrage aan de VRK voor de lokale brandweerzorg, conform de overige programma’s, per hoofd van de bevolking wordt omgeslagen. Onze vertegenwoordigers binnen het bestuur van de VRK zullen zich de komende periode dan ook inzetten om de gemeentelijke bijdrage aan de VRK nog deze bestuursperiode in een breder regionaal perspectief te plaatsen.
191
Grondbeleid (8) Grondbeleid gemeente Beverwijk - De doelstellingen op projectniveau zijn opgenomen in programma 19. Voor inzicht in de doelstellingen op het gebied van grondbeleid wordt derhalve verwezen naar de toelichting bij programma 19; - De vigerende nota grondbeleid 2006 - 2010 heeft als doel om het ruimtelijke beleid op een zo economisch verantwoorde wijze te realiseren. De gemeente Beverwijk voert het ruimtelijke beleid op verschillende manieren uit. De grote projecten worden veelal in samenwerking of in een actieve grondexploitatie uitgevoerd. De samenwerking met de woningcorporaties in de herstructureringen is hiervan een voorbeeld. Daarnaast begeleidt de gemeente een aantal particuliere bouwplannen. Hierbij faciliteert zij in planologische zin de ruimtelijke ontwikkeling. De bestaande nota grondbeleid zal geactualiseerd worden. - Met het in werking treden van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Grondexploitatiewet ontstaat de plicht om kosten voor publieke werken zo mogelijk te verhalen op eigenaren van de te ontwikkelen kavels binnen een bestemmingsplan. De gemeente streeft ernaar zoveel mogelijk in anterieure overeenkomsten het kostenverhaal met grondeigenaren vast te leggen. - De gemeente Beverwijk kent dus een actief (grondexploitaties), faciliterend (samenwerkingen) en passief (particuliere bouwplanontwikkelingen) grondbeleid. Dit vereist soepelheid van de gemeentelijke organisatie, de rol van de gemeente is immers telkens anders in de toepassing van de verschillende vormen van grondbeleid. De huidige grondexploitaties lopen door in 2014 en kennen een actief grondbeleid. Instrumenten grondbeleid - De gemeente Beverwijk zet diverse instrumenten in bij ruimtelijke ontwikkelingen. Bij een actieve grondexploitatie wordt bij een voorlopig en vigerend planologisch kader respectievelijk de Wet voorkeursrecht gemeente en het onteigeningsinstrument toegepast. Hiermee kan anticiperend en actief worden aangekocht binnen een door de raad vastgesteld financieel kader. - Gronden die tijdelijk in het bezit van de gemeente komen, worden beheerd door een huur-, gebruiks- of pachtovereenkomst aan te gaan met de verkopende partij of een derde. - Bij actief en faciliterend grondbeleid stelt de gemeente respectievelijk het ontwerp van de buitenruimte vast en een projectspecifiek programma van eisen op. - De uitgifte en ruiling van gronden wordt op basis van de ‘nota grondprijzenbeleid’ gedaan. - Voor de grote projecten worden samenwerkingsovereenkomsten opgesteld, waarbinnen de randvoorwaarden voor levering en betaling van de gronden wordt opgenomen. Bij de overige ontwikkelingen wordt volstaan met een verkoop- of exploitatieovereenkomst. Resultaten en risico’s grondexploitaties, financiële uitgangspunten (winstneming, reserves en voorzieningen) en de interne controle. De grondexploitaties worden jaarlijks herzien ten behoeve van de jaarrekening. Tevens wordt jaarlijks de nota meerjarenperspectief grondexploitaties vastgesteld door de gemeenteraad. Hierin staan de te verwachten resultaten en beoogde winstneming uit de grondexploitaties en benodigde reserves en voorzieningen aangegeven. Aan de hand van deze stand van zaken en een risicoanalyse bepalen we tevens het minimaal benodigde weerstandsvermogen. Hieruit volgt een advies over de hoogte van de reserve grondexploitaties. Doormiddel van de meerjaren prognose grondexploitaties 2013 wordt de bestemmingsreserve op het benodigde niveau gebracht om risico’s voor 2014 en verder te dekken. Een toelichting op de weerstandscapaciteit is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen, hierin staat een gedetailleerd overzicht van aanwezige risico’s en de weerstandscapaciteit.
192
De gemeente Beverwijk voert jaarlijks interne controlewerkzaamheden uit op de grondexploitaties. Hierbij worden mutaties in de boekwaarde alsmede de veronderstellingen, schattingen en verwachte toekomstige kasstromen gecontroleerd op getrouwheids- en rechtmatigheidsaspecten. Er worden in 2014 geen tussentijdse winstnemingen verwacht omdat dit vanuit het voorzichtigheidsprincipe onwenselijk is. De verwachte resultaten van de grondexploitaties zijn als volgt; Grondexploitaties Wijkerbaan Binnenduin BOS Totaal *) op basis van NCW
*)
Verwacht resultaat (€) 1.745.000 3.672.000 -6.565.000 -1.148.000
Wijkerbaan De komende jaren zullen de kosten voor de gemeente voornamelijk bestaan uit de aanleg van het openbaar gebied (woonrijp maken). De risico’s in de grondexploitatie zijn beperkt en worden nader toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen. Binnenduin Binnenduin is in een noordelijk-, zuidelijk- en middendeelgebied verdeeld. In 2012 was gepland om het noordelijk veld bouwrijp te maken om in 2013 de bouwkavels te kunnen verkopen. Enkele vrije kavels zijn verkocht (transport medio 2013). Voor een deel van de andere kavels is de gemeente in contact met een ontwikkelaar. Gezien de economische ontwikkelingen is de grondexploitatie met 1 jaar gefaseerd en zijn rekenparameters voorzichtig toegepast. Uitgevoerde rekenscenario’s geven aan dat, ongeacht de economische situatie en de daaruit voortvloeiende risico’s, een positief resultaat verwacht wordt ultimo de looptijd van de grondexploitatie. Bijgesteld Ontwikkelingskader Stationsgebied Doordat de realisatie van Heliomare niet doorgaat ontstaat er stagnatie binnen het project. Met deze stagnatie is in de grondexploitatie rekening gehouden. Deze ontwikkeling biedt echter ook kansen en mogelijkheden, er is immers meer tijd om een juiste partij voor dat deel van de grondexploitatie te vinden. In de grondexploitatie zijn kosten opgenomen voor aanpassingen aan de direct omliggende hoofdinfrastructuur (wegen). Voor de grondexploitatie wordt er vooralsnog vanuit gegaan dat deze aanpassingen wel volgens oorspronkelijke planning worden aangelegd, omdat deze aanpassingen een relatie hebben met de te realiseren ondergrondse fietskelder (geen onderdeel grex) en de busbaan Wijckermolen (geen onderdeel grex).
193
194
195
Kerngegevens Beverwijk (1) werkelijk (per 1 jan) omschrijving
2011 *)
raming (per 1 jan)
2012 *)
2013 **)
2014 **)
Sociale structuur Inwoners: jonger dan 20 jaar 21-64 ouder dan 64 jaar totaal
8.932
9.039
9.064
9.064
24.147
24.358
24.400
24.384
6.250
6.447
6.606
6.606
39.329
39.844
40.070
40.054 20
uitkeringsgerechtigden: - IOAW
10
8
12
- IOAZ
1
2
2
4
- WSW
297
284
284
284
- militairen
16
18
19
19
1.734
1.701
1.701
1.701
66
57
57
57
- Wajong
463
496
496
496
- WWB
645
710
749
785
- WAO/WIA - WAZ
onderwijs: peildatum 1 oktober leerlingen (V)SO
828
779
774
731
leerlingen VO
1.550
1.672
1.760
1.861
leerlingen basisscholen
3.653
3.647
3.662
3.670
17.253
17.609
18.691
18.691
139
139
-
-
57
57
-
-
523
523
-
-
Fysieke structuur woonruimten ***): - woningen - wooneenheden (HAT) - recreatiewoningen - capaciteit bijzondere woongebouwen
Financiële structuur Grondslagen; WOZ-waarde woningen (x 1.000)
€ 3.680.500
€ 3.637.500
€ 3.563.000
€ 3.360.000
WOZ-waarde niet-woningen (x 1.000)
€ 1.115.000
€ 1.119.500
€ 1.037.500
€ 992.000
Inkomsten: alg. uitkering (incl. bijdrage Heemskerk)
€ 42.082.351
€ 41.818.075
€ 40.442.847
€ 41.501.900
algemene belastingen
€ 19.474.079
€ 21.831.492
€ 21.679.507
€ 21.678.213
*) gegevens met terugwerkende kracht aangepast op basis van bevoorschottingsoverzicht algemene uitkering juli 2013. **) raming op basis meicirculaire 2013. ***) woonruimtetelling vanaf 2013 gewijzigd.
Deze gegevens dienen als basis voor de berekening van de algemene uitkering. e Gegevens uit deze tabel hebben geen relatie met de weergegeven aantallen in de 2 bestuursrapportage 2013 en meerjarenraming 2014 - 2017 en zijn indicatief voor de prognose 2013 2014.
196
Inwoners Beverwijk
45.000
40.000
35.000
30.000
aantal
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0
2011 *)
2012 *)
2013 **)
2014 **)
ouder dan 64 jaar
6.250
6.447
6.606
6.606
21-64
24.147
24.358
24.400
24.384
jonger dan 20 jaar
8.932
9.039
9.064
9.064
jaar
197
Uitkeringsgerechtigden
2.000
1.800
1.600
1.400
aantal
1.200
1.000
800
600
400
200
0
2011 *)
2012 *)
2013 **)
2014 **)
297
284
284
284
1.734
1.701
1.701
1.701
- Wajong
463
496
496
496
- WWB
645
710
749
785
- WSW - WAO/WIA
jaar
198
Uitkeringsgerechtigden
70
60
50
aantal
40
30
20
10
0
2011 *)
2012 *)
2013 **)
2014 **)
- IOAW
10
8
12
20
- IOAZ
1
2
2
4
- militairen
16
18
19
19
- WAZ
66
57
57
57
jaar
199
Onderwijs
4.000
3.500
3.000
aantal leerlingen
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
2011 *)
2012 *)
2013 **)
2014 **)
828
779
774
731
leerlingen VO
1.550
1.672
1.760
1.861
leerlingen basisscholen
3.653
3.647
3.662
3.670
leerlingen (V)SO
jaar
200
Woonruimten
19.000
18.500
aantal
18.000
17.500
17.000
16.500
2011 *)
2012 *)
2013 **)
2014 **)
- capaciteit bijzondere woongebouwen
523
523
0
0
- recreatiewoningen
57
57
0
0
- wooneenheden (HAT)
139
139
0
0
17.253
17.609
18.691
18.691
- woningen
jaar
201
Inkomsten
€ 45.000.000
€ 40.000.000
€ 35.000.000
€ 30.000.000
bedrag
€ 25.000.000
€ 20.000.000
€ 15.000.000
€ 10.000.000
€ 5.000.000
€0 alg. uitkering (incl. bijdrage Heemskerk)
2011 *)
2012 *)
2013 **)
2014 **)
€ 42.082.351 € 41.818.075 € 40.442.847 € 41.501.900
algemene belastingen € 19.474.079 € 21.831.492 € 21.679.507 € 22.266.613 jaar
202
Grondslag
€ 4.000.000
€ 3.500.000
€ 3.000.000
bedrag
€ 2.500.000
€ 2.000.000
€ 1.500.000
€ 1.000.000
€ 500.000
€0
2011 *)
2012 *)
2013 **)
2014 **)
€ 3.680.500 WOZ-waarde woningen (x 1.000)
€ 3.637.500
€ 3.563.000
€ 3.360.000
WOZ-waarde niet- € 1.115.000 woningen (x 1.000)
€ 1.119.500
€ 1.037.500
€ 992.000
jaar
203
Verklaring afkortingen (2) afkorting AIJZ AKAB AWBZ BBP BBP BBV BCF BDK Berap BIP BKP BOR BOS Bro BRP Chw CJG DO DOMST GBA GEM Broekpolder GFT GGD GGZ GR grex GRP GSP GVVP HHNK HIRB HVC IHP i-NUP JGZ JOP KCC KFF KVO LAP LEA MER MFA MGOIP
omschrijving
Afvalschap IJmond-Zaanstreek Adviescommissie Kunstzinnige Aankleding Beverwijk Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Bomenbeleidsplan Bruto binnenlands product Besluit begroting en verantwoording Beleidsgestuurde Contract Financiering
Bureau discriminatiezaken Kennemerland Bestuursrapportage Bedrijfsvoeringsinvesteringsplan Beeldkwaliteitsplan Beheer openbare ruimte Bijgesteld ontwikkelingskader stationsgebied Besluit ruimtelijke ordening Basisregistratie personen
Crisis- en herstelwet Centrum voor jeugd&gezin Definitief ontwerp Druggebruik onder minderjarigen structureel terugbrengen Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Grond Exploitatie Maatschappij Broekpolder Groente-, fruit- en tuinafval Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg Gemeenschappelijke regeling Grondexploitatie Gemeentelijk rioleringsplan Groenstructuurplan Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Herstructurering en innovatief ruimtegebruik op bedrijventerreinen Oorspronkelijk Huisvuilcentrale, duurzaam afval- en energiebeheer Integraal huisvestingsplan Implementatie nationaal uitvoeringsprogramma Jeugdgezondheidszorg Jongeren ontmoetingsplaats Klantcontactcentrum Kunststof flessen en flacons Keurmerk Veilig Ondernemen Landelijk afvalbeheerplan lokale educatieve agenda Milieueffectrapportage Multifunctionele accommodatie Meerjaren Groot Onderhoudsplan en Investeringsplan Sport
204
afkorting MJP MJR MOP MRA NAP NZKG OCW OD OGGZ OZB PPS PvE RAUM RIJK RNI ROC RSA Ruimte-OK RZB SGP SMART SSB SVVP SWB UNA - ISV vavo VNG VO VRK VVE Wabo WEB Wet Fido WI WIJ Wmo Wob WOZ Wpg Wro Wrp WSW Wsw Wwb
omschrijving Meerjarenplan Meerjarenraming Meerjarenonderhoudsplan Metropoolregio Amsterdam Normaal Amsterdams Peil Visie Noordzeekanaalgebied Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Oostelijke doorverbinding Openbare geestelijke gezondheidszorg Onroerende zaakbelasting Publiek private samenwerking Programma van eisen Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer Stichting Regionaal inkoopbureau IJmond en Kennemerland Registratie Niet-Ingezetenen Regionaal OpleidingsCentrum Regionale (IJmondiale) sociale agenda Stichting Ruimte voor Onderwijs en Kinderopvang Roerende zaakbelasting Strategisch groenproject Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden Stichting sportaccommodaties Beverwijk Stedelijk verkeer- en vervoerplan Stichting Welzijn Beverwijk Investeringsbudget stedelijke vernieuwing door verkoop UNA Voortgezet algemeen volwassenen onderwijs Verening van Nederlandse Gemeenten Voorlopig ontwerp Veiligheidsregio Kennemerland voor- en vroegschoolse educatie
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet educatie en beroepsonderwijs Wet financiering decentrale overheden Wet inburgering Wet investeren in jongeren Wet maatschappelijke ondersteuning Wet openbaarheid van bestuur Waardering onroerende zaken Wet publieke gezondheid Wet ruimtelijke ordening Wet regulering prostitutie Waarborgfonds Sociale Woningbouw Wet sociale werkvoorziening Wet werk en bijstand
205
Colofon Dit is een publicatie van de gemeente Beverwijk
Format en samenstelling College van B&W Beleidsmedewerkers gemeente Beverwijk Team Planning en Control Voorkant Gedeelte van schilderij van Monique van der Heide www.moniquevdheide.nl
Redactie programma’s Verantwoordelijke afdelingen Team Planning en Control Eindredactie Team Planning en Control Drukwerk Huisdrukkerij gemeente Beverwijk Contact Gemeente Beverwijk Postbus 450 1940 AL Beverwijk Telefoon: 0251-256256 Internet: www.beverwijk.nl Bezoekadres Stationsplein 48 1948 LC Beverwijk 18 oktober 2013
206